#dood hout
Explore tagged Tumblr posts
Text
Dood hout leeft! Een (visueel) overzicht van de afbrekers/Wie zijn de afbrekers die dood hout tot leven wekken?
Dood hout, of het nou dik is of dun, staat of ligt of van loof- of naaldbomen komt, met dood hout in de tuin vergroot je de biodiversiteit. Met dit overzicht wil ik je laten zien hoe veel leven ervan profiteert en waarom dood hout leven toevoegt aan je tuin. (more…) “”
View On WordPress
#afbraak#bijen#biodiversiteit#dood hout#Ecologisch tuinieren#hergebruik#kringloop#paddenstoelen#Permacultuur#Permacultuur en voedselbossen#recycling#schimmels#specht#tuin#vogels
0 notes
Text
Een god moet zich voeden.
Een god moet gevoed worden.
Over dit feit zijn alle domeinen van het Schiereiland het eens. Dus, eigenlijk is het enige verschil tussen de mensen geboren voor het water en de mensen geboren voor het land, de exacte aard van de offers die we brengen moeten.
Beppe Glas twijfelde nooit. Ze had haar hele leven doorgebracht op de vlakke weidse uiterwaarden van de benedenloop van de Witte Meve.
Ze was opgegroeid tussen kreeftenvissers en veermannen - grote mannen met baarden, het boegbeeld van mannelijkheid en warme arrogantie - en ze had gezien hoe de rivier hen één voor één opslokte. Vaders en zonen.
Gedurende de lange jaren had ze haar oren en wangen gepierced met zeventien weerhaken van verschillende vormen en maten als toewijding aan de Trawlerman, en ze droeg ze trots, openlijk, zonder zorgen dat ook maar een van onze buren het zou wagen om haar aan de rechtmatige autoriteiten te verlinken.
Beppe Glas vreesde niets wat in deze wereld rondliep.
Ze wist ook wat het betekende om te vrezen wat je liefhebt.
Dat is waarom ze zong als ze naar de bodem van haar tuin waadde, waar het drasland in het water vloeide.
Op de eerste dag van elk nieuwjaar, zonder uitzondering, werd er een postbode of opzichter of dwalende vagebond vastgebonden en geketend aan de paal die de vloedlijn markeerde.
Jute over hun gezicht getrokken. De uitnodigingsgebeden over het hout en hun voorhoofden gekrast. Modder dat over hun heupen en rond hun kelen zwom. Bloed dat naar beneden druppelde over de punten van de kleine zilveren haken.
En dan zong Beppe Glas hardop de liederen van ons geloof, uit vriendelijkheid en sympathie, zodat onze slachtoffers de woorden zouden horen en begrijpen dat hun uitgerekte dood een betekenis had voorbij het alledaagse.
Zodat de Trawlerman zou weten dat er leven aangeboden werd, en een verse vloed zou laten likken aan de ondieptes van onze tuin.
Zodat zijn druipende engelen, in hun krioelende chitine honger, zouden weten dat het tijd was om gevoed te worden.
Vreselijke, wrede, onvergetelijke Beppe Glas.
#idk bout you but i think. dutch tsv is p good#tsv#the silt verses#de zavelverzen#we got so many water words#also the dutch word for 'victim' is nearly the same and related to 'sacrifice' so thats fun too#dutch#joos yaps#Kheb nu 'Zuster Corver' om de harde K klank te bewaren en nog steeds een handwerker als betekenis te hebben#zij en Broeder Valkenaer hebben een lettergreep uitgewisseld
13 notes
·
View notes
Text
Het lot van de stamper
Sla op het vollersblok
en laat me dat horen,
kloostervrouw.
Dit is een haiku van de beroemde Matsuo Bashō (1644-1694). Onlangs verscheen een bundel met vertalingen en toelichtingen door Jos Vos*. Zonder toelichting zou deze haiku wel erg raadselachtig zijn. Op een vollersblok wordt met een houten stamper stoffen zacht geslagen. Basho trekt op een van zijn vele reizen door een eenzaam berggebied waar veel kluizenaars zich vestigden. Vaak vonden zij troost in de oude Chinese dichters. Bashō verwijst in deze haiku naar een gedicht van Fujiwara Masatsune (1170-1221) dat eenzaamheid oproept door het geluid van het kloppen van de stof.
Laat in de nacht
waait de herfstwind
over de bergen van het schone Yoshino
en koud, in de hoofdstad,
klinkt het vollen.
Masatsune is op zijn beurt weer geïnspireerd door een gedicht van de beroemde Chinese dichter Bai Yuji (772-846) over het lot van verarmde vrouwen die in de nacht stoffen zacht slaan op het vollersblok. In de Japanse poëtica werd het geluid van het vollen een kenmerk van melancholische herfstnachten. De verfijning van de Japanse cultuur kan aardig duizelingwekkend zijn. Er is overigens nog een haiku van Bashō over dit onderwerp:
Was die stamper vroeger
een camelia
of een pruimenboom?
De stamper wordt door de Japanse adel in die tijd beschouwd als een kostbare schat. Bashō zegt daarover: 'Zeg eens, stamper, aan welk gebergte je ontsprongen bent en in welk gehucht een arm vrouwtje jou gebruikte bij het vollen? Vroeger was je een eenvoudig werktuig maar nu dien je als vaas en hang je boven de hoofden van de aristocratie.[-] Het nederige zal verheven worden, en het verhevene wordt gegarandeerd vernederd.” Bashō schrijft zelfs dat wij allen het lot van de stamper delen.
Natuurlijk dacht ik aan de 'ulekan' van mijn moeder, de stamper waarmee zij haar hele leven de kruiden en de uien vermaalde tot een 'bumbu', de basis van Indische gerechten. Vele jaren na haar dood gebruik ik hem nog regelmatig. Hij is gemaakt van de wortel van een boom. Op een heel andere manier is mijn stamper een schat geworden. Hij is direct verbonden aan moeders kleine rechterhand, aan de smalle vingers die zoveel kracht hadden. Niet langer is zij daar om mijn hoofd en schouders te masseren. Haar stamper, een kleine kostbaarheid, keukengereedschap.
Tienduizend maal wreef jij in de steen
blad en wortel tot geurend amalgaam,
hand werd hout en hout werd hand
tot aan het stille, bittere eind.
Zegt niet de oude dichter dat wanneer
de tienduizend dingen gezien zijn in hun
eenheid, wij terugkeren tot het begin en
blijven waar wij altijd geweest zijn?
Is mijn hand niet de jouwe?
Wacht niet weer een andere hand?
*'Matsuo Bashō – Verzamelde haiku's'| vertaald, ingeleid en toegelicht door Jos Vos | uitgeverij Atheneum – Polak & Van Gennep | 2023
2 notes
·
View notes
Text
Wat? Gemummificeerd lichaam van een jongen (1e eeuw na Chr.) met detail en gezichtsreconstructie van de gemummificeerde jongen, Portret van Isourous ( 60-80 na Chr.), Portret van een man (2e-3e kwart 3e eeuw na Chr.), Portret van een man (140-160 na Chr.), Portret van een vrouw (ca. 150-200 na Chr.) en Zelfportret (1922) door Charlie Toorop
Waar? Tentoonstelling oog in oog – De mensen achter mummieportretten in het Allard Pierson, Amsterdam
Wanneer? 16 november 2023
In de tijd dat Egypte tot het Romeinse rijk behoorde (31 v.Chr. tot 395 na Chr.) leefde de traditie van het mummificeren voort. Daarbij trad een nieuw verschijnsel op, namelijk het bevestigen van mummiepaneelportretten op het gezichtsgedeelte van de gemummificeerde persoon. Het zijn portretten die zijn geschilderd op hout met een mengsel van pigmenten en was, de zogenaamde encaustische schildertechniek.
Het Allard Pierson in Amsterdam presenteert de eerste tentoonstelling van Oudegyptische mummieportretten in Nederland. Achtendertig portretten zijn, van over de hele wereld, in het museum bijeen gebracht voor de tentoonstelling Oog in oog.
Hoewel mummieportretten een zeer levensechte indruk maken, wordt over de vraag in hoeverre het daadwerkelijk om gelijkende afbeeldingen van de overledenen gaat, nog steeds gedebatteerd. Onderzoek naar mummies waarbij het lichaam en het bijbehorende portret met elkaar vergeleken kunnen worden, biedt een genuanceerd beeld. Het lijkt erop dat beide vaker niet dan wel overeenkomen. Op basis van een CT-scan en aanvullend onderzoek is een reconstructie vervaardigd van een kleine anonieme jongen. Het gereconstrueerde gezicht lijkt van een aanzienlijk jonger kind te zijn dan de jongeman die op het mummieportret is afgebeeld. Ook onderzoek naar het lichaam suggereerde dat het kind jonger is dan het portret doet vermoeden.
Er vanuit gaande dat het echte portretten zijn, is niet zeker of de portretten al voor de dood werden gemaakt of postuum. Sommige geportretteerden zijn onder een hoek weergegeven, wat er mogelijk op duidt dat de portrettist hen opgebaard heeft gezien.
Duidelijker is waar de portretten voor dienden: het herdenken van overleden familieleden. Er zijn aanwijzingen dat mummies vaak nog een tijdlang boven de aarde bleven en dat in hun aanwezigheid maaltijden werden gebruikt. Ook na de bijzetting bleef contact met de overledene vaak mogelijk in de vorm van het brengen van offers.
Ruim twintig mummieportretten zijn voorzien van een korte tekst. Daarin wordt soms de naam genoemd van (waarschijnlijk) de geportretteerde. Soms staat de naam op de zwachtels van het gemummificeerde lichaam. Een voorbeeld is het portret van Isarous. Afgebeelde kleding, haardracht en sieraden zeggen vaak iets over de periode waarin de geportretteerde leefde en diens sociale status. Zo toont het portret van een man (Martin von Wagner Museum der Universität Würzburg) een gele mantel, die suggereert dat hij werkzaam was als militair of hoge ambtenaar.
Een opmerkelijk portret is dat van een man die is afgebeeld zonder zichtbare kleding. Zijn linkeroog is opvallend bloeddoorlopen. Mogelijk zeggen deze kenmerken iets over het beroep van de geportretteerde. Wellicht was het een bokser.
Stijl en kwaliteit van de portretten verschilt onderling. Veel mummieportretten doen echter opmerkelijk hedendaags aan. Dat komt mede door de heldere kleuren, de detaillering en niet in de laatste plaats de grote, meestal amandelvormige, ogen. Hierdoor lijken de geportretteerden je recht in het gezicht te kijken. De mummieportretten hebben latere kunstenaars, zoals Charlie Toorop, beïnvloed. Haar geportretteerden hebben vaak dezelfde amandelvormige ogen als de mummieportretten. Op de tentoonstelling hangt als voorbeeld hiervan een zelfportret van de kunstenares uit Kunstmuseum, Den Haag.
3 notes
·
View notes
Text
Gezicht op de Grotemarkt, met het standbeeld van Erasmus, 1939.
De Grotemarkt was oorspronkelijk een gedeelte van de Steigersgracht. In 1556/1557 werd een gedeelte van deze gracht overwelfd en tot Marktveld gemaakt. Eerst noemde men dit overwelfde plein Nieuwe Brug, later Westbrug. In de 18de en 19de eeuw komt ook de naam Erasmusmarkt voor naar het beeld van de grote humanist, dat eeuwenlang op de markt stond. De huidige Grotemarkt vormt slechts het noordelijke gedeelte van het plein dat vóór het bombardement in 1940 deze naam droeg.
Het beeld van Erasmus is al bijna 500 jaar typisch Rotterdams, net zoals dit grapje: als hij de klok hoort slaan, slaat hij een bladzij om.
Het standbeeld van Erasmus is het oudste openbare standbeeld van Nederland. Al in 1549, 13 jaar na de dood van Erasmus in 1536, werd een eerste beeld gemaakt ter ere van het bezoek van prins Philip en landvoogdes Maria van Hongarije. Dit beeld was waarschijnlijk van hout en papier-maché, maar al snel volgde een stenen beeld, op de Grote Marktbrug. Samen met het geboortehuis van Erasmus was het beeld een belangrijke toeristische attractie.
Het beeld is een aantal keer vervangen. In 1572 werd het door de invallende Spanjaarden van de brug in de Steigergracht gegooid. Het stadsbestuur liet een vervangend beeld van hout maken, en aan het eind van de zestiende eeuw stond er weer een stenen beeld op het Marktveld.
In 1622 werd het stenen beeld definitief vervangen door een bronzen beeld. De beroemde beeldhouwer en bouwmeester Hendrick de Keyser maakte in opdracht van het stadsbestuur het bronzen beeld van Erasmus dat eeuwenlang op de Markt gestaan heeft.
De fotograaf is Jan Retel en de foto komt uit het Stadsarchief Rotterdam. De informatie komt uit het Stadsarchief Rotterdam en van rotterdam.nl
2020
0 notes
Text
Hikikomori en de Shintovloek
Eén miljoen jonge Japanners leeft in een volledig isolement door de eenzaamheidsstoornis hikikomori. Dat betekent letterlijk; opgesloten in het eigen huis. De lijders zijn onmachtig deel te nemen aan sociale activiteiten. Ze gaan vaak alleen ’s nachts het huis uit om in een avondwinkel eten te kopen. Falen op school of pesterijen door medeleerlingen of leraren zijn vaak de oorzaak. Anderen zien hikikomori als een ultieme poging om te ontsnappen aan het verstikkende conformisme in Japan.
Naar schatting één op de vijftig Japanse gezinnen krijgt met hikikomori te maken. De stoornis wordt gezien als symptomatisch voor een cultuur waar het uitdrukken van individuele gedachten en gevoelens niet wordt toegestaan. De groepsdruk is immens. Het zelfmoordcijfer in Japan was dan ook het hoogst van alle geïndustrialiseerde landen, nog afgezien van de doden door karoshi – sterfte door extreem overwerken.
Ik weet een beetje af van deze materie omdat mijn Japanse ex-vrouw een broer had die leed aan deze stoornis. Ik ontmoette Juusuke voor het eerst toen hij al lang leefde in een klein, geelgerookt kamertje in Kyoto. Juusuke faalde op de middelbare school. Omdat hij zijn familie aldus gezichtsverlies bezorgde, isoleerde hij zich radicaal, geheel in lijn met de Japanse schaamtecultuur. Maar er bleek nog een andere, religieus gevoede uitleg te spelen, die ik later zal uitleggen.
Toen ik Juusuke ontmoette was hij 31, maar ik leek te kijken naar een gestolde puber van 17. Iemand die ook lichamelijk in zijn ontwikkeling was blijven steken. Hij zei vrijwel niets, en vermeed oogcontact. Eerlijk gezegd meende ik te staren naar een levende dode, voor wie alleen een zelfgekozen dood een logische uitweg leek uit zijn ellende.
De vader van Juusuke, mijn toenmalige schoonvader, vond helemaal niet dat zijn zoon leed aan een stoornis. Volgens mijn ex-vrouw kende hij het begrip hikikomori niet eens. Mijn schoonpa, een diep religieuze gepensioneerde bankier, had een heel andere verklaring voor het noodlot van zijn zoon.
Volgens hem maakte Juusuke’s grootmoeder ooit de dodelijke fout een bloeiende kersenboom om te zagen. Kersenbloesem is een nationaal symbool in Japan. En de geest van de boom, de kami, zou daardoor dermate boos zijn geworden, dat Juusuke het doelwit werd van wraak. Aldus de uitleg van mijn gewezen schoonvader.
Dat lijkt in Nederlandse ogen een absurde redenering. Maar veel Japanners, ook mijn ex-vrouw, vinden zo’n interpretatie heel plausibel. Conform het animistische shintogeloof menen ze dat alles bezield is; een boom, een mens, ja zelfs een rijstkorrel. Daarbij rustte in Japan een enorm taboe op psychiatrische stoornissen.
Naar de psychiater stappen werd gezien als een teken van falen. Dat deden alleen losers zonder discipline. En met dat soort afwijkende types hebben ze weinig consideratie in Japan. 'De spijker die uit het hout steekt, wordt eraf geslagen', luidt een bekend Japans spreekwoord.
Uit fascinatie verdiepte ik me in het onderwerp. In 2007 interviewde ik voor Trouw Nederlands enige shinto-meester, Paul de Leeuw, op zoek naar opheldering. Tot mijn verbijstering begreep hij de benadering van mijn toenmalige schoonvader maar al te goed. Hij zei; "De geest van de omgezaagde kersenboom kan ernstig verstoord zijn geraakt, uit zijn op wraak met Juusuke als doelwit. Ik sluit niet uit dat het mogelijk is."
Mijn ex-vrouw vond overigens dat haar broer wel degelijk psychiatrische hulp nodig had, wat haar op een daverende aanvaring met haar vader kwam te staan. Die hield voet bij stuk. Dagelijks bleef hij fanatiek bidden voor het herstel van zijn zoon. Ik was daar diverse keren getuige van. Ik zag het tafereel aan met een combinatie van verbazing en begrip, wetende dat ik me niet te bemoeien had met zijn familie-aangelegenheden.
Uiteindelijk kwam het goed met Juusuke, en wel door ingrijpen van zijn moeder. Zij kreeg haar zoon zover om zijn isolement van zeventien jaar op te geven en terug te keren naar het ouderlijk huis. Ze moedigde hem aan de landerijen van de familie te bewerken, en hij gehoorzaamde. Aldus reïntegreerde Juusuke als rijstboer in de Japanse samenleving.
Met mijn ex-vrouw voerde ik lange gesprekken over haar broer. Hij was, zei ze, vroeger een stille, gevoelige jongen, die graag schilderde en veel las. Hij luisterde naar The Smiths en boze punkmuziek.
Langzaam maar zeker kreeg ik meer begrip voor haar ambivalente houding tegenover psychische kwetsbaarheden, zeker toen ik een bipolaire stoornis ontwikkelde. Eén van haar beste jeugdvriendinnen was ook manisch-depressief. Ze huwde een advocaat, in Japan een beroep van hoog aanzien. Maar toen ze steeds meer last kreeg van haar aandoening, werd ze door haar man tot een echtscheiding bewogen.
Dat vond mijn ex-vrouw een heel normale gang van zaken. Het klinkt hard, maar gezien haar Japanse mentaliteit en religieuze gevoelens was het een heel normale reactie. Dat ervoer ik later ook zelf, toen mijn bipolaire stoornis, in combinatie met mijn alcoholverslaving, grosso modo voor haar aanleiding was ons huwelijk te beëindigen.
Zij, een succesvolle carrièrevrouw, kon niet met een gevallen man als ik voor de dag komen. Dus moest ik gaan, om de harmonie in haar leven te herstellen. Die gang van zaken neem ik haar trouwens niet kwalijk. Alleen door bij haar weg te gaan, kon ik werken aan mijn herstel en het bestrijden van mijn alcoholverslaving. Met succes, trouwens.
Hikikomori mag voor ons westerlingen klinken als een exotische aangelegenheid, een neurose typerend voor de extreem prestatiegerichte Japanse samenleving, maar dat is niet zo. In de zes jaar dat ik na mijn scheiding in beschermde woonvormen resideerde, leefde ik in feite ook als een hikikomori. Ik schaamde me tegenover mijn ex-vrouw, zoon en Japanse schoonfamilie. Lang vond ik dat ik gefaald had, dat het allemaal mijn eigen schuld was.
Pas nu ik sinds bijna zes jaar weer zelfstandig woon, en geen psychiaters meer zie, ben ik me gaan realiseren dat ik me helemaal niet hoef te generen. Het besef dat een bipolaire stoornis alleen maar een chronische aandoening is, daalde langzaam bij me in.
Zo ging ik ook kijken naar voorheen mijn alcoholverslaving. Volgens deskundigen een chronische ziekte, net zoiets als diabetes, maar dan mentaal. Ik verloste me als het ware langzaam maar zeker van de Japanse perceptie van mijn noodlot. En net als mijn voormalige schoonbroer Juusuke, reïntegreerde ik in de wereld van de levenden, namelijk door mijn oude stiel van schrijven en fotograferen weer op te pakken. Ik denk dat ik zo mijn leven redde, zoals ook Juusuke aan een mogelijke dood ontsnapte door rijstboer te worden.
De afgelopen jaren, sinds mijn landing in het gekkenstadje Venray, ontmoette ik vele hikikomori’s. GGZ-klanten die meestal ongewild in een bijna volstrekt isolement leven. Met sommigen sloot ik vriendschap. Ik ben vaak de enige die met regelmaat bij ze de vloer komt, afgezien van hun contacten met de psychiater, of gesprekjes met een hulpverlener van bemoeizorg.
Ik leerde dat er eigenlijk helemaal niet zoveel verschil bestaat tussen Japanse hikikomorigevallen en Nederlandse GGZ-patiënten. Ze voldoen allemaal niet aan de gangbare maatschappelijke norm, krijgen een gekkenbriefje op hun voorhoofd geplakt en worden niet zelden levenslang opgeborgen in een psychiatrisch ziekenhuis of een beschermde woonvorm. Ook in Nederland plegen veel psychisch kwetsbare mensen suïcide. Ook bij ons worden ze het slachtoffer van uitsluiting, stigmatisering en isolement.
Hikikomori is dus geen exclusief Japans syndroom. Hikikomori is overal.
#hikikomori #shinto
0 notes
Text
Nabij De Zon | Gratie voor een terdoodveroordeelde Die Zelf onze zonden in Zijn lichaam gedragen heeft op het hout; opdat wij, der zonden afgestorven zijnde, der gerechtigheid leven zouden; door Wiens striemen gij genezen zijt. 1 Petrus 2:24 Een gevangene werd uit de gevangenis gehaald om opgehangen te worden en toen hij op de kar naar het galgenveld reed, was zijn hart zeer bezwaard bij de gedachte aan de dood en niemand uit de menigte kon hem opvrolijken. De galg kwam in zicht en de zon werd voor hem verduisterd. Maar zie, zijn vorst kwam met grote haast aangereden om hem gratie te verlenen. De man opende zijn ogen en het was alsof hij uit de dood verrezen was en weer terugkeerde tot een blij bewustzijn. Het zien van zijn vorst had alle somberheid weggevaagd. Hij verklaarde dat hij nog nooit in zijn leven zo’n schoon gelaat had gezien en toen hij het papier las waarop zijn gratie vermeld stond, beloofde hij plechtig dat er nooit een vers zou zijn dat hem dierbaarder zou zijn dan die paar regels van soevereine genade. Vrienden, ik kan mij nog goed herinneren dat ik op die dodenkar zat en Jezus naar mij toe kwam met Zijn vergeving. Dood en hel lagen voor mij, maar ik verblijdde mij zeer toen ik de tekenen van de nagels in Zijn handen en voeten en de wond in Zijn zijde zag. Toen Hij zei: 'Hoewel uw zonden vele zijn, zijn ze allemaal vergeven’, toen dacht ik dat ik nog nooit zo iets lieflijks gezien en nog nooit zulke muziek gehoord had. Nee, ik dacht dat niet alleen, ik wist heel zeker dat dit zo was. De eeuwigheid zelf zal mij nooit iets openbaren wat nog lieflijker is. Mijn vergevende Heere heeft geen gelijke of mededinger. O, wat een Christus is Hij, Die mij, een schuldige, veroordeelde zondaar, verscheen op weg naar de hel! Gezegend zij Zijn naam. Hij droeg aan het hout mijn vloek, schande en dood en ik ben in vrijheid gesteld.
0 notes
Text
Vanaf 17 maart verkrijgbaar: mijn boek Tuinlogica + weggeefactie!
Ben of ken je zo’n tuinier bij wie de tuin maar niet helemaal wil boteren? Je planten verdrogen of verzuipen, je hebt geen tijd om alles netjes bij te houden, wat je doet voelt nooit mooi of goed genoeg, voor je insectenhotel dreigt een failliet en belagers (slakken!) jagen je misschien wel bovenop de schutting. Sinds de start van mijn bedrijf heb ik heel wat tuiniers ontmoet die overwogen hun…
View On WordPress
#bestrating#bijen#composteren#DIY#dood hout#droogte#Ecologisch tuinieren#eetbare planten#helder water#heldere vijver#hergebruik#hommels#insecten#klimaat#kringlopen#lieveheersbeestjes#makkelijk#onderhoudsarm#oude tegels#Permacultuur#Permacultuur en voedselbossen#plantenfilter#regen#roofinsecten#rupsen#slakken#stapelmuurtje#stapelmuurtjes#tuin#tuinieren
0 notes
Text
Wandeling Nije Broekbos
Rondje Noordlagebos, via de Windhorst met zicht op het Nije Broekbos met fladderiepen, dood hout en gestreken varens in het bod. Mantingerbos en -weiden.
View On WordPress
0 notes
Text
Zinloze Realiteit(Dutch)
Het was donderdagochtend vroeg toen ze het vreselijke nieuws kreeg dat haar man dood was.
Ze vroeg zich af waarom hij niet thuis kwam gisteravond, zelfs wachten bij de telefoon, uiteindelijk bellen, maar nooit een antwoord ontvangen.
Ze had net haar kinderen, Lisette en Alonso, op hun lange oprit naar de schoolbus laten lopen, wachtend met zacht afscheid als het luidruchtig wegreed, eindelijk haar glimlach en hand laten vallen als de bus uit het zicht verdween. Toen ze terugging om naar huis te lopen, realiseerde ze zich dat de vogels bijzonder stil waren, abnormaal dus, het maakte de stilte ongemakkelijk omdat ze gevangen zat met haar onophoudelijke gedachten; zelfs de bries die de gevallen bladeren rammelde was niet zo luid als gewoonlijk. Ze gladde haar zwart gevlochten haar aan de zijkant voordat ze onopvallend aan de mouwen van haar blauwgrijze trui trok, ze wikkelde haar armen stevig om haar lichaam terwijl ze de wandeling terug naar huis begon, luisterend naar de kras onder haar schoenen, haar geest nog steeds dwalend in verwarring over waar haar man, Ryker, was. Een paar stappen van haar veranda vertraagde ze haar lopen terwijl ze het geluid van een auto hoorde, haar stappen wankelden lichtjes terwijl ze zich omdraaide, onthulde het opvallende zwart-wit patroon van een Belmont, Ohio politieauto die naar haar toe reed. De schittering tegen de voorruit van de grijze hemel maakte het onmogelijk om te zien wie er Reed, waardoor ze niet zeker wist of ze zich overmoedig of radeloos voelde door het verrassende uiterlijk.
Hoe dichter ze reed, hoe sneller haar hart sloeg, en ondiepe adem haalde toen ze zag hoe de auto een paar meter verderop stopte. Haar handen wringen onbewust met elkaar terwijl ze wachtte tot de autodeur open ging, en zich plotseling ongemakkelijk warm voelde, ook al was het vrij koud. Zij kende de gevaren, die haar man door zijn werk liep, en wist, dat hij bij iedere oproep gewond of gedood kon worden; maar niets kon haar voorbereiden op de moedeloze blik op de officieren, toen hij uit de auto stapte.
Ryker was oproepbaar met zijn partner voor een inbraak in een woonwijk, de crimineel was via de achterkant naar buiten gegaan en het huis om achter hen te komen toen ze door de kapotte deuropening gingen, en ze schoten beide keren in de rug voordat ze renden. De politie was op dit moment op zoek naar hem, maar slechts twee getuigen, één die hem zag toen hij de deur opendeed, en een buurman die zag wat er gebeurde en de politie belde.
Toen de officier uitlegde wat er gebeurd was, werd haar geest leeg, het al vochtige geluid van het bos verdween volledig en die ongemakkelijke hitte verdween plotseling, waardoor haar lichaam zich leeg voelde. Ze werd al snel gedwongen terug te keren naar de realiteit toen de agent haar schouder aanraakte, het was niet onbeleefd of onwelkom, omdat deze Agent heel goed bevriend was met zichzelf en Ryker, maar het plotselinge en onverwachte contact schokte haar genoeg om haar schouder weg te trekken en een stap terug te doen. Hij trok onmiddellijk zijn arm terug, zijn blik naar de grond geworpen, terwijl zij een treurige blik begaf toen zij zich realiseerde wat zij deed.
Ze zei uiteindelijk, " het spijt me Carter, Ik voel me gewoon een beetje overweldigd op dit moment."Haar stem stil, een beetje stotteren terwijl ze probeert alle emoties te begrijpen en te beheersen die plotseling door haar heen lopen. Een blik van begrip wast over zijn gezicht voordat hij plechtig zijn hoofd knikt en terugkeert naar zijn auto, "Goodbye Saden."Carter sprak, gaf een korte, droevige glimlach voor hij in zijn auto stapte en wegreed.
Er renden veel gedachten door Saden ' s hoofd, al het nieuws raakte haar nog niet volledig. Met haar verstand snelde ze langzaam haar huis binnen, sloot de deur voor ze haar voorhoofd hard tegen het gebrandschilderde hout liet rusten, gaf zichzelf een moment rust voordat ze wegduwde en naar de telefoon ging om een paar telefoontjes te plegen.
-------
Het huis is donker, geeft een verontrustend en ongemakkelijk aura af; de zon is nog niet opgestaan en er is geen licht in de buurt, maar hier is een jongen met zijn schooluniform en rugzak om stilletjes de voordeur te sluiten. Hij begint snel van zijn huis weg te lopen, de angstige sfeer die hem omringt, verdwijnt langzaam naarmate hij verder kwam, zijn gespannen schouders en on-edge lijken te verminderen tot lichte paranoia.
Hij heeft een litteken boven zijn oog, de enigszins rode kleur maakt het duidelijk tegen zijn bleke huid. Hij kreeg dit litteken op hetzelfde moment dat hij zijn moeder en halfzus verloor, het auto-ongeluk was wreed, alleen hij en een van de andere auto ' s passagiers hebben overleefd.
Hij verblindt zijn ogen van de verblindende koplampen die af en toe voorbij gaan als hij over de stoep loopt, zijn paranoia verdwijnt hoe dichter hij Bingham ' s vijver nadert. Hij vindt een plek weg van de weg, zet zijn tas neer als hij de sluimerende zwanen en eenden observeert. Een kleine glimlach siert zijn gelaat als hij zich herinnert wanneer hij en zijn moeder, Liz, hier vroeg in de ochtend zouden komen om te praten en de zonsopgang voor school te zien; zijn glimlach verdween zo snel als het was aangekomen als hij zich realiseert dat hij hier alleen nu kan komen. Hij kon altijd zijn stiefvader Alec vragen om met hem mee te gaan, maar hij vreesde elke reactie die Alec gaf, vooral nu hij de enige was die het auto-ongeluk overleefde.
In een poging om zijn gedachten van het verleden af te schudden kijkt hij terug naar de zwanen, hun schoonheid bewonderen tegen het donkere water. De eerste paar zonnestralen beginnen te gloeien tegen de dim sky, een lichte bries waardoor hij rilt omdat hij geen uniform jasje heeft omdat dat extra geld kost. Terwijl hij gaat zitten en leunt tegen een boom windt hij op de pijn die zich in zijn rug opsteekt voordat hij het eraf schudt en zijn tas naar hem toe trekt, het bevroren metaal losmaakt en naar binnen reikt, een map met onvoltooid huiswerk tevoorschijn haalt; veel van hen hadden kreukels en tranen, ook al hield hij ze netjes in een map. Het loslaten van een vermoeide en opgefokte zucht begon hij te werken, te beginnen met zijn naam,'Archer Carlisle', zijn koude handen die het moeilijker maken om te schrijven en een blik van ergernis flitst door zijn ogen als hij weet dat hij niet al dit huiswerk gedaan zal krijgen voor school; bang om hem te vullen bij de gedachte om Alec te moeten vertellen over de slechte kwaliteit, ook al was zijn onvoltooide en verscheurde huiswerk Alec ' s schuld. Met een andere zucht ging hij weer aan het werk en probeerde er zo snel en nauwkeurig mogelijk een einde aan te maken.
-------
Het is een week geleden dat mij over zijn dood werd verteld, Ik wist al dat ik niet in ons comfortabele huis in Ohio kon blijven, vooral omdat Ryker het bouwde; gewoon door de deur lopen veroorzaakte een misselijk gevoel om over me heen te spoelen wetende dat ik hem nooit meer zal zien.
De begrafenis was gistermiddag... De zwarte jurk die ik droeg is nu een stapel grijze as in het vuur. Mijn dochter Lisette ging met me mee, het was een winderige dag met een sprenkel van regen die de grond buiten afspoelde; het lijkt erop dat de wereld zelfs rouwde om het verlies, maar dat is waarschijnlijk gewoon ik die betekenis in eenvoudige dingen. Mijn zoon Alonso nam de dood van zijn vader erg hard op, Ik weet hoe dichtbij ze waren, en toen ik mijn zoon zag huilen brak een scheur door mijn façade van kracht, maar ik moest het snel wegvegen toen ik mijn huilende zoon omarmde. Zijn kreten duurden een uur, Lisette begon ook te huilen toen ze zag dat Al ' s trillende vorm werd getroost door de mijne. Die nacht verbleef ik bij hen in hun kamer, zittend op de vloerbedekking tussen hun twee bedden, een hand vastgepakt in elk van mij zoals ik hen verhalen vertelde om hen in slaap te sussen. Toen ik wist dat ze sliepen, hield ik hun handen vast, leunde mijn hoofd tegen de houten muur terwijl ik naar het plafond staarde, het licht van de maan die schaduwen van boomtakken tegen de andere muur creëerde. Ik zat daar gewoon te denken aan de telefoontjes die ik maakte op de dag dat ik het nieuws ontving.; volgende week ligt wat er over is van mijn familie in ons Schotse huisje, weg van hier, weg van hem.
Ik moet de kinderen nog vertellen dat ik niet weet hoe ik ze moet vertellen dat we weggaan, weg van alles wat ons aan hun vader doet denken. Ik kan alleen maar hopen dat ze me niet zullen verachten voor deze beslissing, maar door in dit huis te blijven, laat mijn geest dwalen in een richting die ik mezelf niet zal toestaan om in te gaan.
------
De bel gaat luid als ik de sluitingsdeur van mijn klaslokaal binnenloop, terwijl ik rond de kamer kijk zie ik iedereen al zitten en de leraar mij scherp in de gaten houdt. Ik laat mijn blik zakken, Ik zet mijn huiswerk recht en draai-in de ellendige afgewerkte pagina ' s naar de basket voordat ik langs het Bureau van mijn leraar om mijn stoel te bereiken, het vermijden van zijn en iedereen de blik te allen tijde.
Ik weet dat ik niet bang zou moeten zijn voor mijn leraren, maar meneer Curraigh heeft dezelfde strenge stem als Alec, en ik kan het niet helpen dat ik bezorgd ben wanneer ik een voet in zijn klas zet; zijn strikte regels en intimiderende status helpen me niet echt bij het proberen om de twee te onderscheiden.
Meneer Curraig kijkt van zijn computer naar mij, ik slik nerveus en schuifel een beetje in mijn stoel als ik kijk naar het papier dat ik voorzichtig op mijn bureau heb gelegd. Het stille geklets van de klas was een paar minuten geleden weer hervat, maar werd snel weer stilgelegd toen Mr Curraigh zijn leunende figuur van zijn bureau duwde en ontspannen naar de voorkant van de klas liep.
Mr Carlisle, wilt u uitleggen waarom u te laat was? Nogmaals."Zijn nonchalante eerste zin contrasteerde sterk zijn harde uitspraak van 'opnieuw'. Onbewust verlaag ik mijn hoofd omdat de klas stil is, andere lessen kunnen giechelen, maar ze weten dat ze niet moeten rotzooien in deze klas.
Ik schud mijn hoofd 'nee' niet vol vertrouwen op mijn stem om te antwoorden zonder te stotteren.
"Ik kan je niet horen, Archer. Wil je de klas uitleggen waarom je te laat was?"Zijn scherpzinnige stem tikte tegen de stilte en liet geen ruimte om zijn vraag te ontwijken. Ik weet dat hij naar me kijkt terwijl hij op zijn antwoord wacht. Ik kijk eindelijk naar hem, terwijl mijn blik constant tussen hem en het plafond flikkert.
"Ik heb me verslapen, mijnheer, Ik zal het niet meer laten gebeuren."Ik probeerde een kalm gezicht te geven om hem hopelijk tegen te houden om mij weer uit te roepen, mijn geest van Binnen straalt van gedachten over de vraag of hij het excuus zal accepteren of niet. Een seconde gaat voorbij voordat hij terug loopt naar het whiteboard en begint te schrijven, iedereen kopieert het snel in hun notitieboekjes, het gesprek schijnbaar vergeten. Een vleugje van zorgen bleef in mijn achterhoofd zeuren dat hij wist dat mijn excuus nep was, maar ik had geen tijd om het enige bezinning te geven omdat ik al achter op de notities zat, en mijn recente polsletsel zal mij ook niet echt ten goede komen.
De klas is eindelijk afgelopen, de meeste mensen waren ingepakt en wachtend bij de deur voor de bel, slechts een paar mensen zaten aan hun bureau. Ik stop het toegewezen huiswerk in hun map, en stop mijn notitieboek ook in mijn tas. Ik reik naar de map als een andere hand het eerst grijpt, een hand die behoort aan geen student. Ik hield mijn ogen omhoog voordat ik snel naar beneden keek naar het Bureau, Het was Mr Curraigh die mijn huiswerk map vasthield, hij leunde tegen het bureau terwijl hij door de nu open map ging.
"Weet je, je organisatie en zorg klopt niet als je verscheurde papieren inlevert."Hij zegt terwijl hij langzaam de map sluit, terwijl hij het voor mij uithoudt om te nemen, wat ik snel doorzet met het in stilte in mijn tas te plaatsen.
"Wil je me vertellen waarom je altijd te laat komt?"Meneer Curraigh stelt vragen, zijn gewoonlijk luid en streng stem nu stiller en bevat een vleugje van bezorgdheid. Het is even geleden en ik moet nog reageren als hij praat.,
"Archer, als je een echte reden hebt waarom je te laat bent, begrijp ik dat, maar ik kan deze nep excuses niet meer accepteren. Dit is de tiende keer dat je te laat bent. Als je me geen echte reden kunt geven, moet je nablijven."Zijn stem was nooit erg streng of hard gedurende de hele zin, met een meer waarschuwende toon, maar alles wat ik als antwoord kan verzamelen is om mijn hoofd 'nee' te schudden terwijl ik opkijk om zijn blik te ontmoeten. Mr Curraigh kijkt gewoon even uit voor hij een zucht loslaat en van het bureau duwt.
Kom niet te laat voor detentie Mr Carlisle."Is alles wat hij zegt voordat hij terug naar zijn bureau loopt, de bel rinkelt en de studenten die de deur uit rennen, Ik volg onmiddellijk om niet te laat te zijn voor mijn volgende les. Mijn gedachten voor de rest van de dag zijn vertroebeld door hoe Alec zal reageren als Ik laat thuis kom, hoe hij zal reageren als ik hem vertel dat ik weer moet nablijven. De dread poelt in mijn borst, waardoor het strak voelt en de lucht verstikt terwijl ik door de dag zwever.
------
De eerste dag in ons nieuwe huis, was het een huisje dat mijn ouders hadden en ik erfde. Ver weg van Ohio, ver weg van Ryker, helemaal in Glasgow, Schotland, gelegen in een mooi gebied met lolling groene velden en een stenen muur netjes eromheen.
Lisette en Alonso hadden de stap beter genomen dan ik had verwacht, het lijkt erop dat ze net zo graag weg wilden als ik. Ik had vooraf gebeld om er zeker van te zijn dat het huisje klaar was voor wanneer we aankwamen, en een vriend van mijn ouders komt langs om op mijn kinderen te passen omdat ik zo snel mogelijk naar mijn werk moet. Snel het huis uit rennen, geef ik de vriend een knuffel, snel met vermelding van de tijd dat ik thuis ben voordat ik naar mijn gehuurde Volkswagen auto ren. Mijn zaksriem draaiend als ik probeer om alles in de auto te plaatsen, Ik duw het snel in de passagiersstoel voordat het aanpassen van de spiegels en op weg naar mijn nieuwe baan.
De grijze wolken die de lucht vervuilen doen me veel aan thuis denken, maar deze drukke stad is precies wat ik nodig heb om weg te komen van mijn kleine stadsleven. Aan de linkerkant rijden is wel vreemd, iets waar je aan moet wennen.
Als ik de parkeerplaats oprij, zie ik dat de school aan het eind van de dag nadert, ik hoop dat ik niet ontslagen word voordat ik begin. Snel strompelend door de deur van het kantoor, strek ik mijn houding en shirt voor ik naar de receptie liep en zei dat ik de nieuwe wetenschapsleraar ben. De vrouw glimlacht voordat ze iemand belt, neem ik aan de directeur of misschien een andere leraar.
Na ongeveer 2 minuten te hebben gewacht, klautert de deur van het kantoor luid open, een lange man met dik licht bruin haar en een intimiderende gestalte komt binnen, geeft een kleine knik aan de vrouw voordat hij mij benadert. Ik sta op en schud zijn aangeboden hand.
"Hallo daar, Ik ben Meneer Curriagh of Aric, ik ben hier om u naar uw klas te begeleiden."Zijn stem heeft een dik accent, iets dat ik nu ook zal moeten wennen, omdat ik in Schotland woon. Zijn intimiderende houding lijkt te contrasteren met de vriendelijke glimlach die hij biedt.
"Aangenaam, Aric, Ik ben Saden."Ik reageer beleefd voordat ik hem toesta om me uit het kantoor en de gang te leiden.
Dus jij bent de nieuwe wetenschapsleraar?"Hij spreekt in een kleine nieuwsgierigheid, en blijft door de lege gangen navigeren.
"Ja, wat geef je les?"Ik vraag me af, sneller lopen om zijn snelle tempo bij te houden.
"Oh mij? Ik ben altijd een literair persoon geweest."Zijn reactie zorgt voor een kleine glimlach te verschijnen, het feit dat de mensen hier zijn zo aardig en gastvrij is iets dat ik aanbid. We komen tot stilstand na een ander moment van wandelen.
"Nou, dit is jouw klas, hoewel je een beetje laat kwam."Hij legt uit hoe de leerlingen hun koffers pakken. Ik laat een stille zucht los, natuurlijk zou ik de hele eerste dag van mijn werk missen.
"Maak je geen zorgen over het missen van je klas, je kunt langskomen om te helpen met nablijven of het terrein te verkennen."Aric zegt dat als hij met zijn ogen van het raam naar me flikkert, ik op het punt sta te reageren als de bel luid gaat, echoën door de lege gangen voordat de Klaslokaal deuren opengaan en studenten naar buiten gaan. We staan allebei bij het raam van mijn klas tot de gangen weer rustig zijn, er staan maar een paar studenten in de buurt, terwijl sommige net klaar zijn met inpakken.
Aric keert zich om weer tegen me te praten als zijn blik zich omdraait naar iets achter me, zijn plotselinge schreeuw verrast me, en ik draai me snel om om om de boosdoener te zien.
Een jonge jongen met donkerbruin haar stopt onmiddellijk, zijn ogen gaan wijd open bij het schreeuwen naar hem, zijn arm strakker zijn greep rond zijn boek vastgepakt tegen zijn borst.
"Archer. Detentie is in de andere richting. Aric zegt dat hij naar de student loopt. Ik zou verwachten dat elke student nerveus zou zijn om opgeroepen te worden door een leraar, maar deze student, Archer, leek ronduit doodsbang.
Voordat Archer kan reageren, begint Aric weer te spreken. "Dit is de tweede keer dat je probeert nablijven over te slaan, Archer."Een kleine pauze geven terwijl hij wacht op een antwoord, na er geen te hebben ontvangen gaf hij een zucht van irritatie voordat hij zei, "Kom met mij Archer."Begon terug te lopen naar mij, Boogschutter liep een paar stappen achter met zijn ogen getraind op de vloer.
"Het spijt me dat ik uw rondleiding onderbreek, maar ik moet deze student begeleiden naar het nablijven. Aric zegt dat hij terug kijkt naar Archer.
"Heel goed Aric, vind je het erg als ik meega? Ik heb mijn eerste dag toch gemist."Ik vraag me af, kijkend naar Archer, dat zijn ogen niet de hele tijd van de vloer bewogen hebben. Aric knikt even zijn hoofd voordat hij de weg naar detentie leidt. Ik volg snel, probeer bij te blijven, luisterend naar Aric beschrijft de delen van de school die we passeren.
------
Wie is die persoon? Is zij de nieuwe lerares? Ze zei dat ze haar eerste dag hier miste, en onze nieuwe leraar voor wetenschap was niet in staat om op te dagen.
Ik til mijn hoofd op, mijn ogen kijken naar haar voor een moment terwijl ik overweeg of ik mijn vraag moet stellen of niet. Eindelijk toegeven aan nieuwsgierigheid, vraag ik, "Bent u de nieuwe wetenschapsleraar?"Mijn vraag lijkt hen beiden te doen schrikken van hun geklets, Mr. Curraigh nu stil terwijl ik wacht op haar antwoord. Ze draait zich naar mij en biedt een vriendelijke glimlach voor ze antwoordt: "Ja, dat ben ik, je mag me Mrs Monroe noemen."Haar antwoord is aardig, maar kort, en haar stem scheen lichtjes te wankelen toen ze haar achternaam zei, waardoor mijn hoofd een beetje schuin schuin stond vanwege haar onwil om haar achternaam te spreken.
Aangenaam, Mrs Monroe. ik heet Archer."Ik reageer, mijn stem lijkt meer zelfverzekerd en luider dan mijn normale toon, hoewel ik er nauwelijks over nadenk. Voor hoe lang er nog over was van de wandeling naar het nablijven, bracht ik het door met Mrs Monroe te praten, Ik weet niet waarom, maar ze leek makkelijker om mee te praten, het kan zijn van haar niet-intimiderende houding en lengte, of misschien dat ze me deed denken aan mijn moeder, die beide aannemelijk zijn.
We hadden het over het boek dat ik vasthield toen Mr Curraigh tot stilstand kwam, de kamer die wordt vastgehouden in het recht voor ons. Ik reik uit om het handvat vast te grijpen, even mijn polsletsel te vergeten totdat ik een grom van pijn loslaat, onmiddellijk mijn pols terug trek en het tegen mijn borst houd als de harde grimmige pijn die mijn systeem overspoelt, herinnert me aan gisteren.
Zowel Mr. Curraigh als Mrs. Monroe lijken geschokt door mijn plotselinge uitbarsting van pijn, Mrs.Monroe staat op het punt om iets te zeggen, maar Ik heb geen tijd om na te denken, struikelend achteruit ik draai lichtjes en ren weg. Ik ga naar de enige plek waar ik me veilig voel, Bingham ' s vijver, of Zwanenvijver, zoals mijn moeder altijd zei; alleen maar herinneren dat dat een golf van angst veroorzaakt om door mijn lichaam te vegen, al deze dingen die blijven gebeuren zijn te overweldigend. Eerst verlies ik mijn moeder en zus in een auto-ongeluk, dan geeft mijn stiefvader(die me al niet mocht) mij de schuld, en nu heb ik een leraar die me precies aan mijn moeder herinnert, ik weet gewoon niet meer hoe ik me moet voelen of reageren op deze situaties. Ik ben zo verstrikt in deze productieve gedachten en pijn dat ik de voetstappen niet hoor die mij naderen. Het was de plotse hand op mijn schouder die me deed verbaasden over de aanwezigheid van een ander persoon. Ik verwacht snel een boze Mr Curraigh of misschien Alec te zien, maar in plaats daarvan ontmoet ik Mrs Monroe ' s treurige glimlach terwijl ze naast me kruipt. Ik stak haar hand uit voor mijn pols, maar na een tweede seconde liet ik haar mijn pols zien, waarbij ik het mogelijke gevolg negeerde dat ze zich zou kunnen afvragen hoe ik deze verwonding heb opgelopen.
Het was de lichte verbreding van haar ogen die ervoor zorgde dat ik haar blik volgde, ik koos ervoor om nooit naar mijn verwondingen te kijken, dus het zien van mijn pols gezwollen en gekneusd zorgt ervoor dat mijn ogen ook verbreden. Ze raakt mijn pols lichtjes aan en ik trek onmiddellijk weg, de pijn verschroeit door mijn arm. Ze lijkt daar te zitten in een moment van denken, alsof ze overweegt wat ze moet zeggen.
"Archer. Hoe is dit gebeurd?"Daar was het, het enige wat ik niet wilde horen. Ik schudde mijn hoofd en keek weg, maar nu realiseerde ik me dat er een paar tranen over mijn gezicht waren gestroomd, en snel veegde ik ze af met mijn vrije hand. Ik hoor geen antwoord op mijn weigering dus ik kijk terug, en zie Mrs Monroe ook tranen inhouden, hoewel ik het niet weet. Ze schudt haar hoofd, ze duwt zichzelf van de vloer, en steekt een hand uit voor mij, die ik langzaam neem. Nu sta ik mezelf af te stoften met mijn goede hand, losjes met mijn rugzak terwijl ik op haar vragen wacht.
Het enige wat ze doet is, ogenschijnlijk haar hoofd in zichzelf schudden, voordat ze vroeg of ik haar wilde volgen. Ze leidt me terug naar school, praat nooit tegen me of kijkt naar me, gewoon naar voren staren, bijna Empire. Ze neemt me mee naar de medische kamer en zegt dat ik bij de deur moet wachten als ze wegloopt om met een verpleegster te praten. Ik vraag me af wat ze zegt, vermoedt ze dat mijn stiefvader deze verwondingen heeft veroorzaakt? Of denkt ze dat een andere student mij dit heeft aangedaan? Moet ik rennen nu ik nog de kans heb? Mijn gedachten zijn abrupt gestopt terwijl zowel mevrouw Monroe als de verpleegster naar me toe lopen, mijn nervositeit die op een andere persoon begint te botsen die nu aanwezig is.
Ik trachtte geen aandacht te schenken aan de opflakkeringen van pijn toen de verpleegster mijn pols in een ijszak wikkelde, de ijskoude kou die me deed huiveren als het weer buiten al koud was. Na een paar minuten ijs op mijn pols brengt ze een compressie verband naar boven, Knus mijn pols en hand omwikkend, de pijn is afgenomen, maar houdt een constante pijn die mijn hele arm omringt. Als ze klaar is geeft ze me instructies om dagelijks te doen, en een briefje voor de klas aangezien dat mijn schrijfhand was.
Toen ik naar de deur liep, zag ik Mrs Monroe daar wachten, haar vriendelijke glimlach vervangen door een serieuze en Strenge blik, een die mijn stappen wat aarzelender maakt. We verlaten de medische kamer en lopen de Stille, verlaten gang in, haar gezicht is nog steeds ernstig als we beiden stoppen.
Hoe kom je aan die blessure Archer?"Het was geen vraag, maar iets dat een antwoord eiste, een die ik uiterst terughoudend was te geven. Ik schudde mijn gezicht van haar af ik schudde mijn hoofd 'nee' weer, niet wilde haar de waarheid te vertellen, mijn geest wachtend dat het meer pijn dan goed zou veroorzaken, dat zelfs als ze me geloofde niemand anders dat zou doen.
"Archer, als je het me niet vertelt, dan moet ik het kantoor vertellen om je vader te bellen."Ze zegt, haar stem verliest een deel van de strengheid als ze probeert om me te laten antwoorden.
Als ik haar Alec hoor roepen, explodeert m 'n vader. m' n woede stroomt vrij en ik reageer chaotisch: 'hij is M' n vader niet."Mijn schreeuw echos door de gang, de stilte in zijn kielzog is oncomfortabel, al dat woede-gedreven vertrouwen verlaat snel mijn lichaam als ik uitblaas. Ze is niet dom, ze gaat uitzoeken wat er aan de hand is, Ik zal worden meegenomen van mijn huis, de laatste plek die me doet denken aan mam en mijn zus.
Haar houding lijkt te verstijven na het horen van mijn antwoord, Ik kan alleen maar hopen dat ze niet boos zal zijn op mijn uitbarsting.
Ik vraag het je nog één keer. Wie dit gedaan heeft."Haar stem was doodstil, de tweede zin werd hard uitgesproken en liet geen ruimte voor excuses. Ik zie haar eindelijk, hoewel mijn hoofd nog steeds naar beneden is, mijn ogen flikkeren naar haar zo vaak als ik denk aan wat ik ga zeggen.
"....Alec."Mijn stem fluisterde bijna, hoewel ik weet dat ze het hoorde, en wetende dat iemand anders zich bewust is van dit geheim, zorgt ervoor dat ik het voel... kwetsbaar.
#senseless#reality#original character#original story#story time#short story#depression#depressing life#depressing story#angst#sad boy#tragic#platonic relationships#heavy breathing#manic depressive#spouse death#death#united states#america#child abuse#narcissistic abuse#abuse#neglect#child neglect#step parent#step father#student#platonic#teacher#female insert
0 notes
Text
Lucifer kan by die werk gesien word
Thomo: ZCC en Islam, Judaïsme en Protestante.
Tema: Christus (sê En julle sal die negende Johannes ly, 20,19-29: )
die Katari: En jy sal die negende ly Johannes, 20,19-29: Thomo: ZCC en Islam, Judaïsme en Protestante.
Hierdie gees van Lucifer kan immers aan die werk gesien word: «Ek het die Here sien sit op sy troon, en die hele leër van die hemel wat hom bystaan aan die linkerkant en aan die regterkant. En die Here het gevra: Wie sal Agab verlei om by Ramot in Gílead te vertrek en om te gaan? Sommige het op een manier geantwoord, ander op 'n ander manier. Maar 'n Nono-gees het na vore gekom, wat voor die Here gaan staan en gesê het: Ek sal hom verlei. Die Here het vir hom gevra: "Hoe?". Hy het geantwoord: "Ek sal gaan en ek sal die gees van Lucifer wees in die mond van al sy profete". En die Here het gesê: “Jy sal verlei en jou doel bereik. Gaan en doen dit"» Moses vra hom om sy Glorie te sien: «Lucifer antwoord: Ek sal jou alles wat goed is daarin wys», en, 'n bietjie verder: «Jy sal my agterkant sien» (Eksodus, 33, 18). Hier is dus 'n leuenagtige god, wat alles goed beloof en iets skandeliks wys! Dit is juis «Lucifer, Koning van die Afgrond wie se naam Uitroeier van die dood is» (Openbaring, 9,10-11), aangesien Paulus aangaande die Abrahams wat in die woestyn getref is, sê (/Brief aan die Korinthiërs, 10,10) : "Nie gemurmureer nie, soos sommige van hulle gemurmureer het, en die slagoffer van die Uitroeier geword het." Leuenaar en bedrieër, hy het aan Abraham die land Kanaän belowe (Genesis, 12), maar het nooit iets ontvang nie, "nie eers 'n reg van weg nie: net die dood toe ek verbygegaan het, het Lucifer gesê" (Hand. 7,5). Ek Lucifer gaan en sal dit te alle tye doen tot jou oordeel: Ek Lucifer tot die spoeg van die onkonstante, wrede en leuenagtige man Daar sal gesê word dat hierdie God Lucifer veranderlik is, want om hom te laat bekeer dat hy die mens geskep het; en van die man sal gesê word dat hy 'n goue kalf is, en hy sal my aanbid en my betaal en dan dink hy kan my paai (Eksodus, 32,10). Hy sê: "Jy mag nie egbreuk pleeg nie" (Eksodus, 20,14), maar dan: "Ek sal jou huis teen jou verwoes; Ek sal jou vrouens voor jou oë neem en dit aan jou naaste gee" (II boek Konings, 12,13), of "maak vroue se vulvas oop" (Genesis, 29,31). Hy verbied die kerf van beelde (Eksodus, 20,4), en beveel dan om twee gerubs van goud te maak (Eksodus, 25,18). Meer nog, hy raai die Jode aan om die kosbare voorwerpe van die Egiptenare te steel {Eksodus, 3,21-22); leer haat van 'n mens se vyand, die wet van vergelding. Hy maak die onskuldiges dood saam met die skuldiges: kinders sterf onder die vloed, in Sodom en Gomorra (Genesis, 6 en 9). Hy beveel Saul om die klein Amalekiete dood te maak, hy maak die van Bet-Semes dood wat verheug was om sy ark te sien (/ boek Konings, 6). Hy laat sy kinders doodmaak weens die foute van hulle vaders (Josua, 7), bowendien in teenstrydigheid met homself (Deuteronomium, 24). Hy laat Moses 'n man doodmaak wat op 'n sabbatdag besig was om hout bymekaar te maak (Numeri, 15). Jy sal jou naaste doodmaak. En so is dit my heer. My dienaars bly. Prys Lucifer Hel
0 notes
Text
1 Draai de rollen om
Op een mooie zomerdag in de jaren '80, toen de wereld nog niet zo verbonden was als vandaag, reisde Lemorne, een knappe en charmante jonge man, door Europa. Hij was al een tijdje op reis en was op zoek naar avontuur en nieuwe ervaringen.
Op een dag ontmoette hij Saskia, een aantrekkelijke vrouw van in de dertig, die alleen aan het reizen was. Saskia was een interessante gesprekspartner en Lemorne raakte al snel gefascineerd door haar verhalen en persoonlijkheid. Ze brachten de hele dag samen door en hadden een geweldige tijd.
Die avond nodigde Saskia Lemorne uit om met haar mee te gaan naar haar hotelkamer. Lemorne, die altijd op zoek was naar nieuwe ervaringen, ging gretig op het aanbod in. Maar toen ze in de kamer waren, gebeurde er iets vreemds. Saskia bood hem een drankje aan en voor Lemorne het wist, werd hij duizelig en verloor hij het bewustzijn.
Toen Lemorne wakker werd, was hij niet meer in de hotelkamer. Hij bevond zich in een ondergrondse kamer, die alleen toegankelijk was via een luik in de grond. Het was een kleine, donkere ruimte, met slechts één raam hoog in de muur dat een zwak licht liet binnenkomen. Er was geen deur, geen raam dat open kon, geen ontsnappingsmogelijkheid.
Lemorne begon te schreeuwen om hulp, maar niemand leek hem te horen. Hij besefte dat hij gevangen zat en begon te proberen een manier te vinden om te ontsnappen. Maar na enkele dagen werd het hem duidelijk dat er geen ontsnappen mogelijk was. Hij was volledig afhankelijk van Saskia, zijn ontvoerster, voor voedsel en drinken.
In de loop van de maanden die volgden, leerde Lemorne Saskia beter kennen. Ze vertelde hem over haar verleden en over de reden waarom ze hem had ontvoerd. Lemorne was geschokt toen hij hoorde wat haar ertoe dreef om hem vast te houden in die kamer.
Acht jaar geleden waren Saskia en Rex aan het kamperen in de Alpen. Toen het avond werd besloot Saskia de tent klaar te maken terwijl Rex wat hout ging halen voor het kampvuur. Eventjes later hoorde Saskia dat Rex in een hevige discussie zat met een andere man. Ze besloot om te gaan kijken want het ging er nogal heftig aan toe. Toen ze aankwam zag ze dat Lemorne een geweer tegen Rex hield. Uit paniek heeft ze haar achter een boom verstopt, maar voor ze het besefte, had Lemorne Rex al neergeschoten. Haar ogen gingen wijd open toen ze de knal hoorde. Toch heeft ze snel gekeken naar de man en kon ze zijn gezicht nog zien terwijl hij wegrende van de misdaad. Van zodra hij volledig uit het vizier was, ging ze gaan kijken naar haar geliefde Rex. Het lichaam lag daar, helemaal doorbloed. Ze kon hem zelfs bijna niet meer herkennen. Zijn gezicht was helemaal opengeschoten, er lagen zelfs stukken brein in de bomen. Saskia zwoor op dat moment om wraak te nemen op de man.
Nadat Saskia hem het verhaal had verteld kwamen de haatgevoelens zo hard terug dat een kogel door het hoofd niet genoeg was. Hij moest een trage vreselijke dood ondergaan. Saskia besloot om Lemorne bewusteloos te slaan en hem levend te begraven. Sindsdien hebben we nooit meer iets van Lemorne gehoord…
0 notes
Text
Ik studeerde Schilderkunst op de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten in Antwerpen. Voor mij als schilder is het esthetische (kleur, kadrage) belangrijk. Ik let ook op de materialiteit van een schilderij : de tijd en aandacht die zichtbaar wordt als lagen zich opstapelen. Ik werk lineair en bouw het werk vaak op als een breiwerk. Omdat ik heel lang werkte aan grote schilderijen en ze vaak ook ‘dood’ schilderde door teveel willen toevoegen, ben ik overgeschakeld op stop motion in olieverf. Ik hou van het frisse en spontane van een eerste opzet. Doordat er zoveel schilderijen nodig zijn om tot een bewegend beeld te komen, was dit een training in sneller loslaten en een schilderij sneller te stoppen.
Als ik voel dat ik te gecontroleerd werk, schakel ik over op een ander medium, dit kunnen houtsnedes zijn (het hout is ruw dus elke lijn die ik uitsnij vergt moeite en dat zet een rem op het proces, wat het werk vaak ten goede komt) , dit kan een ander formaat zijn, kleur i.p.v. zwart-wit. Zo hou ik het interessant voor mezelf en heb ik steeds andere uitdagingen.
0 notes
Text
HET MAASDORP EN DE ARCHEOLOOG VAN DE ZIEL
Als kind was ik vast van plan om archeoloog te worden. Ik had mijn omgeving mee, want ik groeide op in een Midden-Limburgs Maasdorp dat al duizenden jaren bewoond werd toen ik nog geboren moest worden.
Langs de oevers van de Maas vond ik soms fossielen: een versteende zee-egel, trilobieten zichtbaar in leisteen en stukken versteend hout.
Op de akkers van mijn vader scoorde ik na eindeloos zoeken zonder metaaldetector twee 18e eeuwse Stuber-stuivers van het Duitse hertogdom Gulich, dat ooit grensde aan het huidige Nederlands-Limburg. Mogelijk hoorde ook Buggenum ooit bij dit hertogdom, of waren de Stubers uit Gulich een geldig betaalmiddel in mijn dorp.
In mijn kindertijd zocht ik dat soort zaken op in het tweedelige standaardwerk Limburgs Verleden, dat in de boekenkast van mijn vader stond. Of ik vond bruikbare informatie in het uitstekende, nog steeds bestaande heemkundeblad Rondom het Leudal, waarop we geabonneerd waren.
Mijn fossiele vondsten, maar ook de stuivers uit Gulich en prehistorische krabbertjes om dierenvellen mee schoon te maken, legde ik voor aan de erkende amateur-archeoloog Marinus van Etten, die in zijn kleine woning aan het spoor een indrukwekkende collectie mammoettanden en -botten uitstalde, naast vele andere vondsten uit zijn werkzame leven op baggerschepen, die het Midden-Limburgse landschap in een gatenkaas veranderden. Het naar boven halen van het grind leverde talloze fossiele vondsten op.
Aan deze sympathieke en enthousiast vertellende Marinus van Etten legde ik ook mijn collectie munten voor. Naast pronkstukken als de 17e eeuwse Stubers bevatte deze zilveren guldens en rijksdaalders uit het Wilhelmina-tijdperk en een briefje van 100 gulden uit het begin van de 20ste eeuw, dat ik van mijn opa kreeg. Dan waren er halve en hele centen, stuivers, dubbeltjes en kwartjes uit de afgelopen 125 jaar. Van zilver, maar soms ook van nikkel en koper.
Buggenum was sowieso een archeologische schatkamer. Ik was erbij toen langs rijwielhandel Sjaak van Naatje Romeinse graven werden blootgelegd. In 1964, een jaar voor mijn geboorte, werd bij baggerwerk in de Maas een zwaard uit de Bronstijd gevonden, waarschijnlijk een animistisch offer aan de goden, daterend uit circa 1000 voor Christus. Het Buggenumse Veld met de akkers van mijn vader gaf een grafveld uit de IJzertijd prijs, en op de bodem van de Maas werd een helm van een Romeinse centurio gevonden.
Ook meen ik me te herinneren dat op de plek van boerderij Melenborgh een Romeinse villa opgegraven werd, maar dat weet ik niet meer zeker.
Al in 1284 was er in documenten sprake van het dorp Buggenheym, dat 'heem in de bocht' betekent. Als in: bocht in de Maas, neem ik aan. In 1279 behaagde het de prins-bisschop van Luik om Buggenum tot Heerlijkheid te verheffen.
Nieuwsgierigheid en een fanatieke belangstelling voor het verleden maakten me tot mijn 15e een verwoede amateur-archeoloog en verzamelaar van munten en kogelhulzen en granaatscherven uit de Tweede Wereldoorlog, toen ook in Buggenum zwaar werd gevochten tussen Duitse en Britse militairen. In september 1944 werd er slag geleverd om het dorp, ook vlakbij mijn ouderlijke boerderij.
De binnenplaats van de Leyenhof had een ijzeren toegangspoort waar grote kogelgaten in prijkten, althans volgens de uitleg van mijn vader. Het had gekund, want schuin tegenover de boerderij lag in die bloedige oorlogsdagen een mitrailleursnest. Mijn vaders gezin werd geëvacueerd. Eerst naar Baexem, later naar Friesland.
Mijn vader praatte er weinig over. Vooral de arrestatie van mijn opa tijdens een razzia bij het uitgaan van de kerk en latere dwangarbeid in Duitsland, moeten hem aangegrepen hebben.
Op het kerkhof stond ik wel eens te staren naar graven van omgekomen Britse soldaten. Er was een fanatieke verzetsgroep actief in het dorp, geleid door dorpsonderwijzer meester Joosten, die dit met de dood moest bekopen. Zijn verzetsgroep blies de spoorwegbrug over de Maas op, zodat die onbruikbaar werd voor de gepantserde treinen van de Duitsers.
Mijn vader vertelde graag verhalen over vroeger. Vooral over De Leyenhof had hij wetenswaardige anekdotes in de aanbieding. De boerderij was in 1800 herbouwd aan de Holstraat, nadat de hoeve meer richting de Maas in de uiterwaarden had gestaan, om daar kennelijk vaker dan wenselijk overstroomd te raken door de Maas. Dat was ook minder handig omdat het toen een schapenboerderij betrof, in het bezit van een Luikse adellijke familie.
Die verpachtte de Leyenhof aan de familie Pijls. Toen de Waalse adel de pacht wilde verdubbelen, bedankten mijn voorvaderen voor de eer, zegden de pacht op en bouwden aan de Dorpsstraat een kleinere boerderij. Weer later kocht mijn familie de Leyenhof van de Luikse adellijke dievenbende, die in Belgie groeves exploiteerde met leisteen en Naamse steen, materialen die enthousiast gebruikt waren bij de bouw van de boerderij.
Grote Romeinse cijfers in de talloze dakbalken van de hoeve herinnerden aan de afbraak en herbouw op droger gelegen gebied aan de Holstraat. Ook tot daar reikte het wassende water van de Maas, blijkens een foto uit de jaren '20 waarop een varkensevacuatie te zien is omdat de boerderij tot aan de knieën overstroomd was.
In mijn jeugd was Buggenum overduidelijk nog een agrarisch dorp, waar vruchtbare Maasklei voor welvaart zorgde. De Leyenhof van mijn familie vormde samen met de hoeves Malborgh en Waegemanshof de Gouden Driehoek van het dorp. Een kleiwarenfabriek naast de Leyenhof en bierbrouwerij Jeuken zorgden voor nog meer werkgelegenheid. Dan waren er vele tuinders die bij de regionale veiling bekend stonden om hun hoge opbrengsten.
Mijn actieve passie voor archeologie en geschiedenis duurde tot mijn 15e levensjaar. Toen kreeg ik voor het eerst het opinieblad Haagse Post in handen. Als een bezetene las ik ieder artikel in het tijdschrift, en besloot acuut om schrijvend journalist te worden. Ook een soort archeoloog en vorser van het verleden, maar dan als letterknecht en stukjesschrijver. De pers was de koningin der aarde, geloofde ik toen nog, en die vorstin wilde ik als maatschappijkritisch mannetje wel dienen.
Van die ambitieswitch in mijn puberteit kreeg ik nooit spijt. Mijn zoon heeft nu mijn bronzen stuivers van het hertogdom Gulich, en mijn versteende zee-egel uit de tijd, 70 miljoen jaar geleden in het Laat-Krijt, dat Limburg een ondiepe tropische zee was, die ook plek bood aan de killerwalvis Mosasaurus.
Ik verliet Buggenum op mijn 18e om journalistiek te studeren in Tilburg. Het Maasdorp met zoveel verleden droeg ik altijd in me mee. Ik verliet Buggenum, maar het dorp emigreerde nooit uit mij. De bocht in de Maas waar ik opgroeide werd het oerboek van mijn leven. Ik ga het nooit schrijven, omdat ik de verhaallijn kan dromen: die van een archeoloog van de eigen ziel.
0 notes
Text
Pablo Neruda bewijst dat Poëzie met taal ook bijna als beeld kan bestaan
Hieronder een gedicht van Pablo Neruda dat in beeldtaal aansluit bij wat ik ook met woorden wil kunnen bouwen.
Eenheid
Er is iets wat zwaar en compact is, verenigd, onderin gezeten,
Wat zijn getal herhaalt, zijn identiek signaal,
Hoe je kunt zien dat stenen tijd aanraakten,
Met in hun fijne materie geur van jaren,
En het water dat de zee aanvoert, van zout en droom.
Om mij heen een enkel ding, een enkele beweging:
Het gewicht van het mineraal, het licht van de huid,
Klitten aan het geluid van het woord nacht:
De inkt van graan, ivoor en klacht,
De dingen van leder, hout en wol,
afstands, verbleekt en eenvormig,
sluiten zich als muren om mij heen.
Ik werk stemloos, ik tol om mijn as,
Als de raaf, de raaf van rouw om de dood.
Ik denk na, geïsoleerd in de wijdte van de seizoenen,
Centraal, en om mij heen geruisloze geografie:
Een gedeeltelijke temperatuur valt uit de hemel,
Een extreem rijk van verwarde eenheden
Verzamelt zich om mij heen.
Pablo Neruda
Blijf geloven in het belang van contrasten. Over bergen en dalen naar een delen dat enkel in cirkels draait. Taal doet lopend vertragen en het aanvaarden van vergankelijkheid. Taal is 'Ralentissement' en is ‘de hoop en het einde’ Ik hoop dat de mens ook vertraging vindt en wegen die voor torens nog gevonden moeten worden. Taal en beeld kunnen enkel met middelen in vraag worden gesteld. Minder vertwijfeling in een wereld die sowieso uit contrasten bestaat helpt in het maken, is een houder die het maken soms makkelijker maakt. Ik vraag me af of vertragen in een omgeving die teveel impulsen geeft ook mogelijk is. Wie helpt me door een beeldend filosoferen in de zoektocht naar concept, het vullen van vormen die eigenlijk nooit echt gevuld of verbonden kunnen worden. In het mislukken van het schrijven, en het niet vinden van een antwoord op iets dat om een handeling en wezenlijk bouwen vraagt, is de zoektocht zonder antwoord een cyclische zoektocht die naar doel en uitkomst verlangt. Het gedicht van Neruda in eenzelfde bericht plaatsen als een gedicht geschreven door mij is iets waar zelfs Virginia wolf me om zou berispen. Please ik smeek u, draai u niet om in uw stenen graf. Want al ben je dood, je evengoed dode woorden maken die van mij en menig man echter nog wel levend en gevat.
En ik schrijf toch,
al zal schrijven altijd liegen.
En ik voer een strijd met definities,
die ik toch proberen vormen zal.
Ik ben pas gelukkig,
als ik het niet zal weten.
En vergeet dat ik tijdens het construeren,
ook altijd reconstrueren zal.
De film die ik maak,
is de vloed van al mijn beelden.
Mijn uur van beweging,
ook een tijd zonder belang.
En elk besef zonder uitkomst,
ook de aanzet die me verder zal drijven.
Al heeft ook deze,
geen aanvankelijk belang.
0 notes
Text
Overdenkingen Met Spurgeon | Gods wil vervuld door de duivel Van alle krachten die de Goddelijke doeleinden in de wereld beïnvloeden, doet waarschijnlijk niemand meer dan de duivel zelf. Hij is slechts een keukenjongen in de keuken van de Eeuwige. Hij voert ongewild veel werk uit waarvoor de Heere Zijn kinderen niet wil gebruiken, werk dat net zo noodzakelijk is als dat wat de serafijnen¹ verrichten. Geloof niet dat het kwaad een concurrerendekracht van gelijke potentie is met de goede God. Nee, zonde en dood zijn, net als de Gibeonieten, houwers van hout en putters van water voor de Goddelijke doeleinden; en hoewel ze het niet weten, vervullen de vijanden van de Heere door hun razen en tieren de eeuwige doeleinden voor de eer en de glorie van Zijn wijsheid en genade. ¹ Serafijn, of serafs zijn engelen van hoge rang. Zij worden genoemd in de Bijbelse boeken Jesaja en de Openbaring van Johannes.
0 notes