#verzuiling
Explore tagged Tumblr posts
saulsplace · 2 months ago
Text
Tumblr media
Herzuiling is ons antwoord op de Deughegemonie
Vorige maand slingerde ik de discussie over een Nieuwe Zuil opnieuw aan. Dit was onder meer op Sauls Place HQ, de website van Forum voor Democratie en in een publicatie van De Andere Krant. Ik ben al deze actoren dankbaar voor de aandacht die zij schenken aan dit belangrijke en levensbepalende onderwerp. Er zijn ook reacties gepubliceerd in De Andere Krant, door Karel Beckman en Willem Engel. Gaarne neem ik de gelegenheid te baat om hierop te reageren, en zal deze reacties eveneens integraal citeren. 
Allereerst een korte recapitulatie van waar deze discussie in de kern over gaat. Miljoenen Nederlanders staan kritisch tegenover massa-immigratie, het idee van de maakbare samenleving, de opkomst van woke en de islam, en het cultuurmarxisme van de technocratische elite. Dit zijn patriotten, gewortelde burgers en vrijdenkers die houden van Nederland, maar geen podium hebben binnen het gesubsidieerde culturele landschap – waar ze wel aan moeten meebetalen. Dankzij de toetreding van Ongehoord Nederland tot het publieke bestel lijkt hier nu voor het eerst verandering in gekomen. Technocratisch bestuur laat weinig ruimte voor levensbeschouwelijke pluriformiteit en besluitvorming via dialoog. Dit zien we voortdurend op dossiers als corona, stikstof en klimaat. 
Wat is een zuil?
De zojuist omschreven beweging die hunkert naar realisme, kan allĂ©Ă©n stand houden als hij geworteld raakt in een nieuwe zuil. Een sterke zuil biedt samenhang en morele steun. Hiermee biedt zij een antwoord op de cancel culture en de heersende deughegemonie, die onze vrijheid en identiteit bedreigen. In deze tijd waarin de samenleving steeds verder fragmenteert en traditionele bindingen vervagen, pleit ik voor een Nieuwe Zuil – een moreel en sociaaleconomisch baken voor patriotten en vrijdenkers die buiten het gesubsidieerde culturele landschap vallen.
Zonder een sterke zuil wordt de samenleving blootgesteld aan de invloed van Big Tech, influencers, en populistische leiders die geen verantwoording afleggen aan een historisch gegroeide gemeenschap. In een verzuilde samenleving is het duidelijk wie de morele en intellectuele leiders zijn, en dat geeft transparantie en controle over wie de massa’s stuurt. In tegenstelling tot de huidige situatie waarin individuen geen rekenschap meer afleggen, zorgt de zuil voor binding en moreel toezicht vanuit de gemeenschap, in plaats van via de anonieme technocratische surveillance van de overheid.
Voordat wij verder gaan naar de antwoorden van Willem Engel en Karel Beckman, wijs ik graag op mijn boek over dit onderwerp, Kerkgangers en Zuilenbouwers, voordelig te bestellen via de Duitse versie van Amazon:
Reactie van Karel Beckman: De tijd van zuilen is voorbij
“Sid Lukkassen heeft ongetwijfeld gelijk waar hij het belang onderstreept van gewortelde gemeenschappen. Maar moet dat persĂ© in de vorm van een ‘zuil’? Wat is precies een ‘zuil’? In het verleden was er sprake van een aantal min of meer ‘gelijkwaardige’ bevolkingsgroepen (‘zuilen’) die in Nederland langs elkaar heen leefden en elkaar tolereerden. Die hadden niet alleen eigen omroepen, maar ook eigen kranten en tijdschriften, (sport)verenigingen, en zelfs eigen winkels. Je had een christelijke (protestantse), katholieke en socialistische zuil. 
Die zuilen besloegen echter niet de hele maatschappij. In de loop der tijd voelden steeds meer mensen geen binding meer met Ă©Ă©n van die zuilen. Daar was zelfs een woord voor: ontzuiling. Liberalen bijvoorbeeld hebben nooit echt een zuil gehad. Ik herinner me nog dat quasi-liberale publieke omroepen als Avro en Tros het verwijt kregen dat ze niet echt voor een ideologie stonden (dat heette ‘vertrossing’). Volgens sommigen hadden ze daarom helemaal geen recht op een plaats in het omroepbestel. 
Volgens Lukkassen leven we nog steeds in een verzuilde maatschappij, maar dat is twijfelachtig. We leven in een gefragmenteerde maatschappij. Kijk maar naar het aantal partijen in de Tweede Kamer. De islam is misschien een uitzondering en er zijn nog wat kleine christelijke groepen, maar dat zijn nauwelijks zuilen te noemen. Lukkassen noemt de cultuurmarxisten de op dit moment allesoverheersende zuil, maar een zuil die alles overheerst is geen zuil. 
Hij heeft wel gelijk dat onze gefragmenteerde samenleving wordt gedomineerd door een technocratische, globalistische, cultuurmarxistische consensus. Wil je je daar tegen verweren door een terugkeer naar de verzuiling, dan zul je op zijn minst een aantal verschillende zuilen moeten opzetten. EĂ©n ‘tegenzuil’ zal weinig kans maken tegen de heersende macht en loopt het risico te worden weggevaagd. Veel mensen (waaronder veel lezers van De Andere Krant) zullen zich bovendien niet thuis voelen bij een ‘patriottistische’ of ‘rechts-realistische’ zuil, omdat ze zich niet ‘rechts’ voelen.
Maar ik denk dat de tijd van ‘zuilen’ voorgoed voorbij is. Mensen willen niet meer in hokjes zitten. Volgens Lukkassen heeft individuele vrijheid de bescherming nodig van een zuil, maar zuilen kunnen wel degelijk repressief en benauwend zijn. Nostalgie naar de jaren vijftig is precies dat: nostalgie. Er is geen reden om aan te nemen dat dit zo’n ideale tijd was. 
Hoe moet het dan wel? Wat ik voor me zie zijn heel veel verschillende grassroots ‘bewegingen’ – denk aan antroposofen, libertariĂ«rs, christenen, moslims (die horen er ook bij), conservatieven, beroepsverenigingen, nieuwe vakbonden (heel belangrijk!), die met elkaar het streven naar vrijheid delen – Ă©n die zich verenigen in een overkoepelende beweging, die onze grondrechten in ere herstelt, en ons eigen parlement ‘terugpakt’. Geen eenvoudige opgave, dat is duidelijk. Het lijkt me in ieder geval een goede zaak als de rechts-realisten van FVD en Lukkassen hun eigen biotoop creĂ«ren, en als anderen dat ook doen. Vervolgens kunnen we proberen ons te verenigen.”
Reactie van Willem Engel: Een eigen zuil is er al
“De verzetsbeweging moet zich ontwikkelen om relevant te blijven. Hij bestaat op dit moment vooral als een overblijfsel van het verzet tegen de Covid-maatregelen. Toen er een gemeenschappelijk doel was kon er met de nodige horten en stoten wel worden samengewerkt, dat lijkt nu ver weg. 
Ik zie wel met name in de nieuwe media verbeteringen, ON zonder Karskens doet het veel beter, Blckbx heeft ook een goede draai gemaakt na de desillusie van de PVV. Ook zijn er veel initiatieven die meer zelfbeschikking promoten. Wat ontbreekt is inzicht. Te weinig mensen zien wie en wat de sturende krachten zijn, waar zij naar toe sturen en wat de valkuilen zijn. 
De hoop op een verlosser vanuit de politiek of vanuit de VS of Rusland blokkeert eigen leiderschap. Ook is het ambivalente gedrag naar media, wetenschap en rechtspraak een groot probleem. Omdat mensen in het verzet veelal niet objectief zijn en niet hun eigen grenzen kennen, pakken ze de kersen uit deze gremia zonder te zien wat goede wetenschap is of goede rechtspraak of goede media. Het is belangrijk dat we mensen gaan opleiden tot journalisten, zodat iedereen zich blijft uitspreken. Een strak hiërarchische organisatie is niet de weg, het is simpelweg niet mogelijk.
Een eigen zuil bestaat al. Als ik met mensen spreek die zich niet lieten prikken dan merk ik diepe wonden over wat de overheid hen aandeed. Zij werden buitengesloten en vergeten dat niet meer. Het vertrouwen is weg en komt met het huidige beleid niet terug. Echter, dit rechts noemen is een fatale fout. In het verzet zit net zoveel 'links' (de termen zijn oud en verdeel en heers, maar voor de sake of argument gebruik ik ze). Een zuil geeft het valse idee dat er politiek wat te halen zou zijn. De zuil is er al, hoe activeren we die, daar moet het over gaan, mijns inziens.
Er komt de komende tijd nog heel veel op ons af. The great reset, Agenda 2030, Agenda 21, De vierde industriĂ«le revolutie, One Health, het zijn allemaal termen en programma's voor social engineering. Dit soort pogingen werden gedaan onder alle totalitaire regimes. Mao was ook goed in namen: de Grote Sprong Voorwaarts en Laat Duizend Bloemen Bloeien. Deze agenda’s brachten het volk onder controle en roeide de oppositie uit. Het doel van dit alles is de intensieve menshouderij. Dat is een moeilijk te bevatten begrip. Zeker de Nederlander kan zich niet voorstellen dat de overheid dit doet en hoe het leven zou zijn zonder rechten. Dat ongeloof is funest. Als er niet wordt ingezien dat de coup al is geweest en dat het echt levensbedreigend wordt, is er weinig te redden.”
Naschrift door Sid Lukkassen
Hartelijk dank voor uw visies, en voor de moeite die u heeft genomen om deze op schrift te stellen en te publiceren. Waar Willem Engel stelt dat er al een basis van een zuil bestaat, benadruk ik graag dat deze zonder organisatiekracht blijft hangen in vrijblijvendheid.
‘Repressief’ karakter van een zuil
Laat ik allereerst ingaan op Beckmans tegenwerping dat een zuil in enige mate “repressief” zou zijn. Een zuil is hoe dan ook niet minder repressief dan de huidige toestand, waarin de machthebber ons dwingt om bij te dragen aan cultuurgoed en instellingen, die onze culturele en levensbeschouwelijke voorkeuren demoniseren. Op onze scheppende kracht wordt belasting geheven, dat gaat naar instellingen die ons leren om onszelf en onze afkomst te haten – dit is niet alleen repressief en benauwend maar zelfs vervreemdend. 
Bovendien is de Nederlandse grondwet gebaseerd op de verzuiling: inderdaad worden omroepen betaald per levensbeschouwelijke voorkeur. Onze tegenstanders maken hier gebruik van, en omdat wij hoe dan ook belastinggeld afdragen, is het onverstandig om onszelf niet te organiseren. Dit organisatieproces is de ‘herzuiling’.
De “vertrossing”, die Beckman aanstipt, is juist hĂ©t probleem geweest. Denk aan de statements van Wim Kok “Nederland is af” en Neelie Kroes “we moeten onze ideologische veren afschudden”. Juist vanuit deze grondstemming, keerde links zich af van de arbeider als oorspronkelijke doelgroep. Links versmolt met de globalisten en de multinationals om de technocratische bovenlaag te vormen, waaronder wij vandaag niets meer te kiezen hebben. Hoe dan ook zetten ideologisch getinte aannames zich vast in de geest, en wie handelt, verwerkelijkt daarmee hoe dan ook een zekere ideologie. De vertrossing leidt er enkel toe, dat er niet meer actief bij deze onderhuidse ideologie wordt stilgestaan.
Verder denk ik dat het opbouwen van meerdere zuilen naast elkaar, voor ons een lastige klus wordt, omdat de machthebber de drempel opschroeft: een omroep zal méér leden nodig hebben om televisietijd te krijgen. Voor nieuwe politieke partijen zal een hogere kiesdrempel gelden. Zonder de zuil zijn wij als los zand, dat snel verstuift.
De verwijzing naar een eigen winkel, vind ik juist een uitmuntend idee. Waar je nog wel de traditionele Zwarte Piet hebt, en eten koopt waar geen fijngemalen insecten in zijn verwerkt. Waar voedsel komt van onze eigen boeren, enzovoorts. In de hedendaagse maatschappij is wat er op je bord ligt al een ideologisch debat (vega versus bio-industrie, haram versus halal). Dus laat er dan ook een winkelketen zijn die ONZE voorkeur bedient en waarborgt.
Ab Gietelink zegt te werken aan een artikel over ‘de toekomst van de verzetsbeweging in de brede zin’ – hij wil ook aandacht schenken aan het initiatief van een Nieuwe Zuil. Het probleem hierbij, zo meent hij, is dat de ‘coronawappies’ van Willem Engel, de plek hebben ingenomen van de provo’s van vroeger. Luizen in de pels van de gevestigde macht, die met ludieke acties provoceren. Ook de kritische theorie en het cultuurmarxisme, schaart hij onder deze beweging, omdat deze intellectuele stroming een onderbouwing leverde voor de kritiek op de macht van grote farmaceutische bedrijven en oorlogsindustrie. Dit zou precies de strijd zijn van vandaag, verwijzend naar de coronamaatreglen en de invloed van de NAVO in Oekraïne.
Deze analyse is echter onjuist op meerdere gronden. Ten eerste omdat Willem Engel zich juist beroept op klassiek grondrechten – het recht van individuen om tegen de macht van de overheid te worden beschermd. De linkse provocateurs van destijds, beriepen zich juist op het positief recht: zij eisten dat de overheid actieve wetgeving maakte om allerlei ‘progressieve’ idealen te verwezenlijken – idealen waarvan we vandaag de dystopische gevolgen ondergaan. 
Het tweede belangrijkste punt is dat deze doctrine van het natuurrecht, waar de discussie ‘Willem Engel versus corona’ wezenlijk over gaat – namelijk het recht op de onschendbaarheid van eigen leven, gezondheid en bezit, en weerstand tegen een overheid die de eigen bevoegdheden op deze gronden te buiten gaan – is juist het tegengestelde van waar het de cultuurmarxisten van de Frankfurter Schule om te doen was. Immers, het natuurrecht en de verdediging van klassieke grondrechten, gaat terug op een orde die zich onttrekt aan de utopie van een maakbare samenleving. Hierom hebben progressieven die orde altijd afgedaan als ‘kapitalistisch’, ‘aristocratisch’ en zelfs als ‘feodaal’. 
Verbinding en verenigende druk
Wat het commentaar van Willem Engel betreft: een zuil vestigt zeker niet de valse hoop dat er politiek “wat te halen” zou zijn. Een zuil is het morele maatschappelijke bolwerk áchter de politiek. Die aan de bel trekt en van zich laat horen, wanneer de politici dingen doen waarin de achterban zich niet meer kan vinden.
Het willen verdedigen van rechten, waar hij zich voor inzet, is zinloos als er geen verenigd machtsblok onder het volk bestaat. Zoals de filosoof Spinoza al uiteenzette, wordt recht gegarandeerd door macht, en zonder de pressie van zo'n machtsblok heeft de machthebber geen aandrang om jouw rechten te garanderen. Zie de aanwezigheid van een moslimblok: hierdoor wordt er plots veel meer omwonden omgegaan met wettelijke vrijheden die voorheen onomstreden waren, zoals recht op satire, religiekritiek en demonstratievrijheid. Recht steunt op de mores van de publieke opinie, die druk uitoefent op de omgangsvormen en de uitvoerende macht. Een zuil is nodig om deze tegendruk vanuit onze kant op een georganiseerde wijze vorm te geven.
Afsluitend de discussie over links en rechts. Het linkse denkbeeld is de utopische voorstelling dat de wereld één wordt, en dat we instellingen behoeven die deze eenmaking faciliteren. Dit leidt tot transnationalisme en technocratische machtsuitoefening, ondersteund door apocalyptische angstbeelden (klimaat, corona, Rusland). Rechts daarentegen staat voor realisme (niet alle culturen zijn compatibel) en voor een bottom-up benadering van soevereiniteit: de overheid wordt door de bevolking betaald en hierom hoort de overheid de bevolking te dienen in plaats van andersom. De machthebber heeft verantwoording af te leggen aan de samenleving, in plaats van dat de samenleving zich moet conformeren aan de (utopische) ideologische voorkeuren van de bovenklasse. 
Dit onderscheid links/rechts is, mijns inziens, helder en begrijpelijk voor iedereen. Graag nodig ik zowel lezers van De Andere Krant als enige andere conservatief uit om dit onderscheid als uitgangspunt te nemen. Laten we als gemeenschap samenkomen en nadenken over onze toekomst. Of je nu links of rechts georiïżœïżœnteerd bent, deze Nieuwe Zuil biedt een baken van onafhankelijkheid in een versplinterde wereld. Tot slot wijs ik graag nogmaals op mijn boek over dit onderwerp, Kerkgangers en Zuilenbouwers:
Volg Sid Lukkassen via Telegram: https://t.me/SidLukkassen Steun Sid Lukkassen via BackMe: https://sidlukkassen.backme.org
0 notes
bismuth-209 · 1 year ago
Text
my headcanons which aren't based on much canon at all include that timelord society is intensely stratified, it's super easy to tell who is Below you and who is Above you by appearance and way of speaking, and i'm thinking there'd be Extra grammatical cases for time and relationship to the timestream, and to denote the societal place of the person you're talking to
reason? i think timelords kinda suck
also i remember there's a couple 'Great Houses' or something, i think those are probably visible in the clothing people wear as well.
but i think the above is mostly applicable to that citadel we see in all images of Gallifrey. i think not all residents of Gallifrey are Timelords, but most in the citadel are Timelords, but even there there's that stratification
Ya know I want so badly for there to be more talk about actual Gallifreyan/Time Lord culture!!!
What did their every day clothes look like? Did it change very much between social classes? What are their classes if any??
What about food? What did they save for special occasions? Did they have special treats for birthdays? Did they celebrate birthdays, or just major ones?
What’s dating like for Gallifreyans? And marriage ceremonies? How did a couple decorate their homes? Who would live with them?
I have so many ideas and so I just scream
70 notes · View notes
the-flowing-river · 7 months ago
Text
Hey @autistic-af figured you might like this one.
Tumblr media
The story regarding these two is actually kind of sad, but in a funny way. You see, verzuiling was a thing in the Netherlands where everyone joined one of four groups or "pillars" the pillars were Catholic, protestant, liberal and socialist (if i recall correctly) now, a Catholic man and a protestant woman married, and everyone was outraged, after all, twee geloven op een kussen, daar slaapt de duivel tussen. (Two beliefs on one pillow, that's where the Devil sleeps. This one does not translate all too well, sadly.)so, when she died, she had to be buried on a protestant graveyard. The man picked this one, and purchased the plot behind the same wall, and when he died, got buried there. Leading to this very interesting grave. Their names escape me though.
181 notes · View notes
thethirdromana · 1 year ago
Text
The droughtula is lasting forever so here are some headcanons about Dracula's characters' politics.
Arthur Holmwood (Lord Godalming) Let's get the difficult one out of the way first. Arthur is nobility, a hereditary peer in the House of Lords, in the 1890s. He's literally entitled to a say on legislation solely because of who his ancestors were. So he's unlikely to have views that we'd find sympathetic in 2023, and is probably a Tory.
He's well-travelled and outward-looking, so I think his greatest political concern is empire. He's eager to ensure that Britain is victorious in the Scramble for Africa, concerned about growing tensions with the Boers in South Africa, and admires the leadership of Lord Salisbury.
(sorry about this)
Jonathan Harker I think Jonathan is and always will be aware of how lucky he's been, as an orphan who's then catapulted into vast wealth thanks to the generosity of Mr Hawkins. As a result, I think he would be very keen to support others and generally vote for a government that's focused on the eradication of poverty. At the same time, I don't think he would be particularly radical; I think he would shy away from revolutionary thinking.
I see him finding reasonably a happy home in the 1890s Liberals, and supporting the beginnings of the welfare state in the early 1900s. He might even join the Fabian Society. By the 1920s, his sympathies would shift to the Labour Party.
Mina Harker I've written a bit about Mina's politics already. The obvious question is what she thinks of women's suffrage, and I'm inclined to say that her view is that women should have the vote one day, but not yet. At least, not at a national level; I think she'd support the move in the 1890s to allow women to vote in local elections. She would be more focused on women's access to education, so that when the time came for them to get the vote, they would be educated enough to use it wisely.
Unfortunately one other thing we know about Mina is that she's interested in physiognomy, a pseudoscience that's connected to eugenics. So it's depressingly plausible that a real-life Mina would have an interest in eugenics as well.
Lucy Westenra I think Lucy is probably less politically aware than Mina is, but also quite possibly more radical in her views. After all, we see more of Lucy chafing against her social role than we do Mina (though Lucy's life is also a lot more restricted than Mina's). As an upper-middle or upper-class woman, doing charitable works is a big part of her role. That would bring her into contact with poverty, and I think she would want to do whatever she could to help.
I don't think she would be formally a member of any campaigning organisations, but I suspect she might be sympathetic to the temperance movement. That would be her route to women's suffrage, as the two causes were connected in the 1890s. Where Mina might worry that women lacked the education to use their vote wisely, Lucy would feel that in a good marriage, a husband would help his wife to make the right choices.
Abraham Van Helsing One sec, just need to give myself a crash course in Dutch politics of the 1890s.
OK I'm back. Dutch society at this time was divided based mostly on religion: Protestant, Catholic and a secular socialist grouping. This was called 'Verzuiling' ("pillarisation") and it meant that each of the sections of society were effectively segregated: separate schools, separate institutions, separate newspapers and little intermarriage between the "pillars".
By rights that puts Van Helsing into the Catholic pillar, but I can't see it - this is a man whose close friend is an English Protestant who's half his age. The group most likely to oppose the notion of Verzuiling were the Liberals, sometimes treated as a pillar of their own. And I think that's where Van Helsing would most naturally fit.
People who learned about this bit of Dutch history more than five minutes ago should feel free to chime in.
Quincey Morris I know about as much about US politics in the 1890s as I do Dutch politics, but that's not going to stop me.
I instinctively feel that Quincey Morris has strong views on something relatively niche, like the adoption of the gold standard. So I'm pleased to learn that the adoption of the gold standard was in fact a live political debate in the US in the 1890s. Quincey is in favour. He supports hard money policies and - as a wealthy landowner - particularly worries about the rise of the People's Party back home.
Jack Seward The biggest wildcard of the lot. Other than Van Helsing, I think Jack is the character most likely to have read widely and to be open to unexpected ideas. But ultimately I think his attitude to politics is driven by his interest in and desire for technological progress, which would lead him towards the Liberal Party.
He would be horrified by Tory prime minister Lord Salisbury's repeated opposition to change (e.g. his 1879 statement that "Whatever happens will be for the worse, and therefore it is in our interest that as little should happen as possible"). If he lives long enough, he'll be delighted by Wilson's "white heat of technology" speech in the early 1960s.
195 notes · View notes
elmasinthetree · 2 years ago
Text
funnily enough my urge to make a dracula adaptation in the 1900s is because of my deep-seated urge to talk about verzuiling in the Netherlands and be a nerd because I know exactly what paper Van Helsing would read.
14 notes · View notes
fireflowersims · 1 year ago
Text
"Let's get that VOC-mentaliteit going again!"
Bruh, it never left.
the truth is obviously that this country has always been deeply, unanimously racist and never recovered from or made amends with its colonial past and current colonial/imperial relations. racism is truly entrenched in Dutch culture to a degree where it's not even a case of not wanting to see it but being completely unable to (i'm reminded of anne stoler's concept of "colonial aphasia" as well as gloria wekker's work). if they are politically engaged at all, it takes years for white Dutch people to see & name racism and consider anti-racism in their politics. and the fact that the overwhelming majority of left-leaning people are shocked to see these election results is really just an indictment of how unaware and unengaged the left is here in anti-racism and anti-colonialism.
21 notes · View notes
peterpijls1965 · 4 months ago
Text
Tumblr media
Bericht uit het beschermde huis (38)
(Een geatomiseerde sprong naar het zuiden)
2014
In de boeken van Douglas Coupland draait het vaak om personages die zich bewust terugtrekken uit onze geaccelereerde cultuur en hun brood verdienen met slecht betaalde Mc Jobs. Hun vrije tijd vullen ze met vage, filosofische gesprekken met geestverwanten die weigeren zich op een vastomlijnde identiteit te laten vastpinnen. Op een ogenschijnlijk ambitieloze manier proberen ze zichzelf zo steeds opnieuw uit te vinden. Ik lees die boeken al decennia omdat ik er iets in herken. Niet omdat ze zo goed geschreven zijn. De boeken van Coupland zijn bovendien nogal warrig van structuur, maar dat kan opzet zijn.
Die vraag wie ik ben, en wat mijn identiteit is, is actueel nu ik na een verblijf van 11 jaar in Amsterdam door een kettingreactie van toevalligheden weer tijdelijk ben neergestreken in mijn geboortegrond Limburg. Dat is een verwarrende ervaring. Want Limburg is veranderd. En niet alleen door de hier wel erg grote aanhang van de populist Wilders, zelf van Limburgse oorsprong.
Ik constateer dat Limburgers zich massaal lijken terug te trekken op het bastion van hun veronderstelde eigenheid. Tegelijkertijd hoor ik de jeugd massaal Nederlands spreken, terwijl ze op sociale media juist vaak dialect schrijven. Meer dan ooit lijken Limburgers zich af te keren van Europa, de moslims, de Oost-Europeanen, en die oplichters in Den Haag. Maar nog vaker dan eerst gaan ze de grenzen over, om in Duitsland of België of Parijs kosmopolitisch te shoppen of te recreëren. Limburgers schijnen vaker nog dan vroeger van innerlijke tegenstrijdigheden aan elkaar te plakken. En waar dat voor plaatselijke bestuurders een bron van zorg en verwarring is, bevallen die versplinterde Limburgse paradoxen me wel. Temeer daar het deels mijn eigen schijnbare tegenstrijdigheden zijn.
Ook in Limburg slaat net als in de rest van de moderne wereld de atomisering toe. De vertrouwde structuren en verbanden verdampen, om plaats te maken voor netwerken die goeddeels virtueel van aard zijn. Mij ligt dat wel. En volgens mij gaan heel veel anderen er ook niet onder gebukt. Het lijken vooral politici en ambtenaren met kansloze wensdromen van herstelde verzuiling die in paniek raken. Dat gun ik ze van harte.
Het is nog steeds niet moeilijk om in Limburg traditioneel aansluiting te vinden. Je hoeft alleen maar lid te worden van de carnavalsvereniging of een sportclub, en je hoort er helemaal bij. Maar ik ben geen carnavalist, en trouwens ook geen verenigingsmens, en om fysieke redenen kan ik ook niet meer regulier sporten. Dat zou ik kunnen oplossen door op gehandicaptensport te gaan, maar daar peins ik al helemaal niet over. En dat heeft weer alles te maken met identiteit. Weliswaar heb ik geen onderbenen meer, en ben ik daarom in de ogen van de meeste mensen gehandicapt, maar dat stempel weiger ik op mezelf te plakken. Ik houd het er op dat ik een blijvende lichamelijke beperking heb, die goeddeels wordt opgeheven door m’n bionische protheses, waardoor ik een groot deel van de dag loop als een hinde. En dus vind ik mezelf niet gehandicapt, en pas ik voor dat stigma.
Zou ik aan gehandicaptensport gaan doen, dan word ik op grote schaal geconfronteerd met mensen die, net als ik, blijvende beperkingen hebben en elkaar om die reden opzoeken om samen gehandicapt te sporten. Daar zou ik van in de war raken, juist omdat ik mezelf helemaal niet invalide voel, en om die reden mensen mijd die daar deels hun identiteit aan lijken te ontlenen. Dat wil niet zeggen dat ik iets tegen gehandicaptensport heb, of tegen mensen die dat doen, maar het past simpelweg niet in het profiel dat ik van mezelf heb en wil uitdragen.
Toen ik na de onderbeenamputaties revalideerde in een kliniek, trainde ik op uitnodiging een avondje mee met een zitbadmintonclub, met allemaal gehandicapte leden. Ik vind badminton best leuk, en het was ook wel grappig om een avondje te oefenen met andere mensen zonder onderbenen of maar een arm. Maar ik zou er niet over peinzen om lid te worden van zo’n vereniging. Daar zou ik me op termijn heel erg gehandicapt van gaan voelen, omdat je in zekere zin voortdurend in een spiegel kijkt. In het ergste geval zou dat kunnen leiden tot een identiteitscrisis, en die bespaar ik mezelf liever.
Een beetje amateur-psycholoog kan beweren dat ik mijn beperking verdring, maar dat doe ik juist niet. Bijvoorbeeld door met warm weer een korte broek aan te trekken, waardoor mijn stalen onderbenen manifest zichtbaar zijn. Zo loop ik, met een stok, regelmatig naar de supermarkt om m’n boodschappen te doen. Niet om demonstratieve redenen, maar omdat een korte broek helpt voorkomen dat ik huidirritaties krijg in m’n knieholtes, die bedekt zijn met een niet-ademende siliconen kous die de protheses bevestigt aan mijn bovenbenen. Door die korte broek koelt de lucht mijn huid onder die kousen, waardoor huidproblemen uitblijven.
Het is interessant om soms te spelen met mijn door sommigen opgelegde identiteit van gehandicapte. Laatst ging ik samen met mijn zoon naar de supermarkt. Hij in mijn rolstoel, ik lopend met een lange broek aan, waardoor niemand raadt dat ik protheses heb. Je zag mensen in de winkel met medelijdende lachjes hun conclusies trekken. Zo van: ach toch, die jongen van 14 nu al in een rolstoel, wat moet dat moeilijk zijn voor hem en zijn vader. Mijn zoon en ik speelden dat spel mee, door de verwachte tragische gezichten te produceren, om weer buiten de slappe lach te krijgen om ons bedrog.
Dat sterkt me in de gedachte dat identiteit ook een spel is. Makkelijker te spelen dan ooit, bijvoorbeeld door op het web onder allerlei schuilnamen diverse identiteiten aan te nemen. Waar ik trouwens niet aan meedoe, want ik post principieel alleen onder mijn eigen naam. Maar ik heb niets tegen mensen die wel onder allerlei nicknames en avatars actief zijn, zolang ze niet voor trol of stalker spelen. Het voorziet kennelijk in een brede behoefte om regelmatig een andere identiteit aan te nemen. Wat ik in zekere zin als kind al met carnaval ervoer, want ook dat feest is een groot rollenspel.
Eerlijk gezegd streef ik er al m’n hele leven naar, analoog aan de personages van Douglas Coupland, om mezelf steeds opnieuw uit te vinden. Als persoon en professional. Verschillende omstandigheden hielpen me dat kameleontische ideaal te verwezenlijken. Mijn ontslag uit een vaste baan, m’n bestaan als freelancer, m’n inmiddels gestrande huwelijk en m’n vaderschap. Maar ook, van meer recente datum, mijn blijvende lichamelijke en geestelijke beperkingen.
Ik zag en zie voortdurend alibi’s om van kleur te verschieten, steeds van gedaante te veranderen, bijna dagelijks een andere persona aan te nemen. Zelfs de onderbeenamputaties zijn op dat punt een interessante cesuur. Omdat ik mijn fysieke zelfbeeld moest herdefiniĂ«ren. Ook een gemutileerd lichaam is nog steeds een lichaam. Sterker nog: is een bijzonder en dus afwijkend lichaam. En zo voel ik mezelf voor het eerst in mijn leven fysiek exclusief, want drastisch afwijkend van de rest. Jaren deed ik aan bodybuilding om mijn lichaam opnieuw vorm te geven; vorig jaar regelde een vaatchirurg met een zaag dat.
Mijn psychiatrische diagnose dwong ook tot een herschikt zelfbeeld. Want opeens werd ik officieel gek verklaard. Alleen ben ik nu vooral in de ogen van de buitenwereld fulltime gestoord. Maar als ik eerlijk ben, heb ik sinds m’n 26e hoogstens 3 jaar last gehad van manische, psychotische en vooral depressieve episodes. Voor het overige was en ben ik tamelijk normaal. Maar dat zien sommige elementen uit de buitenwereld anders. Die hebben de neiging om bewijzen te destilleren uit mijn gedrag of communicatie, om de kennelijk geruststellende conclusie te trekken dat ik wel degelijk een fulltime gestoorde verslaafde ben, hoewel ik maar 2 jaar zwaar gedronken heb en al meer dan 2 jaar droog sta. Eerst vond ik dat storend, die pogingen tot stigmatisering. Nu vind ik het vooral vermakelijk, en provoceer ik soms bewust dat soort reacties, vooral om verwarring te zaaien in het kamp van de tegenstander. Want ook een psychiatrische stoornis en een verslaving kunnen de bron zijn voor een spel met identiteit en rol.
Op Twitter, waar ik sinds kort en met grote terughoudendheid aan meedoe, profileer ik mezelf als ‘bipolaire anarcho-journalist’. Dat is, in al z’n feitelijkheid, een correcte samenvatting van wie en wat ik nu ben: manisch-depressief, individueel anarchistisch en reporter. Bewust laat ik aanvullende elementen uit m’n identiteit weg. Zoals: lichamelijk beperkt. Of: vader. Het gaat er tegenwoordig kennelijk om jezelf als merk te presenteren, en dus doe ik daar aan mee. Met de nodige ironie trouwens, maar dat hoeven al die hyperventilerende Twitteraars niet te weten.
Eigenlijk heb ik nu heel veel woorden nodig om te zeggen dat ik het een feestje vind om als een ongrijpbaar bolletje kwikzilver door het leven te gaan. Ik hoef niet zo nodig een levenslange, vastomlijnde identiteit te hebben. Maar het zou natuurlijk ook best kunnen dat ik een karakterloze vaaghaas ben.
0 notes
organisationskoval · 2 years ago
Photo
Tumblr media Tumblr media Tumblr media
760) Davidsfonds - katolicka organizacja we Flandrii w Belgii, ktĂłrej celem jest promowanie kultury flamandzkiej w dziedzinie literatury, historii i sztuki. Davidsfonds zostaƂ zaƂoĆŒony w Leuven w Belgii 15 stycznia 1875 roku pod hasƂem Voor Godsdienst, taal en volk (Dla religii, języka i ludzi). ZostaƂ nazwany na czeƛć kanonika i profesora Jean-Baptist Davida. Wraz z Vermeylenfonds (socjalistycznymi) i Willemsfonds (liberalnymi) promowaƂ kulturę flamandzką, co skutkowaƂo rosnącym poczuciem toĆŒsamoƛci flamandzkiej. W XX wieku dziaƂalnoƛć Davidsfonds, Vermeylenfonds i Willemsfonds odzwierciedlaƂa podzielone spoƂeczeƄstwo, oparte na ideologii politycznej. Nazywane „filaryzacją” (niderlandzkie: verzuiling), interesy katolickie, socjalistyczne i liberalne tworzyƂy rĂłwnolegƂe organizacje (partie polityczne, związki zawodowe, banki, gazety, kręgi kulturalne i spoƂeczne) w celu promowania ich interesĂłw. ChociaĆŒ czasami prowadziƂo to do marnotrawnego powielania, filary wspieraƂy się rĂłwnieĆŒ nawzajem (np. podczas strajkĂłw robotniczych), gdy sprzyjaƂo to ich wƂasnym interesom. W 2005 roku organizacja liczyƂa 60 000 czƂonkĂłw i 575 oddziaƂów. Organizuje dziaƂalnoƛć kulturalną, wydaje czasopismo i ksiÄ…ĆŒki.
0 notes
darcyolsson · 2 years ago
Note
whenever i remember that there's catholics in the netherlands (i am from groningen it is easy to forget here,,,,) and the whole verzuiling thing and like. culture. i feel like a reverse derry girl
my man if you forgot that there's catholics.... YOU are verzuild!
7 notes · View notes
perfectly-uncapable · 4 years ago
Text
fuck it *romantiseert de verzuiling*
4 notes · View notes
saulsplace · 3 months ago
Text
Tumblr media
Pleidooi voor een Nieuwe Zuil
Met de komst van Ongehoord Nederland is het eindelijk zo dat het rechts-realistische geluid ook op de publieke kanalen is vertegenwoordigd. Dus de kanalen waarvoor je belastinggeld betaalt, die het volk zouden moeten dienen en verheffen. Veel burgers voelen morele verontwaardiging over het feit dat nu ook rechtsrealistische ideeën besproken worden op de NPO. Maar het hoort normaal te zijn. Onze grondwet legt vast dat elke levensbeschouwelijke overtuiging present mag zijn. Met Ongehoord Nederland binnen het publiek bestel, is dus de eerste stap genomen in de emancipatie van de Nieuwe Zuil. Sinds de aanslagen op het World Trade Center en het afwijzen van de Europese Grondwet zijn er op het internet al kritische geluiden over de massa-immigratie en de Europese Unie. En miljoenen burgers in Nederland delen deze inzichten: zij staan afwijzend tegenover massa-immigratie, de maakbare samenleving en technocratische machtsuitoefening. Het zijn gewortelde burgers, vrijdenkers en patriotten. Zij houden van Nederland en de Nederlandse geschiedenis, maar mochten tot voor kort nergens hun stem laten horen binnen het landschap van subsidies en culturele instellingen. We moesten betalen maar waren geen deel van de conversatie. Die wond snijdt zeer diep en het zal veel tijd kosten en investeringen vergen om die pijn te helen.
Nog niet genoeg mensen beseffen het belang van deze emancipatieslag. Dit artikel bewapent u met alle argumenten die u nodig zult hebben op feestjes en partijen, om uzelf staande te houden tegenover alle morele verontwaardiging van zij die de wereld waarin we terechtkomen niet begrijpen. Lees het dus aandachtig – er zal een wereld voor u open gaan. Ongehoord Nederland is slechts een eerste babystapje. De opkomst van BBB laat de kloof zien tussen Randstad en platteland, en nu zowel de islam als woke in opkomst zijn, krijgt ons land nog meer spanningen te verdragen. Het vergt een briljante visie om verder te zien dan de woelige nabije toekomst die zich nu aandient – de recente monsterzege van de PVV was nog slechts een voorschemering. Dit artikel geeft u de kennis die u nodig heeft om succesvol uw weg te vinden.
Hoewel uw auteur deze materie eerder beschreef samen met anderen in het boek Kerkgangers en Zuilenbouwers, is het toch belangrijk om dóór te bouwen op de inzichten die we destijds en sindsdien hebben verworven. De ‘Nieuwe Zuil’ vatten we in dit artikel op als het streven naar sociaaleconomische samenhang en ruggensteun, waarbij de initiatieven die uit dit streven voortkomen, ons houvast geven tegenover de cancel culture van de deughegemonie. De Nieuwe Zuil versterkt naastenliefde en patriottische saamhorigheid tussen iedereen die mĂ©Ă©r realisme wil en mĂ­nder utopische, onwerkbare waanbeelden die de machthebber ons opdringt.
De discussie rond zuilvorming is enorm boeiend – laten wij ook kritieken en vooroordelen behandelen. U zult zien dat dit ons alleen maar sterker maakt!
Een zuil beperkt – een zuil vergt een mate van uniformiteit, conformisme, en hindert in die hoedanigheid het ontplooien van individualiteit. 
Dit argument klopt niet omdat, in de huidige situatie, iedereen als een los atoom, als een los sneeuwvlokje ligt te wachten op een hevige storm van morele verontwaardiging, die dat vlokje oppakt en vervolgens verstuift. Banden als kerkgenootschappen, vakbonden, gildestructuren en zelfs families, zijn verdwenen of zeer vluchtig geworden. Er is weinig wat het individu ankers geeft en een Nieuwe Zuil kan dit juist bieden.
Tegenover de angst voor conformisme moet dus worden vastgesteld dat de lokale banden van cultuur en gemeenschap zwakker zijn. Als gevolg hiervan hebben de individuele atomen geen ankers: zoals gezegd hebben de mensen van nu veel weg van sneeuwvlokken die vatbaar zijn voor wervelwinden.
Zulke wervelwinden worden vaak in gang gezet door online engagement: in Nederland is ‘Project X’ een sprekend voorbeeld. Tieners die sociale media gebruikten, zorgden ervoor dat duizenden rellerige feestgangers afkwamen op het verjaardagsfeestje van een onschuldig meisje. De atomen worden opgepikt door een windvlaag: er manifesteert zich een hevige storm en vervolgens worden de atomen weer verstrooid tot afwezigheid van samenhang.
Als je binnen een zuil leeft, zul je nog worden aangesproken op de consequenties en de moraliteit van jouw daden. Maar als je als sneeuwvlokken uiteen dwarrelt, bestaat die vorm van rekenschap niet. We krijgen er eerder de totalitaire surveillance van de overheid voor terug, die dit morele vacuĂŒm opvult.
De sneeuwvlokdynamiek leidt tot volledig nieuwe sociale omwentelingen en dit raakt aan de opkomst van ‘populistische’ leiders. Ook influencers en grote techbedrijven kunnen hun invloed op deze massa’s uitoefenen los van het sociale weefsel. Dat wil zeggen los van de historisch en organisch gegroeide sociale fundamenten. De baleinen zijn uit de samenleving getrokken en als losse vlokjes zijn individuen nu kwetsbaar voor wervelwinden. 
Zoals het nu gaat is het zeer voorstelbaar dat AI-personages die zich voordoen als influencers, grote mensenmenigten gaan aansturen. Het is dus eerder zo dat de Nieuwe Zuil het weer inzichtelijk, navolgbaar en democratisch controleerbaar maakt wie de mensen aanstuurt, en op welke bindende levensbeschouwelijke grondveronderstellingen dat gebeurt. Dit is te verkiezen boven een relatief vluchtige en anonieme aansturing via de ondoorzichtige macht van Big Tech. 
Het is dus de vraag hoe een bestaan als los atoom, de ontplooiing van het individu versterkt. Men is in feite overgeleverd aan het hedonistische atomisme van de markt en aan bureaucratische verdrukking vanuit de staat, zonder buffers of tussenschakels. De zuil biedt houvast in dit vacuĂŒm en de instellingen die weerstand geven aan het anonimiseren van leefverbanden, vinden we binnen de zuil.
We zien dat de verbanden die we vinden binnen de zuil, de vrijheid en de individualiteit van de persoon garanderen in plaats van ondermijnen. De angst voor conformisme is dus onterecht. 
We leven reeds in een verzuiling. Er zijn zuilen zoals de islamitische zuil en ook van de christelijke zuil bestaan in Nederland nog redelijk actieve organen. De dominante zuil is de cultuurmarxistische zuil: de zuil van de technocraten en deugpronkers, de utopisten van de maakbare samenleving. Deze zuil heeft het bestaan van nationaalconservatieven en patriottische vrijdenkers ontkend, en gunt deze ideologische opponenten geen vertegenwoordiging binnen de openbare ruimte en het publiek discours. 
De instellingen die we hebben, gaan ook terug op de grondwet en de Pacificatie van 1917 waarin de zuilen zijn erkend. We leven dus al in een verzuilde samenleving – alleen benoemt men deze verzuiling niet hardop. Als de links-hegemoniale krachten deze verzuiling expliciet zouden erkennen, zouden rechtse belastingbetalers wakker worden en meer inspraak eisen voor hun geld. Nu wordt er gedaan alsof het maar ‘gewoon’ gebeurt dat rechtse onderzoekers geen carriùre kunnen maken aan een universiteit. Iets dat bijvoorbeeld Paul Cliteur zich besefte, toen hij Avondland en Identiteit las. De opkomst van Ongehoord Nederland legt het begin van deze bewustwording. 
Over deze ‘lange mars door de instituties’ moet nóg iets worden gezegd. Want soms hoor je nog wel eens dat ‘rechts’ maar hetzelfde moet doen als wat links deed in de jaren zestig en wat ze nu nog steeds doen. Namelijk bij een groot bedrijf of een overheidsinstelling aan boord komen, carriùre maken en dan – zodra je invloed hebt – andere mensen aannemen die jouw levensopvatting en waarden delen.
Maar dat kán helaas niet, want vroeger heerste er in Nederland een soort Germaanse welwillendheid. Zelfs ten tijden van de verzuiling, dachten de meeste mensen als volgt: “Jij bent misschien wat katholieker of socialistischer, maar we leven in een high trust cultuur dus ik geef jou het voordeel van de twijfel. Begin maar aan een carriùre in een universiteit.” Vandaag worden mensen bij elk groot bedrijf en elke overheidsdienst lastiggevallen en gehersenspoeld met trainingen over gender awareness, white skin awareness, diversity sensitivity trainingen, enzovoorts.
Heb dit meegemaakt aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Er vond een sectielunch plaats op de maandagochtend, vlak na de aanslag op de Bataclan. Mijn collega’s wisten niet hoe snel ze het bespreken van nieuws moesten verschuiven van het islami(s)tische geweld naar het veroordelen van IsraĂ«l. Dat gebeurde in feite onmiddellijk.
Kortom: vandaag de dag is iedereen ideologisch bewapend. Op het werk ontstaat een gesprek bij de koffieautomaat over moslims, Trump, klimaat of LGBTQ – bij de minste geringste afwijkende gezichtsmimiek zet de afdeling human resource een opmerking achter je naam. Promotie kun je de komende zes jaar vergeten en met een beetje pech zul je er zelfs actief worden uitgewerkt. Ideologisch in de pas lopen met de dominante linkse ideologie, gaat hierbij boven krapte op de arbeidsmarkt en de nood aan kundige werknemers. 
Nu die verzuiling dus hoe dan ook bestaat, is het beste wat wij als rechtsrealisten kunnen doen, onszelf binnen die verzuiling een sterkere, betere positie toe te eigenen. Dit wil natuurlijk niet zeggen dat het individu zich helemaal moet uitvlakken binnen een zuil. Net zoals een kunstenaar of ambachtsmeester in onderhandeling treedt met het materiaal dat hij bewerkt, treedt het individu in onderhandeling met de levensbeschouwelijke inhoud van de zuil.
Vervreemdingsleer
Dan komen we op de marxistische vervreemding. Die oude these luidt, dat de kapitalist gebruik maakt van de arbeidskracht van zijn werknemer, diens scheppende vermogen, om zichzelf rijker te maken. De wereld van het kapitalisme tegenover de arbeider wordt steeds machtiger; de arbeider wordt armer en zwakker. Zo komt de arbeider vijandig te staan tegenover zijn eigen scheppende vermogen: hij raakt van zichzelf vervreemd.
Dit is rechtstreeks door te trekken naar vandaag – want we leven nu in de situatie dat de deugmarxisten de toegang tot het mediakapitaal bepalen. Wij worden gedwongen om belasting te betalen, waarbij belasting wordt geheven op onze scheppende kracht. Dit geld gaat vervolgens naar musea die ons inprenten dat ons verleden fout en verderfelijk is: het gaat voortdurend over de onderdrukking van het koloniale tijdperk en over slavernij. De Gouden Eeuw mag de Gouden Eeuw niet meer heten. Je draagt van jouw scheppende kracht dus af aan instellingen die ons leren om onszelf en onze afkomst te haten – de marxisten nemen nu wraak door ons van onszelf te vervreemden. 
Het mag duidelijk zijn dat de zuil ons helpt om waar te eisen voor ons belastinggeld. En om de productiemiddelen waarmee cultuur wordt voortgebracht en geconserveerd, in eigen hand te nemen. Om zo dus te ontsnappen aan de vervreemding die ons wordt opgelegd. 
Is verzuiling werkelijk te verkiezen boven pluraliteit, waar meerdere visies naast elkaar staan?
Hier is het de vraag hoe het individu dan toegang heeft tot die ontplooiing. Het punt dat nu gaat komen is extreem belangrijk en zou eigenlijk vĂ©Ă©l eerder in dit artikel aan de orde moeten zijn gekomen – het is nu eenmaal zo gelopen. Iemand in mijn naaste omgeving, zei dit: 
“Om maar op enige positie te komen waar je nog enige eigenheid in je werk kunt leggen, autoriteit krijgt om relevante beslissingen te maken, dat vergt dat je totaal meebuigt met de linkse ideologie die heersend is binnen alle maatschappelijke instellingen. En mensen die dat niet kunnen opbrengen, die ervaren in feite geen waardering meer in hun werk en verliezen zo hun eigenwaarde.”
Het individu kan de blokkades die er zijn gekomen op weg naar toegang tot het mediakapitaal nóóit doorbreken: hiervoor staat de eenling te zwak. Om tot die ontplooiing te komen, ĂŒberhaupt, ben je aangewezen op een vorm van groepssamenwerking en dus op een zuil. Een zuil is zodoende ondersteunend aan het individu om diens scheppingskracht beter te kunnen manifesteren.
Zoals ik omschreef met het voorbeeld uit mijn eigen werkervaring, is het zo dat bij de instellingen die vallen onder de deughegemonie, mensen hun echte, oprechte gevoelens, gedachten en identiteit moeten verbergen, om er niet te worden uitgewerkt. Ze houden hun authenticiteit verborgen achter een masker van deugen, omdat zij weten dat als uitkomt wat zij echt denken, er nare gevolgen zullen zijn. Er zal dan een ostracisme plaatsvinden, een ritueel van uitsluiting. 
De mensen die hun ware zelf verbergen achter een masker van deugen, doen dit omdat ze weten dat er na deze uitsluiting, geen subsidies en baantjes meer beschikbaar zijn. De linkse hegemonie heeft namelijk het monopolie hierop. Ook hier is het dus de zuil, die het individu kracht en kansen geeft om écht zichzelf te zijn. Wanneer mensen weten dat er via de zuil ook een toegang is tot productiemiddelen om mee te scheppen, en niet enkel via de goedkeuring van de links-cultuurmarxistische machthebbers, komen ze meer in hun kracht als authentiek individu. 
Het belang van decorum
Ook het voorbeeld van de wereldberoemde vioolspeler, is hier enorm belangrijk. Deze vioolspeler speelde namelijk in een metro in de VS. Hier en daar kreeg hij wel wat centen toegeworpen, maar van de voorbijgangers besefte slechts een enkeling hoe briljant zijn vioolspel werkelijk is. Terwijl diezelfde mensen honderden dollars zouden betalen voor een kaartje van zijn show in een concertgebouw.
Dit bewijst dat genialiteit op zichzelf niet kan worden herkend: talent heeft een bijpassend decorum nodig om te worden herkend als briljant. En zo’n kans op decorum krijg  je onder de huidige maatschappelijke orde uitsluitend als je jezelf volledig conformeert aan het linkse deugen. De zuil – en het samenwerkingsverband dat aan de zuil ten grondslag ligt – geeft ons de kracht om zĂ©lf decorum neer te zetten.
Zo blijkt dat de zuil op alle mogelijke manieren de individuele vrijheid vergroot in plaats van deze te beknotten.
De lessen uit coronatijd
Coronatijd heeft ons laten zien hoe snel de meerderheid tiranniek wordt en de rechten van de minderheid wegneemt. We hebben gezien dat een democratie makkelijk ontspoort tot ‘een meerderheid van de helft plus Ă©Ă©n bepaalt welke vrijheid de rest nog heeft’. Een democratie behoeft dus een zuil om individuen ruggensteun te bieden. Het toekennen van een recht dat slechts op papier bestaat en dat gemakkelijk weer wordt ingetrokken onder maatschappelijke druk, biedt geen soelaas.
Tevens maakte coronatijd duidelijk hoe makkelijk technocratische verwijzingen naar ‘experts’ worden gebruikt om de rechten van individuen te beknotten. Een wetenschappelijke consensus is altijd het product van onderliggende ideologische waarden, maar experts krijgen macht door het depolitiseren van politieke vraagstukken. Hoe je gezondheid opweegt tegen economische vrijheid, is bijvoorbeeld een politieke keuze: daarbij volstaat het niet om dan maar te verwijzen naar wetenschappers en de farmaceutische industrie, die ook hun eigen belangen hebben. Zuilen maken duidelijk dat een wetenschappelijke vinding hoe dan ook door een levensbeschouwelijke opvatting wordt geperst voordat die vinding macht krijgt: zuilen houden dat tenminste expliciet.
Voorts kan het geweldmonopolie van de staat te makkelijk worden gebruikt om dissidente stemmen te breken. Hierom is het beter om solidariteit te organiseren tussen grote groepen. Dan wordt het geweldsmonopolie van de staat als het ware gebroken of gedempt via de zuilen, zoals water breekt op wallen die worden aangelegd voor de kust.
In feite wordt de soevereiniteit van de staatsmacht nu al gedempt door de aanwezigheid van een goedgeorganiseerde islamitische zuil, die steunt op een hechte en saamhorige gemeenschap. Het is hooguit een emancipatieslag, een leveling of the playing field, wanneer de rechtsrealisten ook een dergelijke positie verwerven. Het zal noodzakelijk zijn, omdat we nu al weten dat de rechtstatelijke orde tot het uiterste zal worden beproefd in conflicten tussen wokisten en moslims.
Waarom nu al bouwen als de zaak eerst nog moet instorten?
Things have to get worse before they can get better, is een invloedrijke zegswijze. Wie werkelijk gelooft in de wederopstandig, zal eerder denken dat een grote ineenstorting noodzakelijk is, en dat er pas daarna vanuit de as weer iets nieuws en levenskrachtigs kan worden opgebouwd. Met andere woorden: wie een zuil probeert op te bouwen vóór de grote ineenstorting, verspilt zijn kracht. 
Echter, om te kunnen bouwen, is er een blauwdruk nodig die schetst wat er te bouwen staat. De architectonische blauwdruk moet nu alvast worden voorbereid. Er moet een mate van bewustzijn zijn, die het goede van wat aan de ineenstorting voorafging, vastlegt en bewaart. Zodat al het goede van het gezellige en vaderlandslievende Nederland, opnieuw tot leven kan komen, maar nu in een nieuwe, meer tegen het cultuurmarxisme bestendigde vorm. De mensen die het ‘grote bouwproject’ gaan uitvoeren, moeten daarvoor bepaalde ideeĂ«n, noties en intuĂŻties hebben – die moeten nu al worden vergaard en gevoed.
Volg Sid Lukkassen via Telegram: https://t.me/SidLukkassen Steun Sid Lukkassen via BackMe: https://sidlukkassen.backme.org
0 notes
Text
Toch wel grappig dat de SGP denkt dat ze 18 jaar na de legalisering van t homo huwelijk nog met zo'n van de yankees gejatte nashville verklaring aan kunnen komen. Daarmee maak je je schuldig aan t zelfde kopieergedrag dat de uiterst linkse kanten van de Nederlandse politiek ook zo hypocriet maakt.
3 notes · View notes
knuckleduster · 4 years ago
Text
the secret 5th pillar in verzuiling netherlands really was communism huh
1 note · View note
dorpsgenoten · 4 years ago
Text
Terwijl de hyacinten bloeien
Elk jaar als de hyacinten bloeien denk ik aan hem, Jilles Limburg. Hij is al lang overleden maar hij is een van de belangrijkste redenen waarom ik al van kleins af aan schrijf. Een kleurrijke en tot de verbeelding sprekende figuur uit mijn jeugd is hij. Hij dwarrelde met de regelmaat van de klok binnen bij mijn familie, ooit hevig verliefd op een van mijn prachtige, flamboyante, maar eigenzinnige tantes, dook hij ineens weer op toen ze plotseling weduwe werd.
’Oh Jeanette
,’ verzuchtte hij dan, met een dromerige blik in zijn ogen. ‘Die danste de charleston, wist je dat?’
Ik moest daar altijd een beetje om glimlachen, mijn tante was toen in mijn ogen al stokoud en een flink maatje te breed, maar blijkbaar zag hij nog steeds het mooie dansende meisje van toen.
Tumblr media
Mijn tante Jeanette
Jilles nodigde ons, mijn moeder, mijn tantes en mij, regelmatig uit om te gaan lunchen bij De Gouden Leeuw, het allereerste Van der Valk etablissement van Nederland. Om te praten over vroeger en hoe het was in het dorp, en ik hing aan zijn lippen. Een schrijver, een beroemde schrijver, en ik mocht met hem lunchen, hoe gaaf was dat! Ik wilde ook schrijver worden, natuurlijk! Hij wilde natuurlijk weer een boek schrijven, meende mijn moeder, daarom werden we steeds uitgenodigd door hem, dat was research, pure research!
Ooit schreef Jilles namelijk ‘Terwijl de hyacinten bloeien’ , een boek dat, denk ik, halverwege de vorige eeuw een absolute bestseller in gereformeerd Nederland is geweest.
Tumblr media
Het verhaal speelde in mijn dorp, mijn verzuilde bollendorp, met in mijn jeugd nog steeds een grote scheiding tussen katholiek en protestant. Ik kende de gemeenschap waarover hij praatte en schreef als geen ander. Dat mengde niet. Niet qua school, niet qua kerk, niet qua werk en niet qua woonwijken, en zeker niet qua huwelijken!
Jilles schreef over die gemeenschap, tekende haarfijn op waar de pijnpunten zaten en hoe die verzuiling dwars door onze samenleving sneed. Want wee je gebeente als je buiten je straatje keek, buiten je kerk, dan was je een uitgestotene en hel en verdoemenis zou jou deel worden. Dat dat onvermijdelijk (we waren maar mens) toch wel eens gebeurde was reden voor hem om de pen te pakken. En hij zag het scherp, want onlangs werd ik weer met mijn neus op de feiten gedrukt toen ik lid werd van een Facebookgroep over mijn woonplaats. Ik kende niemand. ‘Komen jullie allemaal van een andere planeet?!’ vroeg ik verbaasd, wat niet eens ver bezijden de waarheid was. Ze kwamen allemaal uit het katholieke deel van mijn dorp, en daarom ken ik ze nu, anno 2016, nog steeds niet. Hoe is het mogelijk dat die starre verzuiling zoveel en zo lang impact kan hebben op de kleine ‘ons-kent-ons’ gemeenschap die mijn dorp ooit was?
Alles wat wij Jilles tijdens onze lunches vertelden bleef uiteindelijk binnen de muren van De Gouden Leeuw. Hij heeft nooit meer iets gepubliceerd. ‘Wat jammer!’ vond mijn moeder, ze was oprecht teleurgesteld toen hij overleed zonder achterlating van een langverwacht manuscript. ‘Ach,’ grinnikte mijn vader nuchter. ‘Ik had het ook best leuk gevonden hoor, steeds met mijn jeugdliefde en 3 andere mooie vrouwen op stap gaan in het kader van de ‘research’. Daar hoef je niets over te schrijven, alleen maar van te genieten.’
En ik? Ik heb genoten van jouw gezelschap, Jilles, en ben nooit meer opgehouden met schrijven. Dank je wel.
Tumblr media
Jilles met twee tantes in mijn oma’s tuin.
1 note · View note
kamielchoi · 7 years ago
Text
Zuilen
Waar je vroeger remonstrants, doopgezind, katholiek of hervormd was en trouwen met iemand van een andere confessie een klein familiedrama betekende, zo schrijf je nu statussen of stukjes waarbij je je houdt aan de spelregels van je ideologische kamp, dat rust op de pijlers of columns van een aantal taal- en meningvaardige medeburgers. Je luistert naar voorgangers als Ebru, Annabel, Theodor, Syp,

View On WordPress
0 notes
mawpo-blog1 · 6 years ago
Text
Identiteit vroeger en nu
De drie vragen waar we antwoord op gaan geven zijn:
Waarom is de ontwikkeling van identiteiten veranderd in de afgelopen decennia?
Hoe werd vroeger en hoe wordt nu de identiteit van mensen bepaald?
Welke overeenkomsten zijn er tussen de vorming van leden van een samenleving in de jaren ‘60 en nu?
Twee belangrijke woorden die er meteen uitspringen zijn identiteit en vorming. Om antwoord te kunnen geven op deze vragen moet je eerst weten wat deze begrippen inhouden.
Identiteit is het beeld dat iemand van zichzelf heeft, dat hij uitdraagt en anderen voorhoudt en dat hij als kenmerkend en blijvend beschouwt voor zijn eigen persoon en dat is afgeleid van zijn perceptie over de groep(en) waar hij wel of juist ook niet deel van uitmaakt.
Vorming verwijst naar het proces van verwerving van een bepaalde identiteit. Tijdens dit proces ontwikkelen mensen zich tot leden van een samenleving door middel van socialisatie.
Het ontwikkelen van je eigen identiteit ging in de eerste helft van de twintigste eeuw lang niet zo makkelijk als dat het nu gaat. In de periode voor de jaren ‘60 was er sprake van verzuiling. Dat hield in dat de samenleving was verdeeld in levensbeschouwelijke en sociaal-economische groepen. De grootste zuilen waren de katholieken, de protestanten, de liberalen en de socialisten. Als je protestants was, dan ging je niet alleen naar een protestantse school, maar letterlijk je hele omgeving was protestants. Bijna elke zuil had zijn eigen kranten, winkels, sportclubs etc. Stel dat je geboren was in een protestants gezin, dan diende je eigenlijk je ouders te volgen en eveneens op de partij te stemmen die bij jouw zuil hoorde. Dat betekent dus dat de politieke socialisatie plaats vond in de eigen zuil. Er was in die tijd dus weinig ruimte om je eigen voorkeur te ontwikkelen. Dat kon natuurlijk wel, maar de sociale druk uit je omgeving was groot. Afwijken van de groep werd niet snel geaccepteerd en dat zou betekenen dat er een grote kans was dat je verstoten zou worden van de groep.
Het functionalisme-paradigma zou je kunnen koppelen aan de situatie in Nederland tijdens de verzuiling. Bij het functionalisme-paradigma staan namelijk structuren centraal. Wetenschappers binnen dit paradigma gaan er vanuit dat de samenleving een stempel kan drukken op de leden van een samenleving, wat gebeurt door middel van socialisatie. Het resultaat van dat proces is de identiteit van mensen. Politieke socialisatie moet ervoor zorgen dat de politieke cultuur van een samenleving blijft bestaan. Individuen zijn onderdeel van een groter geheel en moeten zich houden aan de waarden en normen van de dominante cultuur. Dit beeld komt aardig overeen met de situatie tijdens de verzuiling. Tijdens de verzuiling kon je ook niet makkelijk buiten je eigen zuil je eigen identiteit vormen. Je diende je dan ook te houden aan de normen en waarden die binnen jouw zuil golden. Volgens functionalisten was het ook niet mogelijk om te ontsnappen aan deze situatie.
Na de Tweede Wereldoorlog nam de welvaart toe in Nederland en vanaf de jaren ‘60 begon het proces van ontzuiling. Ook de democratisering en ontkerkelijking ging sneller en vooral jongeren verloren hun respect voor het gezag. Jongeren hadden in tegenstelling tot eerdere generaties meer vrije tijd en konden langer jong zijn, maar door de ontzuiling kwamen ze vooral meer in aanraking met jongeren uit andere zuilen. Ze konden eigen groepen gaan vormen die uiteindelijk uitgroeiden tot subculturen. Bijvoorbeeld de hippies en provo’s, maar ook beatniks. Een overeenkomst tussen al deze groepen is dat ze zich afzetten tegen de dominante cultuur van de jaren ‘50. De cultuur waarin hun ouders binnen de zuilen waren opgegroeid. Doordat ze andere mensen leerden kennen kregen ze andere ideeĂ«n over de maatschappelijke verhoudingen in die tijd en hoe die zouden moeten veranderen. Hierdoor botsten ze qua ideeĂ«n en denkbeelden over de wereld vaak met hun ouders. De subculturen die ontstonden waren dus echte tegenculturen. De media kreeg ook een andere invloed, er kwamen namelijk nieuwe bladen en omroepen. Vanaf de jaren ‘60 veranderde dus de manier waarop de identiteit van iemand werd bepaald. De invloed van instituties als het gezin, geloof en de vereniging werd kleiner, terwijl de invloed van media, school en van andere jongeren toenam.
De jongerenculturen speelden dus een grote rol bij de ontwikkeling van de identiteit van jongeren. Een ander gevolg van de ontzuiling is dat er een permissieve samenleving ontstond. Mensen kregen meer rechten en er werd meer toegestaan en geaccepteerd dan in de samenleving ervoor. Tegelijkertijd gingen in de jaren ‘60 de processen van globalisering en individualisering steeds sneller en begonnen ze een steeds grotere rol te spelen bij het ontstaan van de permissieve samenleving. De jongeren zetten zich af tegen de, volgens de jongeren, verstikkende collectivistische cultuur van de oudere generaties en hechtten veel waarde aan hun eigen individuele vrijheid. De jongeren wilden een individualistische cultuur, die er uiteindelijk is gekomen.
Na de jaren ‘60 veranderden dus ook geleidelijk de verhoudingen binnen gezinnen. Voor deze periode was er het beeld van een traditioneel gezin, maar er ontstonden ook moderne gezinnen met een onderhandelingshuishouden. Ouders onderhandelden in deze gezinnen over de regels met de kinderen. Zo ontstond er meer gelijkheid tussen kind en ouders en was het proces van democratisering niet alleen zichtbaar op macroniveau, maar ook op microniveau in gezinnen. De individuele ontwikkeling van een kind werd dus steeds belangrijker. Ook op school begonnen kinderen te leren hoe ze hun eigen mening moesten vormen. Kinderen en jongeren werden steeds meer aangeleerd om zich te ontwikkelen tot zelfstandig handelende personen. Over het algemeen werden kinderen en jongeren dus zelfstandiger na de jaren ‘60, als gevolg van het proces van individualisering, maar ook volwassenen werden zelfstandiger. Binnen en buiten het gezin werd de positie van man en vrouw gelijkwaardiger. Door globalisering wisten mensen sneller wat er speelde in de wereld en kwamen mensen in contact met nieuwe culturen. Daardoor kwamen er ook steeds meer invloeden van buitenaf die ook invloed hadden op de vorming van de identiteit van jongeren.
Ook de politieke socialisatie veranderde. Zoals al eerder genoemd stemde je in de tijd van de verzuiling op de partij die bij jouw zuil hoorde. Elke zuil had zo dus zijn eigen ideologie. Door de ontzuiling ontstonden er nieuwe politieke partijen en ideologiën. Zo ontwikkelden mensen hun eigen ideeën over allerlei zaken en konden ze zich niet meer vinden in één bepaalde ideologie. Zo ontstond het pragmatisme. Pragmatische politici bepalen per maatschappelijk probleem hun standpunt en hebben dus geen duidelijk beeld van hun ideale samenleving. Ze vinden het over het algemeen wel belangrijk dat burgers meer invloed krijgen in de politiek. Ook het populisme is ontstaan in deze periode, waarbij eveneens een duidelijke ideologie afwezig is. Populisten gaan uit van één heersende mening onder het volk en ze geloven in één daadkrachtige leider die alle problemen zal oplossen. Vaak wordt populisme in verband gebracht met rechtse partijen, maar ook linkse partijen kun je soms als populistisch zien. Er was na de periode van de verzuiling dus meer ruimte om je eigen politieke voorkeur te vormen en buiten dat was er ook meer keuze, omdat er nieuwe partijen opkwamen. Zo veranderde dus ook het proces van politieke socialisatie.
Tegenwoordig is individuele vrijheid nog steeds belangrijk. Het sociaalconstructivisme-paradigma bestudeert de manier waarop individuen hun eigen identiteit vormen in relatie met hun omgeving. Als je in bijv. Japan opgroeit, dan zul je op een andere manier je identiteit vormen dan wanneer je in Nederland opgroeit. Zo heeft de plek en samenleving waarin je opgroeit nog steeds veel invloed op je socialisatie. Echter is er nu wel veel meer ruimte om je eigen identiteit te vormen en ‘op zoek te gaan naar jezelf’. De invloeden komen overal vandaan. Je identiteit wordt gevormd door je gezin, school, vrienden, (sociale) media, clubs etc. Er zijn ook genoeg overeenkomsten te vinden tussen hoe je je vormt tot lid van een samenleving in de jaren ‘60 en nu. Zo zetten in de jaren ‘60 jongeren zich massaal af van hun ouders. Tegenwoordig komt het nog steeds veel voor dat jongeren zich in hun puberteit beginnen te verzetten tegen hun ouders, al verzetten pubers zich vaak niet meer zo heftig als in de jaren ‘60. Dat komt doordat we nu als jongeren dus veel meer vrijheid hebben. Ook hebben we nog steeds voor een groot deel dezelfde socialisatoren. Alleen de invloed van media is veranderd. Door de komst van sociale media is de invloed daarvan namelijk nog groter geworden.
Ook jongerenculturen zijn nog steeds bestaande fenomenen. Weliswaar op een andere manier en vaak ook op een andere schaal, maar er zijn onder jongeren nog steeds verschillende subculturen te onderscheiden. We hebben op deze website per decennium een aantal voorbeelden van jongerenculturen gegeven. Daarbij geven we in het kort een beeld van de jongerencultuur, geven we uitleg over de ontwikkelingen die er toen speelden en leggen we uit hoe dit invloed had op de identiteit van de jongeren.
Er is dus aardig wat veranderd in afgelopen decennia als we kijken naar de ontwikkeling van identiteiten. De hele samenleving is veranderd in de afgelopen decennia. Dat komt door processen als ontzuiling, globalisering en individualisering. Dankzij de jongeren die zich in de jaren ‘50 en ‘60 begonnen te verzetten tegen de samenleving die er toen was en tegen de dominante normen en waarden, is er tegenwoordig veel meer vrijheid en ruimte is om je eigen identiteit te vormen dan vroeger.
1 note · View note