#Nederlandse kunstcollecties
Explore tagged Tumblr posts
Text
Een beperkt kunstfeestje met 'Vive l'impressionisme' in Van Gogh Museum
150 jaar Impressionisme, een mijlpaal die in het Van Gogh Museum te bescheiden wordt gevierd. Wel met Monet, Renoir, Cézanne en Berthe Morisot als grondleggers, maar niet met de echte toppers in hun oeuvre. Waarom onze de boot hebben gemist? Lees TOOS&ART
Er was dit jaar in internationaal kunstenland best een en ander te vieren. Wat denk je van 100 jaar Surrealisme? Of 150 jaar Impressionisme? Maar in Nederland was de behoefte aan feestrumoer rond die eeuw Surrealisme niet echt om over naar huis te schrijven. Dat deden ze in België (lees hier maar) en Frankrijk stukken beter. En die anderhalve eeuw Impressionisme? Pas laat dit jaar kwam ‘t in het…
#100 jaar Surrealisme#150 jaar Impressionisme#Alfred Sisley#Auguste Rodin#Berthe Morisot#Camille Pissarro#Claude Monet#De lunch van de roeiers#Edgar Degas#Eva Gonzalés#Franse impressionisten#Franse kunstacademies#Gustave Caillebotte#Helene Kröller-Müller#Impression soleil levant#impressionisme#Impressionisme tentoonstelling#Impressionistisch schilderen#kunstgeschiedenis#Kunstverzamelaars Nederland#Le déjeunier des canotiers#Licht in schilderkunst#Marie Braquemont#Mary Cassatt#Museum Boymans van Beuningen#museum Kröller-Müller#Nederlandse kunstcollecties#Nederlandse musea#Nieuwe technieken in schilderkunst#Palais des Beaux-Arts Nice
0 notes
Text
Museum Boijmans Van Beuningen.
Museum Boijmans Van Beuningen is een museum voor beeldende kunst, gelegen aan het Museumpark in de stad Rotterdam. Het museum bezit creaties op het gebied van beeldende kunst, toegepaste kunst en design. De collectie tekeningen is een van de belangrijkste ter wereld. Boijmans Van Beuningen biedt een overzicht van Nederlandse en Europese kunst, van de vroege middeleeuwen tot in de 21e eeuw. Tot de collectie behoren onder andere de schilderijen 'De kleine toren van Babel' uit 1563 van Bruegel, 'De drie Maria's' van Jan van Eyck, en 'Titus aan de lezenaar' van Rembrandt, maar ook de 'Lippenbank' van Salvador Dalí. De instelling behoort tot de top van de Nederlandse kunstmusea.
Het museumgebouw uit 1935, ontworpen in traditionalistische jarendertigarchitectuur, omvat naast tentoonstellingszalen een prentenkabinet en een bibliotheek.
Het museum ging in 2019 dicht voor een ingrijpende verbouwing. Het Depot Boijmans van Beuningen is sinds 2021 voor het publiek toegankelijk.
Het museum ontstond dankzij het legaat van de verzamelaar Frans Jacob Otto Boijmans (1767-1847) aan de stad Rotterdam in 1841. De schilderijen en andere kunstvoorwerpen werden ondergebracht op de eerste verdieping van het historische Schielandshuis. In 1849 werd in Het Schielandshuis het Museum Boijmans geopend.
Bij een brand op 15 februari 1864 ging een groot deel van de collectie verloren, waaronder 293 van de 480 schilderijen en 700 tekeningen, een kwart van de tekeningen.[4]. Dertien van de 31 mappen met tekeningen van Nederlandse kunstenaars verdwenen, de kunstenaars met initialen C tot S bleven behouden. De bibliotheek, prentenkabinet, een verzameling tekeningen van oud-Italiaanse meesters en de porselein-verzameling gingen in zijn geheel verloren. Het redden werd bemoeilijkt doordat het water in de gracht bevroren was en de sleutel van de kunstopslag onvindbaar was.
Na uitkering van de verzekeringspremie werden nieuwe aankopen gedaan waaronder voor de tekeningencollectie 'Christus aan het kruis' van Peter Paul Rubens. Ook door schenkingen werd de collectie daarna weer gestaag aangevuld. Een erfenis van de Rotterdamse kunstverzamelaar Dirk Vis Blokhuyzen in 1869 met onder meer De kantwerkster van Vermeer werd vanwege kostenoogpunt echter afgewezen.
Adriaan Jacob Domela Nieuwenhuis schonk in 1923 zijn kunstcollectie, die voor een belangrijk deel uit grafische kunst bestond, aan het museum.[7] In 1935 werd het Van der Steurgebouw betrokken, ontworpen door de stadsarchitect Ad van der Steur. Van der Steur en de toenmalige museumdirecteur Dirk Hannema hadden één ideaal: het nieuwe museumgebouw moest een plek zijn waar je naartoe ging om van kunst te genieten. Geen overvolle wanden en slecht licht zoals in het 17e-eeuwse Schielandshuis, maar een modern gebouw dat geheel was toegerust voor zijn taak.
Een zwarte bladzijde in de geschiedenis van het museum was de aankoop van een valse Vermeer. Han van Meegeren verkocht in 1937 aan het museum, de "pas ontdekte" Emmausgangers van Vermeer. Maar het was geen echte Johannes Vermeer maar een echte Van Meegeren, geschilderd in de stijl van Vermeer zo bleek later. Van Meegeren had veel vooraanstaande kunstkenners, inclusief Boijmans Van Beuningen directeur Dirk Hannema, om de tuin geleid
In 1958 verwierf het museum de collectie van havenbaron D.G. van Beuningen. Dat was zo’n mijlpaal dat de naam van het museum werd veranderd in Museum Boijmans Van Beuningen.
Ook aan andere particuliere verzamelaars heeft het museum veel te danken Hun gevariëerde belangstelling legde de basis voor de verscheidenheid van de collectie. En dankzij hun gedrevenheid bezit het museum nu als enige in Nederland schilderijen van Van Eyck, Titiaan, Jheronimus Bosch, Pieter Bruegel de Oude en Dalí. In de tweede helft van de twintigste eeuw werden de eigen aankopen van het museum steeds talrijker, maar nog altijd profiteert het museum van de generositeit van verzamelaars. Zo verwierf het museum in 1981 dankzij het echtpaar Van Beuningen-de Vriese een omvangrijke verzameling pre-industriële gebruiksvoorwerpen.
Adriaan Jacob Domela Nieuwenhuis schonk in 1923 zijn kunstcollectie, die voor een belangrijk deel uit grafische kunst bestond, aan het museum.[7] In 1935 werd het Van der Steurgebouw betrokken, ontworpen door de stadsarchitect Ad van der Steur. Van der Steur en de toenmalige museumdirecteur Dirk Hannema hadden één ideaal: het nieuwe museumgebouw moest een plek zijn waar je naartoe ging om van kunst te genieten. Geen overvolle wanden en slecht licht zoals in het 17e-eeuwse Schielandshuis, maar een modern gebouw dat geheel was toegerust voor zijn taak.
Een zwarte bladzijde in de geschiedenis van het museum was de aankoop van een valse Vermeer. Han van Meegeren verkocht in 1937 aan het museum, de "pas ontdekte" Emmausgangers van Vermeer. Maar het was geen echte Johannes Vermeer maar een echte Van Meegeren, geschilderd in de stijl van Vermeer zo bleek later. Van Meegeren had veel vooraanstaande kunstkenners, inclusief Boijmans Van Beuningen directeur Dirk Hannema, om de tuin geleid.
In 1958 verwierf[8] het museum de collectie van havenbaron D.G. van Beuningen. Dat was zo’n mijlpaal dat de naam van het museum werd veranderd in Museum Boijmans Van Beuningen.[9]
Ook aan andere particuliere verzamelaars heeft het museum veel te danken Hun gevariëerde belangstelling legde de basis voor de verscheidenheid van de collectie. En dankzij hun gedrevenheid bezit het museum nu als enige in Nederland schilderijen van Van Eyck, Titiaan, Jheronimus Bosch, Pieter Bruegel de Oude en Dalí. In de tweede helft van de twintigste eeuw werden de eigen aankopen van het museum steeds talrijker, maar nog altijd profiteert het museum van de generositeit van verzamelaars. Zo verwierf het museum in 1981 dankzij het echtpaar Van Beuningen-de Vriese een omvangrijke verzameling pre-industriële gebruiksvoorwerpen.
In 2004 werd een groot deel van de Koenigscollectie, die in de Tweede Wereldoorlog was verdwenen, aan het museum teruggegeven. In 2005 werd Stichting H+F Mecenaat opgericht; een samenwerkingsverband van Han Nefkens met Museum Boijmans Van Beuningen. Het H+F Mecenaat stelt zich ten doel op een internationaal niveau hedendaagse kunst en kunstenaars te stimuleren en onder de aandacht te brengen van een nieuw publiek. Met behulp van het H+F Mecenaat zijn verschillende aanwinsten mogelijk gemaakt, zoals de installatie "Laat je haar neer" van Pipilotti Rist en de installatie "Notion Motion" van de Deen Olafur Eliasson.
Op 20 april 2012 ontving het museum een particuliere schenking met een waarde van 30 miljoen euro. De Rotterdamse galeriehouder en kunstverzamelaar Hans Sonnenberg schonk 15 kunstwerken uit zijn privéverzameling met werken van onder meer Constant Nieuwenhuijs, David Hockney en Jean-Michel Basquiat.
gemeenteraad in met de wijziging van het bestemmingsplan in het Museumpark, waardoor plannen voor een bijzonder kunstdepot gerealiseerd konden gaan worden, Depot Boijmans van Beuningen. Depot Boijmans Van Beuningen is ontworpen door architect Winy Maas en moet na voltooiing geheel openbaar toegankelijk zijn. Er zullen 70.000 werken te zien zijn, op een totale oppervlakte van ongeveer 15.000 m2.
Op zondag 26 mei 2019 sloot de toegangspoort van Museum Boijmans Van Beuningen voor een verbouwing. In deze transitieperiode loopt het programma door en blijft de collectie zichtbaar bij buurmusea, het Erasmus MC en in Rotterdamse schoolklassen. Ook reizen topstukken naar musea over de hele wereld. Vanaf 2021 is de hele collectie te zien in het Depot Boijmans Van Beuningen.
In november 2019 werden enkele oudere kunstvoorwerpen uit de collectie in beslag genomen, omdat deze van diefstal afkomstig zouden zijn.
Zomer 2021 werd bekend dat Robbrecht & Daem, de architecten van de nieuwbouwvleugel uit 2003, het museum zou gaan dagvaarden. De Rotterdamse wethouder Bas Kurvers had namelijk een brief naar de gemeenteraad gestuurd dat de vleugel gesloopt zou worden ten behoeve van de renovatieplannen. Volgens de architecten heeft het museum te weinig aannemelijk gemaakt waarom de door hen ontworpen vleugel gesloopt moet worden.
Informatie komt van wikipedia.
0 notes
Text
Waarom kiezen voor Schilder Barendrecht voor uw kunstcollectie?
Het selecteren van kunstwerken van Schilder Barendrecht garandeert een levendige mix van moderne stijl en klassieke elegantie. Stedelijke landschappen en de menselijke ervaring worden vastgelegd in het werk van Barendrecht, dat op elegante wijze de essentie van het moderne leven vastlegt. Elk schilderij vertoont een samensmelting van gebruiken en innovatie, waardoor het een snaar raakt met de esthetische en intellectuele gevoeligheden van de toeschouwers. De boeiende toevoegingen aan elke collectie zijn de stukken van Barendrecht, die door levendige kleuren en opvallende composities emoties opwekken en tot nadenken aanzetten. Door een kunstwerk van Schilder Barendrecht aan te schaffen, verrijkt u uw interieur en loopt u voorop in de moderne kunst.
Binnen de steeds evoluerende arena van de Nederlandse kunst zijn Ridderkerk, Rotterdam en Barendrecht onderscheiden centra van innovatie en stimulering. Met hun afzonderlijke stijlen en standpunten dragen de schilders uit deze contreien bij aan het rijke tapijtwerk van de Nederlandse creatieve geschiedenis. Laten we, om de subtiliteiten van hun kunstenaarschap te onderzoeken, de schilderscènes in Ridderkerk, Rotterdam en Barendrecht eens nader bekijken. Schilder Ridderkerk : A Peep Into Peace
Schilders die de geest van vrede en schoonheid van de natuurlijke wereld willen overbrengen, vinden vaak inspiratie in Ridderkerk, dat verscholen ligt te midden van landelijke vergezichten en rustige landschappen. Het adembenemende landschap van het gebied wordt op doek vastgelegd door schilder Ridderkerk, die een sterke band met het land heeft en een scherp oog voor detail. Kijkers worden aangemoedigd om zich onder te dompelen in vredige momenten van reflectie, waarbij elke penseelstreek een eerbied weerspiegelt voor het pittoreske platteland. Voor iedereen die ze bekijkt, bieden Ridderkerks schilderijen inspiratie en troost door te fungeren als vensters naar een wereld die niet is aangetast door de hectiek van het hedendaagse leven
Het kunstwerk dat uit Ridderkerk komt weerspiegelt de symfonie van tinten en gevoelens, waardoor verhalen ontstaan die een diepe connectie maken met de toeschouwers. Schilder Ridderkerk blaast leven en warmte in landschappen en wekt met zijn genuanceerde gebruik van licht en schaduw gevoelens van verwondering en nostalgie op.Schilderwerken Ridderkerk hebben een blijvende charme die tijd en ruimte doorkruist, of het nu gaat om intieme portretten van het plattelandsleven of idyllische plattelandstaferelen. Het kopen van schilderijen van Ridderkerk is vergelijkbaar met het verwerven van een klein stukje rust: een herinnering aan de schoonheid die overal om ons heen is, maar wacht om opgemerkt te worden. Schilder Rotterdam: het stadsritme oppakken
Schilder Rotterdam werk weerspiegelt de levendige energie en de internationale geest van de stad, heel anders dan de serene omgeving van Ridderkerk. Deze schilder vult hun werk met een gevoel van energie en beweging, beeldinspiratie uit de actieve straten, iconische mijlpalen en diverse samenlevingen van Rotterdam.
Schilder Barendrecht: een combinatie van traditie en innovatie
Barendrecht, een buitenwijk van Rotterdam, verbindt heden en verleden tijdelijk als schakel tussen innovatie en maatwerk. Deze dualiteit wordt weergegeven in de schilderijen vanSchilder barendrecht , die tijdloze en relevante kunst maakt door traditionele benaderingen te combineren met moderne gevoeligheden. De schilderijen van Barendrecht stralen verfijning en elegantie uit door zijn zorgvuldige aandacht voor compositie, kleur en textuur. Hun schoonheid en diepte boeien kijkers. Of het nu gaat om het onderzoeken van landschappen, portretten of abstracte composities, de vaardigheid van Schilder Barendrecht nodigt toeschouwers uit om op een ontdekkingsreis te gaan waar creativiteit en traditie elkaar ontmoeten om iets werkelijk opmerkelijks te produceren. Een caleidoscoop van creatieve expressie, tot slot
De metropolen Ridderkerk, Rotterdam en Barendrecht zijn uitstekende voorbeelden van artistieke wijsheid op het uitgestrekte terrein van de Nederlandse schilderkunst, en ze dragen allemaal bij aan het ironische tapijt van de culturele erfenis van het land. Elke kritische kunstliefhebber kan iets vinden om van te houden en te waarderen in de kunst van Ridderkerk, Rotterdam en Barendrecht, zelfs als hij op zoek is naar enthousiasme in de stad, comfort op het platteland of een mix van traditie en vindingrijkheid.
0 notes
Text
KLEURENPRACHT VAN BOLLENVELDEN IN DE KUNST VASTGELEGD
De bollenstreek lijkt bij uitstek volop inspiratie te geven voor kunst en aan kunstenaars. De kleurenpracht wil en moet op doek. Maar de eigen schilders van de lage landen laten tulp, hyacint en narcis links liggen. Pas wanneer schilders van over de grens de kleuren op hun palet weten te vinden, wagen de Nederlanders zich aan de velden die jaarlijks tijdens de bloei duizenden mensen weten te boeien.
In de reeks "schilders van" bij uitgeverij WBOOKS te Zwolle zijn meerdere titels verschenen. In een handzaam 20x20 centimeter gebonden formaat laat de uitgever Nederland cultureel gezien in kaart brengen. Van Staphorst tot Volendam via de Veluwezoom naar Domburg en Egmond. Details uit de rijke kunstgeschiedenis van de lage landen. Kleine tentoonstellingen op papier met veel kunstwerken en weinig woorden. Althans net genoeg tekst om op een informatieve manier het onderwerp te beschrijven. In mijn kunststukje krijg ik uit de serie de "Duin- en Bollenstreek" onder ogen. Kunsthistoricus Werner van den Belt en journalist Bob Hardus beschrijven de geschiedenis van de bollenvelden vanuit het eigen vakgebied. De historie van de kunst in de streek in leesbare taal geschreven.‘
In vroeger jaren, eeuwen geleden staat geschreven, was er geen sprake van bollenvelden. Wel kregen de destijds kostbare bloembollen afgesloten compartimenten binnen de aangelegde botanische tuinen van welgestelde mensen toegemeten. De tulp werd oorspronkelijk gekweekt voor apothekers, artsen en kooplieden. Later werd deze verhandeld en steeg de bloem snel in waarde. De religieus devote tulp werd symbool van immoreel gedrag, egoïsme en hebzucht. Er ontstond een heuse tulpmanie in de eerste helft van de 17e eeuw. Een windhandel voor snel geldelijk gewin. Op kopergravures staan de weelderige tuinen afgebeeld.
Niet alleen bloembollen staan centraal in het luchtig geschreven boekwerk, ook de ruime geschiedenis rondom dit onderwerp wordt belicht. Zo laten de auteurs weten dat de ooit door Napoleon geroofde kunst de kern wordt van de koninklijke collectie. Directeur van deze eerste openbare kunstcollectie is daarvoor redder van de Keukenhof, een kasteel dat als de meeste landhuizen is verwaarloosd en op de nominatie staat te worden afgebroken. Hij draagt bij aan de groei van de collectie en hangt ook de muren van het kasteel vol met Hollandse Meesters. “We kunnen dus met recht stellen dat de bakermat van onze Nederlandse kunstcollecties zich in de huidige Duin- en Bollenstreek bevindt”, proef ik de trots. En zo is de cirkel rond.
De schilders van de Haagse School leggen zich in eerste instantie toe op het vissersgenre en het duinlandschap. Zij zijn daarin op zoek naar natuurbeleving en vinden inspiratie in de dramatiek van het gewone leven. De beleving van de streek komt evenwel van buiten. Het heeft aantrekkingskracht op schilders van elders die wel de schoonheid van de bollenvelden ontdekken en kunnen verwerken. Vincent van Gogh bijvoorbeeld was de eerste kunstenaar die een bollenveld naar de werkelijkheid schilderde. Althans dat schilderij wordt aan hem toegeschreven hoewel het ongesigneerd is. Het werk toont als een echte ‘van Gogh’, maar Hardus en Van den Belt blijven er vaag over.
De Franse impressionist Claude Monet op zijn beurt was diep onder de indruk van de enorme velden vol bloemen, die een gekmakende kleurenpracht bezaten. Zo werkte de streek magnetisch op de kunst van meerdere buitenlandse schilders. De Nederlanders waagden zich echter nog niet aan de volle primaire kleuren van de bloemen. De Zeeuw Anton Koster was de eerste Nederlandse schilder die zich vol overgave wijdde aan de vertaling van de kleurenpracht van de bollenvelden naar het doek. In het boek staan dan ook een groot aantal schilderijen van ‘de Rembrandt van de bollenschilders’ afgedrukt. Nog allemaal realistische werken, waarin de bloem aan de soort te herkennen is. Koster wordt dan ook naast colorist chroniqueur van de ontwikkeling van de bollenteelt genoemd.
Het schilderen van bollenvelden was geen vanzelfsprekendheid door de felgekleurde bloemen die niet aansloten bij de heersende trend in de laten jaren van de 19e eeuw. Maar juist in het abstracte metier konden de felle kleuren van tulp en hyacint tot bloei komen. Allengs wordt de realiteit dan ook losgelaten en krijgen de bloemen van de bollenvelden een meer abstracte invuling. Een kunstenaar uit China ziet de velden vanuit de lucht wanneer hij aan komt vliegen op Schiphol. Hij is erg onder de indruk en vertaalt deze kennismaking met Nederland in systematisch opgezette kleurige materieschilderijen. Anderen zetten de velden naar hun hand en in eigen stijl, zoals Reinier Lucassen en Theo Lohmann. Het bekende Hollands Glorie van Jan Cremer zet zich af tegen het bekrompen Nederland. Dick Beutick buigt zich over de kenmerkende horizontale lijnen om daarna in stijl van Mondriaan’s boogiewoogie het beeld op te bouwen in kleurige vierkantjes, alsof de bloemen liggen uitgestrooid.
Uiteraard is de duin- en bollenstreek een dankbaar onderwerp voor de fotografie. Tegenwoordig is dat de amateur die een ritje op de zondagmiddag langs de velden doet. Met de camera in de aanslag, want de familie moet op de foto tussen de tulpen. Eerder was het de professionele fotograaf die al vroeg met de toenmalige technieken de kleuren wist vast te leggen. Eerst een uitsnede in de werkelijkheid. Later, in de nieuwe tijd na de oorlog, worden de velden tot monochrome abstracties. Marcel van der Vlugt bijvoorbeeld portretteert bloemen alsof het gezichten zijn, met eigen karakter en de schoonheid van verval. Bijzonder is de vertaling van Andreas Gursky, in scheervlucht lijkt hij over de gekleurde bloemlijnen te vliegen.
Een laatste hoofdstuk gaat over de panorama’s binnen de kunst van de kuststreek. Met Panorama Mesdag als enig overgebleven rondom-schilderij uit de tweede helft van de 19e eeuw. De grote schilderingen waarin je als bezoeker je kon wanen in het landschap werden vooral aangewend tijdens internationale land- en tuinbouwtentoonstellingen. Het decor was ter promotie van de Nederlandse handel en wandel. Alle details van het land samengebracht op een cirkelvormig gespannen doek. De moderne varianten op het panorama brengen heden en verleden samen.
De bollenvelden blijven een enorme aantrekkingskracht houden. Niet alleen in de kunst en door de kunstenaars, die met innovatieve technieken de natuurlijke schoonheid in kleur en fleur kan vastleggen. Waar de schilders eerder in het atelier hun impressie van de streek konden vastleggen, kon men later nadat de verf in tubes kwam en plein air werken. Met veldezel tussen de bloemen de kleurenpracht op doek zetten. En mag Monet dan gek worden van de felle kleuren, de kunstenaars is het toch gelukt deze naar waarheid en in schoonheid vast te leggen. Het boek van “de schilders van de Duin- en Bollenstreek” laat dit smakelijk vorm gegeven zien.
De schilders van de Duin- en Bollenstreek. Auteurs Werner van den Belt en Bob Hardus. Uitgeverij WBOOKS, 2021.
0 notes
Text
Wat een leuke en gevarieerde tentoonstelling is er nu in het museum Singer in Laren! Kunst uit bedrijfscollecties van een aantal grote bedrijven, zoals ABN-AMRO, het AMC en de Rabobank worden tentoongesteld in de expositie Out of office. Wat mij betreft een aanrader.
Wat krijg je te zien? Veel kunst van (ooit) jonge Nederlandse kunstenaars. Bedrijven kochten de werken van deze jonge kunstenaars, enerzijds als investering, anderzijds om de kunstenaars in staat te stellen zich verder te ontwikkelen. Lucas de Man (wat heeft die man toch een fijne stem!) legt in de audiotour uit waarom de curators besloten om bepaalde werken aan te schaffen.
Esther Tielemans
Esther Tielemans
Esther Tielemans
Esther Tielemans
De tentoonstelling geeft een mooi overzicht van 75 jaar Nederlandse kunst in bedrijfscollecties. Kijk ook even rond in het theaterdeel van het Singer, want daar is ook een aantal mooie werken te vinden.
Een van mijn volgende uitstapjes is naar het gebouw van ABN-AMRO , de Circl en de AkzoNobel Art Foundation. Ik ben nu wel erg gemotiveerd om de kunstcollecties van deze bedrijven te gaan bekijken.
Out of office in museum Singer Wat een leuke en gevarieerde tentoonstelling is er nu in het museum Singer in Laren! Kunst uit bedrijfscollecties van een aantal grote bedrijven, zoals ABN-AMRO, het AMC en de Rabobank worden tentoongesteld in de expositie Out of office.
0 notes
Text
Wat weet jij eigenlijk over het Rijksmuseum? Hier een korte geschiedenis.
Het Rijksmuseum opende voor het eerst haar deuren in 1800 in Den Haag, maar de collectie werd al snel verhuisd naar Amsterdam. In 1885 werd het gebouw waarin het Rijksmuseum vandaag de dag in gevestigd is voltooid.
Initiatief voor een rijksmuseum
In 1798 werd door toenmalig minister van financiën Alexander Gogel het initiatief genomen om in navolging van de Fransen een nationaal museum op te richten. De kunstcollecties van de eerdere stadhouders van de Bataafse Republiek waren voor een deel verscheept naar Parijs, maar de overgebleven werken werden verzameld in het eerste nationale museum. Onder deze kunstwerken bevonden zich portretten van de Oranjes, Italiaanse schilderijen en allerlei voorwerpen uit het vaderland die werden aangeleverd door verscheidene staatsinstellingen. Het nationale museum begon bij de opening in 1800 met zo’n 200 werken, maar Gogel kocht samen met museumdirecteur Roos al snel nieuwe werken om de collectie uit te breiden.
Locatie Amsterdam
Lodewijk Napoleon, koning van Holland in de periode 1806-1810, gaf in 1808 de opdracht om de kunstcollectie naar het Paleis op de Dam in Amsterdam over te brengen. In datzelfde jaar werd Amsterdam bovendien aangewezen als hoofdstad en nam Lodewijk Napoleon zelf zijn intrek in het Paleis op de Dam. In het Paleis werd de collectie toegevoegd aan de bestaande Amsterdamse werken die het Paleis rijk was, waaronder de Nachtwacht van Rembrandt van Rijn.
Versplintering kunstcollectie
De opvolgende decennia werd de kunstcollectie niet alleen weer verplaatst, maar werden ook een aantal werken naar verschillende locaties gebracht waardoor de eenheid verloren ging. Het merendeel verhuisde naar het Trippenhuis, een klein stadspaleisje met te weinig mogelijkheden om als nationaal museum te dienen, en verscheidene historische artefacten werden ondergebracht in Den Haag. Er bestond breed gedragen ontevredenheid met de gang van zaken omtrent de nationale kunstcollectie en velen vonden dat het tijd werd voor een nieuw gebouw waarin het nationale museum tot zijn recht kon komen. Pas in 1878 werd er werk gemaakt van deze plannen en werd er gestart met de bouw van het Rijksmuseum.
Pierre Cuypers
Architect Pierre Cuypers kreeg als taak het Rijksmuseum te ontwerpen en hij zocht inspiratie voor zijn ontwerp in de gothiek en de renaissance. Nederland zou Nederland niet zijn als er niet geklaagd zou worden, dus ook bij de bouw van het Rijksmuseum kwam er veel kritiek dat het gebouw ‘te rooms’, ‘te ouderwets’ en ‘on-Nederlands’ was. Ondanks de klachten werd in 1885, zeven jaar na de aanvang van de bouw, het Rijksmuseum geopend. De verdeelde kunstcollectie van weleer werd weer bijeengebracht en door schenkingen uit privécollecties en belangrijke nieuwe aankopen groeide het museum in de eerste jaren enorm.
Verbouwen en uitbouwen
De groeiende collectie zorgde ervoor dat er tussen 1904 en 1916 nieuwe zalen werden aangebouwd en ook in de jaren ’50 en ’60 werden er uitbreidingen gedaan aan het Rijksmuseum. De collectie was inmiddels zo uitgebreid dat er thema-zalen werden ingericht en de bezoekersaantallen groeiden. In de jaren zeventig kende het Rijksmuseum een echte bloeitijd met anderhalf miljoen bezoekers per jaar, deze bezoekers kwamen uit alle windstreken van Nederland en onder hen waren heel veel buitenlandse gasten. De populariteit van het Rijksmuseum had als gevolg dat het gebouw voor de zoveelste keer in zijn geschiedenis niet meer voldoende mogelijkheden bood voor nieuwe kunst en het tevreden stellen van zoveel bezoekers. Wederom ontstonden plannen voor verbouwingen.
Heropening 2013
Door de vele verbouwingen aan het Rijksmuseum waren vele oorspronkelijke ornamenten en architectonische details verloren gegaan. Bij de grootste verbouwing van een nationaal museum tot nu toe die in 2003 van start ging werd echter het motto ‘Verder met Cuypers’ aangehouden. Na meer dan zes jaar uitloop op de bouwplanning en in totaal tien jaar van verbouwen werd in 2013 het hernieuwde Rijksmuseum door toenmalig koningin Beatrix heropend. Er zijn allerlei moderniseringen doorgevoerd, maar toch heeft men de oorspronkelijke bouw van Cuypers weer meer naar voren laten komen. In plaats van thematisch de kunstcollectie te presenteren, wordt de bezoeker van ‘het Rijks’ nu op een chronologische wijze door de geschiedenis van de Nederlandse kunst en cultuur geleid.
0 notes
Text
Generosity of Eye: documentaire over kunstverzamelaar William Louis-Dreyfus
New Post has been published on https://www.112hoogeveen.nl/agenda/generosity-of-eye-documentaire-over-kunstverzamelaar-william-louis-dreyfus/
Generosity of Eye: documentaire over kunstverzamelaar William Louis-Dreyfus
Julia-Louis-Dreyfus-Fotocredits: Gage-Skidmore
William Louis-Dreyfus in Generosity of Eye
Het Drents Museum toont op zondag 18 maart 2018 de film Generosity of Eye, die Seinfeld-actrice Julia Louis-Dreyfus maakte over haar vader William Louis-Dreyfus. De vorig jaar overleden zakenman heeft zijn privéleven aan twee dingen gewijd: Amerikaanse realistische kunst en onderwijs voor kansarme kinderen in New York. De documentaire laat zien hoe zijn passies in één groot gebaar van liefdadigheid bij elkaar zijn gekomen. De vertoning start om 14.00 in de Statenzaal en is gratis toegankelijk voor bezoekers met een entreebewijs van het museum. Conservator Annemiek Rens geeft een korte inleiding op de film. In de tentoonstelling The American Dream zijn werken uit de kunstcollectie van Louis-Dreyfus te zien.
Een vrijgevige blik Een decaan van een Amerikaanse kunstschool zei ooit dat Louis-Dreyfus (1932-2016) een ‘generosity of eye’ had. Hij doelde hiermee op de wijze waarop Louis-Dreyfus met een vrijgevige blik naar kunst keek. Aan het eind van zijn leven besloot hij zijn kunstcollectie van meer dan drieduizend werken te verkopen en de opbrengst aan Harlem Children’s Zone te schenken, een organisatie die hulp biedt aan arme kinderen en hun families in Harlem. Dochter Julia Louis-Dreyfus maakte in 2015 samen met haar echtgenoot de ontroerende film over dit gebaar van haar vader. De documentaire duurt 60 minuten en is Engelstalig (geen Nederlandse ondertiteling).
Weer dromen door kunst Generosity of Eye wordt getoond in het kader van de tentoonstelling The American Dream in het Drents Museum en de Kunsthalle Emden. De internationale tentoonstelling, nog tot en met 27 mei 2018 te zien, geeft een breed overzicht van werken uit het naoorlogs Amerikaans realisme. Binnen en buiten de Verenigde Staten betekent de uitdrukking ‘American Dream’ dat iedereen evenveel kans heeft om iets van zichzelf te maken. Vaak blijkt deze droom eerder een ‘American nightmare’ te zijn: soms is het onmogelijk om uit de vicieuze cirkel van armoede te komen. Generosity of Eye laat zien hoe kunst deze mensen weer liet dromen. Meer informatie is te vinden op: www.visittheamericandream.com.
0 notes
Text
Stedelijk Museum Amsterdam en zijn collectie
Op dinsdag 21 maart 2017 zijn wij naar het Stedelijk Museum in Amsterdam gegaan. Het Stedelijk heeft een vaste collectie die bestaat uit bijna 90.000 objecten. Van die 90.000 objecten zijn er ongeveer 2.500 daadwerkelijk te zien van 1870 tot nu.
Een korte samenvatting van de geschiedenis van het museum: het Stedelijk Museum Amsterdam is opgericht in 1874. In 1895 bevond het zich aan de Paulus Potterstraat, maar sinds 2012 is het gelegen op het Museumplein in Amsterdam-Zuid. Hier zijn ook het Rijksmuseum en het Van Gogh Museum gevestigd. Het oorspronkelijke museum was een bakstenen, neorenaissancegebouw en werd ontworpen door architect Adriaan Willem Weissman. Van 2004 tot 2012 was het gesloten, vanwege de heropening. De nieuwe vleugel is ontworpen door Benthem Crouwel Architekten.
Dit Nederlandse museum wordt internationaal beschouwd als een van de meest invloedrijke musea voor twintigste-eeuwse kunst. Het betreft een verzamelgebied van zowel hedendaagse kunst als fotografie en design. (bron: https://nl.wikipedia.org/wiki/Stedelijk_Museum_Amsterdam)
Wij vonden het erg opvallend dat er van de 90.000 objecten maar 2.500 in het museum te zien zijn. Daarom vroegen wij ons af wat er gebeurd met de andere kunstwerken. Een vaak voorkomend probleem is dat mensen kunst kopen als financieel onderpand. Dit is ook terug te zien in de documentaire die wij in het laatste hoorcollege te zien kregen: The Next Big Thing.
In deze documentaire is te zien dat ondanks de wereldwijde financiële crisis, de prijzen voor hedendaagse kunst blijven stijgen. Je ziet veilingen bij Christie’s en Sotheby’s die steeds weer recorden breken. ‘Het aantal superrijken neemt explosief toe en een groot aantal van hen heeft zich op kunst gestort. Verzamelaars zijn hierdoor steeds machtiger geworden en bepalen meer dan wie ook de smaak van onze tijd.’ Wat zegt dit over de toekomst van de kunst? Dit is een interessant vraagstuk. Het lijkt niet meer op de kunsthandel die we van eerder kennen, het heeft nu de karakteristieken van Wall Street met alle speculaties en marktmanipulaties. (bron: https://www.npo.nl/het-uur-van-de-wolf/27-03-2014/NPS_1236101)
In de documentaire is ook te zien dat een kunstenaar zijn werk verkocht aan iemand die zijn kunst tentoon zou stellen voor publiek, tenminste, dit dacht hij. Dit werk werd echter doorverkocht aan iemand die het als financieel onderpand gebruikt. Kunst blijft namelijk zijn waarde houden. Hier kan je als kunstenaar weinig aan doen.
Om de kunstcollectie van het Stedelijk Museum Amsterdam optimaal te gebruiken, dat zo veel mogelijk mensen het zien, lenen ze collecties uit. Een dergelijke uitleenaanvraag is een lang proces. Hier kan je zo zes maanden mee bezig zijn. Ook is dit zeker niet zonder kosten. Doordat er in het Stedelijk Museum een bibliotheek is, waar alle 90.000 objecten terug te vinden zijn, krijgen ze wel de erkenning die ze verdienen.
0 notes
Text
Museum Boijmans Van Beuningen.
Museum Boijmans Van Beuningen is een museum voor beeldende kunst, gelegen aan het Museumpark in de stad Rotterdam. Het museum bezit creaties op het gebied van beeldende kunst, toegepaste kunst en design. De collectie tekeningen is een van de belangrijkste ter wereld. Boijmans Van Beuningen biedt een overzicht van Nederlandse en Europese kunst, van de vroege middeleeuwen tot in de 21e eeuw. Tot de collectie behoren onder andere de schilderijen 'De kleine toren van Babel' uit 1563 van Bruegel, 'De drie Maria's' van Jan van Eyck, en 'Titus aan de lezenaar' van Rembrandt, maar ook de 'Lippenbank' van Salvador Dalí. De instelling behoort tot de top van de Nederlandse kunstmusea.
Het museumgebouw uit 1935, ontworpen in traditionalistische jarendertigarchitectuur, omvat naast tentoonstellingszalen een prentenkabinet en een bibliotheek.
Het museum ging in 2019 dicht voor een ingrijpende verbouwing. Het Depot Boijmans van Beuningen is sinds 2021 voor het publiek toegankelijk.
Het museum ontstond dankzij het legaat van de verzamelaar Frans Jacob Otto Boijmans (1767-1847) aan de stad Rotterdam in 1841. De schilderijen en andere kunstvoorwerpen werden ondergebracht op de eerste verdieping van het historische Schielandshuis. In 1849 werd in Het Schielandshuis het Museum Boijmans geopend.
Bij een brand op 15 februari 1864 ging een groot deel van de collectie verloren, waaronder 293 van de 480 schilderijen en 700 tekeningen, een kwart van de tekeningen. Dertien van de 31 mappen met tekeningen van Nederlandse kunstenaars verdwenen, de kunstenaars met initialen C tot S bleven behouden. De bibliotheek, prentenkabinet, een verzameling tekeningen van oud-Italiaanse meesters en de porselein-verzameling gingen in zijn geheel verloren. Het redden werd bemoeilijkt doordat het water in de gracht bevroren was en de sleutel van de kunstopslag onvindbaar was.
Na uitkering van de verzekeringspremie werden nieuwe aankopen gedaan waaronder voor de tekeningencollectie 'Christus aan het kruis' van Peter Paul Rubens. Ook door schenkingen werd de collectie daarna weer gestaag aangevuld. Een erfenis van de Rotterdamse kunstverzamelaar Dirk Vis Blokhuyzen in 1869 met onder meer De kantwerkster van Vermeer werd vanwege kostenoogpunt echter afgewezen.
Adriaan Jacob Domela Nieuwenhuis schonk in 1923 zijn kunstcollectie, die voor een belangrijk deel uit grafische kunst bestond, aan het museum. In 1935 werd het Van der Steurgebouw betrokken, ontworpen door de stadsarchitect Ad van der Steur. Van der Steur en de toenmalige museumdirecteur Dirk Hannema hadden één ideaal: het nieuwe museumgebouw moest een plek zijn waar je naartoe ging om van kunst te genieten. Geen overvolle wanden en slecht licht zoals in het 17e-eeuwse Schielandshuis, maar een modern gebouw dat geheel was toegerust voor zijn taak.
Een zwarte bladzijde in de geschiedenis van het museum was de aankoop van een valse Vermeer. Han van Meegeren verkocht in 1937 aan het museum, de "pas ontdekte" Emmausgangers van Vermeer. Maar het was geen echte Johannes Vermeer maar een echte Van Meegeren, geschilderd in de stijl van Vermeer zo bleek later. Van Meegeren had veel vooraanstaande kunstkenners, inclusief Boijmans Van Beuningen directeur Dirk Hannema, om de tuin geleid.
In 1958 verwierf het museum de collectie van havenbaron D.G. van Beuningen. Dat was zo’n mijlpaal dat de naam van het museum werd veranderd in Museum Boijmans Van Beuningen.
Ook aan andere particuliere verzamelaars heeft het museum veel te danken Hun gevariëerde belangstelling legde de basis voor de verscheidenheid van de collectie. En dankzij hun gedrevenheid bezit het museum nu als enige in Nederland schilderijen van Van Eyck, Titiaan, Jheronimus Bosch, Pieter Bruegel de Oude en Dalí. In de tweede helft van de twintigste eeuw werden de eigen aankopen van het museum steeds talrijker, maar nog altijd profiteert het museum van de generositeit van verzamelaars. Zo verwierf het museum in 1981 dankzij het echtpaar Van Beuningen-de Vriese een omvangrijke verzameling pre-industriële gebruiksvoorwerpen.
Adriaan Jacob Domela Nieuwenhuis schonk in 1923 zijn kunstcollectie, die voor een belangrijk deel uit grafische kunst bestond, aan het museum. In 1935 werd het Van der Steurgebouw betrokken, ontworpen door de stadsarchitect Ad van der Steur. Van der Steur en de toenmalige museumdirecteur Dirk Hannema hadden één ideaal: het nieuwe museumgebouw moest een plek zijn waar je naartoe ging om van kunst te genieten. Geen overvolle wanden en slecht licht zoals in het 17e-eeuwse Schielandshuis, maar een modern gebouw dat geheel was toegerust voor zijn taak.
Een zwarte bladzijde in de geschiedenis van het museum was de aankoop van een valse Vermeer. Han van Meegeren verkocht in 1937 aan het museum, de "pas ontdekte" Emmausgangers van Vermeer. Maar het was geen echte Johannes Vermeer maar een echte Van Meegeren, geschilderd in de stijl van Vermeer zo bleek later. Van Meegeren had veel vooraanstaande kunstkenners, inclusief Boijmans Van Beuningen directeur Dirk Hannema, om de tuin geleid.
In 1958 verwierf het museum de collectie van havenbaron D.G. van Beuningen. Dat was zo’n mijlpaal dat de naam van het museum werd veranderd in Museum Boijmans Van Beuningen.
Ook aan andere particuliere verzamelaars heeft het museum veel te danken Hun gevariëerde belangstelling legde de basis voor de verscheidenheid van de collectie. En dankzij hun gedrevenheid bezit het museum nu als enige in Nederland schilderijen van Van Eyck, Titiaan, Jheronimus Bosch, Pieter Bruegel de Oude en Dalí. In de tweede helft van de twintigste eeuw werden de eigen aankopen van het museum steeds talrijker, maar nog altijd profiteert het museum van de generositeit van verzamelaars. Zo verwierf het museum in 1981 dankzij het echtpaar Van Beuningen-de Vriese een omvangrijke verzameling pre-industriële gebruiksvoorwerpen.
In 2004 werd een groot deel van de Koenigscollectie, die in de Tweede Wereldoorlog was verdwenen, aan het museum teruggegeven. In 2005 werd Stichting H+F Mecenaat opgericht; een samenwerkingsverband van Han Nefkens met Museum Boijmans Van Beuningen. Het H+F Mecenaat stelt zich ten doel op een internationaal niveau hedendaagse kunst en kunstenaars te stimuleren en onder de aandacht te brengen van een nieuw publiek. Met behulp van het H+F Mecenaat zijn verschillende aanwinsten mogelijk gemaakt, zoals de installatie "Laat je haar neer" van Pipilotti Rist en de installatie "Notion Motion" van de Deen Olafur Eliasson.
Op 20 april 2012 ontving het museum een particuliere schenking met een waarde van 30 miljoen euro. De Rotterdamse galeriehouder en kunstverzamelaar Hans Sonnenberg schonk 15 kunstwerken uit zijn privéverzameling met werken van onder meer Constant Nieuwenhuijs, David Hockney en Jean-Michel Basquiat.
gemeenteraad in met de wijziging van het bestemmingsplan in het Museumpark, waardoor plannen voor een bijzonder kunstdepot gerealiseerd konden gaan worden, Depot Boijmans van Beuningen. Depot Boijmans Van Beuningen is ontworpen door architect Winy Maas en moet na voltooiing geheel openbaar toegankelijk zijn. Er zullen 70.000 werken te zien zijn, op een totale oppervlakte van ongeveer 15.000 m2.
Op zondag 26 mei 2019 sloot de toegangspoort van Museum Boijmans Van Beuningen voor een verbouwing. In deze transitieperiode loopt het programma door en blijft de collectie zichtbaar bij buurmusea, het Erasmus MC en in Rotterdamse schoolklassen. Ook reizen topstukken naar musea over de hele wereld. Vanaf 2021 is de hele collectie te zien in het Depot Boijmans Van Beuningen.
In november 2019 werden enkele oudere kunstvoorwerpen uit de collectie in beslag genomen, omdat deze van diefstal afkomstig zouden zijn.
Zomer 2021 werd bekend dat Robbrecht & Daem, de architecten van de nieuwbouwvleugel uit 2003, het museum zou gaan dagvaarden. De Rotterdamse wethouder Bas Kurvers had namelijk een brief naar de gemeenteraad gestuurd dat de vleugel gesloopt zou worden ten behoeve van de renovatieplannen. Volgens de architecten heeft het museum te weinig aannemelijk gemaakt waarom de door hen ontworpen vleugel gesloopt moet worden.
Foto's en Informatie komen van wikipedia.
0 notes
Text
Museum Boijmans Van Beuningen.
Museum Boijmans Van Beuningen is een museum voor beeldende kunst, gelegen aan het Museumpark in de stad Rotterdam. Het museum bezit creaties op het gebied van beeldende kunst, toegepaste kunst en design. De collectie tekeningen is een van de belangrijkste ter wereld. Boijmans Van Beuningen biedt een overzicht van Nederlandse en Europese kunst, van de vroege middeleeuwen tot in de 21e eeuw. Tot de collectie behoren onder andere de schilderijen 'De kleine toren van Babel' uit 1563 van Bruegel, 'De drie Maria's' van Jan van Eyck, en 'Titus aan de lezenaar' van Rembrandt, maar ook de 'Lippenbank' van Salvador Dalí. De instelling behoort tot de top van de Nederlandse kunstmusea.
Het museumgebouw uit 1935, ontworpen in traditionalistische jarendertigarchitectuur, omvat naast tentoonstellingszalen een prentenkabinet en een bibliotheek.
Het museum ging in 2019 dicht voor een ingrijpende verbouwing. Het Depot Boijmans van Beuningen is sinds 2021 voor het publiek toegankelijk.
Het museum ontstond dankzij het legaat van de verzamelaar Frans Jacob Otto Boijmans (1767-1847) aan de stad Rotterdam in 1841. De schilderijen en andere kunstvoorwerpen werden ondergebracht op de eerste verdieping van het historische Schielandshuis. In 1849 werd in Het Schielandshuis het Museum Boijmans geopend.
Bij een brand op 15 februari 1864 ging een groot deel van de collectie verloren, waaronder 293 van de 480 schilderijen en 700 tekeningen, een kwart van de tekeningen.[4]. Dertien van de 31 mappen met tekeningen van Nederlandse kunstenaars verdwenen, de kunstenaars met initialen C tot S bleven behouden. De bibliotheek, prentenkabinet, een verzameling tekeningen van oud-Italiaanse meesters en de porselein-verzameling gingen in zijn geheel verloren.[5] Het redden werd bemoeilijkt doordat het water in de gracht bevroren was en de sleutel van de kunstopslag onvindbaar was.
Na uitkering van de verzekeringspremie werden nieuwe aankopen gedaan waaronder voor de tekeningencollectie 'Christus aan het kruis' van Peter Paul Rubens. Ook door schenkingen werd de collectie daarna weer gestaag aangevuld. Een erfenis van de Rotterdamse kunstverzamelaar Dirk Vis Blokhuyzen in 1869 met onder meer De kantwerkster van Vermeer werd vanwege kostenoogpunt echter afgewezen.
Adriaan Jacob Domela Nieuwenhuis schonk in 1923 zijn kunstcollectie, die voor een belangrijk deel uit grafische kunst bestond, aan het museum. In 1935 werd het Van der Steurgebouw betrokken, ontworpen door de stadsarchitect Ad van der Steur. Van der Steur en de toenmalige museumdirecteur Dirk Hannema hadden één ideaal: het nieuwe museumgebouw moest een plek zijn waar je naartoe ging om van kunst te genieten. Geen overvolle wanden en slecht licht zoals in het 17e-eeuwse Schielandshuis, maar een modern gebouw dat geheel was toegerust voor zijn taak.
Een zwarte bladzijde in de geschiedenis van het museum was de aankoop van een valse Vermeer. Han van Meegeren verkocht in 1937 aan het museum, de "pas ontdekte" Emmausgangers van Vermeer. Maar het was geen echte Johannes Vermeer maar een echte Van Meegeren, geschilderd in de stijl van Vermeer zo bleek later. Van Meegeren had veel vooraanstaande kunstkenners, inclusief Boijmans Van Beuningen directeur Dirk Hannema, om de tuin geleid.
In 1958 verwierf het museum de collectie van havenbaron D.G. van Beuningen. Dat was zo’n mijlpaal dat de naam van het museum werd veranderd in Museum Boijmans Van Beuningen.
Ook aan andere particuliere verzamelaars heeft het museum veel te danken Hun gevariëerde belangstelling legde de basis voor de verscheidenheid van de collectie. En dankzij hun gedrevenheid bezit het museum nu als enige in Nederland schilderijen van Van Eyck, Titiaan, Jheronimus Bosch, Pieter Bruegel de Oude en Dalí. In de tweede helft van de twintigste eeuw werden de eigen aankopen van het museum steeds talrijker, maar nog altijd profiteert het museum van de generositeit van verzamelaars. Zo verwierf het museum in 1981 dankzij het echtpaar Van Beuningen-de Vriese een omvangrijke verzameling pre-industriële gebruiksvoorwerpen.
Adriaan Jacob Domela Nieuwenhuis schonk in 1923 zijn kunstcollectie, die voor een belangrijk deel uit grafische kunst bestond, aan het museum.[7] In 1935 werd het Van der Steurgebouw betrokken, ontworpen door de stadsarchitect Ad van der Steur. Van der Steur en de toenmalige museumdirecteur Dirk Hannema hadden één ideaal: het nieuwe museumgebouw moest een plek zijn waar je naartoe ging om van kunst te genieten. Geen overvolle wanden en slecht licht zoals in het 17e-eeuwse Schielandshuis, maar een modern gebouw dat geheel was toegerust voor zijn taak.
Een zwarte bladzijde in de geschiedenis van het museum was de aankoop van een valse Vermeer. Han van Meegeren verkocht in 1937 aan het museum, de "pas ontdekte" Emmausgangers van Vermeer. Maar het was geen echte Johannes Vermeer maar een echte Van Meegeren, geschilderd in de stijl van Vermeer zo bleek later. Van Meegeren had veel vooraanstaande kunstkenners, inclusief Boijmans Van Beuningen directeur Dirk Hannema, om de tuin geleid.
In 1958 verwierf het museum de collectie van havenbaron D.G. van Beuningen. Dat was zo’n mijlpaal dat de naam van het museum werd veranderd in Museum Boijmans Van Beuningen.
Ook aan andere particuliere verzamelaars heeft het museum veel te danken Hun gevariëerde belangstelling legde de basis voor de verscheidenheid van de collectie. En dankzij hun gedrevenheid bezit het museum nu als enige in Nederland schilderijen van Van Eyck, Titiaan, Jheronimus Bosch, Pieter Bruegel de Oude en Dalí. In de tweede helft van de twintigste eeuw werden de eigen aankopen van het museum steeds talrijker, maar nog altijd profiteert het museum van de generositeit van verzamelaars. Zo verwierf het museum in 1981 dankzij het echtpaar Van Beuningen-de Vriese een omvangrijke verzameling pre-industriële gebruiksvoorwerpen.
In 2004 werd een groot deel van de Koenigscollectie, die in de Tweede Wereldoorlog was verdwenen, aan het museum teruggegeven. In 2005 werd Stichting H+F Mecenaat opgericht; een samenwerkingsverband van Han Nefkens met Museum Boijmans Van Beuningen. Het H+F Mecenaat stelt zich ten doel op een internationaal niveau hedendaagse kunst en kunstenaars te stimuleren en onder de aandacht te brengen van een nieuw publiek. Met behulp van het H+F Mecenaat zijn verschillende aanwinsten mogelijk gemaakt, zoals de installatie "Laat je haar neer" van Pipilotti Rist en de installatie "Notion Motion" van de Deen Olafur Eliasson.
Op 20 april 2012 ontving het museum een particuliere schenking met een waarde van 30 miljoen euro. De Rotterdamse galeriehouder en kunstverzamelaar Hans Sonnenberg schonk 15 kunstwerken uit zijn privéverzameling met werken van onder meer Constant Nieuwenhuijs, David Hockney en Jean-Michel Basquiat.
gemeenteraad in met de wijziging van het bestemmingsplan in het Museumpark, waardoor plannen voor een bijzonder kunstdepot gerealiseerd konden gaan worden, Depot Boijmans van Beuningen. Depot Boijmans Van Beuningen is ontworpen door architect Winy Maas en moet na voltooiing geheel openbaar toegankelijk zijn. Er zullen 70.000 werken te zien zijn, op een totale oppervlakte van ongeveer 15.000 m2.
Op zondag 26 mei 2019 sloot de toegangspoort van Museum Boijmans Van Beuningen voor een verbouwing. In deze transitieperiode loopt het programma door en blijft de collectie zichtbaar bij buurmusea, het Erasmus MC en in Rotterdamse schoolklassen. Ook reizen topstukken naar musea over de hele wereld. Vanaf 2021 is de hele collectie te zien in het Depot Boijmans Van Beuningen.
In november 2019 werden enkele oudere kunstvoorwerpen uit de collectie in beslag genomen, omdat deze van diefstal afkomstig zouden zijn.
Zomer 2021 werd bekend dat Robbrecht & Daem, de architecten van de nieuwbouwvleugel uit 2003, het museum zou gaan dagvaarden. De Rotterdamse wethouder Bas Kurvers had namelijk een brief naar de gemeenteraad gestuurd dat de vleugel gesloopt zou worden ten behoeve van de renovatieplannen. Volgens de architecten heeft het museum te weinig aannemelijk gemaakt waarom de door hen ontworpen vleugel gesloopt moet worden.
Informatie komt van wikipedia.
1 note
·
View note