#slecht gebouw
Explore tagged Tumblr posts
Text
December 20, 2024
#rotterdam#de kunsthal#tentoonstelling#beelden#zwart#wit#marmer#slecht gebouw#onmogelijk gebouw#slechte architect#diva#naar loes#thomas j price#kunstenaar#artist#britain#engeland
0 notes
Text
dormakaba Belgium N.V.
youtube
toegangscontrole
deurpomp
Beveiliging en gemak bij Dormakaba België
Bij Dormakaba België staan veiligheid en toegankelijkheid voorop. Ons assortiment beveiligingssystemen is ontworpen om bedrijven en instellingen te helpen hun panden, personeel en bezoekers optimaal te beschermen. Wij bieden producten die passen bij de eisen van de moderne werkplek.
Elektronische sluitsystemen
Sleutels raken kwijt en kunnen makkelijk worden gekopieerd. Daarom bieden wij elektronische sluitsystemen die deze problemen aanpakken en tegelijkertijd flexibiliteit en veiligheid bieden. Met onze producten kunnen bedrijven nauwkeurig bepalen wie toegang heeft tot welke ruimtes en wanneer. RFID-kaarten, PIN-codes, biometrie en mobiele toegang via smartphones maken deel uit van ons aanbod, zodat elke organisatie een oplossing vindt die past bij haar specifieke beveiligingsbehoeften.
Bedrijven die zich bevinden in panden zoals kantoren, ziekenhuizen en hotels profiteren van de mogelijkheid om toegangsrechten gemakkelijk te beheren en aan te passen, zonder dat fysieke sleutels nodig zijn. Onze systemen zijn ontworpen om de veiligheid te maximaliseren en het beheer te vereenvoudigen.
Automatische deuren voor drukke omgevingen
Voor locaties met een hoog bezoekersaantal zijn automatische deuren een onmisbare toevoeging. Ze bieden niet alleen gemakkelijke toegang, maar verbeteren ook de energie-efficiëntie van gebouwen. Onze automatische deuren zijn uitgerust met sensoren en nooduitgangsopties en zijn stil in gebruik. Ze worden veel toegepast in omgevingen zoals luchthavens, ziekenhuizen, winkels en kantoorruimtes, waar ze bijdragen aan een veilige en comfortabele doorstroom van mensen.
Deze deuren zijn ontworpen voor intensief gebruik en zijn een betrouwbare keuze voor bedrijven die willen zorgen voor een soepel verloop van dagelijkse operaties, zonder in te boeten op veiligheid of gebruiksgemak.
automatische schuifdeuren
toegangscontrole systeem
Beveiliging met interlocksystemen
In ruimtes waar een hoog beveiligingsniveau vereist is, zoals banken, laboratoria en gevangenissen, bieden onze interlocksystemen een oplossing. Deze systemen zorgen ervoor dat slechts één deur tegelijk geopend kan worden, wat de kans op onbevoegde toegang verkleint. Interlocksystemen zijn een belangrijk onderdeel van beveiligingssystemen in kritieke omgevingen waar gecontroleerde toegang van het grootste belang is.
Door toegangscontroleopties zoals biometrische verificatie en anti-tailgating technologieën in te bouwen, verhogen deze systemen de veiligheid en beperken ze de risico's op onbevoegde toegang. Ze bieden klanten een betrouwbare manier om toegang te beheren en te controleren.
Eenvoudig bezoekersbeheer
Het beheren van bezoekersstromen is belangrijk voor elk bedrijf. Onze bezoekersbeheersoftware biedt een gebruiksvriendelijke oplossing om alle bezoekers makkelijk te registreren en te monitoren. Dit systeem maakt het mogelijk om gedetailleerde rapporten te genereren en geeft inzicht in wie er op elk moment in het gebouw aanwezig is. Zo verhoogt het de veiligheid en helpt het bedrijven te voldoen aan privacywetgeving.
Bescherming van persoonlijke eigendommen
Lockersystemen en elektronische sleutels zijn van belang in omgevingen waar persoonlijke veiligheid voorop staat, zoals sportcentra, scholen en kantoren. Onze lockers en persoonlijke beveiliging bieden bescherming tegen diefstal en verlies. Met flexibele aanpassingsopties zorgen deze systemen ervoor dat persoonlijke eigendommen veilig blijven, waar ze ook worden gebruikt.
Uitgebreide service en onderhoud
Om ervoor te zorgen dat beveiligingssystemen altijd optimaal functioneren, bieden wij verschillende soorten service- en onderhoudsdiensten. Regelmatig onderhoud en snelle reparaties zorgen ervoor dat onze klanten altijd kunnen vertrouwen op hun beveiligingssystemen. Ons serviceteam staat klaar om te helpen met technische ondersteuning en preventief onderhoud, waardoor de prestaties van alle systemen worden gemaximaliseerd en downtime wordt geminimaliseerd.
schuifdeur automatisch
automatische deursluiter
Duurzaamheid centraal
Onze inzet voor duurzaamheid komt tot uiting in de producten die we ontwikkelen. We richten ons op energie-efficiëntie en gebruiken milieuvriendelijke materialen om onze ecologische voetafdruk te minimaliseren. Door producten te leveren die zowel innovatief als milieubewust zijn, helpen we bedrijven niet alleen om hun beveiliging te verbeteren, maar ook om duurzamer te werken.
Waarom kiezen voor Dormakaba?
Dormakaba België is toegewijd aan het leveren van betrouwbare en innovatieve beveiligingssystemen. Onze producten zijn ontworpen om te voldoen aan de specifieke behoeften van verschillende sectoren, van kleinschalige ondernemingen tot grote instellingen. Met een focus op kwaliteit en klanttevredenheid en een sterke nadruk op duurzaamheid, blijven we een vertrouwde partner voor bedrijven die hun beveiligingsstrategieën willen verbeteren.
automatische deuren
schuifdeuren buitendeur
contact us
dormakaba Belgium N.V. https://www.dormakaba.com/be-nl ADDRESS: Monnikenwerve 17 8000 Brugge PHONE: 050 45 15 70
Facebook
Instagram
YouTube
X
LinkedIn
2 notes
·
View notes
Text
Wat? Fischer ziehen ein Netz ein (1657) door Reinier Nooms, Zwei Fischerkutter in stürmischer See (1831) door Louis Charles Verbroeckhoven, Vor Morgate (1840) door J.M.W. Turner, Raddampfer im Sturm (1863) door Louis Mennet, Gewitter über dem Meer (1847) door Anton Melbye, Küstenfischer (1848) door Andreas Achenbach, Ohne Titel (Studie) (1840) door Andreas Achenbach en Brigg und Lodsenboot (1842) door Jean Antoine Théodore Gudin
Waar? Tentoonstelling Spiegel der Welt – Schlaglichter auf Seestücke aus drei Jahrhunderten in Internationales Maritimes Museum Hamburg, Hamburg
Wanneer? 7 maart 2024
Het Internationales Maritimes Museum Hamburg is groot. Het enorme gebouw telt maar liefst negen etages met werkelijk alles wat met scheepvaart te maken heeft. Van ontdekkingsreizen tot cruiseschepen, van uniformen tot scheepskanonnen, van een gigantisch schip in Lego tot een zeilboot gemaakt van colablikjes. De achtste etage is gewijd aan vier eeuwen schilderkunst over zee en scheepvaart. Uit deze collectie is een overzichtelijke tentoonstelling samengesteld, die al direct op de eerste etage te zien is: Spiegel der Welt. De expositie is overzichtelijk ingedeeld en begint met het land dat in de zeventiende eeuw de scheepvaart domineerde: Nederland. Het land had meer schepen dan Frankrijk en Engeland bij elkaar. De winsten van de wereldhandel maakten van Amsterdam de rijkste en meest innovatieve stad van de wereld.
Reinier Nooms (ca. 1623-1664) schilderde een werk dat onmiskenbaar zeventiende-eeuws Nederlands is. Driekwart van het schilderij bestaat uit wolken. Daaronder vindt de actie plaats: vissers halen hun netten op. Terwijl de boot links nog in de schaduw van donkere wolken ligt, wordt het scheepje rechts verlicht door de zon die voorzichtig door het wolkendek prikt. Nooms was zijn loopbaan waarschijnlijk gestart als zeevarende. Hij signeerde zijn werk dan ook met met ‘R. Zeeman’. Waarschijnlijk was hij leerling bij de beroemde zeeschilder Willem van de Velde de Oudere. Het Amsterdamse Scheepvaartmuseum wijdde in 2022 een tentoonstelling aan deze schilder en zijn gelijknamige zoon.
Is het werk van Nooms opgebouwd uit slechts een paar kleurtonen, dat van de Belgische schilder Louis Charles Verbroeckhoven (1802-1889) is helder van kleur. Zowel de golven als de zeilen van de schepen lichten prachtig op. Niet alleen de schepen zijn prachtig uitgewerkt; dat geldt ook voor de wolkenlucht en de zee. In dat opzicht mag Verbroeckhoven zich, hoewel hij zo’n tweehonderd jaar later leefde, plaatsen in de traditie van de zeventiende-eeuwse Nederlandse schilders van zeegezichten.
Vanaf de achttiende eeuw werd de suprematie op zee overgenomen door het Britse Rijk. Nederlanders, Spanjaarden en Fransen moesten in zeeslagen tegen de Engelsen het onderspit delven. Succesvolle buitenlandse schilders werden naar Groot-Brittannië gehaald. Als het om zeegezichten ging waren dat vooral Nederlanders (zoals de eerder genoemde vader en zoon Van de Velde). Hun invloed op latere Britse schilders van zeegezichten was dan ook groot.
Mijn oog valt op een klein werkje van J.M.W Turner (1775-18510. Geen schilderij, maar een werk in potlood en wit krijt. Turner stond bekend als ‘schilder van licht en atmosfeer’ en in dat opzicht is dit werkje een echte Turner. In enkele verstrengelde potloodstreken geeft de kunstenaar de contouren van een schip weer. Met wit krijt laat hij de zon op de branding schijnen en suggereert hij een kustlijn met een gebouw. In 2020 identificeerde historicus Ian Warrell welk voorval Turner hier had vastgelegd. In 1840 had men bij Margate twee schepen van de Oostindië Compagnie moedwillig laten vastlopen in het zand om te voorkomen dat ze hun lading in een storm zouden verliezen. De lading werd gered en de schepen gerepareerd. We zien hier óf de Claudine óf de Westminster.
Door de Franse revolutie veranderde er veel in de schilderkunst van dat land. Kunstenaars verloren met de aristocratie hun mecenassen en moesten zich aanpassen aan de markt. Ontwikkelingen volgden elkaar snel op. De Parijse Salon van 1824 vormde een waterscheiding in de wijze waarop critici naar kunst keken. Het onderwerp van schilderijen werd ondergeschikt aan het experimentele gebruik van schildertechnieken.
Op het schilderij van Louis Mennet (1829-1875) zien we hoe een raderstoomboot zich een weg baant door de hoge golven. Het kleurenpallet dat de schilder heeft gebruikt voor water en lucht is klein. Deze tonaliteit wordt alleen doorbroken door het rood van het schip. De witte schuimkoppen zijn wollig geschilderd, wat de suggestie geeft van opspattend water. De mensen aan boord worden weergegeven met slechts een aantal willekeurig ogende verfstippen, maar op afstand werkt dit uitstekend.
Bij het bekijken van het schilderij van Mennet, ben ik als landrot blij niet aan boord te zijn. Het doek doet me terugdenken aan een boottocht die ik ooit maakte van Borneo naar het ‘paradijselijke’ eiland Pulau Tiga. Het stormde en de golven waren hoog. Het water was zo wild dat we bij aankomst niet konden aanleggen. Met de bagage boven ons hoofd moesten we naar de kust van het eiland waden. Op het eiland was van het ‘paradijselijke’ niet veel te zien was. Het hele strand lag, als gevolg van de storm, vol aangespoeld hout en andere rommel. De ervaring heeft me geleerd dat ik de zee liever op schilderijen zie dan daadwerkelijk overal om me heen.
In de jaren twintig van de negentiende eeuw ontstond in Denemarken een generatie schilders die sterk beïnvloed was door de Duitse Romantiek. De natuur en het alledaagse leven van vissers gingen het beeld bepalen. Daarbij werd de werkelijkheid vaak geïdealiseerd. Deze Deense ‘Gouden Eeuw’ (althans wat kunst betreft) bereikte tussen 1820 en 1850 zijn hoogtepunt.
Op Gewitter über dem Meer van Anton Melbye (1818-1875) zien we een zeilschip dat in de storm zijn mast is kwijtgeraakt. Het drijft onbestuurbaar op zee. De sfeer van dit werk, maar ook van de andere Deense schilderijen op deze tentoonstelling, is totaal anders dan de werken hiervoor. Er straalt frust van uit, zelfs als er een storm wordt weergegeven. De golven hebben geen witte koppen, maar zijn donker, soms haast zwart. Het schilderij lijkt op te roepen tot existentiële reflectie.
Mede doordat Duitsland niet over een eigen zeemacht beschikte, speelden zeegezichten tot laat in de negentiende eeuw nauwelijks een rol in de Duitse kunst De vlootpolitiek van keizer Wilhelm II bracht daarin verandering. Zeestukken werden propagandamiddel met nadruk op het militaire aspect. Na beide wereldoorlogen verdwijnt deze militaire dimensie grotendeels, ten gunste van een, soms nogal nostalgische kijk op het verleden.
Andreas Archenbach (1815-1910) schilderde aanvankelijk dramatische zeescènes en scheepswrakken. Later ging hij zich meer toeleggen op het weergeven van het alledaagse leven van vissers en zeelui. Op Küstenfischer verbeeldt Achenbach de terugkomst van een Nederlandse vissersvloot met zogenaamde ‘Buisen’. De boten zijn aan het aftuigen. Op de meest linkse boot is al een net in de mast gehangen om te drogen. Een groep mensen draagt de vangst in manden aan land.
De tentoonstelling besluit met een aantal tekeningen. Deze variëren van een tamelijk technische werkschets (Andreas Auerbach) tot een volwaardig kunstwerk (Théodore Gudin).
#reinier nooms#louis charles verbroeckhoven#joseph mallord william turner#louis mennet#anton melbye#andreas achenbach#antoine theodore gudin
4 notes
·
View notes
Text
Maandag | 13-05-2024 | 24°C | Salerno | Dag 1
Vandaag had ik mijn eerste schooldag. Ik moest om 8:30 aanwezig zijn in het gebouw van Accademia Italiana, Via Roma. Vanaf mijn appartement is het zo’n zeventien minuten lopen, een route die bergafwaarts voert. Bij aankomst moest ik een schriftelijke toets maken, een dubbelzijdig A4’tje. De reisorganisatie in Nederland had laten weten dat er ook een mondeling examen zou worden afgenomen, maar dit is uiteindelijk niet gebeurd.
Na het maken van mijn toetsje, wachtte ik in het klaslokaal tot de andere studenten binnendruppelden. Het lokaal was voorzien van een digitaal schoolbord (hypermodern) en een tafel waaraan we met z’n allen moesten zitten, waardoor we weinig werkruimte hadden (enigszins pover, vond ik). De les begon om 9:00 en duurde tot 13:00. Mijn klasgenoten waren – helaas – allemaal niet mijn soort mensen: een handjevol senioren, waarvan een Nederlandse vrouw genaamd José (wat Jose, maar dan op z’n Spaans, werd), een paar Duitsers en een Braziliaanse vrouw; drie Japanners, waarvan een die amper iets begreep van de les en waarvan een ander (die tevens naast me zat) last had (en daardoor ik dus ook) van een zeer slechte adem; en als laatst een oerdegelijke (Germaanse?) meid van rond mijn leeftijd. Al met al zeer teleurstellend. Nog teleurstellender was het tempo waarop we door de les sukkelden. Ik ben blij dat ik thuis in Den Haag een privécursus Italiaans heb gevolgd, want die basiskennis helpt me toch wel veel op weg. Daardoor lag het tempo vandaag in de klas te laag voor mij. Niet dat ik alles foutloos maakte, maar ik had geen tien minuten nodig voor het bedenken van twee zinnen, in tegenstelling tot mijn klasgenoten. De lerares heeft me echter verteld dat ze tijdens de pauze overleg zou plegen om te bepalen of ik wellicht naar een hogere klas mag.
Tijdens de pauze ben ik het schoolgebouw ontsnapt en heb ik voor €1 een vierkanten focaccia bij een bakkertje gekocht. Het was superzonnig weer vandaag en aangenaam warm. Achter onze school ligt de zee, met aan de rechterzijde bergen op de achtergrond en aan de linkerzijde de haven van Salerno.
Na school heb ik een beetje door de straten geslenterd, niet goed wetende wat te doen. Ik ben daarom maar door het centrum gelopen, wat erg klein bleek te zijn. In gedachten begon ik mijn brief aan Cypress te schrijven, met daarin mijn bevindingen van Salerno. Hieruit is het idee voor een blog ontstaan. Zo ben ik erachter gekomen dat Salerno me erg aan Spanje doet denken, al lopen de mensen hier gelukkig niet zo sloom als de Spanjolen (groot irritatiepuntje van mij); Salerno is helemaal niet zo toeristisch en ik ben pas een winkeltje met ansichtkaarten tegengekomen, en pas een McDonalds en een Burger King. Daarnaast is het verkeer in Salerno chaotisch, maar minder eng dan in Napels; je moet gewoon een gaatje vinden en oversteken, de mensen hier stoppen wel.
Bij een barretje heb ik voor €1,80 een caffè con latte gedronken. Het barretje bevond zich naast een groenteboer bij wie de knoflookbollen aan een sliert naar beneden hingen. Daarna ben ik terug naar huis gelopen.
Mijn weg terug is makkelijk te vinden. Ik hoef alleen maar omhoog te lopen en het grote Stadio Donato Vestuti te vinden en vanaf daar weet ik de weg. Mijn flat ligt in een rustige wijk met veel omringende, armetierige flats. Het is geen bijzonder gezellige wijk, maar het is er wel veilig. Ik heb me tot nu toe nergens onveilig gevoeld op straat, overal is veel straatverlichting.
Mijn kamer is werkelijk luxueuzer dan ik ooit had gedacht, het heeft meer weg van een hotelkamer dan van een studentencomplex. Ik heb een ruime kamer met een tweepersoonsbed, een tv waarop ik al mijn favoriete series in het Italiaans heb kunnen kijken (I Simpson, CSI en Criminal Minds), een bureau en een eigen badkamer met een fijne douche. Ik heb een superruim balkon met twee deuren die naar mijn kamer leiden. De keuken deel ik momenteel met een vrouw uit Tsjechië die amper thuis is en wier naam ik steeds vergeet.
Vanmiddag heb ik huiswerk gemaakt en een beetje gestudeerd. Omdat ik weinig werkwoorden ken, kan ik me nog niet goed uitdrukken in het Italiaans. Daar moet gauw verandering in komen, wil ik meer kunnen oefenen met spreken. Ook heb ik mijn ticket voor de ferry naar Positano gekocht voor aankomende zaterdag. Vorige zomer las ik het boek An Italian Summer gelezen, dat zich afspeelde in Positano en aan de Amalfi kust. Prachtige gekleurde huisjes en mooie stranden. Ik kijk ernaar uit. Mijn bezoek aan Amalfi bewaar ik voor volgend weekend.
De taalschool biedt ook culturele uitstapjes aan. Vandaag ontving ik het programma voor deze maand en zag ik al een aantal activiteiten die me aanspraken, zoals een rondleiding in Vietri sul Mare (steenworp afstand), een rondleiding door Salerno (elke maandag; ik doe volgende week mee), een seminario waarbij we de Italiaanse handgebaren uitgelegd krijgen, een bezoek aan een limoncellobedrijf (inclusief degustazione), en zo is er nog veel meer. Genoeg te doen dus. Als ik sportiever was geweest en de juiste schoenen had gehad, was ik ook nog mee gegaan op trektocht in de natuur.
’s Avonds heb ik pasta pesto gekookt (lees: spaghetti gekookt en een potje pesto gekocht) en ben ik na mijn avondmaal eropuit gegaan. Ik ben naar de lungomare (waterkant) gegaan en heb foto’s genomen van de bergen en de feeërieke lucht. Buiten was het aangenaam lauw, niet te warm, maar ook zeker niet te koud. In de korte tijd dat ik in stilte het uitzicht bewonderde, werd ik zeker driemaal geprikt door een mug. Toen besloot ik dat het wel welletjes was en heb ik een andere route terug naar huis genomen.
●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
En dan nog even over mijn reis gisteren: ik was ruim op tijd op Schiphol aangekomen. Eigenlijk onnodig vroeg, want ik vloog door de check-in en de douane heen. Nog nooit zo snel ben ik door het poortje gelopen, waarna ik erachter kwam dat er geen weg terug was en ik voorbij de Appie To Go was gelopen en nu alleen nog maar keuze had uit zielige dure salades, een bruine boterham met kaas voor maar liefst €6,50 of Italiaans eten (maar ja, dat kon ik beter in Italië eten, of niet soms?). Ik zat vast in de Departures 3 hal/hel en vertikte het om zulk duur eten te moeten kopen. Ik had slechts vier proteïnerepen op zak. Na lang wachten vertrokken we. Ik kon niet wachten totdat we stabiel waren, zodat ik mijn slaap kon inhalen. Ik was die dag veel te vroeg wakker geworden en had niet meer in slaap kunnen vallen. Gelukkig kon ik slapen tijdens de vlucht, al werd ik zo nu en dan toch wakker (wat me normaal nooit overkomt).
Om 18:00 landden we in Napels. Het voelde alsof ik al een hele week achter de rug had, maar op het vliegveld in Napels verliep alles snel en vertrok ik al gauw. Ik moest de bus vanaf het vliegveld naar het treinstation nemen, waar ik een treinkaartje naar Salerno zou kopen. Het treinstation in Napels was heel druk en chaotisch. Veel automaten deden het niet en overal stonden rijen. Net zoals in Spanje koop je hier een kaartje met een aangewezen zitplaats. De trein was best luxe. Ik kon even op adem komen.
Het treinstation in Salerno was net zo zielig als het station in Alcala de Henares in Spanje. Vanaf het station moest ik nog twintig minuten naar het appartement lopen. Mijn rugzak was zwaar (zeventien kilo) en mijn tote bag met daarin mijn laptop en zware analoge camera was superonhandig om te tillen. Ik heb gelijk gedoucht toen ik aankwam en daarna boodschappen gedaan (dan merk je pas hoe zuinig je bent). ’s Avonds at ik, met nog steeds niet veel meer in mijn maag dan mijn ontbijt en twee mueslirepen, uit pure trek – en bij gebrek aan vegetarische gerechten – een teleurstellend stukje zalm in een bijzonder typisch restaurantje waar er om 22:00 nog een familie met twee jongen kinderen doodleuk ging eten.
Ik heb zeer goed geslapen die nacht.
2 notes
·
View notes
Text
Gezicht in de Rochussenstraat bij het Unilevergebouw, 1946.
Het voormalig kantoor van Unilever (ook Unilevergebouw) is thans de hoofdvestiging van Hogeschool Rotterdam aan het Museumpark in Rotterdam. Het is tussen 1930 en 1931 gebouwd als hoofdkantoor van Unilever in zakelijk-expressionistische trant naar een ontwerp van architect H.F. Mertens.
Het gebouw ligt precies in de zichtas van het Eendrachtsplein en neemt door zijn architectonische autoriteit een cruciale positie in binnen het stedenbouwkundige plan dat Willem Gerrit Witteveen in 1926 voor dit gebied, het voormalige Land van Hoboken, maakte.
Het wigvormig pand is samengesteld uit twee scharnierende lange kantoorvleugels van vier bouwlagen op een kelderverdieping met een terugliggende derde verdieping langs de Rochussenstraat en de Wytemaweg en een representatieve ingangspartij in de kop van het gebouw aan de Mathenesserlaan. Een dwarsliggend bouwvolume verbindt de verdiepingen van de beide vleugels waardoor de wigvormige binnentuin ontstaat. De vleugels zijn voorzien van een betonskelet met een rationele indeling: over de hele lengte één doorlopende vrije plattegrond slechts doorbroken door een dubbele rij kolommen in het midden van het bouwvolume.
De fotograaf is Gerard Roos en de foto komt uit het Stadsarchief Rotterdam. De informatie komt van Wikipedia.
0 notes
Text
Dystopia Dreams
(ENGLISH BELOW)
Dystopie Dromen Rare dromen die ik had op de nacht tussen Zaterdag 07/12/2024 en Zondag 08/12/2024
Droom 1
Ik kwam toe in het hiernamaals. Er reden verschillende soorten robots rond. Er liepen ook witte mensachtige robots rond. De mensen, die waren gestorven, stonden in een rij voor het hiernamaals. De witte robots namen onze vinger afdrukken en we gingen dan overgezet worden in robots. we hadden dan geen emoties meer, geen slechte emoties althans, en konden ook gedachten draadloos delen, als een soort hivemind. Ik babbelde met een man in de rij en zei tegen hem, "ja ik kan je dan mijn herinneringen tonen van al mijn tekeningen". Ze namen mijn vinger afdrukken en ik moest een pincode ingeven maar dit lukte niet.
Droom 2 Het leek een nieuwe droom, maar ik weet niet zeker of de droom wel nieuw was. De themas waren hetzelfde. Alsook Ik keur slavernij niet goed. We waren van onze tijd naar een dystopische toekomst gestuurd. Er waren slaven en controleurs. de slaven hadden grijze robot pakken en de controleurs hadden witte robot pakken. Geen idee welke van de twee ik was. de grijze slaven hadden een deel van hun brein vervangen om gehoorzaam te worden, maar ze werden vaak agressief. de mensen in de witte pakken moesten ze overmeesteren, en vaak doden. vaak gooiden ze de grijze slaven in de oven. zo stierven ze en werden ze gebruikt om energie op te wekken. de controleurs klaagden dat het project niet lukte. de slaven rebelleerden teveel, en wekten niet genoeg energie op als ze in de oven werden gegooid.
Het gebouw waarin we leefden was gigantisch en leek een school te zijn. Ik had een les genaamd "instagram", het ergste deel van al, maar kon de klas en leerkracht niet vinden. Ik liep dan in het rond en vroeg waar de les doorging. Hopend dat ze niet boos gingen zijn op mij en mij gingen vermoorden. Ik kwam E tegen, een oude vriendin. 1. het gebouw
2. buiten lijkt normaal maar het gebouw bevind zich in een gigantische koepel, zoals in de truman show Maar 3. Ik vroeg me af, als we uit de koepel konden ontsnappen of we niet in een simulatie zaten, een computer simulatie. daaruit konden we niet ontsnappen. We zijn dan gewoon codes in een programma.
Het gebouw werd bewaakt door robots en 'tanken met AI'. E kon een computer hacken, en zo de code van de robots en tanken bewerken waardoor ze niet meer konden doden. We liepen rond, de robots en tanken achtervolgden ons en riepen boos naar ons maar konden niets doen. Doden zat niet meer in hun programma.
Twee vrouwen waren blij met deze gebeurtenis. Ze juichden en deden zelfs een 'dansje'. Een van de andere mensen zag dit. Dansen was teveel expressie en emotie dus dit was verboden. Dus ze moesten de twee vrouwen vermoorden. De robots konden niet meer moorden, maar de mensen wel. Ze namen grote messen en gingen naar de vrouwen. Er was een discussie. Wat konden we doen? Ik zei "Wil je dat we onthouden worden als dansende mensen of als moordenaars?" Dit overtuigde ze om ze niet te vermoorden. Mensen hebben nog altijd emoties.
Toen werd ik wakker. wat een zotte droom, wat een dystopie.
------
------
Dystopia Dreams Strange dreams I had on the night between Saturday 07/12/2024 and Sunday 08/12/2024 Dream 1 I arrived in the afterlife. There were different types of robots walking and riding around. There were also white humanoid robots. The people who had died were standing in line for the afterlife. The white robots took our fingerprints and then we were transferred into robots. we then had no more emotions, no bad emotions at least, and could also share thoughts wirelessly, like a kind of hivemind. I chatted with a man in the line and said to him, "yes I can show you my memories of all my drawings". Then it was my turn. They took my fingerprints and I had to enter a pin code but this did not work. Dream 2 It seemed like a new dream, but I am not sure if the dream was new. The themes were the same. Also I do not approve of slavery. We were sent from our time to a dystopian future. There were slaves and controllers. The slaves had gray robot suits and the controllers had white robot suits. No idea which one I was. The gray slaves had part of their brains replaced to become obedient, but they often became aggressive. The people in the white suits had to overpower them, and often kill them. They often threw the gray slaves in the oven. That way they died and were used to generate energy. The controllers complained that the project was not working. The slaves rebelled too much, and did not generate enough energy when they were thrown in the oven. The building we lived in was huge and looked like a school. I had a class called "instagram", the worst part of all, but could not find the class and teacher. I then walked around and asked where the class was. Hoping that they would not be angry with me and kill me. I ran into an old friend, E. She told me that there were two layers in this world in which we were trapped. 1. the building 2. the outside. The outside seems normal but it is inside a gigantic dome, like in the Truman show
But 3. I wondered, if we could escape from the dome if we were not in a simulation, a computer simulation. We could not escape from that. We are then just codes in a program. The building was guarded by robots and 'tanks with AI'. E could hack a computer, and thus edit the code of the robots and tanks so that they could no longer kill. We walked around, the robots and tanks chased us and shouted angrily at us, but they could not do anything. Killing was no longer in their program. Two women were happy with this event. They cheered and even did a 'dance'. One of the other people saw this. Dancing was too much expression and emotion so this was forbidden. So they had to kill the two women. The robots could no longer kill, but the humans could. They took big knives and went to the women. There was a discussion. What could we do? I said "Do you want us to be remembered as dancing people or as murderers?" This convinced them not to kill them. People still have emotions. Then I woke up. What a crazy dream, what a dystopia.
0 notes
Text
MUSEUM BELVÉDÈRE 20 JAAR : UIT DE KINDERSCHOENEN
Uniek project in overgang tussen bos en huizen
HET UITZICHT VAN BELVÉDÈRE OP DE HEDENDAAGSE KUNST
Na 16 jaar is Thom Mercuur’s droom realiteit. Op woensdag 24 november wordt Museum Belvédère aan de Oranje Nassaulaan geopend door koningin Beatrix. Het gebouw staat als landgoed afsluitend gebouw aan de rand van Oranjewoud. Het vormt de overgang tussen bos en huizen. In een gereconstrueerd parkachtig landschap houdt het museum de balans tussen oud en nieuw in evenwicht. Staatsbosbeheer heeft door een landschapsarchitect de oude lijnen van het barokke park opnieuw laten zetten. Zo is natuur en cultuur een geheel geworden en maakt deze combinatie tot een uniek project.
Dat park wordt ook op 24 november ontsloten, maar zal minder toegankelijk zijn nog als het museum. De maanden komen aan waarin de natuur in winterslaap is en dus slechts de omtrekken van het plan zichtbaar zijn. Wanneer het voorjaar aankomt en de flora ontwaakt, zal deze krant zich in het park laten gidsen door SBB om te weten te komen waarom natuur plaats moest maken voor natuur.
Wanneer de deuren van het museum open gaan is er veel werk verzet door zowel bestuur en directie, als vrijwilligers. In grote aantallen hebben zij zich de afgelopen maanden aangemeld om het museum op poten te zetten en voor nu en in de toekomst staande te houden. Zakelijk directeur Stina van der Ploeg regelt en controleert. Thom Mercuur maakt de tentoonstellingen en verzorgt de vaste collectie. Zo zal dit museum op particulier initiatief zichzelf gaande houden.
“Voor een gemeente is het een uniek gebeuren om zo ver en zo lang mee te denken in een particulier plan”, zegt wethouder Frans Bouwers. “Veel andere gemeenten hadden wellicht met meer aarzeling gereageerd, maar Heerenveen heeft als een soort makelaar alle partijen bij elkaar gekregen voor die plek in Oranjewoud.”
Zonder de steun van de gemeente Heerenveen, de provincie Fryslân en Rijks- en Europese fondsen via SNN (Samenwerkingsverband Noord-Nederland) zou het museum niet gerealiseerd zijn. Maar in de exploitatie wordt niet gesubsidieerd. De schilderijen en tekeningen die getoond worden komen voor een groot deel uit privé collecties en zijn in bruikleen aan het museum gegeven. Ook een deel van het bezit van Mercuur is aan de vaste collectie toe gevoegd. Het museum laat moderne en hedendaagse kunst zien, waarin de Friese kunstenaars de kern van de collectie vormen.
“Belvédère is een versterking en een aanvulling op museum Willem van Haren”, vindt directeur Minette Albers. “We hebben afgesproken regelmatig met elkaar te spreken over de afstemming van het tentoonstellingsbeleid.”
“ER IS RUIMTE VOOR DIT MUSEUM”
“Het museum draagt mijn stempel”, zegt Thom Mercuur. “Mijn opvolger zal wel uit een andere generatie komen met mogelijk andere inzichten. Wat ik doe heeft een subjectief beeld, het is mijn idee. Objectief kun je geen museum maken. Dit is een olieverf en terpentijn museum. Dat is de beperking die ik mezelf stel. Een geconcentreerde collectie. De mensen moeten de liefde voelen waarmee het is uitgezocht en met wie het heeft gemaakt.”
“Ik heb eigen ervaring en kennis van de verschillende andere facetten van het museumbedrijf”, zegt Stina van der Ploeg. “Dat is een goede aanvulling op de inhoudelijke kennis van zaken die Thom meebrengt. Het is belangrijk dat deze podia voor moderne en hedendaagse kunst er zijn in Friesland. Dat je niet voor alles naar de Randstad hoeft. Er is ruimte voor dit museum. Het heeft uitstraling. Op het hele museumbestand in Friesland is het een goede aanvulling. Er is geen museum specifiek voor moderne hedendaagse kunst. Er is wel eens een tentoonstelling met moderne kunst, maar het is niet structureel in de collectie terug te vinden.”
Geboren is Stina niet van hier, wel getogen. Ze studeerde kunstgeschiedenis en werkte bij een uitgeverij als redacteur. Daarna was ze beleidsmedewerker kunst en cultuur bij de gemeente Hengelo en in Leeuwarden. Hiervoor was zij interim-hoofd bureau collecties van het Rijksmuseum in Amsterdam.
“Nu ben ik zakelijk directeur van museum Belvédère. Het is geen kant en klare organisatie, maar van de grond af nieuw. Dat is voor iedereen spannend en voor mij een enorme uitdaging. Er is al veel werk verricht en er is aan beeldvorming gedaan. Ik zal dat beeld verder versterken en uitdragen.”
“We kunnen niet alles laten zien”
“Ik spreek met kunstenaars waar ik wat mee heb”, laat Thom weten. “Van de anderen sluit ik me af, daar kan ik niets mee. Veel kunst gaat aan mij voorbij. Ik zou me alleen bezig houden met autodidacten. Dat slaat nergens op, want wat kan het mij interesseren of iemand wel of niet op de academie heeft gezeten. Maar het toeval wil dat. Puur daarom.”
“Het wordt geen museum van het grote geweld. Er moet een innerlijke bewogenheid zijn. Het gaat om de stilte die het uitstraalt. Er moet een emotie in zitten.” Mercuur vindt niet dat zijn idee zich laat omschrijven. Het zal te zien zijn wanneer het museum open gaat. “De schilder heeft een fascinatie, die hem zijn leven lang bezig houdt. Ik vind het leuk om relaties aan te brengen. Er zullen veel mensen in het museum komen, die daaraan voorbij gaan. Maar je doet het altijd voor die enkeling. Naast de vaste collectie zijn er de wisselende tentoonstellingen, die hebben inhoudelijk altijd iets te maken met de vaste collectie. Er moet een verband inzitten, ik kan geen uitersten aan brengen tussen de tentoonstelling en de vaste collectie.”
“We kunnen niet alles laten zien”, vult Van der Ploeg aan. “De collectie van de bruikleengevers is vrij groot. De vaste collectie kan daardoor wisselen, want er is blijvend te putten uit die bruiklenen.”
“Het is een breed bedrijf”
Het zijn niet alleen Friese schilders. Dat zou niet goed zijn, daar hebben de Friezen te veel niveau voor. Ze zijn het waard om naast de andere internationale schilders, waarmee ze raakvlakken hebben, te hangen. Mercuur probeert ze op die plaats te zetten waar ze thuis horen, omdat ze beslist niet minder zijn.
“Waar Thom vooral de inhoudelijke kant doet”, zegt Van der Ploeg, “doe ik de financiële en de personele zaken, de pr en marketing. Thom zorgt voor het inhoudelijke deel van de publicaties en gezamenlijk werven we fondsen of subsidies. Er is een museumwinkel en een restaurant. De bibliotheekcollectie is door Thom samengesteld, waarvoor samen met de vrijwilligers een systeem wordt opgezet. De kunstcollectie wordt beheerd en digitaal geregistreerd. Een heel pakket voorzieningen om de collectie te kunnen ontsluiten. Het museum is een breed bedrijf. Dit is een unieke omgeving met een prachtig pand. Wanneer de stofwolken straks zijn opgetrokken en de natuur weer tot leven komt, dan staat daar een mooi gebouw wat zich zal vullen met kunstwerken.”
“Een artistieke kwaliteit”
Het museum heeft een enthousiast en betrokken bestuur, vindt Thom. “We weten van elkaar wat we niet kunnen. Dat is belangrijker dan te weten wat we wel kunnen. Ik hoef niet uit te leggen wat ik doe. Ze weten dat ik geen tentoonstellingen louter als publiekstrekker maak. Dat wordt een ordinaire toestand. Het gaat mij om een artistieke kwaliteit, daar moet het museum in uitblinken. Door fijnzinnigheid, door gevoel, door smaak. Dat moet het zijn.”
“Nu het steeds concreter wordt is er al veel aandacht voor het museum”, ondervindt Stina. “Op dit moment verkoopt het zichzelf. Het wordt goed gevolgd, de mensen zijn heel enthousiast. Er zijn al vragen voor bezoeken, voor rondleidingen van grotere groepen en bedrijven. We zijn bezig met arrangementen en buigen ons over cultuureducatie.”
Het museum is gemakkelijk bereikbaar. Langs de plek waar Jan Mankes woonde, terwijl even verderop Boele Bregman begraven ligt, het museum hoort hier thuis. Voor zijn gevoel laat Thom het neusje van de Friese kunst zien. Er kunnen echter maar een beperkt aantal werken van iedere schilder hangen.
“Hoeveel dat er precies zijn is een gevoelskwestie. Bij het inrichten ben ik alleen in een leeg gebouw, en heb al die kunstwerken om me heen. Dan dient zich ineens iets aan. Dat is altijd zo. Er komt altijd iets uit de hemel vallen. Daar is die hemel ook altijd voor geweest. Zelfs twee dagen voor de opening komt er nog een schilderij binnen, waarvan ik denk: tjongejonge, had ik dat maar eerder gehad!”
“VERTROUWEN IN DE IDENTITEIT”
In 1998 benadert Thom Mercuur het stichtingsbestuur van de uitzichttoren Belvédère. Hij wil een museum voor moderne en hedendaagse Friese kunst in Tjaarda’s Bos zetten. Dat spreekt het bestuur aan, omdat daarmee de mogelijkheid er is de combinatie toren en museum goed te exploiteren. Het plan wordt echter in 2000 door de staatssecretaris weggestemd, omdat het niet past in de ecologische structuur. Hans Wezenaar en Jaap van den Kerkhoff staan op het punt de handdoek in de ring te gooien, maar willen toch nog een keer Oranjewoud in en iedere mogelijkheid bekijken. Nog steeds zien ze iets in het plan en de gedachte die erachter zit. Het terrein achter landgoed Oranjewoud blijkt de geëigende plek.
Museumbestuur voorzitter Hans Wezenaar is van mening dat kunstliefhebbers en ondernemers best samen kunnen gaan.
“Wij houden het zakelijke, het commerciële en het haalbare in de gaten. Terwijl de kunstman het creatieve deel ziet. We hebben elkaar goed leren kennen en respect gekregen voor de visie die Thom met betrekking tot de realisatie van dit unieke museum heeft. Wij, als “cultuurbarbaren” wat de schilderkunst betreft, kenden de kunstwereld niet maar vinden die uitermate interessant. In het bedrijfsleven heb je ook lang niet van alles verstand, maar je luistert naar argumenten waarom men iets doet. De argumenten om dit museum in te richten zijn goed. Wij denken altijd in heel simpele formules, de kunstmensen hebben vaak een andere benadering. We luisteren naar elkaar en laten Thom vrij in de identiteit van het museum. Daar hebben wij alle vertrouwen in. Thom heeft een heel speciale gevoelsmatige benadering, daarmee krijgt een tentoonstelling extra inhoud. In iedere tentoonstelling zit een emotioneel element, wat het meer dan alleen maar een commerciële benadering geeft. Thom is heel belangrijk. De collega directeur Stina van der Ploeg en een grote groep vrijwilligers, mensen die zich inspannen om dat museum goed te laten werken, zijn net zo belangrijk. De totale identiteit, in onze terminologie de marketing van dit museum, is niet Thom. We maken daar gebruik van. De mensen die met deze materie bekend zijn geven daar een invulling aan die aanvullend is op de kennis van Thom. Hij is een belangrijke initiatiefnemer, hij bepaalt de creatieve kant van het geheel. Maar het museum heeft een breder platform dan één persoon.”
“Een uniek geheel”
“Belvédère is het enige Nederlandse museum dat is gespitst op regionale kunstenaars. Die identiteit is de basis van het museum. Dat is de kern, daarnaast zijn er verbindingen met stijlverwanten. Dat is een heel sterke identiteit, die is verbonden met stilte en natuur. Dat wordt buiten in het museumpark gerealiseerd. Die combinatie maakt het uniek. Het geeft een extra dimensie. Natuurliefhebbers kunnen zich in Oranjewoud prachtig vermaken en zullen belangstelling hebben voor de kunst. Mensen die voor de kunst komen zullen het geweldig vinden buiten van het fantastische gereconstrueerde Oranjewoud te genieten. Het is nu kaal, maar daar moeten we doorheen kijken. Als het straks klaar is, het begint te groeien, komt er echt een uniek geheel naar voren. Staatsbosbeheer heeft het over 111 soorten paddestoelen, over verschillende vogels en vleermuizen. Wanneer je die mensen hoort spreken wordt je erg enthousiast. Wij hebben net zoveel moeite met het kappen van al die bomen als vele bewoners van Oranjewoud en Heerenveen. Maar wanneer je iets bijzonders in de toekomst wilt hebben, dan was deze kap en deze reconstructie noodzakelijk. Het is een prestigeproject van Staatsbosbeheer, die er bekendheid aan geeft in de communicatie. Door deze twee facetten samen te nemen wordt de uitstraling naar buiten toe in belangrijke mate bepaald.”
Voordat een museum draait moet alles bestuurlijk goed georganiseerd zijn. Het bestuur van de stichting Museum Belvédère exploiteert het museum . Onder de stichting Museum Belvédère Oranjewoud valt het onroerend goed. De stichting Vrienden van Museum Belvédère zorgt financieel voor de private ondersteuning.
“Het is een stuk cultuur in Heerenveen dat een prachtige aanvulling is op de sport en andere activiteiten. Daarom wordt de link van Sportstad naar Belvédère gelegd. Dat betekent een wederzijdse kruisbestuiving. Het museum is een levenswens van Thom. Hij zit nu in een periode dat het er op aan gaat komen. Nu is er de vertaalslag. Dat maakt hem nerveus en dat is logisch. Iedere artiest is vlak voor het opkomen nerveus. Anders werkt het niet.”
Archiefstuk: Heerenveense Courant november 2004.
#heerenveense courant#thom mercuur#stina van der ploeg#hans wezenaar#jaap van den kerkhoff#museum belvédère
1 note
·
View note
Text
Thermae Palace: Waarom is het zo slecht gesteld met het iconische gebouw? https://www.indegazette.be/thermae-palace-waarom-is-het-zo-slecht-gesteld-met-het-iconische-gebouw/?utm_source=dlvr.it&utm_medium=tumblr
0 notes
Text
Kunstdepot bij COVRA heropend, aan de slag met zoekwoorden onderzoek en zelf een keer 'in the picture'
Afgelopen half jaar stond in het teken van persoonlijke ontwikkeling. Ik heb veel over mijzelf en communiceren met anderen mogen leren met coach Astrid Hartog en ook veel geleerd van de boeken 'Omringd door idioten' en ' Omringd door slechte bazen en luie werknemers'. Deze zijn erg komisch geschreven en het maakt bepaald gedrag van mensen in je omgeving toch ook op een leuke manier inzichtelijk. Waarom gedraagt iemand zich op een bepaalde manier? En hoe zorg je dan dat je iemand wel bereikt, wanneer hij/zij ergens met de spreekwoordelijke 'totaal andere bril/hoed' naar kijkt? Er zat voor mij een grote mate van herkenbaarheid in en heeft me inzicht gegeven in bepaalde dynamieken, zowel thuis als op het werk.
Kunstdepot heropend Het kunstdepot in het opslaggebouw voor laag- en middelradioactief afval (LOG) bij COVRA is begin februari heropend. Gasten konden die dag ervaren dat bewaren een kunst op zich is. Gedeputeerde Harry van der Maas verzorgde het openingswoord en archeologe Marie-France van Oorsouw vertelde iets over het belang van afval en de mooie dingen die je er in kan vinden. Onno Bakker (directeur Maritiem Muzeeum Zeeland) en Jan Boelen (algemeen directeur COVRA) openden het vernieuwde depot vervolgens door met veegwagens door een stapel verhuisdozen van het depot te rijden. De gasten konden het depot daarna uitvoerig bekijken.
Omroep Zeeland heeft nieuwsbericht geschreven over de heropening van het kunstdepot in het LOG (opslaggebouw voor laag- en middelradioactief afval) bij COVRA. Ook was Gabrielle Bouwman van het muZEEum woensdag 7 februari Zeeuw van de Dag bij Omroep Zeeland op de radio.
Opening TLG bij COVRA Precies een maand later hadden we opnieuw een opening; 7 maart is het Transport- en LogistiekGebouw (TLG) geopend. De collega's van transport hebben nu eindelijk hun nieuwe gebouw om vanuit te werken met hun vrachtwagens en emballage. De interne opening heb ik helpen voorbereiden, het was leuk om zoiets voor collega's te doen (ook al was ik die dag van de opening zelf op skivakantie).
Overname van een oude kerncentrale Later die maand werd bekend dat COVRA eigenaar wordt van de voormalige kerncentrale in Dodewaard. Niet alleen de PZC berichtte hierover, maar ook Omroep Zeeland en de NOS. Zeeuwen gaan volgens directeur Harald Schoenmakers helemaal niets merken van de overname. Schoenmaker is directeur van het Nederlands Elektriciteit Administratiekantoor (NEA), eigenaar van de aandelen van GKN. “Bij de centrale in Dodewaard werken drie mensen, die blijven daar werken. Alleen de aansturing en alles wat daarmee te maken heeft, gebeurt door COVRA.” En dat betekent concreet vooral aandacht voor de sloop van de centrale, die zo’n tien jaar duurt. “Maar daar gaan natuurlijk jaren van voorbereiding aan vooraf.” COVRA wordt daarmee dan ook verantwoordelijk voor de ontmanteling van de oude kerncentrale.
Leesvoer: Jaarrapport 2023 Begin mei is het Jaarrapport van 2023 gepubliceerd. Dit is te downloaden via de COVRA website. In dit rapport is meer te lezen over thema’s en projecten die in 2023 in de aandacht stonden bij COVRA. Naast het verslag van de directie en van de Raad van Commissarissen is ook de jaarrekening onderdeel van het rapport.
Veilige opslag radioactief afval van kernenergie TW (Technisch Weekblad) heeft een verhaal geschreven over een veilige opslagplek voor kernafval voor de komende 200.000+ jaar. Op woensdag 29 mei verscheen dit verhaal over de oplossing voor radioactief afval van kernenergie op hun website, waarin algemeen directeur van COVRA Jan Boelen is geïnterviewd.
Marketing social media en speciale objecten In 2024 zijn we verder gaan de slag gegaan met marketing op META (het moederbedrijf van Facebook, Instagram en Whatsapp). Momenteel promoten we landkaartjes van provincies, met de woonplaatsen waar COVRA in de loop der jaren radioactief afval heeft opgehaald.
Het kaartje met ophaalpunten van radioactief afval in heel Nederland
Het doel van deze promotie op Facebook en Instagram is meer bezoekers naar onze website krijgen, en dan met name op de pagina: https://www.covra.nl/nl/radioactief-afval/waar-wij-radioactief-afval-hebben-opgehaald/. Dat gaat voorlopig best aardig!
Ook laten we sinds april speciale objecten uit de Voorlichting bij COVRA zien op social media. Denk dan aan radioactief behang, een verzameling aan radioactieve stenen of een portret van één van de Radium Girls.
Zoekwoorden onderzoek website In het verlangde van deze wensen en doelen is er ook een een zoekwoorden onderzoek gedaan voor de COVRA website. Hiermee kun je zien waar mensen in zoekmachines als Google op zoeken en hoe vaak ze dan bij COVRA als informatiebron terechtkomen. Betreft radioactief afval in Nederland is het natuurlijk wel de bedoeling dat mensen ons gemakkelijk kunnen vinden, dus we hebben onze website weer iets op aangepast naar de wensen van Google.
Foto's en video over de bouw van het MOG We hebben een nieuwe video gemaakt over ons nieuwe gebouw, het Multifunctioneel OpslagGebouw (MOG). Deze ging over de visie van de eindgebruiker. Eerder zijn er video's gemaakt over het vergunningstraject en het ontwerp van de installaties. Ook ben ik regelmatig met onze huisfotograaf op de bouwplaats te vinden, om het proces van het ontstaan van zo'n opslaggebouw in beeld te brengen. De foto's en video’s zijn te zien op de projectpagina, maar ook op YouTube, Facebook, LinkedIn, Instagram en Twitter.
Intranet - projectmatig werken Mogelijk krijgt COVRA, net als vele bedrijven, een intranet voor de interne communicatie. Ik heb een projectvoorstel geschreven, de projectgroep opgericht en het plan van aanpak met planning is akkoord bevonden. Eerder dit jaar heb ik een enquête uitgezet onder collega's met de vraag naar hun behoeftes betreft zo'n intranet. Momenteel werk ik die behoeftes en andere bevindingen die hieruit naar voren kwamen uit in een rapport.
Zelf 'in the picture' Ook stond ik begin juli zelf in de Medewerkersrubriek op social media van COVRA. Ik vond het leuk om dit 'van de andere kant' ook eens mee te maken! Het verhaal is niet alleen gepubliceerd op LinkedIn, maar ook op Facebook en Instagram.
#communicatie#bedrijfsjournalistiek#social media#facebook#Instagram#linkedin#persoonlijke ontwikkeling#coach#medewerkersrubriek#verhaal#coaching#interne communicatie#externe communicatie#kunstdepot#COVRA#LOG#HABOG#opslaggebouw#kunst#dekunstvanhetbewaren#PZC#Omroep Zeeland#media#NOS#Jaarrapport#Jaarrapport 2023#jaarverslag#website#TW#Technisch Weekblad
0 notes
Text
De evangeliste
En opnieuw hield ik een pleidooi voor de poëzie. Steeds drie keer op een middag in iemands tuin. Mijn ooit bedachte titel 'Is poëzie voor Hogere Wezens?' begint zich om te vormen naar 'Is poëzie voor minderheden?'. Slechts een handjevol mensen verschijnt steeds. Gisteren voelde ik me opnieuw een beetje een evangeliste. Daarvan zijn er enkele soorten: de lijdzaam wachtende twee mannen en/of vrouwen naast een rolkoffertje met een bescheiden plakkaat waarop zoiets als 'God zoekt U' staat, de zwarte vrouw bij de brug die met een ijzeren blijmoedigheid iedereen toelacht en lichtjes dansend 'Jesus loves you' verkondigt en er is de man op de markt die met een galmende stentorstem zijn evangelische boodschap verkondigt en iedere dominee verslaat als standwerker. Ik vrees dat ik het dichtst bij de zwarte vrouw sta. Maar ik ben genoeg onderwijzeres om te weten dat er meer nodig is om de mens de kracht, liefde en betekenis van poëzie te doen inzien.
De zon scheen vriendelijk, er woei een licht briesje. In de kleine ommuurde stadstuin groeide een wingerd, een klimmende braam barstte van het rode fruit met aan het uiteinde van elke tros een glimmende zwarte die 'pluk me' fluisterde. Rechts van mij kon ik zo enkele blauwe bessen plukken en achter mij lonkten enkele rijpe frambozen. Meerdere keren zong een merel vanaf het dak. Er stonden te veel stoelen en bankjes klaar. De gastheer en gastvrouw hadden een rijkelijke ontvangst georganiseerd. Ik was er klaar voor.
Als met de paar schaarse bezoekers toch het onherroepelijke moment aanbrak om te beginnen, voelde ik mij eigenlijk helemaal niet als de zwarte vrouw maar als een vrouw alleen naast een rolkoffertje en zonder poster. Het is alsof iemand mij een duw in de rug gaf en ik niet anders kon doen dan mijn mond open te doen. Het was niet Calliope die mij duwde, maar eerder Mercurius: de god van de handel, dieven en winst. Ik moest mijn publiek op zijn minst van iets overtuigen – dus toch de man met de galmende stentorstem.
Maar zoals het in het verfijnde spel van de toevallige ontmoeting tussen menselijke wezens gaat, er gebeurden natuurlijk mooie dingen. Iemand zong na afloop van mijn verhaal met licht trillende stem een Fries lied, twee verdwaald lijkende jongens van zeventien waren zeer aandachtig, een van hen schreef zelf gedichten maar, nee, niet om voor te lezen, een dichteres droeg haar liefde voor het Fries voor, een jonge vrouw las een gedicht voor van Joost Oomen ( “...het is moeilijk voor het publiek / om in een gedicht te knijpen...”). Een iets oudere vrouw las een gedicht van Louise Glück voor: “...eindigde de nacht niet, was de aarde niet / veilig toen ze werd beplant / hadden we de zaden niet gezaaid, / had de aarde ons niet nodig, / de wijnstokken, zijn ze geoogst?...” En dat alles terwijl vanuit het gebouw ernaast zachtjes psalmen doordrongen in de tuin.
1 note
·
View note
Text
Ernzen - Trier - Igel
Donderdag 2 mei
Ik ben al vroeg wakker deze ochtend en geniet in de zon van mijn ontbijt tot er enkele bouwvakkers aankomen. Ze zijn bezig op de begraafplaats en willen net een grote laadbak legen met grint. Met veel verontschuldigingen vragen ze of ik mijn deuren en ramen wil sluiten van mijn campertje zodat het stof niet naar binnen waait. Ik geef direct aan dat ik natuurlijk maar te gast ben en rijd mijn campertje gewoon naar de andere kant van de parkeerplaats. En dat was maar goed ook! Wat een stof kwam er vrij. Ook al staat mijn campertje nu wat verder weg, hij wordt alsnog erg stoffig 😂 haha.
Ik pak de laatste spullen in en rij slechts een kleine tien minuten verder naar de watervallen van Irrel. Ik ben de eerste, het is ook nog vroeg net na 9 uur. Hier is na de enorme wateroverlast in juli 2021 een nieuwe hangbrug opgehangen.
De oude houten brug, uit ik meen de jaren 50, is door de watermassa kapotgegaan. De waterval waarover wordt gesproken op de borden, is overigens niet meer dan een stroompje.
Wel is het er schitterend en maak ik nog een korte leuke wandeling van een kilometer of vier langs de rivier naar het plaatsje Prümzurlay en weer terug.
Ik stap weer in de auto en rijdt vandaag naar Trier. Ik ben hier al eens geweest, maar het lijkt mij leuk om hier nog een keer langs te gaan. Daarnaast zou het erg slecht weer gaan worden, regen en onweer, en dan is het altijd prima om in een stad te vertoeven in plaats van wandelend in de bossen. Ik parkeer mijn campertje aan de rand van de stad en via de ‘ groene gordel’ loop ik in een half uurtje naar het centrum. Onderweg is het al drukkend warm. Ik maak een korte stop bij de Kaiserthermen maar ga hier uiteindelijk niet naar binnen.
Ik besluit via het park, langs de paleistuinen door te lopen naar de ‘altstadt’, oude binnenstad, van Trier.
Het is er gezellige druk. Veel Nederlanders hoor ik om mij heen. Helaas worden er net op de markt allerlei witte tenten geplaatst waardoor het mooi zicht op de oude gebouwen enigszins belemmerd wordt.
Ik loop naar de Porta Negra, een prachtig gebouw wat ooit een kerk/klooster is geweest nadat het eerst een stadsmuur was.
Ik koop een kaartje en kan het gebouw van binnen bekijken.
Het is erg mooi en vanaf elke verdieping heb ik een mooi uitzicht over de stad!
Na ruim een half uur (dat is lang voor mij doen) loop ik weer naar buiten. Via allerlei straatjes struin ik zo nog even een tijdje door de stad, totdat ik plots een enorm donkerblauwe lucht zie aankomen. Het gaat vrij snel en dus loop ik ook in een beetje rap tempo terug naar mijn campertje. Met nog een snelle pitstop bij de supermarkt red ik het om droog bij mijn campertje te arriveren. Het rommelt inmiddels wel al behoorlijk. Op de plaats waar ik sta, vrij afgelegen kan ik ook de nacht doorbrengen maar gezien het slechte weer kies ik er toch liever voor om iets verderop op een camping in Igel te gaan staan, mits ze plek hebben. Voor ik daar naartoe rijd bel ik ze eerst en moet ik nog even geduld hebben. Ze bellen mij terug en hebben nog precies een plekje voor mij. Mazzel! Ik rij in een kwartier naar de camping en eenmaal daar aangekomen, blijft het de rest van de middag gewoon heerlijk droog. Ik kan zelf buiten eten!
Wat natuurlijk ook heerlijk is, is eindelijk weer een douche! Wat na een kleine week wat behelpen meer dan welkom is.
Gedurende de middag en avond klets ik nog gezellig met mijn buren. Nederlands stel uit Hilvarenbeek. Zij hebben afgelopen week in de Elzas gestaan en blijven hier nog twee nachten staan voor ze weer huiswaarts keren.
Hmm, dit is een leuke plek misschien blijf ik hier nog wel een nachtje staan als dat mogelijk is. Dat besluit neem ik morgenvroeg als ik iets beter het weer kan inschatten.
0 notes
Text
Training verkeerseducatie voor leerkrachten GLO-scholen
Het Verkeersveiligheidsinstituut (VVI) heeft in samenwerking met de Rotary Club Paramaribo en het ministerie van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur (minOWC) een trainingssessie verkeerseducatie georganiseerd. Dit vond plaats op vrijdag 19 april 2024 in het Lallarookh gebouw. “De jongelingen onder ons zijn de toekomst, derhalve moeten ze gekoesterd en wegwijs worden gemaakt”, gaf de directeur van het Verkeersveiligheidsinstituut, Joanne Adraai, aan. Verder gaf ze het belang van vroege verkeerseducatie aan, waarbij kinderen al op jonge leeftijd kennis moeten maken met het verkeer en weten wat veiligheid in het verkeer inhoudt. De samenwerking tussen het verkeerveiligheidsinstituut, de Rotary en het ministerie van Onderwijs juicht de directeur toe. De president van de Rotary Club Paramaribo, Mirdita Elstak sprak de aanwezigen toe en ging tijdens haar toespraak in op het “Opo Yu Ai” project. Dit project startte als milieuproject, maar nam snel de vorm aan van verkeersveiligheid. “Leerkracht, u redt levens. Vanwege de bewustwording die u al op jonge leeftijd aan onze kinderen zal overdragen. Dit is slechts een olievlek die zich steeds zal verspreiden ter bevordering van onze verkeersveiligheid. Dit is het begin en wij spreken de hoop uit dat dit project landelijk zal worden uitgerold”, aldus Haidy Lindveld die de directeur van Onderwijs vertegenwoordigde. Zij bemoedigde de aanwezige leerkrachten om hetgeen ze tijdens de training zijn bijgebracht, toe te passen. De training werd verzorgd door Purcy Landveld, onderdirecteur Data en Educatie van het VVI. Hij startte de training met de verkeersdata van de afgelopen jaren. Dit gaf de noodzaak van verkeerseducatie aan, omdat er veel jonge mensen betrokken raken bij verkeersongevallen. Tijdens de training kwam ook naar voren dat dit de eerste stap is de permanente verkeerseducatie, die komend schooljaar in het curriculum van de GLO-scholen geïmplementeerd zal worden. De actiepunten en basiszaken van het verkeer werden behandeld. Verder kregen de leerkrachten tools aangereikt hoe ze met de kinderen te werk moeten gaan. Het boekje “Opo Yu Ai” werd als leerstofmateriaal gebruikt. Als laatste moesten de leerkrachten in groepen opdrachten uitvoeren en een korte presentatie doen. Het VVI is ingenomen met de opkomst. Er waren 85 leerkrachten van verschillende GLO-scholen uit de districten aanwezig. Read the full article
0 notes
Text
Top 10 gemeenten met grootste aantal slecht geïsoleerde woningen 2023
Gemeenten met grootste aantal slecht geïsoleerde woningen 2023 In Nederland beoordelen we gebouwen op hun energieprestatie aan de hand van een energielabel. Het energielabel varieert van A tot en met G, waarbij A staat voor een zeer energiezuinig gebouw en G voor een zeer onzuinig gebouw. Het betreft hier woningen met energielabels E,F en G. Lees hier → meer over wonen op deze website. Het…
View On WordPress
0 notes
Text
De belangrijkste redenen om een cv-ketel en hybride warmtepompinstallatieservice te huren in Utrecht
Een ketel die wordt gebruikt voor centrale verwarming verwarmt water, dat vervolgens via leidingen naar warmtewisselaars of radiatoren wordt gestuurd om een gebouw te verwarmen. Gas, olie, elektriciteit en biomassa zijn slechts enkele van de brandstoffen die centrale verwarmingsketels kunnen aandrijven. Deze ketels zijn meestal te vinden in het midden van een gebouw, zoals een bijkeuken of kelder. Nadat het water is verwarmd, wordt het via leidingen naar warmtewisselaars zoals radiatoren geduwd, die de warmte aan de omgevingslucht afgeven.
0 notes
Text
Het poffertjeshuis van Bongers aan de Meent, 12 mei 1977.
De poffertjeskraam op de Meent is zo’n vertrouwd Rotterdams bouwsel, dat weinig mensen zich realiseren dat het ooit door een architect is ontworpen en zelfs een echt staaltje wederopbouwarchitectuur is. Architect van de tearoom Bongers, zoals het restaurant vroeger heette, was Harry Nefkens (1918). Geen echt bekende architect, maar zeer actief tijdens de wederopbouwperiode met vooral woningbouwprojecten. Zijn bekendste werk is waarschijnlijk de woningbouw in Pendrecht aan de Stellendamstraat, bekend onder de bijnaam de Vissenkommen. Ook het Zeemanshuis aan de Willemskade is van zijn hand.
De poffertjeskraam is achthoekig van vorm en heeft een diameter van acht meter. Het gebouw is slechts één verdieping hoog, maar er is wel een kelder met toiletten, opslagruimte en een keuken. Via een liftje is de keuken verbonden met het buffet tegen de achterwand. De kelder is bereikbaar via een open trap. In de tearoom was plaats voor zestig personen. De meeste plaatsen liggen langs de geheel glazen gevel.
De begane-grondvloer ligt 55 centimeter boven straatpeil. Rond het gebouw loopt een luifel. De staalconstructie staat buiten de gevel en geeft het gebouw die frisse uitstraling. De luifel loopt door in het dak; het middendeel van het dak ligt hoger zodat er volop daglicht door de ramen hier binnendringt.
In 1970 zijn er plannen om achter de poffertjeskraam een hotel voor 200 jonge migranten te bouwen. Het wordt enkele jaren later een gewoon kleinschalig woningbouwproject met 42 een- en tweepersoons woningen van Leo de Jonge architecten in voor de jaren zeventig karakteristieke baksteenarchitectuur. In maart 2006 stopt Bongers met de poffertjeskraam, die verkocht wordt aan patatbakker Bram Ladage. Dan ontstaan er plannen het paviljoen en de woningbouw tussen Botersloot en Pannekoekstraat te vervangen door een woontoren.
In 2009 tekent Jeroen Hoorn voor deze ontwikkelaar een bescheidener voorstel met hoge bebouwing langs de Meent; het paviljoen krijgt een nieuwe plek op een verhoogd plein. Door de vastgoedcrisis komt het project niet van de grond en sindsdien is er een nieuw poffertjes- en pannenkoekenrestaurant gevestigd.
De foto komt uit de fotocollectie van het Stadsarchief Rotterdam. De informatie komt van de fraaie site wederopbouwrotterdam.nl
0 notes
Text
Dagboek entry 17 Oktober (eigenlijk de ochtend van 18 Oktober)
Schreven mensen in de ochtend in hun dagboek ipv in de avond?
A lot has happened in the past time-. Ik heb na drie jaar besloten een studie te gaan volgen. Mijn ouders zijn twee uur van ons vandaan verhuisd en mijn vriend en ik hebben sinds een week een eigen plekje. (Het voelt alsof ik een intro aan het schrijven ben voor mijn eigen soap opera.)
Een paar dagen terug stond ik te huilen in mijn vriend zijn armen, omdat ik bang was voor het bestaan en de dood. Dit heb ik altijd wel, maar ik denk dat deze gevoelens het heftigst zijn bij grote veranderingen. Soms voel ik me dan ook onwerkelijk, alsof ik me niet op dit moment in deze wereld bevind, dat ik mijn ogen een keer dicht en open doe en dat het 50 jaar later is of dat mijn leven al geleefd is en ik het alleen maar herleef (dit zijn trouwens best achtste omschrijvingen hoe ik me op verschillende momenten voelde. Bij het verhuizen had ik het gevoel toen ik langs een gebouw liep waar ik elke dag langs zou gaan lopen om thuis te komen. In mijn hoofd keek ik op de tijd op mijn telefoon en zouden de minuten in dagen veranderen. De dagen zouden later in jaren veranderen, totdat een minuut een jaar zou zijn. (…) Toen ik mijn vriend dit verteld en vertelde dat ik een dagboek wilde bijhouden en het niet leuk vond dat het voelt alsof ik veel vergeet (van wat er op een dag gebeurd), zei hij dat dat hoorde bij ouder worden, dat je hersenen selectiever worden in wat je onthoudt. Dit triggered of bevestigde opnieuw het idee wat ik zonet hier boven schetste.
Verder… zou ik een dagboek bijhouden, is het me nog niet gelukt een te vinden en schrijf ik dus nu maar op Tumblr… Dus, over gister.
Ik moest gister naar school, vroeg opstaan, want de les begon om 9.00 (wat betekend dat ik 8.05 in Utrecht ben). We hebben het gehad over de Game Gone Home waar we een essay over moeten schrijven. Die zelfde avond heb ik de game uitgespeeld. Ik vond wel dat het tempo waarin het plotseling ging erg snel werd (ik vond stukjes kaart die me naar het einde van het spel leidden.) Toen ik het spel uitgespeeld had, opende ik het opnieuw en ben ik opzoek gegaan naar de secret diary entry van Mitten, dit was (helaas) een easter egg, maar wel erg schattig. Stiekem had ik gehoopt dat er wat meer diepgang in het verhaal zat, of dat de kat ook wat meer voor had gekomen. Misschien heb ik gewoon niet goed gezocht naar de diepgang (dit wil ik nog wat verder onderzoeken…). Hiernaast zag ik dat veel mensen na het uitspelen van de game vooral zijn gaan collecten; ze hebben alle wc rollen of tissue boxen op bed gelegd, het verhaal herleefd of herschreven met hun eigen ideeën, buttons of cassettes verzameld etc.
Verder die dag zocht ik naar een plek in de bibliotheek, maar het blijkt tentamen tijd te zijn, dus nergens is plek… Ik moet er maar een gewoonte van maken dat ik kamertjes boek om te studeren. (-Ik weet niet waarom maar ik kreeg net de gedachte dat het voelt alsof ik niet vanuit mezelf schrijf, maar vanuit een gemaakt of geïdealiseerde versie van mezelf? Niet slecht bedoeld in elk geval…). Ik heb toen even voor het lokaal gezeten en kreeg toen een mail dat de treinen uitvielen. Ik ben naar huis gegaan en heb daar zelf online de les gevolgd. Ik loop door het verhuizen wel een hoofdstuk achter, dus moet dit snel inhalen… Ik ben dan ook aan het twijfelen of ik verder kan met dansen op de woensdag… Ik heb nu al de helft gemist en heb echt alle tijd nodig om mijn werk op orde te krijgen :|… (Ik heb wel gewoon nog paaldansen op donderdag en voor nu aerials op zaterdag, maar wil eigenlijk drie keer in de week sporten… weet alleen niet hoe, wat en waar).
Oh- misschien moest ik toch wel een papieren dagboek bijhouden, want er zijn wat dingen die ik misschien wel wil schrijven, maar niet hier.
07:59, 18 Oktober 2023 (6 Graden en regen buiten🥹)
0 notes