#daar geen interesse in
Explore tagged Tumblr posts
Text
😭😭😭 dit is zoooooooooo ambetant dit is echt zo vervelend hier heb ik nu echt geen zin in... ook gewoon zo stom want je zou denken dat een 13 in het eerste sem zou meetellen naar het 2de sem toe like ok ja ik ga eerlijk zijn door een misverstand van studie materiaal heb ik wel en zeker niet mijn volledige vak gestudeerd maar in my defence. ik wist dat toch niet !!!! die gast had zo hoofdstukken van filosofie boeken laten afprinten door de school bib en ik ging ervan uit dat ik die teksten online zou kunnen terug vinden (yk geen hele stapels papier gaan laten afdrukken) maar dat was dus niet maar niemand van mn vriendjes had door dat ik dit niet door had en dat je dus echt naar de bib moest gaan en erom vragen EN met de kostuum afdeling hebben we zo elk jaar tijdens de pre-examen periode mandatory fun day (dat natuurlijk nooit op een normale manier gepland wordt) en dat was de dag voor dit examen en like UGH het is allemaal fine het is één examen ik ga er niet van dood maar ik heb dit gewoon echt niet nodig. UGHHH ik ben hier pissed over. meer dan dat ik dacht dus.
#btw staat allemaal op 20 voor m'n dutchies#wel happy met die 17 van kunst & cultuur geschiedenis <3 van bob <3 we krijgen daar geen specifieke feedback van#wat ik op zich wel snap want die man heeft 180 studenten overheen 2 jaren#maar ik zou wel heel graag willen weten wat hij vond van de eindvraag#hij had zo gezegd dat we allemaal iets moesten voorbereiden van kunstwerk analyse#en dat dan op een of andere manier bij zijn lesmateriaal moesten kunnen passen#en ik had voor de les 'verzameling' over het gedichtje geschreven 'ode to the instagram account transport trucks with the word trans in the#- name' (of zoiets in ieder geval het is gemaakt met screenshots van die insta pagina)#en bob is zelf ook dichter en houdt heel erg van onverwachtheiden en als je echt zelf een interesse toont in specifieke kunst#en ja daar had ik het dan over en ook nog op het einde kon ik niet kiezen tussen dit gedicht en een artikel uit the journal of recreational#linguistics wat hij zelf waarschijnlijk heel leuk had gevonden dus dat heb ik dan nog buiten de word count er bij gezet#gewoon als aanrader cause again he likes that#en ja idk niet alleen voor feedback hoor ik zou gewoon heel erg graag met hem een keer koffie doen of zo#maar goed 17 is echt heel hoog trouwens dit is weer zo'n systeem waar niemand boven 18 haalt#en op zich ben ik blij met mn andere punten#en ja die 18 op voorstellingsanalyse da's omdat die prof met pensioen gaat en die wou zelf lief zijn#love hem ook echt spijtig dat hij & kostuumtekenen nu op pensioen zijn#maar goed. dit stoort me. vooral ook omdat dit dan in augustus is#en dan ga ik me daar over stressen terwijl ik in augustus me al ga stressen over wat ik ga doen#om geld te verdienen etc etc AURGH dit zou ook geen probleem zijn als stages betalend waren
0 notes
Text
neopronouns in het nederlands?
TL;DR: I thought it would be a fun exercise to translate some neopronouns to Dutch, so I did! This post will be in Dutch, explaining some background, my thought process, and listing my translations.
Een paar jaar geleden schreef ik een verhaal in het Engels met een hoofdpersoon die neopronouns (neovoornaamwoorden) gebruikt. Sindsdien denk ik er vaak over na hoe ik die naar het Nederlands zou kunnen vertalen. Daarnaast wil ik het ook in het Nederlands kunnen hebben over mensen die Engelse neovoornaamwoorden gebruiken. Voor zover ik weet zijn er nog geen boeken naar het Nederlands vertaald waar neovoornaamwoorden in zitten (ik hoor het graag als die er wel zijn!). Er is wel een Nederlandse versie van pronouns.page waar een aantal neovoornaamwoorden op staan. Sommige zijn uniek aan het Nederlands, andere lijken op Engelse neovoornaamwoorden en een paar zijn vertaald uit het Engels.
Om al die redenen besloot ik zelf te proberen een aantal van deze voornaamwoorden te vertalen. Het begon als een vertaaloefening voor mezelf, maar ik wil het graag delen zodat meer mensen kunnen meedenken. Ik ben geen professionele vertaler, maar ik heb een talenstudie gedaan (Grieks en Latijn) en schrijf fictie in zowel Engels als Nederlands.
NB: Dit zijn allemaal puur suggesties, geen definitieve vertalingen. Input is zeer welkom! Vooral van mensen die zelf neovoornaamwoorden gebruiken en mensen met (ver)taalervaring.
Bij mijn vertaalproces heb ik gekeken naar de klank van de Engelse woorden, hoe ze overeenkomen met andere voornaamwoorden (of ze bijvoorbeeld lijken op vormen van they, he, of she of juist niet) en welke vergelijkbare dingen er in het Nederlands mogelijk zijn. Vaak ben ik op meerdere opties uitgekomen. Mijn doel was niet om op een juiste vertaling uit te komen, maar om te onderzoeken welke mogelijkheden er zijn.
Op dit moment zijn de meest gebruikte genderneutrale voornaamwoorden hen/hen/hun en die/die/diens, of de combinatie daarvan die/hen/hun. Deze kunnen beiden vertaald worden naar they/them/their in het Engels. Maar hoe zit het met alle andere genderneutrale voornaamwoorden die er in het Engels zijn? Voor dit vertaalexperiment ben ik een lijst van neopronouns (neovoornaamwoorden) afgegaan op pronouns.page en heb ik geprobeerd ze allemaal te vertalen. Op die pagina staat ook informatie over waar de voornaamwoorden vandaan komen, mocht je daar interesse in hebben! Wanneer er een vergelijkbare set voornaamwoorden op de Nederlandse versie van de website stond, heb ik die met een link overgenomen; sommige daarvan staan daar gelinkt als vertaling, andere vond ik zelf passen maar zijn niet als vertaling gelinkt.
Voornaamwoorden en mogelijke vertalingen
ae/aer/aer — kan onvertaald blijven.
co/co/cos — optie 1: co/co/con; optie 2: co/co/cor; optie 3: onvertaald. In het Nederlands zijn voorbeelden te vinden van zowel -n, -r, als -s als bezittelijke uitgangen, dus vaak is de keuze in de vertaling een kwestie van smaak (al wordt -r in het algemeen gebruikt voor grammaticaal vrouwelijke woorden). Er is ook nog de -w van ‘jouw’ en ‘uw’, maar die past niet achter een ‘o’.
e/em/eir — optie 1: ie/em/eer; optie 2: ij/em/eer. Bij optie 1 heb ik alleen de spelling aangepast om de uitspraak te behouden. Bij optie 2 heb ik de klank ‘ij’ overgenomen van hij/zij, analoog aan ‘e’ en ‘he/she’. Dat is niet per se nodig, want 'ie' wordt ook al in het Nederlands gebruikt. Officieel is het een verkorte vorm van 'hij', maar door sommige mensen (inclusief mezelf omdat ik altijd dacht dat het van 'die' kwam) wordt het gender neutraal gebruikt. Of je 'ie' als mannelijk of neutraal ervaart zal dus afhangen van hoe je het gewend bent.
e/em/es — optie 1: ie/em/ies; optie 2: ij/em/ies.
ey/em/eir — ee/em/eer.
fae/faer/faer — optie 1: kan onvertaald blijven; optie 2: fee/fee/fees. Bij optie 2 heb ik ‘fees’ gekozen, omdat ‘feer’ de uitspraak van de ee-klank verandert.
hu/hum/hus — optie 1: hu/huum/huun; optie 2: hu/huum/huw. Luister. Dit was mijn enige kans om de -w te gebruiken. Over de dubbele ‘u’: hu/hum zijn de humanistische voornaamwoorden. Op deze manier wordt dus de uitspraak van ‘hu’ uit ‘humaan’ behouden. (In het Engels worden ze dus uitgesproken met een ‘hju’ klank.)
it/it/its — optie 1: het/het/hets; optie 2: het/het/zijn. ‘Zijn’ is officieel het bezittelijk voornaamwoord dat wordt gebruikt bij ‘het-woorden’, maar niet iedereen die ‘het’ voor zichzelf gebruikt zal het fijn vinden om ‘zijn’ te gebruiken. Vandaar ‘hets’ als andere optie.
ne/nem/nir — nij/nem/nir. Bij dit soort uitgangen die in het Engels lijken op ‘they/them/their’, had ik graag iets met ‘hen/hun’ gedaan, maar dit werkt niet zo met de n- aan het begin. Toevallig passen de -em en -ir uiteindes wel bij een mengeling van ‘hem’ en ‘haar’, waardoor het genderneutrale aspect op een andere manier naar voren komt.
ne/nir/nir — optie 1: nij/nir/nir; optie 2: nij/ner/nijr. Optie 2 komt van pronouns.page, maar staat daar niet gelinkt als vertaling.
per/per/per — kan onvertaald blijven (zelfs de etymologie van ‘person’/‘persoon’ houdt stand).
s/he /hir/hir — z/hij /her/hijn. NB: het persoonlijk voornaamwoord (eerste vorm) is s/he, z/hij. Ik heb een spatie gebruikt om de verwarring met de extra / te voorkomen.
thon/thon/thons — dien/dien/diens. ‘Thon’ is een samentrekking van ‘that one’, dus ‘dien’ als samentrekking van ‘diegene’.
ve/ver/vis — optie 1: vij/veer/vis; optie 2: vij/vaar/vijn. Omdat ‘ver’ klinkt als ‘her’ en ‘vis’ klinkt als ‘his’ heb ik bij optie 2 de uitgangen van respectievelijk ‘haar’ en ‘zijn’ gebruikt.
ve/vim/vis — optie 1.1: vij/vim/vis; optie 1.2: vij/vim/vir; optie 2: vij/vem/vijn; optie 3: vij/vijn/vijns. Optie 3 komt van pronouns.page, maar staat daar niet gelinkt als vertaling. Omdat ‘vim’ en ‘vis’ lijken op ‘him’ en ‘his’ heb ik bij optie 2 de uitgangen van ‘hem’ en ‘zijn’ gebruikt. Wat betreft 1.1 en 1.2, vond ik ‘vis’ minder passen bij de andere Nederlandse bezittelijk voornaamwoorden (vergelijk haar, zijn, hun) — ‘vir’ voelde gewoon beter. Daarnaast is ‘vis’ natuurlijk al een woord; ik denk niet dat het verwarrend zou zijn aangezien de woorden verschillende grammaticale functies hebben, maar misschien is het een ongewenste associatie. Deze optie heb ik bij ve/ver/vis/verself hierboven weggelaten, omdat ‘veer’ en ‘vir’ te veel op elkaar lijken. (Twee keer ‘veer’ zou dan nog evt. een optie zijn.)
ve/vir/vis — optie 1: vij/vir/vis; optie 2: vij/vir/vir. Zelfde als 1.1 en 1.2 hierboven.
xe/xem/xyr — optie 1: xij/xem/xyr; optie 2: ex/exem/exyr; optie 3: ex/ex/ex; optie 4: zie/zem/zyr. Deze was moeilijk. De letter 'x' werkt in het Nederlands minder goed aan het begin van een woord, waardoor optie 1 lastig uit te spreken is. Door er een ‘e’ voor te zetten wordt de uitspraak makkelijker, maar alle vormen behalve de eerste zijn daardoor langer en daardoor weer lastiger uit te spreken. Optie 3 lijkt eigenlijk niet meer op het Engels. Daarnaast betekent ‘ex’ ook al wat anders (dit hoeft niet per se een probleem te zijn, homonymen bestaan, maar het kan ongewenste associaties opwekken). Optie 4 zit dichter bij de uitspraak van het Engels, maar daarmee is de 'x' wel verloren gegaan.
ze/hir/hir — optie 1: zie/hir/hir; optie 2: he/zem/hijn; optie 3: he/her/zer. Bij optie 1 heb ik vooral naar uitspraak vs. spelling gekeken en ben ik verder dichtbij het Engels gebleven. In opties 2 en 3 heb ik een poging gedaan om hij- en zij-voornaamwoorden te mengen, net zoals ‘hir’ een mengeling lijkt te zijn van ‘her’ en ‘him’. ‘He’ heeft dezelfde e-klank als ‘ze’.
ze/zir/zir— optie 1: zie/zir/zir; optie 2: zem/zeer/zeer. Hier heb ik weer de spelling aangepast om de uitspraak te behouden. Een ‘ij’-klank werkt hier minder goed omdat je dan gewoon ‘zij’ krijgt. Optie 2 komt van pronouns.page.
zhe/zher/zher — optie 1: zhij/zheer/zheer; optie 2: zhij/zhaar/zhaar. De ‘zh’ vormt een ‘zj’ klank (zoals een Franse ‘j’). Optie 2 had ik zelf bedacht en vond ik toen precies zo ook op pronouns.page.
Tenslotte, ‘nounself’ voornaamwoorden: voornaamwoorden waarbij een zelfstandig naamwoord (‘noun’) als voornaamwoord wordt gebruikt, bijvoorbeeld star/starself of bun/bunself. Technisch gezien valt fae/faer hier ook onder. Vaak (maar niet altijd) gaat het om woorden met één lettergreep waarbij de verbuiging — hier met star als voorbeeld — star/star/stars/starself is. Er zijn ook vormen als fae/faer en cy/cyb/cyber/cyberself waarbij het woord in meerdere vormen wordt verbogen.
Bij deze voornaamwoorden is het een kwestie van een passende vertaling vinden van het grondwoord. Verder kan de vervoeging op dezelfde manier worden overgenomen. Bovengenoemde voorbeelden zou ik vertalen als ster/sterzelf, en nijn/nijnzelf. Fae/faer staat al eerder in de lijst, en ‘cyber’ wordt al als leenwoord in het Nederlands gebruikt en hoeft dus niet vertaald te worden. ‘Nounself’ vertaal ik als ‘woordzelf’ omdat ‘zelfstandig naamwoordzelf’ nogal een mondvol is.
#long post#genderneutrale voornaamwoorden#nonbinair#translation#localization#dutch#neovoornaamwoorden#neopronouns in dutch#voornaamwoorden#vertaling#non-binair
9 notes
·
View notes
Text
Hoi….. hier is Kato weer,
Ja ik beleef dagelijks iets maar ga niet alles aan jullie vertellen. Het moet wel nieuw of interessant zijn om te lezen anders haakt straks iedereen af. Ik vraag me toch wel eens af of ik het niet voor "de kat zn viool" zit te doen, van een enkeling krijg ik wel reacties gelukkig, bedankt daarvoor.
Vandaag dus zo'n dag dat de moeite waard is om te (laten) schrijven. Vanmorgen bij de 2e wandel (de 1e doet het vrouwtje altijd) vond ik het al zo kort dus dacht er komt weer iets. Wel dat klopte, we gingen eerst in de auto, altijd leuk, boodschapjes halen/brengen. Daarna een eind rijden langs een rivier, toen een smal weggetje over en mocht ik er uit en kreeg gelijk de lange lijn aan.
Na een kort loopje stond ik oog in oog met een verre nicht van me denk ik. De baas begon een heel gesprek met haar baas, maar "mijn nicht" mocht niet van haar baas met mij spelen. Iets over ziektes of zo, jammer! Maar zal wel ergens goed voor zijn. Even later bleek er nog een "flinke neef" zich gedeisd op commando, zich achter een bosje te zijn.
Bleken dus beiden van een schapenhouder te zijn en mijn twee familieleden zijn opgeleid om echte schapen te drijven. Je kent ze wel van die hondsoorten die met een hele dikke gekrulde jas bijna wit in groepen in het land zomer en winter rond struinen. Uiteindelijk moest mijn neef een korte demonstratie geven hoe dat in zijn werk gaat. Ik vond het razend interessant (die neef trouwens ook). Dat zou ik ook wel willen leren.
Na een lang lang gesprek gingen we eindelijk verder een leuk land weggetje af, heerlijk wat een nieuwe geuren daar, geweldig. We hebben samen heel wat afgestruind, kwam zelfs een "slapende" haas tegen, had geen ogen meer dus denk een hele diepe slaap. Ik mocht er nauwelijks aan ruiken van de baas, dus weer door.
Op de terugweg moest ik ineens op een boomstam gaan zitten, nou ja, ik moest dus "poseren", snapte er geen reet van. En dat heeft hij wel een paar keer herhaald, snapte er niets van natuurlijk, nu wel kijk maar hier boven. Na deze ervaring zijn we na zo'n drie uur stekkeren weer naar huis gereden, kon ik eindelijk een beetje bij "maffen". Als er weer iets nieuws gebeurt laat ik het weer vermelden. Groetjes,
Kato 🐕
2 notes
·
View notes
Note
Hee :)
Er bestaat wel beeld van Feestje in de keuken en van Pyjamaparty, mocht je daar nog interesse in hebben: https://www.youtube.com/watch?v=dWAwU8_maD0 https://www.youtube.com/watch?v=A7NMd8bwJEU
En ik heb de dvd van Dans van de farao, dus als je geen beeld kan vinden van die liedjes kan ik daar misschien ook mee helpen! Laat maar weten 😊
Ohhh bedankt! Ik zal die posts ff updaten.
En voor Dans van de Farao mis ik alleen Vriend of vriendin (S.O.S.), Voel je die zon en Wat ik wensen zou, maar mochten die deze ronde overleven zal ik je misschien een dm sturen!
2 notes
·
View notes
Text
Over oude Schotse shit
Strandvakantie in Edinburgh
Begin deze maand vertoefde ik tot mijn verbazing in een zonovergoten Edinburgh. Niet het feit dat ik in de Schotse hoofdstad verbleef, verbaasde mij, dat was tenslotte ruim van tevoren gepland, maar dat het er suptropisch warm was, daar had ik niet op gerekend; dat bedenk je niet. 27 graden!
Gelukkig had ik voor vertrek, de baduitrusting staat standaard op de checklist, een zwembroek en een lichtgewicht badhanddoek tussen mijn poncho, regenbroek en zuidwester gepropt. Die kwamen nu mooi van pas. Mijn strandvakantie kon beginnen! Ik hoefde ik alleen nog maar een strand te vinden.
Na ampel speurwerk, Edinburgh is op z’n zacht gezegd geen echte badplaats, vond ik met behulp van Google Maps ergens langs de kustlijn van de Firth of Forth iets dat op een strandje leek. In Wardie Bay, tussen de golfbreker van Newhaven en die van Granton Harbour leek een strook zand zichtbaar. Omdat het op loopafstand lag, besloot ik erheen te gaan.
Wardie Bay
Bij aankomst bleek het grootste deel van Wardie bay ontoegankelijk. Een stijle zeedijk belemmerde de opgang. Ruim een kilometer verder dan gehoopt, vond ik uiteindelijk bij etablissement Old Chain Pier, van de oorspronkelijke pier was overigens niets meer zichtbaar, een doorgang. Om bij de zee te komen was nog wel het nodige klim- en klauterwetk vereist. Maar dat deerde niet. Ik wilde het strand op. Eenmaal onder aan de zeewering viel alles wat tegen. Het strand was amper dertig centimeter breed en het water ijzig koud.
Omdat ik het door alle inspanningen bloedverziekend heet had, nam ik een snel een plons, brrr, en maakte rechtsomkeer.
Terug in het vakantieverblijf bekeek ik de kaart nog eens aandachtig en vond waar het mis was gegaan: Ik had voor het strand nog ruim een kilometer verder moeten lopen. Het strand was geconcentreerd rond de pier van Granton.
Een strand met historie
De volgende dag liep ik de opgang bij de Old Chain Pier voorbij en volgde de kustwal richting Granton. Halverwege trof ik een interessant informatiebord met de titel: Fossils, Feathers and Flowers. Volgens het bord was het door mij gezochte stukje strand een paleontologische vindplaats met een rijke historie. Grote namen uit de natuurhistorie bezochten Wardie bay om er te verzamelen. Louis Agassiz, Hugh Miller en Ramsey H. Traquair deden er geweldige vondsten. Veelal goed geconserveerde fossielen van beenvissen en haaien. Ook is er een amfibie gevonden. Veel van die vondsten liggen nu in het National Museums Collection Centre in Granton. Op een steenworp van de vindplaats dus.
Een coproliet in matrix van een onbepaalde vis uit het Vroeg Carboon. In Wardie bay zijn dit de algemene fossielen.
Fossielen
Eenmaal op het strand kon ik het niet laten even in de voetsporen van Agassiz, Miller en Traquair te treden. Hoe vaak krijg je die kans. In een klein uurtje, ik had mazzel met het lage water, verzamelde ik een aantal fossielhoudende knollen. Precies zoals beschreven op het informatiebord. Helaas bevatten de knollen geen delen van een vissenskelet, dat zou wat zijn geweest, maar met de 340 miljoen jaar oude vissenpoep als inhoud ben ik al meer dan tevreden. Dergelijke vondsten maken een strandvakantie compleet.
Een voor Wardie beach typische Sideriet knol. Met daarin goed zichtbaar een coproliet. De coprolieten die in Wardie Bay gevonden worden kunnen van zoet en zoutwatervissen zijn. Gedurende het Vroeg Carboon moet er op de desbetreffende plek een zoetwatermeer zijn geweest dat zo nu en dan verbonden raakte met de zee, zodat marine fauna’s er toegang toe hadden.
De concentrische lagen, zoals goed zichtbaar in dit exemplaar zijn een typisch kenmerk van de vis coprolieten
Thuis heb ik een klomp doorgezaagd en gepolijst. Hierdoor werd het mogelijk de doorsnee van de coproliet te bestuderen. Onder de microscoop leverde dat interessante beelden op.
In de coproliet zijn duidelijke onverteerde resten zichtbaar. Wat dat durf ik niet met zekerheid te zeggen, maar het lijken wel graten.
Meer lezen
Fossil hunting around the city
Sharks that lived off edinburgh beach brought to life once again
Fossil fish coprolite discoveries on Wardie fossil hunt
Bringing the ancient sharks of Wardie bay back to life
Stan wood and challenging edinburgh fossil site
Granton and Wardie Shore, Edinburgh excursion
Fossil fishes of Great-Britain
#edinburgh#fossiel#fossil#beach#Wardie#Granton#Coproliet#coprolite#carboon#carboniferous#beach fossils#fish#shark
2 notes
·
View notes
Text
TEKENEN NAAR DE NATUUR BIJ GALERIE GETEKEND
Het pure tekenen als kunstuiting is te bekijken in Galerie Getekend. Het directe contact met het materiaal, potlood en krijt op papier. De techniek waar de oorsprong van de kunst gelegen is. Lang verguist en afgedaan als middel om het onderwerp in de vingers te krijgen voordat het werkelijke werk kon worden opgezet. De tekening als schets voor het resultaat. En nog altijd is aan de academies het tekenen geen examenvak. De kunststudent kan zich er niet in specialiseren, het blijft een bijvak – een speeltje voor ernaast, een hobby in de vrije tijd van de professionele kunstenaar. Dat klinkt gechargeerd, een dikke tikkel overdreven, en dat is misschien ook wel zo. Feit is dat het tekenen als zelfstandig en volwassen richting in de kunstwereld nog voortdurend wordt ondergewaardeerd. Hoewel er al wel veel kunstenaars hun emotie tonen in potlood en krijt, met houtskool en inkt.
In de tekeningen zoals nu te zien bij Galerie Getekend speelt de natuur als uitgangspunt van het beelden een belangrijke rol. Het werk is fysiek gelaagd, maar ook in abstracte zin kent de tekening diepgang. Hoewel het getoonde werk natuur ofwel vegetatie als inspiratiebron heeft bedienen de kunstenaars zich van een verschillende techniek en hebben een divers resultaat. Waar de een het objectmatige karakter benadrukt met het landschap als referentie, kijkt de ander microbiologisch achter de schermen van het levend organisme.
Voor Esther IJssels is de natuur een belangrijke bron, maar ze geeft deze niet letterlijk weer. Haar werk beweegt zich tussen het figuratieve en de abstractie in. De beschouwer kan in de tekening een bosrijk landschap zien of er een weelderig grasveld in ontdekken. Maar dat is niet wat IJssels er bewust in heeft getekend. De tekening is opgebouwd uit een speelse opbouw van kriebelende handelingen. Intuïtief volgt de hand de geest, bewegingen worden instinctief gemaakt. Ik weet wat ik zie, maar kan het niet thuis brengen, niet plaatsen in de werkelijke wereld.
Of eigenlijk weet ik helemaal niet wat ik zie, waar ik naar kijk. Maar de compositie heeft wel een herkenbaar kader, een verwijzing naar de omgeving. De krabbels, het kriebelende handschrift prikkelt, het jeukt aan het landschap. Maar het zijn niet de hoogtelijnen van de landkaart, het is niet het bos en zijn niet de bomen, het is niet het wuivend riet en zijn niet de golven van water. Het lijkt op de werkelijkheid, het heeft daar iets van, maar het is niet de zichtbare realiteit. Juist dat maakt de compositie zo interessant. Dat er herkenning is, maar dat er geen identificatie is. Zo zodat ik mijn eigen emotie aan de gevoeligheid van Esther IJssels kan leggen.
In haar werk gebruikt IJssels het effect van licht dat schaduwen vormt. In de tekening brengt zij deze in gradaties zwart krijt aan. Maar in andere composities legt zij het papier over een samenstelling van materiaal. Trekt het vacuüm zodat een tastbare verdieping in reliëf ontstaat. Scheuren in golfbewegingen vangen het licht en de schaduw en sluiten deze op. Ook verwerkt zij wel zogenoemde weefplekken in de tekening. Een stramien dat contrasteert met de belijning in de gehele compositie. Het is voor de kunstenaar een spannende ingreep, want ze snijdt in haar werk - maakt het kapot om het vervolgens te herstellen. Als een lap op het gat in mijn broek.
In het werk van Esther IJssels speelt toeval een rol. Helemaal in de speciale techniek van het vacuüm trekken van het papier. Daarin is geen sturing mogelijk, enkel de compositie van het materiaal wordt bepaald. Ook ontstaat de tekening toevallig, er is van tevoren geen idee van wat op papier zal komen. IJssels begint rechtsboven op het vel en werkt zich zo al tekenend naar de onderrand. De belijning ontstaat onder haar handen. Ze is zelf benieuwd naar waar het toe gaat, welke de beeltenis is die verschijnt. Het groeit naar een grens, een punt waarop ze zegt dat het klaar is en af.
En inderdaad is de leidraad voor de kunst van Marjolein Spitteler de natuur. De natuur als leven. Dus geen portret van de natuur dan wel het landschap op zich. Maar het vastleggen van de natuur als het zijn, het bestaan. Haar passie is de studie van het leven. In eerste instantie op wetenschappelijke basis, de reden waarom Spitteler een biologiestudie deed. Aangezien die manier van kijken naar het leven echter toch niet bij haar denken aansloot, vervolgde Spitteler haar studie aan de kunstacademie. Doordat ze met de eerste studie gewend was geraakt leven te beschouwen op microniveau, uit ze zich nu op papier op eenzelfde gedetailleerde manier.
Door vruchtwijzen te determineren raakt zij de gelaagdheid van leven. Aan de basis lijkt een eenvoudige vorm te staan, maar in werkelijkheid is de geportretteerde natuur veelvormig. Vanuit de achtergrond beweegt de tekening zich via lagen naar een dynamisch geheel. In opbouw zoals een schilderij wordt opgezet, laag over laag naar een nauwkeurig uitgewerkte uitdrukking. Die verbeelding geeft een idee van een vrucht, maar relateert niet altijd aan een bestaande groei. Organismen ontstaan onder haar handen. In het werk is zij een schepper, een creator van leven. In den beginne is er een leeg vel papier. Haar vrucht hoeft in beginsel geen werkelijke spruit te zijn. Er kan uit het zaad van de geest een ander schepsel voortkomen dat de idee van echtheid heeft. Het kan fantasie zijn, maar evengoed zo zichtbaar worden onder het vergrootglas. Leven is namelijk niet te definiëren, het zijn kan maar nauwelijks in woorden omschreven worden. Maar leven kan wel in beelden worden gevat. Woorden schieten tekort, maar beelden omschrijven breedvoerig.
De fascinatie voor het ontstaan van leven spreekt uit de composities van Marjolein Spitteler. Belangstelling, of beter begoocheling, voor natuurlijke vormen in het proces van ontstaan en ontwikkeling. Net als Spitteler in haar tekening groeit, ontwikkelt mijn kijk op haar werk. Langzaam maar zeker kan ik doordringen tot de kern. Het heeft iets ongrijpbaars, het neemt wel mythische vormen aan. De tekening is meer dan alleen een ontwerp of een model voor leven. Het is het leven zelf in staat van verbinding met de omgeving. Maakt er deel van uit, want het is in relatie tot een natuurlijk proces. Het groeit zoals leven dat doet. Voor Marjolein Spitteler is de tekening een proces van zoeken, voor mij is het een zaak van vinden.
Duo-tentoonstelling werken op papier van Esther IJssels en Marjolein Spitteler. Bij Galerie Getekend, Stationsstraat 6 in Heerenveen. Tot en met 16 juli 2023.
#Galerie Getekend#Esther IJssels#Marjolein Spitteler#expositie#art on paper#werk op papier#tekeningen#kunst
2 notes
·
View notes
Text
De ontdekking van de hemel - Onno en Max
Hallo Winters,
Nu dat ik aan het einde van deel drie ben gekomen, voel ik me best wel een beetje teleurgesteld. Niet over het boek, maar meer over de relatie tussen Onno en Max.
In het begin van het boek waren ze zo gehecht aab elkaar, maar nu als ik het boek lees, voel ik meer een ongemakkelijkheid en een apatisch gedrag tussen de twee. Misschien is het doordat ze geen tijd meer voor elkaar hadden of omdat Ada tussen hun "relatie" kwam, maar ik mis hun genegenheid.
In het begin van het boek dacht ik (eigenlijk hoopte ik) dat ze bij elkaar gingen blijven en door de slechtste momenten met elkaar gingen gaan te samen. Hun vriendschap moest bloeien, maar in de plaats daar van brokkelde het af en werd de rest aan Ada gegeven. Het bedrog tussen de twee karakters is ergerlijk, maar realistisch.
Ik vind het gewoon echt jammer dat deze vriendschap, in een manier, een beetje moest eindigen. Ik mis ook Ada. Ze was zo een leuk karakter om over telezen. Ze was interessant, aardig, eerlijk en ik ben echt verdrietig dta ze op zo een manier aan een einde moest komen. Ik hoop echt dat ze wakker word van haar coma!
Josephine :)
2 notes
·
View notes
Text
Deel 3-Hoodstukken 5-9 van De avond is ongemak
Hoodstuk 5
Het is best een korte hoofdstuk dus veel zal er niet te zeggen zijn. Jas is net wakker geworden en gaat naar buiten. Ze wandelt richting de begraafplek van Matthies. Ze was zo vroeg wakker zelf vroeger dan haar vader omdat ze niet kon slapen. Ze zat de hele tijd te denken aan haar poep probleem waarover ze met haar vader had gepraat. En dat haar vader geen oplossing vond in de bijbel, ze was bang dat het niet oplosbaar ging zijn. Ze is naar buiten gegaan om daar te proberen poepen. Uiteindelijk is er diarree gekomen.
Hoofdstuk 6
Het hoofdstuk begint niet echt blij. De moeder zegt plotseling uit het niets dat de dood wil gaan. Ze zegt als er een auto over haar heen rijd dat ze daar geen probleem mee zou hebben. Obbe was er ook bij en reageert zeer hard terug. Hij zegt: 'Ga dan toch lekker dood', Jas probeert hem te kalmeren en zegt dat hij dat niet moest zeggen. Obbe werd daar nog bozer van en gooide zijn Nokia tegen de muur. De Nokia kon zo een harde klap natuurlijk niet aan en dus brak hij in stukken. Toen kwam ook de vader de keuken binnen. Hij voelde aan dat er iets mis ging en toen hij de Nokia op de grond zag liggen werd hij pas echt boos. Hij duwde Obbe tegen de keukenvloer. Obbe zat nog dingen terug te schreeuwen tegen zijn moeder. De moeder wist niet hoe ze moest reageren en bleef ze effe stil. Ze zei: 'zie je wel, ik ben een slechte moeder'. Jas is haar moeder gaan troosten door haar complimenten te geven. De vader zat ondertussen tegen Obbe te schreeuwen terwijl Jas aan haar moeder vroeg of ze echt dood wou gaan. Haar moeder antwoordde heel eerlijk met Ja. Dit was best een hectisch hoofdstuk was ook zeer gruwelijk. Ik denk dat Obbe voor het eerst zijn gevoelens heeft geuit. Hij kon zijn gevoelens en gedachtes niet meer opstapelen. Iedereen is er klaar mee dat de moeder maar niet probeert om verder te leven. Ik snap dat helemaal, het is natuurlijk niet leuk om van je moeder te horen dat ze dood wil. Ik vond het persoonlijk zeer interessant om te lezen. Je kan nu de echte karakter eigenschappen van de personages zien. Je kan zeggen dat Jas altijd voor vrede zoekt en haar broer gewoon dingen in de conversatie gooit.
Hoofdstuk 7
Dit is een droom van Jas die over Belle gaat. Ze zijn dus samen in het bos aan het wandelen, waar Jas ontdekt dat Belle half mens half vos is. Er gebeuren altijd rare dingen in dromen die niet uitlegbaar zijn.
Hoofdstuk 8
Jas kijkt haar ouders toe uit de keuken hoe ze schilderijen ophangen. Hier is er weer een voorbeeld dat toont dat de vader de leiding in het huis heeft. De schilderijen hangen dus schuin de moeder ziet dat en zegt het aan haar man. De vader reageert en zegt dat ze niet schuin liggen. De moeder reageert niet en blijft stil, ze kon niet eens haar mening uiten of ze werd al op haar plaats gezet. Terwijl Jas ook zag dat de schilderijen schuin zaten. Obbe werd pas rond een uur of een in de namiddag wakker omdat hij de vorige avond op een feestje was. Jas wou niet met hem praten omdat ze bang was dat ze bacteriën van hem zou krijgen. En dat ernstig ziek worden. Toen besloot ze samen met haar zus om Het Plan (om naar de overkant te geraken) in actie te brengen. Ze zijn dus naar een brug verder in de dorp gefietst. De echte plan zal pas morgenochtend uitgevoerd worden, maar ze zullen nu al oefenen. Plotseling duwt Jas haar jongere zus het water in. Hanna schrikt super hard en stikt bijna in het water. Uiteindelijk kan Jas haar uit het water halen en wordt Hanna wakker. Ik was super hard geschrokken en wist niet waarom ze dat heeft gedaan, maar ik denk dat ik nu weet wat en waar de overkant is. Het is bij Matthies. Ze willen weer terug naar de oude tijden wanneer Matthies er wel was. Ze willen weer vrede opzoeken. Wat ik wel snap, maar ik vind dat dat niet niet de oplossing is.
Hoofdstuk 9
Hoofdstuk 9 is weer een droom. Deze keer is Jas een stoel en is Hanna de hoofdpersonage in haar droom. Ze is aan het schaatsen, Jas is een mens die in een stoel vast zit. Ze probeert haar zus te beschermen, maar als stoel zijnde kan je niet veel doen. Ze wilt voorkomen dat Hanna ook dood gaat.
Zo dit was het voor deze 5 hoofdstukken. Ik ben bijna klaar met het boek. Ik ben echt benieuwd hoe het zal eindigen, hopelijk niet te droevig. Tot de volgende keer!
Veselina☺︎
2 notes
·
View notes
Text
Aanjager Cultuur & Erfgoed Almelo
De afdeling Cultuur & Erfgoed van Gemeente Almelo organiseerde een diner als kickoff voor een traject om samen met culturele partners van de stad een visie te gaan vormen. Aan mij de opdracht om een gedicht te maken dat de deelnemers aan de avond prikkelt. Het kon wat langer dit keer, dat was ook wel eens interessant.
de stem van de stad
hoe klinkt de stem onder onze stenen wat hoor je als je luistert naar de opengehaalde wegen klinkt ze in elk stuk stad anders en is haar stem ook ergens verdwenen?
op welke plekken is de stad trots en reikt haar stem ver als hoe je op de markt verkoopt waar fluistert ze of beeft haar stem zelfs welke geheimen heeft ze nog voor ons? hoe klinkt de stem uit onze stenen wat hoor je als je luistert naar de gebouwen die zijn verdwenen vertelt ze helder en langzaam over haar doden praat ze haastig en snel waar haar passie ligt kan het zijn dat ze zingt lalt ze als boven de stenen iedereen drinkt?
er zit vuur onder de stenen van de stad en in de handen en harten erboven een energie om te doen en te gaan we weten dat als je ergens licht op schijnt je ook schaduw laat ontstaan daar kunnen we mee leven we zijn thuis op zwartgeblakerde grondlagen de stad met zo veel ruwe en ook zo veel afgewerkte kanten hier leven zo veel verschillende krachten hier liggen zo veel kansen
wat willen we boven de stenen doen voor onze stad, onze schat hoe gaan we haar verzorgen hoe gaan we haar aan de wereld tonen
kom, we laten ze de vlammen zien waarschuwen: wees niet bang voor de energie kijk naar ons samen gemaakte vuur een ondanks-alles-vreugdefeest
want het is Almelo, en je hebt geen idee wat je mist als je er nooit bent geweest
0 notes
Text
A p p e l k l i e k
Part 83620125782624
Ze gaf de journalisten een hand en zei enthousiast: ' Hai, ik ben van Be-Yont, noem me maar Mars.'
Voor 'n journalist van 'Nieuws van de Dag' was dit feestje 'n krent uit de pap. Rijkdom lag niet aan de horizon tijdens grauwe fantasieloze dagen, speurend door stapels papier in stoffige dossiers met writerblocks, deadlines, teveel koffie, bier en te weinig slaap. Streven naar rijkdom lag ook niet in lijn met de roeping, die benijdenswaardige reden waarom ze überhaupt al journalist wilden worden. Een avondje schuren langs het klatergoud van de reklamewereld met champoepel in elegante flutes en de mooiste PR meisjes bracht de journalist misschien geen zakken vol met geld maar wel een plezierige avond zonder 'n lichaam in paniektoestand en 'n hoofd overbelast met stress. Hem sloeg vastberaden ‘n arm om Mars en drukte zijn hand stevig in de bovenarm. Een beschermend gebaar. De hoeder had zijn positie vastgeklonken met ongekende charme. Ze voelde zich vrij en ongenaaktbaar naast deze soulmate, nu ie Yola voorbij was gesneld en de pas had afgesneden. In zijn ferme greep, liefdevol tegen zijn krachtige postuur aangedrukt, kon Hem heel soepeltjes de regie van het gesprek naar zich toe trekken.
'Be-Yont is met 'n groots en diepgaand marketing project bezig. Een project dat de stad zal veranderen en optillen naar een platform van internationale allure.'
Overal ging het hoge tempo van de digitale ontwikkeling en spektakelzucht hand in hand. Door een groter bereik werd publiek massaler en de beurskoers herrees naar gebergtes van puur goud. Waar die precies vandaan kwam wist eigenlijk niemand precies.
Mars knikte instemmend. Ze waren een goed team. ‘Máár, we zijn het er nog niet helemaal over eens of we de publiciteit moeten zoeken via de traditionele mediastrategie', voegde ze er geheimzinnig aan toe. De lijntjes werden korter, alleen de lijntjes op spiegels werden ongeëvenaard langer. Wat wil je, de new age beweging, ooit bespot als de geitenwollensok mens, kreeg lucht. Geen stinkende zweetvoetenlucht maar houtachtige, aardse aroma's en sex als een van cupido's gouden speerpunten alle ruimte, een aantrekkelijke verkooptruc. Boudoirs, toga bacchanalia en slagroomsex. Sex was voor iedereen niet alleen voor de rijken. De vergaderzaal kreeg vele gedaantes en vele lagen. Slimme jongens die van intuïtieve en gevoelsmatige benaderingen op de top van de apenrots wisten te klimmen. Kranten, opgedreven om nieuwe verdienmodellen te zoeken met een catastrophe op sleeptouw van steeds korter wordende lontjes en spanningsbogen, cupido zou er een burnout van krijgen. Onzichtbaar versmolten door opgevoerde entertainmentbranie. Er volgden fusies, cupido onderzocht nieuwe sferen, adverteerders kregen, voetjevrijend, zetels aan dezelfde tafels als die van Raden van Bestuur. Nieuwe goudmijntjes konden worden aangeboord, krantenpagina's verkaveld, letterkolommen doorbroken met peperdure reusachtige reklame's, om de krant interessant te houden. Daar waar nodig voorzag Cupido in speerpunten voor haat en afkeer. In deze vicieuze cirkel, draaiend om meer vreemd vermogen, meer input, meer euforie, raakte de krant onherroepelijk ook meer betrokken bij portemonnees van steenrijke bedrijven. De journalistiek moest niet zeuren, anders kon je vertrekken. Cupido stond altijd standby voor vergelding, goedschiks of kwaadschiks. Wenselijk denken en schrijven. Een advertentie voor wijn met daarnaast een 'wetenschappelijk' artikel over hoe gezond wijn wel niet is. Het kan gewoon, een kwestie van de neuzen dezelfde kant op, werd voetjevrijend gesuggereerd.
Zo kan het bijna niet anders dat deze twee journalisten, op de drempel van 'n aanstormend postmodernistische teneur, die ochtend al bedacht hadden dat koffiemerk 'O', vernieuwd concept van 'n goedbetalende adverteerder met opzienbarende onthulligen over 'n alternatief wereldbeeld de volgende dag bij een van de kranten voorpaginanieuws zou worden. Want ja, op dit glamoureuze feestje werden de journalisten niet weggekeken maar met alle égard binnengehaald.
'Heren, de public relations gaat een experimentele fase in. Tal van nieuwe mogelijkheden bieden zich aan in de virtuele wereld en die kunnen we uiteraard niet laten liggen.', zei Hem bombastisch. Omdat de journalisten niet meteen reageerden met nieuwsgierige vragen, liet Hem snel een aanstekelijke bulderlach horen en deze flamboyante persoonlijkheid ontdooide daarmee, tegen de achtergrond van de ontwapenende jubelstemming en het roezige geluid van klinkende glazen, dat sceptisch bewustzijn, die ingebakken eigenschap van journalisten. Er was geen valkuil, ze konden rustig geamuseerd meelachen, zonder waakzaamheid...dachten ze.
'De geest is uit de fles, proost !', grapte een van de journalisten en hij hief kameraadschappelijk zijn champagne flute in de lucht. Ai, dat was 'n faux pas van de journalist. Het uitbrengen van 'n toost met 't uitspreken van 'n wens is een formeel ritueel. Hem mocht dan vooruitlopen op de tijdsgeest maar bepaalde traditionele codes waren heilig. Dit was pure muiterij. Hem had tenslotte de regie.
Het volle glas spa rood kieperde ie demonstratief in een paar seconden achterover, liet het ijsklontje naar binnen glijden om het vervolgens aanstootgevend opzichtig tussen zijn ontblote tanden te vermorzelen. 'Influencing is serious business, heren.' Zijn riposterende drinkspreuk werd letterlijk met krakende noot teruggekaatst. Hij bepaalde tenslotte wel wanneer het tijd was voor 'n grap en grol. Er volgde geen kerkelijke aanhef, er was geen nippend genoegen waarmee z'n mond de delicate koffiearoma's eerder die dag had ontvangen, geen wezenloze blik naar de kroonluchter.
'Mijn vader was een èchte carrièretijger, volgens mijn moeder.' Een besmuikt lachje verbrak de donkere stem, de ernst op zijn gezicht, strak en zonder bevlogen apologieke uithalen. De mannen zwegen, Mars ook. Stilte afdwingen in 'n dikke lucht van chaotische akoestiek, galmend onder het hoge plafond, getuigde van geoefende redenaarskunst maar het kon ook angst zijn, wie zal 't zeggen. 'Die carrièretijger had de deur voor ons op 'n kier gezet naar 'n andere wereld, maar àchter die deur vloeide hel en hemel in elkaar over tot een desolaat verlaten steppe.' Hem voelde naast zich de verbaasde blik van Mars op z'n gelaat priemen. De kleurrijke 'bon vivant' liet onverwachts een diepe haat zien, op 'n presenteerblaadje, een kwelling die zijn ziel had gebrandmerkt.
'Vertrokken voor zaken naar het Midden Oosten, had ie mijn moeder gezegd. Nooit meer teruggekomen en hij verrekte het zelfs om de huur van dat krot waarin we woonden te betalen. Dus stonden wij ineens op straat, beroofd van geld, illusie en onze beschaving.'
Misschien verklaarde dat ook wel de dualiteit in zijn denken. De naargeestige obsessie om de wereld te verbeteren met vernietigende kracht. Hij had de destructieve kant van de mens, als striemende littekens van zweepslagen, van dichtbij meegemaakt.
'Mijn broertje...we noemden hem thuis ook wel 'n surrogaat kindje want hij was niet helemaal normaal, werd op school altijd uitgescholden voor autist.'
Onverbiddelijke herinneringen die Hem met zich meedroeg legden grimmigheid over de woorden die hij sprak, 'n onheilspellende wanklank.
'Altijd gauw in de war, je wist nooit wat ie dacht. Onverklaarbare woede uitbarstingen. Hij heeft me wel iéts geleerd, hoor. Hij leerde me dat in feite iedereen een samenraapsel van dezelfde emoties is. Geesteszieken zijn een vat van inspiratie voor consumentengedrag.'
Waarschijnlijk had de journalist de krakende drinkspreuk van Hem niet helemaal begrepen, want hij zei lichtvoetig, 'Tja, als je het zo bekijkt, de reklame business is natuurlijk wel hèt bewijs dat gebakken lucht bestaat.'
Onderschatting van psychologie in de reklamewereld is 'n grote journalistieke misrekening. Culturele identiteit, het doden van liefde, het smeden van geesten, herverdeling van de markt, dat moderne biotoop, waar de hele wereld zijn heil zocht heeft geen behoefte aan geloof in absolute waarheden, wist Hem. Onverstoord vertelde ie verder.
'Mijn surrogaat broertje en zijn zwartwit gekleurde voetbal waren onafscheidelijk. Als we de voetbal stiekem verstopten om 'm te plagen, werd ie krankzinnig, een stuiterende voetbal. Hahaha...het voorspellen van menselijk gedrag is soms zo simpel.' Was het cynisme of was het ernst ?!
Mars verplaatste onrustig d'r gewicht van het ene op het andere been. Gênant, om zo onvervloerst dit soort gemeenheid aan te horen en dan nog wel met vals pseudowetenschappelijke rechtvaardiging, bah ! Was ze zelf ook zo gemeen, nee toch ?!En Hem...praat nog even in die trant door, dan hebt jezelf in no time in de hoek geluld als bullebak van de avond en kan zelfs cupido je met magie niet meer redden.
Maar Hem ging door met z'n toespraak. Hij keek ongemoeid naar de journalisten die iets tegen elkaar mompelden, onverstaanbaar in de buzzin' rumoer.
'We hadden hem aangeleerd om boodschappen te halen met 'n lijstje, daar was ie heel trots op. Je wist dat ie precies kocht wat op het lijstje stond omdat ie dan zijn favoriete chocoladekoekjes kreeg, zó voorspelbaar. Toen 'n ander jongetje exact dezelfde voetbal meenam naar school, begreep mijn surrogaat broertje er niets meer van. 'Dat was zìjn bal !' Hem imiteerde met opengesperde ogen quasie meevoelend de verontwaardiging van zijn surrogaat broertje. Terwijl Mars in haar gedachten vooruit liep op de afloop, zich een beeld probeerde te vormen van 'n soort mini Hem, autistisch, volkomen in de war en boos, tot grote ergernis van anderen achter 'n bal aanhollend die helemaal niet van hemzelf was, doorbrak Hem abrupt d'r meanderende afloop. 'Heeft ie toch dat joch met een baksteen de hersens ingeslagen ! Nooit meer goed gekomen.' De meanderende gedachtengolf bevroor op staande voet, maar ze liet de ontknoping op haar inwerken zonder ook maar een krimp te geven. Alleen wie goed had opgelet zou 'n ingehouden oogknippering zijn opgevallen. De journalisten daarentegen waren zichtbaar 'n momentje beduusd. Misschien dat achter het bebrilde brein de rolodex tolde om 'n historisch krantenberichtje op te vissen. Iets van hooguit drie alinea's over 'n incident op school met 'n zwakbegaafd kind. Maar er kwam niks. Toch was een spottende ironie waar ze Hem argeloos van verdachten door deze gruwelijke ontknoping meteen onderuit gehaald. 'Daarna hebben ze hem opgesloten, voor altijd.' Gortdroog rolden de woorden over zijn tong, verstoken van empathie. De oorzaak van die koelbloedigheid zou zomaar ingesleten routine kunnen zijn. Het verhaal had ie vaker verteld, dit was geen intieme ontboezeming, zoals de nietsvermoedende Mars overtuigend geloofde.
Niemand vroeg Hem verder te vertellen, over hoe het verhaal eindigde, of ie nog leefde, alsof dat niet genoeg einde was, of over de afloop van de wanhoop, die wanhoop was onomkeerbaar, of over de twee onfortuinlijke kinderen die nu allebei een hersenbeschadiging hadden. Het verhaal hield daar op. Alleen sprookjes kennen een afloop en dat is meestal een verademing met 'n gevoel van 'Je hoeft 't niet erg te vinden'. Roodkapje wordt bevrijd, Assepoester ontwaakt, Sneeuwwitje ontmoet haar prins of andersom en Hans en Grietje gaan weer naar huis.
'Over het leuke nieuwe logo van 'O' kan iedereen iets schrijven, vriend. Het gaat om de bezieling die gaande is.'
Hem doelde op de transcendentale manier waarmee de wereld tegenwoordig kon worden vormgegeven en verkocht. Dat ze toevallig een flamboyante connaisseur tegen het lijf waren gelopen die geenszins van plan was om ze slechts met een foldertje van 'O' naar huis te sturen en hier naat de grootste investeerder die de krant 'Het nieuws van de Dag', ooit heeft gekend stonden te luisteren, konden ze niet vermoeden. Tijd om de spanning af te lossen. Het plotseling zwaarmoedig wapengekletter van Hem werd voor Mars bedrukkender dan de galmende akoestiek in de grote ontvangsthal waar de meeste gasten zich vooral lichtzinnig lieten verleiden met grapjes en opgingen in zwierige gesprekken.
'Tijd voor verse drankjes en hapjes ! Wat is er naast gesprekken over een wereld in transitie nou interessanter dan het belang van goeie snacks en drankjes ?!'
Mars deed haar uiterste best om er een welgemeende lach uit te persen na deze treurigheid uit een doffe wereld waar 'n mens alleen maar neerslachig van kan worden. 'Hem's ogen werden milder en met tederheid liet hij zich meenemen op het levendige allegretto ritme waarmee Mars de diepgang en zijn intensiteit wist te temperen.
'Zie hier, heren...in alle glorie laat dit genie hier haar ster schijnen. Ze bedenkt ter plekke een nieuwe commercial.'
Hè, hè, dat was de Hem van vanmiddag weer, met bijna bijbelse lofzang. Mars keek geacteerd verbaasd naar de journalisten en zei fnuikend,
'Wie..ik ?! Ben ik het genie, hier ?!' Lachend maakte ze zich uit de voeten en verdween tussen de kakofonie, het kleurrijke wereldje waar ze zich thuisvoelde ondanks dat serpent van 'n Yola. Met volle overgave wierp ze zich in het tumult, op jacht naar flutes, vanzelfsprekend een spa rood en die zalige hors d'oeuvres, kunstige amuses van vis, kip, avocado versierd met een rijke kleurschakering uit zowel groente-, als fruitpalet. Zou ze er niet verstandige aan doen om even een tijdje te treuzelen ?! Ontgoocheld betrapte ze zich op deze escapistische smoes. De sprankeling van Hem's strategische plannen die alle invloedssferen konden doorrijgen, een rode draad waarmee zij zelf een prominente promotie in de wacht kon slepen, dat idee, die euforie onderkoelde. Ze kon zich nog nauwelijks voorstellen dat Hem's filosofische hoogdraverij en de zwakbegaafdheid van de mens een weg zou plaveien voor macht en succes. Vooruit dan maar, ze treuzelde. Inmiddels had ze een dienblad met drankjes en amuses gevuld. Iemand in het publiek wilde 'n flute wegkapen maar ze was net op tijd om een draai te maken en de man schouderophalend af te wimpelen. Ze liep op de entree deuren af, de Davids aan de andere kant van de deur waren uit het zicht. In gedachten liep ze door de deuren naar buiten, de traptredes waren breed genoeg om zich aangenaam neer te vleien onder een nazomerse sterrenhemel, tussen de groene windlichten, een plek voorbestemd om zich het genot van haute cuisine snoeperij en champagne te laten smaken, de ultieme antidote tegen verhalen over ontaarding van mens en economie. Ze liep door, het dienblad in beide handen, hier en daar werden knikjes uitgewisseld met conculega's in hun zwarte gewaden. Ze waren geen vijanden van elkaar, de vijand vanavond was het witte jurkje dat ze droeg. Zinloos om daar in het hier en nu woorden over te wisselen. Yola zou meedogenloos het tij toch weer weten te keren met een razernij aan nieuw gesmiespel. Toen zag ze Hem. Hij was lang. In zijn opvallend sjiek tenue stak ie enorm af bij de sjofele journalisten. Niet zo dralen, Mars, het leven in de reklame is nou eenmaal bikkelhard, geen plaats voor kneuzen die in ongewisheid achter de feiten aan blijven lopen. Zij ging met de grootsten nieuwe feiten creëren, die kans lag voor haar, op hooguit acht meter afstand. Dit was hèt moment, haar moment, maar helaas, dichterbij 't gezelschapje waaraan ze even was ontsnapt, doemden nog steeds flarden op van de ernstige intonatie die Hem sprak, bovenuit de roezemoezige kakofonie, alsof ze zichzelf voortbewoog naar de randen van een afgrond. Mars deed nogmaals 'n poging om de feestelijke sfeer er weer in te brengen met een proost op het nieuwe concept van 'O'. Braaf en melig hief ze de flute,
'Let's Renaissance !'
Het was dé magische toverspreuk van die avond. Daar had Hem niks op tegen.
'Ahhh..brandloyaliteit !' Man-man gaf Mars 'n knipoogje en liet verleidelijk zijn vingers door de sluike franse bob contouren glijden. Zijn stem, zijn ogen, zijn handen ademden deze wereld, hij had inderdaad geen rij-instruktie nodig om niet te verdwalen tussen het kaf en het koren, de kunst en de kitsch, de verwachting en het resultaat. De wegen die hij had afgelegd, opaque paden waar de top of mind met vooruitziende blik succes en vertrouwen bij onwetende consumenten wist te bereiken grensten voor Mars aan het ondenkbare. Het 'bon ton' karakter van de reklamewereld bleek gegoten in een tragisch veel groter universum waar het voorstellingsvermogen van menigeen niet welkom was. Alleen ingewijden kregen er toegang en die exclusiviteit stond pontificaal en onaflatend op Hem's mindset getatoeëerd. De twee journalisten, opgetuigd met verse flutes en haute cuisine waren hier opkomen draven met de opdracht een van hun belangrijkste adverteerders in het zonnetje te zetten met 'n fijn verhaal en wel op de voorpagina. Niet te kritisch, vanzelfsprekend. Was er überhaupt reden voor kritiek. Deze promotie had het koffiemerk vastgelegd als de redder van het universum, van koffieboon tot en met een pittige tante op hoge hakken in een hoogbouw koffiebar. Gemangeld door de belangen vam hun opdrachtgever was het openen van pandora's box, die afschrikwekkende put waar afgunst en hebzucht het hoogst haalbare ideaal van macht, bekoorlijk in elkaar verstrengelde om 'n nieuwe versie van de wereld te maken en te beheersen, geen direkt gevaar voor Hem. Maar wat zou nou in godsnaam Hem's reden zijn om die journalisten er de stuipen mee op het lijf te jagen ?! Eerzucht. De coulissen waren zijn koninkrijk, daar gebeurde het allemaal, niet in aanschouwing van de hordes zwakbegaafden en trendvolgers die in het gareel moesten worden gehouden met marketing. Reputatie. Hij dulde geen spot met de geraffineerde kunst van public relations. Deze middelmatige journalisten, die zich de sjiekimik lieten welgevallen, moesten zich realiseren dat er codes zijn, 'n andere taal. De ervaren filantroop sprak vanuit zijn hart en die passie taalde niet naar tweederangs en ongeïnspireerde sferen. De dragende motivatie achter 'Renaissance' was meer dan een concept dat aandeelhouders rijk kon maken. Geen egoistisch verlangen om 'n droomprojektje te creëeren. Sporen van vernietiging uit het verleden hergedefiniëerd, weggeredeneerd tot 'n intense stilte voordat dit pril reklame avontuur in de huiskamers kwam. Bloed, zweet en tranen. Een ontluikend bewustzijn moest worden geprikkeld. De natuur, geweven door miljoenen jaren evolutie kreeg 'n nieuw geheugen, een geheugen waarin de mens met hermeneutisch geweld de natuur zou bevrijden, zij aan zij. Kwalijk genoeg, vroeg 'n revolutie van dergelijke grandiositeit om extreme gedragswetenschap.
'De wereld is door de digitalisering te groot geworden voor 'normaal'. Het bestaat niet, tenzij wij, creatieve strategen, gaan bepalen wat de nieuwe norm is, een overgrenzende norm.'
Behoedzaam begon ie een en ander te laten doorschemeren over experimenten, achter gesloten deuren waarmee een gemiddeld aankoopgedrag in kaart kon worden gebracht. Sociale processen, het is juist de dynamiek van verandering die onderzoeksjournalisten proberen te ondervangen maar delen met een groter publiek is vers twee, een antagonistische koorddans.
'Waar gaat dit in vredesnaam heen !', dacht Mars in het geniep. Als ze het èrgens over wilde hebben met de journalisten dan was het wel over het mega citymarketing projekt waar ze mee bezig was, maar Hem vond het blijkbaar belangrijker om een geluid te laten horen uit 't parallel universum, het naargeestig toverlabyrint waar proefkonijnen de wetenschap mochten vertellen hoe hun wensen het beste uitgeplozen en besodemieterd konden worden. De journalisten daarentegen waren gefascineerd en stonden aandachtig te luisteren naar deze meesterlijke zwaargewicht uit het epicentrum van dat tragisch angstaanjagende universum, de soep achter verleidelijke commercials. Ze hoorde Hem iets prevelen over de happyhormonen en dat ze psychofarma gebruiken om die te blokkeren. Onthouding en craving, daar ging het over. Mars behoorde nog tot de trendvolgers. Hoé de trends werden bedacht, dat gespinsel van verborgen agenda's klonk ook helemaal niet gezellig en behoorlijk smakeloos en ongeloofwaardig. Serious Mars ?! Wat heb je die middag dan gedaan daar in dat boerderijtje.
'Eten verbroedert, muziek verbroedert, sport verbroedert, 'n goed doel verbroedert, zelfs roken verbroedert. Dat verbroedert allemaal dankzij 'happyhormonen' !' Nee, Hem raffelde geen litanie af. Gedeelde sensaties veranderen nou eenmaal processen, hoe emotioneler betrokken, hoe extremer. Stel je voor dat er morgen in de krant te lezen is, 'Subjecten gedrogeerd om de verbroedering van koffie wetenschappelijk te bewijzen.' Hatsjiekidee, applaus voor de wetenschap, op naar de Nobelprijs. Geen sprake van. Schandaal van de bovenste plank. Onethisch, abject, misbruik van macht en mensen.
'Koffie verbroedert ook, Rein.', zei een van de journalisten ijverig. Hem viel er een moment van stil. Het was een grimmige stilte en daaruit kon je opmaken dat ie de journalist misprees voor z'n blatant oppervlakkige conclusie. Dacht zeker even met een snuggere opmerking Hem repliek te geven, uit onderliggend verbroederingsgevoel, het vermoeden van 'elkaar te begrijpen'. Maar het gaat natuurlijk niet over koffie, het ding ansich. Het gaat over een beleving, het verhaal dat je met teugjes opslurpt. De feel good sensatie, de koffiesmaak en het verhaal smelten samen. De stap die je dan zet, zoals zovelen, het snakken naar deze betere, eerlijkere, lievere en vooral rechtvaardigere wereld. Een existentialistische belevenis die geïnternaliseerd moest worden.
Er werd een arm om de journalist geslagen, het was de lange arm van Hem. De twee gezichten kwamen dicht bij elkaar. Hij, met de champagne flute in z'n hand wankelde even maar Hem lachtte dat gestuntel met een meesmuilende grijs weg. 'Luister vriend wat denk je, ga jij überhaupt wel 's deze koffie drinken ?! Dit is meer dan een bakkie sloot dat je zittend aan je computer achteloos wegtikt. Deze koffie maakt je deel van een grotere wereld, een hoger doel. De prijs die je daarvoor betaalt heeft waarde. Een morele waarde. Craving morality...dáár gaat 't om !' Zijn drukkende grip op de monnikskapspier onder het donkerblauwe tshirt met lange mouwen viel weg. De journalist wist zich op dat moment met z'n houding geen raad tegenover zijn collega. Hij had namelijk blijkbaar een oerdomme opmerking gemaakt en mompelde nu maar gauw iets vaags dat ie ook meteen weer met z'n handen marchanderend wegjoeg. Mars zag het gebeuren. Respect voor 'Renaissance' moest afgedwongen worden, nù, anders was het te laat, en dat bereik je niet met een glaasje champoepels, geflankeerd door hors d'oeuvres'. Ze besloot, uit een sterk gevoel van loyaliteit, 'n uiterst strenge blik te werpen naar de journalisten, terwijl ze Hem's woorden stilzwijgend benadrukte door met een bescheiden gebaar even het glas te heffen. De toespraak was nog niet ten einde. Een nieuw buitensporig verhaal werd de groep in gegooid. Iets over 'subjecten', mensen dus, die via dubieuze wegen 'wel 's iets terug mochten doen voor de maatschappij' en willoos, als dieren, aan diverse pilots werden verkocht voor commerciële doeleinden. Weerzinwekkend, Hem.
'...Zodoende kregen ze allemaal bijna iedere dag zwarte bonen te eten. De verzorgers liepen in een zwart t-shirt...Dan weer kreeg iedereen ineens wítte bonen in tomatensaus te eten. Verzorgers in wit tshirt waren de minderheid. Het zwarte bonen eten ging de subjecten tegenstaan, teveel van hetzelfde...geen smaak of voedsel met bezieling... ze hadden er geen enkele controle over.... resultaat: agressief en achterdocht, specifiek naar de verzorgers in zwart t-shirt ! Ze associeerden de zwarte bonen met verzorgers in zwart tshirt, opdienaars van een heilige graal die ze meer dan zat waren. We hadden 'n sociaal vacuüm gecreëerd. Geblokkeerde hoop, dus ook geen wanhoop, gingen we vanuit. Het was dierlijk, brave vent ! We komen steeds meer te weten wat de mens denkt, door de digitalisering, zoals we eeuwenlang dieren hebben geobserveerd, gedetermineerd. En zo, heren, zijn wij aanbeland bij de prille basis van onderbouwing voor marketingstrategie.'
Hij vertolkte 't alsof er sprake was van opeenvolging van erkend geschiedkundige tijdvakken. De collega opende z'n lippen, in de aanslag om een vraag aan deze obscure praatjes te wagen. Geen schijn van kans natuurlijk, de geest was uit de fles, geen tijd voor ergerlijke middelmatigheid. Hij moest ze drillen, angst in hun donder jagen, naar een hoger plateau van het universum brengen, hun fantasie prikkelen. Dat was hij niet alleen aan z'n eigen projekt verplicht masr ook aan de adverteerder.
'Let op m'n woorden, de digitale ontwikkeling gaat ons bijna dwingen om te categoriseren. Geloof me, pandora's box ontmenselijkt en egaliseert. WIJ, wij lopen daarop vooruit... het ziel-achtige is namelijk onontbeerlijk voor de commercie. Een reklame strateeg kan zoiets in ieder geval nièt bij het afval zetten.'
Hem rechtte zijn rug, duwde zijn schouders naar achteren en slokte de spa rood op, wèl zonder ijsklontjes dit keer. Mars was terecht geschrokken van die griezelige verwoedheid waarmee ie het ijs had vermaald. Sorry Hem, geen ijsklontjes.
'Je kunt er alleen niets van op papier terugvinden. Bronnen zul je nergens tegenkomen.'
De flamboyante kennismaking, die eerst zo goed te combineren viel met de feestelijke ambiance van de avond had gaandeweg een shady wending gekregen. Verbrijzelende woorden als 'schandaal' en 'verraad' waren niet de bullitpoints waarop gehint werd om de voorpagina mee te openen. Je kan het de journalisten, die op een avondje vermaak hadden gerekend, niet kwalijk nemen dat hun verdwaasde grimas, zwevende tussen een blijk van afschuw en fascinatie, weinig professionaliteit uitstraalde, noch de onwetendheid over Hem's deelname aan het clubje puissant rijke investeerders achter 'Het nieuws van de dag', via een ideële stichting waarvan de geleding bewust werd geanonimiseerd. En het zal niemand verbazen dat naast deze charismatische persoonlijkheid, die plotseling en onverschrokken de huiveringwekkend afglijdende schaal van een ooit zo vanzelfsprekend normatief op de deurmat smeet, iederéén nogal knullig overkomt. De journalist duwde z'n bril terug tegen de neusbrug en zei,
'Volgens mij staat anders de top of mind hier voor me, aanspreekbaar en aanwezig in lijf en leden.'
Na die blunder van zonet klonk ie aarzelend, dat wist ie zelf ook wel. Hem's ogen glinsterden vrolijk en zelfverzekerd.
'Dat is bijzonder opmerkzaam van je..uhhhh..wat was je naam ook al weer ?!'
'Luuk.'
'Jaja..dat is bijzonder opmerkzaam van je, Luuk. Luister, Luuk. Ik ben erg begaan met het projekt 'Renaissance', met de filosofie. Het gaat me aan 't hart zodra een onhandige journalist niet de juiste boodschap, niet de juiste toon weet over te brengen naar het publiek. We leven in revolutionaire tijden en daar kunnen we iedereen maar dan ook ècht iedereen voor gebruiken, ook jullie.'
Die laatste zin had een bedreigend ondertoontje en het zou zomaar kunnen dat Luuk en z'n collega in een flits zichzelf al achter 'n bord met zwarte bonen zagen zitten. In ieder geval bleef 'n onthulling van het onuitgesproken geheim over betrokkenheid van 'O' zèlf bij deze ongerijmdheden hermetisch gesloten in Pandora's box, net zoals de bijlessen van die middag. Zo ja, als dat al zo zou zijn, daar iets van terugvinden op papier geen sinecure, maar het sceptisch bewustzijn bij de journalisten stond weer op scherp. Minder blij met Hem's ontboezemingen was Mars. Ze had zich loyaal opgesteld, met droge ogen meegeluisterd en beheerst aan de flute genipt, maar één keer in 'n spontane opwelling van afgrijzen een hand voor de mond geslagen. De journalisten zouden dat kunnen interpreteren als mede-eigenaarschap van een groot, duister en afschuwelijk geheim. Zij was veel makkelijker benaderbaar dan Hem, maar één telefoontje met Be-Yont stond daar tussen.
En zo liep de avond op zijn einde. Buiten, onderaan de versierde bordestrappen werden ze verrast door 'n gigantisch uitvergrote koffiekop en -schotel, gemaakt van wit kunststof, 'onderscheidend van ander wit servies door het sierlijke Renaissance logo. In de koffiekop, ja ik zeg 't niet verkeerd, ìn de koffiekop plusminus vijftien meiden, vrolijk joelende zwarte jurkjes. De wit uitgedoste team-manager werd door de uitgelaten PR meisjes in de koffiekop gehesen. Daar klom ie in het midden op 'n klein podiumpje met een bar slecht gekunselde papieren slagroomtoef. 'Some like it hot and some like it creamy !', riep ie baldadig. Er werden mini natuurzeepjes met koffiearoma uitgedeeld, allerschattigst verpakt in halfdoorschijnend vloeipapier waarop het nieuwe logo en de tekst 'Let's Renaissance !' stond afgebeeld.
Mars schaterde van het lachen. De valse streek waarmee Yola 't voor Mars weer wilde verpesten werd wonderwel juist het meest hartveroverende moment van deze hele avond. De opgelaten spanning viel van d'r af. Had ze zich dáár nou door Yola de stuipen voor op het lijf laten jagen ?! 'Die Yola toch, vol met verassingen !', zei Hem smalend. 'Wèl grappig !', antwoordde Mars, kinderlijk blij.
'Kom, we gaan.' Hem nam Mars vriendelijk bij de hand en trok haar achter zich aan naar de Bentley, de cocon van parelgrijs zilver, met vanillecrèmekleurig leer, een bed van sjieke aroma's op de vering van 'n geruisloos wolkendek. De Bentley stond er nog, onaangetast, onder het schijnsel van de lantaarnpaal. Dit was echt, er was niets veranderd in een pompoen.
Tory was die avond vroeg naar bed gegaan. Problemen te over om nachtmerries van te krijgen sinds de verhuizing, zoals de vloerverwarming, de garage, de gordijnen, de tuin of bijvoorbeeld de aanleg van kerstverlichting. Voor gepieker over vertrek- en aankomsttijden van vliegtuigen had ze nagenoeg geen ruimte in de chaos en aan zijn escapade in 'n hotel veertig kilometer verderop geen herinnering, nog niet. Logisch als je daar totaal geen weet of vermoeden van hebt. Toen ze zichzelf doodmoe op de trap naar boven sleepte, ging de telefoon. Of ze morgenavond mee wilde naar een festival, 'n dance festival. Het was een collega van D, met wie ze beiden goed bevriend waren.
'Waarom niet ?', zei de collega. 'Er is een groot parkeerterrein vlakbij. Dus praktisch van 'deur tot deur'.
'Hoe laat begint dat ?' Tory was met de draadloze telefoon op de trap gaan zitten, uitgeput.
'Om elf uur. We kunnen afspreken op de parkeerplaats.'
'Om elf uur...s'avonds !? Dan ga ik bijna naar bed ! En dan ook nog 's over een donker parkeerterrein dolen...'
'Ahh, toe nou..effe uit je dak gaan !'
'Nee, dank je feestelijk. Ik blijf liever thuis. Met wie ga je ?'
'Oh, groepje vrienden. Die ken je niet maar je zou ze zeker leuk hebben gevonden.'
'Nou...klinkt gezellie en wat lief dat je me vraagt, ben wel weer 's toe aan dansen, maar ik je hangen. Nog acht meter en ik lig in m'n nest.' Tory geeuwde luidruchtig.
'Yoehoe..trusten...niet zeggen dat ik 't niet heb geprobeerd, hè !'
'Nee, zal ik niet doen, wat dat 'proberen' in vredesnaam ook betekent. Enjoy !'
In de badkamer kleedde ze zich langzaam uit en liet zich loom opvangen door het warme badwater met overdadig veel badschuim. Ze was dol op badschuim want dan hoefde ze niet naar haar eigen lichaam te kijken. Badschuim was puur escapisme. Weldadige stressvrije en kritiekloze zelfliefde. Terwijl haar armen met het gewicht van het water speelden mijmerde ze in kalmte over de volgende dag. Ze wist nog niet of D vanacht thuis zou komen. Stiekem hoopte ze dat D die nacht niét thuis zou komen, dat ie vertraging had, want ze dacht met tegenzin aan weer een nacht die om 03.00 of later zelfs zou worden verstoord tot in de vroege ochtend. Ze had rust nodig, het huis was 'n bende. Morgen moest ze bergen werk verzetten. Ineens zat ze, vanuit het niets, verschrikt rechtop in bad. Het badwater klotste heen en weer. 'Had ze de deuren eigenlijk wel op nachtslot gedaan ?!' Met beklemmende bezorgdheid stapte ze uit bad, deed gehaast 'n ochtendjas aan en liep dribbelend op blote voeten naar beneden. De lampen in de keuken waren aan, volgens goed gebruik. Dat deed ze altijd als D nog niet thuis was. Thuis komen s'nachts in een duister huis vond ze vreselijk mistroostig en leeg, alsof er niemand is die op je wacht. Ze checkte de deuren. Allemaal dicht.
'Trut', dacht ze bij zichzelf. Vertraagd liep ze de trap weer op en boven op de overloop spiekte ze door een kier in de kinderkamers. Ze lagen allang op een oor, ontspannen te slapen, voldaan. Misschien wel dromend van een nieuwe enerverende dag en spelen in de tuin. Ze liep naar binnen, gaf d'r kroost zachtjes 'n kus en aai over hun bol om daarna, volgezogen met gelukzalige moederkloekliefde, het bed in te duiken en in een diepe slaap te vallen.
Het was niet de wekker waar ze de volgende ochtend van wakker werd. Het was weekend en door binnenvallend zonlicht vanachter de gordijnen hoopte ze dat de klokwijzers een mild ochtendtijdstip aangaven. D lag naast Tory, geparkeerd, z'n arm had ie vertrouwd om haar heen geslagen.
'Hoe was je avond ?', zei ie, terwijl hij haar zachtjes in d'r nek zoende. Het kietelde. Tory draaide zich slaperig om. 'Hoe laat is het ?', fluisterde ze. Waarom fluisterde ze eigenlijk. Het was ochtend en D lag met een gewassen kop nat haar klaarwakker tegen d'r aan te schurken. 'Geen idee', antwoordde D. Aanstonds kroop ze ongeduldig over D's naakte lijf en graaide naar de digitale wekker.
Hij pakte haar naakte billen stevig vast en maakte grommende geluiden maar Tory had geen enkele belangstelling voor gevoos. Hij wel. Hoezo, hij kwam toch net terug van 'n neukavontuurtje met een ander vrouwmens ?
'Half tien ?!', zei ze opgejaagd. De bron van stress op dat moment niet meer dan een rommelig huis, 'n stapel wasgoed en de boodschappen, geen overspelige man of 'n trollop die op het punt staat een staatsgreep te plegen.
Er gaat natuurlijk niets boven wakker worden in het weekend met je kleine hummels erbij in bed, maar de nieuwigheid en aangename spanning die hun eigen kamers en het nieiwe huis opriepen, leverde zoveel zintuigelijke sensatie op dat ze die behoefte even kwijt waren geraakt. Het rommelige geluid van speelgoed en ongetemde kinderstemmetjes in de verte klonk tijdens weekendochtenden daardoor als een pijnlijk gemis, heel anders dan in hun oude huis. Niet een leeg nest syndroom maar een leeg bed syndroom. Ze moest eraan wennen, d'r innerlijke alarmbellen opnieuw instellen.
D kreeg 'n zoen, vol op de mond. Daarna rolde ze plagerig over hem heen uit bed en zei: 'Je zult wel bekaf zijn. Ik ga met de kinderen naar 't zwembad.'
'Had er nog iemand gebeld gister ?', vroeg D aan Tory die naar haar badjas zocht.
'Nee...oh ja, toch wel...Furb !'
'Furb ? Wat moest hij nou weer ?!'
'Hij vroeg of ik mee wilde naar 'n festival in de stad vanavond. Ik heb uiteraard nee gezegd.'
'Waarom ? Je moet niet vergeten ook 'n beetje te leven, Tory.' Het klonk welgemeend.
Tory zette haar handen in de zij. Die houding kende hij maar al te goed. 'Schat, moet je vannacht vliegen of is je rooster gewijzigd ?!'
'Nee, ik ben vanavond thuis.'
Tory glimlachte opgelucht en klapte zachtjes in d'r handen. 'Jippie, gaan we gezellie vanavond 'en famille' bij de open haard eten met bord op schoot. Ga nu maar eerst lekker slapen.'
Energiek plukte ze z'n tshirt, sokken, overhemd en onderbroek van de stoel, smeet die in de wasmand en liep ermee op 'n voorzichtig drafje naar beneden.
0 notes
Text
Wie is de mol 2020 - aflevering 1
Volgens mij ken ik weer 50% van alle deelnemers niet
Zo dat is wel een aankomst bij die rode loper
Maar waarom is ze helemaal alleen? Krijgt iedereen zo'n welkom 🤔
Echt heel indrukwekkend met al die mensen bij die poorten
Ah, iedereen komt dus een voor een en krijgt een eigen advies
Handig zo'n briefje in onbekende tekens. Zou dat Chinees zijn?
Jeetje wat een mega muur
Woah Buddy heeft gewoon meteen een vrijstelling te pakken
Tina heeft de zwarte vrijstelling, heel handig
Maar Leonie heeft ook een zwarte vrijstelling. Dit word echt interessant
Dit heeft niks met het spel te maken maar wat is dat matje van Nathan Rutjes toch lelijk
Een derde zwarte vrijstelling??
Oké ik heb overdreven, ik ken maar 4/10 deelnemers niet
Johan, hoezo laat je aan Leonie weten dat je een vrijstelling hebt?
Ah wat ingewikkeld, telefoons lenen van chinezen terwijl je geen chinees spreekt
Volgens mij hebben ze geen plan of structuur dus dit wordt een heerlijke chaos op die markt
Ai ze mochten maar 1 foto per telefoon maken, nu pas €150 verdiend
Volgens mij hoor ik bij Leonie een accent uit het oosten. Grappig, ik wist helemaal niet dat ze daar vandaan kwam (ik durf het alleen niet op te zoeken want stel je voor dat ik dan opeens lees dat zij de mol was ofzo)
Het grote liegen is van start
Oh jee, opgesloten in een vrachtwagen
Oeh iedereen heeft een soort minigame
Ik snap echt niet wat nu de bedoeling is bij Anita en Buddy
€20 is bijna nog erger dan helemaal niks
Tina en Anita zijn erg verdacht
Kunnen er eigenlijk meerdere zwarte vrijstellingen ingezet worden?
Blijkbaar wel dus, maar er wordt niet verteld dat er twee ingezet zijn
Ah Anita ligt er al uit :(
1 note
·
View note
Text
Julie Cafmeyer: "Ik zou willen dat mensen stoppen met mij adviezen te geven."
'Had ik niet beter een boek geschreven over de uitsterving van de zeekoe?', vroeg Julie Cafmeyer (37) zich in haar column van vorige week nog af. Maar er mocht in haar debuut iets op het spel staan en dus schreef ze een familiekroniek. "Ik hoop dat mijn roman iets losmaakt in plaats van kapotmaakt."
Julie Cafmeyer wacht me op in de lobby van hotel August in Antwerpen: een gerenoveerd Augustijnenklooster aan de rand van het Groene Kwartier. Ooit werden er zieke soldaten verzorgd, vandaag worden er vermoeide passanten te slapen gelegd. Op lakens van Egyptisch katoen dan nog, wat het dromen over een leven zonder Excel-sheets aanzienlijk moet vergemakkelijken.
De bar waarin we plaatsnemen was vroeger de privékapel van de nonnen. Dat ik er zo meteen de biecht mag afnemen van een vrouw die aan haar dagboek weleens een kater en een gescheurd condoom rapporteert, vervult me met meer heidense binnenpretjes dan ik als volwassene hoor te hebben. Maar als tegengewicht voor het godgeklaagde pausbezoek mag het van mezelf.
Julie Cafmeyer heeft hotel August niet uit blasfemische overwegingen als interviewlocatie gekozen. Ze houdt gewoon van plekken waar mensen aankomen en vertrekken, zegt ze. "In transitzones - zie ook: luchthavens en treinstations - ervaar ik een instant gevoel van vrijheid. Je komt er zelden bekenden tegen, er is geen sociale druk, voor mensen je beginnen te keuren, ben je alweer vertrokken. Ik word daar rustig van."
Toch is het nog even wachten op de kalmerende werking van het hotelwezen. Een minuut of vijf voor Cafmeyer hier arriveerde, kreeg ze van haar uitgeverij een ontwrich-tend mailtje: schrijver Delphine Lecompte, door de uitgeverij aangezocht om een lovend citaat over het debuut van Cafmeyer te leveren, had laten weten dat ze de roman te slecht vond om er iets goeds over te kunnen zeggen. En die afwijzing zindert nog na.
"Nadat ik de mail van de uitgeverij had gelezen, dacht ik even: zie je wel, mijn boek wordt een totale mislukking. Ondertussen denk ik: dit zal er wel bij horen, zeker? Het lijkt me aannemelijk dat mijn boek zowel lovers als haters zal hebben. Bij dezen weet ik tot welke groep ik Delphine Lecompte mag rekenen." (lacht)
Ik zeg dat ze mij bij de lovers mag indelen. Dat ik me tijdens het lezen van haar roman voortdurend heb afgevraagd waarom de uitgeverij haar zo vaak verzocht heeft om haar boek te herwerken, zoals ze in één van haar columns schreef.
"Er waren artistieke meningsverschillen, laat ik het zo zeggen. De vraag is: hebben die mijn boek beter gemaakt of niet? Ik denk dat ik dat pas over een jaar zal kunnen zeggen, wanneer ik opnieuw met de nodige afstand naar mijn roman kan kijken. Ik vond het wel lastig om tijdens de discussies met de uitgeverij kalm te blijven. Ik werd vaak paniekerig: shit, dat woord, die zin, die alinea, dit hele boék gaat er niet komen. Misschien maken andere schrijvers dat ook mee. Maar zijn zij zo slim om er geen columns over te schrijven. (lachje) Anderzijds: ik vind het juist interessant om over de rommelige, conflictueuze kant van het leven te schrijven. En ik heb alles welbeschouwd liever een uitgeverij die met haar schrijvers in discussie gaat dan een uitgeverij die zegt: doe maar, het maakt ons allemaal niks uit."
Haar leven is wel vaker het toneel van al dan niet frontale botsingen. Ook in haar familie, zegt ze, wordt er niet gekeken op een confrontatie meer of minder. "Mijn familie is van het licht ontvlambare type: we zinken in, we worden hysterisch, we roepen naar elkaar, we zijn soms een behoorlijk dysfunctionele bende. Maar ik heb liever dat er op een familiefeest een halfuur lang vreselijk wordt gescholden dan dat er vijf uur lang vanalles wordt ingeslikt. Je aan elkaar tonen, is een daad van liefde. Er spreekt ondanks alles vertrouwen uit. Veel geliefden gaan uit elkaar zonder dat ze ooit hun diepste verlangens met elkaar gedeeld hebben. Dat gebrek aan communicatie, dat niet durven openbaren van jezelf, is het echte fiasco."
In De Collectieve Inzinking van de Familie Hofmeyer, het literaire debuut van Cafmeyer, is een familiale aanvaring het onvermijdelijke gevolg van de zoektocht naar een waarachtig leven. Hoofdpersonage Julie belandt na een relatiebreuk in een existentiële crisis. Wat blijft er nog van haar over als ze niet langer kan uitkijken naar een toekomst waarin ze 'bevrucht wordt in een hemelbed met lakens die naar wasverzachter ruiken en op tuinfeesten haar borst ontbloot om haar kind gouden melk te voeden?' Vader Hofmeyer weet wat gedaan: in afwachting van mister Right moet ze haar eicellen laten invriezen en investeren in vastgoed. Julie doet een vertwijfelde poging om een voorbeeldige dochter te zijn, maar voelt dat er voor haar een ander, minder conventioneel leven is weggelegd. Terwijl ze uitpluist hoe haar voormoeders zich van de maatschappelijke verwachtingspatronen losweekten, begint ze aan een zelfonderzoek dat de familie Hofmeyer danig zal destabiliseren, en uiteindelijk zal leiden tot een collectieve inzinking aan het zwembad van het ouderlijke huis.
Je kan je boek op twee manieren karakteriseren. Als een feministische roman waarin vrouwen a room of their own zoeken, of als een onafhankelijkheids-verklaring waarin mensen (m/v/x) hun soevereiniteit opeisen. Aan welke omschrijving geef je de voorkeur?
"Aan de tweede. Mijn hoofdpersonage is geen feministische heldin, ze is bij momenten zelfs behoorlijk lamlendig en onderdanig. Ze wil wel weg van het leven dat haar wordt voorgeschreven, maar dat willen mannen soms ook."
'Waar is de uitweg?' vragen de vrouwen in je boek zich veelvuldig af. De moeder van Julie wil ontsnappen aan de keuken waarin het gezinsleven haar opsluit, Julie uit de mal van de ongekreukelde vrouw waarin de wereld haar dwingt.
(knikt) "Ik interviewde onlangs de Franse schrijfster Constance Debré. Zij heeft het vaak over la vie lamentable: een leven dat je niet zelf hebt gekozen, waarin je alleen maar rekening houdt met anderen. Mijn boek gaat over ontsnappen aan la vie lamentable. Over leven buiten de norm. Over je m'en fous leren zeggen."
Moeten vrouwen meer dan mannen beducht zijn voor la vie lamentable?
"Nee. Net zoals je je gevangen kan voelen in een bepaald beeld van vrouwelijkheid, kan je ook gekneld zitten in een bepaald beeld van mannelijkheid. Er zijn veel mannen die niet het leven leiden dat ze zouden wíllen leiden omdat ze zichzelf wijsmaken dat ze 'nu eenmaal' de kostwinner moeten zijn. Maar zelf heb ik in mijn jeugd vooral la vie lamentable van vrouwen gezien. Mijn moeder haatte het om huisvrouw te zijn. Sinds-dien weet ik dat het een leugen is dat vrouwen graag een zorgende rol opnemen. En heb ik een fascinatie voor vrouwen die hun leven anders inrichten. Die op het gigantische spectrum tussen mannelijkheid en vrouwelijkheid hun eigen plek vinden."
Heb jíj́ die plek al gevonden?
"Ik heb lang gedacht dat ik op mijn 37ste een man zou liefhebben, een huis zou hebben en een kind zou opvoeden. Dat is niet het geval. Maar in plaats van daarom te treuren, probeer ik te zien wat ik in mijn leven wél kan doen: reizen, van de ene woonplaats naar de andere fladderen, veel lezen, in mijn werk opgaan en goed voor mezelf zorgen. Dat mag, nee moét, ook gevierd worden. Al blijf ik wel op twee benen hinken. Ik vraag me nog altijd af wat me gelukkiger zou maken: een gezin met twee kinderen en een huis waar woonspecials over geschreven worden of een nomadisch bestaan waarin ik van de ene spartaans ingerichte studio naar de andere trek? Maar goed: ik ben een zoekend wezen, ik zal altijd wel een innerlijke tweestrijd voeren. Ik kan alleen op café zitten, aan de bar een koppel zien fezelen en denken: was ik maar de vrouwelijke helft van dat koppel. Maar ik kan ook met een man op café zitten, aan de bar een vrouw in haar eentje een boek zien lezen en denken: was ik maar die alleenstaande vrouw."
Het hoofdpersonage in je boek heet net als jij Julie, is net als jij performance-kunstenares en heeft net als jij gescheiden ouders. Waarom stond je erop om een verhaal dat zo duidelijk in het jouwe geworteld is als fictie te presenteren?
"Omdat er in het boek dingen staan die gewoon niet waar zijn. En omdat ik die fictielaag nodig heb om zonder schaamte te kunnen schrijven. Mocht ik non-fictie schrijven, zou ik veel te voorzichtig zijn. Door de werkelijkheid in mijn verbeelding te dompelen, kan ik makkelijker over de lelijke dingen schrijven. Over de conflicten die ik met anderen heb. De fictie laat me toe om de realiteit waarheidsgetrouwer weer te geven."
Ook schaamteloze fictie schrijven is niet zonder risico's: de familie Cafmeyer zal zich ongetwijfeld in de familie Hofmeyer herkennen. Hebben je ouders, je broer en je zus je boek al gelezen?
"Nee. Maar ik hoop dat mijn roman in mijn familie iets zal losmaken in plaats van kapotmaken. Ik denk niet dat wat ik schrijf kwaadaardig of wraakzuchtig is. Mijn boek is brutaal, maar ook liefdevol. Er is pijn, maar ook genegenheid."
Julie Hofmeyer zweert bij huurappartementen die je even snel kan betrekken als verlaten. Is een goed leven een wendbaar leven?
"Voor mij wel, ja. Ik wil op dit moment echt niet op dezelfde plek blijven. Ik haat het idee van een woonplaats als de plek 'waar het moet gaan gebeuren', 'waar ik ooit met iemand zal samenwonen', 'waar mijn gezin zal ontstaan'. Want als dat dan allemaal niét gebeurt, moet ik me de hele tijd afvragen waarom het niet gebeurt. Door in beweging te blijven, ben ik mijn onzekerheid te snel af: het is logisch dat niemand me kan vinden, want het stipje staat nooit stil. Op die manier blijf ik ook wel alleen, maar hoef ik me tenminste niet 'de wachtende vrouw' te voelen." (glimlacht)
Is alleen blijven voor jou een schrikbeeld?
"Steeds minder. Maar dat neemt niet weg dat ik woonspecials lange tijd bijzonder kwetsend heb gevonden. (lacht) De vrouwen in die reportages hebben altijd knappe mannen, mooie kleren, gezonde kinderen en dure meubels. Ze hebben hun huis samen met hun adonis zelf verbouwd, en hadden nadien nog geld over om bij wijze van relationele reiniging een weekje met z'n tweeën naar Thailand te gaan. Elke keer als ik zo'n woonreportage las, dacht ik: waarom zij wel en ik niet? Ondertussen weet ik dat het gezinsleven voor veel mensen als één langgerekte verplichting aanvoelt. En dat mensen met fantastische interieurs vaak doodop zijn. Als het daten niet wil lukken, probeer ik mezelf daaraan te herinneren. (lacht) Maar eigenlijk neem ik me voor om gewoon niét meer te daten. Ik denk dat het beter is om vrolijk rond te slenteren, af en toe iemand aan te spreken en te hopen dat je al doende verliefd wordt. Al is ook dat geen garantie op geluk, natuurlijk. Je kan dolverliefd worden op iemand en nadien toch totaal verwoest achterblijven."
Er valt een stilte. De woorden waarmee ze haar laatste zin vormde zweven als bellettristische zeepbellen de lucht in, het duurt even voor ze tegen de hoge plafonds van de hotelbar uit elkaar spatten. Nadat ik voor mezelf een genderbevestigend glas bier en voor mijn interviewee een glas witte wijn heb besteld, praten we over Sterf, liefste van Ariana Harwicz en Love Me Tender van Constance Debré: boeken die genderstereo-typen dynamiteren en temidden van de puinhoop andere, interessantere levenslopen zichtbaar maken. "Goeie romans doen wat woonspecials niet doen", zegt Cafmeyer. "Ze creëren ruimte, reiken nieuwe mogelijkheden aan, bevrijden een verlangen. Ik hoop dat ook De Collectieve Inzinking van de Familie Hofmeyer daartoe in staat is."
In je boek voer je drie generaties vrouwen op: je vergelijkt de mogelijkheden die ze hadden om zelf hun leven vorm te geven. Waarom vond je die tijdslijn belangrijk?
"Ik vind het zinvol om me af te vragen wat ik van mijn voormoeders kan leren. Mijn grootmoeder was de vrouw van een chirurg. Ze speelde met trots de rol van de vrouw des huizes: de vrouw die altijd lekker kookt, voor perfect gedekte tafels zorgt en oogverblindende outfits draagt. Maar ze had een vrijgevochten vriendin die haar regelmatig uitdaagde: 'Hoe kan je dat leven van jou nu fantastisch vinden? Je bent de slaaf van je man, je leidt een second life.' Dat soort discussies vond ik buitengewoon interessant."
De vrouwen in je roman zijn complexe, gelaagde personages. De mannen daarentegen zijn, op een enkeling na, nauwelijks in staat tot empathie, laat staan communicatie. Dat maakt ze een tikje karikaturaal, vind ik.
(denkt na) "Ik heb in mijn leven nog niet vaak de kwetsbaarheid van mannen mogen ervaren, vrees ik. Waar mannen van dromen, wat er voor hen op het spel staat, is voor mij nog een blinde vlek. En dat heb ik in mijn roman wellicht niet kunnen verbergen. Ik vind je opmerking overigens wel grappig. Mannelijke schrijvers krijgen vaak het verwijt dat hun vrouwelijke personages niet goed genoeg zijn uitgewerkt. En nu vertel jij me dat mijn mannelijke personages te ruw geborsteld zijn. (lacht) De wereld op zijn kop, en toch heb je misschien een punt."
Vooraan in je boek staat een citaat van Simone de Beauvoir: 'De plaats van de vrouw in de maatschappij is altijd de plaats die de man haar toewijst. In geen enkele tijd heeft de vrouw ooit haar eigen wetten kunnen opleggen.' Is dat citaat nog altijd actueel, vind je?
"In gezinnen zijn het nog altijd de vrouwen die het grootste deel van de huishoudelijke taken verrichten. Op familiefeesten zijn het nog altijd de vrouwen die de tafel afruimen. Dat bewijst hoe hardnekkig bepaalde gedragspatronen zijn. En ik wil dat dat gezien wordt. Al vind ik het citaat van Simone de Beauvoir vooral mooi omdat het zo activerend is: er spreekt een drang uit om de wereld aan te passen, om nieuwe wetten te schrijven."
Niet nodig, zegt Antwerps N-VA-schepen Els van Doesburg. Het feminisme is voltooid, vrouwen hebben alle vrijheid die ze moeten hebben.
"Ik ken Els van Doesburg niet persoonlijk, maar ik denk dat ze een heel trotse vrouw is. Dat ze het idee dat vrouwen in sommige opzichten nog altijd achtergesteld worden vernederend vindt. En dat ze het daarom zo nadrukkelijk afwijst. Ik vind het als schrijfster heel interessant om te zien hoe anders vrouwen met de stereotypen over vrouwelijkheid omgaan. Hoe ze er elk op hun eigen manier proberen uit te breken. Zelf ben ik niet opgevoed als 'het meisje'. Mijn broer en ik hebben exact dezelfde kansen gekregen. Maar eenmaal voorbij de dertig werd mij toch gevraagd: wordt het niet stilaan tijd voor een man en kinderen? Toen dacht ik: 'Wacht even. Jullie hebben mij gestimuleerd om de wereld te veroveren. Om aan de universiteit te studeren en een carrière op te bouwen. Maar als puntje bij paaltje komt, zal mijn leven mislukt zijn als ik geen man en kinderen heb?' Dat vond ik moeilijk met elkaar te rijmen."
'Moeder worden, kan een val zijn', laat je Julie in je boek zeggen. 'Wie als vrouw kinderen maakt, eindigt nog altijd achter het fornuis, ook in deze tijd.' Is de angst voor het fornuis één van de redenen waarom je zelf geen kinderen hebt?
"Ik ben bang om in een rol gedwongen te worden die ik niet wil, ja. Maar de belangrijkste reden waarom ik nog geen kinderen heb, is dat ik momenteel geen partner heb. Ook ik krijg op feestjes regelmatig de vraag of ik mijn eicellen niet zou laten invriezen. Kennelijk is dat tegenwoordig een heel normaal gespreksonderwerp. (lacht) Maar de eicellenvraag stoort mij. Omdat er hoe dan ook een teleurstelling in opgeslagen zit: 'Wat raar dat je nog geen kinderen hebt, laat maar snel wat eicellen bewaren.' Ik zou liever hebben dat mensen ophouden met mij adviezen te geven en gewoon aanvaarden wat er in mijn leven wel of niet gebeurt."
Je boek bulkt van de tragikomische observaties. 'Kinderen houden niet van onge-lukkige vrouwen. Ze voelen het intuïtief aan als je tegen je zin voor hen zorgt, en nemen wraak.' Of: 'Ik lachte, echt heel hard. Ik heb eens ergens gelezen dat je mannen het bangst maakt door hen uit te lachen.' De toestand is ernstig, maar niet hopeloos?
"Zoiets, ja. Ik vind het essentieel om de knulligheid van het leven met humor te bestrijden. Als ik kan lachen, lukt het me aanzienlijk beter om de dag door te komen."
Begin dit jaar voerde je voor het eerst de performance 'Prière de toucher' op: in het Cité Internationale Des Arts in Parijs nodigde je de bezoekers uit om je ontblote linkerborst aan te raken. Vanwaar dat expliciete verzoek?
"Ik wilde zien wat er gebeurt als je als vrouw vraagt om aangeraakt te worden. Zoals de Amerikaanse schrijver Maggie Nelson al eerder opmerkte: MeToo heeft ons geleerd om te zeggen wat we niét willen, maar het is minstens zo belangrijk om uit te spreken wat we wél verlangen. Dat heb ik tijdens 'Prière de toucher' gedaan en dat voelde heel emanciperend, zelfs bevrijdend, aan."
In Ode Aan De Duif, de tekst die je vorig jaar voor dit magazine schreef, liet je weten dat je jezelf niet langer wil straffen omdat je hunkert naar seks.
"Ik vond het geweldig om in dat stuk mijn lusten te kunnen benoemen. Het cliché wil dat je als vrouw intimiderend bent als je open over je verlangens spreekt. Maar ik heb geleerd dat precies het tegendeel waar is: het nodigt anderen uit om er ook over te praten. Het is een manier om elkaar te leren kennen. Ook in mijn roman is genot een bron van levenslust, niet van ellende."
Ze last een sanitaire pauze in, ik maak van de gelegenheid gebruik om op mijn vragenlijst de essentiële vragen van de bijkomstige te scheiden.
"We moeten het nog over De Studio hebben", zeg ik wanneer ze opnieuw voor me zit. "Ik weet het", lacht ze. "Waarom denk je dat ik daarnet een glas wijn wilde?"
Voor de niet-ingewijden: een half jaar geleden schreef Julie Cafmeyer Life Is But A Dream, een fictieve tekst over een grensoverschrijdende theaterdirecteur die tot gevolg had dat de niet-fictieve versie van de theaterdirecteur - Marc Verstappen van De Studio in Antwerpen - op non-actief werd gezet. Sommigen, vooral vrouwen, prezen haar durf. Anderen, vooral mannen, noemden haar een rancuneuze furie. Ik vraag hoe ze zelf terugkijkt op het bommetje dat ze op de theaterwereld dropte.
"Toen ik Life Is But A Dream schreef, wist ik nog niet hoe er op gereageerd zou worden. Het feit dat Marc meteen op non-actief werd gezet, gaf mijn tekst extra gewicht. De Studio had er ook voor kunnen kiezen om Marc te laten aanblijven, met iedereen in gesprek te gaan en achteraf te communiceren over wat ze geleerd hadden. Dan was mijn tekst wellicht niet de bom geweest die hij nu geweest is. Dan hadden mijn woorden een opstapje kunnen zijn naar verzoening en verandering."
Helaas: Marc Verstappen noemde Life Is But A Dream 'een boosaardige wraakoefening'.
"Dat mag hij. Maar dan mag ik het ook jammer vinden dat Marc kennelijk niet tot introspectie in staat is. Dat er over sommige dingen blijkbaar niet gesproken kan worden."
Ter ere van het dertigjarige bestaan van De Studio werd Verstappen een paar weken geleden uitgebreid gefêteerd. Het feest had veel weg van een rehabilitatie.
"Op de foto's die ik van dat feest gezien heb, is Marc aan het stralen. Prima, ik heb liever dat hij blij is dan depressief. Maar wat ik wel vreemd vind, is dat iedereen daar zo braaf in de pas liep. Dat Marc nog altijd bevestigd werd in zijn ego, zijn macht en zijn dominantie. Blijkbaar stellen mensen zich zelfs nederig op ten opzichte van machtsfiguren waar ze zich slecht bij voelen."
Is er na het verschijnen van Life Is But A Dream geen enkel contact geweest tussen jou en Marc Verstappen?
"Nee. Maar ik ga binnenkort wel in gesprek met Amelie Aernaudts, de nieuwe artistiek leider van De Studio."
Amelie Aernoudts is in Life Is But A Dream de lakei: de sidekick van de theater-directeur. Je schreef dat ze jouw handlanger had kunnen zijn, maar zich gedraagt als zijn onderdaan. Denk je dat er onder haar bewind iets zal veranderen aan de cultuur van grensoverschrijdend gedrag in De Studio?
"Ik weet het niet. Ik hoop het. Sommige mensen vinden dat ik het personage van de lakei te hard heb aangepakt. Maar ik denk dat het logisch is dat je als vrouw op de steun van een andere vrouw rekent. Toen ik nog voor De Studio werkte, heb ik talloze keren geprobeerd om tot een gesprek te komen. Amelie weet dat. Maar praten, met woord en wederwoord, met de intentie om elkaar echt te begrijpen, bleek onmogelijk. Ik had bovendien het gevoel dat ik gesabotteerd werd. Er was op korte tijd vier keer een subsidieaanvraag van mij afgewezen. Het signaal dat ik kreeg was: ofwel hou je je mond, ofwel zet je jezelf buiten de groep. Toen dacht ik: no way. Ik laat me niet als een schaap naar de slachtbank leiden. Ik kan ook spreken."
Was opstappen bij De Studio niet sprekend genoeg?
"Nee. Ik wou de ware redenen voor mijn vertrek kenbaar maken. Ik ben bij De Studio weggegaan omdat er dingen gebeurden die ik niet langer kon aanvaarden. En die wilde ik kunnen benoemen."
Zie je jezelf ooit nog voor De Studio werken?
"Ik zie twee mogelijke scenario's. Ofwel zeggen Amelie en ik na ons gesprek: 'Er is veel gebeurd, maar dat is bij dezen uitgesproken en erkend, we kunnen nu elk onze eigen weg gaan.' Ofwel zeggen we: 'We hebben naar elkaar geluisterd en we gaan er iets mee doen: we gaan Life Is But A Dream - de voorstelling dan - ook in De Studio program-meren.' Ik zou dat nog altijd mooi vinden. Nu is het verhaal: vrouw spreekt, man wordt op non-actief gezet, klaar. Het zou jammer zijn mocht het daarbij blijven."
De tijd die we voor elkaar gereserveerd hadden, zit er op. Maar onze zeewierkoekjes zijn nog niet op en dus keuvelen we nog wat verder. Over hotelbars en lounge-muziek. Over Charles Bukowski en stijl. Over de kwetsbare auteursziel en hoe ermee om te gaan.
Het laatste onderwerp voert ons, niet geheel onverwacht, terug naar het begin van ons gesprek. "Ik vind het wel hard, wat Delphine Lecompte in haar mail schreef. Maar goed, ze is wel vaker onverbiddelijk ten opzichte van collega's. Ik zal me dus maar niet te veel zorgen maken over haar afwijzing, zeker?"
Dan herinnert ze zich Constance Debré, haalt ze haar schouders op en zegt ze: "Weet je wat? Je m'en fous."
0 notes
Text
De strijd tegen de ‘factcheckers’
Allereerst! Ieder die dit leest en denkt dat het interessant is: kom 26 oktober naar Hilversum. Daar spreek ik samen met Paul Cliteur en Bart Maes over Zingeving en Realisme. Joris Bouwmeester gaat het gesprek leiden. Lees hier meer, en komt allen – tickets hier.
De redactie van Saul's Place HQ legde mij een email voor. Hierin staat het volgende:
“Beste heer, mevrouw, Voor Pointer (KRO/NCRV) zijn wij bezig met een verhaal over misinformatie in podcasts. Wij hebben transcripten van alle Nederlandse podcasts doorgenomen om te kijken naar misinformatie in drie categorieën: complottheorieën, medische misinformatie en het verspreiden van de omvolkingstheorie. Uw podcast kwam voor in één of meer van deze categorieën. Als u benieuwd bent naar onze definitie van deze drie soorten misinformatie en om welke van uw afleveringen het gaat, dan kunnen we dit aanleveren.
Naar aanleiding van ons onderzoek willen we u graag wat vragen stellen.
1. Bent u het eens met onze bevinding dat uw podcast misinformatie verspreidt?
2. Bent u zich ervan bewust dat u met deze aflevering(en) mogelijk ingaat tegen de richtlijnen van Spotify, Apple Podcasts, YouTube en andere platformen, die dit soort inhoud vaak verbieden?
3. Bent u ooit door een van deze platformen aangesproken over de inhoud van een aflevering, of bent u ooit (tijdelijk) geweerd van een platform?
Bij voorbaat dank voor uw medewerking. Vriendelijke groet,
Joris Heijkant & Jerry Vermanen Pointer, KRO/NCRV”
U kent wellicht de zegswijze – nobody heard about ‘fact checkers’ until the truth started getting out. In dit essay zal ik nogmaals uiteenzetten waarom de EU zich hier niet mee bezig moet houden en bovendien is het een kwestie van ‘water under the bridge’. ‘Fact checken’ gáát helemaal niet om feiten: het gaat om het kaderen van de feiten, het duiden ervan. Het is volledig mogelijk om een propaganda artikel te schrijven zonder ook maar één leugen de wereld in te slingeren.
Er gaat gewoon te veel mis in de maatschappij: of het nu gaat om overlast door de toestroom van te veel immigranten, klimaatmaatregelen die niet het gewenste resultaat leveren maar wél de lasten met onrealistische bedragen doen stijgen, of dubieuze dealtjes tussen politici en Big Pharma bedrijven ten tijde van corona – het is eigenlijk niet meer mogelijk om de heersende ideologie (multiculturalisme en de maakbare samenleving) geloofwaardig overeind te houden.
De façade van Nederland als ‘rustig kikkerlandje’ begint nu voor te veel mensen tegelijkertijd in te storten. Maar de maatschappelijke bovenlaag wil wel de macht behouden, zo lang als dit kan. En dus moet die ideologie tóch overeind blijven, ook al kán dit eigenlijk niet.
De filosoof Jelle van Baardewijk heeft dit benoemd in een uitzending van De Nieuwe Wereld: het gaat niet meer om feiten of om onwaarheden, het gaat om “hostile narratives”. Als je verhaal nuttig kan zijn voor Poetin – of zelfs maar de schijn daarvan heeft – dan boeien je feiten niet meer. Je staat dan ‘aan de verkeerde kant van de geschiedenis’. Met dat gesprek over ‘hostile narratives’ valt het masker af. Het gaat niet om feiten en het ging nooit om feiten.
Ursula von der Leyen, hoofd van de Europese Commissie heeft dit met zoveel woorden al toegegeven. De-bunken heeft geen zin, zo stelde ze, je moet “pre-bunken”. Je moet mensen preventief de juiste informatie geven, zodat ze niet wantrouwig worden tegenover de overheid.
Dat zie je ook bij de AIVD, de MIVD en de NCTV: al die diensten houden zich tegenwoordig bezig met het narratief, de publieke opinie, het heersend vertoog, het gesponnen verhaal. Kritiek op de overheid en wantrouwen tegenover de overheid – vroeger heel gezond, en zelfs wenselijk in liberale en progressieve kringen – is vandaag een doodzonde. Zelfs al kunnen er toch wel gronden zijn voor enig wantrouwen. De Toeslagenaffaire, de Mondkapjesdeal, Toyota’s die aan ISIS zijn geleverd – ik vis wat willekeurige zaken uit het geheugen. Een columnist kan op deze manier zijn of haar werk als zuiverend geweten niet meer doen.
Ik heb uit betrouwbare kringen dat de financiële journalist Arno Wellens onlangs in een vechtpartij belandde: het was wederom met een Marokkaan. De agent van dienst belde met de officier van justitie en zij keek hierop in een bestand. Ze zag dat hij “medeoprichter is van Forum voor Democratie”. Dit werd aan de telefoon besproken met oom agent. Voor de officier van justitie was zijn “mede oprichter zijn” een reden om Arno Wellens enkele dagen in voorarrest te houden. Toen zijn advocaat de vraag stelde, waarom deze informatie bij haar bekend was en waarom dit feit in deze context überhaupt genoemd moest worden, veranderde ze van inzicht en was er plots toch geen voorarrest nodig.
Ik besluit daarom om dit artikel anders te schrijven, dan ik initieel van plan was. Wat ik wilde doen, was een grondige uiteenzetting geven van waarom Dilan Yeşilgöz en co al in 2018 een motie aangenomen kregen door de Tweede Kamer. Daarin staat uitgesproken dat de EU géén competentie heeft in het aanmerken van informatie als zijnde ‘desinformatie’. Herinnert u zich de context nog? Oekraïne was bezig om bronnen als ‘desinformatie’ aan te merken – dat was onder meer een reportage van Chris Aalberts die toen een interview publiceerde waarin een kritisch persoon een gepeperde mening gaf over Oekraïne. Het werd een hele rel – ook stukken in De Gelderlander werden als ‘desinformatie’ aangemerkt.
Inmiddels is de PVV aan de macht, met ruggensteun van Yeşilgöz zoals u vast weet – kennelijk heeft het nergens invloed op. Dit brengt ons terug naar de email die ik hierboven citeerde. De Europese Commissie heeft een netwerk van gesubsidieerde 'factcheckers' opgezet binnen de EU, die internetplatforms afspeuren naar “desinformatie” en hierover verslag uitbrengen aan Brussel. Deze opdracht valt binnen de Benelux aan de organisatie Benedmo: Benelux Digital Media Observatory. Dit netwerk bevat ‘onderzoekers’ van universiteiten, organisaties als Bellingcat en het KRO-NCRV programma Pointer. Kennelijk acht de EU hen geschikt om scheidsrechter te spelen over de publieke opinie en het maatschappelijk narratief.
De vorige Nederlandse regering, die al zoveel ‘nieuw leiderschap’ liet zien bij onder meer, Nokia-gate en het willen wegpromoveren van een Kamerlid – en natuurlijk de bruiloft van minister Grapperhaus, die ja – onthulde op 18 juli nog een stevig assortiment aan maatregelen om desinformatie te bestrijden. Benedmo ving de subsidies en kreeg de voortrekkersrol. De dreigende verwijzing naar de “richtlijnen van Spotify, Apple Podcasts, YouTube en andere platformen” moet u zien in het verlengde van de Digital Services Act. Het doel daarvan is dat Big Tech hand in hand met de overheid “polariserende” discoursvorming tegengaat – we komen dan terug op die afbrokkelende façade en de poging om wanhopig greep te houden op het narratief.
Ik had nog een boel interessante punten om hier te maken maar ik hou het even bondig, want wie mij al langer volgt, is hier wel bekend mee. En ik voel me een beetje zoals Thomas Sowell in die documentaire die in 2021 over hem werd uitgezonden en die ik toen heb gerecenseerd. Je doet je bijdrage aan het publiek debat, maar je merkt dat je argumenten zit te weerleggen die je twintig jaar geleden al hebt weerlegd, aldus Sowell. De wielen van de macht knarsen voort, gesteund door een scala van intellectuelen, journalisten, mensen bij geheime diensten – kortom volk dat beter zou moeten weten – en het gepeupel haalt de schouders op en gaat verder tot de orde van de dag.
Hier dus de korte samenvattende punten die u moet lezen als ware het een erudiet, breed uitgesponnen vertoog: De mail van Joris Heijkant & Jerry Vermanen spreekt van: “complottheorieën, medische misinformatie en het verspreiden van de omvolkingstheorie.”
Complottheorieën – loopt stuk op, wanneer is iets een theorie? Waarom zou de burger geen vrijheid toekomen om te speculeren over de motieven van machthebbers? Zijn er nooit complotten geweest in de geschiedenis van de macht? Hoe zit het met Jamal Ahmad Khashoggi – om maar iets te noemen. Als je over zijn dood speculeert, iets wat onderop in de doofpot ligt van de obscure machtspolitiek tussen Turkije en Saoedi-Arabië, ben je dan ook “fout”? Of slechts als het een onderwerp betreft dat de Nederlandse overheid slecht uitkomt omdat het wel eens voor ‘opschudding’ zou kunnen zorgen? De vraag stellen is uiteraard hetzelfde als hem beantwoorden.
Het pedofielen eiland van Jeffrey Epstein was ook eerst een complottheorie. Totdat zelfs de Telegraaf er niet meer omheen kon dat voormalig Amerikaans president Bill Clinton dat eiland had bezocht. De theorie dat COVID19 in een Chinees lab zou zijn ontwikkeld – als je met dat idee kwam, werd je initieel ook als volslagen debiel weggezet. Totdat de overheid van de VS dit scenario plots officieel onderzocht. De krantenkoppen van vandaag zijn de complottheorieën van gisteren.
Medische desinformatie: In mijn boek De greep op de publieke opinie (2023) heb ik hier uitgebreid over geschreven – hier hou ik het zoals aangekondigd dus beknopt. Mark Zuckerberg van Facebook gaf destijds al aan, dat overheden hem dwongen om burger research over corona en het coronavaccin te onderdrukken, minder zichtbaar te maken. Maar hij noemde dit een kortzichtige aanpak van de overheid. Immers, de burgers baseren zich op dezelfde officiële rapporten als overheden: ze vergelijken rapporten van verschillende landen en trekken op basis daarvan conclusies. Het mondt uit in een kat-en-muisspel, waarbij de overheid voortdurend achter de feiten aanholt, eerst iets censureert en daarna de burgers vaak alsnóg gelijk moet geven. Het enige gevolg is dat de burgers hun overheden meer gaan wantrouwen.
Dan het verhaal over Ivermectine in coronatijd. Thierry Baudet heeft dit nader toegelicht in zijn rechtszaak destijds tegen YouTube, dat dit debat, gevoerd in het Nederlands parlement, censureerde. In India werden er volledig andere conclusies getrokken over de werkzaamheid van Ivermectine dan in Nederland. Waar slaat het op om burgers het inzicht in dit debat, te onthouden? De wetenschappelijke consensus is immers ook geen vaststaande monoliet, maar is iets dat zich ontwikkelt via voortschrijdend inzicht.
Omvolkingstheorie: Hoe krankzinnig om nog steeds het woord ‘theorie’ hiervoor te gebruiken. Meestal verwijzen ‘journalisten’ dan naar de Nazi-tijd. Maar ook dát slaat nergens op, want de situatie van de huidige massa-immigratie, is juist ontstaan tijdens de nasleep van de Tweede Wereldoorlog. Toen werden de vluchtelingenverdragen opgenomen waar linkse advocaten en NGO’s zich vandaag nog op beroepen; toen begon de gastarbeid, de wederopbouw, het werven van arbeidskrachten in het buitenland, het afkoppelen van de koloniën waardoor ook veel mensen overkwamen. Nazi’s gebruikten omvolking – als ze het überhaupt al gebruikten – in een totáál andere context. Namelijk Slavische volkeren in Oost-Europa vervangen door Arische Germanen.
Als we het hebben over ‘omvolking’, dan bedoelen we niet een standje met een Vietnamese loempia op de hoek van het dorp. Wat we bedoelen is, Mohammed als meest voorkomende jongensnaam, het openen van moskeeën en het afboeken van kerken – we hebben het over de vruchtbaarheid van de Nederlandse vrouw die ongeveer onder het nulpunt is gedaald, niet gek ook, want vind maar eens een woning om je baby kwijt te kunnen. En oh ja, varkensvlees verdwijnt overal en het heeft er vast iets mee van doen dat het vruchtbaarheidscijfer in Maghreb landen gemiddeld hoger ligt.
Dus ja, iedereen weet wat je bedoelt als je over OMVOLKING spreekt. Als dat kwetsend zou zijn, zeg dan: bevolkingsvervanging, of: veranderingen in de demografische samenstelling met dienovereenkomstige gevolgen voor de culturele representativiteit van het authentieke Nederland. Als je dát zegt, is iemand dan niet gekwetst? Klinkt veel chiquer, maar je zegt precies hetzelfde. Niet over OMVOLKING mogen praten is dus onnodig rond de hete brij draaien. De brave Pieter Omtzigt benoemde dit demografische verhaal laatst, vlak voor zijn zoveelste burn out. Niet gek toch? Als de culturele samenstelling van de bevolking verandert, zou het dan zo kunnen zijn dat gerechtelijke instituties en dergelijke ook mee veranderen? De interpretatie van mores en regels?
Vroeger had je overheidscampagnes voor de boodschap: ‘durf duidelijke taal te spreken!’. Zouden Pointer en KRO óók moeten doen.
Kom 26 oktober naar Hilversum. Daar spreek ik samen met Paul Cliteur en Bart Maes over Zingeving en Realisme. Joris Bouwmeester gaat het gesprek leiden. Lees hier meer, en komt allen – tickets hier.
Volg Sid Lukkassen via Telegram: https://t.me/SidLukkassen Steun Sid Lukkassen via BackMe: https://sidlukkassen.backme.org
#sid lukkassen#column#factcheckers#pointer#KRO#NCRV#NPO#propaganda#desinformatie#complottheorieën#medische misinformatie#omvolkingstheorieën#omvolking#Paul Cliteur#Bart Maes#Joris Bouwmeester#politici#Big Pharma#Jelle van Baardewijk#De Nieuwe Wereld#AIVD#MIVD#NCTV#Arno Wellens#Thomas Sowell#Jamal Ahmad Khashoggi#Jeffrey Epstein#COVID19#De Greep op de Publieke Opinie#mark zuckerberg
0 notes
Text
Over blingbling en parelmoer
Schitterend
Met het gemak van een bejaarde zeekoe manoeuvreer ik mezelf tussen twee met pauwwier en paraplu-alg begroeide rotsen richting een dieper gedeelte in de baai. Onder mij ruziet een stel regenbooglipvissen om iets eetbaars. Ik aanschouw het. Wanneer ik mijn blik weer voorwaarts richt, blijkt dat ik deel uitmaak van een school boksvissen. Op enige afstand passeren achteloos enkele goudgestreepte zeebrasems. Met een paar soepele slagen zwem ik erheen om ze van dichterbij te bekijken. Maar dat komt er niet van. Een oerdrift dwingt mij af te buigen. Mijn aandacht wordt gegrepen door een glimmend object op de zeebodem. Daar moet ik heen!
Stukje evolutie
Dat glimmende zaken onze aandacht trekken is geen keuze. Dat is evolutionair bepaald. Een overmatige interesse in glimmende oppervlakte was een voordeel bij het vinden van water. En dat voordeel was weer essentieel om te overleven. Op die manier selecteerde Moeder natuur de de eigenaardige voorliefde in ons voor opsmuk, bling-bling en glanzende oppervlaktes.
Groene zeeoor (Haliotis tuberculata).
Zeeoor
Het bleek een schelp van een zeeoor. Een groene om precies te zijn. De schelp had met de binnenkant naar boven gelegen, waardoor de parelmoerlaag in het oog sprong. Ik stopte de schelp in mijn kontzak en snorkelde verder.
Op het strand bekeek ik de parelmoerlaag van de schelp. Gegrepen door de kleurenpracht van de iriserende binnenzijde maakte een drang zich van mij meester: ik moest en zou er meer hebben.
Schone schijn
Onze gewoonte glimmende objecten te willen bezitten is niet evolutionair bepaald, dat is meer een sociaal-culturele erfenis. Al generaties lang leren we tijdens ons leven dat een prachtige schittering hoort bij iets dat duur en waardevol is en dat het bezit van waardevolle zaken ons aanzien geeft. Beschaving op beschaving verzamelen dientengevolge de welgestelden schatten vol met glinsterende pracht en praal. En in hun kielzog het plebs. Alles voor de schone schijn.
paardenzadels (Anomia ephippium)
Meerdere vondsten
Omdat ik wist dat ik geen extra inspanning hoefde te leveren om meer zeeoren te vinden, mijn aandacht zou tenslotte vanzelf getrokken worden, kon ik heerlijk ontspannen verder snorkelen. En zo vond ik terwijl ik ‘tranquilo’ de onderwaterwereld tussen Sant Pere Pescador en L’ Escala verkende nog een enkele mooie zeeoren en paardenzadels: een oesterachtig schelpje dat ook een mooie parelmoerlaag heeft. Om er mee te pronken heb ik ze in een lijst gestopt. Wie weet vergroot het mijn aanzien.
Parelmoer in een lijstje.
Het oorspronkelijke doel
Weekdieren, zoals paardenzadel en zeeoor hebben hun parelmoer niet om mee te pronken. Die laag dient een heel ander doel. Het geeft ze geen aanzien, maar stevigheid. En, nog belangrijker, het onderhoudt het interieur van de schelp. Parelmoer zorgt ervoor dat de binnenzijde van de schelp glad is en blijft en het beschermt het weekdier tegen parasieten en schadelijk afval door het te omsluiten. Gebeurt dat tegen de schelp, dan ontstaat daar een knobbel van parelmoer. Zweeft het afval los dan ontstaat er een parel. Een parel is dus, zeg maar, het equivalent van een volle vuilniszak.
Denk daar maar eens aan wanneer je weer eens voor de etalage van de juwelier naar zo’n parelsnoer staat te kwijlen.
3 notes
·
View notes
Text
HET DODE MOMENT WEER TOT LEVEN GEWEKT
Dichter/schrijver Mischa Andriessen noemt het een tussenwereld, an in-between world, un mondo intermedio. De onzichtbare scheidslijn tussen het levende en dode. Het menselijke en het zakelijke. Werkelijk en abstract. Volgens de schrijver maakt de Italiaanse kunstenaar Daniele Galliano een verslag in verf van het oversteken van de grens tussen boven- en onderwereld. Dus werkelijk het moment dat de ogen zich sluiten, de ziel uitvaart naar een nieuwe haven. De trossen los. Dat kan betekenen dat de schilderijen iets van spiritualiteit in zich hebben. Een glimp van geloven en de glans van weten. De ziel die nog niet echt weg is en boven zichzelf hangt. De bijna dood ervaring die nog twijfelt welke kant gekozen zal worden.
Andriessen vergelijkt de ervaring verbeeldt door Galliano met verlies. Het bij overlijden of op een andere manier verdwijnen van een dierbare. De achtergeblevene gaat "op zoek naar iets dat degene die wordt gemist, achtergelaten heeft. Iets dat aan hem of haar herinnert, een voorwerp, een geur, desnoods het versleten leer van de bank waarop hij of zij het liefste zat. Domweg iets dat de verdwenen geliefde even terug tastbaar maakt." Galliano raakt het moment kwijt. Het moment waarop hij is geïnspireerd geraakt de wereld te beschouwen. Kijkend naar gewone dingen. Zaken die in de wirwar van de tijd nauwelijks nog opvallen, normaal lijken. Dit vastleggen zet de activiteit voor dat moment stil. In het specifieke moment gaat de kunstenaar op zoek naar verloren beelden. Omdat het moment slechts één tel duurt, een seconde, een fractie van tijd, is het zaak de sfeer in een expressieve vorm vast te leggen. Het beeld komt voor ogen in een snelle oogwenk. Het is niet helder, bewogen zou je zeggen in de fotografie, maar draagt alle elementen in zich die gezien zijn.
Daniele Galliano legt dat verlies van tijd vast, het verloren geziene, de kwijt geraakt ervaring, zodat ik het terug kan kijken. Geen deja vu daar het realiteit is, ik was daar niet eerder, ik ben daar nu. In een glimp trekt die omgeving aan mijn blik voorbij. De tijd hield het niet staande, kon het maar amper registreren. De kunstenaar doet dat wel, legt het vast. Het verstilde moment. Het in verf gebeeldhouwde ogenblik. Een monument voor de gebeurtenis, de onbenoembare herinnering. Geen vage beelden zoals je van herinneringen kunt verwachten. Het palet van Galliano is kleurrijk en helder zoals zijn geboorteland dat is – het mediterrane licht, welhaast een vakantiestemming. Onwerkelijk echt.
In het boek "Morti Viventi", onlangs uitgegeven door Van Spijk Art Books in samenwerking met Livingstone Gallery Den Haag en de Amsterdamse vestiging van het Istituto Italiano Di Cultura, komen al die verloren momenten langs. Al dat verlies passeert vanuit het decor van het geheugen in diverse gezichten van ver en nabij de revue. In de uitgave, als een soort van expositie in boekvorm - een catalogus van het atelier, een portfolio, een aandenken, de herinnering aan doorgemaakte momenten, komen al die onopgemerkte vergezichten voorbij. Het leest of beter bekijkt als een fotoalbum van een reis in het verleden, de tijd. Het is voorbij, passé, afgelopen, maar gelukkig hebben we de plaatjes nog.
Onderverdeeld in verbanden, als landschappen, stadsgezichten en mensen is het boek gerubriceerd en getypeerd. Het meest interessant daarbij zijn de samenstellingen, constellations. Mensen gegroepeerd als massa in vogelvlucht, gezien van een afstand zodat de vormen samen lijken te smelten. Een kluit aan lijven, waarvan ieder individu zich toch als persoonlijkheid gedraagt en tegelijk onderdeel is van de eenheid. Het is een werkelijkheid die in een abstracte vorm is weergegeven. Gezichten onherkenbaar, vlekken in de samenstelling van een publiek. Voor een moment brandt die menigte zich in op mijn netvlies, daarom is de tel in beweging, zijn de figuren onderdelen van de compositie. Maar van een afstand gezien vormen de vlekken verf toch duidelijk een groep mensen. Galliano weet zelfs welhaast ieder figuur een eigen karakter te geven, een gepersonaliseerde handeling. Wie goed naar het werk kijkt kan in de massa als het ware zichzelf tegen komen.
Wanneer de herinnering een rol gaat spelen om de vergetelheid in het nu terug te zetten worden de gedachten als negatieven. Zoals in de werken ‘Berlin’ en ‘Do you remember’. Nog niet ontwikkelde beelden. Vastgelegd in het oog, maar niet afgedrukt nog door de occipitaalkwab. Het geziene beeld is nog niet verwerkt in de hersenen. Het valt uiteen in tussenstadia, tussenwerelden. Al die andere beelden zijn ook onafgewerkt. De blik beklijft niet, maar concentreert zich alweer op een ander beeld. Die beelden uit de tussenwereld, de gedachten aan het moment, zijn niet af, onvolmaakt. Het lijken bouwstenen in een muur die is opgetrokken tussen de boven- en de onderwereld. Menselijke lijven in een getto-achtige setting missen onderdelen, want het oog moet snel kijken om alles in juiste proporties te observeren. Daardoor mist de blik wel details en blijken de lichamen half af. Er ontbreken lichaamsdelen omdat deze in gedachte niet zijn opgeslagen, niet meegenomen in de beschouwing van het moment.
Er heerst een onbepaalde spanning in de schilderijen van Galliano. De stemming is voelbaar, de sfeer te snijden. Er is een gelaagdheid in de werkelijkheid, doordat deze maar voor een deel is weergegeven. De laag die niet zichtbaar is maakt wel het beeld. De geest vult het ontbrekende aan, zet de vlakken door waar ze niet zijn. De gedachte van heden neemt de herinnering in verleden over. Ik zie mensen op plekken waar ze al niet meer zijn. Ik beschouw momenten die al voorbij zijn. Ogenblikken die gestorven zijn. Levens die van voorbijgaande aard zijn, het zijn dat was. Maar ik zie geen levende doden zoals de titel doet vermoeden, of dode levenden. Wat ik zie is het moment van toen dat levenloos is in het nu. De handelingen en activiteiten zijn er niet meer, de situatie is geweest en komt niet terug. Galliano op zijn beurt haalt de gebeurtenis echter terug, haalt de tijd als het ware in om niet te vergeten.
De tijd is kwijt geraakt, het moment verdwenen. Maar de kunstenaar zoekt naar dat wat wordt gemist. Vindt datgene wat aan dit ene moment herinnert en legt deze gedachte vast in verf op doek. Zo zodat ik het kan mee beleven. Herbeleven, terug zien. Maar eigenlijk schieten woorden tekort om de juiste sfeer te beschrijven. Ook al omdat Galliano de wereld in zijn schilderijen heeft ontregeld. Het klopt niet wat ik zie. Maar zoals gezegd de gedachte vult het geschonden beeld aan dat door de herinnering is gefilterd. De tijd heeft het kapot gemaakt, maar heelt tegelijkertijd alle wonden. Wel heeft Andriessen genoeg woorden om de sfeer van de kunstenaar te omschrijven. In zijn essay neemt hij mij de woorden uit de mond. Had ik graag zijn woorden tot de mijne gerekend, zoals ik de momenten van Galliano het liefst in mijn leven invoeg.
Ik citeer Andriessen: “Hij schildert zo mooi en zo helder dat de kijker niet meer precies weet wat hij ziet, maar des te sterker, voelt hij het.” Een zin die ik bijna letterlijk kan passen op zijn ‘aantekeningen uit een tussenwereld’: Hij schrijft zo mooi en zo helder dat de lezer niet meer precies weet wat hij leest, maar des te sterker, voelt hij het. Woorden en beelden sluiten nauw op elkaar aan, waarbij ik me kan afvragen wat er eerder was de kip of het ei. Het moment of de beschrijving. Het is een retorische vraag, want ik kan het antwoord met stelligheid raden. De schilderijen spreken voor zich, de woorden doen dat ook. Maar hebben elkaar nodig. Een samenspel van disciplines.
Morti Viventi. Daniele Galliano. Met tekst van Mischa Andriessen. Uitgave Van Spijk Art Books in samenwerking met Livingstone Gallery Den Haag en Istituto Italiano di Cultura Amsterdam, 2023.
#daniele galliano#van spijk art books#livingstone gallery#istituto italiano di cultura#schilderijen#kunstboek#morti viventi
2 notes
·
View notes
Text
Pest / Joost Devriesere
Wereldwijd valt op een dag zomaar 90% van de bevolking in een soort langdurige slaap. Hoelang weet nog niemand. Slapers voor wie geen plek kan worden gevonden aan een infuus, zullen overlijden door uitdroging. Bewoners van het Belgische stadje Pest gaan verschillend om met de nieuwe wereld waarin zij zich opeens bevinden.
'Prioritair? Als in: die eerst en de anderen kunnen wachten?''Dat klopt. Het is de bedoeling dat we die mensen uit hun huizen halen en in het academisch ziekenhuis onderbrengen. Daar worden ze met voorrang behandeld. Of tenminste in leven gehouden tot er een remedie is.''Het AZ was toch na de eerste nacht al overbezet?''Ja,' antwoordt Oedai prompt, alsof hij die vraag zag aankomen, 'maar de dringende gevallen nemen de plaats in van niet-prioritaire patiënten. Die worden op hun beurt verhuisd naar een van de andere opvanglocaties, zoals die bibliotheek.'Ruths journalistieke interesse is gewekt. Ze voelt dat hier een verhaal in zit.'Dat lijkt me dubbel werk.''Dat is het ook,' zegt Robert. 'Maar dat is onze zorg niet. De lijst volgen, dat is het enige waar we op moeten focussen. De rest gaat ons petje te boven, of daar gaat met in het stadhuis toch vanuit.'
Losse hoofdstukken, steeds met wisselende personen. Minder 'science fiction' dan ik had verwacht en gehoopt: over de grotere maatschappelijke consequenties of directe praktische impact, anders dan het wegvallen van directe, herkenbare autoriteit, gaat het niet. In veel van de verhalen is de Slaap slechts een aanleiding, waarbij de aard ervan eigenlijk niet zoveel uitmaakt. Interessant, niet optimistisch, maar dat is reëel.
0 notes