#invallers
Explore tagged Tumblr posts
Text
Bezorgers gevraagd voor Meerpeen Magazine!
Lokaal nieuws: 'Bezorgers gevraagd voor Meerpeen Magazine!
WIERINGERMEER – Voor het Meerpeen Magazine hebben we een trouwe ploeg bezorgers. 7 x per jaar wordt het blad in Middenmeer, Slootdorp, Kreileroord, Wieringerwerf en het agrarisch buitengebied bezorgd. Soms zijn er bezorgers op vakantie of verhinderd en zoeken we vervangers. Houdt u van lekker bewegen in de buitenlucht en wordt u blij van de mensen die blij worden van het ontvangen van een…
View On WordPress
0 notes
Note
sometimes i feel like the way i kin isn’t valid. like, i don’t really think i experience “shifts.” i’m just an amalgamation of these five or six characters. sometimes i feel like my own sense of self isn’t even my own, it’s just all of these characters mixed together that make me the way i am. like, instead of being one person who kins all these identities, it’s these identities that make me one person. if that makes sense. i dont really tend to “shift” as much as i just cycle between who i correlate to however i’m feeling at the moment??? head in hands.
x
28 notes
·
View notes
Text
Mansion in Inval-Boiron, Picardy region of France
French vintage postcard
#france#tarjeta#postkaart#sepia#carte postale#boiron#ansichtskarte#inval#briefkaart#region#photo#photography#picardy#postal#postkarte#vintage#french#postcard#historic#mansion#ephemera
5 notes
·
View notes
Note
Brewster, Tommy? 😊
tysm for sending these!! <3
brewster- do you prefer tea or coffee?
☕ coffee all the way!! i rarely have any tea
tommy - already answered
#i cutting down on coffee tho cause apparently having it in the morning can cause hormonal invalances(?) so I'm trying to see how that goes#text#question#ask
2 notes
·
View notes
Text
‘De zoete inval’ en ‘Zeeangst’ van L.H. Wiener: herinneringen van een weemoedige zeerot
L.H. Wiener (1945) vierde begin dit jaar zijn vijfenzeventigste verjaardag. Zijn nieuwe uitgever Pluim brengt de auteur hulde met De zoete inval, een gulle bundeling met recente korte stukken, én Zeeangst, een bijna-roman in de vorm van een nautisch logboek over een negen weken durende zeiltocht van Haarlem tot het Britse graafschap Devon en weer terug.
De zoete inval
Jeroen Brouwers noemde Wiener ooit de meest verwaarloosde schrijver van de Nederlandse letteren, maar inmiddels staat de ‘vogelman van Zandvoort’ te boek als dé grootmeester van het korte verhaal, alom geroemd en bejubeld omwille van zijn onnavolgbare stijl en zijn krachtige vertelstem. Autobiografie, zelfspot en milde misantropie kenmerken zijn literair werk, geschreven in een loopbaan die nu ruim vijfenvijftig jaar omspant.
De zoete inval bundelt achttien nieuwe korte stukken, waarvan het merendeel al eerder in druk is verschenen, tien zelfs bij kleine bibliofiele uitgevers. Zo goed als alle bekende Wiener-thema’s passeren de revue: de dood, de liefde, het verleden, zijn half-Joodse achtergrond, zijn zelfverklaarde misogynie, het schrijverschap, zijn liefde voor de natuur (in het bijzonder vogels) en de tirannie van alcohol of ‘Koningswater’, om de belangrijkste te noemen. Voor wie vertrouwd is met de vroegere verhalen en romans zijn deze verhalen, herinneringen en brieven (aan F. Starik en A.L. Snijders) dan ook een feest van herkenning, terwijl ze voor de nieuwkomers de perfecte inleiding vormen.
De opener en het titelverhaal ‘De zoete inval’ is meteen raak. In dit tragikomisch verhaal denkt Victor — Van Gigch, een van Wieners alter ego’s en net als Wiener een gepensioneerde leraar Engels — terug aan een dronken liefdesnacht van 38 jaar geleden. Tegenover de vissportwinkel waar hij net een doosje maden heeft gekocht, bevindt zich een fourniturenhandel. De stoffen in de vitrine doen hem denken aan de rozenjurk van Lena (op de cover van De zoete inval prijkt een verwelkte roos), de vriendin van een kroegvriend die hij ooit oppikte en meetroonde naar zijn vrijgezellenflat om haar ‘langdurig te overmeesteren’.
Lena blijkt een emotioneel wrak te zijn: ze is ongewenst zwanger van haar vriend, flirt met de dood op het balkon van Victor, kotst haar ziel uit en blijkt ondanks haar jeugdige leeftijd een kunstgebit te hebben. ‘De zoete inval’ is onversneden Wiener: humor (zie ook ‘Een kimono staat mij goed’) en tragiek, heden en verleden, vermengen zich naadloos tot een weergaloos verhaal vol pathos en retoriek, waarin de auteur de draak steekt met zichzelf en de zelfgenoegzaamheid van zijn medemens.
‘De zoete inval’ is een prachtig voorbeeld van hoe Wiener het fictieve van de werkelijkheid of het werkelijkheidsgehalte van fictie voortdurend in vraag stelt. De lezer herkent moeiteloos Wiener in de verteller, maar het doet er niet toe of dit alles hem werkelijk is overkomen of niet. In zijn sleutelwerk De verering van Quirina T. (2006) stelt Wiener: ‘Literatuur is per definitie fictie, alle literatuur, ook autobiografische.’ In Zeeangst doet hij er nog een schepje boven op enverdraait het reviaans axioma ‘Echt gebeurd is geen excuus’ tot ‘niet echt gebeurd evenmin’: ‘Literaire waarachtigheid onttrekt zich aan zowel feit als fictie.’
De waarheid heeft natuurlijk ook te maken met de betrouwbaarheid van herinneringen, nog een belangrijk thema in Wieners werk. Het verleden haalt het heden steeds maar in. Zo ontmoet de verteller in ‘Komt tijd, komt onraad�� op café de bejaarde ‘Meneer Brand’, zijn oude leraar Frans die ooit zijn klaslokaal met ijzeren hand bestierde. In ‘De dood in Zandvoort’ blikt hij vol heimwee terug op schoonheid van de kustplaats waar hij opgroeide, maar stelt met groeiende weerzin de vergane glorie ervan vast.
Wieners geheugen spreekt in de eerste plaats weliswaar over het familieverleden. ‘Familieportret’, een fijn staaltje zwarte humor, gaat over zijn Joodse achtergrond, een kwestie die reeds in In zee gaat niets verloren werd uitgediept, en opent met de geweldige zin: ‘Ik kan mij niet herinneren of ik op mijn elfde wist wat joden waren, toen mijn moeder mij vertelde dat de ouders van mijn vader en zijn jongere broer een einde aan hun leven hadden gemaakt.’ Met de hulp van een oud-leerling wringt de verteller zich in allerlei bochten om op een veiling een portret van die oom te bemachtigen: vintage Wiener.
De herinneringen zijn steeds gloedvol, maar telkens weer zit er een angel in de staart. ‘Moederdag’ bijvoorbeeld, is een warme voordracht gehouden in de Haarlemse Janskerk op het feest van de moeders, waarin Wiener de gekneusde ambities van zijn behoorlijk excentrieke moeder memoreert. Hij kan zich niet ontdoen van de indruk dat ze nooit een kans heeft gehad op een ‘waarachtige levensvervulling’. Op zesenzeventigjarige leeftijd, kort voor haar dood, flapt ze uit dat ze eigenlijk prostituée had moeten worden. In ‘Ippon’ ziet Wiener zijn zoontje een judowedstrijd verliezen tegen een grotere en oudere tegenstander, zoals hij zelf meemaakte als jonge judoka, al was dat tegen een meisje. Wanneer de judostudio afbrandt, wentelt hij zich in leedvermaak: ‘Die brand is niet door mij aangestoken. Echt niet. Je kunt niet aan alles denken.’
In ‘Buizerd’ licht Wiener zijn poëtica verder toe, startend met een knipoog naar W.F. Hermans: ‘Er valt in mijn werk geen mus van het dak zonder dat ik er een verhaal aan wijd. Fantasie speelt geen rol. Verzinnen kan men alles wel. Vormgeven is de kunst.’ Hij vertelt ronduit hoe hij de realiteit soms naar zijn hand zet ten voordele van ‘de literaire werkelijkheid’. Zo was de gewonde kauw in het verhaal ‘Jonge kauw te Katwoude’ in het echte leven niet dood toen Wiener die overhandigde aan het vogelasiel. Waarna — typisch Wiener — een op gelijke leest geschoeid verhaal volgt over de redding van een uitgemergelde buizerd. Fictie blijft fictie, of niet?
De afdwingbaarheid van de literaire werkelijkheid voert Wiener ten top in ‘Life imitates art’. In een verdere demystificatie onthult hij hier de ware toedracht over het zeemansgraf dat hij zijn ontslapen kat Lolitapoes gaf in zijn ‘dodenboek getiteld’ In zee gaat niets verloren (2015), een passage die overigens nog terugkomt in Zeeangst. In realiteit begroef Wiener de kat in een lange bloembak in zijn tuin en was het zeemansgraf niet meer of minder dan ‘een onontkoombare literaire eis’. Maar omdat de auteur naar eigen zeggen alleen ‘werkelijk’ bestaat in zijn boeken en enkel die zijn bestaan ‘rechtvaardigen’, haalt de fictie het nog maar eens op de werkelijkheid: na een jaar graaft Wiener de poes op en laat haar, precies zoals hij eerder had beschreven, te water voor de kust van Zandvoort.
Wie stelt alleen in zijn zelfgeschreven boeken werkelijk te bestaan, eigent zich bij wijze van overlevingsstrategie ook de literatuur van anderen toe, om die tweede werkelijkheid te kunnen assimileren en uit te breiden. Wiener ziet dan ook waarlijk overal literatuur en doorspekt ongegeneerd zijn verhalen met citaten of verwijzingen (‘La vie devant soi’, ‘Brief aan A.L. Snijders’), een procedé dat hij in Zeeangst tot het uiterste drijft.
Voor Wiener is schrijven naar eigen zeggen het ‘tijdloos fixeren’ en ‘op literaire wijze tot expressie brengen’ van emoties die zijn gemoed doen vollopen. Zo schreef hij een pakkend portret van de hoogbejaarde, officieuze havenmeester van de Haarlemsche Jachtwerf (‘Freek’), die tijdens een roofoveral om het leven kwam. Wanneer hem wordt gevraagd waarom hij schrijft, antwoordt Wiener steevast: ‘Om niet anoniem te passeren’. In ‘Over niet anoniem passeren’ begint de auteur te twijfelen aan Oscar Wildes credo dat schrijven een ‘volstrekt zinloze bezigheid’ is, zeker wanneer hij ontdekt dat een schipper zijn verhaal ‘Freek’ heeft opgehangen aan het wachthuisje van de haven en verschillende wandelaars en zelfs een jogger stoppen om het stuk te lezen.
De zee als vijand
Bulkte De zoete inval van de referenties aan de dood, dan zijn die nog prominenter aanwezig in Zeeangst en dat vanaf de eerste pagina’s. In de proloog al doet Wiener uit de doeken waarom zeezeilen voor hem een dualistische uitdaging is (enerzijds fascinatie, anderzijds angst): als dertienjarige ontsnapte hij op het nippertje aan de verdrinkingsdood tijdens een zeiltochtje met drie vrienden vlak voor de kust van Zandvoort. Omdat hun zeilbootje te zwaar geladen was, kantelde het. In een poging de mast terug recht te trekken raakte Wiener onder water verstrikt in een touw. Een van de vrienden wist hem bijtijds terug boven te halen. Deze gebeurtenis transformeerde de zee tot een vijand. Sindsdien is zee kiezen voor Wiener opgaan in de natuur en genieten van de schoonheid, maar tegelijk ook het tarten van de dood (‘De zee is te veel de baas. En ik steeds minder.’).
Wieners traumatiserende ervaring doemt regelmatig op in zijn dromen en herinneringen, waarin hij steevast níet wordt gered, maar wel degelijk verdrínkt. De auteur spreekt in dat geval van ‘opdringing’, een begrip dat hij eerder al uitwerkte in De verering van Quirina T.: ‘herinneringen aan gebeurtenissen die zich in de werkelijkheid als zodanig niet hebben voorgedaan, maar zich niettemin als voltrokken vonnissen manifest in het geheugen hebben vastgezet’. Het is weinig verwonderlijk dat het incident ook in Wieners teksten hier en daar opduikt. In ‘Tweemaal is scheepsrecht’ bijvoorbeeld, een verhaal uit de bundel Ochtendwandeling (1996), waarin Wiener zijn angst beschrijft om onder zijn boot te duiken om de kiel schoon te maken, een actie die hem terug slingert naar die noodlottige dag op zee.
Wie bekend is met Wieners werk weet dat de auteur een ervaren zeiler is en een eigen schip heeft (vroeger de Archimedes, vandaag de Argos, the good ship). Ook zijn ‘huidige vriendin voor het leven’ Antje Noordwest is een gediplomeerd zeilster. Het koppel beslist om gedurende 9 weken en over een afstand van meer dan 800 mijl hun favoriete zeilgebied langs de Britse zuidkust en het eiland Wight te bevaren (voorin zitten kaartjes met de uitgestippelde route). Deze keer hebben ze ook twee doelen voor ogen: een bezoek aan het graf van Malcolm Lowry en de plaats waar Virginia Woolf de Ouse (en de dood) instapte. Bijzonder is dat de reizigers ook de jonge poes Loes (is zij vernoemd naar de tante uit In zee gaat niets verloren?), aan wie Zeeangst bovendien is opgedragen, mee aan boord nemen.
In zijn badinerende en mijmerende stijl tekent Wiener hun wederwaardigheden op in ‘een logboek’, niet voor niets de ondertitel van Zeeangst, hoewel de bijdrages niet gedateerd zijn. In ‘Tweemaal is scheepsrecht’ en In zee gaat niets verloren hanteerde hij eerder al de logboek-vorm, hoewel hij voor laatstgenoemde liever de term ‘scheepsjournaal’ gebruikt. Als voorbeeld neemt Wiener Coasting (1986) van Jonathan Raban, een zeilklassieker die hij ooit in vertaling kreeg van Mizzi van der Pluijm, vroegere redactrice en huidige uitgever van de auteur: ‘Langs dezelfde lijnen als Coasting wil ik Zeeangst opzetten: deels als nautisch logboek, maar in essentie als een autobiografisch geschrift, waarin mijn verhouding tot de zee, de literatuur en het leven, als een reis door mijn heden maar vooral door mijn verleden, gestalte krijgt. Toekomst bestaat niet.’ De inzet van de reis is hoog.
Voor een schipper in de herfst van zijn leven wordt ‘toekomst’ een steeds ijler begrip (‘de zee is een bedding van de dood’). Meer dan eens suggereert Wiener dat dit misschien wel de laatste keer is dat hij deze geliefde kusten zal bezeilen. De dood lijkt soms mee te reizen: er is niet alleen het korte saluut aan het graf van Lolitapoes, maar ook de bezoeken aan de laatste rustplaatsen van literaire helden zoals Malcolm Lowry, Virginia Woolf en Cyril Connoly zijn telkens een aanleiding voor de reiziger om het levenseinde te contempleren, het liefst overdadig gelardeerd met Engelstalige citaten. Voor Wiener is de dood ‘de schaduwkant van de oplichtende levensdrift’: tijdens een fietstochtje wordt hij in een moment van onoplettendheid ei zo na omvergereden door een voorbijrazende truck en aan de zelfmoordkliffen van Beachy Head wrikt hij een steenbrokje los voor Anton Dautzenberg, die droomt van een sprong in die bekende diepte (‘Een koorddanser tart de val, een schipper de zee’).
Wiener zou Wiener niet zijn mocht er naast de schaduwkant ook niet flink wat worden afgelachen. Reizen met een poes zorgt hoe dan ook voor burleske situaties, al zeker over water. Schitterend zijn de passages waarop Wiener en Ant de jacht op Loes inzetten wanneer die aan land voor de zoveelste keer pleite is. Even hilarisch is de woordenwisseling met een gepensioneerde dierenarts die Loes als een illegaal dier het land wil uitzetten of de brief die Wiener schrijft aan een schipper wiens boot hij zou geraakt hebben bij het aanmeren. Wanneer Loes Ant al spelend verwondt aan het oog moet ze naar het ziekenhuis: de beschrijving van de consultatie bij de knappe jonge oogarts Hannah Fieldhouse is Wiener op z’n best.
Aangrijpend en ongebruikelijk zijn de talloze momenten waarop de schrijver-schipper zijn onzekerheid uitdrukt, zijn angst om fouten te maken, blunders die op zee fatale gevolgen kunnen hebben. De druk is zo hoog dat de zeilers beslissen om bij de terugreis de route af te snijden en over binnenwater terug naar Haarlem te varen. Nochtans weet Wiener zich ettelijke keren, met de hulp van Ants expertise en ten koste van zware fysieke arbeid, uit hachelijke situaties te redden, dankzij zijn goed zeemanschap en alertheid. Soms is de verantwoording heel technisch, vakjargon dat enkel begrijpelijk is voor doorgewinterde zeilers. Gelukkig is er achterin een verklarende woordenlijst, voorafgegaan door een Wieneriaanse vermaning: wie niets weet over zeilen, mag er niet over schrijven. Voor de zekerheid is er dan ook een bibliografie toegevoegd, met waardige zeilklassiekers die niet mogen ontbreken in elke zichzelf respecterende boordbibliotheek.
De geweldige epiloog is een lange brief aan Paul Léautaud, een van de grootheden uit de autobiografische literatuur en ‘de grootste kattenman allertijden’, waarin Wiener vertelt hoe hij het baasje van Loes werd. Met een naar de keel grijpende wending op het einde maakt Wiener van de zeilende poes het uiteindelijke hoofdpersonage van zijn uitzonderlijk reisverslag.
Verschenen op: De Lage Landen (volledige tekst achter betaalmuur) en op papier in Ons Erfdeel, november 2020
De zoete inval van L.H. Wiener, Pluim 2020, ISBN 9789492928917, 108 pp. & Zeeangst Een logboek van L.H. Wiener, Pluim 2020, ISBN 9789492928894, 284 pp.
Ter gelegenheid van L.H. Wieners 75ste verjaardag verscheen in een oplage van 75 exemplaren een ‘visuele bibliografie’, alleen verkrijgbaar via antiquariaat Hinderickx & Winderickx: Theo Rabou, Schrijven heeft geen enkele zin… Bibliografie van de reguliere en bibliofiele uitgaven van L.H. Wiener., Vught 2020, 220 p.
0 notes
Text
Diverse auto's afgevoerd na inval van de FIOD in Blokker
Blokker – Dinsdagmiddag zijn er aan de Gildeweg bij twee autobedrijven diverse sportauto’s in beslag genomen, dit i.v.m. een inval van de FIOD. Of er iemand is aangehouden is nog niet bekend. Diverse bergingsbedrijven werden opgeroepen om bij een autosloperij en het naastgelegen autobedrijf diverse sportauto’s mee te nemen, het zou gaan om merken als Ferrari, Lamborghini en Mercedes. De reden…
View On WordPress
0 notes
Text
hello
#strrambles#和���个玩cos的亲友旅游 她准备出个chuu 手机里一直聊天的出dzi#反正她俩总在吵架 吵着吵着就感叹一下她们怎么怎么像s#sk#说对方就是dzi本人 我坐在旁边假装看手机#满脑子都是kin inval#谁懂#its not her fault either nor her friends yaknow i just like to wallow in sadness sometimes just to feel something
0 notes
Note
Gaz and Price taking care of each other (they r in love and this can be soft or horny whatever u want) 💈💙
Nothing but the softest for these two smooshes!
Fracture
Words: 1k
It was not the first time that John Price had broken bones, not by a long shot, but it was the first time that the healing was being so annoying.
The pain of a fractured shoulder he could about live with, but not being able to do anything properly was driving him up the wall. His clumsy left arm was doing a piss poor job of trying to look after him, especially given that his right was in a sling meaning even his hand was fully out of commission.
He had stubbornly refused to ask for help obviously. He was a bleeding Captain in the SAS, he did not need coddling. When the muppet of a medic had suggested he get help in, some large arsed matron to do his cooking and cleaning and fuss over him, he had promised them that his left hook would work just as well if they didn't drop the issue, give him his meds and send him on his way.
It had been a week and he was living on take out. He was no stranger to being a little grotty out on mission, but never in his own home. He hated not being able to be as meticulous with cleaning both his space and himself, but every stretch was agony on that right shoulder and ran the risk of fucking it up worse if he wasn't more careful.
There was a knock at the door and he wondered if he had ordered food and forgotten about it, possible with the cocodamol even if he was only taking half the recommended dosage (he had seen how Simon had baulked when they gave him all that heavy medication, when they told him how long he should be on it for. There was no way John would ever risk picking up the phone to him and being loopy from pain meds, not when he knew how much it could hurt him and when the pain wasn't so dreadful he couldn’t cope).
It was not a food delivery.
“Gaz?”
“Well invite me in Captain, it's bloody freezing out here.”
Price stood aside in bemusement as his thoroughly bundled up Sergeant politely toed off his shoes and put them neatly to the side before taking off into the house like he owned the place.
Gaz hadn't ever been here before but he hardly waited for the grand tour, instead doing a full sweep with Price trailing after him.
“Trying to find treasure or something Gaz?”
“No sir, just getting the lay of the land.”
“Uh huh. Care to enlighten me as to why?”
Gaz had at this point poked his head in everywhere and they had settled back in the kitchen. Price was sore and tired and a little gross, but none the less he had enough energy to be somewhat embarrassed by the state of the place.
“Junk food is for garbage people.”
Price had the sense to not argue. It was something he always told his team anytime they ordered food to base. If there were facilities to cook, then John Price was damn well going to have a home cooked meal.
“Messy room, messy head.”
Yes ok, technically he used that one pretty often as well. He was always on at them to keep the base tidy and clean.
“Nothing better than a proper soak after a long mission” Gaz finished with a gentle, lopsided smile.
“Gaz…”
“Let me help old man, that's what your team are for.”
So he let him help. The first thing was getting put into a hot bath. Gaz helped him settle, macgyvered a little shelf to sit over the tub for Price to rest his arm on. And then he softly and carefully washed Price's hair.
It was such a strange thing, Price had never really had someone do this for him before. Gaz was gentle, his nails scratching his scalp pleasantly. This felt more vulnerable somehow than being under fire, sitting in the bath with someone he loved paying him such careful attention.
“I might not be the best person to help with the beard, but Soap could probably do it. Did you know he grew one out when he was last on medical leave?”
“That your way of telling me I'm a mess?”
“Oh the rugged look fully does it for me sir, just incase it doesn't for you. Would hate for you to use the sad invalid method that Keller does to lure a nice lady back here and then give her carpet burn.”
He couldn't smack Gaz in his current state, but he did make a valiant attempt at splashing water at him.
“You're a fucking muppet.”
“That's why you like me so much.”
He was almost sad when his hair was rinsed and he was left to soak alone for a bit. He could hear the whirlwind of tidying and cleaning happening around his house and Price couldn't help but enjoy Kyle Garrick being in his space. The man was his home whether Price wanted to admit that or not, so with him here this house had never felt more right.
Christ it was a good thing he wasn't taking full dosage lest it make him say something he might regret.
Gaz returned right as Price was starting to prune and helped him out, fluffy towel at the ready. Honestly he did not need this level of attentiveness, but when he tried to protest Gaz just brushed him off.
“Your job might be to take care of people, but right now you're on leave. It's time for someone to take care of you John.”
Oh. Oh that name sounded wonderful coming from him. Turned out he was a decent cook too, having managed to make a hearty soap from what he could find in the kitchen. For the first time since the fracture John Price felt human again. He was eating a good home cooked meal, the place was tidy and he was clean. The words came easy.
“Love you Kyle.”
“Love you too John.”
71 notes
·
View notes
Text
Chalees making to many roki mistakes no shit his car is literally broken whit a bunch of mechanical problems and invalance what do you all want he to do ???
9 notes
·
View notes
Note
I think 14 year old me would faint at my current kinlist. I thought I had a lot at the time (only about 30, which pales in comparison to my current), that I didn't kin more than one person from any source, that I only had one timeline per kin.
I thought finding all my canonmates was gonna be my life's calling, I thought I had to join all the kin servers and follow every kin blog, and I thought I had to act exactly like my source shifts canon self or I was faking it.
It's nice to know I'm still here, thriving in the community when everyone told me I'd outgrow it, and it's even nicer to know I got to grow alongside it!!!
x
20 notes
·
View notes
Text
Crosshair: Hey goggles, think you can fix my datapad?
Tech: Depends, what's wrong with it?
Crosshair: Well, let's just say a uh... a friend and I were trying to film something; And to film what we were filming we had to tape the datapad to the ceiling above the bed. NOTHING WEIRD!
Hunter: Ugh, I'm gonna barf.
Crosshair: So anyway, it fell, hit my friend on the head and now it's all messed up.
Hunter: It's not the only thing that's messed up in this equation.
Crosshair: Shut up Hunter, why are you even here?
Hunter: 'Cause you're not gonna know what the hell he's talking about!
Crosshair: I will too!
Tech: So did you back it up?
Crosshair: What, like the dance move?
Tech:
Hunter:
Tech: Right, I'm just going to direct all these questions to Hunter.
Hunter: Yes, I backed up the datapad and it invaled me accidently getting a glimpse of what he was filming and let's just say no amount of bleach in the galaxy will wash those visuals out of my mind.
Crosshair: Question, would the datapad be acting weird if I split some liquid on it?
Tech: How much liquid?
Crosshair: Like a whole bottle of Whyren's Reserve.
Tech: Was this before or after the sex tape?
Crosshair: WHAT SEX TAPE!? NO ONE MENTIONED A SEX TAPE!
Hunter: Just, can you fix it?
Tech: Honesty, I'd rather just take it and salvage what I can out of it, but mostly I feel dirty touching it so I elect to just burn it.
Hunter: I second that.
Crosshair: What a waste of a perfectly good afternoon.
#incorrect star wars quotes#incorrect quotes#incorrect bad batch quotes#funny#I have yet to see the show but I'm pretty sure I nailed it#bad batch#Clone Force 99#bad batch hunter#bad batch Tech#Tech#bad batch Crosshair#Crosshair#sam and mickey
37 notes
·
View notes
Note
hello again,back to the AU ive been working, maybe her special power as the soul king blood is like her father, sharing a piece of her soul via her blood to a person to turn them into a quincy like her father, completly independent of yhawch but tied to her instead and without beign able to forcibly recall the fragment to prevent an invalance of power. Is how i was planning introducing zoe earlier.
Oh! The drama!
5 notes
·
View notes
Text
A Rubbery Tale
My fic for @justsleepyrune for the @fallenlondonficswap!
"...it seems [the briefcase] was stuffed full of newspaper-clippings, playbills, and other printed matter, all on the subject of Rubbery Men..."
650 words, gen, no warnings apply
Read below or on AO3 (link coming soon!)
A Rubbery Tale
An attaché-case of oxblood-colored leather, snatched from the middle of a crowd in Spite, without its owner the wiser! You are giddy with your find, and can scarcely keep yourself from rifling through its contents on the spot. But you manage to climb back to the Flit before you satisfy your curiosity. With trembling hands, you undo the latches. What could be inside? Incriminating promissory notes? Devilish plans? High-society ciphers?
But as you lay out the contents of the case, nothing of value surfaces. Instead, it seems it was stuffed full of newspaper-clippings, playbills, and other printed matter, all on the subject of Rubbery Men:
__
OPEN CASTING CALL:
Are you a Rubbery Person with a talent for Stagecraft???
Audition for THE RUBBERY RAPSCALLION, a new opera coming to Mahogany Hall!!!
With WARBLING ARIAS!! Seeking baritone to lead, and all parts (soprano-bass) for chorus!
Write to Mr. W.V. c/o Mahogany Hall to express interest!
---
Seeking: great quantity of Warm Amber. Will not inquire as to how you got it.
Will exchange for Trembling Amber--Seek 2nd sideshow at Carnival.
---
From Flute Street Fashions by Wilhelmina Wobbles:
“…Although the tentacles of Rubbery Men are not, perhaps, naturally suited for the constricting fashions popular throughout London, it has not stopped many from altering their garments and tentacle-placement, to better appear a la mode. It is not uncommon, in Flute Street, to see an immaculately tailored Rubbery with one or two tentacles drawn across the face and under the eyes, to create the effect of a mustachio. Similarly, appendages may be arranged on the cranium, to mimic the voluminous coiffure popular among human Londoners. Still others may bunch several tentacles into sleeves, leaving the ends poking out from smart cuffs, so they may use them as humans use their hands. The most utilitarian-minded, tend merely to let their tentacles remain unencumbered, flowing over their torsos, free to gesture or fidget as they please. The author wonders if human Londoners might catch on to the trend, letting their hair or moustaches remain undressed! If human fashions have so influenced the Rubberies, is it not time for Rubbery fashions to influence ours?
---
MISSED CONNECTION: You: Full-tentacled Gentleperson in Anatomy Pavilion at Mrs. Plenty’s Carnival. Gently waving appendages. Me: Stormy-eyed Lady with a false bat in my hat. Riveting eye-contact was made. I humbly request the pleasure of resuming that contact. Write to ----- in Watchmaker’s Hill.
---
From The Prodigal Plebeian:
TENDRILS TO THE RESCUE: RUBBERY MAN SAVES PRICELESS ARTEFACTS. Last night, F.F. Gebrandt’s First City Exhibition was scheduled for a triumphant opening at the University. Unfortunately, disaster struck in the form of a dropped display-case!
The urchins paid to transport the artefacts decided to strike up a game of blind man’s bluff. As they zigzagged to and fro, one glass case went flying and shattered upon a sewer-grate, leaving its contents to plummet into the grime below! However, a Rubbery spectator quickly sprang into action.
They dove across the grate, and, with clever use of their tentacles’ suction capabilities, successfully retrieved the three cylinder-seals! The University sent up three cheers, and Gebrandt personally shook ‘hands’ with the Rubbery Savior. But as news spread of the Rubbery Savior’s quick thinking and remarkable dexterity, many scholars are now vying to offer the Rubbery Man a place in their laboratories and archaeological teams. As of now, the Rubbery Man—for whom no name has been given—has not accepted any of their offers. The Plebeian believes that this feat is further proof of the Rubberies’ invaluable contributions to London society, despite the disregard to which they are often subjected.
---
Was this miniature archive the work of a Rubbery cultural ambassador? A human admirer of the Rubbery, or perhaps a scholar? Does the collection have a sinister purpose, or is it merely for amusement? You think, perhaps, it is the latter…
10 notes
·
View notes
Text
🪱 she/hx ✹ genderfluid - prs disordered sys
⠀⠀ ⠀non-tox invals welcome ❜ no drama 🫁
⠀🥩 I have no dni… anyone can use my stuff⠀⠀ ⠀⠀
- - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -
⠀⠀ ⠀⠀ ⠀⠀REQUESTS ; open, always
⠀⠀ ⠀| bios, discord layouts, carrds, rentrys
⠀⠀ ⠀| decor, graphics, searches, inspo
⠀⠀ ⠀| names, pronouns, xeno/neo finder
⠀⠀ ⠀ ⠀image/text ID given on request
⠀⠀ ⠀⠀ ⠀⠀⠀ 🪰 NO typing quirks !!
- - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -
ooak [one of a kind] carrd giveaways frequent
⠀⠀ ⠀⠀ ⠀⠀ ⠀ claim by comment…
#carrd layouts#carrd stuff#carrd resources#rentry#deco#kaomoji#discord stuff#discord server#discord layouts#layouts#simple bios#aesthetic#aesthetic layouts#otherkin#osdd
18 notes
·
View notes