#graag thuis zijn
Explore tagged Tumblr posts
Text
Hoi allemaal.
Ik ben blind en krijg een kindd. Leuk een baby natuurlijk. Maar hoe ga ik het doen met de verzorging, voeding, hoe beleef ik mijn zwangerschap? Allemaal vragen die ik ga beantwoorden doormiddel van deze wekelijkse blogs.
Voordat we beginnen wil ik wel even zeggen dat deze blogs niet gepost worden voor het trekken van aandacht, maar juist om een inkijk te geven in het leven van een blinde mamma to be. Gewoon een weekelijks stuk om te lezen met humor, mijn belevingen en verhalen over dingen die ik mee maak nu ik zwanger ben en ook alle bijbehorende controles krijg en dingen moet gaan regelen. Veel plezier met het lezen. En tot de volgende.
Zwanger, van test tot 10 weken.
In deze blogs ga ik jullie weekelijks meenemen in het moederschap. Maar niet zomaar “normaal” moederschap, nee, het moederschap als je, net als ik, volledig blind bent. Welke dingen zijn vanzelfsprekend en welke niet? Richt je de babykamer anders in? Waar loop je tegen aan bij het zwanger zijn en krijgen van een baby? Hoe lees je je zwangerschapstest af als je deze niet kunt zien? Hoe beleef je je echo’s? Leuk, al die vragen maar er komkt zoveel meer bij kijken, Maar naast al die vragen neem ik jullie ook mee bij de leuke, grappige, frustrerende of juist onverwachte meevallers.
De test.
Tja, je bent al een paar dagen over tijd, en dan? De wel bekende zwangerschaps test. Een test met streepjes kan je als visueel beperkt persoon “moeilijk” of niet aflezen, natuurlijk had ik ook gewoon kunnen wachten tot man lief thuis was van zijn werk, maar geduld is nooit mijn sterkste kant geweest, en wat moet je anders op een zaterdagochtend? Goed, die test dus, maar uhm, hoe ga je de test uitvoeren, want ja, leuk zoon test maar er komt wel wat preciessie werk bij kijken als je snapt wat ik bedoel. De oplossing? Gewoon, een papieren bekertje. Even het bekertje vol maken met benodigd test materiaal, wat ook nog best wel een uitdaging is, kan ik je zeggen, test erin, wachten, en dan? Dan moet de test worden afgelezen. Nou, daar gaat ie dan. Met de telefoon en behulp van AI een foto maken van de test. “Op de foto zie je een aanrecht, zeeppompje en een koffiemachine.” Leuk dat je dat allemaal ziet, maar ik wil de test in beeld, niet mijn aanrecht. Nog maar eens proberen. Enn ja hoor, “de test laat een zwangerschapstest zien met het woord zwanger in beeld.” Wat? Toch nog maar een keer proberen. “De test laat een zwangerschapstest zien met het woord zwanger op het display”. hoera! Hij is dus echt positief. We krijgen er dus een baby bij, super leuk, maar wat nu?
4 weken zwanger. De eerste aan wie ik het verrtelde, afgezien van mijn partner, was mijn moeder. Toch wel lichtelijk in paniek, want hoe gaat ze reageren? Hoe ga ik het zelf trekken? Anyway, moeders was super blij, net als man lief, gelukkig. Ik zelff moest echt wel even twee tellen na gaan denken. Maar uiteindelijk wilde we dit natuurlijk super graag, en ook ik was na eerst even te moeten wennen aan het idee, echt onwijs happy met de komst van de mini.
Gelukkig had ik al voor mijn zwangerschap wat dingen op een rijtje kunnen zetten. Welke instanties ga ik inschakelen bij hulp en training met betrekking op baby kind zorg? Gelukkig kon ik hier snel mee beginnen en was die zorg al itsjes minder.
7 weken zwanger.
En dan, de aller eerste echo. Hoe dubbel is dit? Nou, ik kan je vertellen dat het heel dubbel, maar zo mooi is, ondanks dat je het zelf niet ziet. Gelukkig heb ik een onnwijs lieve, meedenkende en bovenal, geduldige en begripvolle verloskundige prraktijk gevonden die echt de tijd neemt en alles tot in detail beschrijft en uitlegt, net als mijn partner natuurlijk. Maar ik dwaal af. die eerste echo dus, wat een mooi moment. Je hoort nog geen hartje, maar toch krijg jede bevesteging dat het goed is, dat het hartje klopt, en dat je echt ja, echt zwanger bent van een klein wondertje.
Toen kwam het moment. Hoe en waneer gaan we het aan de rest van de familie vertellen? We wisten hoe en waneer, maar dan komt het grote moment. De spanning nam toe, en eindelijk was het hoge woord eruit. Ik ben zwanger. Voor het eerst zei ik het hard op waar mijn hele familie bij was. Een raar maar mooi moment. Gelukkig heb ik een onwijs lieve, zorgzame familie die me soms letterlijk, overal doorheen sleept. Toppers zijn het.
10 weke zwanger.
De intake bij de verloskundige. We kregen een vragenlijst die ik moest invullen met mijn partner, maar helaas, een ontoegankelijke website voor mensen met een visuele beperking. No worries, de vragenlijst werd ingevuld en ik ging opzoek naar een manier om ontoegankelijke informatie voor mij toch toegankelijk te maken. Helaas, zonder succes. Ook de kraamzorg moest natuurlijk geregeld worden maar, helaas. Ook die website was niet goed toegankelijk voor een blind persoon. Maar gelukkig waren ze er weer. De verloskundigen, die samen met ons meteen de kraamzorg regelden. Helden zijn het.
Hebben jullie nog vragen?
Toen kwam de vraag of er nog vragen waren. Tja, die waren er zeeker. Toen ik aangaf dat ik de periode tussen de eerste echo en de twede best wel lang vond en ik me zorgen maakte bood de verloskundige aan om een snelle echo te maken en ook, bij hoge uitzondering het hartje te laten horen. Oh my god, wat een moment. Zo mooi. En ja hoor, daar kwamen ze dan. De tranen. Zeker omdat ik natuurlijk geen fotos echt kan bekijken was dit super speciaal en bijzonder. Als je volledig blind ben en je dus niet meteen van je kindje kan genieten op een echo is het luisterenn van de hartslag the next best thing.
Tien weken dus, zo ver ben ik nu. Wat be ik nu al trots. Op mijn nee, ons kindje. Op mijn partner die me zo goed steund en super lief is. Op m’n familie die mee enken in oplossingen, die aan komen met twede hands baby spullen, die aanbieden om mee te gaan naar echo’s, ik ben blij met ze. Volgendeweek zijn we er weer. Tot dan.
4 notes
·
View notes
Text
May I only speak in Poetry
Het is een zonde. Zo jong en zo alleen. Bloemen en onkruid groeiend in haar hersenpaden met geen flauw benul hoe ze haar weg erdoor ging banen. Op automatische piloot reed ze. Niemand die haar koers bijsturen kon. Niemand waarvan ze de wegaanwijzingen geloofde. Smachtend naar een sterke hand die haar bij haar nekvel zou nemen, haar zou kneden tot iets concreet, iets duidelijk, een persoon, iets dat bestaan kon.
De paradox van haar leven was dat ze vrij wilde zijn maar in iemands handpalm wilde rusten, om nooit boven de randen van haar koninkrijk uit te hoeven kijken.
Wat als ze nooit de zachte lakens van zich had afgeslagen? Was het beter geweest als ze was gebleven waar ze was, als ze nooit die hongerige steken in haar buik had gevolgd?
"Ga!"
Ontdek waar je vandaan komt. Ontdek waar je naartoe kan. Keer het existentiële probleem tot in zijn kern binnestenbuiten en weet uiteindelijk wie je bent. Weet alles. Vind uw grond. Begin er als een gek in te graven. Duw tegen uw plafond tot het dak van uw hoofd niet meer verder kan. Begin er gewoon aan. Bevraag alles. Sla uw spiegelbeeld kapot.
De tegenstrijd van verlangen naar controle en vrijheid in de vorm van kennis.
Ze was een ram; mensen moesten wijken voor haar. Ze liep, rende door tuinen, knakte stelen kapot onder haar voeten, scheurde bladeren van struiken. Ze spuugde op het trottoir van haar ziel. Ze was kwaad dat ze ooit geboren was geweest. Dat dit haar was aangedaan. Dat dit alles moest bestaan.
Bestaan was een helse betovering van de geest. We zijn onder hypnose. Leven als zombies. Gekweld en bedeesd. We willen vrij zijn, maar de wijn houdt ons in bedwang. De ketens van begeerte: het engelengezang. De zachte muziek die klinkt in onze buiken als we weer met schuldgevoel toegeven aan de sirenes van het buffet dat ons wordt voorgeschoteld. De tuin van Eden. Het mag. Maar neem er de gevolgen wel bij. Wees verantwoordelijk voor het zijn van vrij.
We willen graag geloven dat verlichting inhoudt dat ge niet langer belast zijt met de verantwoordelijkheid voor uw problemen. We willen graag geloven dat alles makkelijk wordt als de ketens zijn afgeslagen. Is dit echt zo? Of rennen we gewoon weg in de mist van apathie en cynisch bespot?
Stel alles in vraag tot ge uw eigen staart achtervolgt en de hondsdolheid toeslaat, tot uw gevoel van eigenheid is weggerot.
"Er moet een balans zijn."
Een fluisterende windgolf doet haar tot stilstand komen. De gedachtentrein houdt halt. De zinnen in kale tunnels onder het station lachen in uitroeptekens.
"Wees eens stil."
Stations zijn in beweging en ik ben mee op reis. Drukte. Een afstandelijke verbondenheid. Hier ben ik thuis. Ik laat de mensenmassa over mij heenkomen.
Kijkt niemand dan echt? De boodschap wordt uitgeademd in elke mogelijke vorm van symboliek. Ben ik gek? Of kent gij de weg gewoon niet? Ik vraag het aan arrogante voorbijgangers, die mij met hun tas in de ene hand en hun telefoon in de andere, verstrooid aankijken. Alsof ik verdwaald ben. Alsof ik geld nodig heb. Ik ben niet verdwaald, denk ik.
We kunnen het niet weten. Het schrille contrast der perspectief zal nooit echt naast elkaar gelegd kunnen worden. We zijn gewoon: gij daar en ik hier.
De dualiteit, ons plezier. De dans. Het vertier. Ik neem er vrede mee. Vanaf nu, elke dag opnieuw.
Ik loop kalm naar de gele deur, in een zijsteeg van de tunnel en vind daar mijn tuin van Eden terug. Grasgroene velden met lelieblanke bloemenkelken verwelkomen mij alsof ik nooit weg ben geweest.
Geen geren en gevlucht meer. De cirkel is rond. Ik ben terug in mijn zachte handpalm, het beginpunt, mijn grond.
Ik doe het licht uit, trek de lakens over mij heen. Terug bij af. Helemaal opnieuw.
En toch kan ik niet meer terug.
6 notes
·
View notes
Text
Dit is niet hoe ik mij het leven ingebeeld had. Ik weet niet wat mijn 14-jarige zelf zou denken als ze mij nu zou zien. ik hoop dat ze blij zou zijn dat ik er nog ben, maar ik denk dat de pijn van het niet gevolgde pad ook groot zou zijn. Misschien is dat vooral omdat ik dat nu blijf voelen, voel hoe ik achterloop, voel hoe ik er maar moeilijk bij hoor. In mijn hoofd was ik al jarenlang afgestudeerd, werkte ik ergens, woonde ik ergens alleen of met twee. Ik probeer er begrip voor op te brengen. Ik bedenk me de mensen die ik ken die ook geen diploma hebben, wiens leven soms een andere route nam en hoe ik naar hen kan opkijken. Ik bedenk me dat het niet eerlijk is om te verwachten dat ik - lichaam en geest vol met wonden - zomaar even dat diploma en dat leven volgens het normale trajectje zou moeten kunnen behalen. Het is niet eerlijk als je met een achterstand begint. Het is niet mijn schuld dat trauma en wonden soms ook gewoon tijd eisen, tijd die niet altijd kan meegerekend worden op een of ander "ideaal levenstraject". Ik schaam me vaak voor waar ik sta en hoe "oud" ik ben. Soms voelt het ook gewoon te onecht - hoe had het dit ooit kunnen worden? (is dit het echt?)(heb ik zelfs iets om trots op te zijn?)
Ik probeer me te bedenken hoeveel mijn leven me wel niet waard is, ook al pas ik niet op het standaard pad. Dat een gebrek aan diploma (alsof ik er nu niet al jaren naartoe werk en het eigenlijk bijna in het vooruitzicht is), thuis wonen voorbij je 25 (het komt, het komt, eerst de stage voorbij en een vastere job) en maar een deeltijdse job met laag aanzien hebben (ik doe het graag, ik hou een job vast, ik doe het beter dan wat ik twee jaar terug aankon, toch?) niet betekent dat ik het slecht doe. (We roeien met de riemen die we hebben en die van mij waren kapot).
En daarbuiten, we delen ons leven in zoals we willen, daar is geen standaard plaatje om aan te voldoen voor.
(Er is niemand teleurgesteld. Het is oké, jij bent oké, je bent veilig.)
5 notes
·
View notes
Text
FRITS KLEIN - DE KUNST VAN HET BEELD
Museum Heerenveen heeft een kleine tentoonstelling ingericht over het omvangrijke oeuvre van Frits Klein. De in 1924 geboren creatieve geest wilde kunstenaar zijn, maar werd de eerste Heerenveense reclameman. Vanwege het feit dat Klein in 2024 de eeuw zou aantikken, ware het niet dat hij in 2016 overleed, heeft het museum de tijd rijp geacht een kleine greep in zijn vele werken te doen. Men heeft een oproep gedaan particulier bezit in bruikleen te geven, zodat een kamer op de eerste verdieping van het oude gedeelte van het museum kon worden gevuld. Naar mijn idee een enigszins weggestopte uitstalling, want de tentoonstelling over het werk van Louis le Roy krijgt beneden ruimschoots aandacht: 100 jaar is niets. Le Roy is van hetzelfde bouwjaar als Klein, stierf vier jaar eerder, dus dat schept een band. Ze kenden elkaar, hadden weinig contact: de één prominent aanwezig, de ander meer bescheiden op de achtergrond. Hun werk wordt nu parallel in het museum gepresenteerd, maar het was een uitdaging geweest om deze markante Heerenveense kunstenaars te combineren in een enkele tentoonstelling.
Met Frits Klein onderhield ik een vriendschappelijke band. Vooral in de jaren nadat zijn geliefde vrouw Immie was overleden. Ik bezocht met hem diverse musea in de regio, en dan kwam altijd zijn blauwe bolide met de uitstekende muziekinstallatie daarin voorrijden. Hij was trots op zijn sportwagen en reed daarmee met mij op de passagiersstoel graag een extra rondje voordat we op de plaats van bestemming waren. Eerder al kende ik Klein en kwam wel bij hem thuis aan de Pastorielaan en de Woudsingel. Hij was mijn mentor toen ik, warm van de kunstacademie, een muurschildering in het toen nieuwe bijgebouw van de Gereformeerde Kruiskerk moest maken. In januari 2007 had ik een kort interview met hem voor mijn rubriek Kunststukjes in de offline Heerenveense Courant.
“Och-och-och, wat is het een hoop werk geweest!” Frits Klein komt van Oranjewoud en heeft een lang en productief leven achter zich. Niet echt in de kunst, zoals hij dacht het te kunnen maken. Een kind van voor de oorlog heeft erna geen rode cent. Dus een vakopleiding zat er niet in, maar wel een glanzende carrière in de reclame. Hij werd vormgever en tekenaar, maar nauwelijks schilder.
“Ik heb mooie tekeningen kunnen maken zo door de tijd. Veel boeken geïllustreerd en verschillende strips gemaakt. Kort werkte ik met striptekenaar Hans Kresse, ik maakte zijn achtergronden – natuur en architectuur. Wij pasten qua stijl goed bij elkaar. Hij bood mij een vaste baan aan, maar ik wilde mijn zelfstandigheid niet kwijt.”
Reclame is zijn vak en het vrije werk doet Frits ertussen door. En dat kan van alles zijn, van glas-in-lood tot muurschildering en van standbouw tot het ontwerpen van schepen.
“Ik heb eigenlijk teveel verschillende dingen gedaan. Misschien had ik me moeten specialiseren, maar in een kleine provincie als Friesland verdien je dan niets. Ik vind het fijn om te tekenen. In het voorbijgaan pak ik het wezen van de mens op. Aan de stijl zien de mensen direct dat het een tekening van mij is. (…) Ik weet hoe je een penseel moet vast houden. De technieken, ik ken ze allemaal. Maar voor de rest moet je het toch zelf doen.”
Voor de reclame nam hij een schriftelijke cursus, maar veel moest hij zelf nog in de praktijk uitvinden. Technisch heeft Klein het hele vak doorlopen.
“Het is een vak dat je uitoefent. Het is versierend vakwerk. De impressionisten vind ik geweldig. Die nieuwe realisten kunnen mooi schilderen. Het is de verbeelding van de werkelijkheid en dat vind ik een loffelijk streven. Het is wat het is. Ik vind abstract wel mooi, maar ik zie het niet als geweldig groots en geweldig mooi en schitterend en prachtig, het is gewoon sierkunst. Een versiering aan de wand, zo zie ik het. Kunst gaat dieper, het moet je grijpen. Je moet, of je wilt of niet, er steeds naar kijken. Je hoofd omdraaien en ernaar kijken. Het moet indruk maken, dan is het kunst. Dat gebeurt bij mij bijna nooit. Ik heb bewondering voor veel grote schilders, maar er zijn zoveel grote schilders. Het ambachtelijke zit er altijd achter. Ik heb ook wel veel versieringen gemaakt. Ik kom uit die stijl van de Jugendstil en Art Nouveau. In die stijl heb ik geleerd om versieringen te maken. Als je daar van uitgaat kom je niet gauw tot de abstractie. Pas na de oorlog begonnen ze te smijten met verf, dat kon ik niet. Dat lag me niet. Maar wat is er nu? Het is doodgelopen op dat abstracte en op dat vreselijke versieren. Sommigen vallen terug op het superrealisme. Wat is dat een monnikenwerk om zoiets te maken. Zo precies, zo zuiver! Surrealistisch zuiver, maar waar is het leven van die impressionisten? De Haagse school, dat is het! Dat is mooi. Het leeft, dat doet je iets.”
Frits Klein is van alle markten thuis maar maakt nergens een kunstje van. “Vroeger ben ik eens psychologisch onderzocht: wat is het karakter van deze mens. Dat werd aan de hand van mijn handschrift gedaan en dat had onder meer als uitslag: sterk gevoelig voor originaliteit. Hij wil toch graag altijd iets uit niets maken, wat anders maken. Dat heb je in de reclame ook, dat moet. Je moet steeds nieuwe dingen uitdenken. Vernieuwend bezig zijn. Veel geld verdienen ten koste van de kunst, dus met een eens uit gevonden en aangeslagen maniertje – dat is geen kunst.”
Kunst is een verbeelding voor de mensheid, zo dat ze het leven beter begrijpen. “Ik ben over de tachtig, maar ik heb nog nooit één keer mijn werk geëxposeerd. Ze vroegen me te gidsen in het oude Heerenveen. Want ik ben hier opgegroeid, ik ben een kind van voor de oorlog. Ik heb het hier helemaal zien groeien. Maar ze kennen me niet als kunstenaar, als iemand die iets leuks maakt. Ze weten wel dat ik van alles gedaan heb, ze kennen me wel. Maar ik denk toch dat het allemaal ligt aan het feit dat ik reclame deed en die strips gemaakt heb.”
In 2014 heeft Tresoar belangstelling voor het werk van Frits Klein. Welhaast zijn hele oeuvre, althans wat hij nog thuis heeft liggen, wordt door de schatbewaarders van het Friese verleden overgenomen. Hij krijgt een tentoonstelling in het Fries Landbouw Museum waarvan hijzelf nog de opening heeft mogen meemaken. En nu is er dan een uitstalling in Museum Heerenveen. Hoewel klein van omvang doet het enigszins recht aan waarmee Klein tijdens zijn leven zoal heeft gewerkt. Het geeft aan hoe veelzijdig hij was, maar toch worden zijn muurschilderingen daarbij node gemist. Er zijn al vele verdwenen doordat gebouwen zijn afgebroken of in handen van een andere eigenaar zijn gekomen. Ook mis ik het figuurtje waarmee Frits bekend is bij het grote publiek en dat nog iedere dag commentaar geeft in de Leeuwarder Courant. Hoewel verbannen van de voorpagina, is het nog voortdurend een vaste rubriek in de krant. Het mannetje liet zich wel zien bij Tresoar maar is afwezig in Heerenveen. Wel zijn er de onlangs aan het museum geschonken oorlogstekeningen te zien. Daaruit blijken het scherpe oog en het treffende handschrift van Frits Klein. Een opmerkelijke Heerenvener.
Frits Klein - Eeuwig creatief. Tentoonstelling bij Museum Heerenveen, Minckelersstraat 11 in Heerenveen. 28 september 2024 tot en met 19 januari 2025.
2 notes
·
View notes
Text
Wat een vertrouwd beeld…en wat een fijn bezoek ☺️ al had ik me gisteren mijn nacht en weekend anders voorgesteld.
Gisteren nog de onzekerheid of de chemotherapie zou kunnen doorgaan om dan ‘‘s avonds met lichte koorts naar het ziekenhuis te moeten voor grondig onderzoek… toen vonden ze niet meteen iets, maar oncologie wou me toch graag hier houden om zeker te zijn dat ze niets over het hoofd zien. Mijn bloedwaarden zijn over de nacht gezakt en de ontstekingswaarde minimaal gestegen dus genoeg om nog verder op te volgen en er snel bij te zijn… echte koorts heb ik niet, wel lichte verhoging met af en toe kou…
Ik heb wel het geluk dat ik onverwacht op de fantastische pneumo-afdeling opgenomen werd. Iedereen is hier zo lief! Ik werd vannacht supergoed onthaald en kan alleen maar blij zijn dat ik hier ben. De nacht was kort en zoals gewoonlijk niet top na de chemokuur maar ik heb toch wat kunnen slapen. 😴 en ik zal dat de komende dagen nog veel moeten doen voel ik.
Jan stond voor een grotere uitdaging… ik mocht gewoon proberen slapen en me laten verzorgen, maar Jan moest thuis wachten tot er iets van nieuws kwam en deze ochtend de kinderen vertellen dat ik naar het ziekenhuis ben moeten gaan. Remi schrok maar reageerde begripvol en was superflink. Ida had het lastig, zocht constant nabijheid en ‘kon met zichzelf geen weg’.
Het was super om ze alledrie op bezoek te hebben! Maar ook best pittig. (Vooral Ida dus) we speelden wat, knuffelden en gingen samen naar de cafetaria. Ze mochten opnieuw de verpleegkundige helpen en namen afscheid… Remi vond het niet fijn maar begrijpt dat ik nog even hier moet blijven. Ida vond het verschrikkelijk. Ze huilde tranen met tuiten, echt verdriet omdat ze mama hier moest achterlaten en ik niet kon beloven wanneer ik terug thuis zou komen.
Dus chapeau voor Jan! En ik ben zo dankbaar voor hem en voor iedereen rond ons. Alle steun en hulp doet zoveel deugd op een moment als deze.
Ikzelf voel me ook niet ziek, gewoon heeeeel erg moe. Maar ik ben me bewust van dat mijn immuunsysteem op dit moment niet zo fantastisch is en ik best gewoon rust neem en hier blijf zolang de dienst oncologie dit nodig acht. Oja, en ik ga ervan uit dat volgende vrijdag een chemoloze vrijdag kan worden…
It has begun…
Chemo en alles wat erbij komt, maar ik blijf ervoor gaan en vechten, dat stopt nooit en lukt door alle steun van rondom! 🤗
3 notes
·
View notes
Text
Ik ben opgegroeid in een huis met weinig liefde. Weinig liefde tussen mijn ouders, of alvast weinig zichtbare liefde. Weinig liefde naar mij toe, of alvast weinig zichtbare liefde. Een thuis waar weinig plaats was voor emoties, en huilen gezien werd als zwakte. Een mens moet sterk zijn, en doorgaan, en verdriet wordt alleen verwerkt, dat deel je niet.
Hoe ouder ik word, hoe meer ik terugkijk op mijn jeugd met verdriet. Ik merk op dat je thuis als een veilige plek moet aanvoelen, waar plaats is voor vragen, discussie en vooral verdriet. Emoties delen, brengt emotionele verbinding. En laat dat nu net iets zijn wat ik momenteel (nog steeds) het meest nodig heb.
Wanneer je als volwassene je hele leven voelt dat je nergens past, dat je anders bent dan de rest, en je je plaatsje in de wereld maar niet lijkt te vinden. Wel, het puzzelstuk die je zoekt is "emotionele verbinding".
Op vlak van relaties merk ik hierbij vooral problemen als bindings- en verlatingsangst. De hunkering naar liefde, waardering en acceptatie. De strijd naar erkenning, bevestiging en je plaatsje in deze wereld.
Aan "graag zien" heb ik niet genoeg, ik moet overspoeld worden met liefde om het diepe gat van gebrek aan liefde maar een beetje te kunnen vullen. Alsof er moet overcompenseerd worden voor dat jarenlange tekort. En zelfs als ik overspoeld word, dan nog zal het nooit genoeg zijn om te kunnen aanvaarden dat ik er mag zijn, en ook recht heb om graag gezien te worden.
En als ik dan die liefde krijg, voel ik de warmte vanbinnen waar ik al mijn hele leven lang naar hunker. Het is iets fragiel, uniek, misschien eenmalig, dus ik klamp mezelf er krampachtig aan vast. Ik mag dit niet kwijtspelen, ik moet heel hard mijn best doen om dit te kunnen behouden. Alles doen voor die persoon, om die liefde te kunnen blijven krijgen. Bevestig mij elke dag je liefde voor mij. Verlaat mij niet aub. Blijf bij mij.
Waarom trouwen voor mij zo belangrijk is? Er zijn veel levensmomenten die van grote waarde zijn: een IM afwerken, een nieuwe hoge functie, een lange reis,.. maar deze momenten vullen slechts tijdelijk een deeltje van je leegte. De commitment van een huwelijk, de liefde en onvoorwaardelijkheid die hierbij komt kijken, is het mooiste dat er is. "Hoe moeilijk het leven ook kan worden, ik kies voor jou, we gaan er samen voor, bij mij ben je veilig."
4 notes
·
View notes
Text
Hoi Kato hier,
Even een update, gaat prima met mij. Heb het naar me zin maar geen super bijzonder heder. Behalve dat ik vanmorgen een eind mocht lopen naast de fiets van die Snor. We zijn weer naar het “paddenpad” gefietst/lopen en daar het land door gesnuffeld. Al snel hoorde en rook ik van die rennende bondjasjes met nog snellere poten als ik, dus was ik daar alert op.
En ja hoor vlak bij me sprongen ze te voorschijn en gingen er als een “haas” vandoor. Sprongen over sloten en weg, maar ik zat helaas vast aan de lijn. Maar wat had ik ze graag te pakken gehad, maar dat mocht niet. Die Snor had me goed vast helaas, jammer. Ik heb ze wel heeel lang gevolgd met mijn ogen en neus. Ik was er dan ook langdurig opgewonden van, zelfs toen ik al lang thuis was ondanks dat ik zo’n acht kilometer in de poten had.
Nu een uurtje of vier later heb ik wel wat van mijn rust terug en is het bijna etenstijd. Wel wil ik nog even kwijt dat ik een flinke tak mee heb genomen naar huis, ik leek wel een zwart/wit hert. Nou tot een volgende keer, ik moet nu het huis bewaken.
Doei Kato.
2 notes
·
View notes
Text
Wow ik ben hier nu al een maand...de tijd vliegt! Momenteel begint het 'vakantiegevoel' te verdwijnen en begin ik te beseffen dat dit mijn thuis zal worden voor de volgende 9 maanden. Ik kan je alvast zeggen dat door onder de Thaise mensen te zijn, je positiever wordt. Want zelfs wanneer ze een slechte dag hebben zullen ze glimlachen. Ze zitten vol positivisme. Het zijn heel warme, behulpzame mensen. Je kunt er alleen maar van leren om eerlijk te zijn. Het eten is hier echt massa's lekker, je eet hier meestal 3x per dag warm. Wat wel eventjes wennen was. Maar ondertussen voelt het al normaal. lets waar ik het heel moeilijk mee heb is de taal, je voelt je soms alleen ook al heb je mensen om je heen. Wanneer je eenmaal de taal nog niet kan, is het moeilijk om een gesprek te volgen. Dit zal naar verloop van tijd waarschijnlijk wel verbeteren maar het zal nog eventjes duren naar mijn gevoel... ;) Ik heb momenteel nog geen heimwee, ook al mis ik vrienden en familie... Dit laat me alleen maar meer beseffen hoe graag ik ze allemaal zie 💕
2 notes
·
View notes
Text
Gisteravond laat is de tijdlijn van Jolanda gestopt. Geen posts meer van haar lief met lieve hond, van haar interieur en haar altijd prachtige kop op selfies. De laatste foto die ik van haar zag was aan de beademing. Ik kan het nog niet bevatten.
Net 51 geworden, in het ziekenhuis. Om op de tweede dag na haar verjaardag in slaap te worden gebracht en aan de beademing. 15 dagen later is ze er niet meer. Haar lichaam is er nog, veilig thuis.
Vanochtend regende het en de zon scheen. Ze wil heel graag laten weten dat ze goed aangekomen is en regenbogen kan maken. Ik heb gekeken maar niet gezien. Net aangekomen op je bestemming is het ook wel heel snel om meteen een regenboog te creëren.
Ik heb zo moeten huilen. Hard. Met snikken en al. Het kwam van diep en ver. Huilen om het oneerlijke, om het machteloze, om haar en hen die ze achterlaat. Lief en lieve hond. Haar lief laat de liefde voelen door de whatsappgroep heen. Als ik aan hen denk als stel hoor ik “aanzoek zonder ringen” van Blof.
“Het ging sneller dan we dachten
Wie verwacht er ook dat alles ooit zo groot kan zijn?
Dat het hoger gaat dan bergen
En harder dan orkanen
Dat de oceaan ondiep lijkt
Bij het gat dat het kan slaan”
🖤
3 notes
·
View notes
Text
Op een dag in 2001, welke dag het precies was weet ik niet meer, maar wellicht zo'n maandag waar het in die tijd op straat opvallend vaak naar aangebrande karbonades met bonen rook, fietste ik naar mijn fietsenmaker en daar werd het onheil geveld over 'Mister Comanche', zoals ik mijn fiets noemde. Kort en bondig zei de fietsenmaker "hij is op.“ Ik moest afstand doen van mister Comanche. Mijn fietsenmaker deed of als het om een levend persoon ging.
Nou had ik ook best het één en ander met deze fiets meegemaakt. Na eerst drie jaar met een 'gewone‘ fiets op vakantie geweest te zijn kon ik in 1992 na lang sparen eindelijk een fiets aanschaffen waarmee ik comfortabeler op reis kon… een groene Batavus Comanche.
In augustus ’93 ging ik met hem naar Denemarken. Een voor mij nieuw land waar bleek alleen chocolademelk in blik werd gekocht en de overige dranken in teveel wegende glazen flesjes. Opmerkelijk genoeg begreep ik meestal de Deense opschriften goed. Zo hing in een jeugdherberg een bordje waarop stond: ’din mor arbedjer ikke her‘, oftewel 'je moeder werkt hier niet, ruim je eigen pröttel op.' Helemaal geweldig vond en vind ik het woord: 'tak!‘ In variaties met mange en tusind (uitspraak: toesen) waar bedankt en hartelijk dank mee bedoeld wordt. Ook bleek als je het Deens niet machtig was dit net zoals overal in Scandinavië geen probleem te zijn omdat toen al het Engels daar algemeen in zwang was.
Voor het eerst ging ik ook naar Kopenhagen. Hoewel ik meteen erg onder de indruk was van de stad, was ik echter ook bedrukt. Ik was er vanuit de stad Herning dat in het midden van Jutland ligt met de tog (= trein) naar afgereisd. In die tijd best nog een avontuur. Midden tijdens de reis stapte opeens iedereen uit en ik begreep niet waarom. Wat bleek? We zaten op een ferry zonder dat ik dat door had. Tegenwoordig is Jutland met Sjaelland waarop Kopenhagen ligt verbonden met een brug, maar toen dus nog niet. De reden dat ik bedrukt was, was dat even daarvoor mijn fiets gestolen was, gelukkig bracht de politie hem terug, maar toch had het geen goed uitwerking op mijn gemoed en ben ik eerder dan gepland was naar huis gegaan. Uiteindelijk werd het een grote bron van inspiratie voor het volgende jaar waarop ik besloot meer van Kopenhagen te gaan genieten.
En daar ging ik op zondag 24 juli 1994 op pad vanuit Enschede naar Kopenhagen, om er op 4 augustus aan te komen. Nog altijd kijk ik graag terug naar dit avontuur, waarbij ik uiteindelijk 4 weken op de fiets onderweg was. Rond de Deense hoofdstad ligt het kasteel 'Sorgenfri', en dat was zeker op deze reis van toepassing.
Vele omzwervingen volgden, mooie reizen zoals ook deze vakantie door Noorwegen, Zweden en Denemarken. En zo belandde ik afgelopen zondag, de tiende september die heet begonnen was maar geleidelijk afkoelde bij Amalienborg, het 'optrekje' van de dronning…koningin Margrethe. Een opmerkelijk personage die het niet kan schelen hoe ze is uitgedost is, haar oudejaarstoespraak nog gewoon van papier voorleest en zelf poppen en wandbekleding maakt. Zoals ik tijdens de voorgaande keer dat ik in Kopenhagen, in de herfst van 2013, ervaren heb. Daar hing in het koninklijk paleis een wandkleed met gebeurtenissen uit de geschiedenis van Denemarken. Ook Anders And was er afgebeeld. Niemand minder dan Donald Duck! De maakster van dit kunstwerk…de dronning.
Of de dronning zondag ook thuis was weet ik niet, misschien was ze ergens in Kopenhagen onderweg net als ik. Op de fiets werd het een feestje want er is zo ontzettend veel te zien. Veel mooie muurschilderijen, pracht behuizingen, water, bruggen, havens. Zo rond de binnenstad leek het wel even op Amsterdam met al die toeristen die niet fietsen konden, een uitzondering was een klein meisje met een helmpje op, hoe zij kon trappen naast haar moeder! Eenmaal in andere stadsgedeelten kon je prima terecht. Heel mooi om te aanschouwen was de Grundvingtskerk en de aanpalende huizen rondom een hof. Om op het hof te komen moest je enkele treden op, toen ik een foto wou maken bemerkte ik dat een klein wit hondje achter mij had plaatsgenomen. Het was nogal koddig omdat het beestje moest uitrusten, de bazin begon een gesprek met mij, en ik raadde waar het over ging. In de wijk Nørrenbro was één straat totaal bevolkt met motorrijders, zoveel had ik er nog nooit gezien. Zo fietste ik langs een demonstratie tegen dierenmishandeling en nu dit. Je mening verkondigen is in Scandinavië een groot goed. Alweer snel was het avond geworden, een machtig klokkengeluid dwarrelde over de straten. Het einde van de rit was in zicht. Ik smeerde mij nog maar eens in met zonnemelk. Een regenjas en zonnemelk was ik vergeten mee te nemen vanuit huis. Eerstgenoemde bleek niet nodig, laatstgenoemde had ik gelukkig bijtijds in Zweden gekocht. Zo ging ik als een niet uitziende Comanche de avond in, over straten waar het gelukkig niet naar aangebrande karbonades met bonen rook.
4 notes
·
View notes
Text
Visuele stoornissen: meer dan alleen je ogen
Dit keer wil ik het graag hebben over visuele stoornissen. Nu denk je misschien gelijk aan problemen met je ogen, maar wist je dat visuele stoornissen ook kunnen optreden door schade in je brein? Dit komt vaak voor bij mensen met Niet Aangeboren Hersenletsel (NAH). Helaas hebben veel artsen hier weinig kennis over, waardoor mensen vaak worden weggestuurd omdat de oogarts niets kan vinden. Gelukkig bestaan er gespecialiseerde centra zoals Koninklijke Visio die wel begrijpen wat er aan de hand is.
Laat me je eerst iets over mezelf vertellen. Als je mij persoonlijk kent, weet je dat ik altijd met een camera in mijn hand rondliep, op zoek naar prachtige plekken in de natuur om te fotograferen. Fotografie was mijn grote passie, totdat ik in 2019 een terugval kreeg.
In 2017 kreeg ik de diagnose Multiple Sclerose (MS), een chronische ziekte die ontstekingen veroorzaakt in het centrale zenuwstelsel, met name in de hersenen en het ruggenmerg. In 2019 kreeg ik een heftige terugval die mijn visuele vermogen opnieuw aantastte, maar dit keer in ernstige mate. Ik moest afscheid nemen van mijn leven als fotograaf.
Deze terugval veroorzaakte verschillende visuele stoornissen die helaas niet omkeerbaar zijn. Om je een idee te geven, hier zijn enkele van mijn visuele beperkingen:
Vonken/sterren Ruis Swirls Schaduwbeeld Nabeelden Vertraagd beeld Verminderde contrastgevoeligheid Gezichtsveldstoornis Stoornis in visuele verwerking Verminderde visuele aandacht Stoornis in visuele selectie Visuele ruimtelijke stoornis Stoornis in visuele waarneming Stoornis in visuele vormherkenning Stoornis in visueel schakelen Exoforie in oogstand Verstoorde volgbewegingen van de ogen (zowel horizontaal als verticaal)
Je ziet dus dat mijn problemen niet worden veroorzaakt door mijn ogen zelf, maar door mijn beschadigde brein. In de wereld van MS is hier nog weinig over bekend, maar het kan zeker iedereen overkomen die een terugval krijgt.
Wanneer je visuele wereld verandert, komt er een rouwproces bij kijken. Je moet afscheid nemen van het oude vertrouwde en tegelijkertijd de nieuwe "jij" verwelkomen en omarmen. Telkens wanneer ik moet toegeven dat ik iets niet kan zien, voel ik een vlaag van verdriet in mijn achterhoofd opkomen. Het is iets onverdraaglijks dat ik meestal voor mezelf houd, omdat ik anderen er niet mee wil belasten.
Opeens is mijn gezichtsvermogen onvoorspelbaar geworden. Ik moet leren leven met blijvende schade en niemand kan me garanderen dat de MS niet nog een keer toeslaat op visueel gebied.
Gelukkig ben ik terechtgekomen bij Koninklijke Visio, een gespecialiseerd centrum dat zich richt op visuele stoornissen. Wat een wereld van verschil! De expertise die zij hebben, zul je niet snel vinden in het ziekenhuis.
Mijn eigen neurologe zei zelfs: "Wat zij doen is ongelooflijk werk, dat gaat me boven de pet. Het is zoiets unieks en tegelijkertijd heel complex."
Ik heb bij Visio een Licht Verrichtingsonderzoek (LVO) laten doen, ook wel bekend als een "Lichtlab-onderzoek". Het doel van dit onderzoek is om een veiliger en fijner thuis te creëren met behulp van de juiste verlichting en contrast. Dit onderzoek vond plaats in een "Lichtbeleving Ruimte", die was ingericht als een thuisomgeving. Daar heb ik verschillende soorten verlichting uitgeprobeerd.
Het verlichtingsonderzoek was intens en duurde twee uur, maar het was de moeite waard. Tijdens het onderzoek moest ik aangeven welke objecten ik kon zien, of ik me prettig voelde, of ik veilig kon rondlopen en hoe het licht op mij van invloed was. Er zijn zoveel verschillende soorten verlichting en belichtingsmogelijkheden dat het onderzoek lang duurt. Dus als je eraan begint, moet je goed uitgerust zijn. Het is namelijk belangrijk dat je de test voltooit. Als dat niet lukt, mag je de test niet nog een keer in dezelfde ruimte doen en moet je het op een andere locatie proberen. Na afloop van het onderzoek krijg je advies over wat er nodig is om jouw huis zo prettig mogelijk te maken.
Uit mijn testresultaten bleek dat ik een soort "Maankind" ben (ik ben geboren bij volle maan, misschien heeft dat er iets mee te maken). Ik voel me namelijk het prettigst bij maanlicht, dat ongeveer 5 lux is. Ter vergelijking: daglicht is ongeveer 15.000 lux, zonlicht is 100.000 lux en een bewolkte dag is ongeveer 1.000 lux. Ik kan dus heel weinig licht verdragen, wat het lastig maakt om naar buiten te gaan. Hoe meer licht, hoe meer problemen ik ervaar.
Mijn appartement is echter heel licht, met een woonkamer en dakterras op het zuiden. In de zomer kan het hier binnen wel 34 graden worden en op mijn dakterras zelfs tot 50 graden. Het advies voor mij was om multifilms op de ramen aan de binnenkant te plaatsen en screens aan de buitenkant. De multifilms filteren het daglicht en verminderen de scherpte, speciaal afgestemd op mijn persoonlijke situatie. Dit zorgt voor meer rust. De screens aan de buitenkant helpen vooral omde warmte buiten te houden.
Met de resultaten van beide onderzoeken krijg ik een verslag waarmee ik naar de WMO (Wet maatschappelijke ondersteuning) kan stappen. Ik moet er wel eerlijk bij zeggen dat niet alle gemeenten even flexibel zijn als het gaat om het verstrekken van de benodigde aanpassingen. Het kan soms een uitdaging zijn om de juiste ondersteuning te krijgen.
Als ik één advies zou kunnen geven aan mensen die visuele klachten hebben maar waarbij de oogarts niets kan vinden, is het om niet op te geven. Vraag je neuroloog, huisarts of revalidatiearts om een doorverwijzing naar een expertisecentrum zoals Koninklijke Visio of Bartiméus. Deze centra zijn gespecialiseerd in visuele stoornissen en hebben de kennis en ervaring om jou verder te helpen.
Visuele stoornissen kunnen een grote impact hebben op je leven, maar het is belangrijk om te blijven zoeken naar oplossingen en ondersteuning. Het is een proces van acceptatie en aanpassing, waarbij je afscheid neemt van het oude en leert om de nieuwe "jij" te omarmen. Het is niet altijd makkelijk, maar met de juiste hulp en steun kun je jouw weg vinden in deze nieuwe realiteit.
Dus, mocht je ooit te maken krijgen met visuele stoornissen, onthoud dan dat je niet alleen bent en dat er experts zijn die je kunnen helpen. Blijf positief en geef niet op. Samen kunnen we leren omgaan met onze visuele uitdagingen en genieten van het leven, zelfs als de wereld er soms wat anders uitziet dan voorheen.
Liefs Jojo,
2 notes
·
View notes
Text
Drie dagen in het spoor van Arnon Grunberg: “In New York kan ik vergeten wie ik ben.”
Dit stuk verscheen op 24 december in Zeno, de weekendbijlage van De Morgen.
Arnon Grunberg was al vaak de auteur, maar nog nooit het onderwerp van een embedded reportage. Stef Selfslagh trok naar New York en liep drie dagen mee met de winnaar van de P.C. Hooftprijs. "Voel je je ongemakkelijk? Dat hoort bij het onderduiken."
Arnon Grunberg is al meer dan een decennium een bewonderd schrijver wanneer hij in 2005 beslist om kamermeisje te worden. Drie weken lang jongleert hij in een Beiers hotel met luchtverfrissers, dweilen en microvezeldoekjes en laat hij zich door hotelgasten vriendelijk glimlachend vernederen. 'Het klinkt onbescheiden, maar ik heb talent om slaaf te zijn', schrijft hij later in NRC Handelsblad.
Grunbergs hotelproject kadert in zijn voornemen om nooit een schrijver te worden die enkel de zolderkamerversie van het leven kent. Ook na zijn carrière in het Beierse hotelwezen begeeft hij zich met metronomische regelmaat in onbekende werelden. Hij duikt onder in brandweerkazernes, slachthuizen en woonzorgcentra. Hij loopt embedded mee met Amerikaanse soldaten in Irak en treedt toe tot het dansgezelschap van de Duitse choreografe Nicole Beutler. Telkens puurt hij uit zijn participerende studiereizen reportages waarin de literatuur de journalistiek aftroeft.
'Ik wil weten hoe mensen dat doen, leven', verklaart Grunberg zijn aandrang om in andermans bestaan te infiltreren. En ook: 'Ik zie de dingen graag met eigen ogen. Daarin verschilt de schrijver niet van de journalist, hij hanteert alleen een ruimere definitie van het woord 'nieuws'.' Omdat ook ik geneigd ben om nieuws een rekbaar begrip te noemen, doe ik Arnon Grunberg deze zomer een ongewoon voorstel. Ik vraag hem of hij het ziet zitten om voor één keer niet de auteur, maar het onderwerp van een embedded reportage te zijn. Of ik, als het niet stoort tenminste, eens een dag of drie in zijn leven mag onderduiken.
Ik ga er van uit dat op mijn verzoek hetzij een galant geformuleerde afwijzing hetzij een bestraffende stilte zal volgen. Maar voor ik het goed en wel besef, hebben we de datum geprikt waarop ik me met bandopnemer en notitieboekje in zijn leven zal aanmelden. Dat dat leven zich op dat moment in New York zal afspelen, maakt het feest in mijn hoofd compleet: je debuteert als onderduiker liever in Manhattan dan in Amsterdam.
Er worden mij als observator in spe slechts twee beperkingen opgelegd: als hij straks aan het schrijven is, mag ik niet over zijn schouders meelezen, en ik ben overal welkom, behalve in zijn appartement in West 37th Street. Op de eerste restrictie reageer ik met begripvol geknik, op de tweede met een pruillip. Is hét kenmerk van de embedded reportage niet dat ze ook achter de gordijnen kijkt? Dat ze de muur tussen schijn en zijn neerhaalt? Dat ze de haren in het doucheputje telt? Maar Arnon Grunberg houdt me liefdevol op afstand. "Thuis is te intiem. Ik sluit niet uit dat je er nog briefjes van voormalige geliefden kan vinden. Die zie ik liever niet in de krant verschijnen."
Ik denk aan wat er in de briefjes van mijn eigen voormalige geliefden staat en berg mijn pruillip weer op. Ook herinner ik me dat Grunberg ooit schreef dat er in zijn New Yorkse appartement maar twee soorten mensen over de vloer komen: mensen met wie hij seks heeft en mensen die hij betaalt om schoon te maken. Ik hoef bij nader inzien tot geen van beide categorieën te behoren.
Minestronecrisis Drie maanden later ontmoeten we elkaar opnieuw, dit keer in Via Quadronno, een Italiaans restaurant op slenterafstand van Central Park. Zijn behalve Arnon Grunberg eveneens op de lunchafspraak: Marianne Koeman, de Nederlandse met wie hij in 1995 in New York neerstreek en met wie hij nog steeds intercontinentaal bevriend is; Mayu, zijn achttienjarige petekind aka de zoon van Marianne; en Alyosha, de anderhalf jaar oude krullenbol die hij samen met de Nederlandse schrijfster Niña Weijers op de wereld zette.
Marianne en Mayu wonen in Amsterdam, maar zijn op verzoek van Grunberg naar New York gevlogen om hem een weekje te assisteren. "Niña verblijft in een schrijvers-residentie upstate", vertelt hij. "Alyosha en ik zijn voor het eerst met z'n tweeën. Dat is leuk, maar van werken is er vorige week niet veel in huis gekomen. En als ik niet tot schrijven kom, lonkt de crisis. Nu Marianne en Mayu hier zijn, hoop ik wat werk in te halen."
Ik ben nog maar net ondergedoken en de omstandigheden smeken al om een existentiële vraag: wie is Arnon Grunberg als hij niet kan schrijven? "Dat is een ingewikkelde kwestie", geeft hij toe. "Schrijven is een belangrijk deel van mijn identiteit. Ontneem me de mogelijkheid om te werken en ik voel me verlaten. Vorige week had ik het echt moeilijk. Ik besefte plots dat ik totaal nieuwe schrijfroutines zal moeten ontwikkelen. Want als Alyosha bij me is, krijg ik nauwelijks een e-mail geschreven, zelfs niet als de babysit komt helpen."
Via Quadranno zit afgeladen vol. Twintig jaar geleden stelden de eigenaars van het restaurant Arnon Grunberg voor om mee in hun zaak te investeren. Voor twintigduizend dollar mocht hij zich mede-eigenaar noemen. Hij overwoog het aanbod, maar sloeg het af. "Ik wilde dat mijn dividenden uitbetaald werden in gratis pasta. Dat zagen de eigenaars niet zitten."
"Mama", noemt Alyosha me nadat hij me wat beter in zich heeft opgenomen. Het misverstand wordt rechtgezet, Grunberg verzekert me dat ik er niet overdreven vrouwelijk uitzie. "Alyosha noemt iedereen die hij leuk vindt mama." "En iedereen die hij niét leuk vindt papa", grijnst Mayu. Een stelling die weerlegd wordt wanneer Alyosha zich uit de armen van Marianne losrukt om bij zijn vader een zoen te gaan vorderen.
Vorige week at Grunberg hier samen met zijn zoon minestrone. Dat ging prima, tot Alyosha zijn bord van zich wegduwde. De soep belandde eerst op de grond en nadien op de trui van de vrouw naast hem. "Ik had Alyosha net verteld dat hij zijn moeder pas over vier weken terug zou zien", zegt Grunberg. "Misschien werd hij daarom zo boos."
"Ook toen we weer thuis waren, bleef hij maar krijsen. Alles heb ik geprobeerd om hem te kalmeren: voorlezen, zingen, zelfs samen in bad gaan. Niks hielp. Ik dacht: 'Zo meteen bellen de buren de politie en moet ik naakt de deur opendoen. Dat krijg ik nooit uitgelegd.'"
"Toch heb ik Niña nergens mee lastig gevallen. Het is mijn taak om ervoor te zorgen dat ze deze maand in alle rust kan schrijven. Al heb ik de indruk dat ze liever had gehad dat ik haar al na twee dagen in totale wanhoop had opgebeld met de mededeling: 'We redden het niet zonder jou.'" (lacht)
Het is de eerste keer dat Arnon Grunberg een relatie heeft met een schrijfster. Ik vraag of ze behalve geliefden ook concurrenten zijn. "Nee, en gelukkig maar. Er ligt in een relatie al zoveel competitie op de loer. Zelfs in het samen grootbrengen van een kind kan wedijver sluipen. Want: van wie houdt het kind het meest? Ik vermijd die strijd door duidelijk te maken dat Niña voor Alyosha de nummer één is. Mijn moeder kwam voor mij ook op de eerste plaats. Ik zou mezelf verraden, mocht ik het erg vinden dat dat ook voor Alyosha zo is."
Diane Keaton-lookalike De carpaccio's zijn verorberd, de namiddag kan ontzegeld worden. Marianne en Mayu gaan met Alyosha naar Bryant Park, Arnon Grunberg en ik trekken naar de New York Public Library. Het plan van de schrijver: twee uur in stilte werken. Het plan van de journalist: twee uur doen alsof hij werkt.
Je zou denken dat in een gebouw met een gewichtige naam gewichtige activiteiten plaatsvinden. Maar aan de tafel waaraan we plaatsnemen, wordt vooral tijd gedood. Een vrouw met een morsig voorkomen doet een dutje. Een jongen trekt steeds opnieuw de capuchon van zijn hoodie over zijn hoofd. Een Diane Keaton-lookalike maakt met naald, draad en geduld een borduurwerkje. De man naast me wisselt driftig scrollen af met uitdrukkingsloos staren. De stilte die over de aanwezigen hangt, geeft hun handelingen iets sacraals. Ik vraag me af of ik niet per ongeluk in het werk van een Brooklynse performancekunstenaar ben beland. I Am Not Me: a metaphor for the unknowable connections between random human organisms. Of iets van die strekking.
Arnon Grunberg gaat naast de slapende en vermoedelijk dakloze vrouw zitten en haalt zijn laptop en notitieboekje boven: hij heeft zich voorgenomen om een aantal aantekeningen in volwaardige zinnen te transformeren. Zoals beloofd sluip ik niet achter hem heen om mee te lezen. Wel noteer ik in mijn logboek: 'Donderdag. Geobserveerde creëert literatuur. Vingers vliegen vaardig over het toetsenbord, tijd en ruimte lijken te vervagen.'
Wanneer Diane Keaton het borduren na anderhalf uur voor bekeken houdt, klapt ook Grunberg zijn laptop dicht. "Vlotte het een beetje?", vraag ik. Het is niet omdat ik mensen bespied dat ik niet met ze meeleef.
Grunberg knikt. "Ik vreesde eventjes dat de duttende dame zou stinken. Maar dat was gelukkig niet het geval en ook door de andere aanwezigen heb ik me geen moment gestoord gevoeld."
Is hij een literaire scherpslijper? Iemand die een heleboel woorden op auditie laat komen en pas na veel wikken en wegen de meest geschikte kiest? "Ik probeer van het schrijven een gracieus proces te maken. Als een zin nog niet helemaal is wat hij moet zijn, laat ik hem nog wat sudderen. Het juiste woord komt wel. En als het een goed woord is, gebruik ik het desnoods drie keer na elkaar. Ik hang niet voortdurend met mijn neus in synoniemenwoordenboeken."
Probeert hij weleens te ontsnappen aan het schrijven? Denkt hij soms: 'Ik wou dat ik het vandaag bij mijmeren kon laten? Dat ik mijn gedachten niet in onwankelbare woorden hoefde te gieten?' "Soms zou ik liever een dutje doen dan te schrijven. Maar discipline is voor mij een automatisme geworden. Het komt niet meer in me op om een dag niet te werken."
We arriveren in Bryant Park, waar Mayu met Alyosha aan het spelen is. "Hebben mensen je weer gevraagd of je de au pair van Alyosha bent?", vraagt Grunberg aan Mayu. "Nee. Maar wel of hij mijn zoon is." "En, wat heb je geantwoord? Nee hoor, ik heb deze jongen gestolen?"
Vader en zoon gaan een ritje maken op de carrousel in het park. Er zijn twee paarden en een hert beschikbaar, maar Alyosha kiest voor een konijn met oren zo groot als Papoease peniskokers en een staart die meer weg heeft van een prehistorische slagtand. Een voorliefde voor de ongerijmdheden van het leven is vast erfelijk.
Dagen vol afslagen "Het gaat goed, Stef, niemand van ons heeft een hekel aan je", laat Arnon Grunberg me de volgende ochtend bij het ontbijt in café Delectica weten. Marianne en Mayu glimlachen, Alyosha kauwt op een stukje bagel. "Ik probeer dan ook zo onzichtbaar mogelijk te zijn", zeg ik, en ter verantwoording van mijn onzichtbaarheid lees ik een fragment voor uit de Grunberg-compilatie Thuis ben je: 'De schrijver doet er goed aan zich op de vlakte te houden. Geen meningen, vooral geen meningen. De observatie is al mening genoeg.'
"Die woorden lijken me nog steeds accuraat", zegt Grunberg. "Mensen vragen me na een embedded verblijf weleens: heb je gevonden wat je zocht? Maar als ik ergens onderduik, weet ik niet op voorhand wat ik wil vinden. Ik wil me vooral laten verrassen."
"In september liep ik mee met de ambtenaren van de Dienst Terugkeer & Vertrek in Rotterdam. Die mensen zetten elke dag geweigerde asielzoekers uit het land: een behoorlijk meedogenloze daad. En toch had ik de indruk dat ze hun job naar eer en geweten verrichten. Als je écht met mensen praat, krijg je altijd meer begrip voor hun positie."
Je denken scherpen aan het leven, noemt hij het. Hij heeft weinig ontzag voor schrijvers die in een mentaal vacuüm vertoeven. "Ook al kom je niet achter je bureau vandaan, dan nog moet je je gedachten toetsen aan de werkelijkheid, vind ik. Je wil als schrijver toch iets zeggen over de tijd waarin je leeft? Anders maak je jezelf wel héél ongevaarlijk."
De zon glipt tussen de wolkenkrabbers door, we besluiten een ochtendlijke wandeling te maken.
Voor de ingang van warenhuis Macy's zien we een bedelaar zonder benen: de man heeft zijn romp op het deck van een skateboard gemanoeuvreerd. Ik ga ervan uit dat het skateboard de helaasheid van zijn lot moet aandikken en voorbijgangers tot gullere giften moet verleiden. Maar dan begrijp ik dat het gewoon zijn vervoermiddel is: als hij straks naar huis wil, kan hij het board met behulp van zijn armen in beweging brengen.
Marianne deelt mijn ontzetting over de situatie van de bedelaar. Maar ze zegt ook: "Sommige bedelaars verdienen zoveel geld dat ze er in blijven hangen, in dat bedelen."
Als psychologe werkte Marianne negen jaar met New Yorkse psychiatrische patiënten. Een heftige tijd, vertelt ze, waarin ze leerde om niet te snel conclusies te trekken. "Ooit zei een cliënt tegen me: 'Er ligt een lijk in de koffer van mijn auto.' Ik dacht: die man heeft een psychose. Maar er lag écht een lijk in zijn koffer."
We kuieren voorbij de Chrysler Building, al lang niet meer het hoogste, maar wel nog altijd het mooiste gebouw van New York. Toen Marianne Koeman en Arnon Grunberg hier zevenentwintig jaar geleden voor het eerst rondliepen, waren ze beiden nog prille twintigers. De dagen lagen voor hen als een eindeloze woestijn.
"Elke dag zat vol afslagen die we overtuigd namen", vertelt Grunberg terwijl hij de kinderwagen voortduwt. "Ik had net Blauwe Maandagen geschreven, moest maar om de twee weken een column naar NRC Handelsblad sturen, ons leven was één grote improvisatie. Vandaag zijn mijn dagen veel strakker ingedeeld. Als ik toevallig iemand leer kennen, moet ik zeggen: 'Leuk gesprek, maar laten we het over drie weken verder zetten, bij voorkeur op woensdag, tussen drie uur dertig en vier uur vijftig.'" (lacht)
Toch ervaart hij New York ook na zevenentwintig jaar nog altijd als een bevrijding. "In Nederland word ik zo snel in de hoedanigheid van schrijver gedwongen. Dat is geen ramp - ik kijk niet neer op ontmoetingen met lezers - maar ik wil ook nog andere rollen vervullen. En dat lukt me in New York beter dan in Amsterdam. Ik kan hier makkelijker vergeten wie ik ben."
Dan, mijmerend: "Als alles ooit mis gaat, kan ik in deze stad zo een ander leven beginnen. Er is hier altijd een tweede en zelfs derde akte mogelijk. Dat onbeslotene, daar hou ik van. Ik denk niet dat ik New York ooit zal verlaten. Behalve wanneer ik negentig ben. Dan trek ik naar Zwitserland. Ik wil mijn laatste adem tussen de bergen uitblazen."
Twee ambulances met brullende sirenes rijden voorbij. Wat verderop boort een bouwvakker gaten in onze oren. Telkens verwacht ik dat het lawaai Alyosha zal doen schrikken. Maar de New Yorkse drukte doet hem niks. Een cursus Mediteren Voor Peuters is voorlopig nergens voor nodig.
Trust women Next stop: het kruispunt gevormd door Columbus Avenue en West 106th Street, waar de Upper West Side onwennig tegen Harlem aanschurkt. Hier woont Michel, de Fransman bij wie Arnon Grunberg twee keer in de week Franse les volgt.
"Michel is een oude trotskist", vertelt hij. "Ik ben het niet altijd met hem eens, maar hij is wel een vriend. In het begin leerde hij me de Franse spelling en grammatica. Nu voeren we gewoon lange gesprekken en geeft hij me af en toe aanwijzingen. Ik ben zeer gehecht aan onze bijeenkomsten."
Het appartement van Michel is een one size fits all-flat: bureau, bed, boekenkast, kookfornuis en koelkast delen dezelfde ruimte. Op het prikbord boven de werktafel hangt een briefje met de woorden Trust Women. Ik wil Michel vragen of dat een zelf bedacht geheugensteuntje dan wel een oude feministische slogan is, maar de les is al begonnen: hij ondervraagt Grunberg in het Frans over de groentenaversie van Alyosha.
Andere gespreksonderwerpen die in de loop van de les de revue passeren, zijn: de gelijkenissen tussen de Oekraïense vluchtelingen van vandaag en de Vietnamese asielzoekers van vroeger ('Zij die voor de slechten moeten vluchten, zijn automatisch de goeien'), het noodlot ('Het is niet omdat je in Nederland geboren bent dat de geschiedenis je wel zal overslaan') en terrorisme ('Terreur loont op korte termijn, maar op lange termijn heb je de steun van het volk nodig'). Er is geen wet die zegt dat Franse lessen over monsieur et madame Dupont moeten gaan.
Het Frans van Grunberg is uitstekend, maar niet foutloos: vrouwelijke lidwoorden staan af en toe ten onrechte hun plaats af aan mannelijke en 'de schemering' is niet 'le coucher du soleil' maar 'le crépuscule'.
Op het einde van de les leest Grunberg nog een stukje voor uit La Vie Devant Soi van de Franse schrijver Romain Gary. Als hij het boek weer dichtslaat, vertelt hij me dat Gary op zesenzestigjarige leeftijd zelfmoord pleegde. Op zijn afscheidsbriefje stonden vijf woorden: 'Je me suis bien amusé.'
Ook ik vermaak me, en toch neem ik na de Franse les afscheid van Arnon Grunberg. Hij gaat zo meteen vergaderen met zijn accountant, en wanneer het woord accountant valt, heb ik principieel nog vanalles te doen.
A grand slam career 's Avonds zien we elkaar terug in Grand Central Terminal, het iconische treinstation van New York. Hier liet Al Pacino op magistrale wijze het leven in Carlito's Way. Hier voeren elke dag meer dan vijfhonderdduizend passagiers een enerverende get-the-fuck-out-of-my-way-choreografie op.
De art deco-klok in de stationshal loopt, net zoals alle andere klokken in Grand Central, één minuut voor. Zo hebben de passagiers altijd zestig seconden extra om hun trein te halen. Ook de Amerikaanse spoorwegmaatschappij doet wat ze kan om de ratrace zo aangenaam mogelijk te maken.
Arnon Grunberg heeft een tafel voor vijf gereserveerd in Cipriani Dolci, een restaurant op het westelijke balkon. Het is ons vijfde restaurantbezoek in twee dagen. Ik schrijf op: Arnon Grunberg schrijft tussen het betalen van restaurantrekeningen door.
"In New York is er veel begrip voor mensen die elke dag uit eten gaan", zegt Mayu. "Er wordt in deze stad hard gewerkt: iedereen snapt dat je geen tijd hebt om te koken. Sommige appartementen worden hier zelfs zonder keuken verkocht."
Alyosha krijgt eend, frietjes en een ijsje. Tijdens een bezoek aan het Consultatie-bureau - de Nederlandse tegenhanger van Kind & Gezin - werd geconstateerd dat hij wat te licht is voor zijn leeftijd. En dus staat hij op een dieet van frietvet, vleessaus en koolhydraten.
Grunberg: "De mensen van het Consultatiebureau zeiden: 'Zorg ervoor dat hij aankomt. Het maakt niet uit hoé.' Dat Alyosha na deze maand nog steeds geen groenten zal lusten, is een probleem dat zijn moeder mag oplossen." (lacht)
Wanneer we aan de praat raken met de twee mannen naast ons, stelt Grunberg Alyosha aan hen voor als zijn jongste zoon en Mayu als zijn oudste.
"Ik heb Mayu lange tijd mijn petekind genoemd", legt hij wat later uit. "Ook al was ik door de afwezigheid van zijn biologische vader al lang zijn feitelijke vader. Maar toen Alyosha geboren werd, vroeg Mayu me of ik wel van hem zou blijven houden. Sindsdien noem ik hem mijn oudste zoon. Mayu moet weten dat hij in mijn leven dezelfde plaats inneemt als Alyosha."
Voor zijn achttiende verjaardag kreeg Mayu van zijn feitelijke vader een brief cadeau: het inmiddels ook te boek gestelde Loslaten. Ik vraag hem of hij blij was met zijn coming of age-geschenk. "Zeker", zegt hij. "Al heb ik de brief wel moeten vervolledigen. Op het einde herhaalt Arnon de woorden die hij ook al bij mijn geboorte schreef: 'Welkom in mijn oeuvre, Mayu.' Toen ik dat las, heb ik gezegd: 'Vanaf nu ben jij ook welkom in míj́n oeuvre, Arnon.'"
Ik neem een slok wijn en bid dat mijn veertienjarige zoon zich binnen een paar jaar met even mooie woorden van mij losweekt.
Hoewel ook de huisgemaakte tortellini en de risotto met verse erwten verdedigbare gespreksonderwerpen waren geweest, praten we over de parasitaire relatie tussen het leven en de literatuur. Ik vraag Arnon Grunberg of hij ooit niet-levensbedreigende catastrofes heeft veroorzaakt, met als enige doel om er nadien een handvol mooie zinnen over te schrijven.
"Soms heb ik wel behoefte aan een beetje spanning", zegt hij. "De wereld is zo chaotisch en verraderlijk. Daar wil je in je eigen leven toch iets van meekrijgen? Maar het drama komt vanzelf wel op je af, je hoeft het niet uit te nodigen om de literatuur ter wille te zijn. Als je dat wél doet, wordt het schrijven een soort van afgod. En een afgod eist altijd offers."
"Los daarvan is het een enorme troost dat ik occasionele narigheden in woorden kan omzetten. Eigenlijk speel ik een beetje vals met het leven: ik hang al schrijvend min of meer boven mijn eigen bestaan. Ook tijdens ruzies heb ik de neiging om het conflict meteen te analyseren. Dat schijnt niet zo prettig te zijn voor de persoon die ruzie met je wil maken. Soms willen mensen gewoon uitgescholden worden." (lacht)
Staat het leven weleens in de weg van de literatuur? Kunnen gebeurtenissen té pijnlijk zijn om over te schrijven? "Ik heb dat zelf nog niet meegemaakt. Maar ik kan me voorstellen dat je van de dood van een kind geen literatuur kan maken. Tenzij op een heel indirecte manier."
Alyosha maakt aanstalten om stukjes eend op de grond te gooien. "Niet met de eend gooien", zegt Grunberg. "Daar wordt papa diep ongelukkig van." Even later belandt de eend alsnog op de grond, doemen in het hoofd van Arnon Grunberg minestrone-scenario's op en besluiten we met een ontroerende eendracht om naar huis te gaan.
In Park Avenue lopen we voorbij een opgewonden zakenman. 'I did it!', roept hij in zijn telefoon. 'I have a grand slam career!" We beginnen noch te monkellachen noch met onze ogen te rollen. Verlossing vinden in het werk is niet per definitie slechter dan geluk halen uit een moestuintje.
Het is al nacht wanneer ik terug naar mijn hotel in West 32nd Street ben gewandeld. In een bar in de buurt drink ik een Catskill Ball Lightning Pilsner - sommige merknamen maken reclamecampagnes overbodig - en stel ik mezelf twee vragen.
Eén: is Arnon Grunberg, zoals De Standaard onlangs schreef, 'een raadselachtig figuur voor wie openhartigheid de beste vermomming is'? (Antwoord: raadselachtigheid is niet het tegendeel van authenticiteit. Als je je kan verbergen achter openheid, kan je je ook openbaren in geheimzinnigheid.) En twee: moet ik mijn stuk straks 'een onbeschroomde inkijk in het leven van Arnon Grunberg' noemen of hou ik het voorzichtigheidsheidshalve bij 'een waarheidsgetrouwe leugen'? (Antwoord: álle reportages zijn waarheidsgetrouwe leugens.)
Voor ik in bed kruip, krijg ik nog een berichtje: 'Het waren mooie dagen. Ook al ben je niet in mijn appartement geweest: je hebt veel intieme momenten meegemaakt. Maak je geen zorgen als je je af en toe wat ongemakkelijk hebt gevoeld. Dat hoort bij het onderduiken. Slaap lekker.'
De volgende dag sluiten we ons embedded onderonsje af met een fotosessie op het dakterras van de Niarchos Foundation Library. De weergoden zijn ons genadig, de schrijver kan onder een staalblauwe hemel gefotografeerd worden.
Arnon Grunberg gaat op een stoel zitten, haalt zijn laptop uit zijn tas en denkt: als ik dan toch als schrijver moet poseren, kan ik tijdens het poseren net zo goed schrijven. Hij begint geconcentreerd te tikken, de Bank of America Tower speelt met sublieme onverschilligheid voor decor. Geestelijke arbeid tegen de achtergrond van stedelijke grandeur: het filmische schrijversleven van Arnon Yasha Yves Grunberg in één beeld samengevat.
Met een onjournalistieke omhelzing stappen we uit onze rollen van observator en geobserveerde. Arnon Grunberg duikt in een taxi en gaat naar huis. Ik duik de stad in en vergeet wie ik ben.
4 notes
·
View notes
Text
VERHALENVERTELLER GIJS DRAGT VEBINDT HET VERLEDEN MET HET HEDEN
De fotograaf kiekt het moment. Zet een specifiek ogenblik vast in de tijd. Pint het op het prikbord van de geschiedenis. Gijs Dragt zoekt plekken op die ooit door schilders eerder werden vastgelegd. Op doek lijken deze momenten bevroren te zijn, maar in verf komt de omgeving in stilstand juist tot leven. Dragt vond de straten, de paden, de huizen, het uitzicht die Jos Lussenburg, Ben Viegers en Jan van Vuuren als vertegenwoordigers van de Veluwse schilders een eeuw eerder hebben gezien en vastgelegd. Deze plekken zijn veranderd nu, de tand des tijds heeft eraan gevreten. Of ze zijn verdwenen, uitgegumd en weggezakt in vergetelheid. Die omgeving, dat uitzicht geeft Dragt een nieuw gezicht in zijn project dat tot stand kwam in nauwe samenwerking met het Noord-Veluws Museum. Dragt legt de actuele situatie vast en zet het later nog digitaal naar zijn hand. De beweging van de tijd brengt hij in de compositie in. Deze verglijdt letterlijk in zijn beeld.
De mens kijkt met plezier over de schouder. Ziet graag terug in de tijd. Zelfs heeft de mens wel heimwee naar eerder. Hoe zag namelijk de wereld er toen destijds uit, hoe lag het erbij en ervoor vroeger. Zijn er nog herkenningspunten nu of is de schop er in gegaan. De herinnering kleurt veelal helder op, ook wanneer het aandenken zwart en grauw is. De mooie gedachten blijven, al hadden deze schaduwkanten die weggesleten zijn. Een gevleugelde uitspraak bij het omkijken is: 'vroeger was alles beter'. Het is eeuwig zonde wanneer een natuurgebied moet plaats maken voor een nieuwe wijk. Of dat een monumentaal gebouw plat gaat omwille van de vooruitgang. De omgeving dient zich te vernieuwen wil het zichzelf in stand kunnen houden. Natuurbranden zijn de gewoonste zaak van de wereld, daarna herstelt de natuur zich snel weer. Echter de mate waarin de mens de aarde om zeep helpt is in deze eeuw ongekend.
Terugkijken dat kan, vooruitkijken is onmogelijk. Naar wat geweest is en is voorbij gegaan kan met een nostalgische blik worden gekeken. Naar dat wat in de toekomst nog komen gaat valt te gissen. Misschien kan een logaritme uitkomst bieden of een glazen bol. Planologen plannen de toekomst, althans dat proberen ze. Maar de tijd gooit meestal roet in het eten, dat niet zo heet wordt gegeten als het is opgediend. De toekomst voorspellen is een heikele zaak. Daarom, omdat wat voor ons ligt ongewis is, kijken wij met belangstelling terug. Treden we graag in de voetsporen van voorgangers met naam en toenaam. Ook al zijn die voetsporen in de tijd onduidelijk geworden. We lopen graag de weg die iemand voor ons is gegaan. Dan herkennen we vroeger. Proeven de sfeer van weleer.
Kunstenaar Gijs Dragt trad in de voetsporen van enkele schilders die ooit de Veluwse omgeving vast hebben gelegd. Hij keek achterom en zocht de plekken op die deze schilders in verf op doek in beeld brachten. Nam er foto's van en bewerkte deze, zodat er een bewegend beeld in de tijd is ontstaan. In de composities is de sfeer van weleer te proeven. Kleurvegen geven de vertaling van gister naar vandaag aan. Dragt heeft niet het moment stil gezet, maar juist door laten klinken. Het galmt over het beeldvlak. De aan de hand van schilderijen gevonden plekken echoën in de tijd. Het zicht is gewijzigd of helemaal verdwenen. Maar het verleden klinkt in het heden. Voor de schilders is Dragt een ziener, een voorziener. Hij ziet wat zij zagen en hoopten te zien.
Het reizen en onderzoeken, het herbeleven is van alle tijden. Gijs Dragt reist in de voetsporen van drie beeldend kunstenaars op de noordelijke Veluwe. Hij reist terug in de tijd van een eeuw geleden en vindt er het zijn van nu in terug. Op zoek naar de locaties van de schilderijen, indien mogelijk naar hetzelfde standpunt. Hij kijkt, observeert, fotografeert, en laat zien wat er veranderd is, wat nog hetzelfde. De effecten maakt hij met de camera tijdens het fotograferen en later op de computer thuis met digitale programma's. Zijn werkwijze is te vergelijken met die van de schilders, die thuis in het atelier hun schilderijen vervolmaakten. En Dragt vraagt zich af hoe het er op die plek een eeuw later nog uit zal zien. Zoals die schilders zich dat toen ook afvroegen, maar er alleen hun gedachten over konden laten gaan. Met de nu beschikbare digitale technieken kan Dragt vooruit kijken in de tijd.
Korte levensbeschrijvingen in het boek “De Noord-Veluwe fotografisch geschilderd” doen mij de drie kunstenaars kennen die de fotograaf naliep. De manier waarop zij hun inspiratie uit de omgeving wisten vorm te geven. Het gebied doorkruisten om karakteristieke plekken meest en plein air vast te leggen en uit te werken. Het is niet zo verwonderlijk dat Gijs Dragt in Jos Lussenburg, Ben Viegers en Jan van Vuuren voorbeelden zag om na te volgen. Het boek geeft voldoende vergelijksmateriaal. Schilderijen zijn afgedrukt naast de composities die Dragt vormgaf. Zo kan de sfeer van toen worden geproefd en de vertaling van nu daarnaast worden gelegd. Bij de ene schilder zijn de vastgelegde plekken eenvoudiger in het heden te vinden dan bij de andere. Toch is Dragt op zoek gegaan en heeft voldoende aanknopingspunten gevonden om de plekken te vinden waarmee hij zijn verhaal over de Veluwe kan vertellen. Want dat is Gijs Dragt, een verhalenverteller. Zijn eerste en laatste woorden zijn de situatie van de Veluwse schilders en de locatie van nu. Daartussen vertelt hij zijn verhaal in een abstracte belijning, een kleuring van de herinnering. Dragt laat het niet bij het vastleggen van een beeld, meer nog wil hij een voorstelling creëren. Een compositie maken uit een bestaande situatie om zo een nieuw inzicht te scheppen. Zoals de schilder in het landschap, het stilleven of dorpsgezicht een ongeziene ziel legt.
Over Gijs Dragt is geen biografie afgedrukt, maar wel een beschrijving van zijn inspiratie en werkwijze. En op welke manier hij tot het project kwam om de Noord-Veluwe fotografisch te schilderen en daarmee trad in de voetsporen van Lussenburg, Viegers en Van Vuuren. Hoe de wereld er door zijn lens uitziet, want zegt hij “fotografie is het bevriezen van een moment dat direct daarna geschiedenis is. Dit heeft een magische betekenis. Het vertegenwoordigt een fractie van de seconde, waar je deelgenoot van was.” Die ene tel, dat het diafragma zich opent en het licht van de voorstelling in het hart van de camera binnenlaat, manipuleert Dragt later met het brein van de computer. Hij wil dat moment laten doorgaan, in beweging zetten. Aan die geschiedenis brengt hij een dynamiek zodat het voortduurt in het heden. Het verleden van gisteren is in zijn werk de blik in de toekomst. In de publicatie komen heden en verleden samen, lees ik, net zoals stilstand en beweging, mythe en werkelijkheid. fotografie en schilderkunst. Met de tijd als verbindende factor.
In zijn essay herhaalt Mischa Andriessen dat nog eens. Ik citeer: “In zijn kleurrijke beelden verbindt Dragt fotografie en schilderkunst, verbindt hij heden en verleden, verbindt hij stilstand en beweging. En verbindt hij wie kijken wil met wie gekeken heeft. Hij heeft een vorm gevonden waarin het er allemaal is. Allemaal op hetzelfde ogenblik. We zien wat hij heeft gezien, maar oom wat Lussenburg, Viegers en Van Vuuren hebben gezien, én wat zij hoogstwaarschijnlijk hadden willen zien. Dat gulle kijken is wat Dragt met de kijker deelt.”
De Noord-Veluwe fotografisch geschilderd. Gijs Dragt in de voetsporen van Jos Lussenburg, Ben Viegers en Jan van Vuuren. Teksten Lies van de Beek, Mischa Andriessen. Catalogus bij tentoonstelling in Noord-Veluws Museum tot 8 oktober 2023. Uitgave VanSpijk [photo] ArtBooks, 2023.
2 notes
·
View notes
Text
Waarom zou je de voorkeur moeten geven aan Dames Kimono Satjin Licht Grijs?
De modewereld evolueert voortdurend en dames zoeken naar de beste stijlopties. Als jij degene bent die graag waardigheid met stijl omarmt, zal het dragen van een kimono je eersteklas voorkeur zijn. Het is openhartig dat een vrouw verschillende stijlvolle opties heeft om te dragen als het gaat om kleding, maar soms moet ze inhalen bij het kiezen van de meest stijlvolle optie. Om de drang tot mode te bevredigen, geven ze vaak de voorkeur aan Dames Kimono Satjin Licht Grijs.
In deze blog zullen we kijken waarom dames Kimonos moeten omarmen om zichzelf een stijlvolle uitstraling te geven. Laten we eens kijken naar de gevarieerde opties die hieronder worden gegeven.
Waarom zou je de voorkeur geven aan Dames Kimono Satjin Licht Grijs?
Onderzoek je de redenen waarom je de voorkeur zou moeten geven aan dames kimono satijnen licht grijs? Laten we enkele spannende redenen onderzoeken waarmee je verliefd wordt op deze kimono's.
Zorgt voor tijdloze elegantie
Ben je opgewonden om de Dames Kimono Satjin Licht Grijs in je garderobe op te nemen? Ga met je gedachten, omdat ze een tijdloze elegantie uitstralen die je altijd levenslang zult koesteren. Deze exclusieve Kimono -collectie zal je outfit verheffen. Wat veel uitstekender is om te weten, is dat de zachte, gedempte grijze kleur vrij veelzijdig en verfijnd is. Deze kimono -combinatie met je outfit is een perfecte keuze voor casual en formele gelegenheden.
Comfort ontmoet stijl
Als je nog steeds wilt onderzoeken waarom Kimono Satin Light Gray een perfecte keuze voor je is, zul je verschillende redenen vinden. Het kiezen ervan is een uitstekende beslissing omdat Kimono comfort met stijl combineert. Wanneer u kimono van een satijnen lichtgrijze dames kiest, zal u zich licht voelen vanwege de zachte stof tegen de huid. Het is een ideale keuze om thuis te dragen of anders ook voor een avondje uit. Je kunt ook je datum na het eten romantisch maken door het te dragen.
Geniet van diverse stylingopties
Sommige dames weten niet dat ze in verschillende vormen kunnen genieten van kimono's. Sommige dames kopen bijvoorbeeld graag Kimono Dames Kort. Het is een perfecte keuze voor casual daguitstappen. Zelfs als u van plan bent avondkleding of luxueuze loungewear wilt, wordt het kiezen van Kimonos een opwindende optie voor u.
Met al deze hierboven genoemde redenen is het duidelijk dat het kiezen van een dame's kimono stijl zal combineren met ultieme comfort.
Kies de beste kimonoshop voor dames kimono satijnen licht grijs
Kijkt u er naar uit om de Dames Kimono Satjin Licht Grijs te kopen? Je kunt een exclusieve verzameling kimono's vinden bij Kimonoshop. Je kunt deze diverse variëteiten verkennen, zoals satijnen verzameling, verleiding, exclusieve en comfortcollectie. Als je erg gek bent op de Kimono -collectie en niet kunt wachten om je wens te vervullen, geef ons dan een kans om je te dienen, en we zullen je fantastisch voelen met onze nieuwste gekke collecties.
0 notes
Text
Will Yoga for Wine T-Shirt
Will Yoga for Wine T-Shirt Combineer je liefde voor yoga met een vleugje humor met ons "Will Yoga for Wine" T-shirt, perfect voor yogi's die graag ontspannen met een goed glas wijn na hun yogasessie. Kenmerken: Grappige Boodschap: De tekst "Will Yoga for Wine" op de voorkant van het shirt combineert humor met de liefde voor yoga en wijn, waardoor het een leuke en luchtige keuze is voor yogaliefhebbers. Comfortabel en Stijlvol: Gemaakt van zacht katoen voor een comfortabele pasvorm en verkrijgbaar in verschillende maten, waardoor dit shirt perfect is voor casual wear na je yogasessie. Expressief Design: Met zijn grappige boodschap en eigentijds ontwerp is dit shirt een leuke manier om je passie voor yoga en wijn uit te drukken. Stijltips: Draag dit shirt na je yogasessie als een leuke en ontspannen outfit om te genieten van een welverdiend glas wijn. Combineer het met je favoriete jeans en sneakers voor een casual en toch stijlvolle look die perfect is voor een dagje uit of een avondje met vrienden. Voeg bijpassende accessoires toe, zoals een mooie wijnglas, om je outfit compleet te maken voor een gezellige avond thuis. Voor de Yoga & Wijnliefhebbers: Het "Will Yoga for Wine" T-shirt is perfect voor yogi's die graag hun liefde voor yoga en wijn combineren met een vleugje humor. Wij hebben dit unisex shirt speciaal ontworpen en zal ook speciaal voor jouw bedrukt worden. Elk shirt is daarmee uniek. Bij Shirts & Sweaters streven streven we ernaar om kleding aan te bieden die je persoonlijkheid en interesses weerspiegelt. Bestel vandaag nog ons "Will Yoga for Wine" T-shirt en voeg een dosis humor toe aan je garderobe!
0 notes
Text
Hier een leuk filmpje van Kato, ze loopt hier al redelijk relaxt voor me uit. Inmiddels speelt ze soms met een gevonden tak. De eerste nacht dacht ik ‘r beneden in de hal te laten slapen dus de trap geblokkeerd.
Ja….. dag baas, duurde geen twee minuten toen lag ze naast mn bed. Ha ha. Maar gisternacht heeft ze in de woonkamer geslapen onder de vogelkooi. Zonder enig protest, geen kik of piep gegeven.
Voor de belangstellenden wil proberen met enige regelmaat je op de hoogte te houden van Kato. Zij is een speciaal geval met de nodige trauma’s. Door een noodlottig ongeval is ze haar bazin kwijt geraakt, en ze was daar getuige van.
Door de hulp van bezorgde mensen werd er naar een veilig thuis gezocht. En zo is ze hier afgelopen zondag bij ons terecht gekomen als een trillend en bang maar super vriendelijk en lief dier.
Inmiddels is Kato flink tot rust gekomen en hebben wij al een aardige vertrouwensband opgebouwd. Door veel liefde, ontspanning en veel wandelen gaat ze snel vooruit. Wij zijn dan ook super blij met dit lieve vriendelijke dier.
Als wilt reageren dan graag via de Email: [email protected]
2 notes
·
View notes