#Noord-Veluws Museum
Explore tagged Tumblr posts
Text
VERHALENVERTELLER GIJS DRAGT VEBINDT HET VERLEDEN MET HET HEDEN
De fotograaf kiekt het moment. Zet een specifiek ogenblik vast in de tijd. Pint het op het prikbord van de geschiedenis. Gijs Dragt zoekt plekken op die ooit door schilders eerder werden vastgelegd. Op doek lijken deze momenten bevroren te zijn, maar in verf komt de omgeving in stilstand juist tot leven. Dragt vond de straten, de paden, de huizen, het uitzicht die Jos Lussenburg, Ben Viegers en Jan van Vuuren als vertegenwoordigers van de Veluwse schilders een eeuw eerder hebben gezien en vastgelegd. Deze plekken zijn veranderd nu, de tand des tijds heeft eraan gevreten. Of ze zijn verdwenen, uitgegumd en weggezakt in vergetelheid. Die omgeving, dat uitzicht geeft Dragt een nieuw gezicht in zijn project dat tot stand kwam in nauwe samenwerking met het Noord-Veluws Museum. Dragt legt de actuele situatie vast en zet het later nog digitaal naar zijn hand. De beweging van de tijd brengt hij in de compositie in. Deze verglijdt letterlijk in zijn beeld.
De mens kijkt met plezier over de schouder. Ziet graag terug in de tijd. Zelfs heeft de mens wel heimwee naar eerder. Hoe zag namelijk de wereld er toen destijds uit, hoe lag het erbij en ervoor vroeger. Zijn er nog herkenningspunten nu of is de schop er in gegaan. De herinnering kleurt veelal helder op, ook wanneer het aandenken zwart en grauw is. De mooie gedachten blijven, al hadden deze schaduwkanten die weggesleten zijn. Een gevleugelde uitspraak bij het omkijken is: 'vroeger was alles beter'. Het is eeuwig zonde wanneer een natuurgebied moet plaats maken voor een nieuwe wijk. Of dat een monumentaal gebouw plat gaat omwille van de vooruitgang. De omgeving dient zich te vernieuwen wil het zichzelf in stand kunnen houden. Natuurbranden zijn de gewoonste zaak van de wereld, daarna herstelt de natuur zich snel weer. Echter de mate waarin de mens de aarde om zeep helpt is in deze eeuw ongekend.
Terugkijken dat kan, vooruitkijken is onmogelijk. Naar wat geweest is en is voorbij gegaan kan met een nostalgische blik worden gekeken. Naar dat wat in de toekomst nog komen gaat valt te gissen. Misschien kan een logaritme uitkomst bieden of een glazen bol. Planologen plannen de toekomst, althans dat proberen ze. Maar de tijd gooit meestal roet in het eten, dat niet zo heet wordt gegeten als het is opgediend. De toekomst voorspellen is een heikele zaak. Daarom, omdat wat voor ons ligt ongewis is, kijken wij met belangstelling terug. Treden we graag in de voetsporen van voorgangers met naam en toenaam. Ook al zijn die voetsporen in de tijd onduidelijk geworden. We lopen graag de weg die iemand voor ons is gegaan. Dan herkennen we vroeger. Proeven de sfeer van weleer.
Kunstenaar Gijs Dragt trad in de voetsporen van enkele schilders die ooit de Veluwse omgeving vast hebben gelegd. Hij keek achterom en zocht de plekken op die deze schilders in verf op doek in beeld brachten. Nam er foto's van en bewerkte deze, zodat er een bewegend beeld in de tijd is ontstaan. In de composities is de sfeer van weleer te proeven. Kleurvegen geven de vertaling van gister naar vandaag aan. Dragt heeft niet het moment stil gezet, maar juist door laten klinken. Het galmt over het beeldvlak. De aan de hand van schilderijen gevonden plekken echoën in de tijd. Het zicht is gewijzigd of helemaal verdwenen. Maar het verleden klinkt in het heden. Voor de schilders is Dragt een ziener, een voorziener. Hij ziet wat zij zagen en hoopten te zien.
Het reizen en onderzoeken, het herbeleven is van alle tijden. Gijs Dragt reist in de voetsporen van drie beeldend kunstenaars op de noordelijke Veluwe. Hij reist terug in de tijd van een eeuw geleden en vindt er het zijn van nu in terug. Op zoek naar de locaties van de schilderijen, indien mogelijk naar hetzelfde standpunt. Hij kijkt, observeert, fotografeert, en laat zien wat er veranderd is, wat nog hetzelfde. De effecten maakt hij met de camera tijdens het fotograferen en later op de computer thuis met digitale programma's. Zijn werkwijze is te vergelijken met die van de schilders, die thuis in het atelier hun schilderijen vervolmaakten. En Dragt vraagt zich af hoe het er op die plek een eeuw later nog uit zal zien. Zoals die schilders zich dat toen ook afvroegen, maar er alleen hun gedachten over konden laten gaan. Met de nu beschikbare digitale technieken kan Dragt vooruit kijken in de tijd.
Korte levensbeschrijvingen in het boek “De Noord-Veluwe fotografisch geschilderd” doen mij de drie kunstenaars kennen die de fotograaf naliep. De manier waarop zij hun inspiratie uit de omgeving wisten vorm te geven. Het gebied doorkruisten om karakteristieke plekken meest en plein air vast te leggen en uit te werken. Het is niet zo verwonderlijk dat Gijs Dragt in Jos Lussenburg, Ben Viegers en Jan van Vuuren voorbeelden zag om na te volgen. Het boek geeft voldoende vergelijksmateriaal. Schilderijen zijn afgedrukt naast de composities die Dragt vormgaf. Zo kan de sfeer van toen worden geproefd en de vertaling van nu daarnaast worden gelegd. Bij de ene schilder zijn de vastgelegde plekken eenvoudiger in het heden te vinden dan bij de andere. Toch is Dragt op zoek gegaan en heeft voldoende aanknopingspunten gevonden om de plekken te vinden waarmee hij zijn verhaal over de Veluwe kan vertellen. Want dat is Gijs Dragt, een verhalenverteller. Zijn eerste en laatste woorden zijn de situatie van de Veluwse schilders en de locatie van nu. Daartussen vertelt hij zijn verhaal in een abstracte belijning, een kleuring van de herinnering. Dragt laat het niet bij het vastleggen van een beeld, meer nog wil hij een voorstelling creëren. Een compositie maken uit een bestaande situatie om zo een nieuw inzicht te scheppen. Zoals de schilder in het landschap, het stilleven of dorpsgezicht een ongeziene ziel legt.
Over Gijs Dragt is geen biografie afgedrukt, maar wel een beschrijving van zijn inspiratie en werkwijze. En op welke manier hij tot het project kwam om de Noord-Veluwe fotografisch te schilderen en daarmee trad in de voetsporen van Lussenburg, Viegers en Van Vuuren. Hoe de wereld er door zijn lens uitziet, want zegt hij “fotografie is het bevriezen van een moment dat direct daarna geschiedenis is. Dit heeft een magische betekenis. Het vertegenwoordigt een fractie van de seconde, waar je deelgenoot van was.” Die ene tel, dat het diafragma zich opent en het licht van de voorstelling in het hart van de camera binnenlaat, manipuleert Dragt later met het brein van de computer. Hij wil dat moment laten doorgaan, in beweging zetten. Aan die geschiedenis brengt hij een dynamiek zodat het voortduurt in het heden. Het verleden van gisteren is in zijn werk de blik in de toekomst. In de publicatie komen heden en verleden samen, lees ik, net zoals stilstand en beweging, mythe en werkelijkheid. fotografie en schilderkunst. Met de tijd als verbindende factor.
In zijn essay herhaalt Mischa Andriessen dat nog eens. Ik citeer: “In zijn kleurrijke beelden verbindt Dragt fotografie en schilderkunst, verbindt hij heden en verleden, verbindt hij stilstand en beweging. En verbindt hij wie kijken wil met wie gekeken heeft. Hij heeft een vorm gevonden waarin het er allemaal is. Allemaal op hetzelfde ogenblik. We zien wat hij heeft gezien, maar oom wat Lussenburg, Viegers en Van Vuuren hebben gezien, én wat zij hoogstwaarschijnlijk hadden willen zien. Dat gulle kijken is wat Dragt met de kijker deelt.”
De Noord-Veluwe fotografisch geschilderd. Gijs Dragt in de voetsporen van Jos Lussenburg, Ben Viegers en Jan van Vuuren. Teksten Lies van de Beek, Mischa Andriessen. Catalogus bij tentoonstelling in Noord-Veluws Museum tot 8 oktober 2023. Uitgave VanSpijk [photo] ArtBooks, 2023.
2 notes
·
View notes
Note
Visited Groningen last week I was just in time to spend my money on the May fair. lol Do you have cities you'd recommend to visit next or any NL attractions for that matter? Also, stroopwafel... my beloved..
Got this ask right after someone else's ask about visiting the Netherlands, lol.
You can't visit the Netherlands and not visit any art museums. You've got Rembrandt, Vermeer and Van Gogh in Amsterdam (Rijksmuseum, Van Gogh museum), Mondriaan, M.C. Escher and more Rembrandt and Vermeer (Girl With a Pearl Earring) in Den Haag (Kunstmuseum Den Haag, Escher in Het Paleis, Mauritshuis) and other amazing art musea with many of the Dutch masters (Kröller-Müller Museum, Rembrandthuis, etc.).
If you enjoy architecture, there's obviously Amsterdam (boat tour right outside the train station is pretty fun), in Rotterdam you'll find the cube houses, and there are the Delta Works in Zeeland. If you want to visit 'older' cities, you should definitely see Maastricht in the south, one of our oldest cities (and my personal favorite, but for heavily biased reasons, though it's really got a great atmosphere and beautiful buildings and goes right over the river the Maas). In Drenthe you'll find the 'hunebedden' (dolmens), tombs from prehistoric times. As far as castles, we have palaces like Soestdijk Palace and Het Loo and old castles like Muiderslot. Den Haag is also where our government resides, if that should interest you. Personally, I'd say these sort of things aren't really worth an entire trip by itself, unless you're truly interested, but more of a fun thing to check out if you should be visiting any of these cities anyway and have an extra hour to fill.
As far as nature goes we have the Veluwe in Gelderland, a wooded area. Go to Scheveningen if you want to visit the North Sea (also has a Sea Life aquarium). The beach is popular in summer but really I think it's nicer to visit on a cold day, when all you hear are the seagulls and the waves. The northern islands are nice places as well for quiet, beachy surroundings. You're just a month too late for the Keukenhof unfortunately, the world's largest tulip garden.
Lastly, you really should visit the Efteling, a theme park in Noord Brabant with a very unique style, full of fantasy elements and animatronics, including a fairy tale forest with lots of old-fashioned fairy tales (i.e. the originals, not the Disney versions). But also roller coasters and water rides and shit. Though if you mainly want roller coasters, I'd suggest Walibi instead (previously a Six Flags park).
Ever had fresh stroopwafels from a market stall? That shit is the best. I think it's more common in winter. The Efteling has a Winter Wonderland theme going on too then, with lots of stalls serving hot snacks and drinks. Maastricht also does yearly winter markets with ice skating, a huge ferris wheel and tons of stalls with hot glühwein and warm snacks.
Hope that gives you enough ideas lol.
7 notes
·
View notes
Note
where is better to visit? im interested
it depends on what you're looking for! i really like utrecht, amersfoort and zwolle, if you still want a city vibe. leeuwarden is really pretty too, and so is groningen. if you wanna see some nature, the veluwe is a really pretty area, and places like apeldoorn are still big enough cities but also have amazing nature close to them. we've also got many beautiful museums, like the teylers museum in haarlem, kröller müller in arnhem, or the mauritshuis in den haag if you're more into art. the islands (waddeneilanden) are also worth a visit, you can visit most of them from noord holland or friesland. i haven't really been to the south very often, so i don't have many recommendations for that region (zeeland, noord brabant, limburg) but i know limburg has beautiful places for hiking, zeeland has great beaches and the big cities in brabant like eindhoven or breda are also very nice! plus the biggest theme park of the netherlands, de efteling, is also in brabant, i love that place a lot too. oh and my favourite zoo of our country, gaiazoo, is in limburg!
this got much longer than i expected lmao but yeah there is so so much to do here, even the touristy stuff like the kinderdijk is cool, and of course amsterdam is still worth a visit (i am in love w the museums there) but it's definitely not the only stop to consider :)
1 note
·
View note
Text
June 15, 2019
#kostuumvereniging#zomerdag#volendam#streekdracht#klederdracht#dracht#hotel spaander#lezingen#mutsen#noord veluwe#volendam museum#sigarenbandjes#huis#vouwsel#origami
4 notes
·
View notes
Text
Wat? IJssel en Stilleven met fles, groente en fruit door Chris ten Bruggen Kate {en ter vergelijking: Winters gezicht op Hattem door dezelfde schilder]
Waar? Noord-Veluws Museum, Nunspeet
Wanneer? 20 oktober 2021
Soms heb je bij het zien van een kunstwerk een soort déjà vu gevoel, of beter: een gevoel dat de maker van een werk dat je voor het eerst ziet, je bekend is. Dat overkomt me dit keer bij het zien van IJssel. Onmiddellijk weet ik: ik heb eerder werk van deze schilder gezien. Ik weet ook direct wat en waar. Vorig jaar september was ik in het Voerman Museum in Hattem en zag daar Winters gezicht op Hattem. Als ik op het informatiebordje de naam van de kunstenaar zie, bevestigt dit mijn overtuiging: Chris ten Bruggen Kate. Kenmerkend voor de landschappen van deze schilder (er hangen er hier in Nunspeet maar liefst vijf) zijn de extreem lage horizon en de verstilde, haast lege wereld. Een eigen en direct herkenbare stijl. Althans waar het zijn landschappen betreft. Het stilleven van dezelfde kunstenaar zou ik niet onmiddellijk herkennen als een werk van zijn hand.
3 notes
·
View notes
Photo
Art ALERT Juli/augustus 2021 Noord-Veluws Museum, Nunspeet http://artalert.nl/Nederland.html #artalert1 #museum #expositie #musea https://www.instagram.com/p/CSQ5lpNIk7V/?utm_medium=tumblr
1 note
·
View note
Photo
Jo Koster
Korenveld - Wheatfield (1914)
Collectie Noord-Veluws Museum Nunspeet
5 notes
·
View notes
Text
De 10 Foto's Met Een Lang Verhaal Staan in een blog, op Tumblr. 91
De vleugelmuren van de Willemsbrug, aan de zijde van de Maaskade op het Noordereiland. Rechts de hefbrug over de Koningshaven. De foto is gemaakt op 27 maart 1928
De brug verbindt de rechteroever van de Nieuwe Maas met het Noordereiland. De huidige brug is de tweede generatie Willemsbrug. De eerste werd ontworpen door C.B. van der Tak, is in 1878 opengesteld en werd vernoemd naar koning Willem III. De tweede brug is ontworpen door C. Veerling en is opgeleverd in 1981. In 1927 werd de brug enkele meters opgevijzeld en van zijn sierlijke ornamenten ontdaan. Ook werden het fiets- en voetpad naar de buitenzijde van de brug verplaatst, omdat het sterk toegenomen wegverkeer voor steeds gevaarlijkere situaties zorgde. De Willemsbrug was tot de opening van de Maastunnel tijdens de Tweede Wereldoorlog de meest westelijke passage over de Maas, zodat ook het steeds belangrijker wordende internationale verkeer gebruik maakte van deze verbinding dwars door het oude centrum van Rotterdam.
Justus van Effenstraat in 1922
Het woonblok Justus van Effen is een mijlpaal in de Nederlandse volkshuisvestingbouw. Veel Rotterdammers zullen wel eens van het woonblok hebben gehoord maar weten misschien niet waar het ligt of zijn er ooit geweest. Toch is het huizenblok van architect Michiel Brinkman internationaal bekend. Revolutionair was de bovenstraat, een verhoogde woonstraat voor de woningen op de eerste verdieping, de eerste galerij van Nederland.De opdracht tot de bouw van het woningblok kwam van ir. August Plate, directeur van de gemeentelijke woningdienst. Plate wilde huisvesting voor de minst draagkrachtige. De woningnood bij deze groep was enorm opgelopen en het idee was om via zo’n groot complex veel mensen tegelijk aan een woning te helpen, een sociaal idee.Het wooncomplex bestaat uit 273 woningen die in een blok van 4 woonlagen met een omtrek van 80 bij 150 meter, vier ingangen telt. Dit blok omsluit een binnenterrein waar wat kleinere huizenblokken staan. Het gebruik van een galerij, een verhoogde woonstraat aan de binnenkant van het blok, werd toen in Nederland nog nergens toegepast. De galerij is van zeer grote invloed geweest op de Nederlandse architectuur. Ze dient als inspiratie zoals bij eerste galerijflat van Nederland, de Bergpolderflat van Willem van Tijen.De woningen bestaan uit één etage woningen op de begane grond en op de eerste verdieping. Hierboven op zijn maisonnettes gevormd op de derde en vierde woonlaag met een entree op de galerij. De woningen hebben centrale verwarming (voor het eerst toegepast in de volkswoningbouw in Nederland)De in 1984 gestarte renovatie van het inmiddels wereldberoemde Rijksmonument is uitgevoerd door architectenbureau L. de Jong in samenwerking met de Rijksdienst van Monumentenzorg. Van twee maisonnette woningen is één woning van ca. 100 m2 gemaakt zodat er weer gezinnen met kinderen in het complex kunnen wonen.
Dit is het in 1899 in aanbouw zijnde spoorviaduct in de Hofpleinspoorweg te Rotterdam. De foto is genomen kijkende naar het westen ter plaatse van de dubbele onderdoorgang in de Teijlingerstraat, nu Teilingerstraat, staande op de Vijverhofstraat. De panden bestaan niet meer.
De Hef in aanbouw in 1926
In 10 mei 1978 is de hefbrug aangevaren door het schip de 'Nedlloyd Bahrein' tijdens de eerste vaart vanaf de scheepswerf Van der Giessen de Noord waar het gebouwd was. Gedurende enkele weken was het spoorwegverkeer gestremd.De brug wordt tegenwoordig niet meer gebruikt, omdat de treinen sinds 24 september 1993 vanaf het Centraal Station tot station Zuid door de Willemsspoortunnel rijden. De oude spoorbrug is nu een monument als herinnering aan de plek waar ooit de treinen het centrum van Rotterdam verlieten.
We zien hier de noodwinkels aan de oostzijde van de Coolsingel tussen Spinhuisstraat (het huidige Beursplein) en Bulgersteyn in februari 1950.
Deze moesten als eerste verdwijnen om plaats te maken voor de bouwkeet van het C&A gebouw. Op de achtergrond zien we Gerzon en het Schielandshuis. Rechts nog een stukje van het HBU-gebouw,
Het standbeeld van Erasmus
heeft op verschillende plekken in Rotterdam gestaan. Zo stond het vanaf 1622 eerst op de Grote Markt, tijdens de oorlog is het begegraven in de binnentuin van het Museum Boijmans van Beuningen ter bescherming tegen de Duitse bezetter. Daarna heeft het eerst op de Coolsingel gestaan (gedraaid op zijn sokkel). In 1964 is het beeld verhuisd naar zijn laatste rustplaats: Het Grotekerkplein bij de Sint Laurenskerk. Nog niet zolang geleden is het standbeeld van Erasmus gerestaureerd. De plechtigheid bij de herplaatsing van het beeld op 29 januari 1998 benadrukte de wens dat het beeld een centrale plaats in de stad moet blijven innemen. Het beeld belichaamt namelijk niet alleen de roem van Erasmus, maar verheft ook het aanzien van zijn geboortestad. Op het Grotekerkplein is het beeld met zijn lange geschiedenis nog steeds te bewonderen, 1961
Gemeenteziekenhuis aan de Coolsingel Jaren 30.
Het ziekenhuis werd tussen 1839 en 1848 gebouwd en in de jaren 1880 aan de achterkant uitgebreid.De eerste directeur was Dr. J.B. Molewater (1813 – 1864). Molewater hanteerde het 'profijtbeginsel', je betaalde voor wat je kreeg en had daardoor rechten die men in het Gasthuis niet had, daar was je afhankelijk van de 'relatie die je opbouwde met de doktoren'.Tot die tijd was het gebruikelijk dat de hogere klassen zich thuis lieten verplegen, want die konden dit betalen. Door de introductie van verschillende verpleegklassen dacht Molewater de financiering van heel zijn ziekenhuis gezond te houden. Voor 1853 nam het Coolsingelziekenhuis zelfs alleen maar betalende patiënten aan, de rest moest zich behelpen met het oude Gasthuis.Het ziekenhuis leed in de beginperiode grote verliezen. De gemeente subsidieerde het ziekenhuis al fors en was bovendien bang dat als ze alles zouden betalen, de diaconieën ook al hun patiënten zouden gaan doorsturen naar het Coolsingelziekenhuis. Men stelde toen nog prijs op een sterke scheiding van staat en kerk, ieder moest voor zichzelf zorgen. Uiteindelijk kwam men tot het besef dat enige coördinatie toch voordelen zou bieden en dus zouden in het Coolsingelziekenhuis ook 'armlastigen' worden geaccepteerd, ook al werden die gestuurd door de diaconieën. Ook toen al kon men berekenen dat bij een hoge subsidie een paar extra gratis patiënten echt geen verschil meer zou maken. Het uiteindelijke doel was dat zoveel mensen als mogelijk van het ziekenhuis gebruik zouden gaan maken: leegstand is altijd duurder en hoe meer patiënten hoe hoger de omzet, dacht men.Vanuit heel Europa kwam men op bezoek in het modernste ziekenhuis van Europa, het Coolsingelziekenhuis. In 1864 overleed Molewater en het ziekenhuis verloor al snel zijn voorsprong op andere ziekenhuizen.
De Passage jaren 30.
De Passage (1879-1940) in Rotterdam was een overdekte winkelgalerij tussen de Coolvest en de Korte Hoogstraat. De Passage werd in 1879 in gebruik genomen.Bij de opening in 1879 bestond de Passage uit twee niveaus. In de benedenverdieping zat echter te weinig 'loop'. Sinds 1905 was hier een badinrichting gevestigd, die onder meer door de mariniers van het Oostplein werd bezocht.In 1882 was de Passage het eerste gebouw in Rotterdam dat elektrisch werd verlicht. De Passage werd in mei 1940 tijdens het bombardement op Rotterdam verwoest.Tegenwoordig bevindt zich op deze plek het warenhuis C&A.
Het Moordenaartje
Iedereen van ca. 50 jaar of ouder zal zich ongetwijfeld het trammetje oftewel het "moordenaartje" herinneren dat o.a. van Rotterdam naar Oostvoorne en Hellevoetsluis reed. Onderstaand leest u het een en ander over de geschiedenis van de R.T.M.
De Rotterdamsche Tramweg Maatschappij of kortweg de R.T.M. werd opgericht in 1878 met het doel tramlijnen in en buiten Rotterdam aan te leggen en te exploiteren. In 1879 werd de paardentramlijn tussen het Beursplein en Crooswijk geopend en een jaar later bezat de maatschappij al zes lijnen. De eerste stoomtramlijn was die van Rotterdam naar Delfshaven in 1881 en een jaar later naar Schiedam. Het streven om ook stoomtramdiensten naar de Zuidhollandse en Zeeuwse eilanden te stichten, kreeg in 1898 gestalte toen de tramlijn van Rotterdam-Zuid (Rosestraat) naar de Hoekse Waard in gebruik werd gesteld. In 1904 opende de R.T.M. met de lijn Rosestraat-Spijkenisse de dienst op West-IJsselmonde, dus Rhoon, Poortugaal, Hoogvliet en Spijkenisse. (Foto: het tramstation in Poortugaal)Een jaar later naar Hellevoetsluis en in 1906 naar Oostvoorne. Vooral deze laatste lijn was belangrijk voor de vele badgasten die 's zomers in groten getale uit Rotterdam en omstreken naar het strand trokken. Vanuit Oostvoorne-dorp ging de tramlijn zelfs nog verder tot aan het strand. Heel veel inwoners van Rhoon, Poortugaal en Hoogvliet maakten daar 's zomers gebruik van en ook heel veel schoolklassen profiteerden daarvan, want vakantie vieren op de Veluwe, Limburg of Brabant was er nog niet bij in die tijd, laat staan in het buitenland. Wie is er destijds niet met zo'n reisje mee geweest! De tram gaf de mogelijkheid om voor die tijd redelijk snel te reizen en goederen te vervoeren en verloste het gebied buiten Rotterdam uit een isolement. Zelfs tuinders in Poortugaal brachten zo in de jaren '30 met een kruiwagen hun producten, zoals groente, aardbeien, aalbessen, etc. naar het station om vandaar naar de groentemarkt in Rotterdam te gaan. Ook koeien en paarden werden door de R.T.M. vervoerd en vonden zo hun weg naar de veemarkt in Rotterdam. Veel schoolkinderen moesten in de jaren '40-'45 noodgedwongen ook met het "trammetje" vanwege het gebrek aan fietsbanden.De maatschappelijke vooruitgang eiste in de loop van de tijd echter ook zijn tol: Overal langs de lijnen veroorzaakte de tram veel verkeersslachtoffers, vandaar dat hij al spoedig de "moordenaar" genoemd werd. In de loop van de jaren dertig werden ook tal van R.T.M.-autobusdiensten in gebruik genomen en dat betekende ook min of meer de ondergang van de stoomtram. Op 6 november 1965 was het zover dat de allerlaatste tram naar Hellevoetsluis reed.
Bron, Rotterdam van Toen, Stads Archief Rotterdam
Bebouwing langs de Rottekade, 19 juni 1972. Op achtergrond de flats en woontorens in Ommoord.
Deze kade heet naar het riviertje de Rotte, waaraan de stad Rotterdam zijn naam te danken heeft. De Rotte wordt in 1242 voor het eerst genoemd. Ze moet echter eeuwen oud zijn, want in een oorkonde uit 1028 is er sprake van een nederzetting 'Rotta'. De Rotte werd voor 1200 ter hoogte van Crooswijk voor het eerst afgedamd in het kader van de aanleg van een dijk vanwege de grote 12de-eeuwse overstromingen. De aanleg van Schielands Hoge Zeedijk meer naar het zuiden rond het midden van de 13de eeuw, betekende een tweede afdamming. In deze dam, het midden van de latere Hoogstraat, bevonden zich enkele uitwateringssluizen waardoor de (Binnen-)Rotte in verbinding beelf staan met de Maas. De beide kaden langs de Rotte ten noorden van de oude stad ontvingen de namen Rechter en Linker Rottekade. Waar deze kaden door Hillegersberg en Terbregge lopen kregen ze na de annexatie de plaatsnamen als toevoegsel. De Rottebrug verbindt over de Rotte de Gordelweg met de Boezembocht. De Rottestraat ontving haar naam omdat ze op de Rotte uitloopt. Zie ook Binnenrotte.
Ommoord dankt haar naam aan de voormalige Ommoordse Polder, thans onderdeel van de Prins Alexanderpolder. De Ommoordse Polder wordt reeds in 1320 in de bronnen vermeld. De betekenis van de naam Ommoord is 'een weg die om het moer (moeras) loopt.'
De foto is gemaakt door de afdeling fotografie van het Gemeentearchief Rotterdam en komt uit het Stadsarchief Rotterdam. De informatie komt uit het Stadsarchief Rotterdam.
Bron, Rotterdam van Toen, Stads Archief Rotterdam
0 notes
Note
I'm a Canadian that wants to plan a trip to Europe in May I was wondering if you had any recommendations of cities to visit within the Netherlands other than Amsterdam? I really like beautiful architecture and art. Also this is kind of a weird question but in my city you can rent bikes to travel around and i was curious to see if the country that's known for the immense amount of bikes has a similar system in place as well?
It’s the Netherlands. Of course you can rent bikes.
Lots of good art museums you can visit here, in Den Haag, Rotterdam and Amsterdam with Van Gogh, Rembrandt, Mondriaan, Vermeer, M.C. Escher, etc.
In Rotterdam you’ll also find the cube houses, and there are the delta works in Zeeland. If you want to visit ‘older’ cities, you should definitely see Maastricht in the south, one of our oldest cities. A little further north, there’s Thorn, known as the white city. In Drenthe you’ll find the 'hunebedden’ (dolmens), tombs from prehistoric times. I think in general the east, from south to north, should give you a more “authentic” feel of the country. The west will give you more modern places. We have palaces like Soestdijk Palace and Het Loo and old castles like the Muiderslot as well, but Google or a travel guide can help you out there. Den Haag (The Hague) is also where our government resides, if that interests you.
As far as nature goes we have the Veluwe in Gelderland, a wooded area. Go to Scheveningen if you want to stand at the North Sea. The beach is popular in summer but really I think it’s nicer to visit on a cold day, when all you hear are the seagulls and the waves. The northern islands are nice places as well for quiet, beachy surroundings. If you come here during the spring season, you should visit the Keukenhof, the world’s largest flower garden.
And you really can’t leave until you’ve been to the Efteling, a theme park in Noord Brabant with a very unique style.
1 note
·
View note
Text
EEN ALBUM AMICORUM, HET VRIENDENBOEK VAN DINAH KOHNSTAMM
Het is schatgraven in een verborgen verleden. Het openen en doorbladeren van het album amicorum van Dinah Kohnstamm. Het boek, als rapport van het onderzoek, leest alsof ik kijk naar het populaire televisieprogramma. Daarin worden verbindingen gemaakt en dwarsverbindingen gelegd om tot een stamboom van de persoon in kwestie te komen. Die persoon in kwestie is in dit geval de schrijver van het mij voorliggende boek. Maar wetenschappers leggen voor haar niet de onderste steen boven, Annejet Leupen-Kohnstamm graaft zelf een voor haar verborgen verleden op. Het leven van haar oudtante via een vriendenboek, waarin een keur aan kleinoden zitten verborgen zo blijkt bij onderzoek. De map is op wonderbaarlijke wijze ontsnapt aan vernietiging tijdens de holocaust in de tweede wereldoorlog. Kohnstamm is van joodse afkomst en gaat in 1942 via Westerbork op transport naar haar eindpunt Auschwitz.
Het album amicorum is een al eeuwen oud literair genre. Met dat boek, dat nu een archief mag heten, heeft Dinah Kohnstamm een klein monument nagelaten. Het unieke document met bijdragen van kunstenaars en schrijvers geeft zicht op de wereld waarin Kohnstamm leefde en de mensen die zij in de periode aan het begin van de 20e eeuw in Nederland en Duitsland ontmoette. Volgens haar nicht misschien wel de meest creatieve tijd van haar leven. Een album amicorum kan een rijke bron zijn voor cultuurhistorisch onderzoek, stelt Leupen, voor informatie over sociale netwerken, literaire modes en ideeën van vriendschap. Het vriendenboek is een literaire voortzetting van het bekende poëziealbum, in de volksmond het poesiealbum waarin korte gedichten staan en schitterende plaatjes werden geplakt.
De uitgave “Dinah Kohnstamm en haar album amicorum” is het verslag van het speurwerk in dat vriendenboek. In eerste instantie dacht Annejet Leupen het werk alleen te presenteren aan de familie. Sommige van haar neven en nichten raakten geïnteresseerd in het onderzoek, en onderzochten welke schilderijen en tekeningen bij hen aan de muur hingen en door wie ze gemaakt zijn. Gaandeweg haar onderzoek vond Leupen dan ook dat haar oudtante recht zou worden gedaan door de levensbeschrijving publiekelijk te publiceren. De getuigenis van het leven van Dinah Kohnstamm verdient het gelezen te worden. Door haar vrienden leren wij de mens kennen. Want welke zijn die vrienden en wat is hun relatie tot Dinah. Welk zicht geeft het op haar leefwereld en haar kunstenaarschap. Leupen merkte dat zo’n speurtocht door het verleden leuk en spannend is. Haar onderzoek brengt de wervelende tijd op het breukvlak van twee eeuwen tot leven. Op het gebied van economie, politiek, cultuur, kunststromingen, emancipatie van vrouwen en arbeiders wordt de oude wereld in die nieuwe tijd opgeschud.
In het boek beschrijft Annejet Leupen eerst het leven van Dinah Kohnstamm voordat ze het vriendenboek voor de lezer openslaat. Haar afkomst, haar familie, haar opleiding en de toestand in de wereld. Voor Annejet kreeg haar oudtante langzamerhand steeds meer een gezicht, hoewel ze een figuur op afstand bleef. “Ik zag als het ware contouren van iemand die plotseling opduikt in dichte mist. (…) Ik werd gaandeweg nieuwsgieriger naar die karaktervolle vrouw met haar vele contacten. Hoie vaak heb ik mij niet afgevraagd: wie was zij, hoe leefde zij, wat dacht zij?” De kunstenaar Dinah was vooral vaardig op het gebied van kunstnaaldwerk, maar had ook talent voor de schilderkunst en het tekenen. Van haar hand zijn 15 schilderijen bewaard gebleven die getuigen van een traditioneel vakmanschap. Of zij een penseelprinses van gegoede komaf was of een broodschilderes die van haar kunst moest leven laat Leupen in het midden. Dinah was lid van kunstenaarsverenigingen en was sociaal en maatschappelijk betrokken. Het geloof speelde een grote rol in haar leven. Ondanks haar joodse achtergrond stapte zij op latere leeftijd over naar het orthodox protestantisme. Het kon de reden zijn waarom zij in 1942 niet op transport hoefde. Sociaal bewogen als ze was stapte ze echter met Godsvertrouwen en uit zorgzaamheid wel op de trein. “Sie steht auf den Standpunkt, dass sie den drei anderen Damen eine Stütze sein müsse. Dass sei sie verpflichtet. Sie glaubt, dass Gott ihr dieses aufgetragen habe.” Uit een bewaard gebleven brief, geschreven en gepost kort voor haar dood, spreekt de spanning en is de dreiging van het onomkeerbare voelbaar: kippenvel!
Het album dat bewaard bleef door bemoeienis van de vader van de schrijver bevat tekeningen, gedichten, briefjes en briefkaarten, portretfoto’s en een concertprogramma. “Soms krijgt men in het atelier, / Een aangenaam bezoek op thee. / Men kijkt, men praat, de tijd is om, / Men zucht: och lieve tijd, waarom / Houd ik nu hier niet van mijn gast. / / Een zichtbaar souvenir, al was’t / Een woordje maar, een kreupeldicht, / Een krabbel of een schets wellicht, / Of, vol beteeknis door zijn faam / Niets als een neergeschreven naam. / / Daar is dit boek voor aangelegd, / Hier kan men makkelijk in terecht / Met pen of potlood of penseel, / Elk brengt zijn deel aan in ’t geheel / Elk vult een blaadje naar zijn aard, / En ’t wordt hier dankbaar in bewaard.” Dit gedicht van etser, lithograaf, vooraanstaand portretschilder, kunstcriticus en dichter Jan Veth opent het album amicorum van Kohnstamm. In dit poëtische vers geeft hij exact weer waartoe een dergelijk album kan dienen. En in de manier waarop het is gerijmd klinkt nog het minder intellectuele poesiealbum door.
In haar boek beschrijft Annejet Leupen nauwgezet de inhoud van dat vriendenboek met naam en toenaam. Zij vindt diverse bijzondere documenten in het album. Omschrijft gedetailleerd de schilderende, schrijvende en musicerende vrienden die een bijdrage leverden. En van haar eigen, grote familie. Feitelijk is het een korte biografie die door Leupen bij iedere inbreng is gemaakt. De tekeningen en briefjes zijn weliswaar momentopnamen, stelt zij in haar boek, maar ze staan voor een specifieke tijd die weleens de belle epoque of het fin de siècle genoemd wordt. De horizon van Dinah Kohnstamm was breed blijkt uit haar vriendenboek. Ze kende veel bekende mensen en had een grote interesse. Het album is een momentopname waaruit valt op te maken hoe Dinah in het leven stond. Voor Leupen is het album een kijkdoos met kleurrijke decors. Voor de lezer van haar boek geeft het zicht op de periode tussen 1900 en 1920.
Vertrouwde namen passeren de revue, namen waarvan de levens bekend zijn. Maar ook minder grote namen, waarmee Leupen moeite had deze uit de archieven omhoog te halen. Maar haar enthousiasme maakte de stoffige zoektocht tot helder speurwerk. Voor mijn ogen komt het sociale en culturele netwerk waarvan Dinah Kohnstamm deel uitmaakte via haar boek aan het licht. Hoewel de schrijver veel zaken aan de documenten weet te koppelen, blijft zij in sommige gevallen toch met vraagtekens zitten. Zo is een vraag hoe de vriendschappen tussen Dinah en de deelnemers aan het album zijn ontstaan. In welke omgeving kwamen zij elkaar tegen? Voor de nog onbeantwoorde vragen is verder onderzoek nodig omdat de uitkomst ervan interessant schijnt om het verhaal sluitend te maken. Je zou kunnen stellen dat dit boek over deze album amicorum een levend document is, waaraan in een volgende druk en een daaropvolgende herziene uitgave nog feiten kunnen worden toegevoegd.
Dinah Kohnstamm en haar album amicorum. Tekst: Annejet Leupen-Kohnstamm. Illustraties: documenten en tekeningen uit het album. Uitgave: Van Spijk Art Books, 2023.
Van 18 november 2023 tot en met 14 april 2024 maakt de bezoeker van het Noord-Veluws Museum kennis met de diepgelovige, dappere, joodse vrouw Dinah Kohnstamm. De expositie toont het weinige werk dat van haar bewaard is gebleven, maar vooral ook haar album amicorum, het vriendenboekje waarin familieleden en bevriende kunstenaars een bijdrage leverden in de vorm van een tekening, schilderijtje, tekst of zelfs van een compositie.
#dinah kohnstamm#album amicorum#annejet leupen-kohnstamm#van spijk art books#noord-veluws museum#boekbespreking
1 note
·
View note
Text
LEVEN EN WERKEN VAN DE ONBEKENDE HUYSMANS GEBOEKSTAAFD
Het lijkt verdacht een cold case. In deze draait het echter niet om een ernstig misdrijf of een fataal ongeluk. Een zaak waarvoor een dader wordt gezocht. Het gaat hier om een kunstenaar waarvan weinig bekend is. Een kunstenaar wiens daden groots waren, maar die als mens in de vergetelheid schijnt weggegleden. Uit die schilderijen en andere kunstzinnige uitingen is al een beeld van deze mens te maken, want een kunstenaar verbergt zich toch in zijn werk. Verschuilt zich er niet achter, maar legt zijn wezen in de potloodlijnen en verfstreken. Zijn sporen zet hij zo in de tijd. De auteurs van het boek “Frans Huysmans en de Bergense School”, Jan C.A. van der Lubbe en Margot Jongedijk, zijn de geschiedenis in gedoken, deden sporenonderzoek en lazen getuigenverslagen, en kwamen boven met een gedrukte uitgave die recht doet aan deze bijzondere kunstenaar. Zij besluiten hun schrijven dan ook “met dit boek hopen wij daarin (de relatieve onbekendheid – JK) verandering te brengen en Frans Huysmans in elk geval de aandacht te geven, die hij met zijn veelzijdige oeuvre heeft verdiend”.
Huysmans komt in het rijtje kunstenaars van de Bergense School maar amper voor. Wordt over het hoofd gezien. Dit kan als reden hebben dat hij al bijtijds is vertrokken uit het duinlandschap van Noord-Holland naar de bossen en velden op de Veluwe. Schilderijen zijn er wel, maar de maker ervan heeft weinig aandacht. De onderzoekers hebben toch een beeld kunnen maken, ondanks het gebrek aan gedegen beschrijvingen. Stukje bij beetje is de puzzel compleet gemaakt van een man die toch een buitengewone plaats in de kunstgeschiedenis van de lage landen verdient. Vooral door uiteenzettingen en catalogisering van tentoonstellingen komt een beeld van Huysmans naar voren. In diverse recensies is zijn werk genoemd en beschreven. Voordrachten van zijn hand lichten de sluier op van gedachten en ideeën van de man zelf.
Door de voorhanden zijnde schriftelijke getuigenissen van mensen in zijn nabijheid hebben Van der Lubbe en Jongedijk een reconstructie kunnen maken. In het boek worden veel tentoonstellingen beschreven, komen kunstenaars aan bod om hem heen – waarmee hij samenwerkte of een ontmoeting had in de verschillende kunstenaarsverenigingen waarvan hij lid was. Deze figuren worden wel breed uitgemeten, zodat het lijkt alsof de schrijvers een beeld willen geven van de tijd en de sfeer waarin Huysmans kunstenaar was. De levens waarmee de schilder in aanraking is gekomen krijgen ruim aandacht, omdat zijn eigen biografie nauwelijks gekarakteriseerd kan worden. Zo schijnt het, want vooral door de gevonden documenten en afbeeldingen uit beperkt toegankelijke collecties en krantenartikelen, in vergeelde gebundelde vorm of door digitalisering meer eenvoudig inzichtelijk gemaakt, heeft het net zich gesloten rond deze grote onbekende van de Bergense School. Hij is opgespoord, er is een profielschets gemaakt, zaak gesloten.
Frans Huysmans mag dan als mens een onbekende zijn geweest, als kunstenaar is hij met zijn werk op de voorgrond getreden. Werk van zijn makelij is wel alom bekend, echter weten vele liefhebbers niet wie achter zijn bekendste schilderijen schuil gaat. Het werk is gesigneerd, dat wel, maar de naam Huysmans zegt weinig mensen iets. Hij voelt zich met anderen aangetrokken door het verstilde landschap langs de kust tussen duin en polder en in de bossen en heuvels, vooral omdat de omgeving van Bergen en die van Nunspeet ver verwijdert is van de drukte van Amsterdam. Hij laat zich inspireren door de ‘gewone’ mens in het leven en werk op het land. De natuur en het landschap is een dankbaar onderwerp van vele van zijn schilderijen.
In de expressionistische benadering van de Bergense School voelde Huysmans zich thuis, maar hij sloot zijn ogen niet voor andere stromingen. “Huysmans heeft zich nimmer in zijn kunst tot een bepaald ‘isme’ laten verleiden”, lees ik ergens in het boek, “steeds bleef hij experimenteren en vooral in zijn naoorlogse werk gaf hij blijk van grote vitaliteit. Steeds zit deze schilder vol nieuwe plannen en telkens weet hij zich te vernieuwen”.
Huysmans blijft niet bij het schilderen alleen, ook houdt hij zich bezig met het ontwerpen van toneeldecors en -kostuums, glas-in-lood en tegeltableaus. Hij was een dubbeltalent, een veelzijdig kunstenaar. Een multi-stilist. Alle stromingen, van impressionisme, expressionisme tot realisme, komen terug in zijn werken. Zowel het vrije werk als de toegepaste kunst. Het boek toont een groot aantal voorbeelden daarvan uit zijn oeuvre.
Ook maakte Huysmans zijn eigen verf waardoor zijn schilderwerk een volgens kenners en critici bijzondere heldere uitstraling kreeg, tinten die zijn ‘gemoedsaandoening konden openbaren’ en ‘met een verhoogde glans zoals wij die van de oude meesters kennen’. Over hem werd geschreven dat hij “in zijn werk een kleur, warmte en atmospheer weet te leggen, waardoor hij schepper is met verf”. Deze bezigheid van het eigenhandig wrijven van de verf leidde uiteindelijk tot zijn vroege dood door loodvergiftiging. Maar voordat dit zover is, hij op 69 jarige leeftijd overlijdt, gaat er een boeiend leven aan vooraf. De beschrijving van het onderzoek heeft ook een boeiend boek opgeleverd. Een boek dat vrijwel in één adem kan worden uitgelezen. Het is inzichtelijk en transparant geschreven. Elk facet van het kunstenaarsleven komt aan bod, zo is het niet enkel een biografie van Huysmans zelf als wel een karakterisering van de doorsnee kunstenaar die in de 20e eeuw als zelfstandige aan de kost moet zien te komen.
De onderzoekers delen het Huysmans leven in periodes in. Tijdens de verblijven op de verschillende plekken in Nederland zien we dat de kunst met de man meegroeit. Hij vergroeit niet met een enkele stijl, maar weet zichzelf voortdurend op te frissen. Vooral de verhuizingen naar andere omgevingen leiden tot duidelijke omslagen in zijn werk. Laat hij zich leiden door het werk van anderen of geeft de sfeer van het landschap hem andere inzichten. De uitgave probeert daar een antwoord op samen te stellen. Langzaam aan leert de lezer de mens kennen, maar vooral zijn omgeving en de mensen daarin te verstaan. Met name de kunstenaars beïnvloedden elkaar, wisselden eenvoudig van woonadressen en ateliers. Hoewel er wel wrijvingen waren, gingen de vakbroeders en -zusters toch op een verstandige en volwassene manier met elkaar om. Zo hebben ze de realistisch expressionistische kunst tot een hoog punt in het Nederland van die dagen weten te brengen.
De uitgave van Van Spijk Art Books in samenwerking met het Noord-Veluws Museum geeft niet alleen een beeld van de kunstenaar Frans Huysmans, maar toont zeker een doorsnee van de kunstgeschiedenis in Nederland. Van de tijd die loopt van de Haagse School via de Bergense School tot de kunst van de Veluwe. Natuurlijk is Huysmans hoofdonderwerp van het boek, maar de bijrollen worden tevens uitvoerig belicht. Het is zo een breed uitgemeten historische uitgave, waarin het kunnen van Huysmans de onderzoekers de kans geven ook andere uitingen aan te snijden. Uiteraard de beeldende kunst in het platte vlak, maar ook het toneelwereld waaraan de schilder als ontwerper heeft deelgenomen. De tentoonstellingen waaraan hij deelnam hebben de aandacht, de musea en galeries waarin zijn werk te zien was. En is de familiegeschiedenis en het gezinsleven een thema om over te schrijven. De maatschappelijk betrokken Huysmans gaat met dit boek niet naamloos de geschiedenis in. Het mag nu al een standaardwerk heten om dit kunstenaarstalent en de omgeving waarin hij acteerde beter te leren kennen.
Frans Huysmans en de Bergense School. Tekst dr.ir. Jan C.A. van der Lubbe en drs. Margot Jongedijk. Uitgave Van Spijk Art Books / Noord-Veluws Museum, 2022.
https://vanspijkartbooks.vrijeboeken.com/book/9789062169115-frans-huysmans-en-de-bergense-school.html
0 notes
Text
SCHILDER DOET BEROEP OPMEER ZINTUIGEN DAN DE OGEN ALLEEN
“De ongerepte natuur en de eenvoudige bewoners van de Veluwe oefenen een grote aantrekkingskracht uit op stadsbewoners. Juist in een tijd van opkomende industrie en verstedelijking wordt de schoonheid van de natuur en het leven dicht bij de natuur ontdekt.” Dit en andere informatie lees ik op de website van het relatief jonge Noord-Veluws Museum. Het museum dankt zijn bestaansrecht aan de vele schilders die in en rond kunstenaarsdorp Nunspeet inspiratie opdeden en nog voortdurend opdoen. De omgeving blijft een toeristische trekpleister, dat lommerrijke landschap trok in het begin van de vorige eeuw een keur aan bekend geworden en onbekend gebleven kunstenaars naar zich toe. Als bijen op de honing kwamen schilders uit het westen van Nederland naar de Veluwe. Daar werd in het teken van de tijd een kolonie opgericht waar verschillende kunstenaars hun intrek namen om gezamenlijk op te trekken, met elkaar in gesprek te zijn en elkaar in de kunst te stimuleren. Ze lieten zich inspireren door de dan nieuwe kunststroming, het impressionisme. Het werk is losser van toets en toont steeds meer een impressie van het landschap met aandacht voor het licht en de kleur van het moment, schrijft het museum.
In de eenvoud van het landschap en het leven op de basis van het bestaan vonden de kunstenaars voldoende impressies om vast te leggen. In hun werken idealiseerden zij deze originele eigenheid, als tegenbeeld van industrialisatie en het opgeblazen stadsleven. Door de voortschrijdende mechanisatie dreigde dit simpele en eenvoudige zijn te verdwijnen. Maar door de technologie opende zich tevens het achterland en daar hebben de kunstenaars hun voordeel mee kunnen doen. Onder meer was een spoorlijn aangelegd waardoor de streek beter bereikbaar werd. Het aanbod van schilderthema’s was er groot, een kenmerk dat veel kunstenaars op de trein deed stappen. En een nieuwe vinding, namelijk de verkrijgbaarheid van verf in tubes, maakte het de kunstenaars meer eenvoudig in de buitenlucht te schilderen. De verf kan immers houdbaar worden meegenomen en is al in de fabriek aangemaakt en gemengd. En plein air hoeft de kunstenaar niet meer zelf dit voorwerk te doen en kan zo uit een scala aan kleuren en tussenkleuren het werk opzetten. De impressionisten stonden graag in het moment en op de plek, zodat het licht levend kon worden doorvoeld. Vooral door het authentieke karakter vinden de schilderijen van de Veluwse schilders gretig aftrek in binnen- en buitenland. Vooral de geëmigreerde Hollanders nemen zo een stukje van het vertrouwde thuisland mee naar het onbekende buitenland.
Om de werken van deze kunstenaars een podium te geven en onder de aandacht te houden is in 2011 het Noord-Veluws Museum in het leven geroepen. De eerste tentoonstelling in het nieuwe museum, dat in november 2014 de deuren opent, bestond uit het werk van Ben Viegers. Hij is één van de bekendere schilders van deze omgeving, maar ook talloze andere gaan mee in de slipstream van de tijd. Het museum kan putten uit een rijke schakering van werken en een groot aantal kunstenaars. Ook heeft deze Ben Viegers een omvangrijk oeuvre nagelaten. Hij was een productief schilder. Het museum kan dan nu, 75 jaar na zijn overlijden, nog eens een overzicht van zijn werk geven in een nieuwe tentoonstelling. Het betreft dan geen herhaling van eens getoond werk, maar zijn er voornamelijk niet eerder geëxposeerde werken te zien. Daaruit blijkt dat de schilderijen qua sfeer niet aan kracht hebben ingeboet. Deze ogen springlevend. Hoewel Viegers zijn tijd en omgeving erin heeft gedocumenteerd, kan deze eenvoudig in de actualiteit van nu worden geplaatst.
Ben Viegers zocht in zijn werk naar de puurheid van het landleven. “Met gretigheid vertaalt hij de rijkdom aan onderwerpen die hij daar aantreft in schilderijen met een krachtige toets in een warm palet”, verantwoordt het Noord Veluws Museum de keuze nog eens ruimschoots aandacht te schenken aan deze impressionistische kunstenaar. Viegers wist van de vernieuwingen in de schilderkunst, maar blijft zijn hele leven trouw aan de beleving van het moment. Hij werkt graag in de open lucht en speelt met het licht. Bij de tentoonstelling is de catalogus die is verschenen in 2014 nog steeds van waarde. Van Spijk Art Books brengt “door de ogen van ben viegers” dan ook opnieuw uit in 2022 bij de tentoonstelling in het Noord-Veluws Museum. De tekst van Williëtte Wolters-Groeneveld geeft een representatief beeld van leven en werken van Ben Viegers. Zij verwoordt de biografie van de schilder en belicht in beeld zijn oeuvre Ook richt zij de blik op de macht van de handelaars die de vrijheid van de kunstenaars inperkte.
Geboren in Den Haag treedt Viegers in de voetsporen van de Haagse School, maar door zijn zwerftochten met de motor met zijspan en in de auto, zijn vele reizen naar met name Frankrijk, geeft hij een eigen invulling aan deze beeldtaal. Vooral de licht- en schaduwwerking die ter plekke in de open lucht enigszins stijlvol wordt overdreven houdt het werk springlevend. Hoewel de omgeving in de eerste helft van de 20e eeuw op doek is gezet, kan ze eenvoudig in het heden worden terug gevonden. De sfeer is er gemoedelijk, van dat karakter is door monumentenzorg en beschermde stadsgezichten voldoende behouden om de schilderijen van Ben Viegers in de huidige tijd terug te plaatsen. Viegers zocht de essentie van de omgeving waarvoor hij zijn ezel had opgesteld. Vanuit verschillende hoeken en op diverse tijdstippen bekeek hij eenzelfde onderwerp om het standpunt en de lichtval te verkennen. De schilderijen zijn gelikte plaatjes voor prentbriefkaarten. De schilder benadrukte in zijn werk de omgeving, waardoor de toerist deze kan gebruiken om de tijdelijke verblijfplaats aan het thuisfront kenbaar te maken. Viegers heeft onder pseudoniem diverse van zijn werken op ansichtkaarten laten afdrukken. Hij maakte op die manier, door te ondertekenen met een alias, onderscheid tussen zijn serieuze werk en dit snelle commerciële materiaal. Op deze manier raakte het werk wel veel meer onder de mensen. Het karakter van de schildseringen bleef dezelfde, zodat een A.Huizing sterke overeenkomsten vertoont met een B.Viegers.
Viegers had een voorliefde voor water en bracht dat voortdurend in zijn werk in wanneer dit qua beeld mogelijk was. In de grachten, sloten en meren spiegelt het onderwerp zich, waardoor in het werk een gelaagdheid en diepte ontstaat. Deze natuurlijkheid gebruikt Viegers om zijn werk rijk te schakeren. In de golven zet hij verschillende kleurvegen naast elkaar, in de geest van het pointillisme, waardoor een levendig en bijna dynamisch beeld wordt bereikt. De kleuren zijn helder, de sfeer is open en luchtig. Naast de natuurlijk aangereikte eigenheid, vond de schilder veel uitdaging in de seizoenen. Ieder jaargetijde bracht een nieuwe kleurschakering. Hij zette dit veranderende licht met passie op het doek. Williëtte Wolters schrijft in het boek: “Met zijn aansprekende schilderijen doet hij een beroep op meer zintuigen dan de ogen alleen. De toeschouwer ziet niet uitsluitend hoe Viegers keek, maar ruikt ook de oergeuren van het land, het kruidige herfstbos en de heldere vrieskou, en voelt de narcissen en stroeve tulpen.”
De schilder was niet te stuiten in zijn drang de wereld om hem heen in zijn kleurenpalet te vangen. Wel gebruikte hij zijn vrijheid als kunstenaar om de werkelijkheid naar zijn hand te zetten. Toch geeft het ons nu een inkijk in de tijd van toen. Hoewel Viegers zijn werk niet heeft gedateerd, kunnen door geschilderde details plaats en tijd worden achterhaald. De schilder documenteerde onbewust de omgeving, omdat hij zo nauwgezet de voorstelling wist uit te tekenen. Niet fotografisch natuurgetrouw, maar met een losse toets zodat de realiteit nog meer duidelijk aan het licht komt. Viegers schilderde de herinnering, nu zien wij dit als nostalgisch en beschouwen het als een romantisch gegeven. Het is het actuele aandenken van zijn tijd. Niet als souvenir zo bedoeld neer gezet, maar wel als emotionele impressie beschouwd.
“door de ogen van ben viegers” Heruitgave bij de tentoonstelling in het Noord-Veluws Museum. Tekst Williëtte Wolters-Groeneveld. Uitgave BoldArt Publishers, 2014 / Van Spijk Art Books, 2022.
0 notes
Text
Wat? Paard en wagen op een pad langs knotwilgen en sloot, Heide met berken, Herfstbos in zonlicht, Stadhuis van Middelburg en Woonwagenpark Nunspeet, Botters op de Zuiderzee, Portret atleet, Boer Doornspijk, Vossekuul uit Hulshorst en Vrouw in Zeeuwse klederdracht door Jaap[ Hiddink
Waar? Tentoonstelling Jaap Hiddink, thuis in Nunspeet in het Noord-Veluws Museum, Nunspeet
Wanneer? 20 oktober 2021
Hiddink schilderde veel landschappen. Interessant daaraan zijn vooral de bomen. De takken van een knotwilg worden weergegeven in dunne streperige vegen in grijs en bruin. Een berk krijgt korte veegjes in groen-, geel- en bruinkleurige tinten als bladeren. Voor een herfstbos gebruikt hij wat woestere kleurvlakken waarbij de kleur naar roze neigt. Weergave en kleur van de bomen worden, naast de boomsoort, ook bepaald door het seizoen. Hiddink was duidelijk een goed observator. Hij weet zijn observaties om te zetten in bijzonder sfeerrijke taferelen.
Hiddink schilderde ook stadsgezichten zoals het stadhuis van Middelburg (waar ik als geboren Walchenaar natuurlijk niet omheen kan). Interessanter echter is het werk Woonwagenkamp Nunspeet. Hiddink blijkt daar regelmatig geschilderd te hebben. Ook dit tafereel is weer zeer sfeervol weergegeven.
Botters vormen ook een regelmatig voorkomend thema in Hiddinks werk. Hier verraadt zich de invloed van zijn inspirator Lussenberg. Ook bij dit thema weet de kunstenaar de sfeer weer tot een belangrijk element van het werk te maken. De, hier en daar haast lichtgevende, zee onder een donkere wolkenlucht vormt een fraai decor voor de met bruin zeil uitgeruste schepen.
De portretten van Hiddink zijn echte karakterkoppen. De atleet heeft duidelijk net een inspannende lichamelijke inspanning achter de rug. En de Veluwse boeren stralen levenswijsheid uit en hebben er duidelijk een leven van hard werken opzitten. En dan is er natuurlijk nog de vrouw in Walcherse dracht die ik, gezien mijn herkomst, niet kan negeren.
3 notes
·
View notes
Photo
Art ALERT September 2022 Noord-Veluws Museum, Nunspeet #artalert1 #nunspeet #gelderland #schilderijen #expo #impressionism #olieverf (bij Noord-Veluws Museum) https://www.instagram.com/p/Ci4xEi_o2HT/?igshid=NGJjMDIxMWI=
1 note
·
View note
Photo
Art ALERT Juni 2022 Kunst nu #artalert1 #kunst #museum #nunspeet (bij Noord-Veluws Museum) https://www.instagram.com/p/CglxNxeM03k/?igshid=NGJjMDIxMWI=
0 notes
Photo
Art ALERT Juni 2022 Noord-Veluws Museum, Nunspeet #artalert1 #museum #expo (at Nunspeet) https://www.instagram.com/p/CflICVnIRNW/?igshid=NGJjMDIxMWI=
0 notes