#dwarsligger
Explore tagged Tumblr posts
Photo
#qotd Zijn er speciale boeken die jullie sparen? Ik spaar oa #dwarsligger @dwarsliggerboek #qotd Do you collect any kinda special books? I collect these formats. Bedankt Kyra ............ #instabook #bookstagrammer #bookstagram #bookstagramnl #bookstagrammers #instaboek #boekstagram #boekenwurm #booktrovert #books #bookmail #dutchbookstagram #reading #boekenpost #lezenisleuk #dutchbookstagrammers #dutchbookstagrammer #tweedehands #2ehands https://www.instagram.com/p/CoyxiC6Ieqe/?igshid=NGJjMDIxMWI=
#qotd#dwarsligger#instabook#bookstagrammer#bookstagram#bookstagramnl#bookstagrammers#instaboek#boekstagram#boekenwurm#booktrovert#books#bookmail#dutchbookstagram#reading#boekenpost#lezenisleuk#dutchbookstagrammers#dutchbookstagrammer#tweedehands#2ehands
0 notes
Text
HOE COMPLEET TE VERDWIJNEN IN DE KUNST VAN EDWIN SMET
De kunst van Edwin Smet duiden is een hachelijke zaak. De abstracte composities geven niet meteen oorzaak en gevolg prijs. Het blijft vaag wat de reden is dat het er is. Toch doe ik een poging. Ik neem de moeite om de beelden in de zorgvuldig afgewerkte uitgave tot me te nemen en er iets in te zoeken, van te vinden. Het boekje is handmatig gebonden in een oplage van slechts 60 genummerde exemplaren. Het touwtje dat de bladen bijeen houdt is met aandacht geknoopt. Met net zoveel concentratie gevlochten als dat het werk erin opgenomen is vervaardigd. Het boekje geeft een klein inzicht in de portfolio van de kunstenaar. Dat inzicht verhaalt in beeld over de thema's precariteit en solidariteit. Onzekerheid en saamhorigheid.
Schildertape is het handelsmerk van Edwin Smet. Niet als grossier in verfmaterialen, maar in de hoedanigheid van kunstenaar. Hij gebruikt het plakband gemaakt van houtpulp en kleefstof niet waar deze oorspronkelijk voor bedoeld is. Hij plakt het niet langs de rand van een venster om het glas te behoeden voor spatten en streken wanneer het kozijn geverfd wordt. Smet is geen huisschilder, hij is kunstschilder. Met de tape beplakt hij zijn werk om het in principe waardeloze materiaal onderdeel te laten zijn van de compositie, het waardevol te maken. In zijn visie heeft het onbelangrijke materiaal betekenis. Voor de huis-, tuin- en keukenschilder is de tape afgerold enkel van waarde bij het verven, zolang maar daarna niet meer en wordt het onbruikbaar weggegooid. Zo niet bij Smet. Het overleeft de kliko nadat het geplakt is, het behoudt een functie. In onder meer het mij voorliggende boekje laat Smet zien hoe de tape door zijn handen geconserveerd is.
In coronatijd bleek het volk solidair. Stond men als homogene groep massaal op tegen het virus. Een klein aantal evenwel sloten zich heterogeen daarvoor uit en af. Want blijken er niet altijd uitzonderingen op de regel te zijn? Terwijl veel deuren gesloten bleven en er weinige nog opengingen, trok men zich schijnbaar gehoorzaam en gedwee terug in de huizen. Op enkele dwarsliggers na. Maar zonder dwarsliggers ontspoort een samenleving, zij houden de maatschappij bij de les ondanks dat ze meestal uit hun nek kletsen. Zonder bielzen onder de rails ontspoort de trein.
Het is niet die solidariteit welke Smet voor ogen heeft in zijn werk, veronderstel ik. Hij werd geïnspireerd door gestapelde tafels en stoelen in het café om de hoek. Werkloos werden deze in de pandemie aan de kant gezet, wachtend op betere openingstijden. Niemand kon er aanschuiven, niets mocht er zijn, geen activiteit, geen plezier. Niets, deuren op slot en lichten uit. Die metafoor van saamhorigheid in de gestapelde meubelstukken was voor Smet reden deze in min of meer abstracte composities te verwerken. De tafel is inspiratie, in het beeld van Smet heeft het nog de functie van dragen en schragen. Evengoed kan ik langs de poten kijken, en als door een poort ziende ontvouwt zich het landschap daar achterliggend. Geen landschap zoals dat zich normaal gesproken voor mijn ogen uitstrekt, maar een onherbergzame omgeving waarin een onheilspellende toekomst opdoemt. Helemaal in stijl van de huidige toestand in de wereld.
Het is zo, zoals het is. De kunstenaar schouwt zijn wereld. Overziet en overdenkt. Geeft commentaar in beelden. Niet meteen wordt het zo opgevat als dat het zich openbaart, maar wie anders kijkt en doorziet zal de boodschap ofwel het verhaal herkennen. In de achterliggende periode van covid bleek de bevolking opeens het Nederlandse volk. Kende de Nederlander geen verschil meer onderling en werden hindernissen geslecht, want het virus overkwam ons allemaal. Maar na die crisis viel alles weer weg en trokken de muren opnieuw op. Werden de oude gewoonten en manieren haastig opgepakt en nagelopen. Edwin Smet zag dit allemaal aan, bezag zijn omgeving en zette daarbij kanttekeningen en voetnoten. Verbeelden zijn schilderijen eerst het samenwerken, het ondersteunen van zwakkeren, dat hij inspireerde op dus de gestapelde tafels in de horeca. Verticale poten die een horizontale dwarsligger ondersteunen. Daarna beeldt hij de onzekere toekomst uit. Een zwart gat zuigt de omgeving naar zich toe. Want de toekomst is onzeker.
De kunstenaar heeft een voorkeur voor de boom als onderwerp in zijn schilderijen. Nadat de tafel uitgebreid is doorgezaagd, zet Smet gedreven een boom op. De tape in het beeld vormt het bos, zetten de stammen en maken de takken. Het is een lawaaiig woud, het hout staat niet netjes in het gelid. Op rijen zoals de Nederlandse bossen zijn aangeplant. Het is in de geest van Smet een wirwar aan laag houtgewas, een sprokkelbos. En veelal verzamelen de dunne stammen zich rond een open plek of een kleine plas. Zag ik tussen de tafelpoten in schemer de morgen gloren, de komende tijd opdoemen, in het bos is de dageraad ongewis. Er ligt een onheilspellende sfeer op de loer tussen de bomen. Spiegelt het hout zich in water, op andere plekken ligt het voor dood aan de voeten van stammen. Hoewel het beeld klaar en helder is, is de sfeer duister en dreigend.
Smet weet die onzekere toekomst, het wankele kompas waarop de wereld koerst, in schimmige composities te duiden. In het acryl en de vernis op doek vergeet ik dat tape is gebruikt voor de afbeelding. Het is de zetting van de schildering, het gebruik van kleurcombinaties, die de sfeer bepalen. Daarover strekken rechte lijnen zich uit. Krommen inkt en houtskool zich in speelse strepen. In het essentiële surrealisme is een werkelijk gevoel weergegeven. De sfeerbeelden drukken onmiskenbaar de actualiteit af en uit. Het is minder een abstracte vormgeving, en meer een gelaagd opgebouwde en schematisch beschouwde realiteit. Waarin een kwetsbaar wegwerpproduct een belangrijk element is geworden. Ik kan beschutting zoeken onder de tafel, veilig beschermd door het blad wanneer de hemel naar beneden komt. Of ik kan me terugtrekken tussen het hout en me concentreren in stilte. Mij beraden op de neergang van de aarde. Filosoferen over opbouw en afbraak, over de afgrond waarnaar wij met zijn allen onderweg zijn. De kunst van Edwin Smet houdt mij dan nog even op de been. In zijn composities kan ik mentaal beschutting vinden. Het werpt een nieuw licht op de zaak wanneer hij voor mij een wereld inricht: een plek om te landen en naar de hemel te reiken. “How to disappear completely”, voor het moment van de beschouwing verdwenen in de tijd van Edwin Smet. Volkomen volledig. Dat is mijn duidng.
Precariteit / Solidariteit. Recent werk 2022-2024. Edwin Smet. Publicatie in eigen beheer uitgegeven. Gelimiteerde editie bij solo-expositie in CaroArtGallery Deventer, februari-maart 2024.
2 notes
·
View notes
Text
Hoe jonge dwarsliggers de toekomst van Vlaanderen kunnen bepalen https://www.indegazette.be/hoe-jonge-dwarsliggers-de-toekomst-van-vlaanderen-kunnen-bepalen/?utm_source=dlvr.it&utm_medium=tumblr
0 notes
Text
Requiem voor een mislukkingskunstenaar: Koenraad Goudeseune (1965-2020)
Schrijver Koenraad Goudeseune (1965) koos op 9 december 2020 voor euthanasie nadat een ongeneeslijke kanker bij hem was vastgesteld. Vandaag zou hij 56 geworden zijn. Portret van een nukkige dwarsligger en onversneden romanticus, een nicheauteur die ondanks alles toch een poëtisch oeuvre schiep dat er staat.
Koenraad Goudeseune bleef schrijven tot net voor zijn zelfgekozen sterfdag. Op Facebook, sinds jaar en dag zijn favoriete publicatieplatform, postte hij in allerijl nog verschillende afscheidsgedichten, het gros sonnetten, de dichtvorm die hij zich het liefst toe-eigende.
Het laatste gedicht dat hij schreef, heet ‘Excellent’: een elegisch sonnet dat zich laat lezen als een aangrijpende samenvatting van zijn dichterschap. Het is een strak gecomponeerde, ultieme schreeuw en misschien wel een van de mooiste gedichten die hij nalaat. Zoals hij gebekt is, zingt de dichter zijn zwanenzang, met een kwinkslag, maar ook met geheven hoofd, vol gratie en branie:
Excellent
Dit moment vreesde ik van meet af aan: de pen die wordt dichtgeschroefd, het kladschrift dat wordt dichtgeklapt. Woordenboeken finaal in de kast. Alles gezegd wat er te zeggen valt, op tijd een punt gezet. Ik nam mij voor: ik maak er nog een drieluik van, dat geeft me extra tijd. Waarom haast
als slenteren kan? Maar in poëzie is er niks doorzichtiger dan een dichter met maar één troef: meanderen. Niet het meanderen zelf natuurlijk, De Schelde meandert nabij Zevergem en dat is mooi, maar dat doet de rivier niet zelf, zij kan enkel stromen naar de fysica van het land,
het getij, het debiet dat berekend kan. Meanderen in een vers — indien alleen dát gezocht, is koketteren met een kunde die er eigenlijk geen is. Is schoonschrijverij en slaapverwekkend. Ja, ook in traagte
moet er vaart. Welnu, ik rep me. Laat mij, bij wijze van spreken, een kwieke terdoodveroordeelde zijn die eerder dan zijn beul klaar staat op ’t schavot en hem nog grijnzend vraagt: ‘Waar bleef je, excellentie?’
Goudeseunes schrijversloopbaan omspande bijna dertig jaar. Hij was de auteur van negen dichtbundels, twee verhalenbundels, drie brievenboeken en een roman. Allemaal boeken met naar mijn gevoel enkele van de mooiste titels uit de Nederlandstalige letteren, zoals Wat duurt op drift zijn lang of Onuitsprekelijk is wat wij over de liefde zeggen.
Schrijven kwam hoe dan ook altijd op de eerste plaats. Nagenoeg al zijn boeken zijn autobiografisch, of hebben op zijn minst een protagonist die verdacht veel op Goudeseune lijkt, zowel in de gedichten als in het proza. De ik-figuur is meestal een nukkige dwarsligger, een klungelige loser of een onbegrepen buitenstaander, maar tegelijk ook een onversneden romanticus, die zijn hoge idealen gefnuikt ziet en zijn geloof in het absolute steeds harder moet aansterken.
Tijdens zijn leven verkochten Goudeseunes boeken “voor geen meter”, zoals hij het zelf sappig uitdrukte, en met de jaren moest hij steeds meer moeite doen om zijn literaire productie gepubliceerd te krijgen. Tegen wil en dank werd hij een nicheauteur, een writer’s writer. In 2011 verscheen een laatste dichtbundel bij Atlas, Dichters na mij, nadien hopte Goudeseune van uitgever tot uitgever.
Publiceren in literaire tijdschriften deed hij slechts een aantal keer en alleen in het begin van zijn carrière. De meeste tijdschriften vond Goudeseune te elitair, of zoals hij in een interview liet optekenen:
Negentig procent, en als het dik tegenzit negenennegentig procent van de gedichten die in literaire tijdschriften verschijnen, begrijp ik eerlijk gezegd niet. Er is in mij geen verlangen daar tussen te gaan staan.
Zijn houding ten aanzien van poëzie kan worden gevat in twee citaten: “Poëzie, die schrijf ik niet, die krijg ik.” En: “Ik associeer sonnetten altijd met de Pruikentijd en ook een beetje met kroketten.”
Miskenning en mislukking zijn twee van de grote thema’s in Goudeseunes werk. Mark Cloostermans beschreef een van zijn brievenboeken als “een 351 bladzijden durende valpartij”. Vaak vergelijkt Goudeseune zijn uitzichtloze situatie met die van anderen of legt hij de schuld van al zijn tegenspoed bij iemand anders. Dat voortdurende gevoel uit de boot te vallen, omschreef hij prangend in zijn eerste brievenboek, Onuitsprekelijk is wat we over de liefde zeggen (1999), in een passage waar hij het heeft over het Groot Beschrijf in Brussel:
Luuk Gruwez las in de gebouwen van het Leger des Heils kankergedichten voor. Eriek Verpale schilde patatten. Koenraad Goudeseune was er weer niet bij.
Foeteren tegen hem weinig genegen subsidiërende instanties en schoppen tegen de schenen van collega-auteurs die in zijn ogen onterecht succesvol waren, kon Goudeseune als de beste. Breed uitgesmeerde, vlammende ruzies met vrienden (later vijanden of “graftakken”) als Dimitri Verhulst en Benno Barnard zijn inmiddels bijna legendarische staaltjes van zijn beruchte en gevreesde toorn. Ook zijn dronken uitvallen op Facebook zinderen bij velen nog na.
Goudeseune werd geleidelijk aan the man you love to hate en voelde zich meer en meer “gekoenraad”, door zichzelf “gearresteerd”:
koenraden, het wentelen in onzekerheid, het raden hebben naar het koene, het dappere, het onversaagde in de te voeren strijd.
Dat hij het zichzelf in het heetst van die strijd soms erg moeilijk maakte, om niet te zeggen onmogelijk, nam hij er voor lief bij.
Goudeseune debuteerde in 1987 met het gedicht ‘Populieren’ in ‘Dietsche Warande & Belfort’. In datzelfde jaar bracht hij in eigen beheer Album uit, een mooi staaltje huisvlijt met tien gedichten. Als twintigjarige was hij het ouderlijk huis in Boezinge, bij Ieper, ontvlucht en werkte in een hotel in Koksijde. Een periode die hij omschreef als naargeestig maar ook vreugdevol, want toen begon hij pas echt met schrijven.
Niet veel later en na behoorlijk wat aandringen publiceerde Herman de Coninck enkele van Goudeseunes gedichten in zijn Nieuw Wereldtijdschrift. De Coninck was voor Goudeseune zijn poëtische leermeester (voor proza waren dat Hugo Claus en Jeroen Brouwers):
Goudeseunes officiële debuut kwam er met Vuile was in 1993, uitgegeven door het pas door Emile Brugman opgerichte Atlas, een fonds dat zich specialiseerde in Vlaamse auteurs én reisliteratuur. Goudeseune werd toen met veel bombarie binnengehaald als een veelbelovende debutant. In sappig geschreven vignetten portretteert hij in Vuile was zijn vrienden, excentrieke familieleden en zichzelf. De dialogen zijn grotendeels in een vervlaamst patois, een register dat Goudeseune perfect beheerst maar dat tevens de onmiskenbare invloed van Claus verraadt (niet voor niets komt het motto van Vuile was uit diens Het verlangen).
Goudeseune is meedogenloos voor de kleinburgerlijke “achterlijkheid” van Boezinge, maar tegelijk zit zijn verhaal vol ironie en humor. Opvallend is ook de koelheid en afstandelijkheid waarmee hij de relatie met zijn ouders en andere familieleden beschrijft, in het bijzonder met zijn moeder die zijn hele jeugd sukkelde met haar gezondheid en overleed toen Goudeseune pas eenentwintig was.
“Een gedicht schrijven, dat lukt me wel af en toe. Dat is ook helemaal niet zo moeilijk als iedereen doet voorkomen”, schreef Goudeseune in Vuile was. Toch was het vijf jaar wachten tot hij met nieuw werk kwam. Dat zij mij leest, zijn officiële poëziedebuut, verscheen in 1998 bij Atlas: met nauweljiks vijftig pagina’s was het een behoorlijk korte bundel, die bovendien matig werd onthaald. Sommige criticasters vonden Goudeseunes gedichten te eenvoudig, te toegankelijk, te prozaïsch.
Zijn woordspelletjes zijn inderdaad vaak nogal doorzichtig en zijn humor is geregeld wat aan de flauwe kant. Maar in Dat zij mij leest staan meer dan een handvol geslaagde uitschieters, zijn vaak geciteerde gedicht ‘Gent’ bijvoorbeeld, over de stad waar hij zich in 1989 definitief vestigde, met de fraaie slotregel: “Ik loop zo vaak verloren dat ik dat nauwkeurig kan.”
Er zouden in totaal nog acht bundels volgen, met sprekende titels als Zen uit eigen werk (2005), Atletiek van snijbloemen (2012) en Het probleem met mensen die naar zee gaan (2014). Goudeseunes verzen zijn authentiek, meteen herkenbaar en hebben ontegensprekelijk een eigen stem. Het is speelse, toegankelijke poëzie, die focust op metaforen, anekdotiek en een gelijkaardige mengeling van ironie en sarcasme als in zijn proza. Het lyrische ik is vaak een geromantiseerde Goudeseune-achtige figuur die even graag de vergeefse liefde bezingt als de harde dichtersstiel. Zijn gedichten teren meestal op spitsvondigheden, snelle beeldrijke taal en ongecompliceerde dichterlijke observaties. Het lijken wel woordgeworden pleidooien tegen de door Goudeseune zo verguisde intellectualistische poëzie.
Omdat hij die poëtica consequent bleef aanhangen, werd hem soms een gemis aan diepgang en sérieux aangewreven. Maar wie dat beweert heeft zijn dichtwerk mijns inziens maar deels gelezen: er zijn meer dan voldoende goede of “ernstige” gedichten om te kunnen spreken van een poëtisch oeuvre dat er staat.
In Onuitsprekelijk is wat wij over de liefde zeggen (1999), Goudeseunes eerste brievenboek, klinkt het combattief:
Elke dag schrijf ik, naast enkele aanzetten voor een gedicht en een dagboekbladzijde, vijf brieven. Soms zeven! En geen kattebelletjes, vijf kloeke epistels. Om de stiel te leren, het métier, pardon.
De brief is een genre waarin hij excelleerde en dat hem in schrijverskringen een bescheiden maar stevige reputatie bezorgde. In ongedateerde brieven gooit hij met modder naar wie hem in de weg staat en strooit kwistig met autobiografische ontboezemingen over het nachtleven in Gent, de perikelen met zijn uitgever, de muziek die hij beluistert en de boeken die hij leest. Als voorbeelden neemt hij de brieven van Gustave Flaubert en dichter bij huis het brievenboek van een andere kluizenaar, Jeroen Brouwers’ Kroniek van een karakter (1986-1987).
Brouwers schreef ooit aan Goudeseune: “In al je proza is er sprake van slechts één continent: jij.” “Kruidenierskritiek” die hij pareerde in een prachtige lange brief aan zichzelf, waarin hij stelde dat hij er goed aan deed te wachten tot zijn veertigste om zijn eerste roman te schrijven. Wat hij dan ook deed, met Herman Knudde, een pastiche op Herman Brusselmans, in het kader van een weddenschap met zichzelf geschreven in twee maanden tijd en als feuilleton verschenen op De Contrabas.
In Wat duurt op drift zijn lang (2010), zijn derde “roman in brieven”, bejubelde hij nogmaals de epistolaire traditie en plaatste die in één klap op dezelfde hoogte als fictie: “Maar brieven! O la la. En op den duur leest het als een roman, toch? Waarom is dat niet genoeg? Waarom wordt het briefgenre zo weinig serieus genomen in de lage landen?”
Na de brievenboeken verschoof Goudeseunes actieradius stilaan richting de zelfkant van de literatuur. Dichters na mij maakte in 2011 zijn titel waar: hij moest op zoek naar een nieuwe uitgever. Goudeseune verliederlijkte, hij liet zich geleidelijk aan gaan, zoals onder meer blijkt uit een brief aan collega-dichter Herman Leenders:
Ik denk niet dat ik er nog eens dertig jaar tegenaan plak. Toch niet in mijn eentje op een studio. Mijn linkerlong zegt me al een paar jaar dat ik de vijftig niet haal.
Goudeseune vond nog onderdak bij de Antwerpse uitgeverij Vrijdag, maar ook de bundel Atletiek van snijbloemen passeerde zo goed als ongezien en kreeg geen of nauwelijks persaandacht.
De immer inventieve Goudeseune veranderde het geweer van schouder en zocht zijn heil in Amsterdam, bij uitgeverij Leesmagazijn. Die publiceerde in 2014 de dichtbundel Het probleem met mensen die naar zee gaan, in het televisieprogramma VPRO-boeken dé tip van Wim Brands. Hoogtepunten zijn de hommage aan de door Goudeseune bewonderde ‘Rutger Kopland’ en het gedicht ‘Oostende’.
Een goed jaar later brengt dezelfde uitgever Een verdomd goede jeugdschrijfster & andere verhalen (2015) uit. Goudeseune roept opnieuw weerstand op, omdat zelfbeklag nog maar eens de rode draad in alle verhalen vormt. Zo opent de bundel met een giftige ‘Brief aan uitgever’:
Ik ben ervan overtuigd dat mijn verhalen wel degelijk literaire kwaliteit bezitten en dat de njet die ze krijgen, gestuurd wordt door allesbehalve liefde voor de literatuur. In dezen voel ik mij onheus bejegend.
Het laatste verhaal is dan weer een absurd interview met een auteur die niets heeft geschreven. Op de vraag hoe dat voelt, antwoordt die laconiek: “Een unieke ervaring.”
Vet hart is een lijvige bundel met een zeventigtal gedichten, alle geschreven vanuit de onderbuik en het ene al scabreuzer dan het andere. Het weinig verfijnde titelgedicht bijvoorbeeld gaat over seks met volslanke vrouwen en een vroege dood door ongezond leven.
Het tweede boek bij Bokeh, De dood van Prince, bevat twee verhalen. Het titelverhaal is groots en meeslepend, wat mij betreft een van Goudeseunes topstukken. Het verhaalt over een ‘ik’ die een selectieproef aflegt om als arbeider aan de slag te gaan bij de stad Gent. De verteller droomt ervan ooit een boek te schrijven, eentje dat in de schaduw kan staan van het oeuvre van zijn grote voorbeeld en idool Marcel Proust: “Had Proust maar de boeken van bijvoorbeeld Koenraad Goudeseune geschreven!”
In ‘De dood van Prince’ parodieert Goudeseune op een heerlijke manier de uitgesponnen stijl van de Franse grootmeester (zelf spreekt de verteller van ‘proustificeren’). Het tweede verhaal is ‘De nuttige last van tragiek’, dat met zijn lengte van meer dan honderddertig pagina’s lang, eind 2020, vlak voor Goudeseunes dood, als aparte ‘roman’ werd uitgegeven door Douane uit Rotterdam, zijn laatste uitgever.
Bij Douane leek Goudeseune zich goed thuis te voelen. De uitgeverij bracht in twee jaar tijd evenveel omvangrijke dichtbundels op de markt; de Gentse bard zat duidelijk in een productieve fase. In Merkwaardige producten (2018) en Vrachtbrief (2019) vierde Goudeseune zijn voorliefde voor het sonnet bot, of liever zijn interpretatie van het sonnet, want aan de regels van die dichtvorm hield hij zich nauwelijks. De thema’s zijn bekend: morsige liefde, de dood, eenzaamheid, vrouwen, drank en het schrijven van poëzie.
Zoals gezegd, bracht Douane kort voor Goudeseunes overlijden De nuttige last van tragiek (2020) uit, eigenlijk het tweede verhaal uit het eerdere De dood van Prince. Als hommage staat deze keer het woord ‘roman’ expliciet op de cover, een primeur voor een Goudeseune-boek.
Naar verluidt zal Douane in de nabije toekomst alle Facebook-gedichten van Goudeseune verzamelen en uitgeven. Dat is heuglijk nieuws, want afgaand op onder andere ‘Excellent’ zit daar vast en zeker sterk werk tussen.
Op de vraag waarom hij schreef, antwoordde Goudeseune:
Omdat niet zozeer schrijven, maar geschreven hebben enkele tellen verlichting brengt. […] En om sporen na te laten.
Dat heeft hij gedaan, en hoe. Het op drift zijn zit er voorgoed op.
Verschenen op: De Lage Landen, 23 februari 2021
0 notes
Text
Het Evangelie volgens de Lukas (30): Claude-Jean Philippe, de Johannes de Doper van de film
Tijd voor wat heimwee. Toen ik een kleine jongen was, een jaar of tien, ontdekte ik de televisie (want eerder hadden we die niet in huis). Mijn vader, altijd al een dwarsligger, was niet tevreden met Brussel Vlaams en Brussel Frans, hij liet maar meteen twee Franse en twee Duitse zenders op de gerichte dakantenne bijplaatsen. Ik vraag me nu af waarom, want de enige die daar naar keek was ik,…
View On WordPress
#Alex Cox#Barry Norman#Claude-Jean Philippe#Frédéric Mittérand#Henri Langlois#Hugh Andersey-Williams#Selim Sasson
0 notes
Text
Goedemorgen Paramaribo: Het klopt: vis rot vanuit de kop!!!
Mijn hart bloedt elke keer wanneer een Surinamer, die zich met gedrevenheid inzet om bij te dragen aan de ontwikkeling van het land, op de composthoop gedumpt wordt. Ik kan samen met enkele andere ervaren collega’s het gevoel van onbehagen beschrijven wanneer je door machthebbers op het Kabinet van de President op een zijspoor wordt gezet of in een hoek wordt gedrukt ondanks je jouw werk naar behoren doet. Slechts je ongezouten mening geven over hoe de werkzaamheden het best verricht kunnen worden, kan maken dat je onder het huidige regime voor dwarsligger wordt uitgemaakt. Men schroomt er niet voor om ertoe over te gaan je het leven zo zuur te maken dat je er depressief van kan raken. Het erge van de zaak is dat je met al je kennis als rommel behandeld wordt door mensen die door de politiek, geslijm of listigheid posities hebben kunnen bemachtigen, maar van het vak geen kaas hebben gegeten. Afgelopen week had ik zo een bedrukt gevoel toen Alven Roosveld zijn gal spuugde over de vernederende wijze waarop hij bejegend zou zijn door personen gelieerd aan het kabinet. Nu wordt hij klaarblijkelijk in de steek gelaten door dezelfde mensen, die hem zijn gang lieten gaan wanneer hij oprechte communicatiemedewerkers benedenmaats bejegende. Hoewel ik – achteraf bekeken – ben gaan beseffen dat hij zich waarschijnlijk heeft laten misleiden door zijn persoonlijke adviseurs om kader bij de Communicatie Dienst Suriname op een zijspoor te plaatsen. Diezelfde adviseurs hebben hem overigens in zijn eigen vet gebakken en hem vervolgens ‘geblakabalt’ bij de dochter van een der machthebbers. Dezelfde ‘vrouwen’ die hij bij zijn aantreden als directeur van de CDS als vertrouwelingen heeft aangenomen en hem zo ver heeft gekregen kwalitatief personeel weg te werken, alleen maar om hun eigen belangen veilig te stellen. Het personeel, waarmee hij juist een team diende te vormen, heeft hij onterecht voor vijand uitgemaakt en heel onaardig behandeld. Het is niet de bedoeling om Alven uit te maken voor de boeman, want ik heb persoonlijke heel constructieve gesprekken met hem gevoerd. Een aantal mensen die hem vanuit het verleden kennen, hebben ook weinig tot niets slechts over hem te zeggen. Een ander belangrijk gegeven is die gedrevenheid waarmee hij zich inzette om de regering positief neer te zetten. Velen zouden geloven dat hij zelfs zijn ziel daarvoor heeft verkocht, maar toch overkomt hem hetzelfde lot als anderen die onder zijn leiding zijn tegengewerkt. In zijn recente Facebook-live geeft hij terecht aan dat het niet acceptabel is op denigrerende manier bejegend te worden. Een collega die nu, net als ik, op de composthoop is zou zeggen: “A tafra drai” – hetzelfde dat hij sommigen onder ons heeft aangedaan, overkomt hem nu. En toch hoop ik dat het goed komt tussen hem en zijn partijgenoten, vooral omdat hij vanwege zijn gedrevenheid mogelijk een essentiële bijdrage kan leveren. Echter, hij zal ervoor moeten waken dat hij zich niet door fake-adviseurs laat omringen. Zoals hij zelf zegt: vis rot vanuit de kop. Ook zijn opvolger zal vroeg of laat tot deze conclusie komen, wanneer ze zelf ook die vis opgediend krijgt. Die kop is verder aan het rotten, maar men draagt er geen kennis van dat die kieuwen die in de top van de communicatiedienst zitten daarvoor niet geschikt zijn. Read the full article
0 notes
Photo
Deze prent is bijzonder omdat de taro (of tori) op de prent een rechte dwarsligger heeft. Alle tori's (vaak tempelpoorten, tevens de ingang van het shintoheiligdom) die ik zag hadden een gebogen dwarsbalk, met de buiging van het hout naar beneden wijzend. De schrijn op de prent bestond echt. Het is de Inaritempel in de rijstvelden. Inari is de vossengod van het Shintoisme. Inari symboliseert een goede oogst en welvaart. De figuur Inari, de Shintoistische vossengod, is ook als beeldje op kantoren nog steeds populair onder Japanners.
The Taro Inari shrine in the rice fields at Asakusa Asakusa tanbo Taro Inari by Kobayashi Kiyochika (paper)
53 notes
·
View notes
Text
A dwarsligger edition of The Outsiders by S. E. Hinton beside an ordinary paperback edition. These four and half inch editions are bound horizontally and are printed in thin paper to make for easier reading than most miniature books. This concept was created by the Dutch printer and publisher Royal Jongbloed bv. I quite like dwarsliggers, and I hope they catch on.
15 notes
·
View notes
Text
My First Dwarsligger
Europeans have been reading books in this format for awhile and now Americans get the chance to adapt to it also. I read somewhere that John Green lived in Amsterdam for a few years and while there he saw these mini books and loved them. Apparently, that’s why he gave the ok for his books be the test bed for American mini books.
My review: I was a bit hesitant to try this mini book (I chose An Abundance of Katherines because I’ve read all of his other work) because it won’t look uniform with my other books and I don’t have the best eyesight, but I was pleasantly surprised. It’s incredibly easy to hold one-handed, my hands never got tired, the text was very easy to see clearly, at times the pages were hard to turn because they are so thin, to turn, but maybe I’ll get better at it as I read more. I also really like how the footnotes appeared right at the bottom of the pages. I will definitely be reading more mini books in the future. I hope they are a hit! I need more books by various authors.
#dwarsligger#john gregory dunne#an abundance of katherines#booklr#bookish#bookworm#bibliophile#mini book
1 note
·
View note
Photo
Jill Mansell @lsamsterdam @dwarsliggerboek Wie heeft deze boeken al gelezen? Wat vond je er van? ............ Inhoud: Heerlijk duurt het langst: Wie heeft er ooit genoeg van romantiek? Lainey wel na haar laatste relatie. Zij dacht dat het voor altijd was, hij dacht al aan de volgende. En dus is ze, wanneer ze haar nieuwe baan begint bij een chaotisch gezin in Cornwall, niet geïnteresseerd in Seth, de stiefzoon van haar baas, hoe aantrekkelijk hij ook is (en dat is héél aantrekkelijk). Vooral omdat Seth een perfecte vriendin heeft. Maar Lainey was niet helemaal eerlijk over haar leven, en Seth is ook niet helemaal wat hij lijkt. Als iedereen iets te verbergen heeft, is het ingewikkeld! Komt de liefde naar hen toe deze zomer? Jill Mansell, daar word je vrolijk van! Open huis: Dat komt misschien,' antwoordde het meisje kalm, 'omdat ons soort mensen verstandiger is dan jullie.' Ze kunnen elkaar niet luchten of zien. Nell O'Driscoll, de mooie en intelligente dochter uit een grote, rommelige, gezellige maar straatarme familie, en de jonge erfgenaam van Kilburton Castle: graaf Marcus Kilburton. Marcus beschouwt Nell als ver beneden zijn stand. Maar als hij besluit om een faillissement te voorkomen, het kasteel voor publiek open te stellen, is hij maar al te blij dat de slimme Nell hem komt helpen met de organisatie van deze enorme klus. Hun samenwerking leidt tot botsingen waar de vonken van afvliegen...! ............ #instabook #bookstagrammer #bookstagram #bookstagramnl #bookstagrammers #instaboek #boekstagram #boekenwurm #booktrovert #books #bookmail #dutchbookstagram #reading #boekenpost #lezenisleuk #dutchbookstagrammers #dutchbookstagrammer #roman #feelgood #dwarsligger https://www.instagram.com/p/CoQCeTFrFVa/?igshid=NGJjMDIxMWI=
#instabook#bookstagrammer#bookstagram#bookstagramnl#bookstagrammers#instaboek#boekstagram#boekenwurm#booktrovert#books#bookmail#dutchbookstagram#reading#boekenpost#lezenisleuk#dutchbookstagrammers#dutchbookstagrammer#roman#feelgood#dwarsligger
0 notes
Photo
Griffels en krakstenen Toen, 40 à 50 jaar geleden (in de jaren 30-40), een blijde gebeurtenis zich aankondigde stak de toekomstige moeder al vroeg haar licht op bij een plaatselijke vroedvrouw.
#baby#belofte#bende#blijde gebeurtenis#catchismus#dwarsligger#gebeurtenis#gemeenschap#glimlachen#God#griffel#handicap#kerkwaarts#klas#kraksteen#kruis#lof#moeder#molen#paardenmolen#pakkertje#petroleumlamp#peuter#plechtige communie#school#verstelwerk#verstoppertje#vespers#waakzaam
1 note
·
View note
Photo
De dwarsliggers zouden geen dwarsliggers zijn als ze de uitgave van hun eigen boek niet lieten vertragen. Allereerst hebben ze zeepsop in de drukmachines gestopt. Vervolgens hebben ze de banden van de vrachtwagen, die de boeken zou vervoeren, lek gestoken. En om het af te ronden hebben ze alle boekwinkels dichtgetimmerd met houten planken en plakband. Vandaar dat de verschijningsdatum van 'Dwars & Co' is verzet naar 23 maart. (Mits ze zich verder koest houden uiteraard.) * * * * * Illustratie: Bas Schel #kinderboeken #kinderboekwinkel #kinderboek #kind #vertraging #delay #uitgave #boek #klum Uitgeverij Lannoo #lannoo Kinderboeken.nl #Dwarsligger #dwarsliggers #funnybooks #tekoop #lekkerlezen #lezen #kids #leesplezier #funnybook #lezenisleuk https://www.instagram.com/p/CLbmSk9j6AF/?igshid=ssdh8qa7djl3
#kinderboeken#kinderboekwinkel#kinderboek#kind#vertraging#delay#uitgave#boek#klum#lannoo#dwarsligger#dwarsliggers#funnybooks#tekoop#lekkerlezen#lezen#kids#leesplezier#funnybook#lezenisleuk
0 notes
Text
Dwarsligger
Harry onze eigen Dwarsligger vind de Dwarsligger in boekvorm erg handig.
Dwarsligger ja daar hadden we natuurlijk al wel van gehoord maar het was er nog niet van gekomen in deze vorm een boek te lezen. Daar is nu dus in verandering in gekomen.
Een dwarsligger is een boekvorm, waarbij de bladspiegel van één pagina uit een conventioneel boek overdwars op twee pagina’s wordt afgedrukt. Het…
View On WordPress
0 notes
Photo
🎶Happy Leap Day!!🎵 . February 29th is and will always be a special day for me because it reminds me of everything in retrospect. I’m sure we’ve all grown so much and come so far during the past four years, but what truly amazes me this time is the way my reading journey has shaped me into who I am today.✨ . I vaguely remember starting reading in 2015, and I read ALL THE BRIGHT PLACES by @jenniferniven sometime around 2016 or 2017, and guess what? Not only had it become my number one all-time-favorite ever since, Finch and Violet’s story had also forever changed my life.🐦 . Recently I reread this @penguinrandomhouse @aaknopf mini edition of ATBP and I didn’t understand why I couldn’t stop the tears from streaming down my cheeks throughout Finch and Violet’s search of the Great Manifesto or why my heart still shattered at the question “𝙔𝙤𝙪 𝙨𝙖𝙫𝙚𝙙 𝙢𝙮 𝙡𝙞𝙛𝙚. 𝙒𝙝𝙮 𝙘𝙤𝙪𝙡𝙙𝙣’𝙩 𝙄 𝙨𝙖𝙫𝙚 𝙮𝙤𝙪𝙧𝙨?” or why the book managed to mend my broken soul and made me fall in love with the story all over again......after all these years. . I guess it doesn’t matter because perhaps, it’s the magic of Jennifer Niven’s lovely writing. Lovely masterpiece. And lovely memory of such fictional yet surreal characters. I love this book so much and I can’t recommend it enough.💙💜💛 . By the way, my new radio made the rereading all the more lovely!☺��� I like having some classical music (or countdowns from Billboard charts) accompany me while reading so the combination is pure perfection.🙌🏼 . Anyways, hope you all have a lovely leap year weekend!💕 P.S. Feel free to let me know whether you listen to radio! I’d like to see how many of you share the same interest as me.😂 . #happyleapday #leapyear #allthebrightplaces #jenniferniven #youstarthere #belovely365 #dwarsligger #minibooks #radio #booklove #bookish #bookstagram #booklovers #bookrecs #mustread #bookreviews #bookbloggers #bookreviewers #bookstagrammers #instabooks #readersofinstagram #netflixmovies #finchandviolet #radiolovers https://www.instagram.com/p/B9KBqekAemo/?igshid=kruzqeg4j4dv
#happyleapday#leapyear#allthebrightplaces#jenniferniven#youstarthere#belovely365#dwarsligger#minibooks#radio#booklove#bookish#bookstagram#booklovers#bookrecs#mustread#bookreviews#bookbloggers#bookreviewers#bookstagrammers#instabooks#readersofinstagram#netflixmovies#finchandviolet#radiolovers
0 notes
Text
Goedemorgen Paramaribo: Het klopt: vis rot vanuit de kop!!!
Mijn hart bloedt elke keer wanneer een Surinamer, die zich met gedrevenheid inzet om bij te dragen aan de ontwikkeling van het land, op de composthoop gedumpt wordt. Ik kan samen met enkele andere ervaren collega’s het gevoel van onbehagen beschrijven wanneer je door machthebbers op het Kabinet van de President op een zijspoor wordt gezet of in een hoek wordt gedrukt ondanks je jouw werk naar behoren doet. Slechts je ongezouten mening geven over hoe de werkzaamheden het best verricht kunnen worden, kan maken dat je onder het huidige regime voor dwarsligger wordt uitgemaakt. Men schroomt er niet voor om ertoe over te gaan je het leven zo zuur te maken dat je er depressief van kan raken. Het erge van de zaak is dat je met al je kennis als rommel behandeld wordt door mensen die door de politiek, geslijm of listigheid posities hebben kunnen bemachtigen, maar van het vak geen kaas hebben gegeten. Afgelopen week had ik zo een bedrukt gevoel toen Alven Roosveld zijn gal spuugde over de vernederende wijze waarop hij bejegend zou zijn door personen gelieerd aan het kabinet. Nu wordt hij klaarblijkelijk in de steek gelaten door dezelfde mensen, die hem zijn gang lieten gaan wanneer hij oprechte communicatiemedewerkers benedenmaats bejegende. Hoewel ik – achteraf bekeken – ben gaan beseffen dat hij zich waarschijnlijk heeft laten misleiden door zijn persoonlijke adviseurs om kader bij de Communicatie Dienst Suriname op een zijspoor te plaatsen. Diezelfde adviseurs hebben hem overigens in zijn eigen vet gebakken en hem vervolgens ‘geblakabalt’ bij de dochter van een der machthebbers. Dezelfde ‘vrouwen’ die hij bij zijn aantreden als directeur van de CDS als vertrouwelingen heeft aangenomen en hem zo ver heeft gekregen kwalitatief personeel weg te werken, alleen maar om hun eigen belangen veilig te stellen. Het personeel, waarmee hij juist een team diende te vormen, heeft hij onterecht voor vijand uitgemaakt en heel onaardig behandeld. Het is niet de bedoeling om Alven uit te maken voor de boeman, want ik heb persoonlijke heel constructieve gesprekken met hem gevoerd. Een aantal mensen die hem vanuit het verleden kennen, hebben ook weinig tot niets slechts over hem te zeggen. Een ander belangrijk gegeven is die gedrevenheid waarmee hij zich inzette om de regering positief neer te zetten. Velen zouden geloven dat hij zelfs zijn ziel daarvoor heeft verkocht, maar toch overkomt hem hetzelfde lot als anderen die onder zijn leiding zijn tegengewerkt. In zijn recente Facebook-live geeft hij terecht aan dat het niet acceptabel is op denigrerende manier bejegend te worden. Een collega die nu, net als ik, op de composthoop is zou zeggen: “A tafra drai” – hetzelfde dat hij sommigen onder ons heeft aangedaan, overkomt hem nu. En toch hoop ik dat het goed komt tussen hem en zijn partijgenoten, vooral omdat hij vanwege zijn gedrevenheid mogelijk een essentiële bijdrage kan leveren. Echter, hij zal ervoor moeten waken dat hij zich niet door fake-adviseurs laat omringen. Zoals hij zelf zegt: vis rot vanuit de kop. Ook zijn opvolger zal vroeg of laat tot deze conclusie komen, wanneer ze zelf ook die vis opgediend krijgt. Die kop is verder aan het rotten, maar men draagt er geen kennis van dat die kieuwen die in de top van de communicatiedienst zitten daarvoor niet geschikt zijn. Read the full article
0 notes