#belevingswereld
Explore tagged Tumblr posts
Text
4K-NL-P
Albert Plasschaert (1866-1941, Delft) begon met het maken van glasramen en werd daarin beïnvloed door Kandinsky. De Delftse kunstenaar ontwikkelde een ingewikkelde kunsttheorie, gebaseerd op persoonlijke mystiek en religieuze ervaring. De kunst na 1917 is een weergave van zijn belevingswereld vol visioenen. Zijn theorieën trachtte hij te verbeelden in zijn werk. Liza May Post (1965, Amsterdam)…
View On WordPress
#19-de en 20-ste eeuws#21-ste eeuws#abstract#afgewend#afwijkend gedrag#Amsterdam#beelden#beeldhouwer#beeldhouwkunst#beklemmend#belevingswereld#Crayford#Delft#details#Drachten#dromen#Ernesto Gazzeri#figuratief#geënsceneerde foto#glasramen#houtsnijder#Kandinsky#klassieke oudheid#kunsthistorisch#kunsttheorie#kwakkelende gezondheid#les#nauwkeurig#optisch#Pander
0 notes
Text
Je bent niet stuk.
Als eerste bericht op mijn inmiddels Nederlandstalige tumblr plaats ik een kopie van een ouder stukje dat ik ooit schreef op LinkedIn. Het is inmiddels een heel eigen leven gaan leiden en is herplaatst door een zorgorganisatie en wordt gebruikt bij psycho-educatie en trainingen. (Ja, ik ben trots.)
Tijdens de komende Autisme Week zal ik elke dag plaatsen.
Autismediagnose? Je bent niet stuk!
Wat mij het meeste opvalt aan nieuwe deelnemers aan mijn gespreksgroep voor volwassenen met autisme, is dat ze vaak zo vol wrok en verdriet zitten. Vaak genoeg hebben ze een gloeiende hekel gekregen aan psychiaters. Bijna altijd komt dat voort uit de boodschap die ze gekregen hebben bij hun diagnose: Autisme Spectrum Stoornis. Dat impliceert: u bent stuk, u bent kapot.
Vaak genoeg wordt die boodschap herhaald door latere hulpverleners. Methodes als Geef me de 5 en Ik ben Speciaal – ook in de nieuwere versie – geven allemaal keurig lijstjes met ‘kenmerken’ van autisme en presenteren die als een lijst van wat er allemaal mis met je is. Door alleen maar te spreken in termen van stoornis en gebrek – en de rest van de maatschappij zonder verdere toelichting als normaal te beschouwen – pathologiseren ze de ervaring van de cliënt. Als je het stempel autisme krijgt dan krijg je maar al te vaak het idee dat je belevingswereld inherent ziek is.
In de handen van een kundige hulpverlener kan er overigens heel veel goeds worden bereikt met genoemde en andere methodes. Ik ken er minimaal één die echt z’n cliënten verder helpt. Helaas wordt er in de opleidingen niet of nauwelijks aandacht besteedt aan een andere, betere, gezonde manier van kijken.
Autisme is een neuro-motorische verandering, stoornis zo je wilt, die een sociale handicap oplevert. Waarom ontstaat die handicap? Doordat de maatschappij geen afwijking accepteert in sociaal gedrag, iemand die net wat anders is onverbiddelijk afwijst. En dan wordt ons verweten dat we ‘star’ zijn?
Star gedrag? Ik noem het in de meeste gevallen rechtlijnig.
Dingen letterlijk nemen? En waarom niet? Hou je dan ook aan je woord.
Ziet niet of moeilijk grote verbanden? Dat kan maar die verbanden zijn lang niet altijd juist en iemand die de details kan zien is goud waard.
Waar vind je nog werknemers die zich volautomatisch diep verdiepen in hun werk, binnen de kortste keren alles weten van hun onderwerp en niet stoppen als het gaat om de klus geklaard krijgen? Akkoord, ‘sociaal onhandig’ zal vast een terecht label zijn maar zoals ik ernaar kijk wordt er voor hem/haar/hen domweg geen ruimte gemaakt bij de koffie-hoek.
Ik heb niks hoeven doen om autistisch te zijn, maar ik schaam me niet. Mijn manier van kijken naar het leven is een valide manier, een variant die er ook mag zijn. Mijn ervaringswereld is niet minder geldig en in sommige gevallen zelfs meer geldig. In andere gevallen weer niet.
Daarom wil ik mijn nek uitsteken hier. Voor al die anderen, speciaal voor die mensen met neurodiversiteit en auti-mensen die net hun diagnose gekregen hebben. Tegen hen zou ik heel graag even kort en zachtjes maar toch duidelijk willen zeggen…
Je bent niet stuk.
Je bent gewoon okay zoals je nu bent.
Je bent welkom en mag er zijn.
Je bent niet stuk. Je hoeft niet non-autistisch te worden. Dat lukt toch niet. Wat je moet doen is de beste autist worden die je maar kan zijn.
Je bent niet stuk.
Tegen alle overige mensen zou ik willen zeggen: autistische (en andere neurodivergente) mensen hebben een stem, ook als ze die niet hoorbaar kunnen gebruiken. Zonder uitzondering. Wil je helpen en een bondgenoot zijn of heb je gewoon even wat sympathie… luister. Luister naar mensen en help hun beleving van de wereld te verspreiden. Zo doe je goed.
2 notes
·
View notes
Text
Interview Museumdocent
28-11-2024 Chris Haakman, fotograaf, Breitner Alumni, 25 Museumdocent Stedelijk Museum Amsterdam
In onze CKV-rondleidingen ligt de focus op het voeren van een dialoog rond beeldende kunst en vormgeving. Hoewel CKV uitnodigt om disciplines te combineren, blijft het museum bij zijn kracht: het bieden van inzicht in beeldende kunst en hoe deze maatschappelijke onderwerpen weerspiegelt. Dit doen we door leerlingen te laten praten over de thema’s in de collectie en hen te betrekken bij actuele kwesties.
Aansluiting bij de belevingswereld van leerlingen is daarbij cruciaal. Door te praten over onderwerpen die hen interesseren, voelen ze zich serieus genomen en leren ze dat hun mening waardevol is. We moedigen eigenaarschap aan, zodat leerlingen een persoonlijke band met kunst en de collectie ontwikkelen. Differentiatie speelt ook een grote rol: we combineren groeps- en individuele opdrachten en wisselen maken, doen en kijken af om de ervaring afwisselend en inspirerend te houden.
CKV wordt in het onderwijs vaak onderschat. In een tijd van toenemende polarisatie kan het vak juist helpen leerlingen te leren reflecteren en kritisch na te denken. Helaas wordt CKV soms gereduceerd tot een creatieve activiteit, zoals tekenen. Dit doet het vak tekort, want CKV biedt kansen voor verdieping en het ontwikkelen van een bredere blik op de wereld.
Een uitdaging is dat CKV weinig vaste richtlijnen heeft, waardoor docenten het naar eigen inzicht invullen. Dit biedt vrijheid, maar ook risico’s. Een coachende aanpak kan helpen: leerlingen stimuleren om zelfstandig hun interesses te onderzoeken, geeft hen meer autonomie en betrokkenheid.
Het magische moment in CKV ontstaat vaak wanneer leerlingen kunstwerken in een museum ervaren. Ze zien niet langer alleen plaatjes in een boek, maar ontdekken hoe materiaal, grootte en techniek bijdragen aan de impact van een werk. Die fysieke ervaring maakt kunst tastbaar en betekenisvol.
Samenwerkingen tussen culturele instellingen en CKV-groepen zijn hierbij essentieel. Ze brengen leerlingen in contact met de kunstwereld buiten school en bieden ruimte voor persoonlijke reflectie. Die reflectie is een belangrijk onderdeel van CKV en hoeft niet strikt beoordeeld te worden; het gaat om de betekenis die de leerling eraan geeft.
Om CKV relevant en inspirerend te houden, is het belangrijk dat docenten en museummedewerkers openstaan voor nieuwe ontwikkelingen in de kunstwereld. Door zelf tentoonstellingen te bezoeken en in gesprek te blijven, blijven lessen actueel en sluiten ze aan bij wat leerlingen raakt en boeit. Zo wordt CKV een vak dat niet alleen verrijkt, maar ook écht blijft hangen.
0 notes
Text
De kinderen worden er gedrild. (94)
Volgens Linda worden de kinderen op haar school gedrild. Bovendien sluiten de toetsen niet aan bij de belevingswereld van deze kinderen, die voornamelijk van allochtone afkomst zijn. “Ik werk als docent in een wijk aan de rand van Den Haag‐Zuid, waar ik, geheel tegen mijn gevoel in van wat goed is, moet werken met kleuters en één dag groep 3. De kinderen worden er gedrild. Moeten zich strak…
0 notes
Text
Nooit meer oorlog? Vergeet het maar...
Sinds de Russische inval in Oekraïne in 2022 is het fenomeen ‘oorlog�� teruggekeerd in de Europese belevingswereld. Vaak hoor je zeggen dat hiermee de droom van 1989 is vervlogen: sinds het einde van de Koude oorlog leek het alsof alle grond voor een gewapend conflict tussen Europese staten was vervallen. Maar de gedachte dat oorlog als verschijnsel eigenlijk moet worden uitgebannen is natuurlijk…
View On WordPress
#14-18#1870#1989#Annales#Audoin-Rouzeau#Briand-Kellog#Busby Berkeley#De Swaan#Der Krieg#EHESS#Frans-Duitse oorlog#Gaza#George Mosse#Golddiggers of 1933#John Keegan#Koude oorlog#Krim-oorlog#levée en masse#Norbert Elias#Oekraïne#oorlog#Otto Dix#pacifisme#Rwanda#Verenigde Naties#Volkenbond
1 note
·
View note
Text
DE EMOTIE VAN GEPASSIONEERD VERZAMELEN
Het is geen eenvoudig toegankelijke kunst die het echtpaar Lily en Henk van Mulukom hebben verzameld. Zij zijn van hun eigen passie en emotie uitgegaan in het kiezen welke stroming hen het meest aansprak. Deze beweegt zich tussen realistisch en abstract figuratief. Kunstwerken met een grote dosis gevoel, waarbij het ervaren van belang is. De manier waarop de kunstenaar de omgeving aanvoelt en met die emotie de realiteit heeft verbeeld. Om het werk te begrijpen dient de kijker op eenzelfde golflengte af te stemmen als dat de kunstenaar zat op het moment dat het werk is gemaakt. De Van Mulukoms hadden daar geen moeite mee en zagen met geoefend oog de essentie van het beeld, de innerlijke beleving en de bevrijding van de verbeeldingskracht in een explosie van kleuren en vormen.
Hoewel de werken dus in zichtbaar voorkomen minder tastbaar en te begrijpen zijn, zijn deze wel interessant om te beschouwen. Er zal moeite gedaan moeten worden de figuratie in abstractie te doorgronden. Het is niet meteen duidelijk wat de reden en de bedoeling van het werk is om er te zijn. Op soms een enigszins naïeve, dan wel welhaast primitieve manier, wordt het schilderij in de verf gezet en krijgen de figuren vorm. Het is de CoBrA-beweging die in eerste instantie de aandacht van het echtpaar trekt. Om de manier waarop de volwassene door de ogen van het kind probeert te kijken en de wereld vast te leggen. Het streven naar onbevangenheid met de intentie om een pure schilderkunst te bereiken spreekt het verzamelende echtpaar bijzonder aan. Het sluit aan op hun manier van kijken naar kunst. De vrije verbeelding en onbegrensde expressie van droombeelden en waanvoorstellingen kreeg ruim baan in deze nieuwe figuratie. Het mensbeeld is daarin wezenlijk. Aan die zienswijze past naadloos de benadering van de werkelijkheid door de inheemse bevolking van Afrika en Australië. Een zicht dat aan de basis van het beleven staat. Een verwondering, een nieuwe beleving. Vorm gegeven zonder rugzak, gebrek aan kennis, beeld makend van wat men ziet zonder het nog te doorgronden.
Het is die kunst, die in principe het fundament is van alle kunst. Het vertrekpunt voor kunstenaars, omdat vanuit die grondslag ieder mens – ook zij die later geen verf en penseel zullen aanraken – is begonnen aan het verbeelden van de belevingswereld. De natuurvolken zijn bij die basis gebleven, terwijl de geïndustrialiseerd beschaafde mensen zich verrijkten met een wetenschappelijke benadering van de kunst en deze lieten groeien en bloeien op vruchtbare grond. Maar daarmee de speelse spontaniteit van het kind en de natuurmens uit het oog verloren. In de bewegingen na de Tweede Wereldoorlog vinden de kunstenaars deze grondlijn terug en wordt het de pijler van hun kunnen.
Dit zich bewegen tussen werkelijkheid en abstractie, tussen verstandelijk ervaren en geestelijk beleven, geeft voor Lily en Henk van Mulukom de doorslag deze kunst te verzamelen. Niet eenvoudig toegankelijk omdat het een meervoudig beroep doet op het gevoel meer dan op de herkenning. Om deze intuïtieve impressies toch voor een breed publiek toegankelijk te maken hebben zij deze werken uit de diverse ateliers en galeries gehaald en in hun collectie opgenomen. Niet met de bedoeling deze voor eigen vermaak op te hangen of in een kluis op te bergen, maar om de uitgebreide catalogus op een goed moment aan een museum over te dragen. Dat moment is nu gekomen. Na wikken en wegen is Museum van Bommel van Dam door het echtpaar aangewezen als de plek waar de verzameling het best tot recht komt. Lily en Henk van Mulukom hebben een deel van hun verzameling geschonken aan het museum in Venlo. Het andere deel is aan dit museum in bruikleen gegeven met de bedoeling het later tevens te schenken. “Van Bommel van Dam beschikt hiermee over een hoogwaardige en representatieve kunstverzameling expressieve schilderkunst en verhalende beeldhouwkunst uit de tweede helft van de 20ste eeuw”, schrijft Frank van de Schoor. Hij stelde een boek samen waarin kenmerkende delen van de collectie zijn opgenomen en kunstenaars worden beschreven.
De uitgave “De kunst van het geven” geeft een overzicht van de collectie van Van Mulukom. Het is een blijvend document, terwijl de tentoonstelling waarop een breed publiek live kan kennismaken met de collectie op het punt van sluiten staat. In het boek nemen de Van Mulukoms door een voorwoord het op voor de geestelijke waarde van kunst en de musea als haven van rust én bezinning voor de opgejaagde mens. “Kijken naar en je verdiepen in kunst, prikkelt de creativiteit, geeft rust, kan ontroeren, troosten en maakt milder. (…) Kunst bedreigt niet, kunst kan op indringende wijze misstanden, racisme en oorlogen weergeven, maar vooral ook schoonheid, die je diep kan raken.” En sluiten af met een stelling die zo op een tegel kan: “Musea zijn er niet om afgerekend te worden op bezoekersaantallen, dan gaat het als met veel kerkgebouwen: verbouwen tot appartementen of slopen, waarbij veel cultureel erfgoed verdwijnt.”
Volgens directeur Rieke Righolt brengt de verzameling Van Mulukom een op zichzelf staande eigen identiteit mee in ‘haar’ Museum van Bommel van Dam. Zelfs werk van kunstenaars dat vanwege de thematiek een zekere beladenheid in zich heeft wordt door de specifieke van de verzamelaars en de context van de verzameling lichter en vrolijker, haalt de directeur de observatie van conservator en samensteller van de tentoonstelling James Hannan aan. De verzamelaars hebben als gepassioneerde kunstliefhebbers naar haar weten het gepresteerd om een collectie bijeen te brengen die niet alleen uitblinkt in kunsthistorische relevantie en consistentie maar ook in eigenheid. “De expressieve kwaliteiten van de kunstwerken, maar vooral de emotie – het ‘gevoel’ dat kunstwerken weten op te roepen – staan hierbij centraal.” Righolt herkende in de verzamelaars een sterke emotionele connectie met de kunst. Het maakt bij hen oprechte ontroering, verwondering en blijdschap los en geeft verdieping, betekenis aan het leven, schrijft zij in de inleiding tot het boek.
In het titelverhaal van het boek beschrijft Frank van de Schoor op welke manier de verzameling tot stand is gekomen en welke verzamelgebieden werden gekozen vanuit emotionele betrokkenheid. Dat zijn leden van de CoBrA-groep, de Amsterdamse Limburgers en kunstenaars van de Nieuwe Figuratie. Expressie in kleur is daarbij een kenmerkend begrip voor de collectie. “Emotie en beleving staan voorop in het kunstbezit en geven identiteit aan de verzameling.” De CoBrA-groep wilde breken met de traditionele kunstopvattingen en de daarmee de schilderkunst vernieuwen. Hiervoor gebruikten zij primitieve en naïeve elementen. Kenmerkend voor de Amsterdamse Limburgers is een abstraherende vorm van expressionisme, uiteenlopend van explosief tot beschouwelijk en poëtisch in kleurrijke schilderijen. Het sluit ten voeten uit aan de passie van de Van Mulukoms.
Zo ook de kunstenaars die werken onder de noemer Nieuwe Figuratie. Karakteristiek daarvoor is de romantische, licht ironische toonzetting. Een van de werkelijkheid afgeleide uitdrukking toont de persoonlijke ervaring en beleving van de kunstenaar. In de eigen visie zit een element van abstractie, van afstand nemen van de realiteit. Het vertrouwde wordt vervreemd, werkelijkheid onwerkelijkheid. Vrij geschilderde, verhalende voorstellingen die herkenbaar zijn uitgebeeld met een abstracte inslag. Constante factor is de relatie tussen figuratie en abstractie, beide elementen samen brengen in één beeld was het streven. In de sculpturen tenslotte is het belangrijk dat de figuur associaties oproept met mooie herinneringen, verhalen en gebeurtenissen. Voor iedereen herkenbare vormen die een geschiedenis vertellen, humoristisch of mythisch. De ruimtelijke beeldden vormen een aparte categorie in de collectie, maar zijn evenzeer om emotie verzameld.
De Kunst van het Geven. Collectie Van Mulukom. Teksten Frank van de Schoor, Henk van Mulukom, Rieke Righolt. Uitgave Museum van Bommel van Dam i.s.m. Van Spijk Art Books, 2024.
#Collectie Van Mulukom#Museum van Bommel van Dam#Frank van de Schoor#Van Spijk Art Books#boekbespreking
0 notes
Text
broeder Dieleman houdt vertelavonden met Zeeuws Vlaamse spookverhalen in zijn atelier.
Op 21 en 22 maart houdt broeder Dieleman een tweetal vertelavonden met Zeeuws Vlaamse volksverhalen. Hij put hiervoor uit de volksverhalen die Johan de Vries verzamelde in de jaren 60 van de vorige eeuw
Johan de Vries (1896-1989) was een Terneuzense folklorist die van onschatbare waarde is geweest voor het cultureel erfgoed van Zeeland. Hij verzamelde onder andere honderden volksverhalen die zonder zijn onvermoeibare inzet zeker verloren waren gegaan. Ze werden opgetekend in het boek “Het spookte in Zeeuwsch Vlaanderen” dat een uniek beeld schetst van de belevingswereld van de arbeidende klasse in het land van Axel in de 19e eeuw: Ze zitten vol verhalen van zwarte kunst, sprekende hazen, vliegende aardappelen, zwevende vrouwen, zwarte honden met vurige ogen die door de polder zwerven.
Afgelopen maanden heeft broeder Dieleman dankzij een subsidie van de gemeente Middelburg verder onderzoek gedaan naar die oude volksverhalen uit zijn geboortestreek. Eerder al haalde hij dia’s en geluidsopnames boven water van deze verhalen en nu heeft hij zich verder verdiept in de mensen die deze verhalen bevolken. Hij zocht de levens uit van Jane Pape, Dirk van Drongelen, Jodoca Lis en Dr. Hartman. Volksverhalen kom je overal tegen maar zo specifiek en plaatsgebonden, vol mensen die echt geleefd hebben, dat is uniek voor Nederland. Daarvan werkt Dieleman nu aan een voorstelling waarin deze verhalen op een nieuwe manier, in nieuwe vormen, voor een nieuwe tijd verteld worden in woord, beeld en geluid.
De vertelavonden beginnen om 20.00. Richtprijs voor een bijdrage voor deze avonden is 20 euro p/p. Reserveren voor de avonden is noodzakelijk en kan via [email protected].
0 notes
Text
0 notes
Text
Het vrouwtje met het café
Al mijn hele leven heb ik visioenen, hoor ik stemmen en heb ik een hevige maar sceptische belangstelling voor religie, het occulte en vooral mystiek.
Nogal wat mensen met een psychiatrische diagnose delen die hobby. Bepaalde archeologen en godsdienstwetenschappers beweren dat animistische opvattingen en rituelen de menselijke oer religie zijn, en ik sta dus in een solide traditie als ik bezweer dat alles bezield is en de dood niet bestaat.
Sinds ik Stemmen Horen las van de hoogleraar sociale psychiatrie Marius Romme las, weet ik dat het een normaal verschijnsel op, maar ook dat 70% van de stemmenhoorders traumatische jeugdervaringen heeft. Vaak menen ze te beweren dat de stemmen boodschappen doorgeven, vaak zijn het GGZ-klanten.
Ook heb ik de indruk dat zogenaamd zorgpersoneel hun eigen borderline-gedreven telepathische hobby’s fanatiek en nogal geperverteerd projecteren op patiënten en cliënten die nog weerlozer en zorgmijdender zijn dan zijzelf.
Ik merk dat vooral nu ik een jaar aan het afkicken ben van de antipsychotica. Mijn geest staat open als een spons. Dat maakt niet per definitie het beste los in soortgenoten die daarin een legitimatie zien om ongegeneerd aan telepathische terreur te doen. Ik weet van iemand die daardoor compleet godsdienstwaanzinnig is gemaakt.
Ze reppen in zorgkringen graag van ´energetische begaafdheid´, en meer van die Charlie Manson-hobby’s. Die laten ze al dan niet tegen betaling in natura legitimeren door energetische therapeuten, of andere gevaarlijke vaaghazen uit de sector nieuwetijdskind meets Aquariuscoach met een verdienmodel.
De Maastrichtse hoogleraar Romme richtte een internationaal netwerk van stemmenhoorders op, en nog afgelopen week las ik dat ik Nederland nog altijd praatgroepen van stemmenhoorders existeren. Dat kan ik me voorstellen, want stemmen horen kan beangstigend zijn, maar ook leerzaam en grappig. En kan mensen tot waanzin drijven.
Ik weet niet of telepathie echt bestaat, en eigenlijk doet dat er niet zoveel toe. In een wetenschappelijke laboratoriumsetting valt het niet te bewijzen, maar feit is ook dat heel veel mensen stemmen horen zonder er last van te hebben of bij de psychiater te belanden, hoewel dat in sommige gevallen wel wenselijk kan zijn, bijvoorbeeld als stemmen je opdragen van een flatgebouw te springen of de buurvrouw te kelen.
Ik ben rationeel ingesteld en denk dat alle geloof bijgeloof is, hoewel ik in mijn leven meer dan eens constateerde dat geloof bergen kan verzetten. Als mijn zussen, broer en ik op moesten voor het rijbewijs of eindexamen deden, ging mijn moeder geen kaarsje branden in de kerk. Ze kocht een consult bij een caféhoudster in een naburig dorp die cirkels tekende en dan tegen betaling beweerde dat het allemaal goed zou komen.
Mijn moeder geloofde daar heilig in, duldde daarin geen tegenspraak en gezegd moet dat ook ik op zeker moment mijn rijbewijs en wat diploma´s haalde.
Of het vrouwtje met het café daarin een doorslaggevende rol speelde waag ik te betwijfelen. Volgens mijn moeder was dat beslist zo en ik vond het een beetje aanmatigend om dat tegen te spraken. In de belevingswereld van de mens die ook buiten de institutionele religies zingeving vindt, en daarvan zijn er nog steeds tamelijk veel op deze planeet, geldt een paralellogica die Einstein niet uitsluit maar wel aanvult.
Ik neem daar met belangstelling kennis van, maar ook wat huiverig, want de kassa komt al gauw om de hoek kijken als sjamanistische types, zelf trouwens ook vaak labiel, levensvragen aan het duiden slaan of aan dode oma vragen hoe het zit.
Ik ben dus als routineus slachtoffer van alle tijden, en daar maak ik geen blijvend probleem van.
Illustratie Alex Grey.
0 notes
Text
Autismeweek dag 6, 4 april
Twee verschillende werelden; de Identity Theory van Vance
Gisteren schreef ik al over een mismatch in belevingswereld tussen mensen, een autistische en allisten (niet-autistische) persoon in dit geval. Het is bekend dat twee autisten bij elkaar vaak razendsnel en makkelijk rapport ontwikkelen; ze vatten elkaar gemakkelijk. Dit is zelfs wetenschappelijk onderzocht. Wie geïnteresseerd is kan terecht bij de Double Empathy Theory van Milton, 2017 als ik me niet vergis.
Dezelfde theorie werkt verder uit wat er gebeurt als mensen met verschillende neurotypes zich met elkaar moeten verhouden. Dat werkt vaak stroef. Milton stelt dat dit niet perse aan een gebrek of probleem binnenin de mens met autisme ligt maar aan ruis en onbegrip dat ontstaat in de onderlinge interactie. Het is dus zogezegd een sociaal probleem.
Persoonlijk vermoed ik dat de ruis ontstaat uit een verschil in belevingswereld en omgang met de wereld. Van ons autisten werd vaak gezegd dat we een slecht ontwikkeld zelfbeeld hebben. Daar zijn ook wel redenen voor maar vanuit mijn optiek zit bij allistische mensen hun ego voortdurend in de weg.
Iemand die dit prachtig heeft uitgewerkt is Terry Vance van het onvolprezen blog NeuroClastic, een site volgeschreven voor maar ook door autistische mensen. Wie een kijkje wil in hoe mensen met autisme kijken naar de wereld in en om hun heen moet even volhouden want het is best wat tekst maar inzichtelijk is het wel.
Vance heeft de Identity Theory of Autism gelanceerd, overigens zonder enige wetenschappelijke pretentie. In tegenstelling tot het ruwe dozijn aan psychologische theorieën dat ik ken – van Executive Functioning tot Vermeulen’s Model van het Voorspellende Brein – is dit niet grondig onderzocht. Aan de andere kant, Simon Baron-Cohen’s theorie over het Extreem Mannelijke Brein is alleen al statistisch gezien op z’n minst verdacht.
Wat zegt de Identity Theory? Het komt er ongeveer op neer dat allisten hun identiteit voornamelijk opbouwen langs de lijnen van sociale intersecties. Je bent man, wit, Nederlander, heteroseksueel, christelijk, en zo voort. Al deze zaken zijn sociale intersecties. Misschien ben je wel helemaal niet wit maar wel Nederlander (of half?) en moslim of boeddhist. Allemaal sociale intersecties. Autisten daarentegen bouwen hun identiteit vooral op rond hun waarden. Waarden zoals eerlijkheid en zuiverheid zijn erg vaak enorm belangrijk voor mensen met autisme. Dit is met recht een goede eigenschap te noemen. Henry van Loon noemde het in een recent weekendmagazine van het Leidsch Dagblad nog een superkracht. Waarden kunnen ook precisie zijn of juist werken. Dit levert mensen op die zestien uur per dag werken en vergeten te eten. Zoals alles kan dit ook te ver gaan.
Hebben allisten dan geen waarden? Zien autisten hun sociale intersecties niet? Nou nee, natuurlijk is dat niet zo. Het gaat erom wat je volautomatisch doet, van nature. Eén van de redenen dat ik ijzersterk ben op recepties is dat ik absoluut geen probleem zie om een gesprek met een wildvreemde aan te knopen die al in gesprek is. (De etiquette stelt duidelijk dat dit mag op recepties en feesten eigenlijk zelfs de bedoeling is. Inhoudelijke gesprekken voer je maar ergens anders.) Een contact langer onderhouden vind ik dan weer moeilijker.
Zoals veel autistische mensen ben ik redelijk blind voor hiërarchie. Ik kan je erg respecteren om je kennis en inzicht maar het enkele feit dat je manager bent is voor mij nauwelijks van belang. Als ik oplet dan houd ik daar uiteraard rekening mee in m’n gedrag maar van nature zou ik rustig een directeur of zelfs een minister tegenspreken als ik denk dat die het bij het verkeerde eind heeft. We gaan in Nederland prat op onze zogenaamde gelijkwaardige omgang maar in de praktijk moet je zoiets toch niet doen.
Veel allisten zijn prachtige mensen die leven naar mooie waarden of dan tenminste toch proberen. Wat ik met mijn blik van buitenaf als het ware toch veel mee maak is dat ze bezig zijn met hun positie binnen de pikorde. Dat moet je alleen niet zeggen want dan wordt het bozig ontkent. Ik denk best snel en ik doe dit al heel lang dus ik heb vaak door dat iemand een uitspraak net stuurt om zo de eigen positie binnen een groep te versterken. Sommige dingen vertellen ze wel aan de een maar niet aan de ander. Medestanders worden gezocht en onderhouden door vooral mee te praten of juist weer tegengas te geven. En zo voort. Ad nauseam, wat mij betreft. Ik noem het ook wel eens de apenrots.
Het is niet zo dat de autistische manier – als we de Identity Theory even aannemen – direct beter is. Sommige mensen verkondigen op internet te pas en vooral te onpas dat autisme eigenlijk superieur is en de volgende stap in de menselijke evolutie maar ja, mensen zeggen zoveel. Het is wel goed om je bewust te zijn van de mogelijke verschillen. Praat je met iemand en raak je in verwarring terecht, controleer dan eens waar de ander mee bezig is.
Ik heb er vaak genoeg op gehamerd: wat beter is om te doen hangt af van wat je wil bereiken. Twee collega’s die het faliekant oneens zijn over of oplossing A of B de betere is, zijn meestal gericht op een ander einddoel. Willen we correct de brancheregels volgen of willen we onze tickets zo snel mogelijk hebben weggewerkt met een acceptabel niveau aan klachten? Dat maakt nogal uit.
De autistische neiging om precies te zijn wil hier nogal eens helpen. Wat willen we precies? Waar hebben we over? Als je dat duidelijk maakt vooraf.. oh hemel, wat gaan overleggen dan opeens snel en effectief.
Heb je zo’n overformele betweter in je team? Maak er gebruik van!
Deze bijdrage schrijf ik in het kader van de Autismeweek 2024. Ik haal geld op voor het Autisme Fonds. Met een gift steun je het prachtige werk dat nog te doen is: informatie en advies geven, onderzoek doen, gespreksgroepen voor autistische mensen én hun naasten, werken aan een inclusieve maatschappij en heel wat meer.
Geloof jij dat insluiten beter is dan uitsluiten?
Geef wat je wil én kan missen.
#autisme#late diagnosed autistic#autistic adult#actuallyautistic#neurodivergent#dutchblr#nederlands#nederblr
0 notes
Text
De valkuilen van een maatschappelijk algoritme
‘In plaats van ervoor te zorgen dat onze kinderen van jongs af aan leren in harmonie samen te leven met kinderen van een andere achtergrond, een andere sociale klasse of een ander geloof, doen we het tegenovergestelde. Zo zorgen we ervoor dat je in Nederland vanaf de dag dat je geboren wordt een bubbel betreedt waar je de rest van je leven niet meer uitkomt’. Gerdi Verbeet, voormalig Voorzitter van de Tweede Kamer, omschreef onlangs in een opiniestuk in dagblad Trouw haar zorgen omtrent de verdeeldheid die alsmaar lijkt toe te nemen in ons land. Volgens haar komt het ideaal van een open en vrije samenleving steeds meer in het gedrang wanneer we niet aanvaarden dat we allemaal van elkaar verschillen.
In artikel 23 van de Grondwet staat dat we in Nederland twee soorten onderwijs mogen aanbieden die de overheid betaalt en die door de Onderwijsinspectie worden gecontroleerd: bijzonder onderwijs (vanuit een godsdienst, levensovertuiging of bepaalde visie) en openbaar onderwijs (niet vanuit een bepaalde godsdienst of levensovertuiging). Gerdi Verbeet is van mening dat deze vrijheid van onderwijs een bepaalde hokjesgeest bevordert. Deze onderwijsversnippering kan vervolgens zorgen voor het vormen van bepaalde (onderwijs)bubbels waar kinderen zich soms maar moeilijk aan kunnen onttrekken.
Daarnaast mag iedereen tegenwoordig, dankzij de nieuwe wet Meer Ruimte Voor Nieuwe Scholen, sinds 2020 een nieuwe basisschool en sinds 2021 een nieuwe middelbare school oprichten met bepaalde ziens- en/of denkwijzen die beter aansluiten op bepaalde wensen van leerlingen en ouders. Voorwaarde hierbij is wel dat er voldoende animo voor is en de kwaliteit van het onderwijs kan worden gewaarborgd. Mede door deze nieuwe wet zullen de scholen met gelijkgestemden alleen maar toenemen en zal er ook steeds meer sprake zijn van een onderscheid tussen de diverse vormen van onderwijs en hun leerlingenpopulatie.
Tevens is er steeds meer discussie over de diverse categorale scholen, waar bijvoorbeeld alleen vmbo-leerlingen of alleen Gymnasium-leerlingen worden opgeleid. Hun bubbel wordt zodoende kleiner en sluit zich als een vacuüm om hun belevingswereld. Vanaf dan zal een vmbo-leerling zich in een schoolgebouw gaan omringen met enkel gelijkgestemden. Datzelfde geldt voor de Gymnasium-leerling. Dit in tegenstelling tot de middelbare scholen waar wél alle niveaus onder een dak samenkomen en leerlingen meer mogelijkheden hebben om zich op te trekken aan elkaar en eventueel makkelijker door kunnen groeien naar een hoger niveau.
De verschillende onderwijsbubbels die ontstaan zijn onder andere een afspiegeling van de verdeeldheid waar we in de maatschappij steeds meer mee te maken hebben. Er wordt veelal gezocht naar gelijkgestemden in de verwachting dat dit zal leiden tot een hoger welbevinden, een stukje erkenning en meer succes. Maar het kan ons op de langere termijn ook afvlakken, mogelijke kansen ontnemen en een eenzijdige blik opleveren. En juist deze overpeinzing zou mede een gevolg kunnen zijn van hoe we functioneren in onze tegenwoordige parallelle leefwereld online, waar algoritmes grotendeels bepalen wat we krijgen te zien en die zodoende ons gedrag beïnvloeden.
De formules waarmee, met name, op de diverse social mediakanalen razendsnel wordt berekend wat wij zogenaamd graag willen zien, zorgen ervoor dat we ook daadwerkelijk steeds meer van een bepaald onderwerp krijgen aangeboden om te bekijken. Op deze manier worden we gestimuleerd om langer op een pagina van onze interesse te blijven en de bijbehorende reclames tot ons te nemen. Kortom, we zijn ongewild onderdeel van een strak verdienmodel geworden en in een bepaalde bubbel beland waar eenzijdigheid troef is en bepaalde inzichten kunnen ontstaan die ongemerkt verdeeldheid stimuleren. Laten we alert zijn op deze ongewilde manier van beïnvloeding. Het zijn namelijk juist de verschillen die een completer mens van ons zullen maken.
0 notes
Text
ZICHT
Een indringend beeld over jongeren en criminaliteit
Een indringende film die je meeneemt in de belevingswereld van jongeren die zich in criminele kringen (hebben) begeven. Wat drijft hen, hoe maken ze keuzes en wat kunnen wij doen om dit in de toekomst te voorkomen. Kortom: hoe hebben we en behouden we het ZICHT?
[youtube…
View On WordPress
0 notes
Note
Hoi, ik ben het weer! Uit nieuwsgierigheid: waar haal je je inspiratie vandaan? ~🇧🇪
Uit mezelf, meestens. Van buiten lijk ik kalm en onbewogen, maar van binnen ben ik een emotioneel wrak! En dan is dichten de ideale uitlaatklep. Als ik verdrietig ben, schrijf ik iets waar ik me beter door voel. Hetzelfde geldt voor eenzaamheid, dan probeer ik liefdesgedichten te schrijven. Veel van mijn schrijven staak haaks op mijn belevingswereld van dat moment. En soms, als het niet lukt om de realiteit door fictie om te draaien, schrijf ik over die doffe ellende en leegheid. Als alles stil van binnen is, wat ik als een kwelling ervaar en wat gelukkig zelden gebeurt, laat ik me het liefst inspireren door de natuur. De tuin waar ik al schrijvend op uitkijk geeft me daarin heel veel, en ook de bossen en glooiende velden hier in de buurt. Zelden laat ik me door muziek inspireren (dat leidt in principe alleen maar af). En ik kan ook over mensen willen schrijven als er binnen mij stilte is. Tijdelijke muses. Placebo-liefde, misschien. Dat zijn vaak heel romantische stukken. Maar het liefste, last but not least, schrijf ik dromen, en laat ik mij daardoor inspireren. Ik voel me het fijnst, en het vrijst, als ik droom. Gebeurt de laatste tijd helaas veel te weinig!
Heel erg bedankt voor je vraag :)
3 notes
·
View notes
Text
KON DAAN NOG MAAR EVEN BIJ OPA ZIJN, IN DE WOLKEN
Hoe breng je de dood in het leven van een kind. Als dat al moet, wanneer er een dierbaar iemand overlijdt. In een leven dat nog maar zojuist begonnen is, bij wijze van spreken. Een zijn dat nog een heel leven voor zich heeft. Normaal gesproken. Hoe kun je het kind bewust laten worden dat het leven eindig is. Ook dat van dit kind. De dood past daar niet bij, bij dat leven dat nog in wording is. Sluit niet aan bij de belevingswereld, nog. Hoe laat je ze beseffen dat geliefden er op een gegeven moment niet meer tastbaar zijn. Niet meer aan te raken zijn. Dat het lichaam wordt weggestopt en niet meer zichtbaar is.
Hoe vertel je dat. Dat het kind niet meer op schoot kan zitten bij opa. Dat oma geen verhaaltjes meer zal lezen voor het slapen gaan. Of dat papa je niet meer van school haalt. Mama er niet langer voor je is om veilig bij te schuilen. Hoe kun je het sterven invoeren in de gedachtewereld van het kind. Natuurlijk gezien hoeft een kind zich met de dood niet bezig te houden. Het vermaakt zich nog met het leven te beleven, het wezen te leren kennen. Er zijn nog veel geheimen die ontrafelt moeten worden. Alles op zijn tijd.
Maar de droom kan plots een nachtmerrie worden. Voor de volwassene nauwelijks te begrijpen of te aanvaarden. Voor het kind al even onbegrijpelijk en niet te bevatten. Hoe leer je een kind te leven met eindigheid, gebrokenheid, kwetsbaarheid. Vertel je eerlijk hoe het zit, dat de waarheid harder is dan de hardste steen. Of wind je er doekjes om, zodat het verhaal in de beleving begrijpelijk is. Zachter dan de knuffelbeer.
Dood is afscheid nemen, ook voor een kind. Veelal kan het kind daar makkelijk mee omgaan, is het voor hem en haar acceptabel. Stapt het over de werkelijkheid en is zelfs in staat de volwassene op een naïeve manier te troosten. Wel komt het gegeven later geheimzinnig terug in droombeelden. Verwerkt het kind daarmee de dood op de eigen simpele manier. Dat moet wel om het aan te kunnen nemen als onderdeel van het leven. Om te geloven dat de dood bij het leven hoort, ook al ben je nog zo jong en is het einde nog zo ver weg.
Dat Flappie het konijn op een morgen stijf in het hok ligt. Dat Pietje de kanarie van zijn stokje valt. Dat Cody de hond er ooit niet meer zal zijn om te knuffelen. Dat komt als een donderslag bij heldere hemel, een bliksemflits in een donkere bui. Het splijt het opgeruimde leven, het breekt het zijn. En voor een ogenblik is het kind van slag. Is het lieve konijn, de vrolijke vogel en maatje hond er niet meer. In vergelijking daarmee is het sterven van opa, of oma, wel erg ingrijpend. Dat raakt ten diepste aan het jonge leven.
Met behulp van een prentenboek bijvoorbeeld kan de dood bij het leven inzichtelijk worden gemaakt. Kan het einde op een speelse manier in de belevingswereld worden aangemeld en ingepast. Want kinderen beleven met en door beelden. Woorden zijn dan nog vaak meer moeilijk te begrijpen. Die woorden, daarin blijft het wel altijd de beleving van de volwassene. De ouder vertelt een verhaal dat aansluit op het zijn van het kind. Gezien vanuit het perspectief van de ouder wordt het kind wegwijs gemaakt in de doolhof van het leven. En om de juiste paden te vinden en niet te verdwalen zal die volwassene moeten afdalen tot op het niveau van het kind. Niet veel ouderen is dat gegeven.
Elly Zuiderveld kan het. Zij heeft de gave door de ogen van het kind te kijken. Op het niveau van het kind af te dalen, door de knieën te gaan. Eigenlijk is zij altijd kind gebleven. Althans heeft ze onthouden hoe kinderen denken en ervaren. Hoe zij dacht toen ze zelf kind was. Die wetenschap praat haar talent niet de grond in, laat haar enthousiasme niet vallen, maar geeft onomwonden aan dat zij in staat is kind met de kinderen te zijn en te blijven. Op die manier kan zij een zware boodschap luchtig brengen. Dat bewijzen haar liedjes voor kinderen, waar volwassenen evenwel ook iets aan hebben.
Het boek Wolkenwei vertelt op een speelse manier hoe Daan omgaat met de dood van zijn opa. Door de eindrijm is de tekst eenvoudig tot lied te verwerken. Andre van der Weide heeft dat gedaan. Het liedje kan via een QR-code op de kaft van het boek worden opgezocht. Bij de tekst en de muziek is een filmpje gemaakt die de tekeningen van het boek animeren. Met het boek in de hand en bij het lied de bladzijden omslaand kan de tekst makkelijk worden meegezongen.
Net als die woorden sluiten de beelden van Michel de Boer aan op de beleving van het kind. Het zijn eenvoudige en kleurrijke platen. Daarin volgt de jonge lezer, of de oudere voorlezer, de jongen Daan die graag wolken tekent. Om inspiratie op te doen voor zijn tekeningen gaat hij in het gras liggen en kijkt naar de lucht. Aan de hemel ziet hij de waterdamp zich in vele bochten wringen. De stapelende nevels vormen figuren. Mensen en dieren. Deze dansen langs de hemel. Daan is op zijn van opa gekregen fiets naar de wolkenwei gegaan. Door de bomen van het bos ziet hij in gedachten opa met hem mee rijden. Tot hij op een open plek komt en er de wolkenwei ervaart. Liggend in het gras van de weide kijkt hij naar boven, naar de lucht. De wolken spelen een spel. Vormen figuren, die weer verdwijnen en andere gedaanten laten ontstaan. Op een speelse manier komt de dood zo binnen in de belevingswereld van het kind. Want opa verschijnt ook in de wolken en vertelt Daan woordloos dat hij op een plek is waar het goed is. Daan hoeft zich geen zorgen te maken.
Het is een kleurrijk verzorgd verhaal. De tekeningen trekken de oudere lezer en daarmee de jonge luisteraar als vanzelf de vertelling in. De platen beslaan de hele zetspiegel zonder kaders. De kleine Daan is een vrolijke jongen, waar ieder kind zich aan kan spiegelen. Zelfs de meisjes, want het is een universeel verhaal. Het heeft een dubbele bodem. Het toont dat dit leven op aarde niet eindig is. Dat er nog iets is na dit leven. Dat Daan opa terug ziet. Weliswaar als wolk. Maar hij is daar in de hemel. Zoals meer mensen en dieren die er niet meer zijn aan de hemel lijken te staan. In de wolken zijn. Het verhaal gaat daarom in eerste instantie over gemis en verdriet, maar eindigt met een vette sprank hoop.
Dansen de vrolijke beelden eenvoudig voor ogen, het lied ligt makkelijk in het gehoor. Tekst en muziek vormen een vrolijke eenheid. Het enthousiasme werkt aanstekelijk. Zoals alle liedteksten van Elly Zuiderveld vrijwel meteen kunnen worden meegezongen. Het maakt van het zware onderwerp lichte kost. Haalt de voeten van de vloer en laat het kind, maar ook de ouder, zweven naar een verre einder. En de wolken varen op het ritme mee. Laten zich vormen in de gedachtewereld. Op die simpele manier laat opa weten dat hij in de hemel is. Door het figuur in de lucht is hij nog even bij Daan. Totdat de wind een andere vorm in de wolk blaast. De buurvrouw die is weg gegaan, een hondje, een beer en een sierlijke zwaan. Daan zou ook wel een wolk willen zijn, dan kan hij nog even bij opa op schoot zitten.
wolkenwei. Elly Zuiderveld (tekst) en Michel de Boer (tekeningen). [Andre van der Weide (muziek)]. Uitgave Buddy Books, 2023.
#Elly Zuiderveld#Michel de Boer#Andre van der Weide#Buddy Books#prentenboek#beschouwing#liedtekst#tekeningen
0 notes
Text
Wil je mij wat vragen?
Een blog die ik eerder schreef met een praktische toepassing van zelfliefde
Vanochtend om kwart over acht had ik zin om te huilen. Om heel hard te huilen. Ik voelde verdriet en ervaar het vaak als bevrijdend om dat schokschouderend te uiten. Ongeveer vijf minuten later zou er een klas vol leerlingen voor mijn neus staan voor de wiskundeles. Dus het juiste moment om dat te doen, kon ik het niet noemen. Kort deelde ik met tranen in mijn ogen aan een collega waar ik qua gevoel zat en maakte verbinding met het deel in mij dat het verdriet voelde. Dat kan op zoveel liefdevolle manieren. ‘Lief deel in mij dat verdriet heeft, ik zie je. Wees welkom in mijn hart. Ik ga nu lesgeven en op een later moment zal ik meer aandacht voor je hebben. Goedemorgen trouwens, je bent er vroeg bij vandaag.’
Vervolgens gaf ik mijn les aan de leerlingen. De voorbeeldsom ging erover wie er meer grappen maakt per seizoen: Guido Weijers of ik? Ik liet een filmpje zien met een gaaf stuk van Guido Weijers uit een oudejaarsconference én ik liet live een stuk zien uit mijn eigen cabaretshow ‘Rugzak’. Vervolgens ging de opgave over verhoudingen en blijkt de uitkomst dat ik meer grappen maak per seizoen. Ja, ik heb de som zelf bedacht. Sommige leerlingen begonnen nog over kwaliteit en of ik al landelijk ben doorgebroken en of ik mijn grappen zelf wel leuk vond. Toen gaf ik aan dat het tijd was om met het volgende deel van de les te beginnen. Zij gingen aan de slag met verhoudingen, breuken en procenten. Sommige leerlingen waren daarvoor blijkbaar eerst wat achtergrond informatie aan het opzoeken op Youtube en Netflix.
De kans dat de les zo soepel zou verlopen was vroeger kleiner geweest. Gelukkig kan ik nu toepassen wat ik geleerd heb om goed voor mezelf te zorgen in welke situatie dan ook. Na de twee lessen waar ik erg tevreden over was, liep ik naar de docentenkamer. Daar zag ik de collega aan wie ik vertelde dat het me deze ochtend behoorlijk hoog zat. Ze keek geconcentreerd naar haar laptop, terwijl ik heel erg de behoefte voelde dat zij zou vragen hoe het met me ging. Dat deed ze niet direct. Dus liep ik naar haar toe. “Heb je heel even?” We gingen iets verderop zitten en ik zei haar het volgende: “Ik voel de behoefte dat je aan me vraagt hoe het me gaat. Zou je me dat willen vragen?”
Zelf lachte ik in mezelf om deze voor veel mensen ongetwijfeld ongewone introductie van een gesprek. Eerder heb ik hem een keer in een andere context gedaan. Op mijn verjaardag wilde ik graag dat een vriend me feliciteerde met mijn verjaardag, terwijl ik wist dat hij niet door had dat ik die dag jarig was. Dus belde ik hem en zei tegen hem dat ik jarig was en het heel leuk zou vinden als hij me zou feliciteren. Dat deed hij. En dat was fijn. En zo was het ook fijn dat mijn collega aan me vroeg hoe het me ging. Het was in openheid en ik kon delen waar ik op dat moment zat. Ik was zo blij dat ik zo met de situatie van die ochtend om kon gaan en behoorlijke lessen kan geven ondanks mijn innerlijke belevingswereld. Een paar zinnen later was het gesprek voor dat moment klaar, terwijl het zo enorm waardevol voelde. Ik stond met een glimlach op en liep met haar mee richting haar laptop.
Wat wil jij dat er aan jou gevraagd wordt? Of wat wil je dat ik nu tegen je zeg? door Robert Derksen van Voor de liefde geboren - healing en reading. Meer blogs en informatie: https://www.facebook.com/voordeliefdegeboren https://voordeliefdegeboren.nl/
1 note
·
View note
Text
Vakintegratie oftwel CLIL
Wil je het aantal minuten of uren dat je Engels geeft in je klas vergroten? Maar geen tijd op je rooster? Vakintegratie is the key to your problem!
CLIL staat voor Content and Language Integrated Learning oftewel; de inhoud en de taal geïntegreerd. Je geeft een les die je normaal ook zou geven maar nu (deels) in het Engels.
Waarom?
Tijdens de CLIL lessen krijgen kinderen vaak meer oefengelegenheid dan tijdens een methodeles Engels.
Er is tijdens CLIL lessen meer nadruk op interactie. Hierdoor verbetert de spreekvaardigheid van leerlingen snel.
De CLIL lessen zijn vaak onderwerpen die dicht bij de belevingswereld van leerlingen liggen. Resultaat: meer gemotiveerde leerlingen die beter de Engelse woorden onthouden.
Je haalt het buitenschools Engels (leren) in je lokaal! Je kan tijdens de CLIL lessen communiceren met kinderen uit andere landen, iets wat ze soms thuis al via games doen. Hoe leuk is dat!
Hoe dan?!
Juist, leuk allemaal dat CLIL, maar hoe doe je dit? Belangrijk is dat je zelf niet te moeilijk over het begin denkt! Ga je weekrooster na; welke momenten zou je kunnen gebruiken? Misschien het voorlezen als eerste stap. Of de knutselles? Browse op Engelse sites over onderwerpen en kijk of je deze kan combineren met de lessen die er aan zitten te komen? Aardrijkskunde over vulkanen? Biologie over de cyclus van zaadje tot plant? Zoek materialen en gebruik deze voor je lessen; je hoeft niet zelf het wiel uit te vinden!
Zijn jij en je collega’s enthousiast geworden en hebben jullie de smaakt te pakken maar weten jullie nog niet hoe jullie verder willen gaan? Kijk eens naar teamtrainingen of nascholingen over CLIL!
1 note
·
View note