#Paard Als Spiegel
Explore tagged Tumblr posts
jurjenkvanderhoek · 1 year ago
Text
HET PAARD IN DE KUNST ALS SPIRITUEEL KUNSTSTUK
Tumblr media
Als paardenmeisje ging de jonge Suzanne helemaal op in haar fascinatie voor het edele dier. Zij was te groot voor het hobbelpaard, maar nog te klein voor een paard. Dus verzorgde zij een pony. Tussen servet en tafellaken. Maar de viervoeter kreeg een verzorging als een volbloed draver in de koninklijke stallen. Het werd geborsteld en bereden, gevoerd  en verzorgt, maar vooral geknuffeld, veel. Het dier is meer dan een vriend voor het meisje. Het is een kameraad die haar stemmingen aanvoelt. Haar humeuren doorziet. Na verloop van tijd zijn meisje en pony een twee-eenheid. Voelen ze elkaar naadloos aan in de stal en op de  dressuurbaan. Dichterbij kan de mens niet bij het dier komen. Welhaast zou zij dat dier willen zijn, wilde Suzanne die pony zijn.
Wat doe je als paard. Ben je een centaur, half mens half paard. Of een hippantroop, nessus. Dan zou je een fabeldier zijn. Maar het meisje wil de pony zijn, het paard. Zitten in zijn vel, schrapen met de hoeven, slaan met zijn staart. Kunnen kijken door zijn ogen met een blik van verstandhouding. 's Nachts droomt zij van een weidse steppe om daar te draven met de andere paardenmeisjes, die dan ook paarden zijn. In volle galop over de velden rennen. Overdag gaat zij op in de verzorging en fluistert lieve woordjes in zijn oren.
Tumblr media
Zo'n paardenmeisje is Suzanne Vellema eigenlijk nog. Door haar kunst kan zij als paard tot leven komen. In de kunst lijkt het paard een truttig thema. Maar gezien haar werk bij Galerie Noord vat zij het onderwerp volwassen bij de horens. In fotografische composities kan Vellema het beeld zo manipuleren dat zij het paard is. Nergens acteert zij als het figuur mens in het beeld. Alleen haar armen en handen zijn zichtbaar. Het geeft de afbeeldingen een mysterieus karakter. De mens hierin is werkelijk één met het dier. Ermee versmolten. Alsof het paard extra ledematen heeft gekregen, uit eigen hand eet. Mens en dier maken verbinding, er is een wisselwerking. De droom is waarheid geworden.
In het paard vindt Vellema een onuitputtelijke bron van inspiratie. "Ik heb het paard als onderwerp in mijn kunst naar me toe getrokken. En vind dat ik dat ook mag neerzetten zonder dat ik me daarvoor hoef te schamen." Deze uitspraak is te lezen op het bij de tentoonstelling horende tekstblad. Het is de verantwoording van het waarom, wat en hoe. De biografie van het paardenmeisje. Zo verbonden met haar eigen paard dat ze als het ware een kunstenaarsduo vormen. Ze reageren op elkaar en maken samen het beeld. Voor Vellema is het een spiegel. Het contact zorgt voor introspectie en troost. Edda is haar allesie, haar muze. Ze gaat letterlijk op in het dier. 'Tegearre as ien', samen één, is dan ook een veelzeggende titel voor een van de werken.
Tumblr media
In ruimtelijke objecten gebruikt Vellema onderdelen van het paard. Het kunstwerk bestaat dan uit een opgezette paardenstaart, in zwart of wit. In polyester gegoten hoefijzers. Of een object dat op een stuk huid lijkt met rondom paardenhaar. Het meest tot de verbeelding sprekend in Galerie Noord is de synergie van beeldende kunst en poëzie. Collega beeldend kunstenaar Frieda de Witte schreef een gedicht over het zijn van het wezen paard. Deze woorden droeg zij op aan Suzanne Vellema. Op haar beurt borduurde Suzanne de letters op gene zijde van een paardendeken. Het begint met de titel van de expositie 'als ik een paard was' en eindigt met 'eeuwig in galop'. Dromen zijn geen bedrog.
Tumblr media
Maar werkelijk kunstzinnig is Vellema bezig wanneer zij het thema een paard te zijn loslaat. Als ze het paard gebruikt als materiaal voor een schildering. Paardenharen mengt met acrylverf. Zwart van het Friese stamboek verwerkt in het donkerste pigment. 'Swarte skim' misstaat niet in een zero tentoonstelling. Bij deze uiting is ze op het positieve nulpunt van haar kunnen geraakt. Dicht op de huid van het paard en het persoonlijke wezen, zichzelf. Een monochrome compositie waarin kunst en paard perfect samengaan. Het is geen herkenning wanneer de kennis van het materiaal ontbreekt. Het is een gevoel dat spreekt door de huid van het schilderij. In dit werk doorleeft Vellema het sjamanistische gedachtengoed waarmee ze tijdens aan de academie in aanraking kwam. Ze had het altijd al zo gevoeld, maar daarin vindt ze het bewijs dat het paard een middel is om in contact te komen met hogere krachten. De kunst is daar een manier voor, want als kunstenaar raak je van de wereld. Om te kunnen creëren zweef je geïnspireerd boven jezelf. Met dit onderwerp stijgt Vellema tweemaal zo hoog. En komt tot spirituele verwerkingen.
Als ik een paard was. Expositie werken van Suzanne Vellema bij Galerie Noord, Nieuwstad 6 in Groningen. Te zien tot en met 27 juli 2023.
0 notes
Text
The children need you. Donate for Horse as Mirror please. Doneer voor het project Paard als Spiegel alstublieft, de kinderen hebben u nodig.
0 notes
softrevolutionoflove · 3 years ago
Text
De Zachte Revolutie Van Liefde
Ik heb De Zachte Revolutie Van Liefde opgericht na de eerste lockdown. https://SoftRevolutionoflove.org/ De zachte revolutie van Liefde 💛🤗 We zijn allemaal één, wij zijn LIEFDE. Onze zielen zijn zoals druppels in de zee, laten we nu een golf van LIEFDE creëren rond de hele aarde. Laten we dit elke dag doen en op deze manier onze aarde, onze medemensen, de planten, de regenwouden, die de longen van de aarde zijn, de dieren en vooral de bijen helpen. Deel deze boodschap alsjeblieft met zoveel mogelijk mensen. Iedereen is vrij om de zachte revolutie van Liefde op eigen wijze in te vullen. Samen delen zal de wereld redden! Geniet van de interviews met mensen als waarheidsvinder Ole Dammegard in Engels of Nederlands:   https://softrevolutionoflove.wordpress.com/podcasts-luisterstukjes/ Lees The Charter Of Love: https://softrevolutionoflove.wordpress.com/the-charter-of-love/ Met mijn site steun ik ook  Paard als Spiegel van Goede doelen stichting ‘Desire and Give’ (coaching voor kinderen). Giften aan Paard als Spiegel zijn aftrekbaar van het belastbaar inkomen, want ‘Desire and Give’ is aangemerkt als ANBI (Algemeen Nut Beogende Instelling). Desire & Give  is al sinds 2010 als ANBI aangemerkt. Meer informatie: https://anbi.nl/ Graag jouw vrije gift via onze donatiepagina: https://softrevolutionoflove.wordpress.com/donate-doneren/ Hartelijk dank lieve medemensen. Liefs en Licht, mir : schouten, transformational healer en Shamballah Master.
0 notes
gijsdegroot · 6 years ago
Text
Dag 11
Woensdag 3 april 2019
Vanochtend ben ik naar het Rijksmuseum geweest om m’n VOC-oorlogsschip te photoscannen. Om 9:00 waren er nog amper andere toeristen. Perfect! Na een uur driftig foto’s-makend rond het scheepsmodel te hebben gelopen en ruim 800 keer op het knopje te hebben gedrukt had ik genoeg foto’s.
Tumblr media
Hierna heb ik nog enkele andere objecten gephotoscand, als backup. Stel dat het VOC-schip niet gaat lukken, dan heb ik nog flink wat andere opties.
Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media
Tegen het eind van de dag had ik 3 computers aan staan (met dank aan Pieter en Franca) die in 3D Zephyr aan het rekenen waren: het grote VOC-schip, het boegbeeld (leeuw), de spiegel (plaat leeuw en paard), het kleinere schip en de diafanorama.
Ook kwam ik erachter dat je als student een studenten trial versie van 3D Zephyr (30 dagen) kunt aanvragen. Dit heb ik gedaan en de limiet van 50 foto’s is nu voor 30 dagen opgeheven, wat natuurlijk erg handig is voor m’n VOC-schip photoscan.
De meeste photoscans staan nu nog te stampen, morgen weet ik precies welke wel en welke niet geslaagd is.
Het VOC-schip, het boegbeeld en de spiegel zien er in ieder geval - na een 3D Zephyr testje -  zeer veelbelovend uit!
Tumblr media
Dagreflectie
Veel (veel) foto’s in Rijksmuseum gemaakt
Geëxperimenteerd in 3D Zephyr en verschillende photoscans aangezet
Mijn emotie: 🤓 verheugd.
2 notes · View notes
paardencoach · 2 years ago
Text
Jouw waarheid, mijn waarheid
Wat vaak gebeurt, is dat tijdens of vlak na een coachsessie, een coachee aan mij vraagt: En wat vind jij er nou van? Wat heb jij gezien? Hoe vond jij dat het ging? Mijn reactie is standaard: Het gaat er niet om wat ik ervan vind, wat ik gezien heb en wat mijn mening is, maar het gaat om jouw beleving, jouw mening, jouw inzicht. Ik snap de vragen, maar (en ik het het hier al eens eerder over gehad) het gaat niet om mij, maar om jou, de coachee!
Jij bent het middelpunt van de sessie. Het gaat alleen om jouw beleving en jouw waarheid. Wat ik ervan vind, doet er niet toe. En natuurlijk, ik ben ook maar een mens: ik zie van alles, heb regelmatig zo mijn eigen ideeën over wat er in de bak gebeurt, maar als een coachee het anders ervaart, is dat de waarheid - het enige dat telt.
Ik realiseer me nu eens te meer dat het daarom ook soms zo lastig is om een coachee te coachen die ‘paardenervaring’ heeft. Natuurlijk, een paard dat gaat liggen, geeft doorgaans aan behoorlijk relaxed te zijn. Maar als een coachee het idee heeft dat het paard gaat liggen omdat hij heel erg moe is … dan is de waarheid op dat moment dat het paard heel erg moe is. En (om maar een cliché te gebruiken) omdat paarden zulke geweldige spiegels zijn, zal mijn volgende vraag dan ook zijn: ‘Herken je dat?’ Mag jij raden wat in 99% van de gevallen het antwoord is! Een ervaren “paardenmens” zal echter vaak in zijn hoofd schieten en dan antwoorden: het paard is relaxed. Dan voel ik het als mijn verantwoordelijkheid om met inventieve vragen en (omdat ik slim ben heb ik daar van tevoren al rekening mee gehouden) om een activiteit te bedenken waar paardenkennis minder relevant is, zodat de coachee toch uit zijn ‘paardenkennis’ en meer in zijn beleving van het moment gaat zitten. Een belangrijke vraag voorafgaand aan de sessie is voor mij dus ook of mijn coachee ervaring heeft met paarden.
Tumblr media
Waar het om gaat is dat een paard in een coachsessie zoals ik die doe, niet ‘het paard’ is, maar ‘de coach’. En een paard is ook echt tijdens de sessie ‘de coach’. De opmerking (om nog maar eens een cliché eruit te gooien) ‘dat doet hij anders nooit!’ is dan ook echt waar! Ik zie tijdens sessies Tinky soms dingen doen, waarvan ik denk: ‘Ok, dat kan ze dus ook nog.’  Het mooie is dat het altijd het juiste gedrag voor dat moment is en ook altijd door de coachee wordt begrepen. Ik hoef dan niet meer te doen dan mijn meest standaard vraag te stellen: Hoe ging het? Dus de ideale sessie is: Ik vertel niks, ik vraag alleen … 
1 note · View note
akash-saddlery · 4 years ago
Photo
Tumblr media
Trouwe klant Veruschka, dochter Fleur en PRE Zareno kunnen voorlopig weer vooruit zonder zadel issues. Ruim vier maanden geleden had ik het oude zadel van Zareno nog nagekeken en wisten we niet dat hij zo snel uit het zadel zou groeien. Door consequente training en voeding is Zareno enorm snel verandert in een volwassen paard. Uiteindelijk zou Zareno toch een nieuw zadel krijgen dus dat stond al gepland, maar niemand kon voorspellen dat het al zo snel zou zijn. Het was ook wel echt noodzakelijk dat nieuwe zadel daar Zareno licht atrofie op zijn rug ontwikkelde en een behoorlijke schouderpartij aan het krijgen was. Dit zadel heeft de afgelopen 2 jaar goed dienst gedaan waar Zareno goed onder heeft kunnen ontwikkelen. Voor Zareno adviseerde ik een Kingsley D4. Omdat Veruschka een zadel zoekt met een fijn blok en fijne stevige zit zonder dat ze gefixeerd wordt. Voor Zareno sloten de kort oplopende kussens mooi aan en volgde de zadelboom de contouren van zijn rug erg mooi. Omdat Queen Veruschka niet standaard is wilde ze ook geen standaard zwart zadel en koos ze de Kingsley D4 met een welting in zwart lakleer en een laklederen spiegel zodat het kroontje van haar troontje mooi uitkomt. En prinses Fleur was het er helemaal mee eens, die zat ook zichtbaar te genieten in het heerlijke zachte zadel met gripleer. Alles uit grote voorraad leverbaar zodat er geen ellenlange wachttijden zijn. Iets waar je vaak niet aan ontkomt bij (semi)maatwerk en customized zadels. Zareno vertoonde nog wel een paar hogeschool sprongen maar had meer bewegingsvrijheid en geen pijn meer. De Kingsley D4 is namelijk erg ver teruggesneden aan de voorkant en heeft mega zachte kussens voor veel demping en een goede drukverdeling. Heel veel succes lieve Fleur en Veruschka met het nieuwe dikke zadel voor Zareno. Hij is erg dankbaar voor dit comfortabele zadel. Tot binnenkort voor de check!❤️👊🏾👊🏾 #AkashSaddlery #AkashRiding #KingsleyD4 #KingsleyRiding #OfficialKingsleyDealer #Zadelmaker #Zadelspecialist #Zadelfitter #Zadelpasser #PijnvrijRijden #ZadelExpert #StaySafe #CoronaProof #PRESpecialist #VoorIederPaardEenPassendZadel #KassieZadelpassie www.akashsaddlery.nl (bij Stal Meyvliet) https://www.instagram.com/p/CMkrXRXH6lN/?igshid=pd1h3g6urg0u
0 notes
dorpsgenoten · 4 years ago
Text
Mijn vrije geest
De kracht maar ook de rust in mijn leven ben jij, bij jou is alles aards, gaat mee met de seizoenen. Vervlochten zijn wij in al die jaren samen. Zacht en gelijkmatig kun je zijn, maar dwing jou niet, je bent een overlever als geen ander. Daarom pas jij nooit in het hokje waar men je in zou willen. Je vecht jezelf vrij tot je erbij neervalt. Mijn betere helft ben je, omdat je vergevingsgezindheid kent en ik daar altijd mee worstel. Je bent open en eerlijk en altijd bereid tot samenwerking, maar heel uitgesproken en zelfverzekerd in je eigen mening. Met respect, jouw respect maar zeker ook het mijne voor jou, komen we altijd tot een overeenkomst. Als de hectische wereld te overweldigend is, heb je vertrouwen in mij, jouw zekerheid. Je bent zoals ik maar als ik mezelf even verlies, dan ben je mijn houvast, om mezelf weer te vinden en te zien wie ik werkelijk ben. Wat bijzonder is deze weg die wij samen mogen gaan mijn spiegel, mijn paard, mijn vrije geest.
Tumblr media
0 notes
hickorywindnl · 5 years ago
Text
Friends
De wolken hangen boven de battlefields hier in Gettysburg net als in 2001, toen we hier voor het laatst waren. Hoe en waar al die slagen allemaal plaatsvonden is natuurlijk nog steeds even boeiend maar dit keer gaan onze gedachten vooral naar de (on)menselijke kant van deze oorlog. Over de vraag wat vrijheid nou eigenlijk waard is met alle offers die daarvoor nodig zijn.
Over familierelaties en vriendschap en hoe die zomaar onder druk kunnen komen te staan in. In de Civil War kon het gebeuren dat buren, vrienden, ja zelfs eigen familie van het ene op het andere moment tegenover elkaar kwamen te staan, vaak tot de dood erop volgt. Daar kunnen we ons maar moeilijk iets bij voorstellen.
Bijna 20 jaar eerder liepen wij hier al. Henk, Gerard, ooit twee vrienden van de middelbare school, met dezelfde interesses voor muziek, cultuur, humor en meisjes. Inmiddels brothers in law, 20 jaren op reis; duizenden kilometers gevroten, tientallen staten en steden onveilig gemaakt, eindeloze dagen samen in een auto. En altijd maar Gerard die rijdt en Henk die in een boekje kijkt. Gaat dat altijd maar goed? Zijn er nooit eens irritaties? Komen ze nooit eens op Civil War achtige wijze tegenover elkaar te staan? Wel beste lezers, wat dat betreft zijn we net de koninklijke familie. Naar buiten toe altijd die glimlach en het tonen van de liefde naar elkaar. In werkelijkheid is Henk natuurlijk een mannetje met een enorme gebruiksaanwijzing die Gerard het bloed onder zijn nagels uit kan halen met zijn gezuig en zogenaamde correctheid. Gerard weet er mee om te gaan door steeds betweterig zijn superieure kennis over Amerika in de strijd te gooien. Als hij begint te praten gaat Henk meestal een dutje doen. Ze hebben zo hun evenwicht gevonden, die twee mannen.
In de afgelopen 20 jaar alle gewoontes en ‘ongewoontes’ samengesmolten tot een solide bolwerk dat zich met gelijkheid en broederschap een weg baant door het woeste Amerikaanse landschap. Een bolwerk dat zich niet zomaar meer laat splijten. Irritaties? Dat is iets voor kleine kinderen en wat betreft ons zelfbeeld, de ironie waarmee we in de spiegel kunnen kijken om de werkelijkheid te aanschouwen en aanvaarden maakt dat we precies weten wie we zijn, en wie we voor altijd zullen blijven. 20 jaar Gettysburg is misschien veel maar 45 jaren vanaf het Mendelcollege is meer, veel meer.
Denk nou niet dat we hier sentimenteel zitten te doen en een beetje tegen elkaar aan zitten te wateren over vroeger, echt niet. Het leven is hier keihard en vraagt mannelijkheid en solidariteit, onvoorwaardelijk. We hebben elkaar nodig om te overleven in deze woestenij.
Terug naar de battlefields.
Tumblr media
Ons ochtendprogramma leidt ons naar het Cyclorama, een soort Panorama Mesdag, over Picket’s Charge, de fatale aanval van het Zuiden op de stellingen van de Union. In een open veld massaal op de kanonnen en geweren van de Union afstormen is vragen om moeilijkheden. Die kwamen dan ook. Aan het eind van de dag waren duizenden doden, gewonden en vermisten te betreuren. Of er naar die laatsten nog steeds uitgekeken wordt vertelt het verhaal niet. Als het de Zuiderlingen gelukt was deze slag te winnen had dat beslissend kunnen zijn voor de afloop van deze oorlog. Dan had Amerika er toen en misschien ook wel nu heel anders uitgezien.
Tumblr media
In het bezoekerscentrum vinden we eindeloze schappen met allerlei prullaria en boeken. De belangrijkste boeken hebben we natuurlijk al en Gerard heeft een logeerkamer vol met dit soort prullaria. Voor Henk is het al erg genoeg dat hij daar een keer per jaar moet slapen.
Tumblr media
We bekijken de film ‘We the People’. Een knap staaltje heroïek zoals alleen Amerikanen dat kunnen maken. De beelden zijn overweldigend en de donkere stem van Morgan Freeman doet de rest. Nog mooier is het Cyclorama waar we Pickets Charge zo ongeveer live mee beleven. Echt een aanrader voor ieder die toevallig een keer in de buurt is.
Tumblr media
De aansluitende ‘Auto tour’ (Gerard rijdt) brengt ons over Seminary Ridge, langs de statige Robert E. Lee op zijn paard Traveller, naar Little Roundtop waar je het hele slagveld kan overzien en inbeelden.
Tumblr media
Het is al in de middag als we koers zetten naar West Virginia. Wolken hangen er boven de Appalachian Mountains. Trucks begeleiden ons over de bergen naar Morgantown. Vanaf het hotel lopen we in 10 minuten langs het ziekenhuis en het stadion naar een Japans restaurant. We eten daar heerlijk en secuur.
Tumblr media
0 notes
havenpoort · 5 years ago
Text
Renbaan Amsterdamse Waterleiding Duinen
Tumblr media
Renbaanveld - Renbaan 1844-1852 In 1844 lag in de Amsterdamse Waterleiding Duinen, in de buurt van de huidige ingang aan de Zandvoortse Laan paardenrenbaan. Tijdens de races werd er door de bezoekers flink gegokt. Daarom is de renbaan op last van Koning Willem 2 in 1850 gesloten. Ten noordoosten van het Renbaanveld ligt een zandrug die we de Tribune noemen. Op deze plek leeft een grote groep aalscholvers.
Al in 1843 werd een organisatie opgericht om de rennen en draverijen te reglementeren. Dat was de Sociëteit tot Aanmoediging der Verbetering van het Paardenras in het Koninkrijk der Nederlanden. De oprichting vond plaats op zondag 24 september 1843 in het 'Badhuis' te Zandvoort.
Het bestuur werd gevormd door commissarissen, van wie mr. A.H. van Wickevoort Crommelin uit Heemstede de president was, terwijl koning Willem Il als beschermheer fungeerde. De Sociëteit stimuleerde de aanleg van renbanen en bevorderde de fokkerij van sportpaarden via de instelling van een register voor Volbloeds en Halfbloeds en het organiseren van keuringen. De eerste door de Sociëteit aangelegde renbaan kwam in de Zandvoortse duinen ten zuiden van de straatweg naar Haarlem. Voor een bedrag van f 6850 werd een ellipsvormige baan van 1400 meter lengte en 15 meter breedte aangelegd, aan de buitenkant omgeven door een aarden wal.
Tumblr media
Op vrijdag 6 september 1844 werd bij prachtig weer de baan in gebruik genomen met wedrennen en harddraverijen. (zie de prent hieronder). De spoorwegen en stoomboten voerden vanuit het hele land de bezoekers aan en twee dagen van te voren was in de wijde omgeving al geen rijtuig meer te verkrijgen, terwijl de stad Haarlem op de middag van de rennen een verlaten aanblik bood.
De renbaan was te bereiken via een mulle zandweg met wilgenbomen aan weerszijden. Langs die toegangsweg stonden tientallen kraampjes, kruiwagens en tentjes, waar etenswaren en dranken verkocht werden. De baan, die rondom een met heide begroeide vlakte lag, was aan de binnenzijde afgezet met palen en touwen. Buiten de aarden wal rezen de duinen op, bezet met mensen die zich niet konden veroorloven een kaartje voor het middenterrein te kopen. Op het middenterrein stond een groot aantal grotere en kleinere tenten, versierd met vlaggen en met spiegels aan de buitenkant en gevuld met stoelen, tafels, broodjes met vlees, wijn en sterke dranken. De rijtuigen vormden een kring op het middenterrein, van waaruit de mensen de rennen konden volgen. Dit middenterrein wemelde van amazones, schilders, schrijvers met dubbele verrekijkers, dragonder-officieren te paard en 'verdachte' meisjes.
Aan de buitenzijde van de baan waren stallen voor de paarden en een verheven stellage met een dak, in de vorm van een zomerhuisje, waaraan een grote bel was bevestigd. Ook was er een grote tribune, waarboven twee Hollandse vlaggen wapperden en waar banken waren geplaatst voor de koninklijke gasten, de prins van Oranje en de prinsen Alexander en Frederik (de broer van koning Willem Il) en de leden van de Sociëteit en hun dames. Daartegenover een houten plankier waar de muzikanten der dragonders nu en dan speelden. Ieder jaar werden de rennen en draverijen eind augustus of begin september gehouden. Meestal omvatten de meetings twee, soms drie dagen, en een enkele maal werd op de slotdag na afloop een vuurwerk ontstoken in de Haarlemmerhout. De laatste meeting op deze baan werd op 31 juli 1852 gehouden, daarna werden de wedstrijden verplaatst naar de Haarlemmerhout. Het duingebied werd in 1853 drinkwaterreservoir voor Amsterdam.
publicatie 23-09-2019
0 notes
thedreamlifeofbalsosnell · 7 years ago
Text
‘Ik wordt’ van Harry Vaandrager: de wereld gaat ten onder aan ongebreideld geprevel
Tumblr media
De prijs voor de opvallendste titel van het literair jaar gaat nu al naar Ik wordt, de nieuwste roman van Harry Vaandrager (1955). De in het oog springende spelfout vestigt niet alleen de aandacht op waar het in dit boek om draait — het ‘ik’ in een narcistisch tijdperk — maar is meteen ook een voorbode van het onvergelijkelijk taalfestijn dat losbarst eenmaal je het boek nietsvermoedend openslaat.  
In een vlammende monoloog, gericht aan een onzichtbaar publiek met rechterlijke macht, pleit de verteller schuldig aan de bezwarende feiten die hem worden aangewreven. Zijn requisitoir is tezelfdertijd een nietsontziend zelfonderzoek: hij bekent uit meerdere ‘ikken’ te bestaan en concludeert dat het beter is de wereld gewoon ‘aan barrels’ te slaan.
Vaandrager (tegen wil en dank een achterneef van wijlen zijn beruchte stads- en naamgenoot, de Rotterdamse cultdichter Cornelis Bastiaan Vaandrager) debuteerde bij De Bezige Bij in 1978 met de poëziebundel Langs toendra’s. Daarna was het een hele tijd oorverdovend stil, om precies te zijn tweeëndertig jaar. Gedurende die lange periode was Vaandrager druk bezig met wat hij het liefste doet: ‘zo weinig mogelijk, op lezen en minnen na.’ In 2010 publiceerde Nijgh & Van Ditmar Wat telt is van niets gemaakt, gitzwarte poëzie met een prettig gestoorde twist, trillend en zinderend van een zeldzaam muzikale taal, een van Vaandragers keurmerken. Vanaf dan gaat de ‘braakbal’ aan het rollen, want een jaar later volgde Vaandragers prozadebuut, de roman Aan barrels (met als smakelijke ondertitel, jawel, ’n braakbal), een uitgave van de eigenzinnige Gentse uitgeverij het balanseer, in coproductie met Nijgh & Van Ditmar.   Voor de volgende Vaandragers bundelt het balanseer de krachten met de minstens even opmerkelijke Nederlandse collega’s van In de Knipscheer. Zo ziet in 2013 de verhalenbundel Koprot het licht, vijf spitsvondige verhalen met de allure van uitgesponnen prozagedichten — niet verwonderlijk aangezien enkele van deze verhalen groeiden uit vroegere en nieuwe gedichten. Net als in Aan barrels primeren de grove taal, de ruwe beelden en de naargeestige levensopvatting van de redelijk geschifte personages.   In 2016 volgt Maskerade, wellicht Vaandragers meest experimentele roman tot nu toe omwille van het heerlijke spel met diverse literaire genres en het creatief gebruik van wisselende vertelperspectieven. Vandaag, ten slotte, is er Ik wordt, net als de vorige Vaandrager-titels bij het balanseer, opnieuw in een sobere maar door een contrastrijk kleurenspel en het gebruik van schreefloze letters des te opmerkelijkere vormgeving van de onnavolgbare Danny Dobbelaere. En de titel? Die is gewoon ontleend aan het gelijknamig kunstwerk van Johan De Wilde, die zich op zijn beurt liet inspireren door een zetfout in een boek over Belgische kunst.   Ik wordt bestaat net als Plato’s Apologie van Socrates uit drie redevoeringen (‘monologen’ of ‘tirades’ dekken evengoed de lading). Een smid moet zich verantwoorden voor de verdwijning van ene Kiki, een vrouw die hij naar eigen zeggen slechts viermaal ontmoette. Hij windt er geen doekjes om en pleit onvervaard schuldig, zijn onzichtbare toehoorders geregeld aansprekend met ‘heren’, ‘mijne heren’ of ‘meneer de rechter’: ‘Mijn schuld is boven alle twijfel verheven, heren. Ja, schuldig dus. Zeg het volmondig. Dit is een bekentenis.’ Als een acteur op de vooravond van een première repeteert hij voor een spiegel zijn alleenspraak:   Sta hier neus aan neus tegenover mijn spiegelbeeld, gescheiden door het glas dat beslaat en ons beiden onzichtbaar maakt. Spiegels zijn mij lief, omdat je er verstoppertje in kan spelen.   Algauw laat hij doorschijnen dat Kiki misschien wel een luchtspiegeling of een vleesgeworden droom was: ‘De straffe Gods, zegt men, is dat hij niet bestaat. Niet uit te sluiten valt, dat dit ook voor Kiki vigeert.’ Ook de verteller zelf zou wel eens niet kunnen bestaan: ‘Misschien is het hoogst haalbare voor mij een personage te zijn in een roman.’ Bovendien weet Kiki als geen ander, zo stelt de verteller, dat ‘de wereld opgetrokken is uit fictie’. Zelf toont hij zich een onbetrouwbare verteller en laat meer dan eens doorschijnen dat zijn hele verhaal verzonnen is of gelogen:   U heeft alleen de waarheid uit mijn mond vernomen. Absoluut geen leugens. Was dat maar waar. Met leugens kan je tenminste tendentieuze zaken met een nieuwe leugen rechtzetten. Als een bikkelharde waarheid door de mand is gevallen, blijkt ze onherroepelijk een dood paard. Een grote verdienste van leugens is, dat ze vloeibaar zijn. Verlangt u van mij leugens te vernemen? In het eerste deel (‘Kiki en het gemis’), ongeveer tweederden van het boek, komt het woord ‘ik’ slechts twee keer voor. Alle zinnen zijn in een ‘lijdende’ of ‘passieve’ vorm (wat mij deed denken aan Dmitri Danilovs dagboekroman De horizontale stand). In het tweede deel (‘Zielsverhuizingen en puddingsmakkers’) daarentegen, komt ‘ik’ veelvuldig, zelfs overvloedig voor. Daar is een evidente reden voor, zo leert de lezer al snel, want de ik-figuur biecht op uit tientallen ‘ikken’ te bestaan en, sterker nog, jaarlijkse reïncarnaties te beleven, niet geheel ontoevallig telkens op Allerzielen:   Wat is het geval: twee november op de kop af twintig jaar geleden besloot ik iemand anders te worden. Niet dat ik ontevreden was met mijn bestaan, maar omdat een leven lang één persoon te zijn, mij nogal armzalig voorkwam. Ik heb nooit genoeg gehad aan alleen mijzelf. En nog steeds niet. Kiezen tussen enkelvoudig en meervoudig, is dacht ik geen moeilijke keuze. Ieder jaar op exact genoemde datum transformeer ik mij in een andere persoon, ook al was de vorige nog niet versleten. Eenieder woont bij wijze van spreken een jaar bij mij in. En dan wordt de één uit de vorige geboren. Helaas, in de ene gaat de andere nog een beetje schuil. Al die ikken, ze verdommen het om dood te gaan. Zo was de verteller voor hij een smid werd een messenwerper in een circus, nog eerder een beeldende kunstenares (die uiteindelijk begon te dichten) en zelfs een gezapige verzekeringsagent. De smid sluit zijn pleidooi af met een warrig verhaal over hoe hij zijn moeder weer tot leven wekt. Zij roept hem op zich ‘te vergrijpen aan het onmogelijke’. ‘Vloei, stroom, stulp (…) Pulseer van wat niet bestaat’, vuurt ze hem aan: Buiten alle kijf, mijn moeder heeft gelijk. Wie wenst er niet te stromen? Ik in ieder geval wel. En meer. Ik zou de lucht willen klieven als een populier, trillen op de geluidsgolven van een viool, mij tooien met vleugels, de diepste kern van het staal bereiken. Ik zou in alles willen bestaan. In het derde deel (‘Slotpleidooi en wat niet is’) roept de verteller op zijn woorden te negeren en vraagt hij zijn opsluiting: ‘Al mijn tijd is nodig om mijn doden te woord te staan. Dat kan het beste in een cel.’   Tot zover de ‘plot’ van Ik wordt. Vaandrager zelf zou, zo beeld ik mij in, van de bedenker van een dergelijke verhaallijn durven zeggen: ‘Die is niet fris bij z’n kokosnoot!’, maar de plot is overduidelijk van secundair belang. Waar het hier om draait, is de kracht van het creatieve schrijfproces, het vatten van de wereld aan de hand van verhalen, herinneringen verbeelden tot betekenisstructuren. Bart Vervaeck, voordrager van het eerste uur van Vaandragers werk, spreekt in dit opzicht over diens ‘tragische realisme’ (een term uit Koprot). Een van de twee motto’s (het andere is van Fernando Pessoa, trouwens de naam van Vaandragers digitaal ‘boekwinkeltje’) die Ik wordt inleiden, is niet voor niets de openingszin van Company (1978), een van de huis clos-novelles van Samuel Beckett: ‘Een stem komt tot iemand in het donker. Stel het je voor.’   In Becketts korte tekst ligt een man op zijn rug in het donker, prakkiserend over het menselijk tekort, de aard van de werkelijkheid en zijn eigen leven. De stem uit het donker is de stem van het geheugen, het verleden. Sinds de dood van God moet de mens zijn eigen lot in handen nemen, bijvoorbeeld door verhalen te verzinnen. Dat is zijn tragisch realisme. In deel twee van Ik wordt wil de verteller de wereld ‘tot droom verbouwen’ en in zijn slotpleidooi wil hij vanuit een cel zijn ‘boek der smarten’ schrijven:   Een boek dat de wereld en het mensdom hun misplaatste ijdelheid moet ontrukken. Er zal royaal uit de toverhoed van de dood geplukt moeten worden. Desnoods met groot vertoon van onmacht. Eén ding is zeker: de wereld en het mensdom, hun vunsbekken moeten eens flink ondergescheten worden, zodat ze nooit weer hun doorgewinterde leugens kunnen uitbraken. Als een zwarte tornado zal mijn pen tekeergaan. We hebben al veel te veel gebabbel vernomen, dat nooit te stokken lijkt. Neem van mij aan, de wereld gaat ten onder aan het ongebreideld geprevel.   Ik wordt vertoont op vele vlakken gelijkenissen met Company: de rijke cadans van de ritmisch pulserende poëtische taal, de tijd- en plaatsloosheid van het verhaal, de korte krachtige zinnen, de onbetrouwbare verteller, de absurd-nihilistische sfeer, om er maar enkele te noemen. Nog een overeenkomst is het feit dat Vaandragers korte roman zo op de theaterplanken zou kunnen (wat Company betreft, gebeurde dit al meerdere keren, ik stel maar vast).   Beckett, een held van de breed belezen Vaandrager omwille van zijn verzet tegen de wereld, is niet de enige literaire referentie. Net als alle voorgaande boeken van Vaandrager bulkt Ik wordt van de verwijzingen, ook naar eigen werk (veel fragmenten uit Ik wordtkunnen moeiteloos in een ander Vaandrager-boek geschoven worden en omgekeerd; zelf omschrijft de auteur zijn oeuvre als één groot vlechtwerk). Lezers die kicken op intertekstualiteit zullen zeker aan hun trekken komen.   Dat de ik-figuur een smid is bijvoorbeeld kan in die context niet als geheel onschuldig worden beschouwd. Dat beroep roept meteen de mythologische Hephaistos op, de smid van de goden. Een smid is een maker, een schepper: de moeder vuurt de ik-figuur aan om van de gevangenispoort die hij in staal aan het smeden is, ‘een toegang tot een ongekende wereld’ (lees: een fictionele wereld) te maken. Het principe van de ‘ikken’ doet dan weer denken aan Plato’s dialoog Parmenides, met het bekende derde-man-argument. Het aanspreken van de zwijgende en onzichtbare ‘rechters’ met ‘mijne heren’ (een stil en verdoken koor) brengt Fjodor Dostojevski’s Aantekeningen uit het ondergrondse (1864) voor de geest, een tekst die Franz Kafka — naast Beckett die andere grote auteur van het absurde existentialisme én geestelijke vader van Het proces — inspireerde tot het schrijven van De gedaanteverwisseling (1915). Een ander werk waar ik aan dacht tijdens het lezen van Ik wordt is Het verhoor (1962) van Robert Pinget, Becketts vriend en epigoon. De spiegel, ten slotte, is een veel voorkomend topos in de wereldliteratuur: van Ovidius’ Narcissus in Metamorfosen over Oscar Wilde’s The picture of Dorian Gray (1890) tot Lewis Carrolls Through the looking-glass (1871) en Yasunari Kawabata’s Sneeuwland (1948).   Het kwam al ter sprake, maar een van de grootste troeven van Ik wordt is ongetwijfeld de volstrekt unieke taal. Vaandrager gaat helemaal loos en trekt waarlijk alle registers van ons moerstaal wagenwijd open. Ik ken geen enkele andere hedendaagse auteur die een dergelijk ritmisch, muzikaal en veelzijdig Nederlands schrijft. Zijn proza beukt, zingt en dendert. Aarzel niet wanneer u ooit de kans krijgt Vaandrager te horen voorlezen: in levende lijve klinkt hij nóg beter, nóg woester, nóg pakkender (die stentorstem! Die wilde manen! Die baldadige uitvallen!).   Sla een willekeurige pagina van Ik wordt open en je botst gegarandeerd op een taalspelletje (‘Dat wordt geheid stampijen en bakkeleien’, ‘Zo komt mijn gestamel nooit op verhaal’, ‘Er valt nog veel te liegen om de waarheid te beschermen’, ‘Onmiddellijk belegerde ze mijn zinrijk’), een neologisme (‘baltsgedraai’, ‘gebekblaf’, ‘snikkeljeuk’, ‘krankemikkig’) of het soort bargoens waar Vaandrager het patent op lijkt te hebben en ook bij Vlaamse lezers probleemloos mee wegkomt (‘Tief lekker gauw op met de mensen’, ‘Laat één ding klip geklaard zijn voordat we verder en dieper afdalen in het onbegrijpelijke’, ‘Waarom is het mij niet vergund domweg voor de kat z’n poes te duffen?’). Af en toe gaat Vaandrager door de rooie en verliest zich in stomende woedeuitbarstingen vol platvloerse vuilbekkerij (apotheose: ‘Mijnheer de rechter, mijn rilpik wrikte zich los van de befpees. De pijppoes bikkelde het neuksnot. Hikvulva’s en likklitten snikten in een sopkut.’). Ik wordt — een tekstuele splinterbom van nog geen zestig pagina’s — is Vaandrager op z’n best. De zinnelijke rijkdom is overweldigend, de woordenvloed onstuitbaar. ‘Negeer de woorden. Negeer.’, zo eindigt deze compacte cornucopia. Laat ons dát nu net niet doen. 
Verschenen op: Mappalibri, mei 2018
Ik wordt van Harry Vaandrager, het balanseer/In de Knipscheer 2018, ISBN 9789079202515, 72 pp. 
0 notes
vincentedwardcharles-blog · 7 years ago
Text
Vaarwel Paddy!
In een geplaveide wereld is de grond glad. Niet dat je constant uitglijdt, maar hij glimt wel. Geen propjes op de grond, geen modder. Niemand die met zijn stepje sporen achterliet op de vlakke vloer. Zover als je kunt kijken rijkt de spiegel die de oppervlakte van de wereld is. Voor je, achter je, naast je: alle kanten uit. 
Boven is het steeds anders. Dan weer strakblauw, dan weer grijs. De ene keer schapenwolkjes en de andere keer straaljagerstrepen. Soms een combinatie van ’t een of het ander.
Precies in het midden van de marmeren (ís het marmer?!) plavuizenwereld staat een ANWB-paddenstoel. Hij geeft leuke bestemmingen aan waar je slenterend of met de Solex jezelf heen kunt begeven. Er zijn in deze wereld geen iPhones, kaarten, wiggelroedes of metaaldetectoren. Dit plastic dingetje is het enige wat vertelt waar je heen kunt gaan en hoe ver dat is. 
Rondom de paddenstoel komen veel plavuizenaren samen. Ze bewegen zich – stiefelend, sprintend, soms steppend, skeelerend of skelterend – richting het ongeveer een halve meter hoge wegwijzertje. Dan kijken ze vlug naar wat erop staat en ze kiezen hun richting.
Voor sommigen is het paddenstoeltje meer dan een wegwijzer. Het is een raadgever. Waar moet ik heen, vragen Plavuisters zich af en ook: waar moet hét heen. Het witte, plastieken objectje geeft dan richting. 
“Och, Marmermolenweide is maar drie kiloknopen vanaf hier.”, verzucht een oud dametje op een achttienwielig staplankje, voordat ze haar ‘weg’ vervolgt. “Nee, maar! De granietengrotten zijn slechts vijftien kilominuten stickeren!”, roept een vreugdevol zwijntje in een astronautenpak met blubbervlekken. 
De blijdschap van de voorbijgangers is tekenend voor deze plek. Zo gaat dat met dit soort paddestoelen. Misschien heb je het zelf ook weleens ervaren toen je ergens in een bos voor zo’n levensecht recreatief bewegwijzerding stond…
Hendrik dan. Die gaat ver hoor, navigatiepaddenstoel-technisch gezien. Bijna dagelijks begeeft hij zich met een van die rare stokjeslopers naar de plek in het midden van zover je kijken kunt. Oh, wat is het er druk. Zoveel enthousiasme. Onbegrijpelijk dat het marmer er geen sporen van slijtage vertoont, denkt Hendrik vaak. Hij weet nooit waar hij heen wil. ‘Het ding’ geeft hem dan een bestemming. Althans: dat hoopt hij steeds. Vaak kijkt hij na het lezen van alle ‘plaats’-namen waar de andere wezens heen gaan. Of waar zijn ratio hem op wijst. Soms staat er opeens een nieuwe bestemming bij in de rode ANWB-lettertjes. In een gedeelte van de gevallen besluit hij dan maar weer eventjes te kijken wat die nieuwe plek hem brengt.
Waar moet ik heen met mijn leven. Welke kant moet ik uit? Zal ik het roer omgooien? Zal ik een richting kiezen die ik nog nooit koos? Zijn mijn routebeslissingen tot dusver wel de beste voor mij? Is er geen leuker leven achter de horizon aan de andere kant? Is een leuker leven ook beter? Is een beter leven meer? Hendrik heeft al zoveel vragen gesteld. Keer op keer beweegt hij dapper naar de centrale plek in de geplaveide wereld. En elke keer vertrekt hij weer zonder echte bestemming. Hij gaat een pad op, maar beleeft het pad niet. Voor hij het weet staat hij weer oog in oog met het door de wielrijdersbond geplaatste middelpunt van alles.
De kant die ik kies, kies ik niet echt, bedenkt Hendrik op een dag. Ik laat de keuze afhangen van Paddy! … Tja. Het is zelfs zo ver gekomen dat Hendrik het bemoste paalding waarvan de letters soms afbladderen een koosnaampje heeft gegeven. Eigenlijk sta ik stil, denkt Hendrik, want steeds kom ik weer terug bij Paddy. Is dit dan het beste voor me? Niet meer bewegen en bij Paddy blijven? Hmm… Er staat op de bovenkant van de paddenstoel eehm… Niets. Dus ook niet ‘Paddenstoel: 0,0 plavuizometer’. Hier stil blijven staan is de bestemming dus niet. Okee…
“Paddy, Paddy, waar moet ik heen? Paddy, Paddy, wat moet ik doen?”, vraagt Hendrik dan. Hij tikt met zijn vlakke hand op het harde, onbuigzame kunststof. Dan wil hij op het ding gaan zitten, maar een giraf op een hobbelpaard steekt daar een stokje voor. “Ben je mal! Zo kunnen wij niet zien waar we heen moeten! Straks staat heel Plavuizië stil! Straks valt alles in het graniets! Zeg, scheer je weg! Hoppa! Bewegen jij!” hinnikt de giraf. Hij heeft erg de neiging om een paard na te doen. Niemand weet of dat komt omdat hij zo vaak op een hobbelpaard zit.
Hendrik wil op Paddy kijken waarheen dan weg te scheren, maar de giraf met zijn rare, lange nek staat ervoor. “Skaten jij, skippyballen! Hup, scooteren!” Die verdomde paardenimmitatoren altijd, denkt Hendrik. Nou ja. Ik heb geen optie, want het beest komt behoorlijk agressief over en geeft me geen kans om te lezen wat Paddy allemaal voor me in petto heeft. “Dan maar bewegen.”, zegt Hendrik. Hij kijkt naar zijn voeten en voelt de neiging om… Die kant uit te gaan. Dat doet hij maar.
Na een kilokwop of tien denkt Hendrik: Ik krijg dorst. Droge strot, alles! Okee. Daar verderop bouw ik een limonadekraam. Dan kan ik even hydrateren. En daar komt de veertiende kwokzon op: daar verkleur ik lekker, da’s goed voor me! Hendrik realiseert zich dat hij vaak droomde over het verkopen van limonade, maar nooit de stap heeft gezet. Hij wil immers een stekje langs de perfecte weg. En zit hij daar wel op? Hendrik weet het niet. Hij is in alle hectiek maar gewoon gaan bewegen dit keer.
Voordat Hendrik op de plek is waar hij een limonadekraam wil beginnen, blijken er toch opeens ribbeltjes in het plaveisel te komen. “Oh nee!”, roept Hendrik, “Oh nee!”. Kordaat draait hij zijn scubaboard om, maar achter hem staat nog steeds die verdomde giraf te schreeuwen: “Skiën! Snowboarden! Hé joh! Slowmotionen!” Ach. Die langnek is nu pas bij de wintersporten en filmtechnieken aanbeland, peinst Hendrik. Teruggaan naar zijn Paddy’tje is zonde van de tijd. De hobbeltjes maar nemen dan en daar verderop lekker met alle klandizie aan de limonade? Jeetje.
Hendrik vervolgt zijn weg. Hij kijkt om zich heen en ziet de leegte, de wild variërende luchten en dus wat hobbeltjes. Ook ziet hij figuren terugkeren naar de paddenstoel en hier en daar zijn er plekjes waar hij dingen kan doen. Eerder deed hij geen dingen, want voor hij ergens aan begon, ging hij terug naar Paddy. Vandaag niet.
“Vaarwel Paddy”, zegt Hendrik in zichzelf. Hij moet lachen. Paddy kan helemaal niet bewegen, dus ook niet wel varen. In tegenstelling tot de praatpalen, laat de ANWB de paddenstoeltjes namelijk gewoon op hun plek staan. Daar komt voorlopig geen beweging in. Zich afvragen waar hij heen wil: dat doet Hendrik voorlopig niet meer. Hij gaat gewoon. En nooit zal hij verdwaald raken, want hij is gewoon maar gegaan.
Als ik die giraf ooit nog tegenkom, denkt Hendrik, stop ik met bewegen. Gewoon om hem even te vragen of hij van zijn hobbelpaard wil komen. Als hij dat doet, geef ik hem een welgemeende knuffel, een glas limo en dan… Dan ga ik verder.
0 notes
jurjenkvanderhoek · 3 years ago
Text
MAGISCH REALISTISCHE HERTALINGEN VAN BEKENDE SPROOKJES
Tumblr media
“Er was eens…” Met deze drie woorden beginnen fantastische volksverhalen, als een soort van openingsformule. Deze spelen zich af op een onbepaalde plaats in een onbepaald verleden met een bepaalde magische sfeer. Men noemt ze nu wel sprookjes die levenslessen voorschrijven. Vertelsels voor kinderen, waar volwassenen ook nog wat van kunnen leren. Meest maken de vrouwelijke hoofdrolspelers zich druk om de prins op het witte paard, zo zodat de verhalen dan steevast kunnen eindigen met “en ze leefden nog lang en gelukkig”. Ook een soort van formule om mee verder te kunnen. De meeste van die sprookjes zijn algemeen bekend voor wat betreft inhoud, lading en bedoeling. Uitgekauwd kun je wel zeggen, en nauwelijks meer van deze tijd. Schrijvers hebben zich dan wel over de teksten gebogen om er een eigentijds en actueel verhaal van te maken. Niet altijd heeft dat een gelukkige uitkomst, en deze aangepaste sprookjes zijn dan geen lang leven beschoren.
Wat Annet Schaap, van oorsprong beeldend begaafd, met zeven van die sprookjes doet is echter ongeëvenaard. Op een eigenzinnige en in een hedendaagse verteltrant maakt ze van de aangehaalde sprookjesfiguren echte personages, als het ware levende mensen. Het boek “de Meisjes” staat gerubriceerd als jeugdboek, het zijn dan ook geen verhalen voor tere kinderzieltjes. Hoewel ik dan vanuit het perspectief van de bejaarde opa spreek, want wellicht zijn die zieltjes wel helemaal niet zo teer meer tegenwoordig. Welaan, in de verhalen van Schaap spelen meisjes de hoofdrollen. Ze zijn losjes genomen uit de Sprookjes van Moeder de Gans en van de Gebroeders Grimm. Niet meteen lees ik er het bekende Sneeuwwitje, Repelsteeltje of Roodkapje. Maar gaandeweg de vertelling schemert het door en wordt dat me duidelijk.
Schaap heeft een grenzeloze verbeelding, waarin ik – door haar meeslepende verhaalstijl – eenvoudig in mee kan. De meisjes in de herschreven sprookjes hebben allemaal hun eigen dromen en verlangens. Met al die aangehaalde prinsen en prinsessen, monsters en heksen doen de teksten enigszins klassiek aan – want dat zijn toch de ingrediënten die de vertelsels tot sprookjes maken. Maar de belevenissen en gevoelens zijn eigentijds, althans kunnen zo in de tijd van nu geplaatst worden. Wel als symbool, een spiegel die ons wordt voorgehouden om vooral door te gaan wanneer het even tegenzit. Want de meisjes van Schaap zijn zelfstandig genoeg om het zonder prins in het leven af te kunnen.
De verhalen hebben vreemde wendingen, maar ook wel weer voorspelbaar door de tekst heen. Want ik weet hoe het oorspronkelijke sprookje verliep, ik ken het verhaal van haver tot gort. Heb een vermoeden hoe het zal aflopen, maar Schaap zet me telkens op het verkeerde been. De verhaallijn heeft diverse verrassingen in zich om de vertelling evenwel boeiend te houden. En vooral het eind loopt niet zo af als dat je zou verwachten. Soms heeft het de sfeer van de korte verhalen van Roald Dahl. Grimmige woordspinsels, magische tekstdraaiingen, fantastische gedachtekronkels. Dubbele bodems, een onverwacht slot.
Tumblr media
Het zijn geen verhaaltjes van voor het slapen gaan. Dit graaft dieper dan de fantasie. In slaap sukkel ik er tegen het einde niet van, nog voor ik weet dat het stel wel zeker lang en gelukkig zal leven. Dit houdt me klaarwakker, want dat voorspoedige slot kennen deze sprookjes niet. Schaap vangt mijn aandacht, knevelt mijn concentratie.
Vooral de zin “je steekt gewoon je handen door de werkelijkheid naar wat daarachter ligt” blijft me bij. Dat is een juiste omschrijving van de fantasie. De traditionele bouwstenen worden gebruikt, maar krijgen een actuele opbouw in een hedendaagse architectuur. De hebzucht, de jaloezie, het verlangen. De wolf die achter een hek gedrongen wordt en tot sierwolf wordt. Roodkapje, overigens niet met naam en toenaam genoemd, wordt boos omdat het sprookje geen normaal verloop heeft. Ze wordt niet opgegeten en de wolf wel afgeschoten omdat deze niet past in de natuur van hier en nu. Koekjes worden uitgestrooid om de weg terug te vinden, maar de honger is groter. De meisjes vallen in handen van op commercie beluste dames, die welhaast kinderporno bedrijven om de geldbuidel te vullen. Er is een kikker, die maar niet in een prins wil veranderen. Twee zusjes waarvan de één slimmer en knapper is dan de ander. Rozenstruiken die tuinen tot jungles maken. Doornroosje sterft, het dienstmeisje kust de prins. Prinses Belle in de toren op een klein eiland ver van de bewoonde wereld is een monster, dat blijkt mij pas wanneer ik al een paar bladzijden verder in het verhaal ben gekomen. Grote schrik, zoals ook bij de aangespoelde matroos. “Ze heeft het zich zo vaak voorgesteld, ’s nachts in haar bed. Een echte prins die zich niet afschrikken laat door het monster, die van haar zal houden precies zoals ze is. En dan, met een zoen… Ritst haar monsterlichaam dan open en stapt ze naar buiten als mooie prinses?”
Tumblr media
De verhalen zijn door Annet Schaap zelf geïllustreerd. Want zoals ik eerder al hierboven liet weten is zij van oorsprong beeldend begaafd. De houtsnede-achtige zwart-wit tekeningen laten details uit de vertellingen zien. De kunstwerkjes zijn prachtig ter zake doend. Lichten niet een te grote tip van de sluier op, net voldoende om te weten wat staat geschreven. Zo staan in het boek “de Meisjes” zeven magisch realistische verhalen. Magisch om de sfeer, realistisch omdat ik de wereld erin gespiegeld zie. Ik word meegezogen in het verhaal, lees de betoverde sfeer van Schaap in één ruk uit, maar laat me op het laatst wanneer ik het boek sluit plaatsvervangend melancholiek achter. Want bepaalt de prins achter zijn witte gebit mijn gemoed, of de matroos boven zijn stoppelbaard mijn wezen, of stemmen de Lievemoeders met de roze koeken mij droevig. In elk geval ben ik vervuld van heimwee bij de gedachte aan Hans en Grietje, Doornroosje en Assepoester. Verhalen uit dat onbepaalde verleden, toen geluk nog heel gewoon was. Maar Annet Schaap laat mij zien dat dit allemaal fantasie is, dat ik – in deze genderneutrale wereld – niet moet blijven wachten tot de prins op het witte paard komt voorrijden.
Sprookjesbundel “de Meisjes”, verhalen en illustraties van Annet Schaap. Uitgave Querido, 2021.
http://uitgeverijvolt.nl/querido/boek/de-meisjes/
0 notes
marjoleinwerktmetpaarden · 7 years ago
Link
Afgelopen maandag 23 oktober heb ik, in het kader van een teammiddag met Medilex onderwijs, een paardencoachsessie mogen organiseren. Het hele team van Medilex onderwijs was aanwezig bij Manege de Zwanenburg in de Glind.
Het was een inspirerende dag, het team heeft zich open en soms kwetsbaar op durven stellen. Er zijn mooie stappen gemaakt. Wat een enthousiast team, complimenten!
  Bedankt allemaal !
  Heb jij ook interesse om te komen werken met paarden?
Bel of mail mij: 06 54675465 / [email protected]
  “De manier waarop een persoon een paard leidt zegt iets over de persoon”.
  Het gaat niet om goed of fout. Wat is jouw manier, en wat werkt voor jou?
Hou je de touwtjes strak in handen of durf je ze los te laten? Heb je controle in beide gevallen?
Durf je eerlijk naar jezelf te kijken en erop te vertrouwen dat de rest (het paard in dit geval) je volgt?
  “Het paard werkt als een spiegel, ben jij zeker van de koers die jij vaart, dan zal het paard jou zonder twijfel volgen”.
0 notes
softrevolutionoflove · 3 years ago
Link
Tumblr media
Ziek? Ik help jou of jouw kind! Ik ben transformational healer. Ik genees nu al jaren wereldwijd mensen  en dieren op afstand met Shamballah Multi-Dimensional Healing. Ik begon  mensen te genezen toen ik zelf nog een kind was. Als volwassene werkte  ik met verscheidene mentoren om mijn intuïtieve en spirituele gaven te  ondersteunen. Marthe Prenten —een beroemde Shamballah Master in Limburg—  heeft mij ingewijd in Shamballah Multi-Dimensional Healing. Deze vorm  van genezen vind ik het snelst en effectiefst. Omdat ik veel van  kinderen en paarden houd, steun ik via mijn website  https://softrevolutionoflove.org/ Paard Als Spiegel voor kinderen die  het moeilijk hebben. Voor een Shamballah genezing op afstand van je kind  of jezelf betaal je mij vooraf 70 euro. Geniet van de gratis  interviews: https://softrevolutionoflove.org/podcasts-luisterstukjes/ en  een fijne dag toegewenst. Liefs, Mir.  
0 notes
roksenroll-blog · 8 years ago
Text
Deel 6 Route naar en in Marrakesh
Maandag 13 maart  
Nou we zijn weer onderweg, we gaan steeds zuidelijker langs de kust naar beneden. Hebben van ochtend eerst brood gegeten en even later kwam een mannetje op de fiets nog een restant brood brengen wat op straat was gevallen. Er zat een gat in zijn tas en het was duidelijk dat er een aantal op de grond waren gevallen want die waren gekneusd. Ach een kniesoor die daar op let. We zijn tot nu toe niet ziek geworden, hopen dat het zo blijft. Onderweg zien we langzaam het landschap veranderen, de bomen worden kleiner en er zijn veel meer bremstruiken die heerlijk ruiken. Het is wel prachtig om te zien; tot aan de kustlijn worden er allerlei gewassen verbouwd. Wat ook opvalt is dat de aarde niet meer zo rood is maar geel en met veel stenen. De ezels zijn er nog wel maar je ziet nu veel meer paard en wagens op de weg. Op een bepaald stuk was het hartstikke druk met deze paard en wagens, het leek wel of we in Amish-land terecht gekomen waren. De wegen zijn hier ook speciaal voor gemaakt nml met een strook onverharde weg naast het asfalt. Zo lopen de paardjes in het zand en rijdt de wagen met een wiel op het asfalt dus de berijders zitten altijd scheef op hun wagen. Het waait erg hard vandaag en de zee is woest. We drinken koffie in het kustplaats, Lamaachate, met veel nieuwbouw en een prachtige boulevard. Wel grappig om te zien dat ze geprobeerd hebben om er wat moois van te maken maar het zand liet zich niet stoppen. De prachtige tegels waren bedekt met een dikke laag zand en je zag de stoepranden niet eens. Na 190 km met een gang van 60 km per uur omdat de wegen soms zo slecht waren dat je moest zigzaggen tussen de gaten komen we tegen 14.00 op de camping. Het ziet er vriendelijk uit en we komen in een plantage van Arganbomen te staan. We blijven hier 3 dagen dus het grote kleed leggen we neer de luifel gaat uit maar door de wind wappert hij wel. Dit is ook de eerste camping met een zwembad en Rob neemt een duik brrr erg koud dus. Ik duik onder de douche want de camping van gisteren had alleen koude douches; nou daar ga ik mijn haar niet wassen. Nog even onderuit met een boek en dan gaan we met elkaar naar het restaurant van de camping eten. Heel gezellig aangekleed met sfeerlichten en veel prullaria. De meeste campingrestaurants hebben tl-balken hangen. We krijgen een tajine van kip, wat een traditioneel eten hier is. Smaakt goed maar erg weinig. En we moesten onze eigen wijn mee nemen want ja hier wordt geen alcohol gedronken ja ja. En dan is het weer bedtijd. Morgen weer op pad met de bus, om 9.30 staat hij voor. 
Dinsdag 14 maart  
Het is stralend weer en de wind is weg. Precies om 9.30 rijden er 5 mini busjes de camping op het zijn ook nog nieuwe busjes. Met z’n achten passen we erin. Na een half uur rijden we Essaouira binnen. Het is een grote drukke stad met een hele grote Medina en een haven waar veel vissers hun vis brengen. We worden losgelaten en om 15.00 uur zullen de bussen weer klaar staan. We gaan eerst op terras koffie drinken en dan de Medina in. Wat is hier weer een hoop te kopen. Veel Afrikaanse kunst, zilverwerk, leer, kleden en natuurlijk kleding/schoenen ed. Het is weer een bonte verzameling. En weer bedelaars…  Zoveel zielige mensen die bedelen, je loopt erop leeg. Er was een vrouwtje zo krom als een hoepel en die kon ik niet weerstaan. We scoren een mooie bloes en geurblokjes van Amber en Musk die je overal voor kunt gebruiken. Na de lunch aan de haven met verschillende soorten vis gaan we op een ander terras uitbuiken. De wind is er weer en het voelt koud als je in de schaduw zit. Prachtig om naar de voorbijgangers te kijken. De mode is hier ook heel bijzonder. Behalve dat de vrouwen een hoofddoek dragen hebben ze ook djellaba aan alleen is deze van dat pluizige vlies gemaakt waarvan wij in Nederland kinderbadjasje maken. Zo van wit met roze harten of lichtblauw met donkerblauw ballen print. Voor we het weten moeten we weer naar de bus. Eenmaal op de camping alles uit en lekker in de zon bijkomen.
Woensdag 15 maart  
Een rustdag vandaag. Lekker luieren is er niet bij want iedereen is aan het wassen (dit is de laatste camping met wasmachine) en het huis moet schoon en fris. Eind van de ochtend komt onze ukelele-speelster bij Rob want ze willen samen wat liedjes instuderen voor de bonte avond. Om 16.00 is er een bijeenkomst voor een briefing over wat er de komende dagen te doen is en hoe we morgen naar Marrakesh rijden. Aansluitend is het jeu de boules en we eten gezamenlijk met een stel dat naast ons staat en dan is zo weer laat. 
Donderdag 16 maart  
We gaan weer op pad; pff het is wel een doe vakantie. Bij de uitgang van de camping staat een van de stellen met een politiebord, hij met pet en snor en Arabisch stopbord om ons te controleren. Ha, ha, dit komt door de belachelijke controles die de politie hier doet. Bij elk dorp dat je hier binnen/door rijdt staat een stopbord, 2 agenten én een spijkerketting over de weg. Dan moet je stoppen, wachten tot het handje wenkt om door te rijden. Goed opletten want het kan ook een pinkie zijn dat gebaart dat je door mag rijden. Tot nu toe is niemand van ons gecontroleerd: ik denk omdat we toeristen zijn. Het is hier op de weg extra goed opletten. Zo stond er een grote vrachtwagen midden op de weg met pech. Nou hier geen gevaren 3-hoek hoor, 4 stenen als een torentje en de bovenste had een rood mutsje op. Dat valt van een afstand echt niet te zien.
Je ziet te veel om op te noemen. Ook die schapen en geiten langs de weg. Wel handig want hier hoeft de gemeente de berm niet te maaien. En o ja, als een van die beest afdwaalt gewoon met een katapult of slinger een steen naar dat beest schieten.
We rijden langs een argan-notenboom met allemaal geiten er in. Zo’n stom gezicht. Dus stoppen en foto’s maken natuurlijk. Nou meneer de herder wilde wel wat hebben. Eerst wilde hij bier, toen een T-shirt, pen of bonbon. De leiding had al gezegd zeker geen bier te geven. Ze zijn het niet gewend en worden er ziek van. Nou een blikje Fanta dan. Hij was niet tevreden, er moest meer komen. Ok een pen er bij dan, want we hadden geen muntgeld meer. Oke dan, dat was goed. Bij de koffiestop in een onbewoond gebied kwamen schoolkinderen aangerend, Joost mag weten waar die vandaan kwamen maar in de wijde omtrek geen huis of school te zien. Bedelen natuurlijk dus wij wat knikkers en pennen gegeven. Ook nog wat boodschappen gedaan want we gaan straks de rimboe in. Rond 17.00 rolden we de camping op. Het laatste stuk door Marrakesh rijden was ook wel een dingetje. En zo is er weer een dag voorbij.
 Vrijdag 17 maart  
Er is er een jarig van het gezelschap dus weer hard en vals zingen met z’n allen. Dan om 10.00 uur in de bus op weg naar Marrakesh. Het is maar 15 min rijden en we worden bij het grote plein afgezet om weer om 14.00 opgehaald te worden. Wel makkelijk om zo
georganiseerd te gaan. En dan de soukh in; jeetje wat een handel. In die (7000) winkeltjes, zo groot als een bezemkast, hangt, ligt en staat hier weer van alles. Nu ga je steeds meer leer, lampen en spiegels zien. Hele vellen leer hangen er en in één dag kun je een jas laten maken. Rob ziet een colbert hangen die hij wel leuk vind maar de kleur is het nèt niet en het is wat stug leer. Nou je komt dan haast niet meer weg uit die winkel; wat een gedoe is dat zeg. Ze willen en moeten iets aan je verkopen. Ik kan er niet zo goed tegen; zo opdringerig, dat stuit mij tegen de borst. Maar ja je weet dat het hier zo in elkaar zit. En dan weer die eindeloze rij bedelaars. Wat een verschil met Griekenland. Na een tijd rondlopen gaan we, moe en hongerig, op een terras zitten. Als we net klaar zijn begint weer dat gejammer van de imam vanaf de minaret van de moskee. Ineens worden er dranghekken gezet en allemaal matten uitgerold en een hele kudde mannen komt eraan. Hun schoenen gaan uit voor de mat en zij op de mat en buigen en buigen dit gaat zo 45 min door. Als ze klaar zijn worden de matten en hekken weer weg gehaald en gaat het leven weer door. Nou dit was wel een aparte ervaring. Rond 14.30 zijn we weer bij de camper even de ervaringen laten zakken en onderuit. ’s Avonds gaan we uit eten met een folklore show erbij. We komen in een soort 1000 en 1-nachtachtige omgeving met Alibaba’s schatkamer en grote ronde kobalt kleurige tenten waar prachtig met wit linnen ronde tafels (10 p.) gedekt staan. Eerst gaan we eten, grote ronde zilveren schalen met z’n hoge puntdeksel komen op tafel met soep, lam in stukken gesneden (één tafel had de kop erbij liggen) dan z’n schaal met couscous en groenten met aansluitend een berg fruit. Het was heel luxe allemaal en zelfs wijn konden we krijgen. Tijdens het eten kwamen er verschillende muziek- en dansgroepen langs de tafels. Ik denk dat dit de verschillende stammen(met hun muziek en dans) waren. Na het diner gingen we naar buiten om rond een arena te gaan zitten. Hier weer een muziek- en lichtshow met paarden, buikdanseres en vuurwerk. De ruiters deden allerlei kunstjes op en naast het paard en schoten met ouderwetse musketten in de lucht. Het was echt de moeite waard om dit te zien. Natuurlijk voor de toeristen opgezet maar zo hoorde je wel de verschillende muziek uit de historie. Na 24.00 rolden we ons bed in.
 Zaterdag 18 maart
Er is er weer een jarig. Vandaag gaan we met een gids naar het Badia-paleis van een 1e minister uit vroeger tijd. Deze man was o.a. getrouwd met de dochter van de koning en had nog 3 andere vrouwen plus een goed gevulde harem. Weer prachtig mozaïek en veel houten plafond die helemaal beschilderd waren. De gids vertelde heel leuk over de geschiedenis van zijn land en dat tegenwoordig de wetten voor meerdere vrouwen veranderd is. Daarna gaan naar de tuinen van Majorelle die door Yves Saint Laurent -blijkt een Marokkaanse Jood te zijn dus helemaal geen Fransman- en zijn partner Pierre Bergé zijn gekocht. Zo prachtig allemaal met bijzondere planten en cactussen en een Majorelle-blauw(kobalt) huis op het terrein. Hij heeft het nagelaten aan zijn partner die nu de helft van de opbrengst van de kaartverkoop aan de Joodse gemeenschap geeft. Toen was het tijd om koffie te drinken. Ergens boven op een dakterras midden in de stad. Daarna werden we los gelaten en zijn uitgewaaierd over het plein en de soukh. Om 15.00 de bus weer terug naar de camper want ’s avonds gingen we weer met elkaar uiteten.
Nou, nou, ’s avond dat plein over, wat een gekkigheid was dat! Afgeladen met mensen die aapjes op je schouder zetten, slangen bezweerders, henna-schilders, verhalen vertellers, muzikanten, acrobaten, dames op een kruk met een schaal koekjes, handelaartjes met papieren zakdoekjes, losse sigaretten, kinderspeeltjes, tasjes, personenweegschaal op matje om jezelf te wegen, mannen met tandpasta en dotten watten om je tanden te poetsen, schoenenpoetsers en daar tussendoor lopen zwarte manen uit Senegal en Mali met horloges, kettingen, sjaals, mobieltjes kort om: te veel om op te noemen. En dan heb ik het nog niet eens over de vele eettentjes die daar allemaal staan met tafeltjes en bankjes waar de gekookte schapenkoppen klaar liggen voor consumptie. Toen de groep in het restaurant zat waren we allemaal onder de indruk. Na het eten weer over dat plein om naar de bus te gaan. Zoiets heb ik nog nooit bij elkaar gezien, het komt ook wel bedreigend over. Je komt ogen te kort en je houdt je persoonlijke bezitting stijf tegen je aangedrukt want ook de vingervlugge zakkenrollers en bedelaars lopen daar rond.
 Zondag 19 maart.
Vandaag is er voor een deel van de groep een mogelijkheid om een kookles te volgen. Wij doen dat niet maar tegen 11.00 uur worden we, samen met twee medereizigers, nu aan de andere kant van de soukh ‘s afgezet. Dan denk je dat je alles wel gezien hebt maar dit is toch een hele andere soort soukh. Het lijkt dat er hier veel meer mensen zijn die hun eigen spullen maken. Veel handwerkmensen en wol- en zijdeververs, houtsnijders, slotenmakers, smeden, tassen- en schoenmakers. Nadat we al de boodschappen van ons lijstje te pakken hebben zakken we af naar het Djemaa el Fna-plein waar we, in een terrassenrestaurant op de tweede verdieping, lekker lunchen. Daarna nog even een rondje plein en richting het ophaalpunt. Omdat we even te vroeg zijn strijken we neer in het restaurantje op de hoek van het ophaalpunt en bestellen nog even een bakkie koffie. Dan klapt de hemel open en begint het heel hard te regenen. “goed voor het gewas” zouden we zeggen maar het is hier niet zo agrarisch dus “ goed tegen het stof” dan maar.
Op de camping is het op sommige plaatsen alsof de medereizigers een zwembadje voor de deur hebben. Onze spullen zijn door de ass. reisbegeleider, heel lief, ingeklapt (stoelen) en opgevouwen(wasgoed). Het linnen en ons kleed bij hem in de camper, de stoelen en tafel er onder. Mooie service hoor. Voldaan zetten we het water op voor een koppie thee en delen de handel uit. Allemaal tevreden gezichten dus mooi meegenomen..
0 notes
softrevolutionoflove · 3 years ago
Photo
Tumblr media
Ziek? Ik help jou! Ik ben transformational healer. Ik genees nu al jaren wereldwijd mensen en dieren op afstand met Shamballah Multi-Dimensional Healing. Ik begon mensen te genezen toen ik zelf nog een kind was. Als volwassene werkte ik met verscheidene mentoren om mijn intuïtieve en spirituele gaven te ondersteunen. Marthe Prenten —een beroemde Shamballah Master in Limburg— heeft mij ingewijd in Shamballah Multi-Dimensional Healing. Deze vorm van genezen vind ik het snelst en effectiefst. Omdat ik veel van kinderen en paarden houd, steun ik via mijn website https://softrevolutionoflove.org/ Paard Als Spiegel voor kinderen die het moeilijk hebben. Voor een Shamballah genezing op afstand van je kind of jezelf betaal je mij vooraf 70 euro. Geniet van de gratis interviews: https://softrevolutionoflove.org/podcasts-luisterstukjes/ en een fijne dag toegewenst. Liefs, Mir.  
0 notes