#Koninkrijk Holland
Explore tagged Tumblr posts
Text
Parijs als middelpunt van de wereld in 1867
Nu Parijs zich voorbereidt op de Olympische Spelen – een enigszins betaalbare hotelkamer lijkt voorlopig niet te krijgen – is het misschien aardig terug te kijken naar eerdere evenementen waarbij Parijs zich het hart van de wereld kon voelen, zoals de acht Wereldtentoonstellingen die de Franse hoofdstad herbergde tussen 1855 en 1937. En dan in het bijzonder naar die van 1867, waaraan de Franse…
View On WordPress
#1867#Édouard Vasseur#Billancourt#Bismarck#Bisson#Bonaparte#Bourbet#Champ de Mars#Charles Porion#Commune#Crystal Palace#Eiffeltoren#Gare d&039;Orsay#Grand Palais#Haussmann#Koninkrijk Holland#Krim#Lodewijk Napoleon#Manet#Napoleon III#Olympische spelen#Opéra Garnier#Parijs#Pierre Lanith Petit#Pruissen#Rossini#Second Empire#tsaar Aleksandr II#Victor Hugo#Wereldtentoonstelling
1 note
·
View note
Text
Philip the Fair (Philip the Handsome), Lord of the Netherlands. By Louis Gallait.
#louis gallait#haus habsburg#the netherlands#Koninkrijk der Nederlanden#Koninkrijk België#Royaume de Belgique#kingdom of belgium#Philip the Handsome#Lord of the Netherlands#duke of burgundy#king of castile#king of leon#duke of brabant#duke of limburg#count of artois#count of holland#count of flanders#count of zeeland#full length portrait#house of habsburg#monarquía española#reyes de españa#rey de castilla#casa de austria#felipe i#felipe el hermoso#full-length portrait#bourgogne#comte de flandre#duc de brabant
15 notes
·
View notes
Text
Stena Line Hook of Holland - Harwich
#phoneography#mobiele telefoon fotografie#mobile phone photography#smartphoneography#smartphone fotografie#smartphone photography#Stena Line#Stena Hollandica#Sten Britannica#Hollandica#Britannica#Stena#ferry#veerboot#boat#travel#reizen#reisen#travel photography#reisfotografie#Noordzee#North Sea#Netherlands#The Netherlands#Holland#Engeland#Groot Brittannië#Verenigd Koninkrijk#boot
1 note
·
View note
Photo
Donderdagavond vaar ik met dit lelijke strijkijzer van Hoek van Holland naar Harwich. En dan twee weekjes toeren met de dikkke brommer in het Verenigd Koninkrijk.
0 notes
Text
Lenssens in dienst van Napoleon
In de Franse tijd (ook wel Bataafs-Franse tijd) verkeert Nederland onder zware Franse invloed: eerst als de Bataafse Republiek (1795-1806), daarna als het Koninkrijk Holland met Lodewijk Napoleon, de broer van Napoleon Bonaparte, op de troon (1806-1810) en ten slotte ingelijfd in het keizerrijk van Napoleon Bonaparte (1810-1813).
De Bataafse Republiek kent een leger van ongeveer 34.000 man. Het bestaat voor een deel uit oud-militairen van het Staatse leger (het leger van de Republiek der Verenigde Nederlanden). Wie niet wil dienen onder Frans gezag verlaat de dienst of gaat met pensioen. Daarnaast worden nog eens zo’n 25.000 Franse militairen in Nederland gestationeerd. Dit aantal slinkt na korte tijd tot 8.000 man. Het Bataafse leger neemt aan verschillende militaire acties van de Fransen deel. In 1805 vermindert het Nederlands bestuur het Nederlandse deel van het leger tot 22.000 man en formeert het een elitekorps van 1.350 man. Koning Lodewijk Napoleon (1806-1810) breidt het elitekorps uit tot 7.000 man, maar het totale leger blijft 22.000 man tellen. Na de inlijving van Nederland bij Frankrijk in 1811 gaat het Nederlandse leger op in het Franse en wordt voor de Nederlanders de militaire dienstplicht ingevoerd door middel van loten.
Wie dan niet wil dienen kan een remplaçant benoemen, maar arme lieden die geen vervanger kunnen bekostigen, moeten zelf het leger in. Zo’n vervanger is ontzettend duur, waarbij je moet denken aan een jaarsalaris van een arbeider. Zo vervullen ongeveer 28.000 Nederlanders in de periode 1811-1813 hun dienstplicht in het Franse leger. De helft hiervan behoort tot de Grande Armée, waarmee Napoleon in 1812 Rusland binnenvalt met 300.000 soldaten. Daarvan keert het grootste deel niet meer naar huis terug. Velen zijn gedeserteerd of gesneuveld; een enkeling blijft achter in Rusland. Voor de terugtocht uit Rusland roept Napoleon mannen op uit de gegoede stand: ruiters die paard en uitrusting zelf moeten bekostigen. Dit zijn de Gardes d’ honneur. Vervanging is bij deze oproep niet mogelijk. De verplichte militaire dienst wordt in Nederland dus voor het eerst in de Franse tijd in 1811 ingevoerd en heet conscriptie. Vanaf die tijd bestaat het leger uit beroepsmilitairen en dienstplichtigen. Alle mannen die de leeftijd van twintig jaar bereikt hebben, zijn in principe dienstplichtig. Degenen die ingeloot worden, kunnen een plaatsvervanger aanstellen, maar voor de meeste ingelote soldaten geldt een gedwongen bestaan in het leger.
Zoektocht naar de soldaten Lenssen
Grote kans dus dat er ook leden van de familie Lenssen gediend hebben in het Franse leger. Het antwoord is te vinden in de database Nederlandse militairen in het leger van Napoleon, aangeboden door het Nederlands Instituut voor Militaire Historie (NIHM), bevat de namen van circa 53.000 Nederlandse jongemannen die tussen 1797 en 1814 onder de Franse vlag gestreden hebben. Deze database is nauwgezet samengesteld door de heer W. Oteman met gegevens uit de stamboeken en officiersdossiers aanwezig bij de Service historique de la Défense (SHD), in het Château de Vincennes nabij Parijs. Zoeken op de naam Lenssen bracht me in eerste instantie niet veel verder. Ik vond alleen een Jean Lenssen uit Voirsbeek (dit zal waarschijnlijk wel Oirsbeek zijn) maar zijn ouders heb ik niet in mijn stamboom staan. Grote kans dat ze wel op een of andere manier gerelateerd zijn aan mijn voorouders maar op dit moment weet ik nog niet hoe de vork dan precies in de steel zit. Jean Theodore Lensen Bij het zoeken op ‘Lensen’ had ik wel een match. Ik vond ‘Jean Theodore Lensen’ . Eigenlijk was zijn naam Jan Theodore maar voornamen werden vaak verfranst. Iets om rekening mee te houden tijdens een zoektocht. Jan oftewel Jean geboren in 1791 had gediend bij het 85e Regiment Infanterie van Linie. Hij was een zoon van Joannes Theodorus Lenssen die getrouwd was met Maria Josepha Kleinjans. Joannes Theodorus was een oudere broer van mijn directe voorouder Gabriel (1770-1837). In het detailscherm van soldaat Jean staat een inventarisnummer bij de SHD vermeld en een stamboeknummer. In zijn geval is dit 21Yc661 en stamboeknummer 11830. Via dit inventarisnummer en stamboeknummer kun je verder zoeken via Mémoire des hommes of zoals ik in eerste instantie gedaan had via Matricules Napoléoniens 1802-1815/Série. Hier kun je interessante extra informatie in de originele stamboeken vinden zoals bijvoorbeeld uiterlijke kenmerken.
Zo las ik dat Jean 1 meter en 58? cm groot was. Hij had een lang gezicht met een hoog voorhoofd. Zijn huid was bleek en pokdalig. Hij had grijze ogen, een platte neus en een grote mond. Zijn kin was rond. Hij was in 1811 in dienst gekomen en op 27 februari 1813 bij het 85e régiment d'infanterie de ligne ingedeeld als fuselier. Oftewel hij was een infanterist.
Bron: John R. Elting, Napoleonic uniforms volume I (Ontario 1993)
Volgens Wikipedia is het regiment, in de tijd dat Jean er deel van uitmaakte aanwezig geweest bij campagnes in Duitsland (1813) (veldslagen bij Pirna, Kulm en Dresden, veldslag bij Laon in 1814 gewonnen door een Russisch-Pruisisch coalitieleger, Parijs (1814) én Waterloo (1815). Jean heeft zich in ieder geval goed gebukt want op 21 juli 1819 werd hij uitgeschreven als militair en werd weer gewoon Jan. Misschien wel een post traumatische stress syndroom rijker. Wat ik overigens niet begrijp is waarom Jean/Jan tot 1819 in het Franse leger bleef want Limburg werd vanaf 1814, na de nederlaag van Napoleon, bij de rest van Nederland gevoegd. Was hij plichtsbewust en wilde hij zijn contract uitdienen of had hij gewoon een goede boterhamen wilde hij graag blijven? Verder zoeken Daarna de database van de NIHM nog wat beter bestudeerd want echt tevreden over mijn zoekvangst was ik nog niet. De helpfunctie bood uitkomst en vertelde me o.a.: Zoeken op naam werkt het best. Gebruik het $-teken vóór een zoekterm om alle woordvariaties te vinden (‘$Keizer’ levert ook treffers als ‘Keijzer’ en ‘Keyzer’ ). De zoekterm $Lenssen leverde inderdaad meer hits op maar geen nieuwe resultaten. $Lensen en $Lenzen leverde wel nog andere hits op maar ook geen echte resultaten. Ook zoekend op de plaatsnamen 'Oirsbeek', 'Doenrade' en 'Merkelbeek' leverde niets extra’s op. Behalve dat onze soldaat Jean in hetzelfde regiment zat als zijn dorpsgenoot Jean Leonard Meels. Wellicht mijmerden ze vaak samen over hun dorp Merkelbeek en het thuisfront. Zoekend op ‘Oirsbeek’ in het vrije veld leerde me dat er nog meer jongens uit het kanton Oirsbeek ingedeeld waren bij het 85e régiment d'infanterie de ligne. Net als Jean allemaal geboren rond de jaren 1788 t/m 1792 en afkomstig uit Schinnen, Hoensbroek, Schinveld, Geleen, Nuth en Brunssum. Hij was dus niet de enige Limburger en kon regelmatig plat kallen denk ik. Maar al met al viel het aantal Lenssens in de Franse krijgsmacht mee of tegen. Het is maar hoe je het bekijkt.
Bronnen
Militairen in de Franse tijd tussen 1795 en 1813
Lotelingen in het Franse leger van Napoleon
Wegwijs: Nederlandse militairen in het leger van Napoleon
Praktijkervaring met Napoleontische uniformen: onderscheidingstekens [Legermuseum]
Matricules Napoléoniens 1802-1815/Série
Nederland Militairen in het leger van Napoleon
85e régiment d'infanterie de ligne, 26 décembre 1812-28 avril 1813 (matricules 11 400 à 13 199) / SHD/GR 21 YC 661
Wikipedia – 85e Régiment d’infanterie de Ligne
Militaire voorouders [CGB]
2 notes
·
View notes
Photo
Acht taferelen uit het Hollandse leven, 19??, Museum of the Netherlands
In zeven cartouches zijn kleine anekdotische taferelen en typen getekend die betrekking hebben op facetten van het leven in Nederland, zoals de Scheveningse visser, een melkmeisje en een zeeman. Naast het wapen van het Koninkrijk Holland zijn trofeeën van gereedschappen met betrekking tot het landleven en tot de kunst getekend. De onderrand is gevuld met een Hollands ijsgezicht.
http://hdl.handle.net/10934/RM0001.COLLECT.358255
5 notes
·
View notes
Note
I'm going to defend my language!
In Polish we call The Netherlands "Holandia", true, but only because I guess we're lazy - we'd literally need to call it by a translation of Koninkrijk der Nederlanden. "Niderlandy" (~Nederlanden, I need to use plural 🤷♀️) refer to historical region. WE'RE BETTER AT HISTORY THAN AT PRESENCE WHAT THE HELL
Anyway, language is officially "niderlandzki" but many people call it "holenderski" [*].
I'm sorry, The Netherlands. But as a consolation prize, whenever someone calls the language "holenderski" instead of "niderlandzki", I start to speak to them with these few little differences I'm aware of that are present in Holland dialects. I try to defend you, okay? 🧡
I'll accept it 😘❤️
2 notes
·
View notes
Text
Huis te Volgelenzang
Het Huis te Vogelenzang is een kasteel en landgoed in het Nederlandse dorp Vogelenzang in Noord-Holland. Het huidige gebouw dateert uit de 17e en 18e eeuw.
In de 11e eeuw bestond er al een grafelijk huis in Vogelenzang, gebouwd door graaf Floris II. Graaf Floris V liet er in de 13e eeuw het jachtslot De Voghelsanck bouwen. In 1610 koopt de Amsterdamse goudsmid Cornelis Reijersz het kasteelterrein
Hij verkoopt het in 1627 aan Jacob Jacobsz. de Jongh. Van het oorspronkelijke kasteel rest dan nog slechts een heuvel. De Jongh laat op deze heuvel een nieuwe hofstede bouwen. Via diverse eigenaren komt het in bezit van Bartolomeo Andrioli. Diens weduwe verkoopt in 1757 het landgoed aan Jan van Marselis sr., waarna zijn zoon Jan van Marselis jr. het landgoed in 1776 erft en begint met de aanleg van een park.
Twee jaar later wordt door Marselis het naastgelegen landhuis Teylingerbosch aangekocht, waarna hij een landschapstuin laat aanleggen die beide landgoederen omvat, naar een ontwerp van Johann Georg Michael. Het huis Vogelenzang heeft in de 2e helft van de 18e eeuw tevens een verbouwing ondergaan in Hollands classicistische stijl.
Het geslacht Barnaart
In 1807 koopt Willem Barnaart het landgoed voor een extreem hoog bedrag (134.000 gulden).
De bewezen stamreeks begint met Willem Barnard (circa 1560-1626) die, afkomstig uit het West-Vlaamse Menden zich in 1591 als kistenmaker in Haarlem vestigde. Een nakomeling van hem,
De Barnaarts zijn van oorsprong eenvoudige handwerklieden uit het Vlaamse Menen en vestigen zich in Haarlem waar zij tot de allerrijksten van de stad gaan behoren, mede dankzij activiteiten in garen en banden.
Willem Philip Barnaart werd door keizer Napoleon in 1813 tot chevalier de l’Empire werd benoemd. Deze titel werd echter in het Koninkrijk der Nederlanden niet erkend. In 1817 besloot koning Willem I hem vanwege zijn verdiensten voor het Koninkrijk te verheffen in de Nederlandse adel en noemt hij zich jonkheer.
Tijdens de Franse overheersing bouwt hij tussen 1803 en 1808 Huis Barnaart aan de Nieuwe Gracht te Haarlem. Dit huis geldt nog altijd als een van de belangrijkste empire-interieurs van ons land en is recent door de huidige eigenaar (monumentenvereniging Hendrick de Keijser) voorbeeldig gerestaureerd. Deze Barnaart bezat overigens ook de uitgestrekte heerlijkheid Bergen en vele grondposities in Zandvoort. het was tussen 1880 en 1940 de ambtswoning van de commissaris van de Koning(in) van de provincie Noord-Holland (1880-1940).
De tuin is begin 19e eeuw waarschijnlijk nog door J.D. Zocher sr. verder aangepast. Begin 20e eeuw neemt tuinarchitect Hendrik Copijn de tuin nogmaals onder handen.
Er vonden diverse activiteiten plaats op het landgoed. Zo vierde in 1892 het Leger des Heils het eerste lustrum in aanwezigheid van oprichter William Booth en in 1937 vond hier de vijfde Wereldjamboree plaats, waar 30.000 padvinders en verkenners uit 56 landen aan deelnamen. Samen met oprichter Baden-Powell opende koningin Wilhelmina deze internationale samenkomst, die tien dagen duurde. Een gedenkplaats, bestaande uit drie rechtopstaande biezen bij de ingang van het Huis Teylingerbosch herinnert nog aan dit evenement.
De sinds 1955 aanwezige camping op Vogelenzang is bij Amsterdammers en Haarlemmers bekend en is er nog steeds.
In de Tweede Wereldoorlog werd in Vogelenzang een lanceerinstallatie voor de V1-raket aangelegd en ook bij Huis te Vogelenzang werden voorbereidingen getroffen voor de bouw van een installatie. Op 29 maart 1945 trokken de Duitse troepen zich terug, waarbij ze de startbanen voor de V1’s opbliezen. Ook de startbaan op landgoed Vogelenzang werd opgeblazen, hetgeen voor schade aan zowel het huis als de omgeving zorgde.
Het landhuis wordt anno 2019 bewoond door nazaten van Willem Barnaart. Het landgoed is opengesteld voor wandelaars. Het huis is een rijksmonument en maakt – samen met tuin, het park, bijgebouwen, tuinonderdelen en het landhuis Teylingerbosch - onderdeel uit van het rijksmonument Historische Buitenplaats Huis te Vogelenzang.
De familie Barnaart heeft een eeuwigdurend recht om zand te winnen in het Duin. Een van de vrouwelijke familieleden, haalt daarom nog regelmatig een zak zand om dit recht in stand te houden.
Teylingerbosch
Het huis bestond vermoedelijk al in de middeleeuwen.
In 1621 werd het omschreven als 'een schone hofstede, gelegen an den Vogelensanc, in den ban Vogelensanc, met huijs, schuur, berg, boomgaerden, soo t selve in t vierkant in zijn wallen en grachten met twee ophalende bruggen gelegen is'.
De naam Teylingerbosch kreeg de hofstede naast Huis te Vogelenzang pas na aankoop door jhr. Barthoud van Teylingen in 1627.
In 1778 wordt de hofstede door Jan van Marselis jr gekocht en bij het Huis te Vogelenzang gevoegd.
Bewoners
1627 - jhr. Barthoud van Teylingen
1778 - Jan van Marselis jr.
Jan (van Marselis) Hartsinck (1759-1823) heer van Zandvoort.
Jean Henri van Marselis Hartsinck (Amsterdam 17 april 1821 - Nunspeet 25 dec. 1877) Burgemeester van Boskoop, 1871-1875, burgemeester van Ermelo 1875-1877. Hij voegt het eeuwenoude Teylingerbosch samen met het huis te Vogelenzang.
25-6-2021
3 notes
·
View notes
Photo
Jean-Baptiste Dumonceau
Jean-Baptiste werd geboren op 7 november 1760 in Brussel, België, wat toentertijd nog de Zuidelijke Nederlanden werd genoemd. Dumonceau was een generaal in dienst van de Bataafse republiek, Koninkrijk Holland, Franse keizerrijk en werd uiteindelijk adjudant van koning Willem I van het huidige verenigd koninkrijk der Nederlanden.
Jean-Baptiste studeerde architectuur in Rome tot de Brabantse revolutie uitbrak. Deze gebeurtenis vond plaats in 1789, hetzelfde jaar waarin de Franse revolutie uitbrak. Jean keerde terug naar zijn geboorteland en werd kapitein van een vrijwilligerseenheid. De opstand van de Belgen tegen hun Oostenrijkse gezag faalde waardoor Jean naar Frankrijk vluchtte.
Rond het einde van 1793 werd Jean gepromoveerd tot brigadegeneraal en was zelfs betrokken bij het bedenken van de plannen voor de invasie van Nederland in 1795 door de Fransen. Deze invasie was succesvol voor de Fransen en dit betekende dan ook het einde van de republiek der zeven verenigde Nederlanden. Vanaf 1795 is Nederland nooit meer een onafhankelijke republiek geweest.
Na het succes van de invasie, werd Jean gepromoveerd tot luitenant-generaal en ging hij in dienst van de nieuw gevormde Bataafse republiek. Ook al bleef Nederland 'onafhankelijk' op papier, het feit was dat Nederland een Franse vazalstaat was geworden. In 1799 nam Jean deel aan de slag bij Bergen tijdens de Brits-Russische invasie van Noord-Holland. Deze invasie kostte mijn voorouder zijn leven maar Jean overleefde het, helaas niet heelhuids hij raakte gewond.
In 1806 vond er een radicale politieke verandering plaats in Nederland. Het Bataafse republiek hield op met bestaan en Nederland kreeg haar eerste koning, Lodewijk Bonaparte, de jongere broer van keizer Napoleon. Jean-Baptiste werd benoemd tot adviseur van Lodewijk en diende ook als ambassadeur van het koninkrijk Holland in Parijs. De Britten deden opnieuw een inval in 1809, dit keer in Zeeland. Ook deze Engelse invasie mislukte, mede dankzij de Nederlandse verdediging die onder het bevel stond van Jean-Baptiste.
Verder nam Jean-Baptiste ook nog deel aan de slag bij Kulm en de slag bij Dresden in 1813. Jean raakte gewond tijdens de laatst genoemde slag en capituleerde. Hij werd een krijgsgevangene en verbleef in de Bohemen tot de eerste val van Napoleon. Ook al keerde Napoleon terug naar Parijs na zijn eerste verbanning, Jean deed geen poging om weer in dienst te gaan van de grandé armée. Jean heeft tijdens de laatste 100 dagen van Napoleon en de slag bij Waterloo geen rol gespeeld.
Uiteindelijk werd Jean een adjudant van de eerste Nederlandse koning, Willem I van Oranje. Hij werd lid van de tweede kamer en was actief bezig in de politiek tot zijn dood op 29 december 1821. Tijdens Jeans zeer actieve militaire dienst werd hij meerdere malen beloond met diverse titels zoals: vernoeming tot graaf van Bergenduin door Napoleon Bonaparte en Lodewijk Bonaparte, grootofficier van de la Légion d'honneur (de belangrijkste Franse onderscheiding), nog eens de titel van graaf door Willem I (dit keer overdraagbaar naar zijn kinderen) en een grootkruis van de orde van de Unie en orde van de Reünie.
Het is interessant om te zien hoe Jean, geboren in het huidige België, eerst de Zuidelijke Nederlanden loyaal was, zich vervolgens achter de Franse revolutie schaarde, daarna loyaal werd aan de Bataafse Republiek, vervolgens diende onder koning Lodewijk Bonaparte, daarna vocht onder keizer Napoleon Bonaparte en dan ook nog eens adjudant werd van Willem I van Oranje.
Hier zijn afbeeldingen van: Portret van Jean-Baptiste door Willem van Senus, 1805. Nog een portret van Jean-Baptise maar de maker is onbekend. Een map van de Bataafse republiek.
6 notes
·
View notes
Photo
¿Holanda o Países Bajos? Ámsterdam es la ciudad capital del Reino de los Países Bajos, el cual es el verdadero nombre de este país que se encuentra en el noroeste de el continente europeo y que su nombre en neerlandés es “Her Koninkrijk der Nederlanden” o simplemente “Nederland” que se traduciría al español como Países Bajos. El nombre de Países Bajos es debido a que su territorio se encuentra al nivel del mar o por debajo de este, causando que el gobierno de esta nación siempre tenga que diseñar nuevas estrategias para proteger su territorio de inundaciones. El Reino de los Países bajos se compone de cuatro partes, la primera es el territorio europeo que todos conocemos, y las otras tres son territorios de ultramar que se encuentran en el mar Caribe y que son denominadas como las Antillas Neerlandesas; las cuales son las islas de Aruba, Curazao y Sint Maarten. El nombre Holanda viene de las dos provincias más prosperas de los Países Bajos, en total el país tiene doce provincias pero las más destacadas en economía durante la historia de este territorio siempre fueron las de Holanda Meridional y Holanda Septentrional; es por ello que los comerciantes y distintos nobles que visitaban a este reino comenzaron a llamarlo Holanda en referencia a sus regiones más prosperas. www.unavidadeviajero.com #aroundtheworld #wheretonext #fotodeldia #photography #happy #viajesporelmundo #viajerofrecuente #passportready #seetheworld #shareyourlife #me #lifestyle #travelbug #adventure #wanderlust #worldtraveler #lovetotravel #couchsurfing #amsterdam #holand #holanda #holland #paisesbajos #netherlands #visitamsterdam #iamsterdam (en Capitale des Pays-Bas) https://www.instagram.com/p/B9M9UJAAmC3/?igshid=c2lysgihmw23
#aroundtheworld#wheretonext#fotodeldia#photography#happy#viajesporelmundo#viajerofrecuente#passportready#seetheworld#shareyourlife#me#lifestyle#travelbug#adventure#wanderlust#worldtraveler#lovetotravel#couchsurfing#amsterdam#holand#holanda#holland#paisesbajos#netherlands#visitamsterdam#iamsterdam
1 note
·
View note
Text
Recordaantal toeristen boekt overnachting in Nederland
Nederlandse hotels, campings, huisjesterreinen en groepsaccommodaties ontvingen 14,6 miljoen gasten in het derde kwartaal van 2022. Dat is 15 procent meer dan in dezelfde periode een jaar eerder, en 4 procent meer dan in 2019. Dit jaar telde tot nu toe het hoogste aantal gasten in het derde kwartaal. De stijging ten opzichte van 2021 komt vooral door een toename van buitenlandse gasten. Dat meldt het CBS op basis van nieuwe cijfers. Nederlandse hotels, campings, huisjesterreinen en groepsaccommodaties ontvingen 14,6 miljoen gasten in het derde kwartaal van 2022. Dat is 15 procent meer dan in dezelfde periode een jaar eerder, en 4 procent meer dan in 2019. Dit jaar telde tot nu toe het hoogste aantal gasten in het derde kwartaal. De stijging ten opzichte van 2021 komt vooral door een toename van buitenlandse gasten. Dat meldt het CBS op basis van nieuwe cijfers.In het derde kwartaal van 2022 verbleven 5,4 miljoen buitenlandse toeristen in de Nederlandse accommodaties, een verdubbeling in vergelijking met coronajaar 2021. Het aantal buitenlandse gasten is echter nog niet op het niveau van 2019, het jaar vóór de coronapandemie. Het aantal Nederlandse gasten nam met 8 procent af naar 9,2 miljoen.In totaal boekten toeristen in het derde kwartaal van dit jaar in 49,7 miljoen overnachtingen, een stijging van 7 procent in vergelijking met dezelfde periode een jaar eerder. Ruim twee keer zo veel buitenlandse hotelgasten Zowel bij hotels, campings als groepsaccommodaties was het aantal toeristen in het derde kwartaal van 2022 hoger dan een jaar eerder. Hotels ontvingen 8,6 miljoen gasten, 27 procent meer dan een jaar eerder. Deze stijging komt vrijwel uitsluitend door een ruime verdubbeling van het aantal buitenlandse gasten. Het aantal Nederlandse gasten daalde licht. Groepsaccommodaties kregen 528 duizend gasten. Ook hier was het aantal buitenlandse gasten ruim twee keer zo groot als in 2021. Bij de campings en huisjesterreinen nam het aantal buitenlandse gasten met ongeveer 80 procent toe. Campings en de huisjesterreinen ontvingen in vergelijking met vorig jaar minder Nederlandse gasten. Bij de huisjesterreinen nam het aantal Nederlandse gasten het meest af, met 18 procent naar 2 miljoen. Vooral meer gasten uit Verenigd Koninkrijk De meeste buitenlandse gasten komen uit Duitsland, bijna 2,2 miljoen. Daarnaast komen veel gasten uit België (714 duizend). In vergelijking met het derde kwartaal van 2021 is het aantal gasten uit het Verenigd Koninkrijk het meest toegenomen (naar 464 duizend). Van de intercontinentale gasten komen de meeste uit Amerika (524 duizend). Meer hotelgasten in grote steden De hotels in de vier grote steden ontvingen in het derde kwartaal van 2022 meer toeristen dan een jaar ervoor. De toename loopt uiteen van 25 procent in Utrecht tot 88 procent in Amsterdam. Dit komt voor een groot deel door een stijging van het aantal buitenlandse gasten in hotels. In Amsterdam nam dit aantal het meest toe, met 130 procent naar ruim��1,6 miljoen. Hiermee is het aantal buitenlandse gasten in de Amsterdamse hotels nog niet op het niveau van 2019 (2 miljoen). Grootste toename in Noord-Holland In Noord-Holland nam het aantal gasten in het derde kwartaal van 2021 met 57 procent relatief het meest toe in vergelijking met het derde kwartaal van een jaar eerder. Dit kwam voor een deel door de toename van gasten in Amsterdam. Zuid-Holland en Noord-Brabant zagen een stijging van 10 procent of meer. In Overijssel, Gelderland en Zeeland daalde het aantal gasten. Dit zijn provincies waar over het algemeen Nederlandse gasten verblijven. Noord-Holland telde het hoogste aantal gasten, 4 miljoen. Hierna komen Zuid-Holland en Noord-Brabant met respectievelijk 1,8 en 1,5 miljoen gasten. Bron: CBS Read the full article
0 notes
Text
Hollands Kroon herdenkt op 4 mei
Regionieuws: 'Hollands Kroon herdenkt op 4 mei'
HOLLANDS KROON – Op woensdag 4 mei herdenken we alle inwoners en militairen, die in het Koninkrijk der Nederlanden of waar ook ter wereld zijn omgekomen sinds het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog, in oorlogssituaties en bij vredesoperaties. In Hollands Kroon worden vijf herdenkingsbijeenkomsten georganiseerd. U bent van harte welkom deze herdenkingen bij te wonen. De programma’s van de…
View On WordPress
0 notes
Text
Draagvlak
Covid19/30
Het virus en de ziekte Covid-19 zet Nederland en de wereld ernstig op zijn kop. Ruim 6000 doden in Nederland en 800.000 doden wereldwijd, dat is geen kleinigheid. De ziekte is in Nederland misschien onder de knie, maar wereldwijd nog lang niet. Uit data blijkt dat het aantal doden in procenten van het aantal bevestigde besmettingen hoog is zoals meer dan 12% in Belgie en Engeland.
In Nederland lijkt het erop dat steeds meer burgers genoeg gezond verstand vertonen en daarmee helpen voorkomen dat het virus zich onnodig verder verspreidt. Maar er zijn ook brandhaarden zoals bij mensen thuis en in drukke winkelstraten in grote steden. Ook worden ouderen steeds meer – terecht – gescheiden van jongeren want besmettingen bij ouderen komen steeds minder voor dan bij jongeren. Ik denk dat het beleid gericht moet zijn op bouwen van lokaal draagvlak diep in de samenleving.
In Nederland is het aantal corona stergevallen op de gehele bevolking 0,036%, een zeer laag percentage. Maar het aantal bevestigde sterfgevallen in procenten van het aantal bevestigde besmettingen is ook hier nog 9,1% per 21 augustus 2020. Bij sommige groeperingen zoals café Weltschmerz en Viruswaarheid doen andere theorieën de ronde. Ik houd me hierbij aan de data van het RIVM en het Hopkins Instituut. Dat instituut berekent dat het aantal doden uit de bevestigde besmettingen (de Infection Fatality Rate (IFR)) wereldwijd 3,5 % is. Pittig dus.
In het kort loop ik rond met de volgende gedachten:
1. Covid-19 waart rond in de wereld en is in Nederland onder controle
2. De noodverordeningen verplaatsen naar spoedwetgeving kan mensenrechten ernstig schaden
3. Voorkom nieuwe repressieve spoedwetgeving en concentreer op bewustwording en preventie, ook in wetgeving.
Dat kan ook omdat besmettingen meer bij jongeren voorkomen die vitaler zijn, er steeds betere medicatie is en dankzij testen zorg eerder geleverd kan worden. Ook komen in Noordelijk Nederland besmettingen steeds minder voor. Ik voer overigens geen pleidooi om maatregelen te verminderen, mijn pleidooi is om zonder nieuwe wetten het draagvlak voor zelfzorg te versterken.
Nederland okee
Wereldwijd zijn tot en met 21 augustus 2020 ruim 22 miljoen mensen met het coronavirus besmet. Er zijn 800.000 mensen aan het virus bezweken, aldus http://www.coviddashboard.org/#. Die aantallen lopen dagelijks verder op. In de Verenigde Staten, Brazilië en India vielen de meeste slachtoffers. China rapporteert nog steeds niet meer dan 4709 doden met Hubei als enige grote brandhaard. Ik vertrouw die data niet.
Toch zouden en mogen we wel wat optimistischer kijken naar de resultaten die Nederland heeft bereikt in de strijd tegen het corona virus. Uit de data blijkt dat het virus in grote delen van Nederland bedwongen is, behalve in sommige haarden in de steden, maar ook in de kop van Friesland. Het is verstandiger te overtuigen via beleid dan te onderdrukken via nieuwe wetten. Mensenrechten staan op het spel.
Het aantal sterfgevallen in procenten van de bevolking in een land is laag te noemen, maar ieder overlijden is er een teveel. Nederland staat op de 9de plaats naar percentage sterfgevallen. Het is relatief hoog in België. Nieuwe wetgeving is volgens mij niet meer nodig. Wel is onderdrukking in haard-gebieden zoals Amsterdam nodig, evenals controle aan de grens, vooral die met België en het Verenigd Koninkrijk.
Met 529 nieuwe besmettingen op 19 augustus 2020, 1% van het totaal aantal besmettingen, is Nederland terug op het niveau van 27 april 2020. Die dag in april waren er 43 corona-doden, op 19 augustus was er maar 1 sterfgeval. Nederland zit op de 56ste plaats van landen naar corona doden, in totaal 6.204. Zweden wordt vaak geprezen om zijn aanpak maar op de hele bevolking zijn er meer doden in Zweden. Nederland doet het ook beter dan het Verenigd Koninkrijk en Belgie. Dit is op de meetdatum van 19 augustus.
De Verenigde Staten neemt naar aantal doden op de bevolking een ongeveer gelijke positie in als Zweden en doet het beter dan Belgie en het Verenigd Koninkrijk. De zwaarst getroffen staat is niet New York, maar Californië, met daarna Florida en Texas en dan pas New York. Je kunt dus niet zeggen dat Trump niets gedaan heeft aan corona, temeer ook omdat veel verantwoordelijkheid ligt bij de staten.
Rioolwater
Er waren 17 en 18 augustus geen nieuwe ziekenhuis opnames in Nederland. Gemiddeld werden er 3,3 mensen op de IC opgenomen. Dat aantal daalt al een week. Het aantal positief geteste mensen daalt sinds 11 augustus. Het zijn er nu drie op 100.000 inwoners.
Het RIVM meet het aantal virusdeeltjes in rioolwater. Dat daalt en was 10 augustus 252 landelijk, maar in Drenthe 70, in Amsterdam 1041, in Haaglanden 1033 en in Rotterdam 604. In Drenthe zijn er geen ziekenhuisopnamen meer, was er op 100.000 inwoners 0,6 inwoner positief getest. Het virus is vrijwel weg in Drenthe. Met uitzondering van enkele plaatsen zoals Oldambt en oord-Oost Friesland is de besmettelijkheid in Noordelijk Nederland, Noord-Holland Noord, Groningen, Friesland, Drenthe, Overijssel heel beperkt. Naar mijn inzicht is er regionaal en lokaal beleid nodig en is nieuwe wetgeving niet meer nodig.
Er zijn twee oorzaken waarom er veel in augustus minder doden vallen. 1) de besmette personen zijn overwegend jongeren en die herstellen snel. Het gaat met name om dertigers en veertigers. 2) er is inmiddels betere medicatie. Hierdoor sterven er minder mensen. Daarnaast is men er eerder bij. Dus de besmettingen worden korter nadat men besmet werd vastgesteld. Dat maakt de aanpak ook effectiever.
Mensenrechten in geding
Er zijn in verband met Covid-19 al veel vrijheid beperkende maatregelen. Zoals het verbod op grotere evenementen, bijeenkomsten. Het in 2009 opgerichte onafhankelijke College voor de rechten van de mens (www.Mensenrechten.nl ) betoogt het volgende: Scholen, openbare gelegenheden, cafés, restaurants, kerken en moskeeën waren wekenlang (vrijwel) dicht en mogen nu alleen open onder allerlei beperkende voorwaarden.
Er zijn samenscholingsverboden uitgevaardigd. Mensen met een beperking die in een zorginstelling wonen en mensen in verpleeghuizen mogen geen of slechts heel beperkt bezoek ontvangen. Wie bepaalde ziekteverschijnselen vertoont, wordt dringend thuisquarantaine aangeraden. Verplichte thuisquarantaine is er nog niet. Mensen die met een corona-besmetting in het ziekenhuis worden opgenomen, komen in isolatie zonder mogelijkheid van bezoek van hun naasten.
Dat heeft enorme gevolgen voor heel veel mensenrechten en fundamentele vrijheden, zoals de vrijheid van vergadering en betoging, de bewegingsvrijheid, de godsdienstvrijheid, het recht op privéleven (dat ook het recht om sociale contacten te onderhouden omvat), het eigendomsrecht (bijvoorbeeld van de ondernemers die hun bedrijf moeten sluiten), de toegang tot de rechter en het recht op onderwijs.
Mogen die individuele mensenrechten allemaal beperkt worden? Waar is dat geregeld? En hoever mag dat gaan? Dat vraagt het College zich af zonder een oordeel te vellen of een duidelijk advies te geven. De Autoriteit Persoonsgegevens vindt de corona traceer app wel indruisen tegen de privacy van mensen. Ook aspecten als gezondheidscontrole aan de deur mogen alleen als zij bij wet zijn toegestaan, dat is nu niet zo. Er is dus uitdrukkelijke toestemming van de betrokkene nodig wanneer er meting en opslag van temperatuur plaatsvindt.
De internationale juridische basis is sterk om in het belang van gezondheid mensenrechten in te perken, maar er zijn wel grenzen. Gezondheidszorg is een legitiem doel, maar er moet wel een wettelijke basis zijn en de ingrepen moeten proportioneel zijn.
De noodmaatregelen worden nu gedekt via de wet publieke gezondheid en de wet over veiligheidsregio. Op basis daarvan kunnen burgemeesters en voorzitters van veiligheidsregio’s noodverordeningen uitvaardigen. Dat kunnen ook de Commissarissen van de Koning. Deze kunnen niet vooraf democratisch getoetst worden.
De maatregelen moeten proportioneel zijn, mogen geen opschalen zijn van eenvoudiger beschikbare maatregelen en mogen volgens de Raad van Europa niet langer duren dan strikt noodzakelijk is. Ze zijn er om gezondheid te beschermen en vooral ook om te voorkomen dat het zorgsysteem zwaar overbelast raakt en dat artsen moeten kiezen wie wel of wie niet geholpen wordt.
De corona-maatregelen uit de Wet Publieke Gezondheid richten zich op het isoleren van personen en locaties, niet op landelijke instructies die dan ook via de Veiligheidsregio’s lopen. Maar bij noordverordeningen mag niet van de Grondwet worden afgeweken. Daarom moeten grote inbreuken op vrijheidsrechten zoals die nu gaande zijn in een wet worden vastgelegd die door het parlement wordt goedgekeurd. In ieder geval mogen religieuze en levensbeschouwelijke bijeenkomst niet door een noodverordening worden beperkt. Daarom zijn zij uitgezonderd. Ook kan de overheid op basis van noodverordeningen niet ingrijpen in de huiselijke- en privésfeer. Als zij dat wil moet er ook een wet voor komen. Ook kan de politie of een andere gezagsdrager niet zomaar in een woning binnenvallen. Daar is een machtiging van de burgemeester of een officier van justitie nodig.
Als gevolg van al deze onduidelijkheden werkt het Kabinet aan een spoedwetgeving om de noodverordeningen in een wettelijk kader vast te leggen. Het is zeer de vraag of dat verstandig is.
Het probleem van het omzetten van de noodwetten in echte wetgeving is dat regeringen dan altijd middelen hebben om harder in te grijpen in onze democratische rechtsstaat dan tot nu toe mogelijk was. Als een Kabinet of een burgemeester mondkapjes kan verplichten kan dat later misschien ook met hoofddoeken. Als een burgemeester maatregelen kan uitvaardigen is dat ook niet democratisch.
Wanneer Nederland zich beter wil beschermen tegen een epidemie of zelfs een pandemie dan lijkt het verstandiger wetgeving op te tuigen die een Kabinet dwingt om bij bepaalde signaalwaarden in te grijpen om het uitrollen van een epidemie te voorkomen. Deze wetgeving zou ook alleen de zorg moeten dwingen te anticiperen op verwachte gebeurtenissen.
Dergelijke wetgeving is heel lastig in te voeren omdat die politiek en bestuurders dwingt te anticiperen op gebeurtenissen, terwijl deze gremia gewend zijn achteraf bij te sturen wat misgaat. Dat gebeurde bijvoorbeeld bij de financiële crisis van 2008 toen de regering, CBS, CPB en DNB op geen enkele. Wijze hadden voorzien welke crisis Nederland zo hard zou raken.
Mijn verhaal
Ik ben in 1939 – voor de oorlog – geboren en die oorlog heeft mijn leven bepaald. Dat was de oorlog waarbij genocide op joden en onder meer zigeuners werd uitgevoerd en dat kon onder meer omdat de overheid al veel data had klaarstaan en via Hollerith machines van IBM verzamelde. Het vraagstuk van mensenrechten en de beperking daarvan benader ik altijd vanuit die invalshoek: zorg ervoor dat de overheid zo weinig mogelijk van je weet. In “no time” kan er van alles misgaan zoals in het eerste jaar van mijn leven van september 1939-september 1940.
Het was om die reden dat ik me bijvoorbeeld verzette tegen invoeren van de postcode omdat daarmee duidelijk werd waar precies iemand woonde. De laatste decennia van de opmars van technologie is het mij steeds duidelijker geworden dat nu het kan overheden ook alles van iedereen willen weten, niet alleen overheden, maar ook grote bedrijven. Het is bijna onmogelijk, en soms crimineel, om je te onttrekken aan de data-gierigheid van de staat.
Wanneer de regering erin slaagt om een meerderheid te vinden voor het verhalen van alle huidige noodverordeningen naar een “spoedwetgeving” dat krijgt de staat een groot arsenaal middelen in handen om burgers zelfs achter de voordeur te achtervolgen. Dat moeten we niet willen. Nu is de publieke gezondheid het essentiële onderwerp, later kan een ander onderwerp reden zijn waarom de politie bij mensen kan binnenvallen.
Ik volgde opkomst, afzwakking en nieuwe opkomst van het virus en vergeleek de aanpak in Nederland met die in andere landen. Mijn gedachte is dat het verstandiger is om het virus te bestrijden met de kracht van het overtuigen van burgers en niet met de macht van wetgeving. De laatste weken blijkt dat overtuiging en bewustwording werkt. Het zou beter zijn om alle politieke energie te steken in een systeem dat voorkomt en proactief aan de slag gaat met mogelijke risico’s die de samenleving bedreigen dan met wetten die essentiële mensenrechten inperken en soms met voeten treden.
0 notes
Photo
Acht taferelen uit het Hollandse leven, 19??, Museum of the Netherlands
In zeven cartouches zijn kleine anekdotische taferelen en typen getekend die betrekking hebben op facetten van het leven in Nederland, zoals de Scheveningse visser, een melkmeisje en een zeeman. Naast het wapen van het Koninkrijk Holland zijn trofeeën van gereedschappen met betrekking tot het landleven en tot de kunst getekend. De onderrand is gevuld met een Hollands ijsgezicht.
http://hdl.handle.net/10934/RM0001.COLLECT.358255
2 notes
·
View notes
Photo
荷兰改名了?不,改的只是国家徽标 近日,一则“荷兰改名”的消息引发国内媒体热议,不少中文媒体引用美国媒体报道称,荷兰将更名为尼德兰。事实上,荷兰并不是改名,而是将采用新的国家徽标。 △荷兰多种语言新版本的国家徽标 对此,中国驻荷兰使馆30日也刊文指出,荷兰还是���来的荷兰!荷兰的正式国名叫荷兰王国,荷语为Koninkrijk der Nederlanden,英语为The Kingdom of the Netherlands,简称The Netherlands,而非Holland。但多年来,荷兰国家旅游会议促进局(NBTC)在对外宣传荷兰时一直采用郁金香图案和Holland字样组成的徽标。荷兰推出的新徽标采用含有郁金香造型的大写字母NL和Netherlands字样,以取代仅有Holland字样的旧徽标。 从明年1月起,荷兰政府机构、驻外使领馆、高校、会展等均可采用新徽标,此举旨在重塑荷兰国际形象,进一步加强外界对荷兰的全面了解。荷兰政府一共发布了英、中、日等8个语言新徽标版本。 此外,使馆文章还对为什么中文称“荷兰”而非“尼德兰”做出了解释:16世纪,荷兰受西班牙统治,1568年爆发历时80年的反抗西班牙统治的战争。1581年北部7省成立尼德兰联省共和国,包括今天的荷兰、比利时、卢森堡和法国东北部的一部分。其中,荷兰省(Holland,现分为北荷兰省和南荷兰省)是当时联省共和国中最大、最富裕且最有权力的省份,人们便常用Holland代指整个国家。中文译名“荷兰”就来自“Holland”一词。(中央广播电视总台国广记者 郑治)
0 notes
Text
Dekolonisatie van de geest, maar niet in Hong Kong?
De “dekolonisatie van de geest” vormt een belangrijk motief binnen de westerse cultuuroorlogen. In de metropolen van de voormalige koloniale grootmachten pleiten zowel roomblanke hipsterliberalen als postkoloniale neofieten van de westerse cultuurbourgeoisie voor ‘het einde van de witte wereld’, naar het manifest van Olivia Umurerwa Rutazibwa. Deze cultuuroorlogen spelen zich echter in hoofdzaak af in de hoofden van de bevoorrechte klasse binnen een systeem –het kapitalisme – dat in essentie kleurenblind is. Kenmerkend is het ontbreken van een daadwerkelijke band met de materiële dialectiek en de reële geografie van het wereldsysteem. De denkkaders blijven ingebed in machtsstructuren, die zuiver psychologisch zijn, en culturele hiërarchieën, inherent aan de noblesse de robe die haar weg naar boven probeert te bannen binnen het kader van de talrijke bullshit jobs van de westerse grootstad. Stakeholders bevinden zich in de hogere middenklasse en alles wat zich daarboven situeert, waarbinnen bepaalde identitaire subgroepen op zoek zijn naar een vlottere toegang tot een opwaartse sociale mobiliteit. Het contrast met de historische dekolonisatiebewegingen, die Afrika van het juk van het kapitalisme en imperialisme hebben bevrijd door middel van een nationale bevrijdingsstrijd en een mobiliserend sociaal project, is in essentie zeer groot. Het gaat hier om een puur westers cultureel fenomeen, ontsproten aan geesten die zich situeren binnen een denkkader dat inherent liberaal is. Naar een materiële emancipatie van naties en continenten wordt niet gestreefd, wel naar het herschikken van interindividuele hiërarchieën op basis van culturele achtergronden en psychologische identiteitskwesties. Vreemd genoeg is er de laatste tijd een belangrijke uitzondering op die regel: China. Hier wordt zowaar een herkolonisatie van de voormalige Britse kroonkolonie Hong Kong als wenselijk gepropageerd. Ineens blijken concepten als ‘vrijheid’ en ‘rechtvaardigheid’ in de omgekeerde richting te werken. Westerse politici, pers en allerhande influencers op de sociale media lijken superlatieven te kort te komen voor de ‘vrijheidsbeweging’, in wat in feite een semi-onafhankelijke stadstaat is die niet lijkt te kunnen loskomen van de erfenis van haar koloniaal verleden. In 1997 droegen de Britten hun kroonkolonie over aan de Chinese Volksrepubliek. Hierbij werd overeengekomen dat dit volgens het principe van “één land, twee systemen” zou geschieden. Waar de Chinezen van het vastenland vanaf 1949 waren geëvolueerd binnen de socialistische traditie van de Chinese Volksrepubliek, waren de inwoners van Hong Kong al die tijd in de westerse, liberale traditie van het Britse Rijk gebleven. Na de hereniging van de kroonkolonie met het moederland bleef deze divergentie in systemen in grote lijnen gehandhaafd. Nu het liberalisme wereldwijd echter steeds meer in vraag wordt gesteld, ligt een verdere integratie van de stad binnen het systeem van socialisme met Chinese karakteristieken voor de hand. Deze integratie lijkt echter een werk van lange adem te gaan worden. In 2014 en ook dit jaar kwamen grootschalige protestbewegingen op gang, die in het westen steevast gekarakteriseerd worden als “democratische burgerbewegingen”. Tegenstanders wijzen dan weer op de nodige parallellen met de kleurenrevoluties die Oost-Europa de voorbije jaren grondig hebben hertekend. De strijd om Hong Kong lijkt vooral een ideologische strijd te zijn, waarbij geopolitieke belangen primeren en buitenlandse inmenging een essentiële factor blijkt. Chinese beschaving en Europees kolonialisme De Chinese beschaving is vele millennia oud en hoefde tijdens het grootste deel van de gekende geschiedenis niet onder te doen voor Europa op het vlak van technologische ontwikkeling en culturele verfijning, wel integendeel. Verschillende rijken en dynastieën heersten doorheen de geschiedenis over het grondgebied van de huidige Volksrepubliek; nu weer verenigd, dan weer verdeeld. De Chinese geschiedenis neemt een aanvang in de provincies Henan en Shanxi met de Xia-dynastie, tussen 2205 en 1766 v.C. Hierna vestigde de Shang-dynastie in het noordoosten van China haar macht. In het begin situeerde het zwaartepunt zich in het noordoosten van China. Vanaf de Qin- en de Han-dynastieën strekte de macht van de keizers zich ook in zuidelijke richting uit. Vanaf de opkomst van de Mongoolse Yuan-dynastie in de dertiende eeuw overheersten zij een steeds groter deel van het huidige China. De daaropvolgende Ming- en Qing-dynastieën zwaaiden de scepter over het grootste deel van de huidige Volksrepubliek, inclusief een protectoraat over Tibet vanaf de Qing. De Qing-dynastie werd ook wel de Mantsjoe-dynastie genoemd, vanwege haar wortels in noordelijke Mantsjoerije. Net als bij de Yuan-dynastie waren er etnische banden met de Mongolen, die zich tot het Tibetaans boeddhisme hadden bekeerd. Deze dynastie was de tweede die niet werd gesticht door Han-Chinezen. Aanvankelijk werd de nieuwe dynastie voortgestuwd door een gunstige conjunctuur. Het Qing-rijk was veel groter dan dat van de Ming-dynastie. Tussen 1644 en 1910 verdubbelde de bevolking. Niet enkel Han-Chinezen, maar ook Mongolen, Tibetanen, Oeigoeren en inheemse groepen in Taiwan maakten deel uit van het Chinese rijk. De Qing slaagden erin opstanden in Zuid-China, Centraal-Azië en Taiwan te onderdrukken en het Amur-bekken ten zuidwesten van het Baikalmeer uit de handen van de Russische kozakken te houden. Vanaf dat moment lag de territoriale balans tussen de Russen en Chinezen in het noorden van Eurazië grosso modo vast.
Maar de Qing-dynastie was tevens degene die in toenemende mate te maken kreeg met de westerse zeevarende mogendheden en hun immer expanderende systeem van mercantilisme, handelskapitalisme en kolonialisme. In de zestiende eeuw vonden de Spanjaarden en Portugezen hun weg naar China. Niet lang daarna volgden de Hollanders en Engelsen. Van in het begin waren de ethische grondslagen waarop de Sino-Europese verhoudingen berustten van eerder bedenkelijke aard. De handelsgeest van de West-Europese thalassocratieën ontaardde al snel in imperialisme en drugshandel. China was een sterke staat met een bloeiende landbouweconomie, een sterke administratie met grote steden en een hoge graad van technologische ontwikkeling. In tegenstelling tot andere continenten, waar de Europeanen hun voorwaarden manu militari konden opdringen, wist China de toegang tot het land voor de buitenlandse handelaars aanvankelijk te beperken. De Europeanen waren in de eerste helft van de zeventiende eeuw enkel welkom in Macau en in Kanton (Guangzhou), en niet eens gedurende het ganse jaar. Chinese thee was evenwel een felbegeerd product in Europa, voornamelijk in Groot-Brittannië. De handelsbalans met de Engelsen was dan ook negatief. De Europeanen kochten naast thee ook porselein en lakwerk aan. Maar de Chinese samenleving had weinig behoefte aan de producten van de Europeanen. Enkel naar katoen en vuurwapens bestond een zekere vraag. Daarom schakelden de Engelsen over op drugshandel. In toenemende mate begonnen ze opium in te voeren, dat werd aangekocht in het Midden-Oosten. Dit stimuleerde de vraag, waardoor rond 1800 zo’n 12 miljoen opiumverslaafden aanwezig waren in het Chinese rijk. De Engelsen keken op hun beurt tegen een handelsoverschot aan. De Chinese overheid maakte zich in toenemende mate zorgen over het stijgende drugsgebruik onder de hogere klassen en de demoraliserende effecten ervan. Niet alleen wisten de Europeanen zo een strategisch economisch voordeel te bewerkstelligen, waarbij het zilver in toenemende mate uit China wegstroomde; ook slaagden ze er in een deel van de Chinese elites te corrumperen en de samenleving in toenemende mate te ontwrichten. Aan het eind van de achttiende eeuw werden de bepalingen van de Chinese overheid ten aanzien van het verhandelen en gebruiken van opium dan ook aanzienlijk strenger. Dit frustreerde de Europeanen, maar wat hen nog wel het meeste dwarszat, was de beperkte toegang tot de Chinese havens. Daarom brak in 1840 de Eerste Opiumoorlog uit. Aanleiding vormde een incident waarbij de hoge Chinese ambtenaar Lin Zexu de volledige opiumvoorraad van de Engelse handelaars in Kanton in beslag liet nemen en vernietigen. Voor de Engelsen was dit een aanleiding om China de oorlog te verklaren. De superieure bewapening van de Engelse vloot wist de Chinezen al snel naar de onderhandelingstafel te brengen. In januari 1841 gaven de Chinezen toe om Hong Kong aan de Britten te schenken en een schadevergoeding van zes miljoen pond te betalen. Marxistische theoretici onderscheiden vijf fasen in de Chinese geschiedenis: een prehistorische stammenmaatschappij (het Paleolithcum/Neolithicum), een slavenhoudersmaatschappij (de Xia-, Shang- en Zhou-dynastieën), een feodale maatschappij (tot 1840), een semi-koloniale fase (1840-1949) en een socialistische fase. Deze laatste brak aan in 1949, met de stichting van de Volksrepubliek China, en loopt door tot in het heden. De semi-koloniale fase brak aan met de Eerste Opiumoorlog, toen de Britten China voor de Europese kolonisatoren openbraken en Hong Kong in Britse handen viel. Eén land, twee systemen Vanaf 1842 maakte Hong Kong officieel deel uit van het Britse Rijk. Na de Eerste Opiumoorlog ging het snel bergaf met de Qing-dynastie en werden de Chinezen steeds verder in het defensief gedrongen. Er volgde een Tweede Opiumoorlog, waarbij de Britten hun bezit op het schiereiland Kowloon verder uitbreidden. In 1898 werden daarbij de zogenaamde New Territories gevoegd, die voor 99 jaar aan het Verenigd Koninkrijk “verhuurd” werden. Het betrof een groot stuk vastenland ten noorden van Hong Kong en een 200-tal eilanden rondom het schiereiland. Het Chinese keizerrijk raakte ondertussen verder in verval. In 1913 werd de laatste Chinese keizer afgezet en de republiek uitgeroepen. Het Kwomintang-regime kwam aan de macht, met vanaf 1927 Chiang Kai-Shek als partijleider en sterke man. Een breuk binnen de Kwomintang leidde tot een afscheiding van de communisten, die aanvankelijk deel van uitmaakten van de coalitie. Hierop verbrak de Sovjetunie alle banden met de Kwomintang. Na de Japanse inval in Mantsjoerije in 1931 en het uitbreken van de Tweede Japans-Chinese oorlog raakte het westen van de republiek onderhevig aan een bijzonder agressieve vorm van Japans imperialisme, met de verwoesting van Nanking in 1937 als bloederig dieptepunt. Na afloop van de Tweede Wereldoorlog brak een burgeroorlog uit tussen de communisten en nationalisten. De communisten behaalden de eindoverwinning en vestigden de Chinese Volksrepubliek. Het Kwomintang-regime trok zich terug op het eiland Formosa, stichtte de staat Taiwan en eigende zich de erftitel “Republiek China” toe. Hong Kong bleef op zijn beurt in Britse handen. De Volksrepubliek mengde zich in 1950 in de Koreaanse Oorlog en raakte aldus betrokken in de Koude Oorlog, die de wereld verdeelde in een kapitalistisch westers blok en een communistisch oosters blok. Van de jaren ’50 tot ’70 hield de Chinese Volksrepubliek de strategie aan om zich niet te veel met de Britse kroonkolonie te bemoeien. Buiten de gebruikelijke spionage-activiteiten kon de stadstaat zich onafhankelijk ontwikkelen, zonder al te veel inmenging van het vasteland. Industrialisatie trad in vanaf de jaren ’50, en in de jaren ’70 werd Hong Kong een belangrijk productiecentrum voor textiel en kledij. De relaties tussen China en het westen verbeterden ondertussen aanzienlijk, en vanaf 1978 opende de Volksrepubliek de grenzen voor handel met Hong Kong. De handel tussen beide groeide vanaf dan exponentieel met zo’n 28% per jaar. Onder Deng Xiaoping begonnen onderhandelingen met Margaret Tatcher over de overdracht van Hong Kong. In 1982 werd een overeenkomst gesloten en in 1997 werd Hong Kong overgedragen aan de Volksrepubliek. Dit gebeurde volgens het principe van “één land, twee systemen”, dat door Deng Xiaoping was bedacht. Hierbij mochten Hong Kong en Macau gedurende 50 jaar hun eigen politieke en economische structuren mochten handhaven, terwijl in de Volksrepubliek het systeem van socialisme met Chinese karakteristieken van kracht bleef. Dat de socialismehaatster Tatcher hiermee akkoord kon gaan blijft een opvallend gegeven, maar sinds 1997 is er in ieder geval sprake van een enclave van westers economisch liberalisme en kapitalisme, met een eigen dollarmunt, binnen de Chinese Volksrepubliek.
Occupy Central, de Paraplubeweging en de uitleveringswet De kloof tussen beide systemen blijft groot en een deel van de verwesterde bevolking kan zich niet identificeren met de cultuur van de Volksrepubliek en de CCP. De demonstraties in Hong Kong begonnen in maart 2019. De officiële aanleiding werd gevormd door de zogenaamde uitleveringswet, waarbij criminelen die worden opgepakt in Hong Kong uitgeleverd zouden kunnen worden aan de Chinese volksrepubliek, maar ook aan Taiwan. Hoewel dit in de westerse pers vaak wordt voorgesteld als een strategische poging van de Chinese Volksrepubliek om meer controle over de stad te verwerven, werd de directe aanleiding gevormd door een moordzaak in Taiwan, waarbij burgers van Hong Kong betrokken waren. Maar het feit dat ook de Chinese Volksrepubliek in het verdrag werd opgenomen, was er voor de betogers teveel aan. De protesten worden geprofileerd zich als het vervolg op de zogenaamde Paraplubeweging uit 2014, ook wel de Occupy Central-beweging genoemd: een golf van protesten die 79 dagen duurde en officieel de organisatie van meer transparante verkiezingen als doelstelling had.
De protesten zijn op het ogenblik van dit schrijven in hun veertiende week en duren dus al langer dan de Occupy Central-betogingen. De impact op het leven in Hong Kong is ook vele malen groter: daar waar de ongeregeldheden zich in 2014 beperkten tot de straten, worden nu ook de luchthavens en het openbaar vervoer regelmatig platgelegd. De economische schade is zeer groot. De economie in Hong Kong leed reeds stevig onder de gevolgen van de handelsoorlog met Amerika. Waar de economie tijdens de protesten in 2014 nog groeide met 2,6%, liggen nu economische recessie en een stijgende werkeloosheid in het vooruitzicht. Met name de vastgoedsector dreigt in elkaar te storten, en de terugval van de Hang Seng Index is bijna dubbel zo groot als in 2014. Niet zelden waren de protesten de voorbij weken ook zeer gewelddadig, waardoor het draagvlak onder de bevolking stelselmatig afneemt. De uitleveringswet is ondertussen door de regering van Hong Kong ingetrokken, wat een belangrijke capitulatie aan het adres van de betogers lijkt te zijn. De protesten schijnen dan ook vrij massaal te zijn, althans in de westerse verslaggeving. Toch dient hierbij enige reserve in acht te worden genomen. Begin 2019 waren beelden van massale betogingen in Venezuela ook dagelijkse kost in het journaal. Beelden van al even massale tegenbetogingen werden hierbij niet getoond, geënsceneerde uitbarstingen van staatsgeweld werden –moedwillig of niet – vaak in het verkeerde perspectief geplaatst. Hierdoor werd een stemming gecreëerd waarbij de steun aan de oppositie veel groter leek dan deze in werkelijkheid was. De snelle regime change die dan ook werd verwacht, bleef echter uit en langzaam verdween Venezuela als onderwerp dan ook uit de journaals. Opvallend is de schijnbaar vrijwillige associatie van de betogers in Hong Kong met de westerse grootmachten. Zo pleiten sommige betogers voor een heraansluiting met het Verenigd Koninkrijk, terwijl anderen zwaaien met Amerikaanse vlaggen en oproepen lanceren aan het adres van de Amerikaanse president Donald Trump om Hong Kong te “bevrijden”. Trump wordt door vele opiniemakers in de westerse wereld beschouwd als een kwaadaardige populist en een directe bedreiging voor de Amerikaanse democratie, maar in Hong Kong geldt hij blijkbaar ineens als “de leider van de vrije wereld”. Een gelijkaardig fenomeen zagen we eerder dit jaar eveneens in Venezuela, waar de aanhanger van Guaido met Amerikaanse vlaggen de straat opgingen en vragende partij waren voor een buitenlandse interventie. De Bolivariaanse regering in Caracas houdt vooralsnog stand, overigens niet in de laatste plaats dankzij de Chinese economische steun en Russische militaire middelen. Sommige betogers in Hong Kong pleiten dan weer voor een heraansluiting bij het Britse Rijk: tijdens een bestorming van het parlement werd de oude koloniale Britse vlag opgehangen. https://www.youtube.com/watch?v=9hK8xjhwd-I Het Japanse maandblad Sentaku kon in augustus aantonen hoe de organisatoren van de protesten in Hong Kong financiële steun krijgen van de National Endowment for Democracy (NED), een aan de CIA gelieerde organisatie die in 1983 werd gesticht door Ronald Reagan om de Koude Oorlog-strategie van de Amerikanen in het buitenland te ondersteunen. De laatste jaren bleek Hong Kong reeds een belangrijk broeinest voor spionnen, zoals de arrestatie van CIA-agent Jerry Chun Shing Lee vorig jaar reeds aantoonde. Recent lekten ook beelden uit van ontmoetingen Julie Eadeh van het Amerikaanse Consulaat-Generaal en Joshua Wong, een van de belangrijkste oppositieleiders. In 2014 lekte overigens reeds uit dat de Verenigde Staten via een netwerk aan NGO’s financiële ondersteuning boden aan de Occupy Central-beweging. De tactiek herinnert uiteraard sterk aan de kleurenrevoluties die Oost-Europa de voorbije decennia hebben geteisterd, met de bloederige revolutie van Maidan in Oekraïne als meest recente voorbeeld. De Amerikaanse samenleving is zelf geobsedeerd door het idee van foreign meddling. Ze weten duidelijk als de besten waar ze over het over hebben. Handelsoorlog of nieuwe Koude Oorlog? Tegen de achtergrond van het conflict voltrekt zich een handelsoorlog tussen de Verenigde Staten en de Volksrepubliek, waarvan de uitkomst nog onzeker lijkt. China is een belangrijke uitdager voor de westerse, liberale hegemonie. Onder de regering van Xi Jinping profileert het land zich ook nadrukkelijk assertiever en lijkt het steeds meer uit te gaan van een eigen kracht. Het westers kapitalisme is niet langer een bron van inspiratie, en de maatschappelijke verdeeldheid van het door interne conflicten verscheurde Europa en Amerika geeft dikwijls aanleiding tot de nodige spot. In de 21ste eeuw combineert het land het “socialisme met Chinese karakteristieken” met een herwaardering van de eigen historische en culturele wortels. De laatste jaren worden subversieve religies van buitenlandse oorsprong steviger aangepakt door de overheid. In het westen van het land leidt dit tot een gespierd beleid ten aanzien van het salafisme onder de Oeigoeren, een Turkse bevolkingsgroep uit het Tarim-bekken. Geruchten over grootschalige heropvoedingskampen deden in het westen de nodige stof opwaaien, temeer daar dergelijke motieven erg tot de verbeelding spreken in het kader van de culture wars die zich afspelen op eigen bodem. Het Chinese wantrouwen strekt zich nochtans ook uit over het christendom. Het hoeft dan ook geen verrassing te heten dat sommige protesten in Hong Kong gepaard gingen met christelijke gezangen. Hoewel de westerse pers, waaronder de BBC, in sommige berichten gewag maakt van zo’n 100 miljoen christenen in China, zijn er waarschijnlijk niet meer dan 60 miljoen. De westerse berichtgeving over een stijgend aantal christenen leidt niet zelden tot een zekere hoerastemming in Europese extreemrechtse middens, waar sommigen al een belangrijke rol voor China voorzien in hun islamofobe, eschatologische projecties. In werkelijkheid kiest China voor een geheel eigen aanpak, die grondig verschilt van de rest van de wereld en zijn de culture wars van het westen er in werkelijkheid zo goed als onbestaande. Ondertussen projecteert de Chinese Volksrepubliek steeds meer invloed in het buitenland via de Nieuwe Zijderoutes, gebundeld in het zogenaamde Belt & Road-project. Kenmerkend hierbij is dat de Chinezen, in tegenstelling tot de Europeanen en de Amerikanen, aan hun investeringen geen opgelegd waardenpatroon als ruilgeld koppelen. De investeringen leveren beide partijen voordeel op, wat voor veel landen in de voormalige Derde Wereld een welkome afwisseling is op decennia van westerse inmenging in interne aangelegenheden. De economie van China is de voorbije decennia sterk gegroeid, marktleiderschap op globale schaal ligt in het verschiet en de nieuwe president heeft beloofd om armoede in het land volledig uit te roeien tegen 2020. Volgens de Amerikaanse journalist Caleb Maupin vormt het Chinese socialisme een futuristische vorm van het dialectisch marxisme, dat onder Xi Jinping tot ongekende hoogten zal worden gestuwd. Hij raadt linkse westerse jongeren aan om de boeken van Xi tot zich te nemen, in plaats van de postmoderne lectuur van Herbert Marcuse, Sartre en de Frankfurer Schule, als ze iets willen leren over het écht socialisme: “Xi Jinping and the CCP are the cutting edge of Marxism today!” https://www.youtube.com/watch?v=Gsng5C9pL6k Liberalisme is een en dezelfde ideologie, of die zich nu “links” of “rechts” van het “centrum” definieert, zoals Charles Robin aantoont in zijn boek “La Gauche du Capital”. Daar waar het uitgedaagd wordt, valt een fors tegenoffensief te verwachten. De ene dekolonisatie is bijgevolg de andere niet. Hipsterliberalen en neoliberalen zijn het in essentie roerend eens dat de inwoners van Hong Kong meer “vrijheid” willen, daar waar het in essentie om een cultureel en ideologisch conflict blijkt te gaan. Volgens de reeds genoemde Kantonese activist Joshua Wong is er wel degelijk een Koude Oorlog gaande. Sprekend voor een dankbaar publiek in het Duitse parlement enkele dagen geleden, vergeleek hij Hong Kong met het Berlijn van 1945-‘89, waar de grens liep tussen “de dictatuur” en “de vrije wereld”. Het is het soort retoriek dat er als zoete koek in gaat bij zowel de linker- als rechterflank van de West-Europese partijpolitiek en hun acolieten in andere delen van de wereld. Maar zoals de Nederlandse professor Kees van der Pijl heeft aangetoond in zijn werken “Transnational Classes and International Relations” en “Global Rivalries from Iraq tot the Cold War” heeft China zich ontwikkeld tot een zogenaamde contender state: een alternatief voor het Angelsaksisch, transatlantisch neoliberalisme - een rol die in het verleden reeds vervuld werd door Frankrijk (achttiende eeuw), Duitsland (1870-1945) en uiteindelijk de Sovjetunie (1945-’91). Neokolonialisme: geopolitiek versus identiteitspolitiek Dat de zogenaamde BRIC-landen steeds nadrukkelijker de neokoloniale mentaliteit van de liberale westerse politici aankaarten, werd de laatste maanden reeds op verschillende momenten duidelijk. De Russische president Poetin verklaarde het westers liberalisme eerder dit jaar dood. De extreemrechtse Braziliaanse president Bolsonaro, zelf nochtans een groot fan van de Verenigde Staten en Donald Trump, beschuldigde de Franse linksliberaal Macron deze zomer eveneens van kolonialisme toen deze zich met de grootschalige branden in het Amazonewoud wou bemoeien. Of deze beschuldiging nu terecht was of niet –het beleid van Bolsonora ten aanzien van zowel de ecologische als culturele aspecten binnen het Amazonewoud is wel degelijk desastreus en zou aanleiding moeten vormen voor een internationalistische solidariteit-, gaandeweg wordt duidelijk dat het westen niet langer zomaar lessen te geven heeft in liberale democratie aan de rest van de planeet. De Chinese ambassadeur Liu Xiaoming waarschuwt de Britse politici, die zich maar al te vaak enthousiast uitlaten over de aard van de protesten in Hong Kong, met recht en rede voor hun koloniale ingesteldheid. Zij laten hun ideologische greep op Hong Kong niet los. Dit, en niets anders, is reëel neokolonialisme. Het is natuurlijk maar al te merkwaardig dat de zogenaamde dekolonisatie van de westerse geest, waartoe figuren als Olivia Rutazibwa al in het begin van dit decennium opriepen, niet lijkt te gelden in die regio’s in de wereld waar de geesten daadwerkelijk nog niet gedekoloniseerd zijn. Het is kennelijk uitsluitend de bevolking van de kosmopolitische metropolen in het westen die moet dekoloniseren, en deze dekolonisatie is hierbij niet te herleiden tot een sociale organisatievorm, ontdaan van de uitbuitingsmechanismen die inherent zijn aan het internationale kapitalisme, maar aan de Freudiaanse complexen en mentale constructies van een nieuwe burgerij met veel te veel verbeelding en tijd om haar handen. In de werkelijke, fysieke wereld is het voornaamste ideologische conflict van de eenentwintigste eeuw ondertussen nog lang niet gestreden. Dat conflict is geen clash of civilizations, maar een zeer twintigste-eeuws aandoende confrontatie tussen het liberale kapitalisme en een alternatief socialisme, dat de hegemonie van de eersten op steeds overtuigender wijze weet uit te dagen. Read the full article
#China#culturewars#dekolonisatie#democratie#Handelsoorlog#HongKong#imperialisme#kapitalisme#Kleurenrevolutie#kolonisatie#KoudeOorlog#liberalisme#neokolonialisme#socialisme#Trump
0 notes