#wou dat ik nog 1 knuffel had kunnen geven
Explore tagged Tumblr posts
Text
Ze moet het zelf geloven, ik kan het haar niet doen geloven
#ik geef nog steeds om haar#ga da wss altijd blijven doen#van op afstand#ze ziet zelf ni hoe'n mooi mens ze is#en...er zijn geen excuses voor zulk gewelddadig gedrag. GEEN. 0.#een goed persoon doet zoiets niet met een ander mens.#iemand met empathie doet dat niet#en je kunt zeggen oh ma hij bedoelde da ni zo of hij had het niet door. denk je dat die ook maar 1 fuck geeft over hoe jij je voelt.#denk je dat die zo onnozel is dat die da ni ziet dat je lijdt. nee. niet vergeven. niet laten gebeuren. en ik snap het en het is helemaal#begrijpelijk#om mixed feelings te hebben#om het niet te vatten#om het te ontkennen#vrouwen zijn eig veel te goed. we willen altijd het beste in mensen zien#ma dit mag je gwn ni door de vingers zien#en ik wou ook dat het anders was gwst voor jou#ik wou dat ik je kon helpen#ma ik kan da ni alleen dragen en het is ook niet mijn taak#ik mag me ni mengen#ik kan alleen maar zeggen wat ik denk#ma tis haar keuze en tis haar leven#tis niet aan mij erover te beslissen of ze die kerel uit haar leven zet#en zolang die daar is kan is er geen plaats voor mij want ik trek me da veel te veel aan#ik kan dat ni aan#heeft me wel doen beseffen hoe moeilijk het is voor mensen die om je geven te zien da je jezelf pijn doet#of slecht behandeld of in gevaarlijke situaties brengt#want ik deed dat ook#ma nu wil ik gwn voor mezelf willen zorgen. ik wil niet meer vastzitten#dus wel goede inzichten voor mezelf#wou dat ik nog 1 knuffel had kunnen geven
0 notes
Text
Opdracht 3: Parkeergeld
Het Sanmenxia Sports Park is de achtergrond voor de derde en laatste opdracht van de eerste aflevering van WIDM 2020. In vijf vrachtwagens (is jullie ook opgevallen dat ééntje een groen kentekenplaat heeft?) zitten de kandidaten in duo’s opgesloten, ze moeten in een soort escape-room achtige setting ontsnappen uit de vrachtwagen en dan nog de vrachtwagen in het juiste parkeervak rijden. Welke dat is? Dat hangt aan de sleutel van de wagen.
De kandidaten hebben 20 minuten voor deze opdracht. Rob en Leonie zitten in een vrachtwagen met verschillende knoppen op een net te ongemakkelijke afstand van elkaar. Op de grond liggen planken, hamers, spijkers, een schroevendraaier en schroeven. De bedoeling is dat de knoppen, door de planken en jezelf te gebruiken, allemaal ingedrukt zouden worden. Rob oppert dit als eerste, om hem van de tik af te halen stemt Leonie mee in. Ze komen tot de conclusie dat ze een stoel moeten timmeren. Nou, top idee natuurlijk. Helaas zijn ze beide met twee linkerhanden geboren (ze gaan letterlijk timmeren terwijl er een schroefmachine ligt) en komt de stoel niet op tijd af om ze te bevrijden.
Claes en Tina vormen het tweede duo, zij zitten in een vrachtwagen met allemaal foto’s, daarnaast hangt er ook een soort tablet waar ze de code kunnen invoeren en een briefje met de opdracht. Ze moeten foto’s weghalen van 1) groepsfotos; 2) foto’s met jokers; 3) foto’s van de test; 4) opdrachten op het water; 5) presentatoren. Claes besluit dat ze beide één van de twee gaan doen, totdat Tina eentje van hem ziet en het weer een ongeorganiseerde chaos wordt. Een leuke hint kunnen we hier uithalen. Een man met een joker waar “De Mol” op staat, Tina geeft Claes deze foto en zegt “Kijk eens, je krijgt van mij deze joker al”. Zou ze hem echt in het spel een joker geven, door hem een foto te geven met De Mol erop? Als in, ik ben de mol, hier is je joker voor het spel? Dan besluit Tina actie in de tent te willen, ze wil van Claes een code weten en toetst 2198 in, helaas, haar eerste rode scherm. Tina en Claes komen niet uit hun vrachtwagen.
Johan en Jaike zijn het derde duo, zij zitten in een vrachtwagen met een jerrycan die gevuld is met water, en een buis met een badeentje en de sleutel, op de grond liggen buizen en het is de bedoeling dat deze verbonden worden om zo het water in de buis te laten stromen en de eend met het sleuteltje te pakken. Dit hadden ze zelf gelukkig ook snel door. Het wou alleen in het begin niet echt vlotten, dit omdat de pijp eenzelfde hoogte heeft als het vat, dan loopt het water natuurlijk niet lekker door. Johan heeft het slimme idee de buis af te knijpen, omlaag vol te laten lopen en dit dan in de buis te laten stromen. Hun hebben hun sleuteltje, maar kijken niet goed, “zet hem maar gewoon neer” zegt Jaike, en dat is wat Johan doet. Ze zitten in vrachtwagen 2 en als ze het goed hadden neergezet hadden ze €2100 kunnen verdienen. Ze zetten de vrachtwagen echter op positie 3, waardoor dit opeens maximaal €1200 werd.
Mil en Nathan zijn team 4, zij staan in een vrachtwagen met vier grijpmachines en in die grijpmachines zitten knuffels, in elke grijpmachine liggen ook molletjes (ik zie een dikke hint, hallo tunnel!). Helaas is het niet de bedoeling alle knuffels te grijpen, wat Mil overigens enorm goed lijkt te kunnen, dus die nodig ik graag uit voor de lokale kermis. Maar je moet de molletjes tellen om zo een code te krijgen voor het slot op de deur. Nou Mil pakt dus al snel een mol, inspecteert deze en komt tot de conclusie dat het te makkelijk is. Mil oppert dan ook dat het aantal molletjes tellen de code oplevert en dit was dan ook zo, ze blijken in de vrachtwagen van het € teken te zitten. Al in de vrachtwagen rijdend laat ze nogmaals zien dat ze niet bepaald dom is, ze ziet namelijk een nummer op de andere vrachtwagens staan en besluit naar hun vrachtwagen te kijken. Nathan laat het allemaal maar over zich heenkomen heb ik het idee. Dan volgt een korte discussie, Nathan wil de vrachtwagen op 1 hebben, Mil op 5, zij heeft natuurlijk gelijk, en daar komt de vrachtwagen ook te staan.
Buddy en Anita zijn team 5 en zij zitten in een ogenschijnlijk lege vrachtwagen. Hun opdracht? Zoek de sleutel. Zo simpel kan het zijn. Maar zo simpel bleek het dus niet, ruim 16 minuten zijn ze bezig geweest met zoeken en opeens is Buddy met zijn voet aan het schuiven in de hoek van die vrachtwagen en vind hij daar opeens de sleutel. Ik vraag me af wat daar het verhaal achter is. Verassend is het dat Buddy zegt, “We moeten kijken, wat staat er op de vrachtwagen” alsof hij voorkennis lijkt te hebben. Maar als advocaat van de duivel, Mil zei ook dat ze op de vrachtwagen moesten kijken, ze rende echter niet meteen naar de voorkant, dan toch een beetje voorkennis? Anita merkt op dat er een één op de sleutel staat, en samen besluiten ze dan ook om de vrachtwagen op de goede plek neer te zetten.
Van de €2100 die verdiend kon worden, is er €20 verdiend. Goed gemold of slechte groep? Wat zijn de verdachte zaken van de derde opdracht; - Er zit een vrachtwagen bij met een groen kenteken, het groene kenteken kan een aanwijzing zijn geweest dat de mol zich in die vrachtwagen bevind. Helaas hebben wij niet gezien wie in deze vrachtwagen zaten, wel was dat duo niet bevrijd dus het zou een hint kunnen zijn naar ofwel Leonie, Rob, Claes of Tina.
- Claes en Tina hebben natuurlijk de meest lastige opdracht, al is het maar omdat je parate kennis moet hebben over de seizoenen van WIDM. Ook kan je hier best makkelijk mollen door een foto te pakken, te overleggen en hem dan bijvoorbeeld verkeerd terug te hangen. Tina maakt zichzelf verdacht door de code verkeerd in te voeren, haar eerste rode scherm zegt ze (kleur van China is rood) en ik zou het een leuke hint vinden als haar “joker voor Claes” met daarop de woorden De Mol een officiële hint is naar Tina als mol. - Alle vrachtwagens zijn natuurlijk belangrijk, maar ik vind het wel verdacht dat Jaike oppert de vrachtwagen maar ergens neer te zetten (Johan gaat daar overigens makkelijk in mee, maar dat lijkt zijn persoonlijkheid een beetje te zijn). Deze move maakte het bedrag wel van €2100 naar €1200 max (had ook €12 max kunnen zijn overigens maar gaat om het idee). - Mil en Nathan, maar vooral Mil doen het natuurlijk super goed in deze opdracht, ze weten zich snel te bevrijden en het teken ook vooral op de juiste plek te zetten, zonder euro-teken geen geld natuurlijk, dus je zou denken dat het een belangrijke positie is (zonder nummers ook geen geld, maar weer het gaat om het idee). Wat ik dan wel verdacht vind is dat er mollen in hun vrachtwagen zitten, dit is natuurlijk een dikke verwijzing naar de mol. - Buddy maakt zich verdacht door een teken van voorkennis te laten zien wanneer hij aangeeft dat ze per se moeten kijken wat er op de vrachtwagen staat. Toegegeven, Mil zegt ook dat ze moeten kijken en Jaike rent ook een rondje om de vrachtwagen, maar Buddy lijkt er zeker van te zijn dat er iets op moet staan.
Hebben wij iets gemist? Laat het ons dan weten, dan nemen we het mee in de round-up van de eerste aflevering, deze komt morgen online! En morgen ook een nieuwe aflevering van WIDM, zin in!
#widm#widm2020#widm20#wie is de mol#wie is de mol 2020#wie is de mol 20#seizoen#20#2020#wie#is#de#mol#aflevering#opdracht#1#2#3#parkeergeld#afgeschermd#kandidaat#kandidaten#ontmaskerd#bekend#spoiler#hint#hints#tip#tips#blog
2 notes
·
View notes
Text
07/04/2019
- Droom: ik woonde dichter bij E. haar werk, en daardoor deed zich vaker de gelegenheid voor om af te spreken. Na haar werk kwam ze dan alleen bij mij eten, ik had die pasta met aubergine gekookt. Onze omgeving is leeg en wit, het is enkel wij 2 etend aan een tafel. De dag nadien komt het weer zo uit dat ze na haar werk bij mij langskomt en opnieuw blijft eten nadat ik gekookt heb. Alweer enkel wij. Het voelt ook eerder als iets spontaan en makkelijk, eerder dan een afspraak. De derde dag verwacht ik hetzelfde, maar ze komt maar niet of stuurt niets. Ik weet niet waarom, of dat ik nog een bericht ga krijgen, of..
Intussen sta ik in een winkel waar ze net een nieuw soort ijsje hebben gelanceerd, waar de winkel vol van staat. Het is een soort dubbel ijsje met dubbele laag chocolade en een lange naam.
> de droom is een goede metafoor voor hoe ik mij nu voel tov E.: eerst erg veelbelovend om daarmee contact op te bouwen, ik voel echt een connectie en op mijn gemak, en nu niks meer: ik krijg geen teken van interesse langs haar kant, neemt ze van nature nooit initiatief, heeft ze het te druk met 3 kinderen, vindt ze de situatie te vreemd, heeft ze geen grenzen..
Ik besef door die droom dat ik toch echt nog ’ns wil afspreken maar ik twijfel of ik zelf initiatief moet nemen of nog wat moet afwachten.. Ze is ook echt niet gewoon aan Facebook denk ik. (Volgens Flor is ’t niet dat ze mij niet tof vindt - dan zou ze me niet 3u lang bij haar laten blijven)
- Onderweg van de bakker naar huis was er rommelmarkt op het Martelarenplein, waar we mama tegen het lijf liepen. Eerste keer dat ik ze terugzag in levende lijve na 2 jaar. Ik voelde me wat onwennig. Ze was meteen versteld en ontroerd, en gaf mij een dikke knuffel. Ze zag er wat ouder uit en had wat aan haar uiterlijk gedaan. Ze vond dat ik er wel erg goed uitzag, en leek opgelucht. Ze begon meteen over hoe ze geen conflictsituaties wou via WhatsApp, dat ze mij liever in ’t echt sprak hiervoor (gebrek aan mentalisatie #1), en ze vond dat ik de slechte dingen moest accepteren en positief moest proberen in te zien (gebrek aan mentalisatie #2), ik reageerde dat ik er aan aan ’t werken was met een psychologe en daar wist ze niets van (gebrek aan luisteren #1). Ze vertelde dat Myra verhuisd was, waarop ik zei dat ik het pas 3 maanden later na aankondiging ontdekt had, maar daar zei ze niets op.
Ik was nog iets aan het zeggen terwijl ze aan Flor vroeg hoe het met hem ging (gebrek aan luisteren #2)
Ze begon dan over het verzamelen van miniatuurnaaimachines en ze had tranen in de ogen van mij terug te zien.
Voor mij voelde het echt awkward, net zoals bij papa: ik weet dat ze mijn ouder zijn en ze om mij geven, maar dat door gebrek aan goeie communicatie van hun kant er geen band mogelijk is met wederzijds respect, en heb ik echt wat medelijden met hen; willen, maar niet kunnen (inzien dat ze ook kunnen veranderen). Ze denken allebei dat gebrek aan communicatie de ander zijn schuld is.
Volgens Flor had ik het goed gedaan, was ik sterk gebleven (zo voelde ik me ook), en bleef ik bij mezelf.
Het deed me ook echt minder dan vroeger. Het enige dat ik voelde was de neiging om de conversatie voort te zetten en mij op alle soorten manieren te verwoorden opdat het haar zou doordringen dat wat voor haar werkt niet voor iedereen werkt. Ze ziet dat echt niet en conversaties zijn dan eenzijdig, duren eeuwenlang zonder resolutie. Terwijl er meerdere opties en keuzes zijn om iets aan te pakken, ziet zij enkel optie A en dat moet het dan zijn.
Ik heb gewoon geen energie voor relaties met eenzijdige communicatie waar geen plaats is voor mijn mening, mijn standpunt, mijn individuele ervaringen. Haar gebrek aan mentaliseren maakt dat er geen respect kan zijn voor mijn individualiteit en dat er de verwachting is dat ik een exacte kopie ben van haar.
Zij is degene die me erg zelfstandig heeft opgevoed, en ik voel ook geen nood om relaties te behouden puur omdat ze mijn ouder is.. Dat kost me teveel energie dat ik liever aan andere dingen besteed.
THE EMOTIONALLY ABSENT MOTHER
- Omdat ik me door mama nooit echt gezien voelde, voelde ik mij in school ook vaak onzichtbaar? En hield ik me daarom maar afzijdig?
- Ik had nooit het gevoel dat mama mij niet bij haar wil, of dat ik niet speciaal was of geen ruimte mocht innemen (op school wel), maar wel dat mijn eigenheid niet gerespecteerd werd: ik werd niet gezien/gehoord, niet gerespecteerd, ik mocht geen eigen noden hebben. En ik werd niet beschermd omdat mama zichzelf al niet kon beschermen. Ze heeft zelf een gebrek aan zelfwaarde door haar opvoeding.
Ik zag mezelf wel als een grote last voor haar in 2010, toen ik elke dag thuis was en het moeilijk had
. Geen moeder is perfect, maar een zeker niveau van moederen is wel nodig of essentieel om een basis te hebben om zelfvertrouwen op te bouwen.
- Ik wil niet enkel afkomstig zijn van mijn moeder en vader: ik wil grootser zijn dan hen. (Nu ik weet dat zij ook met heel veel onverwerkte issues zitten). Na jarenlang ‘onder’ hen te staan, wil ik nu sterker en wijzer zijn dan hen, op mijn eigen pad (dat zij niet kunnen accepteren).
Zij waren absoluut mentaal niet klaar om kinderen op te voeden (of toch niet kinderen die opgroeien in deze tijdsperiode) > zou het echt een verschil zijn dat ik ben opgegroeid met internet? Of dat ik introspectiever ben dan anderen?
- Omdat mama me al sinds het begin overbeschermde en me stuurde voelde het niet positief om tot haar te behoren. Ik voelde me verstikt en had amper vrijheid om te verkennen. Ik voelde me vastgeketend eerder dan stilaan losgelaten.
- In mama’s energie zijn voelt echt NIET veilig, gezien zij vaak gespannen is, vermijdend. Bij haar zijn voelt absoluut niet comfortabel. Het voelt eerder alsof ze mij emotioneel gezien zou wegduwen dan mij te nurturen.
- Er zijn aspecten van mama waar ik wel naar opkijk zoals haar zelfstandigheid/onafhankelijkheid (haar plan kunnen trekken, al heeft dat ook negatieve implicaties), haar veerkracht en haar kunstzinnigheid. Maar er is ook veel waar ik negatief tegenover sta, zoals gebrek aan inlevingsvermogen, haar emoties onderdrukken..
Ik ben ergens wel niet beschaamd dat ze mijn moeder is, ze is altijd sterk geweest ondanks wat ze heeft meegemaakt - dus wie ze is in de wereld vind ik wel mooi - maar niet hoe ze zich verhoudt als moeder tegenover mij, en daar heb ik het heel moeilijk mee. Ik heb meer respect voor haar als vrouw of artieste, dan als moeder of partner - ze heeft het veel moeilijker met mensen die dicht bij haar staan door enmeshing. Er is geen respect voor mij als kind, dus heb ik daardoor ook weinig respect voor haar als moeder. Ze doet haar best, maar weigert inzet te leveren om haarzelf eens te analyseren en te onderzoeken wat zij kan doen om de relatie te verbeteren.
Dus ik wil zoals mama zijn als veerkrachtige persoon of als artiest, maar zeker niet als moeder. Ik zou er geen aanstoot aan nemen als iemand vindt dat ik op haar lijk, want ze hebben de ervaring niet van er een dochter van te zijn (Misschien daarom dat velen mijn afstand van haar niet begrijpen) De relatie moeder-kind is veel te emotioneel beladen. Zij heeft het ook moeilijker met mij als individu te zien ipv als haar kind, dan ik ten opzichte van haar.
Ik voel wel nog trots van haar kind te zijn op een niet-emotioneel niveau.
- Ik voel niet echt een connectie of hechting aan mama omdat ze niet reageerde op mijn noden. Op een schaal van 1 tot 10 voel ik me 3 geconnecteerd met mama.
Bij de geboorte was dit eerste weken waarschijnlijk absoluut niet, in Ottenburg was ze te druk bezig met zichzelf veilig te houden en aan onze basisbehoeften te voldoen, voor een emotionele connectie opbouwen was echt geen prioriteit - in Maleizen iets meer maar nog te druk, en dat is nooit meer geworden. Wel 100% als in een connectie om mij te kunnen sturen, maar niet waarin er respect was voor mijn wensen en noden.
- De eerste jaren was mama altijd bezig voor papa, dus er was enkel fysiek contact als het noodzakelijk was, of als zij er nood aan had. Maar meestal bleef ze eerder op een afstand.
- Omdat ik zo laat kwam en door mijn fragiliteit anders was, voelde ik mij amper deel van het gezin. Het voelde echt als 3 volwassenen die 1 kind onder controle wilden houden. Maar ik werd nooit betrokken bij beslissingen, mijn mening deed er niet toe, ik werd niet serieus genomen, niet gezien of gehoord. We waren fysiek verbonden maar niet emotioneel of spiritueel: ze gingen met mij om als middel om hun eigen emoties onder controle te hebben.
Met mama voelde ik me vooral verbonden onder controle, manipulatie, haar waarden, en “omdat het zo hoort”. Maar het voelde nooit gezond. Ik stelde me veel vragen bij haar manier van omgaan met mij, het voelde niet gelijkwaardig. Ik dacht toen dat dat was hoe moeders waren. Nu voelt het wel alsof ik nooit een echte goede moeder heb gehad.
- Elke nood voelt als heel dringend voor een baby > ik heb dit nu nog als volwassene?
- “Insist on giving you what you don’t want”: zoals mama denkt te weten wat ik moet doen, zelfs als ik zeg dat het niet werkt > geen attunement met mijn noden. Ze is altijd heel blind geweest voor mijn noden, laat staan dat ze ze erkent of beseft dat ik die heb.
In begin van mijn 20 jaar was ik me ook totaal niet bewust van mijn noden, ik wist niet dat ik die had omdat ik het zo gewend was die te onderdrukken voor mijn omgeving + ik had geen grenzen.
Ik heb nu geleerd er mij bewust van te zijn, maar ik heb nog de neiging te denken dat andermans noden belangrijker zijn als ze bv conflicteren. Ik durf nog niet helemaal assertief te zijn omdat ik ben getraind mij in te leven in de teleurstelling van de ander: ik ben daarvoor niet egoïstisch genoeg.
Bv als we weg waren en mama was eindeloos aan het babbelen met een kennis en ik wou naar huis, moest ik zwijgen en wachten: nu zou ik het uitstellen met te vragen tot het echt te veel wordt (daarom ook dat ik niet lang weg wil terwijl ik van een ander afhankelijk ben en moet wachten tot die het beu is: ik wil weg wanneer ik daar nood aan heb)
Ik weet dat ik nu ook veel meer noden heb omdat ze vroeger niet zijn ingevuld en ik daardoor aanhankelijk overkom: ik kan ook niet elke nood eerder wanneer invullen en anderen daartoe dwingen? (Mama gaf mij ook schuldgevoel als ik haar noden niet vervulde)
Mama wou mij ook nooit alleen thuis laten dus sleurde ze mij mee naar urenlange babbels of in de auto zitten (A. & C. In Sint-Agatha-Rode)
Ik heb ook geen enkele herinnering dat ze mij troostte, maar ze liet mij eerder begaan op een afstand tot het voorbij was als ik huilde. Als ik kwaad was, reageerde ze met ontzag en hield mij in bedwang. Voor negatieve emoties was echt geen plaats.
Als ik haar hulp nodig had om mij bv op te halen van school, moest dat goed uitkomen om te kunnen combineren met iets anders, of ze liet duidelijk blijken dat het met tegenzin was, waardoor ik mij een last voelde > zij had nooit hulp mogen vragen aan haar ouders, dus ik ook niet vanuit een gevoel van onrechtvaardigheid?
- Mama “verweet” me vaak dat ik me afzijdig hield vanaf 3 jaar, maar lijkt mij normaal als ik als peuter om fysieke affectie vroeg en niet kreeg? En enkel aan haar knuffels moest beantwoorden, maar het omgekeerd niet meer veilig voelde uit schrik afgewezen te worden?
Ik voelde alsof ik met niets bij haar terecht kon: het moest op z’n minst haar goed uitkomen.
- Zaterdag naar tante M. gestuurd worden was ook zo’n boodschap van: “ik wil me-time en aan niemands noden voldoen, ook niet die van mijn kinderen. Fuck iedereen”
- Mama gaat ook eerder de noden invullen die ze denkt dat anderen nodig hebben, dan na te gaan wat de echte noden waren.
- Mama heeft mij nooit helpen kalmeren of mij beter helpen voelen: ze deed er eerder nog een schep bij door er tegenin te gaan, door het niet te erkennen, door de schuld bij mij te leggen etc
- Doordat mama nooit mijn emoties heeft helpen reguleren, word ik nu soms getriggerd en kom ik in een extreme emotionele staat dat ik niet onder controle kan houden.
- De idee��n waarmee zij mij opvoedde is zij ook mee opgevoed: nl. thuis is er geen plaats voor emoties, het is gewoon een kwestie van doorgaan.
- Mama was de eerste jaren te geabsorbeerd door de problemen met papa om aan mijn noden te voldoen. Myra was toen 11 en zat in een andere levensfase - mama wou misschien niet opnieuw moeten voldoen aan de noden van een peuter? Ze was waarschijnlijk meer bezig met haar bezorgdheid om mij als zorgenkind dan om mijn normale ontwikkeling.
Mijn normale noden werden gewoon vergeten? Ik was mijn hartproblemen en ik was mijn bronchitis, niet meer dan dat?
- Mama is niet heel goed in haar eigen behoeften invullen - zeker niet als ze er hulp voor moet inschakelen. Ze kan haar emoties wel reguleren, maar gaat ze eerder onderdrukken dan bewust voelen.
0 notes
Text
1-8-2017
I’m going to write in Dutch this time so sorry for the English speaking peeps. Ik heb de laatste tijd heel veel nagedacht over wat borderline nou precies met mij doet. Borderliners worden altijd afgeschreven als manipulatieve, explosieve en vooral moeilijke mensen. Dat is het stereotype en stigma wat aan deze stoornis kleeft. Het enige wat ik kan denken is “het is zoveel meer en zoveel complexer dan dat”. Borderline is eenzaamheid. Ja, er zijn mensen die van mij houden en ja, soms bevind ik me in hele leuke gezelschappen, maar toch blijft er zo’n chronisch gevoel van leegte in mijn torso en ik kan maar niet vinden wat dat opvult. Soms voelt het alsof het opgevuld is, maar van dat gevoel kan ik niet lang genieten. Ook is het het gevoel dat niemand je eigenlijk begrijpt. Dat je inderdaad te moeilijk bent om te begrijpen of om volledig van te houden. Zeker als dat je is verteld. Met woorden, maar merendeel met daden. Waar het klinkt als “ik ben er voor je!” lijkt elk moment waarop je iemand nodig lijkt te hebben nét niet in de planning te passen voor de ander, of weten ze niet wat ze moeten zeggen. Mijn gevoel is “overdreven”. Ik “stel me aan”. Ik wou ook dat ik niet zo intens voelde, maar ik heb helaas geen knop om dat bij te kunnen stellen. Borderline is wantrouwen. In theorie vertrouw ik mensen wel, ja. Soms te snel. Dan komt mijn hele levensverhaal er in een keer uit en heb ik geen problemen met het oppervlakkige bespreken van mijn “mentale gebreken” of de mogelijke oorzaken ervan. Maar echt vertrouwen? Dat kan ik niet. Overspoeld door een vlaag van paranoia hoor ik aan wat mijn naasten tegen mij zeggen, maar alles wat ik kan denken is “ik geloof je niet”. Mijn brein heeft zich gevormd naar het idee dat ik niets goed doe. Woorden en daden waren geen match bij de meeste mensen en dat heeft mij bijzonder achterdochtig gemaakt. Wat bedoelen ze echt? Ze zeggen zus wel, maar dan wordt er toch weer zo gedaan. Ik ben het gewend dat ik niet op woorden af kan gaan. Woorden zijn leeg zonder daden. Verontschuldigingen betekenen niets zonder daarbij horende acties en veranderingen. Elke situatie werd verhuld in een “maar ik bedoelde het goed” en ik vraag me soms gewoon af of er serieus wel een goede bedoeling was. Vooral in liefdesrelaties is het lastig. Nooit ben ik bedrogen. Althans, in de zin van dat mijn partner met een ander op de loop is gegaan. Toch is mij wel het gevoel gegeven dat ik verschrikkelijk vervangbaar ben. Dat het soms maar beter is dat ik ergens niet bij ben of dat bepaalde dingen gewoon leuker zijn zonder mij. “Ik wil weten wat de wereld nog meer te bieden heeft” werd me verteld. “Maar ik heb wel het gevoel dat wij elkaar weer terug zullen vinden.” Mijn gezonde verstand weet natuurlijk dat dat nooit zou gebeuren en zal gebeuren, maar ergens heeft ze mijn gevoel er wel naar gezet. Nog steeds. En dat terwijl ik nooit en te nimmer van mijn hele leven ooit weer met haar samen zou willen zijn. Dat zou praktisch zelfmoord zijn. En om op die laatste zin in te haken: Voor mij gaan borderline en zelfmoord hand in hand. Niet dat ik daar per se mee wil zeggen dat iedereen die last heeft van deze stoornis zichzelf om zeep wil helpen, maar meer dat de gedachte soms nogal sterk aanwezig is. Het is voor mij een beetje een natuurlijk respons op situaties die stressvol zijn en waar ik niet goed mee kan dealen. Automutilatie en de gedachten daaraan horen daar ook bij. Ik kan wel met trots zeggen dat ik sinds eind december 2013 geen mes en geen gloeiende aansteker meer aan mijn huid gehouden heb. De littekens daarentegen herinneren me nog steeds aan die nare tijd. Aan dat verschrikkelijke jaar. Ik kan met zekerheid zeggen dat ik sinds dat jaar niet meer dezelfde persoon ben. Ik was naïef. Had veel om te geven en om te zeggen. Dat is allemaal van mij afgenomen. Nu leef ik in een koud omhulsel, gewapend tegen elk beetje kwaad dat op de loer ligt. Maar goed, ik dwaal af. Zelfmoord. De gedachte om mijzelf aan een tak te knopen speelt merendeel op als ik onder veel spanning sta. Het enige wat ik dan voor me zie is hoe ik de strop knoop en eraan bungel. Dit gaat gepaard met verlangen om weer een mesje uit een punterslijper te schroeven of om toch maar mijn sigaret op mijn arm uit te maken. Ik ben me bewust van deze gedachten, ondanks dat ik niet precies weet waar ze vandaan komen en waarom dit nou een reactie is op mijn gevoel, maar dat is (voorlopig) hoe het is en het is gewoon iets om doorheen te worstelen. Borderline is voor mij hyper oplettendheid. Elk beetje verandering merk ik op. Is het de toon van iemands stem, is het een emoji minder op Whatsapp, is het net een knuffel of kus minder, ik merk alles op. Meteen gaan er alarmbellen rinkelen. Ik haat het om toe te geven, maar ik hunker naar heel veel bevestiging. Dat alles okay is. Dat iemand niet van me wegdrijft. Dat ik nog steeds lief ben. Een tas te hard neer zetten, een zuchtje teveel, al deze dingen zijn immense triggers. Vooral kortaf zijn in contact is op een of andere manier iets waar alles bij mij gaat kriebelen. Dat was de gewone respons als ik weer iets fout had gedaan of gezegd. Dat was de manier waarop ik “gestraft” werd. Geen fatsoenlijk gesprek, geen oplossingen of dat we er samen wel uit komen: ik moest in mijn sop gaarkoken. Alles was mijn schuld en ik moest alles oplossen. Ik moest het initiatief nemen om de situatie te redden door super zoet te doen en de ander de hemel in te prijzen, maar daarmee werd elk vaatje in mijn lijf leeggezogen. Ik kreeg er niets voor terug. Helemaal niets. Dus bij elke situatie waarin een kleine verandering plaatsvindt, komt bij mij al een gigantisch schuldgevoel los en de gedachte van “shit, hoe los ik dit op?” Borderline is voor mij een instabiel gevoel van identiteit. Wie ben ik nou eigenlijk en wat vind ik belangrijk? Ik heb mij vrijwel mijn hele leven onzichtbaar gemaakt en heb altijd naar de pijpen gedanst van anderen. Dat is hoe mensen het beste met mij om konden gaan. Ik plaatste iedereen boven mij en manoeuvreerde mij dusdanig dat er geen ruzies of ongemak ontstonden, want dat gebeurde zodra ik deed wat ik zelf wilde of voor mijn gevoel ging staan. Het is mij aangeleerd dat mijn gevoel er niet toe doet. Dat het beter is als ik het gewoon binnen houd. Het gevolg daarvan is denk ik te vergelijken met het schudden van een fles Cola. Er komt spanning op de fles te staan, maar zolang je de dop er niet af schroeft komt er geen troep. Hierdoor ben ik echter wel het contact met mijn gevoel kwijtgeraakt. Mijn gevoelswereld is verstoord Ik werd genegeerd wanneer ik creperend op de grond lag van de buikpijn. “Ga maar gewoon slapen”. Wanneer ik in tranen lag en enkel in haar armen wilde liggen, was mijn enige uitzicht een bos krullen en een rug. “Ben je nou weer aan het huilen?” Troost ontving ik niet. Het was altijd alleen maar lastig om om mij te bekommeren. Het was toch immers de zoveelste keer en ik “zag alles zo zwaar”. Nee, mijn gevoel en ik zijn geen vrienden. Er is met geen pen te beschrijven hoe het voelt om borderline persoonlijkheidsstoornis te hebben, eigenlijk. Ik zou het echter ook niemand toewensen om in mijn schoenen te staan, zelfs de mensen die hebben bijgedragen aan de vorming van deze mentale kwaal niet. Alhoewel dit allemaal als een grote shitshow klinkt, heb ik ook best wel goede dagen en daar geniet ik ook 3x zo hard van. Ik kan het ook erkennen en vaststellen wanneer ik een goede dag heb gehad. Het is gewoon elke keer weer een verrassing hoe ik me voel en mettertijd ga ik hopelijk leren om het allemaal dragelijk te maken. Borderline gaat met mij mee het graf in, maar tot die tijd zal ik vechten voor mijn gevoel en vooral doorgaan met leven.
#borderline#bpd#borderline persoonlijkheidsstoornis#borderline personality disorder#personality disorder#persoonlijkheidsstoornis#nederlands#mental illness#writing#my borderline
3 notes
·
View notes
Photo
Ongedwongen gesprek met een bewoonster over leven en dood gehad tijdens m'n avonddienst vanavond. Als mijn tijd er is dan is het mooi geweest hoor, ik wil dan niet verder leven als een kasplantje achter de gesloten deur, dan wil ik naar de hemel het is goed geweest snap je dat danny. "Ik begrijp u heel goed mw maar miss wilt u dan toch verder leven als de tijd daar is, gebeurd vaker dat mensen die dement worden toch verder willen leven, begrijpen doe ik u maar veranderen kan altijd" Dat hoop ik niet danny, dan wil ik op bed blijven en niet meer eten en drinken ook al bieden jullie het elke keer aan, op die manier kan het ook namelijk dan kies ik er toch zelf voor. "Wij kunnen u dan niet dwingen om te eten en te drinken dat klopt, wij blijven het aanbieden meermalen per dag omdat we dat moeten doen, snapt u dat mw" Dat begrijp ik, jullie blijven voor ons zorgen tot we onze ogen sluiten. Trouwens bewonder en verbaas ik me hoe jullie omgaan met een overlijden van een bewoner elke keer, jullie geven de laatste eer doen alles voor een waardig afscheid en zodra de kist het gebouw uit is en wegrijdt in de auto van de begrafenisondernemer dan gaat de knop weer om en gaan jullie weer verder, hoe kan dat toch, voelen jullie dan niks danny "Jawel mw natuurlijk is elke overlijden verdrietig en niet makkelijk, wij voelen dat echt wel, er zijn alleen nog 25 andere bewoners die ook zorg nodig hebben dan dus dan gaat de knop idd om en gaan we over tot de orde van de dag, als ik dan naar huis ga en buiten een sigaretje opsteek dan voel ik echt wel het moment van overlijden van diegene en hoe hij/zij was op de afdeling, er is op de afdeling geen tijd voor om te rouwen of bij stil te staan mw" Dat vindt ik heel knap en bijzonder van jullie danny, en mag ik je nog wat vragen jongen, laatst was een mw overleden die jij ook bijna elke dienst onder je vleugels had, toen je naar huis ging s'avonds zag ik vanuit mijn slaapkamer je buiten staan in je eentje, weet je wat ik toen dacht, daar staat ie dan de grote sterke broeder met altijd een glimlach en hart voor "zijn" bewoners, met 1 arm geleund op de buitenmuur je tranen de vrije loop te laten, helemaal in je eentje, ik wou nog op het raam kloppen om je naar binnen te wenken, maar ik dacht laat hem maar dit zal wel zijn manier zijn van verwerken "Dat klopt dan komt alles er even uit en na een paar minuten ga ik naar huis en is het goed, bedankt voor uw medeleven mw" De volgende keer voor je naar huis gaat kom je maar naar mij toe en kom je even bij me zitten jongen, hoef je het niet alleen te verwerken, dan hoef je niks te zeggen alleen even je emoties te laten gaan, jullie zijn er altijd voor ons dan wil ik er ook voor jullie zijn, al zul je het toch niet doen, ik ken je, je bent dan te professioneel om dat te doen, snap ik wel hoor, kom eens hier dan krijg je een dikke knuffel, ook al ben je altijd nuchter en een droogkloot, van binnen ben jij ook een mens die aandacht verdient nu, dankjewel voor dit mooie gesprek danny, ga maar weer je ding doen nu anders gaat je pieper zo weer af dat de mensen ongeduldig worden omdat ze naar bed toe willen. "Bedankt mw voor de mooie woorden en dit bijzondere gesprek, en ook voor de knuffel dat veel met me, en volgende keer als ik weer buiten sta zal ik even zwaaien en m'n duim omhoog doen, u houdt ons goed in de gaten en dat is mooi om te weten u bent een goed mens"
2 notes
·
View notes
Text
Tussentijdse reflectie na 3 weken
Voordat ik begon aan mijn internationale stage in Coïmbra, had ik een actieplan opgesteld met verschillende doelstellingen waar ik gedurende de stage zeker aan wou werken.
Na 3 weken stage wil ik dan ook even de tijd nemen om hierop terug te blikken.
Mijn actieplan
Leerdoel 1: De beginsituatie van de kinderen nog dieper gaan uitwerken.
Acties:
· De eerste weken echt inzetten op het intensief observeren van de kinderen, de groep, de omgeving,…
· De kinderen individueel aanspreken om hun interesses, noden,… te weten te komen.
· Nagaan bij de begeleidende leerkrachten of de informatie over de kinderen klopt en verder in gesprek gaan om zo het totaalbeeld over de kinderen en de groep te vormen.
Leerdoel 2: Inzetten op een positief klasklimaat, zodat de relatie tussen kinderen onderling en de relatie tussen de leerkracht en het kind op een positieve manier kan blijven groeien.
Acties:
· Aan het begin van de dag starten met een kringmoment. Op die manier kunnen we in groep de dag starten.
· Eventuele discussies tussen de leerlingen bespreekbaar maken. Zo heerst er een positieve sfeer in de klas.
· De leerlingen laten weten dat ze met alles bij je terecht kunnen.
Leerdoel 3: De kinderen meer op zelfstandige basis dingen laten onderzoeken, uitwerken,…
Acties:
· Niet altijd een opdracht klassikaal uitvoeren, als die ook zelfstandig kan uitgevoerd worden.
· De kinderen eerst hulp laten vragen aan medeleerlingen voordat ik als leerkracht hulp ga geven.
· De instructie aanpassen aan het niveau van het kind. Op die manier kunnen ze vlugger zelfstandig aan de slag.
Leerdoel 4: Een duidelijke planning maken zodat alle opdrachten, voorbereidingen,… op tijd klaar of ingediend zijn.
Acties:
· In mijn agenda noteer ik de data voor het afwerken van de opdrachten.
· Bij het maken van afspraken met andere leerkrachten, noteer ik deze informatie en data ook in mijn agenda. Op die manier ben ik er zeker van dat ik geen nuttige informatie vergeet.
Leerdoel 5: Het contact met de ouders gedurende de stage meer stimuleren.
Acties:
· De ouders op een schriftelijke of mondelinge manier laten weten dat ik stage doe in de klas/groep van hun kind.
· De ouders altijd op een vriendelijke manier aanspreken. Dat breekt het ijs en kan misschien ook lijden tot een conversatie.
· De ouders laten weten dat ze mij kunnen aanspreken bij eventuele vragen, opmerkingen,…
Leerdoel 6: Het contact met andere leerkrachten, begeleiders, mentoren,…stimuleren doorheen de volledige stage.
Acties:
· Ik zorg ervoor dat ik zelf contact opneem met de mentoren en begeleiders ter plaatse.
· Ik treed in een spontaan gesprek als de mogelijkheid zich daartoe doet.
· Ik stel mijn vragen in direct contact met de begeleiders en doe dit niet via mail of bericht.
Leerdoel 7: Ik denk zelf na over creatieve oplossingen als ik merk dat de les/activiteit niet loopt zoals gepland.
Acties:
· Tijdens mijn voorbereiding denk ik al vooraf na over alternatieve ideeën bij het uitwerken van een opdracht.
· Als de opdracht niet loopt zoals gepland, ga ik proberen niet te panikeren. Ik probeer helder na te denken zodat de activiteit niet te lang stil ligt.
Leerdoel 1: De beginsituatie van de kinderen nog dieper gaan uitwerken.
Mijn eerste weken stage heb ik doorgebracht met de groep ‘As borboletas’ of ook wel de vlinders. Zij waren al meer dan een maand in het project toen ik bij hen in de groep kwam. Elke groep blijft 2 maanden in het project en dan is het tijd voor een nieuwe groep.
Tijdens de eerste twee weken heb ik echt intensief ingezet op het observeren van de kinderen. In het begin ging ik daarvoor echt meespelen met de kinderen, maar naarmate de weken vorderden leerde ik om de kinderen tijd en ruimte te geven. Dit is namelijk ook het doel van het project. Ik zorgde er dus voor dat ik op een afstand de kinderen ging observeren, maar ik had daarbij wel nog altijd een totaaloverzicht over wat ze aan het doen waren. Dat zorgde er ook voor dat ik na twee weken op deze manier gewerkt te hebben, al veel informatie over de kinderen had. Ik wist welke interesses, noden, moeilijkheden,… ze hadden, dus op die manier was mijn eerste beeld gevormd.
Natuurlijk heb je nooit genoeg informatie over de kinderen. Daarom ging ik overdag ook vaak in gesprek met de begeleidsters om mijn observatiegegevens verder aan te vullen. Daarbij observeerden we vaak dezelfde groep kinderen en gingen we op die manier in gesprek over dat kind/die kinderen. Zo werd mijn beeld over de kinderen nog ruimer of werd er juist bevestigd wat ik al had waargenomen.
Ten slotte was het wel moeilijk om informatie via de kinderen te verkrijgen. De meeste kinderen spraken enkel Portugees. Er waren wel 2 kinderen die ook perfect Engels spraken, dus aan hen kon ik wel bepaalde dingen vragen rond hun interesses, noden,… In de komende weken/maanden wil ik ook echt wel gaan inzetten op het beheersen van de taal. Op die manier kan ik gemakkelijker in conversatie treden met de kinderen en niet enkel door observatie te weten komen wat ze leuk/niet leuk vinden.
Leerdoel 2: Inzetten op een positief klasklimaat, zodat de relatie tussen kinderen onderling en de relatie tussen de leerkracht en het kind op een positieve manier kan blijven groeien.
Het grote verschil met mijn stages in België is dat ik deze keer geen les geef in een klas, maar ik werk mee aan een project met kinderen tussen 3 en 6 jaar. Dit project vindt plaats in het bos waar ook het domein van Casa Da Mata gelegen is.
Toch probeer ik tijdens dit project ook aan mijn vooropgestelde acties te werken. Nadat we met de bus zijn toegekomen in Choupal, het nationaal bos in Coïmbra vertrekken we met de kinderen richting het domein van Casa Da Mata. Tijdens deze wandeling valt het vaak voor dat de kinderen plots stoppen en zich neerzetten op de grond. Dan gaan we allemaal in een kring zitten en eten ze hun tussendoortje op. Tijdens dat moment wordt er ook gevraagd wat de plannen van de kinderen zijn. Ook kunnen de kinderen tijdens dat ‘kringmoment’ iets vertellen. Als de kinderen geen plek kiezen tussendoor kiezen, vindt dit ‘kringmoment’ plaats op het domein zelf. Daar is er een kring gevormd met boomstammen en dan nemen de kinderen daarop plaats. Er wordt wel altijd expliciet gevraagd dat alle kinderen in de kring komen zitten, op die manier creëren we ook dat groepsgevoel.
Tijdens de voorbije weken is het ook wel al vaak voorgevallen dat de kinderen kleine discussies of soms wel eens een grote ruzie hebben. In het begin van de stage ging ik dan vaak naar de kinderen toe om aan te tonen dat ik er voor hen was. Doorheen deze drie weken heb ik ook geleerd om tijdens deze momenten even op afstand toe te kijken. Het is namelijk de bedoeling dat de kinderen zelf leren hun conflicten op te lossen. Als ze daarbij een begeleidster nodig hebben, dan weten ze ons altijd te vinden. Door de kinderen tijdens deze momenten te gaan observeren, viel het me wel op dat er altijd eerst veel wordt geroepen, maar geleidelijk aan komen ze toch wel samen tot een oplossing. Ook al begrijp ik bijna niks van hun gesprek, toch kan ik aan hun lichaamstaal zien hoe het gesprek verloopt.
Mijn laatste actiepunt “De leerlingen laten weten dat ze met alles bij je terecht kunnen”, heb ik tijdens deze drie weken meer op een non – verbale manier laten zien. Als de kinderen verdrietig zijn of met iets zitten, komen ze meestal naar éen van de begeleidsters. Ook kwamen ze al vaak eens naar mij of nam ik zelf initiatief om naar het kind toe te gaan. Daarbij toonde ik mijn steun aan het kind door hem/haar een knuffel te geven. Ook probeerde ik soms kleine dingen te zeggen of het kind gewoon even bij mij te laten zitten. Op die manier voelde ik wel dat ze tot rust kwamen, ook al kon ik geen conversatie met hen aangaan. Deze steun zal ik wel nog meer tot uiting kunnen brengen als ik de taal ook beter beheers.
Leerdoel 3: De kinderen meer op zelfstandige basis dingen laten onderzoeken, uitwerken,…
De vooropgestelde doelen kan ik meer plaatsen in een klassituatie, maar toch was dit leerdoel een groot werkpunt voor mij de afgelopen weken. Zoals eerder vermeld geef ik geen les in een klas, maar sta ik eigenlijk in voor de begeleiding van kinderen tussen 3 – 6 jaar in dit project. De kinderen gaan overdag eigenlijk op zelfstandige basis aan de slag. Daarbij krijgen ze de tijd en ruimte om zelf te gaan exploreren, dingen te onderzoeken,… Op die manier wordt hun ontwikkeling op verschillende manieren gestimuleerd.
Doorheen de dag zijn de kinderen dus op verschillende plaatsen aan het exploreren, onderzoeken,… Daarom ging ik aan het begin van de stage ook vaak langs bij de kinderen om te zien wat ze aan het doen waren en vaak ook even mee te helpen. Op die manier probeerde ik mijn actieve rol tijdens de stage op te nemen en kwam ik zo ook in contact met de kinderen en hun interesses. Tijdens mijn eerste week kwamen Mariana en Beatriz mij daar ook over aanspreken. Ze vonden het goed dat ik aandacht had voor het gedrag van de kinderen, maar dit is niet echt de bedoeling van het project. Ik moest de kinderen echt meer ruimte geven en als ze iets nodig hadden, gingen ze dit wel komen vragen. In het begin had ik het toch wel even moeilijk om dit te appreciëren, maar naarmate ik zag dat de kinderen echt hulp kwamen vragen, kon ik hier beter mee omgaan. Dit heeft toch zeker wel twee weken geduurd, maar nu kan ik wel een evenwicht vinden tussen het actief begeleiden van de kinderen en het observeren.
Leerdoel 4: Een duidelijke planning maken zodat alle opdrachten, voorbereidingen,… op tijd klaar of ingediend zijn.
Aan het begin van mijn stage was dit echt éen van de belangrijkste leerdoelen, omdat ik het vaak moeilijk vind om op tijd aan een opdracht te beginnen. Mijn opdrachten zijn wel altijd op tijd klaar, maar dan moet ik er wel last – minute nog aan beginnen. Daarom heb ik dus aan het begin van mijn stage een planning gemaakt in mijn agenda met alle data waarop ik een tussentijdse reflectie moet maken. Ik zorg ervoor dat dit telkens op een vrij moment of vrije dag is zodat ik het zeker niet kan uitstellen. De voorbije weken is dit al redelijk goed gelukt, het blijft wel nog altijd een werkpunt. Ik moet echt mezelf verplichten om ook iedere dag mijn reflectie te maken van op stage. Ik had het eens een paar dagen uitgesteld en dan merkte ik wel dat het meer tijd in beslag nam dan het gewoon iedere avond te maken.
Ook heb ik meestal op donderdag een meeting met de leerkrachten van Mariana en Beatriz. Zij zijn ook de medeoprichtsters van het project en komen dan eens vragen hoe de week geweest is. Ik vind het ook belangrijk om tijdens deze momenten aanwezig te zijn, omdat ik op die manier ook kan helpen meedenken over bepaalde ideeën voor het project. Tijdens deze momenten werden er ook enkele data afgesproken zoals de voorstelling van het project, de workshop van een collega uit Nederland, het insectenhotel,… Ik heb deze dan ook onmiddellijk in mijn agenda genoteerd zodat ik zeker niks moet missen. Ik merkte op dat dit zeker wel een goede aanpak is, zodat ik op die manier niks anders kan plannen op die dagen en zo ook een betere planning kan maken voor mezelf.
Tijdens de komende weken zal het zeker nog een werkpunt zijn om mijn reflecties iedere dag te maken.
Leerdoel 5: Het contact met de ouders gedurende de stage meer stimuleren.
Iedere ochtend word ik om 9 uur verwacht in de kinderschool. Daar worden de kinderen afgezet door hun ouders en krijgen ze nog even de tijd om binnen te spelen. Er zijn ook enkele ouders die bij hun kinderen blijven tot ze op de bus zitten. Tijdens deze momenten heb ik eigenlijk mijn eerste contact met de ouders van deze groep gehad. In het begin was ik een nieuw gezicht en probeerde ik vaak in het Engels uit te leggen wie ik was en wat ik hier kwam doen. Op sommige momenten vroeg ik ook hulp aan Joana, een medebegeleidster die ook met de kinderen meegaat op de bus. Zij vertelde dan in het Portugees meer over mijn aanwezigheid. Tijdens de weken die volgden, begroette ik telkens de ouders en kinderen in het Portugees. Ik merkte op dat dit wel een positief gevoel gaf aan de ouders en kinderen, maar ook aan mezelf. In de tweede en derde week kwamen sommige ouders ook meer naar mij om iets te melden over het kind of iets te vragen. Bv: “Ligt de jas van Maia nog in Casa Da Mata?” Op die manier kon ik kleine conversaties aangaan met de ouders en kreeg ik ook het gevoel dat er wel wederzijds vertrouwen was.
Ook moesten we ons in de voorbije weken al voorbereiden op de nieuwe groep kinderen. Daarom ben ik telkens meegegaan naar de meetings met de nieuwe ouders. Daar werd ik ook telkens voorgesteld door Mariana en Beatriz. Ik vond het wel belangrijk om tijdens deze meetings aanwezig te zijn. Ik verstond misschien amper iets van wat er gezegd werd, maar toch werd ik gezien als deel van het team en kregen de ouders ook een beeld bij wie ik was.
Leerdoel 6: Het contact met andere leerkrachten, begeleiders, mentoren,…stimuleren doorheen de volledige stage.
Op mijn eerste dag stage stonden Mariana en Beatriz, mijn twee medebegeleidsters, me op te wachten aan de kleuterschool. Ik had voordien nog geen contact met hen gehad, maar de klik was er direct. We gingen onmiddellijk in gesprek om elkaar te leren kennen en het ijs was gebroken. Ook doorheen de stage ben ik blij dat ik iedere dag met hen kan doorbrengen. We gaan vaak in gesprek over de kinderen, maar ze leren me ook veel nieuwe woorden/zinnen in het Portugees bij. Dit heeft ervoor gezorgd dat ik tijdens deze weken al kon vragen/zeggen: “Wie wil de tafel helpen dekken?” “Het is tijd om op te ruimen.” “Etenstijd.” Ik vind dit wel al een grote stap voor mezelf, dus ik ben hen en de kinderen zeer dankbaar om me elke dag nieuwe woorden aan te leren.
Ook hebben we in samenspraak de afspraak gemaakt om iedere maandag samen te zitten en even te praten over de voorbije week. Zo kan ik in de komende weken telkens hun tips opvolgen en het alleen maar beter doen. In de derde week hadden we op maandag geen tijd, dus blijft deze meeting maar uitgesteld. Ik vind dit wel vervelend, omdat ik het toch wel belangrijk vind om iedere week eens samen te zitten. Op die manier kunnen we even overlopen hoe de week ging en kunnen we ook andere dingen aan elkaar kwijt. Hierbij heb ik ook wel geleerd dat ik communicatie heel belangrijk vind.
Zoals hierboven vermeld hebben we op donderdag meestal een meeting met de leerkrachten van het team. Tijdens deze meeting probeer ik ook af en toe mijn inbreng te geven, zodat ik kan participeren in het gesprek en project. Tijdens deze meetings wordt er ook in het Engels gecommuniceerd, zodat ik ook kan deelnemen aan het gesprek. Na de meeting rij ik meestal mee met Beatriz of éen van de leerkrachten. Tijdens deze momenten probeer ik de stilte te breken door in gesprek te treden over het project of informele zaken. Op die manier werk ik ook aan mijn spontane gesprekken met de medebegeleidsters.
Leerdoel 7: Ik denk zelf na over creatieve oplossingen als ik merk dat de les/activiteit niet loopt zoals gepland.
Aan dit leerdoel heb ik eerlijk gezegd nog niet echt kunnen werken. Ik help soms wel eens meedenken met de medebegeleidsters over dingen die we beter kunnen aanpakken op het domein. Bv: We wilden een tafel voorzien bij de keuken die de kinderen gemaakt hadden. Natuurlijk moest deze tafel ook zelfgemaakt zijn en voorzien van stoelen. Daarbij had ik het idee om de kinderen de materialen te geven en hen zelf aan de slag te laten gaan.
Daarnaast wil ik nog meer creatief nadenken over de projecten waar de kinderen aan beginnen. Deze groep had een rivier uitgegraven, maar verder werd er niks meer mee gedaan. De medebegeleidsters hadden daarbij het idee om een brug te bouwen over de rivier, zodat het water daardoor kon lopen. Ze gaven dit idee mee aan de kinderen en zo werd er verder gewerkt aan dit project. Tijdens de komende weken/maanden zal ik ook proberen om een stilstaand project nieuw leven te geven. Dit door in contact te treden met de medebegeleidsters, maar ook met de kinderen.
Internationale competenties
2. Interculturele competenties
Op mijn eerste stagedag kwam ik onmiddellijk in contact met mijn twee medebegeleidsters, Mariana en Beatriz. Als teken van welkom kreeg ik al direct 2 kussen op de wang, terwijl ik eerder geneigd was om een hand te geven. Bij het geven van de kussen was het ook even aanpassen, omdat het er 2 waren i.p.v. 3. (2.2 culturele flexibiliteit, 2.5 culturele kennis)
Tijdens de eerste weken stond ik dus ook vaak in contact met hen en gingen we ook vaak in gesprek over andere zaken dan de stage. In het begin had ik het moeilijk om me open te stellen en te praten over mijn familie, vrienden, persoonlijke zaken,… Aan het begin van de tweede week begonnen we elkaar toch al wat beter kennen en kreeg ik ook het gevoel dat ik me meer kon openstellen tegenover hen. Op die manier creëer ik een vertrouwensband met hen en weet ik dat op moeilijke momenten ook bij hen terecht kan. (2.2 culturele flexibiliteit, 2.6 culturele relationele competentie)
Ik had tijdens de eerste weken niet enkel contact met Beatriz en Mariana, maar kwam ook in contact met het hele team van Casa Da Mata. In het weekend van de tweede week vierde het project zijn 4de verjaardag. Daarom werd er een presentatie georganiseerd over het project en daarop waren de ouders, collega’s,… uitgenodigd. Na de presentatie werd ik door Ana uitgenodigd op het etentje die ’s avonds plaatsvond. Ik was natuurlijk heel enthousiast om mee te gaan. Tijdens die avond leerde ik ook de andere mensen van het project kennen. Daarbij toonden ze ook interesse in de dingen die ik mijn vrije tijd deed. Daarbij stelde ik me wel open naar hen, omdat ik ook merk dat de mensen hier heel open en gastvrij zijn. (2.5 culturele kennis, 2.6 culturele relationele competentie, 2.7 culturele communicatieve competenties)
De grootste moeilijkheid voor mij was dat ik in het begin het heel moeilijk had om te accepteren dat ik de taal niet begreep. Zo voelde ik me op sommige momenten niet echt deel van het team. Natuurlijk weet ik ook wel dat het normaal is dat ze in het Portugees tegen elkaar praten, maar het was gewoon een drempel die ik moest overwinnen. Daarom gaf ik dit wel aan tijdens de meetings of gesprekken met Mariana en Beatriz en ze hielden daar dan ook wel rekening mee. Bv: Er was een interview over het project met de eerste groep, maar ik wist niet waarover het ging. Ik vroeg daarna wel wat ze gezegd/gevraagd hadden aan de kinderen. De tweede keer dat ze het interview gingen afnemen, kwamen ze eerst naar mij om me te informeren. Dat accepteerde ik zeker wel! Ook tijdens de meetings met de leerkrachten erbij wordt er meer in het Engels gesproken, zodat ik ook kan participeren tijdens het gesprek. Ten slotte heb ik al informatie opgezocht om Portugese lessen te volgen. Op die manier wordt het makkelijker om die drempel te overwinnen. (2.3 culturele veerkracht, 2.6 culturele relationele competentie, 2.7 culturele communicatieve competenties)
5. Internationale vakkennis
Ik zit nu bijna aan het einde van mijn opleiding en daarbij heb ik al verschillende ervaringen opgedaan in de klaspraktijk. Ik heb telkens mijn stages in katholieke scholen te Kortrijk gedaan. Daarbij kwam ik ook vaak in contact met anderstalige kinderen. Ik heb eenmalig stage gedaan in een methodeschool (leefschool), maar dat bleek echter niks voor mij te zijn. Ik was de structuur van in het katholiek onderwijs gewoon, maar dat ontbrak in deze leefschool. Daar kon ik heel moeilijk mee overweg.
Daarnaast heb ik mijn eerste internationale ervaring gehad in Nederland, Terneuzen. Daar heb ik stage gelopen in het vrij onderwijs, waar de leerlingen dus het vak godsdienst niet kregen. Ook kregen de leerlingen in groep 3 (1ste leerjaar) al les in een vreemde taal. Deze taal was Engels, wat ik eerlijk gezegd veel leuker vond om te geven dan het Frans. De team - teaching lessen vond ik ook wel echt een aanrader, zowel voor de leerkracht als voor de leerlingen. Op die manier kunnen de leerlingen echt op niveau werken en kunnen ze sneller aan de slag. Ten slotte vond ik de reken – en taalcircuits de tofste momenten. Tijdens deze circuits waren er 4 groepjes met educatieve spelletjes of oefeningen rond rekenen of taal. De leerlingen moesten daarbij telkens doorschuiven zodat ze alles hadden gedaan. Deze momenten zijn wel heel leerrijk voor de kinderen, omdat ze op die manier eigenlijk op een speelse manier toch iets bijleren of herhalen.
Tot slot wil ik het even hebben over mijn tweede internationale ervaring in Portugal, Coïmbra. Voordat ik aan dit internationaal avontuur begon wist ik nog maar heel weinig over waar ik ging terechtkomen en wat ik ging moeten doen. Dat bezorgde me in het begin wel een beetje onzekerheid, omdat ik me ook op niks kon voorbereiden. Gelukkig had ik al contact kunnen opnemen met de verantwoordelijken van het project om toch al enkele zaken in orde te brengen. Daarnaast kreeg ik wel een site doorgestuurd over het project, maar daar was ik helaas niks mee, want alles stond in het Portugees. Via de studente die hier vorig jaar was, had ik wel al enkele informatie doorgekregen zodat ik toch al een beetje een zicht kreeg op wat mij te wachten stond.
Ondertussen heb ik al drie weken stage gelopen en heb ik toch al een duidelijker beeld over het project. Het project vertrekt eigenlijk volledig uit de kinderen, waarbij de volwassenen eigenlijk vooral instaan voor de begeleiding. Daarbij ga je meestal niet uit jezelf die begeleiding geven, maar is het aan de kinderen om die begeleiding te vragen wanneer ze het nodig hebben. Op die manier laat je hen volledig vrij in het exploreren, onderzoeken,… van de natuur en gaan ze op die manier vele aspecten van zichzelf gaan ontwikkelen.
Ik kan het niet vergelijken met de praktijkervaringen in België of Nederland, omdat ik daar als leerkracht voor de klas stond en de kinderen doorheen de dag echt iets probeerde bij te brengen. Daarbij was éen van mijn taken ook om hen te begeleiden in alles wat ze deden. Het is een groot verschil, maar ik zal uit deze nieuwe ervaring zeker dingen leren, ontdekken,… die ik later ook zal kunnen gebruiken in mijn eigen klaspraktijk. (5.3 kennis hebben van de beroepsuitoefening in andere landen)
0 notes
Text
De cirkel doorbreken
Bewustwording en inzicht De cirkel doorbreken
Opvoeding word van generatie op generatie doorgegeven. Bij onze grootouders waren lijfstraffen “normaal”. Dit zowel thuis als op school. De opvoeding was ook strenger. Jongens en meisjes werden gescheiden in het onderwijs, in de jeugdbeweging en in de sportvereniging. De kerk zat daar voor een groot deel tussen. Ook daar zaten de mannen en de vrouwen gescheiden van elkaar. Geweld in het huishouden was normaal en werd meestal binnenkamers gehouden. Mijn grootouders maakten ook de tweede wereldoorlog mee. Na de oorlog kwamen mijn ouders ter wereld in een gezin dat getraumatiseerd was door die vijf gewelddadige jaren, jaren van ontbering, honger, angst, verlies van dierbaren en veel geweld. Mijn ouders werden geboren in een “post trauma” tijdperk, zeg maar. Een tijd waar mensen onder zware stress stonden, dag in dag uit. Stress die niet verwerkt kon worden. Er van uitgaande dat mijn grootouders post traumatische stress hadden bij de geboorte van hun kinderen, zijnde mijn ouders, verklaart dat ook mijn ouders een moeilijke kindertijd doorgemaakt hebben. Ook zij hadden wel ergens met geweld te maken. Mijn ouders kregen dan op hun beurt kinderen. Ik werd geboren tijdens de Vietnamoorlog. Voor ons een ver van mijn bed show, of niet? Mensen vreesden voor een derde wereldoorlog. Ik herinner mij dat mijn moeder hamsterde. Het onderste schap van de kleerkast stond vol voeding in blikken. Ik heb bij mijn weten nooit iets uit een blik gegeten thuis. Het was een noodvoorraad. Mijn ouders hadden dus ook geen gemakkelijke jeugd en zeker geen perfecte opvoeding. Vooral mijn moeder had zeer veel angst. Mijn vader bedankte het leger vriendelijk toen die hem na zijn legerdienst een contract aanboden op sportlessen te geven en zijn brevet van parachutist te halen. Met een kind en een dreigende oorlog, de derde op rij, moet mijn moeder ergens door angst haar controle verloren zijn. Daar kwam dan nog bij dat haar oom na zijn overlijden een berg schulden naliet. Mijn moeder was ook verplicht geweest om op jonge leeftijd te gaan werken omdat mijn grootvader ziek werd. Vandaar haar grote verwachting naar mij toe. Ik moest het beter hebben, maar vooral ook beter doen! Mijn opvoeding start dus in een stressvol nest. Mijn moeder reageerde haar frustraties dan ook vaak op mij en mijn zus af. Dat ging met het nodige geweld gepaard. Zinloos geweld waar ikzelf noch mijn zus iets van begrepen. We ondergingen het en we startten onze “overlevingsmodus”. Moeders wil was wet. Zij en alleen zij besliste wat goed was voor mij. Ik mocht nooit tegenspreken. Ik mocht nooit mijn ongenoegen uiten. Ik mocht nooit gefrustreerd zijn. Ik mocht eigenlijk nooit mijzelf zijn. Ik mocht ook niet stotteren. Ik werd verplicht logopedie te volgen, op woensdag als alle andere kinderen konden ravotten en spelen. Ik werd meegesleurd naar pendelaars en helende paters. Ik moest naar hypnotiseurs, maar na twee consultaties werd het stopgezet.
Nadat een pendelaar gezegd had dat er een vrouw een zeer negatieve invloed op mij had, moest ik alles wat in verband stond van mijn oma weggooien. Ik mocht haar ook niet meer zien. De manipulatie was zo erg dat ik op een dag mijn oma tegenkwam en haar zei: “madam ik ken u niet”. Na jaren van “mishandeling” op allerlei vlakken, begon ikzelf geweld te gebruiken. In tegenstelling van mijn ouders vond ik het voor mijzelf geen goede manier om met conflicten om te gaan. Maar hoe moet het dan wel? Ik had het niet anders geleerd! Op school werd ik ook dagelijks gepest omdat ik stotterde. De goeie raad van mijn ouders was om er op te slaan. Ze zouden wel stoppen. Trouwens, als ik het niet deed en ik kwam thuis wenen, zou ik slagen krijgen. Zo hadden mijn ouders het ook van mijn grootouders geleerd. In een post traumatisch gezin is geen plek voor jengelende kinderen. Zeker een jongen moest sterk zijn en mocht niet huilen. Stotteren, astma aanvallen, allergie, gewelddadig, emotioneel en impulsief zijn volgens mij symptomen van het post traumatisch stress syndroom. Waar waren de geborgenheid en de liefde? Twee zeer belangrijke dingen waar ik tot op de dag van vandaag behoefte aan heb. Twee dingen die mij tot op de dag van vandaag angst inboezemen. Hoe vraag ik op een geschikte manier om genegenheid, om een knuffel, een lief woord? Gewoon vragen? Word ik dan niet weer mishandeld? Hoe ga ik er mee om als ik afgewezen word? Als ik die genegenheid dan krijg in de vorm van een warme knuffel, wil ik die dame niet meer loslaten. Ik ben een uitgehongerd klein kind. Ik bijt mij vast in de tepel en blijf zuigen, ook al komt er geen melk meer. Ik verwar de liefde voor de medemens met passionele liefde. Ik wil dan een relatie met die lieve vrouw. Natuurlijk loop ik dan een blauwtje met alle mogelijke gevolgen. Ik ga mijn focus zo afstellen dat ik die vrouw in een heel negatief en slecht daglicht ga zien. Ik ga iedereen vertellen hoeveel pijn zij mij aangedaan heeft. Ik vlucht er van weg en wil haar liefst nooit meer zien. Komt het tot een relatie dan is het er een van aantrekken en afstoten. Bang dat ook deze vrouw mij gaat manipuleren. Vaak had ik een relatie met een vrouw “om haar te helpen”. Ik word jaloers als ik een koppel lief zie omgaan met elkaar. Pleasegedrag was ook een van de redenen dat ik het op de werkvloer bijvoorbeeld nooit lang vol kon houden. Ik deed alles wat anderen niet wilden doen. Ik maakte overuren, deed weekendwerk, werkte dag en nacht met een paar uur slaap per dag. Ik ging vaak ziek werken. Bij conflicten met mensen vlucht ik meestal weg. Ik had dikwijls 3 tot 6 werkgevers per jaar. Ook op gebied van verantwoordelijkheid nemen liep het fout. Mijn moeder deed alles voor mij uit angst dat ik het verkeerd zou doen. Ik kreeg heel weinig zakgeld, net genoeg voor een drankje op zondag voor de Chirovergadering. Net genoeg voor de bioscoop in het weekend. Ik leerde dus nooit om te sparen voor iets. Toen ik ging werken moest ik alles afgeven thuis. Mijn loon werd op een geblokkeerde rekening gezet. Ik kreeg dan een klein zakgeld elk weekend. Elke poging om zelfstandig te worden werd uit mijn hoofd gepraat. Ik ging het nooit kunnen! Als het dan zo ver was en ik dan eindelijk zelfstandig leefde, genoot ik zo van de opgedane vrijheid en nam geen verantwoordelijkheid. Waar had ik die moeten leren nemen? Ik was ook gefrustreerd omdat ik nooit een liefje had en van seks was ik bang. Ik wou het niet doen. Af en toe gebeurde het wel eens dat ik de grens van het meisje niet respecteerde en met een klap op mijn hoofd afdroop. Ja, grenzen, wat is dat? Nooit van gehoord! Mijn seksuele opvoeding was een klap op mijn hoofd toen mijn moeder een liefdesbrief van mij gevonden had. Ik mocht “ die hoer “ nooit meer zien! Jaren laren zei mijn moeder dat ze dacht dat wij gemeenschap hadden. Mijn moeder was bang. Het is dan op de trouwdag van dat meisje dat ik mij niet goed voelde en naar huis wou. Mijn ouders waren er ook en zouden mij naar huis brengen. Ik wilde alleen naar huis en toen mijn vader op mijn vluchtroute kwam staan haalde ik uit en sloeg hem. Het feest was gedaan voor ons drieën. Gelukkig speelde het zich buiten af, ver van de feestzaal. Ik heb mij jarenlang schuldig gevoeld naar dat meisje. Jaren heeft het geduurd eer ik bij haar in de winkel bloemen durfde kopen. Zo schuldig voelde ik mij. De maandag na het feest heb ik mij laten opnemen in de psychiatrie. Een flop van jewelste want mijn verhaal werd niet gelooft. Tijdens een sessie met de psycholoog en mijn moeder samen vertelde ik mijn moeder dat ik haar gedrag niet meer kon aanvaarden. Ik zei haar dat ik het beu was dat zij mij steeds vergeleek met mijn oom, die door haar altijd slecht gemaakt werd. Eerst ontkende zij alles, daarna zei zij duidelijk geïrriteerd dat ik niet op hem leek maar dat ik mijn oom was. Ik haalde uit en sloeg haar op het gezicht. De psycholoog bleef zitten en reageerde niet. Mijn moeder zei hem dat hij nu gezien had wie diegene was die mishandelde! Ik liep weg… Een paar dagen later kreeg ik het aan de stok met een patiënt op de afdeling en ik liep naar de tuin. Hij riep dat ik een lafaard was en niets anders kon dan weglopen. Ik draaide mij om en zei hem dat ik wel iets anders kon en niet laf was. Ik sloeg hem met 1 slag in de bloembak. Op dat moment voelde ik mij weer schuldig. Ik besefte dat ik dat niet kon doen. Lang heb ik niet mogen beseffen, want een legertje verplegers, een spuit en een dwangbuis kwamen op mij af. Ik rende de tuin in, klauterde over de omheining en liep zonder onderbreking 12 kilometer naar huis. Voor zover mijn eerste opname, 3 maanden en gedwongen ontslag. Het vertrouwen van de groep was geschonden. Dit kon niet en de enige oplossing was medicatie en een andere afdeling, of een andere psychiatrie. Ik koos voor een andere psychiatrie. Ik weigerde medicatie te nemen, toen al! Ze moesten mij geloven en behandelen voor de mishandelingen. Maar ik vernam pas in 2017 dat dat niet kan in een PC. We zijn nu pas 1991, en nog ver weg van vandaag, september 2017. Mijn opnames waren op een afdeling vergelijkbaar met Da Capo. Veel gesprekstherapie en psychotherapie in groep. Ik was de slimste van de klas, want ik kende de oplossing voor iedereen. Alleen voor mijzelf niet. Ik wist wel wat ik fout deed en kon het dan wel weer even goed doen, maar ik herviel in mijne patroon omdat er nooit nadruk op gelegd werd dat ik nazorg nodig had. Ik fantaseerde de mishandeling en kwam enkel naar het PC om te neuken en een dak boven mijn hoofd te hebben. Dit zijn de woorden van dr. Vandereycken, specialist in het behandelen van eetstoornissen en gedragsstoornissen. Hij was ook goed in het misbruiken van patiënten!!!! http://deredactie.be/cm/vrtnieuws/regio/vlaamsbrabant/1.2138587 Als je mij niet gelooft, volg de bovenstaande link.
Eind jaren negentig huwde ik met een Poolse dame die ik onderweg had leren kennen. Ik trouwde met haar omdat ik dan ook een vrouw had zoals iedereen en zij kon dan in België werken aan een beter loon. Het huwelijk liep spaak en het leuke is dat ik de scheiding niet hoefde te regelen. Net als de trouwdag had ik ook nu zeggenschap noch medeweten. Mama had alles netjes geregeld, zelfs de dagvaarding voor het vredegerecht ontvangen en mijn handtekening nagebootst.
Januari 2001 kreeg ik een brief van de rechtbank om te melden dat ik de woning moest verlaten en 7000 euro schadevergoeding moest betalen. Mijn ex-vrouw zei dat dat geld een idee was van mijn moeder, net als de scheiding. De rechter oordeelde dat ik door mijn afwezigheid schuld bekende en alles wat de advocaat gevraagd had werd gewoon toegestaan. Ik vluchtte naar Polen en verbleef vier maanden in erbarmelijke toestand. Ik sliep in een paardenstal en zorgde voor de dieren. Ik had er een liefje en die zorgde voor eten en als de kinderen niet thuis waren mocht ik bij haar overnachten. Ik had er de tijd van mijn leven. Paardrijden en voor de honden in het asiel zorgen waren mijn passie! Na een jaar ging ik naar Nederland werk zoeken met twee Poolse mannen. Zij hadden een auto, gestolen maar wist ik pas later, maar geen rijbewijs. Ik vond werk in Nederland maar zij niet en ze keerden naar huis terug. Ik werkte bij verschillende springstallen en naast verzorgen van paarden reed ik ook met de vrachtwagen naar Europese tornooien. Kost en inwoon en 500 euro zakgeld waren mijn loon. Alles in het zwart natuurlijk. Ik merkte ook de doping en de mishandeling van de dieren op. Ik zocht ander werk en vond een firma die paarden transporteerde doorheen Europa. Ik reed voornamelijk op Frankrijk, Spanje en Portugal. Af en toe haalde ik een Zuid-Amerikaanse ruiter en zijn paarden op in Schiphol en reisde met hem en zijn team verzorgers doorheen Europa. Ik dineerde met ruiters van wereldklasse en sliep op hotel. Het was leuk tot ik een liefje had en ik niet meer zo ver wou rijden. De baas had mij voor die job aangenomen vanwege mijn talenkennis en de klanten spraken veel lof over mij. Ik kon niet anders dan daar blijven. Ik werd ziek. De arts gaf mij medicatie voor longontsteking terwijl ik hem duidelijk had gemaakt dat ik astma had. Na een maand belande ik op spoed. Ik had geen zuurstof meer in mijn bloed. Die week was ook mijn contract afgelopen en het werd niet meer vernieuwd. Vanwege de ziekte en omdat ik niet meer ver wou reizen. We schrijven 2003 en ik kom terug naar België. Weer dakloos en zonder centen. Een uitkering zou 4 maanden op zich laten wachten en het OCMW weigerde voorschotten te betalen. Ik belandde in Sint-Blasius. Ik wou niet meer leven. De diagnose was HSP en de boodschap luidde dat ik daar maar mee moest leren leven. Na een maand ging ik naar de woning van mijn grootouders en na een week was ik weer opgenomen. Ik verkaste naar de A-dienst van het PC Sint-Hiëronymus in Sint-Niklaas. Ik doorliep foutloos het traject van 6 maanden en ging dan naar Pro-Mente, Beschut Wonen. Ik herleefde en vond mijzelf weer terug tijdens mijn therapie. De mishandeling, ach ja, mama en papa kwamen op gesprek en alles werd wat vergeten. De nazorg was bij een psychiater-therapeut. Hij verklaarde dat ik op de verkeerde moment op de verkeerde plek geboren was toen ik hem vroeg nar het waarom van de mishandeling. Ik stopte de therapie bij hem.
In 2007 verliet ik beschut wonen. Ik had werk en ik moest maar zelfstandig wonen. Ik leerde ook een vrouw kennen en wilde weer trouwen. Zij was Afrikaanse en zij kreeg een bevel het land te verlaten. Het koste veel moeite en geld om de nodige papieren bijeen te zamelen. Ik had ondertussen een schuldbemiddeling lopen om de alimentatie van het eerste huwelijk te kunnen betalen, vermeerderd met de afbetaling van de auto en nog wat schulden bij de staat daterend van 2001. Een totaal van 14 000 euro. Mijn vrouw kon pas in 2008 aan het werk. Toen zij haar eerste loon kreeg vertelde ik haar dat ze moest delen in de onkosten. In Afrika zorgen mannen voor hun vrouw zei ze en het kwam tot hevige ruzies. De politie kwam vaak tussenbeide. Ik moest van haar scheiden zeiden ze. Ik dacht aan de 14000 euro van de vorige scheiding en ik werd bang. Ik kocht een motor en ging met motorclubs uit rijden en feesten om aan de huiselijke sfeer te ontsnappen. Ik raakte in het verkeerde circuit en al snel was ik onderweg met gevreesde clubs. Geweld was daar de normaalste zaak van de wereld. Toen ik op een dag thuis kwam na een feestje en op televisie beelden zag van een schietpartij besloot ik het wereldje te verlaten. Zinloos geweld, nee bedankt! Ik had geen vrienden meer en viel in een zwart gat. Ik werd in 2012 weer depressief en wou een opname regelen. Via Pro-Mente kreeg ik een afspraak met een jonge psychologe die mij vroeg waarom ik dacht dat ik in opname moest. Toen ik zei dat mijn zelfzorg het liet afweten vroeg zij of ik niet geleerd had mij te wassen. Ik zei dat ik thuis niets geleerd had maar mishandeld werd. Ik verliet haar kantoor, sprong op mijn motor en belandde in Duitsland. Ik vond er de volgende dag werk.
Ik reed van Duitsland voornamelijk naar Engeland met auto onderdelen voor Bentley. Meestal sliep ik minstens een keer in de week thuis en de weekends ook. Mijn vrouw wou leren autorijden en slaagde voor haar theoretische proef. Ik betaalde haar de lessen voor de praktijk om haar voorlopig rijbewijs te behalen zodat zij alleen kon rijden in mijn afwezigheid. Maar ik merkte dat ze daar niet op gewacht had. Op een dag zag ik haar rijden met mijn auto, helemaal zonder rijbewijs. Ik confronteerde haar met de feiten en ze loog. Ik schreef mijn auto uit. Gedaan met de pret, ik had toch mijn motorfiets nog. Mijn vrouw kocht een andere auto zonder mijn medeweten en schreef die in op mijn naam. De verzekering stuurde mij een berichtje met felicitaties met de aankoop van een mercedes en voor het vertrouwen in hun diensten. Vertrouwen? Dit was schriftvervalsing. Ik eiste dat ze het ongedaan maakten en vroeg mijn vrouw naar de autopapieren. Zij weigerde die te geven en ik brak de ruit van de auto, haalde de documenten er uit las mijn naam op het inschrijvingsformulier. Oeps! Ik vluchtte naar mijn vrachtwagen en reed weg. Ik was net op de autobaan toen de politie mij belde. Waarom had ik ingebroken in mijn vrouw haar auto? Ik antwoordde dat ze naar de “scheldwoord” konden lopen en gooide mijn GSM in de vuilbak in Lokeren. Ik was weer op de vlucht! Drie maanden later heb ik de wijkagent opgezocht en hem de documenten overhandigd. Inderdaad, ik had in mijn eigen auto ingebroken wat geen misdrijf is. Waarom ik geen klacht wilde neerleggen? Ik ben bang van de politie en ze geloven mij toch nooit! Ik heb geen vertrouwen in de rechtbank en het hele systeem in België. Een jaar lang verbleef ik in mijn vrachtwagen tot ik in Duitsland een woning kreeg.
In 2013 liet ik mijn hoofd, nek, schouder en rug masseren door een alternatieve dame en ik voelde mij als herboren. Ik vertelde hoe ik mij voelde en zij gaf mij een mix van druppeltjes om op mijn polsen te wrijven. De stress ging weg en ik voelde mij herboren. Maar helaas niet voor lang. Ik ging dan HSP opzoeken op google en vond een chatgroep. Na een maand chatten en vooral veel vragen en herkenning, zat ik met de beheerder in de clinch. Oeps! Een boze mail naar HSP Vlaanderen en klaar met die onzin. In 2014, kapot van de stress zocht ik op internet naar oplossingen voor traumaverwerking. Ik kwam met Tantra in contact. Oosterse massage met wortels in het Boeddhisme. Seksuele energie opwekken om je lichaam, je hart en je ziel zichzelf te laten genezen. Getuigenissen van vooral vrouwen toonden aan dat zelfs de sporen van seksueel misbruik zo goed als gewist konden worden en er zelfs opnieuw van genoten kon worden. De eerste massage had ik de hoofdprijs. De ene blokkade na de andere verlieten mijn lichaam. Naar het einde toe werd mijn orgasme zodanig lang uitgesteld dat ik huilde van de pijn. Ik schokte, greep de lakens vast en schreeuwde het uit, tranen met tuiten wenend. Dan de bevrijding en een gevoel van innerlijke rust. Wow! Na drie maand regelmatig behandelt te zijn geweest kreeg ik van de masseuse, ervaringsdeskundige wat jeugdtrauma betrof, de naam Ayahuasca in de hand gedrukt. Haar had het goed geholpen en vermits ik stilaan spiritueel gezind was en er mij van bewust dat in het onderbewuste nog heel wat rotzooi zat maakte ik een afspraak met een organisatie in Berlijn. Vier nachtelijke ceremonies met psychotherapeutische bijstand. Nog voor de sessies begon had ik al een conflict met de verantwoordelijke. Mijn ego zou in mijn weg staan! Zelfmoordgedachten! Dat is dikke zever! De man bleek er zelf slechte ervaringen mee gehad te hebben vertelde een begeleidster en ik bleef. Ik reisde voor het eerst tussen het onbewuste en het bewuste. Ik zag beelden van vroeger en ook mooie dingen die mij helemaal blij maakten. De trauma bleken allemaal met de glimlach weg te glijden uit mijn lichaam. Ik kreeg inzicht in mij zelf en de boodschap mijn tempel schoon te houden.
Helaas kon ik nergens terecht voor nazorg en na een aantal maanden ging ik weer hervallen in mijn oude patroon. Ik deed nog een sessie. Ook nu weer veel inzichten maar geen nazorg en ik bleef heel hard werken en vooral ik vereenzaamde. Ik werd depressief. Ik moest mijn leven omgooien maar ik durfde niet. Ik was bang dat ik weer op straat zou belanden. Ik wist niet hoe de Duitse staat zou reageren als ik plots werkloos zou zijn of wat ze zouden zeggen als ik voor een opleiding zou willen gaan. Ik was bang, eenzaam en ik hunkerde naar liefde. Ik had niemand die mij knuffelde en ik zocht de oplossing in de verkeerde sector. Ik ging naar bordelen en wou enkel geknuffeld worden. Veel geld weg en nog steeds een leeg gevoel. Ik voelde mij helemaal wegzinken. Ik had nog steeds werk, maar door geldgebrek moest ik soms een week vasten. Ik ging een keer gokken en won 500 euro. Fijn! Omdat ik verhuist was ondertussen en het vertrouwde massagesalon te ver af was ging ik op zoek naar een alternatief. Ik vond een massagesalon dat Tantra massage aanbood, helaas was het een dekmantel voor een bordeel. Ik werd woest! We schrijven einde 2016 en met oudejaar sta ik op een feest naast een Afrikaanse vrouw. Om middernacht klinken we met de mensen rondom ons en we zoenen. Ik kende er niemand en zij ook niet. Ik nam haar in mijn armen en voelde hoe zij begon te wenen. Ik kon mijn eigen tranen niet bedwingen en daar stonden dan 2 vreemden in een vreemd land te huilen in mekaars armen. De volgende dag besloot ik naar België te komen. Ik mistte mijn vrouw, dat was een teken van het universum! 2 januari 2017, aankomst in Sint-Niklaas, bij mijn vrouw terug. Huilend en vol goeie voornemens. Ik zou alles veranderen wat ik maar kon veranderen aan mijzelf om haar gelukkig te maken! Het eindigde op 10 januari met het bezoek van de politie. Meneer, u bent gescheiden in 2014 en hebt hier niets meer te zoeken. De 1800 euro die ik haar gegeven had wou zij niet terug geven. Ik heb gesmeekt mij in Sint-Hiëronymus af te zetten. Mijn wereld stortte in elkaar. Zij was de scheiding gaan vragen in 2014 op basis van mijn afwezigheid. Ondanks het feit dat wij regelmatig contact hadden, vooral als zij ziek was en geld nodig had, had zij mij nooit iets van de scheiding gezegd. 1 januari had zij mij vertelt dat ik zeer welkom was. Alles kon weer goed komen. Ik zou hulp zoeken maar ik moet toegeven dat ik zo depressief was en zo wantrouwig dat ik de stap naar hulp, welke vorm ook, niet wilde zetten. Mijn opname op Da Capo verliep zeer bewogen. Conflicten aan de lopende band. De beste plek was het gesloten circuit. Daar kwam ik tot mijzelf en werd ik rustig. Ik schreef ook alles op en wist perfect wat ik had. Helaas kwam er geen verbetering en therapie was niet mogelijk. In maart ging ik na overleg met het team naar Portato. De hel van het PC, zo heb ik het ervaren. Het enige wat goed was waren de creatieve en artistieke therapieën en de psychologe. Ook hier weer veel conflicten. De WRAP volgde ik ook, zonder conflicten en met enig succes en veel inzichten.
Na mijn ontslag in juli 2017 ging ik weer naar Pro-Mente. Ik zocht een HSP therapeute en ging dadelijk op intake. Na twee gesprekken wist zij mij te vertellen dat ik misschien niet HSP ben maar PTSS heb. Gelukkig kent zij het omdat het vergelijkbaar is met HSP. Mijn wereld stort in elkaar als ik het ene na het andere conflict heb. Ik heb niet de mogelijkheden om mijn therapeute wekelijks te zien. Ik besluit om in Nederland een weekend op retraite te gaan. Ik beland in een groep lotgenoten met ervaringsdeskundige begeleiders. Ook hier weer het ene conflict na het andere en hier alleen maar vriendelijke en lachende mensen. Hier mag jij boos zijn, hier mag jij jaloers zijn, hier mag jij verdriet hebben, hier mag jij blij zijn, … Intensieve, confronterende activiteiten afgewisseld met meditatie en relaxatie lijd tot inzicht en een klaar en duidelijk nieuw gedragspatroon. Wow! Nu ga ik regelmatig met mijn therapeute praten om er voor te zorgen dat ik verder op het goede spoor blijf. Ook mijn begeleider van Pro-Mente gaat mee naar mijn therapeute om er zeker van te zijn dat ik ook door hem vakkundig en op een lijn met de therapeute begeleid kan worden. Bij PTSS is je hele manier van denken en doen in het onbewuste verstoord. Voor mij is het zeker van belang dat ik zeer alert blijf en steeds voor mijzelf zorg. Assertief, lekker egoïstisch doen, voor degenen die menen dat je er voor de anderen ook moet zijn. Alles doen wat mijn moeder mij zei dat niet mocht!
Wat heb ik geleerd? Ik heb ontdekt dat ik mijn gedrag kan veranderen en de vicieuze cirkel kan doorbreken. Er ligt voor mij een andere weg klaar. In mijn gedachten en in mijn dromen ben ik er al. Alleen moet er nog aan de weg gewerkt worden. Ik ben dus een lieve man die jaloers mag zijn, want ik heb net als iedereen recht op liefde. Ik ben een lieve man die gefrustreerd is omdat mijn leven tot hier toe pijnlijk was. Ik ben een lieve man die verdrietig mag zijn omdat ik slachtoffer van zinloos geweld was. Ik ben een lieve man die boos mag zijn omdat ik het niet zo fijn vind dat ik ook andere mensen pijn gedaan heb op mijn zoektocht naar liefde. Ik ben een lieve man die ook trots is omdat ik al de wijsheid verzamelt heb en de inzichten heb om mijn gedrag te veranderen. Ik ben een lieve man die blij is omdat ik mensen heb leren kennen die mij steunen op dat nieuwe pad. Ik ben een lieve man die niet te verlegen is om mijn ware aard te tonen. Ik weet nu dat ik emoties gekregen heb om die te uiten! Ik weet dat ik gevoelens gekregen heb om die te voelen! Ik weet dat ik verschillende gevoelens heb en leer ze kennen! Ik weet dat ik kan denken om mijn gevoel en mijn gedrag af te stemmen! Ik weet dat ik bang mag zijn! Ik weet dat ik angsten kan overwinnen door te ervaren dat het niet elke keer fout afloopt. Ik weet dat ik op elk moment hulp en steun mag krijgen onderweg. Ik weet dat ik iedereen om een knuffel mag vragen. Ik weet dat ik alles mag vragen! Ik weet ook dat ik niet alles kan krijgen van gelijk wie op gelijk welk moment. Ik heb respect voor de mening van de anderen. Ik heb geduld met de anderen. Ik mag ook fouten maken, net als alle andere mensen. Andere mensen mogen mij op mijn fouten wijzen. Ik aanvaard ook dat mensen met een verantwoordelijke functie hun verantwoordelijkheid nemen. Ik begrijp dat dat niet uit een machtsposities is. Ik heb geleerd dat ik ook suggesties mag doen en raad geven, aan iedereen. Ik heb geleerd dat mijn suggesties en goede raad niet perse gebruikt moeten worden. Ik heb geleerd dat ook niet iedereen open staat voor mijn mening en/of advies. Ik heb geleerd dat ik af en toe ook foutief kan interpreteren. Ik heb ook geleerd dat ik ongepast gedrag van anderen niet hoef te tolereren. Ik heb geleerd dat het grootste deel van mijn opvoeding niet correct was. Ik heb geleerd dat ik mij zelf nu kan opvoeden, met respect voor mijzelf en de medemens. Ik heb geleerd mij op een rustige manier te uiten, zodanig dat mijn boodschap niet kwetsend of agressief overkomt. Ik heb geleerd dat ik fouten mag maken. Ik heb geleerd te relativeren en te vergeven. Ik heb geleerd dat ik los kan laten. Ik heb geleerd door relaxatie, meditatie en ademhalingscontrole spanning kan afbouwen. Ik heb geleerd dat blootsvoets in de natuur lopen mij helpt te aarden. Ik heb geleerd dat mijn lichaam en mijn geest regelmatig rust nodig hebben. Ik heb geleerd dat ik nog veel kan bijleren!!!! Ik vind het leven plots een uitdaging!!!! Als ik verliefd ben en ik loop en blauwtje word ik niet afgewezen. De dame heeft gewoon niet dezelfde gevoelens voor mij als ik voor haar. Zij zorgt goed voor zichzelf. Omgekeerd kan ook, ik mag ook iemand vertellen dat ik niet op dezelfde manier van haar hou als zij van mij. Als het vuur niet laait kan je er niet op koken. Ik zorg goed voor mijzelf. Ik heb geleerd om enkel bij beroepsmensen te ventileren. Lotgenoten vertellen het door en dan krijg ik het deksel op mijn neus. Ik heb aanvaard dat niet iedereen mijn inzicht deelt. Veel lotgenoten zijn hier nog niet klaar voor. Ik laat die mensen in hun waarde. Ik moet mij niet schuldig voelen als ik onvrijwillig mensen kwets. Mensen moeten zelf hun grens aangeven. Mensen die liegen bedriegen zichzelf.
Met dank aan Moeder Aarde voor de inzichten en de lessen. Met dank aan het vuur voor het laaiend enthousiasme. Met dank aan de lucht voor de frisse wind in mijn leven. Met dank aan het water om alles weg te wassen. Verbonden met de bron leef ik vrij!
- Stephane De Man, ervaringswerker
0 notes
Text
06/03/2019
- Vandaag was het zover, de afspraak met E. Voorbije nacht heb ik niet diep geslapen, wellicht door de spanning. Vanochtend dan ook gelijk met Flor opgestaan tegen 8u, om 9u25 moest ik de bus nemen. Mijn stress viel mee tot ik afstapte van de bus. Ik probeerde mezelf te kalmeren door op mezelf te focussen dat ik een waardig persoon ben en de moeite waard, dat ik niemand nodig heb om mezelf te vervolledigen.
Te voet naar haar huis was ik wel erg angstig omdat ik het dichterbij voelde komen. Ik ging er dan maar gewoon op af, en belde aan. Toen ik haar zag, voelde ik wel dat mijn geïdealiseerd beeld in duigen viel en dat ik iemand volledig anders voor mij had staan. Ze was kleiner dan ik me had ingebeeld (misschien ook wel omdat ik vroeger ook kleiner was). Ik dacht even “oei, ga ik dit wel kunnen?”, alsof ik van 0 moest beginnen.
Ik had me ingebeeld van haar een innige knuffel te geven, maar dat leek plots niet meer comfortabel of gemakkelijk. Ook wel omdat het raar was om dat oud beeld aan te passen. Een minuut voelde ik me wat ongemakkelijk.
Ze liet me dan kennis maken met haar kinderen die TV keken, alle 3 heel rustig. Ze bleek dan ook heel groot en modern te wonen, heel onverwacht.
Ik gaf haar de totebag en ze was er blij mee, zelfs ontroerd maar toonde dat niet, ze zei het.
Daarna heeft ze heel veel gebabbeld, duidelijk extravert, over school, over haar woonsten, over haar gezin, over reizen..
Ik luisterde vooral en het was moeilijk er iets tussen te krijgen. Maar ze was wel heel sympathiek en aangenaam om bij te zijn.
We hebben veel raakvlakken zoals moeilijke band met ouders en broers/zussen, jongste van het gezin, redelijk wat miserie gekend, haar zoon die ook iets aan z’n hart had, heel temperamentvol en wat emotioneel, handig en creatief (ze naaide ook), dus er was wel een connectie. Ze gaf me niet de compassie die ik had verwacht, noch bewondering en interesse, maar ze accepteerde wel alles wat ik zei en was absoluut niet beoordelend. Ik zie ze me ook nooit afwijzen voor een bepaalde karaktertrek.
Ik had wel verwacht dat ze meer interesse zou tonen in mijn creatieve bezigheden maar dat was niet het geval.
Ik heb haar wel verteld wat ik wou vertellen, dat ik naar haar opkeek als kind en als moeder zag, daar moest ze vooral om lachen en vond ze gek, waarschijnlijk als in moeilijk om zich in te beelden. Maar met wat ik zei heeft ze waarschijnlijk wel door dat ik wel om haar geef. Ik heb ook al aangeboden te helpen als ze het nodig heeft.
Na een tijd werd het luisteren wel vermoeiend, zeker met het slaaptekort. Ik was even naar het toilet om daar even tot rust te komen. Tegelijk wou ik ook niet dat er ongemakkelijker stiltes vallen, maar het zou wel fijn zijn dat we zo’n band hebben dat dat wel lukt.
Ze vertelde niet heel goed overweg te kunnen met computers, dus ik mag daarlangs niet veel verwachten.
Ze vond het wel moedig dat ik contact had opgenomen. Behalve op school zag ze geen oud-leerlingen, maar had zelf wel contact met oud-leerkrachten van haar.
Ze herinnerde me wel goed maar had geen concrete herinneringen meer. Ik heb ook nog niet alles verteld wat ik van haar herinnerde, dat kan ik dan voor volgende keer houden.
Ze stelde al voor van zeker nog ’ns af te spreken, ze wou Flor wel ontmoeten dus ik zou iets moeten bedenken om ze dan volgende keer hier uit te nodigen zonder dat Flor er de hele tijd bij is. Bij het afscheid zei ze me ook dat ik altijd welkom was en als ik het moeilijk had haar mocht contacteren, wat ik wel heel erg apprecieerde.
Ik had me ingebeeld dat we fysiek meteen close konden zijn, maar het voelde toch wat onwennig, door die stap van juf-leerling naar 2 volwassenen. Ik zal alleszins niet meteen de moederlijke knuffels krijgen waar ik op hoopte.
Haar dochter was ook een heel lieve en had me taart gegeven. Ik apprecieer ze alleszins heel erg. Onderweg naar huis voelde ik me nog beter omdat ik alles dan kon verwerken (de gesprekken gingen van onderwerp 1 naar 2 naar 3 naar 1 naar 3 naar 2 etc) en ik kon het gevoel laten zakken, met dat ik me daar nog ongemakkelijk voelde.
Hopelijk lukt het mij na verloop van tijd nog meer mezelf te kunnen zijn en te tonen zonder te wachten tot er interesse wordt getoond.
(Ze zei ook makkelijk te huilen maar dan door geluk)
Ik voel vooral alsof er nu ergens nog iemand is die om mij geeft om de persoon die ik ben dan wie ik kan worden, en dat ik bij iemand terecht kan als het moeilijk gaat.
Ik ben nu gemotiveerd om comics te maken om haar te laten weten hoe ik me echt voel, maar haar interesse daarin leek beperkt + ben ik echt belangrijk of is ze gewoon extravert en geeft ze om iedereen?
Ik zou ook wel nog meer willen tonen dat ik om haar geef maar ze leek niet heel ontvankelijk voor complimenten. Het zal ook wel een kwestie zijn van een hechte band nog op te bouwen.
Misschien is het een goed plan om in de paasvakantie nog ’ns af te spreken.
Ik denk dat ik had verwacht meteen emotioneel en spiritueel verbonden te zijn volgens hoe ik me voelde, maar er was wel nog wat afstand tussen ons. Misschien omdat ze wel nog 20 jaar ouders is en ik haar nog als autoriteit of als meer volwassene zie.
- Ik voel nu nog altijd wel dat er iets mist in mijn leven zoals een hoger doel waar ik 100% achter sta en voor kan strijden, zoals ik wel al verwacht had. Ik kan mijn hele leven niet wijden aan E. Maar is het dan gebrek aan sociaal contact, comfort, een levensdoel dat ik wil bereiken? Het lijkt makkelijk als ge dromen hebt, maar wat als dat niet het geval is..
Ik voel alsof ik toch iets moet hebben om mijn dagen te vullen, alsof ik een passie mis, omdat het meeste me niet meer interesseert.
- Ik geloof dat het feit dat ik me wat verloren voel te maken heeft met het feit dat vroeger leven met mama (en Myra) quasi overleven was, daarna ook met de prikkels, maar nu ik daar minder mee te maken heb, ik eigenlijk tijd over heb en energie die ik niet weet in te vullen, zoals Valerie ’ns zei. Ik ben bv ook al even geneigd om mama een bericht te sturen, kwestie van terug “gedoe” te hebben omdat ik het mis.
- Bv ik zou nu al terug willen naar E. omdat ik nog meer dat gevoel wil van geaccepteerd te worden, of omdat ik niet voldaan ben omdat ik niet wat meer over mezelf kon praten? Misschien is dat het beste sociale contact dat ik kan hebben? Ik weet niet of er sociaal contact is waarbij ik echt voldaan zou zijn.
Of ik verwacht extremere emoties na sociaal contact zoals bij mama?
- Het voelt nu heel erg alsof ik de mensen waar ik om geef altijd rond mij wil hebben (zijnde Flor en E., en ik kijk nu ook al uit naar de afspraak met de psychologe) Terwijl ik ooit zo anti-mensen was, hunker ik nu naar gezelschap, compassie, … mij omgeven met liefde. Misschien ben ik dan toch een verdoken extravert? Of ik voel dat het mij goed doet (ondanks ik me wat ongemakkelijk en overprikkeld voelde) en wil ik er daarom alsmaar meer van? Vooral om niet beoordeeld te worden?
- Ik heb ook wel wat schrik dat ik volgende keer met E. niets te vertellen heb, of toch niet zoveel als vandaag, en het dan awkward wordt..
- Ik kan nu ook moeilijk leven van contact tot contact.. Misschien wil ik ook gewoon meer kwijt aan de buitenwereld, om zo bevestiging te krijgen
- Ik snap niet hoe anderen het soms doen, anders dan door de dag heen sukkelen. Valerie zei dat ik nieuwe dingen moet proberen dus ik heb me alvast aangemeld om nog ’ns mee te doen aan een marktje op Camping Flamingo. Dan heb ik een doel om naartoe te werken.
Ik zou ook creatieve workshops kunnen proberen maar iets doen met een groepje vreemden ligt echt buiten mijn comfort zone.
- Mijn gemoed ging vandaag echt van angst naar super naar “meh”. Het is quasi aftellen naar maandag, de afspraak bij de psychologe.
- Misschien schakelde ik in mijn hoofd na mijn vertrek bij E. meteen over naar de geïdealiseerde versie?
- Ik voel dat het nog echt moeilijk gaat worden met die hechtingsproblemen, gelukkig kan ik ze omzetten in comics om toch iets mee te doen.
0 notes