#vrolijk makend
Explore tagged Tumblr posts
Text
February 01, 2014
#amsterdam#cultuurfonds#concert#doric string quartet#prachtig#muziekgebouw#jonge musici#enthousiasme#energiek#vrolijk makend#2de rij#topplek#tim crawford#jelmer de moed
0 notes
Text
Amsterdam - vrolijk makende winkel Kitsch Kitchen
View On WordPress
#10 of the Coolest Neighborhoods in Amsterdam#15 Best Shops and Markets in Amsterdam#5 mooiste straatjes Amsterdam#9 TOP Spots • Where to eat in Amsterdam#amsterdam blog#Amsterdam by Locals#Best Shopping Streets in Amsterdam#de Kitsch Kitchen#gemütlichste Einkaufsstraße in Amsterdam#Kitsch Kitchen Amsterdam#leukste winkelstraat van Amsterdam#mexicaanse winkels in Amsterdam#mooiste winkelsdstraat van Amsterdam#reiseblog Amsterdam#reiseblogger Amsterdam#Shoppen in Amsterdam#Shopping areas in Amsterdam#The 8 Best Shopping Streets in Amsterdam#weekend in Amsterdam#winkelstraat de Haarlemmerdijk
1 note
·
View note
Text
Gewerveld en ongewerveld
Ik bevond mij in de afgelopen week in steeds wisselende sociale situaties: ik lunchte met een vriendin, werkte twee keer in het Grafisch Atelier hier in de stad, op een avond was er een door vrienden georganiseerd diner in een restaurant met heel veel mensen, een dag later een vrolijke maaltijd met dertien bij vrienden thuis en tot slot een opening en nog een (onrustige) ontmoeting met een vriendin. Daartussendoor kalme dagen met G en vooral nachtelijke uren met mijzelf. Schijnbaar vanzelfsprekend, zoals bijna iedereen dat doet, beweegt je lichaam zich in al die verschillende wateren en beweegt je geest mee. Niet altijd in harmonie met elkaar. Onze natuurlijke staat als sociale dieren is maar voor een deel natuurlijk en voor een veel groter deel aangeleerd. Op mijn 68e blijf ik me er soms over verbazen dat mijn lichaam en mijn zelf zich heel gewoon in al die wateren bewegen.
Openingen en staande recepties vormen de grootste uitdaging. Niet vastgezet op een zitplaats, waar je het-beste-ervan-makend contact zoekt met je tafelgenoten, moet je geest net als je niet ondersteunde lichaam zich zo'n beetje staande houden. Merkwaardig genoeg doen we dat niet met stevige, consoliderende woorden, maar juist met lichte, onmiddellijk verdampende woorden. Twee dingen helpen in het sociale (en sowieso in het leven): als het lichaam ergens steun vindt en als het lichaam iets te doen heeft. Al kokende, al wandelende, kun je heel goed 'ankeren'.
In nachtelijke, wakende uren vindt je lichaam weliswaar maximale ondersteuning, maar heeft het lichaam helemaal niets te doen. En ben je alleen. Toen ik voorafgaand aan de maaltijd met vrienden even dreigde een migraine te krijgen was ik het meest op mijzelf teruggeworpen. Ik voelde mij een beetje als een dier dat zocht naar iets om zich mee te pantseren, zoals de heremietkreeft een lege schelp zoekt. Er zijn wel sociale omstandigheden waarin ik mij een weekdier heb gevoeld, soms een zeeanemoon, die in iedere geval nog bodem voelt, soms een amoebe. Zo voelde ik me tijdens die maaltijd met vrienden geleidelijk aan 'steviger' worden, was ik eerst maar een wat waaierende zeeanemoon. Maar ik kán mij in gezelschapswater soms ook als een vis voelen. Lang geleden heb ik mijzelf zelfs wel eens een dolfijn gevoeld, die dook en zichzelf omhoog uit het water stuwde, die pirouetten draaide, klanken vol verlangen uitzond naar wie het maar wilde ontvangen. Mijn weerzin tegen wormen, een heuse fobie, is in het licht van mijn gedachtegang in deze vos eigenlijk heel logisch. Bestaat er een groter verschil dan tussen het weke, zwijgende, blinde en het gestroomlijnde, krachtige, jubelende?!
2 notes
·
View notes
Text
Soms wil ik een hond, maar die past niet in mijn kleine appartementje. Dus dan droom ik over een konijntje. Een konijntje dat hier de hele dag zou rondhuppelen. Dan snack ik wortels en delen we die. Als ik studeer negeert die mij gewoon, huppelt die vrolijk rond, nieuwsgierig naar nieuwe dingen. Af en toe kijk ik dan op, staar ik even afgeleid naar elke kleine beweging die hij maakt. En als ik ‘s avonds aan het Netflixen ben, het donker wordt, mensen gaan slapen en ik voel me eenzaam, dan komt die aan me snuffelen en streel ik hem op zijn kopje en komt die dichter voor meer, genietend van de aandacht, onwetend mij gelukkig makend.
0 notes
Photo
Hieronder zie je het verhaal over de dochter van een leidinggevende. Hij vraagt Jezus om zijn dochter, die zojuist gestorven is te helpen, zodat ze weer zal leven. Toen Jezus eenmaal bij het huis van de leidinggevende gekomen was, zag hij een menigte met bombarie, gejammer, geklaag, geschreeuw, noem maar op, treurige staat dus. Maar Jezus zei: “VERTREK, want het meisje is niet gestorven, maar het slaapt.”
Actiepunt: Dit geldt ook voor ons. Blijven wij in onze treurige staat en staan we toe dat de droevigheid in ons leven komt wonen? Of gebieden we die droevigheid om te VERTREKKEN, zodat we weer vrolijk in God zullen zijn? Kies in geloof.
Mattheüs 9:18,23-25 HSV
“Toen Hij deze dingen tot hen sprak, zie, er kwam een leidinggevende, die Hem aanbad en zei: Mijn dochter is zojuist gestorven, maar kom, leg Uw hand op haar en zij zal leven. Toen Jezus in het huis van de leidinggevende kwam, en de fluitspelers en de misbaar makende menigte zag, zei Hij tegen hen: Vertrek, want het meisje is niet gestorven, maar het slaapt. En zij lachten Hem uit. Toen de menigte weggestuurd was, ging Hij naar binnen en greep haar hand; en het meisje stond op.”
#JezusIsKoning#Jezus#Christus#Jezus Christus#God#Heilige Geest#Bijbel#Leiding#Leidinggevende#Mattheüs#Dochter#Dood#Hand#Leven#Huis#Fluit#Misbaar#Bombarie#Gejammer#Geklaag#Geschreeuw#Treurig#Slapen#Lachen#Menigte#Geloof#Actiepunt#Droevigheid#VERTREK#Meisje
0 notes
Text
ARCHIEFSTUK: recensie november 2009
KUNSTENAAR HARMEN ABMA ZET TOONLADDER OP ZIJN GRONDTOON
Regelmaat is een stramien om binnen grenzen te blijven. Het beeld is in orde wanneer de blik langs lijnen gelegd kan worden. Het biedt houvast en waarheid. Maar deze getrokken grenzen kunnen ook beklemmend zijn en benauwend werken. Het lijkt een middel om aan vast te houden, zodat het werken binnen perken blijft. Al te gemakkelijk sluipt een verveling in en wordt de oplage een variatie op de eens ingeslagen weg. De kunstenaar verkoopt zijn ziel echter niet aan de duivel en zoekt wegen zich te vernieuwen. Het experiment laat hem losbreken uit een strak keurslijf.
\De composities van Harmen Abma bewijzen deze stelling. Onder de titel “Grondtonen” laten ze zich zien in Museum Belvédère. De abstracte materies hebben een realistische grondtoon, voortdurend is dit de basis waarop de inspiratie zich vastzet. Gebruik makend van bouwend materiaal blijft de kunstschilder dichtbij huis. Het behangerslinnen en schildertape, de ijzermat en golfplaat, krijgen een kunstzinnig zijn toegemeten terwijl ze al schilderachtig waren. Schilderijen klampen vast aan horizontale banen, die kunnen worden onderbroken door verticale lijnen. Als de horizon waartegen bomen zich aftekenen. Maar deze werkelijkheid doet af aan het beeld dat Abma hier neerzet. Het is een illusie die niet als achtergrond dient, maar de ondergrond is van het anders kijken naar de beeltenis die geen figuratie is. Deze schilderijen lijken de vingeroefeningen voor het meer experimentele werk. Met de in en langs elkaar schuivende banen probeert Abma de inspiratie uit het hoofd en in de vingers te krijgen.
IJzermat wordt gebruikt als stevigheid in uithardend zacht beton. Voor Abma dient het als stramien om op te werken, vastigheid voor opgespannen beschilderd linnen. De kunstenaar kan hiermee een diversiteit aan ingevingen laten uitharden. De mazen van de mat en het gaas vormen een beperking en bij de zoveelste variatie op het thema raakt de fut er zichtbaar uit. Om uit te breken gaan lijnen speelse verbindingen aan, elektriciteitsdraden en elastische spanners of houten latten. Het vierkante kippengaas krijgt een vrolijke verkleuring en maakt zich los van de grondtoon om een verhoogde noot te slaken. Het vlakke werk wordt reliëf en Abma voegt een dimensie toe. Hij gaat pas goed de diepte in wanneer bekleurde golfplaten voor elkaar worden geschroefd. De wit op groen op zwart gewolkte eenvoud spreekt subtiel aan. Wanneer plaatfragmenten op en tussen worden gemonteerd overschreeuwt dit experiment zichzelf. Het effect verzandt in een rommelige uiting. Harmen Abma voelt zich echter vrij om in gesprek met de kijker te gaan, waar hij eerder in zichzelf gekeerd een monoloog voerde. In een abstracte eigengereidheid komt hij los van de basis en laat een melodieuze toonladder klinken.
0 notes
Photo
Wat? Actus Tragicus van Folkert de Jong
Waar? Tentoonstelling Vrijheid – De vijftig Nederlandse kernkunstwerken vanaf 1968 in Museum De Fundatie in Zwolle
Wanneer? 17 februari 2019
In de hal van Museum De Fundatie hangen drie mensfiguren. Zijn het mensen of marionetten? Gehangenen of poppen aan touwtjes? Het kunstwerk heet Actus Tragicus en is van kunstenaar Folkert de Jong. De figuren, die mij doen denken aan personages uit schilderijen van James Ensor, zijn vanaf elke etage te zien en roepen een bijzondere spanning op. Kijken we naar de galg of naar een poppenspel, gaat het hier om dood of leven?
De niet vrolijk makende titel is ontleend aan een cantate van Bach. “Gods tijd is de allerbeste tijd. In hem leven, bewegen en zijn wij, zolang hij wil. In hem sterven wij te rechter tijd, wanneer hij wil.”
0 notes
Text
69. Van Slehendoren
Sleedoorn, Prunus spinosa
Zoals Dodoens terecht opmerkt zijn ‘Wilde pruymen’ geen opgaande bomen, maar een laagblijvend haagachtig struikgewas. In de 16e eeuw vond men deze soort overal langs velden en wegen. De gedoornde dichte groei werd handig gebruikt om de koeien in de wei te houden. Prikkeldraad heeft men immers pas bedacht sinds WO I.
Om deze tijd staat de sleedoorn uitbundig in bloei langsheen wegen en bosranden. De van bloemen witbestrooide takken lijken wel vuurwerk. De bloempjes zijn een miniatuurversie van pruimenbloesem. Ze vallen ook geweldig in de smaak bij hommels en bijen.
De kleine pruimpjes van de Sleedoorn zijn terecht ‘wringhende’. Onbewerkt zijn ze niet binnen te krijgen! Ze zijn veel later rijp dan gekweekte pruimen, pas in oktober of november. Volgens ervaren wildplukkers wacht je zelfs best tot de eerste vorst erover is gepasseerd. Voor confituur, wijn of opgelegd op alcohol zijn ze namelijk wel heel lekker. De vorst zorgt er dan voor dat het smaakvolle sap vanzelf uit de cellen sijpelt.
Die ‘wringhende’ of adstringerende eigenschap van sleepruimen deed Dodoens besluiten dat het vast om een drogend middel ging. Hij schrijft sleepruimensap of ‘Acacia’ voor tegen buikloop, bloederige diarree en te overvloedige bloedingen. Inderdaad zorgen de vele tanninen en vitamine C voor een stoppend effect.
Van de Slee worden traditioneel sterke dranken gebrouwen: Sloe gin, Slivovitsj, patxaran,… overal in Europa waar de slee van nature voorkomt brouwt men er lekkere en vrolijk-makende drankjes van. De actieve stoffen zorgen er meteen voor dat je tandvlees en keel ontsmet worden en je van eventuele wormen afgeraakt.
1 note
·
View note
Text
De 6e van Vuile Huichelaar … Morgen begint nu
De 6e van Vuile Huichelaar … Morgen begint nu
Is het cabaret, een vrolijk makend theaterconcert of een personalityshow? De 6e van Vuile Huichelaar, waarachter twee van de origineelste theatervrouwen van Nederland schuil gaan, past niet in een hokje. Maar is alles inéén. Het is een ervaring, een show waar je bij geweest moet zijn. Lekker meezingen, lachen, maar ook een traantje wegpinken met heel veel andere vrouwen. Een grote stoet…
View On WordPress
0 notes
Text
Jossie Kouseband en de pijpkaneel des levens - 2
De bel ging. Een geluk dat onze Jossie deze juist gisteren had laten repareren. Echter zat de deur niet op slot, dus riep ze met zakelijk elan: “HIJ IS OPEN!!!” Ze hoorde wat voetstappen en even later kwam Jan-Peter Peter-Jan Tjetsema binnengemarcheerd. Hij droeg puntschoenen en een ontroerend lelijke trui. “Als dat Jan-Peter Peter-Jan Tjetsema niet is”, kenschetste Jossie de situatie, hierbij gewag makend van een ontwikkeld analytisch vermogen. “Wat brengt jou hier?” “De auto”, zei Jan-Peter Peter-Jan Tjetsema. Hm, dacht Jossie, normaal gesproken komt hij met de fiets. Bij gebrek aan mokken (een jaloerse ex had er onlangs een aantal kapot gegooid en de rest moest nog in de vaatwasser) goot ze een klets thee in een rondslingerende tamboerijn, die ze serveerde met een aantrekkelijke glimlach en een brosse stroopkoek. Jan-Peter Peter-Jan Tjetsema dronk zacht rinkelend zijn thee, die grotendeels op zijn broek terecht kwam omdat de tamboerijn niet geheel waterdicht bleek te zijn. Een inschattingsfout van Jossies kant; zo zie je maar weer, geen mens is perfect.
Jossies voorgevoel omtrent Jan-Peter Peter-Jan Tjetsema’s vervoermiddel bleek niet onterecht. De thee was nog maar net op of hij begon aan een ziedend relaas over zijn huispinguïn Jeannet. Die was sinds kort bevangen geraakt door een onbevredigbaar libido, waardoor hij thuis geen bezoek meer kon ontvangen vanwege het risico dat Jeannet hen op een onbewaakt ogenblik teder in het gezicht zou likken. Zijn eens zo geliefde automobiel was zodoende in onbruik geraakt, omdat de roodleren bekleding besmeurd was met allerhande obscure vochtigheden afkomstig van zijn huisdier.
Als door een door God zelf ingegeven speling van het lot ringelde de bel voor de tweede keer in vierentwintig minuten, dit maal langer en indringender dan Jan-Peter Peter-Jan Tjetsema deze had laten ringelen. Jossie besloot haar menslievendheid de overhand te laten spelen in haar gedragskeuze en deed zelf de deur open. “Wie hebben we dáár!” riep ze uit, hoewel ze het antwoord al wist, want het was de tweeling Tycho en Boudewijn. “Dag mams”, zeiden Tycho en Boudewijn in koor. Tycho was genoemd naar de dalmatische hond van Jossies wijlen buurvrouw May Kieviet, een alleraardigst beest. Boudewijn dankte zijn naam aan de notoire tubaspeler Fons van Eck, die graag winden liet tijdens het bespelen van de tuba en dan zijn niet-bestaande compagnon Boudewijn F. van den Lantaern de schuld gaf.
Het gelukkige toeval wilde dat Jan-Peter Peter-Jan Tjetsema een hartgrondige, zij het niet wederzijdse hekel had aan Boudewijn. Deze ongenoeglijke gevoelens hadden hun oorsprong in de prille kinderjaren van Boudewijn. De kleine jongen zat in een snoezig geruit tuinbroekje in de zandbak een taartje te kleien. “Ome Jan-Peter Peter-Jan!” riep het kind – overigens foutief, want er was geen enkele bloedband tussen de twee – “ik heb een taartje voor u gebakken!” Jan-Peter Peter-Jan Tjetsema was op zijn zachts gezegd niet vrolijk toen hij ontdekte dat het gebak in tegenspraak met zijn blijde verwachting bestond uit louter zand. Jossie had met brute kracht weten te voorkomen dat het tot een handgemeen kwam, maar Jan-Peter Peter-Jan Tjetsema had vanaf dat moment gezworen nooit nog langer dan 30 seconden in één vertrek te zullen verkeren met Boudewijn.
0 notes
Text
Opstandigheid als programma
Als een meeuw op de golven is niet alleen een lijvige (meer dan 700 pagina’s!) maar ook prachtige biografie van Madelon de Keizer over leven en werk van Albert Verwey (1865-1937). Van timmermanszoon tot hoogleraar in Leiden had het ook kunnen heten, want - zoals veel biografieën over die tijd - is het boek mede een bewijs van de enorme maatschappelijke dynamiek aan het eind van de Negentiende Eeuw in Nederland.
Zoals, naar ik vrees, de meeste lezers wist ik van Verwey eigenlijk alleen maar dat hij bij de beweging van Tachtig en hun De Nieuwe Gids betrokken was geweest. Maar biograaf De Keizer geeft evenredig veel aandacht aan de latere fasen van Verwey’s leven, daarbij gebruik makend van - naar ik begrijp - een zeer omvangrijke nalatenschap aan brieven en niet te vergeten de talrijke verzen en andere geschriften die Verwey door zijn persoonlijk wedervaren waren ingegeven.
De Keizer heeft het vele materiaal gegroepeerd in hoofdstukken waarin steeds een betrekking met iemand anders centraal staat: Verwey-Kloos voor wat betreft de Tachtigers bijvoorbeeld. Er valt bijna niet aan te ontkomen dat het ene hoofdstuk op die manier wat boeiender uitvalt dan het andere. Tegenover de relatief wat teleurstellende koppelbehandeling van Verwey vs. Lodewijk van Deyssel bijvoorbeeld, staat een deel over Verwey’s huwelijk met Kitty van Vloten, waarin een prachtig beeld oprijst van een intellectueel gezin rond 1900. Het interessantste hoofdstuk is echter dat over Verwey en zijn betrekking met de Duitse dichter Stefan George, omdat daarin theoretische opvattingen over de dichtkunst de strijd aangaan met patriottisme in de Eerste Wereldoorlog, en iets duidelijk wordt over de grenzen van de autonome kunst.
Met schier eindeloos geduld reconstrueert De Keizer de belevenissen van haar onderwerp - een geduld dat de lezer ook wel enigszins moet hebben om van deze biografie te genieten. Zij legt verbanden en interpreteert, maar het trekken van meer algemene conclusies - de blijvende betekenis van Verwey nu bijvoorbeeld - zijn kennelijk niet zo haar ding, of ze heeft gemeend dat ze in dit boek niet thuishoorden. Ik hoorde haar in het radioprogramma OVT zeggen dat ze vooral gefascineerd is geweest door de vraag wat de ‘moderniteit’ betekende in de beschreven periode, maar in de biografie gaat zij daar eigenlijk niet op in.
Wel heeft ze - wellicht spreekt haar verleden als NIOD-onderzoeker hier mee - duidelijk waardering van de manier waarop Verwey na 1933 kritiek leverde op het Nationaal-Socialisme in Duitsland. Nogal discreet gaat zij om met de vraag in hoeverre de intieme verhouding van de jeugdige Albert Verwey met Willem Kloos - deze ‘liefde die vriendschap heette’ - een erotisch of zelfs seksueel karakter droeg. Deze vraag heeft veel inkt doen vloeien, schrijft De Keizer, maar van een biografie van meer 700 pagina’s had je misschien kunnen verwachten dat zulke polemiek er in geschilderd zou worden.
In dit prachtige boek heeft mij eigenlijk maar één ding gestoord - of liever gezegd sterk verwonderd. Het eerste koppel in de biografie is Albert Verwey - Jan Veth en heeft als uitgangspunt het geweldige portret dat Veth in 1885 schilderde van de jonge dichter. Het Rijksmuseum heeft dit werk gelukkig uit het depot van het Stedelijk Museum gehaald en in de nieuwe opstelling van het Rijks siert het nu een van de aan de XIXde eeuw gewijde zalen.
Ik was er enorm door getroffen toen ik het voor het eerst zag - en toen wist ik nog niet eens wat het was. We zien een overduidelijk recalcitrante jongeman, melkmuil nog bijna, gehuld in een confectiepak dat betere tijden heeft gekend, met een onbeschaamd lelijke neus en een hand nonchalant in de broekzak. Maar het is vooral die blik die indruk maakt: hij, de jongeling, zal ons ouwe zakken wel eens laten zien waarom het gaat in kunst en leven en als we dat niet begrijpen - jammer voor ons.
De Keizer is beduidend minder onder de indruk van dit portret, lijkt het. Het hangt er prominent tussen werk van Breitner, Israels en zelfs Van Gogh, schrijft ze, omdat ‘men’ vond dat het schilderij kon gelden als ‘dé verbeelding van de beweging van Tachtig’. Dat is alleen al niet juist omdat die beweging nogal divers was, en de jongeren die er deel van uitmaakten beter wisten waartegen ze zich afzetten, dan wat ze wilden.
‘Dé verbeelding’ is natuurlijk een vreemde manier van uitdrukken. (Wie zou dat trouwens gezegd hebben?) Maar verder - sinds wanneer zijn verzet en opstandigheid geen programma meer? Ik stoor mij ook vaak aan dezelfde redenering in boeken en artikelen over de Provo-beweging, of deze dagen over mei 68. Die hadden ook geen eenduidig, duidelijk programma en zijn bovendien voorbij gegaan, en daarom wordt er dan een beetje relativerend en minnetjes over gedaan.
Ik denk dat dit een denkfout is. Voor betrokkenen, zoals ik in 1966 in Amsterdam als puber was, in ieder geval in de geest, was het programma heel duidelijk: ouwe zakken moeten weg, en plaats maken voor ons, jongeren die als enigen weten wat vrijheid en wat kunst is! Het is precies die mentaliteit, dat vaste voornemen de burgerschrik te zijn, dat Veth in zijn geweldige portret heeft weten te vangen.
En god weet dat er in het duffe Nederland van 1885 heel veel was om je tegen af te zetten - juist omdat in onze beeldhervorming over die periode de nadruk terecht valt op aanzetten van de ‘moderniteit’ als de tachtigers, de moderne arbeidersbeweging, het feminisme etc. hebben we de neiging een beetje te vergeten hoe duf, conservatief, onderdrukkend de Nederlandse cultuur van die jaren wel niet kon zijn.
Deze laatste opmerking is overigens - ik geef het toe - een beetje oratio pro domo. Want er komt volgende maand een boek van mijn hand uit over de geschiedenis van de Vrije Gemeente in de Negentiende Eeuw - dat waren de ‘moderne’ dominees die 1880 het huidige Paradiso hebben laten neerzetten. Hun initiatief, in 1877, was in het nog zeer kerkelijke Amsterdam van die tijd een sensatie: een kerk van de toekomst waarin kerkelijke conventies en wondergeloof de deur werd uitgedaan en op zondag ook niet-christelijke elementen, zoals Boeddha, een rol zouden spelen.
Maar toen in diezelfde jaren alras bleek dat godsdienst niet langer een overwegende rol speelde in de moderne wereld - althans niet als aanzet tot moderniteit - werd die Vrije Gemeente - bedoeld als landelijk alternatief voor de Nederlandse Hervormde Kerk - al vlug een clubje van heren die hoofdschuddend naar de wereld keken. Hun moderniteit werd door de ware moderniteit al snel ingehaald.
Het toeval wil dat diezelfde Jan Veth, in 1907, ook een portret heeft geschilderd van de grote man van de Vrije Gemeente in haar eerste decennia: P.H. (’Herman’) Hugenholtz jr. (1834-1911) Ik hoop het nog eens in het echt te zien - het staat bij het Rijks in depot. Het toeval wil ook dat drie Tachtigers - Van Deyssel, Verwey en Kloos - zich over deze Hugenholtz vrolijk hebben gemaakt, als een ouwe zak optima forma, als iemand die weliswaar een gearriveerd man was, maar niet begreep waar het om ging.
Veth heeft hem afgebeeld op het einde van zijn leven, als een soort wijze Mozes. Ik heb hem in mijn boek een beetje afgestoft, hoop ik - die Vrije Gemeente is zeker niet oninteressant, en tenslotte hebben ouwe zakken ook recht op geschiedschrijving. Maar als je de twee portretten van Veth vergelijkt, is wel duidelijk wie rond 1900 de dynamiek in pacht had.
Madelon de Keizer: Als een meeuw op de golven. Albert Verwey en zijn tijd. Prometheus 2017
Verschijnt in maart: Raymond van den Boogaard, De religieuze rebellen van de Vrije Gemeente. De vergeten oorsprong van Paradiso. Uitg. Bas Lubberhuizen 2018.
Afbeelding boven: Portret van Albert Verwey door Jan Veth (1885). Afbeelding onder: Portret van P.H. Hugenholtz jr. door Jan Veth (1908). Beide afbeeldingen courtesy Rijksmuseum Amsterdam.
0 notes
Text
Ckv
Muziek opdracht
1: “Baby” – Justin Bieber
2: Het is weliswaar een van de meest gehate liedjes ooit, maar bijna iedereen kent het wel. Het was het liedje waarmee Justin Bieber doorbrak en is een grote hit geworden. Iedereen die aan Justin Bieber denkt, denkt aan Baby. Het is een pakkende melodie die blijft hangen en makkelijk mee te zingen is. Maar ook omdat Justin hierna nog een verder is gegroeid in zijn muziek carrière en meerdere grote hits heeft gehad na “Baby”.
3: Omdat Justin Bieber na het uitbrengen van “Baby” nog 5 succesvolle albums heeft uitgebracht en daardoor niet vergeten is. Maar met name dit nummer omdat hij hiermee is doorgebroken en iedereen het kent. Er zijn ook vele parodieën op gemaakt zijn. De meeste niet zo serieus en meer om hem belachelijk te maken, maar of mensen het nummer nou leuk vinden of niet, ze kennen het wel.
4: 1. Popmuziek
2. vrolijk, het heeft een snel tempo en geen diepgaande tekst. Het is makkelijk mee te zingen en heeft een pakkende melodie.
3. het ritme is zeker heel belangrijk, maar de melodie is wel wat dit nummer zo bekent maakte.
4. het nummer is duidelijk niet live gezongen en in een studie gemaakt.
5. de muziek is niet deel van een groter geheel. Het wordt niet gebruikt om onder films te spelen. Tenzij je een reportage van het Jeugdjournaal ook meetelt.
6. het nummer is niet persé op veel andere manier nagespeeld, ook al heeft de zanger zelf wel vaker het nummer live net op een andere manier gezongen, hoger, lager, sneller, langzamer.
7. het nummer gaat over een meisje dat de zanger heeft een ontmoet en allebei hun vriendengroepen gaan tegen elkaar bowlen. Hij vindt haar leuk, maar zij heeft geen interesse. Hij zingt het nummer voor haar een gaat net zo lang door tot ze met hem toch wel leuk vindt.
8. er is niet een heel sterk verband tussen tekst en muziek, het nummer is niet een heel gevoelig nummer met emotionele tekst, of ultra vrolijk met blij makende tekst.
9. het is muziek om op te dansen en als amusementsmuziek.
0 notes
Video
youtube
“cant wait to see the Auschwitz POW version“, is gereaguurd door ene Erik Candia, bovenaan de commentaar-lijst die mij momenteel zichtbaar is (met 306 likes). Ik denk dan meteen: nu nog een pedo-game. Oooohhh!!!!
Goed, ik ken de intenties niet van de maker van de game, Simon Egenfeldt-Nielsen, een spelontwerper en sociaal-wetenschappelijk onderzoeker. Maar de media-commotie is komisch. Tragie-komisch, maar komisch.
Een omgekeerde politiek-correcte apathie, doorgeschoten en onmiddellijk: help! Eng! Doet me erg denken aan de reacties van de doorsnee Nederlander op de VN-berispingen t.o.v. ons lieve Zwarte-Piet-”ventje”. (Dat ons politieke bestuurshoofd zich neutraal opstelt is begrijpelijk gezien de invalshoek van ons politieke systeem t.o.v. multiculturalisme, maar hij heeft zijn ware kleuren al minimaal twee keer getoond, in de vorm van de stelling dat verandering niet zo nodig is en in de vorm van de kleinering en daarmee bagetallisering van de waarde van het culturele fenomeen. Hij weigert de staat als bemiddelaar en smeermiddel van de samenleving te laten zijn, maar hij kan zijn ergernis niet verstoppen - hij blijkt kortom aan de ene kant te staan.)
Nee goed, nogmaals, de intentie van de spelmaker is mij onbekend en de presentatie ervan is nijpend voor de uiteindelijke contextualisering.
Enfin. Het licht buiten ons en in ons.Het donker buiten ons en in ons. Het donker afkeuren is hulpeloos en vruchteloos. Bijvoorbeeld het donkerte in de vorm van sporen van het kolonialisme. De Correspondent heeft eigenhandig in de afgelopen 2 jaar niet-verborgen documentatie opgevist die verdwenen was in de vergetelheid van desinteresse. Indonesië is een nu een coherent land ofzo, ver weg, geen idee. Geen donkerte in dit geval hoor. Het laatste wat we vernamen van onze Indonesische vrienden die ‘daar’ niet langer welkom zijn, de Molukkers, is dat ze eens met van die ‘andere’ minderheden, die minstens zo onbeminde onbekende en vervelende Marokkanen, conflictjes hadden. En dat de Molukkers ook al problemen gaven decennia geleden, toen ze zelfs zo fout waren dat ze een trein kaapten. Sindsdien moeten we al helemaal niets meer van ze weten. Doen we ook niet. Gedaan. Dat was fout. En nu koppen dicht a.u.b. Klaar is kees.
Volheid van erkenning, omarming, noem het dier bij een of andere naam. Hoe kun je groeien als je je nariteiten niet benoemt en bij je draagt, om ervan te leren? Waarom alleen datgene eren waar jijzelf een slachtoffer was, en niet belichten waar de dader? Als een tweede wereldlijke oorlog een hashtag never forget kan hebben, om stil te staan bij een monsterlijke Ander en dezelfde fouten niet te maken, waarom niet ook duiden welke fouten zelf werden gemaakt? En te onderzoeken wat fout is en wanneer en waarom en vanuit wie bezien? Waarom moet er altijd 1 simpele duidelijke kant zijn om aan te staan, om bij aan te sluiten - een partij, een club met een mascotte?
Als er één mascotte in Nederland is van een pilaar van onze welvaartstaat, dan is het Radio Kootwijk (of Zwarte Piet, natuurlijk). Sporen hoeven niet alleen trots te vernietigen. Trots hoeft niet alleen uit uitgewist herbeginningen te komen als teleologiën-spruiten. Sporen liggen er niet alleen om te verstillen en in te balsemen. Maar dat er een spoor van art deco bravoure in ons natuurparkje ligt, staat buiten kijf. Ik ging op vakantie naar Nederland met mijn familie. Het was een gure dag en wij liepen er rond in leegte. De enige informatievertrekking over de rol van deze locatie, was een bordje, een plakaat in een vervallen bushalte. Een samenvatting van feitjes en prenten. Verder geen vragen, of navragen, of uitweidingen. Niemand vraagt iets in de weide. De heide is er voor de onvolledige uitwissing. Er liggen nog wat gum-restanten. Maar dit was toch echt het summum van een machtsvertoon, een rijk, een duiding van kracht en bloed aan handen. Dat ligt nu aan banden, ook in onze volksgeest. We denken niet aan de tandwielen van gekraakte mensenlevens die onze economie aandreven. Niet aan de tandenloze plaatjes in onze middelbare schoolboeken. Niet aan de rechtstreekse vooruitgangslol die onze voorouders hadden in het besturen van opgedeelde veroverde gebieden, en het onttrekken van waren, waarden, kostbaarheden. Kannonneerdiplomatie.
Prima. Je moet niet zeuren, niet mierenneuken en altijd maar terugkijken. Hoe kun je anders voortgaan? De Romeinen waren ook nare tirannen, maar we herinneren de stripboeken en het gezegde en de grootsheid als deel van onze supercoole witheid. Verder is het vooral nogal lang geleden. Je kunt moeilijk alles als een blok aan je been slepen. Als een ketting. Zoals onze voorouders anderen voor ons lieten doen. Of zou het toch gezond zijn op gezette tijden, tijdens gebeden, rituelen, tijdens herdenkingen, tijdens omgang met anderen in ons samenleven wiens levensgeschiedenissen met onze verledens verbonden zijn, hier en daar wat besef en aandacht bij ons te dragen. Om onszelf ook mee te sterken. Om te kunnen stellen dat we ook werkelijk ergens geleerd van hebben? En menselijke neigingen te duiden. En ze niet in malle afkeer te ontkennen, maar ze te ontstijgen? Ruimte te hebben samen vooruit te kunnen kijken, elkanders perceptie toe te laten?
Culturele hoge omen, of hotemetoten, die ons culturele discours schaven, de randen ervan, de kaders dragen, lachen zichzelf ook wel dikwijls in valstrikken, vastgezogen in klei van misvatting. Hoor ze gniffelen wanneer ze de vluchtelingenkwestie politiek correct behandelen, mededogen predikken maar verbondenheid, vervlochtenheid, pathetisch met schuld verwarren. Het Nazi-trauma benoemen in een Duits opvangbeleid, maar volstrekt uitsluiten dat er enig verband is tussen de volksverhuizing en massa-migratie (van vluchtelingen) en de decennia-lange inmenging door o.a. het Westen met vechtende en ‘opbouwende’ legers, in olie-rijke gebieden in het zogeheten Midden-Oosten-en-dergelijke, waar Syrië reeds jarenlang door een maniak uiteengereten werd zonder Westerse daadkracht, waar sociale onderhandeling onder de bedwelmende vlaggen van religie en ophitsing kon opduiken voor machtstoeeigening, waar de enge vijands-ander ‘ons’ tot vijands-ander heeft gemaakt. Wij waren daar toch ook een partijtje in.
Zo laten de resten en sporen van donkertes zichzelf achter in onze levens. Verwrongen komen ze soms terug om hoekjes kijken, als duveltjes in doosjes, springerig. In onschuldig ogende kinderliedjes zingen we vieze protestliedjes van een vergeten proletariaat, of leren we onze kinderen, onze papagaaiende aapjes, klankjes en nepwoordjes opdreunen die eigenlijk ooit talen waren, zangverhalen waren die slaven in wanhoop kraamden terwijl ze tot arbeid gedwongen waren om onze civilisatie (een loer) aan te draaien. Wiens cultuur en families werden ontnomen, wiens laatste strohalmen honderd jaar later als dode flauwe aftreksels circuleren in klaslokalen, vrolijk makend. Misschien zelfs nog met een of ander trommeltje en posters van regenboogvolkjes.
Minstens zo vrolijk liet Ace of Base ons de discoballenblikken 1980-jaren herbeleven om de koopkracht aan te zwengelen, met subliminale Nazi-gedachten. (Ontdekt dankzij The Cracked podcast). De wereld zit vol van dubbele laagjes, van flinterdunne cilofaantjes van lanterfanterende infecties. Wondjes lospeuteren is vervelend, maar helend. En zie er de (tragische) humor dan toch van in. Het is allemaal oh zo menselijk en uiteindelijk, onvermijdelijk. Wat wel te vermijden is, is chronisch vermijdingsgedrag. Al weet ik daar in de organisatie van mijn persoonlijke leven dan weer niets van (deze game en mijn ‘rant’ zijn immers van jaren geleden en nu pas teruggevonden in kladjes, omdat ik ergens op wachtte).
0 notes
Text
2017, het jaar van de Goastok
Op de nieuwjaarsbijeenkomst van de gemeente Enschede sprak burgemeester Onno van Veldhuizen de hoop uit dat we ons in 2017 bewegen in de richting van een Noaberschap 2.0. Lees hier zijn hele toespraak.
Inleiding
Iedereen meer dan van harte welkom in onze Burgerzaal. Ik wens u en de uwen al het goede in 2017. Besonders auch unsere liebe deutsche Nachbarn, die sich die Mühe gegeben haben nach Enschede ab zu reisen. Willkommen und alles Gute für 2017.
U bent met velen en heeft er gehoor aan geven om iemand mee te nemen. Dat doet veel goed. We zullen het immers in 2017, de verschillen overbruggend, de angst voorbij, meer dan ooit samen moeten doen. Met uw aanwezigheid geeft u daar uiting aan.
We delen vrijheid, gelijkheid en broederschap. De broederschap, staat daarbij het meest onder druk en daarmee wankelen ook de andere twee. Zij horen onlosmakelijk bij elkaar. Er valt – zo leert de geschiedenis – niets fatsoenlijks af te spreken over vrijheid en gelijkwaardigheid, wanneer je de ander niet oprecht ziet als medemens waar je mee verbonden bent. Je deelt de stad en het leven. Doe je het anders en – die onsuccesvolle experimenten zijn er grootschalig geweest – dan is de één vroeg of laat âmeer gelijk dan de ander (Orwell)â.
Maar hoe vind je broederschap in een stad met 160 nationaliteiten? Hoe vind je broederschap in een digitale netwerksamenleving met veel verbinding maar weinig hechting. Wie hoort erbij en wie niet? Wezenlijk en moeilijk nu Nederland de grootste zorgen heeft over immigratie en integratie, angst en polarisatie.
Een omgekeerd 1989
Dat is ook niet zo verwonderlijk. De jaaroverzichten terug te zien was geen pretje. Over 2016 valt weinig te vertellen dat we nog eens zouden willen horen. We leven in verwarrende, moeilijke tijden. Misschien zelfs een verandering van tijdperk, een omgekeerd 1989. Met de angst komen de muren tussen continenten, staten en mensen terug waar in 1989 de Muur juist viel en vrijheid bracht.
Tegelijkertijd is het voor veel mensen mooi geweest: de schaalvergroting, de marktwerking, de te flexibele arbeidscontracten, de eindeloze bezuinigingen, de lastenverzwaringen, de oneerlijke concurrentie en discriminatie op de arbeidsmarkt, de vervreemding, de stortvloed aan informatie, de keuzestress over zorg, verzekeringen, energie, de onbetaalbare schulden, de vaak gebrekkige toegang tot je recht, âovervraagdâ zei iemand laatst. Ik denk dat dat waar is. De stress van het eigen leven belemmert het zicht op de ander.
En dan de toon van ons publieke debat. Een te vaak giftige ketel vol met verwijten, waarin polarisatie, anonieme bedreigingen, het spelen op de man en vrouw hoogtij vieren, ieder antwoord mag rekenen op wantrouwen en iedere oprechte betrokkenheid wordt op voorhand betwijfeld. âDat zegt ie wel, maar dat bedoelt hij nietâ. De dubbele agenda als standaard agenda. Arm algemeen belang.
Wij lopen zo in een spiegelpaleis. Beeldvorming gaat boven feiten. We kijken naar anderen door digitale schermen en zoeken in pers, politiek en rechtbank gretig de verschillen en conflicten. Wij zijn goed in individuele meningsuiting, veel minder in collectieve meningsvorming. Dat er straks 81 partijen meedoen aan de Tweede Kamer verkiezingen, past daar wel weer bij. Wie benoemt en vindt in al die diversiteit het gemeenschappelijke? Voor een samenleving is dat noodzakelijk en er is een enorme behoefte aan.
Hoe gaat het in Enschede?
Hoe gaat het onder dat alles â niet vrolijk makend beeld – met ons Enschede in ons Twente? Nou, eigenlijk â een beetje verwarrend is het wel – gewoon goed. Ook bij ons zie je de andere, vrolijke, kant van de Nederlandse medaille: het consumentenvertrouwen dat sinds de crisis niet zo hoog was; onze concurrerende economie die mondiaal op de 4e plaats staat; waar iedereen behalve de gepensioneerden en ambtenaren er volgens het CBS op vooruit gaan.
Alle kwetsbare instellingen van Orkest, Rechtbank en Reisopera tot FC Twente zijn dankzij de inspanningen van velen, die ook in 2017 nodig blijven, met elan en trots gebleven.
Ons stadscentrum doet het goed. âHet jeukt hier van zelfvertrouwenâ sprak iemand. U las het vast ook al wel in de krant: meer bezoekers (bijna 200.000), minder leegstand (opmerkelijke opmars) en een mooi aandeel van Duitse bezoekers en winkels.
In 2017 hopen we met de Kop van de Boulevard en de omgeving van het Koningsplein en het Ariënsplein tot een nieuwe impuls te komen: Enschede levert op, een knipoog naar het verleden. Dat is voor wonen, werken en onderwijs in het centrum een grote kans. En het Balengebouw in de wijk Roombeek, krijgt eindelijk bewoners; ruim 16 jaar na de vuurwerkramp, voor het eerst sinds 1973. Hetzelfde gebouw, met een volstrekt andere functie in een totaal andere omgeving; een levend monument. Het is weer een symbool van âcome back kidâ Enschede. Wij staan altijd weer op.
Het aantal banen in onze stad was nog nooit zo hoog (bijna 84.000). De werkloosheid daalt harder dan in Nederland maar blijft met 8,5% relatief hoog. Zeker met de Duitse cijfers van buurgemeenten die rond de 4 Ã 5% belopen. De grens is nog lang niet uitgegumd. Er staan in onze stad nog steeds teveel mensen – zoân 6900 – aan de kant. We zijn weliswaar niet meer de stad met het grootste aantal inactieven, maar het bereikbaar houden en maken van werk dichtbij en veraf blijft essentieel. Voor de mensen zelf, voor de stad en voor onze gemeenschappelijke kas.
Het aantrekken, ontwikkelen en vasthouden van talent dichtbij en veraf, van Pakistan tot Pathmos is ook toenemend cruciaal. Goede mensen zijn de concurrentie- en vestigingsfactor van de toekomst. Bedrijven komen daar op af en blijven om die reden. Onze Twentse onderwijsinstellingen â Universiteit, Saxion en ROC -doen het mondiaal, regionaal en lokaal uitstekend. We leiden in Twente de meeste technici op en het is onvergeeflijk dat we de opleidingspoorten te vroeg dicht moeten doen, wegens een gebrek aan geld. Heel fijn is weer wel dat we nu een internationale school hebben. Een cruciale vestigings- en blijf factor.
Andere plekken waar je het door dat talent ziet gebeuren zijn het vliegveld en het Kennispark. Hier ontpopt onze stad zich zichtbaar en voelbaar als pioneering city, waar overheid, onderzoek, onderwijs en ondernemers elkaar steeds beter weten te vinden. Ook hier mogen we à la Balengebouw op oude plaatsen, nieuwe wegen vinden. Daar zijn wij bewezen goed in en 2017 maken we ook daar toekomst.
Voor die toekomst willen alle 14 Twentse Gemeenteraden door met een Agenda voor Twente. Juist in werk en talent blijven investeren. Het kan ook niet anders en het is noodzakelijk. Het aantal mensen dat kan werken â de beroepsbevolking – zal hier niet groeien. De economische groei zal dus moeten komen uit een hogere arbeidsproductiviteit. Slimme dingen, slimmer maken. Dat zal van landbouw tot composieten, van drones tot circulaire economie moeten gebeuren, willen we mee blijven doen in wereldwijde markten en zo uit de economische groei die dat met zich mee brengt, de inkomensondersteuning en de zorg voor een steeds grotere groep mensen kunnen blijven betalen. Wie een bekken van welvaart wil zijn, kan zich niet als een vergiet gedragen. Ook dat is broederschap. Dat kunnen wij en hoort bij ons, hoewel het steeds moeilijker wordt. Een voorbeeld: bij de invoering van de AOW stonden tegenover één gepensioneerde 7 werkenden, nu is dat 4, in 2040 nog maar slechts 2 werkenden tegenover één gepensioneerde.
Noaberschap 2.0
Wat brengt en houdt ons samen? Waar zit de broederschap die de voorwaarde is voor gelijkwaardigheid en vrijheid? Mijn antwoord ligt in Twente en Enschede.
Twente is één van de grootste en echte gemeenschappen in ons land. Een levende en gekoesterde identiteit. Misschien is dat wel onze grootste kracht. Wij zijn trots op onze tradities zoals de de oale roop, Paasvuren en Vlöggeln en het levende dialect van âslepkeukenââ, âknetterbielâ, âbromstoolâ en âplattnbookâ. Je hoort en ziet het terug bij heel verschillende mensen, ongeacht hun afkomst. Een open broederschap, waar je bij kunt gaan horen, die vaak kleinschalig is georganiseerd. Je noemt niet de straat waar je woont maar de buurt waar je huis staat en Noaberschap telt.
Wij, lieve mensen, zijn dus van de goastok en niet van de selfiestick. Een selfiestick houdt je in de lucht om de 1011e foto van jezelf te maken. Die goastok zet je op de grond op weg naar de ander.
Wij willen een samenleving en een Enschede waarin de meerderheid respectvol beslist zonder minderheid te verketteren en de minderheid dat evenmin bij de meerderheid doet. Waar het gesprek over onze gezamenlijke bestemming zo gevoerd wordt, dat niet alleen de grote mond spreekt, maar ook de stille stem van de kinderen en de volgende nog niet geboren generatie wordt gehoord. Een stad waar er zorg is wanneer het even niet of minder met je gaat. Een stad met een geweldsmonopolie voor de politie, waarin ondermijning die de vrijheid en gelijkwaardigheid van mensen afpakt, wordt uitgebannen. Een stad waar we alleen intolerant zijn tegen intolerantie. Een stad waar je het meer dan één keer mag proberen en de hele mens meer is dan alleen zijn mening.
Dat is niet iets dat je kunt bestellen, dat is wel iets dat je kwijt kunt raken.
Graag zou ik u volgend jaar meenemen naar een andere plaats in onze gemeente ergens in Boekelo, Usselo, Lonneker, Twekkelo, Glanerbrug of Enschede om daar met iemand, een club, instelling samen het nieuwe jaar te vieren. Ik wacht de uitnodiging af om daar met de goastok heen te gaan en ik hoop u daar weer in goede gezondheid te mogen begroeten en neem weer iemand mee. Als iedereen een stapje naar de ander doet, zonder af te wachten, dan wordt 2017 als jaar van de goastok een goed jaar. Wij bouwen bruggen, geen muren en neemt u van mij aan Enschede en Twente zijn het betere Nederland.
En daar horen inwoners bij die dat waar maken en een inspiratie zijn. Vier van hen mag ik namens ons allen eren met de Enschede Speld.
Dames en heren,
Het uitreiken van de Enschede-spelden is onderhand een goed gebruik bij de Nieuwjaarsreceptie. Een speld, die wordt toegekend aan personen wegens bijzondere verrichtingen voor de stad Enschede, voor een speciale zaak, of op een bepaald terrein. Met andere woorden een blijk van waardering voor âHelden in de Enschedese samenlevingâ. Enkele aanwezigen hebben een persoonlijke uitnodiging gekregen om er vanavond te zijn. De dames Radisha Abdoelkarim en Willemien Meijer en de heren Hassan Adlouni en Raymond Janssen zou ik dan ook graag naar voren willen vragen.
Mevrouw Radisha Abdoelkarim
U zet zich, ondanks uw drukke gezin, al jaren heel actief in als vrijwilliger voor de basisschool De Broekheurne. U bent de drijvende kracht achter heel veel activiteiten. Het motto van de school âNiet IK, niet JIJ maar WIJâ is daarbij op uw lijf geschreven!.
Daarnaast bent u ook voorzitter van de werkgroep wijkbudgetten De Posten. Mensen met elkaar verbinden door gezamenlijk activiteiten te organiseren, daar gaat het hierom. Met als doel de leefbaarheid in de buurt te verbeteren. U zet zich hiervoor in met veel energie en enthousiasme.
Meneer Hassan Adlouni
Als bestuur van de moskee hebt u het niet gemakkelijk gehad de laatste tijd. Als bestuur hebt u escalaties kunnen voorkomen toen tegen uw gebedshuis Molotovcocktails werden gegooid, terwijl daar mensen aanwezig waren. U koos een dempende rol richting de moskeebezoekers en media. Niet makkelijk, gezien de emoties in de gemeenschap en de aandacht die het voorval, ook in de media, heeft gekregen. Het getuigt van moed, lef en visie om op deze manier met deze ingewikkelde kwestie om te gaan. Als bestuur hebt er mede voor gezorgd dat het recht zijn beloop heeft gekregen.
Meneer Raymond Janssen
Leefbaarheid en veiligheid van het winkelcentrum Boswinkel ging en gaat u aan het hart. Niet alleen als ondernemer, maar vooral ook als persoon. Altijd zocht u daarbij op innovatieve en constructieve wijze de samenwerking met andere partners. Hierdoor heeft het winkelcentrum â mede door uw grote en tomeloze inzet â de 5de ster van het Keurmerk Veilig Ondernemen behaald als eerste winkelcentrum in Enschede! Tevens is het winkelcentrum in november vorig jaar het schoonste winkelcentrum van Enschede geworden. U bent niet alleen betrokken bij Boswinkel en stadsdeel West maar ook bij de stad.
Mevrouw Willemien Meijer
Als buurtbewoner vindt u het belangrijk dat bewoners participeren in activiteiten om de buurt leefbaar te houden. Dit laat u zelf met verve zien en door uw enthousiasme krijgt u andere mensen mee om mee te doen. Sinds de oprichting in 2003 bent u voorzitter van de werkgroep Boerenkerkhof. Met hart en ziel zet u zich met de andere leden van de werkgroep in om het Boerenkerkhof mooi, schoon en aantrekkelijk te houden. U organiseert ook kerstbijeenkomsten, midzomerconcerten, opschoondagen en als klap op de vuurpijl brengt u zelfs een boekje uit over dit historische stukje Enschede.
Dames en heren,
Voor u staan mensen die op zeer veel terreinen actief zijn en een voorbeeld van intensieve betrokkenheid bij de Enschedese samenleving. Ik wil u allen dan ook van harte feliciteren met uw Enschede-speld. U hebt hem zeker verdiend!
from 2017, het jaar van de Goastok
0 notes
Text
De 6e van Vuile Huichelaar … Morgen begint nu
De 6e van Vuile Huichelaar … Morgen begint nu
Is het cabaret, een vrolijk makend theaterconcert of een personalityshow? De 6e van Vuile Huichelaar, waarachter twee van de origineelste theatervrouwen van Nederland schuil gaan, past niet in een hokje. Maar is alles inéén. Het is een ervaring, een show waar je bij geweest moet zijn. Lekker meezingen, lachen, maar ook een traantje wegpinken met heel veel andere vrouwen. Een grote…
View On WordPress
0 notes
Text
Vuile Huichelaar de 6e van … Morgen begint nu
Vuile Huichelaar de 6e van … Morgen begint nu
Is het cabaret, een vrolijk makend theaterconcert of een personalityshow? De 6e van Vuile Huichelaar, waarachter twee van de origineelste theatervrouwen van Nederland schuil gaan, past niet in een hokje. Maar is alles inéén. Het is een ervaring, een show waar je bij geweest moet zijn. Lekker meezingen, lachen, maar ook een traantje wegpinken met heel veel andere vrouwen. Een grote stoet…
View On WordPress
0 notes