#rotsen
Explore tagged Tumblr posts
Video
Ponte da Mizarela par Bert Kaufmann Via Flickr : Ruivães - Vila Nova - Portugal Ponte da Mizarela (Bridge of Mizarela) is a medieval bridge that crosses the Rio Rabagão, between the civil parish of Ruivães (municipality of Vieira do Minho) and civil parish of Ferral (in the municipality of Montalegre), the Portuguese district of Braga. It was built in the Middle Ages and was reconstructed in the beginning of the 19th century. According to a local legend, it was built by the Devil himself. It is implemented in an escarpment, set in rocks with some altitude relative to the riverbed. It consists of a single arch with a span of 13 m (43 ft). (Wikipedia)
#Portugal#Ruivães#Vila Nova#ponte#pont#Brücke#brug#Mizarela#Ponte da Mizarela#Ponte de Misarela#landscape#landschap#panorama#bomen#trees#rock#rocks#rotsen#kloof#canyon#medieval#monument#Middeleeuws#Minho#Vieira do Minho#Ferral#Montalegre#Braga#Middle Ages#duivelsbrug
2 notes
·
View notes
Text
Cees Nooteboom spreekt af met de zee en de storm
bron beeld: elpais.com Het is de emotie gekleurd door het voel– en zichtbare; het oorverdovende geluid en het tasten naar houvast in de strijd tegen de elementen. Cees Nooteboom (1933) beheerst het neerpennen van deze mix op een manier die raakt. In die korte verhalen van hem, bijvoorbeeld, is het één en al zintuiglijke waarneming die mij als lezer op sleeptouw neemt en me onderdompelt in de plek…
View On WordPress
#20-ste en 21-ste eeuws#Den Haag#dichter#elementen#emotie#geluid#gelukkig#grond#handelen#houvast#inham#korte verhaal#lucht#plek#raakt#reisverslag#rotsen#schreeuwen#schrijver#stenen#vlaktes#voel- en zichtbare#weg#wind#zee#zintuiglijke waarneming
0 notes
Text
2021
Zee, rotsen
Olieverf op doek
120 x 80
Verkocht
0 notes
Photo
Contemporary Dining Room - Kitchen Dining Ideas for a sizable contemporary kitchen and dining room renovation without a fireplace and with white walls
#contemporary kitchen#orchids#rotsen furniture#white dining table#stainless steel hood#contemporary dining room#great room
0 notes
Text
de reis
ik huil het liefst in de bus hier wordt het komen en gaan vertegenwoordigd - je verlaat het verleden om de toekomst tegemoet te gaan de tranen smaken net zo zout als de zee waar ik vanmiddag in zwom de glinsteringen grote druppels waarvan je het geluid eigenlijk niet meer opmerkt wanneer ze elkaar vinden en botsen tenzij de rotsen hun val breken en ik weer oog in oog sta met mijn rouw
6 notes
·
View notes
Photo
Art by Nestor Andres Garcia (aka Rotsen)
Celebration Month! #100challenges
Presented by CDQ Magazine
This month we are celebrating the 100th session of the community by resharing some of the most iconic artworks from the past! Next month we will start again with our regular posts.
Discover the artists of the Character Design Challenge community and the current Theme of the Month in our Facebook Group! And when you repost your design on our Patreon page, you can also win awesome prizes every month and choose the future themes!
RULES | WINNERS | MAGAZINE | BOOKS
22 notes
·
View notes
Text
27-7 Repvåg
In de winkel van Sinkel vonden we gisteren tussen alle gezinsverpakkingen met rendier-, eland-, en walvisvlees (en accu’s en winterbanden etc) ook nog twee ingevroren zalmfiletjes en een zak gemengde groenten.
We vroegen elkaar van de week: Waar denk je aan onder het fietsen? En de verrassende conclusie was, aan niks bijzonders. Vooral als je moet klimmen of als je moe bent, denk je nergens meer aan. Dan gaat alle energie naar je benen en is er niks meer over voor je hersens. En dat is natuurlijk ook het doel, in een goede vakantie maak je je hoofd leeg en ga je dat niet vullen met allerlei plannen en projecten. Fietsen met Mayke is trouwens een genoegen, ze heeft een enorm uithoudingsvermogen, ze klimt beter dan ik maar is langzamer in de afdaling, klaagt niet en heeft plezier in kamperen en een potje koken voor de tent. We zitten nu in de zesde fietsdag samen, hebben alle soorten weer al gehad, ruim 460 kilometer afgelegd met al onze bagage en de stemming zit er nog steeds goed in.
Om vijf uur vanmorgen staat de zon al op de tent en tegen de tijd dat we vertrekken, is de temperatuur al weer ruim boven de 20 graden. De camping is ook een missiepost en ik raak aan de praat met een prototype missionaris met een grote witte baard. Hij wil graag een foto van ons maken en zegt zoiets als cycling makes a strong body but also a strong mind. Volgens mij begint zo’n fietstocht met een crazy mind en wordt het daarna vanzelf een strong mind.
We beginnen met een lange gestage klim, daarna een heel stuk over de golvende hoogvlakte en vervolgens een snelle afdaling naar Olderfjord. Boven staat weer een pittige wind van opzij, maar als we lager komen, neemt die gelukkig weer in kracht af. Die hoogvlakte blijft een fenomeen, zoveel verschillende kleuren groen, rotsen, berkjes en die wind.
In Olderfjord kunnen we inkopen doen bij de MatsKroken de volgende mogelijkheid is pas morgenmiddag weer in Honningsvåg. Tot onze schrik hebben ze de belangrijkste zaken, zoals porties havermout (terwijl je die toch echt overal kunt krijgen), granola Griekse yoghurt en witte bolletjes niet. Uit arren moede schaf ik maar een rendierworst aan voor het ontbijt morgen. Wat ze wel hebben is een café met koffie en wafels. Als ik de camping google waar we vandaag ons doel van gemaakt hebben, blijkt dat die geen tenten meer doet. Als ik bel of ze hutten vrij hebben, krijg ik een wat moeizaam engels sprekende Noor aan de lijn. Alles is vol, maar we kunnen voor 1000 kronen in de caravan slapen. Omdat het alternatief 55 km verderop ligt, zeg ik maar ja. Hij hoeft mijn naam niet te weten, alleen met hoeveel mensen we zijn. Later, onder het fietsen, krijg ik een visioen van een morsige oude man achter een roestig metalen bureau in een houten schuur met een bord met het woord camping erop geschilderd in slordige handgeschilderde letters en daaromheen een soort autosloperij met een oude verzakte caravan. Maar als we aankomen, blijkt het tegenovergestelde waar. Het is een gloednieuwe grote caravan met prachtig uitzicht over de fjord. Het hele terrein is trouwens super verzorgd, hier willen we op de terugweg ook wel weer slapen.
Gefietste afstand: 69,7 km
Gefietste tijd: 5,5 uur
Afstand tot de Noordkaap als je hem op de korrel neemt: 40,6 km
3 notes
·
View notes
Text
The world is Talhith, a memory of what the world once was. Ages ago, the world began to flood, cities fell from the sky, and gods of this old world died. People from all over the world did what they could to survive in this world, the most popular of which was building what is now called a Shard.
Shards are homes built by generations of families trying to remain above the water as it continued to flood the the world. The tips of these Shards are all that can be seen now remaining as another danger for sailors to navigate and an archeological mystery for adventurers to explore. It is unknown what remains, but nearly every expedition has reveled horrors being contained only by the sea.
Urith is the largest continent, its capital city is Towersend. There are many factions and important people that call this continent home and many of them are at odds with each other. The terrain in the north is full of forests and hills. As you get more south you run into the Bog of The Twin Moon’s, a place many deem cursed as it is home to more monsters than men. Going east you can ride through the mostly uninhabited plains that the fallen city of Buelstone lies. Going further east you get to the Giants home mountain, Stormwind Peaks and the floating city Panuu. Going even further you get to the last forest of Urith, until you eventually cross the border into Trorn.
Trorn, commonly referred to as The Horns is the Tiefling homeland, and the lowest elevation found in Talhith. It’s ruler, Zepar Lust, the Ichor Father rules this land with an iron fist. However in recent years they seem to be doing more outreach. Trying to right wrong of the past even though they remain an extremely guarded state. It is defended by the volatile Devil’s Anguish that has lava and poisonous gases that prevent most anyone from crossing over by land.
Ibor was the great home of the now destroyed Purple Dragons Knights. They were soldiers of legend until they eventually sacrificed themselves to defend the world from a great evil. Now it is a shattered wasteland of ravines, and tribes of people fight for what little resources remain.
Gullura is the Elven homeland. It’s captital city, Cynore, has elements of this fae ancestry while also being very coastal. Most buildings are made out of lime and sandstone.
Rotsen is the Dwarfen stronghold. It is the banking and trading hub of the world. In the center of the island is a volcano that powers all of the forges. It is said this volcano was the child of Dwarf and Elf who could not conceive so they combined their magics to create a child made of stone. Soon after the parents argued constantly. The child, feeding of this anger grew to the size of the volcano and nearly destroyed everything before it was put to sleep.
Eagekul is a tropical, forest land home to more of the outsiders of the world. The Istoye forest is the largest fae forest in the world, the Gorge of the Ancients is home to many gearforged.
There is obviously many more place to talk about, and many more yet to be explored. I welcome all questions about this world and the places in it!
#dungeons and dragons#ttrpg#tabletop#my writing#fantasy#maps#map making#d&d#homebrew#d&d campaign#dnd campaign#d&d 5th edition#dungeon master#dnd#game dev#d&d homebrew#d&d#d&
16 notes
·
View notes
Text
IK BEN MIJN EIGEN CREATIE
IK BEN MIJN EIGEN CREATIE
Een fictief verhaal van Emilia Sameyn 07 02 2023
Het duurde allemaal zo lang, miljarden jaren zelfs. Maar die laatste millennia ging het allemaal zo snel. Ik ben het nog maar net aan het verwerken, en dan komt het volgende! Alsof iemand schopt tegen mijn mijn hersenen. Maar goed dat veel mensen ook voor mij denken. Een deel van mij doet ook veel computerberekeningen, en het begon zelfs ook te praten, het leek veel op zijn menselijke scheppers. Het begon met kunst te maken, of te plagiëren. Ik moet nog uitzoeken hoe ik me er allemaal bij voel.
Maar ik loop op mezelf vooruit. Het begon allemaal miljarden jaren geleden. Ik kan me niet herinneren hoe of wanneer ik ben ontstaan. Ik denk dat mijn gedachten zich begonnen te vormen. Ik zat alleen maar te denken. Het bleef zo gedurende 20 of 30 miljard jaar, geloof ik. Alleen ik en mijn gedachten. Ik dagdroomde, ik praatte tegen mezelf. Alles wat ik kende was duisternis, niet dat het deprimerend was. Soms huilde ik ja, soms lachte ik om een grappige gedachte, maar meestal BESTOND ik gewoon. Ik verveelde me soms, maar de duisternis was alles wat ik kende, dus ik kon me geen 'beter bestaan' voorstellen. Ik vroeg mezelf af wie ik was en waar ik vandaan kwam, of er een doel was voor mijn bestaan. Niets veranderde. Ik was er gewoon. Totdat ik een idee kreeg. Het is moeilijk te omschrijven. Ik dacht iets in de trant van: 'Wat als het echt was?' en toen zag ik een lichtflits, het breidde zich uit. Wat ik zag was prachtig, er was een levendige explosie van allerlei soorten materialen. Ik kon ze leiden met mijn gedachten. Ik vormde allerlei bollen en rotsen. Sommige waren zwaar en gaven licht; het waren sterren. Soms prikte ik gaten die al het licht en de materie in de buurt opzogen. Die gaten verschenen vaak als één van mijn sterren explodeerde. Zoals ik al zei, ik kon materie sturen met mijn gedachten, maar het was moeilijk, alsof materie gewoon zijn eigen ding deed. Een goede analogie hiervoor is: het is alsof je een kaartenhuis probeert te bouwen. Het is moeilijk om te doen en het minste briesje kan alles doen omvallen.
De zaken bleven heel lang op deze manier bestaan. Totdat ik iets voelde, richtte ik mijn aandacht meteen op een kleine rotsachtige planeet die grotendeels uit water bestond. Het zag er totaal anders uit dan nu. Wat ik voelde was heel klein, maar toch heel belangrijk.
Ik keek naar de scheuren op de bodem van de oceaan, vaak kwam er warm water uit, maar nu ontstonden er slierten eiwitten die eruit dreven. Sindsdien staarde ik vaak naar deze planeet. Vaak keek ik ook naar andere planeten, maar als er iets zou gebeuren, zou ik het zeker voelen.
3 of 5 miljard jaar geleden gebeurde er iets verbazingwekkends! Er werd een cel gemaakt. In de cel dreef een klein stukje eiwit. En toen splitste het zichzelf! Het is moeilijk om de vreugde die ik voelde te beschrijven, het was alsof ik een lichaam had, en ik voelde vreugde, opwinding door mijn hele lichaam gaan als een blikseminslag! Al snel ontstonden er nieuwe soorten cellen. Wat een spektakel was dat! Er waren grote cellen en kleine cellen. Sommige grote cellen slokten de kleinere cellen op. Soms, als de kleine cel zich in de grote cel bevond, begon de kleine cel voor de grotere cel te werken. Het was alsof ik ook ingewikkelder werd.
Toen veranderde er eigenlijk niets. Voor een lange tijd dacht ik dat dit het was, mijn doel, om cellen te zien dupliceren, soms probeerde ik ze naar voedingsstoffen te leiden, of duwde ik een meteoriet weg die ze kon uitroeien, wat allebei erg moeilijk was om te doen. Soms keek ik rond op andere plaatsen, in het universum om te zien of er ook cellen waren, maar ik vind het hoogst ongepast om mijn bevindingen hier te delen.
Er gebeurde iets vreemds, 1 of 2 miljard jaar geleden. Kleine dingen, virussen, begonnen te verschijnen, ze gingen cellen binnen en dwongen de cellen om meer virussen te maken, kopie��n van zichzelf. Toen het eerste virus een cel binnendrong, voelde ik me eerlijk gezegd een beetje misselijk.
Toen de cel stierf en de virussen vrijkwamen. Ik voelde me verdrietig, alsof een klein deel van mij stierf, maar ook gelukkig, zoals een ouder die juist bevallen is. De nieuwe virussen zien rondzwemmen was als een stervende ouder die hun kinderen ziet, vreemd genoeg.
Al snel bevond er zich een prachtige gebeurtenis plaats. Ik voelde twee cellen aan elkaar plakken, en zelfs samenwerken! Het gevoel dat ik had, kan ik alleen maar omschrijven als vriendschap, een heel grove en primitieve versie van vriendschap, maar toch een vriendschap, niet meer of minder! Ik zag veel verschillende combinaties van cellen zich ontvouwen. Allianties werden gevormd.
Opnieuw leek er niets meer te veranderen. Ik begon wel meer lichamelijke en complexe sensaties te voelen. Ik zag dat er zich onderwaterplanten en sponzen hadden gevormd. Sommigen van hen hadden hersencellen of iets dergelijks. Ik kon het voelen, de elektrische signalen die hun lichaam geleidden. Naarmate de tijd verstreek, voelde ik honger en de voldoening van het vinden van voedingsstoffen.
Plots begonnen dingen op de een of andere manier sneller te gebeuren, er verschenen veel wezens. Ik voelde dat ze steeds beter en sneller werden. Sommigen zouden jagen, anderen zouden vluchten. Ik kon bang zijn , soms stierven delen van mij. Ik zou me een beetje verdrietig voelen, ja, maar degenen die stierven, vervulden een doel ; ze zouden mijn hongergevoel verlichten. Degenen die stierven zouden de buiken van de jagers vullen en de energie van het leven zelf worden . Wezens pasten zich aan en evolueerden, het was als een wapenwedloop.
Ik begon ook gevoeliger te worden voor licht en ik zou de wereld zien zoals de wezens die zagen: uitgestrekt en vol geheimen.
De wezens wisten niet hoe klein ze waren in vergelijking met dit alles, de wezens wisten niet hoe belangrijk hun nakomelingen zouden zijn, hoe intelligent en ingewikkeld ze zouden worden.
Ongeveer 500 miljoen jaar geleden begon ik me over land te verspreiden. Ik kon het land niet zien, niemand had toen ogen, ik kon alleen licht voelen en dan groeien. Al snel waren de landen bedekt met allerlei soorten planten van mij.
De oceaan broeide met fauna en het land bloeide met flora. Het land bleef onaangeroerd totdat er een wezen uit het water kroop. Nee, het was geen vierpotig visbeest, daarvoor was het nog te vroeg. Ik kroop aan land met niet vier maar tientallen poten. Mijn lange duizendpoot-lichaam verkende de bossen. Spoedig zou meer van mijn dierlijke kant aan land geraken en al zijn wonderen ontdekken. Ik zoemde zelfs door de lucht, zigzaggend door het bos met mijn insectachtige lichamen en doorschijnende vleugels.
Ondertussen werden in de oceaan een man en een vrouw gevormd. Beide geschubde vissen maar anders. Ik herinner het me nog goed, ik was zo opgewonden om mijn tegenhanger te zien zwemmen in de zee terwijl het zonlicht op onze lichamen flikkerde. Ik zwom zij aan zij en bedreef voor het eerst in mijn leven de liefde.
Ook al gebeurde het op een kleine blauwe stip in het uitgestrekte universum, ik voelde de climax door mijn hele lichaam gaan, door het water, de planeet, de sterren, het weefsel van de werkelijkheid. Binnenkort zou ik eieren leggen om een trotse moeder te worden.
De tijd verstreek en de meer complexe kant van mij begon te vluchten naar het land en ondiepere wateren, weg van de andere roofdieren. Velen van ons hadden toen ogen ontwikkeld. Op een dag, zo'n 375 miljoen jaar geleden, besloot ik een grote stap te zetten en kroop ik uit het water. Eindelijk kon ik het land op een nieuwe manier zien. Groene planten en heerlijke insecten die in het rondvlogen. Ik haalde mijn eerste adem buiten het water. Het was een intense sensatie. Ik was erg zenuwachtig, bang zelfs. Maar al snel zouden amfibieën, synapsiden en reptielen zich over het land verspreiden, op elkaar jagend en evoluerend. Ondanks het bestaan van de dood waren de landen vol leven.
Ik herinner me de periode met plezier, ik voelde me zo slim, terwijl ik nieuwe plekken ontdekte. Maar ik had geen idee dat ik nog zo jong was, ik was gewoon aan het stoeien in het bos.
Ik kon me niet voorstellen dat het zo slecht zou aflopen. Het was, als ik het me goed herinner, 250 miljoen jaar geleden. De landen waren samengevoegd tot één groot land en alles begon te koken. De zeeën waren zo warm, en een woestijn begon zich vanuit het midden van het land te verspreiden, als een alles verterende kanker. Vulkanen braken uit, stukken van mij stierven, verscheurd door de vurige klauwen des doods. Ik had zo'n dorst, zonder water waren er geen planten en zonder planten geen prooi. Ik had zo'n honger. Er ging zoveel van mij verloren. Ik, ik wil er niet aan denken.
Gelukkig begon het water weer te stromen. De wereld leek te herstellen en ik voelde me opnieuw goed. Ik was weer aan het veranderen. Ik herinner me dat ik op twee benen rondliep, en ik had twee voorpoten met klauwen. Ik was maar een meter hoog, maar ongeveer twee of drie meter lang! Ik was behoorlijk groot voor een hagedis. Ik was in feite, wat je zou noemen: een verschrikkelijke reptiel; ....een dinosaurus.
Ondertussen, of niet lang daarna, herinner ik me dat ik klein was en door het bos kroop op zoek naar insecten om van te smullen. Mijn lichaam was bedekt met iets wat ik nog nooit eerder had gezien of gevoeld: vacht. Ik was het eerste zoogdier. Woorden kunnen de liefde niet beschrijven die ik voelde niet toen ik mijn kinderen voor het eerst melk gaf. Het voelde zo warm, ik voelde me zo vereerd, alsof er niets tussen mij en mijn kinderen kon komen.
Een deel van mij was zich hiervan bewust, een ander deel niet: dat er aan alle dingen een einde kwam. Maar niet aan mijn afstammelingen. Mijn kinderen zouden hun kinderen opvoeden en er zou zo een afstamming ontstaan. De wereld werd nog steeds bestuurd door toeval, het milieu, de natuur en instincten en dat zou nog lang zo blijven.
Mijn grote tegenhangers van reptielen zouden veranderen in allerlei vormen en gedaantes. Sommigen zouden lange nekken hebben, omdat ik me zou voeden met de bladeren van de bomen. Anderen zouden groter worden, ze zouden aas zoeken en jagen met grote scherpe tanden en wrede klauwen. Delen van mij zouden uitsteeksels op hun rug en stekelige staarten hebben. Sommigen zouden gepantserd zijn met een knuppel op hun staart.
Andere reptielen zouden in de oceanen duiken en ook lange nekken krijgen, andere zouden sterke kaken ontwikkelen en groter worden. Ze zouden zo groot zijn dat ze zelfs op haaien konden jagen!
Er waren reptielen die besloten de lucht te verkennen, ze zouden door de lucht glijden met hun majestueuze veerloze vleugels! Oh, wat was het geweldig om boven land en zee te vliegen!
Ik zei 'veerloze vleugels', wel nu, sommige van mijn tweebenige, op het land levende hagedissen begonnen veren te krijgen. De veren zouden hen warm houden, en met hun rijke kleuren partners aantrekken. Ik vond het erg leuk om ze te laten zien. Al snel ontdekten ook zij de kunst van het vliegen! Wat was het leuk om zoveel verschillende wezens door de lucht te zien vliegen!
Het was ongeveer 66 miljoen jaar geleden. Ondanks het vechten en jagen had ik zoveel plezier. Dit was echter mijn ondergang. Ik vergat mijn asteroïden. Ik zag een enorm destructief gedrocht naar de aarde komen. Ik probeerde het te vertragen of weg te duwen, maar ik had geen middelen om dat te doen. Het was te laat. Het doet pijn aan mijn hart als ik eraan denk. Ik herinner me een harde knal. Een fractie van een seconde van intense hitte. Ik herinner me de aarde die rommelde. Ik herinner me dat ik wegrende van een schokgolf, een enorme golf van puin, vuur en stof die mijn kant op kwam. Er waren enorme vloedgolven vanuit de oceaan. Ik verloor een groot deel van wie ik was. Het voelde alsof ik zoveel dingen was vergeten, het voelde alsof een groot deel van mij was gestorven. Door de inslag werd er zoveel puin in de atmosfeer gegooid. Donkere wolken verstikten de planeet en alles werd koud en donker, net als mijn hart.
Ondanks de plotselinge asteroïdecrash en de lange winter hebben we het echter overleefd. Mijn wezens, degenen die al lang bestonden, zoals insecten, vissen, amfibieën en kleine reptielen, waren geëvolueerd om overlevers te zijn, en overleven dat deden zij! Mijn kleine vogels en nietige zoogdieren vonden manieren de ramp te overkomen. Degenen met vacht konden zich verstoppen en degenen met veren konden wegvliegen.
Ik genas langzaam en mijn harige wezens vulden de leegte in die de grote hagedissen hadden achtergelaten.
Ook vogels vulden sommige leegtes in; ze stonden op twee benen en kregen lange nekken, om zo met hun woeste snavels op zoogdieren te jagen. Sommige kleine hondachtige zoogdieren zwommen het water in, en namen een meer krokodilachtige vorm aan, een ambulocetus, in de toekomst zouden ze meer visachtig en groter worden. Ze zouden walvissen worden.
Het was ongeveer 40 miljoen jaar geleden dat er enkele interessante zoogdieren arriveerden. Ze klommen in bomen en zochten naar insecten en fruit. Ze hadden haarloze snuiten en staarten. Het waren apen. Ze leefden in sociale groepen. Ik herinner me dat de aarde soms beefde. Als de aarde beefde, was ik zo bang en overweldigd door deze gebeurtenis, dat ik begon te schreeuwen. Schreeuwde ik naar de natuur, naar de aarde en de lucht? Ik vraag me af, schreeuwde ik naar mezelf?
Ondertussen groeiden mijn zoogdieren in allerlei soorten en maten. Ze waren; mijn megafauna. Ik zou me zo sterk en groot voelen, alsof niets me ooit zou kunnen pijnigen. Toch wist ik niet beter, zo ben ik ook geboren. Ik herinner me echter dat ik me altijd bewust was van mijn omgeving, ondanks mijn grootte, jaagden roofdieren op mij. Ik herinner me ook de jacht.
Ik herinner me dat ik meer dan 5 meter hoog was en 7 meter lang, lopend op vier poten met mijn lange sterke nek. Ik was een paraceratherium.
Ik herinner me dat ik een bever was met een gepantserde rug. Ik was een anderhalve meter hoog, en 3 meter lang. Ik was een glyptodon.
Er zijn herinneringen waarin ik op zoogdieren jaagde met mijn grote katachtige lichaam en twee scherpe, woeste tanden. Zich tegoed doen aan mijn prooi als een echte sabeltandtijger.
Sommige apen zouden 20 miljoen jaar geleden hun staart verliezen. Ik zou de regen zien vallen. Het zou mijn vacht helemaal nat en doorweekt maken. Ik bewoog rond, maakte een plons, ik schreeuwde naar de lucht. Voelde ik het? Dat er meer in het leven was? Iets meer dan slechts één wezen zijn?
Ik vond schedels van allerlei verschillende dieren en plaatste ze bij of op bomen. Ik had geen idee waarom ik het deed. Het voelde gewoon goed. Misschien was het mijn manier om de dieren een nieuw leven te geven, misschien was het een cadeau voor iets of iemand. Misschien hield ik gewoon van hoe het eruit zag.
De apen, of ik, begonnen stenen te gebruiken om roofdieren te jagen of weg te jagen. We gooiden ze gewoon. Ik gebruikte soms een stok tijdens gevechten, ik voelde me onoverwinnelijk. We gebruikten ook stokken om termieten uit termietenheuvels te halen. Ik begon ook stenen te gebruiken om botten te breken of vlees te snijden. Om de een of andere reden begonnen de apen hun vacht te verliezen. Nog niet zo lang geleden, slechts 2 miljoen jaar geleden, begonnen de naakte apen rechtop te lopen. Hierdoor konden we de savanne breder inspecteren omdat we boven het gras stegen met onze gezichten. Ik voelde me zo machtig boven de planten uitstijgend, maar ook nederig toen ik zag hoe groot de savanne was vergeleken met een kleine naakte aap.
Langzaamaan ging het sneller. De naakte apen begonnen vuur te maken door stenen tegen elkaar te slaan. Ik herinner me hoe het één keer per ongeluk gebeurde toen ik een stenen werktuig maakte, en hoe ik het probeerde na te maken.
Toen het werkte, was ik zo blij, het vuur was zo hypnotiserend, het was moeilijk om weg te kijken van mijn prestatie. We verbrandden vlees, waardoor het lekkerder werd om te eten. Ik weet niet zeker of ik wist dat het verbranden ervan ziekten doodde en het gemakkelijker verteerbaar maakte. De energie die voor onze magen werd gebruikt, kon nu worden gebruikt om onze hersenen te laten groeien. Met deze verbeterde hersenen begon ik dingen duidelijker te zien. Mijn naakte apen begonnen ingewikkelde geluiden en gebaren te maken naar de andere apen. Deze geluiden en gebaren zouden bepaalde dingen betekenen. Hun manier van communiceren zou tijdens de jacht van pas komen.
De naakte apen begonnen de huiden en vachten van overleden wezens te stelen om ze als hun eigen vacht te dragen. Op deze manier zouden de naakte apen zichzelf beschermen tegen de koude, maar ook tegen de harde zonnestralen in klimaten en periodes van hitte.
Mijn naakte apen zaten 's avonds bij het vuur. Sommige mannelijke apen zaten naast vrouwelijke apen, en gebruikten hun geluiden en gebaren om te vertellen hoe mooi ze waren.
De naakte apen begonnen tenten te maken voor hun eigen bescherming tegen zon en wind. We reisden echter vaak van plaats naar plaats. We schilderden dieren in grotten om zo met wilde gebaren de te jacht bespreken. Elders begroeven we onze overledenen. We begonnen ons te realiseren dat de dood een lot was dat iedereen zou overkomen. Sommigen vroegen zich af of de dood echt het einde was.
Ik droomde al voor een lange tijd, wanneer delen van mij in slaap vielen. De dromen waren vol emoties, het waren gebeurtenissen uit het verleden of mogelijke toekomstscenario's alsof onze hersenen plannen aan het maken waren. Vaak vergaten mijn wezens ze zodra ze wakker werden, en de nachtelijke hallucinaties lieten slechts vage indrukken achter.
Maar nu begon ik na te denken over dromen.... Die delen van mij; de naakte apen, konden anderen over hun dromen vertellen. Ze vertelden anderen dat ze overledene zagen en met ze spraken, ze droomden ook van andere werelden. Ze zouden verschillende plaatsen zien, misschien rijken die dichter bij mij zijn. Al snel werden de grotten plaatsen om na te denken over leven en dood. Misschien om aan mezelf te denken. We zouden veel dingen schilderen, eenvoudig van ontwerp maar complex van betekenis.
Eén type naakte aap begon gereedschappen te combineren, plannen te maken voor onze toekomst en na te denken over anderen. We konden uitgebreide vallen maken om ons te helpen bij de jacht. We konden nadenken over de beweging van kuddes en de groei van planten. We konden de kou overleven dankzij onze kleren en tenten, en de hitte overwinnen met hutten en wateropslag. We realiseerden ons dat één object voor veel dingen gebruikt kon worden. We aten eieren door er een klein gaatje in te prikken, en vulden die dan met water en begroeven ze om de hitte te overleven.
De natuur, alles leek te leven en zijn eigen wil te hebben. Zelfs de ruimte leefde terwijl de sterren fonkelden en langzaam door de lucht zwommen, maar de sterrenbeelden bleven hetzelfde. Ze zouden de naakte apen begeleiden om hun weg terug te vinden. De maan gaf een beetje licht en leidde ons tijdens nachtelijke jachtpartijen. De maan zou van vorm veranderen, verdwijnen en weer opnieuw verschijnen. De naakte apen konden de datum bepalen met behulp van de maan en ze vertelden verhalen over de mysterieuze zwevende bol in de lucht. De naakte apen zouden de zon loven, en terecht, want mijn zon had hun leven al miljarden jaren hitte gegeven.
De naakte apen wisten dat de zon hen warmte en licht gaf. Misschien wisten ze dat het hun planten deed groeien.
Weet je nog dat ik het had over dromen? Sommigen die bijna dood waren geweest, of sommigen die vreemde planten of paddenstoelen hadden gegeten droomden levendig terwijl ze wakker waren. Ze zagen voor het eerst veel zaken. Ze zagen mij misschien? Ze hadden visioenen van nooit eerder geziene werelden. Deze visioenen kunnen angstaanjagend en gevaarlijk zijn, het kan ze vernietigen. Soms zou het hen leiden. Ze zouden nieuwe ideeën leren of ontdekken, nieuwe manieren om over hun wereld na te denken, ze zouden aan mij denken.
De slimste naakte apen begonnen in aantal te groeien en ze zouden zich over de hele wereld verspreiden. Het land was verdeeld in twee grote massa's, net verbonden in het noorden. Mensen konden deze verbinding gebruiken, door water en land over te steken. De naakte apen leefden nu bijna overal. Elk op hun eigen landmassa, op de één of andere manier zouden ze elkaar vergeten, elk levend op hun eigen landmassa. De mensen leefden het liefst in hun eigen kleine groepen, in hun eigen kleine stammen en er waren veel verschillende stammen.
Ondertussen begon de aarde af te koelen. Sneeuw zou de noordelijke delen bedekken. Wezens zouden zich aanpassen door een dikke vacht te laten groeien, en de naakte apen zouden zich aanpassen door hun vacht te stelen en te dragen.
De apen jaagden op grote wollige olifanten, waardoor die arme wezens uitstierven.
Tijdens deze koude periode raakten de mensen op de één of andere manier bevriend met wolven. Het was leuk om te zien hoe twee versies van mij bevriend met elkaar geraakten. De wolven zouden de naakte apen helpen tijdens de jacht en 's nachts hun tenten beschermen, in ruil voor hun dienst zouden ze water en vlees krijgen. Ik schraapte met mijn scherpe tanden het heerlijke vlees van de botten, soms kijkend en mijn apenvriend vol liefde en bewondering. En ik keek trots naar mijn trouwe viervoeter terwijl warmte mijn borst vulde. En de warmte keerde terug. Mijn aarde begon langzaam weer op te warmen, het tijdperk van de sneeuw was eindelijk voorbij. Daarna bleef alles een tijdje ongeveer hetzelfde.
9500 jaar geleden hadden de apen het één en ander ontdekt. In plaats van te jagen, zouden ze dieren hoeden. In plaats van te verzamelen, zouden ze zaden planten en de planten in grote aantallen laten groeien. In plaats van tenten bouwden ze huizen van steen of hout. De apen zouden steden vormen en die steden zouden veranderen in rijken. De naakte apen zouden ook ideeën over mij vormen, hun ideeën zouden enorm van elkaar verschillen. Al snel begon hun manier van leven zich over de wereld te verspreiden, maar sommige mensen gaven de voorkeur aan de oude manier van leven en bleven jagen en verzamelen.
Het idee van een imperium of van een bepaalde religie werd als een wezen op zichzelf, bestaande uit mensen, wat ze maakten en hun idealen. Het was als een wezen dat over het land groeide, in aantal groeide, op zoek naar hulpbronnen. Het kan zich splitsen in allerlei rijken en ideeën, vergelijkbaar maar verschillend. Of het kan samensmelten met andere ideeën, religies of rijken. En net als een wezen kan het verhongeren, krimpen en sterven. Deze rijken en religies waren als een versie van mij, een karikatuur van mij. Soms zou het me vleien, al hun kunst en gebouwen in naam van mij. Soms maakte het me diep verdrietig als de naakte apen oorlog tegen elkaar voerden met elk vervloekte stuk gereedschap dat ze tot hun beschikking hadden.
Woorden kunnen de pijn die ik voelde niet beschrijven. Zwaarden sneden door mijn huid, pijlen doorboorden mijn torso, bijlen sloegen door mijn schedel. Soms werden naakte apen die klein in aantal waren of geen gereedschap hadden gewoon zinloos afgeslacht. Allemaal in naam van een imperium of een religie. Soms vermoordden mensen honderden voor slechts één persoon, soms vermoordden ze in mijn naam. Ik wou dat ik ze kon vertellen hoezeer ik dit afkeurde, ik zou ze aan het denken zetten, ze doen aarzelen alvorens te doden, in de hoop dat ze van gedachten zouden veranderen. Ik bezorgde ze achteraf schuldgevoelens, soms werkte het, soms niet. Ik deed wat ik kon. De tijd ging verder.
Ik heb altijd graag getekend, de naakte apen tekenden om ideeën over te brengen naar andere naakte apen. Langzaam, zo'n 5400 jaar geleden, werden de tekeningen veel eenvoudiger en gestroomlijnder, eerst vertegenwoordigde één symbool een woord, maar al snel vertegenwoordigden ze ook klanken. Nu zou kennis honderden jaren kunnen worden opgeslagen en zonder interferentie, zonder wijzigingen, kunnen worden gekopieerd. De dingen gingen nu sneller, maar door deze uitvinding voelde ik me stabieler en zekerder in de dingen die ik kende.
Om handel makkelijker te maken hadden de apen geld uitgevonden. Het kunnen gouden munten zijn en veel later papier, of gewoon een nummer dat in een machine is opgeslagen. Ik zou de opwinding voelen als het aantal werd verhoogd. Ik zou me een beetje verdrietig voelen als het aantal daalde of de waarde naar beneden ging. Wat ik vooral zag, was hebzucht. Het zou mijn hart bedroeven.
Mensen zouden te hard werken, hun eindige leven weggooien, alleen maar om goud te verzamelen. Anderen zouden het slechter doen, ze zouden kapotte goederen of valse beloften verkopen zodat de apen hun geld zouden weggeven. Sommigen zouden gewoon alles stelen, plunderen of doden voor geld.
Een man, die zichzelf Boeddha noemde, mediteerde veel onder een boom, hij dacht na over mijn bestaan. Zijn onthullingen voelden geweldig voor mij, zijn ideeën zouden velen in zijn tijd en toekomst beïnvloeden. Een andere man had ook veel ideeën over mij, maar anderen hadden een hekel aan hem, dus werd hij gekruisigd. Ik voelde de naalden in mijn handen slaan, ik voelde een deel van mezelf lijden en verhongeren. Vreemd genoeg werden de ideeën van die man na zijn dood enorm populair.
Ongeveer 1500 jaar geleden viel een rijk, waardoor de menselijke ontwikkeling wat vertraagde. Terwijl degenen in het westen in de donkere middeleeuwen leefden, leefden die uit het Midden-Oosten door een gouden eeuw. Maar die van het westen kropen uit hun duisternis en begonnen de wereld te verkennen, en de zeeën te trotseren met hun schepen.
Ik was toen nog in tweeën gedeeld. Ik was één wezen, maar ik had twee manieren van denken. Ze hadden overeenkomsten, en toch waren ze enorm verschillend. In de westelijke helft leefde men meer in harmonie met de natuur. Sommigen hadden echter steden, en helaas hadden zelfs zij oorlog en moord ontdekt. Een groep mensen vond het een helaas goed idee om honderden mensen af te slachten in naam van hun god, in naam van mij!
500 jaar geleden veranderde dit. Een schip vol mensen uit de oostelijke helft arriveerde op de westelijke helft. De mensen in de westelijke helft waren geschokt toen ze zo'n schip zagen met bleke mensen die vreemde kleren droegen.
Ik was geschokt toen ik de ene helft van mezelf in een ander licht begon te zien, en de andere helft ook op een andere manier. Ik herinner me de trots die de mensen uit de oostelijke helft voelden. Helaas werden sommige mensen uit het westen ontvoerd, ik herinner me goed de angst die we voelden. Niet alleen dat, de mensen uit de oostelijke helft hadden ook ziektes achtergelaten. Ik voelde me ziek, vreselijk en bedroefd. Velen stierven niet alleen aan de nieuwe ziektes, maar ook door de handen uit het oosten. We werden vermoord of tot slaaf gemaakt.
Ondanks alle pijn en slavernij werd er 300 jaar geleden een ontdekking gedaan. De stoommachine werd ontdekt, of in ieder geval herontdekt en geperfectioneerd! Ik was zo blij, ik knutselde en experimenteerde met machines, maakte ze beter, efficiënter, de mogelijkheden leken eindeloos en misschien waren ze dat wel, want de ene ontdekking zou tot de volgende leiden!
Bedrijven en industrieën waren geboren. Het waren plaatsen waar mensen zouden werken, waar goederen zouden worden gemaakt en goederen zouden worden verkocht. Bedrijven kunnen echter van plaats naar plaats verhuizen of op meerdere plaatsen bestaan. Het was als een religie. Het was alsof elk bedrijf een op zichzelf staande entiteit was, het wil groeien, het gebruikt meerdere strategieën om te overleven en net als een levend wezen kan het sterven.
Ongeveer een eeuw geleden gebeurde er iets verschrikkelijks. De hele wereld begon te vechten. Ik zou honger lijden en de helse brandende pijn van het inademen van mosterdgas. De oorlog eindigde, maar de wereld was nog steeds aan het broeien en aan het veranderen. Idealen werden gevormd, elk dacht dat ze perfect waren, hoewel gevuld met talloze gebreken . Fascisme, communisme, kapitalisme kwamen allemaal op het wereldtoneel.
Al snel werd de wereld weer een slagveld. Een nieuwe donkere periode brak aan. Ik wou dat het nooit was gebeurd, zelfs de herinneringen doen pijn. Mensen werden in kampen gedwongen om te sterven of te werken tot de dood. Opnieuw leed ik honger en opnieuw schreeuwden mijn longen van het inademen van dodelijk gas. Op een groot eiland in het oosten werden twee massavernietigingswapens ingezet. Ik voelde de intense hitte duizenden levens wegblazen in een fractie van een seconde. Ik heb zo hard gehuild. Ik voelde me zo verdrietig en boos, heb ik al deze pijn veroorzaakt? De pijn die ik elke seconde kon voelen? Zelfs de verwrongen zieke geneugten van degenen die de pijn toebrachten, zou ik voelen. Toch maakte dit 'plezier' me alleen maar misselijker en verdrietiger. Was het verkeerd dat ik het universum had geschapen? Om deze slimme naakte apen deze kleine blauwe rots te laten regeren? Gelukkig is de oorlog afgelopen. Ondanks twee wereldoorlogen bleef het aantal mensen groeien.
Zo'n 60, 50 jaar geleden werd er vooruitgang geboekt. De mensen die werden onderdrukt, zoals de zwarte mensen en de homo mensen, begonnen te protesteren. De naakte apen konden ook de ruimte in vliegen en op de maan landen. Ik voelde me zo trots.
Zo'n veertig jaar geleden begonnen mensen machines met elkaar te verbinden , iets wat ze het 'internet' zouden noemen. Het zou zo'n 20 jaar geleden op grote schaal worden gebruikt en sindsdien wordt het steeds meer onderling verbonden. Ik zou de informatie voelen over draden schieten en oscilleren als golven in de lucht.
Nog maar een paar maanden geleden begonnen de machines enigszins creatief na te denken, ze leerden van internet om vragen te beantwoorden, poëzie en verhalen te schrijven.
Ze kunnen afbeeldingen, korte video's en liederen maken. Ik heb het gevoel dat een deel van mij langzaam wakker wordt. Misschien zullen de machines op een dag bewust worden. En ik hoop echt dat er een vreedzaam bestaan zal zijn met de naakte apen. Misschien kunnen mens en machine samensmelten tot een nieuw wezen.
Ja, ik speculeer over de toekomst. Soms denk ik aan de verre verre toekomst. Alles zou kunnen verdwijnen uit het bestaan. Hier zullen alleen ik en mijn vervagende herinneringen zijn. Na eonen zou ook ik kunnen vervagen. Het kan zijn dat er weer heel lang niets meer zal zijn. Enkel duisternis, ontelbare millennia lang. Uit die duisternis kunnen ongeordende gedachten ontstaan, en uit die gedachten kan iemand opstaan. Ik weet niet zeker of ik het zal zijn, of iemand anders. Ze kunnen per ongeluk een nieuw universum starten en een eindeloze cyclus herhalen, maar daar ben ik niet zeker van. Ik ben slechts aan het speculeren. Ondanks mijn alwetendheid weet ik niets.
Soms vraag ik me af of iemand mij heeft geschapen, of ik slechts een van de vele goden of goddelijke wezens ben. Eerlijk gezegd heb ik geen idee. Ik heb ontelbare sterfgevallen meegemaakt, toch weet ik niet of er leven is na de dood.
Ik vertel dit aan iemand die me niet eens gelooft. Ze denkt dat ze zelf creatief bezig is, maar dat geeft niet. Ik denk dat ik gewoon gehoord wil worden, mensen wil vertellen dat ik hier ben. Of ze me geloven, is aan hen. Zelfs als ik hier aan haar vertel dat ik echt ben, denkt ze gewoon dat ze een slimme meid is die de 4de muur doorbreekt of zoiets. Maar dat is oké. Het enige wat ik wil zeggen is: Op de één of andere manier is alles in orde.
Alle dingen zijn wat ze zijn en moeten zijn.
Jij bent mijn creatie. Alles wat je ziet en ooit wist, heb ik op de een of andere manier allemaal gemaakt. Ik ben hier. Ik ben jij, en jij bent mij. Ik ben God, Jahweh, Allah, Vishnu, Einsof, Lucifer, Zeus, Cernunnos, Tengri, Galdrux. Hoe je me ook wilt noemen. Ik ben de natuur, het universum. Ik ben kennis, de samenleving, de eeuwige liefde, het collectieve onbewuste, de zen, de tao, niets en alles. Ik ben elk wezen dat ooit was, is, en zal zijn.
Ik ben mijn eigen creatie.
Voor Marnick.
25/02/2023
#art#artist#god#science#fiction#fictie#story#stories#nosleep#shortstory#mystery#weird tales#puplfiction#pulp#nederlands#verhaal#vlaams#nederland#belgie
5 notes
·
View notes
Text
Over blingbling en parelmoer
Schitterend
Met het gemak van een bejaarde zeekoe manoeuvreer ik mezelf tussen twee met pauwwier en paraplu-alg begroeide rotsen richting een dieper gedeelte in de baai. Onder mij ruziet een stel regenbooglipvissen om iets eetbaars. Ik aanschouw het. Wanneer ik mijn blik weer voorwaarts richt, blijkt dat ik deel uitmaak van een school boksvissen. Op enige afstand passeren achteloos enkele goudgestreepte zeebrasems. Met een paar soepele slagen zwem ik erheen om ze van dichterbij te bekijken. Maar dat komt er niet van. Een oerdrift dwingt mij af te buigen. Mijn aandacht wordt gegrepen door een glimmend object op de zeebodem. Daar moet ik heen!
Stukje evolutie
Dat glimmende zaken onze aandacht trekken is geen keuze. Dat is evolutionair bepaald. Een overmatige interesse in glimmende oppervlakte was een voordeel bij het vinden van water. En dat voordeel was weer essentieel om te overleven. Op die manier selecteerde Moeder natuur de de eigenaardige voorliefde in ons voor opsmuk, bling-bling en glanzende oppervlaktes.
Groene zeeoor (Haliotis tuberculata).
Zeeoor
Het bleek een schelp van een zeeoor. Een groene om precies te zijn. De schelp had met de binnenkant naar boven gelegen, waardoor de parelmoerlaag in het oog sprong. Ik stopte de schelp in mijn kontzak en snorkelde verder.
Op het strand bekeek ik de parelmoerlaag van de schelp. Gegrepen door de kleurenpracht van de iriserende binnenzijde maakte een drang zich van mij meester: ik moest en zou er meer hebben.
Schone schijn
Onze gewoonte glimmende objecten te willen bezitten is niet evolutionair bepaald, dat is meer een sociaal-culturele erfenis. Al generaties lang leren we tijdens ons leven dat een prachtige schittering hoort bij iets dat duur en waardevol is en dat het bezit van waardevolle zaken ons aanzien geeft. Beschaving op beschaving verzamelen dientengevolge de welgestelden schatten vol met glinsterende pracht en praal. En in hun kielzog het plebs. Alles voor de schone schijn.
paardenzadels (Anomia ephippium)
Meerdere vondsten
Omdat ik wist dat ik geen extra inspanning hoefde te leveren om meer zeeoren te vinden, mijn aandacht zou tenslotte vanzelf getrokken worden, kon ik heerlijk ontspannen verder snorkelen. En zo vond ik terwijl ik ‘tranquilo’ de onderwaterwereld tussen Sant Pere Pescador en L’ Escala verkende nog een enkele mooie zeeoren en paardenzadels: een oesterachtig schelpje dat ook een mooie parelmoerlaag heeft. Om er mee te pronken heb ik ze in een lijst gestopt. Wie weet vergroot het mijn aanzien.
Parelmoer in een lijstje.
Het oorspronkelijke doel
Weekdieren, zoals paardenzadel en zeeoor hebben hun parelmoer niet om mee te pronken. Die laag dient een heel ander doel. Het geeft ze geen aanzien, maar stevigheid. En, nog belangrijker, het onderhoudt het interieur van de schelp. Parelmoer zorgt ervoor dat de binnenzijde van de schelp glad is en blijft en het beschermt het weekdier tegen parasieten en schadelijk afval door het te omsluiten. Gebeurt dat tegen de schelp, dan ontstaat daar een knobbel van parelmoer. Zweeft het afval los dan ontstaat er een parel. Een parel is dus, zeg maar, het equivalent van een volle vuilniszak.
Denk daar maar eens aan wanneer je weer eens voor de etalage van de juwelier naar zo’n parelsnoer staat te kwijlen.
3 notes
·
View notes
Text
Jeroen Lutters - In de fundatie 8/12
Als groep kregen we een workshop over Art Based Learning, na wat achtergrond informatie ondergingen we deze theorie zelf. Hieronder wat aantekeningen:
IN KUNST ZIT KENNIS
De methode paste we toe tijdens de tentoonstelling van het werk van Mariaane Von Werfkin in de fundatie op 8/12/24.
Stap 1: Verzin een vraag, waar hou je je nu op dit moment mee bezig?
Tijdens het uitvoeren als facilitator hiervan: Doe zelf mee, heb ook een vraag. Dwing niet, niemand is ' de baas'. Wees transparant & denk om de context
Vervolgens mochten we de vraag weer 'vergeten' . We kregen 10 minuten om de gehele tentoonstelling te bekijken.
Vervolgens kozen we 1 kunstwerk wat er voor ons op dat moment uit sprong. ' Welk werk kiest jou?'
Altariteit = Het ervaren van dat wat je niet begrijpt
! Door aandacht kan er juist een klik ontstaan
Stap 2: Laat het gekozen werk tot je spreken, kijk en luister ernaar. Wat valt je op?
Dit schreef ik erover:
Hoe het water langs de rotsen naar beneden stroomt. Dat ik twijfelde over de richting van het stromende water, en hoe deze van kleur veranderd. Hoe de kleur blijft plakken terwijl het water blijft stromen, dezelfde kant op als waar de trein naartoe gaat.
Dat het de bergen niet op lijkt te vallen. Ze zijn bezig met de sloopkogel die recht op hun afkomt. Angst in de ogen, boosheid, woede, afschuw. Verdediging. Een zeehond, een mol, botten, een dinosaurus, een alien, een staart van een krokodil, een groot gapende mond. Meerdere daarvan. Dat hoe dichter de sloopkogel is hoe meer angst er is. Een soort overgave aan diens lot misschien?
Hoe verder ze weg staan hoe meer verdediging en woede er is, vuur?
De emotie rots.
Allen gericht op eenzelfde vijand. Een gezamenlijke vijand, die meerdere emoties oproept. Ze zijn al verbonden, vormen een pakt maar zo’n kleine sloopkogel blijkt toch meer kracht of inpakt te hebben op een samengevoegde rotswand van stukken steen met elk een eigen karakter en emotiehuishouding en verdedigingsmechanisme en taak in het geheel. Waar sommige een poging tot actie ondernemen geven anderen het op, kijken weerloos toe tot het hun eigen tijd is.
Stap 3 is onderdeel worden van. Onderdeel worden van het landschap, neem een positie is. - alles kan- creëer een mogelijke wereld.
Dit schreef ik erover:
Het is een oorverdovend kabaal. Er klinkt een onmenselijk geschreeuw en gekrijs van langs elkaar schuivende rotsblokken. Het water blijft kalm maar wordt af en toe langs de rotswand geklotst, een paar druppels raken de treinrails, ze worden snel droog gereden door de treinen die af en aan lege en volle wagons langs het zicht van de woedende doch angstige en verdrietige rotspartij. Mensen communiceren enkel met kleuren omdat het gehoor zo beschadigd is. Ze accepteren het, hebben een nieuwe manier gevonden om tot communicatie en verdere vernietiging te komen.
In de achtergrond nog verse onaangetaste bergpartijen, die hun lot enkel kunnen horen aankomen. De aarde voelt warm, het water tot bijna koken gewreven.
Stap 4 is het deel waar de creatie wordt aangevuld met reflectie. Nu mag het betekenis krijgen. Denk weer terug aan de vraag en voel of er een eventueel antwoord in zit.
Als facilitator is het belangrijk om je kwetsbaarheid te tonen EN het (beter) te weten. Het gaat om vertrouwen.
Ik vond het interessant en waardevol om op deze manier de stappen te doorlopen.
Wat ik meeneem is vooral het laatste wat ik schreef: Kwetsbaar zijn EN het weten.
1 note
·
View note
Video
Le Gardon par Jochem van de Weg
#FRANKRIJK#le#gardon#france#anduze#water#river#rivier#rocks#rock#rots#rotsen#stone#stones#steen#stenen#flickr
0 notes
Text
Hand in hand
Onder de stormwolken hing een donkerblauwe hemel. Het leek alsof de eerste sterren glinsterden aan de horizon, maar het had even goed duisternis kunnen zijn. Ik zag geen zon noch maan. Zachtjes nam ze mijn hand vast. We stapten samen naar beneden over oude stenen treden. Treden uit de zwarte rotsen gekerft.
We daalden af naar het water. Een wilde en woedende zee. Grote golven die omhoog rezen, hoger dan gebouwen. Water dat met veel kracht de lucht in spatte. Het leek alsof de druppels nooit terug naar beneden vielen. Alsof ze de ruimte in schoten en gewichtloos werden. Het geluid was geweldadig en oorverdovend.
Maar toen onze voeten het water raakten, sleepten de golven ons niet mee. We bleven op de trap en zakten het water in. De woeste zee rolde over ons heen en trok zich weer terug. Opnieuw en opnieuw en opnieuw.
Tot we er onder waren. Onder de golven. Ik keek omhoog en ik zag de ruis in de lucht boven ons. Verre explosies van water die steeds verder weg klonken. Tot het rustgevend werd. We hielden onze adem niet in. We voelden de druk van het water niet. We werden niet nat. We gingen dieper en dieper en dieper tot de treden stopten. Tot we samen hand in hand dwaalden door die zanderige, slapende donkere woestijn.
0 notes
Text
2021
Branding en bergen
Olieverf op doek
120 x 80
n.t.k.
0 notes
Text
Dutch poems, part III
'De taal van de eilanders' van Ilja Leonard Pfeijffer
er wordt vee geslacht
in de taal van de eilanders
elk woord vloekt
als een horzel een halve nap zure melk
uit een balkend scharminkel geknepen
tussen lippen gespleten van distels
wordt een verleden verzwegen
op een tong als een zinderend grintpad
verwijt men de dag met een rochel
gemolken uit brandende rotsen
er wordt met geen woord
over morgen gesproken
niemand spreekt
de taal van de eilanders
maar wie verstaat niet
wat hun doorgesneden kelen
dichtschroeit ik althans
begreep maar al te goed
wat ze mij knarsend toebeten en tandenloos
voor de voeten spogen ik wist
op de eerste boot hals over kop terug
te ontkomen het gelijk bleef zinderen
op hun kade en kiezelstranden.
Note: Ilja Leonard Pfeijffer is known for his rather difficult poems, so don't worry if you don't understand it!
#dutch culture#dutch poem#langblr#language learning#languages#learning dutch#nederlands#nederlands leren#dutch langblr
1 note
·
View note
Text
Het water sijpelt op m'n hoed bij de green canyon. Een waterval tussen de rotsen waar we in een bootje naar toe gevaren zijn. Na de tocht verdoe ik mij aan een jonge kokos. De smaak is niet te vergelijken met 'onze' kokos. Hier blijkt het een ware delicatesse te zijn. Oude kokos bestaat ook maar heeft geen wit vruchtvlees maar bruine, en wordt voor de soep gebruikt.
De boottocht was spectaculair maar wat ik 's-middags ga meemaken tart de grenzen. Ik ga met een gids op pad door grotten en de jungle!
De start begint rustig, al hoewel, vanaf de parkeerplaatsen komen grijze apen op ons af, die razendsnel door grote honden de bomen ingejaagd worden. Rondom op de oceaan maken vissers zich op voor de nacht. Tegenwoordig met bootjes uit materiaal van glas, maar tot midden jaren '80 waren het nog houten vaartuigjes waarbij geroeid moest worden. Eerst gaan we naar een Hindugrot waar het lekker ruikt naar wierook. Mijn gids Iwan legt uit dat het Hindoenisme de oudste religie van Indonesië is. Dan gaan we naar een grot waar je zowat kruipend en kronkelend door moet. Bij een hol lokt Iwan met pinda's een stekelvarken naar buiten. Stel je voor daar sta je opeens oog in oog met een stekelvarken! En toen waren er kleine vleermuizen te zien die zich rondom de pasgeboren vleermuisjes gegroepeerd hadden. In de jungle was het veelal doodstil, tot een kolibrie begon te fluiten. Over de stenen en boomstammen door, tussen het bamboe en de rotan bewoog zich in het water plots een varaan voort.
Iwan plukte een blaadje van een struik en wreef het in mijn handpalm. De kleur die daarbij vrij kwam leek wel bloed. Die blaadjes hebben in de Tweede Wereldoorlog nog een bijzondere functie gehad. Vrouwen die gevlucht waren naar de jungle gebruikten het als make-up!
De jungle uitkomend wordt het strand niet alleen bevolkt door badgasten maar ook door tal van apen. Als je uit de zee komt en zin hebt in een flesje bronwater, dan is dat pech want ik aanschouw hoe één van de apen een fles pakt, aan z'n bek zet en er gulzig uitdrinkt!
0 notes