#persfotograaf
Explore tagged Tumblr posts
Text
Isaiah Ahmed ku selekshon di Korsou U-20 durante weganan di kalifikashon na Guatemala
Selekshon di Kòrsou U- 20 a invitá Isaiah Ahmed i Damy Bernardina di klup SC Heerenveen pa sostené nan durante e weganan di kalifikashon pa kampionato mundial di U-20 di CONCACAF na Guatemala.
Isaiah Ahmed – Bolante Krédito potret: Mustafa Gumussu – Persfotograaf Heerenveen Willemstad – Selekshon di Kòrsou U- 20 a invitá Isaiah Ahmed i Damy Bernardina di klup SC Heerenveen pa sostené nan durante e weganan di kalifikashon pa kampionato mundial di U-20 di CONCACAF na Guatemala. E dos prospekto nan a yega Kòrsou pa partisipá den e trainingnan, pa despues bula pa Guatemala djaluna…
View On WordPress
#Curacao#Futbol#Guatemala#Isaiah Ahmed#Kampionato Mundial#Korsou#SC Heerenveen#Selekshon Korsou U20#Voetbal
0 notes
Text
Vreemde figuren in Groenoord
Schiedam – Voetgangers die zaterdag in Groenoord rondliepen zullen even vreemd opgekeken hebben. Ze konden zo maar een frietbakker, persfotograaf, koe of aardbei tegen komen. Het bleek een vossenjacht van de Scouting Tono-groep te zijn, die zo de Jantje Beton-collecte opfleurde.
Foto: Megan Spruit
Een frietbakker of persfotograaf is niet zo gek om tegen te komen. Hoewel een frietbakker meestal in een snackbar staat, en niet door de straten van de wijk loopt. Willy Wonka of een ridder tegen komen is al wat vreemder, maar wat te denken van een koe of een aardbei? Toch konden de inwoners van Groenoord deze zaterdag allemaal tegen komen in hun wijk.
Het bleek te gaan om een vossenjacht van de Scouting Tono-groep. De jonge scouts moesten alle figuren die rondliepen op zien te sporen. Dat was niet zo maar: de leden van de scoutinggroep waren ook bezig met de Jantje Beton-collecte. Hierbij trokken ze huis-aan-huis langs de deuren. Als extra uitdaging combineerde de scoutinggroep dit met de vossenjacht.
“Ik moet zeggen, de kinderen vinden collecteren voor Jantje Beton echt leuk. Zeker omdat het een aansprekend goed doel is”, zo legt Nathalie Doek uit, een van de leidsters bij de welpen. “Om het allemaal net even wat uitdagender te maken combineerden we het collecteren met de vossenjacht. Dat is best lastig, want als je aan de deur staat kan je niet zo maar weg lopen”. De kinderen waren echter erg enthousiast, net als veel inwoners van de wijk.
Aan het einde van de ochtend hadden de kinderen goed gevulde collectebussen en waren de meeste vossen gevonden. De opbrengst wordt na telling bekend gemaakt op www.scoutingtono.nl, waar geïnteresseerden in ook terecht kunnen voor meer informatie over de scoutinggroep.
0 notes
Text
'Voor deze foto heb ik wel even een sprintje getrokken. Hoe zo'n peuter alleen het veld op kon tippelen, vraag ik me nog af'
‘Voor deze foto heb ik wel even een sprintje getrokken. Hoe zo’n peuter alleen het veld op kon tippelen, vraag ik me nog af’
Hij noemt zichzelf een ‘ouderwetse persfotograaf’. ,,Ik wil met mijn foto’s de lezer die er niet bij is laten zien wat er gebeurt”, zegt Simon Bleeker. ,,Ik wil de situatie in beeld brengen, zodat mijn foto het verhaal ondersteunt. Een overzicht is daarbij meestal belangrijk, dus geen detailfoto’s. Daar heeft de lezer die er niet bij was immers niks aan.” #Voor #deze #foto #heb #wel #een…
View On WordPress
0 notes
Photo
1,5 meter #afstand houden en #drukte vermijden in #parken en #natuurgebieden. Meer van mijn #journalistieke foto's bekijken op: stock.wesleyvanderlinde.com #nieuwsfoto #nieuwsinbeeld #persfotograaf #persfotografie #brabantfotografie #matrixbord #covid_19 #naturephotography #photographer #wesleystockagency #wesleystock #lokaalnieuws (bij Mastbos) https://www.instagram.com/p/CG8Eo9SAmzI/?igshid=qh7hhd1ktjzu
#afstand#drukte#parken#natuurgebieden#journalistieke#nieuwsfoto#nieuwsinbeeld#persfotograaf#persfotografie#brabantfotografie#matrixbord#covid_19#naturephotography#photographer#wesleystockagency#wesleystock#lokaalnieuws
0 notes
Photo
#fotografie#fotograaf#estera#marysia#fel#zwart#studio#shoot#studioshoot#studiofotografie#studiofotograaf#felzwart#tilburg#eindhoven#breda#pers#media#persshoot#persfotografie#persfotograaf#portret#portretfotograaf#portretfotografie#band#bandshoot#artiestmuzikant#fotoshoot#foto#esteramarysia#jan
1 note
·
View note
Photo
Zelfs op de internationale dag van de vrede zijn deze beelden de harde waarheid voor een heleboel mensen in de wereld. Het Syrische conflict waar UNICEF zich voor inzet wil de kinderen die hier slachtoffer van zijn niet in de kou laten staan. Voor elke inschrijving bij ons doneren wij aan UNICEF. Help op de dag van de vrede ook kinderen om zich verder te ontwikkelen. © UNICEF/UN0185401/Sanadiki. #photojournalism #fotojournalist #persfotograaf #hetfotografieinstituut #onlinecursusfotografie #coursephotography #foto #photo #fotografie #conflict https://www.instagram.com/p/Bn_rxLJFZrb/?utm_source=ig_tumblr_share&igshid=1we8nq01a1m9h
#photojournalism#fotojournalist#persfotograaf#hetfotografieinstituut#onlinecursusfotografie#coursephotography#foto#photo#fotografie#conflict
0 notes
Photo
#portret#portretfotograaf#portretfotografie#fotograaf#fotografie#fel#zwart#felzwart#studio#natuur#locatie#personeel#personeelsfotograaf#persfotograaf#milouschka#meulens#amsterdam#hilversum#rotterdam#tilburg#breda#eindhoven#denhaag#smile#lach#zakelijk#zakelijke#foto's#fotos#bedrijfsfotografie
0 notes
Text
Politie doet onderzoek naar incident waarbij persfotograaf belaagd werd
Woerden - Zondagochtend 21 augustus vond er in Woerden een incident plaats waarbij een persfotograaf werd belaagd door omstanders. De politie stelt een onderzoek in naar wat er heeft plaatsgevonden. Rond 01.00 uur kregen agenten een melding van een mogelijk verward persoon die in het water van de Lekoord was geraakt. Agenten die ter plaatse gingen, troffen in de sloot een 23-jarige man uit Utrecht aan. Na enige tijd wisten agenten de man uit het water te halen. Een fotograaf die ter plaatse was om van het incident verslag te doen, ondervond moeilijkheden doordat enkele omstanders en/of direct betrokkenen hem het werk bemoeilijkte en onmogelijk maakte. Bron: Politie Read the full article
0 notes
Text
Man die auto van persfotograaf in de sloot duwde belandt in cel
Man die auto van persfotograaf in de sloot duwde belandt in cel
Man die auto van persfotograaf in de sloot duwde belandt in cel Een man die met een graafmachine de auto van een persfotograaf in een greppel heeft geduwd, is veroordeeld tot 15 maanden cel, waarvan zeven met uitstel. De aanslag vond plaats afgelopen april toen de fotograaf, alleen Timothy genoemd om zijn identiteit te beschermen, met zijn vriendin naar Lunteren reed na een melding van een…
View On WordPress
0 notes
Text
HET STAPELEN IN DE TIJD IN BEELD GEBRACHT
Stammend uit een tuindersfamilie is het niet zo verwonderlijk dat Peter Wouda verslingerd raakt aan de filosofie van en het werken in de Stichting Tijd. De stichting in het leven geroepen door Louis le Roy om zijn nalatenschap veilig te stellen. Door de jaren heen, mogelijk zelfs door de eeuwen heen. Tijd laat mensen stenen stapelen in de natuur, om zo in gemeenschap te werken aan een zogenoemde eco-kathedraal. Een bouwwerk voor en door de natuur. Ooit door Le Roy opgezet en opgebouwd, hij legde de eerste steen zogezegd. Er is dus een startpunt, maar een eindpunt - een voltooiing, het dak erop - zal er nooit zijn. Almaar door kunnen mensenhanden er aan werken, stenen bijleggen. Want telkens weer weet de natuur er wel weg mee, gaat het de bouwsels overwoekeren en zal de tijd het afbreken. De mens zal het altijd blijven verliezen van de natuur. Aan de kathedralen, de immense en glorieuze godshuizen, werd vanuit de middeleeuwen honderden jaren gebouwd. Aan deze kathedraal, een krachtige illustratie van een ecologisch filosofisch verhaal, zal duizenden jaren gebouwd worden zo is de gedachte.
Met zijn wortels in de zandgronden van Oranjewoud spreekt deze denkwijze van de kunstenaar en landschapsarchitect Le Roy, over de mens niet naast maar in de natuur, Wouda zeker bijzonder aan. Hij wil ook zo samen met de natuur aan een gelijkwaardige toekomst voor mens, dier en plant werken. Als jongen is hij al te vinden op het smalle stuk land geklemd tussen straten in de dan nieuwe woonwijk ten zuidoosten van het Heerenveense centrum. Nog onbewust van hetgeen hij er als man zal doen is het dan ook een speelplek, voordat het dus een speelse werkplek zal worden. Peter krijgt na verloop van tijd interesse in de groei en bloei, zijn vingers kleuren groen. Le Roy zelf maakt deze leergierige jongeman in de plantkunde zijn vak eigen, want door een foto opdracht van een landelijke krant komen de twee op elkaars pad. Le Roy maakt Wouda wegwijs in zijn kunstwerk. Wandelingen later langs de bouwwerken die de kathedraal in Mildam vormen en door de natuurlijk aangelegde Heerenveense tuinen, de vele gesprekken met de leermeester onderweg, zetten Peter Wouda op het spoor in de tijd.
Afgestudeerd in de elektrotechniek en de informatica stapelt hij buiten de beurs om liever stenen. De klank van langs elkaar schurend beton wint hem op. Maar ook staat Wouda graag met de fotocamera in de aanslag klaar om details uit de natuur van de kathedraal vast te leggen, met een scherp oog. Hij was een tijdlang persfotograaf en kent daardoor de kneepjes en de geheimen van het vak. Naast de dagelijkse arbeid als webbouwer is Wouda veelvuldig, zeg maar welhaast ieder moment van zijn vrije tijd, als bouwmeester te vinden in de Le Roytuinen of de eco-kathedraal. In elk geval is zijn vaste stapelmoment de woensdagmorgen. Maar ook gaat hij als gids mee bij rondleidingen. Hij spreekt met passie en verve over zijn stapelwerk, het hoe en waarom. Wat hij ooit van Le Roy leerde brengt hij nu over op anderen, zo moet het, aldus gaat het door. Een stapeling door mond-op-mond het levensverhaal, de filosofie, te blijven vertellen. Hij noemt zichzelf graag ecokathedraal-stapelaar en tijdrebel, liever dan webdesigner.
Ik deel met hem die fascinatie voor dat bijzondere stukje Heerenveens groen. Was erbij toen de tuinen zijn aangelegd in de jaren 60 van de vorige eeuw. Want het was eerst een brede groenstrook, waarop wij als hoogste klassers van de lagere school wel gymnastiekles kregen in de zomermaanden. Peter en ik deelden een huizenblok niet ver daar vandaan, een ferme steenworp. Althans ik woonde daar al toen de buren, het echtpaar Jochem en Pietje Wouda, een derde kind kregen - na twee dochters kwam er een zoon. Peter noemt mij wanneer hij me treft daarom nog steevast buurman, terwijl ik de straat al ruim 40 jaar geleden vaarwel heb gezegd. Dat kunstig aangelegde Heerenveens groen bracht ons bij wijze van spreken weer samen. Een stukje nostalgie met de wetenschap te werken aan de toekomst. Een steen heb ik er nog slechts eenmaal verlegd, terwijl Peter vrijwel dagelijks met het stapelen in de weer is.
Het geprinte losbladige boekwerk dat hij in mijn brievenbus stopte is een exemplaar van een inmiddels uitverkochte uitgave. In eigen beheer en onder de vleugels van Stichting Tijd opgezet, met een vormgeving van Jurgen Jasper die meerdere uitgaven van de stichting modelleert. Het wil een door de tijd heen uit te breiden pamflet zijn, vandaar het ongebonden karakter. Met tekst, maar vooral beeld, dat door de jaren aangevuld kan worden, geactualiseerd. Een soort van stapelen van foto's in plaats van met stenen.
In de uitgave vind ik legio foto's van vooral een ongerepte tuin, een stuk natuur in de begintijd van bouwen. De planten hebben nog nauwelijks bezit genomen van de muurtjes, de paden liggen er nog netjes aangeharkt en bestraat bij. Nu is dat anders, heeft de natuur kost en inwoning gevonden in en op de inmiddels bijna huizenhoge bouwwerken. Werden dikke bielzen versplinterd door inwerking van natuur en klimaat. Zijn olifantenpaden ontstaan. Stapelt het groene afval uit omliggende tuinen zich hoog op. Straatmateriaal en bouwstenen worden per container veelvuldig aangevoerd. Er is duidelijk groei te bespeuren, dus verdient het boekwerk aanvulling.
In de ecokathedraal zie ik de hoofdbouwmeester aan het werk. Bovenop een hoop stenen bouwt Louis le Roy aan zijn eeuwigheid. Ook hier zijn bouwwerken nog onaf en laat de natuur nog verlegen de macht over de mens zien. Het is een kathedraal in aanbouw, die overigens nooit klaar zal zijn. Jaren na nu zal men er nog steeds aan werken. En zal de natuur, plant en dier, er almaar meer bezit van gaan nemen. Het is een project zonder eind, een ecologisch samengaan van mens en natuur. Met onnatuurlijke menselijke bouwstenen, maar ook met afvalmateriaal uit stadstuinen die in deze een tweede natuur krijgen als compost voor nieuw leven. Dan lijkt de cirkel rond, maar blijft het rad doordraaien.
In 2012 is de initiatiefnemer overleden, in de losbladige uitgave is daarom een in memoriam van Huub Mous opgenomen. Het prijst de kunstenaar de hemel in, vanwaar hij met een goedkeurende glimlach om de mond de voortgaande werkzaamheden aan zijn geesteskind zal beschouwen. Naast deze herinnering is een diepzinnig interview met Peter Wouda afgedrukt, dat voornamelijk gaat over zijn fotografische talent. Het is tenslotte zijn uitgave. Maar er is dus veel ruimte gegeven aan die foto's, zijn foto's, van tuin en kathedraal. Prachtige platen in de avondschemering of bij het ochtendgloren, wanneer de zon langs de stenen strijkt of de nevel de omgeving in een mysterieus licht zet. Het geeft een mooi sfeerbeeld van hoe het terrein erbij lag in een periode min of meer na het prille begin, na de eerste steen. Een document voor de generaties na nu. Hoe mensen er aan bouwen en op welke manier de natuur er verder op inwerkt. Een mooi tijdsbeeld voor nu en later.
Tijd in Beeld, gestapeld beeldverslag Peter Wouda. Uitgave Stichting Tijd / Peter Wouda, 2015.
0 notes
Text
Abbas Attar fotografeerde het leven in al zijn aspecten
Abbas Attar fotografeerde het leven in al zijn aspecten
Fotograaf Abbas Attar (1944-2018, Khash, Iran) maakte furore als persfotograaf (voor Magnum). Zijn werkterrein was vooral het crisisgebied (de oorlog met name). Hij maakte beroemd geworden foto’s in Biafra en Vietnam. De laatste jaren van zijn leven trachtte hij vooral religie in beeld te brengen (joden, christenen, mohammedanen, hindoe’s en boedhisten). Zijn meest geslaagde werk, vond hij zelf,…
View On WordPress
#20-ste en 21-ste eeuws#aspecten leven#Biafra#compositie#crisis#fotograaf#Iran#Khash#Magnum#oorlog#pers#religie#schoonheid#sfeer#standpunt#Vietnam
0 notes
Text
Polaroids - Newton
Polaroids - Newton #newton #taschen #uitgever #boek #deventer
Helmut Newton, geboren als Helmut Neustädter (Berlijn, 31 oktober 1920 – Los Angeles, 23 januari 2004) was een Duits-Australisch fotograaf. Op achttienjarige leeftijd (1938) ontvluchtte de Joodse jongeman zijn geboorteland Duitsland, vanwege de opkomst van het nationaalsocialisme, en arriveerde in Singapore. Daar werkte hij enkele jaren als persfotograaf voor de Engelstalige krant The Straits…
View On WordPress
0 notes
Photo
#studio#fotografie#fotograaf#tilburg#estera#marysia#felzwart#fotoshoot#art#surrealism#goedkope#goedkoop#betaalbaar#bandshoot#persshoot#persfoto's#persfotograaf#albumcover#album#albumfotografie#portret#portretfotograaf
0 notes
Photo
#lockdown #corona @demorgen @hln_be @destandaard vanmiddag in #delhaizemelsbroek @delhaizebelgium #melsbroek was er een persfotograaf aanwezig om het begin van de #stormloop op de schappen vast te leggen (bij Delhaize Melsbroek) https://www.instagram.com/p/B9otaZoA4fq/?igshid=lyo64cbcli39
0 notes
Text
‘Brutopia. De dromen van Brussel’ van Pascal Verbeken: ronddwalen in een onbemind oerwoud tot je de nieuwe wereld ziet
In zijn nieuwste boek Brutopia. De dromen van Brussel ontleedt schrijver, reporter en ‘sprokkelaar van verhalen’ Pascal Verbeken (°1965) zijn haat-liefdeverhouding met de ongrijpbare hoofdstad van België. Samen met zijn debuut Arm Wallonië (2007) en het bejubelde wandelboek Grand Central Belge. Voetreis door een verdwijnend land (2012) vormt Brutopia Verbekens zogeheten Belgische trilogie. Zijn onderzoek voert Verbeken als vanouds te voet en door te luisteren naar wie z’n pad kruist — een beproefde tactiek die hij perfectioneerde in Grand Central Belge.
Bijzonder is dat hij deze keer op zoek gaat naar wat had kunnen zijn: het utopische Brussel, zeg maar. Slenterend door ’s werelds bekendste hellhole volgt hij als een volleerde flaneur ‘het oude dromenspoor van de stad dat leidt naar de nieuwe wereld’. Verbeken is de ongekroonde koning van het sprekende verhaal en de ‘herinneringsreportage’: hij heeft het absolute patent op een meeslepende, geëngageerde en begeesterende vertelstijl die het midden houdt tussen onderzoeksjournalistiek, geschiedschrijving en literatuur. Met Brutopia levert de Vlaamse Ryszard Kapuściński een even lucide als bevlogen stadsbiografie af.
Brussel, een wees en een droomfabriek
Brutopia start met een geestdriftig voorwoord van Sint-Michaël, beschermengel van Brussel en een tiental andere steden, streken en bisdommen. De patroonheilige staat al sinds 1455 op de toren van het Brusselse stadhuis op de Grote Markt en ziet werkelijk alles. Niets, maar dan ook niets ontgaat hem:
Ik zie de spriet gras tussen de kasseien van een kade waar niemand meer komt, ik zie het weggegooide metroticket dat opwaait door een voorbijrijdende taxi. Ik zie het laatste restje bloed in een heroïnespuit, weggegooid achter een elektriciteitscabine. Ik zie het geblonken tafelzilver van de Club des Nobles glanzen in verwachting van een Europees banket, en tegelijkertijd zie ik families uit verre landen in de laadbak van vrachtwagens de westelijke voorsteden binnenrijden.
Net omwille van dit uitgelezen vantage point vraagt ‘de schrijver van dit boek’ de strijdvaardige maar ietwat kregelige aartsengel om een voorwoord. Hoewel het heft van het zwaard hem beter in de hand ligt dan de pen, stemt hij toe. In krachtige maar niet van enige ironie gespeende bewoordingen schetst de heilige de hoofdlijnen van Brutopia, hier en daar vergezeld van een persoonlijke commentaar of opinie. Brussel, zo stelt hij, is een stad met een groot hart voor aangespoelden, maar is zelf ‘een wees’. Sinds mensenheugenis heeft de stede af te rekenen met gevoelens van angst en afkeer. Sint-Michaël spreekt in dat verband over Bruxellofobie: ‘In het verdeelde België zijn Vlamingen en Walen zelfs broederlijk verenigd in hun aversie tegen Brussel, de stad die bizar genoeg het land bijeenhoudt wegens haar onsplitsbaarheid.’ Aan de hand van een captatio benevolentiae vergoelijkt Sint-Michaël het feit nooit van zijn toren te zijn neergedaald. De Brusselse straten invliegen is immers het voorrecht van de auteur van Brutopia: ‘Vele schoenzolen heeft hij versleten op trottoirs, bij dag en bij nacht. Als wandelaar, zonder plattegrond of stappenteller.’
In tien thematische hoofdstukken schetst Verbeken een onverbloemd en bij momenten ontluisterend beeld van Brussel, ‘een lappendeken van ongeveer honderdtachtig nationaliteiten’, ‘een centrifuge van globalisering’. De methodieken die hij hanteert, zijn de doorgewinterde Verbeken-lezer niet onbekend: de reporter neemt de voorliggende situatie in zich op, kijkt om zich heen, laaft zich aan de geschiedenis en richt zijn blik op een specifiek aspect van de hem omringende werkelijkheid — in casu de stad Brussel, het hellegat van Europa. In een grondige analyse van de situatie zet Verbeken de bakens uit, terwijl hij aan de hand van sfeerscheppende beschrijvingen de lezer zo dicht mogelijk bij het beschreven thema betrekt. Zijn uitgelichte observaties krijgen steeds een uitgebreide actuele en historische omkadering. Een geprivilegieerde getuige, een expert ter zake of een toevallige passant komt aan het woord en zorgt voor nog meer context. Zodoende heeft de lezer constant het gevoel het beschrevene mee te maken ‘van op de eerste rij’. De lezer als bevoorrechte toeschouwer, de auteur als gids.
In zijn beroemde gedicht ‘Le cygne’ deed Charles Baudelaire de wrede uitspraak dat de stad sneller verandert dan het hart van een mens: ‘Le vieux Paris n’est plus (la forme d’une ville / Change plus vite, hélas! que le coeur d’un mortel)’. Het zijn deze constante en onhoudbare cycli van gedaanteverwisselingen die Verbeken in Brutopia ‘de dromen van Brussel’ noemt. Hier treedt hij in de voetsporen van ‘de dromers van Brussel’ en gaat op zoek naar het Brussel dat er ooit geweest of nooit gekomen is. De Belgische hoofdstad als droomfabriek en utopische stad, in onophoudelijke ontwikkeling, in voortdurende evolutie. De volledige constellatie van Brussel in een boekvorm gieten, is uiteraard onbegonnen werk. Verbeken maakt noodgedwongen selecties en staat stil bij pleisterplaatsen die hij tijdens zijn wandelingen tegenkomt: ‘Een stad die slordig met haar verleden omspringt, heeft één voordeel: er valt altijd iets te ontdekken.’
Wandel mee. En struikel
Voorin Brutopia prijkt een schetsmatige overzichtsplattegrond van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest met zijn 19 gemeentes. De titelpagina van ieder hoofdstuk toont een meer gedetailleerde kaart van de gemeentes die aan bod komen tijdens de bewuste ‘wandeling’. Tien hoofdstukken lang bestrijkt Verbeken op deze intuïtieve manier grote delen van Brussel: de vlaggetjes die hij prikt op zijn persoonlijke stafkaart, vormen samen een narratief netwerk, een persoonlijke kijk op een complexe stad, die geschiedenis ademt maar tegelijkertijd weinig respect lijkt te tonen voor zijn verleden: ‘Wandel mee. En struikel.’ Hier en daar is die ‘persoonlijke kijk’ overigens vrij letterlijk te nemen, want er staan enkele door Verbeken zelf genomen foto’s in Brutopia. De andere illustraties komen uit diverse archieven.
Een eerste wandeling start in de Verbondstraat in Sint-Joost-ten-Node, ‘een getto van één vierkante kilometer met dezelfde bevolkingsdichtheid als Bombay.’ Verbeken herinnert zich een voorval van een tiental jaar geleden, toen hij toevallig in de buurt rondliep: een Duits echtpaar vroeg hem de weg naar de Verbondstraat waar volgens hen het huis van Karl Marx zou staan. Na wat gezoek vonden ze samen de straat en het huis op nummer 5. Niets wees er echter op dat Marx hier had gewoond: geen gedenkplaat of muurbordje, niets. Met zijn illustere buurman op nummer 7 Friedrich Engels had Marx nochtans op die specifieke plek Het communistisch manifest geschreven, een van de meest gedrukte teksten ooit: ‘Marx vergat Brussel, zoals Brussel Marx vergat.’ Deze anekdote is voor Verbeken de perfecte aanleiding om Marx’ verblijf in Brussel historisch te kaderen en verder op te zoek te gaan naar mogelijks andere Brusselse sporen van ‘de donderprofeet van de ongelijkheid’. Sint-Joost-ten-Node is al jaren de armste gemeente van België.
Frappant is hoe Verbeken aantoont dat Marx’ doemtheorieën ironisch genoeg het nadrukkelijkst waarheid werden op de plaats waar ze geconcipieerd werden en bij uitbreiding in de zogenoemde croissant pauvre (de armoedegordel rond het kanaal waartoe ook delen van Molenbeek, Laken, Schaarbeek, Vorst en Sint-Gillis behoren). Een geprivilegieerde getuige van hoe Sint-Joost veranderde is monsieur Martin, die meer dan vijftig jaar lang een frituur hield op het gemeenteplein. Ook econoom en filosoof Philippe Van Parijs (die eveneens opdraafde in Grand Central Belge) komt aan het woord. Hij breekt een lans voor de ten voordele van Marx in de vergetelheid geraakte Brusselaar Joseph Charlier, een van de eerste pleitbezorgers van het basisinkomen.
De volgende wandeling brengt Verbeken naar de Heizel, Laken en de historische Vijfhoek. Onvermijdelijk is hier natuurlijk de Heizelvlakte waar ruim 60 jaar geleden Expo 58 meer dan 40 miljoen bezoekers lokte. Graficus en veelvoudig Expo-bezoeker Ever Meulen — de keizer van de klare lijn — heeft het over zijn schatplicht aan de toen gevestigde Atoomstijl. Aangrijpend is het verhaal van Frans Cools, de toenmalige werfleider van het Atomium: de bovenmenselijke prestatie die zijn team en hijzelf leverden om ‘de verchroomde rammelaar’ op tijd af te krijgen, wordt in geen enkele bron vermeld en is verdwenen in de nevels van de geschiedenis. Het stuk over het nagebouwd Afrikaans dorp (‘zoo humain’) op de expo is onthutsend en verbijsterend. Een weetje is dat Patrice Lumumba op de Expo bedrijvig was als persfotograaf.
Het hoofdstuk over Elsene — de gemeente die ik zelf het beste ken omdat ik er tien jaar heb gewoond, meer bepaald in de Matongé — focust op de Europese wijk en de instellingen van de EU, ‘het meest succesvolle politiek-utopische project van de twintigste eeuw’. Verbeken behandelt founding father Robert Schuman, de sloopwerken om de Europawijk te kunnen bouwen, het Hortapaviljoen in het Jubelpark en een van de markantste plekken in Brussel, het Museum Antoine Wiertz. Europacorrespondent voor NRC Handelsblad, Caroline de Gruyter geeft als expat haar boeiende kijk op Brussel, net als docent Europees recht Luuk van Middelaar. Jammer dat Verbeken niet even stopte in de Jean-Felix Hap tuin, een betoverende groene long in de Europese wijk, of bij Maison Antoine, het legendarische friethuis op het Jourdanplein. Misschien zat er in een bezoek aan het geboortehuis van actrice Audrey Hepburn ook wel een mooi verhaal?
Het volgende hoofdstuk, ‘In de Apenhoofdstad’, gaat over de markante Brussel-passage van Charles Baudelaire. Brussel — ‘een hoofdstad voor de grap’ — werd ‘zijn afdaling, zijn ondergang, zijn dood.’ Baudelaire, de vleesgeworden bruxellofobie én de geestelijke vader van het flaneren, schreef zijn afkeer voor de Belgische hoofdstad neer in het virulente schotschrift Pauvre Belgique: terwijl syfillis zijn lichaam sloopte, werd hij de grootste Brusselhater uit de geschiedenis. Hoewel Baudelaire-kenners weinig nieuws zullen leren, demonstreert Verbeken hier zijn grote vertelkracht met een straf stuk literatuurgeschiedenis, dat start in het centrum en eindigt in het Ukkelse café Au Vieux Spijtigen Duivel waar Baudelaire-vertaler Rokus Hofstede zijn opwachting doet. Uiteindelijk zou Brussel Baudelaire evenzeer ‘vergeten’ als Marx: nergens is er een spoor van zijn verblijf in de hoofdstad. Hoewel, in 2017 liep er in het Broodhuis een tentoonstelling over de ultieme poète maudit.
Wat frappeert, bijblijft of ontroert
Het Baudelaire-hoofdstuk maakt de lezer benieuwd wat Verbeken had kunnen maken van het verhaal van twee andere coryfeeën van de Franse literatuur, Arthur Rimbaud en Paul Verlaine, die net als de auteur van Les fleurs du mal duistere tijden meemaakten in Brussel. Zo komen er nog zaken voor de geest waarvan de Brusselkenner of -liefhebber zich zal afvragen waarom ze niet aan bod komen in Brutopia, maar de auteur wil een persoonlijk verhaal vertellen, het utopische Brussel tonen. Hij diende zich bijgevolg te beperken. Hij streeft geen volledigheid na, noch wil hij een reisgids samenstellen. Nee, hij schrijft over wat hem frappeert, bijblijft of ontroert. Een mooi voorbeeld is het vijfde hoofdstuk waarin Verbeken een hallucinant beeld optrekt van de Noordwijk. In zijn ballade door de Quartier Nord — ‘een desolaat, maar intens fascinerend niemandsland’ — laat hij zien hoezeer Brussel voor hem bij uitstek ‘de verhevigde versie van België’ is: ‘Veel ongerijmdheden die het land samenhouden komen samen in dit verhaal: charlatanerie, ritselarij, geschipper en zelfoverschatting die flirt met zelfverachting.’
In hoofdstuk 6 begeeft Verbeken zich in de Kanaalzone en Molenbeek. Hij probeert te achterhalen waar de oorsprong ligt van Molenbeeks omwenteling van ‘continental Manchester’ tot ‘jihadi capital’. Een mogelijke verklaring is misschien te zoeken bij het inferno van de Innovation in 1967:
Na de brand in de Brusselse Inno in 1967 waarbij 323 bezoekers omkwamen, bood de Saudische koning Faysal financiële hulp aan de slachtoffers. Geroerd door dit genereuze gebaar schonk koning Boudewijn de Saudi’s het Oosters Paviljoen dat gebouwd werd in het Jubelpark voor de Wereldtentoonstelling van 1897. In het gebouw kwam de Grote Moskee van Brussel, met plaats voor vierduizend gelovigen, annex een islamitische school. […] Veel Marokkaanse moslims kwamen op die manier onder invloed van een strikt puriteinse islam. Vandaag beleeft het salafisme een ongekende bloei en heeft het de mainstream soennitische islam veranderd.
Een van de sterkhouders van de Molenbeekse industrie was de ijzergieterij Compagnie des Bronzes de Bruxelles, producent van veel patriottische monumenten, zoals Manneken Pis. Om onverklaarbare redenen noemt Verbeken ook ‘Brabo op de Antwerpse Groenplaats’, maar dit monument staat al lang iets verder, op de Grote Markt. Interessant is hoe Verbeken steeds het groter plaatje schetst, in een poging een urbanistisch overzicht te bewaren:
In Brussel woont tien procent van de Belgen op nauwelijks een half procent van het territorium. De helft daarvan zit samengepakt in een van de ongeveer driehonderd achtergestelde buurten zoals Oud-Molenbeek. De geografie van de stad, gebouwd op zeven heuvels, spiegelt al eeuwen de sociale situatie. Nog altijd leven de armen in de lager gelegen stadsdelen.
Het gesprek met jihaddeskundige en radicaliseringsexpert Montasser AlDe’emeh is evenzeer revelerend. Segregatie is en blijft een kernwoord, ook van Vlaamse kant bekeken. De gemiddelde Vlaming begrijpt de gemiddelde Brusselaar niet, laat staan de gemiddelde moslim:
Vlamingen houden niet van Brussel. Een understatement. De stad is het symbool van het perfide, Franstalige Belgische establishment dat generaties Vlamingen onder de knoet hield en hun taal miskende. Dat gebeurde nergens op brutere wijze dan in Brussel zelf. En hoe meer de stad zich sinds de jaren zestig ontwikkelde tot een multiculturele metropool van 183 nationaliteiten, hoe meer de belgo-belges van de stad vervreemd raakten, inclusief de Brusselaars zelf.
Niets vergaat, niets blijft
Hoofdstuk 7 gaat over de onvermoeibare Paul Otlet en zijn Mundaneum, een utopische bibliograaf die de wereldvrede tot stand wilde brengen door het delen van kennis. In dit onwaarschijnlijke verhaal toont Verbeken zich nog maar eens van zijn beste kant: gepassioneerd, helder, gezwind. Een volgende wandeling brengt de auteur tot in Anderlecht en het centrum, waarrond na de Eerste Wereldoorlog in de vorm van een cirkel maar liefst 20 zogenaamde cités jardins of sociale tuinwijken werden gebouwd om de schrijnende woningnood te lenigen. In die tijd was ‘het volksverheffende socialisme’ de religie van veel Brusselaars. De socialisten hadden zelf hun eigen ‘kathedraal van licht’, het Volkshuis ontworpen door sterarchitect Victor Horta. Dat dit architectonisch hoogstandje in 1965 werd gesloopt om de Zaveltoren, een wolkenkrabber van 26 verdiepingen, te kunnen plaatsen, is samen met de drooglegging van de Zenne, een van de grootste schandvlekken op het blazoen van de Brusselse stedelijke ontwikkeling en ruimtelijke ordening.
In ’Een roerig bos’, het voorlaatste hoofdstuk van Brutopia, krijgt een ander soort lichtkathedraal alle aandacht: het grootse Zoniënwoud, een oerbos van eeuwenoude beuken waar grootheden als Jan van Ruusbroec en Hugo van der Goes hun heil vonden. Verbeken neemt de lezer mee naar een plek die weinig Brusselaars of Belgen kennen: een merkwaardige clairière tussen de beuken onthult 32 berken in een cirkel. Landschapsarchitect Bas Smets ontwierp dit openluchtmonument ter nagedachtenis van de 32 slachtoffers van de aanslagen op 22 maart 2016. Een ander boeiend verhaal dat in het bos tot rijping kwam, is dat van de anarcho-communistische kolonie ‘L’Expérience’ die zich in 1905 in het Zoniënwoud vestigde om een nieuwe Ideale Maatschappij in het leven te roepen.
In het slothoofdstuk hopt Verbeken op de trein en snijdt een favoriet thema aan: de ijzeren weg. Na de eerste rit op het Europese continent op 5 mei 1835 aan de Brusselse Groendreef begon de Belgische spoordroom. In enkele decennia bouwde België het dichtste spoorwegennet van de wereld. En toch was er een ernstig hiaat, een cruciale missing link: Spoorlijn 0, de verbinding tussen het Brusselse Noord‑ en Zuidstation. De gevolgen van dit gigantisch bouwproject zijn tot op vandaag voelbaar:
Het werd het langst aanslepende bouwproject in de Brusselse geschiedenis dwars door mythische volksbuurten als de Putterij en de Marollen. Nog altijd is de spoortunnel een litteken in de stad. En langs het traject liggen veel gebroken dromen. De stations op Spoorlijn 0 (of de Jonction, zoals Brusselaars zeggen) zijn schuilplekken voor daklozen, asielzoekers en migranten op weg naar Engeland.
De kaalslag die nodig was om de verbinding te maken baarde daarentegen wel een meesterwerk van de Vlaamse literatuur, Louis-Paul Boons Vergeten straat. De getuigenissen die Verbeken sprokkelt aan het Noordstation, ‘een dagasiel voor Oost-Afrikaanse transmigranten’, gaan door merg en been. Tussendoor krijgt de lezer nog de geschiedenis mee van ‘Horta’s spoorkathedraal’, Brussel Centraal. Beschermheilige Sint-Michaël sluit Brutopia af met een uitgeleide, ‘dan zwijg ik weer als het graf, voor minstens vijfhonderd jaar.’ Veranderlijkheid en onbestendigheid maken voor hem het wezen van de stad uit: ‘Daar komt de Nieuwe Wereld. Hij is er al. Alles stroomt. Niets vergaat. Niets blijft.’ Maar er is één standvastig ijkpunt, weinig Brusselaars kennen het. De Brusselse meridiaan is samen met Sint-Michaël op z’n toren een van de weinige symbolen van standvastigheid:
’s Middags, als de zon op haar hoogste punt staat, vallen de stralen recht door een oculus in het brandraam van de naar mij genoemde kathedraal tegenover het Centraal Station. Ze maken een vlek van licht op de kerkvloer, precies op de plek waar een streep van messing in de vloertegels begint.
Verbeken sluit Brutopia af met een bibliografie. Geen saaie lijst, maar een poging om de indrukken, invloeden en leeservaringen die zijn Brussel-beeld bepaalden, gestalte te geven. Zo somt hij enkele auteurs op die Brussel als decor of zelfs als personage gebruikten in hun boeken: in de eerste plaats de vroege Boon, maar ook Jeroen Brouwers, Willem Frederik Hermans, Herman Teirlinck, Willem Elsschot, Benno Barnard, Kamiel Vanhole of Eric de Kuyper, om er maar een paar te noemen, lieten Verbekens Brusselse gemoed vollopen. Naast deze ‘schaduwbibliotheek’ geeft Verbeken per hoofdstuk de boeken mee die hij als bron gebruikte en hem inspireerden. In die laatste categorie zitten — hoe kan het anders — enkele onvermijdelijke Brussel-klassiekers zoals onder andere Arm Brussel (1992) van Geert van Istendael, De eeuw van Brussel (2013) van Eric Min of Een gehucht in een moeras (2017) van de Brusselse Ahasverus Marc Didden. Brutopia kan vanaf heden prompt en rechtmatig bij dit selecte rijtje incontournables worden gerekend. Wie Brussel beter en van een andere, ‘vergeten’ zijde wil leren kennen, laat zich best door deze ongenaakbare brutopist op sleeptouw nemen.
Verschenen op: Mappalibri, mei 2019
Brutopia, de dromen van Brussel van Pascal Verbeken, De Bezige Bij 2019, ISBN 9789403144306, 336 pp.
0 notes
Text
Rechtbank: Persfotograaf ten onrechte geweigerd tijdens Koningsdag in <b>Groningen</b>
De gemeente Groningen heeft vorig jaar op Koningsdag ten onrechte een royalty-fotograaf uit Den Haag geweigerd tijdens het bezoek van het ... meer https://www.google.com/url?rct=j&sa=t&url=https://gezinsbode.nl/artikel/1032978/rechtbank-persfotograaf-ten-onrechte-geweigerd-tijdens-koningsdag-in-groningen.html&ct=ga&cd=CAIyGzdiZTM2OTAwNTFkODk0MDk6bmw6bmw6Tkw6Ug&usg=AFQjCNEhGTtb1wx_GUMZMrr033jjfUS46g
0 notes