#kon van brussel
Explore tagged Tumblr posts
Link
1.
Aurélia Steiner, quella che abita a Brussel,
non è quella donna estremamente colta di Namur o Oostende,
quando va al mare, che ha ancora due passioni:
se faire mousser le créateur provando uno skinny jeans
e poi con lo stesso fare la musardine
fino a ritornare dall’esilio della notte,
dall’inverso del mondo
Aurélia Steengroot
elle traverse Brussel,
e quando c’è il poeta saraceno
girano attorno all’Albertine
che è la Biblioteca Reale
senza accedervi mai
per via del permesso
fin tanto che, stanchi,
se ne vanno al Park van Brussel
di metri 450x320 ed ettari 13
di superficie, è l’antico terreno di caccia
dei duchi di Brabante,
tagliato da grandi viali
che formano prospettive
ampliate dal passo di Aurélia Steengroot
toujours cette magreur de la jeunesse,
il suo modo di camminare dentro
a quei jeans a fior di culo,
il suo kon fiammingo,
che in quanti vorrebbero avere
il permesso reale di toccarglielo
con calma, da assorbire prima
di intraprendere la marcia
attraverso la città
#v.s.gaudio#aurélia steiner#aurélia steengroot#brussel#uh magazine#fiammingo#fitting room#kon van brussel#kut-.archetype#tergolateral#vreugde#oggetti d'amore
1 note
·
View note
Text
RVDJ Klacht indienen Raad voor de Journalistiek
Laten we dieper duiken in het avontuurlijke proces van een klacht indienen bij de Raad voor de Journalistiek (RVDJ). Een reis die ik aanging met de naïeve hoop dat mijn stem gehoord zou worden, gewapend met niets meer dan een klacht en een gezonde dosis zelfspot.
Het begon allemaal toen ik op de website van de RVDJ belandde. De website straalt een soort statigheid uit die je ook zou verwachten bij een gerechtshof, met het enige verschil dat hier geen rechters in toga's rondlopen, maar journalisten met een koffieverslaving en een pen als zwaard. De informatie was zo formeel dat ik half verwachtte dat mijn computerscherm me een hand zou geven.
Na enig speurwerk vond ik het online klachtenformulier. Dit was geen gewoon formulier. Nee, het leek eerder op een sollicitatie voor een geheime dienst. Elke vraag was een potentiële valstrik: "Beschrijf de inhoud van uw klacht." Simpel genoeg, toch? Maar elke zin moest zorgvuldig gewogen worden, alsof je probeert niet te struikelen over je eigen woorden bij een diner met je schoonouders.
Na het invullen en verzenden van het formulier begon het wachten. Dagen verstreken zonder een woord. Het was als wachten op een reactie na een eerste date – elke keer dat mijn e-mail pingde, sprong mijn hart op, alleen om weer te zakken toen het slechts spam bleek te zijn. De RVDJ is net zo snel met reageren als een tiener die zijn huiswerk moet inleveren.
Toen uiteindelijk de dag kwam dat ik een reactie kreeg, voelde het als een anti-climax. De brief was zo vol vakjargon en omfloerste taal dat het leek alsof ze probeerden Shakespeare na te doen, maar dan minder begrijpelijk. Ze hadden mijn klacht "in overweging genomen" en zouden "in lijn met de principes van zelfregulering" handelen. Dat klonk bemoedigend, tot je je realiseert dat zelfregulering in de journalistiek vaak voelt als een slager die zijn eigen vlees keurt.
De zitting aan de Wetstraat 155 te 1040 Brussel zelf was een ander verhaal. Ik werd verwelkomd in een kamer die de sfeer had van een uit de hand gelopen boekenclub. Daar zaten ze dan: de raadsleden, allemaal met een ernstige blik, alsof ze de wereldproblemen gingen oplossen, maar in werkelijkheid enkel besloten over een klacht tegen een van hun eigen. Het was duidelijk dat dit een clubje was waar iedereen elkaar kende, en ik was de nieuweling die het waagde hun harmonie te verstoren.
De discussie die volgde was zowel komisch als ontnuchterend. Argumenten werden heen en weer geslingerd met de gratie van een olifant in een porseleinkast. Mijn klacht werd behandeld, maar met de zachtheid van een houthakker die een bonsaiboom snoeit. Het was duidelijk: ik was een outsider die het feestje had gecrasht.
Toch, ondanks de voorspelbare uitkomst, was de hele ervaring leerzaam. Het leerde me dat zelfs in de wereld van journalistieke zelfregulering, waar alles zo serieus lijkt, er ruimte is voor een beetje humor - al is het maar omdat je anders wel moet huilen. Dus, als je ooit een klacht wilt indienen bij de RVDJ, onthoud dan: neem het met een korreltje zout, een goede dosis zelfspot en veel verdraagzaamheid.
Na de surrealistische belevenis van de zitting, waarbij iedereen elkaar net iets te goed kende, kwam het verdict: mijn klacht werd ongegrond verklaard. En hoe! De afwijzing was verpakt in een zoveelste formele brief, het soort waarbij je drie keer moet lezen om te begrijpen dat ze eigenlijk gewoon "nee" zeggen.
De brief was een meesterwerk van non-informatie. Ze gebruikten zoveel woorden om te zeggen dat er eigenlijk niets aan de hand was, dat ik bijna respect kreeg voor hun vermogen om helemaal niets te zeggen met heel veel woorden. Het was alsof ze een cursus 'Hoe omzeil ik een punt?' met glans hadden doorlopen. De kern van de afwijzing was dat de journalistieke vrijheden breed moesten worden geïnterpreteerd en mijn klacht viel niet binnen hun nauw gedefinieerde grenzen van misstappen.
Ik kon het bijna horen, het collectieve zuchten van opluchting van de raad, toen ze zonder blikken of blozen mijn klacht naar het rijk der fabelen verwezen. De redenering was zo dicht geweven met jargon dat het leek alsof ze een nieuwe taal hadden uitgevonden, speciaal voor deze gelegenheid. De woorden 'journalistieke integriteit' en 'redactionele vrijheid' dansten door de brief als ballerina's die pirouettes uitvoeren, elegant maar ongrijpbaar.
Het moment dat ik de brief las, voelde ik een mix van teleurstelling en amusement. Teleurstelling omdat de journalistieke gerechtigheid, zo leek het, was verworden tot een klucht. Amusement omdat de situatie zo absurd was dat het bijna lachwekkend werd. Ze hadden net zo goed kunnen schrijven: "Beste indiener, bedankt voor uw deelname aan onze jaarlijkse 'Laat ons pretenderen dat we objectief zijn'-show."
Dus daar stond ik dan, met een ongegronde klacht, een verhaal rijker en een illusie armer. Het voelde alsof ik een hoofdrol had gespeeld in een slecht geschreven sitcom over de journalistiek. Maar zoals bij elk goed verhaal, was er een moraal: neem de dingen niet te serieus, vooral niet de instanties die zichzelf veel te serieus nemen.
Met hernieuwde energie en een vleugje cynisme besloot ik mijn ervaringen te delen. Misschien niet via een klachtenraad die overduidelijk zijn eigen leden beschermt, maar via het krachtigste wapen dat ik bezit: het Internet. Want als de Internet machtiger is dan het zwaard, dan is satire de atoombom. En ik was klaar om een flinke lading humoristische waarheid af te vuren op iedereen die dacht dat ze boven de wet stonden. Want aan het einde van de dag, als je niet kunt lachen om de absurditeit van het leven, wat blijft er dan nog over?
Na mijn ervaring met de afwijzing van mijn klacht, werd het me steeds duidelijker dat de Raad voor de Journalistiek (RVDJ) eigenlijk niet meer was dan een zelfbeschermend clubje, waar beslissingen worden gemaakt door journalisten, voor journalisten. Het voelde als een geheim genootschap waar de leden elkaars ruggen krabben onder het mom van journalistieke integriteit.
Wat is eigenlijk de zin van een 'onafhankelijke' raad als die voornamelijk bestaat uit mensen die uit dezelfde vijver vissen? Het leek wel een studentenvereniging waar de leden elkaar moeten beoordelen—natuurlijk zullen ze zeggen dat de feestjes fantastisch zijn, zelfs als de buren klagen over het lawaai.
#rvdj#Raad voor de Journalistiek#rdvj klacht#Raad voor de Journalistiek klachten#rvdj klacht#journalist
0 notes
Text
Global Journey Tomorrowland
Ook deze keer mochten we méér dan 4000 gasten met méér dan 200 nationaliteiten fotograferen. Deze keer was dat op de Grote Markt van Brussel. Elke foto genereerde een stickertje met qrcode om in het global journey paspoort te kleven. Een foto die meteen kon worden gedownload en 'en masse' gedeeld werd op sociale media. (foto met permissie) #tomorrowland #globaljourney #belgianjourney #tothepointevents Read the full article
0 notes
Text
Einzelgängers deel 2: Een ander soort liefde: Hoofdstuk 1
Mijn hart bonst zoals ik nog maar zelden heb meegemaakt. Ik voel het zweet in mijn handpalmen en mijn t-shirt plakt aan mijn rug. Het is inmiddels begin november, maar de nazomer is volhardend en lijkt vooralsnog geen vertrekplannen te hebben. Door de zenuwen kon ik niet langer thuis zitten wachten en ik besloot dan maar om naar het treinstation te stappen via een omweg door het park - weinig dingen die de zenuwen zo weten te bedaren dan een wandeling door een van mijn favoriete plekken van de stad. Doordat het de laatste weken amper gewaaid heeft, pronken de bomen nog steeds met hun kleurrijke bladerpracht; de gele, oranje en rode bladeren zijn het enige dat verraadt dat de winter in aantocht is.
Maar ik ben nog steeds een kwartier te vroeg en ijsbeer onrustig op het perron terwijl ik om me heen kijk, naar de andere reizigers: mannen, vrouwen, kinderen, klein, groot, blond golvend haar, of kaal met hier en daar nog een verloren haartje, maar allemaal nemen ze de trein, allemaal hebben ze een bestemming, allemaal zijn het reizigers. En als we in het verleden meer hadden gekeken naar de dingen die ons verbinden dan naar de dingen die ons verdelen, denk ik dat we van de wereld een wondermooie plek hadden kunnen maken.
Aan de andere kant van de sporen, op perron vijf, staat Gekke Gilbert. Zoals elke middag zit hij op een bankje te staren naar de treinen die arriveren en vertrekken. Zoals elke middag heeft hij een boeket rozen bij zich, en zoals elke keer dat ik hem zie word ik droevig bij de aanblik van deze oude man die er na al die jaren nog steeds niet in geslaagd is zijn verdriet te verwerken.
De trein met bestemming Brussel-Charleroi van 13 uur 29 komt zodadelijk aan spoor vier. Deze trein stopt in…
Als mijn hart nog harder zou kunnen bonzen, dan had het dat nu gedaan en was het uit mijn borst gesprongen. De trein nadert het station alsof het alle tijd van de wereld heeft, alsof het mijn geduld nog meer op de proef wil stellen. Maar dan staat ze stil en gaan de deuren open.
Een meisje van een jaar of zes met albinisme wordt door haar moeder van de trein geholpen. Een tienerjongen met hoofdtelefoon en wijde jeansbroek springt behendig op het perron. Een hoogbejaard koppel heeft moeite met het trapje. Ik zie een groepje meisjes, druk en vrolijk met elkaar aan het praten, maar zij zit er niet tussen. Een joodse man met zijn twee zonen. Nog een tienerjongen; hij draagt een ouderwets hemd en een bril die hem er ouder doen uitzien dan hij in werkelijkheid moet zijn.
Dan hoor ik snelle voetstappen mijn richting uit komen, en net als ik me naar rechts omdraai, springt ze in mijn armen, met zulke snelheid dat ik bijna achterover val. Ik druk haar tegen me aan en adem diep in langs mijn neus en daar is het: de geur van de maan, en god wat heb ik die geur gemist.
‘Zie je nou wel,’ zegt Luna met haar prachtig Noord-Hollands accent wanneer ze me loslaat, ‘gewoon vertrouwen hebben in het universum en dan komt alles goed!’ Ze lacht breed, haar ogen fonkelen.
Ik betwijfel nog steeds of het universum er ook maar iets mee te maken heeft dat Luna en ik op dit moment op een zomerse herfstdag op een perron staan in een stad die maar weinig te bieden heeft, maar ik besluit het spel mee te spelen want wat maakt het ook uit, ze is er, hier, mijn maanmeisje. Ze ziet er opmerkelijk anders uit dan toen ik haar voor het eerst zag, twee maanden geleden. Haar zwarte kledij heeft ze ingeruild voor een witte jurk en jeansvest, en in plaats van plateau schoenen draagt ze lichtblauwe sneakers. Ook is haar haar nu korter - het komt net tot aan haar schouders. Ze draagt nog steeds een neuspiercing die nog steeds niet bij haar past.
‘Je had helemaal gelijk, Luna, mijn verontschuldigingen,’ - ik leg mijn rechterhand op mijn borst - ‘ik had het universum nooit in vraag mogen stellen. Je ziet er goed uit, trouwens. Leuk wat je met je haar gedaan hebt.’
‘Oh, dit?’ Ze draait gespeeld verlegen een haarlokje om haar vinger. ‘Ja ik dacht dus, Luna, je bent alweer een jaartje ouder, misschien moet je eens iets nieuws proberen, et voilà!’ Ze gaat van trots even op haar tenen staan.
‘Staat je goed,’ zeg ik gemeend. ‘O voor ik het vergeet… hier is je identiteitskaart terug.’
‘Juist, dank je!’ Ze neemt hem aan en stopt hem haastig in haar portefeuille. ‘Zullen we nu wat gaan drinken? Het was snikheet in die trein, ik kom haast om van de dorst.’
‘Jezus,’ zegt Luna wanneer we via de trap de stationshal betreden, ‘ik was vergeten hoe middeleeuws dit treinstation is.’
0 notes
Text
Guy Verhofstadt: 'Het kan: de mensen overtuigen van iets wat hen pijn doet'
Dit interview verscheen op zaterdag 1 juni in Zeno, de weekendbijlage van De Morgen.
Maandag begint ex-premier Guy Verhofstadt (71) aan zijn laatste werkweek als Europees parlementslid. Daarmee valt het doek over een lange politieke carrière. Al ziet Verhofstadt zelf dat enigszins anders. "Pensioen? Welk pensioen?"
Brussel, de Belliardstraat. Guy Verhofstadt wandelt restaurant Gioia binnen zoals hij tegenwoordig ook naar het spreekgestoelte in het Europees parlement stapt: met het hoofd lichtjes naar beneden gebogen. Misschien is de knik in de hals het gevolg van een leven lang in veel te lage microfoons praten. Of misschien is zijn lichaam nog aan het herstellen van het fietsongeval dat hij in maart had. In de Gentse binnenstad gleed zijn fietswiel in een tramspoor, waarna de zwaartekracht hem naar het asfalt sommeerde en hij zijn rug brak. Zoals de bouwvakker de vallende baksteen vreest, beeft de fietser voor het verdoken tramspoor.
We zitten aan de tafel die me een kwartier eerder door de ober was aangewezen als 'la table de monsieur Verhofstadt'. Wanneer ik vroeg of er ook een wat rustiger tafel vrij was, herhaalde hij die woorden nog eens: 'Ceci est la table de monsieur Verhofstadt.' Ik sprak mijn bandopnemer moed in en gehoorzaamde.
Guy Verhofstadt staat bekend als een ongeduldig man: ik ga er van uit dat hij me al tijdens het aperitivo zal meedelen dat hij er na de antipasti vandoor moet. Maar als de ober de bestelling komt opnemen, wordt duidelijk dat de voormalige premier vandaag tijd heeft. Hij laat carpaccio's van zeebaars en risotto's al limone aanrukken en vraagt om een fles Meone uit 2019: zijn eigen wijn, vernoemd naar zijn Italiaanse landgoed op de Poggio Meone, in Monte Santa Maria Tiberina, daar waar Umbrië en Toscane elkaar kussen.
Slechts zeven maanden heb ik op deze bijeenkomst met journalistiek oogmerk moeten aandringen. Ik vraag Guy Verhofstadt wat hij zo vreselijk vindt aan interviews geven. "Niks", zegt hij. "Maar als je 71 bent, en al een halve eeuw aan politiek doet, hoef je niet meer zo nodig elke dag in de krant te staan."
Hij zal na de Europese verkiezingen geen politiek mandaat meer opnemen. En toch mag ik ons gesprek geen afscheidsinterview noemen. "Ik ben eind vorig jaar voorzitter geworden van de Europese Beweging, de organisatie die ijvert voor een federaal Europa. En ik ben een lijvig boek aan het schrijven over de toekomst van de politiek. Het einde van mijn loopbaan is nog ver weg. Waarom zou ik dan al afscheidsinterviews geven?"
Laatste verkiezingen Guy Verhofstadt stond voor het eerst op een kieslijst op 10 oktober 1976: voor de toenmalige PVV behaalde hij meteen een zitje in de Gentse gemeenteraad. In de decennia die volgden, kon hij op zijn cv de ene politieke topfunctie na de andere bijschrijven. Hij was onder meer volksvertegenwoordiger, partijvoorzitter, minister van Begroting en Wetenschapsbeleid, eerste minister, Europees parlementslid en fractie-leider van de de Europese liberalen.
Als premier had hij zowel bewonderaars als criticasters. Voor de eersten was hij de man die ons land onttsjeefde en het vertikte om aan het handje van de massavernietigingswapens verzinnende George W. Bush te lopen, voor de laatsten de man die socialistische hielen moest likken om eerste minister te kunnen blijven en zo de openbare financiën deed ontsporen.
In 2014 werd Verhofstadt op zijn verkiezingsaffiches geflankeerd door de slogan 'Als hij praat, luistert Europa': een slagzin die bewees dat er een dunne lijn loopt tussen zelfpromotie en zelfverheerlijking, maar tegelijkertijd niet geheel onwaar was. Guy Verhofstadt bouwde in Europa een ijzersterke reputatie op: zijn bevlogen toespraken in het Europese halfrond gingen niet zelden viraal, de Financial Times noemde hem ooit 'een instituut op zichzelf'.
Vandaag, tien jaar later, heeft hij de eerste plaats op de kieslijst ingeruild voor de laatste. Hij is lijstduwer bij de opvolgers, een plek die zo hard 'negeer mij' schreeuwt dat ik hem vraag of hij de voorbije weken wel in campagnemodus was.
"Ik zal niet ontkennen dat je als laatste opvolger minder fanatiek campagne voert dan als lijsttrekker. Vroeger kon ik mij enorm opwinden als mijn verkiezingspanelen niet stonden waar ze volgens mij hoorden te staan. (lacht) Dat is nu niet meer het geval. Maar uiteraard is ook deze campagne bijzonder. Verkiezingen zijn tot nader order de hoogmis van de democratie."
In De Afspraak beweerde hij dat Open VLD weleens de verrassing van de stembusgang zou kunnen worden. Ik zeg dat ik die uitspraak zélf al een verrassing vond: de Vlaamse liberalen verwardren hun personeelsleden de voorbije jaren geregeld met jongleerballen, Open VLD staat in de peilingen steevast op een degradatieplaats.
"Ik heb er in De Afspraak niet bij gezegd of we in positieve dan wel negatieve zin gaan verrassen, nietwaar? (lacht) We zullen wel zien. Zelf probeer ik tijdens de campagne zoveel mogelijk over Europa te praten. De kiezers staan voor een belangrijke keuze. Willen ze een Europa van de natiestaten, dat alleen maar méér verdeeld zal zijn, of een federaal Europa, dat technologisch kan concurreren met Amerika, economisch met China en militair met Rusland?"
Dat de Europese verkiezingen zelfs in tijden van grote geopolitieke onrust niet tot geanimeerde cafégesprekken leiden, wijt Verhofstadt aan het feit dat er straks ook Vlaamse en federale verkiezingen plaatsvinden. "Mochten er enkel Europese verkiezingen zijn, zou er veel meer over Europa gedebatteerd worden. Eigenlijk zou er een wet moeten komen die bepaalt dat nationale en Europese verkiezingen nooit mogen samenvallen. Nu denken politici: laten we ze maar tegelijkertijd organiseren, dan moeten we de mensen minder vaak lastigvallen. Maar verkiezingen organiseren, is niet hetzelfde als mensen lastigvallen. Het is hen de kans geven om mee te beslissen over hun toekomst, verdorie."
De handen van Kohl en Mitterand De Gioia-gasten kijken even aan welke tafel het stemvolume zonet de hoogte is ingegaan. Ze zien wat ook ik zie: dat de voluntarist in Guy Verhofstadt zelfs in de nazomer van zijn carrière geen tekenen van vermoeidheid vertoont. Wanneer hij voor de zoveelste keer in zijn politieke leven uitlegt waarom het Europese beslissingsniveau het belangrijkste van allemaal is, klinkt het alsof hij het voor de eerste keer zegt.
"Tijdens de nationale verkiezingsdebatten gaat het vaak over welk percentage van onze defensie-uitgaven naar de Navo moet gaan. De ene partij zegt 2%, de andere 1,8%, nog een andere 2,2%. Maar die discussie is totaal naast de kwestie: welk percentage het ook wordt, het geld zal even hard verspild worden als nu. De lidstaten van de Europese Unie geven vandaag al bijna driehonderd miljard aan defensie uit. Dat is drie keer zoveel als de Russen. En toch zijn we militair tot niks in staat. Omdat we honderddertig verschillende wapensystemen hebben, omdat we belangrijke militaire beslissingen alleen bij unanimiteit kunnen nemen, omdat we met andere woorden compleet machteloos zijn. Alleen als Europa eindelijk een Europees leger krijgt, zal het zichzelf weer kunnen verdedigen."
"De founding fathers van de Europese Unie hadden al in de jaren vijftig plannen voor een Europese defensiemacht. Er zouden 42 divisies zijn, 400.000 soldaten, 2.000 vliegtuigen en 12.000 tanks. En dat zijn dan nog cijfers uit de jaren stillekes. Je moet je eens inbeelden dat we in februari 2022 een Europees leger gehad zouden hebben. Ik durf te beweren dat Rusland Oekraïne dan niét was binnengevallen. Omdat de afschrikking veel groter was geweest. Vandaag ís er geen afschrikking. Enkel verdeeldheid."
De coronapandemie en de oorlog in Oekraïne waren voor de pleitbezorgers van een verstrengeld Europa nuttige tragedies. Om de financiële gevolgen van de covidcrisis op te vangen, schreef de Europese commissie voor het eerst in zijn bestaan Europese staatsobligaties uit. En in de eerste maanden na de Russische invasie van Oekraïne toonde Europa zich eensgezinder dan zelfs Jacques Delors voor mogelijk had gehouden. Alleen viel de integratiemachine daarna weer helemaal stil. Heeft Guy Verhofstadt wel voldoende uit zijn Europese carrière gehaald? Oogt het bilan na vijftien jaar niet te mager?
"Er had meer moeten gebeuren, dat staat vast. Europa holt van crisis naar crisis. Telkens als er een noodsituatie is, zetten we een klein stapje vooruit. Maar we maken nooit een quantumsprong. Het probleem situeert zich niet bij de anti-Europeanen, die zijn nog altijd in de minderheid, maar bij de pro-Europeanen zelf: ze zijn veel te soft, zowel in hun analyses als in hun voorstellen. Het is nauwelijks te geloven dat Commissievoorzitter Ursula von der Leyen in volle oorlogstijd nog altijd niet met een doortimmerd plan voor een Europese defensiemacht op de proppen is gekomen."
Na een carrière van vijftig jaar, zegt hij, kan hij niet anders dan vaststellen dat in de politiek alles, of toch veel, afhangt van de gedrevenheid van mensen. "We hebben de neiging om alle heil van 'het systeem' of 'het instituut' te verwachten. Maar zonder Nelson Mandela was de apartheid nooit afgeschaft. En zonder Jacques Delors stond de Europese Unie nog altijd in haar kinderschoenen. Toen Delors eind vorig jaar overleed, werden zijn verwezenlijkingen opgesomd: de eengemaakte markt, de invoering van de euro, de opheffing van de grenscontroles binnen Europa, het Europese mobiliteitsprogramma voor studenten… Ik vroeg me af: wat hebben al die andere Commissievoorzitters in feite gedaan? Is er na Delors ook nog iets gebeurd?"
De vraag stellen is ze beantwoorden, denkt hij, en hij stoomt stevig door. "Er is vandaag een hemeltergend gebrek aan passie in de politiek. In 1984 hielden François Mitterand en Helmut Kohl tijdens een WO I-herdenking minutenlang elkaars hand vast. Een iconisch, ontroerend gebaar waarmee ze het belang van Europese integratie beklemtoonden. Zo'n taferelen zie je tegenwoordig niet meer. Emmanuel Macron had met zijn visionaire pleidooi voor Europese soevereiniteit alles om een groot staatsman te worden. Maar zelfs bij hem is de glans er af."
Ooit noemde hij optimisme een politieke plicht. Heeft zijn vooruitgangsgeloof hem verlaten? "Nee. Ik ben er nog altijd van overtuigd dat we onze beschaving naar nieuwe hoogten kunnen tillen. Maar ik zie ook de donkere wolken die zich boven ons samenpakken. Steeds meer mensen beginnen te denken dat een autocratie qua bestuursvorm misschien toch te verkiezen is boven een democratie. Het is duidelijk dat we de democratie zullen moeten heruitvinden om haar te redden."
De terugkeer van de ideologie Hij veegt zijn mond af en valt even stil. Voor het eerst zie ik de man die naar eigen zeggen zelden terugblikt kortstondig ten prooi vallen aan weemoed. Maar hij herpakt zich en vraagt: 'Wat vind je van de wijn?' Ik antwoord naar waarheid, maar zonder kennis van zaken, dat ik de wijn uitstekend vind. Mijn geveinsde deskundigheid wordt me met de glimlach vergeven.
In het interval tussen voor- en hoofdgerecht serveer ik een bedenking die Noël Slangen, de voormalige communicatiestrateeg van Guy Verhofstadt, tijdens een voorbereidend gesprekje geuit had. "Guy is een uitzonderlijk politiek talent", had Slangen gezegd. "Maar hij was beter na zijn fractieleiderschap van de Europese liberalen uit Straatsburg verdwenen. Wanneer je als politicus niet langer op het hoofdpodium staat, kun je beter een ander podium opzoeken."
Het postgedateerde carrière-advies van Slangen doet Verhofstadt de wenkbrauwen fronsen. "Ik heb het fractieleiderschap destijds laten varen om de Conferentie over de Toekomst van Europa voor te zitten: een reeks debatten waarin mensen uit heel Europa hun ideeën voor een sterker Europa kwamen delen. Die conferentie heeft uitstekende voorstellen opgeleverd. Ik heb dus niet het gevoel dat ik daarmee mijn tijd verloren heb. Maar ik weet natuurlijk niet welke job Noël na het fractieleiderschap voor mij in gedachten had." (lacht)
De voorstellen van de conferentie moesten leiden tot een wijziging van de spelregels van het Europese besluitvormingsproces. Alleen, zeg ik, is dat alweer niet gebeurd. "Dat is onbegrijpelijk, ja. Straks zijn er zesendertig lidstaten. Hoe gaan we met zoveel partners nog tot besluiten komen als we de eis tot unanimiteit niet opgeven?"
Toch raadde hij het Midden-Oosten onlangs aan om een voorbeeld te nemen aan Europa. Waarom dan? "Omdat ik geloof dat enkel een unie van naties in het Midden-Oosten een uitweg kan bieden. Iedereen praat over een tweestatenoplossing, maar we hebben een meerderestatenoplossing nodig. Waar minimaal ook Jordanië en Libanon deel van uitmaken. Anders blijf je maar in die Israëlisch-Palestijnse dualiteit zitten. De goeie verstandhouding tussen Frankrijk en Duitsland is er ook maar gekomen omdat beide landen na WO II in een groter geheel werden ingebed."
Binnen een week wordt hij in Europa opgevolgd door Hilde Vautmans, de huidige lijsttrekker op de Open VLD-lijst. Vautmans lag recent onder vuur na klachten over toxisch leiderschap. Eerder werd ook Assita Kanko (N-VA) en Meryame Kitir (Vooruit) grensoverschrijdend gefoeter ten laste gelegd. Ik vraag Guy Verhofstadt of een vleugje toxiciteit in de politiek een functievereiste is.
"Ik ben zelf nog nooit beschuldigd van toxisch gedrag. Maar ik kan verbaal wel stevig uithalen. Niet om mijn collega's met de grond gelijk te maken, maar om mijn overtuiging te verdedigen. Is dat retorisch spierballengerol nodig? Elke vogel zingt zoals hij gebekt is. Maar ik ben zeker niet de enige politicus die nu en dan fulmineert. Ook Jean-Luc Dehaene, qua politicus nochtans een heel ander type dan ik, kon bij momenten flink tekeergaan. Al ging het ook bij hem altijd over de inhoud, en nooit over de persoon. Zoals het hoort."
Om Guy Verhofstadt onder de onderhandelingstafel te praten, moest je ook in de jaren tachtig al over stalen zenuwen beschikken. Toen hij minister van Begroting was, bracht zijn ideologische koppigheid toenmalig ACV-leider Jef Houthuys dermate uit zijn humeur dat Houthuys hem in een interview 'da joenk' noemde: een belediging die met het verstrijken van de jaren een geuzennaam werd. Maar ook voor de zeventiger die Verhofstadt inmiddels geworden is, zijn principes bij voorkeur niet al te week. Terwijl hij wat wijn bijschenkt, pleit hij onomwonden voor de terugkeer van de ideologie. "De politiek gaat kapot aan pragmatisme. Vandaag moet elk probleem (maakt met zijn vingers aanhalingstekens) 'pragmatisch' opgelost worden. Dat leidt bijna altijd tot halfslachtige non-oplossingen waarin geen enkel mens- of maatschappijbeeld meer te bespeuren valt. En waarmee populisten de onvrede bij de mensen nog wat verder kunnen oppoken."
"Politici hebben geen visie meer. En dat is erg, want zonder visie is er geen hoop. Vandaag denken de meeste mensen dat hun kinderen het slechter gaan hebben dan zij. Dat is toch vreselijk? Dat is toch het failliet van de politiek? Een goed politicus geeft de mensen vertrouwen. Doet hen dromen van een betere toekomst. Neemt hen mee naar een plek waar de zon schijnt. Die bezieling mis ik vandaag. Ik hoop dat er gauw weer politici zullen opstaan die ideologisch denken. Die de bakens uitzetten. De mensen willen geen bestuurders die hen napraten, ze willen politici die hen leiden."
Schuilt helaas niet in elk politicus een populist? Wie verkiezingen wil winnen, moet zich toch naar het al dan niet gesundes Volksempfinden plooien? "Niet akkoord. Het is niet omdat je verkozen moet worden dat je als een politieke windhaan met elk briesje moet meedraaien. Waar je wél voor moet zorgen, is dat je je argumentatie afstemt op je publiek. In de film 'Darkest Hour' zit er een scène waarin Winston Churchill in de Londense metro de speech gaat oefenen waarmee hij de Engelsen wil vertellen dat ze tegen nazi-Duitsland moeten gaan vechten. Hij merkt al pratend dat de Londenaren zijn standpunt ondersteunen, waarna hij in het Engelse parlement de toespraak van zijn leven gaat geven. Hadden de metrogebruikers Churchill op gejoel onthaald, was hij niet van mening veranderd. Maar hij zou zijn speech wel herschreven hebben. Je moet de mensen overtuigen met de argumenten waar ze vatbaar voor zijn. Dat is geen populisme, dat is op een slimme manier aan politiek doen. Een goed politicus voelt aan waar het met de maatschappij naartoe gaat en komt daar als eerste aan."
Ik vraag of hij zélf ooit een draagvlak heeft gecreëerd dat er nog niet was. Hij haalt de sanering van de openbare financiën aan waar hij in de jaren tachtig als minister van Begroting verantwoordelijk voor was. "Een politicus die bezuinigt, kan daar zwaar voor afgestraft worden. En toch won ik de verkiezingen die volgden op mijn strenge financiële beleid. Het kan dus: de mensen overtuigen van iets wat hen pijn doet. Als je er maar over de juiste manier over praat. Als je er maar passie in legt."
Pasta eten met een vork 'Wie is Guy Verhofstadt' in het diepste van zijn wezen?', vroeg ik in de aanloop naar onze ontmoeting aan zowel Noël Slangen als Vincent Stuer, de voormalige speechschrijver van José Manuel Barrosso en de huidige woordvoeder van Verhofstadt. Beiden verwezen naar zijn verschroeiende drive. Noël Slangen met een anecdote - "Mijn kinderen zijn nog altijd aan het bekomen van het fanatisme waarmee Guy hen leerde dat ze pasta enkel met een vork mogen eten" -, Vincent Stuer met een citaat van de gewezen Amerikaanse president Lyndon Johnson: what convinces, is conviction. "Grote politici kunnen zichzelf overtuigen en daarna - en daarmee - ook alle anderen", zei Stuer. "Guy is het prototype van zo'n politicus."
Wanneer ik de Guy in kwestie vraag of hij in het overtuigen van anderen weleens te ver is gegaan, of zijn gedrevenheid soms in drammerigheid is ontaard, antwoordt hij monkellachend: "Ik kan in gedrevenheid met de beste wil van de wereld geen gebrek ontwaren. In de politiek zijn de weerstanden enorm groot. Je kan niet gedreven genoeg zijn."
Aan Noël Slangen had ik nog een extra vraag gesteld: wat zou je het politieke beest in Guy Verhofstadt ten laste kunnen leggen? Hij had geantwoord: "Zoals alle toppolitici heeft Guy weleens mensen gebruikt."
Verhofstadt: "Dacht Noël aan zichzelf toen hij dat zei? (lacht) Ach, we gebruiken tot op zekere hoogte allemaal mensen. En als het ons goed uitkomt, laten we ons ook gebruiken. In de politiek is het zoals in het leven zelf: sommige allianties doorstaan de tand des tijds, andere niet. Met Noël heb ik, voor alle duidelijkheid, nog altijd een goed contact."
We praten over 'Het Conclaaf', het VTM-programma dat duidelijk maakt dat partij-overschrijdende vriendschappen even zeldzaam zijn geworden als extreem-rechtse politici die niet bijklussen als Chinese spionnen. Voor ik er erg in heb, beval ik van een mening: dat we van onze politici moeten eisen dat ze investeren in contacten met politieke tegenstrevers. Dat het anders ijdele hoop is om te geloven dat er in dit land ooit nog een politiek akkoord van betekenis gesloten zal worden.
Guy Verhofstadt knikt. "De Canadese politicus Michael Ignatieff zei ooit: 'Politici zien hun tegenstrevers vaak als vijanden.' Dat klopt. En het is dom. Een vijand is iemand die je wilt vernietigen. Een tegenstrever is iemand met wie je in debat gaat. Ergo: in een democratie zijn er geen vijanden, alleen tegenstrevers. Ik maak in het Europees Parlement met iedereen een praatje. Ook met Gerolf Annemans. Mijn bondgenoot zal hij nooit worden, maar mijn vijand is hij evenmin."
Aan compagnons de route heeft Guy Verhofstadt tijdens zijn carrière nooit een gebrek gehad. Al verloor hij er in de loop der jaren al veel. In 1997 stierf zijn boezem-vriend Frans Verleyen, de gewezen hoofdredacteur van Knack. Daarna moest hij afscheid nemen van schrijver Hugo Claus, PS-politicus Roger Lallemand en journalist Hugo Camps. En onlangs overleed ook Jacques Gabriëls, de voormalige Volksunie-voorzitter met wie hij in 1992 de VLD oprichtte.
"Ik heb al meer begrafenistoespraken geschreven dan mij lief is, ja. En ik vind het een lastig genre: je verdriet in woorden vangen, is ontzettend moeilijk. Maar achteraf ben ik altijd blij dat ik het toch gedaan heb. Omdat ik merk dat mijn tekst ook voor anderen iets betekend heeft. En omdat ik al schrijvend op mooie herinneringen gestuit ben. Schrijven dwingt je om in je geheugen te graven. Soms tref je daar mooie brokjes verleden aan. Souvenirs van nog nagloeiende vriendschappen. Ik heb in mijn leven altijd relatief weinig echte vrienden gehad. Maar met de mensen die je daarnet noemde, ben ik in de overtreffende trap bevriend geweest."
Heeft hij de Claus-biografie van Mark Schaevers al gelezen? "Nog niet, ze ligt thuis op me te wachten. Aangezien ik zelf een boek aan het schrijven ben, lees ik momenteel vooral boeken uit de afdeling Politiek & Maatschappij. Onlangs moest ik in Harvard gaan spreken. Ik ben met een halve bibliotheek aan nieuwe boeken thuisgekomen." (lacht)
De vervloekte asbestwet Het restaurant loopt stilaan leeg, hij bestelt nog gauw een Ramazzotti: een bitterzoete Italiaanse likeur op basis van sinaasappelschillen, engelwortel en anijs. "Zo'n Ramazzotti is een medicijn", zegt hij. "Hij helpt je je lunch te verbranden." Hopelijk helpt hij ook om mijn slotvragen te verteren, denk ik in mezelf, en ik vraag of hij nog steeds achter de asbestwet staat die hij als premier mee opstelde, en waarover Valerie Van Peel (N-VA) beweert dat hij op maat van 'bevriende asbestbedrijven' is gemaakt. Zijn bevlogenheid maakt even plaats voor 'daar gaan we weer'-gelatenheid.
"Kijk, vóór de asbestwet was er helemaal niks. De asbestslachtoffers trokken geregeld naar de rechtbank, maar kwamen keer op keer van een kale reis thuis: ze haalden nooit hun gelijk, ze kregen geen cent schadevergoeding. Daarom hebben we het asbestfonds opgericht dat, naar analogie met het toenmalige Fonds voor beroeps-ziekten (nu het Federaal Agentschap voor Beroepsrisico's, red.), de slachtoffers een financiële compensatie gaf. En ja, in ruil voor die schadevergoeding moesten ze afzien van verdere juridische stappen. Maar dat is niet hetzelfde als 'afzien van rechtvaardig-heid', zoals sommigen schrijven. Ik kan mij vergissen, maar volgens mij is het krijgen van een schadevergoeding ook een vorm van rechtvaardigheid. Nu goed, als men terug wil naar het Amerikaanse rechtssysteem - met lange, slopende processen en een hoogst onzekere uitkomst - moet men dat vooral doen. Al betwijfel ik of de asbestslachtoffers daar beter van zullen worden."
Zijn politieke erfenis werd de voorbije jaren wel vaker besmeurd. Econoom Geert Noels noemde hem 'de slechtste eerste minister die we ooit hadden', Antwerps N-VA-schepen Els Van Doesburg schreef 'dat het ganse bestaan van Guy Verhofstadt een parlementaire onderzoekscommissie verdient'. Ik vraag waarom hij zijn tegenstanders nooit van antwoord heeft gediend. "Het geschimp komt maar uit één hoek: die van de N-VA. Sta me dus toe om de uitspraken die je aanhaalt als routineuze politieke oppositie te klasseren. Als het over de zogenaamd 'ontsporende' overheidsschuld gaat, heeft de tijd mij trouwens al lang gelijk gegeven: nooit was de overheidsschuld lager dan in 2008, na het beleid van de twee paarse regeringen. Meer hoeft daar eigenlijk niet over gezegd te worden."
Of hij het leven met het ouder worden moeilijker of makkelijker vindt, vraag ik bij wijze van epiloog. "Ik heb het leven eigenlijk altijd al moeilijk gevonden", mijmert hij. "Slagen aan de universiteit: ik vond dat een opgave, ik had helemaal geen zin om te studeren. En ook vandaag moet ik soms nog dingen doen waar ik met lange tanden aan begin. Maar dat geldt voor iedereen, natuurlijk. Als Elon Musk 's ochtends hoort dat de waarde van zijn Tesla-aandelen weer gekelderd is, zal ook hij wel zuchtend uit zijn bed stappen, zeker?" (lacht)
De laatste druppel Ramazzotti wordt achterover geslagen, we doen alsof we uitgepraat zijn en staan op. Nog voor we het restaurant verlaten hebben, wordt 'la table de monsieur Verhofstadt' weer een tafel zoals alle andere.
0 notes
Text
Het interieur van de Passage gezien vanaf de Hoogstraat naar de Coolsingel toe, 1927.
De passage was een overdekte winkelgalerij in Rotterdam, gelegen tussen de Coolsingel en de Korte Hoogstraat. De Passage werd op 15 oktober 1879 geopend voor publiek. Tijdens het bombardement van 14 mei 1940 werd de Passage verwoest.
In de tweede helft van de negentiende eeuw ontstonden er plannen voor de bouw van een overdekte winkelgalerij in Rotterdam, de Passage. De Passage gaf Rotterdam een beetje de grandeur van de wereldsteden Brussel en Parijs, die ook over dergelijke overdekte winkelgalerijen beschikten. Het winkelcentrum werd opgeleverd in 1879. Het gebouw was honderd meter lang en in het midden acht meter breed. In de Passage waren op verschillende niveaus winkels te vinden, koffiehuizen, woningen en zelfs een badhuis.
De imponerende toegangspoort vormde het pronkstuk van de Passage. Van de Korte Hoogstraat gezien, zag de Passage eruit als een overdekte, langwerpig ovale straat, met een fontein in het midden. Aan deze overdekte straat lagen dertig winkels met daartoe behorende woningen, in totaal ruim zestig woningen op bovenverdiepingen. Daarnaast was er een hotel gevestigd in de Passage en twee koffiehuizen. 's Avonds werd de rij van dertig winkels door duizend gasvlammen verlicht, een verlichting, die door de glazen koepel weer duizendvoudig weerspiegeld werd.
De Rotterdammers waren dan ook diep onder de indruk van het ontwerp van architect J.C. van Wijk. De winkelgalerij van honderd bij acht meter werd vooral geprezen om haar bijzondere dak, dat geconstrueerd was van gietijzer en glas. Daardoor was het binnen licht, zodat het plezierig winkelen was. In 1882 was de Passage het eerste gebouw in Rotterdam dat elektrisch werd verlicht.
De enorme kelderruimte bood plaats aan een badinrichting, waar de Rotterdammer zowel een stoombad als een regenbad kon nemen. De badinrichting was er vanaf 1905 gevestigd en werd onder meer door de mariniers van het Oostplein bezocht. In de kelder bevond zich ook een grote koffiehuiszaal, een keuken, bergplaatsen en een enorme zaal, die bedoeld was voor tentoonstellingen of als marktplaats. De kelderruimte van de Passage is echter nooit een groot succes geworden.
In de jaren dertig van de vorige eeuw had de Passage zwaar te lijden onder de crisis. Tijdens het bombardement van 14 mei 1940 werd de Passage volledig verwoest. Tegenwoordig bevindt zich op deze plek het warenhuis C&A.
De prent komt uit het Stadsarchief Rotterdam. De informatie komt eveneens uit het Stadsarchief Rotterdam.
1 note
·
View note
Text
De Onverwachte Ontmoeting
Rudolf kwam na een lange dag uit de donkere krochten van de metro gekropen, ergens bij Jaques Brel, zijn benen loodzwaar en zijn maag knorrend als een boze Tijger. Hij maakte een omweg langs het marktkraam op de hoek van de Abbatoir, waar de stoep en de halve straat volstonden met heerlijk oververs fruit. Iets dat hij goed kon gebruiken. "Goedenavond, mijnheer!" begroette de verkoper hem met een brede glimlach. Rudolf knikte vriendelijk terug en begon nauwkeurig een aantal sappige rode appels te selecteren. “Mmm, deze en o ja deze en ook die ja, die ziet er lekker uit.” De verkoper stopte ze prompt in een plas,c zakje en overhandigde ze met een kleine knipoog. "Alstublieft, mijnheer. Altijd een genoegen om u te zien." Rudolf bedankte de verkoper en knikte waarderend, hoewel hij in stilte dacht dat de extra verpakking een beetje belachelijk was. Maar hij was te moe om er iets van te zeggen. Hij vervolgde zijn weg naar huis richting Albert en nam onderweg een appel uit het zakje. “Nee, nee, nee toch! Stommerik dat ik ben!” Bij het openen ervan liet hij alles knullig vallen, waardoor de volledige inhoud via een werfput enkele meters verderop onnavolgbaar wegsijpelde.
Dagen gingen voorbij toen Otis, de prachtige bruingele stadseend, uit zijn ooghoek onverwacht langs het water datzelfde zakje zag voorbijdrijven. Zonder aarzelen jumpte hij het water in en worstelde zich met alle moeite van de wereld naar het zakje toe. Hij sleepte het naar de rand van de oever en hijgde uit terwijl hij op de kant zat. ”Nou, wat was me dat voor een felle stroming zeg.” Plotseling dook Rocky op en maakte zich zoals een grote mantelmeeuw dat doet meteen ostentatief kenbaar. "O,s, wat zit je nu weer voor vuil uit de rivier te vissen? Wat heb je daar naast je liggen?" O,s boog zijn kop stilletjes aan naar boven, keek Rocky in de ogen en antwoordde: "Ik heb al een hele tijd zeer aan mijn maag en een fruitig appeltje zou me nu echt wel smaken. Het zou toch zonde zijn mocht die verloren gaan?"
"Dat klopt, daar heb je een punt," zei Rocky de meeuw. "Pas op!" riep hij onverwacht uit, "kijk uit voor die tram!" Kleine Otis schrok en rende instinctief naar de andere kant van het pad. Sluw en snugger als Rocky was, vloog hij op dat moment naar het zakje toe en nam het mee richting het grote bos aan de rand van de stad. O,s keek moedeloos toe hoe zijn vieruurtje er in de mist vandoor ging. “Nou, dat is nu al de tweede keer dat hij me dit deze week lapt, dit is niet eerlijk.” Maar Rocky's plan draaide niet uit zoals hij had verwacht. De buren en enkele toevallige passanten hoorden namelijk uit het niets een luide knal. "Boenk!" “Mama mia, que pasa?” Ricardo, de restaurantuitbater, was niet te spreken toen hij voor de zoveelste keer dit jaar moest opdraaien voor een kapotgeslagen vitrineraam. Rocky vloog tegen een onzichtbare muur en viel gehersenspoeld en totaal verward naar beneden, waar de appel uit zijn mond rolde. Die belandde met een gestage maar aanzienlijke snelheid op een braakliggend perceel tegenover het restaurant, naast een kleuterschool. Precies op die plek staat nu Beatrix, een stralende en mooironde gulle dame die in de zomermaanden de kleine jongens en meisjes van de kleuterschool voorziet van een gezonde versnapering. Na een weelderige bloeiperiode waarin ontelbare appels op de grond blijven liggen, komt de marktkramer jaarlijks rond dezelfde tijd langs met zijn mandje. “Heerlijk zeg”, zegt hij luidop als hij voorover gebukt een eerste lading appels in zijn mand legt. “Dit is een traditie die al vele jaren standhoudt: de eerste zondag van oktober serveer ik op de abbatoir versgebraden kip met huisgemaakte appelmoes,” vertelde hij aan Miriam en Lars van de Kinderschool. “Jullie zijn ook van harte welkom, kom gerust af met je ouders en vriendjes,” overtuigde hij hen. Op deze manier komt de gemeenschap samen en genieten ze na van een mooie zomerperiode in hartje Brussel onder het genot van een smakelijke maaltijd. Eten doet stilzwijgen, stilzwijgen doet nadenken, nadenken over hoe je je medemens en de stad liefhebt.
0 notes
Text
De Jodenhaat en antiwesterse propaganda op onze universiteiten baart Assita Kanko, Europees Parlementslid, grote zorgen.
Het is niet alleen in de Verenigde Staten, maar ook hier, aan de ULB in Brussel en aan de Universiteit Gent.
De organisator van de bezetting in Gent kon het gisteren op TV niet eens over de lippen krijgen om Hamas te veroordelen.
0 notes
Text
De Muzen? Onmisbaar!
Wat is een wereld zonder kunst en cultuur, zonder Muzen? Toos van Holstein ging in maart helemaal los. Met haar eigen kunst, met Pieter Derks, Frans Hals, de film Dune 2. Max Beckmann, Verdi en het Surrealisme in Brussel en de KunstRAI. Beleef 't hier mee
Negen heb je er, negen muzen in de Griekse mythologie. Negen onsterfelijke godinnen als inspiratiebronnen voor de kunsten en de wetenschap. En ook nog eens allemaal dochters van Zeus. Want die kon er wel wat van bij het zorgen voor een rijkelijk nageslacht. de negen Muzen op een Romeinse sarcofaag Hoe ik daar zo op kom? Door het bladeren in mijn agenda van afgelopen maart. Waardoor ik me…
View On WordPress
#Arrakis#blockbuster#Bozar#Brussel#Cabaretvoorstellingen#cultuur#De Munt (operatheater)#Dune#Frank Herbert#Frans Hals#Gouden Eeuw#Griekse mythologie#Hitler#inspiratie#Italiaanse opera#kunst#Kunst&Cultuurroute Middelburg#Kunstenaars#Kunstmuseum Den Haag#Kunstobjecten#KunstRAI#Max Beckmann#Middelburg#muzen#Nederlandse kunstbeurs#Oud Luxor#Oudejaarsconference#Pieter Derks#Rijksmuseum Amsterdam#Rivoluzione e Nostalgia
0 notes
Text
Het probleem FOUad Tahidir ex Vooruit in Brussel blijft maar groeien na zijn oproepen tot geweld in een interview en zijn fake ontslag
Hij heeft besloten om ontslag te nemen zogenaamd omwille van de racistische en sexistische uitspraken van Conner die zich in een zatte alles-kan bui te goed deed aan allerlei gezever waarvan hij zelf wel zal geschrokken zijn. Het toont wel aan dat hij nog stevig wat werk heeft aan zijn morele waarden. (onze tip - vervang het centraal woord in je zin door Jood en vraag je af of het nog 'goed overkomt' en je geen wrange smaak in je mond geeft). Dat is echter totaal ongeloofwaardig want op basis van de tweet van Ans Persoons de sterke madam van Vooruit in Brussels of One.brussels (zonder de Joden dan maar electoraal is dat toch niet zo belangrijk en moraliteit is nu éénmaal niet altijd zo belangrijk als electoraal overleven) zouden ze hem zelfs nog NA het interview vol met oproepen tot geweld nog altijd de lijstduwersplaats geven. https://twitter.com/AnsPersoons/status/1731367806094971058 Hij wou echter meer en misschien kon hij niet meer krijgen omdat die video er nog was. En die video zal zoals de mediamanagers goed hebben ingeschat, niet meer verdwijnen want 'as we speak' zijn er tientallen copies die de ronde doen en weer volledig of in stukjes of in sampled zullen opdijken. Temeer daar hij in de video duidelijk goed gek lijkt, van het potje af. Hij heeft de video laten verwijderen. Wat in feite een schuldbekentenis is en dat hij zich er in feite voor schaamt want anders zou je de video niet laten verwijderen. Maar laat ons eens duidelijk zijn. Het is dus een interview op een online nieuwskanaal (nieuws dus en niet persoonlijk) waarin hij heel goed weet wat hij zegt en wat er met de video zal gebeuren en waar hij dat doet als publiek politiek persoon vanaf de eerste minuut. Er is dus niets persoonlijks aan die video en die video heeft dus heel wat Nieuwswaarde. De nieuwswaarde van die video is zelfs toegenomen omdat ONDANKS deze video Vooruit hem toch nog de lijstduwersplaats wou geven. En omdat zelfs na het rondsturen naar alle leden van het Parlement van de Brusselse Vlamingen en van het Brussels parlement van onze analyse van zijn video deze Persoon nog ALTIJD voorzitter is van dat parlement (noemt Raad maar is in feite een parlement). Je vraagt je dus af of de zogenaamde progressieve meerderheid in dat parlement (openvld, groen, vooruit) niet een aantal van haar democratische en humanistische waarden is vergeten in ruil voor de strijd voor het machtsbehoud. Maar het maakt nog iets duidelijker over de heer FOUad Tahadir. Het maakt duidelijk dat hij helemaal NIET beseft wat hij in feite in dat interview heeft gezegd en wat er zo schockerend aan is. Hij geeft een flauwe verontschuldiging die nergens op slaat, blijft gewoon zitten als voorzitter van het parlement van de Brusselse Vlamingen en blijft de partij en als kers op de taart loopt dan weg van de partij die hem niet heeft buitengezet maar hem nog een kans geeft als lijstduwer. Die man heeft totaal GEEN besef van wat hij in feite heeft gezegd en heeft woorden uitgespuwd waarvan hij niet beseft dat ze voor geradicaliseerde jongeren begrepen kunnen worden als een oproep tot geweld. Zo werd zijn video begrepen door de Joodse kringen en zij die bezorgd zijn om polarisatie en #antisemitisme en geweld. Dat hij nu wegloopt omwille van de uitspraken over de Roma door Conner Rousseau is in feite ook een verwijt naar Vooruit toe, namelijk dat zij volledig afstand van hem hadden moeten nemen na zijn oproepen tot geweld in de video. Trouwens Conner heeft ontslag genomen vanuit één van de machtigste functies in het land momenteel en FOUad vond zijn uitspraken daar absoluut niet belangrijk genoeg voor. Het gaat trouwens toch maar over Joden. Zelfs als het er 1400 zijn zet je er op 7 oktober nog geen tweet over. Wel op 10 oktober over je nieuwe fotoshoot. Het wordt tijd dat iedereen radicaal en duidelijk afstand neemt van geweld. Zeker hier. En zeker als je in een verantwoordelijke politieke, media of geloofsfunctie bent. Read the full article
0 notes
Text
Dit is het moment om in actie te komen
Beste,
Je zou het haast missen naast de verkiezingsuitslag van gisteren... Een uitslag die ons óók voldoende werk oplevert (PVV ziet preventie op het gebied van voedsel en gezondheid als 'betutteling'). Maar het Europees Parlement heeft gisteren het langverwachte pesticidenplan weggestemd. Het plan hield een belofte om in 2030 de helft minder pesticiden te gebruiken.
Een schande voor Brussel
Onze afgevaardigde in Brussel kreeg het nieuws gistermiddag door. Toevallig was ze bij ons op kantoor in Amsterdam, samen met alle campaigners uit de verschillede Foodwatch-kantoren. Ontzet bracht ze het nieuws over aan de groep. Ik kan je vertellen dat we er even stil van waren. Eerst de stemming over glyfosaat, waar de Europese Commissie besloten heeft het gif nog eens 10 jaar toe te staan, en dan nu dit? Wat zijn ze toch aan het doen daar in Brussel?!
Maar, breng dit nieuws aan een groep van tientallen Foodwatch-campaigners, en je krijgt er een enorme strijdlust voor terug. We zijn direct plannen gaan maken en zullen deze de komende maanden uit gaan rollen.
Pesticidenvrije landbouw in het regeerakkoord?
Naast die nieuwe acties en gesprekken in Brussel (want we gaan achterhalen hoe dit voorstel verworpen kon worden), hebben we nu nog onze campagne voor de formateurs lopen. Punt vier van ons vijfpuntenplan betreft: pesticidenvrije landbouw. Dat er wat gaat veranderen in Nederland mag duidelijk zijn; de verkiezingen lieten een nog niet eerder vertoonde verschuiving zien. De uitslag gaat hoe dan ook gevolgen hebben voor onze voedselomgeving, milieu en samenwerkingen op Europees niveau. Laten wij er dan in ieder geval voor zorgen dat één van die veranderingen een goed voedselbeleid is. Teken (of deel) het plan hier!
Na de formatie gaan we de campagne doortrekken naar de Europese verkiezingen. Nieuwe Europese voorstellen en regelgeving met betrekking tot pesticiden zullen pas na die verkiezingen worden gestart. Hoe meer mensen het vijfpuntenplan ondertekend hebben, des te beter zijn we voorbereid om het verschil te kunnen gaan maken in Brussel. Teken of deel het plan dus vooral, als je dat nog niet gedaan hebt.Teken voor beter voedselbeleid ››
Samen staan we sterk tegen de pesticiden-lobby
De Oostenrijkse parlementariër Wiener, onderhandelaar van het Parlement, beschuldigde de Europese christendemocraten ervan dat ze de bestrijdingsmiddelenindustrie aanpassingen hebben laten schrijven aan het wetsvoorstel. Ook noemde ze de een stevige lobby van de landbouwsector. "De Duitse lobby was het ergst. Ik ben voor gek uitgemaakt en heb ook meerdere doodsbedreigingen gehad." lezen we bij de NOS.
Het maakt pijnlijk duidelijk wie we tegenover ons hebben. Een machtige lobby uit de industrie, die hun winstbelangen boven onze gezondheid stellen. Dit kan en mag niet gebeuren!
Ik wil vandaag dan ook mijn dank uitspreken dat jij ons werk ondersteunt. Alleen samen kunnen we deze campagnes voeren, en samen staan we zoveel sterker. Mocht je ons een beetje extra willen ondersteunen, dan zijn we daar natuurlijk ook ontzettend dankbaar voor!Ik doe een (extra) gift ››
Dankjewel voor jouw steun. Samen gaan we een einde maken aan pesticiden en zorgen we voor gezond, veilig en eerlijk voedsel. Daar ben ik van overtuigd!
Nicole van Gemert Directeur foodwatch Nederland
0 notes
Text
De dualiteit van Stranger in My Own Skin
Als kind was ik een voetbalfreak. Ik kende alle uitslagen van het WK 2002 uit het hoofd, kon alle spelers van Senegal opsommen en werd betoverd toen ik voor het eerst een match van AA Gent in het Jules Ottenstadion bijwoonde. Toen ik ouder werd, raakte ik even obsessief into muziek. Peter Doherty's plaat Grace/Wastelands uit 2009 betoverde me als veertienjarige even hard als De Gantoise zien spelen als zesjarige.
Ik zag Peter voor het eerst op de Lokerse Feesten in datzelfde jaar. Gewapend met enkel een gitaar palmde hij de hele festivalweide in. Het was de start van een intense fanboy-reis waarop ik Doherty 26x live zag, zowel met Babyshambles en The Libertines als volledig solo en met verschillende begeleidingsbands. Ik trok als 18-jarige alleen naar Londen voor Babyshambles in Brixton Academy, won via Studio Brussel tickets voor Babyshambles in Parijs, overleefde het reünieconcert van The Libertines in Hyde Park en zag hoe hij Le Bataclan heropende 1 jaar na de aanslagen. Al was het ultieme full-circle moment misschien wel die keer dat ik Doherty verving tijdens Fuck Forever toen hij er na een halfuur de brui aangaf in Lille.
Want ja, Pete heeft een reputatie. Zijn drugsproblematiek is welbekend, en wat liveoptredens betreft, komt hij ofwel niet ofwel veel te laat opdagen, en als hij er wonder boven wonder toch geraakt is, dan is hij too wasted to perform. Persoonlijk maakte ik dat 3x op 26 mee. Dat is drie keer te veel, maar wel een pak minder dan de perceptie doet vermoeden. Paradoxaal genoeg is het ook net die onvoorspelbaarheid wat optredens van Doherty zo spannend maakt. Er gebeurt altijd wel iets en die opwinding in woorden uitdrukken, is een serieuze opgave. En eigenlijk heb ik ook weinig zin om te lang achter die woorden te zoeken. De kern van de zaak is dat er lange tijd geen enkele andere artiest zo'n grote smile op mijn gezicht kon toveren als Peter Doherty.
Het is die opwinding die ik mis in de nieuwe documentaire Stranger in My Own Skin. In zoverre dat ik me afvraag wat de film wil zijn: een carrière-overzicht of het portret van een (ex-)drugsverslaafde?
Muziekdocumentaire Katia deVidas (tevens de echtgenote van Peter Doherty) hanteert een veelgebruikt trucje als leidraad doorheen de film: een tijdlijn van de Doherty back-catalogue en enkele willekeurige gebeurtenissen. Op die manier worden er hoofdstukken gecreëerd, maar omdat de beelden en verhalen amper inzoomen op die onderverdeling schiet de tijdlijn eigenlijk tekort.
Als je de aantrekkingskracht van het artistiek fenomeen Peter Doherty en de hectiek van het circus goed wil kaderen, moet je aan de slag gaan met livemateriaal. Dat beeldmateriaal heeft deVidas ter beschikking, maar ze doet er amper iets mee. Als het een muziekdocumentaire wil zijn, dan miste ik dus the thrill of it all. Veel iconische optredens komen niet aan bod, denk maar aan de heropening van Le Bataclan of het optreden by candlelight met Carl Barât in Hackney. Om nog maar te zwijgen van het échte Libertines-reünieconcert in Hyde Park.
Overigens: de ochtend na dat concert stond Babyshambles op Rock Werchter 2014 geprogrammeerd als opener van de main stage. Recht van een headlinetriomf in de thuisstad naar een openingsslot op een Belgisch festival. Die beelden had ik graag gezien, het had de perfecte weergave van de hectiek van het Doherty-circus kunnen zijn. Al was de scène waarop Pete niet in Parijs raakt door een stilstaande trein een van de betere in de film.
Portret van een (ex-)verslaafde De lukraak gekozen leidraad van alle Doherty-releases zet je eigenlijk op het verkeerde spoor. Meer dan een muziekdocumentaire lijkt Stranger in My Own Skin vooral het portret te willen weergeven van een drugsverslaafd genie, een poète maudit. De heroïnescènes - zowel het injecteren zelf als de 'roes' die erop volgt - zijn ongezien expliciet. Het maakt van de film a hard watch.
Op sommige momenten lijkt het wel een film te zijn die gemaakt is om te tonen in afkickcentra. En dat is zeker een goed en valabel uitgangspunt. Pete zien wegkwijnen in een half kraakpand is een triestig zicht, maar wel de meest effectieve antidrugcampagne die je kan bedenken.
En toch schiet de film hier ook tekort door het gebrek aan context. De kijker moet de losse eindjes zelf aan elkaar knopen. Wat bijvoorbeeld ontbreekt zijn getuigenissen van de inner circle: hoe was het om met Peter Doherty te werken op die momenten? Mik Whitnall, Graham Coxon en Mick Jones hinten er kort naar, maar het blijft te oppervlakkig.
Amy Winehouse passeert tweemaal (ze woont een optreden bij en op een veiling wordt een schilderij van haar en Pete verkocht voor een monsterbedrag), maar de parallel met haar situatie moet je zelf maken. Haar dood was nochtans wel een wake-up-call in Doherty-kringen, alleen zou het nog jaren duren vooraleer hij kon afkicken.
De vertroebelde relatie met zijn ouders is nog zo'n 'gemiste kans'. Het had geholpen mocht dit al vroeger in de documentaire aan bod gekomen zijn. Dan was die wiedergutmachung in het Koninklijk Circus in Brussel (en dus niet Duitsland!) - Peter Doherty Senior die What a Waster komt meezingen en mama Jackie Doherty die het podium komt opgewandeld met een verjaardagstaart - nog meer binnengekomen. Helaas kwam het fragment wat uit het niks en leek het er in allerijl bijgesmeten te zijn.
Anfield Road Ach, het was heus niet allemaal kommer en kwel. De beste scène was toen Doherty een vergelijking maakte tussen voetbal en muziek. Als kind had hij in de jaren '80 een aantal matchen van Liverpool op Anfield Road bijgewoond. Hij had toen meer oog voor de extatische mensenmassa op de staantribunes dan voor het spel. Beelden uit het stadion werden naast even chaotische concertbeelden van Babyshambles geplakt, en Doherty vertelde dat hij die thrill die hij op Anfield Road voelde, wou vertalen in zijn muziek. Even voelde ik de opwinding. Tegelijk werd ook duidelijk waarom ik 14 jaar geleden via Doherty van voetbal into muziek was geraakt.
0 notes
Link
De man stal een taxi en reed vier combi’s aan. — © cds Een achtervolging donderdagnacht in Brussel is uitgedraaid op een wilde rodeo waarbij de vluchter in een gestolen auto uiteindelijk kon gearresteerd worden. In totaal werden vier combi’s vernield en raakten twee...
0 notes
Text
Perdevleis maklik teel
Sofistikasie, vervalsing, vervalsing, besoedeling. Voedselbedrog behels soms gesondheidsrisiko's, ander kere skaad dit 'slegs' die reg van burgers om waarheidsgetroue inligting te ontvang oor die kwaliteit en samestelling van die produkte wat hulle verbruik. Die probleem is so oud soos die mens, wat mettertyd verander het, is die supranasionale dimensie daarvan, die sensitiwiteit van die publieke opinie, die tegniese en organisatoriese kapasiteit van die owerhede wat toesig hou oor die standaarde van die agri-voedselketting. 2013 was die jaar van 'perdevleis', ontdek in hamburgers en frikkadelle, tortellini en cannelloni, gebraaide en verpakte ragouts wat slegs beesvleis op die etiket verklaar het. Selfs in gevulde olywe. Ons staar nie 'n gesondheidskrisis in die gesig, soos dié van besmette boontjiespruite, wat in Duitsland ontplof het in 2011. Dit is eerder 'n grootskaalse bedrogspul: in sommige lande is perdevleis goedkoper as beesvleis, veral as dit van diere afkomstig is. in die klandestiene kring geslag word, en die vermenging daarvan kan 'n winskoop word. Dit het alles op 15 Januarie 2013 begin, danksy 'n ondersoek deur die Ierse Voedselveiligheidsowerheid na die akkuraatheid van hamburgeretikettering. Reeds op 8 Februarie is dit duidelik dat dit nie 'n geïsoleerde geval is nie. Groot-Brittanje waarsku Brussel dat hy 60-100% perdevleis ontdek het in die lasagne wat deur die multinasionale Findus verkoop word en deur die Franse maatskappy Comigel vervaardig word, met grondstowwe wat deur Cypriotiese en Nederlandse tussengangers uit Roemenië kon aangekom het. Die inligting word na alle lidlande versprei deur die Rapid Alert System for Food and Eats (RASFF) en die Europese Kommissie finansier EU-wye monitering. In Maart word die produkte wat op die rakke te koop aangebied word, onderworpe aan steekproefkontroles vir perde-DNS en fenielbutasoon, 'n kankerverwekkende stof wat as pynstiller aan resiesperde toegedien word, wat nie in die menslike voedselketting behoort te beland nie. In die eerste 361 ondersoeke het die Italiaanse Ministerie van Gesondheid 14 positiwiteite vir perdevleis gevind en geen vir fenielbutasoon nie, persentasies wat ooreenstem met dié in Europa. Meer as 7 000 toetse wat in alle EU-lande uitgevoer is, bevestig dat perd-DNS teenwoordig is in minder as 5% van produkte wat as bees gemerk is, terwyl net 0,51% van perdekarkasse spore van die verbode stof bevat. Die Europese Voedselveiligheidsowerheid (EFSA) en die Europese Medisyne-agentskap (EMA) sê daar is geen rede om bekommerd te wees nie: die waarskynlikheid dat 'n verbruiker se gesondheid benadeel kan word, is minder as 1 uit 100 miljoen. Maar die ergernis van die bedrogspul bly, asook die walging-effek wat die aandag vestig op soortgelyke gevalle, werklik of verbeelding. 'Rotte in plaas van kalwers' kop die internasionale koerante, wat 'n amptelike mededeling van die Ministerie van Openbare Veiligheid in Beijing weer bekendstel. “Hondevleis in kalfskerrie?” wonder die BBC, wat begin het om monsters te neem in Indiese en Chinese restaurante oorkant die Kanaal. Intussen werk die Europese Kommissie aan die rasionalisering en verbetering van die regulatoriese raamwerk oor die veiligheid van die landbou-voedselketting. Een van die doelwitte is die intensivering van kontroles, in ooreenstemming met die lesse wat tydens die perdevleisskandaal geleer is. Die pakket maatreëls wat op 6 Mei 2013 aangebied is, dek die hele sektor, van veeplase tot saadproduksie, en verminder die regulasies van 70 tot 5. As dit die eksamen van die Raad en die Europese Parlement slaag, kan dit in 2016 in werking tree. ..
0 notes
Text
De Hilleniussingel met rechts de Emmaschool voor Christelijk Lager Onderwijs, 1978-1980.
De Hilleniussingel is vernoemd naar Cornelis van Hil (Hillenius), 1568-1632, predikant te Hillegersberg 1591-1596.
Cornelis bekeerde zich al heel jong tot het hervormde geloof. Hij was een van de 190 ondertekenaars van de overeenkomst die de hervormden in Ieper op 20 september 1566 sloten met het stadsbestuur, met betrekking tot het houden van godsdienstoefeningen. Zoals vele andere inwoners van zijn geboortestad, week hij uit, waarschijnlijk in 1567, samen met zijn ouders, alvast met zijn moeder, naar Engeland. Daar ontving hij op 4 februari 1568 het rechterlijk bevel om in Brussel voor de inquisitie te verschijnen, waar hij geen gevolg aan gaf.
Op 1 november 1575 werd hij predikant in de vluchtelingenkerk van Great Yarmouth en verhuisde in dezelfde hoedanigheid in 1576 naar Haamstede. In 1577 verhuisde hij opnieuw, ditmaal naar de Zuidelijke Nederlanden, waar hij zich als predikant vestigde in Oudenaarde. Op 29 juli 1578 nam hij deel aan de klassikale vergadering in Gent en wat later werd hij predikant in deze stad. Hij bleef deze functie uitoefenen totdat de stad op 17 september 1584 door hertog van Parma werd ingenomen. Dit betekende het einde van de calvinistische republiek en op 25 en 26 september verlieten de gereformeerde predikanten gezamenlijk de stad.
Cornelis kon onmiddellijk in dienst treden in Rotterdam en werd door de burgerlijke overheid van een wedde voorzien. In 1588 nam hij deel aan de Zuid-Hollandsche synode in Schiedam en in september 1598 woonde hij de synode in Dordrecht bij.
De foto is gemaakt door de Fototechnische Dienst Rotterdam en komt uit het Stadsarchief Rotterdam. De informatie komt eveneens uit het Stadsarchief Rotterdam en van Wikipedia.
2023
0 notes