#ik wilde meer schrijven maar ik ben moe
Explore tagged Tumblr posts
Text
Ik herinner me net dat mijn moeder en ik ruzie maakten tijdens een wandeling met onze honden.
Ik weet niet meer waarom, maar ik heb gezegd dat ze aggressief is omdat mensen die niet aggressief zijn, niet hun honden of kinderen slaan.
Toegegeven, zij aggressief te noemen is een beetje te veel. Mijn ouders hebben mij sinds jaaren niet meer geslagen. En wanneer ze het gedaan hebben was het meestal mijn vader.
Het laatste keer als mijn moeder gewelddadig word (~3 jaar geleden), was als ik haar vertelde dat ik geen religie-lessen meer op school heb. Ze heeft mij alleen een draai gegeven.
Mijn vader is een compleet andere situatie. De laatste keer als hij gewelddadig word was ook 3 jaar geleden. Maar..........ik zit hier al sinds 7 minuutjes en ik heb nog wel niet woorden gevonden om hem en zijn gedrag te beschrijven. Ik wil jouw ook niet vertellen was hij heeft gedaan 3 jaar geleden. Het was niets ergs, maar ik wil niet daarover spreken.
In ieder geval was mijn moeder bos op me en een beetje verdrietig. Op het einde van onze wandeling heeft ze me iets gevraagd.
"Is er iets dat jou überhaupt leuk vindt aan mij?"
Ik heb geen antwoord gehad. Ik ken mijn moeder niet. Ik weet niets van haar leven, verleden, persoonlijkheid of wie zij is. Ze is een vreemde persoon.
Ze begon te huilen en we liepen gewoon in stilte naar huis.
1 note
·
View note
Text
Vrijdag | 24-05-2024 | 24°C | Salerno | Dag 11
Waar moet ik beginnen..?
Sommige dingen moeten nu eenmaal zo zijn, maar klopt dat wel? Ik schijn een neus voor drama te hebben. Alsof ik het op mezelf afroep – soms wel. Vandaag was het echter niet mijn schuld. En omdat ik mijn verhalen toch nooit in de chronologische volgorde vertel, zal ik nu ook geen uitzondering maken.
In de tussentijd is er al zoveel gebeurd. In slechts drie dagen tijd. Dat terwijl ik (en met mij de rest van mijn leeftijdsgenoten) elke keer loop te mekkeren dat Salerno best wel saai is (wat tevens wel zo is). In deze drie dagen tijd heeft het een plaatsgemaakt voor het ander, net zo wisselvallig als het weer hier aan de kust; het heeft werkelijk waar geen nut om de weersvoorspelling te bekijken, want het weer verandert om de haverklap.
Vanavond voelde ik me namelijk vreselijk ongemakkelijk. Ik kon – en wilde bovendien – wel door de grond zakken. Hoe groot is de kans, dacht ik nog, en hoeveel restaurants zijn er wel niet in Salerno? Hoewel ik het antwoord schuldig moet blijven, weet ik zeker dat er behoorlijk veel restaurants zijn in Salerno. Hoe kan het dan dat ik vanavond met de meiden (Laura, Nadine en Louise) uiteten ben gegaan in het restaurant waar de Italiaanse man nummer 1 werkte, zonder te weten dat hij daar werkte, en nadat ik hem vanochtend doodleuk in een bericht heb laten weten dat ik hem niet meer wilde zien? Wist ik veel dat hij uiteraard in dat restaurant werkte? Neen, zeker niet. Nu denk je misschien: Maar wat bazelt ze toch nou allemaal? Nou, ik kan jullie verzekeren dat ik me enorm ongemakkelijk voelde, want ik had, ten eerste: helemaal niet verwacht de Italiaanse nummer 1 in kwestie te zien (ooit nog, bedoel ik dan), en ten tweede: had ik hem dan mogen tegenkomen, dan zeker niet op zijn thuisbasis, op deze dag nota bene. Maar snap je nu nog steeds niet wat het probleem is? Goh, neem van mij maar aan dat je niet gelijk de persoon in kwestie tegen het lijf wilt lopen nadat je hebt gezegd dat je hem/haar/hen niet meer bliefde te zien. En mocht je dat wel overkomen, hoe klein de kans dan ook, dan kan ik je met zekerheid zeggen: pijnlijker kan haast niet.
Het koste me enige moeite om mezelf bijeen te rapen, maar gelukkig was er geen plek meer in het restaurant (‘Al dente’) zelf, en werden we vriendelijk verzocht om naar de bar aan de overkant te gaan (hoorde bij het restaurant) om daar te eten. De meisjes bestelden pasta. Ik snakte naar een wijntje. Aangezien ik kort daarvoor al gesnackt had, bestelde ik geen pasta. Ik was enkel meegegaan voor de gezelligheid en ik had er al bijna spijt van. De pasta’s waren heerlijk (ik heb van iedereen een klein beetje geproefd) en werden geserveerd in een soort koekenpan (volgens mij wordt dit tonnarello genoemd). Na het eten ben ik gelijk naar huis gegaan. Ik had mezelf voorgenomen om op tijd te gaan slapen, maar morgen kan ik ook nog de hele dag slapen. Ik was erg moe.
Nu ik eenmaal aan het schrijven ben, merk ik dat ik me minder moe voel dan eerst. Ik heb vannacht hooguit vijf uur geslapen en heb daarom besloten vandaag niet naar de les te gaan. Ik was niet de enige die niet naar school is gegaan: Ilaria was zo dronken vannacht dat ze niet eens meer naar huis kon lopen en ze bij Carol is blijven slapen. Dat vertelde Ilaria zelf vandaag. Gisteravond ben ik met Valeria, Laura, Nadine en Louise naar een speakeasy geweest, The Black Monday Speakeasy, waar het décor een Franse bistro imiteerde. De cocktails waren goed en voor het eerst heb ik iemand een Blue Blazer zien maken, met de blauwe vlammen van de in de fik gezette alcohol. We hadden ons allemaal chic aangekleed en ons opgemaakt. Ik sprak met de meisjes af bij Louise thuis, waarna we Valeria in de bar ontmoetten. Onderweg naar de bar kwamen we Ilaria, Yves, Julien en Thijs tegen, die naar een feest gingen.
Rond elven zei ik de meiden gedag om met een nieuwe gedaagde af te spreken. Een andere Italiaanse man van bijna-negenentwintig (volgende weer dinsdag is zijn verjaardag) die net klaar was met zijn dienst. Ik had hem uitgenodigd in de bar, maar na een poosje touwtje trekken moest ik toch water bij de wijn doen en zodoende stapte ik in de auto bij een wildvreemde die ik diezelfde dag nog voor het eerst via Tinder had gesproken. Zo doet men dat als je jong en onverschrokken en tamelijk impulsief bent. Niks aan het handje, want ik leef nog. Gelukkig waren mijn vriendinnen wel bezorgd en dwongen ze me mijn livelocatie met hen te delen.
Wat doet men in de auto met een wildvreemde? Italiaans praten, natuurlijk. Ik oefende mijn Italiaans terwijl we richting Vietri sul Mare reden. De avond was sereen en er was weinig verkeer. ’s Avonds rondrijden is veel fijner dan overdag. ’s Avonds is de atmosfeer anders. Ook ’s avonds over straat fietsen vind ik heerlijk, maar dat terzijde. Ik werd thuis voor mijn deur afgezet (goddank, want ik had die dag al zo veel gelopen). Over de rest zullen we het maar niet hebben.
Ja, ik had die dag veel gelopen. Ik was die dag naar school gegaan (en weer terug naar huis), om vervolgens diezelfde middag weer naar school te lopen, omdat ik de meisjes (Laura, Louise en Nadine) zou ontmoeten om naar Vietri te gaan. De meisjes wilden naar het strand en ik was meegevraagd. Met de bus vertrokken we naar Vietri, in de hoop op het strand te kunnen genieten van de zon. Eenmaal aangekomen op het strand bleek het flink te waaien en deels bewolkt te zijn. De wolken dreven boven onze hoofden voorbij en erg genieten deden we niet. Die beloofde 28°C was een leugen. Er zat niets anders op dan aan de klim naar het centrumpje van Vietri te beginnen en dan maar terug naar Salerno te gaan. Hop, terug naar huis en omkleden en daarna weer naar het centrum om naar Louise’s huis te gaan voor de make-up. En zo kwam het dat ik op en neer bleef lopen. Onderweg naar Louise begon mijn been zelfs te zeuren en pijn te doen. Een fiets is zoveel makkelijker, maar al had ik hier een fiets, zou ik hier niet eens durven fietsen.
Eergisteren, woensdag, was daarentegen een vrij rustige en saaie dag. Na school had ik niks te doen. Nu kan ik me amper herinneren wat ik die dag heb gedaan behalve met Valeria en Ilaria op een terrasje te hebben gezeten en daarna met Ilaria souvenirs te hebben gekocht. Ik zag er tegenop om naar huis te gaan (wat moest ik daar immers doen?), dus besloot ik mezelf zo lang mogelijk bezig te houden in de stad. Beetje ronddwalen, beetje shoppen. Geld uitgeven is het enige wat ik doe, lijkt wel. Uiteindelijk ben ik na het kopen van een paar hebbedingetjes maar naar huis gelopen.
Ook vandaag heb ik weer geld uitgegeven; dit keer aan een ketting en een Italiaans non-fictief boek over Salerno. De kaft van het boek vind ik prachtig en de hoofdstukken zijn kort, wat het ideaal maakt om te lezen. Laura en Nadine waren met me meegegaan en hebben De kleine prins maar dan het Italiaans voor €3,90 gekocht. Ik wil die ook nog kopen, want het verhaal heb ik nooit gelezen.
Een kleine tip tussendoor: Geef nooit je blog door aan de mannen over wie je schrijft. Niet dat het uitmaakt wat ze van je vinden of over je denken, maar om verdere ongemakkelijke en/of pijnlijke situaties te voorkomen. (Misschien moet ik toch maar eens zorgvuldiger te werk gaan).
Het is nu 23:15 en laat zat. Zondag staat er een strandfeest op de planning, maar morgen zal het voor mij een rustdag zijn.
Oh ja, ik ben er deze week pas achtergekomen dat je hier gewoon uit de kraan kunt drinken. Ik had tot voorheen heel zuinig aan gedaan met water uit plastic flessen en bovendien water gekookt en laten afkoelen. Omdat Roni en ik in Napels niet zo goed reageerden op kraanwater, durfde ik het niet aan, maar zo blijkt het water toch te zuipen te zijn.
2 notes
·
View notes
Text
"Hey, hoe gaat het?"
"Ja goed, wel prima, z'n gangetje, zoals het gaat. Komt wel goed, het gaat wel over, ik stel me aan. Ik ga wel door, ik moet door, ik kom er wel overheen.
"Nee, het gaat niet goed. Ik weet niet wat ik moet doen. Mijn lichaam zit vol met energie en ik weet niet hoe ik het kwijt moet. Als elektriciteit voel ik het door mijn aderen en het doet zeer. Ik moet bewegen, maar geen beweging is genoeg. Ik moet rennen, maar ik ren niet snel genoeg. Ik moet dansen, en voor even ben ik het vergeten, mijn hoofd is leeg, mijn lichaam het enige instrument dat van belang is.
"Dan stop ik, keer terug in mijn lijf. Ik zweet, maar de tintelingen zijn niet gestopt. Ik ben buiten adem, maar de toeren blijven draaien. Ik tril van opwinding, maar ik ben moe.
"Ik weet niet wat ik moet doen.
"Ik zit in mijn eerste jaar van de Uni, ik kan niet nu al opgeven. Hier keek ik zo naar uit. Ik wil niet opgeven. Maar waar moet ik beginnen? Stress voelt iedereen, stel je niet aan man.
"Mijn vader heeft kanker. Het komt goed hoor, ik wilde je niet laten schrikken. Niet zoals ik zelf schrok, twee maanden geleden, toen de doktoren dachten dat hij alleen nog palliatieve zorg kon krijgen. Ze hadden het fout gelukkig. Andere kanker, chemo slaat goed aan. 'Evidente vermindering' zeiden ze laatst. Het komt goed hoor. Het komt goed hoor. Ik moet het herhalen voor ik het vergeet, voordat mijn angst mijn teksten gaat schrijven.
"Ik moet dansen, ik moet bewegen, ik moet schreeuwen, ik wil naar het strand, uitwaaien ofzo.
"Toen mijn moeder zei dat ze denkt dat het wel goed komt, dat is denk ik het eerste moment dat ik het zelf even geloofde.
"Ik moet mijn studie afmaken. Dat heb ik beloofd.
"Het gaat goed hoor, mijn hoofd zit gewoon een beetje vol.
"Vol, mijn hoofd zit vol. Er is geen ruimte. Ik moet bewegen. Ik kan niet bewegen. Ik moet bewegen. Ik ben weer met dansen begonnen, ik hoop dat ik me beter voel.
"Ik typ te snle, ik maak relkens tyopfouten godverdomme. Mijn vingers willeen te snel, ikdenk te snel, mijn hoofd zit vol ijn hoofd zit vol mijn hoofd zit. er zit elektriciteit in mijn lichaam.
"Ik heb van de week een boek uitgelezen. Wellicht is het te zien in m'n reblogs van de laatste paar dagen. 'Fourth Wing', ik vond het leuk. Kan niet wachten tot ik het volgende deel kan lezen. Kut... Ik moet eerst aan school. Ik weet niet waar ik moet beginnen. Het voelt niet eens meer belangrijk.
"Ik kan niet falen voor Uni. Het is te belangrijk. Ik wil het halen. Ik vind het leuk. Het gaat over kunst en media en architectuur en design. Leuke mensen. Interessante vakken. Waarom voelt het alsof ik nu al achterloop?
"Mijn vader is bezig met de zolder. Bizarre man, hij is net terug van een ziekenhuisopname, chemo, vier dagen. We hebben dakkapellen, heel mooi, ontzettend ruim, prachtige ramen. Ik wil niet dat hij chagrijnig naar mama doet.
"Ik hoop dat mama zich oké voelt.
"Ik ben blij dat mijn familie, mijn ouders, mijn broers en zussen, zo open over 'houden van' zijn. Ik hou van hen en weet dat ze van mij houden.
"Mijn familie uit Chili was hier in september, toen we dachten dat papa dood zou gaan. Toen ze weggingen hadden we al het betere nieuws. Toch voel ik een knoop in mijn maag als ik aan dat afscheid op Schiphol denk.
"Ik weet niet zo goed wat ik moet doen. Ik wil studeren, maar voel me bevroren als ik op mijn kamer zit. Ik loop rond. Doe een handstand tegen de muur. Dans op sokken met antislip, ga bijna op mijn smoel, ironie.
"Ik wil blij zijn, spontaan zijn, lief zijn, warm zijn. Hardwerkend. Ben ik ondankbaar? Ben ik lui?
"Er zit elektriciteit in mijn lichaam. Normaliter zou dat een metafoor zijn voor iets fijns, energie. Maar nu weet ik even niet wat ik ermee moet. Ik moet sneller rennen. Ik moet hoger springen. Ik wil schreeuwen, maar dan zullen mijn buren dat horen, ik wil geen overlast veroorzaken.
"Mijn Instagram feed is ook verschrikkelijk trouwens. Ik krijg de laatste tijd allemaal video's over rouw. Ik wil niet rouwen. Niet meer. Ik heb genoeg gehad. Maar ik ben bang dat als ik deze angst uitspreek, ik het uitnodig. Wat als ik mijn angsten te hard denk en het gaat fout. Drie keer iets herhalen. Dan moet Hij snappen dat ik het niet wil. Dat ik het niet wens. Drie keer kloppen, drie keer klakken, drie keer tikken, drie keer dit, die keer dat. Drie is een heilig getal ofzo.
"Ik ben niet eens gelovig, waar gaat dit nou weer over?
"Ik heb een tattoo trouwens, focking leip. Echt mooi ook. Ik wil binnenkort nog één laten zetten. Die is voor Haar. Ik wil het al acht jaar en ik denk dat ik er aan toe ben. Closure ofzo, voor zoverre dat kan.
"Heb gister een boek uitgelezen, was heel even ontsnapt. Leuk boek, aanrader. Ik moet aan de Uni. Ik moet gewoon beginnen, zo moeilijk is het niet. Ik vind het leuk. Het is ook leuk. Ik moet me er gewoon toe zetten. Easy.
"Ik ga morgen een dansworkshop volgen, ik kijk hier al een maand naar uit. Ik hoop dat ik het eruit dans. Energie is goed als ik er wat mee kan. Dansen, daar kan ik wat mee. Hoop ik.
"Niets veranderd als ik zelf niet verander.
"Ik hoor me beter te voelen. Ik hoor me te kunnen focussen. Hij wordt tenslotte beter. Hij zit zelfs op zolder te klussen, hallo. Dus doe gewoon je ding, het komt goed. Ga gewoon naar school. Wees blij.
"Wie ben ik als ik geen danser ben? Wie ben ik als ik faal?
"Ja gaat goed hoor. Effe moeilijk de laatste tijd, maar komt wel goed. Genoeg over mij, hoe gaat het met jou?"
0 notes
Text
Iets wat ik van me af moet schrijven.
En iets wat ik wil delen met jullie :)
Want ja! Waarom niet?
Mijn vader liet het leven op 8 januari 2024.
Sindsdien probeer ik te begrijpen wat dat betekent. En wat het met me doet. Tot dusver is het vrij simpel; ik snap er geen zak van. Het besef blijft uit. En het doorklooien op de manier zoals ik al deed, dat gaat me prima af.
Alsof er niets gebeurd is.
Op de dag van zijn overlijden zei ik tegen mijn familie dat ik het accepteerde. Ik ben voor 90% een kopie van mijn pa. Mien moathad eindelijk rust.
En de band die ik had met mijn vader was er één om door een ringetje te halen; dezelfde interesses, dezelfde humor, dezelfde ergernissen, dezelfde verwonderingen.
Maar hij had de knoll’n op*.
En al een lange tijd had hij de knollen op. Dat betekent niet dat hij alles had opgegeven. Hij was gewoon moe. Ontzettend moe. Zijn geest wilde wel, zijn lichaam niet meer. En nu is hij weg. Alleen is ie niet helemaal wég weg. Maar ik merk wel degelijk dat er iets is veranderd, binnenin mij.
En aan de hand van de komende analogie poog ik tot een zo helder mogelijke uitleg;
Sinds 8 januari is er een draaikolk. Een vortex. Een orkaan. Hij is binnenin mij gaande. Visualiseer die draaikolk van bovenaf. Dan zie je het oog, en de cirkels die steeds kleiner worden. Dat oog was er altijd al. Gitzwart, dreigend en onvermijdelijk.
Het oog was eerst ter grootte van een punaise, zoiets.
Heden is dat oog zo groot als een fikse pizza.
Hij zuigt onverbiddelijk alles op wat in zijn buurt komt. Ik draai op een enorme snelheid de diepte in. Snap je het nog? Dondert niet…
Afijn.
Ik kon relatief makkelijk tegen de stroming in blijven zwemmen, toen dat oog nog een punaise was. Nu heeft dat kreng de grootte van een pizza, waardoor de stroming keihard is. En ik moet nu zwemmen als bezetene, om maar niet in dat oog te verzeilen. Doodsbang om te verdrinken in het gitzwarte onbekende.
Doodsbang om te verdrinken. Om te verdwijnen.
Oké.
Wat nou als het oog júist de onvermijdelijk plek is waar ieder mens eens in zijn leven zich in moet laten opzuigen? Het is een paradoxaal idee; alles wat angst inboezemt, is alles wie jij bent. En des te harder je jezelf er van af wilt worstelen, de vermoeider je wordt. De banger je wordt. De verder je bent verwijderd van je echte zelf.
Mien god. Ik erger me dood aan mijn eigen gelul.
Het is was het is. Ik haal het niet weg. Zo werkt de binnenkant van mijn hersenpan momenteel.
‘You can dance in a hurricane. But only if you’re standing in the eye’.
Brandi Carlile
Goed.
Genoeg over die kut metafoor. Het moge duidelijk zijn dat er geen fuck van te snappen valt. Maar één ding weet ik zeker: het is gewoon de leven, jatog.
Ik zocht een passend stukje muziek. Tijdens de uitvaart wist ik bij voorbaat dat ik geen noot uit de vingers kon krijgen. Dus dan maar via deze weg.
En het is een kleine compositie genaamd ‘Keep the faith’.
Geschreven door me, myself and eye.
Keep the faith, my dear friends.
X
Maurice
——-
*Voor de niet Twentse/Achterhoekse dialectici:
‘De knoll’n op.’
Dat betekent da’j kats an de latt’n bunt.
0 notes
Text
Ik ben voor het eerst van april tot september in Frankrijk geweest. Het persoonlijke experiment was of ik het langere tijd in m’n eentje zou redden in la douce France.
Ik ben 2x een weekje terug naar Nederland gegaan vanwege de verjaardag van dochterlief en het North Sea Jazz festival in Rotterdam, waar we o.a. Seal en Lizzo gezien hebben. Dat was geweldig maar lijkt alweer een eeuwigheid geleden.
De zomer was lang en heet in Frankrijk. In het begin was het wennen om alleen te zijn en dan is ons huis best groot. Ik ging heen met plannen om te schilderen en te schrijven.
Gek genoeg is daar niets van terecht gekomen. Ik besloot de plannen uit te stellen tot in het najaar in Nederland, overigens zonder schuld gevoel!
Ik was immers druk met m’n Franse huis en haard en de dagen vlogen voorbij. Project tuin was gestart, de honden moesten uit, de boodschappen moesten worden gedaan (dat duurt best lang in Frankrijk), de was en ook het schoonmaken, nadat ik mijn fijne werkster helaas kwijt raakte aan dorpsgenoten. En dan is zo’n dag snel om. Niet te vergeten het entretien (onderhoud) van het zwembad en het water geven aan de nieuwe tuin plantjes. S avonds als manlief belde was ik vaak te moe om lang te praten. En hij andersom ook want bij hem in Nederland ging het werk gewoon door.
Tijdens de hele hete weken liet ik project bibliotheek verven ook maar varen en deed ik mijn best het huis koel te houden door de luiken dicht te houden en de fans te laten draaien. In de woonkamer bleef het door de dikke muren aangenaam koel gelukkig maar op de slaapkamers bleef de warmte hangen waardoor je s nachts bijna je bed uit dreef. Volgend jaar toch maar een mobiele airco aanschaffen, da’s met 38 graden overdag, dalend naar 30 graden s nachts echt geen overbodige luxe!
Het was een andere zomer dan de anderen. Mensen waren veel op- en neer aan het reizen en drukker dan anders met bezoek van familie en vrienden. We zijn niet zo veel als in de andere zomers gezamenlijk naar de zondag brocantes geweest, maar dit jaar zijn we wel een aantal keer naar de avond gourmet markten gegaan die bijna in elk dorp gedurende juli en augustus gehouden worden. Typisch Frans; met z’n allen eten aan lange tafels. Erg leuk, maar niet echt ‘haute cuisine’!
Er waren een aantal dorpsfeesten in ons dorp waaronder het ‘fete de chasse’ (jagers feest) waar we wild zwijn aten wat in de bossen rondom ons dorp is geschoten. Misschien gruwel je ervan als je vegetariër bent. Op 1 van de andere fetes heb ik portretten gemaakt die goed in de smaak vielen. Zittend voor ons huis vroeg ik 4 euro voor een portret. Op een gegeven moment stond men er zelfs voor in de rij!
We hebben best wat boxen afgevinkt deze zomer. Echtgenoot besloot op een gegeven moment te komen om zijn vakantie te houden en heeft wat kleine mankementen opgelost. Fijn dat de voordeur niet meer aanloopt bijvoorbeeld! Ook hebben we het dak laten reinigen en een traploper op de trap laten plaatsen. Dat staat leuk en is een stuk veiliger.
Als klap op de vuurpijl hebben we het laatste weekend van augustus onze trouwdag (38e!) in Bordeaux en in le Cap Ferret gevierd. Bordeaux is een heuse charismatische stad en le Cap (een schiereiland bestaande uit verschillende vissersdorpjes) erg pittoresk. Heerlijk om even uit het roddel circuit van het leven in een klein dorp te zijn! Voor manlief een droom om zoveel verse oesters en zulke heerlijke Bordeaux rose te kunnen drinken!
Morgen staat in het teken van ons vertrek terug naar het kikkerlandje waar het andere leven op ons wacht. Familie en vrienden zullen we weer zien en ik kijk er naar uit. Maar het is altijd een dubbel gevoel want ik zal m’n huis en alles wat ik hier achter laat missen. Het Franse leven. Zit. In. M’n. Hart.
0 notes
Text
Het beestmens D. slikte 9 pillen per dag
In 2014 schreef ik over de kickbokser en bodybuilder D., met wie ik samenwoonde in een beschermde woonvorm. Hij was het vleesgeworden agressieprobleem.
Nu ik in een revalidatiekliniek met bionische benen heb leren lopen, ben ik neergestreken in een beschermde woonvorm. Daar wonen mensen die te gestoord zijn om helemaal zelfstandig wonen, maar ook niet gek genoeg zijn om permanent te worden opgeborgen in een gesloten afdeling.
Ik, zei de gek, woon hier omdat ergens in de krochten van mijn DNA is vastgelegd dat ik talent heb voor een bipolaire stoornis, in combinatie met een behandelde alcoholverslaving.
Dat ik het tot mijn 42ste heb kunnen uitstellen om van de psychiaters die diagnose te krijgen, beschouw ik als de grootste prestatie van mijn leven. Want ik wist al heel lang dat ik niet spoorde, maar aangezien ik een instinctieve afkeer had van psychiaters en pillen, medicaliseerde ik mezelf met aanzienlijke hoeveelheden alcohol en drugs om de gekte binnenboord te houden, wat tot op zekere hoogte nog lukte ook.
Ik probeerde de gang naar de psychiater zo lang mogelijk uit te stellen omdat ik voorzag wat me te wachten stond: diagnose, gevolgd door pillen om de symptomen te onderdrukken, met als doel de patiënt weer tot sociaal wenselijk gedrag te dresseren. Want er bestaat niet een psychiater, niet een pil, die een psychiatrische patiënt werkelijk kan genezen, al zijn er maar weinig psychiaters die dat hardop durven toe te geven. Het is de meest machteloze beroepsgroep ter wereld.
Ook in een beschermde woonvorm worden patiënten massaal gesedeerd met medicatie. Soms lijkt daar reden toe. Vorige zomer, voor ik werd opgenomen in een revalidatiekliniek, woonde ik in een beschermd huis samen met D., een vroege dertiger. D. was behept met drie vermoede stoornissen: borderline, autisme en schizofrenie, in combinatie met een explosief agressieprobleem.
Nooit eerder ontmoette ik een mens die zo voorbestemd leek om op een dag te veranderen in een moordmachine. Dat dat niet gebeurde, kwam omdat D. dagelijks met 9 verschillende soorten pillen in bedwang werd gehouden. Toen dat nog niet gebeurde, en D. zijn gekte en razernij dagelijks opstookte met cocaïne en amfetamine, maakte hij er een sport van om op regelmatige basis en zonder noemenswaardige aanleiding mensen in elkaar te slaan, hetgeen hem op diverse veroordelingen voor openlijke geweldpleging kwam te staan.
Niet zonder trots toonde D. me de littekens op zijn hoofd. Hij was zo’n jongen die zijn toch al geblokte lichaam in de sportschool tot massieve proporties had opgepompt. En in de kickboksring had hij geleerd hoe een medemens zo efficiënt mogelijk tot moes te slaan en te schoppen, vaardigheden die D. niet naliet op straat en in de kroeg te etaleren. Vergeleken met D. is Badr Hari een mietje.
Aldus veranderde het leven van D. in een orgie van zinloos geweld. Alleen de politiecel, de gesloten afdeling en de separeer hielden hem tijdelijk in bedwang. Toen ik hem leerde kennen, in het beschermde huis, was D. nog altijd een tijdbom, die alleen maar niet tot ontploffing kwam omdat de psychiaters, die loopjongens van de farmaceutische industrie, hem met kolossale hoeveelheden antipsychotica, slaappillen en kalmerende middelen in bedwang hielden.
Ondanks zijn paranoïde wereldbeeld zag hij me als een vertrouweling. Hij noemde me ‘de geleerde’, omdat ik, dit in tegenstelling tot hem, goed had leren lezen en schrijven. Hij was bezig zijn levensverhaal op papier te zetten, en hij wilde dat ik hem daarmee hielp. Toch deinsde hij er telkens voor terug mij zijn probeersels te laten lezen, en ik denk dat ik wel weet waarom: zijn zeer beperkte woordenschat moet het hem onmogelijk hebben gemaakt zijn gevoelens en ervaringen samenhangend op papier te zetten.
In de ogen van veel mensen zal D. niet veel meer zijn dan een redeloos, gestoord beest. Toch ontmoette ik zelden eerder zo’n gevoelige, kwetsbare kerel, die met zijn beperkte verstand en idioom dag in dag uit dappere pogingen deed het bestaan te begrijpen en met zichzelf in het reine te komen. “Geleerde”, sprak hij me dagelijks aan. “Die pillen zijn in m’n immuunsysteem gekropen. Het zijn harddrugs. Ze proberen me te vergiftigen.” Ik denk dat D. het haarfijn begreep.
0 notes
Text
hallo ik twijfelde of ik dit überhaupt wilde schrijven en ik ben heel moe dus is sliep een paar uur te lang dus dit is zeer laat, maar ik voel me moreel genoodzaakt om te zeggen: ga vandaag alsjeblieft stemmen als je Nederlands bent. Je kunt stemmen tot 9 uur vanavond, en veel trein stations hebben pop-up stemplaatsen, dus er zijn er meer dan normaal. Iedereen die een stempas in the bus heeft gekregen kan stemmen, dus ook als je geen Nederlandse nationaliteit hebt, maar wel een geldige verblijfsvergunning. Om te stemmen heb je een identiteitsbewijs (kan tot 5 jaar verlopen zijn), stempas, en masker (voor Corona) nodig.
De manier waarop het systeem in Nederland werkt is dat als je niet stemt, je stem naar de winnaar van de verkiezing wordt geteld. Dit maakt uit omdat de manier hoeveelheid stemmen die een partij krijgt bepaalt hoe veel zetels het krijgt in de Tweede Kamer. Bijvoorbeeld: als de VVD wint met 20 zetels, dan krijgt het meer zetels aangewezen door de stemmen van de no-showers op te tellen. Daarom is het belangrijk om te stemmen!
Als je niet weet hoe het systeem werkt of op wie je moet stemmen, dan snap ik dat volledig, maar ga alsjeblieft alsnog stemmen: je kunt blanco stemmen! Dit kun je doen door je stembiljet leeg in te leveren, of ‘blanco’ erop te schrijven. Dit betekent dat je op niemand stemt, en je stem wordt niet geteld naar de grootste partij.
///
hi I went back and forth on whether or not I wanted to post this and also I’m super tired so I spent a few hours I shouldn’t have sleeping so this is very late but I feel legally obligated to say: if you are Dutch, please go vote today. Polling is open until 9 PM, many train stations have pop-up polling places so there’s more than usual. Everyone who got a voting pass in the mail can vote, even if you do not have a Dutch nationality, but a valid residence permit. To vote, you need identification (can be up to 5 years out of date), a voting pass, and mask (for Corona).
The way the Dutch system works is that if you don’t vote, your vote gets counted towards the winner of the election. This matters because the amount of votes a party gets determines how many seats they get in the government. So, for example, if the VVD wins with 20 seats, they then get assigned more seats by counting the votes of the no-showers. This is why it’s important to vote!
If you don’t know who to vote for, that’s perfectly understandable, but please go in and vote anyway: you can vote blanco! You do this by turning in your ballot empty, or by writing ‘blanco’ on it. It means that you vote for nobody, and you vote will not be counted towards the largest party.
2 notes
·
View notes
Text
New goals 2021
Nieuwe rondes, nieuwe kansen
Het is alweer een tijdje geleden dat ik mijn gedachten los op papier heb gezet. Altijd heb ik ze voor lange tijd bij me gehouden en vooral voor mij gehouden. Dit werkte op een gegeven moment niet meer en het kostte mij veel energie.
Met 2021 het nieuwe jaar in, hoop ik nu meer mijn gedachten hier kwijt te kunnen om hier meer rust te vinden in mijn hoofd. Daarnaast zal ik de leuke anekdotes die ik mee maak zoveel mogelijk hier vast leggen.
Wat is er in 2020 gebeurd in mijn leven:
1. Wintersport Laatste keer wintersport in Saalbach-Hinterglemm. Op het nieuws las ik dat er corona-besmettingen waren vastgesteld in een hotel vlakbij ons (het was ook in Oostenrijk). Ik besefte toen niet hoe ernstig de situatie was en ging nog lekker elke dag snowboarden.
2. Club van Morgen Ik heb me opgegeven voor de Club van Morgen. Ik heb een filmpje van mezelf opgenomen (op wintersport) voor de aanmelding. Het was echt een mega stap voor mij om dit te doen. Ik wilde aan mezelf werken (klinkt raar en vooral suf), maar ik zat vast in mijn bepaalde structuur en ritme. Helaas was ik het niet geworden, maar heb hiermee wel een persoonlijke coach gekregen om aan mezelf te werken. Dit is de reden dat ik nu deze dingen hier op wil schrijven en wil delen (of niet)
3. Corona - Corona - Corona (Lockdown 1.0) Ik (en de rest van de wereld ook) moest mijn leven aanpassen. Alle verplichtingen weg, alle “moetjes-gevoel” in mijn hoofd bleef nog wel. Ik noem het maar afkickverschijnselen. Het duurde even bij mij voordat “opgejaagde gevoel” weg was. Ik voelde me eerst sober en wist niet waar het vandaan kwam. Ik was ook heel erg moe en lag soms al om 21.00 uur in bed. En dan ook nog de combinatie met thuiswerken, privé, geen sport (door een stomme voetblessure) ik stikte erin.
4. Zomervakantie 1.0 We hadden vliegtickets geboekt om mijn zusje (die in New York woont) op te zoeken. Maar de Corona gaf roet in onze leven en we hadden nog gehoopt om toch naar Amerika te kunnen gaan. Maar helaas, het mocht niet baten. The trip was gecanceld! Over de hele wereld heerst corona. Echt hoe erg was dat! Het heeft mijn leven behoorlijk beïnvloed. Ergens keek ik wel tegenop om mijn zusje op te zoeken. Ik was soort van wel bang voor een reactie ergens. Allereerst omdat Amy in Singapore zit, Allert in Australië en hun wilden wij ook bezoeken, maar wie als eerst? Het zit vooral in mijn hoofd, kromme gedachten (kom ik later op terug). Bang voor haar reactie, ik zie haar gezicht en reactie al: nee hoor, ik ben niet boos. Ik ben teleurgesteld. Ik ben jouw zusje, ik kom elk jaar naar Nederland om jullie bezoeken. Dus jullie moeten nu mij bezoeken. Maar toen uiteindelijk er een negatief reisadvies werd gegeven, kan ik die argument gebruiken en antwoordde ze dat het heel erg jammer vond, maar heel erg begrijpelijk. Ik raakte opgelucht omdat ik zo tegenop zag tegen de andere reactie die heel erg geprent zat in mijn hoofd.
5. Zomervakantie 2.0 We zijn 2 weken op vakantie geweest naar Frankrijk. De 1e week was met mijn schoonouders en met mijn moeder. Dat was een huge mile-paal voor ons. Want wie neemt nou je ouders mee op vakantie? Nou, wij dus. Ik denk niet dat mijn broers dat zullen doen met de zomervakantie. Aan de ene kant vind ik het wel sneu dat mijn moeder elke zomer haar vakantie (nu gepensioneerd) in Zaltbommel doorbrengt en van verjaardag naar verjaardag hopt om ons te zien. Maar door de Corona viel een hoop verjaardagen af en kon het niet doorgaan. Uiteindelijk was het een leuke vakantie met de schoonouders en mijn moeder, maar het kost mij wel wat energie omdat ik niet zo goed weet wat mijn moeder denkt en wilt. Het zijn hele lieve mensen en uiteindelijk was het allemaal goed gegaan. Geen verplichtingen in die week. De 2e week waren we op vakantie geweest met de Wijnmaalens en Karin en Renzo. Dat was een hele leuke vakantie. Achteraf had ik nog wel een weekje met zijn viertjes willen gaan. Ik merkte achteraf dat ik toch een beetje rekening hield met andere mensen. De gehele ontspanning kwam niet helemaal uit. En 2 weken vakantie was toch aan de korte kant.
6. Lockdown 2.0 Weer werden de regels weer verder aangescherpt. Hebben we net onze vrijheid terug. Moeten we een stukje van onze vrijheid inleveren. Gelukkig zijn we nog op tijd op vakantie geweest hebben we toch kunnen genieten van de vakantie. Weg uit de sleur, weg thuis werken. Maar toen dacht ik, ik laat me niet weer pakken als toen in Lockdown 1.0. Ik heb hier ritme aangebracht, thuis hebben we een werkplek ingericht. Privé en werk zijn gescheiden en ik heb een crossfit-abonnement gekregen van Jurryt en sporten is toch mijn enorme uitlaatklep. Zonder sporten, zonder endorfine kom ik de dag lastig door.
7. Coach De laatste half jaar heb ik samen met een coach, psycholoog, aan mezelf gewerkt. Een reis in mijn gedachten gemaakt, het begon (het begint altijd) bij mijn jeugd, mijn ouders, hoe ik gevormd ben, waarom ik zo reageer op bepaalde situaties, welke triggers er zijn als ik me in een bepaalde situatie kom. En hoe ik nu eruit ben gekomen. Daar wil ik mij het komende jaar op focussen en die gedachten en daar meer over schrijven. Dat is waar ik over ga schrijven! En hopelijk kan ik dit vasthouden!
1 note
·
View note
Text
137. Dit zou een diep epiloog worden, maar ik ben nu te moe om er één te schrijven
15/07/2020
Ik zit thuis in Nederland restjes Burek van gisteren te eten. Yeah, ik ben weer in Nederland. Wat een dag!
De wekker ging om 7:00 en rond 7:45 stond de fam voor de deur. Tijd om te gaan. Ze waren te vroeg! Ik had alleen drie toastjes met vlokken op (ik had geen eieren en tomaat meer) en een kop thee. Pa en ik checkten alles, maar toen was het tijd om mijn hutje van de laatste 6 maanden echt te verlaten.
Kijk deze leegte! Het hele appartement is leeg. Ik heb een beetje schoon gemaakt, maar om eerlijk te zijn was het ook niet schoon toen ik aankwam, dus ik was niet echt gemotiveerd om het mega schoon achter te laten.
Dit flesje nam ik mee voor de reis:
Die had ik gekocht op het vliegveld tijdens de heenreis. Ik gebruikte de fles gewoon steeds, zodat ik geen nieuwe plastic flesjes hoefde te kopen, dus nu heb ik deze hele Erasmus het bij me gehouden. Ik denk dat ik het binnenkort weg doe. ALLES HEEFT EEN EINDE.
Op weg naar beneden hing ik de sleutel aan de soort van kapstok. Dat was het dan. Toen ik de voordeur achter me dicht deed, kon ik niet meer terug, want mijn sleutel was ingeleverd.
Dat was het dan.
Slovenië is een klein land, dus heel lang heb ik niet meer van het land kunnen genieten. Oostenrijk was ook snel, maar toen kwam Duitsland. Oh man. Zo veel stau wegens de vele baustellen. Elke keer als we door Duitsland rijden, wordt er aan de weg gewerkt.
Natuurlijk was het geen spannende dag. Ik heb uren in een auto gezeten. Ik was alleen uitgestapt om een McChicken te eten rond 18:00. Wow, wat een dag. Ik heb in de auto Animal Crossing gespeeld (en toen gingen mijn nieuwe Joy-Cons driften????) en muziek geluisterd en Sense8 gekeken en een coole documentaire genaamd Disclosure gekeken. Het gaat over transgender representatie in de media en het staat op Netflix.
Oh ja en er was een auto-ongeluk voor ons yada yada yada vraag pap voor de details.
Dus ja, daarom was gisteren ook mijn laatste echte dag in Slovenië. Dit was gewoon een reisdag.
En toen kwam ik thuis. Woah.
Eergisteren zei ik tegen mam dat ik verwachtte dat het zou voelen als het einde van een vakantie. Als we elke zomer thuis komen nadat we twee weken weg zijn geweest, dan lijkt het alsof we nooit weg zijn geweest. Dat betekent niet dat die twee weken niets hebben uitgemaakt, maar de minuut dat je thuis bent, gaat het leven door.
Aangezien ik nu weer op mijn standaard plaats aan de eettafel met mijn laptop zit, ben ik het er mee eens.
Ik kwam binnen en er zijn een paar kleine veranderingen na 6 maanden (zoals de vele bloemen in de tuin en de nieuwe kapstok), maar het is net alsof die 6 maanden er niet waren. Ik ben gewoon thuis. Waarschijnlijk als ik mijn sleutel op de 26e ga halen, gebeurt dat ook weer.
Mijn kamer is gewoon zoals ik het had achtergelaten op één ding na: er lag een cadeau op mijn bed. Het is een groot kussen in de vorm van een zwarte kat. Ik post er morgen wel een foto van (lees de titel, ik ben nu moe). Ik heb de kat Diabla genoemd, vernoemd naar Santana, oftewel Naya’s personage in glee. Santana Diabla Lopez-Pierce.
We waren waarschijnlijk allemaal moe. We hebben thee gedronken en ik heb gekeken hoe mam iedereen versloeg tijdens het kaarten. Nu ga ik langzamerhand ook naar bed. Het is 23:24, dus dat is vroeg voor mijn doen, maar ik had maar 5 uur slaap gehad. Dit bedoelde ik dus vorige blogpost met de consequenties.
Eigenlijk wilde ik vandaag dus een pakkend einde schrijven voor mijn blog, maar dat komt morgen wel. Voor nu: good night.
3 notes
·
View notes
Text
1. Het Begin
oktober 2019
‘Waarom is dat?’ vroeg Abdul.
‘Dat verhalen moeten worden verteld?’
‘Ja?’
‘Dat is zo omdat het zo is. Omdat verhalen betekenis geven aan de gebeurtenissen en omdat zonder betekenis alles zinloos wordt. Omdat je, als je het verhaal niet vindt in de willekeur, de hoop kunt opgeven dat je ooit nog iets begrijpt. Omdat we mensen zijn, en dat is wat mensen sinds mensenheugenis doen: ze vertellen elkaar verhalen. Als iets cultuur is, dan is dat het: een collectief geheugen van alle verhalen die definiëren wie wij zijn en wat het betekent dat wij mensen zijn. Op de dag dat wij ophouden elkaar verhalen te vertellen, verkruimelt empathie met medemensen, stort het samenwerkingsverband in dat wij samenleving noemen, en zijn wij als personages in een postapocalyptische dystopie overgeleverd aan elkaars overlevingsinstinct en aan de vraag of de producer om commerciële redenen ondanks alles een ongeloofwaardig happy end wil forceren.’
uit: Grand Hotel Europa, Ilja Leonard Pfeijffer
Dit boek ligt naast mijn bed. Omdat ik het bovenstaande citaat mooi en waar vind, heb ik besloten om jullie verhalen te vertellen. Ik woon nu anderhalve maand in Shanghai, de fase van ‘het begin’ is nu wel echt voorbij. Ik ben geland hier, alles is niet meer zo nieuw en intens als een maand geleden en ik voel ruimte om dingen op te schrijven. Ik ga proberen dat met enige regelmaat te doen, over dingen die me opvallen, die ik meemaak, die ik leer. Dit is het eerste verhaal. Dus ik begin bij ‘het begin’.
Het schooljaar van de Shanghai Theatre Academy begon in een theaterzaal vol studenten in hetzelfde witte t-shirt die met hun vuist omhoog het Chinese volkslied zongen. Daarna kwamen onder luid applaus de docenten binnen en namen hun plek in achter tafels op het podium. Er werd gezamenlijk leuzen geroepen, er was een ceremonie met marcherende studenten die de vlag van de Shanghai Theatre Academy presenteerden en er waren verschillende toespraken, waaronder één van een beroemde Chinese acteur waarvoor hard werd gejoeld vanuit het publiek. En ik zat daar ook ergens tussen, in hetzelfde witte t-shirt, en ik dacht aan ArtEZ en aan de jaaropening daar, en ik zag mijn klasgenoten voor me met hun vuist omhoog het Wilhelmus zingend.
Deze Opening Ceremony is nu anderhalve maand geleden, maar het lijkt wel alsof ik hier al veel langer ben. Als ik nu denk aan het begin, afscheid vol tranen op Schiphol, alleen in het vliegtuig, aankomst in Shanghai, de eerste keer dat ik de deur van mijn kamer opendeed en daar mijn slapende kamergenootje Georgie aantrof, de eerste wandeling alleen op straat, proberen ergens eten te bestellen, mijn eerste bord wontonsoep, waaraan ik mijn mond verbrandde en die ik maar voor de helft opat doordat mijn buik al vol zat met nieuw begin, verwachtingen, angst en gelukkigheid. Al die eerste momenten voelen zo ver weg al. Van tevoren was ik daar het meeste bang voor. Dat begin. Als alles nieuw is en je die veilige basis nog helemaal zelf moet maken. En nu zit ik dit te typen aan mijn bureau in mijn kamer en als ik om me heen kijk dan zie ik foto’s en ansichtkaarten van thuis, planten die ik samen met Georgie heb gekocht, en al mijn kleren en spulletjes die al een eigen plek hebben en dan voel ik me eigenlijk gewoon al heel erg thuis.
Mijn schoolweek bestaat uit elke ochtend van 8:30 uur tot 11:40 uur Chinese les. Van tevoren loop ik vaak even langs het winkeltje naast de campus voor een baozi (gestoomd broodje). In de Chinese les oefenen we uitspraak, woordenschat, lezen en schrijven. Het is heel moeilijk maar ook zo tof als je opeens een zin Chinese karakters kunt ontcijferen! Daarnaast heb ik dit semester drie andere vakken: twee keer per week Beijing Opera acteren, een praktische les waarbij we ingaan op de bewegingen en zang van Beijing Opera, Chinese Performing Arts in Global Perspective, een theoretische les waarin we de ontwikkeling van de Chinese podiumkunsten van de afgelopen eeuw bespreken en waarvoor ik elke week ellenlange academisch Engelse teksten moet lezen, en Short Film, waarin we de basis leren van films maken en waarvoor ik elke week met een groepje een korte film moet maken die we dan bespreken in de les. De studielast is hoog, en ik merk dat iedereen eigenlijk non-stop moe is. Ondanks de moeheid ben ik heel enthousiast over de inhoud van de vakken. Dit is precies wat ik wilde leren. De docenten zijn goed en het niveau is hoog. De groepsdiscussies in de klas zijn zo interessant met al mijn klasgenoten die vanuit hun eigen cultuur en theaterachtergrond ideeën inbrengen. En ik besef me hoe sterk mijn basis is vanuit ArtEZ, en hoe ik vanuit die praktische en theoretische basis interessante vraagstukken op tafel kan leggen.
The Shanghai Theatre Academy ligt in een mooie wijk in het centrum van Shanghai. Onze campus is klein, met veel bomen en groene grasveldjes en gebouwen in koloniale stijl. Er zijn verschillende theaters op de campus en veel leslokalen en studio’s. Ik woon ook op de campus, in de student dormitory. Dit is een flat vol studenten van de academy, en de internationale studenten wonen op de bovenste verdieping, de 18e. Er is één lift. Dat betekent dus altijd vol, altijd lang wachten, altijd stoppen op elke verdieping. Op onze verdieping is een keukentje, zonder kookgerei, maar er zijn koelkasten en gratis heet water. Ik kook nooit, eet altijd buiten de deur. Als ik moet kiezen tussen binnen 10 minuten lopen een bord goddelijke noedels eten voor 2 euro, of zelf boodschappen doen die sowieso duurder zijn en daar ook nog iets van brouwen in ons provisorische keukentje dan is die keuze niet moeilijk. Of ik bestel eten via een app. Voor de deur van de dormitory staan altijd rijen plastic tasjes met net bezorgd eten.
In de dorm voelt het alsof we op kamp zijn. Iedereen zit met z’n tweeën op een kamer, je loopt bij elkaar binnen, komt elkaar tegen op de gang, stapt samen in de lift. Mijn klas is een hele leuke groep. Jongens en meisjes zijn ongeveer gelijk verdeeld, en we zijn met 14 in totaal. We komen uit Engeland, Amerika, Zuid-Afrika, Servië, Turkije, China, Hong Kong, Nederland en Frankrijk. Ik had gedacht dat het lang zou duren voor het vertrouwd zou voelen met zo’n nieuwe groep, maar het is vanaf het begin gelijk heel verbonden al. Iedereen is nieuw en iedereen heeft overeenkomstige interesses, anders was ie hier niet.
Ik reis nu niet, ik woon hier. Dat is een groter verschil dan ik dacht. Nog steeds voelt het gek dat ik niet elke dag iets onderneem of op onderzoek uitga. Ik heb nu een vast ritme, met heel veel dingen die ik moet doen, net als in Nederland. En soms is het overweldigend druk en stressvol en soms ook saai, net als in Nederland. Maar meestal ben ik vooral extreem gelukkig. De beleving van tijd is ook heel anders nu. Op reis is elke dag anders, ontmoet je zoveel mensen, krijg je elke dag zoveel nieuwe indrukken. Ik beleefde de tijd intenser. Maar in mijn leven nu is de tijd gewoon iets dat voorbij gaat. Dat is ook prima. Ik verhoud me op een andere manier nu tot dit land. In plaats van vluchtig op doorreis ben ik me nu echt aan het verbinden met één plek. Ik ben me aan het vestigen. De straten hier, de restaurants, de winkeltjes, de mensen op elektrische scooters, de bomen langs de weg; ze zijn mijn nieuwe context.
Ik heb alleen maar zin in de rest van het jaar.
2 notes
·
View notes
Text
Figaro’s dood
november.
gisteravond bespraken we wanneer we het kleine hondje laten inslapen.
--
papa wil er niet bij zijn, hij vindt het akelig
ik vraag me af of genetische eigenschappen naar boven drijven bij confrontaties met rauwe emoties
ik legde uit dat ik erbij wil zijn, niet omdat ik het echt wil
maar om een objectieve houding aan te nemen, uit interesse
te zien hoe zoiets nou gaat
het leven kunstmatig wegnemen
ik neem mijn camera mee
ik stel me een grauwe kille hal voor met groene wachtstoeltjes op ijzeren stangen tegen de muur
een beetje zoals de wachtruimte bij het station
ik hoop dat er bomen zijn, dat er een soort moment is om het diertje de natuur in te wensen
--
later.
ik heb nog niet beseft dat het gaat gebeuren
ik heb wel overwogen om het vast te leggen, er iets over te schrijven, er een filmpje van te maken of zo
met het idee het te delen
waarom weet ik niet: het idee intrigeert me
--
later.
het is een gek fenomeen
het is niet zo dat de “functie” van het diertje niet meer werkt en ze daarom moet stoppen met leven,
het is niet zo dat mijn ouders “moe” zijn van de intense verzorging -
het is misschien omdat we het diertje voelen lijden
wat is lijden?
mam zei gisteren dat ze die vraag met pap heeft besproken
hoe bepaal je wat lijden is voor een ander?
voor een dier?
dat niet kan praten
--
het deed me denken aan het tehuis waar ik tien jaar geleden drie keer heb gewerkt.
het leek wel een baantje op de kinderboerderij
mensen zaten erbij als bejaarde huisdieren: werden verzorgd
kregen te eten, werden verschoond, naar bed gebracht
ik begon te kokhalzen toen ik de nagels van een chique oude dame moest knippen
de dagverantwoordelijke zei: dit is echt geen baan voor jou.
ze konden niet meer op een verstandelijke manier communiceren
een vrouw zat in de hoek van de kamer zazaza te roepen
een man blokkeerde de deuren met stoelen uit de eetkamer
een vrouw pakte mijn arm hard vast en huilde zo tussen de afwas en de legpuzzel in
soms lachten de medewerkers de bewoners uit
maar vaker spraken ze ze streng toe, zoals ik wel met figaro deed toen ze een puppy was
Joop, laat die stoelen staan!
Els, niet weglopen!
Marie, eten! Nu.
de familieleden van deze mensen waren druk
kwamen om de beurt eens per week langs
een keer zat ik in een dossier te kijken van de patiënt die mij het meest intrigeerde, de zaza-vrouw
want ze was nog maar in de vijftig, en zat bij de rest van het stelletje bejaarden, bijna alsof ze een grap uithaalde, hun satirisch imiteerde
maar ze was het minst beweeglijk van al
haar leven bevond zich tussen bed, eettafel en zitstoel in de hoek bij het raam.
ze moest begeleid worden bij het lopen
we smeerden haar brood met margarine en ‘stof’ (dat was het enige betekenisvolle woord dat ze kende en het betekende: gestampte muisjes), sneden dat in stukjes, en stopten het tussen haar lippen. Soms, als ze niet kauwde, moesten we haar onderkaak een zetje geven.
zaza leek niet per se gelukkig, ze was altijd neutraal. Heel af en toe glimlachte ze uit het niets, maar ze zei geen woord.
ik vond een papier in haar dossier dat ze zelf had geschreven, toen ze nog een mevrouw bij zinnen was
ze wist dat ze de ziekte van Pique had, en dat ze binnen korte tijd de weg kwijt zou zijn.
ik werd koud toen ik het einde van de brief las.
Op zakelijke toon deelde ze de lezer mee dat ze een euthanasietraject wilde ingaan vanaf het moment dat ze zelf haar brood niet meer kon smeren.
Dat was voor haar het teken dat ze zichzelf niet meer in leven kon houden, en het meest natuurlijke signaal om het levenseinde in te luiden.
Het document was plechtig ondertekend door haarzelf, nog helder van geest, en door haar kinderen opgestuurd naar het tehuis, aan het voorblad van het dossier te zien.
Maar dit was de vrouw die wij stof voerden, wiens kaken wij indrukten als de reset-knop van een computer.
Voordat ik dit verder kon onderzoeken, kwam de verantwoordelijke binnen.
Wat ben jij aan het doen? Dat mag jij helemaal niet lezen!
Ik kroop gauw terug naar mijn mand.
--
wat is lijden?
--
Figarootje slaapt of staat op. Als ze opstaat, wil ze plassen en moeten we haar gauw wegtillen uit de keuken, de gang door, naar buiten.
we stoppen kleine hapjes eten in haar bekkie, duwen het snuitje in de waterbak zodat ze drinkt.
als ze zelf wat loopt, zijn dat oneindige rondjes op het grasveld of langzame stapjes in de keuken, gevolgd door kopstootjes tegen de keukenkasten en stoelpoten.
Ze ziet niks, ze hoort niks.
--
gisteravond zat ik bij d’r en iedereen was weg uit de keuken
ze sliep zo rustig, zo vredig
en ik dacht, ik kan nu mijn hand voor het snuitje houden
haar adem wegnemen
dan hoeft ze niet in de handen van een anonieme dokter weg te kwijnen
zo’n onschuldig klein diertje
diep te ademen
--
we hebben gebeld.
maandag gaat het gebeuren.
Nog drie dagen met dit kleintje
ze zal in de kliniek blijven achteraf, ze hebben er een koelkast zei pap
ik dacht even: hoe koud zal ze het hebben in een koelkast
maar dat voelt ze dan natuurlijk niet meer
een keer per week halen ze alle kadavers op
mijn kleine fikkie wordt een kadavertje
--
het is gek dat we het verdriet van huisdierverlies op onszelf projecteren
ik was 13 toen ik het diertje kreeg
en ik zette altijd die muziek op toen ze een puppy was
zodat ze klassieke muziek zou meemaken, ergens zou dat goed voor d’r zijn wist ik
ik vertelde haar verhaaltjes
ik heb haar gezworen dat ze de enige was die mij begreep
gewoon door haar koppie tegen mijn arm en borst te duwen
door mijn aandacht te vragen
ik heb altijd het gevoel gehad dat de dieren mij niet zo leuk vonden als dat ze mijn zus of papa vonden.
ze leefden altijd op bij hen; minder bij mij.
Niet dat ik het kwetsend of zielig vond voor mezelf, maar ik vroeg me wel vaak af waarom.
misschien was ik te serieus, kwam mijn zorgzame energie meer over als storend dan de speelse aandacht van mijn zus of de kalme aanwezigheid van papa.
Het is gek dat we het gedrag van dieren op onszelf projecteren
--
we hebben het uitgesteld.
Fikkie leefde weer zo op omdat ze ons had gezien, kwispelde zelfs
we konden haar in alle vrolijkheid niet zomaar.. het leven ontnemen
ik vertrek morgen, heb afscheid genomen voor de zekerheid..
--
december.
Vandaag gaat het echt gebeuren.
Raar.
De laatste weken waren rustig, emotioneel, ik was druk op werk en met mijn film.
Vorige week donderdag belde mam om te zeggen dat ze de kliniek toch gebeld hadden, want het hondje weet niet meer waar ze is, plast nu gemiddeld 4x per uur.
Ik kan niet naar Nederland als het gebeurt.
Dit weekend zocht ik afleiding: surfskaten, raclette, spelletjes. Veel slaap.
Soms dacht ik er even aan maar dan vond ik weer een andere activiteit.
Gisteren werd het sterker, kreeg ik af en toe hartzeer en hoopte ik dat dinsdag nog heel lang zou duren.
Gisteravond had ik nergens zin in.
T nam me mee naar Wolf, een food market. Toen we ernaartoe liepen zei ik dat als ikzelf in mijn bed plas en niet meer weet als wie en waar ik me bevind, misschien gelukkiger ben dan ik ooit zal zijn.
Misschien is bewustzijn niet alles.
Als je je leven leefde zonder bewustzijn, is het dan minder waard?
En als iemand voor mij bepaalt of ik het waard ben om in leven te zijn of niet… Dat het game over is terwijl ik misschien middenin het spelletje zit.
Is dat lullig genoeg om te zeggen dat die beslissing ethisch onverantwoord is?
Maar ze zal vrij zijn van het lijden, zei T. Dat zegt hij vaker.
Ik denk: wie zegt dat ze lijdt?
De mevrouw die mijn arm pakte en huilde: zou zij opeens een moment van besef, van lijden hebben gehad? Betekent bewustzijn dan niet juist lijden?
Figaro heeft geen fysieke pijn. Ze is misschien in de war. Constant. Ze loopt tegen kastjes, benen en muren. Maar heeft ze mentale, emotionele of geestelijke pijn?
Wie kan het zeggen?
Misschien is de vraag dus niet of ze lijdt of niet - de vraag is meer: waarom nu.
Nu wel en niet over twee jaar, bijvoorbeeld.
De vraag is altijd, waarom nu. Of waarom nu niet. Nu is altijd de optie die je hebt. En van daaruit bouw je voort: wat heb ik wel, wat heb ik niet, om deze “nu” mee te vullen?
(Nu is eigenlijk een leuk woord. Het klinkt bijna universeel, Japans of Fins of Spaans. Nu is naakt. (Frans.))
Waarom nu Figaro de dood inspuiten en niet over twee jaar?
Omdat ‘nu’ misschien nog een soort van fijn moment voor haar is en we een erger ‘lijden’ kunnen voorkomen?
Omdat het steeds ongezelliger gaat worden: eerst de koude winter in de schuur, steeds meer fysieke ongemakkelijkheden.
Maar we leven allemaal naar onze dood toe. Elke dag is ouder worden en ongemakkelijkheden proberen verslaan.
Is er dan op een gegeven moment een breekpunt? Dat je denkt: het werd allemaal sterker en beter en gaver en ik was altijd veerkrachtig, maar vanaf nu wordt het zwakker en slechter en duffer en ga ik een keer opgeven.
--
Ik was elf en had genoeg van jaren celloles.
Mama gaf me Méditation van Mischa Maisky, een CD met cellomuziek, zodat ik zou doorgaan met spelen.
Ze zei: geef het zes weken, dan mag je stoppen. En hier heb je een CD.
Ik luisterde elke avond op mijn CD-spelertje om haar een plezier te doen.
Na een tijdje was ik weer vergeten dat ik had willen stoppen. Nu, achttien jaar later, heb ik eelt op mijn vingers van liefde voor dat instrument.
--
er is zo’n filosoof, een nederlander, die zegt dat geluk ons leidt. dat alles wat we doen draait om geluk te (her)vinden. ik zou zijn werk moeten lezen voordat ik oordeel, maar het klinkt zo saai, zo gemakkelijk
betekent het dat agressie, pijn en geweld slechts middelen zijn om ons naar het geluk te brengen?
ik vraag me af of een vrouwelijke filosoof dezelfde conclusie zou trekken. is ons oordeel, met onze maandelijkse fysieke ongemakken, niet representatiever dan dat van meneer geluk -
zouden alle vrouwen aan het begin van hun cyclus denken ‘o laat dit gauw over zijn’ of zijn er ook een paar als ik, die gelukkig zijn met buikkramp en duizeligheid: omdat het systeem functioneert?
is het de transformatie zelf die doet leven, die bonheur en malheur maken wat ze zijn
kunnen we daarom blij zijn met negativiteit, met aftakeling, met oud-zijn
--
ik was bij de plastisch chirurg om een plekje weg te halen op het aangezicht.
hij zei: ik zou ook een botoxje doen, dat haalt net even die twee voorhoofdrimpels weg.
ik was 29 jaar en wel benieuwd.
niet naar de botox, maar naar het mensbeeld door de ogen van deze man.
zijn jonge vrouwelijke collega had nauwelijks expressie in het gezicht.
misschien wordt zij het liefst statisch en onbeweeglijk als een foto, dacht ik, en niet dynamisch als een film
wat dat betreft leidt botox je sneller naar de dodelijke stille toekomst dan naar het jonge actieve verleden:
wij verworden immers allemaal een foto op iemands nachtkastje, een momentopname, een herinnering, een vlaagje geur, een blik. een zweempje persoon, niet meer, en mettertijd nog minder.
--
figaro staat in een lijstje op mijn oude slaapkamer. ze zit guitig op het gras en kijkt nieuwsgierig naar de persoon achter de camera.
een vastgelegde expressie, die ik plaats naast de nog levendige herinnering van een warrig mager scharminkeltje dat blind en doof door de keuken strompelt, en van wie ik net zoveel hield.
ze leeft tot ze met mij de vergetelheid intuimelt.
0 notes
Text
sad tragical lovestory
Dit is wat ik gebruik als hashtag onder berichten die me aan deze persoon doen denken. Als ik iets op Tumblr zie dat me aan hem doet denken reblog ik het met deze hashtag. Dit op soms terug te kijken naar hoe ik me voelde over dingen die hij heeft gedaan nadat ik hem heb vergeven voor deze dingen. Om me er aan te herinneren dat het me heeft gekwetst. Om deze dingen niet te vergeten ook als ik ze al wel vergeven heb, meer omdat er dan veel tijd voorbij is dan dat de dingen oké zijn.
Deze toelichting om te nogal dramatische titel te verklaren, de hashtag was geïnspireerd op Taylor Swift lyrics.
Dit komt op mijn blog omdat het nuttiger voelt dan het in mijn schetsboek schrijven want misschien leest iemand het en kan iemand advies geven. Misschien is er iemand die de situatie begrijpt, dat zou ook al fijn zijn.
De eerste keer dat ik over hem schreef in mijn schetsboek was 22-4-2018. Dat was de eerste keer dat ik de moeite nam de frustratie op te schrijven. Eerder waren dingen ook al complex, denk ik, ik weet niet hoe veel eerder. De situatie op dat moment was dat een van mijn beste vrienden, laten we hem M. noemen, (vrijwel niemand die ik persoonlijk ken zit op Tumblr, maar dit een soort van anoniem houden voelt toch comfortabeler zonder goede rede) vertelde me hoe hij liever niet wilde dat ik met een jongen appte die ik een paar maanden eerder ontmoet had op een feestje. Ik had hem mee uit gevraagd maar werd afgewezen. Ik sprak hem nog wel regelmatig. M. wilde niet dat ik hem sprak, achteraf om te rede dat hij bang was dat ik gekwetst zou worden, er waren namelijk veel discussies met deze jongen. Dit waren geen vervelende discussies, ze waren wel grappig, zeker wanneer het redelijk fanatieke discussies waren. M. was bang dat deze discussies me zouden kwetsen, dat ik me er rot over zou voelen. Het moment dat M. mij vertelde dat ik niet meer met hem mocht appen was verwarrend omdat zijn eigen gedrag ook best verwarrend was. Op dat moment zag ik hem als mijn beste vriend. Op feestjes zat hij vrijwel altijd naast me om dan een groot deel van de avond met zijn hoofd op mijn schouder te liggen. Hij heeft de behoefte om op deze feestjes af en toe weg te lopen. Dan zitten we met 10 mensen in een woonkamer en ging hij even een klein uurtje op een slaapkamer zitten, muziek luisteren en dingen op zijn telefoon doen. Ik weet niet zo goed waar deze behoefte vandaan komt. Ik stel en ook geen vragen over omdat ik die zelfde behoefte vaak had maar dan door hoofdpijn of omdat ik redelijk introvert ben en soms lichte paniek ervaar omdat ik niet altijd weet wat ik moet doen in een grote groep mensen. M. zij best vaak dat hij zich permanent kut voelde. Dit zij hij dan op die momenten dat hij op feestjes alleen wilde zijn en ik ging checken of het wel goed met hem ging. Hij gaf dan vaak een ander antwoord dan wanneer de rest er bij was. Als de rest van de vriendengroep er bij was zij hij altijd dat het goed ging. Hij gaf niet vaak een rede waarom hij zich kut voelde, waarschijnlijk omdat er vaak geen rede was. Heel soms typte hij lange WhatsApp berichten over waar het vandaan komt. Later kwam ik er pas achter dat hij vrijwel niemand persoonlijke dingen vertelt. Ik heb geen idee waarom hij ze mij wel vertelt. Het leek alsof hij de groep mensen wilde ontlopen maar het juist wel fijn vond als ik er bij was. Als hij een tijdje alleen was, of alleen ik er bij. Dan ging hij weer terug naar het feestje om heel luid, aanwezig en blij te zijn. Hij heeft verteld hoe dat meestal niet echt is. Ik denk dat ik de echte blij en de niet echte blij uit elkaar kan houden, ook al weet ik het niet zeker. Deze feestjes eindigde altijd met knuffels. Als iemand van de vriendengroep naar huis ging gaf je iedereen een korte knuffel, want we wisten niet wanneer we elkaar weer konden zien. Misschien was dat alleen iets wat ik en mijn zus deden, geen idee, we vertrokken vaak als een van de eerste. Knuffels met M. waren altijd heel lang, aanzienlijk langer dan met andere van de groep. En heel soms tilde hij me op en vielen we allebei op de grond en kreeg ik de slappe lach.
Het moment dat M. zij dat ik niet met deze jongen mocht appen was verwarrend omdat zijn gedrag van de afgelopen maanden daardoor op flirten leek. Het leek alsof hij jaloers was en me weg probeerde te houden van andere jongens. Dit was het moment dat ik vroeg of hij zijn gedrag kon verklaren. Of het was omdat hij me leuk vond. Ik denk dat ik hem ergens in die maanden leuk ben gaan vinden want het was heel kwetsend toen hij me zij dat hij me niet leuk vond.
Ik vroeg hem of de lange knuffels en het hoofd op schouder ding konden stoppen, als hij dat niet deed omdat hij me leuk vind, dan heeft hij geen goede reden zo te doen. Het zou alleen maar verwarrend zijn. Hij heeft zijn gedrag op dat moment niet uit kunnen leggen en heeft zijn excuses aangeboden voor de manier waarop hij mij het verkeerde idee gaf. Dit is het moment dat ik voor het eerst over deze situatie in mijn schetsboek schreef. Ik voelde me gekwetst omdat hij dingen zij als hoe hij tegen iedereen waarmee hij goed bevriend is zo doet. Ik voelde rot omdat ik afgewezen was, omdat er zo weinig toelichting was en omdat ik bang was dat dingen zouden veranderen.
3 dagen later zag ik hem weer, net als een groot deel van de vriendengroep. het was een van de eerste warme zomer avonden en we zaten met zijn alle bij een klein strandje met een kampvuur. Hij had wiet gerookt, hij word daar heel moe van. Ik zat naast hem omdat dat de enige plek was waar plek was. Ik wilde hem niet ontlopen, dat leek me kinderachtig, dus ik zat naast hem. Uiteindelijk lag hij met zijn hoofd op mijn schoot. Ik heb hem daar laten liggen omdat het best comfortabel was (en deels omdat ik niet wist hoe veel wiet en drank hij op had en ik niet het risico wilde lopen dat hij over me zou overgeven als ik hem probeer te verplaatsen.) Hij had beloofd niet meer zo te doen, het lukte hem niet. Een aantal weken later had hij me vertelt dat dat gebeurd was omdat zulk soort dingen zo vreselijk lang heel normaal waren, dat het gebeurde uit gewoonte. Hij moet me vast vervelend gevonden hebben, ik heb vreselijk vaak aan hem gevraagd waarom dat gebeurde als hij zegt dat hij me niet leuk vind en als hij zegt niet meer zo te doen.
Ik was gefrustreerd en wilde uitleg. Een deel van de uitleg kam op een later feestje. Dat feestje was top, het was in mijn huis, heel veel mensen bleven slapen, ik heb voor het eerst wiet gerookt. Ik vroeg hem om uitleg, dat was een lang gesprek met veel stiltes en frustratie met als eind conclusie, hij had geen idee waarom zijn gedrag zo aanhankelijk en knuffeltachtig was. Ik vroeg hem of hij het me wilde vertellen als hij het wel wist. Tot mijn grote verbazing was dat dezelfde avond, direct nadat we allebei wiet gerookt hadden. Ik had niet het idee dat de wiet bij mij echt iets deed, ik had geen idee hoe ik het moest inhaleren omdat ik nooit eerder had gerookt. Bij hem merkte je dat de wiet zeker wel had gewerkt. In dat gesprek zij hij dat hij me leuk vond maar dacht dat een relatie niet kon worden. Hij heeft verder altijd ontkent dat hij dat gezegd heeft. tijdens dat gesprek lag hij weer met zijn hoofd op mijn schoot en had hij mijn hand vast. Ik heb geen idee hoe lang het gesprek duurde. Uiteindelijk was ik verbaasd over hoe hij in een soort baby houding op mijn bed lag. Ik heb een 1 persoons bed en hij lag in de breedte, hij is heel lang. Ik was verbaasd over hoe dat paste. Ik weet niet wat hij daarop zij, iets over dat hij dan maar in de lengte ging liggen. Ik zat in kleermakers zit en zijn hoofd lag op mijn schoot toen hij rechtop ging zitten, tegen me aan viel en uiteindelijk op een of andere manier half op me lag. Lag echt super comfortabel, was helemaal niet ongemakkelijk. Ik had iets gezegd over hoe zijn haar vreemd ruikt, niet verkeerd vreemd, maar wel vreemd. Later zij hij iets over hoe we iemand uit de vriendengroep beneden heel luid hoorde praten. Deze persoon praat heel vaak luid en zelfverzekerd en we irriteren ons daar allebei aan. Uiteindelijk ben ik weg gegaan want ik hoorde iemand op de trap en raakte in paniek omdat ik dit niet goed kon uitleggen. Ik denk dat hij daarna een tijdje op mijn bed heeft geslapen. Geen idee, het duurde best een tijdje voor hij weer terug was bij de andere mensen.
Later die week hoorde ik dat hij iets heel onaardigs had gezegd tegen een van mijn beste vrienden op die avond. Iets over hoe hij van plan was te blijven slapen, in mijn bed, er waren toch niet genoeg lichtbedden en hoe hij de volgende ochtend zou zeggen dat dat nergens over ging. Daar kwam het op neer, het waren niet zulke charmante woordkeuzes. Later zij hij dat het sarcasme was. Ik heb geen idee. Hij zegt wel vaker dingen tegen jongens uit de vriendengroep terwijl hij andere dingen tegen mij zegt over hetzelfde onderwerp. Net als hoe hij tegen de rest zegt dat het goed gaat en tegen mij zegt dat het permanent kut gaat en hij niet weet waarom. Ik was niet lang boos hier over. Het was niet iets dat hij letterlijk tegen mij zij. Hij was niet nuchter, wat geen rede mag zijn, maar het maakt het een beetje geaccepteerder. Ik wil geen ruzie met hem hebben, het maakt dingen complex omdat ik best vaak ruzie met hem heb gehad uit frustratie door zijn onduidelijkheid. Als hij iets doet dat super lullig is wil ik er wel wat van zeggen, ook al worden dingen dan complexer. Hij kan niet op zo’n manier over me heen lopen. Hij mag niet denken dat dat oké is. (Dit was 17 mei, ongeveer een maand na het eerste gesprek over dit gedoe)
Hij praat weinig omdat hij vaak moeite heeft om dingen te verwoorden. Hij is ook heel impulsief dus kan de dingen die hij doet vaak niet verklaren en alsnog vraag ik vaak om verklaring. 2 van zijn beste vrienden die ook in dezelfde vrienden groep zitten hebben me vertelt dat hij waarschijnlijk zo twijfel achtig doet door voorgaande relaties. Ik zeg relaties ook al waren dat niet echt relaties, hij is 2 keer op een hele lullige manier afgewezen en veel te lang aan het lijntje gehouden door mensen die veel te twijfel achtig waren. Zijn vrienden dachten dat hij of, hun gedrag onbewust kopieerde, me daarom vaak afwees maar zijn gedrag toch aanhankelijk bleef (aanhankelijk is echt een vreselijk woord). Of, dat hij me wel leuk vond maar bang was voor een relatie omdat dat eerder mis ging. Ik hoopte voor dat tweede. Ik besloot geen vragen meer te stellen, hij wist de antwoorden meestal niet, en af te wachten.
Dingen waren niet meer hetzelfde zoals in het begin omdat er te veel moeilijke vragen gesteld waren en te veel discussies. Dingen leken wel weer te worden zoals ze in het begin waren want hij vertelde me weer lange verhalen over de dingen waar hij zich rot over voelde. Ondertussen waren de eerder genoemde discussie/ruzies/complexe situaties redelijk lang geleden. Lang geleden genoeg om er op een heldere manier op terug te kijken. Hij wist zelf niet waarom hij zich richting mij gedroeg op de manier zoals hij dat deed, het hoofd op schouder leg ding, alles voor ik vragen ging stellen. Ik denk nu dat dat kwam, niet omdat hij me leuk vond, maar omdat hij zich kut voelde. Mijn aanwezigheid zou dat beter maken. Het was simpelweg alleen dat hij iemand nodig had toen hij zich kut voelde.
Het vervelende aan deze situatie is dat als hij zich kut voel ik er ben en als ik me kut voel, dan loopt hij weg. Omdat hij niet weet hoe hij er voor me moet zijn en omdat hij bang is dat ik dan weer gevoelens voor hem krijg. Dingen werden weer normaler en hij vertelde weer over zijn persoonlijke kut dingen, ik vertelde niet over die van mij omdat dat niet kon. Er was 3 weken terug ongeveer een feestje, ik wilde naar buiten want ik had hoofdpijn. Ik vroeg of hij mij ging, hij stond meteen buiten. Misschien had hij iets daar voor bedacht dat hij even weg wilde van alle mensen. Buiten een rondje lopen had niet meer de “we moeten een serieus gesprek hebben over de verwarring context” en het was echt heel chill. We dachten allebei dat we een ongeveer 3 kwartier weg waren, dat bleek ander half uur te zijn. Ik vertelde hem toen hoe oneerlijk het was dat hij zijn persoonlijke zooi aan mij vertelt als hij zich rot voelt, net zoals hij in het begin deed en hoe ik dat niet kon doen. Op dat moment voelde ik me heel kut, dingen op werk waren stressvol en hoofdpijn struggles waren aanweziger dan ik had gehoopt en verwacht en ik had wat miscommunicatie met de eerder genoemde luide persoon uit de vriendengroep. Voor alle verwarring, als hij zich kut voelde ging hij met zijn hoofd op mijn schouder liggen en dat deed hij vaak dus ik denk dat hij zich daardoor minder kut voelde. Ik zat in een situatie waar ik behoefte had aan een knuffel omdat alles fucking chaos. Ik had hem nodig om te zeggen dat het goed kwam. Dat kon niet omdat er te veel gedoe was geweest. Dat hij dat wel kon doen en het daarna niet andersom kan voelde oneerlijk. Hij zij dat hij het begreep en vroeg wat hij moest doen en vertelde hoe hij bang was dat ik weer gevoelens voor hem kreeg. Ik zij dat ik behoefte had aan een knuffel vanwege alle chaos. Daarna werd er niks meer gezegd er was alleen een hele lange knuffel, zeker 5 minuten. Het was intens, denk ik, dat verwoord het niet goed. Hij had me heel stevig vast en ik was zo vreselijk blij en emotioneel en opgelucht omdat het eindelijk leek alsof dingen goed zaten. Deze keer definitief goed zaten.
2 weken terug was ik op vakantie met dezelfde vriendengroep als alle feestjes. Op de eerste dag, de dag dat we aan kwamen in het grote huis in the middle on nowhere van Noord Frankrijk, zij hij iets dat lullig was. Ik weet niet eens meer wat. Ik heb hem vertelt dat het lullig was. Hij reageerde heel afstandelijk. Ik begreep het niet omdat dingen weer goed waren. Ik dacht dat dingen weer oké waren en hij deed boos en afstandelijk. Ik wilde hem daar op wijzen zonder er een groot ding van te maken.
Op de tweede dag had ik nogal veel alcohol op, een drankspelletje (bussen) liep niet echt in mijn voordeel. Ik deed mee aan nog een ronde maar had gezegd dat ik ging slapen als ik weer in de bus zat, dat gebeurde. Hij nam de bus van me over. Ik was al opgestaan om te gaan slapen. door het opstaan voelde ik me super misselijk. Ik ben naast de wc gaan zitten, hij kwam checken of het goed ging. Toen de misselijkheid weg gezakt was ben ik met hem en een andere vriend naar buiten gegaan. We hebben een lange tijd buiten gezeten om een heuvel tussen graanvelden. Er waren geen lanteren palen en de lucht was zo helder dat je de melkweg kon zien. Ik was vreselijk moe door de alcohol en omdat het denk ik 3 uur ‘s nachts was. Ik heb vrijwel de hele tijd met mijn hoofd op zijn schouder gelegen. Het verbaasd me dat dat niet eerder gebeurd was voor dingen complex werden. Ik heb 2 keer aan hem gevraagd of hij dat goed vond. Dit was niet helemaal een niet overwogen impulsieve dronken actie. Hij vond het oke. Ongeveer een uur later die avond toen iedereen pyjama’s aan had en op zijn slaapkamer was kwam ik hem tegen in de woonkamer toen ik een glas water ging halen. Ik zij dat ik een knuffel wilde. Na bijna elke discussie van de afgelopen maanden was er een knuffel, het was een soort bevestiging dat hij niet of niet meer boos was. Om een of andere stomme rede had ik meer bevestiging nodig, die middag was er een kleine discussie en het sterren kijk ding was niet genoeg bevestiging. Het was een stomme vraag, het maakte dingen opnieuw complex. Zijn antwoord was “het is overduidelijk dat je nog gevoelens voor me hebt”, waarop ik direct zij “ja klopt, ik ben niet nuchter genoeg om het hier over te hebben” daarna ben ik weg gelopen. Ik had dat niet moeten zeggen. Ik heb er over nagedacht, of ik nog gevoelens voor hem heb, ik denk het niet. Ik word boos op vrijwel iedereen die hem kwetst en wil er voor hem zijn als hij zich kut voelt, als hij mijn aanwezigheid toe staat. Ik hoop heel erg dat ik hem dingen kan vertellen als dingen weer chaos zijn en dat ik met mijn hoofd op zijn schouder kan liggen als ik weer dronken ben. Ik wil geen relatie met hem, ik denk dat dat dan betekend dat ik geen gevoeld voor hem heb.
Ik heb hem dit vertelt, de dag nadat ik hem gelijk gaf over gevoelens hebben. Ik was echt te dronken toen ik dat zij. Ik ben beter in schrijven dan praten, ik heb het uitgetypt en gewhatsapp (was denk ik ook een fout) met de vraag of we het daar de volgende dag over konden hebben, het was al heel laat en vrijwel iedereen lag op bed. Ik had verwacht dat hij het zou lezen en dat ik de dag er nou verder zou toelichten waarom de dingen die ik zij toen ik dronken was niet klopte.
Hij reageerde meteen op WhatsApp, de manier waarop ik naar hem kijk zou anders zijn dan hoe ik naar de andere jongens kijk. Hij geloofde me niet. Hij wilde me niet meer spreken. Ik moest doen alsof hij niet bestaat.
Er waren nog 4 vakantie dagen over waar hij me negeerde tijdens het ontbijt als ik wilde vragen of hij het pak sinaasappelsap wilt aangeven. Ik snap wat hij zegt over de manier waarop ik hem aankijk, hij interpreteert dit verkeerd. Ik snap waarom door wat ik zij wat ik dronken was. De eerste 2 dagen ging ik heel vaak naast hem zitten want hij is een van de weinige die weet van de hoofdpijn dingen die kut lopen. Ik wilde niet heel vaak alleen zitten, weg van het geluid, dus dan ging ik naast hem zitten. Dan had ik niet het gevoel dat ik dingen verkeerd deed als ik niks zij door de hoofdpijn. Ik ging niet naast hem zitten omdat ik gevoelens voor hem heb maar omdat hij de enige persoon is waarbij ik me comfortabel genoeg voel om bij te zijn als ik hoofdpijn heb. De enige persoon waarbij ik niet het gevoel heb dat ik iets verkeerd doe als ik het gesprek niet kan volgen door hoofdpijn of waarbij ik niet fake blij ben als ik me rot voel.
Ik ben bang dat hij definitief weg is. Ik heb hem niet meer gesproken na die maandag avond dat ik zo dronken was (de eerste keer dat ik dronken was gaat meteen). Ik heb hem later wel die dingen geappt. Toen ik heb een paar dagen daarna tegen kwam en hij meteen weg liep heb ik hem geappt over de frustratie (ik was toen weer niet nuchter, ook een slecht idee) Hij heeft na die maandag avond van de vakantie in Frankrijk niet meer terug gepraat.
Er is nu een roddel over dat hij gezoend heeft met een van die meiden die hem zo erg heeft gekwetst. Ik weet niet of het waar is en ben bang dat hij over een tijdje weer gekwetst is en ik ben bang dat hij heel gestresst is vanwege school want hij is niet goed in plannen. Ik maak me zorgen over allemaal dingen waar ik geen invloed op heb want hij wilt me niet meer spreken.
Ik wil dat hij terug komt, dingen kloppen niet als hij er niet is
6 notes
·
View notes
Text
ONDERWERP: BRIEF AAN MIJN FANTASTISCHE (-EX) SUPPORTERS
Een schrijver die niet durft te schrijven.
Een schilder die bang is voor verf.
Zo ben ik, Sammie first time-podcaster, te bang om mijn podcast op te nemen. Gewoon omdat ik bang ben voor mijn stem. Ik denk dat er een rots de waterval in mijn stembanden blokkeert.
Boven die waterval hangt een regenboog hoor, en daar ben ik vanaf gesprongen. Dus nu zweef ik ergens tussen wannabe-podcaster en een bang konijntje in het gras.
Ik was YOUTUBER nog voordat het een werkwoord was. Ik had mijn baan in de zorg opgezegd om me volledig te richten op het maken van online en offline cursussen om de coaching methode die ik zelf heb ontwikkeld door te geven aan andere coaches.
Ik kocht samen met Puck een nieuwe webcam, installeerde wat bureaulampen rondom de camera en praten, praten, praten was al wat ik deed. Over blokkades en hoe je die kan transformeren in talent. Over engelen, over depressie, over creativiteit. Over tieners. Over alles waarvan ik het gevoel had dat het anderen op weg kon helpen.
Maar even serieus: YOUTUBER zijn was in mijn geval vooral continu kijken naar een heel klein webcamrondje en veel, heel veel praten. Ik was dus een van de eerste en nu de wereld is veranderd durf ik het niet meer.
Ik vond de radioshow die ik had een van de leukste dingen om te doen. Ben dol op podcasts, radio luisteren en mijn stem gebruiken.
En toen ging het mis. Ik ging stemmen horen die niemand anders hoorde. Ik zag beelden die niemand anders zag en langzaam aan verloor ik het contact met de realiteit. En geld. Voor eten. Voor huur. Voor elektriciteit. Ik was zo moe, zo naïef en in een iets te vroeg tijdperk geboren nog voordat YOUTUBEN een ‘ding’ werd. Mijn lichaam liet mij in de steek, omdat ik mijn lichaam in de steek liet. Ik preekte voor eigen parochie, wilde vooral mijzelf laten luisteren naar wat ik tegen anderen zei.
In 2012 nam de aardsverschuiving in mijn leven Bijbelse porporties aan. De tralies in mijn hoofd werden fysieke tralies. De depressie in mijn lichaam werd zo duidelijk zichtbaar dat ik opgenomen moest worden in een psychiatrisch ziekenhuis. Voor iemand zoals ik was ‘de psychiatrie’ het kwade in de wereld. Het slechte én het duistere. En toch..
En toch is mijn lichaam naar de tyfus, zijn hersenverbindingen doorgebrand, maar weet ik duidelijker dan ik ooit heb gedaan dat medicatie mijn leven kan redden. Dat ik van een vitaminepilletje de depressie in mijn lichaam niet kan verjagen en weet ik dat hulp vragen een gave is die ik onder de knie probeer te krijgen.
Ik ben het sociaal wenselijke ‘ikje’ dat in mij leefde eindelijk eens zat. Daar kan ik geen pannenkoek van maken en nu ben ik minder aangepast dan ik ooit wilde. Nu krijg ik geld, omdat ik ík ben. Krijg ik hulp, omdat ik dat vraag en weiger ik een verbitterd uitgedroogd besje te zijn dat zichzelf niet kan verteren.
Ik denk vaak aan de mensen die ik via mijn werk ontmoette. Hoe lief, zacht en sterk ze zijn. Hoe zij met druppels en homeopathische medicatie zichzelf en anderen een duwtje in de rug kunnen geven. Hoe ik hoop dat zij wel baat hebben bij de methodes die ik deelde en hoe ik hoop dat ze mij niet verafschuwen, omdat ik nu zelf medicatie neem.
Hoe ik hoop dat ze snappen dat ik niet meer naar de stemmen in mijn hoofd kan luisteren, omdat.. omdat er trauma in zit, maar ook lieverds. Hoe ik hoop dat ze snappen dat ik vaak huil en mensen aankijken moeilijk is geworden.
Hoe ik hoop dat zij de kracht oppakken om naar zichzelf te luisteren en te beseffen dat ze eerlijk zijn. Puur en niet te onderschatten.
Hoe ik hoop dat mijn woorden ze verder brachten, iets dichter bij zichzelf, naar het pure van hun ziel.
Hoe ik hoop dat ik je niet vergiftigd heb met klanken en noten die mij een psychiatrisch ziekenhuis brachten.
En hoe ik hoop dat je mij niet veracht omdat ik nu niet meer geloof dat ik alles in mijn leven zelf creëer. Hoe ik niet meer geloof in.. In wat?
Dat ik in de war ben dus en dat ik mijn religieuze dwangneurose om alles te kunnen verklaren in jouw, mijn leven en dat van de wereld aan het afleggen ben. Omdat ik geloof dat intuitie gebouwd moet zijn op liefde. Vanuit een stam die de aarde lief heeft en dat kleien een groot goed is voor mij.
Ik hoop dat ik je ooit heb geholpen de weg naar jezelf terug te vinden en ik wens je een prachtig jaar waarin je nog dichter bij jezelf mag komen.
Ik ga me wikkelen in een dekentje. Proberen de beginaflevering van de podcastserie op te nemen. De hobbel te nemen en te luisteren naar mijn eigen stem. En te luisteren naar mijn eigen stem.
Liefs Sammie
#durf te zeggen#Story Time#youtuber#coaching#stemmen horen#homeopathie#medicatie#depressie#in de war#ggz#dwangneurose#religie#intuitie#dekentje#podcast#writersblock#creatief#new age#stamboom#kleien#regenboog#waterval#blogger#schrijven#nederlands#psychiatrie#psychiatrisch ziekenhuis
3 notes
·
View notes
Text
Hard werken in zeer warme temperaturen... (zondag 3/3)
Maandag
Een nieuwe dag om te werken met mijn remedialleerlingen. Als eerste wilde ik samenkomen met de jongens van grade 7 waar ik vorige week nog niet mee samenkwam. Ook met hen hadden we ons eerste echte gesprek over de leerling, wat voor persoon hij is, waar hij aan wil werken en welke goede eigenschappen hij hiervoor kan inzetten. Ik ben blij dat er al meer van hun kant komt qua vertellen, want het gaat om hen en niet om mij. Ik ben er om hen te helpen in hun proces. Over een van de twee jongens was ik een beetje bezorgd, want ik hoorde van andere leerkrachten dat hij vaak problemen veroorzaakt in de klas. Hij wordt bestempeld als een probleemkind. Gift is zijn naam. Toen ik hem uit de klas wilde halen, kreeg ik te horen dat hij in een gesloten kantoor van het secretariaat zat, alleen. Volgens mij had hij nog geen enkele les gevolgd en zat hij daar al vanaf de schooldag startte. Hier wilde ik hem dan ook later over ondervragen. De eerste opdracht was dat ze de voorpagina van hun schrift mochten personaliseren. Gift begon te tekenen en was redelijk snel klaar. Ik vroeg hem om te vertellen over wat hij had getekend. Hij had zijn grootste droom op papier gezet: een rockster worden. Ik stelde hem hier wat meer vragen over en hij wil heel erg graag voor deze droom gaan. Hij maakt thuis al zelf muziek en hij wil hard werken voor school, zodat hij volgend jaar naar de 'high school’ kan. Daarna wil hij in Johannesburg muziek gaan studeren. Ik had meteen door dat deze jongen vol ambitie zit. Vervolgens vroeg ik hem hoe het kwam dat hij opgesloten zal in het secretariaat. Hij vertelde dat iemand aan zijn rugzak trok en hij vroeg die leerling waarom hij dit deed. De leerling antwoordde niet op hem en daarom duwde hij de andere leerling op de grond. Leerkrachten zagen dit en hij werd naar het secretariaat gestuurd. Ik vertelde hem dat hij al halfweg was met de manier waarop hij zo’n situatie aanpakte. Assertief zijn en vragen waarom iemand iets doet. Als de persoon in kwestie dan niet antwoordt, ga dan naar een leerkracht en vertel deze ook op een rustige manier wat er is gebeurd. Het verraste me hoeveel hij me vertelde. De eerste keer als hij bij mij zat, zei hij amper iets en zat hij met zijn handen steeds voor zijn gezicht. Vandaag zag ik een totaal andere jongen, eentje waarmee ik aan de slag kan gaan en die wil meewerken.
Ik had nog tijd voor de leerlingen van grade 6 en ik wilde graag starten met de zwakste van de tien leerlingen. Ik zal de leerlingen in groepjes verdelen om op die manier gestructureerd met hen te werken. De twee jongens die ik vandaag zie, hebben heel veel moeite met lezen. Daarom startte ik met de test erbij te nemen die ze vorige week maakte. Ik liet hen het alfabet opnieuw opschrijven in et schrift dat ik hen gaf voor deze lessen. Tegelijk schreef ik het met hen op bord. We gingen verder met het lezen van woorden. Dit ging soms moeizaam. Om te helpen, splitste ik woorden op, zodat leerlingen de klanken zo beter konden herkennen en uitspreken. Dit onderdeel was helaas van korte duur, want plots begon er een stevig onweer. De regen en hagel kletterden uit de lucht en de donder en bliksem gingen te keer. Door het dak dat van golfplaten gemaakt was, hoorde ik de jongens nog maar amper spreken. Daarom zette ik de leesoefening stil en besloot ik om wat spelletjes te spelen. In het remediallokaal staat heel wat materiaal om te gebruiken en dus ook enkele gezelschapspelletjes. Toen het onweer stopte, stuurde ik de jongens terug naar hun klas.
Voor de namiddagactiviteit in Spa Park hebben Anoek en ik weer wat nieuwe spelletjes aangebracht bij de leerlingen. Met de jongste leerlingen hebben we gezelschapspelletjes gespeeld, omdat het toen opnieuw regende. Met de oudere leerlingen hebben we 1-2-3 piano en wolfje wolfje gespeeld.
Maandag gaan we altijd boodschappen voor de hele week doen. Meestal vertoeven we ongeveer een uur in de winkel om zeker te weten of we alles hebben. We kunnen dan rekenen op Tanya an Anthony. Zij wonen in Pendleberry en zorgen elk jaar voor de Belgische studenten. Ze vinden het dan ook helemaal niet erg om met ons naar de winkel te rijden. Toen we uit de winkel kwamen, was het weer heel erg hard aan het regenen. We hebben nog nooit zo snel de boodschappen in de auto geladen. We hadden voor het avondeten pizza’s besteld. Dat was wel handig, want anders moesten we na de winkel nog beginnen koken. Vanaf morgen weer gezonde kost op ons bord!
Dinsdag
Om verder te gaan met de lessen muziek, bereidde ik een les voor over de verschillende instrumentengroepen en welke instrumenten er in deze groepen horen. Ik heb het bij de bekendste instrumenten gehouden en ook stak ik er enkele typische Afrikaanse instrumenten in. Ik maakte een powerpoint om het visueel te maken en nam luisterfragmenten mee van de instrumenten in de powerpoint. Miss Tema wilde eerst nog haar vorige les afwerken, wat geen probleem was voor mij. Ik kon daarna starten met mij les zei ze. Na de pauze kon ik aan de eerste klas mijn voorbereide les geven. Deze les vertel ik over de verschillende instrumenten en de groepen waarin ze worden verdeeld. Zo zijn er de houtblazers, de koperblazers, de snaarinstrumenten, de toetsinstrumenten en de slaginstrumenten. Ik vertelde over de groepen, wat de kenmerken en dergelijke waren, maar ik bevroeg de leerlingen ook. Ik verbeterde hen waar nodig, maar ze wisten ook al wel wat. Telkens als ik over een instrument vertelde, liet ik het instrument horen aan de klas. Er waren vandaag weer enkele leerkrachten afwezig waardoor we ons niet aan het lesschema konden houden. De klas die ik kreeg, had ik dus voor twee uur. Dat was heel lang voor mijn les. Na een tijdje leek de klas verveeld, maar ik wilde natuurlijk alle leerstof zien die in mijn les zat. Tussendoor probeerde ik de orde terug te bewaren, maar dan ging het weer foute bij een aantal leerlingen. Het is een echte uitdaging om in een klas van meer dan 40 leerlingen iedereen mee te hebben. Dat lukt ook niet altijd in een klas van 20 leerlingen. Klasmanagement is hier heel belangrijk, net zoals in België. Maar hier vergt het iets meer moeite, omdat er nu eenmaal ook veel meer kinderen in de klas zitten dan in België. Misschien had ik tussendoor beter even iets anders gedaan, zodat ze niet heel de tijd moesten luisteren. Uit elke les leer ik iets en ik neem het mee naar de volgende keer dat ik zal lesgeven. Je leert van alles dat je doet. Van die les was ik heel moe geworden. Dat klinkt misschien stom, maar dat vreet echt energie om les te geven en je moet telkens weer een opmerking geven over het gedrag van de leerlingen.
Vrijdag ga ik verder met die les bij de klassen die de les nog niet hebben gehad. Ook zal ik vrijdag notities maken en prentjes meenemen zodat de leerlingen het in hun boek kunnen schrijven en zo hebben ze ook een beeld van de geleerde instrumenten. Woensdag zullen we weer physical exercises voorbereiden. Deze moeten één keer per week aan bod komen. Op woensdag heeft elke klas van grade 5 maar een halfuur de les Life Skills. Dus dat komt mooi uit een enkele oefeningen op het sportveld uit te voeren.
In Tekna hebben we meegespeeld met de kindjes; knikkeren, turnen en dansen. Voor we vertrokken, zijn we ook nog bij de baby’s langs geweest.
Woensdag
Zoals ik al zei, zullen er op woensdag fysieke oefeningen gepland worden. Dit kan je zien als lichamelijke opvoeding in België. Ik zou enkele oefeningen voorbereiden voor de drie klassen van grade 5. Op het lesschema staat dat elke klas een halfuur life skills heeft op woensdag. Maar natuurlijk moesten er door verschillende omstandigheden wijzigingen gebeuren in het schema. Daardoor had ik de klassen langer dan een halfuur voor mijn les. Ik startte met een krachtsoefening. Jongens maakten duo’s met elkaar en de meisjes deden hetzelfde. Als ze een partner hadden gekozen, kwam elk duo beurtelings om de opdracht uit te voeren. De opdracht was niet moeilijk. De leerlingen gaan met de ruggen tegen elkaar staan. Enkele meters voor elke leerling is een lijn getrokken. Het is de bedoeling dat de leerlingen elkaar over de lijn krijgen geduwd. Ze mogen geen handen of armen gebruiken, enkel de kracht vanuit hun rug. Zo werden er twee groepen gecreëerd. Met deze groepen speelde ik met de ene klas trefbal. Na een paar keer het spel te hebben stilgelegd, begrepen ze het. En ik zag dat ze van het spel genoten. Ze gingen er helemaal in op. Dat was fijn om te zien. Met de andere klas wilde ik wat anders proberen. Met de twee groepen maakte ik twee cirkels. Deze opdracht draait om vertrouwen en kracht. Iedereen in de cirkel leunt naar achter en door evenwicht te houden, kan iedereen blijven hangen. Twee kringen was misschien wat weinig en wat moeilijk, dus ik liet ze kringen van 10 personen maken. Op die manier liet ik de leerlingen het een aantal keer proberen. Vervolgens maakten we steeds grotere kringen en op het einde maakte we één grote kring. Dit lukte heel even, maar dan vielen de eerste leerlingen op de grond. Om af te sluiten, besloot ik om een spel te spelen dat ze hier al kennen: Open The Gate. Je kan het vergelijken met 'Schipper Mag Ik Overvaren?’, maar dan iets anders. Het is een spel waarbij je moet lopen, want het was niet slecht dat de leerlingen op het einde nog eens alles konden losgooien. De derde klas van grade 5 heb ik niet meer mee naar het sportveld genomen, omdat het veel te warm was geworden. Deze klas zal ik op een ander moment deze week mee naar het sportveld nemen.
Donderdag
Op maandag werkte ik met Amogelang en Matsobane. Vandaag zou ik graag met de overige acht leerlingen aan de slag gaan. Ik heb de leerlingen ondertussen in groepjes verdeeld nagelang hun prestaties van de eerste test. Door deze test werd snel duidelijk welke leerlingen sterk zijn en welke leerlingen zwak zijn. De eerste groep waar ik mee startte, was de sterkste groep. Dit deed ik om te kijken hoe veel vlotter deze les zou gaan tegenover de les met de zwakste leerlingen. De drie sterkste studenten zijn Jonas, Kulani en Thabang. Ik deed dezelfde oefeningen met hen als met Amogelang en Matsobane. De sterkere leerlingen heb ik per 3 gezet en de zwakkere per 2. De volgende leerlingen die ik bij mij nam, zijn Annah en Ebrahim. Hen zag ik na de eerste pauze. Zij zijn ook niet zo’n heel sterke studenten. En een laatste groep is Tshiamo, Ofentse en Sarah. Na de laatste pauze is er nog anderhalf uur les. Maar de pauze was uitgelopen en toen ik ze uit de klas wilde halen, moesten ze net een test van Engels afleggen. De leerkracht zei dat hij ze zou sturen als ze klaar waren met de test. Maar tegen de tijd dat de leerlingen in het remediallokaal aankwamen, wat het nog maar een klein halfuur dat ik had met hen. Dat was te weinig. Dus ik vertelde hen dat ik volgende week 2 maal met hen zal werken. Zo blijf ik toch op schema, want ik wil alle leerlingen een keer per week zien. Dus volgende week zal ik misschien wat moeten schuiven in mijn rooster om alles qua remedial gezien te krijgen. Voor volgende week voorzie ik ook meer oefeningen op papier waar de leerlingen aan kunnen werken. Deze week ging het vooral om lezen en de klanken van de letters i verschillende woorden. Heel belangrijk is dat je het werken afwisselt met af en toe een spel te spelen of te knutselen, zodat de leerlingen de moed niet verliezen en ze graag werken in de remedialklas. Op dit moment ben ik het lokaal nog wat extra aan het aankleden, dus daar volgen binnenkort ook foto’s van.
Vrijdag
Vandaag wilde ik de les over de muziekinstrumenten afronden door notities te maken in de werkboeken van de leerlingen. Ik liet ze eerst een schema maken waar alle groepen werden benoemd. Daarna gingen we in elke groep de correcte instrumenten invullen. Daarvoor had ik een blad voorzien met alle instrumenten op. Die moesten ze dan uitknippen en per instrumentengroep plakken en de naam erbij noteren. Hier gaf ik de nodige instructies bij. Maar dat bleek voor vele leerlingen niet zo een makkelijke opdracht. Deze leerlingen zijn ongeveer 10 jaar oud en normaal gezien geef ik les aan kinderen vanaf 12 jaar. Ik ging er dus vanuit dat deze leerlingen dit wel zouden kunnen, maar dat bleek niet het geval. Ook miss Tema merkte dit en vertelde me dat het leerlingen blijven en nog veel moeten leren. Daarom maakten we voor de twee andere klassen een nieuw werkblad. We knipten alle instrumenten uit, plakten de instrumenten van dezelfde groep bij elkaar en schreven de namen van de instrumenten erbij. Op die manier zouden we veel minder tijd verliezen en waren we er zeker van dat er geen foute namen bij de afbeeldingen werden geschreven. Voor de volgende klassen zouden we deze methode gebruiken. De eerste klas had de leerstof al gezien en moesten dus enkel de notities maken en de papieren in hun werkboek plakken. Dit nam al meer tijd in dan gedacht. Met de overige tijd trok ik met deze klas naar het sportveld. Zij hadden op woensdag nog geen physical exercises gekregen en daar was nu de kans voor. Ik heb ze eerst laten kennismaken met trefbal. Ook bij deze klas heb ik het spel verschillende keren moeten stilleggen en wat regels moeten duidelijk maken. Na enige tijd te spelen, ontstonden er enkele kleine conflicten en het spel ging niet meer zo vlot. De leerlingen vroegen of ze mochten voetballen, jongens tegen meisjes. Er was nog een beetje tijd over en ik liet de leerlingen gedurende de overige tijd nog even voetballen. De laatste klas van grade 5 had de leerstof nog niet gezien. Ik had niet meer veel tijd, want de speeltijd duurde langer dan anders en heel wat leerlingen kwamen te laat in de klas. Daarom heb ik wat voortgemaakt. Ik vertelde over de instrumenten en zorgde ervoor dat de leerlingen zeker de notities maakten en de papieren in hun boek plakten. Als er nog tijd over was, zou ik de instrumenten nog laten horen. Helaas was de tijd al op, dus de luisterfragmenten zijn voor volgende week. Ik maakte ook papieren om in de klas te hangen. Hierop stonden alle besproken instrumenten in de juiste instrumentengroep. Zo zien de leerlingen de instrumenten hangen en kunnen ze er altijd iets over lezen.
Vrijdagavond was het tijd voor een feestje! We organiseerden voor onszelf een foute party met de gepaste outfits en muziek. Op een gegeven moment kregen we ook even gezelschap van enkele voorbijkomende vrouwen die ons vergezelden met het dansen. Heel leuk om te zien dat ze hier zo spontaan zijn en zeker als er muziek aan te pas komt. De perfecte manier om het weekend in te zetten.
Weekend
Ook dit weekend liepen de temperaturen weer hoog op. Op zaterdag wilden we eigenlijk naar een zipline hier dicht in de buurt gaan, maar het bleek later dat we daar voor moeten reserveren. Dus we weten al wat doen volgende week zaterdag. In plaats van de kabelbaan heb ik het rustig aangedaan. Wat gerust en wat voor school gewerkt. Op zondag zijn we opnieuw naar het Forever Resort hier tegenover Pendleberry getrokken. Genieten van de zon, afkoelen in het zwembad en een lekkere burger van de keten Spur. De dag werd op een leuke manier ingevuld.
Tot volgende week!
- Bo
0 notes
Text
Het verschil tussen Anorexia en Boulimia
Het verschil tussen Anorexia nervosa en Boulimia nervosa. Ja wat wil ik er over zeggen. Eigenlijk enorm veel. Maar tegelijkertijd ook niks. Toch ga ik er wat over zeggen. Veel mensen zien mensen met Anorexia als graatmager. Zwaar ondergewicht. Echter is dit niet altijd waar. Mensen met boulimia worden gezien als mensen die (vr)eetbuien hebben en dit uitkosten. Dat ze graatmager zijn. Ook niet waar. Ik citeer uit de dikke van dale; ano·rexia (de; v), ano·rexia ner·vo·sa (de; v)
1 psychische aandoening waardoor een patiënt weigert te eten en sterk vermagert bou·li·mia ner·vo·sa (de; v) 1 door psychische problemen veroorzaakte buien van vraatzucht die gepaard gaan met overgeven Niet waar. Niet waar. Niet waar! Is wat mijn hoofd nu schreeuwt. Iets wat veel mensen met een eetstoornis denken wanneer deze uitspraak horen. Een eetstoornis gaat niet over het weigeren van eten. Het gaat vaak om de controle die mensen zoeken in de eetstoornis. Het gevoel dat er geen controle meer is in het leven en deze zoeken in eten. Over boulimia nervosa kan ik uren lang praten. Iets wat ik jullie niet aan ga doen. Maar toch ga ik er (weer) wat over zeggen. Het is namelijk niet zo dat iedereen met boulimia compenseert door te braken. “Compenseren; De benuttigde hoeveelheid ‘recht trekken’ “ Dit kan namelijk ook zo zijn dat iemand met boulimia compenseert door;
- Overmatig sporten - Niet meer tot nauwelijks eten (streng diëten) - Dieetpillen benuttigen - Laxeerpillen benuttigen Dit is iets wat ik misschien al 100 keer aan je heb verteld. En dat ik hier opnieuw blijf herhalen. Misschien vind je het irritant worden. Maar ik zal je uitleggen waarom ik dit nu voor 101ste keer vertel; Het is namelijk zo dat ik niet braak. Het frustreert me mateloos dat 99% van de bevolking dit wel denkt. Zo kan ik me ook goed voorstellen dat mensen met anorexia zich mateloos storen aan het feit dat 99% van de bevolking denkt dat je zwaar ondergewicht moet hebben om anorexia te hebben. Hier de DSM-5; Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders Dit is de criteria waar je aan moet ‘voldoen’ om gediagnosticeerd te worden. De DSM-criteria voor anorexia nervosa: Anorexia nervosa, dat voornamelijk adolescente meisjes en jonge vrouwen treft, wordt gekarakteriseerd door een verstoord lichaamsbeeld en excessief diëten wat tot ernstig gewichtsverlies leidt, met intense angst om dik te worden. De criteria zijn: A. Het beperken van de energie-inname ten opzichte van de energiebehoefte, resulterend in een significant te laag lichaamsgewicht voor de leeftijd, de sekse, de groeicurve en de lichamelijke gezondheid. Een significant te laag gewicht wordt gedefinieerd als een gewicht dat lager is dan het minimale normale gewicht of, bij kinderen en adolescenten, een lager gewicht dan wat minimaal wordt verwacht. B. Een intense vrees om aan te komen of dik te worden, of persisterend gedrag dat gewichtstoename verhindert, zelfs al heeft de betrokkene een significant te laag gewicht. C. Een stoornis in de manier waarop de betrokkene zijn of haar lichaamsgewicht of lichaamsvorm ervaart, een onevenredig grote invloed van het lichaamsgewicht of de lichaamsvorm op het oordeel over zichzelf, of persisteren in het niet onderkennen van de ernst van het actuele lage lichaamsgewicht. Ik citeer nogmaals; Een significant te laag gewicht wordt gedefinieerd als een gewicht dat lager is dan het minimale normale gewicht of, bij kinderen en adolescenten, een lager gewicht dan wat minimaal wordt verwacht. Ik wil even benadrukken dat minimaal verwacht gewicht er nog steeds kan uitzien als ‘gezond gewicht’
De DSM-criteria voor boulimia nervosa: Boulimia nervosa (BN) wordt gekarakteriseerd door frequente episodes van overeten (eetbuien) gevolgd door compenseergedrag, zoals braken (zelf opgewekt) om gewichtstoename te vermijden. De criteria zijn: • Herhaalde episoden van eetbuien. Een eetbui-episode wordt gekenmerkt door beide volgende kenmerken: 1. Het eten in een bepaalde tijd (bijvoorbeeld twee uur) van een hoeveelheid voedsel die beduidend groter is dan de meeste mensen in zo’n periode zouden eten onder gelijke omstandigheden. 2. Het gevoel tijdens de periode geen beheersing over het eten te hebben (bijvoorbeeld het gevoel niet te kunnen stoppen of geen beheer te hebben over wat en hoeveel hij of zij eet);
• Herhaald ongepast compensatiegedrag om gewichtstoename tegen te gaan, bijvoorbeeld het opwekken van braken, misbruik van laxeermiddelen of andere medicijnen, vasten of overmatige lichaamsbeweging;
• De eetbuien en het compensatiegedrag treden gemiddeld minimaal één keer per week op gedurende een periode van drie maanden;
• De lichaamsvorm en het lichaamsgewicht hebben een onevenredig grote invloed op het oordeel over zichzelf;
• De stoornis treedt niet uitsluitend op tijdens episoden van anorexia nervosa. Hierboven staat niks over ondergewicht. Simpelweg omdat dit niet gekoppeld word. Zo ben ik iemand die gediagnosticeerd is met boulimia nervosa maar doe ik niet aan braken of heb ik geen ondergewicht. Sterker nog ik heb licht overgewicht. Licht overgewicht en een eetstoornis? Ja dat lees je goed. Ook al betwijfel ik of ik nog steeds de diagnose boulimia nervosa heb, aangezien ik al meer dan een jaar eetbui vrij ben, was ik wel gediagnosticeerd met boulimia terwijl ik overgewicht had / heb. Maar Iris? Je zegt net dat je geen eetbuien meer hebt gehad , heb je dan nog wel een eetstoornis? Ja, jammer genoeg heb ik nog steeds een eetstoornis. Ik hoor nog vele eetstoornis gedachtes door mijn hoofd. Ik moet nog steeds een uur eerder opstaan om een ontbijt naar binnen te ‘werken’. Ik vecht nog steeds met mezelf over voedingsinname, gewicht, lichaamsbeleving en ga zo maar door. Maar waarom ik begon met het schrijven van deze post lees je hier onder;
Ik was/ben een meisje met een eetstoornis. Ik vecht nog steeds tegen een eetstoornis en ik wil een leven zonder een eetstoornis. Niet meer denken aan kcal inname en niet meer huilend voor een spiegel staan. Kunnen eten zonder paniek aanval. Kunnen eten met vrienden zonder bang te zijn wat andere van mij denken. Ruim een anderhalf jaar geleden werd ik opgenomen in een regionaal gezondheidsinstituut. Nee geen kliniek. Ja wel een opname. Nee niet om aan te komen. Sterker nog ik had overgewicht. Ik hoefde niet aan te komen. Nee dit is niet iets wat mijn eetstoornis mij iedere dag verteld. (ja ook) Maar dit was ook een feit. Ik werd opgenomen om mijn voedingspatroon te doorbreken. Om ervoor te zorgen dat ik de juiste hoeveelheid voeding binnen kreeg. Om er voor te zorgen dat ik 6x per dag zou eten. Ik werd opgenomen om “af te kicken” van de hoeveelheid laxeerpillen die ik per avond benuttigde. Ik werd opgenomen op een afdeling waar mensen ECT kregen voor hun depressie. (ECT is Elektro Convulsie Therapie, dit is een therapie vorm waarbij mensen schokjes krijgen door hun hersenen om bepaalde dingen te vergeten) Op deze afdeling heeft de behandel kliniek waar ik in behandeling was 2 bedden ter beschikking. Op de kamer naast mij lag een meisje met Anorexia Nervosa met zwaar ondergewicht. Toen ik aankwam op de afdeling had ik verwacht dat mijn koffer gecontroleerd zou worden. Dus ik liet mijn laxeerpillen thuis. Echter werd dit niet gedaan. Wat ervoor zorgde dat mijn eetstoornis enorm hard schreeuwde dat ik een domme trut was voor het niet meenemen van mijn laxeerpillen. Ik geloof dat op de 2e dag een diëtiste langs kwam. Een super lief mens. Ik vertelde haar wat ik dagelijks at. Waardoor we samen een ‘eetplan’ konden samen stellen. Achteraf gezien was dit nauwelijks wat maar tijdens het eten van deze maaltijden raakte ik keer op keer in paniek. Ik kan uren gaan vertellen over deze opnamen maar ik ga niet tot in de detail treden. Wat ik er wel over wil vertellen is als volgt; Dit is iets waar ik nooit eerder eerlijk over ben geweest maar toch ga ik het doen. Ik merkte dat de eetstoornis veel vrijheden had. Ik kon tussendoortjes skippen of weggooien zonder dat er op gecontroleerd werd. Hoewel er bij de patiënte met anorexia bij iedere maaltijd iemand naast zat had ik nauwelijks toezicht. Ik mocht zo na 3 weken ook verhuizen naar de afdeling met minder toezicht. Echter is dit het stomste ooit geweest. Het enige wat me kon schelen was dat ik naar huis wilde. Ik was klaar met de nutteloze therapieën en de maaltijden. Zodra ik op de andere afdeling kwam wist ik dat het einde in zicht was. Dit zou betekenen dat ik nog maar 3 weken zou moeten verblijven. Ondertussen mocht ik eindelijk in het weekend naar huis. Het eerste weekend nam ik dan ook meteen mijn laxeerpillen weer mee naar de afdeling. Ik wist dat ik niet gecontroleerd werd, dus mijn eetstoornis maakte hier maar al te graag gebruik van. Ook wist de eetstoornis in mij de diëtiste zo aan t lijntje te houden dat ik niet hoefde op te hogen. Ik leefde nog van 1 beschuit bij t ontbijt en 1 boterham bij de lunch tot een halve maaltijd bij het avond eten. Tussendoortjes en toetjes gooide ik weg in de prullenbak op mijn kamer. Zoals je waarschijnlijk kunt raden dropte mijn gewicht in deze week enorm. De diëtiste dacht dat dit kwam door het ‘normale’ voedingspatroon. Maar ik wist dat dit niet waar was. Week 2 op de nieuwe afdeling (week 5 van de opname) vond de eetstoornis dat ik niet genoeg was afgevallen. Dus ik begon te sporten op mijn kamer. Ik wist dat ik niet gecontroleerd werd. Ik at alleen nog maar ‘veilig’ beleg. Terwijl ik beter wist. Mijn lichaam was moe, ik werd verplicht om naar de therapieën te gaan maar was dood moe. Ik wilde niet gaan. Ik moest sporten van de eetstoornis. Week 3 op de nieuwe afdeling was ook mijn laatste week van de opname. Ik gebruikte weer laxeerpillen, at nauwelijks en skipte therapie om af te vallen. Ik verloor zo op 5 dagen 2,5 kilo. De inval diëtiste kwam vragen wat er gebeurt was. Ik hield mijn lippen stijf op een. Het zou mij NIET gebeuren dat de opname werd verlegt op het punt dat ik naar huis mocht. NO WAY. Van de eetstoornis mocht ik niet spreken. Zo gedacht zo gedaan. 2 dagen later ging ik naar huis. Op vakantie. Na de vakantie werd ik behandeling genomen op de 3e daagse deeltijd. Ik had ingezien dat ik dit geen leven was dus wilde er volledig voor gaan. Maar tegelijkertijd was ik enorm bang wat mensen van mij zouden denken. Dat mensen mij te dik vonden om een eetstoornis te hebben. Wat ervoor zorgde dat ik compenseerde door overmatig te sporten. Na een paar weken in behandeling merkte ik dat er een verschil werd getrokken tussen mensen met ondergewicht en mensen met overgewicht. Zo werd er enorm moeilijk gedaan wanneer iemand met ondergewicht 0.5 kilo afviel in een week. Terwijl dat ik 1 0.7 tot 1 kilo per week afviel en hier niks over gezegd werd. Dit zorgde ervoor dat ik me niet gehoord voelde, waardoor ik nog meer ging compenseren. Ik liet mijn eet lijst verlagen, en compenseerde nog meer. Ik sportte 2 uur na therapie en stond eerder op om ‘s morgens te sporten. Nog steeds werd ik niet gehoord of gezien. Ik werd boos. Ik heb zoveel gesprekken gehad met de therapeuten. Keer op keer kreeg ik te horen dat ondergewicht gevaarlijk was. Laat me een ding vertellen. Overgewicht is ook gevaarlijk. Dit ging weken door tot ik op het punt kwam dat ik het nut van de behandeling niet meer zag zitten. Ik wist dat ze me niet zomaar naar huis zouden laten gaan. Dus mijn eetstoornis speelde weer een spel met mijn omgeving en de therapeuten. Ik deed alsof ik at, alsof ik mijn gewicht steeds meer kon loslaten, deed me voor alsof alles goed ging. Zo gezegd zo gedaan. Mijn behandeling werd 5 weken eerder afgebroken. Inmiddels zijn we een 53 weken verder en knok ik nog steeds met een eetstoornis. Nog steeds gaat de eetstoornis zijn eigen gang. Probeer ik er oprecht tegen in te gaan. Ook al is dit enorm moeilijk. Ik ben vast beraden om dit allemaal te stoppen. Leren te genieten van t leven en niet meer bezig zijn met eten. Gelukkig helpt stage mij hier enorm in. De kinderen zorgen ervoor dat ik even de gedachtes vergeet en kan doen waar ik het meeste van hou. Met dit verhaal hierboven wil ik zeggen dat mensen met een eetstoornis vaak pas serieus worden genomen zodra en ondergewicht is. Dit is iets wat niet zou mogen. Iedereen heeft evenveel recht op behandeling. Moet net zoveel gezien worden. Een eetstoornis draait niet om gewicht. Dit is iets wat (mijn) therapeuten vaak zeggen toch zie ik het handelen er niet naar. Het is iets wat me enorm frustreert. Doordat dit vaak voorkomt voelen mensen zich niet gezien of gehoord. Terwijl een eetstoornis vaak draait om gehoord en gezien worden. Ik ben van mening dat iedereen recht heeft op evenveel aandacht, op evenveel therapie. Mijn hart zou dan ook oprecht een sprongetje maken wanneer dit gebeurt. Wanneer er geen onderscheid word gemaakt in diagnose en/of gewicht.
Het is nooit mijn bedoeling geweest om deze post zo enorm lang te maken. Maar dit moest van mijn hart af. Dankjewel voor het lezen van deze enorm lange post. Betekend veel voor me.
xxx Iris
p.s.
Graag wil ik nog zeggen; Maak niet dezelfde fout als mij als je in behandeling bent. Probeer eerlijk te zijn tegen je therapeuten en omgeving. Ik ben anderhalf jaar verder sinds de start van mijn behandeling en nog steeds heeft de es controle over mij i.p.v. andersom. Gebruik je tijd en therapie nuttig en probeer zo hard als je kunt te genezen van deze verschrikkelijke ziekte.
9 notes
·
View notes
Text
One
Astora
Volledig in het zwart was ze. Iedere dag weer keek ik achter haar schouder om of ze al besloten had wat kleur te geven aan haar leven. Maar het enige wat niet zwart aan haar was behalve haar spierwitte gelaat waren de zilveren ringen die ze opzichtig droeg aan haar eveneens bijna melkwitte linkerhand. Een grote ring in de vorm van een schedel zat om haar middelvinger en een kleinere ronde ring zonder afwijkingen zat strak om haar ringvinger. Ze had lange slanke vingers die als je erop ging letten constant in beweging waren. Het leek wel of haar vingers een verhaal vertelden maar niet helemaal wisten wat ze moesten doen. Het meisje keek even op en stak haar handen diep in de voorste zakken van haar leren jasje. Het was nou ook niet bepaald warm deze ochtend. In de verte kwam lijn 73 aanstormen, een grote wolk van opspattend regenwater achter zich aanslepend. Ik zette een stap naar voren en kwam naast haar staan…Ze rook naar de ietwat zure lucht van nat geworden leer, net als ik. Heel even keek ik naar haar ogen die ze meteen neersloeg en als twee standbeelden stonden we te wachten tot de bus tot stilstand was gekomen en de deuren sissend open vielen.
Gisteren was ze iets eerder dan ik bij halte drie. Zoals gewoonlijk in het zwart en toen ze me zag meende ik even te zien dat ze glimlachte. Het is ook wel gek dat wij twee de enige wachtenden zijn die lijn drie gebruiken om weg te komen uit het dorp. Ik ging naast haar staan en voor het eerst keek ze me aan. Ze had groene ogen….Weer iets ontdekt dat niet zwart kleurde hoorde ik mezelf denken. Ik stak mijn hand uit en noemde mijn naam. Wat een rare naam hoorde ik haar zeggen om er meteen achteraan te voegen dat ze het wel een mooie naam vond. Ze klonk spontaner dan ik ooit daarvoor bedacht had bij het zien van haar sombere uitstraling. Ik ben Astora klonk het net toen ik dacht dat we wederom zwijgend naast elkaar zouden wachten tot de gifgroene bus haar deuren voor ons zou openen. Ik keek haar weer aan, maar ze zakte door haar knieen en tuurde met licht dichtgeknepen ogen naar de overkant. Zie jij dat ook, vroeg ze zonder omhoog te komen. Ik probeerde haar zichtbaan te herleiden naar de overkant, maar zag niks bijzonders. Ik zie niks, zei ik al turende. Ze kwam overeind en keek me aan….Dan wordt het niks. De bus stopte met piepende remmen en ze stapte in. Ik bleef even verbouwereerd staan en de chauffeur keek naar buiten. Net toen hij de beide deuren weer wilde sluiten stapte ik naar voren en liet de beste man weten dat ik toch wel mee wilde naar de stad. Een man moet zijn wilde ideeen kwijt tenslotte.
Ik liep al wiebelend door het smalle gangpad langs Astora. Ze keek niet op en leek verzonken in gedachten. Net als alle andere dagen van de week dat we bij elkaar in de bus zaten. De orde was hersteld leek het wel. Het dagelijkse reisritme tot aan mijn werkkamer. Ze ging eruit bij het centraal en ik bleef zitten tot aan de Baltras toren. De toren waar mijn eigen domein ook op zeven hoog was ontsproten door een teveel aan centen. Ik had nooit durven dromen dat ik hier nog eens mijn intrek zou nemen, maar het was me na jaren van ploeteren tussen kale bedompte kantoorwandjes plotsklaps gelukt om die ene belangrijke roman te schrijven. Tussen de free-lance ellende en de krantenschnabbels door. Toen mijn persoonlijke leven net uit elkaar gespat was door het plotselinge vertrek van mijn eerste grote liefde ging mijn dwang om alles te noteren een bijna neurotisch eigen leven leiden. De uitgeverij was er zeer content mee dat het me slecht ging. De frustraties, de wanhoop en de talloze sprankjes hoop waren plots gebundeld in een krachtig verhaal. De tweede, een biografie brak alle records en de derde roman maakte me financieel onafhankelijk. En nog steeds mocht ik niet in een snelle sportwagen rijden….Bij gebrek aan een rijbewijs. Dan maar een eigen stek aan de Slanger was de gedachte. De Slanger die constant schepen af en aan liet komen. Vanuit mijn eigen “schrijfcapsule” keek ik er elke dag weer geboeid naar…..Hallo Herman, is er nog post voor me? Hey Klone….Krijg jij nog post dan? Dat is toch niet meer van deze tijd. Weemoedig zuchtte ik, nee dat is helaas niet meer van deze tijd. Net als het feit dat hij nog steeds in het dorp woonde en zich structureel onttrok aan al die social meetings overal in de stad. Hij was een buitenstaander gebleven….Eentje die het vandaag ook niet zag.
Soms gaat een mens aan zichzelf twijfelen. Het was eigenlijk de bedoeling geweest om te overnachten in zijn “schrijfcapsule”. Hij legde net de laatste hand aan zijn volgende literaire werpeling met de duistere titel….Als de maan ook gaat slapen. Morgen ging het naar de uitgever en over een maandje of twee mocht iedereen zich een oordeel vellen over zijn jongste gevecht tegen de demonen in zijn hoofd. Zijn zevende alweer sinds de grote ommekeer. En toch besloot hij tegen negenen naar huis te gaan. Hij was moe en hij was getriggerd door een paar woorden van een meisje in het zwart. Morgen zou hij het vragen. Vragen wat ze nou eigenlijk bedoelde. Maar thuisgekomen had hij het bed niet meer bereikt.
Haastig werd de oude leren motorjas van de kapstok getrokken. De man die normaal nooit echt op de klok keek moest zich plots haasten om een bus te halen. De Astora-lijn had hij lijn 73 al omgedoopt, althans in zijn hoofd. Hij sprong op zijn fiets en trapte zich suf naar halte drie. In de verte zag hij Astora al staan. Althans, daar leek het op. Nog maar tweehonderd meter….Een dikke spray van water kletste tegen zijn rug toen de bus voorbij raasde. Shit! Nog feller ging hij op de pedalen staan. De remlichten van de bus gloeiden op in de verte. Hij kon de uitlaatgassen al ruiken. Nog een tiental meters te gaan. Hij kon de reclame op de achterkant al bijna lezen toen hij gesis hoorde. Een bekend geluid. Hij wierp dramatisch zijn oude fiets in de berm en rende als een malloot een paar meter achter de vertrekkende bus aan. Toen de conditie hem noopte tot stilstand en hij opkeek zag hij een lange ranke vinger door de achterruit. Er zat een zilveren schedel omheen.
Klone
2 notes
·
View notes