#ik wil hier niet eens over NADENKEN
Explore tagged Tumblr posts
Note
Mooi overzicht van koosnaampjes 😁. Helemaal eens met jouw idee over wat cringe is en wat niet :p. Verschilt wel ontzettend per deel van NL en "laag" van de bevolking. Heb vriendjes (en schoonouders, brrr) gehad die me moppie noemden (nadruk op gehad ;)). En vriendinnen die Binkie tegen hun vriend zeggen. En als ik naar Max kijk -en laten we eerlijk zijn, de meesten zullen je lijst gebruiken om hun fanfic meer "authentiek" te maken- denk ik dat hij in de categorie valt die moppie onironisch gebruikt :p.
DOE ME DIT NIET AAN DOE ME DIT NIET AAAAAN
6 notes
·
View notes
Text
Dialogue intérieur
“Zo, beste vriendjes van de Nederlandse taal! Laten we eens aan deze nieuwe week beginnen. Het weekend hangt ongetwijfeld nog in jullie lijf en toch gaan we al wat nadenken. Jarno, steek jij je gsm even weg? Dan kunnen we erin vliegen.” Maandag. Het eerste lesuur. Iedereen heeft zich er ooit doorgesleurd. Niemand heeft er essentiële levenservaringen aan overgehouden. Behalve dan de vervelende referentie-ervaring dat er weinig pijnlijkers bestaat dan maandagochtendlessen. En wat stinkt hier toch zo?
Er zit nog een mandarijn in mijn rugzak. Al bijna twee maanden, denk ik. Dat realiseer ik me vlak nadat de leerkracht mij heeft aangemaand om mijn gsm weg te stoppen. De geur die opstijgt uit mijn tas doet me even kokhalzen. Het is een geur die ik al een paar dagen in een mildere vorm heb opgepikt, maar die ik steeds aan andere bronnen toeschreef. Had Hasan zich weer niet gewassen? Was dit de mondgeur van Mira, het meisje dat er verder onberispelijk uitzag? Die lijfgeur van Aziaten, waar ik weleens over had horen spreken, rook die zo? Nu schaam ik me voor mijn enigszins racistische vooronderstelling, bij de ontdekking dat ik met een stomme mandarijn zelf de oorzaak van de geurhinder blijk te zijn.
“We hebben ondertussen al best wat taalbeschouwing besproken. Ik hoop dat jullie tegen het mondelinge examen nog voldoende weten op te rakelen over onze lessen rond argumentatieleer, Griekse en Latijnse woorddelen en de verschillende tekststructuren. Literatuur kan er altijd nog wel bij, lijkt mij. Daarom heb ik vandaag een les voorzien over twee interessante fenomenen uit de internationale literatuurgeschiedenis. Ik wil het vandaag met jullie namelijk hebben over de stream of consciousness aan de ene kant en over de écriture automatique aan de andere kant. Is er iemand die al een van deze beide begrippen kent?” Natuurlijk niet. ‘t Is Nederlands, zot. Dat is al moeilijk genoeg. Wat komt gij nu met Engelse en Franse termen doen? Vertel gewoon nog wat over die gezellige Guido, die gij en uw collega’s van Nederlands altijd noemen. Dan kan ik nog slapen.
Mijn zusje Halime heeft niet geslapen. Ik dus ook niet. Mijn vader ook niet en eigenlijk is dat waarom Halime en ik niet geslapen hebben. Mijn zusje is drie, dus het kan ook gewoon een slechte nacht geweest zijn, maar mijn vader was weer boos op alles en iedereen. Hij sloeg op de tafel, was luid naar de televisie en stampte veel en hard met zijn voeten op de grond. De slaapkamer van mijn zusje en mij is direct boven de televisie. Papa is boos omdat de mannen op tv niet doen wat hij wil. Zo krijgt hij geen geld. Er was wel geld, want papa en mama hebben alletwee een job, maar omdat papa niet alleen zijn eigen geld aan de televisie geeft, maar ook het geld van mama gebruikte, is mama naar een ander appartement verhuisd. Volgende week slaap ik weer bij mama. Daar slaap ik beter. Ik weet nu al dat ik dan weer goede toetsen zal maken.
“Deze manier van schrijven kan je altijd en overal. Je hebt alleen een potlood of een balpen en een stuk papier nodig. Dan zet je de punt op het blad en begin je te noteren. Of je zet je vingers op een toetsenbord, dat kan natuurlijk ook. En hier komt het leukste van alles: je mag alles schrijven! Niets is verkeerd! Alles wat in je opkomt mag op het witte vlak terechtkomen, er zijn geen foute woorden of zinnen. Spring je in het midden van een zin naar een ander idee? Geen probleem! Wil je ineens in het Turks beginnen te schrijven? Doe gerust … AYSE. - Wakker worden, meid, we gaan gewoon door, hé! - Of heb je geen zin om een woord af te maken? Dan begin je toch gewoon met een ander woord! Alles mag in de écriture automatique! Weet iemand trouwens waar Noor uithangt? Is die onderweg of blijft ze weer thuis?” Zou die van Nederlands al doorhebben dat ik er niet ben? Of geeft hij zoals altijd gewoon zijn les, zonder aan de afwezigen te denken? Zou er zelfs iemand mijn afwezigheid opmerken? Denkt er wel iemand aan mij, op dit moment?
Daar rijdt de trein van 8.39u. Ik heb hem net gemist. Op een dag lig ik tussen spoor en wiel. Het klinkt dramatisch en zo bedoel ik het ook. Op dat moment zal mijn grootste wens ingewilligd worden: er niet meer zijn. Niet zijn. Geen pijn. Mijn hoofd is zo vol. En ik ben bang. Van alles. Van iedereen. En als ik dat aan iemand wil uitleggen, dan stop ik al, nog voordat ik ben begonnen. Ik wéét gewoon dat niemand mij zal begrijpen. Ik heb ze trouwens allemaal al gezien: de knikkende hoofden, de wegdromende ogen, de opgehaalde schouders, de van medelijden omlaag krullende mondhoeken. Nooit ben ik al klaar met mijn verhaal en altijd zijn zij toch al klaar met hun oordeel. Ik heb er schijt aan. Nochtans heb ik vorige week tegen die gast van Nederlands gezegd dat ik geen tof weekend zou hebben. Ik vind het wel spijtig dat ik net zijn les mis. Hij heeft een paar maanden verteld dat hij ook heeft geworsteld, dat hij ook diep heeft gezeten. Als hij tijd zou hebben, dan zou ik graag eens wat langer met hem spreken. Maar hij is altijd direct weg en dan nog: hij blijft een leerkracht. Daar kan je …
“Kan iemand eens een bericht naar Noor sturen? Jarno? Neem die gsm er maar weer even bij. Stuur dat die van Nederlands vraagt of ze het weekend heeft overleefd. En zeg maar dat ze mij er zelf over mag vertellen als ze hier voor tien uur is. Is ’t verzonden? Wilt ge dan maken dat die gsm weer weg is? Nee, mopje, Jarno. Bedankt om te sturen. Geef de factuur maar aan ‘t secretariaat. Bon, waar waren we? Ah juist! Stream of consciousness!”
Fuck, een bericht. Van Jarno. Al een geluk dat hij stuurt en niet tegen me spreekt: die gast stinkt! Huh? Die van Nederlands vraagt naar mij. Hm. Goed dan, vandaag krijgt hij nog. Maar morgen spring ik. Tenzij hij me be
4 notes
·
View notes
Text
Fight Night - Ontroerend goed (kijkbezoek theater)
Fight Night is een interactief theater waarbij je niet alleen toeschouwer bent, maar zelf een invloed hebt op de voorstelling. Vijf acteurs worden gepresenteerd als kandidaten in een bokswedstrijd over acht rondes. Iedereen in het publiek krijgt een stembakje om na elke ronde hun stem uit te brengen, waardoor we de loop van de voorstelling bepalen en uiteindelijk de winnaar kiezen.
Het interactieve aspect van de voorstelling, waarbij het publiek de loop van het verhaal bepaalt, zorgt meteen voor spanning en nieuwsgierigheid. De donkere peignoir die de acteurs aanvankelijk aan hebben brengt je meteen in de sfeer van een bokswedstrijd. Dit wordt ondersteund door de vierkante vorm van het podium en de speciale micro die boven het podium hangt. Het is donker, de afwisseling van muziek en stilte bouwt de spanning op. De kandidaten worden in een spotlight gezet, waardoor ze als sterren voorgesteld worden, die het in de arena tegen elkaar zullen opnemen. De speaker is de eerste die verbaal contact maakt met het publiek. Zijn kledij en manier van spreken geven de alure van een grote show mee. Deze scene had mijn aandacht meteen beet en creëerde grote verwachtingen.
.
Later kon de voorstelling deze verwachtingen toch niet helemaal inlossen voor mij. Het geheel vorderde voor mij nogal traag, waardoor mijn aandacht soms afzwakte. De acteurs bleven erg in een "ik ben aan het acteren"-vorm spelen, waardoor ik nooit helemaal in het verhaal gezogen werd.
Inhoudelijk vond ik het wél een sterk concept. Vanuit een ervaring stelt het het systeem van de democratie aan de kaak. Tegelijk confronteert het je met je eigen keuzes. De stemrondes boden geen duidelijke context of inhoudelijke standpunten, waardoor ik gedwongen werd te kiezen op basis van een eerste indruk en sympathie. Hier was dit zeer duidelijk, maar ook in de realiteit zal dit mijn keuzes meer beïnvloeden dan ik zelf wil geloven.
De eerste keer waarbij ik het gevoel had dat iemand echt mijn stem hed gewonnen, was bij een gedachte-experiment dat een kandidaat voorstelde: wat als iedereen nu op mij stemt, en we halen 100%, dan zou voor de eerste keer in de geschiedenis, iemand echt de stem van het volk vertegenwoordigen. Ik vond dit een mooie gedachte. Er zat voor mij een stuk hoop in. Wat als we allemaal voor hetzelfde zouden gaan, wat zouden we dan kunnen bereiken? Ik stemde erop. We haalden 25% van de stemmen. De genuanceerde, "laat ons niet te erg van stapel lopen"-kandidaat, kreeg de meerderheid achter zich. Dit was een confronterend moment voor mij. Ik zie er voor een groot stuk de maatschappij in terug. Voor mij lijkt een keuze maken, denkende vanuit het geheel, een evidentie. Toch lijken veel mensen op elkaar te zitten wachten om de eerste stap te durven zetten.
Fight Night heeft me doen nadenken over hoe keuzes soms tot stand komen. Vaak is het kiezen tussen gemak, en je diepere waarden volgen. Zo ben ik bij de laatste stemronde blijven zitten en heb ik gestemd voor de laatste kandidaat. In plaats daarvan had ik mijn bakje kunnen inleveren, en zo aangeven dat ik het niet eens ben met het systeem. Ik deed het niet, uit gemakzucht. Dat is zeker een gedachte die blijft hangen. Wat doe ik allemaal, en vooral wat doe ik niet, uit gemakzucht.
Toch voelde het alsof het stuk soms de grenzen van die confrontatie niet volledig opzocht. Het had me harder kunnen pushen, me uit mijn comfortzone kunnen trekken om echt onze overtuigingen te verkennen. Misschien had het wat eerder en vaker de grenzen kunnen opzoeken, zodat de confrontatie meer naar de oppervlakte kwam. De rebel in mij kon naar mijn aanvoelen meer geprikkeld worden.
0 notes
Text
Mark Thompson
Ben verzeild geraakt in de eerste wereldoorlog, en dan het oostfront. Ik kende het al een beetje van mijn beklimming van de Monte Grappo, waar bovenop een of ander monument ligt, maar ik heb vorige week een boek gelezen van Theo Toeback over Kobarid, ook wel bekend als Caporetto.
Het schijnt dat Italianen nog steeds net zo op Caporetto reageren als Asterix en Obelix op Alesia. De Italianen zijn er volkomen in de pan gehakt, omdat de Duitsers één keer de Oostenrijkers hielpen, met gifgas.
En toen wilde ik meer lezen over die periode en heb ik Gemini gevraagd (kan ook Mistral zijn) of er romans zijn uit die tijd. Een Italiaanse Reis naar het einde van de nacht (Céline, voor wie dat niet meer weet). Nog niet gevonden, er zijn wel gedichten van ene Ungaretti, maar ik kwam uit bij White War van Mark Thompson. Dat had ongelofelijk goede kritieken en dat snap ik wel nu ik ongeveer halverwege ben.
Daar zit een hoofdstukje dat de ideeëngeschiedenis van de frontale aanvalsoorlog beschrijft. Sinds de Amerikaanse burgeroorlog waren de verdedigingstechnieken nogal verbeterd. Met prikkeldraad en een machinegeweer hou je eigenlijk iedereen tegen. Dat paste niet in de militaire traditie en die verzon de **attacque à l'outrance**. Het was vooral de bedoeling dat soldaten tot het uiterste (de dood) gingen, de generale staf bleef gewoon lekker 40 kilometer van het front warm zitten lunchen elke dag.
Nu kun je zeggen dat die militairen allemaal incompetent waren, en dat waren ze natuurlijk ook, maar er zat ook wel een mensbeeld achter. Thompson noemt dat het vitalisme (we zijn inmiddels overgeschakeld naar Italië) en dat komt erop neer dat actie zalig maakte en nadenken vooral niet. Het futurisme is daar de artistieke tak van.
Ik vond het treffend om te lezen, omdat ik een overeenkomst zie met het uiterst rechtse (domrechts, volgens Sander Schimmelpenninck, maar ik wil een beetje afstand houden) gedachtengoed. Dat heeft ook een hekel aan onderzoek naar de waarheid. Dingen zijn gewoon zo en daar met je mee aan de slag. Angst voor vrouwen heeft er ook iets mee te maken. Daar was ik verbaasd over. Ik snap dat incels nu hun angst om eeuwig maagd te blijven uitleven bij FvD, maar ik dacht dat in de 19e eeuw mannen nog gewoon de baas waren.
We hebben het hier over de periode tussen de "dood van God" en die van de mensenrechten. De aanbidding van stoere mannen met weinig gedachten, maar veel daadkracht heeft het gat gevuld. Daar hebben we nogal wat slachtpartijen aan overgehouden. Poetin zit trouwens weer aardig op die lijn.
Maar we hadden het over Mark Thompson. Ik ga weer verder lezen.
0 notes
Text
IN HET UNIVERSUM VAN ROBERT SCHUIT IS NIETS WAT HET LIJKT
![Tumblr media](https://64.media.tumblr.com/58ad5e22719e782da072c84b3aa215e6/8801190e99c84bc1-a8/s540x810/9a0cd3a2cddfeb413c07239000184b55853f95b2.jpg)
Iedere ingeving, elk idee, een of andere gedachteflits, alle inspiraties. Of eigenlijk verschillende hersenkronkels, kunnen leiden tot scherpzinnige tekeningen. Uitgewerkte schetsen van afwijkende dwarse gedachten. Althans die niet aan de normale norm toegeschreven worden. Tenminste wat de grootste gemene deler in de samenleving voor gewoon houdt. Een uitbeelding volgens de regel, gemiddeld en doorsnee. Dat zijn de tekeningen van Robert Schuit alleszins niet, gangbaar en gebruikelijk. Deze zijn zeker niet middelmatig, uitdrukkelijk wel contemplatief. Schuit beschouwt de wereld om hem heen en spiegelt deze in zijn werk. Iedere opmerking, elke overdenking wordt vertaald in een beeld dat die realiteit ontloopt. Maar serieus in ogenschouw nemend rammelen de uitingen niet, het tekent af wat er speelt in cryptische omschrijving.
![Tumblr media](https://64.media.tumblr.com/ba92351c99d26985bd58b4d2783fc82c/8801190e99c84bc1-50/s640x960/cfec56ebc695dbef6e28cd83108aef016f18b882.jpg)
Een enkele tekening is wel melig, of te flauw voor woorden, smakeloos. Maar iedere schets heeft een diepere grond. Een gelaagde betekenis. Elke aanleiding is niet zo lacherig als dat het op papier komt. Schuit is een sarcast, een criticaster. Hij is een (be)spotter, een muggenzifter en mierenneuker. Schrijf ik dit, verkneukel ik me bij de gedachte hoe hij dat zal uitbeelden. Het blijft echter niet enkel bij het tekenen van de gedachte, ook beschrijft hij de ingeving. De tekening is een illustratie bij de tekst. Het staat niet los van elkaar, het is één geheel. De tekening geeft geen uitleg van de tekst of andersom. Beeld en woord vormen een niet van elkaar te scheiden kunstwerk.
Robert Schuit tekent de klare lijn. Zijn tekeningen geven een duidelijk beeld van de hersenkronkels die hem beroeren. De tekst geeft daar geen uitleg bij, maar is er een aanvulling op. Het één kan niet zonder het ander. Sommige gedachten vallen meteen in, andere spinsels hebben langer nodig begrijpelijk te worden. Maar voortdurend trekt er dan een glimlach om de mond wanneer de ontdekking daar is. Wanneer je ontdekt wat de diepere laag onder de oppervlakte van het zichtbare is. Een enkele tekening is ook wel plat en meteen duidelijk, waar de andere je zet tot nadenken om de betekenis te achterhalen.
![Tumblr media](https://64.media.tumblr.com/466b717ca363369d3d7d476c2023d678/8801190e99c84bc1-0a/s540x810/328268af416c72c41a82c3c58fdffdd6d0fbe366.jpg)
Over het algemeen mag zijn waarheid dan flauw en melig zijn, door de kritische pen van Schuit wordt het beeld daarvan geestig en spitsvondig. Hij tekent op het scherpst van de snede en legt de vinger op zere plekken. Het doet zeer, het schuurt en schaaft. Het is wel te lullig, maar is altijd kernachtig weergegeven. Maar al te vaak zie ik mezelf in de spiegel. Vind ik mezelf terug in de bespiegeling van Schuit, althans weerklinken mijn alledaagse bedoeningen erin. De normaal ge(d)achte wereld om me heen neemt de tekenaar met een korrel zout. De realiteit is niet al te serieus genomen, want veel van die door ons genomen werkelijkheid is te belachelijk voor woorden. Schuit heeft dan ook niet voldoende aan woorden en maakt het compleet met beelden.
Die dikdoenerij van de bombastische wereld wil Schuit op de hak nemen. De grootspraak wil hij laten struikelen. Wij moeten onszelf en de ander niet zo serieus nemen lijkt zijn boodschap. In alle ernst, wat is die hoogmoed waard. Het is alles ijdelheid. De tekeningen van Schuit zijn niet esthetisch verantwoord. Niet mooi om naar te kijken, maar wel diepzinnig van uitdrukking. In het interessante beeld draait om de inhoud, niet om de verpakking. Het zijn cartoons, karikaturen. De grap mag dan in de tekening lijken te zitten, de poets is door onszelf voorgebakken. Het boek “Er komt altijd een ei uit” kan met een grimlach bekeken en gelezen worden. Maar eerder zal ik de boer zijn met kiespijn die lacht om de grappen van Robert Schuit, omdat ik mezelf erin herken.
![Tumblr media](https://64.media.tumblr.com/ea8700a7f8a219b1ff2daf29164b25a0/8801190e99c84bc1-6d/s540x810/16fb0f93f8779615e2ea854f6eb72980b51590f8.jpg)
Hij steekt de draak met het leven, ons zijn, mijn wezen. Hier wilde ik citeren, maar dat gaat niet want zoals beschreven is tekst eenheid met beeld. Zonder beeld zijn de woorden niets zeggend. Slaan deze als een tang op een varken. Toch een ingelijste spreuk: “op internet gevonden quotes als eigen wijsheid presenteren is als een dikmaakpak voor de ziel”. Daarvan is de ondertekening doorgestreept en vervangen door ‘- ROBEERT SCHUIT’, waarmee hij het dus zijn eigen wijsheid maakt. En is de typografie de letter zonder beeld, dan kan ik de tekst aanhalen: “wie de bankpas die bij deze pincode hoort vindt mag voor zichzelf iets lekkers kopen: 8692”. Maar noodzakelijk om het werk van Robert Schuit te doorzien en te begrijpen is het zaak het te bekijken. Dat kan onder meer afgedrukt in het boek “Er komt altijd een ei uit”. En tot eind februari 2024 in het echt bij Loopvis in Arnhem. Daar is niets wat het lijkt.
Er komt altijd een ei uit. Robert Schuit, tekeningen. Uitgeverij Jurgen Maas, 2023.
0 notes
Text
Onkruid vergaat niet
Toen ik al een tijdje naar de lagere school ging, druppelde het besef langzaam maar gestaag binnen: er is iets met mij. Misschien is er zelfs iets mis met mij.
Ik moest dingen weten die ik niet wist en soms zelfs meer: ik moest ze ook begrijpen. Hoe je kan begrijpen wat je niet weet, het was me toen reeds een raadsel. Ik begreep zelfs niet waarom ik sommige dingen moest weten. Ik vond ze niet interessant, dus hoezo moest ik daar energie in steken?
Ik was een traag kind in zowat alles dat ik deed. Voeg daar nog eens "niet graag" aan toe en het kon eindeloos duren, tot grote wanhoop van mijn moeder. "Haast en spoed is zelden goed, dat is jouw motto", verzuchtte ze op een keer. Toen vond ik dat niet leuk, ik deed toch ook maar mijn best? Achteraf bleek het veel beter te zijn dan hoe ze mij later zou noemen: lui.
Om terug te keren naar die lagere school waar ik het net over had... Ik geloof dat het in het derde leerjaar was dat we over spreekwoorden en gezegden leerden. Sowieso was ik een fan van woorden sinds ik kon lezen en de wetenschap dat deze woorden in meerdere betekenissen gebruikt kunnen worden, liet een hele nieuwe wereld voor mij opengaan. Het fascineerde mij dat alledaagse dingen ook op een andere, minder voor de hand liggende manier gezegd kunnen worden. Lezen was voor mij het hoogste genot (en dat is het nog steeds, naast dagdromen en nadenken).
In mijn tienerjaren ging het van kwaad naar erger met mij, toch vanuit het standpunt van mijn moeder. Ik voelde mij steeds vaker onbegrepen en behandeld als het kind dat ik steeds minder en minder was en wilde zijn. Mijn vader, waar ik als kind nog bij terecht kon, was ook verloren terrein: alles werd aan moeder doorgebrieft, soms koos hij zelfs vlakaf haar kant. Het gedrag van mijn moeder overnemen van hoe zij met mij omging, bleek succesvol te zijn om mensen kwijt te geraken waar ik anders een goede vriendschap mee had kunnen hebben.
Hoe vaak zat ik niet alleen op mijn kamer, mij af te vragen waarom ik in hemelsnaam op deze wereld terecht gekomen was, als ik toch maar een sta-in-de-weg was, niet waardig om liefde te ontvangen van degenen van wie je dat nochtans zou verwachten. Ach, wat een teleurstelling was ik! Soms stond ik mezelf toe te huilen, toch was verdriet niet het enige wat ik voelde: ik was ook boos.
Kon ik er aan doen dat ik hier nu toch ben? Ik was niet degene die besloten heeft om een kind op de wereld te zetten en er vervolgens niet van te houden! Ergens voelde, of wist, of begréép ik dat het niet mijn fout is. Ik zou zelf het werk moeten doen om er achter te komen wie ik wil zijn en me daarvoor niet verlaten op de mensen die, normaal gezien, betrouwbaar zouden moeten zijn.
"Onkruid vergaat niet", dacht ik plots. Net als onkruid werd ik als teveel, overbodig, een profiteur, niet passend tussen de andere planten beschouwd. Maar wat ís onkruid? Wat voor de ene mens onkruid is, is dat nog niet voor de ander. Om een voorbeeld te geven: een paardenbloem (ook wel pissebloem genoemd) zal voor de ene persoon de smet in diens verder onberispelijke gazon zijn, terwijl een andere persoon deze bloem juist graag zal willen voor de diversiteit, als teken van de rijke bodem, voor de geneeskrachtige eigenschappen,...
In zekere zin noemde ik mezelf onkruid, wat niet wilt zeggen dat ik hierbij de negatieve connotatie overnam: planten die onkruid genoemd worden, zijn vaak sterk. Ze worden vertrapt, verwijderd, met gif bespoten,... toch komen ze terug, of men het nu wilt of niet. Ze leven zelfs op haast onmogelijke plaatsen!
Ik nam mezelf voor: het maakt niet uit hoeveel gif ik te slikken zou krijgen, het maakt niet uit hoe vaak er over mij heen gelopen zou worden, het maakt niet uit hoe vaak mensen mij zouden dumpen. Ik zou mij niet klein laten krijgen, al was het maar om de voldoening te krijgen dat ik hun frustratie zou zien wanneer bleek dat ik voor de zoveelste keer niet bezweken ben aan wat men mij aangedaan heeft. En ondertussen zou ik blijven zoeken naar manieren om te overleven en bij uitbreiding: om te leven. Er is genoeg onkruid in de wereld, dus die zielsverwanten zou ik nog wel tegen komen.
Edit 30/09/2023: onderstaande comic lijkt mij wel passend xD
![Tumblr media](https://64.media.tumblr.com/9311a96439a16880faa88f39587ce48a/db8f04cbfb232fa2-df/s1280x1920/b01b7c2a63a86346af2a2dbbc6ca43725e7075bb.jpg)
0 notes
Text
15-7 Haskerton
Mijn voorgevoel gisteren was juist. Het regende vanaf het moment dat ik mijn servet opvouwde na de lemon parfait.
Ik fietste nog een uurtje door de regen en arriveerde toen bij de Three rivers camping, noem het maar beekjes trouwens, waar de Britse elite van het buitenleven geniet. Je kunt er les in Canadese kano’s nemen en zwemmen zonder verdrinkingsgevaar. De camping zelf bestaat uit een strook gras van pakweg 30 meter breed en 400 meter lang. Ik kreeg mijn plekje helemaal aan het einde van de strook, dus als ik naar het toiletgebouw wilde, liep ik vijf minuten door de regen langs alle landrovers met gepersonaliseerde nummerborden en kampementen die zo uit de catalogus van Noble Outdoorlife komen. Stel je enorme partytenten voor van het merk Coleman met daaronder grote tafels, picknickmanden en wijnkoelers, gecapitionneerde klapstoelen, vuurkorven gevuld met eersteklas gedroogd hout, aan te schaffen bij de receptie, en tot slot kleine slaaptenten. Tot diep in de nacht knalden de kurken (uiteraard worden hier geen blikjes opengetrokken), renden de kinderen rond en zaten de jachthonden elkaar achterna. Ik ben gewend dat het na tienen stil is op de camping, maar dit is een andere wereld.
Maar goed, ik bracht de rest van de middag en avond liggend in mijn tent door, afwisselend De moord op de commendatore van Murakami herlezend, het stokbroodje dat ik die ochtend gekocht had knabbelend en slapend. Ik werd wakker toen de regen stopte en kon nog even fijn mijn tanden poetsen. Ik had dus niet gedoucht en evenmin mijn fietsbroek uitgewassen, want er was geen droger op de camping waar ik de natte spullen even in kon gooien. Die heb je toch niet nodig als met een Landrover vol hutkoffers aankomt tenslotte. Enfin, morgen gaat het lekker waaien dus dan ruikt niemand me, bedacht ik om mijn geweten te sussen.
Vanmorgen word ik iets over vijven al wakker, aan de overkant van de sloot, pardon river, was een boer met machines bezig op zijn land. Ik pak de natte bende in. Ik had gehoopt dat de storm al gearriveerd zou zijn, dan had ik een fijne droge tent gehad, maar het is nog windstil en alles zit onder de dauw.
In Halesworth dronk ik koffie bij een hippe deli met wifi. Zo kon ik meteen een ticket boeken voor de nachtboot van zondagavond (ja, wel drie keer gecontroleerd, echt morgenavond).
Half tien nog maar een koffie in Pease Hall. Ik ben al aardig op weg richting Harwich. Het gaat nu wel harder waaien, maar door al die heggen en bosjes heb ik er relatief weinig last van
In Framlingham staat een prachtig kasteel maar het stadje is onbegaanbaar vanwege de horseshow die dit weekend gaande is. Ik eet een snelle sandwich bij de bakker en ga door.
Om half drie ben ik bij Shrubbery Farm vlak voor Woodbridge. De procedure wordt uitgelegd door middel van bordjes aan de hekken. De hele camping stikt trouwens van de bordjes. Niet de dieren voeren. Voer je oude brood aan de ganzen., ze zullen je hun dankbaarheid tonen.
Maar de procedure dus. Je zoekt een plekje, gaat dan naar de groene schuur en vult het formulier in, stopt het in een envelop, en dan loop je naar het woonhuis en dat gooi je met het geld door de achterdeur naar binnen. Je mag het geld ook overmaken, maar daarvoor ontbreken een aantal gegevens op het formulier. Dus ik bel maar even op en ik mag naar het huis komen.
Daar hangt weer een briefje op de achterdeur: ring the bell, use the knocker, open the door and shout! Terwijl ik dit op me laat inwerken loopt een boze pakjesbezorger voorbij en ik zie dat er een oude dame in de serre zit. Beleefd meld ik me en ik krijg eerst een hele uitleg over het pakje dat niet afgegeven mag worden, daarna gaat het over haar recente hartaanval en tot slot kan ik mijn probleem uitleggen. Ik wil graag contant betalen, maar heb het niet gepast. Ik heb twee tientjes en wil zes pond terug. Eerst krijg ik 60 pence terug, maar daar ga ik niet mee akkoord. Na enig nadenken, erkent ze de fout en krijg ik het juiste wisselgeld. Het formulier wil ze niet aannemen, dat moet in de bus. Ik schrijf er voor alle zekerheid op dat ik contant betaald heb en in welke vorm.
Als ik de tent opzet komt er een man op me af, die me uitnodigt voor drinks. Nou zeg ik, eerst even douchen. OK zegt hij, ik heet Andy en we zitten in het motorhome. Maar als ik daar dan later aanklop, is er niemand. Ik denk dat hij bedoelde, ga je mee naar de pub? Maar waar hij dan kan zitten, ik heb geen idee. Nou ja, mijn drinks komen nog wel vanavond. En die tent was natuurlijk in een minuut drooggewaaid, wat een wind!
1 note
·
View note
Text
![Tumblr media](https://64.media.tumblr.com/225ed6db7a52b75e8bb5d3aaac9f2da0/0b893b02e03bbc66-57/s540x810/1557791289be2c60b2eb32e58ea9ff2bdaa2a3db.jpg)
“Je bent nooit alleen, onze lieve Heer is altijd bij ons”.
Mijn naam is Isaac Pattikawa, ik ben 2e generatie orang Maluku. Mijn vader heet Mesach Pattikawa en mijn moeder heet Batseba Silahoi beter bekend als tante Nene, beide orang Oma. Samen met mijn twee broers en twee zussen ben ik opgegroeid in het kamp Vaassen. Ik ben de jongste van ons gezin. Ik ben altijd een sporter geweest, vroeger bij Molukse verenigingen speelde ik voetbal en volleybal totdat ik bij een evenement in aanraking kwam met de motorwereld. Zo hebben mijn broer en ik ons aangesloten bij Satudarah. Ik was van de first chapter en ben nog steeds trouw aan deze organisatie. Tegenwoordig heb ik de gepensioneerde titel binnen de club waar geen verplichtingen meer zijn. Wandelen is mijn passie. Zo heb ik 14 keer meegelopen met de Nijmeegse 4 Daagse totdat de corona roet in het eten gooide. Vandaag de dag loop ik nog steeds met wandelevenementen mee zowel in Nederland als in België. Soms wandel ik alleen, maar ook wandel ik samen met mede Molukkers uit verschillende wijken zoals bijvoorbeeld met de wandelclub ”Kawan-Kawan Djalan”. Dan lopen we met trots met onze Molukse vlag en dragen we zo onze Molukse identiteit uit. Onderweg is er vaak belangstelling van omstanders waar wij onszelf graag voorstellen en vertellen wie wij als Bangsa Maluku zijn en waar onze vierkleurige vlag voor staat. Ik ben in 2017 benaderd door een goede vriend en wandelmaatje, Francis Janssen, om een wandeltocht van twee a drie weken te maken op het eiland Vanuatu; Pacific Island voor de “Walk Against Impunity”, een wandeling tegen straffeloosheid, opgedragen aan de mensen van Papoea en Maluku die worstelen om vrij te komen van Indonesië. Ik heb hier een week over moeten nadenken en natuurlijk met het thuisfront moeten overleggen. Zo zijn wij op 9 februari 2017 met de vlaggen van Maluku en Papoea op onze rugzakken aan onze reis begonnen. Het was een bijzondere emotionele ervaring. Er was een planning gemaakt voor de weken maar liep het anders dan gepland, het warme welkomst, de bijzondere ontmoetingen, de mooie gesprekken, onverklaarbare gebeurtenissen en zegeningen die we kregen, die je niet kunt plannen. Die kwamen op ons pad en zou mijn vader hebben gezegd; “itu djalan djalan Tuhan”. Ik heb me nooit zo met politiek beziggehouden maar naast de mooie ervaringen van deze wandeltocht is de uitspraak van de zus van wijlen eerste president Walter Lini van Vanuatu mij bijgebleven; “Als je onafhankelijk bent is het meest belangrijke dat er geen ruimte is voor afgunst. We moeten het elkaar gunnen en elkaar niet afvallen”. Deze inspirerende reis heeft mij aan het denken gezet en neem ik alles mee om het hier door te vertellen aan onze bangsa Maluku. Op deze sportieve manier wilde ik een bijdrage leveren aan en het ondersteunen van Maluku en Papoea met hun strijd voor vrijheid tegen de Indonesische onderdrukking. Wat ik mijn generatie mee wil geven is dat je op je eigen manier moeten vechten en zolang het een bijdrage heeft, je dit blijft uitleggen. Wat ik de volgende generatie wil meegeven is dat je met elkaar in contact moet blijven aangezien zij goed bezig zijn. Probeer niet te verzwakken en blijf in jezelf geloven.
0 notes
Text
Chronisch ziek en huishouden
Vandaag wil ik het graag hebben over huishouden en chronisch ziek zijn. Als iemand die zelf chronisch ziek is, weet ik hoe moeilijk het kan zijn om het huishouden bij te houden. Maar met een beetje planning en wat trucjes kan het toch lukken.
Een van de belangrijkste dingen die ik heb geleerd, is om niet afgeleid te worden tijdens het schoonmaken. Het is verleidelijk om tussendoor even je telefoon te checken of om de tv aan te zetten, maar dit kan ervoor zorgen dat je minder productief bent en meer tijd kwijt bent. Probeer jezelf daarom te focussen op de taak die je op dat moment uitvoert en zet alle afleidingen uit.
Een andere tip die ik kan geven, is om niet alles tegelijk te doen. Als je chronisch ziek bent, kan het snel te veel worden als je te veel dingen tegelijk probeert te doen. Probeer daarom je taken te verdelen over de dag, week en maand en plan voldoende rustmomenten in. Het is beter om elke dag een paar taken te doen dan om alles in één keer te willen doen en daarna volledig uitgeput te zijn.
Hier zijn echter een aantal tips die nuttig kunnen zijn bij het plannen van jouw huishouden.
De basis Allereerst is het belangrijk om de basis op orde te hebben. Dit betekent dat je een schema hebt waarin alle huishoudelijke taken zijn opgenomen. Een handige manier om dit te doen is door een lijst te maken van alle taken die gedaan moeten worden en deze in te delen in categorieën, zoals dagelijks, wekelijks en maandelijks. Op deze manier heb je een duidelijk overzicht van alle taken die gedaan moeten worden en kun je jouw energie verdelen over de verschillende taken.
Dagelijks Dagelijkse taken zijn de taken die elke dag moeten worden gedaan. Dit omvat bijvoorbeeld het opruimen van de keuken, het schoonmaken van het toilet en het bijhouden van de was. Het is belangrijk om deze taken elke dag op dezelfde tijd te doen, zodat het een gewoonte wordt en je minder energie hoeft te besteden aan het nadenken over wat er gedaan moet worden.
Wekelijks Wekelijkse taken zijn taken die één keer per week gedaan moeten worden. Dit omvat bijvoorbeeld het stofzuigen van de woonkamer, het schoonmaken van de badkamer en het verschonen van de bedden. Het is handig om een vaste dag in de week te kiezen waarop je deze taken doet, zodat je er een routine van maakt.
Maandelijks Maandelijkse taken zijn taken die één keer per maand gedaan moeten worden. Dit omvat bijvoorbeeld het schoonmaken van de ramen, of het grondig schoonmaken van de keukenkastjes. Het is handig om een vaste dag in de maand te kiezen waarop je deze taken doet.
Tips
Er zijn een aantal tips die nuttig kunnen zijn bij het plannen van het huishouden als je chronisch ziek bent:
Plan pauzes in je schema. Als je chronisch ziek bent, heb je waarschijnlijk meer rust nodig dan anderen. Plan daarom pauzes in je schema, zodat je de tijd hebt om uit te rusten.
Maak een lijst van taken die je kunt uitbesteden. Het kan zijn dat bepaalde taken te zwaar zijn voor jouw gezondheid. Maak daarom een lijst van taken die je bijvoorbeeld kunt uitbesteden aan partner, familie vrienden of thuiszorg.
Gebruik hulpmiddelen. Er zijn verschillende hulpmiddelen die het plannen van het huishouden makkelijker kunnen maken, zoals schoonmaakroosters, reminders en apps.
Thuiszorg Het kan soms gebeuren dat het schoonmaken van je huis niet meer alleen lukt en dat er geen hulp in je omgeving is. Thuiszorg kan je helpen met huishoudelijke taken zoals schoonmaken, stofzuigen en de was doen. Het kan een enorme verlichting zijn als je merkt dat je het niet meer alleen redt.
Het aanvragen van thuiszorg via de Wmo kan via de gemeente waar je woont. Vaak kun je online een aanvraagformulier invullen of kun je telefonisch contact opnemen met de gemeente. Een medewerker zal samen met jou kijken naar de mogelijkheden en de benodigde zorg indiceren.
Het kan soms een drempel zijn om thuiszorg aan te vragen, maar het kan je leven een stuk makkelijker maken. En wie weet, misschien ontmoet je wel een leuke thuiszorgmedewerker die je dag wat extra kleur geeft!
© Liefs Jojo
#ms#chronischziek#multiplesclerose#nah#hersenletsel#multiplesclerosis#braindamage#mswarrior#msfighter#hsct#stamceltransplantatie#hersenen#hersenschade#gedicht#gedichtje#msdiva#schrijfsels#quotes#liefde#quotevandedag#msstrijder#spoonielife#sayings#liefzijnvoorjezef#ziekzijn
1 note
·
View note
Photo
![Tumblr media](https://64.media.tumblr.com/c9fb8fe495e8519667a428f454127a4b/7df6425b3fccb059-78/s540x810/8d7c1eb0a2996dd58eb6f828ca345814ad9b10e3.jpg)
#newin #nieuwbinnen #2ehands #tweedehands Gayle Forman - Serie Mia 1. Als ik blijf - If I stay 2. Wacht op mij - Where she went Wie heeft deze boeken al gelezen? Wat vond je er van? Ik heb volgens mij nog nooit iets van haar gelezen. ............ Inhoud: 1. Als ik blijf Een hartverscheurend mooi verhaal over liefde en verlies, en de moed om de juiste beslissing te nemen wanneer je leven letterlijk in je eigen handen ligt. Het leven van de 17-jarige Mia draait om muziek: ze wil graag naar het conservatorium en haar vriend Adam speelt in een populaire rockband. De toekomst ziet er rooskleurig uit. Maar wanneer Mia met haar ouders en broertje een dagje uitgaat, gebeurt er iets waardoor haar leven in één klap verandert. Opeens zijn al haar keuzes verdwenen, behalve één. De enige die nog telt. Gayle Forman, voormalig journalist en wereldreiziger, maakte internationaal veel indruk met haar debuut 'Als ik blijf'. Daarna volgden nog meer boeken van haar hand waaronder het vervolg 'Wacht op mij' en in het najaar van 2015 'Hier was ik'. Haar veelgeprezen debuut is zeer succesvol verfilmd onder de titel 'If I Stay'. 'Intrigerend!' Youngadultbooks.nl 'Een ontroerend verhaal dat je ook over je eigen leven laat nadenken.' Hebban.nl @hebbannl 2. Wacht op mij Wacht op mij begint drie jaar na Mia's ongeluk. Adam en zijn band zijn inmiddels doorgebroken. Aan de vooravond van hun wereldtournee is Adam in New York, eenzaam en ongelukkig. Sommige mensen denken dat roem alles oplost, maar Adam kan zijn succes niet aan. Om door te kunnen gaan met zijn leven, zal hij eerst zijn verleden moeten accepteren. ............ #instabook #bookstagrammer #bookstagram #bookstagramnl #bookstagrammers #instaboek #boekstagram #boekenwurm #booktrovert #books #reading #dutchbookstagram #bookmail #boekenpost #lezenisleuk #dutchbookstagrammers #dutchbookstagrammer #ya #youngadult #yaromance #yaromancebooks @moonuitgevers @moonyoungadult @uitgeverijthb https://www.instagram.com/p/Cp7jGcioPgY/?igshid=NGJjMDIxMWI=
#newin#nieuwbinnen#2ehands#tweedehands#instabook#bookstagrammer#bookstagram#bookstagramnl#bookstagrammers#instaboek#boekstagram#boekenwurm#booktrovert#books#reading#dutchbookstagram#bookmail#boekenpost#lezenisleuk#dutchbookstagrammers#dutchbookstagrammer#ya#youngadult#yaromance#yaromancebooks
0 notes
Text
Slapen met of zonder kussen ?
Voor veel mensen is het de normaalste zaak van de wereld om met een kussen te slapen. Maar is het goed voor je? Is het nodig om met een kussen te slapen? Een hele goede vraag! Het hangt allemaal af van hoe je slaapt.
Je kussen kan er ook de oorzaak van zijn dat je wakker wordt met nekpijn of rugpijn. Dat komt omdat het kussen soms niet geschikt voor je is. Het kan erg moeilijk zijn om een goed kussen te vinden. Als fysiotherapeut hebben we regelmatig te maken met mensen die fysieke klachten en of slaapproblemen hebben door een verkeerd kussen. Ben je geïnteresseerd in het verbeteren van je slaap en wil je hier meer over weten? Lees dan snel verder.
We zijn gewend aan een kussen.
We slapen al honderden jaren op kussens. In combinatie met een zacht matras en een warme deken is deze moderne manier van slapen een luxe gewoonte geworden.
Slapen zonder kussen is voor velen ondenkbaar. Dit komt omdat we gewend zijn om ons hele leven op één kussen te slapen. Dit wil echter niet zeggen dat ons lichaam niet zonder kussen kan. Het is misschien soms zelfs beter om zonder kussen te slapen.
Welk kussen als je op je buik slaapt?
Lig jij altijd op je buik als je slaapt? Dan is het gebruik van een kussen helemaal niet nodig. Het is zelfs beter om zonder een kussen te slapen. Als buikslaper is het belangrijk dat de nek makkelijk kan ontspannen, en dat je ademhaling zo vrij mogelijk is.
Als je plat op je buik ligt, draai je automatisch je hoofd om tijdens het slapen goed te kunnen ademen. Hierdoor ligt je hoofd zijwaarts op een verhoogd kussen en dit zorgt voor continue stress en spanning op je nek en hoofd. In dit geval is het kussen dus meer een obstakel dan een hulpmiddel.
Kun je zonder kussen echt niet slapen? Dan kun je het beste kiezen voor een zeer dunne variant. Hierdoor blijft de wervelkolom enigszins recht.
Als buikslaper moet je ook zeker nadenken over een goed en comfortabel matras. Je hebt veel matrassen om uit te kiezen, dus het is van groot belang om de juiste te kiezen. Over het algemeen zijn matrassen met een normale hardheid en een hoge elasticiteit, ideaal voor buikslapers. Dit zorgt ervoor dat de wervelkolom in de juiste positie blijft terwijl u slaapt.
![Tumblr media](https://64.media.tumblr.com/a941bde42316bfbffe227ed1221f7590/84c4f52d0e86d427-06/s540x810/b4c6ca24181aba76a035bcdeb18d69ca2bbc72e9.jpg)
En wat dan als ik op mijn zij slaap?
Slaap je doorgaans op je zij, dan is het een verstandige keuze om een hoofdkussen te gebruiken. Als zijslaper leg je je hoofd niet direct op het bed. Dit komt doordat je hoofd op je nek en schouder rust. Een kussen is de perfecte oplossing voor dit probleem.
Door te kiezen voor een hoogwaardig kussen, voorkom je nek- en rugpijn en het risico op artrose in je nekwervelkolom. Kussens die stevig en dik zijn, en de ruimte opvullen tussen je nek en schouder zijn vooral gunstig voor de zijslaper.
Ben je een echte zijslaper en word je vaak wakker met pijn in de heupen? Dan zorgt een klein kussentje tussen de knieën ervoor dat je comfortabel kunt slapen. Dit zorgt er tegelijkertijd voor dat je geen drukpijn op je knieën krijgt.
Welk kussen heb je dan als rugslaper nodig?
Als je graag op je rug slaapt, is een dunner kussen het beste. Een te dik kussen zorgt ervoor dat je kin op je borst drukt. Dit blokkeert de bloedtoevoer, wat spanning in de nek kan veroorzaken. Door een minder dik kussen te gebruiken, krijgt uw nek wel de ondersteuning die hij nodig heeft.
Merk je vaak pijn in je rug als je uit bed stapt of wakker wordt? Dit kan komen door teveel druk op je rug. Door een kussen onder je rug te leggen verminder je deze druk. Het kan ook met je matras te maken hebben. Hoe harder het matras des te platter het kussen.
![Tumblr media](https://64.media.tumblr.com/46b23b529fba110f2cc35680dff78223/84c4f52d0e86d427-85/s540x810/d8035382f78bdd63e2f3309407b445fde1ada4c7.jpg)
De voordelen van een zonder een kussen slapen.
Ben je benieuwd hoe het is om te slapen zonder kussen? Dan kun je dat zeker eens uit proberen. Als je merkt dat het niet naar je zin is, kun je altijd teruggaan naar je oude gewoonte. Slapen zonder kussen kan zeker voordelen opleveren. Zeker voor de buikslapers onder ons. Dit zijn de voordelen op een rijtje;
Verminderen van nekklachten
Minder kans op een onzuivere huid
Minder rugklachten
Het is hygiënischer
Het is goedkoper
De voordelen van met een kussen slapen.
Het liefst slaap je op een comfortabel kussen. Als je slaapt is je lichaam volledig ontspannen, hierdoor kan je hoofd naar voren of achteren kanten. Een kussen ondersteunt in dit geval uw hoofd en nek. Naast deze ondersteuning heeft een kussen nog meer voordelen.
De slaapkwaliteit verbeterd, je slaapt dieper.
Het verminderd stress. Doordat je beter slaapt
Het kan hoofdpijn verminderen.
Het verminderd nekklachten.
Een te hoge oogdruk wordt tegengegaan
Het voorkomt brandend maagzuur.
Conclusie: met of zonder hoofdkussen?
Dit hangt dus volledig af op welke manier je slaapt. Ben je een buikslaper dan misschien beter van niet. Ben je een zij slaper gebruik dan een kussen dat voldoende ondersteuning biedt en de ruimte opvult tussen je nek en schouders. Als je op je rug slaapt is een dun kussen vaak voldoende.
Daarnaast kan een kussen niet alleen ondersteuning bieden aan je hoofd maar ook aan je heupen, knieën en rug.
Heb je nog steeds twijfels ga dan langs bij een gerenommeerde beddenzaak die het aanbied om proef te kunnen slapen. Luister naar de signalen van je lichaam en maak dan pas je keuze. Op deze manier weet je zeker dat je een gezonde nachtrust tegemoet kunt gaan.
0 notes
Text
Alice is dood
Ik zit er mentaal helemaal door. Ik weet niet hoelang ik dit nog volhoud. Wanneer komt het einde in zicht? Mijn beste vriendin is namelijk getroffen door een ernstige digitale ziekte. Ik probeer haar al minutenlang te bereiken maar ze geeft geen enkel teken van sociaal leven. Niemand kan me enige reply geven betreffende haar digitale toestand. Facebook niet, Twitter niet, Instagram niet,… Zelfs dokter Google niet. De hoop op sociaal herstel wordt alsmaar kleiner. De machteloosheid knaagt nog het meest. Ik weet niet meer wat ik moet doen. SIRI! HELP!
Ik zit hier helemaal alleen in de wachtzaal voor leesbevestigingen. Ik loop hier de firewalls op. Is er nu niemand fysiek online die mij kan helpen? Ik weet zelfs niet in welke chatroom ze ligt. Beseft ze wel wat ik doormaak? Ik loop de benen van onder mijn lijf om uit te googelen waar ze is. De vloer in mijn kamer heeft al een zichtbaar afgesleten poolcirkel van het vele ijsberen. Zuidpoolcirkel welteverstaan, want deze ijsbeer is het binaire noorden volledig kwijt. Waarom kunnen mensen toch hoe langer hoe moeilijker communiceren met elkaar? Is het nu zo veel gevraagd om iets te laten weten? Het was wel ergens te verwachten natuurlijk. Het zat er onvermijdelijk aan te komen. Ze ging al lang fysiek achteruit. Haar oogfrequentie om elke vijf seconden naar het scherm te kijken, daalt alarmerend snel. Net als de grootte van haar ooghoeken. Dat evolueert al gauw naar tunnelvisie. Het vreet onbewust aan het sociaal bewustzijn en voor je het beseft, weet je niet meer waar je je gsm hebt gelaten. Hoe kan je nu vergeten te leven?! Ik begrijp het niet. En dat op zo’n sociaal jonge leeftijd. Ik word er intriest van. Binnenkort is ze volledig blind. En dit soort slechtziendheid is viraal besmettelijk. Zelfs potentiële volgers zien haar dan niet meer staan. SIRI! WAAR IS ALICE?!
Er is geen respect en beleefdheid meer voor de virtuele mens. Als de boodschap niet meer aankomt, waar gaat dit dan eindigen? Het doet me wel nadenken over mijn digitaal bestaan. Het sociale leven kan in één seconde voorbij zijn. De ene fractie ben je er en de andere ben je volledig uitgelogd. Als je in reïncarnatie gelooft dan is er nog de mogelijkheid om te terug te keren in een andere account. Tenminste als je niet eerst in de algoritme-hel belandt.
Als ik dood ben, dan wil ik terugkomen als een influencer. Dan word ik tenminste gerespecteerd en dan zal mijn vriendin al een antwoord geven voordat ik nog maar een vraag gesteld heb. DAT is pas communicatie. En als ik dan niet binnen de kwart minuut antwoord, zal ze pas beseffen wat echte vriendschap betekent…
0 notes
Text
Ipv dat er elke dag nieuws is over een fucked up actie van Trump is er nu elke dag thierry/fvd nieuws
#alsjeblieft niet aankloppen met 'biden doet nu ook slechte dingen' ik wil gewoon niet meer nadenken over amerikaanse politiek#ik WEET HET#is dit hoe het voelde om amerikaans te zijn in 2016.... niet een goede vergelijking maar ik sterf echt af als ik zie waar hij mee wegkomt#en k kan nu mn moeder niet lastig vallen met appjes dus uh hier enjoy
1 note
·
View note
Text
'het':
Ik borduurde de volgende zinnen: 'Wil het iets van mij? Moet ik het iets geven? Wil het mij iets geven?'. Het zijn drie regels afkomstig uit een gedicht dat ik enkele jaren geleden schreef. Borduren betekent in mijn geval schrijven met een extreme vertraging. Ik wandelde eens met een groepje in een stad en het gezelschap slenterde zo langzaam dat ik het gevoel kreeg bijna om te kunnen vallen. Bij mijn borduren van zinnen gebeurt iets soortgelijks. Zo ontdek ik soms veel later dat ik een woord verkeerd borduurde: een i werd een t, twee letters werden omgewisseld of ik herhaalde in een zin onbedoeld het laatste woord van de vorige zin. Dat is als een soort bijna omvallen tijdens het lopen. Dat trage wandelen bracht ergernis teweeg, maar deed me ook nadenken over mijn temperament, mijzelf en mijn houding tegenover anderen. Ook dat gebeurt tijdens het langzame borduren. Mijn bezige handen scheppen ruimte om de geest wat te laten dwalen of die juist heel gericht te laten werken. Ik gng nadenken over die drie regels.
'Wil het iets van mij? Moet ik het iets geven? Wil het mij iets geven?'
Plotseling zag ik dat die drie vragen alles te maken hadden met de voorstelling 'Elkaars andere – Pleidooi voor naïeve nieuwsgierigheid', die ik samen met Froukje Reitsema schreef en speel, en met het project 'TING', dat ik ontwikkelde met HW Werther. In de voorstelling is dat 'het' De Ander, in het project is 'het' Het Ding. Dat is natuurlijk de klassieke subject-object tweedeling, sinds Descartes in het Westers denken lang een soort axioma, en vervolgens bevraagd en bestredenl.
De eerste vraag gaat over bewustwording. Iets is gaande tussen dat daar en jezelf; het wordt opgemerkt, gevoeld. Er is sprake van een zeker appèl, dat niet vanuit het subject ontstaat maar vanuit het object. Op verschillende manieren gelezen kan de vraag ergernis of nieuwsgierigheid betekenen, vanuit afweer of juist openheid. Is dat 'het' de Ander die daar voor ons staat, dan is er volgens filosoof Levinas zelfs sprake van een moreel appèl. De tweede vraag gaat over zelfbewustzijn. Hier sta ik dan tegenover dat andere en ik voel de vraag opkomen of ik iets moet doen, zelfs iets moet géven. Het is de eerste stap naar werkelijke interactie, misschien zelfs naar verantwoordelijkheid. De derde vraag is de meest radicale: de mogelijkheid dat dat wat voor mij is mij iets wil geven. Het is een besef zonder oordeel, sterker, het is een toekennen van waarde.
Vul nu voor dat 'het' eens een van de volgende zaken in: de opwarming van de aarde – de scheiding tussen arm en rijk – asielzoekers – maatschappelijke verharding – een nieuwe liefde – zelftwijfel – pijn – angst – eenzaamheid, en als ultieme invulling: de dood. Maar omdat het vandaag 2 januari is vraag ik mijzelf af: Wil dat nieuwe jaar iets van mij? Moet ik het nieuwe jaar iets geven? Wil het nieuwe jaar mij iets geven?
4 notes
·
View notes
Text
Bespreking: De kracht van het nu van Eckhart Tolle
Van De kracht van het nu had ik wel eens gehoord en toen mijn zus een mooie Nederlandse heruitgave van het boek (compleet met gouden letters op de kaft en gouden randjes op de bladzijden) kocht, heb ik het zelf gelezen. Deze uitgave verscheen in 2021 bij uitgeverij AnkhHermes en de citaten en paginanummers in dit artikel komen dan ook uit die uitgave.
De meeste zelfhulpboeken staan bol van uitspraken zoals 'doe dit', 'wees dat', 'probeer dit', 'aanvaard dit', 'verander dat'. Zulke adviezen zijn meestal nutteloos: ze zijn te vaag en in veel gevallen zal je merken dat het dingen zijn die je toch al doet. Heel wat zelfhulpboeken zijn niet veel meer dan boeren- en tegeltjeswijsheden opgesmukt met persoonlijke anekdotes en/of spiritueel taalgebruik. Ten slotte zijn veel zelfhulpboeken contradictorisch omdat ze zowel zelfverbetering als zelfaanvaarding promoten. Dat alles is waarom ik in de regel geen zelfhulpboeken lees.
De kracht van het nu wordt soms als zelfhulp beschouwd, maar lijdt volgens mij veel minder aan de kwaaltjes die ik hierboven opsomde. De kern van de boodschap van dit boek is zo mooi als ze eenvoudig is: wees zoveel mogelijk aanwezig in het hier en het nu, vol overgave, en je zal merken dat het leven alleen maar beter wordt. Dat is 'de kracht van het Nu'. In Tolles woorden:
Zeg altijd ja tegen het huidige moment. Wat kan er zinlozer of absurder zijn dan je innerlijk te verzetten tegen wat er al is? Wat kan er onzinniger zijn dan verzet tegen het leven zelf, dat er nu is en altijd nu blijft? Geef je over aan wat is. Zeg ja tegen het leven, en let er dan eens op hoe het leven plotseling voor je gaat werken, terwijl het je eerder tegenwerkte. (p. 46)
Waarom de kracht van het Nu geen ontkenning van lijden of de waarde van de rede is
Direct zijn er twee zaken in te brengen tegen Tolles pleidooi voor de kracht van het Nu: ten eerste, ontken je daarmee niet dat het huidige moment vaak vreselijk is? Wie wil er 'in het hier en het nu zijn' tijdens een relatiebreuk of direct na het overlijden van een geliefde, bijvoorbeeld? Ten tweede, leidt bewuste aanwezigheid in het hier en het nu niet tot passiviteit, fatalisme en berusting, zowel op persoonlijk als politiek vlak?
Doorheen zijn boek maakt Tolle duidelijk dat aanwezigheid en bewustzijn (dit zijn ongeveer synoniemen in het boek) niet betekenen dat we altijd gelukkig kunnen of moeten zijn. Evenmin zou het moeten leiden tot een soort passieve aanvaarding van elke (persoonlijke of maatschappelijke) situatie. De kracht van het Nu betekent ook niet dat we niets meer kunnen of mogen plannen voor de toekomst, of nooit meer aan het verleden mogen denken.
We kunnen een situatie vreselijk vinden of tegen onrecht strijden en tegelijk toch vol overgave aanwezig zijn in het hier en nu. We kunnen een gebeurtenis uit het verleden herdenken of vooruitblikken op de toekomst, zonder daarom minder aanwezig te zijn in het hier en nu. Immers, zoals Tolle zegt:
Het leven is nu. Er is nooit een tijd geweest waarin je leven niet nu was, en die komt er ook nooit. (p. 59) Er is in het verleden nooit iets gebeurd; het gebeurde in het Nu. In de toekomst gebeurt er niets; toekomstige gebeurtenissen vinden plaats in het Nu. (p. 60)
Herdenking, planning, lijden of nadenken enerzijds en bewuste aanwezigheid in het hier en het nu anderzijds sluiten elkaar niet noodzakelijk uit, hoe gek dat ook moge klinken. Te meer is dit het geval als we aanwezigheid in het hier en nu niet primair cultiveren als noodoplossing, maar als dagdagelijkse praktijk, op aristotelische wijze: "Daarom is het van essentieel belang dat je meer bewustzijn in je leven brengt in gewone situaties, wanneer alles min of meer gladjes verloopt" (p. 83), schrijft Tolle. Wanneer het later slecht gaat, kunnen we er dankzij een geoefende kracht van het Nu beter mee leven.
Wat is tijd?
Tijd is fenomenologisch gezien een raar beest. Je kan tijd niet zien, ruiken, horen, proeven of vastgrijpen. Hoe weten we dan hoe laat het is, of hoeveel tijd er verstreken is? Enerzijds kunnen we kijken naar de klok, anderzijds door gewoon de ervaring dat de wereld geen stilstaand beeld is, dat dingen bewegen en de tijd dus vooruit aan het gaan moet zijn.
Maar wat is dan het verschil tussen beweging (van de klok en andere dingen) waarnemen en tijd waarnemen? Misschien zijn tijd en beweging wel hetzelfde, zoals uitspraken zoals 'de tijd vliegt voorbij' doen vermoeden. Waarom maken we dan nog een onderscheid tussen tijd en beweging? Dit is vooral omdat het praktisch noodzakelijk is: we hebben 'kloktijd' (zoals Tolle het noemt) nodig om te kunnen plannen. Daarom hebben we kalenders, klokken en concepten zoals seconde, minuut, uur, dag, maand, jaar.
Maar het verschil tussen tijd en beweging bestaat toch alleen in onze gedachten, niet in onze ervaring van het nu. Zoals het verschil tussen een roos en een mooie roos alleen in onze gedachten bestaat ('beauty is in the eye of the beholder'), zo is het verschil tussen tijd en beweging slechts denkbeeldig. In zekere zin zien we gewoon beweging en denken we daar dan over dat dit tijd is. Dit is geen probleem, net zoals de ervaring van schoonheid niet problematisch is - integendeel. Het wordt pas problematisch als onze gedachten over de tijd, gedachten over verleden of toekomst (of andere piekergedachten) de aanwezigheid in het hier en het nu in de weg staan.
Waarom is het zo moeilijk om hier en nu aanwezig te zijn? Waarom is het zo moeilijk te stoppen met piekeren?
Ooit hoorde ik van iemand (ik denk Jean-Paul Van Bendegem, maar ben niet zeker) dat religie zoals een mes is: je kan er groenten mee snijden en broodjes mee smeren, maar je kan er ook mensen mee neersteken. Zo het voor religie is, zo ook voor het verstand. Onze cognitieve capaciteiten hebben cultuur, technologie en een rijk innerlijk leven mogelijk gemaakt, maar ze kunnen ook onze ergste vijand zijn. Het verstand, het denken is namelijk volgens Tolle een van de voornaamste obstakels die een bewuste aanwezigheid in het hier en het nu in de weg staan.
Nu weet iedereen wel dat piekeren onaangenaam is en vermijden we het liefst, maar niet altijd beseffen we dat piekeren zelfversterkend is. Zoals een hamer zichzelf niet kan kapot slaan, of een borstel zichzelf niet kan schoonvegen, zo ook kan het (piekerende) verstand zichzelf niet doen stoppen met denken. Integendeel: wie echt aanwezig is in het hier en het nu, denkt gewoon niet. Zo simpel, zo magisch is het!
Heel vaak spreekt Tolle zich uit tegen wat hij 'identificatie met het verstand' noemt: dat is wat er gebeurt wanneer mensen zich onvoldoende bewust zijn van het feit dat ze hun gedachten niet zijn. Door in te zien dat je je gedachten wel hebt, maar ze niet bent ('de denker waarnemen', zegt Tolle) wordt bewuste aanwezigheid in het hier en het nu mogelijk. Het denken is dus een gereedschap, en net zoals elk gereedschap moeten we het voor de juiste doeleinden gebruiken.
Hoe kan je dan wél bewust aanwezig in het hier en het nu worden?
Er zijn zovele manieren, maar een van de meest toegankelijke is uiteraard dat wat door meditatie getraind wordt: gewoon met al je zintuigen je omgeving en je lichaam bewust waarnemen. Soms wordt dit mindfulness genoemd, maar Tolle vermijdt die term bewust: in een video zegt hij als grapje dat dit de indruk wekt dat je je geest (mind) vol (full) zou moeten proppen, terwijl het tegendeel het geval is: bewuste aanwezigheid betekent een volledig receptieve, ontvankelijk-ontvangende en dus 'lege' geest hebben. Dat is waar Meester Eckhart (naar wie Tolle zich vernoemd heeft) al over schreef in de dertiende eeuw:
Maagd betekent zoveel als: een mens die vrij is van alle aangeleerde voorstellingen, zo vrij en leeg als hij was toen hij nog niet was. […] [Een maagd], vrij en niet aan eigenbelang gebonden, is aldoor God even nabij als zichzelf. (bron: Over God wil ik zwijgen pagina's 93 en 95).
In zoverre we er niet verslaafd aan zijn, en in zoverre we ze bewust in het hier en het nu doen, kunnen aangename activiteiten (zoals sociaal contact, wandelen, fietsen of andere buitenactiviteiten, kunst ervaren en creëren, lezen, ja zelfs eten en drinken, tv-kijken, gamen of ander entertainment) ook toegang geven tot de kracht van het Nu.
Bewuste aanwezigheid als manier van leven
De kracht van het nu is geen trucje, wondermiddel of de zoveelste wellnessmethode bovenop yoga, acupunctuur, klankschalen, tarotkaarten of magische edelstenen. Het is een basishouding, iets dat constant beoefend en geoefend kan worden. Het is een basishouding die een goed leven mogelijk maakt. Leef deze basishouding zoveel als je maar kan!
Woorden zijn slechts wegwijzers
Tolles boek heeft niet echt een heel duidelijke structuur, en hij is niet altijd even consequent in het gebruik van verschillende termen. Op zich is dat ook niet zo erg, zolang de boodschap maar duidelijk wordt. Woorden zijn namelijk slechts wegwijzers naar een betekenis, daarom schrijft Tolle herhaaldelijk in het boek zinnen zoals: "Hecht je niet aan woorden. Het zijn maar stapstenen die je zo snel mogelijk achter moet laten." (p. 21) Als andere woorden dan die uit het boek beter werken voor jou, dan moet je die woorden gebruiken.
Het boek is opgebouwd in vraag-en-antwoordvorm, maar het is geen catechese: eerder is het een filosofische dialoog tussen Tolle en een denkbeeldige gesprekspartner. Mooi toch, hoe Tolle de eeuwenoude filosofische stijlvorm van de dialoog nieuw leven in blaast. Hij verwijst ook regelmatig naar spirituele leiders zoals Jezus, Boeddha of zenmeesters. Voor wie een beetje vertrouwd is met stoïcisme, epicurisme, platonisme, boeddhisme, taoïsme en/of mystieke tradities, komen Tolles uitspraken vertrouwd over. Zijn grote bijdrage is dat hij erin slaagt een mooie en toegankelijke synthese te brengen van deze filosofieën, met uiteraard de bewuste aanwezigheid in het hier en nu als centrale thema.
Tolle heeft trekjes van een goeroe, maar hij is er geen: "Ook moet je niet afhankelijk worden van een leraar of meester, behalve tijdens de overgangsperiode, wanneer je de betekenis en beoefening van aanwezigheid leert", schrijft hij. (p. 111)
Zijn en de kracht van het Nu
Tolle koppelt aan zijn betoog duidelijk ook een heel spiritueel, mystiek aspect. Door de aard van het onderwerp is dit misschien het moeilijkst om over te praten of schrijven. Hoe ik dit begrijp is dat de ervaring 'op te gaan' in de wereld, in het moment, in het nu (Tolle spreekt vaak van 'het Zijn') een gevolg is van bewuste aanwezigheid in het hier en het nu. "Als je aanwezig bent, als je met je aandacht helemaal en heel intens gericht bent op het Nu, kun je Zijn voelen" (p. 25).
Wanneer dat gebeurt, kunnen we meer dan ooit tevoren liefde (in al haar vormen) geven en krijgen: "Liefde is geen poort, het is wat door de poort deze wereld binnenkomt." (p. 138) Zo'n liefdevol persoon kan niets dan goed willen voor de wereld. Zij is wat boeddhisten een bodhisattva zouden noemen, een wezen op weg naar verlichting.
Creativiteit en de kracht van het Nu
Zoals hoger gezegd kan men pas echt in het hier en nu aanwezig zijn door niet te denken. Het is ook wanneer men niet denkt, dat creativiteit kan bloeien. Aldus is een levendige creativiteit nog een effect van de kracht van het nu. Tolle schrijft hierover:
Wanneer je een antwoord, een oplossing of een creatief idee nodig hebt, moet je even ophouden met denken door je op je innerlijke energieveld te concentreren. Word je bewust van de stilte. Als je daarna het denken hervat, is het fris en creatief. (p. 130)
Kritiek: cultuurpessimisme en ecologistisch pessimisme
Ondanks de grote kracht van de boodschap van dit boek, waren er toch twee aspecten die ik nogal storend vond.
Het eerste is Tolles neiging naar cultuurpessimisme. Hoewel hij de verwezenlijkingen van de rede niet ontkent, loopt hij niet bepaald hoog op met de toestand van de wereld. Zo schrijft hij onder andere:
Bij veel mensen, evenals in de meeste van de politieke en economische structuren en het grootste deel van de media, is het oude bewustzijn nog zeer sterk aanwezig. (p. 14)
Deze wereld is een afspiegeling van de steeds verder gaande versplintering van het verstand. (p. 27)
Geen enkele vroegere beschaving heeft ooit zoveel lelijkheid voortgebracht (p. 104).
Dat is vreemd, want eigenlijk ging het nog nooit zo goed met de wereld op verschillende vlakken, waaronder materiële welvaart en afwezigheid van geweld. Nu lijkt Tolle dit wel enigszins te nuanceren in een voorwoord (uit 2015) voor zijn boek Een nieuwe aarde, waar hij beseft dat deze negatieve beeldvorming een illusie is die onder meer door de media ontstaat:
Als we uitsluitend afgaan op de informatie die we dagelijks via nieuwsrubrieken en de mainstream media krijgen voorgeschoteld en we de balans opmaken van de toestand in de wereld in dit nieuwe millennium, dan is die verbijsterend negatief. […] Er gebeurt veel positiefs dat niet als nieuwswaardig wordt beschouwd maar dat in feite van veel grotere betekenis is dan al die dingen die iedere dag vanuit onbewustheid worden gedaan.
Een tweede negatieve aspect vond ik Tolles neiging naar wat ik 'ecologistisch pessimisme' noem. Dat is mijn naam voor de (impliciete) opvatting dat de mens slecht is en de natuur goed, zoals beschreven door Maarten Boudry in zijn boek Waarom de wereld niet naar de knoppen gaat. Zoals zovele new age auteurs maakt Tolle zich herhaaldelijk schuldig aan deze bizarre, onzinnige tegenstelling. Zo schrijft hij:
Geen andere levensvorm op deze planeet kent negativiteit, alleen de mens. Er is ook geen andere levensvorm die zoveel geweld en vergif uitstort over de aarde die hem voedt. (p. 185-86)
De mensen doen [lijden] zichzelf en elkaar aan, ook door bepaalde verdedigingsmaatregelen die de aarde als organisme neemt om zich te beschermen tegen de aanvallen van de menselijke waanzin. (p. 219)
Dit slaat natuurlijk nergens op, en dit voor verschillende redenen. Wat er bedoeld wordt met de uitspraak dat "geen enkele andere levensvorm zoveel geweld en vergif uitstort over de aarde die hem voedt" is niet duidelijk, maar in ieder geval is de mens uiteraard niet de enige soort die gewelddadig kan zijn of zelfs de enige soort die een grote impact kan hebben op klimaat en ecosystemen. Sterker nog, hoewel ze inderdaad geen oorlogen voeren, kunnen niet-menselijke dieren vaak veel wreder zijn naar soortgenoten en andere dieren. Iedere katteneigenaar die zijn kat al heeft zien 'spelen' met een muis, weet dit.
Fundamenteler is niet alleen het morele oordeel (natuur = goed, mens = slecht) problematisch, maar het hele onderscheid natuur-mens tout court. Is de mens 'onnatuurlijk'? De mens is een diersoort als alle andere, daarom is hij even natuurlijk als alle andere organismen. Je kan dus niet negatief doen over de mens zonder daarmee ook negatief te doen over de natuur of omgekeerd. De mens maakt deel uit van de natuur en bijgevolg is hij ook natuur.
Het problematische onderscheid natuur-mens (of natuur-cultuur, zo je wil) komt ook tot uiting wanneer Tolle plots in het midden van het boek een merkwaardig esthetisch oordeel uitspreekt. Hij zegt:
Omdat de wereld waarin wij in leven [sic] zo vergaand door het denken wordt beheerst, is het grootste deel van de moderne kunst, architectuur, muziek en literatuur verstoken van schoonheid, van innerlijke essentie. Er zijn maar een paar uitzonderingen. De reden hiervoor is dat de mensen die al deze dingen maken, zich zelfs niet een moment lang van hun verstand kunnen bevrijden. […] Het aan zichzelf overgelaten verstand maakt monstruositeiten, en niet alleen in kunstgalerieën. Kijk maar eens naar onze stedelijke landschappen en naar industrieterreinen. Geen enkele vroegere beschaving heeft ooit zoveel lelijkheid voortgebracht. (p. 104)
Welke "moderne kunst, architectuur, muziek en literatuur" er precies zo lelijk is, leren we hier niet echt uit. In een interview verklaarde Tolle wel dat hij niet hoog oploopt met de meeste hedendaagse popmuziek of met conceptuele kunst. Dat is een mening waar ik het mee eens ben.
Maar ook als het waar is dat er nog nooit zoveel lelijkheid was als vandaag, dan vergeet Tolle te zeggen dat er misschien ook nog nooit zoveel schoonheid was als vandaag. Niet alleen worden er nog altijd vele mooie kunstwerken gemaakt (in absolute aantallen waarschijnlijk meer dan vroeger, simpelweg omdat er veel meer mensen en dus veel meer kunstenaars zijn). Ook als we ons bevrijden van wat ik esthetisch ecocentrisme noem (natuur = mooi, mens = lelijk), wordt de wereld nóg mooier. Tolle beaamt de gangbare indruk dat industriële gebouwen en hedendaagse architectuur lelijk zijn en gelijk staan aan landschapsvervuiling. Je ziet dat oordeel ook tot uiting komen wanneer het argument dat het 'landschapsvervuiling' is, gebruikt wordt in protest tegen de komst van nieuwe windmolens (die ons ironisch genoeg zogezegd zouden moeten redden van al het 'slechte' dat de mens de natuur zou aandoen).
Ik wil dit esthetisch ecocentrisme radicaal in vraag stellen. Bij het aanzien van een grote windmolen, imposante fabriek of reusachtig flatgebouw kan ik soms evenveel schoonheid ervaren als wanneer ik oog in oog sta met de zee, een berg of een bos. Hoe mooi is het niet dat de mens zo'n gigantische, complexe structuren kan bouwen die dan nog eens honderden of zelfs duizenden mensen kunnen helpen voorzien in hun behoeften!
Dat betekent natuurlijk niet dat we fabrieken, appartementen of snelwegen moeten bouwen op natuurgebieden (of omgekeerd, steden slopen om terug plaats te maken voor 'de natuur'). Er circuleert op sociale media een grap waarbij er een machtige bergketen wordt getoond met daarover een tekst zoals: 'wat jammer dat hier nog geen Walmart of McDonald's gebouwd is'. Evenmin wil ik hier zeggen dat ik het niet erg zou vinden als historische stadskernen vernietigd werden om plaats te maken voor winkelcentra, moderne hoogbouw en industrie- en handelsdistricten. Het punt is dat zowel natuur als cultuur (en alle tussenvormen) hun plaats hebben. Het een is niet noodzakelijk mooier of beter dan het andere.
Radicale aanwezigheid
Ik vond het merkwaardig dat Tolle, ondanks zijn spirituele wijsheid en ervaring, er kennelijk niet in slaagt om voorbij de valse tegenstelling mens = slecht/lelijk, natuur = goed/mooi te kijken. Het is aan ons, de lezers, om Tolles eigen inzichten nog radicaler door te trekken. Zo zullen we inzien dat schoonheid overal kan inzitten, mits voldoende bewuste aanwezigheid. Zo zullen we inzien dat de wereld de goede kant op gaat, mits voldoende bewuste aanwezigheid (in tegenstelling tot een onbewuste, onkritische opname van het nieuws en allerlei misleide intuïties over de toestand van de wereld).
Op een gegeven moment doet Tolle in het boek een aantal zeer bizarre en ongeloofwaardige uitspraken over menstruatie. Op sommige lezers komt het boek neerbuigend over, al is dat volgens mij omdat ze te sterk identificeren met de (denkbeeldige, symbolische) figuur die aan Tolle vragen stelt. En zo zijn er nog wel een aantal twijfelachtige aspecten aan dit boek.
Je zal echter pas het meest uit het boek kunnen halen als je probeert voorbij deze kleine kantjes te kijken. Kritiek neemt niet weg dat De kracht van het Nu een prachtig boek is met een sterke en wijze boodschap. Een aanrader voor iedereen.
Lees dit boek en zie wat het met je doet!
Een bloemlezing:
De reden waarom sommige mensen zo van gevaarlijke activiteiten houden, zoals bergbeklimmen, autoracen en dat soort dingen, is dat ze, ook al zijn ze zich dat niet bewust, daardoor gedwongen worden in het Nu te leven; die intens levendige toestand waarin je verlost bent van tijd, problemen, denken en de last van de persoonlijkheid. Als je ook maar een moment uit het Nu wegglipt, kan dat de dood betekenen. Helaas worden deze mensen afhankelijk van een bepaalde activiteit om in die toestand te kunnen verkeren. Maar je hoeft de noordwand van de Eiger [een 3967 meter hoge berg in Zwitserland] niet te beklimmen. Je kunt die toestand op dit moment betreden. (p. 61)
De wereld ontstaat als het bewustzijn gestalten en vormen aanneemt, gedachtevormen en materiële vormen. Kijk eens naar de miljoenen levensvormen die alleen al voorkomen op de aarde, ter zee, ter land en in de lucht. En elke levensvorm wordt miljoenen keren vermenigvuldigd. Met welk doel? Is iemand een spel aan het spelen, een spel met vormen? Dat vroegen de oude zieners uit India zich af. Zij zagen de wereld als lila, een soort goddelijk spel dat God aan het spelen is. Het hoeft geen betoog dat de afzonderlijke levensvormen in dit spel niet erg belangrijk zijn. […] Is dat tragisch of wreed? […] [Het] is alleen tragisch omdat je een afzonderlijk zelf projecteerde waar er geen is. Je was getuige van een onderdeel van een dynamisch proces, een moleculaire dans, en daar maakte je een afzonderlijke identiteit van. (p. 105-106)
Ik heb met verschillende zenmeesters samengewoond; allemaal katten! (p. 186) Ken je het verhaal van Banzan? Voor hij een groot zenmeester werd, streefde hij jarenlang naar de verlichting, die hem echter steeds weer ontging. Maar toen hij op een dag op de markt liep, hoorde hij een gesprek tussen een slager en een klant. 'Geef me het beste stuk vlees dat je hebt', zei de klant. Waarop de slager antwoordde: 'Elk stuk vlees dat hier ligt, is het beste. Er ligt geen stuk vlees bij dat niet het beste is.' Toen hij deze woorden hoorde, werd Banzan verlicht. Ik zie aan je dat je een verklaring verwacht. Als je aanvaardt wat is, wordt elk stuk vlees - elk moment - het beste. Dat is verlichting. (p. 190)
De foto's in dit artikel zijn natuurfoto's die Eckhart Tolle zelf maakte met zijn gsm. Bron: dit artikel.
3 notes
·
View notes
Text
Reality check
De laatste opdracht die ik ze op maandag heb gegeven was binnen 15min iets theatraals maken a.d.h.v. een voorwerp/lied/foto/tekst wat echt iets over henzelf als persoon en artiest zegt. Ze mochten zelf ook kiezen in welke artform ze dit wilde presenteren. Ik zag iedereen schrijven. Niemand ging de vloer op. Ze vonden de opdracht best moeilijk. En het resultaat was echt niet denderend. Dat een scene een helder begin en eind moet hebben was hun niet echt duidelijk. Dat je niet jezelf moet indekken en voordat je je scene/stuk laat zien al verteld wat je gaat doen wisten ze ook niet. Alsof ze allemaal voor het eerst iets toonde. Dat je moet nadenken waar je het in de ruimte laat zien en waar je je publiek wil hebben was ook nieuw. Allemaal dingen die naar mijn mening de basis is was hen niet duidelijk of nooit geleerd. Wat ik wel zag is dat ze allemaal diepgang hadden, dat ze allemaal wat te vertellen hadden en dat ze heel gepassioneerd zijn. Ze konden liedjes schrijven en ze konden verhalen verzinnen. De presentatie was gewoon erg jammer.
Na de les had ik hier een gesprek over met Trixie: “I wanted to tell you but I thought that you had to experience it for yourself. Namibia is 20 years behind. I have been working at the College of the arts for a long time now and they just won’t change anything. The students are being robbed of their education. The fact that Angie came to you after your first class today to ask you if you wanted to become her TheaterTutor says enough. Last months the student went and protested because they feel they are not being taught enough. They are nowhere near being ready for the international world. They’re not even ready for the the nextdoor neighbors; South Africa.”
Ik dus mijn hele planning schrappen en nu dan maar uitzoeken wat ik wel ga doen en vooral ook waar en hoe ik ga beginnen.
3 notes
·
View notes