#blauwe ogen
Explore tagged Tumblr posts
Text
24-7 Storeng
We aten allebei ons eigen ding gisterenavond, Mayke een zak garnalen en ik een biefstuk en samen aten we daar worteltjes, tagliatelle en courgette bij. Toe was er dan nog yoghurt met blauwe bessen.
Van de midzomernachtzon was niks te zien om middenacht, de ruimte russen de twee bergen waar de zon zich moest manifesteren, was gevuld met nevel. De hele nacht stond er een harde wind die de tent deed flapperen, maar bij het opstaan is het windstil en worden we omhuld door een wolk, elke beweging die je maakt, brengt je in contact met miljoenen fijne waterdruppeltjes. We ontbeten in de keuken en daarna pakten we de tent nat in.
We verheugen ons enorm op de koffie in Oksfjordhamn, we hebben er dan 20 kilometer opzitten, maar helaas, de winkel daar is voorgoed gesloten. Een nieuwe kans is 26 kilometer verderop in Sørstraumen, daar is weer een winkel. Maar eerst moeten we over een heuvelrug, dat betekent 7 kilometer klimmen naar 420 meter hoogte over de oude E6 die nu als fietspad dienst doet. We doen er een uur over om boven te komen en worden beloond met koude mist en kuddes elanden.
Na de snelle en ijskoude afdaling begint het te regenen en een blik op de weerapp vertelt ons dat dat tot morgenmiddag zo doorgaat.
Met vooruitziende blik hebben we gisteren al een luxe hut geboekt in Storeng op het Arctic Fjord Camp. Met die wetenschap is het fietsen in de inmiddels stromende regen goed te doen.
In Sørstraumen is de Mats Kroken gelukkig open en ze hebben er zelfs een soort snackbar ingebouwd, waar je stukken pizza en worstebroodjes kunt eten (en alles wat er in de winkel te koop is natuurlijk). Daar komen we weer een beetje op verhaal, zodat we de tweede klim van vandaag onder ogen kunnen zien. Die is wat korter, maar veel onrustiger, omdat je tussen de auto’s fietst, we gaan in vier kilometer naar 270 meter. Als we boven zijn, (wat mij meer moeite kostte dan in de ochtend) komt ons een jongen op een vijftig jaar oude Oost-Duitse brommer tegemoet, die eerder net als wij in de Mats Kroken zat op te drogen. Hij is zijn drinkvest kwijt en moet het hele eind weer terug en wil van ons weten of wij dat vest in de Mats Kroken hebben zien hangen. Dat hebben we en hij rijdt opgelucht verder.
Als we daarna omlaag sjezen, slaat de regen recht in je gezicht en wurmt zich tussen je capuchon en je hoofd door naar binnen.
Na de boodschappen in Burfjord haalt de brommerrijder ons met opgestoken duim weer in.
Tegen vier uur komen we aan op de camping en onze hut heeft de allure (en de prijs) van een hotelkamer. We hebben een prachtig uitzicht over de fjord.
Afgelegde afstand: 72,5 km
Gefietste tijd: 6,5 uur
Afstand tot de Noordkaap langs een strakgespannen touwtje: 176,3 km
3 notes
·
View notes
Text
Het is Kinderboekenweek! En nu ben ik benieuwd:
Pin me hier niet op vast, maar volgens mij zijn dit ze allemaal
Keesje Kruimel, Hans Dijkhuis
Viermaal J en Janus, Hans Andreus
De blauwe boekanier, Tonke Dragt
Het kleinste sprookjesboek , Annie M. G. Schmidt, Mies Bouhuys, Eleanor Farjeon, Pieter de Zeeuw, Hans Christian Andersen en de Gebroeders Grimm[12]
Arthur en de lettervreter, Henk van Kerkwijk
2 is te veel, Henk Barnard
Ogen op steeltjes, Jan Wartena van Staatsbosbeheer
Het verdwenen plakboek,?Het Schrijverscollectief, bestaanden uit: Jan Riem, Ries Moonen, Arie Rampen, Fetze Pijlman, Hans Dorrestijn, Karel Eykman en Willem Wilmink
Wie je droomt ben je zelf, Paul Biegel
De tram is geel het gras is groen, Gertie Evenhuis
De klepel of de klok, Mies Bouhuys
Spook tussen spoken, Willem Wilmink (1980)
Je eigen tijd, Hans Dorrestijn, Alet Schouten en Willem Wilmink
Retourtje ver weg
Mijnheer van Dale en juffrouw Scholten, Kees Fens
Een tijdje later, Willem Wilmink en Paul Biegel
Houden beren echt van honing?, Midas Dekkers
De zaak Jan Steen, Karel Eykman
Die van hiernaast en van de overkant. Kinderen en boeken in Europa, Marja Baeten en Paul Arnoldussen
Duizend dingen achter deuren, Joke van Leeuwen
Het eiland daarginds, Paul Biegel
Jorrie en Snorrie, Annie M. G. Schmidt
Het wonder van Frieswijck, Thea Beckman
Het raadsel van de Regenboog, Jacques Vriens
Het weer en de tijd, Joke van Leeuwen
Fausto Koppie, Anke de Vries
Bombaaj!, Els Pelgrom
De huiveringwekkende mythe van Perseus, Imme Dros
LYC-DROP, Paul van Loon
Mijn avonturen door V. Swchwrm, Toon Tellegen
Bikkels, Carry Slee
Eiber!, Sjoerd Kuyper (2000)
Ik ben Polleke hoor!, Guus Kuijer
Boris en het woeste water, Rindert Kromhout
Het Zwanenmeer (maar dan anders), Francine Oomen
Swing, Paul Biegel
Wat rijmt er op puree?, Edward van de Vendel
Laika tussen de sterren , Bibi Dumon Tak
Kaloeha Dzong, Lydia Rood
Vlammen, Hans Hagen
De wraak van het spruitje, Jan Paul Schutten
Mees Kees - In de Gloria, Mirjam Oldenhave
Bert en Bart redden de wereld, Tjibbe Veldkamp
Het Akropolis Genootschap & De slag om bladzijde 37, Tosca Menten
Je bent super... Jan!, Harmen van Straaten
Zestig spiegels, Harm de Jonge
Per ongelukt!, Simon van der Geest
Oorlog en vriendschap, Dolf Verroen
Kattensoep, Janneke Schotveld
De eilandenruzie, Jozua Douglas
Haaientanden, Anna Woltz
De diamant van Banjarmasin, Arend van Dam (2020)
Tiril en de Toverdrank, Bette Westera
Waanzinnige boomhut verhalen, Andy Griffiths
Ravi en de Laatste Magie, Sanne Rooseboom
#nederblr#Kinderboekenweek#nederlands#dutch#kinderboekenweekgeschenken fascineren me#ik heb een hele stapel omdat mijn moeder een tijd in een boekhandel heeft gewerkt en ik heb eens geprobeerd ze allemaal te lezen#maar er zitten echt wat slechte tussen#en weinig zijn echt goed want het zijn zulke kleine boekjes#iig vgm heb ik er 19 gelezen en dat is vrij veel gok ik#ergens wil ik een bracket maken voor kinderboekenweekgeschenken maar ik gok dat de meeste mensen er maar zo’n 5 hebben gelezen#ik heb wel meningen#i made an original post#polls#part time booklr
12 notes
·
View notes
Text
Verdwenen paradijzen
“Vlinders en bloemen, de donkerrode aarde van de Quantocks en witgepleisterde huisjes in het bos. Dagen zonder einde, met geen ander doel dan met wijd open ogen door de velden naar zee lopen en door de getijdenpoelen waden. Waarom kan mijn film niet terugkeren naar dat paradijs.”, schreef Derek Jarman toen hij 49 was. Drie jaar later stierf hij.
“Terwijl ik dit schrijf komen al die ervaringen weer bij me boven, veertig jaar en meer nadien – het rustgevende gedruis van de golven, en de zilte geur – jongensjaren, het schelpen graven, blootsvoets, met opgerolde broekspijpen – al oogstend de kreek langs – de geur van de zeggevelden ....”, schreef Walt Whitman honderd jaar voor Jarman.
Het verdwenen kinderparadijs is een krachtige literaire bron en wordt ten onrechte als een uitgekauwd onderwerp gezien. Wie zijn of haar schouders ophaalt voor dat verlies is een cynicus of heeft te veel pijn opgedaan als kind.
Gisteren zat ik in de benedentuin, onder het lichtgroene dak van een grote beuk. Ik zag dat er in het gras gewroet was. Reeën, volgens eigenaar Craig, ze zoeken de laatste beukenootjes. Ik hoorde de Maulde stromen, en zachter, bijna als geritsel, het stroompje dat kronkelend achter mij loopt. Het was daar dat ik eerder voor het eerst van mijn leven een onooglijk geel bloemetje zag, de 'goudveil'. De hemel was stralend blauw, Mont Loron stond pront in mijn blik. Mijn borduurwerk liet ik zakken. Ik was voor even in een paradijselijk moment beland. “Het was. Het zal nooit meer zijn. Herinner.”, schrijft Paul Auster tot slot in 'Het spinsel van de eenzaamheid. Twaalf dagen geleden stierf hij. Ik zal hem herinneren.
Ik kwam op dat goed bewaarde kinderparadijs omdat ik achterin de benedentuin een pol met dotterbloemen vond. Ze horen niet hier maar duizend kilometer noordelijker. Dotterbloemen vormden met zwanenbloemen, pinksterbloemen, en lisdodden mijn bloemenwereld als Indisch kind in het Friese weidelandschap. Ik hoefde maar de straat uit te lopen en ik kon ze al tegenkomen. Dat duurde niet lang, want de nieuwe tijd stond met heipalen en hijskranen te dringen.
Walt Whitman groeide op op Long Island. Hij schrijft over iets waar hij zielsveel van hield: het rapen van meeuweneieren. Onlangs kreeg een 71-jarige Brit zijn derde gevangenisstraf voor het stelen van enkele duizenden eieren uit nesten van zeldzame vogels. Hij had het als jongen van zijn vader geleerd, en kon er niet mee stoppen. Zijn verzameling oogt prachtig. Op onze kwetsbaar geworden planeet en in ons schuldig natuurbewustzijn is het rapen van meeuweneieren en nachtzwaluweieren volstrekt taboe. Het is een ander soort dood van dat kinderparadijs. Ooit vond ik samen met Baukje Fokkema, op ons negende, een kievitsei in de weilanden van Wolvega. We waren euforisch. Het was, het zal nooit meer zijn, herinner.
2 notes
·
View notes
Text






Wat? Korenveld met kraaien (8 juli 1890), Bloeiende acacia (7 juni 1890), Kreupelhout met twee figuren (22 juni 1890) en Regen – Auvers-sur-Oise (18 juli 1890) door Vincent van Gogh en ter vergelijking Regenachtige dag in Parijs door Gustave Cillebotte (1877) en Rain, Steam and Sspeed – The Great Western Railway (1844) door William Turner
Waar? Tentoonstelling Van Gogh in Auvers – Zijn laatste maanden in Van Gogh Museum, Amsterdam
Wanneer? 15 juni 2023
Vierenzeventig schilderijen in zeventig dagen. Meer dan een per dag! Dorpsgezichten, landschappen, portretten, bloemstillevens. Van Gogh schilderde alsof de dood hem op de hielen zat. Hij werkte om zich te beschermen tegen zijn depressieve gevoelens. De tegenstrijdige emoties van Van Gogh zien we terug in wat hij schreef over het indrukwekkende Korenveld met kraaien. Het werk is er een van een reeks doeken die geschilderd zijn op panoramaformaat, waardoor de kracht van de natuur nog sterker tot uiting komt. Hij schreef over dit schilderij dat hij nadrukkelijk had geprobeerd “triestheid, extreme eenzaamheid” uit te drukken. Tegelijkertijd meende hij dat deze panoramische landschappen “zullen vertellen wat ik niet in woorden kan uitdrukken: hoe gezond en hartversterkend ik het platteland vind”
Als je rondloopt op een tentoonstelling met een grote hoeveelheid werken zijn er altijd schilderijen die eruit springen. Dat kan zijn om heel verschillende redenen. Eén zo’n werk is Bloeiende acacia. Het is één van de doeken in de sectie ‘Bloemstillevens.’ Het werkt valt mij op door de woeste verfstroken in wit, lichtgroen en blauw tegen een heel donkere achtergrond. Het is haast abstract. Gachetes zoon Paul herinnerde zich dat Vincent dit werk in hun tuin maakte: “Voor hij enkele toetsen kleur aanbracht op het kleine doek gooide hij telkens het hoofd in de nek om, met half gesloten ogen, de bloemen boven hem te bekijken, samen met de lucht, die aan beide kanten amper zichtbaar was door het dichte gebladerte.”
Kreupelhout met twee figuren is een merkwaardig werk. Eén van de redenen daarvoor is dat er geen enkel stukje lucht te zien is. We bevinden ons in een bos met dunne bomen in tamelijk rechte rijen. Het lage formaat van het doek, de afwezigheid van lucht en de strakke rijen bomen leveren een gevoel op van beklemming en zelfs claustrofobie. Midden in het bos zien we een man en een vrouw. Opmerkelijk is dat Van Gogh dit koppel niet noemt als hij het werk beschrijft: “Bosgezicht, lila populierenstammen en daaronder gras met roze, gele en witte bloemen en allerlei groen.” Deze omissie lijkt een bevestiging van de indruk dat de twee figuren een soort spookgestalten zijn.
Het laatste werk in mijn rijtje van opmerkelijke doeken is: Regen – Auvers-sur-Oise. Hoe vaak zie je regen op een schilderij? Zelden! Er zijn genoeg schilderijen met ‘regen’ in de titel. Ik vroeg ChatGPT om een aantal voorbeelden en binnen enkele seconden had ik er tien op mijn scherm staan, waaronder het werk van Van Gogh. Ook Caillebotte’s Regenachtige dag in Parijs stond in het lijstje. Dat was een doek waar ik zelf ook aan had gedacht. Het laat weliswaar natte straten zien en mensen met paraplu’s, maar geen neervallende regen. Ook op de andere werken zie ik paraplu’s, plassen of natte straten, maar niet echt regen. Uitzondering is Turners Rain, steam and speed – The Great Western Railway. Op dat woeste werk voel je de regen haast met kracht in je gezicht slaan. Zo erg is het bij van Gogh niet, maar er is wel échte regen. Hij geeft dit meteorologische verschijnsel weer door vrij transparante verfstrepen die licht hellend van boven naar beneden over het werk lopen. Waar je je bij Turner in een stormachtige regenvlaag waant, gaat het bij Van Gogh eerder om een frisse zomerbui.
4 notes
·
View notes
Text
Concepsteeds
mijn ma ligt in bed met verdriet en doet mijn zieltje pijn
al wil ze me dood
een zwak mensenwezen helemaal alleen zonder iemand om te helpen 2 blauwe ogen slaan
0 notes
Text
Cycle for Hope MTB Tochten: Modder, Uitdaging en Betekenis Beleef de ultieme mountainbike-uitdaging tijdens de Cycle for Hope MTB Tochten op 5 en 6 september 2025. Fiets jezelf het snot voor ogen en maak tegelijkertijd impact in het leven van mensen die hulp nodig hebben. Wat is de Cycle for Hope MTB Challenge? De Cycle for Hope MTB Tochten zijn niet zomaar een fietstocht. Het is een test van doorzettingsvermogen, samenwerking en wilskracht. Twee dagen lang trotseer je uitdagende paden, boomstronken, modder en smalle bochten. Dit alles met een doel: fondsen werven voor de cliënten van De Hoop. Evenementdetails - Datum: 5 en 6 september 2025 - Locatie: De Blauwe Schuur, Amerongen Adres: Burgwal 10, 3958 ER Amerongen - Afstand: 18 km per ronde, 10 uur lang fietsen - Starttijd: 7:30 uur, gezamenlijk programma om 7:40 uur, start om 8:00 uur Kosten deelname: - Eén dag: €35 - Twee dagen: €60 - Twee dagen met overnachting: €70 Daarnaast wordt van elke deelnemer verwacht minimaal €50 sponsorgeld in te zamelen. Waarom meedoen aan de MTB Tochten? De MTB Tochten zijn meer dan alleen een fysieke uitdaging. Je helpt mensen die worstelen met verslaving of psychische problemen om weer grip op hun leven te krijgen. De opbrengst gaat naar projecten zoals HopeAlive, Stay Clean-groepen en ontwikkeltrajecten die cliënten ondersteunen in hun herstelproces. Tijdens de tocht beleef je niet alleen hoogtepunten, maar leer je ook omgaan met dieptepunten. Samen met andere deelnemers overwin je obstakels en bereik je het finishpunt, wetende dat je een verschil maakt. Hoe werkt de inschrijving en fondsenwerving? - Inschrijven: Inschrijven MTB Tochten - Kosten: - €35 voor één dag - €60 voor twee dagen - €70 voor twee dagen met overnachting - Fondsenwerving: Minimaal €50 per deelnemer Elke deelnemer maakt een eigen actiepagina aan om geld in te zamelen. Dit maakt fondsenwerving eenvoudig en effectief. Heb je hulp nodig? Het team van Cycle for Hope biedt handige tips. Wat kun je verwachten tijdens het evenement? - Routes: De MTB-routes zijn goedgekeurd door boswachters en volgen onverharde paden met uitdagingen zoals boomstronken, modderpoelen en krappe bochten. - Rustpunt: Op het start-/finishterrein kun je je bidon vullen en genieten van drankjes en catering. - Afsluiting: Na afloop van de tocht wordt een gezamenlijke maaltijd geserveerd. - Slaapgelegenheid: Er zijn beperkte bedden beschikbaar in de slaapzaal voor deelnemers die overnachten. Let op: Respecteer de natuur, laat geen afval achter en houd rekening met andere bezoekers. Voor wie is dit evenement geschikt? De MTB Tochten zijn bedoeld voor sportieve doorzetters vanaf 16 jaar. Of je nu individueel of in teamverband fietst, het draait om jezelf uitdagen en anderen helpen. Door deel te nemen draag je actief bij aan een betere toekomst voor mensen in nood. Read the full article
0 notes
Text
Fabeltjeskrant.(met een link naar rotterdam vreewijk)
Foto 📸 Meneer de Uil met de Fabeltjeskrant
In 2005 werd het programma in Nederland verkozen tot beste kinderprogramma van de 20e eeuw, ter gelegenheid van het 50-jarig bestaan van de Nederlandse kindertelevisie.
Aan het einde van elke aflevering wenst Meneer de Uil de 'kijkbuiskinderen' een goede nachtrust toe. Hij doet dit door middel van een omgekeerde knipoog – oftewel een open knipoog, waarbij de ogen gesloten zijn – met zijn rechteroog (voor de kijkers links). Af en toe kwam er in de jaren zeventig een aflevering voorbij waarin hij juist een omgekeerde knipoog gaf met zijn linkeroog, een bewuste gimmick van de samenstellers. Het viel diverse kinderen op en er werden ook brieven over geschreven. In de nieuwere afleveringen in de jaren tachtig en bij de latere herhalingen van oudere afleveringen kwam deze gimmick niet meer voor. Het begin- en eindfilmpje was een zogenaamde 'stop-motion' of animatiefilm, gemaakt door de Nederlandse trucfilm-cameraman Hans Olivier geassisteerd door Hongaarse cineast Ben Csánky.
Het brein achter De Fabeltjeskrant was Leen Valkenier. Hij baseerde de belangrijkste personages op mensen die hij kende uit de Rotterdamse wijk Vreewijk. Het programma werd geproduceerd door Thijs Chanowski. In opdracht van hem ontwierp kunstenares Marie Troost de karakteristieke blauw-gele Meneer de Uil in de zomer van 1967. De oehoe vormde haar inspiratiebron. De overige poppenreeks werd aanvankelijk gemaakt door Joke Aletrino en later door Henriette Beukers-Lenselink en Henk Beukers. De Fabeltjeskrant werd voor het eerst uitgezonden op 29 september 1968 door de NTS. De eerste fabels en personages waren geïnspireerd op de verhalen van Jean de La Fontaine, maar al snel ging het programma meer op het 'echte leven' lijken.
In de vier jaar waarin de eerste serie op de televisie was ontwikkelde De Fabeltjeskrant zich tot het best bekeken programma van die tijd. Het aantal kijkers lag tussen de één en twee miljoen per dag en dat waren lang niet allemaal kinderen of hun ouders. Vertaalde versies van De Fabeltjeskrant waren ook buiten het Nederlandstalig gebied zeer in trek.
Ogenschijnlijk was het programma bedoeld voor kleuters, door Meneer de Uil aangesproken als kijkbuiskinderen, maar door allerlei toespelingen op de landelijke politiek was het ook voor veel volwassenen een leuk programma. Zo werkte in een periode dat Joop den Uyl minister-president was van Nederland, een Meneer de Uil die uit de Fabeltjeskrant voorlas bij veel mensen op de lachspieren.
Foto en Informatie komen van wikipedia.

0 notes
Text
Excursie groep 7 (vervangende opdracht)
Omdat ik deze excursie niet live heb bijgewoond (wegens ziekte), en dus ook de opdracht niet in de groep heb gemaakt, heb ik deze aangepast. De excursie bevat een schrijfopdracht en een dansopdracht. Ik heb de dansopdracht vervangen door een langere schrijfopdracht en heb daarvoor ook de Q&A met choreograaf Charlie Skuy bijgewoond na de voorstelling en hier een verslag van gemaakt.
___________________________________________________________
Schrijfopdracht 1: Spoken Word
Edify Us breek mij, tot mijn fundament geen geheimen meer draagt bouw mij, niet in steen, maar in woorden die dragen zing een lied uit de stilte van mijn vervlogen bestaan til mij op, totdat ik een muur voor jou kan zijn
I just don’t see it ik kijk, maar mijn ogen schrapen oppervlakken jij wijkt, enkel een contour in de nacht zie ik jou, of mijn eigen breuken in jouw schaduw? misschien is zien geen vinden, maar verdwalen
Meisje de stad draagt haar in golven van lawaai ze zweeft, als rook die in de nacht verdwijnt een spiegelbeeld van licht en schijn bedriegt maar in haar ogen schuilt wat onbeschrijflijk lijkt
___________________________________________________________
Schrijfopdracht 2: Recensie
Recensie Danslokaal 12, 30 november, 2024
Theater Schouwburg Rotterdam is een van mijn favoriete plekken voor een avondje uit vanwege de centrale ligging, de diversiteit aan voorstellingen en de toegankelijke activiteiten rondom het programma. Vanavond bezocht ik Danslokaal 12, een dansvoorstelling van Conny Janssen Danst waarin drie nieuwe makers de kans krijgen een choreografie te presenteren binnen Huis Conny Janssen Danst. Bij binnenkomst in de kleine zaal kregen we echter te horen dat de eerste dans, Edify Us van Sarada Sarita, niet kon doorgaan vanwege een blessure bij een van de dansers. Hoewel dit teleurstellend was, bood het programma nog twee andere stukken en vond er na afloop een Q&A plaats met Charlie Skuy, de choreograaf van de laatste dans Meisje.
I Just Don’t See It (Bas van der Kruk)
Het eerste stuk dat ik zag was I just don’t see it van Bas van der Kruk, een choreografie die krachtig inspeelt op Conny Janssen's bekende stijl van moderne dans: harde muziek en een minimalistisch decor. Drie dansers, gekleed in zwarte outfits met doorschijnende tops en reflecterende brillen, bewogen in een strak, intens ritme op een house-achtige beat. Het podium was eenvoudig ingericht met een kledingrek vol felroze kledingstukken aan de linkerzijde en drie lege stoelen aan de rechterkant. De dans begon snel en hoekig, met bewegingen die steeds agressiever werden. De dansers voerden hun choreografie uit alsof ze glitchten, alsof een storing hen onderbrak. Een voor een vielen ze uit, verslapten op de grond en werden verlicht door een blauwe gloed. Op de achterwand verschenen intussen hun namen – Timo Andematten, Alexander Carpentier en Sofia Filippi – als typende animatie, een surrealistisch moment dat het verhaal verder dreef.
De voorstelling brak vervolgens de ‘vierde muur’, wat een onverwachte wending bracht. Een van de dansers stapte naar voren en riep naar het publiek: “Do you want me to be happy?!” Het publiek reageerde aanvankelijk stil en ongemakkelijk, maar na enkele oproepen klonk er uiteindelijk een luid “YES”. Deze interactie doorbrak de afstand tussen podium en toeschouwers, iets wat ik normaal lastig vind omdat ik de veilige grens tussen mij en de voorstelling prettig vind. Toch werkte het hier verrassend goed. Na dit moment ging de danser vrolijk terug naar zijn plek, waarna de muziek opnieuw opbouwde. De dansers verschenen met kegelvormige zwarte kappen op hun hoofd en bewogen in vloeiende, synchroon uitgevoerde patronen. Hun mimiek sprong eruit: ze lachten, wezen naar het publiek en zochten contact, wat de spanning tussen afstand en nabijheid verder versterkte.
Het hoogtepunt was een onverwachte interactie met het publiek. Een telefoonnummer verscheen geprojecteerd op de achterwand, en terwijl de telefoon rinkelde, bleek een man uit het publiek daadwerkelijk te hebben gebeld. Hij werd uitgenodigd op het podium, samen met zijn vriendin en buurman, wat zorgde voor een luchtige, humoristische scène. Intussen wisselden de overige dansers hun zwarte outfits in voor de roze kleding van het kledingrek. De slotdans volgde: energiek, ritmisch en synchroon, uitgevoerd in roze pakken onder fel wit licht. Het deed denken aan een casual ballet, een speelse en dynamische afsluiting. I just don’t see it speelt met verwachtingen, breekt conventies en brengt een mix van kwetsbaarheid en humor. De voorstelling was intens, verrassend en bleef boeien tot het einde.
Meisje (Charlie Skuy)
Vijf uitgedoste meisjes verschijnen in de spotlight, identiek gekleed in witblonde pruiken, lichte jeans en korte witte shirts die hun buiken onthullen. Hun bewegingen zijn strak, hakkerig en onvoorspelbaar, als Barbiepoppen die lijken te vechten om vrij te komen uit hun plastic lichamen. Ondertussen dondert een intens tromgeroffel door de ruimte, steeds harder en onheilspellender. Wat begint als een synchroon spektakel, ontaardt langzaam in chaos: de meisjes wijken steeds verder van elkaar af, hun bewegingen worden wilder, alsof ze bezeten zijn. De muziek versnelt en bereikt een absurdistische intensiteit, waarbij elk meisje een eigen, bijna manische dans uitvoert.
Plots verandert het licht van wit naar rood en groen, terwijl de choreografie nog extremer wordt. De meisjes maken agressieve bewegingen, steken hun tongen uit naar het publiek en zwaaien provocerend op de dreunende bas van reggaetonmuziek. Het is een beklemmend, bijna horrorachtig tafereel. Daarna vervallen ze in een kalmere staat, met vloeiende en slappe passen, alsof de bezetenheid is weggevloeid. Deze twintig minuten durende voorstelling was intens, bijna hypnotiserend, waarbij de combinatie van rauwe energie en onvoorspelbaarheid ervoor zorgde dat ik mijn blik geen moment kon afwenden. Het voelde alsof ik continu op het puntje van mijn stoel zat, gevangen in de spanning en het spektakel.
___________________________________________________________
Q&A Charlie Skuy (verslag)
“Ik heb gekozen voor iets dat dichtbij huis voelt, iets dat herkenbaar is. Voor Nederland, maar tegelijkertijd iets anders. Ik wilde een vorm gebruiken die je zou kunnen associëren met iets alledaags – een soort vezel, een exterieur. Maar mijn idee was om het te vullen als een jack-o’-lantern, met een wereld erin die vreemd en wild is. Wit, puur misschien, en tegelijkertijd een soort voorstel van hoe we als mensen zouden kunnen zijn. Een wereld waarin we niet voortdurend proberen te passen of te voldoen, maar waarin iedereen ruimte heeft voor zijn eigen beweging, zijn eigen manier van zijn.
Hoe ontwikkel je zoiets? Waar begin je? Voor mij begint het bij inspiratie. Ik haal mijn ideeën overal vandaan. Dans voelt voor mij als een soort plastic – iets wat je kunt buigen, mengen, vormgeven. In deze post-postmoderne tijd denk ik: hoe meer referenties, hoe beter. Alles kan erin – ballet, trash, MTV, hip-hop, reggaeton. Het is een mix van alles, zodat het geen enkele directe referentie heeft, maar een projectie is van cultuur in al zijn lagen.
Wanneer je dan echt aan de slag gaat, bijvoorbeeld met een groep dansers, sta je voor een uitdaging. Stel, je hebt vijf dansers en vijftien dagen om iets op te bouwen. Hoe begin je dan? Voor mij was het spannend en tegelijk stressvol. Ik had nog nooit zo’n opdracht gedaan. Alles was nieuw: de dansers, de componist, het proces. Het voelde alsof ik in het begin blind werkte, maar uiteindelijk ging het om bouwen. Kleine stukjes materiaal ontwikkelen, experimenteren, en dan ontstaat er iets.
Wat ik bijzonder vond, was dat het niet per se over vrouwen ging, hoewel ik met vrouwelijke dansers werkte. Iedereen had hierin kunnen staan – elk gender, elke achtergrond. Maar wat me vooral aantrok, was de ruimte om met een grote groep te werken. Ik hou van massa’s, van veel dansers. Dat was ook een van de eerste dingen die me gevraagd werden: "Wil je met veel dansers werken?" En dat vond ik geweldig.
Kostuums spelen een grote rol in hoe ik werk. Al sinds ik klein was, vond ik het geweldig om me te verkleden en iemand anders te worden. Voor mij is dat een manier om een karakter te ontwikkelen. Het helpt me begrijpen waar de dans begint, waar het verhaal ligt. Dit idee van een karakter blijft me inspireren, al verandert het steeds. Ik heb de afgelopen jaren vooral gekeken naar wat dans voor mij betekent, hoe het voelt, en wat het kan zijn. Nu sta ik op een punt dat ik dat wil delen – met anderen, in nieuwe ruimtes, met nieuwe beelden en werelden.
Ik geloof in het theater, maar ik wil verder dan dat. Ik wil dans naar andere plekken brengen – clubs, openbare ruimtes, interactieve settings. Ik droom van een systeem waarin meer mensen kunnen meedoen, niet alleen professionele dansers. Want uiteindelijk gaat het niet alleen over dans. Het gaat om verhalen, om kunst maken, om werelden creëren.
Wat me drijft, is dat ik niet wil wachten. Het leven is te kort om kansen uit te stellen. Dus ik blijf dromen, bouwen, en proberen systemen een beetje op te rekken. Misschien is het uiteindelijk niet zo anders dan wat we nu doen, maar het voelt wel anders. Een nieuw soort energie, een nieuwe manier van voelen. En dat is waar ik hoop naar toe te werken – met anderen, voor anderen, in een wereld waarin alles mag bewegen.”
1 note
·
View note
Text
Man van 85 jaar vermist in Doetinchem
De politie is dringend op zoek naar een vermiste man van 85 jaar. De man, afgebeeld op de foto, is voor het laatst gezien op donderdag 7 november rond 20:45 uur in de omgeving van Doetinchem. Familie en hulpdiensten maken zich grote zorgen om zijn welzijn. Het signalement van de man luidt: leeftijd: 85 jaar, lengte: 170 cm, huidskleur: blank, haarkleur: grijs, ogen: blauw, kenmerk: grote neus,…
0 notes
Text
Een onvergetelijke dag
Door Jojo
As long as I'm here
No one can hurt you
Don't wanna lie here
But you can learn to
If I could change
The way that you see yourself
You wouldn't wonder why you hear
They don't deserve you
- Billie Eilish
Bubbeljungle, Leiderdorp, 2013
Wat is het hier druk. Overal gillende kinderen, rennende kinderen en uitgeputte ouders.
Mama kondigde vanochtend uit het niets aan dat we naar de Bubbeljungle gingen. Wat heet, ze reed me erheen, ik werd in de ballenbak gekwakt en ze reed weer weg.
Ze zeggen het dan wel niet, ik weet dat mijn ouders moeite met me hebben. Omdat ik anders ben. Niet normaal. Omdat ik iets heb wat “autisme” heet. Dat betekent dat mijn hersenen anders werken - wat zijn hersenen?
Ze hebben me uitgelegd wat dat is (voor zover dat kon, ik ben nog maar zes), maar ik snapte er niks van. Maar als ik mijn ouders, juffen en de andere kinderen die ik ontmoet heb mag geloven, snap ik helemaal niks. Ze vinden me raar. En ik snap maar niet waarom.
Mama probeert elke kans te benutten om mij met andere kinderen te laten spelen. Ik heb de indruk dat ze dat vooral doet om even van me af te zijn. Ik voel me vaak best alleen. Maar met anderen spelen lukt me gewoon bijna nooit. Ik heb mijn eigen aparte voorkeuren met wie ik speel en anderen vinden mij raar, gek en eng.
Papa en mama hebben sowieso al niet veel geduld met mij. Vaak schreeuwen ze binnen no time tegen me, vooral mijn mama. Het maakt niet uit wat ik doe of zeg en aanpas om haar tevreden te stellen, ze blijft geïrriteerd raken en boos worden door mij. Wat ik fout doe, begrijp ik niet.
Mama is vaak aan het werk. Papa zie ik alleen één keer per week en eens in de twee weken in het weekend.
Mama heeft een nieuwe verkering. De tweede al sinds de scheiding. Hij heeft ook twee kinderen, beide jonger dan ik. Mama heeft het heel vaak over hen. Ik heb vaak de indruk dat ze meer van haar verkering en zijn kinderen houdt dan van mij. Dat merk ik aan bijna alles.
Op school zijn er problemen met mijn aandacht, thuis is er altijd ruzie om het eten omdat ik erg kieskeurig ben. Ik moet bij mama sinds ze met die man heeft gewoon eten wat de pot schaft omdat dat “gezonder” is.
Het zal wel gezonder zijn, maar ik voel me zo rot. Ik ben altijd als laatste klaar en soms moet ik huilen van vernedering.
Soms, als mijn ouders echt boos op me zijn, slaan ze me. Niet hard, hoor. Dat zei iemand tegen wie ik het vertelde. Vroeger deden ze niet anders, wordt er gezegd. “Corrigerende tikjes” worden het genoemd.
Mama zegt ook vaak dat ze me spuugzat is en ziek van me wordt, inclusief kotsgeluiden.
Vaak zeggen papa en mama een paar minuten na zo'n “corrigerend tikje” en een paar ruwe woorden weer hoeveel ze van me houden. Ik geloof het niet. Niet meer. Hoeveel zijn die woorden waard als ze het maar blijven doen?
Soms sla ik mezelf ook. Omdat het mij nooit lukt eens normaal te doen en mijn ouders niet te irriteren.
Ik zal het wel verdienen, want ik ben een last. Een blok aan ieders been.
Als mijn mama antwoord geeft als ik iets vraag, is het vaak zo: “Lientje… (diepe zucht)...", en dan net zo geïrriteerd: “Zie je niet dat ik bezig ben?”
Tja.
De tranen komen en ik kan ze niet stoppen.
Ik ren de wc's in en ga in een hoekje zitten huilen.
Niemand houdt van me. En waarom zouden ze ook? Misschien kan er gewoon niemand van mij houden…
Ik kan er maar beter niet meer zijn. Niemand zal me missen. Misschien merken ze het geeneens als ik weg ben…
De deur van één van de hokjes gaat open en er stapt een jongen naar buiten.
Ik veeg snel mijn tranen weg.
Hij kijkt naar me. Hij is niet veel ouder dan ik; ik schat hem ongeveer acht jaar.
Hij heeft donkerbruin haar en groene ogen die me vriendelijk aankijken. Hij heeft een korte olijfgroene spijkerbroek en een zwarte coltrui aan en zwarte schoenen met zwarte sokken erin. Hij heeft een ouderwetse discman in zijn hand en de dopjes daarvan in zijn oren, waar rustige muziek uit klinkt.
Hij zit onder de blauwe plekken en schrammen.
Maar wat me het meest opvalt, zijn de pleister op zijn wang en een plastic slang in zijn neus. Het soort slang waar vloeistoffen doorheen gaan in het ziekenhuis. Net geleerd op school.
Waarom zou hij die hebben?
Hij draait de kraan open en begint zijn handen te wassen. Er zitten ook pleisters op zijn handen.
Hij blijft naar me kijken terwijl hij zijn handen afdroogt.
Hij zet zijn discman uit en loopt naar me toe. Hij knielt voor me neer.
“Waarom huil je?” Vraagt hij dan.
Ik schud alleen mijn hoofd. Ik kan niet uitleggen waarom. Ik mag het niet uitleggen. Ik mag niemand vertellen wat er achter gesloten deuren gebeurt.
Hij gaat naast me zitten en slaat een arm om me heen.
Normaal zou ik zo'n arm afschudden, maar nu voelt het prettig, dus ik laat hem begaan.
“Weet je, soms is het goed om te huilen.” Zegt de jongen.
Ik begin weer te snikken. De jongen pakt me vast en ik sla mijn armen om hem heen.
Waar ik me normaal tegen verzet als mijn ouders en familie het doet, laat ik nu toe van een vreemde. Maar soms is iemand die luistert en je troost, echt troost, het beste, zelfs als het een vreemde is.
Ik begin te vertellen.
“Dat is vreselijk.” fluistert hij als ik klaar ben. “Jouw papa en mama mogen toch niet slaan?”
“Nee, dat dacht ik ook.” Snik ik. “Maar blijkbaar…”
Een tijdje zit ik te snikken. En al die tijd houdt de jongen me vast.
“Hoe heet jij?” Vraagt hij dan.
“Lientje.” Ik snuf en veeg een traan weg. “En jij?”
“Logan.” Zegt hij.
“Hé, we hebben dezelfde letter!” Ik kan alweer vrolijk zijn.
“Ja, best wel cool. Wil jij ook muziek luisteren?” Vraagt Logan.
“Ja!” Fluister ik.
Hij stopt één van de dopjes van zijn discman in mijn oor en drukt op play.
Het nummer begint met een hoop geschreeuw. Ik vind het prachtig.
Dan komt de beat, en een rustige vrouwenstem.
“Try to break one's heart, in perpetuity.” Zingt ze.
Ik vindt het prachtig. Die beats in combinatie met haar stem zijn geweldig.
“Wie is dit?” Vraag ik. Ik heb nog nooit zoiets gehoord.
“Soap&Skin. Dit nummer heet "Sugarbread".” Zegt Logan.
“Suikerbrood!” Roep ik uit. Die twee woorden Engels ken ik!
“Precies.” Logan straalt. “Ik hoor naar de radio te luisteren, maar zij is mijn favoriete zangeres.”
“Mooi.” Fluister ik.
Het volgende nummer begint. Een viool, met soortgelijke beats, en dan de stem van diezelfde vrouw.
“Zo mooi.” Fluister ik. Ik heb helemaal kippenvel.
“Ja, hé?” Vraagt Logan.
“Hoe heet dit nummer?” Vraag ik.
“Marche Funèbre," Zegt Logan. “Het betekent “dodenmars” in het Frans.”
Hij draait het nummer een paar keer opnieuw.
Hij doet zijn discman af. “We moeten teruggaan. Mijn ouders zullen me wel zoeken. En ze zijn al zo bezorgd om me… Hé, mijn ouders hebben net eten besteld. Wil je mee-eten?”
“Eh… hangt ervan af wat het is… Ik eh… ben nogal moeilijk met eten.” Fluister ik.
“Oh, maak je niet druk. Je vindt het vast lekker. Kom.”
Logan trekt me mee naar een man en vrouw met blond haar. Hij heeft zijn donkerbruine haar dus niet van hen.
“Papa, mama, dit is Lientje.” Zegt Logan. “Mag ze mee-eten?”
“Tuurlijk, we hebben genoeg!” Antwoordt zijn moeder.
Ik word enthousiast verwelkomd door zijn ouders. Ze hebben twee dienbladen met kartonnen doosjes op tafel gezet.
Ze doen de doosjes open…
Dit is een droom. Patat en kipnuggets!
“Hmm, nuggies!” Zeg ik veel te hard. Logan glimlacht alleen maar.
We eten en delen samen het bakje appelmoes. Logan vertelt over zijn school, zijn prestaties als vechtsporter (zwarte band!), zijn familie en over zijn hond, Sofie.
“Heb jij huisdieren?” Vraagt hij.
“Ja, een kat. Hij heet Sokje. Hij is zwart met witte pootjes, vandaar.” Zeg ik.
“Grappige naam. Schattig.” Zegt Logan.
“Ik… waarom… Ik vroeg me af-” begin ik.
“Waarom die slang in mijn neus zit?” Maakt Logan mijn zin af. Blijkbaar is hij gewend aan dit soort vragen…
“Eh… ja. Ik heb nog nooit zoiets gezien… is het voor je eten?” Domme vraag, hij eet gewoon normaal.
“Nee. Het is voor mijn zuurstof. Ik ben ziek.” Zegt Logan.
“Ziek? Wat heb je dan?” Vraag ik met een klein stemmetje.
“Ik heb kanker. Leukemie.” Antwoordt hij.
Oh nee, he. Dat vreselijke woord heb ik net op school geleerd en het klinkt echt doodeng.
“Leukemie? Wat is dat?” Fluister ik hees. Ik voel me echt heel klein en dom…
“Leukemie betekent dat mijn bloed ziek is. In je bloed zitten hele kleine dingen die helpen om je gezond te houden, zoals de soldaatjes. Bij mij zijn die soldaatjes bijna allemaal ziek en ze zijn met te veel. Ze houden ook de gezonde dingen tegen, zoals de taxi's, die zuurstof naar je lichaam brengen.” Zegt Logan.
“En daarom heb jij die slang.” Fluister ik.
Hij knikt. “En die zieke soldaatjes houden ook de plakkertjes tegen die zorgen dat het bloed stopt met stromen als ik wondjes heb. Vandaar die blauwe plekken en schrammen.” Fluistert Logan. En die hele uitleg heeft hij me glimlachend aangekeken.
“Kan je beter worden?” Vraag ik.
Zijn glimlach verdwijnt.
Hij schudt zijn hoofd. “Nee, ik word niet meer beter.”
Hij kijkt weg. Ik leg mijn handje op die van hem.
“Ik had medicijnen die me weer beter zouden maken, maar die werken niet meer… ze kunnen niks meer voor me doen.” Er glijdt een traan over zijn wang.
Ik huil meteen weer mee. Stomme gewoonte!
“Dus binnenkort ga je…” Fluister ik.
“Ja. Ik ga naar de hemel.” Fluistert hij.
Zijn ouders kijken ons aan. Ook zij hebben tranen in hun ogen.
“Hoe oud ben je?” Fluister ik.
“Acht.” Fluistert Logan.
Hij heeft nog maar twee maanden, vertelt zijn moeder. Dan gaat hij.
Uuthofasie, zeggen ze.
“Wat is uuthofasie?” Fluister ik.
Ze lachen even. Ik heb zo'n moeite met moeilijke woorden…
“Euthanasie.” Zegt zijn moeder. “Ze gaan Logan een prikje geven zodat hij geen pijn meer heeft. Zo kan hij rustig naar de hemel."
Naar de hemel. Wat erg. Opa is vier jaar geleden naar de hemel gegaan, maar ik weet allang niet meer hoe dat voelde…
Maar opa was tweeëntachtig. Logan is nog maar acht…
Maar dan glimlacht Logan weer. “Maar ik ga er het beste van maken nu ik nog leef.” Hij pakt mijn hand weer vast en vraagt: “Ga je mee?”
“Nee, dat durf ik niet hoor!” Zeg ik tegen Logan.
“Kom op, Lien. Het is niet eng. Je kunt het.” Zegt Logan.
We staan bovenaan zo'n grote toren met elastieken waar je je doorheen moet laten vallen en overheen kunt kruipen - een “spinnentoren” noemt Logan het - en ik vind het doodeng. Straks val ik, of breek ik iets, of raak ik gewond… wat zal mama dan zeggen? Die zal dan heus-
Logan knijpt in mijn hand. “Kom. We gaan samen. Als je valt, vang ik je op.”
“Echt waar?” Fluister ik.
“Ja, echt waar. Kom, spring maar. Eén, twee… drie!”
Ik spring, tegelijk met hem. Ik gil, maar hij houdt me stevig vast.
Na twee verdiepingen vind ik het niet eng meer en kruipen we samen over het net. Ik snap nu waarom Logan het een spinnentoren noemt; die netten lijken net spinnenwebben.
Logan doet alsof hij Spiderman is en ik probeer hem na te doen.
Ineens roept hij: “Vijand in zicht!” En hij neemt een sprong, grijpt me vast en trekt me tegen zich aan. We vallen het laatste stuk naar beneden en landen gierend op de mat.
Logan knijpt in mijn hand die hij nog steeds vasthoudt. “Nu mag jij zeggen wat we gaan doen.”
“De fietsjes! Ik wil naar de fietsjes!” Zeg ik.
We verlaten de plek via de enorme bek van een haai met enorme tanden.
Ik kijk even achterom naar de haai. De bek zit in het midden, de rest is gebouwd in stijl van een schip. Aan de linker- en rechterkant staan enorme schelpen met joekels van zeewezens erin. Gadver, wat zijn ze groot.
“Ze kijken recht in je ziel.” Fluister ik.
“Kom. Ze doen jou niks zolang ik bij je ben.” Fluistert Logan.
We hebben de hele dag de grootste lol. We rijden op de fietsjes en botsen expres tegen elkaar op, we bouwen een fort met de enorme legostenen, we springen samen op het springkussen - en gooien met de enorme rubberen ballen - tot we moe zijn, Logan rent rond en maakt oerwoudgeluiden en ik doe met hem mee. We rijden samen op een sleetje van de sleebaan af en gieren het uit als één van ons eraf valt.
Na een paar uur hebben we even een momentje samen, zonder andere kinderen.
Logan pakt mijn hand weer vast.
“Je bent een bijzonder meisje, Lientje.” Zegt hij.
Bijzonder? Ik? Ik weet niet wat ik hoor.
“Jij bent ook een bijzonder jongetje.” Fluister ik.
“Ik wil je iets geven.” Fluistert hij. Hij graait in zijn zak.
Het is een sleutelhanger in de vorm van een prachtig wit vlindertje met zwarte randjes om zijn vleugels en zwarte stipjes in de hoeken.
“Het is een koolwitje,” Zegt Logan. “Die staat voor onsterfelijkheid en wedergeboorte. Het is mijn belangrijkste bezit. En ik wil hem aan jou geven.”
“Waarom?” Fluister ik.
“Omdat jij hem verdient. Ik heb nog nooit zo'n goede vriend gehad.” Zegt Logan.
Ik voel de tranen weer komen. Maar nu hou ik ze niet tegen.
Logan trekt me in een knuffel. Ik knuffel hem terug.
Ik stop het koolwitje in mijn broekzak.
“Mag ik je nog iets geven?” Vraagt Logan.
“Wat dan?” Vraag ik.
Hij komt steeds dichterbij en dan geeft hij me een kusje.
Ik word knalrood. Ik ben nog nooit door een jongen gekust.
“Dank je.” Fluister ik.
Logan zegt niks. Maar de blik in zijn ogen zegt genoeg.
Uiteindelijk is het sluitingstijd en tijd om naar huis te gaan.
Logan geeft me een laatste knuffel en fluistert: “Dank je wel, voor deze onvergetelijke dag.”
“Jij ook bedankt.” Fluister ik.
We laten elkaar niet los.
Tot zijn moeder roept: “Logan! Kom je? Oma wacht op ons!”
“Ja, mama!” Logan laat me los, knijpt in mijn hand, zegt “tot snel” en rent achter zijn moeder aan.
En dan gaat het mis.
Ik zie dat Logan ineens stopt met rennen, voorover buigt en naar zijn borst grijpt.
Ik wil iets roepen, gillen, maar er komt geen geluid uit mijn keel.
Hij valt recht naar achteren.
Ik ren naar hem toe.
Zijn moeder houdt hem vast. “Logan! Wat heb je! LOGAN!”
“Mama… het doet… zo'n pijn.” Fluistert Logan.
“Blijf maar ademen, lieverd. Blijven ademen.” Fluistert zijn moeder, die inmiddels aan het huilen is.
“Kan niet… Ik kan het niet meer, mama.” Logan huilt nu ook.
Wat gebeurt hier? Ik vind het eng en begin ook te huilen.
Zijn moeder pakt mijn hand ook vast.
“Lientje…” Fluistert Logan.
Dan zegt hij niks meer en wordt hij slap.
Zijn ouders huilen en houden hem vast.
En dan snap ik het. Zijn hartje wil niet meer. Hij gaat naar de hemel.
“Het is goed, jongen. Ga maar. Je zult geen pijn meer hebben.” Fluistert zijn vader.
Nee, het is niet goed! Ik wil niet dat mijn beste vriend naar de hemel gaat! Niet nu! NIET. NU!
Er komen mensen binnen. Ambulancepersoneel, denk ik. Ook daar heb ik laatst les over gehad.
Ze drukken op zijn borst en luisteren naar zijn hartje.
Dan schudden ze hun hoofd.
“Is hij… is hij nu in de hemel?” Fluister ik.
Zijn moeder kijkt me aan en knikt. “Ja, schat. Hij is nu in de hemel. Hij is nu een engeltje.”
“Nee,” Snik ik. “Nee, nee, nee… koolwitje, nee! Koolwitje, kom terug!”
Zijn moeder trekt me tegen zich aan.
De mensen van de ambulance tillen hem ergens op.
Zijn ouders omhelzen elkaar en ik zie hoe ze bij elkaar huilen.
En dan zie ik mama binnenkomen.
Ik ren naar haar toe en val huilend in haar armen.
“Lientje? Meisje toch, wat is er?” Vraagt mama verschrikt.
Ik moet zo hard huilen dat ik niet kan praten.
Logans ouders komen en vertellen haar het hele verhaal.
Mama streelt mijn haren en fluistert lieve woorden. Maar het helpt niks. Ik wil mijn lieve koolwitje terug.
Als ik wat rustiger wordt, fluistert mama dat we naar huis gaan.
We lopen langs de ambulance, waar Logan nu op een soort bedje ligt. Zijn oogjes zijn dicht, alsof hij slaapt, maar het is fout. Alles hieraan is fout.
“Wil je nog iets tegen hem zeggen?” Fluistert mama.
Ik knik.
Ik geef hem een kusje en fluister: “Vaarwel, koolwitje. Ik zal je missen. Je was mijn allerbeste vriend. Bedankt voor deze onvergetelijke dag.”
Het is druk buiten. We staan met zijn allen om het graf heen.
Ik sta voor het kleine kistje met een rode roos in mijn hand.
Niet te geloven dat mijn allerbeste vriend in dat kistje ligt.
Ik frummel aan het koolwitje dat Logan me gaf. Mama heeft het heel mooi voor me aan een kettinkje gedaan, zodat ik hem altijd bij me kan dragen.
De dienst is net afgelopen.
“Mag ik nog even alleen zijn met hem?” Fluister ik.
Mama knikt en laat me even alleen.
Ik kniel voor de kist.
Mama zegt dat Logan altijd bij me zou zijn, alleen niet fysiek. En als ik om een teken vraag…
Ik leg mijn hand op de kist en fluister: “Logan, als je me hoort, geef dan een teken.”
Even gebeurt er niets.
Dan komt er een koolwitje aan gevlogen.
Hij landt even op de kist, loopt wat rond en vliegt dan weer verder.
Ik kijk het kleine witte vlindertje na.
“Dag, koolwitje.” Fluister ik. “Ik hou van je. Bedankt voor de onvergetelijke dag.”
Bij dit verhaal hoort het nummer “(This Is) Water” van Soap&Skin, afkomstig van het album “From Gas to Solid / you are my friend”.
1 note
·
View note
Text
litanie - maart 2024
Elke ochtend de fucking bomen elke ochtend wakker worden
& zin hebben in zaagsel
vandaag een tapijtje kopen vandaag vandaag ben ik ziek
& heb ik er genoeg van
op mijn sokken te lopen ik wil met schuurpapier over mijn oren
fucking vogels
fucking signaleringen
fucking adamsappels fuck adam en fuck appels
het allerblauwste blauw is bloed
van de degenkrab. Al het andere blauw is vals.
ik wil het hek ommaaien & op mijn knieën van de wereld grazen ik wil paardje hop ik wil
alle adamsappels uit alle kelen halen nee laat het
fuck dit & alles wat ik ooit gezegd heb
ik ben boos
& ik wil iemand bijten boos boos boos boos boosboosbosbosbosboosbosbosbsbsbsbsbssssss sssshh
heel heel heel heel heel heel stil zijn & bomen & de kleur roze
roze is de stilste kleur die er is
elke ochtend stil op sokken lopen tapijten oprollen de deur het hof maken heel stil
je liefde aan de kamer verklaren
& je oren met schuurpapier tot je denkt ik ben een vogel?
schrikken niet horen
dat de bomen stil zijn dat de bomen ondertussen origami
zijn geworden
het is alsof er al dagen niks gebeurd is
nog nooit zelfs
en dat groeien niks met de grond te maken heeft
&ook van je handen maak je zaagsel &ook van je ogen&ook je vingerkootjes&je longen&je denkt
ik ben ziek
sssssh
slaapkoppen denken in stilte maar niet te stil
je hoort je moeders stem ben je ziek
of heb je nood aan verandering?
Heel stil & wakker worden heeft niet veel meer met opstaan te maken &
al het eenvoudige kraken
fuck
je ziet in alle scharnieren muizenvallen in je botten een bos vol hooligans
kruisen in druipende verf waar er niks te redden valt
overal de veren van je bed alsof er ‘s nachts een slachting plaatsvond
je was nog liever een hond
zo draai je al dagen cirkels rond je hoofd tot
de ketting geen rammelruimte meer geeft & je hoort niets behalve ingebeelde
instructies
& zo stil dat je vergeet waarop je wacht of wat je dan beloofd was
zo stil dat zelfs je doodsangst het niet langer meer volhoud & zich overgeeft
&toch &toch vannacht een droom
dromen dat je wakker word
op een eiland waar alle dingen opgerold of onder de arm kunnen genomen of desnoods
zoals een potlood achter een oor gestoken
van je handen & je ellebogen &je kinnebakkes oliekrijtjes maken
dat zou je willen doen
je zou willen leren niet meer bij de knieën te plooien maar naar buiten te vouwen
als een boomgaard
mama ben jij dat ben ik zwak wat zeg je moet ik citrus eten?
mama ben je aangespoeld of is dat mijn kindertijd oh hoi
hoi kindertijd ik ben flink bezig kijk je was ooit
een meisje maar je was ook een vlot
zeg me dat het goed komt dat het goed zo dat ik nog steeds om
het klokkenhuis heen eet omdat ik bang ben voor de pitjes fuck
ik wil geen boom in mij
ik wil niet dat er dingen bij mij binnenkomen ik wil niet dat er word aangeklopt ik wil
geen houtworm
in mijn buik
ik moet het nog over de schapen hebben het scheren & het buigen om te springen daar
waar het herhalen kale plekken vormt ik wil dat jij
nu ook wakker word
want het is ochtend & ik zal in je oor fluisteren
ra ra ra wat is er rood en zit in een hoekje een kind
met een dunschiller
& ik zal beginnen neuriën tot je ontploft zoals een hoofd
dat onder water word gehouden
& je vraagt je af wie de oever heeft vergeten tekenen & je kotst splinters
die zich als walvissen in je binnenste hebben verzameld
& je zult de medicijnen nemen je beloofd het ik meen het dit keer
ga je naar de dokter &
laat hem hamertje tik op je gewrichten spelen als je bibbert ben je verloren sssh kan je horen? alles is in orde je bent gezond
slaapdronken denken er is vanalles wat niet klopt maar mijn reflexen werken nog
je zegt luidop tussen mij & de wereld
zit alleen een wollen sok &
dat je daar bang van word
over je geschuurde schouder kijk je naar de wachtkamer om jezelf daar te zien zitten
waarom ben je hier nog?
een plank is toch geen boom een lat geen bedframe om je onder te verstoppen
een jongen toch geen meisje een kind geen moeder & een dokter weet soms
ook niet waar te drukken tot je A zegt
maar je hebt last van cement betonmolens en hechtingen er scheelt niks
met de liefde dat is niet waarvoor je komt het zit hem in de grond slag de uitslag waar je fucking boos van word het kan niet helpen dat de winter komt
dus je hebt een extra tapijt gekocht & de dieren dichtgetimmerd mama hoe komt het
dat ik hier woon
dat ik mezelf in een mandje stop ben ik dat gewend leerde jij mij dat zo?
& tralietjes tegen het ontsnappen het weglopen het mezelf tussen benen steken
en onder stoelen rillen tot
het mijn beurt is
& het slikken moeilijk word het slikken uit je tenen komt je was ooit
een mens en nu
ben je een stronk.
concreter kan je het niet maken, toch? De kleur roze bestaat niet. Je haalt diep adem
en vraagt de huisarts of hij langskomt je hebt iets je hebt iets je bent ziek je weet niet
wat het is. Hij schud de hand van je moeder en je moeder zegt ik denk dat het door eetpatronen komt
en de dokter zegt: weet je waar dat voor mij op trekt? Het is alsof
ik binnenkom en mijn kamer ligt overhoop, alles ligt op de grond – kijk naar de natuur
stormen orkanen wervelwinden weet ik veel
het lijkt allemaal een rommeltje voor ons, maar daar zit eigenlijk een zekere orde in, daar zit een zekere orde in en in die orde daar zit een zekere orde in en die zit ook in ons.
Daar lijkt het op. Dat het in jouw bovenkamer een beetje een warboel is geworden maar geen zorgen daar zijn pillen voor.
Misschien vertel ik het verkeerd.
Als je inzoomt op het lichtspectrum en je gaat het rijtje af rood oranje geel groen paars
dan
zit
roze
daar
niet
tussen.
Volgens een andere schrijver is een gedicht overbodig
als daarin een hond een hond is & een boom
een boom wist je dat die het licht
reflecteren dat ze niet consumeren
ik wil geaaid worden
ik wil geloofd worden
ik wil dat jij mij bladgroenkorrel noemt.
Zullen we een kinderliedje zingen? Ik leer het je: tikkie tikkie draai draai
kop er af & bye bye
tikkie
tikkie
draai draai kop eraf & bye
bye.
Draaideur daar loop ik door doorgedraaid ooit vergat ik uit te stappen
ziekenhuizen hebben zulke deuren hotels ook
& ondertussen
bel ik naar een meisje
wat is er
hallo
sorry dat ik stoor
sorry
sorry
ze zegt dat ze een beetje van me houd.
ik zie voor mij een doorzichte bokaal.
misschien is het tijd om mijn moeder te vergeven.
Wat is dat ook al weer? Dat niet blaft omdat het bijt?
bitch ik ben zo fucking moe
is dat concreet genoeg?
Bloemen doen alsof ze blauw zijn zodat er een beestje op ze land
Mijn meisje is mijn meisje niet
zacht
om me te troosten maakt ze een flauwe grap: het onweert hier
ben jij dat?
0 notes
Text
Toki Pona Poem 5: Red Sun

4.10 Toki Pona Poem 5 Red Sun Poem By Emilia Sameyn 25/8/2023
Red Sun goes Under Green World inside Red Rays
Laying on the Sleep Table
Small Animal between Arms
Long Haired Boy
Eyes Locked
Beautiful Blue Eyes
Slender Body, Long Arms Childlike Face
The Chest is Warm
World Full of Good
This MoonTime Good Time
-
-
-
4.10 Toki Pona Gedicht 5
Rode Zon
Gedicht van Emilia Sameyn 25/8/2023
Rode Zon gaat Onder
Groene Wereld in Rode Stralen
Liggend op de SlaapTafel
Klein Dier tussen Armen
LangHarige Jongen
Oog in Oog
Beeldige Blauwe Ogen
Slank Lichaam, Lange Armen
Kinderlijk Gezicht
De Borst Is Warm
Wereld Vol Goed
Deze MaanTijd
Goede Tijd
#toki#pona#toki pona#tokipona#conlang#con lang#poem#poet#poetry#esperanto#english#nederlands#dutch#art#gedicht#dicht#dichtkunst#symbols#sigils#icons#signs
3 notes
·
View notes
Text






Voordat de bergen vanaf 13 uur in laaghangende bewolking verpakt zal zijn arriveren wij in Dieng. Een dorp dat op een plateau van 2000 meter hoogte ligt. De bezienswaardigheden bestaan uit een 1200 jaar oud tempelcomplex, dat jarenlang in een moeras verborgen lag. Om het te betreden moet je je benen met een doek bedekken. Een groep vrouwen die met een reisbus gekomen zijn hebben de grootste lol, en uiteraard zijn wij uiteindelijk ook weer het 'slachtoffer'...hup in omarming met hun op de foto. Heerlijk die ongedwongenheid.
Terug op de parkeerplaats, in het Indonesisch 'parkir mobil' genoemd, wordt er wat afgepaft, en voor het eerst van leven vind ik de geur van een sigaret aangenaam, het komt vast door de kretek, de kruitnagel die erbij in brand gestoken wordt.
Verderop is een bron te vinden en om er te komen moet je eerst over een markt. Een feest voor je ogen is het met al die kleuren om je heen met geel uitziende drankjes, blauwe kunstbloemen en kroepoek in het wit, roze en groen.
Rondom de bron is de zwavellucht alom aanwezig, gelukkig is de afmeting daarvan maar klein.
Heel anders is dat bij een lager gelegen groot meer, dat Telaga Warna heet en waar het unieke natuurlijke fenomeen zich voordoet dat de kleur van het water van het meer vaak verandert. Soms is het meer groen en geel of kleurrijk als een regenboog.
Rondom de lunch onder het genot van soto ayam en een glas hete sinaasappeldrank zie je inderdaad dat de bergen rond 13 uur meer en meer in de wolken verdwijnen. Aan de horizon zijn nog boeren te zien die op een eigen vruchtbare stukje grond ploeteren op de terrassen om kool en aardappelen zonder mechanisatie te verbouwen.
0 notes
Text
Mijn vader - mijn papa!
Je bent nu al zo lang uit mijn leven verdwenen dat ik bijna zou vergeten dat je ooit bestond, maar neen hoor! Op deze geweldige dag, die elk jaar weer opduikt, speciaal voor jou, denk ik nog elk jaar aan jou terug. We hebben elkaar jaren niet meer gezien, maar ach, wie telt de jaren nou nog? Het leven tussen ons is altijd een achtbaan geweest, ik ben niet altijd dé gemakkelijkste geweest. Maar toch, daar, middenin deze chaotische rit, stond je altijd paraat, mijn vader!
Mijn vader, die, ergens tussen de vier en zeven jaar alles wist, daarna steeds minder, om rond mijn twaalfde verjaardag praktisch een dinosaurus te worden. Maar ach, laten we eerlijk zijn: wie wil er nou niet een dino als vader?
Op vierjarige leeftijd was je als vader een soort alwetende superheld. Je wist toen alles! Van waarom de lucht blauw is tot hoe ik een knoop in mijn veters moest leggen zonder mezelf te wurgen. Maar tegen de tijd dat ik zeven was, begon ik te twijfelen aan je alwetendheid. Misschien omdat je dan volgens mij niet meer wist waarom de lucht soms grijs was en mijn sokken altijd verdwenen. Ach, kleine details.
Op mijn twaalfde verjaardag was ik er rotsvast van overtuigd dat je als vader het allemaal niet meer wist. Je had immers geen idee hoe je het nieuwste bordspel moest uitleggen, laat staan hoe je het perfecte zelfportret schildert. Je begreep ook niet waarom ik uren doorbracht op mijn kamer...
Ah, zestien. De leeftijd waarop ik besefte dat je als vader hopeloos ouderwets was. Je muzieksmaak, je kledingstijl, je complete onvermogen om iets te begrijpen – het was een wonder dat je überhaupt wist hoe je een kop koffie moest zetten. En bij achttien wist ik meer dan dat jij ooit had kunnen dromen! Ik kon in ieder geval met mijn ogen rollen op een manier die jij nooit zou begrijpen.
Tegen de tijd dat ik een goede vijfentwintig was, was ik klaar om het nest te verlaten. Ik herinner me nog dat ik je zei: "Pa, ik ga het huis uit," en dat verkondigde ik met een mengeling van zelfvertrouwen en een beetje paniek. En hoewel je wist dat ik nog geen flauw benul had van de echte wereld, gaf je me een stevige knuffel en wenste me het beste.
Het is pas maar rond mijn dertigste begon ik te beseffen dat je als mijn vader toch wel iets van de wereld begreep. Misschien zelfs meer dan ik in mijn puberale wijsheid had gedacht. En tegen de tijd dat ik vijfendertigste was, vroeg ik zelfs af en toe je mening. Of het nu ging om mijn carrièrekeuzes, liefdesproblemen of de vraag hoe je die verdomde kast in elkaar moest zetten zonder een echtscheiding te riskeren. Het is niet dat we nooit geen onenigheden meer hadden, maar ik begon voor jou toen pas meer begrip te krijgen.
Pas bij tweeënvijftig besefte ik echt hoeveel je als vader voor mij betekende. De gedachte om je ooit te verliezen werd ondraaglijk. En nu, met mijn mooie gezegende leeftijd, denk ik aan jou nog meer dan ooit terug. Wat zou ik geven om je nog één keer om advies te kunnen vragen, om je te horen lachen om mijn zoveelste stuntelige poging om volwassen te zijn.
Nu je er al lang niet meer bent, en ikzelf nu een grijze oude man geworden ben, realiseer ik me elke dag hoe groot je invloed op mijn leven was. Je was mijn rots, mijn bron van sarcasme en liefde, mijn spiegel voor zelfspot. En hoewel je er niet meer bent, blijft je geest bij me, want de vele lessen die ik van je kreeg zet ik nog vandaag in elke stap die ik zet.
Dus, hier, vandaag, mijn eerbetoon aan mijn vader, een man die mijn leven vulde met vreugde en verdriet, en die me altijd de vrijheid gaf om mijn eigen pad te volgen. Eeuwige dankbaarheid voor je aanwezigheid in mijn leven.
Nu kan ik nog enkel kijken van een afstand naar je. Maar Papa, kon ik je nog maar één keer iets vragen...

19/07/204
0 notes
Text
Charyn Canyon National Park - Zharkent
Vrijdag 23 augustus
Om 03:15 gaat mijn wekker en, nog half slaperig, trek ik snel mijn kleren en wandelschoenen aan. We gaan de berg op om de zonsopgang te bewonderen. Ik heb er hoge verwachtingen van, want Mazghan vertelde dat het erg mooi zou zijn. Dat moeten we maar eens zien!
Na een steile klim, waarbij je nauwelijks ziet wat je doet en de stenen los liggen, ben ik opgelucht dat ik de top heb bereikt. Een deel van onze groep klimt nog verder naar een andere bergtop, maar dat leek mij overbodig, aangezien het uitzicht waarschijnlijk hetzelfde is. Samen met Dieuwke en Esther blijf ik op de eerste top wachten. De gids zei dat de zon om 04:00 zou opkomen, maar volgens mijn telefoon duurt het tot 05:00. Ach, we wachten wel af.
Na een tijdje verschijnt er een kleine oranje gloed aan de horizon. En daar blijft het bij... de lucht kleurt plotseling blauw en de zonsopgang is voorbij. Best een teleurstelling, ik had er meer van verwacht. Maar de rest van de groep had dit blijkbaar al voorspeld, 😅 haha. Nou ja, de afdaling gaat in ieder geval sneller en makkelijker, zeker nu het licht is en je goed kunt zien waar je je voeten zet. De losse stenen blijven wel een uitdaging, maar het zicht helpt een hoop.
Eenmaal beneden is het nog geen vijf uur, dus kruip ik snel terug in mijn tent en slaapzak (ik sta op een magisch plekje!).

We hebben om zeven uur afgesproken om te ontbijten, dus ik kan nog even mijn ogen sluiten. Twee keer in één nacht wakker worden is niet bepaald bevorderlijk voor de wallen onder mijn ogen 🫣, maar ik begin er aan te wennen. Mijn slaappatroon deze vakantie is toch al helemaal in de war.
Het ontbijt is wederom heerlijk, verzorgd door Magzhan. Een roerei in de middle of nowhere voelt toch echt als een luxe! Na het ontbijt pakken we onze spullen in en beginnen we aan de wandeling terug door de kloof, richting het startpunt waar de bus op ons wacht. Dit keer stuur ik mijn backpack mee met de terreinwagen, want de weg gaat licht omhoog en de zon begint flink warm te worden. In de canyon stijgt de temperatuur snel, heb ik inmiddels gemerkt.


De terugweg is hetzelfde als de heenweg, maar het licht is anders en daardoor vallen er weer nieuwe dingen op. Het landschap is prachtig, met kleuren die steeds intenser worden.

Aan het begin van de wandeling zien we nog geen andere bezoekers, maar dichter bij het bezoekerscentrum komen we steeds meer mensen tegen.
Omdat de terreinwagen met onze spullen nog niet is gearriveerd, loop ik alvast richting het uitzichtpunt boven de kloof. Het is geweldig om de kloof van bovenaf te zien!


Net als ik terugkom bij de bus, arriveert de terreinwagen met onze bagage. Ik was al bang dat ik mijn rugzak nog het laatste stuk moest dragen, maar gelukkig wordt alles netjes bij de bus afgeleverd. Top geregeld!
We stappen weer in de bus voor een lange rit. De weg door het dorre, maar mooie landschap is eindeloos en recht, net zoals gisteren. Onze eindbestemming is het Altyn Emel National Park, waar we morgen gaan wandelen en overnachten. Onderweg stoppen we in Zharkent voor lunch, een bezoek aan een oude houten moskee, en een lokale markt. Helaas krijgen we onderweg een lekke band. Onze chauffeur en gids, Magzhan, duiken onder de bus om het reservewiel tevoorschijn te halen.

Het duurt ongeveer een uur, en buiten is het behoorlijk warm, maar we vermaken ons prima middels een Zweedse woordzoeker (had je bij moeten zijn momentje 😂). We kunnen al snel weer verder.
Tegen de tijd dat we in Zharkent aankomen, hebben we trek gekregen. Gelukkig krijgen we een fantastische lunch voorgeschoteld. De meesten van ons laten zich verrassen door Magzhan, die een paar van onze favoriete gerechten toevoegt. Ook de zelfgemaakte appelsap is heerlijk en verfrissend in dit warme weer. We kunnen vanaf onze tafel de keuken inkijken, waar de gerechten worden bereid. De man die de noedels maakt, probeert stoer te doen als hij doorheeft dat we kijken. Magzhan legt uit dat hier de mannen het vlees bereiden, terwijl de vrouwen de groenten en voorgerechten klaarmaken. Het is bijzonder om te zien.
Na de lunch bezoeken we de houten moskee, die niet meer in gebruik is, maar wel een populaire plek is voor toeristen en fotoshoots.

Er is voor deze moskee geen enkele spijker of schroef gebruikt wordt ons verteld, bizar!

Magzhan vertelt ons nog meer allerlei interessante feitjes en leidt ons ook rond in het naastgelegen museum.
Daarna gaan we naar de markt, maar omdat we door de lekke band vertraging hebben opgelopen, zijn de meeste kraampjes al aan het opruimen. We lopen langs een paar fruitkraampjes, maar veel meer is er niet meer te koop.

Ons guesthouse ligt ook in Zharkent, en daar slapen we vannacht. Wat een luxe: een bed en een warme douche! De bedden zijn keihard, maar verder ziet het er netjes uit. Ik deel mijn kamer met Annemarie.
Na ons geïnstalleerd te hebben, worden we weer aan tafel verwacht voor het diner. Hoewel we nog vol zitten van de uitgebreide lunch, proberen we toch iets te eten om niet onbeleefd te zijn. Na het diner kletsen we nog even na voordat iedereen zich terugtrekt. Ik neem nog een heerlijke douche en val vervolgens als een blok in slaap, ondanks het harde matras.
0 notes
Text
Jonge ringslang
De eerste jonge ringslang, “blue Eyes”. Eieren in de composthoop. Ringslang (Natrix natrix) klaar om huid met blauw oog af te werpen.Als slangen vervellen, vervellen de ogen namelijk mee. Tijdens de periode van vervelling, die enkele dagen in beslag neemt, ziet de slang weinig, is honkvast en extra kwetsbaar. Mantingerdijk.

View On WordPress
0 notes