Text
Eva Gerlach - 'Open'
Sinds ik je ken gaat alles niet alleen beter maar ook open, naar elkaar open alle kamers in huis. Neem een woord bv.: dat elk woord altijd een woord op zijn rug heeft dat armen uitsteekt als ik met je praat. Dat wist ik dus niet. Dat in een steen een vulkaan in een veertje een struisvogel woont daar kan ik nog bij maar dat jij aldoor zonder pauze binnenin mij doorgaat met er te zijn en als je dan zo tegenover me hangt bij de fietsen je lacht en je stopt met praten trekt je ene wenkbrauw op hoe alles waarvan ik hou dan ineens naar elkaar opengaat glanslak zee tangens van driehoeken in je wenkbrauwenhaar raar.
0 notes
Text
Mieren hebben spieren in plaats van longen.
Mieren moeten wandelen om te ademen. Door kleine buisjes aan de zijkant van hun lichaam komt zuurstof binnen.
Ik heb jou zien dansen. De wereld kwam binnen, als een schot.
Mieren hebben spieren in plaats van oren.
Als hun knieën trillen weten ze dat ze gewaarschuwd zijn.
Een naburige kolonie valt aan. De oorspronkelijke bewoners worden tot slaaf gemaakt, door parasieterende mieren die vaak familie zijn.
De oudste mier is een wesp.
Een termiet is geen mier.
Een zieke mier laat aan niemand weten dat ze ziek is. Ze sluipt stilletjes weg uit de kolonie om dood te gaan. Maar voordat het zover is, wordt ze extra vechtlustig en agressief, waarmee ze met haar laatste krachten mogelijke gevaren voor de kolonie wegjaagt. De mier is een soldaat.
Mieren zijn bijzonder sterk.
0 notes
Text
gedicht over mijn moeder - 27/03/2021
laat het mes maar liggen op de plank
ik ben een aaneenschakeling van putjes
met wenskoper en groene vlekken
onder de leden
alle mouwen zijn me nog steeds te kort in die geleende truien
soms denk ik: ik moet maar eens buitenkomen
dan hoor ik je stem
laat het mes maar liggen en je zit op de bank
ik ben een aaneenschakeling van krukjes
met tandpastabekers en druppels
precies hier ben ik al wel tien keer overleden
jas rond m’n middel geknoopt soms denk ik
ik kan niet ademen met mijn vingers
dan hoor ik je dampkring
ik mompel ik laat het mes wel liggen
ik moet huilen uit mijn mond
ik moet luidop
‘plens’
de truien smaken naar hun huizen
ze smaken naar het raakvlak
tussen de zee de lucht de lamp
de zee de zucht de tand
aai ik met mijn achterhand over
soms denk ik niet na onder het smeren
soms denk ik wat als ik alles op de grond schraap
en dan de kruimels van mijn kant lik
er valt wat van te zeggen
dat mijn lichaam een knipperend schaap onder een scheermes is
ook met de lichten aan, ook met de lichten dicht
houd ik mijn handen tussen mijn benen als fossielen onder glas
maar ik wil het misschien liever niet
er over hebben
dus is verzakken als een stuk aarde
een slenk in een oceaan alledaags
toch blijft het anders voelen
-als een wollen jas in de zomer
longen verschrompelend onder je adem
neuriënd: zeg roodkapje waar ga jij heen
ik ben niet bang voor de eenzame wolf
in het bos, in het bos ben ik niet bang
voor de wolf met de haaientanden
pulserend in een steen
ik draai de waterkraan verder open
zodat ik kan doen alsof ik niet gehoord heb;-
ik zeg: wat ben je veranderd
grote ogen, lege handen
ik moet er maar weer vandoor
er zit een jongetje in het meisje in de vrouw in het mesje dat ik ben
mompelend: in het bos zitten wilde dieren, aan het hek
kijken ze uit naar je alsof je een wolkje bent, een groene droom
pas maar op
pas maar op
0 notes
Text
teething - februari 2023
De wind sloeg met zijn vlakke hand tegen mijn dakraam en ik lag in mijn bed en dacht: wat ben ik dankbaar voor mijn angst – elke bliksemschicht ervan word gevolgd door liefde. Liefde als in: ik wil nog niet dood: nee er zijn zelfs nog allerlei dingen die ik nog méér wil, en er zijn allerlei dingen die ik weet en wat is het heerlijk om te weten over anderen, zoals mijn twee favoriete dingen die ik weet over mijn klasgenoot: dat tattoos volgens hen het epitomie van zelfexpressie zijn en dat die houd van het nummer every time the sun comes up van Sharon Van Etten.
Louky heeft een tattoo van een coloradokever op haar been, en ik moet toegeven dat dit hele gedicht een list is geweest, een voorwendsel om je over dit insect te vertellen. Hij is niet zo populair omdat ie aan de aardappelen zit, maar ze houd van hun bolle vormen zegt ze, ze lijken op lieveheersbeestjes.
Ik houd niet van lieveheersbeestjes en dat voornamelijk (ik zal niet liegen) omdat een vriendje van me ooit vertelde dat eentje op diens vinger had gepist, en wat nog meer was dat het pijn deed, zo’n ministraaltje. De verdere reden is dat ik vaak versteende lieveheersbeestjes vind, tussen mijn pennen of tussen de ruit en het vliegenraam en dat ze kraken als grind onder mijn handvlak.
Ik kan er niks aan doen dat mijn favoriete insect de bidsprinkhaan is. Misschien klopt het niet helemaal, maar wat moet je zeggen als je bang bent voor alles waarvan je houd? Ik ben bang voor hun onverwachte aanwezigheid op mijn huid, van een blad naar mijn vinger op zoek naar iets om te perforeren.
Ik ben bang voor hun urine, kristalstructuur en glans. Jij was bang voor de biechter in mij. En wat is het is tergend, tergend moeilijk om dankbaar te zijn voor de angst van een ander, een ander waarover je je hele leven nog dingen te weten had willen komen, veranderlijke dingen zoals hun lievelingsliedje of welke kevers ze in de tuin hebben gezien.
Men zegt goeie genade maar in het Engels heb je ook good grief, een conditie die onze taal niet bekend is. Ik weet dat wij gewoon december zeggen.
In het Nederlands is er ook geen vertaling van het werkwoord teething. Als ik zeg: ik krijg een tand, lijkt dat niet op iets dat ik zelf aan het doen ben, maar eerder iets wat me overkomt.
Wat dacht je van: ik sta tanden uit? Ik sta verschrikkelijke tanden uit. Ik mis je.
0 notes
Text
Storm groet 's morgens de dingen - 25/10/2024
hallo dag naam die ik mij gaf dag versregels die ik mezelf niet kan vergeven : mijn lichaam is een plas melk gemorst verlangen blijft aan donshaartjes boven lippen plakken mijn lichaam dat geen machine is te lang roeren doet het schiften voor de helft hetzelfde als dat van jou mijn lichaam het is vers gekapt berkenhout jouw ogen zijn nat en vlezig je ogen zijn nat en vlezig ik word wakker in een bed zonder zachte dingen geen matras geen deken niks. naakt. goedemorgen verzuurde spieren goedemorgen geluiden waarvan ik denk : dit is het. dit is het einde. ik denk aan een roze envelopje een bos is net een treinstation dag perronklok ik wil beluisterd worden maar ik ben bang dat er niets overkomt dat de dag vol leegte gestopt als een kussensloop
0 notes
Text
litanie - maart 2024
Elke ochtend de fucking bomen elke ochtend wakker worden
& zin hebben in zaagsel
vandaag een tapijtje kopen vandaag vandaag ben ik ziek
& heb ik er genoeg van
op mijn sokken te lopen ik wil met schuurpapier over mijn oren
fucking vogels
fucking signaleringen
fucking adamsappels fuck adam en fuck appels
het allerblauwste blauw is bloed
van de degenkrab. Al het andere blauw is vals.
ik wil het hek ommaaien & op mijn knieën van de wereld grazen ik wil paardje hop ik wil
alle adamsappels uit alle kelen halen nee laat het
fuck dit & alles wat ik ooit gezegd heb
ik ben boos
& ik wil iemand bijten boos boos boos boos boosboosbosbosbosboosbosbosbsbsbsbsbssssss sssshh
heel heel heel heel heel heel stil zijn & bomen & de kleur roze
roze is de stilste kleur die er is
elke ochtend stil op sokken lopen tapijten oprollen de deur het hof maken heel stil
je liefde aan de kamer verklaren
& je oren met schuurpapier tot je denkt ik ben een vogel?
schrikken niet horen
dat de bomen stil zijn dat de bomen ondertussen origami
zijn geworden
het is alsof er al dagen niks gebeurd is
nog nooit zelfs
en dat groeien niks met de grond te maken heeft
&ook van je handen maak je zaagsel &ook van je ogen&ook je vingerkootjes&je longen&je denkt
ik ben ziek
sssssh
slaapkoppen denken in stilte maar niet te stil
je hoort je moeders stem ben je ziek
of heb je nood aan verandering?
Heel stil & wakker worden heeft niet veel meer met opstaan te maken &
al het eenvoudige kraken
fuck
je ziet in alle scharnieren muizenvallen in je botten een bos vol hooligans
kruisen in druipende verf waar er niks te redden valt
overal de veren van je bed alsof er ‘s nachts een slachting plaatsvond
je was nog liever een hond
zo draai je al dagen cirkels rond je hoofd tot
de ketting geen rammelruimte meer geeft & je hoort niets behalve ingebeelde
instructies
& zo stil dat je vergeet waarop je wacht of wat je dan beloofd was
zo stil dat zelfs je doodsangst het niet langer meer volhoud & zich overgeeft
&toch &toch vannacht een droom
dromen dat je wakker word
op een eiland waar alle dingen opgerold of onder de arm kunnen genomen of desnoods
zoals een potlood achter een oor gestoken
van je handen & je ellebogen &je kinnebakkes oliekrijtjes maken
dat zou je willen doen
je zou willen leren niet meer bij de knieën te plooien maar naar buiten te vouwen
als een boomgaard
mama ben jij dat ben ik zwak wat zeg je moet ik citrus eten?
mama ben je aangespoeld of is dat mijn kindertijd oh hoi
hoi kindertijd ik ben flink bezig kijk je was ooit
een meisje maar je was ook een vlot
zeg me dat het goed komt dat het goed zo dat ik nog steeds om
het klokkenhuis heen eet omdat ik bang ben voor de pitjes fuck
ik wil geen boom in mij
ik wil niet dat er dingen bij mij binnenkomen ik wil niet dat er word aangeklopt ik wil
geen houtworm
in mijn buik
ik moet het nog over de schapen hebben het scheren & het buigen om te springen daar
waar het herhalen kale plekken vormt ik wil dat jij
nu ook wakker word
want het is ochtend & ik zal in je oor fluisteren
ra ra ra wat is er rood en zit in een hoekje een kind
met een dunschiller
& ik zal beginnen neuriën tot je ontploft zoals een hoofd
dat onder water word gehouden
& je vraagt je af wie de oever heeft vergeten tekenen & je kotst splinters
die zich als walvissen in je binnenste hebben verzameld
& je zult de medicijnen nemen je beloofd het ik meen het dit keer
ga je naar de dokter &
laat hem hamertje tik op je gewrichten spelen als je bibbert ben je verloren sssh kan je horen? alles is in orde je bent gezond
slaapdronken denken er is vanalles wat niet klopt maar mijn reflexen werken nog
je zegt luidop tussen mij & de wereld
zit alleen een wollen sok &
dat je daar bang van word
over je geschuurde schouder kijk je naar de wachtkamer om jezelf daar te zien zitten
waarom ben je hier nog?
een plank is toch geen boom een lat geen bedframe om je onder te verstoppen
een jongen toch geen meisje een kind geen moeder & een dokter weet soms
ook niet waar te drukken tot je A zegt
maar je hebt last van cement betonmolens en hechtingen er scheelt niks
met de liefde dat is niet waarvoor je komt het zit hem in de grond slag de uitslag waar je fucking boos van word het kan niet helpen dat de winter komt
dus je hebt een extra tapijt gekocht & de dieren dichtgetimmerd mama hoe komt het
dat ik hier woon
dat ik mezelf in een mandje stop ben ik dat gewend leerde jij mij dat zo?
& tralietjes tegen het ontsnappen het weglopen het mezelf tussen benen steken
en onder stoelen rillen tot
het mijn beurt is
& het slikken moeilijk word het slikken uit je tenen komt je was ooit
een mens en nu
ben je een stronk.
concreter kan je het niet maken, toch? De kleur roze bestaat niet. Je haalt diep adem
en vraagt de huisarts of hij langskomt je hebt iets je hebt iets je bent ziek je weet niet
wat het is. Hij schud de hand van je moeder en je moeder zegt ik denk dat het door eetpatronen komt
en de dokter zegt: weet je waar dat voor mij op trekt? Het is alsof
ik binnenkom en mijn kamer ligt overhoop, alles ligt op de grond – kijk naar de natuur
stormen orkanen wervelwinden weet ik veel
het lijkt allemaal een rommeltje voor ons, maar daar zit eigenlijk een zekere orde in, daar zit een zekere orde in en in die orde daar zit een zekere orde in en die zit ook in ons.
Daar lijkt het op. Dat het in jouw bovenkamer een beetje een warboel is geworden maar geen zorgen daar zijn pillen voor.
Misschien vertel ik het verkeerd.
Als je inzoomt op het lichtspectrum en je gaat het rijtje af rood oranje geel groen paars
dan
zit
roze
daar
niet
tussen.
Volgens een andere schrijver is een gedicht overbodig
als daarin een hond een hond is & een boom
een boom wist je dat die het licht
reflecteren dat ze niet consumeren
ik wil geaaid worden
ik wil geloofd worden
ik wil dat jij mij bladgroenkorrel noemt.
Zullen we een kinderliedje zingen? Ik leer het je: tikkie tikkie draai draai
kop er af & bye bye
tikkie
tikkie
draai draai kop eraf & bye
bye.
Draaideur daar loop ik door doorgedraaid ooit vergat ik uit te stappen
ziekenhuizen hebben zulke deuren hotels ook
& ondertussen
bel ik naar een meisje
wat is er
hallo
sorry dat ik stoor
sorry
sorry
ze zegt dat ze een beetje van me houd.
ik zie voor mij een doorzichte bokaal.
misschien is het tijd om mijn moeder te vergeven.
Wat is dat ook al weer? Dat niet blaft omdat het bijt?
bitch ik ben zo fucking moe
is dat concreet genoeg?
Bloemen doen alsof ze blauw zijn zodat er een beestje op ze land
Mijn meisje is mijn meisje niet
zacht
om me te troosten maakt ze een flauwe grap: het onweert hier
ben jij dat?
0 notes
Text
Vier letters verticaal zorgzaam bekoorlijk - juni 2024
Het enige wat me lukt is zweedse puzzels maken. Het voelt nuttig om letter per letter een woord te spellen waarvan je de betekenis niet kent maar je wel weet dat het er hoort omdat je het in tal van vorige hokjes ook hebt neergepend. Zo is bijvoorbeeld afrastering een tuinhek en gedorste halmen altijd stro. Zoon van Isaak Esau. Ik is ego. Opschudding gedoe.
Het afdelingshoofd van de theaterschool vraagt me waarom ik zo bang ben van mijn ouders. Denk je niet dat ze het wel weten? Ik denk dat ze het al weten.
Ik moet toegeven dat het klopt, mijn moeder heeft mijn naam gehoord. Toen ze erover begon, zei ik dat het een pennaam is. Ik was eens op een dichtavond, en een vrouw vroeg na het luisteren wat dat woord op de sticker op mijn shirt betekend. Ik zei dat is mijn naam. Pennaam? Een alibi? Achternaam? Koosnaam? Nee ik zei dat is mijn naam mijn voornaam. Een pauze. Oh. Uniek.
Uniek is meestal enig.
Ik durf niets anders dan zweedse puzzels maken. Af en toe komt één of andere zin in me op, en kribbel ik die in de kantlijn net ontsnapte synoniemen. Maar daarvoor staat geen oplossing achterin.
Het afdelingshoofd zit met zijn handen in het haar en stelt zeer gerichte vragen. Ik voel zo’n zware mist opkomen, zo’n vuurtorenloze mist ik vraag hem wanneer was dat, hoe bedoel je. Een halfjaar geleden? Welke maand was dat? In september was ademhalen verbazingwekkend onnadachtzaam, zalig. Oh augustus was verschrikkelijk. Wat is er eerst gekomen? Misschien word ik van school gestuurd, maar gelukkig heb ik talent. Nee dat is niet wat ze zeggen. Georgina zit naast me om te helpen als de dingen in mijn hoofd thans op vriendelijk verzoek niet uit mijn mond willen. Ze kocht een glazen flesje ice tea voor me dat ik per ongeluk op een parkbankje laat staan. Iemand is bang om mij tegen het lijf te lopen, ik ben bang om naar huis te gaan. Het is heel simpel, en ik val eindelijk terug in slaap. Ik maak een nestje in je bed, voel me gevangen door de slaap als die komt, en door al het andere wanneer die uitblijft. Elke avond maken we samen één pagina. Koosnaam is meisje. Boterham is boke. Meisje is dus meiske. Zelfde k.
Je vraagt me plagerig of ik dan op mijn zeventigste een memoire 2.0 zal schrijven. Ethel Adnan schrijft in shifting the silence: when I was young I died every day. Een streling is een aai. Mijn moeder belt acht keer op een half uur en SMS't daarna twee vraagtekens. Wat kan ik doen behalve het negeren? Enkele uren later stuurt ze ik veronderstel dat je slaapt. Aan de ijzeren poort geeft Georgina me een knuffel en zegt courage. Courage en als het niet lukt, dan is dat ook oké. Ik loop langs een visrestaurant waar rijke witte mensen mosselen zitten te eten in witte stoelen met de zon op, en ik besef dat ik al heel lang geen kind meer ben geweest.
In het park denk ik een fontijn heeft toch zoiets frivools. Ik vind het prachtig. En: Als je je handen ergens afhaalt, waar moet je ze dan leggen?
Alles wat ik de afgelopen dagen wou zeggen kwam eruit als wie woont daar? wie is daar wie woont daar is daar iemand wie woont daar ik hoor iets wie woont daar wie komt daar binnen wie woont daar kan je het licht aandoen wie woont daar het doet pijn aan mijn ogen wie woont daar ik wil dat je vertrouwen schenkt in mij wie woont daar nee ik heb het niet in mezelf is het dan niet goed om dingen te vragen die je tekort komt wie woont daar ik mis drie maaltijden per dag voor mij bereid en voor mijn neus verschijnend wie woont daar niet mijn moeder wie woont daar nee die mis ik niet zo is dat één van onze buren wie woont daar denk je dat het ons aan de bergen doet denken wie het klateren daar wie woont daar wie woont daar
Georgina zei eerst dan leg je ze ergens anders. Aanvullend misschien blijven ze wel ergens zweven.
Een gevaar voor anderen en zichzelf. Dat is het te vermijdene. Maar
waaraan knoop je een handje zodat het niet wegvliegt en vast komt te zitten in een hoge hoge boom? Ik ben al zo lang zo jong. Als kind besta je dagelijks, met kleine voeten op een stronk kijk kijk moeder vader ik ben een boom!
Jongensnaam vijf letters horizontaal is Storm.
0 notes
Text
(ongetiteld) 2022
Van je houden is gerust hart bij het tankstation, je woorden zijn benzine;
hoe mooier het klinkt hoe vlotter ik ‘s ochtends uit bed kom
maar de laatste tijd vraag je alleen maar hoe het gaat. Ik sputter niet. Ik zeg alles flitst voorbij in een waas.
Het is te kostelijk, we worden wagenziek.
Waarom als ik met mijn ogen dicht torenstil probeer te staan waarom wuif ik toch dag dag gooi jij het roer om? Ik sta onder het flikkeren van het neonbord. Nacht nacht groet het asfalt, groet de koplampen.
Van je houden is een hert zijn en jij die voor me stopt.
In de auto staat nog de radio aan. Hier in het bos heb je slechte ontvangst maar alles wat ik mis vul ik zelf in.
Als je onderweg bent kan een boom een vuurtoren zijn maar ik kan niet bloesemen; wat ik bedoel is blijf weg, houd koers, kijk door het venster naar me.
Ik wil een gedicht schrijven, maar de spoken sussen me in slaap met jouw naam. Toch houd ik mezelf wakker met ommetjes, ik wandel de pechstrook van bekentenissen af.
dat ik niet bij de knieën plooi maar naar buiten vouw als een boomgaard.
dat ik een naaktslak ben, een zomerlijder, het is cronisch.
Wat ik genoemd wil worden is niet een eiland, maar een stuk wrakhout. Elke jongen van wie ik ooit hield een vlot, de vlag spreekt van spijt, de vlag spreekt van: genade,
ik wist het niet.
Ik hoef geen gezicht, geen naam
als die naam me niet aan jou doet denken, hoe ik je wil deinen, in mijn armen rondwervelen, en je dan weer veilig, altijd veilig
in de zetel verankeren. Hier
in deze akker vind ik een wiel uit, hobbel door regenplassen, kijk hoe het een spoor achterlaat dat glinstert, zeg dat het me dichter bij je brengen kan, zeg dat het oké is als ik te groot ben om nog rond het klokkenhuis heen te eten, omdat ik bang voor de pitjes ben,
omdat ik kanteldrang heb maar alleen kan wapperen.
En zeg: liefste. Zeg: het is wel om te rusten. En zeg: ja, het mag ook heel luid. Het mag ook plompverloren. Het mag ook middenin. Zeg: I’ve missed you. I’ll call you. I love you too. I love your name.
0 notes
Text
voorwoord
De dingen blijven maar overkomen. Vandaag heb ik ontdekt dat een inktvlek een mier is. Een oliedruppel is een mier. Het binnenste beetje van je oog is een mier. Ik heb geen buren meer, enkel geluiden. Drie weken geleden zaagde ik met een broodmes twintig capsules Abilify 10mg doormidden. Een ziekenhuis is geen nest. Ik had verwacht dat het walgelijk zou smaken maar het smaakte naar niks. Tegen de verpleegster zei ik ik wil naar huis en toen gaf ik zwart spul over op mijn schoot. Mevrouw toch mevrouw toch. De dokter kwam en zei in zijn Brusselse accent wou je dood? Jij kwam en zat anderhalf uur op een ruggenloze kruk en las essays voor. Ik stond recht en de dokter gaf me een duw. Ik wankelde. Goed genoeg. In mijn boekje schrijf ik mijn woede is de antagonist. Daarom houd ik standvast bij het radeloze. Het is het raden zelf waaruit de taal vloeit. Dat lijkt me adequaat verwoord. Ik lag een week in bed en werd wakker in de vorm van een dier.
0 notes
Text
txt performance (2021)
wanneer twee tektonische platen elkaar ontmoeten duikt de ene onder de andere. De jongere plaat die naar beneden wordt geduwd smelt. Het magma wat gevormd word zoekt zich een weg naar buiten via de korst. Er vormt zich een stratovulkaan. Door de opgebouwde druk zal er een explosieve eruptie plaatsvinden. Het gas dat word uitgespuugd kan voor jarenlange verduistering en afkoeling zorgen. De asdeeltjes die in de atmosfeer komen bevatten koolstofdioxide. Dit co2 reageert met regenwater, dat de grond insijpelt en kalksteen doet oplossen waardoor een holte in de aarde ontstaat. Wanneer stalactieten en stalagmieten naar elkaar toe groeien, ontstaat er een zuil. Vleermuizen ontwijken hindernissen als deze en vangen tevens hun prooi met behulp van echolocatie. In tegenstelling tot wat vele mensen denken zijn vleermuizen niet blind. Het afzettingsgesteente zal uiteindelijk onder de grond zakken en door hoge druk een gedaanteverwisseling ondergaan. Het veranderd zowel van uiterlijk als eigenschappen. Uiteindelijk begint de cyclus opnieuw met een uitbarsting.
Wanneer twee tektonische platen elkaar ontmoeten word er koffie gezet. Let maar niet op de rommel, zet u zet u. Ik leg mijn trillende handen in het bord. Soms denk ik, ik moest maar eens buitenkomen. je zou kunnen zeggen dat ik geobsedeerd ben met woonkamers, en bijkeukens met plantjes erin. dreunende wasmachines. ik zou willen dat ik mijn gedachten niet tussen mijn voeten voelde. begrijp je wat ik bedoel? Je noemt me nooit een laffe hond maar gebruikt woorden zoals ‘overdreven’.hoe komt het dat een dak kan lekken en lekken. Mijn lichaam bestaat voor 50 procent uit kalk. Wat heb ik daar nu mee te maken? Soms denk ik, als ik straks niet meer in mijn schoenen pas dan moet ik bij jou niet komen aanzetten. In de badkamer zie ik dat je al mijn roze onderbroeken hebt verzamelt. Ik kijk je aan en zeg kan je me alsjeblieft onder het tapijt vegen.
Je vraagt of ik bij de kapper ben geweest. Misschien ben ik bang om herkend te worden. op mijn verjaardag heb ik er weer een dikke winterjas bij die tegen vocht kan.
0 notes
Text
verschillende stukjes uit 'bijlagebrief (post scriptum)' - augustus 2023 (lees alles via de link)
Over de kwestie van taal: een dode dichter kan niet schrijven, grief can kill the lone mourner en how do we make a home for desire?
Het is zoals je zegt; als je niet met jezelf kan zijn, wat doe je dan? Goede vraag, wat doe ik dan. Jenny Oddell schrijft I keep wanting to do something instead of consume the experience of it. Ze zegt: in this world, slowness is not so much enacted as consumed; een wereld waarin het product dat je koopt een gevoel van geborgenheid is. Ik wil niet dat dat het theater is dat ik maak. Ik wil ons ‘werk’ niet zo bekijken, maar zo bekijk ik het helaas. Je zegt dat het niet over het uiteindelijke ‘product’, niet over de voorstelling zelf gaat, maar over het onmetelijk waardevolle proces dat de maker doormaakt. Maar die waarde kan niet worden omgezet in kapitaal, zelfs niet in één of andere vorm van productiviteitsverbetering, tenminste niet voor de toeschouwer, niet voor de ‘klant’.
Ik heb al mijn hele leven het gevoel dat alles me overkomt, zelfs mijn eigen gedachten, mijn eigen lichaam, mijn eigen acties, mijn verlangens en gevoelens. Taal overkomt me ook en ik laat het mij overkomen. Er komt een punt in ieder leven dat je ondervind, fysiek, dat ‘de macht’ , de souvereniteit buiten jou ligt. Ik heb altijd gedacht dat dat punt voor mij mijn gedwongen opname in een psychiatrische instelling was. Maar misschien was het al veel eerder; bij het ontwikkelen van de taal. Ik herinner me hoe ik als kind niet luidop zong, enkel door een hoofdtelefoon naar muziek luisterde (eigenlijk is dit nog steeds meestal zo) omdat ik wanhopig poogde niet te bestaan, omdat bestaan gevaarlijk is, maar omdat deze poging paradoxaal onmogelijk was groeide in mij het roestvaste idee dat ik inherent faalde, verkeerd gecodeerd tot in mijn kern. Marieke Lucas Rijneveld schrijft de schrijver in je maakt de mens ziek, en Rebecca Sonlit: many love certainty so much more than possibility that they choose despair. Maar hoe kan het een keuze zijn? Het komt door de taal
Ik moet denken aan de manifestopdracht van het begin van het jaar; de absurditeit van een verplichting tot manifesteren. Die formulering weegde voor sommigen van ons zo zwaar door dat Ruud de opdracht omdoopte tot ‘de superleuke en toffe opdracht’, maar de humor van die absurditeit die buiten de tijd bleek te bestaan, ín de beleving, schokte mij; de taal van de ervaring bestaat niet. Wie ben ik om theater te maken? Theater staat niet in dienst van mij.
Theater is voor mij het antwoord op een vraag die verkeerd gesteld is. Ik dacht dat het mijn geweldsdaad was (zoals de moord op Marie door Woyzeck) – mijn poging tot bestaansrecht. Maar het blijkt niet dat te moeten zijn. Theater als liminaal verzet is niet alleen een protest, een spel, een feest, een toewijding of een compulsie. Het is ook een keuze. Elk moment dat ik ervoor kies om te maken en dus te bestaan en kwetsbaar te zijn, dat ik kies voor een ruimte waarin ik door niemand – ook niet mezelf – bedreigd word, zet ik nieuwe codes, speel ik volgens ondoordringbare en dus onvernietigbare spelregels, en daar is eigenlijk niets voor nodig. Het gaat vanzelf. In haar voorwoord schrijft Jenny: sometimes the best muse is the thing you’re so afraid of you almost cannot speak it. Vaak lig ik onder mijn bed met mijn armen om me heen en beeld me in dat jij me bij de schouders door elkaar schud en roept: afstand afstand afstand ! maar lief, die afstand is een illusie. We zitten er middenin. En laat mij dan zelfdestructief en knuffelzoekend wroeten in de aarde waar kolonies op me wachten. Misschien moet het, misschien maakt het niet uit. Maar theater overkomt mij niet. Het is verlangen.
0 notes
Text
ongetiteld 13/10/2024 CW: zelfbeschadiging, depressie
We zijn nu net een jaar lang vrienden
Over twee maanden trekken we samen in
Drie weken geleden nam ik een overdosis
Vorige week zei ik dat ik weer mensen wil daten
Ik hield je hoofd vast zodat je het niet op de tafel sloeg
We leven al meer dan een maand in dezelfde kleren
Soms ruik ik een brandgeur die er niet is
Jij wilt geen relatie met me maar ook niet dat ik iemand anders kies
De ochtend na seks gaf je me opeens een kus
Je geeft me nooit zomaar een kus, dus ik glimlachte
Een jaar geleden was ik verliefd op Brussel
Ik was zo gelukkig
Deze zomer sneed ik mezelf voor het eerst met een scheermes
Daarvoor gebruikte ik een roestig zakmes
Volgens je mood tracking app ben jij al een jaar lang ongelukkig
Ik wil graag in ons huis een perzisch tapijt
Jij huilt twee dagen nadat ik een dating app download
Zegt dat het je teveel kwetst
Aan anderen vertel je dat we erover denken om een kat te nemen
Gisteren zag je je moeder voor het eerst in een jaar
Aan mij zeg je dat je niet zeker bent of het zo wel gaat
Ze probeerde je aan te raken en jij trok weg
Ik stond in je oude slaapkamer terwijl je met je zus een gesprek aanknoopte
Ze zei dat ze geen lievelingskleur heeft
Weet zij wat jouw lievelingskleur is?
We zijn voorlopig dakloos binnen drie weken
Ik weet niet of ik zou overleven zonder jou
Jij zegt dat het jaar zonder mij misschien wel erger was
Ik weet niet of ik het zelf nog haal
0 notes