#anthony vallen
Explore tagged Tumblr posts
Text
This is just a general call for anyone who would want to make “cannon fodder” for me 😂. I’m looking to make Anthony Vallen’s science team bigger (technically he doesn’t lead the team). Basically, I need more people that will end up dying in horrific ways 🤡
Canonically almost all of the team dies while trying to experiment with and disarm TOWER magical weapons. So far I have 4 members with only 1 of them for sure dying. 2 others for sure live and the last member could go either way tho I’m leaning towards living.
It’s pretty much open but some requirements would be highly intelligent and skilled in some way that would make them good for disarming and experimenting with magical weapons (skills with magic, physical machines, science, etc). It would be great if they studied at Oxford university but that isn’t a hard requirement. They can come from anywhere. They just have to move to Oxford as that’s where the lab is.
Fun note: I’ve been trying to come up with a name for this team. Maybe The Kainen Project?? Alecai Kainen is a professor at Oxford and is the one assigned to build a team for the project. I might also think of some more vague codeword for it.
10 notes
·
View notes
Text
Minister Ramdin voert vruchtbaar bilateraal overleg in Frankrijk
Minister Albert Ramdin van Buitenlandse Zaken, International Business en Internationale Samenwerking, heeft op maandag 22 april 2024 tijdens zijn werkbezoek aan Frankrijk een succesvol bilateraal overleg gevoerd. Het doel van het overleg was om diverse lopende projecten te bespreken alsook diverse geopolitieke zaken. De minister heeft hiervoor een ontmoeting gehad op het ministerie van Buitenlandse Zaken van Frankrijk te Quai d’Orsay, Parijs, met de minister voor Europa en Buitenlandse Zaken van de Franse Republiek, Stéphane Séjourné, en de assistent directeur-generaal (DG) voor Externe Betrekkingen en Prioriteit Afrika van UNESCO, Anthony Ohemeng-Boamah. Tijdens het overleg met Séjourné werden diverse onderwerpen besproken, waaronder grensdemarcatie, samenwerking langs de grens en het afronden van werkzaamheden aan de aanmeersteiger ten behoeve van de Albina-St. Laurent veerverbinding. Verder werden zaken zoals de situatie in Haïti uitgebreid besproken, puttende uit het overleg tussen CARICOM en overige partijen, waaronder de Verenigde Staten van Amerika en Frankrijk. Daarnaast is ook de bilaterale betrekking met China aan de orde gekomen. De Surinaamse bewindsman benoemde de effectiviteit van multilaterale instellingen in het kader van internationale veiligheid en rechtvaardigheid. Het overleg met Ohemeng-Boamah richtte zich op de relatie tussen Suriname en UNESCO, met specifieke aandacht voor het rapport van UNESCO/ICOMOS (International Council on Monuments and Sites) met betrekking tot de nieuwbouw van De Nationale Assemblee in de historische binnenstad van Paramaribo. Lazare Eloundou Assomo, directeur voor Wereld Erfgoed, ondersteunde de assistent DG hierin. Minister Ramdin gaf kort aan dat dit rapport tot stand was gekomen na uitvoering van een adviserende technische missie en interviews met diverse stakeholders door inhoudsdeskundigen. Dit gesprek zal dienen als basis voor de schriftelijke reactie van de regering van Suriname op het rapport van UNESCO, met name het Wereld Erfgoed Centrum. Minister Ramdin heeft hierbij via de assistent DG, de directeur-generaal van UNESCO voor een bezoek aan Suriname uitgenodigd. Ter afsluiting van het bilateraal onderhoud is er een overeenkomst ondertekent betreffende de territoriale en regionale samenwerking tussen de regering van de Republiek Suriname en de regering van de Franse Republiek. Beide partijen zijn overeengekomen om een stuurgroep op te richten die toeziet op territoriale en regionale samenwerking betreffende onderwerpen die onder de bevoegdheid van de territoriale autoriteiten vallen, zoals economie, milieu en klimaat, onderwijs en lokale diensten. Read the full article
0 notes
Photo
Wat? Portret van infante Isabella Clara Eugenis (ca. 1573, met detail) en Portret van Infante Catharina Michaella met een zijdeaapje (ca. 1573, met detail) door Sofonisba Anguissola
Waar? Sofonisba Anguissola – Portrettist van de Renaissance in Rijksmuseum Twenthe, Enschedé
Wanneer? 5 maart 2023
Sofonisba’s reputatie als groot kunstenaar bereikte al snel de meest invloedrijke mensen van haar tijd. Ze werd naar Spanje ontboden, waar ze werd aangesteld als hofdame en leraar in de schilderkunst van koningin Elisabeth van Valois (1545-1568) en haar dochters. Elisabeth was, toen Sofonisba in Spanje aankwam, veertien jaar oud. Sofonisba was toen ongeveer zesentwintig. Volgens historische bronnen was de jonge koningin erg gesteld op haar kunstlerares en ontstond er een nauwe band tussen de twee. In 1568 overleed Elisabeth. Sofionisba werd toen gouvernante van haar twee dochters Isabella Clara Eugenia en Catharina Michaella. Ze bleef nog vijf jaar in Madrid voor ze terugkeerde naar Italië.
Sofinisba schilderde beide prinsessen. De meisjes worden weergegeven met alle waardigheid van hun positie, maar zonder dat de portretten statisch worden. De zesjarige Catharina Michaella wordt afgebeeld met haar favoriete speelgoeddier: een zijdeaapje. In beide portretten vallen, naast de ook hier levensecht geschilderde ogen, de kanten kraagjes op. Deze zijn zeer verfijnd, haast lucide geschilderd.
In 1573 trouwde Sofonisba met de Siciliaanse edelman Fabrizio de Moncada. Het huwelijk duurde minder dan vijf jaar. De echtgenoot verdronk tijdens een piratenaanval in de buurt van Capri. Sofionisba keerde terug naar haar ouderlijk huis in Cremona en werd tijdens de zeereis verliefd op de jongere kapitein van het schip: Orazio Lomellino uit Genua. Het huwelijk zou vijfenveertig jaar standhouden. Op 16 november 1625 stierf Sofonisba op vijfennegentigjarige leeftijd in Palermo.
Toen ze in Palermo woonde, bezocht de Vlaamse barokschilder Anthony van Dyck haar daar. Hij merkte over zijn bezoek op dat hij meer had geleerd van de gesprekken met Sofonisba dan van enig andere kunstenaar.
0 notes
Text
wow here’s a big ass ship tag dump, huh.
#[ 🌙 ] ; TAG DUMPS#[ 🪶 ] ; SEBASTIAN MATTHEWS & BLAEZ ETHELWULF#[ 🐺 ] ; DREVYN ETHELWULF & YVETTE STEELE#[ 🐯 ] ; SPENCER ANTHONY & JEWEL#[ 🐺 ] ; QUINN MOHR & ARIEL LENNOX / LETHALDIVINITY#[ 🐺 ] ; TOMAS WILLIAMS & MANDY DONOVAN / DYNASTYOFDEVIANCY#[ 🐺 ] ; DREVYN ETHELWULF & ARIEL LENNOX / LETHALDIVINITY#[ 🐺 ] ; YVETTE STEELE & LILITH / MAGAPRIMA#[ 🐺 ] ; JAMIE JENSEN & LARISSA KAREV / REDRUINED#[ 🗡️ ] ; JOSHUA OLIVARRIA & BRIELLE GRAYSON / TMEDRAVEN#[ 🐺 ] ; NATALIA ETHELWULF & KANE VALDIS / BROTHERSGRIM#[ 🐺 ] ; YVETTE STEELE & ROSE ATLAS / STVTISTICS#[ 📚 ] ; REBECCA VALLEN & JAX GRAYSON / TMEDRAVEN#[ 🧛 ] ; SOREN SHEA & VANESSA EVANS / TMEDRAVEN#[ 🐯 ] ; SPENCER ANTHONY & VANESSA EVANS / TMEDRAVEN#[ 🔮 ] ; JEWEL & VANESSA EVANS / TMEDRAVEN#[ 🔮 ] ; JEWEL & ANGEL / PERFECTANGUISH#[ 🐺 ] ; CODY ROMAN & FREYA BEAUCHAMP / INSANIAMCURA#[ 🐺 ] ; CODY ROMAN & FAITH LEHANE / MURDEROUSBITCH#[ 🐺 ] ; BLAEZ ETHELWULF & CAMILLA DAVIS / NIGHTSUFFER#[ 🐺 ] ; CODY ROMAN & CAMILLA DAVIS / NIGHTSUFFER#[ 🧛 ] ; CLAIRE DUFFY & PAUL MILES / TMEDRAVEN
0 notes
Text
Absolutely lost it at Elian “why is he here”. Mood with me tryna put Arcanos in every era. God dammit Kaari no you can’t come
Theeemmmm!!! This is so good for me cuz I can read it to get all the tea that I was lost on. I love all of them 🥺♥️♥️ Also do tell me if you have any more fun plot ideas for my kids, specifically Jo since Andy already has a tie in!
Also ignore the fact that I’m reblogging this at 3 am and I have to get up in 4 hours to move to Uni ahdjdhd
hp ww1 era; a completely serious guide by @potionboy3 and yours truly
the first version a lot more new ocs and plot points have been introduced to this verse since annie published the first powerpoint, so we felt like it was time for an update. this was a labour of love and now it's here! a tongue-in-cheek intro to the world war I era, featuring many of the ocs created within the fandom! obviously this is from mine and annie's point of view, and while we did look through the tag for all the ocs, we don't know all of them as well as we would like, so we winged it😂 many of the nicknames are based on what we've called these characters when they didn't have names yet/if we couldn't remember their names. some of the jokes and references might be incomprehensible to anyone but us but i hope not all of them, lol. if we got something wrong, let us know!
the ocs mentioned belong to:
@cursed-herbalist @unfortunate-arrow @endlessly-cursed @cursebreakerfarrier @magicallymalted @camillejeaneshphm @kathrynalicemc
21 notes
·
View notes
Text
Anthony Fineran (B 1981), Vallen Lewis, 2022
#anthony fineran#art#aesthetic#google#googlecore#google images#artists using google#contemporary art#internet art#digital art#secure#virtual#vallen#lewis
0 notes
Text
United Passions (2015) Review
From Corruption, With Love. Celebrating the start of the #WorldCup with a #Review of United Passions (2015)
With the World Cup kicking off in Russia today, what better time to review that great footballing drama “United Passions”? Inspired by actual events but mendaciously crafted to launder actual events and, quite probably, create an opportunistic tax write off, “United Passions” is such a bald-faced work of propaganda that you almost want to honour it for its audacity alone. Almost.
The film starts…
View On WordPress
#1/10#2015#Andrew French#Andy Haueter#Anthony Higgins#Anthony Vuignier#Antonio de la Torre#Antony Byrne#Arnaud Vallens#Benedict Freitag#Benn Northover#Biopic#Bruce Mackinnon#Carl Hirschmann#Cheranich Stephan#Christine Gozlan#Conor Mullen#Daniel Ludwig#David Poirot-Gozlan#David Willer#Dawn Bradfield#Diomay Sarr#Drama#Fabienne Hadorn#FIFA#Fisher Stevens#Football#Frédéric Auburtin#Gérard Depardieu#Héctor Cabello Reyes
1 note
·
View note
Text
76. En alweer een blogpost over Corona
24/04/2020
Dober vecer vanuit mijn keuken. Ik zit waterige groentesoep te eten, want Halo Katra geeft altijd waterige soep mee voor Boni.
Ja, we hebben weer pizza besteld.
Ah ik heb net mijn pizzadoos open gemaakt en er zijn veel uien. Ik voeg de foto toe als ik weer bij mijn laptop ben.
Dus ja, ze zijn met z'n drieën in de verre wildernis. Ik zit hier dit blogpost te schrijven.
Net had ik met pa, ma en Lu gebeld en aangezien pap erg achterloopt met het lezen van dit blog, heb ik hem even weer op de hoogte gesteld. Pap kwam zelf al met het nieuwste "dom Corona nieuws", want dit is de wereld over gegaan: Trump claimt dat desinfecterende middelen innenem kan helpen tegen Corona.
Zijn beredenering heeft geen enkele factuele empirische onderbouwing, maar het is puur hypothese. Het punt van een hypothese is dat je het eerst moet controleren voordat je uitspraken kan doen.
Oh God.
Weet je wat best wel ironisch is? Ik weet niet of iemand die video van Anthony Padilla heeft gekeken, maar op een moment maken Anthony en Zach juist grappen over dat Zachs vriendin zich wast in bleek om Zach te beschermen. Er komt een grote, knipperende tekst in beeld dat zegt: DON'T ACTUALLY DO THIS!!!
Want hey, wassen in bleek is maar een grap! Welke idioot zou zoiets doen?
Dezelfde idioten die oprecht The Bill of Rights erbij halen om te bewijzen dat hun mensenrechten worden geschonden nu dat ze niet meer mogen golfen:
Pap zei dat er foto’s van de “protesten” in de krant stonden en dat ze ook nog allemaal automatische machinegeweren meenemen. Not to be political on main (I say, before getting political on main), but why was a group of black people #HandsUpDon’tShoot is a threat again?
Nu we het toch weer eens over Corona hebben: er is 1 dode bijgekomen en 7 nieuwe besmettingen. Dit heb ik van de site van de Sloveense overheid, aangezien Total Slovenia News niet altijd up to date is.
Wel is het luchtruim nog langer dicht. Ze moeten het constant met 2 weken verlengen, want de EU geeft lidstaten maar een maximale van van 2 weken, dus i.p.v. het luchtruim 3 maanden dicht te doen, moeten ze 6x 2 weken dicht.
Ik verwacht dat de tijden van goedkoop vliegen voorbij zijn. Pap en mam zeiden ook al dat, indien mogelijk, ze me gewoon met de auto komen halen. Ik had laatst wel weer de realisatie dat ik hier echt langer kan zitten dan verwacht. Ik heb tenminste onderdak, dus ik heb geen stres hierover.
Het is weer tijd voor een video in Corona tijd. Deze keer is het een video van Six The Musical. Alle Queens (!!!) en Toby zingen samen met 3000 fans.
... dan alsnog, Toby is technisch gezien ook een Queen. Hij heeft twee performances gehad.
youtube
Guys!!! Ze hebben zelfs de student cast. De fucking student cast!!! En de studio cast!! En de Bliss 2.0!!! En de Queens die de show al verlaten hebben!!!! Wow, ik ben op een moment gestopt met bij te houden welke Queens nu waar horen, dus ik had geen idee dat er zoveel Queens waren.
Hier ben ik weer de CW nerd, maar ik vraag me af hoe communicatiewetenschappers terug gaan kijken op deze tijd. Zoveel celebrities en influencers maken video’s zoals dit en wat voor een betekenis kan je eraan geven? Het kan namelijk ook fout gaan, zoals we hebben gezien bij de inmiddels meme-waardige Imagine video van een paar A-list celebrities.
Ik heb deze video van Six namelijk inmiddels al 8 keer bekeken.
Ander good Corona nieuws: acteur Elijah Wood (van o.a. Lord of The Rings) heeft iemand bezocht op Animal Crossing nadat diegene haar stonks had getweet. Het ging mega viral en het was best wel grappig. Helaas gebruik ik Twitter niet veel en wil ik mijn eiland niet voor de wereld openzetten, anders zou ik vanaf nu ook mijn goede stonks bekendmaken.
***
25/04/2020
Het is nu eenmaal 0:14, dus het is een nieuwe dag. Het is ook dag 2 van de Ramadan. Ik zei begin april al tegen mam dat het best shit is dat allerlei feestdagen in april vallen en dan moet iedereen binnen zitten. Eerst Pasen en Pesach. De Hindoes hebben zowat de hele maand feest en nu Ramadan. Van alle wereldgeloven hebben alleen de boeddhisten het goed.
Oh nee. Ik heb even gegoogled en blijkbaar hadden Theravada boeddhisten nieuwjaar op de 14e.
April gaat wel qua gevoel sneller voorbij dan maart. Maart leek wel eeuwig met alle nieuwe maatregelen, maar ik heb het gevoel dat april ineens voorbij is. ... Misschien ook omdat ik heel april Animal Crossing heb gespeeld. Ik ben al bijna op de helft van mijn Erasmus en ik heb maar 2 weken fysiek les gehad.
Ik heb ook al sinds de 16 maart (denk ik) niet meer de linkerkant van mijn huis gezien. Ik ga alleen nog naar de Spar. Misschien moet ik eens een keer naar de main road gaan om gewoon eens te kijken. Wow, een straat!
***
12:20
Good neeeeeews!/She’s deaaaaaad!/The witch of the west is dead!
Oké, niemand is dood, maar ik was van plan om “good news” te schrijven en toen kreeg ik No One Mourns The Wicked in mijn hoofd. Maar oké, good news, ik las op Total Slovenia News dat Slovenië probeert om de grenzen voor toeristen in mei weer te openen.
Ik had al eerder geschreven dat Slovenië financieel heel erg lijdt door het weinige toerisme. De minister van toerisme gaat het dus bespreken met Oostenrijk en Kroatië. Natuurlijk is het een proces en gaat niet alles in één keer open, maar ze proberen dus een “Corona standard” te creëren, waardoor toerisme weer kan beginnen terwijl de veiligheidsmaatregelen in stand blijven. Het zal me dus niet verbazen als alle toeristen dus ook mondkapjes moeten gaan dragen.
In Nederland hoeven mensen geen mondkapjes op en is het nog een hele discussie. Zoals gewoonlijk is Nederland weer de buitenstaander. Toen veel andere landen de kinderen thuis hielden, was Nederland aan het discussiëren of dat wel nodig was. Nu veel landen mondkapjes verplichten, is Nederland aan het discussiëren of dat wel nodig is.
Time will tell. Ik heb de Nederlandse argumenten tegen mondkapjes gelezen en ik begrijp het wel, want wat heeft het voor een zin als het virus aan mijn mondkapje zit? Dan neem ik het toch weer mee naar binnen.
Ik denk wel dat mensen hierna anders gaan kijken op de Aziatische cultuur met mondkapjes. Ik denk dat voor Corona mensen altijd dachten dat mensen met mondkapjes ziek zijn. In Azië worden ze juist preventief gebruikt, zodat mensen niet ziek worden. En ja, nu weten we dat dat klopt, maar voorheen was er altijd een imago van ziekte gekoppeld aan mondkapjes.
Ach, ik heb er nu twee dus dat is goed. Als ik naar de Spar ga, dan ziet de standaard varnostnik me eens zonder een mega dikke sjaal. Goed, want de suiker is op dus ik drink al een paar dagen thee zonder suiker en ik ben er klaar mee.
Have another cat.
1 note
·
View note
Text
HP WW1 Era Profile
IDENTITY
Name: Anthony Vallen
Nicknames: Andy
Pronouns: He/They
Birth Date: 1892
Species: Human
Blood Status: Muggleborn
Sexuality: Gay
Ethnicity: Caucasian
Nationality: British
Residence: The Vallen Estate (location tbd) and Oxford, England (university)
Languages: English, Latin, French, some German during the war
APPEARANCE
Faceclaim: Michael Sheen
Height: 5’10”
Physique: Thin
Eye Color: Blue/green
Hair Color: Brown
Hair style: Short and curly a bit
Scars: Maybe some misc ones from magic curses/hexes from weapons
Clothing: Academia style with a hint of feminine tones. Sometimes wears makeup for parties.
Tattoos: None
HOGWARTS
House: Ravenclaw
Wand: Vine wood, Phoenix Feather
“I have been intrigued to notice that their owners are nearly always those witches or wizards who seek a greater purpose, who have a vision beyond the ordinary and who frequently astound those who think they know them best. Vine wands seem strongly attracted by personalities with hidden depths, and I have found them more sensitive than any other when it comes to instantly detecting a prospective match.”
Best Classes: Almost every other class
Worst Classes: Care of magical creatures, Divination, Herbology
Boggart Form: Losing his intellect (Before the war), Seeing visions of his sister dying and his team being killed by horrible magical weapons and their faces burning and melting (During and after the war)
Amortentia: Parchment, blackboard chalk, wine, cosmetic powder, fancy perfume, ink, cigarette smoke
Patronus: Victoria Crowned Pigeon
Animagus: None
Patronus Memory: Getting his hogwarts letter and discovering he was a wizard
Dementor worst memory: Same as boggart about seeing his team dying (after the war)
Mirror of Erised: Nothing (before the war), after the war tbd
CAREER
11-18: Hogwarts Student
18-20: Bachelor's degree at Oxford (muggle & magical studies) His intellect makes him finish it in half the time it takes
20-22: Masters degree
22-26: Civilian Magical Scientist for WW1 (Experimenting with and disarming magical weapons of war)
26-30: Doctorate/PhD degree
30-47: Muggle teacher for kids/teens in small English town
47-52: Muggle teacher & smuggler of refugees (helps people get out of war areas (WW2) and makes sure kids still get education safely)
53+: Retired? Might still work for a few more years tbd
RELATIONSHIPS
Lettie & Ellis Vallen - Rich muggle parents of Andy and Jo who often throw big social parties. They hold their children to high standards and are proud of themselves for having two children gifted in both academic and magical pursuits. FCs: Frances Fisher & father is coming soon.
Joanna Vallen - Andy’s older sister who is just as gifted as him. They are very close and are separated for the first time during the First War. She is also hired for the war efforts as a spy. She goes undercover as a German civilian who is a rising star as a singer. Her profile is coming soon! FC: Kate Winslet
Love Interest - WIP coming soon!
Best Friends - Besides his sister he doesn’t really have any truly close best friends. Either he doesn’t let people in because he can be a bit egotistical and think they aren’t good enough or that other people meet him and don’t like how he comes across. This changes after the war and when he grows up more.
Friends - Alexej Kavinsky @potionboy3, Lunas Avery @cursed-herbalist, Ares Gaunt @gaygryffindorgal, and Kit Enfield (potionboy3), and more coming soon!
WW1 Oxford Team
*More Team members coming soon! It is also OPEN for anyone who wants to make one!*
Professor Alecai Kainen - He is Andy’s favorite professor at Oxford who teaches the secret wizard students. He is hired when the war starts to lead a team to experiment with magical weapons created by TOWER (@savetheundoneyears) so they can learn to disarm them and make cures for any curses or hexes or effects. He refuses the suggestions of some of the most brilliant minds of the wizard world and instead insists on hiring his students for his team. He does it so they can gain experience, however he starts to regret it later when the dangerous work starts to take his students lives. He always tries to put himself first and protect the students. He does eventually die doing so. FC: Martin Short
Audry Kainen - She is the daughter of Alecai and is one of the first women students to attend Oxford lectures without chaperones when the rule is lifted in 1914. She strives to be more than just Professor Kainen’s daughter and tries to prove that she belongs and that she didn’t get there simply by being his daughter. She does love him though and he is very proud of everything she does. He knows she is capable on her own without him. Audry and Andy have a friendship that starts out rocky (as you do when two powerful intelligent people think they are both right) but they end up great friends. She reminds Andy of his sister and she also likes that he isn’t one of the many guys who wants to sleep with her or doubts her because she’s a woman. FC: Jessica Biel
PERSONALITY
Child: Growing up he was afforded a lot of luxury as the Vallens had a lot of money. He also would follow his sister around everywhere and loved when they would play. He was also curious about everything and was given the best tutors and he quickly displayed natural intellect and was gifted like his sister. Once his sister discovered her magic and got her letter, he also wanted to explore magic and soon after he got his own letter. This catapulted his confidence as he knew it was rare for two magical children to come from muggles.
Teenage: During Hogwarts, his success in his studies built his ego even further. He was proud of himself, his intelligence, his family, and magic. He also started to experiment with his appearance as he started adopting a more feminine look. Wherever his sister would go, he wouldn’t be far behind. They became really close as their parents expected them to attend all the fancy rich parties they threw at their estate. They would stick together and gossip and whisper about all the guests as they giggled and joked about people.
Early Adulthood: Andy followed his sister to Oxford University after they graduated Hogwarts. They both were hungry to learn more and soon discovered Oxford University home to both a muggle and secret wizard population. They had the best of both worlds to study. Andy started to feel lonely and sad as he was naive and egotistical and did not talk to anyone. He thought they weren’t like him enough to be worth getting to know them. He did not really mean for it to be rude, but he just didn’t think about it. Once the First World War breaks out, he starts to grow up a bit more and learns to separate himself from his rich and gifted upbringing and he gains friendships in the team founded by his wizard Professor that experiments with magical weapons and whose goal is to disarm and find cures for them. He ends up watching half of his team die horrible deaths in accidents with the weapons.
Late Adulthood: After the first war, Andy finishes his studies. Instead of becoming a professor at Oxford or Hogwarts (he’s offered many jobs from both), he decides to try to help the less fortunate receive education. He moves to a small country town and teaches classic literature to muggles. He tries to escape the wizard world a bit because of his experience with dangerous magic and may have PTSD. When the Second World War starts, he is offered a job again from the wizard world which he immediately turns down. He no longer has the ego and ambition to be a hero. Instead, he keeps teaching and also protects his students. He would also shelter and help refugees escape while making sure children still receive safe education and not be forced to fight.
ATTITUDE
Most at Ease When: Reading classic literature, hanging out with his sister at parties, using his brain
Stressed When: Having to have small talk with people he doesn’t like, being apart from his sister, being lonely
Priorities: Proving his worth and intellect, his friendship with his sister, achieving high academic degrees, keeping his students safe and educating them (later in life)
Strengths: Intellectual, loyal, innocent, secret kind heart, unapologetic for who he is, who he loves, or how he dresses
Weaknesses: Naive, egotistical, too proud to ask for help, drives people away and becomes lonely, sheltered, spoiled
FAVORITES
Color: Red lipstick, gold, neutral browns
Food: Roasted pig and a fancy feast
Drink: The most expensive fine bottle of wine or champagne
Weather: Rainy overcast day at the library
Book: He literally can’t pick but he does love classic literature and poetry
Hobbies: Reading, chess, spell invention, alchemy, horse riding
11 notes
·
View notes
Text
De diagnose
donderdag 24 januari 2019
De diagnose
Mijn man is iemand die zich regelmatig erg druk maakt als hij ergens een pijntje heeft. De angst dat hij iets heel ergs onder de leden heeft, is er altijd.
Mijn man vond een jaar geleden bloed in zijn ontlasting.
Hij maakte zich verschrikkelijk druk.
Gezien zijn hypochondrische inslag was het mijn taak om hem gerust te stellen. Zoals ik dat al jaren deed.
Hij wilde toch door voor onderzoek. En kwam terecht bij Helder Klinieken in Amsterdam.
Ze vonden aambeien en behandelden hem hieraan door middel van de elastiekjes methode.
Maar de bloedingen verdwenen niet. Sterker nog. Werden erger.
In juni begon mijn man met lijnen, omdat hij veel te zwaar is.
Doordat zijn eetpatroon veranderde, dachten we toen, begon hij ineens winden te laten waarbij bloed mee kwam.
Ik stelde hem weer gerust. De behandeling met de elastiekjes ging door.
Tot de boel ‘rustig’ was daar beneden maar bloedingen en winden door bleven gaan.
Mijn man maakte zich zo druk dat hij de dokter vroeg om doorverwijzing voor een endoscopie.
Die vond plaats op donderdag 24 januari 2019, de verjaardag van mijn dochter.
Tot het moment dat we de kamer van de arts inliepen voor de uitslag, maakte ik me niet druk. Het was vast niks.
Maar helaas. Ik zat fout.
Slecht nieuws
“Ik heb geen goed nieuws voor u” zei de arts, “u heeft darmkanker”.
Daarna wees ze op een plaatje aan waar de tumor zat. Dat die er zeker al een jaar zat. Dat ze wel een biopt genomen had, maar niet hoefde te wachten op die uitslag om zeker te weten dat haar diagnose klopte.
Ze vertelde over uitzaaiingen. Die er konden zijn.
Lymfe-klieren, longen, lever... als een soort droom ging ze door. Dit was niet echt. Dit kon niet echt zijn. Hoe? Hoe kan dit?
Ik voelde paniek. Hoe heb ik het zo lang fout kunnen hebben?
Hoe heeft de Helder Kliniek dit niet eerder kunnen constateren? Hoe erg is het dat we dit “zeker een jaar” na het ontstaan van de tumor horen? Gaat mijn man dood?
Hoe groot is de kans op uitzaaiingen?, hoe groot is de kans op genezing? Hoe... hoe... hoe...
De vragen tolden in onze hoofden. We keken elkaar aan. In pure angst, verwarring en paniek. Ik barstte in huilen uit. Mijn man was in shock.
De arts verwees ons door naar het Anthonie van Leeuwenhoek ziekenhuis, het beste “kanker-ziekenhuis” van Nederland.
Daar zouden we waarschijnlijk tien dagen later terecht kunnen voor MRI, CT, bloedonderzoek.
Pas daarna zou iets kunnen worden gezegd over het verloop. De kansen, de behandeling.
We kregen een hand. En toen stonden weer buiten de kamer van de dokter.
We omhelsden elkaar.
Ik wilde zeggen dat alles goed zou komen, dat het vast mee zou vallen allemaal, dat hij hier bovenop zou komen.
Maar ik kon het niet.
Ik wilde het wel.
Maar ik twijfelde aan mezelf, omdat ik het de eerste keer ook ‘zo fout gehad had’. Er was niet niks aan de hand, het zat niet tussen zijn oren.
Ivo heeft Darmkanker.
Vanuit de kliniek reden we naar huis. Dwars door het drukke centrum van Amsterdam. Ik durf niet zo goed in het donker auto te rijden, maar het moest.
Verdoofd
Ik verbeet mijn tranen. Ik moest nu sterk zijn.
We spraken niet veel in de auto. Wisten even niet wat we tegen elkaar moesten zeggen. Ivo sprak een paar keer uit dat hij mij niet alleen kon achterlaten. Dat dit zijn allergrootste nachtmerrie was. En dat hij niet wist hoe hij de aankomende periode tussen angst en vrees moest doorkomen.
Ik voelde hetzelfde.
Een gevoel van; dit gevecht gaan we samen aan.
Al ben ik zelf ook chronisch ziek (ik heb een aandoening waarbij mijn botten makkelijk kunnen breken en niet of nauwelijks helen), dit gevecht voeren we samen.
Ivo heeft jaren aan mijn bed gezeten als ik weer in het ziekenhuis lag.
Heeft al die jaren voor mij gezorgd als ik het even niet kon. Helpt me nog steeds alle dagen met dingen die ik niet kan, vanwege mijn ziekte.
Hoe moesten we dit samen doen? Hoe zouden we hier samen doorheen moeten gaan?
Wat wordt er eigenlijk van je verwacht hoe je omgaat met zo’n bizar bericht?
Ivo belde vanuit de auto wat mensen die ons nabij zijn.
Zijn vader, zijn zusje, zijn stiefbroer. Zijn baas. Mijn zoon. Niet mijn dochter, want die heeft toetsweek en kan dit er nu niet bij hebben.... zo waren we de eerste stap aan het zetten... het vertellen en delen van wat er aan de hand was.
Iedereen was ontzettend lief en reageerde geschokt. Dit kwam voor iedereen als een donderslag bij heldere hemel. Want Ivo had niemand verteld dat hij al een jaar onder behandeling stond voor aambeien.
Iets dat compleet los heeft gestaan van het ontdekken en het ontstaan van deze tumor. Of misschien zelfs zijn de aambeien ontstaan door de tumor. Dat kan ook.
Iedereen wilde gelijk langskomen.
Maar daar hadden wij even geen behoefte aan.
Het is gek, eigenlijk ben je bezig anderen te troosten, omdat iedereen compleet gebroken en verslagen is door dit nieuws. Maar waar haal je de energie vandaan om anderen te troosten?
Terwijl ik na het uitlaten van de honden, thuis, even bij een buurvrouw aanbelde om mijn emotie met haar te delen, belde Ivo thuis wat meer mensen op.
Een van hen had in inmiddels dingen gelezen over hoe je als kankerpatiënt om kunt gaan met de wetenschap dat je leven vanaf nu op zijn kop staat en nooit meer hetzelfde zal zijn qua zorgeloosheid. Hij kwam met een lijstje punten waaraan we houvast zouden kunnen hebben.
Toen ik thuis kwam van het bezoekje aan onze buren, liet Ivo me lezen wat hij had bedacht:
“Ik moet alleen met mijn herstel bezig zijn en alles wat ik die moet in dit licht staan.
Ik hou het beeld voor me: Josje en ik als bejaarden op een bankje, hand in hand in het park. Dat is mijn doel!
Fatale gedachten: heeft het zin? Nee. Het heeft geen zin om ‘wat als’ te denken. Je gaat dit stap voor stap aan, het is zinloos om te denken aan wat er kan gebeuren in de ergste vormen, doe dat dan ook niet!
Hou een positieve mindset! Je wordt beter. Je gaat herstellen! Je moet knokken.
Zorg voor weinig stress! Doemdenken is ook stress en hele heftige stress, herstellen doe je door positief te blijven en stress en negatieve gedachten uit te bannen.
Ik ben beresterk. Dat blijf ik ook.”
Bij deze tekst heeft Ivo een plaatje gezocht van twee oude mensen, op de rug gezien, samen op een bankje in het park. Als ik het plaatje zie, moet ik huilen. Onbedaarlijk huilen.
Ja natuurlijk willen we samen oud op een bankje! Ja natuurlijk willen we knokken en overwinnen!
Ivo en zijn vader hebben samen een positieve stap gezet. En ik voel naast de paniek en dankbaarheid een klein beetje hoop.
We hebben beiden geen trek en gaan na n muizenhapje naar bed.
Die nacht liggen we tegen elkaar aan.
Hand in hand. Voet tegen voet.
Ik luister naar Ivo zijn ademhaling en de tranen lopen me over de wangen. Ook bij hem.
We praten, we huilen, we knuffelen. We slapen niet.
0 notes
Text
Since the new Twin Peaks is out tonight, I thought it would be a cool idea to introduce you guys to some David Lynch films that you may or may not have watched. If you don’t know who David Lynch is, he is basically the embodiment of, what multiple sites have called him, “a renaissance man of modern filmmaking” and does just about everything you can think of a person doing. He is a director, screenwriter, painter, photographer, musician, and producer. He has created a TON of cult classics that have not only blown peoples’ minds, but changed their perspectives on a lot of things, especially living in small town or Los Angeles, but at the end of the day, David Lynch is a surreal and complicated filmmaker at heart.
Now, I’m not saying you should watch these films in order, but I’ll lay out the important ones first and then get into stuff that you can see any ol’ time. So, let’s get started.
1. Eraserhead (1977) This masterpiece was David Lynch’s first feature length movie that combines surrealism and body horror all mashed into one. The plot is pretty damn simply… complicated. Henry Spencer (Jack Nance) is a man who is left with a lizard or serpent like child, born from a one night stand with his then girlfriend Mary X. Henry, however, starts to also have hallucinations and vision of strange things that may or may not be real. The film is known to be a great cult classic and is one of the coolest midnight movies with El Topo (1970), Night of the Living Dead (1968) and Pink Flamingos (1972) to name a few. If you’re gonna start with some David Lynch weirdness, why not try out the best of the best first.
2. The Elephant Man (1980) The Elephant Man is one of the most heartbreaking films on this list. The Elephant Man tells the real life story of Joseph Merrick, a severely deformed man who was exhibited in freak shows before he was taken to a London Hospital. The film takes us into that history with John Hurt, playing John Merrick and Anthony Hopkins, playing the doctor Frederick Treves, who takes him from out of the freakshows. It’s a heartbreaking movie and incredibly acted from start to finish. Fun fact: the Academy created the Best Makeup and Hairstyling because this movie had the best of that year.
3. Twin Peaks (1990) You knew this was coming. Twin Peaks has become a cult classic over the years and for good reasons. It’s one of the most bizarre and brilliant television dramas that have ever been produced. Created by David Lynch and Mark Frost, the show focuses on the death of high school teen and homecoming queen Laura Palmer (Sheryl Lee). FBI Dale Cooper (Kyle MacLachlan) is sent to Twin Peaks to investigate and teams up with Harry S. Truman (Michael Ontkean) to investigate the case, but it’s not a straight up murder that they’re investigating. It can’t be that simple guys. There’s something deeper, shady, and sinister going down in the town of Twin Peaks and you’ll never see it coming.
4. Blue Velvet (1986) I actually still don’t know how to properly describe Blue Velvet to people, but I will try very hard for you guys. Jeffrey Beaumont (Kyle MacLachlan) is just a normal guy, but one day he finds a ear in a backyard. (I know, I know, just hold on for me guys.) He goes on a small investigation to find out where it comes from, but takes a very sharp left turn into bigger investigation a nightclub singer Dorothy Vallens (Isabella Rossellini) whose being held hostage by some f*cked up group of people, including ether-loving Frank Booth (Dennis Hopper), who tortures her in brutal ways. Jeffrey discovers that there is way more to the surface of the small town and himself as he becomes intertwined with Dorothy’s life. Guys, just watch Blue Velvet. It’s a really great psychology, wtf of a movie. 5. Twin Peak: Fire Walk with Me (1992) I know what you’re thinking Twin Peaks fans. “Why would you even put this anywhere near a list?” Well… because it’s Twin Peaks. No matter how you feel about Fire Walk with Me, it’s still a piece of the Twin Peaks history and dammit, it should be watched at least once! Directed and written by David Lynch and co-written by Robert Engels, the films tells the last seven days of Laura Palmer’s short life while going into the investigation of Teresa Banks. Most of the cast had returned for the movie except for Lara Flynn Boyle, who was replaced by Moira Kelly and Sherilyn Fenn because schedules suck. The film was met with… not so happy people and even though it was met with negative reviews, again, still apart of Twin Peaks. Also, you gotta watch this before you get into the series!
6. Mulholland Drive (2001) Another movie that I can’t properly describe, but goddamnit, I will try! Betty Elms (Naomi Watts) is an actress that wants to make it big in L.A. Fresh into her environment, she meets a amnesiac woman Rita (Laura Elena Harring) and try try to figure out what happened to her and get back her memories. I can’t say much else without giving away most of the plot so I’ll just leave it there. I can tell you that there is a super cool (kinda?!) twist at the end of this psychological mystery film. The fun part about this movie is that it very much lets you come to your own conclusions of what the ending might mean. Nothing is right, nothing is wrong. Mulholland Drive will always be there. Fun fact: Mulholland Drive was inspired by Audrey Horne’s character in Twin Peaks. They meant to send Audrey into a spinoff where she goes to Hollywood, but it didn’t pan out.
7. Inland Empire (2006) Love is apparently a super f*cking dangerous when you’re on the set of a film that is cursed. That’s what Inland Empire presents us and it’s a really well done film by Lynch. Inland Empire follows the story of Nikki Grace, an actress whose perception of reality gets surreal and distorted as she falls head over heels for her co-star Devon Berk (Justin Theroux). She also starts taking on the characteristics of the character that she’s playing in a film that is cursed. Yeah, f*ckin’ bonkers. Laura Dern is outstanding in the lead role, she does a great job in Blue Velvet and Wild at Heart, but this movie, Laura just goes all out!
8. Dune (1984) Dune is a great accomplishment, but I will warn you that when you go into Dune, be prepared to sit for awhile. Based on Frank Herbert’s 1965 novel with the same name, Dune is set in the future where there is a war brewing between families for control of Dune, or Arrakis. They mainly want it because the time travelling drug, “the spice” is vast on the planet and it’s the only place it can be found. I’ve watched this movie a couple of times and I’m still very unsure about it’s meaning, even though I totally should know what it’s about right now. In the scope of things, this was one of David Lynch’s most *raspberry noise* of movies. It was regarded as a flop, but I kinda disagree, for what it was at the time, Dune is an epic movie on a global scale and Kyle MacLachlan sports some pretty hair. OH, ALSO, THERE’S STING, so, yeah…. Watch it.
Honorable Mentions: Lost Highway (1997), The Alphabet (1968), Wild at Heart (1990), The Amputee (1974) and Six Men Getting Sick (1967)
3 notes
·
View notes
Text
De Kunst van het eten - Volta
Volta: kantelpunt in een sonnet, waar het verloop of de gedachte een nieuwe wending neemt. Ook wel: chute, een soort van vallen. En: een restaurant met naam in Gent (Volta., met punt), waar sinds september de jonge chef Anthony Snoeck, die bij Carcasse een ster verdiende, in de keuken staat. Dat ik dit restaurant op een zaterdagavond binnenwandel, twee dubbele glazen deuren door, mét reservatie en een culinair recensente van De Morgen aan mijn zijde, is een wending die kan tellen. Twee jaar lang heb ik vijftig meter verderop gewoond, ben ik hier dagelijks voorbij gelopen, zonder ooit binnen een kijkje te nemen.
Vanavond dus wel. Hopen op een zachte landing.
Want eten, moet u weten, lukt me wel. Gastronomisch dineren is een andere zaak. En dus ben ik nogal op mijn hoede. Benieuwd naar het jargon, de etiquette en de smaken, maar tegelijk een beetje bang om door de mand te vallen. Ontmaskerd te worden als een leek, die de kunst van het eten* niet beheerst.
Volta: een verwijzing naar de elektriciteitscentrale die het gebouw vroeger was. Ik stel me voor dat er toen gigantische kabels doorheen liepen, verbonden aan grote springveren. Ze produceerden een licht gezoem en af en toe een bliksempje. De energie wordt nu opgewekt door een modieuze en jonge keukenploeg, chef Anthony zorgt voor het vuurwerk. Ik kijk uit naar zijn rock ’n roll keuken. En naar mijn gezelschap Lennert, die zo charmant is om mij voor het restaurant op te wachten.
Al meteen worden we vriendelijk ontvangen. Amuses van manchegocremè en eidooier en van peperkoek en beuling, zijn een leuke binnenkomer. Daarbij komt de maître meteen de eerste wijn presenteren. Ik ben toch een weinig opgelucht als blijkt dat mijn tafelgenote weliswaar met veel interesse luistert, maar toch ook smakelijk kan lachen om de omfloerste taal waarmee de wijn omschreven wordt – ‘mineralen, heb jij die al ’s geproefd, dan?’
Minerale wijnen, met de ‘goût de terroir’ of met ‘bodemexpressie’. Met het aroma van steenachtige bodems of zelfs lava. Ik lees er veel over, maar ik kan de smaak nog steeds niet vatten. Ik vertrouw hoe dan ook de Volta-sommelier die het mij met groot enthousiasme nog een keer wil uitleggen.
Wat volgt, moet stuk voor stuk niet onderdoen: rundstartaar met rode biet, sojasaus en vlokjes ganzenlever; rode poon, saffraan, chorizo, prei en venkel; varkensschouder, aardpeer, mosterdsla, pompoenpitten (mijn favoriet); piepkuiken, witloof, dragon. Die strakke oplijsting van hoofdbestanddelen blijkt in de gastronomie vandaag trouwens de norm te zijn geworden. Gedaan dus met ‘bedjes’, ‘reducties’, ‘confetti’ en andere ‘schuimpjes’ op de menukaart – al worden de raspen en espumaspuiten er in de praktijk niet minder om gebruikt. Ook de open keuken is pas de laatste jaren populair geworden. Ik ben alvast benieuwd wanneer die op veel plekken weer wordt dichtgemetseld. Want ook de culinaire wereld kent zijn trends en weerspiegelt de samenleving waar ze hoe dan ook (om te beginnen via de ingrediënten) diep in is geworteld. Het uitzicht op het verbazingwekkend jonge, maar uitsluitend mannelijke keukenkorps, zet op weer een andere manier aan het denken. Een iet of wat cultuurcriticus zou rond zo’n open keuken een heel boek kunnen opbouwen, denk ik nog, tot een dun geschaafd stuk rauwe aardpeer mijn zintuigen het weer doet overnemen – heerlijk bij de donkere, draderige, onwaarschijnlijk malse varkensschouder. De grond proefde nog nooit frisser.
Snoeck presenteert kleine smaakbommetjes: duidelijke ingrediënten, uitgesproken smaken. Geraspte ganzenlever of chorizo zorgen voor een sterk accent. Het is een keuken van crumbles en sauzen, waarin kruimelige en gladde texturen worden gecombineerd. En hoe lekker de rode poon ook is, Lennert heeft gelijk: de varkensschouder is perfect. Het zullen die drie jaar Carcasse zijn, Snoeck begrijpt vlees.
Naarmate de avond vordert, ebt mijn voorzichtigheid weg. Ik eet brood met reuzel wanneer ik daar zin in heb, tussen de gangen door, en kijk van mijn tafelgenote af dat het geoorloofd is om van je vorige wijn te drinken terwijl er alweer een nieuwe ingeschonken wordt. Ik maak kennis met oranje wijn, leer wijnen uit Roemenië kennen als the next big thing, en hoor dat veel wijnen steeds sterker zijn geworden als gevolg van grotere temperatuurschommelingen, op hun beurt het gevolg van – wat dacht u – klimaatverandering. Mijn gezelschap en ik gaan intussen steeds vlotter over steeds meer onderwerpen praten (artificiële intelligentie, gender, wall yoga), tot we haast zouden vergeten om het nog over eten te hebben. Hoewel, het zijn ook net de borden die ons worden voorgezet, die steeds blijven verrassen. Als we de gedeconstrueerde cheesecake en de mini-smoutebollen bij de koffie op hebben, zijn we drie uur verder. De tijd vliegt, als je lekker eet.
Wat een fijne tafelgenoot! Wat een leuke conversaties. Zoals altijd in dat geval vergeet ik de gerechten, maar tegelijkertijd denk ik dat dit ook het punt is van lekker eten: het ‘ontbolstert’ je.
Wanneer we op het punt staan onze jassen aan te trekken, neemt chef Anthony nog uitgebreid de tijd om een praatje te slaan. Hij lijkt opvallend ontspannen, heeft het over zijn ambities in de mode (nu al draagt hij een zelfontworpen schort) en de plannen voor een nieuwe cocktailbar met eten op de etage van het pand. Deelt met de glimlach mee dat ze van 60 naar 90 couverts gaan. Ik heb het zelf niet zo erg op het lounge concept begrepen, en zou nog iets willen zeggen in de stijl van: ‘wie hoog klimt, kan laag vallen’. Maar ik heb gezellig gezeten en uitstekend gegeten. Deze chef lijkt hoog te mogen mikken. En zo’n aangename avond, heeft geen gevatte wending nodig.
Lennert De Vroey & Lene Kemps
0 notes
Photo
Rare German Promo Post Cards & on set shots 1981 Cannibal ferox Also Known As (AKA) Argentina Los últimos canibales Australia Woman from Deep River Brazil Canibal Ferox Czech Republic (DVD title) Zeny od hluboké reky Germany (rerun title) Im Dschungel der Menschenfresser Denmark Jaget af kannibaler Spain Caníbal feroz France Cannibal ferox France (video box title) Terreur cannibale Greece (video title) Argos thanatos Greece (transliterated) Lefki sarka sta dontia tous Greece (DVD title) Na pethanoun arga Greece Αργός Θάνατος Japan Hitokui zoku Mexico En el Infierno Caníbal Netherlands (informal literal title) De kannibalen vallen aan! Peru Hazlos morir lentamente Poland (video box title) Cannibal ferox: Niech umieraja powoli Poland (video title) Kanibale Portugal Caníbal Feroz Sweden Cannibal Ferox Slovenia Ljudozerci Amazonke Soviet Union (Russian title) Каннибалы USA Cannibal Ferox USA (alternative title) Make Them Die Slowly West Germany Die Rache der Kannibalen Directed by Umberto Lenzi Music by Roberto Donati .. (as Budy) Fiamma Maglione ... (as Maglione) Writing Credits #UmbertoLenzi ... (story) Umberto Lenzi ... (screenplay) Release Dates Italy 24 April 1981 West Germany 31 July 1981 Hong Kong 30 October 1981 Spain 7 December 1981 (Barcelona) Portugal 13 January 1982 France 16 June 1982 Australia 23 September 1982 Spain 27 September 1982 (Madrid) Netherlands 20 January 1983 USA 23 September 1983 (New York City, New York) USA 10 November 1983 Denmark 26 December 1983 Japan June 1988 USA 15 February 1997 (re-release) Czech Republic 25 January 2003 (Febio Film Festival) Cast (in credits order) Giovanni Lombardo Radice Giovanni Lombardo Radice / John Morghen ... Mike Logan (as John Morghen) Lorraine De Selle Lorraine De Selle ... Gloria Davis Danilo Mattei Danilo Mattei ... Rudy Davis (as Bryan Redford) Zora Kerova Zora Kerova ... Pat Johnson (as Zora Kerowa) Walter Lucchini Walter Lucchini ... Joe Costolani (as Walter Lloyd) Fiamma Maglione Fiamma Maglione ... Myrna Stenn (as Meg Fleming) Robert Kerman Robert Kerman ... Lt. Rizzo John Bartha John Bartha ... Mafioso Venantino Venantini Venantino Venantini ... Sgt. Ross 'El Indio' Rincon 'El Indio' Rincon ... Juanito Rest of cast listed alphabetically: Giovanni Bergamini Giovanni Bergamini ... Clerk (uncredited) Lewis E. Ciannelli Lewis E. Ciannelli ... Ross (voice) (uncredited) Larry Dolgin Larry Dolgin ... Paul (voice) (uncredited) Anthony La Penna Anthony La Penna ... Wilson (voice) (uncredited) Andy Luotto Andy Luotto ... Joe (voice) (uncredited) Steven Luotto Steven Luotto ... Tim (voice) (uncredited) Edward Mannix Edward Mannix ... Rizzo (voice) (uncredited) Richard McNamara Richard McNamara ... Hood (voice) (uncredited) Riccardo Petrazzi Riccardo Petrazzi ... Hunter (uncredited) Perry Pirkanen Perry Pirkanen ... Paul (uncredited) Dominic Raacke Dominic Raacke ... Tim (uncredited) Ted Rusoff Ted Rusoff ... technical specifications Runtime 1 hr 33 min (93 min) 1 hr 25 min (85 min) (heavily cut) (South Korea) 1 hr 26 min (86 min) (heavily cut) (UK) Filming Locations Amazon Rainforest, Colombia Leticia, Amazonas, Colombia Chinatown, Manhattan, New York City USA New York City, New York, USA RPA - Elios Studios, Rome, Lazio, Italy (studio)
#cannibal ferox#cannibalferox#umberto lenzi#umbertolenzi#cannibal film#cannibalism#cannibal corpse#canibal ferox#los ultimos canibales#giovanni lombardo radice#lorraine de selle#venantino venantini#venantinovenantini#giallo fever#giallofever#gialli#giallo#italian giallo#international cult#cult#italian cult#cinema cult#cannibal movies#banned movie#movie banned
23 notes
·
View notes
Text
Release Blitz: In Over Our Heads by CJane Elliott + Excerpt & Giveaway!
In Over Our Heads by CJane Elliott
A second chance for romance on a scuba diving vacation plunges Anthony and Walter into deep waters—will they use love’s lifeline or go under alone?
Party guy Anthony Vallen believes in happy endings—just not for himself. He hits Key West for a vacation with friends, ready for some fun in the sun. To his horror, the owner of the local scuba dive shop is Walter…
View On WordPress
0 notes
Text
Het is 24 december 1944. Nog één dag en de wereld viert voor de vierde maal kerst in oorlogstijd. Niet veel mannen en vrouwen denken terug aan wat er dertig jaar eerder in de loopgraven was gebeurd toen er plots vrede uitbrak in niemandsland. Integendeel, de oorlog lijkt harder dan ooit tevoren. In België beleven de geallieerden een helse winter. Sinds acht dagen ondergaan ze het Ardennenoffensief. De Duitsers bereiken Celles, wat achteraf hun verste punt zal zijn in hun verrassingsaanval. In Bande gaat de Duitse SS brutaal tekeer. Het dorpje even ten zuiden van Marche-en-Famenne kiezen ze niet zomaar uit: bij de bevrijding in september waren er drie Duitsers doodgeschoten. De SS’ers nemen alle mannen van 17 tot 31 jaar gevangen. Ze worden eerst streng ondervraagd, daarna op een rij gezet en een voor een met een nekschot geëxecuteerd. Van de 33 jongemannen kan er eentje ontsnappen nadat hij een SS’er heeft weggeduwd. Als vergelding vermoorden de Duitsers nog twee dorpelingen. De lijken worden in een kelder achtergelaten en zullen pas weken later ontdekt worden.
Herdenkingsplaat voor de slachtoffers van Bande.
Ondertussen blijven de V-bommen terreur zaaien in Antwerpen en Luik. 24 december is gelukkig niet zo dodelijk als de vorige dagen. Om 8.50 uur valt een V1 op Awans nabij Waremme, om 16.40 uur een in Kalken, rond 21 uur twee in Ougrée en ergens die dag ook een V2 in Nijlen. Telkens vallen er twee dodelijke slachtoffers. Kerstavond sluit af met een V1-inslag in Luik om 22.10 uur met vijf doden.
Diezelfde dag, in de ochtend, vertrekt het Belgische transportschip Leopoldville vanuit Zuid-Engeland richting Frankrijk. Aan boord meer dan 2000 Amerikaanse militairen, op weg naar het slagveld in de Ardennen. Maar daar zullen ze nooit aankomen…
Negen jaar geleden publiceerde ik de Ramp met de Leopoldville in vijf delen op deze blog. Een jaar later mocht ik op het televisieprogramma Publiek Geheim komen vertellen over de vergeten ramp. Ter gelegenheid van de 75ste herdenking (zonder dat er een herdenking is…) geef ik deze longread opnieuw uit.
youtube
Het was koud en het had gesneeuwd. Aan de dokken in de Zuid-Engelse havenstad Southampton wachtten honderden Amerikaanse militairen op hun beurt om de loopplank op te lopen. Ze waren moe en velen dachten met heimwee aan de kerstfeesten thuis. Ze vertrokken richting het Europees vasteland om in de Ardennen hun kameraden bij te staan in de ultieme strijd tegen de Duitsers. Een van de soldaten herinnert zich: ‘We waren al vijf weken in Engeland en we begonnen het koude, vochtige, kille, miezerige weer beu te worden, dus we keken uit naar het bevel om te vertrekken.’ Het was 2.30 uur toen de eerste soldaten van de 66ste Divisie met hun zakken over hun schouders aan boord van het Belgisch transportschip SS Leopoldville stapten.
Van Congoboot tot transportschip
In tegenstelling tot de jonge Amerikaanse troepen, waren de bemanningsleden van de Leopoldville ervaren zeelui. Ze hadden reeds 24 maal het kanaal overgevaren en vervoerden daarbij maar liefst 53.217 geallieerde militairen. Het schip was voor de oorlog een van de legendarische Congoboten van de Compagnie Maritime Belge. Het was het vijfde pronkstuk van de rederij met de naam Leopoldville. Het schip, helft luxecruise, helft cargo, vaarde sinds 1929 tussen Antwerpen en de Belgische kolonie. De bemanning volbracht de zware taak om de epische overtochten van generaties kolonialen zo vlot mogelijk te maken.
In 1940 was de Leopoldville was net op terugtocht vanuit Matadi toen de oorlog in België uitbrak. De bemanningsleden vormden plots een waardevolle troepenmacht. De geallieerden konden elke ervaren zeeman gebruiken. In Liverpool moesten ze noodgedwongen een nieuwe thuisbasis opbouwen, ver weg van hun familieleden in België. Met wat geluk kon je als vreemdeling een kamer versieren bij een Engelse familie, andere Belgen en Congolezen verbleven in het Belgische zeemanshuis.
The Lucky One
Het ombouwen van het oude luxe cruiseschip tot een troepentransportschip werd voltooid op 11 november 1940. De geallieerden zetten de Leopoldville vooral in bij missies in de Middellandse Zee en aan het Suezkanaal. Het leven op zee was hard, het gevaar van torpedering of een mijn was altijd aanwezig. De Belgische koopvaardij werd niet gespaard: gedurende de Tweede Wereldoorlog werden 78 schepen tot zinken gebracht of bijna twee derde van het totaal. 855 bemanningsleden kwamen daarbij om, wat ongeveer één derde was van het totaal. Ondanks de vele gevaren die het schip trotseerde, bleef de Leopoldville vier jaar lang gespaard van aanvallen, wat uitzonderlijk was. Daarom noemden de Belgische zeebonken haar ‘The Lucky One’.
Charles Limbor
In november 1942 kreeg de Leopoldville een nieuwe kapitein: de Belg Charles Limbor. Charles stond bekend als een rustige en competente bevelhebber die graag op zichzelf was. Zijn vrouw en zijn zoon Jacques waren in het begin van de oorlog naar Frankrijk gevlucht, maar ze waren al snel ingehaald door de Duitse troepen. Terug in Oostende werden zij voortdurend bedreigd door de bezetter, die wist dat vader Charles als kapitein diende voor de geallieerden. Dat verklaart misschien het soms zonderlinge gedrag van de kapitein, die vaak alleen dineerde terwijl hij luisterde naar zijn collectie klassieke muziek. Charles maakte zich in de nacht van 23 op 24 december 1944 klaar voor zijn laatste reis, waarna een welverdiende vakantie zou volgen. Zijn rechterhand François Verworst zou het bevel overnemen. Hij verwachtte geen problemen tijdens de oversteek van het Kanaal. De 234-koppige bemanning was ervaren genoeg om de Amerikanen veilig naar de overkant te brengen.
Het moeizame boorden
Pas om 8 uur ‘s morgens waren al de 2235 Amerikaanse militairen op het schip. Er was heel wat verwarring bij het instappen. Voor veel soldaten was het onduidelijk of ze de Leopoldville moesten boorden of een tweede transportschip: de Cheshire. Op die manier zouden tientallen van een zekere dood gered worden door stom toeval. Bovendien waren per ongeluk ook Engelse soldaten de loopbrug naar de Leopoldville opgestapt, zodat die eerst terug aan wal moesten. Uiteindelijk vertrok het konvooi om 9.15 uur richting de Europese vasteland. Drie Britse destroyers HMS Brilliant, HMS Anthony en HMS Notham en een Franse fregat Croix de Lorraine bewaakten de twee transportschepen. Het konvooi stond onder het bevel van de commandant van de HMS Brilliant kapitein Pringle. Na een overtocht van negen uur moesten de zes schepen arriveren in de haven van Cherbourg, ongeveer 150 kilometer verder. Zo zouden ze in alle rust kerstavond kunnen vieren.
Groene, stinkende hutsepot
Voor de soldaten was het verblijf op het schip allesbehalve aangenaam. Het oude luxeschip was oorspronkelijk ingericht voor zo’n 360 passagiers, maar door de ruime cargo om te bouwen in soldatencompartimenten kon het meer dan 2000 personen vervoeren. De soldaten zaten dicht op elkaar gepakt onder de lage plafonds en tussen de houten schutmuren. Na het lange wachten bij het boorden, probeerden de meeste soldaten wat bij te slapen op de vloer of houten banken. Slechts enkelen konden een hangmat bemachtigen. Terwijl de reis vorderde, creëerden de zeezieke kameraden en het primitieve eten een walgelijke geur. Er was geen degelijke ventilatie, zodat enkele soldaten ondanks de koude, stevige wind en tegen de bevelen in het dek op vluchtten.
Luitenant Wood herinnert zich wat de gewone troepen als eten kregen opgediend: ‘Infanteriesoldaten verwachtten geen eerste klasse service, maar wat wij kregen was laagste klasse. Een emmer van een soort groene, stinkende hutsepot werd langs de trapgaten met een touw naar beneden gelaten. Die emmer lieten ze op elke verdieping lang genoeg hangen zodat elke man, indien hij over een sterke maag beschikte, met zijn gamel er een portie kon uitscheppen. Het duurde niet lang tot latrines verstopt raakten.’
Soldaat Walter Blunt daalde neer langs de steile trap naar zijn aangewezen compartiment. Hij keek rond en merkte dat enkele hangmatten waren vastgemaakt, chaotische verspreid tussen de picknickachtige houten tafels en banken. Er was verder geen plaats om te zitten of te slapen. Walter bracht een deel van de dag door met kaarten op het dek met zijn beste vriend Harold Decell. Ze gingen ervan uit dat ze in korte tijd zouden arriveren in Cherbourg. Na enkele uren keerden de twee terug naar hun compartiment, waar ze nog wat lazen, babbelden en kaart speelden: ‘In de vroege avond, nadat we ‘eaten chow’ [hadden gegeten], voelde ik me een beetje zeeziek en dus ging ik even liggen. Al snel viel ik in slaap op een bank van de eerste eettafel aan de rechterkant van het compartiment. Enkele van mijn kameraden sliepen op de tafel, onder de tafel en op de banken rond mij. Bijna allemaal waren ze later onder de doden en vermisten.’ Ook zijn vriend Harold Decell kon een dutje gebruiken en lag rustig naast Walter op de grond te slapen.
Voorzorgmaatregelen?
De soldaten voorbereiden op een mogelijke aanval tijdens de overtocht, bleek voor zowel de Belgische bemanning als de Amerikaanse officieren geen prioriteit. Hoewel het konvooi voor de eerste maal in deze samenstelling vaarde, was er genoeg vertrouwen in de ervaring van de bevelvoerders. Dat bleek uit de erg rudimentaire briefing over eventuele reddingsprocedures. Toch waren er enkele alerte officieren die hun troepen inlichtten over de reddingsvesten, maar over de reddingsloepen vertelden ze niets. De Amerikanen wisten waar ze zich moesten melden bij een noodgeval, maar hadden geen idee wat ze moesten doen als ze daar arriveerden.
Hoewel het op het schip relatief rustig was, konden de officieren vermoeden dat er gevaar om de hoek loerde. De vorige dag was een schip op weg naar Cherbourg getorpedeerd. De begeleidende schepen namen ditmaal hun voorzorgen en dropten onderweg dieptebommen. Het konvooi ondernam een zigzagkoers over het kanaal om eventuele aanvallen te bemoeilijken. In de namiddag bemanden de Britse militairen hun posten, omdat een aanval op handen zou zijn. Maar het mocht niet baten. Op ongeveer acht kilometer van de haven, vuurde een Duitse onderzeeër een salvo torpedo’s af op de Leopoldville. Het was iets voor 18 uur.
Torpedo on starboard!
Van op het dek kon luitenant Wurdeman in de avondschemering nog net de andere schepen van het konvooi ontwaren. Zijn wacht was net afgelopen, toen hij vanuit het kraaiennest een man hoorde roepen: ‘Torpedo on starboard!’ Wurdeman rende naar de leuning en zag in het water een zilveren raket afkomen, met erachter een lange witte schuimende staart. Luttele ogenblikken later sloeg de torpedo in. Wurdeman zag hoe de krachtige ontploffing lichamen in de lucht gooide.
Walter Blunt lag benedendeks op zijn bank te slapen: ‘Ik werd wakker: een oorverdovend geluid, zo luid dat het met geen woorden te beschrijven valt. Vrijwel meteen was het pikdonker en stroomde het koude water razendsnel ons compartiment binnen. Pas toen ik mijn hoofd boven het water stak, kon ik het geschreeuw horen. Meteen proefde ik de olie in het water en rook ik de stank van buskruit.’ Zijn maatje Harold Decell was nergens te bekennen.
Op de brug
Charles Limbor, François Verworst en de 1ste officier Brognion voelden tot op de brug hoe de explosie het schip door elkaar schudde. Na de luide knal versplinterden de glazen rondom hen met een hels lawaai. Volgens enkele getuigen riep Limbor: ‘Ça y est! Nous sommes…’ Het alarm weerklonk en al snel luidden de orders door de luidsprekers op de brug. De bemanning wist wat van hen werd verwacht.
Op bevel van de kapitein controleerden de maîtres d’hôtel René Sottieaux en Vercruysse samen de cabines om te verzekeren er geen bemanning achterbleef. Vercruysse meldde dat dek F4 was ingestort en dat compartiment 4 onder water was gelopen. Blijkbaar seinde de brug naar Cherbourg dat ze getroffen waren, maar een antwoord bleef uit. Verworst en kapitein De Pierpont bleven op hun post, en zagen doorheen het gapende gat dat de explosie had geslagen een chaos van kapotte tafels, gewrongen staal en dode lichamen.
In de machinekamer
Mecanicien Robert Gosseye schrok op door de plotse explosie. Hij greep de telefoon en signaleerde aan de brug dat de schroef aan stuurboord waarschijnlijk beschadigd was en dat de sluisdeuren gesloten waren. Kapitein Limbor vroeg Gosseye of de machine aan bakboord nog werkte. Na dit te bevestigen klonk het volgende bevel: ‘Bon, continuez avec celle-là.’ Terwijl de machinekamer stilaan onder water liep, beseften Gosseye en zijn collega’s dat ze snel opgesloten zouden zitten. Ze plaatsten enkele pompen en al snel ging hun aandacht naar de andere motor, waar ze merkten dat een essentiële koelkabel gebroken was. Doordat het schip schuin kwam te hangen, liep de machinekamer steeds meer onder water en werden de pompen onbruikbaar. De mannen contacteerden opnieuw Limbor die hen beval om naar het bovendek te vluchten, nadat ze hun voorzorgen tegen brand hadden voltooid. Op de brug werden de geheime documenten over boord gegooid en de handleiding met de zig-zagmaneouvres in stukken gescheurd.
Als een rat in de val
Walter Blunt.
Ondertussen zaten honderden Amerikaanse militairen vast in het ruim. Net als zijn kameraden raakte Walter Blunt in paniek: ‘Ik stampte met mijn voeten en worstelde in een poging om boven water te blijven, wat uiteindelijk lukte. Maar door de vreselijke golven was er amper plaats om naar lucht te happen. Een miljoen gedachten schoten door mijn hoofd: was ik gedoemd om hier te sterven als een rat in de val? Ik zag niets. Het was gitzwart en in het klotsende water hoorde ik vaag mannen kreunen en paniekerig om hulp roepen. Ik mompelde een kort gebedje en dacht aan mijn vrouw en kindje. Opgeven deed ik niet en vertelde mezelf dat er een weg naar buiten moest zijn. Opnieuw bedacht ik hoe vreselijk het was om te sterven, terwijl het steeds hopelozer werd en ik me zwakker voelde. Toen was er eindelijk een pauze in de golven en kon in aan mijn rechterkant een licht onderscheiden. Ik zwom in de richting van dat licht en trof er een opening aan. Ik trok mezelf op in het gat tot borsthoogte. Maar ik kon niet verder. De golven kwamen steeds sneller en het water leek te stijgen. Ik hief mijn hoofd zo hoog mogelijk op en bij elke golf hield ik mijn adem zo lang mogelijk in. De golven leken telkens driemaal toe te slaan met daarna een korte pauze. Ik voelde me steeds zwakker worden. Toen er net een pauze was geweest en de golven opnieuw begonnen, hoorde ik boven mij een stem: “Give me your hand son. You’ll be alright!” Het was de stem van mijn compagniecommandant. Ik strekte mijn arm zo hoog ik kon en na drie golven was ik uit de opening. Ik strompelde door wat puin tot aan het dek, waar ik uitgeput neerviel. Op het dek was alles zo rustig, zo kalm. Ik veronderstel dat ik nooit had beseft wat er gebeurde als ik niet onderdeks had gezeten toen de torpedo insloeg.’
Wervelstorm van hout en staal
De torpedo had een grote bres in de romp van de Leopoldville geslagen, waarna het water razendsnel het ruim binnenliep. Enkele honderden mannen verdronken vrijwel meteen. De explosie vernietigde de trappen en de doorgangen naar het dek, zodat talloze andere mannen gevangen zaten in de snel onder water lopende achterste compartimenten. Albert Montagna was een van hen: ‘Toen ik de explosie hoorde, wist ik dat we geraakt waren. De knal zinderde nog na toen ik al onder water lag. Ik dacht dat eventjes dat ik me op de bodem van de oceaan bevond, want ik kon mij niet bewegen. Ik vermoedde dat het niet lang meer zou duren tot ik zou sterven, dus wachtte ik… Ik hoorde gekwetste mannen in mijn compartiment gillen. De trappen naar boven waren versplinterd tot een puinmassa. Tafels die een uur daarvoor nog gedekt waren met ons eten, lagen verbrijzeld in het rond. Stalen buizen waren als tandenstokers geknakt.’
De situatie in de getroffen compartimenten was bijna surreëel, zo getuigt ook Rowdney Boudwin: ‘Ondanks het feit dat de mannen aan het slapen waren op de tafels of in hangmatten, sommigen zonder reddingsvesten aan, brak er geen paniek uit toen het water steeg. De mannen in mijn compartiment zochten verdwaasd naar een uitgang. De explosie versplinterde tafels, banken en ander materiaal van hout en had mannen aan de vloer of tegen de muur genageld. Op die manier konden velen onmogelijk aan het snel opstijgende water ontsnappen. De explosie had de trappen en kabelladders losgerukt en doen instorten, zodat het ontsnappen uit de lager gelegen compartimenten onmogelijk werd.’
F-Company
De torpedo was inslagen ter hoogte van waar de 170 soldaten van F-company van het 262ste regiment aan het rusten waren. Hun staff sergeant Joseph Cycon was net op terugweg van de stinkende latrines toen de trap onder hem instortte: ‘Ik viel een stuk naar beneden tussen het puin. Rondom mij zag ik het water al meteen naar binnen stromen. Ik kon mij redden, maar zag dat het water erg snel steeg. Met enkele anderen gooide ik touwen naar beneden. Drie mannen konden we op die manier helpen. Onze kapitein daalde af om zijn mannen te helpen. We hoorden geschreeuw en gegil, tot het plots muisstil werd. Het water was tot boven gestegen. Onze kapitein en al die mannen verdronken. We liepen richting Dek B, waar de reddingssloepen moesten zijn.’ 154 mannen van F-company overleefden de inslag niet en slecht negen van de lichamen zouden worden teruggevonden. Van de zestien overlevenden waren er zes gewond.
Ontsnappen
William Kalinowski werd wakker in het ijskoude water. Hij zag geen hand voor zijn ogen. Hij probeerde recht te komen, maar merkte dat hij ter hoogte van zijn schouders vast lag onder een omgevallen muur. Met alle macht probeerde hij het puin weg te duwen, maar dat lukte niet. Ook door te manoeuvreren naar links of rechts kon hij zichzelf niet bevrijden. Ondertussen steeg het water genadeloos. William had telkens net de tijd om snel naar adem te happen, waarna een nieuwe golf ijskoud water over hem sloeg. In een ultieme poging kon William zich eindelijk bevrijden. Hij kroop tussen het puin in de richting van een vaag licht, waar het trapgat was geweest. Hij klauterde over de brokstukken en de lijken van zijn kameraden. Hij duwde het massa hout dat de uitgang versperde opzij.
Toen hij eindelijk op het dek was geraakt, werd hij opgevangen door zijn sergeant. William was onophoudelijk aan het beven en werd naar een medische post gebracht om zijn hoofdwonden te verzorgen. Daar lag hij op een ziekenbed en zag hij hoe de man naast hem geen gezicht meer had, terwijl een klem zijn tong vasthield zodat hij die niet zou inslikken. Hij gruwelde. Niet veel later hoorde hij dat de gewonden die nog konden wandelen zich moesten melden aan de reddingsboten. William rechtte zich, nam zijn schoenen, sloeg een deken over zijn schouders en haastte zich naar de sloepen. Er was nog een plaatsje voor hem: ‘De ene minuut bengelden we vijftien meter in de lucht, de andere minuut sloeg de onderkant van de reddingssloep bijna te pletter op een muur van water.’ Het bootje kantelde en de mannen vielen in het ijskoude water. William dreef op het puin van de reddingssloep en waagde de sprong naar een grotere reddingsboot. Hij kon nog net de rails vastgrijpen en een matroos hielp hem aan boord.
Wachten op het dek
‘Meteen na de explosie trokken alle troepen rondom mij een reddingsvest aan en begaven zich orderlijk naar het dek’, herinnert de Amerikaanse kapitein Clyde Dinwiddie zich de opmerkelijke rust en discipline. ‘Mijn compagnie moest zich samen met een andere verzamelen recht aan de boog op het bovenste dek. De mannen stonden snel in positie en er werd een namenlijst opgesteld. Er waren veel lichten aan. Sommige bemanningsleden waren een sigaretje aan het roken. We stonden te wachten op instructies van de brug. We zonden een kleine groep vrijwilligers naar beneden om in ons compartiment dekens en jassen te zoeken om de mannen wat warmte te geven totdat ze het schip mochten verlaten.’ Op het dek heerste er geen echte paniek. Meestal wisten ze amper wat er zich onder hen afspeelde.
Voor de mannen op het dek leek het schip niet te zinken. Maar op de brug begon de Belgische bemanning in te zien dat de situatie hopeloos was. Kapitein Charles Limbor beval dat iedereen buiten zijn essentiële crew het schip moest verlaten. De kapitein seinde naar zijn collega kapitein Pringle op de HMS Brilliant dat het achtersteven van zijn schip langzaam maar zeker zonk. Omdat het schip uit de mijnvrije zone dreigt te drijven, beval de kapitein van de HMS Brilliant om het anker neer te laten. Limbor voerde dit bevel uit rond 18.15 uur. Door deze beslissing kon het schip onmogelijk nog richting de haven van Cherbourg worden gesleept, waar de soldaten rustig hadden geëvacueerd kunnen worden. Daardoor was het noodzakelijk om het gehele schip op zee te evacueren, wat tientallen extra doden en gewonden veroorzaakte.
De HMS Brilliant vaarde richting de Leopoldville, terwijl de andere schepen het bevel van kapitein Pringle kregen om te zoeken naar de Duitse onderzeeër. Hun dieptebommen veroorzaakten grote golven die het zinkend schip heen en weer schudde. Na ongeveer een kwartier kwam het schip van kapitein Pringle langs de zinkende Leopoldville gevaren.
Helpen
Verschillende getuigen vertellen hoe ze geduldig op het dek stonden te wachten op evacuatie. De Amerikaanse soldaten stonden te roken en grapten hoe ze te laat zouden arriveren in Cherbourg. Pas toen de eerste gewonden en doden naar boven werden gebracht, drong de ernst van de situatie door. Zou het schip dan toch zinken? Op het dek kregen de gewonden eerste hulp van hun kameraden. Dekens beschermden hun doorweekte lichamen tegen de scherpe koude, terwijl hun open wonden werden verzorgd. Onder zich hoorden en voelden de soldaten het schip kraken.
1ste luitenant Royden Keddy herinnert zich hoe hij en de andere officieren hun uiterste best deden om de troepen onder controle te houden: ‘Tegen 18.15 uur waren alle mannen die nog konden wandelen op het dek verzameld. Alle doorgangen waren vrijgemaakt, behalve het toegangsgat op het achterdek. Vanuit dat gat kwamen hulpkreten. Enkele officieren en hun mannen toonden een uiterste moed en kracht door in het gat af te dalen langs de stalen ladders, zonder op een moment aan hun eigen veiligheid te denken. Het medische personeel van het boordhospitaal, geholpen door de soldaten, werkten onvermoeibaar en efficiënt.’
Walter Blunt lag op het dek en werd geholpen door het medische personeel. Zijn gezicht was bebloed en het leek of zijn heupen verbrijzeld waren. Vaag herinnert Blunt zich hoe hij een half uur lang toekeek hoe zijn kameraden werden geholpen. Hij werd naar een reddingssloep gebracht. Over hem zat een soldaat met een verbrijzelde knie. De jongeman zag af en vroeg Walter om zijn been stil te houden, om de pijn niet doen verergeren. De sloep werd ongelijk neergelaten zodat het in een gevaarlijk schuine hoek hing te bengelen. Een Congolees bemanningslid klauterde handig op het touw, hand over hand tot hij terug op het dek was. Daar maakte hij het touw los zodat de reddingssloep met de neus in het water viel. Walter dacht dat het bootje zeker zou zinken, maar het stabiliseerde. Ze waren gered.
Vluchtte de bemanning?
Nog steeds stond kapitein Clyde Dinwiddie met zijn compagnie op het bovendek te wachten: ‘De mannen zaten of stonden toen ze zagen dat de bemanning de reddingsboten overboord duwden. Ze keken toe hoe gewonden werden overgedragen naar een kleine havenboot dat langszij kwam gevaren en hoe anderen de sprong naar een andere boot riskeerden. Van mijn mannen wilde niemand het schip verlaten of de sprong wagen. We controleerden de reddingsvesten.’ Het is opvallend hoe getuigen zich geen echte paniek herinneren. Sommigen gingen zelfs terug naar hun cabine om persoonlijke spullen te zoeken.
Honderden soldaten stonden op het dek van de zinkende Leopoldville te wachten op hun evacuatie. De laatste gewonden werden naar boven gehesen. In contrast met de orde op het dek, verliep de evacuatie met de reddingssloepen erg chaotisch. Van de Belgische bemanning zouden de Amerikanen weinig hulp hebben gekregen. Sommige soldaten beweren zelfs dat ze aan hun lot werden overgelaten door de bemanning die enkel aan zichzelf dacht. Enkele getuigen herinneren zich een Congolees die met koffers en zijn papegaai klaar stond om te vertrekken. Of deze verhalen op de waarheid berusten is moeilijk te achterhalen.
Leap for life
Van op de HMS Brilliant, die langs de Leopoldville kwam gevaren, werd de moeizame hulpactie geleid. Op aanmoediging van de matrozen op de HMS Brilliant riskeerden de soldaten op het dek van de Leopoldville de riskante sprong naar de overkant. Sergeant Via: ‘We klommen over de rail en hielden ons vast aan de zijkant terwijl de ruwe zee de destroyer naar voor en naar achter deed bewegen. Ik wilde dat Charley eerst sprong, zodat ik zeker was dat hij het gehaald had. Maar hij wist dat en hij stond erop dat ik eerst sprong. Tot vandaag weet ik niet wie eerst ging. Na de sprong omhelsden we elkaar als twee lang gescheiden broers.’ Vele soldaten durfden niet. Het gebeurde dan ook vaak dat een soldaat er niet in slaagde om de overkant te bereiken. Ze vielen in het water tussen de twee schommelende gevaartes en werden verpletterd als de schepen tegen elkaar botsten.
De Amerikaanse luitenant Bill Everhard moest zijn jongens aanmoedigen om de sprong te wagen. Hij had de ideale moment om te springen gevonden: wanneer de twee schepen het verst van elkaar waren. Sommigen twijfelden te lang en vielen naar beneden. Al snel sprongen de mannen tezamen in groepjes van vijftien. Aan de overkant stonden de Britten klaar om hen op te vangen en om diegenen die net te kort sprongen, maar zich nog aan de rail konden vastgrijpen naar boven te helpen. En toen sprong Bill zelf: hij leunde voorover, liet zich los en duwde zich af. Hij landde veilig op het dek van de HMS Brilliant. Hij keek terug naar het zinkend schip. De gruwel die hij aan de overkant aanschouwde deed de luitenant overgeven. De sprong over een achttal meters was riskant en velen hielden er gebroken ledematen of andere wonden aan over. Bill vermande zich en begon de honderden makkers op het dek van de Leopoldville verder aan te moedigen.
De vreselijke aanblik van de jongens die hun ‘leap for life’ mistten en verpletterd raakten tussen de twee botsende schepen, deed heel wat mannen afzien van de sprong. Maar veel alternatieven waren er niet. Het evacueren met de reddingssloepen verliep niet zoals gepland. Toch verliep alles op het dek nog steeds vrij sereen. Sommige mannen begonnen liederen te zingen. Enkel tijdens het te water laten van de sloepen heerste er echte chaos. Luitenant Wurdeman herinnert zich: ‘Het dek onder onze voeten begon meer en meer te bewegen richting bakboord. Toen wisten we dat het schip zou zinken en we wachtten op het bevel op het schip te verlaten, maar dat hebben we nooit gekregen.’
Om 19.30 uur begon het te schemeren. De HMS Brilliant was genoodzaakt om richting Cherbourg varen omdat er geen mannen meer op het schip konden. Luitenant Everhard herinnert zich het vertrek: ‘Overal waar je keek, zag je mannen tussen de golven, schreeuwend om hulp en zwaaiend met hun armen, hopend dat ze gezien zouden worden.’ Nog steeds hingen er lege reddingssloepen aan het schip. Na veel gesukkel slaagden enkele soldaten erin om op die manier van op het zinkend schip te ontsnappen. Maar niet veel later stond het water al tot op het dek.
Rond 20 uur nam de Belgische kapitein de beslissing dat het grootste deel van zijn bemanning het schip moest verlaten. Omdat de meeste Amerikaanse officieren amper informatie kregen over de evacuatieplannen, waren nu bijna alle gezagsdragers van het schip.
De hel brak los
Vanuit Cherbourg kwam een spontane hulpactie op gang. Meer dan dertig kleine schepen vaarden in de richting van het zinkend schip om de drenkelingen te redden. Door de invallende duisternis verliep dit zo moeizaam dat de schepen soms over de zwemmende soldaten vaarden. Ze konden moeilijk naderen, want een aanvaring van het grote schip zou wel eens fataal kunnen aflopen. Rond 20.30 uur weerklonk er een hevige explosie, waarop het dwarsschot van de Leopoldville instortte. Na een tweede ontploffing brak er chaos uit onder de bijna 1000 Amerikanen die nog op het dek stonden. Paniekerig begonnen soldaten met messen de touwen die de reddingssloepen omhoog hielden, door te snijden.
Sergeant Daniel Rosenberg herinnert zich: ‘De hel brak los. Mannen renden, gleden en sprongen overboord in alle richtingen. Trappen, masten, kabels en andere delen van het schip vlogen door de lucht. Ik probeerde de rail vast te grijpen, maar faalde en ik zat met mijn voet vast in een kabel. Ik trachtte me te bevrijden maar dat lukte niet. Het leek of mijn einde gekomen was. Pas toen het schip begon te schudden, raakte ik eruit. Maar daarna gleed ik weg, richting het donkere water. Op het nippertje kon ik me vastklemmen aan een stuk trap dat aan het schip was blijven hangen. Ik kwam recht en sprong zo ver mogelijk het water in. Gelukkig dreef een golf mij verder weg van het water, anders had de zuiging mij de dieperik in getrokken.’
De Leopoldville hing nu zo over naar bakboord dat de soldaten op het dek niet meer recht konden blijven staan. Net als Daniel Rosenberg probeerden ze de railing vast te grijpen. Sommigen wilden zich verlossen van hun zware helm en munitie, maar het weggesmeten materiaal belandde op de mannen in de zee. Onervaren soldaten braken hun nek omdat ze met de aanspannen zwemvest en vastgesnoerde helm op het harde wateroppervlakte stortten. Luitenant Wurdeman die de torpedo in het begin had zien inslaan, was nog steeds aan boord: ‘Het grotendeel van de mannen verpletterde tegen de rails aan stuurboord toen ze paniekerig van het schip sprongen. Pas wanneer het water op het dek stroomde, plaatste ik in een sloep die nog op het dek stond. Het water deed de sloep van het schip wegdrijven en ik kon vijf mannen aan boord helpen.’
De laatste reddingssloep
‘Vanaf het vertrek van de torpedojager gingen we verder met het neerlaten van de reddingssloepen’, zo schreven de bemanningsleden Brognion, De Pierpont en Verworst in het officiële verslag. ‘Ze waren volgeladen met troepen. De laatste reddingssloep vertrok om 19.55 uur en al de vlotten waren toen overboord gegooid en de rest van de troepen hield zich eraan vast. Een sleepboot probeerde de laatste bemanningsleden van het schip te halen: Limbor, Verworst, Van de Kerckhove en Dhoore. Maar de sleepboot kon onmogelijk nabij komen en de resterende beamnningsleden verdwenen onder een hoge golf. Tijdens het uiteindelijk zinken van het schip, vaarden enkele reddingsboten over de scene die de overlevenden van de sloepen en vlotten redden.’
Het was iets na 21 uur toen de Leopoldville snel begon te zinken. Honderden Amerikanen dobberden in het ijskoude water, hopend dat ze snel opgevist zouden worden. Niet alle mannen hadden reddingsvesten gekregen en velen wisten amper hoe ze het moesten aandoen.
‘Ik zal nooit vergeten hoe ik mee onderging met het schip’, herinnert Norman Bullett zich. ‘Ik werd meegezogen tot een ontploffing me terug naar boven stuwde. Het was zo beangstigend in het water. Het enige wat ik zag waren mannen die wanhopig naar hulp riepen. De boeg van de Leopoldville zonk naar beneden. De mannen die er nog op zaten sprongen. Ik weet niet hoe lang ik in het water bleef, maar ik voelde dat ik begon te bevriezen. Ik greep een voorbijdrijvende trap vast. Reddingswerkers gooiden touwen die we rond ons middel moesten binden waarop zij ons aan boord van hun boot trokken. Maar mijn vingers waren te verstijfd en uitgeput dreef ik weg tussen de golven. Maar dan trok een grote golf me opnieuw naar de oppervlakte, dichtbij de reddingsboot. Drie soldaten konden mij vastgrijpen en aan boord trekken.’
De laatsten op het schip
‘Rond 19 uur sprak iemand van de brug ons toe’, weet de Amerikaanse kapitein Clyde Dinwiddie, die nog tot het einde op het bovendek stond. ‘Hij uitte zijn appreciatie voor de orde en discipline die mijn mannen hadden getoond op het schip. Ik veronderstel dat die man de kapitein van het schip was.’ Zijn collega kapitein William Pursley herinnert zich iets gelijkaardig: ‘Zo ver ik weet werden alle orders opgevolgd, zonder al te veel rumoer. Ik was onder de indruk van de manier waarop de onderofficiers zich galant inzetten bij de evacuatie van hun mannen, vooral in de laatste tien minuten toen de paniek de kop opstak en het grootste deel van het schip onder water lag. Ook in het water hoorde ik hen de mannen aanmoedigen: “Move your arms and feet”; “Raise your head when you breathe” en “Keep your mouth closed”. Ik ben ervan overtuigd dat daarentegen de bemanningsleden weinig deden omdat ze enkel met hun eigen veiligheid inzaten.’
Ook voor Clyde Dinwiddie was het tijd om het schip te verlaten: ‘Rond 20.20 uur helde het schip zo sterk over naar bakboord dat het begon te zinken langs het achtersteven. Het order om de helmen op het dek te gooien en overboord te springen weerklonk. Tegen die tijd klampten de mannen zich vast aan de rails om zo via het dek in het water te geraken. Vlotten gleden over het dek en raakten enkele mannen. Wanneer ik vertrok, waren er nog slechts drie mannen op het dek. Ze hielden zich vast aan een kleine reddingssloep en weigerden los te laten. Toen ik wegzwom van het schip waren er overal mannen. Sommigen probeerden een vlot te bereiken, anderen klampten zich vast aan wrakhout of op drijvende rugzakken. We leken snel af te drijven en de reddingsboten waren ver weg. Een uur passeerde en nog steeds had geen enkele boot ons bereikt. Toen de boten eindelijk dichterbij kwamen, werden de hulpkreten intenser. Nadat we aan boord werden getrokken, ontkleedden de hulpverleners ons volledig, rolden ons in dekens, gaven ons een borrel rum en gooiden ons op de banken. Het voelde goed om eindelijk uit het water te zijn en stilletjes aan te ontdooien.’
Een tiental minuten na 21 uur was de Leopoldville gezonken.
Wachten in het ijskoude water
Wie nog leefde, was vaak zo zwak dat de hulpverleners zelf in het ijskoude water moesten springen om hen er uit te halen. Hun zware kledij sleurde de soldaten naar beneden. ‘Ik had zoveel zout water ingeslikt, dat ik bloed overgaf’, herinnert een toen negentienjarige Amerikaanse soldaat zich. Redders vertellen hoe hun reddingssloep telkens opnieuw door de wind werd weggedreven waardoor de jonge soldaten de greep verloren van het touw dat ze hen hadden toegegooid. ‘Ik herinner mij hoe we heen en weer gingen naar het rampgebied. De eerste keren kwamen we terug met overlevenden en daarna enkel nog met lijken’, zucht een reddingswerker.
Toen de kustwacht het bootje met Walter Blunt, ondanks de hevige zee, kon aanhechten, was de Amerikaan eindelijk veilig. De hulpverleners legden hem in de warme machinekamer. Al snel voelde Walter zich misselijk en begon hij het ingeslikte zeewater en olie over te geven. Hij zag hoe andere overlevenden binnen gehaald werden. Vaak waren ze er erg aan toe. In Cherbourg brachten ambulances hen naar de hospitalen in de buurt. Walter bleek een van de 61 gekwetsten van Company L, terwijl zijn beste vriend Harold Decell die naast hem had geslapen bij de 74 doden van de compagnie was.
Hou vol, we zijn er bijna!
Sergeant Daniel Rosenberg lag in het water: ‘Hoewel de zoeklichten van de reddingsboten over mij schenen, zagen ze mij niet. Toen wist ik dat ik al mijn energie en hoop voor een beetje geluk moest bundelen. Samen met andere soldaten trachtte ik een ronddrijvend vlot van puinresten te bereiken. Het lukte me om over de zijde te klimmen. Pas na een uur richtte een zoeklicht van een reddingsboot zich op ons. Terwijl we onze adem inhielden, wuifden we hevig. Plots leek er een stem vanuit de hemel te komen: “Hou vol, we zijn er bijna!” Die stem doorbrak de duisternis. De boot kwam dichter en we kregen een koord naar ons gegooid. Een per een werden we aan boord gehesen. Druipnat en al bibberend van de koude, werden we uitgekleed en gewikkeld in dekens op een bankje gezet.’
De reddingswerkers deden wat ze konden, maar de hulpverlening verliep erg moeizaam. ‘Als een drenkeling boven kwam en naar adem snakte, greep hij naar alles in zijn bereik. Meestal was dat een andere soldaat en zo gingen beiden opnieuw onder water. Ik aanschouwde een nachtmerrie, maar ik was klaarwakker’, herinnert Guy Petty zich, die aan de dood ontsnapte omdat hij net op tijd een touw kon vastgrijpen.
De harde balans
768 opvarenden kwamen om. Van de 763 Amerikaanse slachtoffers, konden er slechts 248 later geïdentificeerd worden. Van maar liefst 464 is nooit iets teruggevonden. Kapitein Charles Limbor was samen met eerste timmerman André Van de Kerckhove als een van de laatste van boord gegaan. De twee Belgen verdwenen samen met drie Congolese mannen voor altijd tussen de golven.
Het totaal aantal slachtoffers heeft steeds onder discussie gestaan. Sommige bronnen beweren dat er 802 Amerikanen omkwamen. Deze onduidelijkheid is te wijten aan de verwarring rond de passagierslijst van de Leopoldville. De lijst was onnauwkeurig ingevuld en doordat het zinkend schip de meeste lichamen had meegesleurd naar de diepte van de zee, was een degelijke identificatie achteraf onmogelijk.
In de doofpot
De ramp op kerstavond bleef lange tijd onbekend. De Amerikaanse overheid vreesde dat het tragische nieuws het moreel onder de soldaten en op het thuisfront zou doen zinken. Buiten enkele korte meldingen, was er geen echte heisa rond de ramp. Generaal George C. Marshall gaf op 6 januari 1945 toe dat ‘indien deze ramp in vredestijd was gebeurd, het als een choquerend schandaal beschouwd zou worden’. Toch was het niet de eerste keer dat dergelijke ramp in de doofpot werd gestoken omwille van propagandadoeleinden. Op 25 november 1943 onderging het Britse troepenschip Rohna een gelijkaardig lot. Net na Thanksgiving was het schip in een konvooi vanuit het Noord-Afrikaanse Oran richting India vertrokken. Gedurende enkele uren lag het konvooi onder vuur van Duitse bommenwerpers. Een van deze vliegtuigen dropte een geleide bom in het water die de Rohna trof en een hevige brand veroorzaakte. De evacuatie van tweeduizend soldaten ging ook hier moeizaam. Vele reddingssloepen werden door de brand vernietigd en de overigen waren zo overvol dat ze vaak kapseisden. Na een doodsstrijd van een anderhalf uur zonk de Rohna. 120 crewleden en 1015 Amerikaanse soldaten verloren het leven.
Belgische schuld?
De getuigen en de officiële rapporten zijn hard voor de bemanningsleden van de Leopoldville. De officieren die na de ramp werden gedebrieft waren duidelijk: ‘Op geen enkel moment zag ik een lid van de scheepscrew, een officier of een matroos de situatie op een of andere manier controleren’; ‘We kregen nooit de orders om het schip te verlaten en de reddingsboten zijn nooit neergelaten door de scheepscrew. Als ze ons hadden verteld dat het schip aan het zinken was, hadden we de meeste mannen via de sloepen kunnen redden’; ‘Het leek me dat de crew enkel geïnteresseerd was in zichzelf en niemand anders’; ‘De crew was bezig met hun valiezen te pakken terwijl ze eigenlijk hun post moesten handhaven’. Vooral de Congolese bemanning liet zich als egoïstisch herinneren.
De Belgen hebben deze beweringen altijd tegengesproken. Zij waren zo druk bezig met het schip zo lang mogelijk te laten drijven, dat ze zich niet met de Amerikanen konden bezighouden. Bovendien gingen de Belgen ervan uit dat de Amerikaanse officieren zich zouden ontfermen over hun mannen. Toch werd er onder leiding van de Belgische scheepsarts Herrent een boordhospitaal opgericht, waar verschillende Amerikanen werden verzorgd. Waarschijnlijk speelden vooral het bevelhebbende schip HMS Brilliant en kapitein Pringle een cruciale rol in zijn beslissing om het anker te laten en de miscommunicatie, die tientallen levens kostten. Ten slotte was het redden van de meeste Amerikanen die in het ruim gevangen zaten, al kort na de inslag onmogelijk.
Amerikaanse ondankbaarheid?
Nadat de bemanningsleden de zoektocht naar kapitein Charles Limbor en André Van de Kerckhove opgaven, werden ze in Cherbourg opgevangen. Adolf van Wetter herinnert zich: ‘Ik werd opgepikt uit het water door een Franse snelboot en naar Cherbourg gebracht. Daar verbleef ik 36 uur in een soort barak zonder deuren noch vensters, in de kletsnatte kleren die ik gedragen had toen ik uit de reddingsboot viel, als deze uit zijn davits kantelde. Ik kon die kleren niet eerder verwisselen dan bij mijn terugkeer te Liverpool, waar alle Belgische zeelui van de koopvaardij hun oorlogsthuis hadden.’
Amerikanen verweten de Belgische bemanning onverschilligheid, maar het valt op hoe ook het omgekeerde gebeurde. De Belgen voelden zich verongelijkt omdat zij vijf jaar van hun leven trouw in dienst hadden gesteld van de geallieerde troepen. Tweede officier François Lardinoy vond dat zij ‘hun plicht hadden gedaan’. Hij vertelt hoe hij werd gered: ‘Toen we zelf, uitgeput en tot op het bot verkleumd aankwamen in Cherbourg, kregen we bij wijze van welkomstgroet door de Amerikanen te horen dat we “toch maar mooi hun kerstfeestje verknald hadden”. Het kan tellen als je zelf enkele uren je hachje hebt geriskeerd om anderen uit de pekel te halen.’
De overlevende Amerikanen werden vanuit Cherbourg aan boord van de Cheshire terug gebracht naar Southampton. De Belgische bemanningsleden trokken niet veel later terug naar Engeland. Daar zouden ze nog maanden blijven. Terwijl voor het Europese vasteland stilaan het einde van de oorlog in zicht kwam, bleven zij ongeduldig wachten op de toelating om na vijf jaar terug naar België te keren.
In Fort Benning, een legerbasis in Georgia, kwam er een monument voor de Amerikaanse slachtoffers:
Thuis geen nieuws
‘Mijn verste herinneringen: Ik zie mijn vader, heel vaag, viool spelen. Hij speelde ook in het orkest aan boord. Op een dag zei hij ons: “Je vais vouw jouer la chanson muette.” Hij nam zijn viool in positie en speelde zonder de snaren aan te raken! Ik schoot in de lach en mijn zuster werd zeer kwaad! Ook toverde hij speelgoed weg en het duurde wel even voor we door hadden dat het in zijn mouw verdween.’ Renée Sottieaux herinnert zich hoe moeilijk het was om in contact te blijven met haar vader René, die maître d’hotel was op de Leopoldville: ‘Via het Internationale Rode Kruis mochten we een briefje met daarop maximum 25 woorden opsturen. Zo nu en dan kregen we ook nieuws van Papa, 25 woorden, en waren we gelukkig te vernemen dat hij nog leefde.’
Op de terugweg van Congo was de Leopoldville in 1940 meteen afgesloten van België. De volgende vijf jaar hadden de bemanningsleden geen contact meer met hun familie. Renée zat op kerstavond 1944 met haar moeder rond de radio en verbazend genoeg herinnert ze zich dat ze hoorde dat de Leopoldville was getorpedeerd.
Dagenlang wachtten de families van de Belgische bemanningsleden op nieuws. Toen kwam het verlossende nieuws: bijna iedereen was veilig terug in Engeland. Maar een terugkomst naar België was uitgesloten.
’11 februari 1945′, herinnert Renée Sottieaux zich. ‘We hadden iets nodig in de keuken en mijn zus ging het bij Tante beneden lenen. Ze kwam ermee naar boven en zei: “Tante is ziek. Ze is zwaar verkouden met rode ogen.” De volgende dag kwam tante terug de kamer binnen. Mijn moeder keek naar haar en zei: “Er is iets gebeurd! Met René?” Mijn tante knikte bevestigend. Mijn oom had op het loodswezen het nieuws binnengekregen dat een schip met de naam Persier voor het eiland Wight was getorpedeerd en dat mijn papa bij de vermisten was. Ze wilden ons nog een nacht laten slapen. Ik was verbijsterd: zo eindigde dus dat lange wachten!’
Het drama van de Persier
De Persier was op 8 februari 1945 uit Cardiff richting Antwerpen vertrokken, met aan boord een grote groep overlevende bemanningsleden van de gezonken Leopoldville. Het schip zat afgeladen vol. De veteranen van de Leopoldville doorbraken de traditie om zo weinig mogelijk bagage aan boord te nemen, want ze gingen naar huis! Sommigen haalden al hun geld van Engelse banken en verborgen dat zorgvuldig onder de naden van hun kleding. Drie dagen na het vertrek, ter hoogte van Plymouth trof een torpedo het zwaar beladen schip. De inslag veroorzaakte een hoge waterzuil en sloeg een bres in de romp. Kapitein Mathieu liet de motoren stilleggen. De 63 opvarenden verzamelden op het dek. Ze zagen hoe de boeg langzaam in het water verdween. De kapitein besliste al snel om de volledige bemanning te evacueren. Één reddingsboot was door de explosie vernietigd, maar de resterende drie waren nog intact. Na vijf jaar oorlog en de verschrikking met de Leopoldville was de bemanning op een manier gewend geraakt aan situaties als deze. Er zou niets mogen mislopen. Maar plots gebeurde er in de machinekamer iets rampzalig: zonder enige aanleiding startten de motoren terug op! Terwijl de Persier opnieuw begon te varen, probeerden de opvarenden de drie sloepen neer te laten in het hevig deinende water.
Drie reddingsloepen
Toen de eerste sloep neergelaten werd, hief een hoge golf het bootje op zodat een van de vieringstouwen wegglipte. De reddingssloep bleef schuin hangen aan verder varende schip en de opvarenden werden in zee geworpen. Enkele mannen verzamelden al hun moed bijeen en sprongen in de sloep. Het bootje dreef in de richting van de schroef en er was geen redden meer aan. Net voor het versplinterde, konden de mannen op het nippertje ontsnappen.
In de machinekamer waren de andere mannen er eindelijk in geslaagd om de motoren stil te leggen. Ondertussen liet de rest een tweede reddingsboot neer, maar opnieuw slipten de takels los door het hevig deinende water. Na een slag op het water, merkten de opvarenden dat het loosgat open was, waardoor er snel water binnenstroomde. Met een vod dempten ze het gat. Maar het gevaar was nog niet geweken. De sloep die net te water was gelaten, sloeg hard tegen de wand van de Persier. In een poging van de opvarenden om zich af te duwen, dreven ze af in de richting van de schroef. Na een slag van de schroef, die zware schade veroorzaakte, dreven ze weg van het schip. Ze konden niet meer terugvaren om de andere mannen te redden. In die chaos werd ook de laatste overvolle reddingsboot naar beneden gelaten, terwijl die al halfvol water stond. En ook bij dat laatste bootje liep het mis. Het vieringstouw loste en de sloep plofte hard in het water. Half verdronken en verwond probeerden de bemanningsleden zich te redden. Slechts elf mannen geraakten uiteindelijk weg met deze laatste reddingssloep.
De mislukte redding
Van op het achtersteven lieten de resterende opvarenden een vlot te water. Het schip zonk steeds sneller en iedereen sprong overboord. Terwijl de duisternis inviel, waren de drenkelingen verspreid. Sommigen konden nog net op tijd uit het water worden gevist door hun makkers. In de verte zagen ze hoe Britse torpedojagers met hun dieptebommen op de U-boten joegen. Ze voelden de explosies in het water. Verschillende schepen trachtten de zinkende Persier te benaderen. De Gem kon met twintig drenkelingen richting Plymouth varen. De Cornelian lukte erin om dankzij een handig manoeuvre zestien mannen redden, maar moest daarna helpen met de jacht op de dreigende Duitse onderzeeërs.
Het laatste vlot
Nog zeven bemanningsleden stonden op het zinkend schip. En toen gebeurde het meest onwaarschijnlijke. Hoewel de schroef al meer dan de helft boven water stond, begon de motor plots opnieuw te draaien. Weer schoot de Persier verder vooruit. Matroos Jozef Van Cleemput rende naar de machinekamer en kon de motor terug tot stilleggen. De situatie voor de bemanningsleden in het ijskoude water en op het zinkende schip zag er hopeloos uit. Daarom stelde eerste officier François Lardinoy voor dat hijzelf naar het meest nabije schip de Birker Force zou zwemmen. Hij was immers een getraind zwemmer. Kapitein Emile Mathieu ging meteen akkoord. Samen grepen ze Lardinoy vast, schommelden ze hem heen en weer en met al hun kracht smeten ze hem zo ver mogelijk het water in. Enkel zo zou Lardinoy de zware deining ontwijken. Na een bijna bovenmenselijke inspanning bereikte hij de Birker Force.
Op de Persier waagden de zes overgebleven mannen hun kans. Het voorsteven van het schip lag immers al volledig in het water en ze maakten slagzij. Terwijl het schip met harde knallen uit elkaar barstte, namen ze een klein onhandig vlot en smeten dat overboord. Alle zes, de kapitein als laatste, sprongen in het water en konden het vlot bereiken. Op aanvoeren van Lardinoy werden ze alle zes opgevist door de Birker Force.
Het verhaal van René(e)
Dankzij de inspanningen van de Britse schepen kwamen er slechts 20 van 63 opvarenden om. Twaalf anderen, onder wie Lardinoy en Mathieu, waren zwaargewond. Het levenloze lichaam René Sottieaux werd opgevist door een van de Britse schepen. Zijn dochter Renée herinnert zich: ‘Een dag later kwam er een dame op bezoek. Haar man was kok geweest op de Leopoldville en was ook op de Persier. Ze weende en mama probeerde haar te trootsten: “Je weet het nog niet… hij is misschien bij de geredden.” “Neen”, zei ze. “Hij is dood. Ik voel het.” En het was zo.’
Renée vertelt hoe ze pas na lang wachten meer nieuws kreeg over haar vader: ‘Op een dag, na onze terugkeer naar Antwerpen, stond er een marineofficier voor de deur. Hij had een enorm pak met eetwaren vast en de tranen vloeiden over zijn wangen toen hij ons zag.’ Het was die man die meer kon vertellen en zich ontfermde over het gezin. René Sottieaux werd in Plymouth begraven, weet Renée: ‘Maar in 1947 werd mijn vader samen met de andere zeelieden naar België overgebracht en met militaire eer begraven op het erepark van het Schoonselhof. Na een tijd kreeg mijn moeder papa’s trouwring, een kammetje en een nagelvijltje toegestuurd. Zijn verlovingsring was er niet bij.’
Renée sluit haar getuigenis af: ‘Al deze gebeurtenissen hebben ons leven veranderd. Mijn moeder heeft er jaren over gedaan eer ze terug zichzelf was. Na al dat leed heeft ze een gelukkige en onbezorgde lange oude dag gehad zonder veel kwaaltjes. Ze genoot van haar klein- en achterkleinkinderen en werd 101 jaar. Als ik – als gelukkige oma – mijn kleinkinderen zie, hoe die opkijken naar hun papa, die hen knuffelt en hen begeleidt, ben ik innerlijk ontroerd en denk ik soms… dat heb ik gemist.’
Vergeten
Jarenlang zwegen de bemanningsleden en soldaten van de Leopoldville en de Persier. Jarenlang werd er amper onderzoek gedaan. De herinnering aan de ramp zonk langzaam weg tussen de grote verhalen van de Tweede Wereldoorlog. Tot avonturiers zoals Clive Cussler het vergeten wrak terug onder de aandacht brachten. In de Verenigde Staten begonnen mensen zoals Allan Andrade en Jacquin Sanders getuigenissen op te tekenen. Maar de Belgische kant van het verhaal blijft onderbelicht. Hopelijk zijn er nog enkelen van de meer dan 200 Belgische en Congolezen bemanningsleden die ons kunnen vertellen over hun leven op de Leopoldville en het drama van 24 december 1944. Dringend, voordat deze verhalen voorgoed verdwijnen.
Vele geheimen blijven voor altijd verborgen, meegesleurd tot op de bodem van de zee. Andere duiken we stilaan op. Ze groeien uit tot verhalen, die worden doorverteld en samen geschiedenis vormen.
Literatuur
Deze tekst is grotendeels gebaseerd op het boek Leopoldville: A Tragedy Too Long Secret van Allan Andrade, uitgegeven in 2009 bij Xlibris Corporation in Verenigde Staten van Amerika, aangevuld met het boek A Night Before Christmas van Jacquin Sanders. Het interview met Renée Sottieaux is afgenomen door Pieter Serrien in 2010. Andere informatie over de Belgische schepen tijdens de oorlog is te vinden in De Belgische koopvaardij in de Tweede Wereldoorlog van Roger Machielsen uit 1991. De Amerikaanse getuigenissen zijn vrij vertaald door Pieter Serrien. Enkele getuigenissen komen uit: VANDENBUSSCHE, ‘We hebben onze plicht gedaan’, in: Het Volk, 31 juli 1984, pag. onb. Bijkomende informatie is verkregen via: DECAT, Frank, ‘De ramp met de Leopoldville’, in: DECAT, Frank, De Belgen in Engeland. 1940-1945, Tielt: Lannoo, 2007, p. 177-180; SCARCERIAUX, Paul, ‘La fin de H.M.T. Léopoldville’, p. 2-13; UREEL, Urbain, ‘Leopoldville’, in: Loodsen sport vereniging Oostende. 2009; VERLINDEN, Vic, ‘S.S. Leopoldville’; Interviews door Pieter Serrien met Renée Sottieaux, Karel Dasseville, Pierre Limbor, Pierre Delvaux, Eduard Stuer; Getuigenissen van Walter Blunt, Friedberg, Boudwin, Dinwiddie, Keddy, O’Neill en Pursley, door Allan Andrade doorgestuurd nadat hij ze had gevonden in The National Archive (gedeclassificeerd in 1959).
Getuigenissen
Alle getuigenissen zijn door de auteur vrij vertaald naar het Nederlands.
Al Via: Andrade, p. 105. Albert Montagna: Andrade, p. 219. Arnold Dalkhe: Andrade, p. 149. Bill Everard: Andrade, p. 112-114, 118. Clyde Dinwiddie: Statement of Captain Clyde M. Dinwiddie, in: National Archive, p. 14. Daniel Rosenberg: Andrade, p. 125, 137. Guy Petty: Andrade, p. 138. Joseph Cycon: Sworn testimony of Joseph J. Cycon, Staff Sergeant, in: National Archive, p, 22-23. Keith Simons: Andrade, p. 68.
Morton Wood: Andrade, p. 76. Norman Bullett: Andrade, p. 139-140. Robert Wurdeman: Andrade, p. 119, 127. Rowdney Boudwin: Andrade, p. 220. Royden Keddy: Statement by 1st Lt Royden E. Keddy, 01315715, Co E, in: National Archive. Walter Blunt: Andrade, p. 75, 100-103; Statement of Pfc Walter E. Blunt, 16153890, Company L, 262 Inf., in: National Archive. Wesley McEntarfer: Andrade, p. 145-146. William Kalinowski: Andrade, p. 93-95. William Pursley: Statement of Captain William E. Pursley, in: National Archive, p. 15. Adolf van Wetter: en François Lardinoy: VANDENBUSSCHE, ‘We hebben onze plicht gedaan’. De getuigenis van Renée Sottieaux is de Pieter Serrien afgenomen in juni 2010.
De specifieke bronnenverwijzing is terug te vinden in deel 1, deel 2, deel 3, deel 4 en deel 5 uit 2010.
© Pieter Serrien – 2019 – Alle rechten voorbehouden
75 jaar geleden… De Leopoldville, een nachtmerrie op kerstavond Het is 24 december 1944. Nog één dag en de wereld viert voor de vierde maal kerst in oorlogstijd.
0 notes
Photo
Streaming Video Full Upacara Pembukaan Asian Games 2018 di Sini!
MALANGTODAY.NET - Asian Games 2018 telah memasuki hari kelima. Namun, gempita upacara pembukaan Asian Games 2018 di Stadion Utama Gelora Bung Karno, Sabtu (18/8) yang lalu masih terasa gemanya sampai hari ini. Sajian spektakuler yang menampilkan ragam budaya dan kesenian Indonesia di upacara pembukaan Asian Games Jakarta-Palembang tersebut tertanam di sanubari setiap orang yang menyaksikannya. Baca Juga: Keluhkan Speaker Masjid, Meiliana Divonis 18 Bulan Penjara Berbagai penampilan penyanyi dan penari yang memeriahkan acara tersebut juga membekas di hati. Mulai lip sync Via Vallen, performa menggelegar Anggun C Sasmi, hingga menakjubkannya penampilan dan kecepatan para penari menjadi highlight yang sukar untuk dilupakan. Baca Juga: Tak Hanya Ekspresif, 5 Zodiak Ini Agresif Banget! Karena itu, Vidio.com selaku official broadcaster Asian Games 2018 akhirnya mengunggah tayangan ulang upacara pembukaan Asian Games. Tayangan ulang yang disediakan bagi masyarakat ini disajikan secara penuh mulai dari awal hingga akhir acara. Baca Juga: Lebih Pilu dari Anthony Ginting, Ini 3 Momen Haru Para Atlet Bela Bangsa Yang lebih menyenangkan dari tayangan ulang ini adalah kita bisa menyimak setiap segmen dan konten upacara pembukaan tersebut tanpa kehilangan satu momen pun. Selain itu, jika menonton tayangan ulang ini kita tak akan mendengarkan suara komentator televisi yang berbicara sepanjang waktu. Baca Juga: Menolak Lupa, Indikasi Curang Tim Sepak Takraw Malaysia di Sea Games Bagi yang belum bisa move on dari megah dan semaraknya upacara pembukaan Asian Games 2018 itu, yuk kita simak lagi acaranya dengan menonton tayangan ulang penuh di bawah ini.
Baca Juga: Apa Vonis PT Palangkaraya Bisa Bikin Presiden Berakhir Seperti Ahok?
Penulis: Swara Mardika Editor: Swara Mardika
Source : https://malangtoday.net/flash/nasional/streaming-video-full-upacara-pembukaan-asian-games-2018/
MalangTODAY
0 notes