Tumgik
#SORRY LANG ANTWOORD maar ja!!
dagenvanonrust · 3 months
Text
Einzelgängers deel 2: Een ander soort liefde: Hoofdstuk 12
Na de twist in de film, nadat de credits over het scherm rollen, kijk ik naar Luna, haar gezicht is weggedraaid van de tv. Ze ademt diep en langzaam in en uit. ‘Luna?’ vraag ik voorzichtig. Wanneer er geen reactie komt, streel ik zachtjes haar hoofd. ‘De film is afgelopen,’ zeg ik vlak tegen haar oor.
‘O Ben, het spijt me, ik was zó ontzettend moe,’ en ze rekt zich uit, inclusief een luide geeuw. ‘Hoe laat is het?’ 
Ik kijk op mijn telefoon. ‘Half elf, ongeveer,’ zeg ik.
‘Hmm,’ zegt ze, geeuwt nogmaals, strekt haar armen uit. ‘Goed als ik even naar de badkamer ga?’
‘Ja hoor, doe maar.’
‘Ben zo terug!’
Blindelings loopt Luna naar de badkamer, alsof ze hier al jaren woont. Ik ga naar de keuken om de restanten van onze geïmproviseerde maaltijd op te ruimen. Wanneer ik de doos beschuitjes in de kast opberg, licht Luna’s telefoon op. Ik twijfel even of ik zou kijken, maar doe het toch, en ik lees: “Nogmaals sorry dat dit weekend niet lukte, Lunalief. Hopelijk past het volgende weekend nog? Xxx” Het bericht is afkomstig van een zekere Lars en mijn gedachten zijn plots overal. Wie is Lars? denk ik. Binnenin voel ik iets wat ik in lange tijd niet meer gevoeld heb. Zou Lars misschien die man zijn waar ze die avond in de nachtclub mee gezoend heeft? Is het een oude vlam van haar? Iemand die ze leerde kennen in de tijd dat we elkaar niet gezien hebben? Ben ik gewoon een van de zovelen voor haar? Een willekeurig iemand die haar aandacht geeft zodra ze de nood voelt om door iemand gezien te willen worden?
Ik hoor een deur die opengaat en het geluid van douchewater. Luna die roept: ‘Is het oké als ik jouw handdoek gebruikt?’ Ik antwoord niet. De deur gaat weer dicht.
Verward ga ik ga aan de keukentafel zitten met een glas water, probeer te raden waar deze Lars ineens vandaan komt. 
Het geluid van de douche verstomt. Ik hoor opnieuw een deur en Luna verschijnt in de deuropening in niets anders gehuld dan een witte handdoek. Haar haren zijn nat, er vallen druppels water op haar schouders.
‘He, Ben, ik wilde even vragen of…Ben?’ 
Ik staar naar mijn glas. Weet niet wat te zeggen. ‘Je hebt een bericht,’ zeg ik droog. 
Verbaasd neemt Luna haar telefoon van de keukentafel. Ze leest het bericht en  moet al snel begrepen hebben waar mijn afstandelijk gedrag vandaan komt want ze zucht demonstratief en gaat recht tegenover me zitten. Even zegt ze niets, dan vraagt ze: ‘Waarom lees je mijn berichten?’
‘Deed ik niet, ik bedoel, je telefoon lichtte op dus ik -’
‘“Lars” is kort voor Larissa, Ben. M’n nichtje. Ze zou me dit weekend helpen mijn tekst voor een toneelstuk in te studeren.’
Ik voel mijn hoofd rood worden en durf Luna niet aan te kijken. Maar tegelijk voel ik een opluchting zoals ik nooit eerder heb ervaren. Wanneer ik toch opkijk, staart Luna me uitdrukkingsloos aan. Dan verschijnt er een brede glimlach op haar gezicht. 
‘Het is helemaal oké hoor. In jouw plaats had ik waarschijnlijk hetzelfde gedacht.’
Ik kijk Luna verontschuldigend aan, zeg dan: ‘In de onderste lade vind je vast nog een nieuwe tandenborstel.’
Luna, staat op, gaat achter me staan en omhelst me. Ik voel haar natte haarlokken in mijn nek. 
‘Ik moet zeggen dat je best schattig bent als je jaloers bent,’ zegt ze. ‘Ik ga me afdrogen.’ Ze geeft me een zoen op mijn wang - de tweede van de avond, stel ik vast - en loopt terug naar de badkamer. De handdoek neemt ze af nog voor ze de badkamer binnen is.
0 notes
fredvahlkamp-blog · 1 year
Text
Verdraagzaamheid
over inkeer, een roos die niet verwelkt en een geniaal zakje snoep
De deur valt achter mij in het slot en ik zet koers richting huis. Met mijn telefoon in de hand en druk bezig met een berichtje inspreken, loop ik op de steiger af die de stoep half blokkeert. Ik ken deze route, ik weet van de steiger, dus concentreer ik mij op mijn telefoon. De tegemoetkomende voetganger signaleer ik niet en we botsen met de schouders tegen elkaar aan. “Sorry,” roep ik direct, want handig was dit niet. ‘Sorry’ bleek echter niet genoeg. De man in kwestie - ik schat een leeftijdgenoot - start een serenade over dat ik beter moet opletten. Echt verstaan doe ik het op dat moment niet, we zijn inmiddels al een meter of twintig van elkaar verwijderd. Het feit dat mijn ‘sorry’ onvoldoende bleek, ergert mij mateloos en dat roep ik hem dan ook toe. “Is sorry niet genoeg voor je?” Er volgt iets over telefoons, uitkijken en dat je niet anders ziet dan mensen op hun telefoon. De mannen en vrouwen op de steiger genieten heerlijk mee van de twee kiftende mannen van zekere leeftijd. Zijn - wat ik op dat moment classificeer als geschreeuw - irriteert mij zodanig dat ik mij abrupt omdraai en op hem afloop: op zoek naar gerechtigheid! We naderen elkaar en daarmee gaat gelukkig het gênante volume omlaag. Nog tijdens het lopen kijken we elkaar aan en we schieten beiden in de lach; wat een vertoning. “Je hebt gelijk,” is mijn eerste tekst terwijl ik mijn hand uitsteek. Dat gebaar pakt hij direct op. Lachend wisselen we uit dat wij beiden op vakantie gaan: ik al morgen, hij de woensdag daarna. Met mijn telefoon in mijn zak vervolg in glimlachend mijn weg. Hij had gelijk en we zijn beiden aan vakantie toe.
Nog geen dag later zitten Lisanne en ik samen op een bankje. Zij aan de wafel met vers fruit, ik aan een heerlijke koffie. Het is Open Havendag in Gorinchem en dan is het altijd gezellig druk. Dit jaar zelfs heel druk. Lisanne kan de drukte moeilijk hebben, maar op dit bankje gaat het vooralsnog prima. We zitten een beetje rond te kijken, als er ineens een man voor ons staat met een roos in zijn hand. “Mag ik jou deze roos geven?” vraagt hij aan Lisanne. Haar ‘nee’ is voor mij heel logisch en klinkt als ‘nee’, maar is eigenlijk ‘ja’. Deze onverwachte wending is net te veel prikkels en dat leidt tot haar ‘nee’. De man vraagt vervolgens of hij de roos dan aan mij mag geven. Dat vindt Lisanne ook niet goed. Gelukkig heb ik ondertussen mijn verwarring over het aanbod van een roos al een plekje kunnen geven. Met een korte toelichting over het ‘nee’ van mijn dochter pak ik de roos met een vragend gezicht aan. “Ik zie jullie altijd fietsen met z’n tweetjes en dat vind ik zo bijzonder, daarom wil ik jullie deze roos geven,” is zijn antwoord op de vraag die ik niet hardop stelde. Het raakt me. “Dank je wel, wat leuk,” krijg ik er nog uit maar eigenlijk ben ik er stil van. Lisanne en ik fietsen in het weekeinde ons rondje door de weilanden en het nabij gelegen Lingebos. Vuilniszak mee, op zoek naar zwerfvuil. Lisanne is de directeur; zij wijst aan, ik moet het opruimen. We genieten er iedere keer weer van en dat wordt dus opgemerkt. Na hem nogmaals bedankt te hebben, kiest hij zijn weg. Geen idee wie hij is en woorden bleken volledig overbodig. Dank je wel voor deze bijzondere ervaring, zoemt nog lang na. Aan het einde van de middag start de eerder genoemde vakantie en niet alleen voor ons. In de rij achter ons kukelt een droppie van acht maanden er heerlijk op los. Haar moeder en zij nestelen zich op de stoel naast het kleine raampje van het vliegtuig. Papa gaat ernaast zitten terwijl de kleine inmiddels luidkeels aangeeft er van alles van te vinden. Het klinkt niet boos, niet verdrietig eerder blij. Haar hoge stemmetje heeft een rouwrandje en dat resoneert lekker door. Moeder is nu al duidelijk bezorgd over de mogelijke overlast die haar kleine gaat bezorgen aan de inzittenden van deze Boeing 737 die volgens planning zo’n tweeënhalf uur gevuld is met passagiers in vakantiestemming. Moe dus ;-). Maar ter compensatie van de mogelijke overlast hebben ze iets bedacht. Eenmaal op orde tovert vader zakjes snoep uit een tas met een briefje eraan en deelt die uit aan alle nabij zittenden.  Dat levert een heleboel sympathie op en de piepende kreetjes van de kleine zijn daarbij de kers op de taart. Iedereen lijkt begaan met de onnodige zorgen van de ouders en de kleine is natuurlijk direct de held van de reis. Ik laat het zakje snoep met het berichtje zien aan één van de stewardessen. Die geeft aan dit nog niet eerder te hebben meegemaakt. De ouders groeien in aanzien. Genialiteit schuilt in eenvoud. Hoewel “onze” kleine pieper al snel in slaap viel, is er werkelijk niemand geweest die last had van de schelle geluidjes. Ze werden bij het uitstappen door alle omzittenden een hele goede vakantie toegewenst.
Een verhaal op basis van drie ontmoetingen binnen vierentwintig uur met onbekenden. Verdraagzaamheid laat zich uitleggen als “de bereidheid om van anderen ook minder leuke dingen  te verdragen”. Mijn gevoel is dat - in onze maatschappij - verdraagzaamheid weg aan het sijpelen is. Eerlijk gezegd: ik betrap mijzelf er ook op. De botsing op de steiger leerde mij dat contact zoeken als er iets mis gaat, werkt. Twee monologen zijn zinloos en verscherpen alleen de stemming en stimuleren juist de onverdraagzaamheid. Het zakje snoep zie ik als preventie en daarmee geniaal. Ook hier wordt dus, nu vooraf, verbinding gemaakt. De roos bezorgde mij een brok in mijn keel. Dat gebaar gaat niet over verdraagzaamheid, dat gaat over elkaar zien en waardering hebben voor wat  iemand doet. Dat is geen correctie of preventie, dat is liefdevol. Even je adem inhouden, oog hebben voor elkaar: hoe moeilijk is het eigenlijk?! 
En die roos? Die  verwelkt niet.
0 notes
eveniks · 2 years
Text
Muziek is er altijd #16
8 februari "23
Hoe we er nu echt voor staan? Ik weet het echt niet. Inmiddels ben ik op 1 app (TikTok) na overal geblokkeerd. Ik kan Steef niet bellen of appen. Ik zou hem dus via de ene app kunnen berichten maar ik weet niet meer wat ik nog meer kan zeggen. Ons laatste gesprek ging ook via deze app. Ik heb begin deze week gevraagd of we het uit kunnen praten. Die mogelijkheid zit er tot op heden niet in. Dat laat Steef heel duidelijk weten. Toch heb ik ergens nog steeds hoop of beter gezegd geloof ik er zelfs in dat het nog goed komt.
Dus rot gewoon op en laat me met rust stuurt Steef - Oké als dat is wat je wit. Dan houdt het op. Ik heb nu genoeg de schuld op me genomen, ik geloof ook echt dat ik dingen anders moet doen. Maar ik ben niet de enige die fouten heeft gemaakt. Jij hebt nog nooit sorry tegen me gezegd en ik kan toch niks meer goed doen. Ja dan weet ik het ook niet meer. Ik vind het enorm jammer dat we er niet uitkomen want ik had je graag beter leren kennen. Maar als het er niet meer in zit dan houdt het op. Ik kan niet blijven hopen op niks. Je hebt dan toch gelijk gekregen toen je tegen je huisgenoot in augustus al zei dat je me niet meer zou zien. antwoord ik.
Ik weet niet meer wat ik anders nog kon zeggen. Dat van die huisgenoot zit me hoog en heb ik geregistreerd vanaf het moment dat hij het tegen me zei. Dus dat moest ik hem gewoon zeggen. Wat een eikel.
Steef is een paar uur stil.
-Je bent een leuke man. Blijf jezelf dan zul je de mannen van je af moeten slaan. stuurt hij.
De keuze was er altijd al. Maar ik snap niet dat jij niet inziet dat ik telkens voor jou koos. antwoord ik weer.
Vanaf dat moment hebben we elkaar niet meer gesproken. Nu enkele dagen later ben ik er dus nog wel mee bezig. Het is fijn om erover te kunnen schrijven. Het ene moment schieten mijn gedachtes in een stroomversnelling en vind ik het idee dat ik hem niet meer spreek vreselijk. Het andere moment denk ik, wij hebben serieus als zoveel uitdagingen gehad dat ik het mij gewoon niet kan voorstellen dat we hierover struikelen. Natuurlijk twijfel ik over hoeveel je nog moet willen geven en over hoe ver je moet gaan? Maar ik ben toch leuk? zegt hij, en ik wil hem, dat weet hij. Dat kan dan toch genoeg zijn om ook dit te doorstaan?
Inmiddels heb ik Eminem en Rihanna op repeat. Alles is heftig tussen ons dat herken ik in deze muziek en videoclip.
Ik heb geen idee waar we nu op uitkomen maar het is pas over als ik dat ook echt voel en daar ben ik nu gewoon nog lang niet.
youtube
0 notes
nedermemes · 4 years
Note
ik vraag me toch wel af of we weer op deze manier waren open gegaan vanaf volgende week en of oppositiepartijen zo hard zouden pleiten voor het nog meer opengooien van alles als we geen verkiezingen hadden over een paar weken. wat is echt en wat is nog even snel stemmen proberen te winnen?
oh ja, dit speelt zeker een grote rol. ik denk niet dat de enige reden is. bv. we zien al jarenlang dat de gevestigde “linkse“ partijen in de tweede kamer steeds minder vasthouden aan idealen en rechtse punten overnemen (zelfs van extreem-rechts, bv. in het geval van de SP t.o.v. migranten en meer politie) om kiezers terug te winnen.
maar het blijft slappe hap en vooral angstaanjagend om te zien hoe bv. Jesse Klaver afdwingt dat de scholen geopend worden op 1 maart. het gaat hier over mensenlevens, maar dat doet er duidelijk niet toe nu in de tweede kamer. of partijen het nu wel of niet menen van de versoepeling, het steunen ervan nu zorgt voor meer zieken en doden binnenkort.
de enige verkiesbare partij die ik nu daadwerkelijk zie met een coherent, links beleid en niet leden heeft die verkondigen alles te willen opengooien tijdens een pandemie, is BIJ1 (zie het partijprogramma hier). raad zeer aan het programma te lezen en ze te volgen op social media ( twitter | instagram | facebook ). partij voor de dieren leek me aanvankelijk wel ok, maar heb heel erg moeite met hoe deze moslims discrimineert m.b.t. het niqaabverbod steunen en erg focussen op hoe wreed ritueel slachten wel niet is.
ik snap dat er kritiek is op partijpolitiek omdat het nog steeds binnen het systeem van de staat werkt, maar ik heb momenteel liever een stem voor in ieder geval een links tegengeluid dan dat de vertegenwoordiging van liberalisme tot fascisme zo blijft. BIJ1 heeft overigens ook een petitie opgesteld met Geen Dor Hout, die pleit voor het recht op stemmen per post voor alle kiezers (petitie hier). iedereen moet gebruik kunnen maken van stempost, ZEKER in een pandemie omdat iedereen het virus kan krijgen of verspreiden (ongeacht wat voor bullshit de overheid beweert).
raad ook zeker aan om vrienden die in quarantaine zitten / chronisch ziek zijn en in je gemeente wonen, aan te bieden voor hen te stemmen als vertrouwenspersoon zodat hun stem toch nog meetelt (of vice versa als je dit leest en zelf in quarantaine zit). niet iedereen heeft echter een vertrouwenspersoon om te vertrouwen en te machtigen, en het is voor niemand echt veilig, dus daar is de petitie voor.
25 notes · View notes
Text
p 120
Simon was met Jack Swart. Hij was een oud vriend Hij was lang niet meer naar Brussel gekomen. Jack kende heel goed de vader van Simon. Simon ging dus bij hem want hij een artgalerie houdt, dus vroeg Simon aan hem of hij wist wie die schilderij aan zijn vader verkocht had, mischien kon hij zo een idee krijgen van waarom hij zoveel geld aan iemand moest.
Mercier had ook het dossier van de Congo op het tafel van Liese gezet. Dat mocht hij niet omdat ze niks moesten weten. Mercier raakte zo in de problemen.
Hanna, een vriendin van Liese, gaat zich in december trouwen. Liese ging daarna naar Hanna omdat ze ijsjes samen ging eten.
Daarna lezen we dat Liese in een nieuwe ‘affaire’ getrokken is. Het gaat over 3 Afrikanen die iemand gedood hebben. Liese heeft snel twee mannen gevonden. Ze praatte met de ene, die minder verdacht bleek, maar hij kende blijkbaar niet de andere man. Die andere bleek meer verdacht te zijn.
Simon had een rendez-vous met Liese. Hij vindt haar echt leuk en mooi. Ze praatte samen en Simon zei over het rare bel, hij zei ook dat die schilderij gestolen was, voordat de winkel ingebreken werd. Net na de dood van de vader eigenlijk. Hij zei dat die hollands was, en dat hij mischien dacht dat de twee dingen met elkaar iets hebben. We leren ook dat Simon eigenlijk zijn vader niet kende...
Jacq denkt dat het plaats van de schilderij in Delft is. Hij zegt dat het over Vermeer gaat (een schilder). Wat dus raar was is dat zijn vader rijk met dit schilderij kon zijn. Maar waarom heeft hij het nooit verkocht? En waar was die schilderij naartoe?
Simon ging naar een feest van Nathan Raes. Hij dronk daar champagne. Wanneer hij terug thuis ging kwam Greet (de vriendin van Nathan) mee. Maar in plaats van in het auto te gaan, kuste ze hem. Ze gingen in het auto, Simon reed. Zij (sorry voor het uitspraak, het zijn de woorden van het boek) “ze nam hem zo diep als ze kon in haar mond”. Daarna hadden ze hun rest van relatie op de grond bij het thuis van Simon.
Na het zoveelste keer dat Simon en Greet gevreven hebben, belde Liese hem. Eerst stresseerde hij, maar eigenlijk was Liese nog met Hanna en was ze helemaal dronken. Ze vroeg hem of hij een goede man was. Hij antwoorde ja.
Dit was het mensen, ik hoop dat het leuk was. Like maar om de volgende post te zien!
2 notes · View notes
peterbuurman · 4 years
Text
Mijn hond, die ik niet heb
Tijdens de lockdown eerder dit jaar heb ik de gewoonte ontwikkeld dagelijks een stuk te wandelen. Ik was ermee begonnen om te zorgen dat ik in ieder geval nog wat lichaamsbeweging en frisse lucht kreeg, maar ook om mezelf eraan te herinneren dat de wereld nog altijd groter was dan mijn eigen woning. Er is vast al iets intelligenters over geschreven door iemand anders, maar iets simpels als de deur uitgaan kan een magische werking hebben, alsof je je zorgen fysiek binnen kan laten liggen door naar buiten te gaan. Zoals dat vaker gaat met gewoontes ben ik het gewoon maar blijven doen, ook toen mijn zorgen minder groot werden, toen de maatregelen weer versoepelden, en ik doe het nog steeds nu ze alweer worden aangescherpt.
Ik ben geen avontuurlijke wandelaar. Ik ga steevast naar het dichtstbijzijnde park en loop daar vrijwel altijd dezelfde route, soms meerdere keren op rij. Misschien heeft dat een dwangmatige oorsprong, maar het zal je ook verbazen na hoeveel dagen en rondes je nog iets nieuws kunt zien. Ik heb het lente zien worden, zomer, herfst, alles daartussenin. Om je verder een idee te geven: dagelijks passeer ik een groot zwart beeld van een ineengedoken konijn. Er zijn dagen dat ik voorbij dat abstracte konijn loop en denk: zo bang, ineengedoken alsof hij vreest dat er iets zwaars op hem gaat vallen, dat ben ik. Maar een dag later kan ik langs precies hetzelfde beeld lopen en afstand voelen. Dan denk ik: hoe is het mogelijk dat ik gisteren nog dacht dat ik dat was? En dan weet ik weer dat ik zelf net zo veranderlijk ben als het park. Dus ja, zo houd ik het wel interessant.
Het is zelden erg druk in het park. Dat komt omdat het aan de rand van de stad ligt, zei iemand eens tegen me, daarom wordt het niet als doorgang gebruikt. Een bijkomend voordeel is dat niemand in het park onderweg is naar een andere, belangrijkere plek, iedereen komt voor het park. Het duurde dan ook niet heel lang tot ik erachter kwam dat ik steeds dezelfde mensen tegenkwam, die bijvoorbeeld dezelfde route liepen als ik maar dan in tegengestelde richting, of wiens routes deels overlapten met die van mij. Het contact met die mensen is nooit meer dan een vriendelijk knikje. De eerste keer is het nog uit beleefdheid, na een tijdje wordt het een bevestiging van herkenning. Daar zijn we weer. Ik ga geen gesprek aanknopen natuurlijk. Die mensen komen namelijk niet voor mij, ze komen voor het park.
Of nou ja, dat zeg ik nou wel, maar het is ook te makkelijk om alle parkbezoekers over één kam te scheren. Onze bestemming mag dan hetzelfde zijn, we hebben er wel allemaal zo onze eigen redenen voor. Daar ga ik in ieder geval vanuit, omdat ik met niemand praat kan ik daar alleen maar naar gissen.
Op een van de grasvelden in het park verzamelt zich dagelijks een groepje hondenbezitters. Hun reden om naar het park te komen lijkt duidelijk, de honden, maar eenmaal op dat veld vermaken die zichzelf wel. De honden rennen achter elkaar aan, rollen door het gras terwijl de mensen op het midden van het veld met elkaar staan te praten, alleen af en toe bukken om een bal of andersoortig voorwerp op te rapen en zo ver weg te gooien dat het wel weer even duurt tot de honden terugkomen. Door die honden voelen die mensen zich waarschijnlijk verbonden met elkaar, daarom voelen ze zich vrij genoeg om een gesprek aan te knopen. Het kan natuurlijk dat ze elkaar ook kennen buiten het park om, maar het lijkt me net zo aannemelijk dat ze elkaar ooit op dat grasveld voor het eerst hebben aangekeken en gedacht: hee, wij hebben allebei een hond.
Ik heb geen hond. De paden die ik bewandel cirkelen enkel om dat grasveld heen. Ik blijf weleens staan om van een afstandje te kijken naar die mensen en te fantaseren over hoe het zou zijn als ik vanachter de struiken het veld op zou stappen en me bij hen zou voegen. Wat ik op die momenten niet verwachtte was dat er ook een dag zou komen waarop ik dat daadwerkelijk zou doen.
Tumblr media
Vanaf de eerste stappen was het me duidelijk dat het grasveld veel groter was dan het van de rand geleken had en dat het groepje in het midden al die tijd veel verder weg had gestaan dan ik dacht. De wandeling naar hen leek bovendien nog langer te duren omdat ze mij al snel zagen lopen en waarschijnlijk ook begrepen dat ik naar hen onderweg was, want waar liep ik anders naartoe? Ik voelde hun blikken priemen, het leek erop dat ze hun gesprek zouden staken tot ik bij hen stond. Even aarzelde ik of ik een hand zou opsteken, of zou omdraaien, maar ik deed uiteindelijk geen van beiden. Ik keek naar mijn schoenen en probeerde sneller te lopen.
Een van hun honden rende onverwacht achter me langs en duwde zijn kop hard in mijn knieholte, waardoor ik even in elkaar zakte. Misschien deden ze dit bij iedereen die bij de groep wilde komen, om te controleren of je wel stevig op je benen stond. Ik probeerde te verbergen dat ik geschrokken was en glimlachte naar de groep. Inmiddels kon ik hun gezichten al onderscheiden.
‘Wat een weertje he?’ vroeg ik toen ik dichtbij genoeg stond om verstaanbaar te zijn. Ik had van tevoren al bedacht dat dit mijn opening zou zijn van het gesprek. Het was ook een weertje, maar het bleef stil. De groep keek me aan alsof ze verwachtten dat ik nog meer te zeggen had. ‘Ik vind het heerlijk als de lucht zo fris is,’ voegde ik er daarom aan toe. ‘Zo’n waterig zonnetje. De herfst is denk ik mijn favoriete seizoen.’
Het bleef stil. Een kalende man in een bodywarmer raapte een soort frisbee op uit het gras en keek me kort aan. ‘Ja, inderdaad ja. Een prima weertje, zeker voor oktober ook.’ Hij gooide het ding hard weg. De frisbee zweefde door de lucht en zijn hond, een middelgroot dier met een lichtbruine krullende vacht (ik weet het ras niet, sorry, ik weet niets van honden), stoof uit de startblokken. Ik was weer aan zet, maar nog voor ik iets had kunnen zeggen nam een andere hondenbezitter het woord.
‘Waar is jouw hond?’ vroeg een lange vrouw met wilde grijze haren in een soort seventieskapsel (het konden ook de sixties of de eighties geweest zijn, ik weet eigenlijk ook niets van kapsels). Ook zij droeg een bodywarmer, viel me op, en een broek en stevige laarzen die ze waarschijnlijk speciaal voor het park aangetrokken had, dit waren haar parkkleren.
‘Ach, die is daarachter nog ergens in de bosjes,’ zei ik terwijl ik gebaarde naar de begroeiing waar ik zelf enkele minuten ook uit vandaan gekomen was. Het was helemaal geen vraag van haar geweest, voelde ik, en ze keek me zo wantrouwig aan dat ik besloten had te liegen. Als ik bekende dat ik geen hond had dan zouden ze zich misschien afvragen waarom ik hen überhaupt kwam lastigvallen. Wellicht was dat te streng gedacht, maar ik moest ze nog leren kennen natuurlijk.
‘Je moet wel uitkijken met de bosjes hoor,’ zei een andere vrouw met een zachte stem, die daarmee gelukkig even de aandacht van mij afleidde. ‘Terrence heeft een keer poep gegeten en toen hebben we de hele nacht bij de dierenarts gezeten.’
‘Ach welnee,’ zei de lange vrouw streng.
‘Jawel. Ze moesten zijn maagje leegpompen. Drugspoep.’
‘Hier in de bosjes ligt geen drugspoep. Niet in dit park.’
‘Nee het was ook niet hier.’
‘Dat bedoel ik.’
‘Welke hond is Terrence?’ vroeg ik, kijkend naar de spelende dieren achter ons.
‘De border collie,’ antwoordde de vrouw en ik knikte alsof ik begreep welke hond ze daarmee bedoelde.
‘Balisto is een terriër,’ zei de kalende man, die duidelijk graag over zijn eigen hond wilde praten. Op dat moment legde Balisto de opgehaalde frisbee voor hem neer. Hij liet zich even ruw over zijn kop aaien door de kalende man en ging direct weer klaarstaan voor een nieuwe worp. De man zwiepte de frisbee het veld op en klopte zijn handen af. ‘Een welsh terriër. Die zijn gemakkelijk te verwarren met de grotere Airedaleterriër, maar dit is een meer compact ras.’
‘Keltische oorsprong hè,’ knikte de grijze vrouw. ‘Een intelligente, werkgrage, uitgebalanceerde hond.’
‘John F. Kennedy had er ook een,’ zei de kalende man.
‘Dat is Maria trouwens.’ De grijze vrouw wees naar de honden. ‘Een labrador retriever.’ Ze konden het allemaal zijn, maar ik stelde me voor dat het de hond was die dezelfde grijzende haren had als zij. Dat zeggen ze toch? Dat honden gaan lijken op hun baasjes? Of is het andersom? Even dacht ik de eerdere achterdocht overwonnen te hebben, maar daar was die priemende blik alweer. ‘En wat voor hond heb jij?’
Ik keek over mijn schouder, alsof ik het ras van mijn hond pas zou herinneren als ik mijn hond zou zien, die ik niet had. Maar zo moeilijk kon het toch ook niet zijn om iets te verzinnen? Ik kon alleen niet hetzelfde ras noemen als zij, want dan zouden ze misschien vervolgvragen gaan stellen waar ik geen antwoord op wist. Over voer, ziektes, castraties, dat soort dingen. Ik weet niets van honden, maar ik had toch wel ooit iets opgevangen?
‘Een vuilnisbakkenras,’ zei ik. Een slim antwoord, dacht ik, dan kon het nog vele vormen hebben.
‘Ach, een bastaardje, wat leuk,’ zei de vrouw met de zachte stem.
‘Ja heel leuk,’ zei de kalende man.
‘Wat voor kruising is het dan precies?’ vroeg de grijze vrouw. ‘Hoe moet ik dat zien?’
‘Poeh,’ zei ik. Ze liet me niet zomaar wegkomen met mijn leugens. ‘Al die namen gaan me op een gegeven moment wel duizelen hoor, dus ik heb eigenlijk geen idee meer. Het gaat me eerlijk gezegd ook meer om het dier zelf dan om alle bloedlijnen die er wel of niet achter zitten.’
Bluf. Riskant, maar misschien zou het werken. Ik had het gevoel dat ik de andere twee inmiddels wel had overtuigd, maar die lange grijze vrouw wilde maar niet loslaten, alsof ze mijn leugens kon ruiken. Het was waarschijnlijk verstandig om aan het woord te blijven, zodat zij geen kans kreeg om lastige vragen te stellen.
‘Het is in ieder geval een heel zelfstandig type,’ ging ik daarom verder. ‘Ik heb er eigenlijk geen kind aan. Hier in het park laat ik haar los, dan gaat ze rustig haar eigen gang en na een uurtje gaan we weer naar huis. Om eerlijk te zijn vraag ik me soms wel eens af wie nou wie uitlaat, als je begrijpt wat ik bedoel, haha.’
‘Haha,’ lachte de kalende man. ‘Dat heb ik nou ook altijd!’
‘Haha ja ik ook,’ grinnikte de vrouw met de zachte stem.
Ik keek nog eens over mijn schouder naar de struiken, naar de hond die ik niet had. Voor het eerst voelde het even zo treurig, mijn leugens, hoe ik deze mensen bedroog terwijl zij geen enkele kwaad in de zin hadden. Het was waarschijnlijk ook te doorzichtig allemaal, ik had niet eens een hondenriem bij me zoals zij, of iets om mee te gooien, of zo’n klein plastic containertje aan mijn riem met daarin plastic zakjes om de poep op te rapen. Ik zag er ook helemaal niet uit als iemand die een hond kwam uitlaten. Ik had geen bodywarmer aan, ik droeg sneakers die onhandig nat geworden waren van mijn wandeling door het gras. Het kon natuurlijk ook zijn dat ze mij alledrie niet geloofden, dat ze het spelletje gewoon maar meespeelden. Suspension of disbelief noemen ze dat in de literatuur toch? Je kan wel de hele tijd zeggen: dit is niet waar, dat is niet echt zo gegaan. Maar daar wordt het verhaal ook niet leuker van.
Terwijl ik hierover nadacht wist ik ook niet meer zeker waarom ik nou op deze mensen afgestapt was. Het was geen heel leuk gesprek tot nu toe, maar wat had ik er dan precies van verwacht? Hoe dan ook leek het me beter om het toneelstuk gewoon maar af te maken.
‘Hoe heet ze?’ vroeg de lange grijze vrouw. Ze maakte er echt een soort verhoor van. Zoals politieagenten dat doen, ze doen alsof ze al weten dat je liegt, zodat je dat zelf eerder zal toegeven. (Zo gaat dat in televisieseries in ieder geval, ik heb geen persoonlijke ervaring met politieverhoren.) Haar blik was streng, wat triomfantelijk. De kalende man boog zich weer voorover voor de frisbee van Balisto. Er was natuurlijk geen fout antwoord op haar vraag. Je kan een hond elke naam geven die je wil, al helemaal als het een vuilnisbak is.
‘Kevin,’ zei ik. Een jongensnaam, toch onhandig, tot nu toe had ik gedaan alsof de hond die ik niet had een teefje was.
‘Kevin,’ herhaalde de grijze vrouw.
Ik moest haar geen kans geven. Ik deed alsof ik ongeduldig werd en keek nog eens over mijn schouder. ‘Ik vraag me nou wel af waar Kevin blijft, hoor,’ zei ik. ‘Hopelijk is ze geen poep aan het eten.’ Misschien moest ik haar roepen. Dan zou ze wel overtuigd zijn toch? Je roept toch niet naar een hond als je geen hond hebt?
‘Kevin!’ riep ik. Het kon overtuigender, harder misschien? Langer? ‘Keee-viiin!’ Het klonk bijna als keffen, grappig, alsof ik zelf de hond was. Ik wilde me omdraaien naar de groep om te zeggen dat ik nu toch wel echt even zou gaan kijken waar ze bleef, en als ze aanboden te helpen zoeken zou ik dat vriendelijk afwimpelen. Welnee, dit gebeurt zo vaak. Maar voor ik dat kon doen begon het struikgewas te bewegen. Tussen de takken en bladeren kwam iets kleins, lichtbruins tevoorschijn en het kwam snel dichterbij. Was ik te ver gegaan? Had ik te overtuigend gelogen? Het was een klein behendig hondje, iets anders dan ik me had voorgesteld. Het kwam recht op me af en stopte pas met rennen toen het vlak voor mijn voeten stond. Het kon niet anders dan dat de anderen uit het groepje zagen dat ik hier zelf ook door verrast was, maar ik keek niet om, ik boog door mijn knieën.
‘Hee Kevin, daar ben je,’ zei ik terwijl ik het hondje over het hoofdje aaide en ik diep in haar donkere kraaloogjes keek om te zien of ze mij ook herkende.
2 notes · View notes
offtoljubljana · 4 years
Text
95. IK HEB EINDELIJK BAPAOS!!
14/05/2020
Tumblr media
STONKS????
***
15/05/2020
Ja, gisteren was ik ineens heel blij met mijn stonks. 
Anyway, het is een nieuwe dag en ik werd wakker met hoofdpijn. Het gaat nu beter. Vandaag werd ik wakker wegens de keiharde regen dat op mijn fijne dakraam kletterde. Gisteren werd ik ook al vroeg wakker wegens mijn shit gordijn.
Tumblr media
De duct tape was relatief nieuw. Hoe kan dit? Dus ik heb tot 12:00 gewoon gelegen met hoofdpijn en toen ging het iets beter. Mooi, net op tijd voor mijn stonks.
Mijn stonks zijn 538 Bells, bitches.
Ik had in het begin van de week zowat 60% kans op goede stonks en 30% kans op hele slechte stonks (en 10% anders, but whatever) en ik had de hoop dus helemaal opgegeven, want gisterochtend had ik 76% kans op slechte stonks en nog maar 9% op goede... maar HET IS DUS NAAR DIE 9% IN DE MIDDAG GEGAAN.
Tumblr media
Economische investeringen in een videospel zijn al zo stressgevend. Dit is waarom ik nooit echte aandelen kan krijgen.
(Btw, ik luister naar mijn nieuwe playlist He doesn’t deserve you. Een klein beetje een grotere versie van de leave him, casey playlist waarvan ik de link kwijt ben. Het is een playlist vol met bops en bangers over hoe veel beter het is nu dat je je partner hebt verlaten nadat diegene is vreemdgegaan/een asshole was. Het is een playlist gecreëerd door mezelf, Merel en Dani. Have fun.)
Annika is al langs geweest, want het was 3 uur ‘s nachts voor haar, en ze heeft ook meteen 20 DIY meegenomen. Thanks, Annika! Dus dat was mijn vroege middag (niet mijn ochtend, want ik had dus hoofdpijn).
Nadat ik mijn late ontbijt heb gehad, nam ik de fiets richting de main street. De folie voor Barbara’s koffers was op, dus ik besloot om naar de TEDi te gaan, aangezien die weer open is. De TEDi had vast wel onzichtbare folie.
Op weg naar de TEDi besloot ik ook om nog even te stoppen bij de Thai Asia Shop. Ik wilde weer Kimchi soep basis kopen, want ik ben echt een fan. Verder nam ik nog een kruidenpasta zakje, een pot kruidenpasta, noedels en....
BAPAOS!
DE BAPAOS WAREN ER WEER.
Tumblr media
Dus hupsa, 4 bapaos voor nu. En daarna naar de TEDi voor 10 meter folie en hopelijk een snoer voor mijn e-reader. Daarna naar de Hofer voor brood, tofu en thee. Niet veel dus, maar ik kan altijd terugkomen aangezien Slovenië officieel de Corona epidemie heeft geëindigd. Yup, je leest dat goed. 
***
14:15
Sorry voor de kleine onderbreking. Fi is nu op mijn eiland wegens de stonks. Zelf heb ik ook mijn turnips verkocht en ik heb net 680.880 Bells verdiend en nu heb ik ook de laatste “achievement” van 10.000.000 Bells in stonks gehaald. 
Yeehaw.
***
15:19 en ik ben er weer. Na Fiona kwamen Mel, Jaycie en Merel. Merel had een prijs over de 2 miljoen Bells. Ik ben ook meteen 75.000 Bells verdiend aan fruit. Ik wou dat het zo makkelijk was om geld te verdienen in de echte wereld.
Maar genoeg Animal Crossing! Jullie zijn hier voor Slovenië.
Gisteren heeft de overheid dus aangekondigd dat de epidemie in Slovenië “officieel” voorbij is. Blijkbaar is Slovenië het eerste land in de EU. Medici zijn het er niet helemaal mee eens, want de versoepelingen zijn te recent om echt uitspraak te doen over de gevolgen. Hoe dan ook, de overheid is doorgegaan met het plan.
Hiermee hebben ze het puur over de verspreiding van de ziekte, dus niet over de lockdown maatregelen. Die blijven nog van kracht en zoals ik gisteren schreef is ook nog niet alles open.
Wel komt er dus meer beweging tussen Slovenië en andere EU landen. Er komen nu 14 grensposten bij Hongarije, Kroatië, Italië en Oostenrijk. EU burgers zijn vrij om nu te reizen door die 14 grensposten en als ik het goed begrepen heb, is de quarantaineplicht alleen nog maar voor niet-EU burgers, maar daar ben ik niet zeker van. Het kan ook zijn dat alleen mensen met een Sloveens pernament of temporary resident permit geen quarantaineplicht meer hebben (c’est moi, maar ik ben al hier).
Dit gaat in op 31 mei.
Sophia is nog steeds sceptisch en ik ook wel. Ze zei gisteren dat ze voorlopig nog niet binnen durft te zitten in een restaurant of bar en... same. Oh, ja, we hadden het er gisteren over, want gisteren was dus Anouks verjaardag.
Ergens rond de avond ging ik naar appartement 3 om Aga en Anouk hun kaartjes te geven en ze vonden het heel mooi. Toen ging ik terug naar boven, want a) ik was niet echt uitgenodigd en b) ik was pasta met tonijn aan het koken. Toen zag ik ook dat Kath en Sophia een goede vorm van humor hebben:
Tumblr media
Corona bier voor een verjaardagsfeestje in Corona tijd.
Anouk kwam toen naar boven om te vragen of ik alsnog wilde komen. Ik zag er uit als een quarantaine drek (te grote pastel paarse Troye Sivan merch t-shirt, een indigo kleurige jogging broek, fluffy herten slippers en een gebreid grijs-roze winter vest... #fashion) maar ik zei ja. Leek me wel leuk. Ik was aan het koken, dus ik vroeg of het oké was of ik mijn pasta mee nam en yup.
Anouk was bij vrienden langsgegaan en daarna gingen ze eten bij ons thuis. Kath en Sophia hebben zichzelf weer eens overtroffen.
Tumblr media
Ze hadden Mexicaans gekookt. Er waren wraps, brood gebakken in olie, kaasnacho’s, eigengemaakte bonensalade, guacamole, kaas, romige saus, een soort tomaten saus.
Anouk was helemaal verbaasd, want dat had ze dus niet verwacht. Het was gezellig en we hebben Cards Against Humanity gespeeld en als dessert hadden ze chocolade fondue.
Tumblr media
Damn Kath. Damn Sophia.
Dus ja. dat was gisteren. Deze blogpost is dus niet chronologisch meer. Nu ga ik bapao eten en dan maar weer verder met MC.
***
18:21
WAAROM HEEFT NIEMAND MIJ OOIT GELEERD HOE JE EEN SEMIOTIEK ANALYSE MOET DOEN EN SCHRIJVEN? ADDY? LERAAR MC? HELP MIJ!
***
18:45
Ik ben bijna bereid om Addy te mailen, want uit ervaring is gebleken dat de leraar MC niet echt antwoord geeft op vragen. 
In grote lijnen, zo ging het de eerste keer:
“Kunt u het begrip connotatie in sign theory nog een keer uitleggen? Wat bedoelt u met ‘een extra laag van de context en betekenis’ en wat is het verschil tussen de relatie connotatie/denotatie en de relatie signified/signifier?” 
“Een connotatie is een extra laag van de context en betekenis.” 
“Bedankt, maar kunt u dat nog verder uitleggen?”  
“Er is een extra laag van de context en betekenis.” 
“Bedankt, maar hoe worden die lagen dan toegepast?” 
“Door een laag van de context en betekenis toe te voegen.” 
“... Bedankt?”
Sanne en ik hadden het uiteindelijk op Google opgezocht. Van al onze opdrachten was deze het slechts beoordeeld. Ach, we hadden toch een voldoende.
Huh, misschien moet ik dit semiotiek gedoe ook gewoon opzoeken op Google.
“Wacht, Yuè, hoor je niet je werkstukken te schrijven i.p.v. deze blogpost?” Nou, bedankt voor het vragen, Voice of Reason!
Oh ja, academische stress. Herinner je die shit van 2/3 dagen geleden? Nou ik had dus Carlo even gemaild voor meer zekerheid. Het gene is dat UoL eigenlijk zeer chill is met examens en data. Mijn leraar GLINT zei ook al dat hij vaak van buitenlandse studenten hoort dat ze deze flexibiliteit verbazend vinden. Je krijgt 3 data en je kan zelf kiezen wanneer je er iets mee doet en aangezien nu alles is veranderd in werkstukken, is inschrijven ook niet meer nodig (ik wou dat de RU nog zo chill was met inschrijven hahahaAHAHAH). 
Oké, ik ging dus uit van alle werkstukken op de eerste mogelijke datum in te leveren, ondanks het feit dat ik voor sommige vakken t/m september heb (😱😱😱), waardoor dus alles opstapelde en alle onderwerpen door elkaar gingen lopen bla, bla, bla...
~ Oh, Hannah Florida komt nu aan op mijn eiland. Mijn Switch staat naast me, maar ik speel niet. Soms beweeg ik zodat de verbinding niet uit gaat, maar dat is het dan. Playing afk like a boss.~
Ik deed dit, omdat ik niet wist wanneer het academisch jaar van de RU eindigt en ik moet natuurlijk voor die tijd mijn Transcript of Records inleveren en de RU heeft de mogelijkheid nodig om de Sloveense studiepunten om te zetten naar de Nederlandse (ook al hebben beiden landen het zelfde puntensysteem. Als ik naar Noorwegen was gegaan, was het heel anders verlopen). Op één of andere reden had ik het in mijn achterhoofd dat het academische jaar in juli afliep. Op de site van de RU staat 31 augustus, dus pfoe. Maar ja, dan heb ik natuurlijk ook nog dat de examencommissie mijn resultaten moet verwerken.
Dus hup, een e-mail verder en ik heb volgens Carlo t/m eind augustus. Hoera! Dus nu probeer ik zelf om in midden-eind juli klaar te zijn, i.p.v. alles in begin juni. Dan heb ik ongeveer anderhalve maand meer tijd en kan ik het meer spreiden en dan kan ik me ook beter focussen op 1 onderwerp per keer.
Eerst fucking Professionalisering op 29 mei. Bedankt, RU met je strengere regels!
MC is het enige Sloveense vak dat minder flexibel is met data (... why), dus dat komt eerst. GLINT is geen werkstuk, maar een tentamen, dus hopelijk heb ik dat ook begin juni af. Dan hoop ik om B&T ergens midden juni af te hebben, want de tweede datum is 15 juni (de 3e datum, 19 augustus, vind ik weer heel ver). 
~ Damn, Hannah Florida heeft een zak geld, een NMT en een Bell voucher gegeven als cadeau. Thanks Hannah Florida! ~
Daarna weer het fijne Methoden A op 22 juni. Ik heb net meer informatie gekregen en een video uitleg, dus dat ga ik zo maar eens bekijken. Peer heeft ook een PowerPoint met beknopte samenvatting van de stof gestuurd. Bedankt, Peer.
En ja, dan Sociologie. Daarvoor heb ik t/m 1 september, maar hopelijk heb ik dat tenminste voor augustus af. Dat is nu mijn planning. Het enige wat ik gewoon haat is dat MC en B&T toch nog dicht bij zijn, maar c’est la vie.
Oké genoeg gepraat. Terug naar de semiotics.
Tumblr media
1 note · View note
fionainnl · 5 years
Text
Breda jazz
Ik heb een tijdje niet geschreven. Niet omdat er in ons kikkerlandje niets te beleven valt maar omdat ik o.a. opgeslokt wordt door het werk. We zitten midden in de examentijd dus; druk druk druk!
Daarnaast heb ik weer een verhuizing achter de rug maar daar ga ik 't nu niet over hebben want dat wordt saai! Tipje van de sluier voor diegenen die zich toch afvragen wat nu weer?! Het was de verhuizing van zoonlief van Sweetlake naar zijn anti-kraak paleisje in Warmond aan de Kaag.
Nee, deze blog gaat over Breda jazz. 2 van mijn vriendinnen wonen er en het is een gezellige stad waar veel te beleven valt. In het weekend van Breda jazz heb ik de stad op een andere manier leren kennen. Op een muzikale manier denk je waarschijnlijk? Dat was wel de bedoeling ja en ik ga ook zeker terug met echtgenootlief omdat de stad zeker potentie heeft op muzikaal gebied. Want er was overal muziek op straat. En op het water waar een drijvend terras was gebouwd speciaal voor de optredende bands. Hoe leuk is dat?
Maar wij, 2 vrouwen samen, hadden het op een andere manier druk. Mijn vriendin, hoewel ze oorspronkelijk ook uit Voorburg komt, woont ik inmiddels al zo lang in Breda dat ze een echte Brabander is geworden en veel mensen kent. Ik merkte dat ik toch echt een afstandelijke westerling ben en niet knuffelig ben met onbekenden. Daarbij ging ik niet drinken omdat ik nog terug naar Zoetermeer moest.
Het feit dat ik afstandelijk ben werd me later ook verweten. We kwamen 3 jolige mannen tegen, die m'n vriendin ook niet kende, en ze knoopten tegen wil-en-dank een praatje met ons aan. Toen ze vroegen hoe ik heette en ik als antwoord op hun vraag vroeg of ze de film 'Shrek' kende, en ze deze film niet kenden (!), had ik al gauw door dat ik geen gesprek kon voeren met deze mannen. Jammer, als ze de film wel hadden gekend hadden ze mijn naam ook geweten, want in die film heet de -in dit geval groene- Prinses: Fiona! Dus vanaf dat moment waren wij Pauline Huizinga en Chantal Jansen! Deze BN'rs kenden ze ook niet en sorry, ze daalden steeds meer in mijn achting. 1 van de mannen zei dat ie alleen maar natuur films keek, haha! Toen was ik er klaar mee. 'TMI!', zei ik. Ook deze uitdrukking kenden ze niet. Ik hoop jullie wel? Maar OMG. Ik was afstandelijk werd er geroepen en wilde niets over mezelf vertellen! Klopt ja!
Later kwamen we 1 van de mannen uit het groepje weer tegen. Hij begon nu op een andere toer; begon over zoenen te praten en dat hij op oudere vrouwen viel. Ook dat hij getrouwd was maar een 'open' huwelijk had. Toen hij vroeg of we wat wilden drinken bestelde m'n vriendin een Spa rood en ik een Spa blauw. Alsof op afspraak draaide zij zich om om een bekende te groeten en ik pakte mijn telefoon uit m'n tas. De jongeman kreeg eindelijk door dat er bij ons niets te halen viel en droop af.
Deze ontmoeting heeft niets met mijn ego gedaan. Het gaf me juist een beetje een smoezelig gevoel en ik zag plotseling alle aangeschoten mensen op straat, met uitzondering van m'n vriendin, in een compleet ander (avond)licht. Het leek alsof ik beland was in een live 'Tinder' app! De jacht was geopend!
Wat later op deze broeierige nacht reed deze vrouw terug naar het westen met weer een ervaring rijker! En Breda jazz moet volgend jaar zeker opnieuw, maar dan op een meer muzikale manier, worden beleefd!
2 notes · View notes
Het begin (vant einde?)
Welgekomen op mijn blog, liefste lezer van mij. Indien je het problematisch vindt dat ik jou zal aanspreken, dan raad ik je aan om hier te stoppen. Indien je het problematisch vindt dat je hier geen superintelligente en diepgaande informatie zal vinden, naar jouw mening weliswaar, dan raad ik je eveneens aan om weg te gaan. Als je het problematisch vindt om dt-fouten te lezen, dan zie ik geen enkel probleem! Welkom, welkom in de wereld van mijn hoofd, welkom in de wereld van mijn fantasie en mijn gedachtengang!
Ik heb het me nog nooit afgevraagd en eerlijk gezegd had ik ook nooit gedacht dat ik me dit ging afvragen, maar hoe kunnen voetbalcommentators (of verslaggevers van een of andere sport, wat zeker ook oké is in deze over-hypte voetbalwereld) een hele wedstrijd lang praten zonder dat er iemand antwoord. Gewoon blijven vertellen, zonder enig respons! Das een talent en ik hoop dat ik dat talent ook bezit! Niet dat ik ambitie heb om voetbalcommentator te worden, maar je snapt me wel.
Ik heb jullie al even kort laten proeven van het onderwerp dat hier aan de pas zal komen, namelijk geen superintelligente en diepgaande informatie. Dat, lieve vriendjes (want het feit dat je hier al zit betekent dat we vanaf nu vriendjes kunnen zijn en ik je zo zal aanspreken), dat kent twee redenen. Enerzijds omdat het gewoon zo is en ja, het nu eenmaal niet zal veranderen, maar anderzijds ook omdat ik zelf nog niet weet wat ik hierop ga schrijven en jullie ga laten lezen. Het is namelijk een uitdaging om informatie te geven die jullie boeit als ik niet weet wat jullie boeit. Soms weet ik zelf niet eens wat mij boeit! Kzou zeggen; “voor mij een weet en voor u een vraag”, want dat doen mensen, spreekwoorden gebruiken als ze betweterig, slimmer en interessant willen overkomen, maar eerlijk gezegd is het voor mij ook nog een grote vraag! Dus bij deze, sorry alvast! 
Ik heb ook besloten om dit volledig anoniem te doen en hier ook geen foto’s op namen op te zetten. Zo kan ik schrijven wat ik wil, wanneer ik wil en moet ik mij niet verantwoorden mochten mijn ouders dit ooit te zien krijgen. Het lijkt me realistisch dat sommige verhalen al dan niet pedagogisch correct zullen zijn en dat er ook tijdens momenten dat ik beter andere dingen doe (zoals bijvoorbeeld studeren) zullen verschijnen. Dat is toch een plan, want ik ben een man met een plan! Misschien dat je meer en meer te weten zal komen in de komende posts, maar dat is nog toekomstmuziek. (zie je mijn gebruik van figuurlijk taalgebruik hiervoor? Dat is eveneens om slim te proberen overkomen ;) ; nee, ik ga mijn blogs niet inspreken of inzingen, dus het is effectief wel figuurlijk bedoeld)
Het lijkt me een geschikt moment om hier af te ronden (als er ooit een geschikt moment voor is, dan is het nu wel). Ik hoop dat ik jullie heb kunnen en nog zal kunnen boeien met mijn ongetwijfeld interessante verhalen, maar dat, lieve vriendjes (ik zei het toch), dat is weer een ander verhaal!
Ps; moet ik nu zo een kei coole incognito naam hebben, die mij typeert? Iets zoals @noniempje ofzo? 
PPS; wist je dat Ps voor ‘Post Scriptum’ staat? 
1 note · View note
moppentop · 6 years
Photo
Tumblr media
Een man en een vrouw krijgen kinderen Een man en een vrouw krijgen kinderen. Het eerste kind is een blauw kind, dus gaan ze er mee naar de dokter en vragen: wat is dit voor een kind, waarop de dokter antwoordt sorry maar dat weet ik niet.Even later krijgen ze een 2e kind en wel een paars kind, dus weer naar de dokter: ja maar hoe kan dit nou, waarop de dokter antwoordt, ja sorry ik heb echt geen idee .Het volgende kind wat ze krijgen is een geel kind, dus weer langs die dokter en vragen, en wat is dit dan voor een kind, waarop de dokter antwoord: aaaahhhhhhhaaaa ik weet het al: u man heeft " toverballen"!
1 note · View note
eveniks · 2 years
Text
Hij heeft me online opgezocht #8
weekend augustus “22  Nadat ik op vrijdagavond niets meer van Steef heb gehoord word ik wakker met een goedemorgenberichtje. Een van zijn vrienden had zijn hulp nodig heeft en dat kosten hem zijn avond.
Ons gesprek verloopt goed en ik ben ondertussen uit bed. Hij ligt er nog in want hij stuurt mij een foto waarin hij nog lekker lekker onder de lakens ligt.  Ik vind dat hij een prachtige tint heeft, het staat hem gewoon echt. Het is mooi egaal goudbruin. Door alleen de foto te bekijken wil ik al zo een spoor van kusjes over zijn borst achter laten.  Ondertussen stap ik net onder de douche en ja, mijn telefoon gaat mee. Ik stuur een foto van mijn kont, ik probeer daarbij natuurlijk wel de perfecte hoek te kiezen, de foto lukt best, je ziet goed dat het water zo op de spierwitte huid van billen land. Mijn billen zien er hier ook veel beter uit dan ze in werkelijkheid zijn.  ‘Dit is nu?’ vraag Steef. - Zeker.  Ik vraag of hij dan nu langs wilt komen?  ‘Ik wil je heeeeeel graag zien (je wil niet weten) maar ik ga geen loze beloftes maken.’ 
Steef gaat in het gesprek echt van de hak op de tak. Hij vertelt over zijn vriend, een oud collega die er doorheen zit en diezelfde middag langskomt. Ja ik vind het allemaal prima, ik vind het ook goed dat hij er voor hem is. Ik begrijp ook nog wel dat ik slechts iemand ben die hij net kent en besef mij ook goed dat ik hier dus niet iets van moet vinden. 
Maar Steef komt met zoals hij het zelf ook zegt rand informatie.  Ik citeer ‘allemaal rand informatie voor ons ik wil alleen laten blijken dat ik je graag zie Maar kan hem niet laten zitten’ Hij hoeft zich echt niet tegenover mij te verantwoorden, dus dat laat ik hem ook weten. We kunnen wel geilen en doen, maar het leven gaat gewoon voor. Altijd.  Ik antwoord: ‘Ik geloof je wel hè, daar moet je niet over twijfelen. ....Ik vind het fijn met je, je zoen lekker, je pik is lekker.’.   Steef: “Jij ruikt en smaakt lekker. Je zoent zo lekker met me. Verder vind ik je gewoon heel erg knap. Heel knap” Ik zit helemaal te glijden. Ja sorry hoor, dit is toch gewoon lekker om te horen.  Ik heb alleen nog morgenochtend als optie vertel ik hem.  - Dan ga ik filmen antwoord Steef Die intresse hebben we gemeen. Hobbymatig maak ik namelijk video’s, deze plaats ik online. Ik film niet zelf maar ik bedenk de productie en samen met een cameraman maken we dan uiteindelijk programma’s. Het is inmiddels wel een beetje een uit de hand gelopen hobby.  Steef stuurt een kort fragment van een muziekvideo. ‘Mijn broertje. Ik help hem met clips ook.’ Wat ik er van kan zien, is dat het heel kleurijk is, maar hij heeft het vanaf zijn scherm opgenomen, dus ik kan ook niet heel veel meer zien. 
Wat ik zeg, ons gesprek gaat van de hak op de tak. Out of the blue, schrijf ik ook: ‘Even wat anders, want mijn geiligheid zat in de weg. Wel beetje op jezelf blijven letten hè.’ - Dat vind ik je lief van je.  Verhaal in een notendop. Oud collega, zijn vriendin is ervandoor gegaan en hij zit er echt doorheen. Maar dan ook echt.  Ja, dat is ook gewoon kut antwoord ik.  - Hij is suïciaal En nu houdt ik erover op. ‘Dat is echt heel heftig en ‘doe normaal’ schrijf ik. Want ja je kunt het met mij wekrelijk over alles hebben moet hij weten.  - Maar jij hebt de mooiste lach ‘Ik ga je zo zoenen hè, stop met strooien van de complementjes’ antwoord ik.  - Ik ga je laten lachen en dan ga ik je ook laten. schrijft Steef.  Hij stuurt mij een video waarin hij als reporter te zien is. Dit deed hij 5 jaar geleden met een groepje vrienden.  “We zijn zeker op gemeenschappelijk intresses gematched maar ik kan daarnaast ook gewoon goed pijpen’ grap ik.  En dan schrijft hij: ‘Ik had jou ook gecheckt vandaar dit. Jij kan het beter’.
‘Had je allang oorbij zien komen in mijn insta stories. Ik ben niet achterlijk.’ Op het moment van schrijven lees ik onze gesprekken dus terug en valt mij op dat ik dat naar Steef had geschreven in reactie op zijn bericht. We kennen elkaar dan dus net 1,5 week. Steef heeft mij ontmoet en gematched als meisje. Maar heeft in die paar dagen dus alles van mij online opgezocht. Dat is niet heel lastig, want ik ben gewoon super openbaar.  Ergens denk ik wel dat hij mij wat onderschat. Ik zeg hem namelijk ook dat ik ‘FBI’ ben. Daarmee bedoel ik dan minstens zo erg of misschien wel erger ben. Online heb ik iemand ook zo gevonden en ik ben inderdaad die vriend die vriendinnen inschakelen als ze zeggen ‘Ik kan hem online niet vinden’. Dat moet ik ook wel, want wat ik zeg ik ben openbaar in wat ik doe. Dat iemand erachter komt dat ik voor de lol verkleed als meisje online sta en zo afspreek met mannen is mijn grootste angst. 
0 notes
avondurenvanroos · 6 years
Text
#3.5 ‘We moeten even praten,’
Ik probeerde mijn eigen, vrolijke zelf te zijn, te lachen en te doen alsof ik niet merkte dat Jack me niet aan wilde kijken. We zaten nog een tijdje met z’n drieën tussen ons tentenkamp in, Jack, Chris en ik. We kletsen wat over de voorgaande dag, beaamden hoe kapot we al niet waren en Jack klaagde over pijn in zijn schouder. Ik voelde een stilte in me groeien en verzette me er tegen. Mijn maag had zich omgekeerd, dus gooide ik er wijn in, mijn gedachten raasden door mijn hoofd, dus draaide ik een joint, mijn gevoelens lagen overhoop dus duwde ik ze weg. Ik kamde mijn haar, dwong mezelf wat te eten en poetste mijn tanden. Uiteindelijk was iedereen wakker en klaar om weer te gaan, dus snoven we pep om de vermoeidheid uit onze ledematen te verjagen. Een voor een doken we de tent van Chris en Simon in om een snuifje tot ons te nemen en we lachten erom. In mijn achterhoofd maalde constant het doembeeld: dat Jack zich had bedacht.
Onderweg naar het festivalterrein kwam hij naast me lopen. Mijn veter schoot los en terwijl ik hem strikte bleef hij wachten. We raakten achteraan de groep, ze liepen een paar meter voor ons. Toen ik mijn pas versnelde hield Jack me tegen.
‘We moeten even praten, Roos.’
Hoe had ik zo dom kunnen zijn? Het was alsof mijn hart door mijn voetzolen heen de grond in zonk. Ik staarde naar de vertrapte aarde van het pad en keek het na voor ik de moed had Jack’s blik te beantwoorden. Ik zei niets en wachtte af.
‘Over vannacht, ik denk dat ik een beetje verliefd was door de drugs.’ Hij lachte schaapachtig. Ik kon er niet om lachen. Ik staarde alleen naar hem.
‘Gewoon een beetje verliefd door de drugs.’ Tranen welden op in mijn ogen en ik probeerde ze verwoed weg te knipperen. Ik haatte mezelf, ik schaamde me. Ik wilde niet huilen op een festival, vooral niet wanneer onze vrienden een paar meter voor ons liepen. Het waren niet eens echt mijn vrienden. Jack had me meegesleept en ik kende ze wel redelijk goed ondertussen, maar het waren zijn mensen. ‘Oké. Top, Jack.’
‘Sorry, ik weet ook niet waarom het zo is gelopen.’ Met nog steeds die onnozele uitdrukking op zijn gezicht bestudeerde hij mijn reactie.
‘Sorry?’ Ik blikte omhoog naar de bomen zodat mijn ogen niet zouden overlopen. Mijn binnenste verslond zichzelf. Alles wat ik die nacht en ochtend had gevoeld kwam op me af razen en ontbond zich, want het was allemaal gebaseerd op iets wat niet waar was. De pep die ik nog geen kwartier daarvoor had gesnoven beukte in op mijn hersenen en maakte alles rauw en hard. De stilte die ik had gevoeld slokte mijn woorden op maar ik hield het tegen.
‘Sorry.’ Deze keer kwam het woord harder, kwader. Ik klemde mijn kaken op elkaar. Ik wist niet wat ik moest zeggen. Het was allemaal te veel. Ik kon geen wijs maken van wat er in me om ging, er was een bom ontploft en ik waande me in wolken stof en de brokstukken. ‘Je vertelt me dat je me aantrekkelijk vind, vertelt me dat ik mooi ben en praat me om met woorden die ik wil horen, om vervolgens te zeggen dat het allemaal niet waar is? Dat het door de drugs kwam?’
Naast me liep mijn beste vriend bezorgd naar me te kijken, maar het voelde nep. Hij had me mooie dingen verteld en ze daarna terug genomen alsof het helemaal niks was. De woorden die hij had gezegd nam hij terug alsof ze niks betekenden, hij had ze alleen gebruikt voor zijn eigen gewin. Hij had het zo ver gekregen dat alles nu een leugen was. Hoe was hij zo meegegaan in zijn eigen gevoelens, zonder ook maar een moment te luisteren naar de mijne? Ik was duidelijk geweest, had geprobeerd sterk in mijn schoenen te blijven staan. Alles was niets meer. Alles was helemaal niets meer.
‘Ik kan er niet meer van maken, Roos.’
‘Ik ook niet.’ Er rolden tranen over mijn wangen en ik veegde ze boos weg. Mijn stem was bars en koud. ‘Ik wil niet huilen, godverdomme.
‘Het spijt me, Roos.’
Ik knikte alleen maar. Mijn lijf hield op dat moment alles zo krampachtig vast dat ik niet meer kon benoemen of ik nu boos, verdrietig of teleurgesteld was. Ik was alles tegelijkertijd.
Jack sloeg een arm om me heen, maar ik had geen kracht hem weg te slaan. Op dat moment wilde ik dat ook niet. Ik wilde dat hij zijn woorden terug nam en me weer de liefde verklaarde. Wat er was gebeurt die nacht was alles geweest waar ik van droomde en hij had me wederom voor even laten geloven dat het mogelijk was, om me vervolgens te vertellen dat het toch niet zo was.
Jack was de jongen waar ik altijd alles voor zou laten vallen, wat ik ook had gedaan. Ik had mezelf laten vallen. En ik zag mezelf blijven vallen. Ik lag op het stoffige pad. Iedereen liep over me heen en dat zou de rest van mijn leven blijven gebeuren als ik niet zou stoppen met zo fucking naïef te zijn.
Ik wilde Jack haten, maar het lukte niet. Ik hield te veel van hem. Dus alles wat ik voelde hield ik maar binnen. Ik kon het niet naar buiten laten. We waren op een festival, het was geen tijd voor drama. Dus liet ik hem me vastpakken ter geruststelling en stelde ik hem daarmee gerust, want dat was wat ik deed. Ik zorgde voor de hele wereld en vergat mezelf. Klemde mijn kaken op elkaar en slikte het maar.
We voegden ons weer bij de rest. Mijn ogen verlieten de grond niet. Ik durfde niemand aan te kijken in angst dat ze zouden weten wat er was gebeurt. Ik was met een groep mensen die allemaal meer om Jack gaven dan om mij en ik wist niet wat ik moest doen, behalve dat ik voor de buitenwereld moest verbergen wat er was gebeurd.
Ik appte Flip dat ik een grote fout had gemaakt en stuurde Lola een berichtje. Mijn hoofd was gevuld met wazige, chaotische gedachten. Mijn focus lag op de storm in mezelf en hoe ik die in bedwang kon houden.
Lola appte me meteen haar rooster, want ze was op het festival aan het werk met haar vriendin. Ik kende de schat van een meid van de Uitvlucht. We waren na onze ontmoeting bij haar eerste vergadering meteen in de coffeeshop gaan chillen en dat had een verstandshouding gecreëerd die stiekem vet speciaal was. Als vanzelf waren we in een vriendschap gerold waar we beiden ons ei kwijt konden en het allemaal vanzelfsprekend was. Ze snapte mij en ik snapte haar en dat voelde goed. Ze wist wie Jack was, ze wist van ons ingewikkelde verleden en ze had wonderbaarlijk genoeg net pauze op het moment dat we met onze groep voor de ingang van een stage stonden.
‘Ik ga even naar een vriendin van me toe, die is hier ook. Ik app jullie straks wel, goed?’ De gemaakte vrolijkheid in mijn stem snerpte na in mijn oren. Jack keek me nog even aan en ik zag schaamte in zijn ogen. Ik kon er niks mee, behalve me weer schuldig voelen dat ik hem een kutgevoel bezorgde. Wat natuurlijk onzin was, maar hé, zo steek ik in elkaar, jammer genoeg.
Zodra ik me omdraaide en wegliep vervloog mijn opgeplakte nep-glimlach. Ik vocht tegen mijn tranen en liep met grote passen tussen de mensen door. Mijn binnenste kolkte, mijn gedachten raakten alleen maar verder in de knoop. Waarom? Waarom? Waarom?
Waarom kon Jack me niet met rust laten? Waarom trapte ik er telkens in? Ik hoorde hem weer vragen of ik dacht dat hij misbruik van me maakte. Het antwoord was nu definitief ja. Dat was de enige concrete schreeuw die zich losmaakte. Ja.
Ik vond Lola toen het net begon te regenen. De eerste druppels vielen op mijn gezicht en maskeerden de tranen die uit mijn ogen begonnen te lekken zonder dat ik het echt door had. Ik liep leeg, ik smolt, ik verdween. Maar helaas niet echt. Ze zag me aan komen lopen en spreidde haar armen al, knuffelde me dicht tegen zich aan en klopte zachtjes op mijn rug. Ik verborg mijn gezicht in haar schouder en dikke trui en ontplofte. Ongecontroleerd snikte ik en ze hield me vast tot ik mijn lichaam weer onder controle had. Beschaamd keek ik naar haar vriendin en begroette de andere meisjes waarmee ze waren.
‘Moet ik Jack in elkaar gaan slaan?’ Vroeg ze toen ik me van haar los maakte om met mijn mouw langs mijn wangen te boenen. Ik schudde mijn hoofd.
‘Ik ben zo boos op mezelf, Lola,’ mijn woorden kronkelden spastisch van de zelfhaat. ‘Ik ben er gewoon weer in getrapt. Ik snap het niet. Hoe kan ik godverdomme zo stom zijn? Ik voel me zo wazig.’
Ik boog me wat naar Lola toe en fluisterde: ‘Hij vertelde het me een kwartier nadat ik pep had gesnoven, ik ben zo opgefokt.’
‘Oh, schatje toch.’ Lola streek over mijn haar in een liefkozend gebaar.
‘Wat is er allemaal aan de hand, meiske?’ Een van de meisjes keek me bezorgd aan.
‘Gewoon een beetje guytrouble,’ zei Lola, die meteen zag dat ik niet per se mijn problemen op tafel wilde gooien voor mensen die ik niet kende.
‘Nou, fuck die stomme jongen dan. Je bent veel te leuk om zo verdrietig te zijn meid. Vergeet hem lekker.’ Ze hief haar glas speciaalbier naar me op.
Haar uitspraak zette de sluizen weer open.
‘Maar ik ben hier met hem en zijn vrienden,’ snotterde ik. God, wat haatte ik mijn zwakte.
‘Roos, je kunt altijd bij ons terecht. Je hebt mijn rooster, je kunt me appen als je me nodig hebt. Het komt allemaal goed,’ Lola glimlachte naar me en gaf me nog een knuffel. Het was heerlijk om even bij mensen te zijn die voor mij vertrouwd waren. Het meisje sloeg haar armen ook om me heen en bleek vrij dronken te zijn, want ze liet me haar nummer opslaan en beloven dat we nog zouden gaan chillen.
De vrouwelijke liefde en steun waarmee ik werd overladen liet me weer wat bedaren. Mijn hoofd voelde weer wat lichter, mijn hart lag nog steeds ergens op de bodem, maar dat was minder erg dan een paar minuten daarvoor. Ik was niet alleen, ik had mensen waar ik naartoe kon vluchten. Maar ik besloot wel dat ik terug wilde naar de groep en was erop gebrand het geen groot ding te laten worden. Ik wilde het festival doorlopen met de mensen waarmee ik was, waarbij ik mijn tent op had gezet. Ik wilde niet met hangende pootjes afdruipen en me verstoppen. Met een hervonden felheid wilde ik het godverdomme leuk hebben en stiekem wilde ik dit ook aan Jack laten zien. Dat ondanks dat hij wederom mijn hart had gebroken hij me niks kon maken.
Lola en haar liefje moesten weer aan de slag dus liep ik met ze mee tot de tent waar ze backstage moesten helpen en gaf beiden nog een stevige knuffel.
‘Jullie hebben me echt gered, dankjewel.’
‘Fuck Jack en heb plezier,’ drukten ze me nog op het hart.
En dat ging ik doen.
Ik vond de groep weer, zag Jack’s schuldbewuste blik en stevende op hem af.
‘Ik wil straks nog even met je praten,’ zei ik resoluut.
‘Dat is goed,’ zei Jack.
‘Dat is je geraden.’ Mompelde ik bars voor ik me weer van hem weg draaide om bier te halen. Er werd me een joint aangeboden en ik zette mijn vrolijkste gezicht op en rookte enthousiast. De waas was er nog steeds, maar mijn gevoelens werden concreter, waardoor ik er iets mee kon. Ik was woedend. Maar ik danste, ik goot bier in mijn dorstige keel en ik voelde dat ik leefde, ook al was het schrijnender dan ik zou willen.
Jack leek niet te weten of ie dicht bij me moest blijven of me juist uit de weg moest gaan en uiteindelijk stonden we naast elkaar. Ik zag hem naar me kijken, met zijn blik vol met dingen die ik niet meer kon lezen. Ik wilde het ook niet meer lezen. Zijn gevoelens hadden me verraden en ik wilde er geen rekening meer mee houden, ook al zat dat verweven in alles waar ik van was gemaakt. Wel was ik klaar om hem te vertellen wat ik over de situatie dacht.
‘Zullen we?’ Ik tikte hem aan en knikte naar de uitgang van de tent.
‘Oké,’ even zag ik angst in zijn ogen. Terecht. Ik stapte met grote passen voor hem uit, waardoor ik hem bijna moest zoeken toen we buiten stonden. De zon brak af en toe weer door het wolken dek. Om ons heen had iedereen het naar zijn zin. We gingen naast een bar op het veld staan.
‘Dus,’ zei Jack opgelaten. ‘Je wilde nog praten.’
Ik boorde mijn ogen in de zijne en voelde paniek opborrelen, maar de pep liet een waterval aan woorden uit mijn mond stromen.
‘What the fucking fuck, Jack? Je was een beetje verliefd door de drugs, zeg je. Als ik aan de drugs zit, dan kan ik nog steeds nadenken. De volgende keer als je iets voelt, wil ik het pas horen als je het zeker weet. Want dit, dit wil ik nooit meer. Alles wat je hebt gezegd vannacht was een leugen. Het was niet waar. Waarom heb je het dan gezegd? Waarom heb je me dan overgehaald om er aan toe te geven? Het voelde echt. En jij, jij weet hoe ik me voel. Ik heb het je nog verteld zelfs, en toch heb je alleen naar je eigen gevoel geluisterd. Sorry dat ik het zeg, want ik vind het heel moeilijk dit soort dingen te zeggen, maar je bent af en toe zo egoïstisch. Je hebt alleen maar aan jezelf gedacht.’
‘Roos, ik wil je helemaal geen pijn doen. Je bent zo belangrijk voor me. Onze vriendschap betekent gewoon heel veel voor me. Ik denk dat ik niet helemaal het onderscheid meer kon maken tussen vriendschap en verliefdheid.’
‘Maar waarom doe je dit dan? Waarom vertel je me weer allemaal mooie dingen als het niet waar is?’
‘Ik weet het ook niet. Ik schaam me.’
‘Nou, Jack, ik ook. Ik schaam me kapot. Ik ben er weer ingetrapt. Weet je hoe dat voelt? Weet je hoe ontzettend stom ik me nu voel?’
‘Het spijt me, Roos. Ik had het niet zo bedoeld.’ Als een geschopte hond stond hij voor me, met zijn ene arm in een mitella. Hij was zielig. Ik vond hem zielig. Alleen was dat even niet genoeg om mijn tirade te laten stoppen. Ik was mezelf ontzettend bewust van de tranen die onophoudelijk over mijn gezicht rolden en ik probeerde ze te verbergen met mijn zonnebril.
‘Maar wat was vanochtend dan? We hebben vanochtend ook nog gezoend. Vanochtend wilde je me ook nog. Waar sloeg dat dan op? Want het voelde echt, Jack. Vanochtend zat je niet meer aan de drugs, dus dat is geen excuus.’
Er dwarrelde bellenblaas voorbij. Ik zag mensen naar me kijken, al beeldde ik het me misschien in. Er was weinig te zien behalve een huilend meisje en een schuldbewuste jonge man.
‘Ik weet het, Roos. Ik schaam me. Het spijt me. Ik weet ook niet waarom ik het heb gedaan.’ Jack staarde naar zijn schoenen.
Hij wist niet wat hij moest doen en stiekem genoot ik daar een beetje van. Niet dat ik dat op dat moment bewust registreerde, mijn hele lichaam zat te vol van alles om daadwerkelijk dingen te verwerken. Ik schaamde me alleen omdat mijn ogen weer vol sprongen met tranen, omdat ik er weer ingestonken was en omdat ik zelf een verschrikkelijke fout had gemaakt. Maar ik had niks aan zijn excuses. Ik was boos, in de war, ontzettend verdrietig. Ik was in één nacht weer compleet voor hem gevallen en hij had me alleen maar verder de grond in gestampt door zijn egoïsme, doordat hij alleen maar aan zichzelf had gedacht.
‘Oké, luister dan maar even naar me. Want ik heb niks aan sorry. Ik heb niks aan spijt. Je hebt me echt pijn gedaan, Jack. Waarom kies je zo’n ontzettend kut moment om voor de tweede keer mijn hart te breken? We moeten plezier hebben en ik sta hier godverdomme te huilen. Ik sta te huilen op een festival, dankjewel. Ik schaam me echt kapot. Ik wil niet dat mensen me zien huilen, ik wil dit niet voelen. En dan ben ik hier met jou en je vrienden, mensen die helemaal niet weten wat er speelt en ik heb ineens iets te verbergen. Weet je hoe kut dat voelt? Weet je hoe kut ik me nu voel?’ Hysterisch kwam de woordenstroom uit mijn mond, ik kon hem amper aankijken maar durfde mijn blik ook niet te ver af laten dwalen in angst dat ik zou zien dat mensen me aanstaarden.
‘Ik weet niet wat ik moet doen, Roos. Wat kan ik voor je doen?’ Wanhopig zocht hij zijn eigen waardigheid op de grond. Ik was de mijne überhaupt vergeten in te pakken.
‘Helemaal niks. Ik weet ook niet wat ik moet doen. Ik voel me verschrikkelijk kut. Ik ben helemaal fucked up, heb pep gesnoven en alles is zo in de war. Maar ik ben blij dat ik uit mijn woorden kom. Want jezus, Jack, je kent me. Je weet hoe ik ben. Je weet wat ik voor je voel, je weet wat je voor me betekent. En zo laat je zien dat ik niks voor jou beteken, weet je dat? Dat je gewoon niet capabel bent om rekening te houden met mij, terwijl ik dat wel doe voor jou. Dat doe ik nu zelfs, want ik vind het ontzettend lastig om dit allemaal tegen je te zeggen. Je weet hoe moeilijk ik het vind om slechte dingen te zeggen.’ Als een sneltrein stoomde ik door. Jack stond daar maar. Te zeggen dat het hem speet en dat het niet de bedoeling was.
‘Ik wilde mezelf helemaal geen hoop geven hè, dat heb ik tegen geprobeerd te houden. Maar ik geloofde je. Hoop is een ding met vleugels maar dit was een dode mus. Een fucking dode mus, hoor je me?’ Het liefst wilde ik hem slaan, maar dat kon niet. Ik had mezelf geprobeerd te beschermen en afstand te houden, maar hij had doorgedramd. Ja, ik was in zijn tent gaan liggen en ik wenste vurig dat ik dat niet had gedaan, maar we hadden niet gezoend als hij het niet had gewild. Opeens dacht ik aan wat hij me had gevraagd.
‘Je vroeg me vannacht of ik dacht dat je misbruikt van me maakt.’ Ik veegde in een boos gebaar langs mijn wangen en deed mijn zonnebril even af om zijn blik te vangen.
‘Ja,’ bracht mijn beste vriend gekweld uit.
‘Was dat om je geweten te sussen? Was dat om het voor jezelf goed te praten?’
‘Ik weet het niet,’ jammerde hij. ‘Ik wil helemaal geen misbruik van je maken.’
‘Dat heb je wel gedaan.’ Ik boorde mijn ogen in de zijne en hij keek weg. Zijn schaamte was fucking terecht. Even stonden we daar in stilte. Ik zette mijn zonnebril weer op. Jack keek toch alleen maar naar het vertrapte gras onder zijn voeten. Ik zag mezelf in stukjes liggen tussen de gelige sprieten. Alle energie waarmee ik mezelf had geuit was mee naar buiten gevloeid. Ik was op.
‘Wat denk je nu?’ Vroeg ik Jack.
‘Ik weet het niet, Roos. Het voelde gewoon heel fijn. Het is altijd fijn met jou. De grens tussen vriendschap en liefde, die kan ik niet onderscheiden. Sorry daarvoor. Ik weet ook niet wat ik voel. Je bent heel veilig en dat voel ik met niemand anders echt zo. Maar ik weet niet of ik me aan je kan binden. Ik weet niet of ik me aan iemand kan binden.’
Ik kon alleen maar denken, wat bedoel je nu precies? Wat zeg je nu eigenlijk tegen me?
Het klonk weer alsof er iets zat. Ik kon er niets mee.
‘De volgende keer als je weer denkt iets voor me te voelen, vertel het me alsjeblieft pas als je het zeker weet.’
‘Dat zal ik doen.’
Hij zag er nog steeds uit alsof iemand hem had geschopt. Het maakte me nu meer verdrietig dan boos. Ik wilde het gewoon naar mijn zin hebben en me niet zo ontzettend zwaar voelen. We bleven stil tegenover elkaar staan.
‘En nu? Hoe voel je je?’ Jack leek zich een beetje te herpakken.
‘Kut,’ zei ik.
‘Wat wil je doen, Roos?’
‘Ik wil me niet zo voelen.’
‘Kom hier,’ hij trok me in een knuffel. En aan de ene kant was dat precies wat ik wilde, maar aan de andere kant was het totaal niet wat ik kon gebruiken. ‘Kan ik iets voor je doen?’
‘Nee.’
‘Wil je weer terug?’ Vroeg Jack. Ik schudde mijn hoofd.
‘Nog even niet. Ik wil niet dat iedereen me zo ziet. Ik wil een joint roken en dit vergeten.’
‘Oké.’
Alleen kon ik het niet vergeten. Het was alsof ik niet meer op de aarde liep en tegelijkertijd waren al mijn ledematen zo zwaar dat het voelde alsof ik door drijfzand waadde. Ik had alles eruit gegooid maar daarmee was ik zelf leeggelopen. Maar ik ben koppig. Ik besloot dat ik niet wilde dat dit het hele weekend zou verpesten. Dus zette ik hoge muren om mijn gebroken hart en sloot ik al mijn verwarde gedachten op in een verre uithoek van mijn hoofd. In de leegte sloop de woedde langzaam terug. Jack irriteerde me, maar ik verborg het zo goed als ik kon. Toen we ons uiteindelijk weer bij de groep voegden kon ik beter acteren dan hijzelf en dat maakte me iets sterker.
Ik was er gebrand op om het naar mijn zin te hebben, dus dat deed ik. Toen Jack ‘s avonds eerder naar de camping ging dan de rest gaf ik hem nog wiet voor een jointje en hij keek me zo verbaasd aan dat ik me in dat moment even groter voelde dan hij. Want ja, ik kon wel gewoon normaal doen, ook al zat ik aan de xtc. Ik kon wel gewoon mijn eigen gevoelens in bedwang houden. Hij had dat niet gekund en daardoor mij, in zijn eigen woorden een van de belangrijkste vrouwen in zijn leven, gekwetst. Misschien zelfs wel gebroken. Ik was er ook bij, ik draag ook een gedeelte schuld aan de situatie, want er zijn altijd twee partijen. 
Maar de gevolgen waren ook voor hem. 
En dat zie ik nu in. Dat ik niet vast hoef blijven te houden als het mij kapot maakt. Dat ik niet mijn best hoef blijven te doen als ik het niet meer trek.
 Want dat heb ik al gedaan. 
Sidenote: ik ben mezelf kwijtgeraakt op een festival. Samen met mijn tas die ik op de camping ben vergeten omdat ik iemand wilde helpen met het dragen van haar tassen. De grootste les is: blijf dicht bij jezelf en zorg voor jezelf. Niemand anders doet het voor je. Je bent eigenlijk alleen op jezelf aangewezen in deze wereld. 
En dat is kut. Maar we moeten het maar accepteren. 
2 notes · View notes
gewoonkarin · 7 years
Text
Alaaf
Carnaval is over een week, het is bouwen geblazen her en der. Gisteravond mocht in met de wagen van inmiddelsgroterdanikneef mee helpen, vanmiddag heb ik in de bouwhal (garage) van de c.v. van jongste liefje staan schilderen. Morgen misschien wel weer een bouwdag, als handen nodig zijn dan helpen.
We proppen de dagen vol, grote zus doet hetzelfde als ik. Zoveel mogelijk doen op een dag en waarom? Omdat de dagen te kort zijn en de bezigheden teveel. Het is echt niet zo dat we bewust vol plannen maar het loopt gewoon zo. Ik weet ook niet hoe andere mensen dat doen, met de billen op de bank ploffen. Niet dat ik nooit op de bank zit, dat is niet waar. Ik zit na half 10 ‘s avonds meestal op de bank om niet lang daarna het bed op te zoeken. Dan ben ik moe tegenwoordig. De leeftijd, het weer, de activiteiten. Ik weet het niet, combinatie van die drie zal het wel zijn. 
Het zorgt in ieder geval voor minder nadenken, het is meer doen, gaan en aanpakken. 
Vrijdag had ik BHV en het ging vooral om wonden en reanimeren. Dat kan ik voortaan, althans op een pop kan ik het. In het echt is nog maar afwachten want dat weet niemand tot ze er voor komen te staan. De vraag kwam of mensen een reanimatie hadden meegemaakt. Niet verplicht om het in de groep te gooien maar graag wel melden tussendoor als “ja” het antwoord was. Ik wist dat die vraag kon komen en ben in de koffiepauze naar de instructeurs gegaan, verteld dat ik bij een reanimatie ben geweest en niet van het begin af aan maar pas toen de toeters en bellen er waren. Dat stukje tekst kan ik inmiddels met droge ogen vertellen. Ze vroegen verder en hup, tranen en sorry zeggen want dat doe ik dan. Het fijne was dat ze hun ervaringen deelden en het goed vonden dat ik het durfde te vertellen inclusief tranen. Het maakte het reanimeren voor mij goed te doen, goede uitleg en begeleiding en het gevoel dat ik niet meer machteloos toe hoef te kijken. Of ik als het in het echt voor gaat komen kan doen wat ik heb geleerd weet ik niet. Ik denk van wel. Dat machteloze gevoel wil ik niet meer.
De week was vol met veel. Van alaaf tot AED terug naar alaaf. Nu ga ik een alcoholische versnapering nuttigen. Ik heb avond. Dat is de planning voor zover ik iets kan plannen. Ik ben planmatig niet alleen op deze wereld. 
3 notes · View notes
cheyennemijdam · 4 years
Text
Tumblr media
Flying popcorn
“Mama, ik zou zo graag weer een keer met jou naar de bioscoop willen?”, vroeg mijn kereltje een paar dagen terug aan mij. Ja, dat was een vraag. Het was alweer een tijd geleden dat we dat samen gedaan hadden inderdaad. “Is goed schat,” terwijl ik mijn telefoon erbij pak. “Dan gaan we even kijken welke films er allemaal draaien.” Meteen begonnen zijn oogjes te glunderen en klaptte hij in zijn handen van pure blijdschap. Op zo’n momenten smelt mijn hart altijd een beetje. Hij kan zo lekker dankbaar zijn en dat terwijl ik een paar minuten daarvoor hem nog het liefst zijn mond wilde dichtplakken met tape. Terwijl hij dicht tegen me aan kroop scrolde ik door de films heen. De keuze viel mij wat tegen, maar na een paar trailers gezien te hebben, viel zijn keuze op iets met een egel. Ik vond het allang best. Een paar knoppen verder en de kaarten waren gekocht en de stoelen gereserveerd.
Maandag was het dan eindelijk zo ver dat wij samen naar de bioscoop zouden gaan. Wat voelde ik mij een partij ellendig. Al een paar dagen en ik leek het even niet van me af te kunnen schudden. “Zal papa anders met jou gaan? Mama voelt zich niet zo lekker,” probeerde mijn man nog. Je kon de twijfel in zijn ogen haast voelen. “Eigenlijk wil ik toch liever met mama gaan als ik mag kiezen.” Ik voelde me bijna schuldig toen hij dat zei, maar mijn man vond het geen probleem. Met betonnen benen hees ik mezelf de trap op. Ik was er van overtuigd dat een lekkere warme douche me goed zou doen, al moest ik wel opschieten. Eenmaal klaar met douchen voelde ik me alweer een stukje fitter. Het plan was om met de fiets te gaan en daar zag ik enorm tegenop. Gelukkig moest ik na de film nog even boodschappen doen voor het avondeten, dus kwam de auto als geroepen. “Mama, wanneer gaan we nou?” Alsof meneer al jàren aan het wachten was natuurlijk. “Geef je zusje en je vader een kusje en dan kunnen we gaan.” Wat was het mannetje toch enthousiast. Zijn enthousiasme had een aanstekelijke werking, want ik kon de hele auto rit niets anders doen dan lachen. Op die momenten is het toch ook een overheerlijk kereltje. De auto besloot ik bewust een stukje verder op te parkeren, omdat ze flink aan de weg aan het rommelen zijn. Vanzelfsprekend had ik geen zin in onnodige poespas. Het weer was lekker genoeg om er even een kleine wandeling aan vast te plakken. Vrolijk huppelde hij voor me uit en hij ratelde natuurlijk aan een stuk door. Dagelijks vraag ik me af waar hij het allemaal vandaan haalt, maar het levert een boel mooie uitspraken, vragen en gesprekken op. “Mama, kan je me nu dan eens goed uitleggen hoe papa en jij mij gemaakt hebben?” “Uhm....,” ik krab eens flink achter mijn oren. Ik heb geen idee wat ik daar nu op zeggen moet. Natuurlijk zou ik dat kunnen uitleggen. Ik denk alleen niet dat het erg pedagogisch verantwoord is om een vijf jarige ‘goed’ uit te leggen hoe hij nu gemaakt is geworden. Ik besluit het roer eens om te gooien en hem te vragen hoe hij denkt dat hij gemaakt is geworden. Ik had natuurlijk gehoopt op een prachtig antwoord, maar ik moest het doen met een ietwat teleurstellende reactie. “Ja mam, als ik dat zou weten hoef ik het jou niet te vragen, toch.” Wederom stond ik even met mijn mond vol tanden. Nog voordat ik daar op kon reageren, huppelde hij alweer voor me uit.
Vanuit de verte kon meneer de bioscoop al zien. Alsof hij een goede vriend weer sinds lange tijd in zijn armen kon sluiten, rende hij er op af. “O bioscoopje daar ben je dan! Ik ben zo blij dat ik weer eens hier ben,” gilde hij het uit. Even voor de duidelijkheid; de hele film is pure bijzaak. Het aller, aller belangrijkste is de popcorn met een drankje. Een beker met een poppetje erop niet te verstaan. Het meest gelukkige jongetje rende de zaal in. Mama strompelde er wat achter aan met de handen vol met een bak popcorn een beker en een extra flesje drinken. Ik realiseerde me dat ik een mooi plekje gereserveerd had op rij 11. Wat lekker boven aan de zaal is. In mijn hoofd telde ik het aantal stappen. Wat een enorme opgave. De Mount Everest leek daar niets bij. Niet dat ik die ooit beklommen heb, maar het gaat om het idee. Eenmaal op ons plekje zag ik diverse scenario’s voorbij flitsen. Om de seconde sprong mijn zoontje van zijn stoel om bij de popcorn te komen. Laat het zo zijn dat die stoeltjes meteen omhoog klappen zodra ze van enig gewicht verlost zijn. “Schat, mama had graag gehad dat je zo ver mogelijk achteruit gaat zitten. Dan kan je jouw beentjes een beetje wijd doen, zodat de bak popcorn daar makkelijk tussen past. Op die manier hoef je niet steeds op te staan en is de kans dat de bak omvalt een stuk kleiner.” Hij kijkt me aan alsof ik van een andere planeet kom, maar de dringende toon in mijn stem maakt kennelijk genoeg indruk, want hij neemt het van me aan. Uit het niets roept hij een paar keer: “O mam, echt super bedankt dat je dit voor mij wilde doen! Ik vind het zo leuk dat we samen naar de bioscoop gaan!” Wat een schatje is het toch. Dat maakt dat ik alles wederom vergeet. Het is het allemaal waard. Tijdens de hele film kan hij geen minuut echt stil zitten en om de paar minuten moet ik hem er toch even aan helpen herinneren dat hij een bak popcorn tussen zijn beentjes heeft staan. Het wordt spannend. Het einde van de film komt in zicht. Ik zie het gebeuren, maar mijn lichaam reageert niet. Van pure spanning zie ik hoe het mannetje steefs rechter op gaat zitten en naar voren schuift. Met één hand heeft hij het een randje van de bak met popcorn vast. Het spreekt voor zich dat er nog meer dan de helft in zit. De spanning van de film stijgt. Hij valt stil en zit met open mond te kijken. Hij schrikt. De bak met popcorn zie ik in slo motion de lucht in gaan en als een soort van mislukte hagelstenen vliegen de stukjes popcorn uit de bak over hem en de grond heen. Verschrikt kijkt hij me aan en het kost me aanzienlijk veel moeite om niet te schreeuwen en boos te worden. De tranen springen in zijn ogen en het lukt me om de meeste woorden in te slikken. Knarsetandend fluister ik: “Het einde van de film hoef je niet te missen, maar je ruimt het allemaal op zodra de film afgelopen is.” Snikkend knikt hij ja en voegt er nog een paar jammerende sorry’s achteraan. In gedachte vraag ik me af hoe hij het toch telkens weer voor elkaar krijgt om popcorn te laten vliegen.
Tip voor de volgende keer; dubbelzijdig plakband meenemen en de bak met popcorn vastplakken!
0 notes
Text
Laatste opdracht
Hallo iedereen, hier is het laatste opdracht van mijn boek. In deze opdracht moet ik een alternatieve opening voor mijn boek verzinnen. In het boek gaat de opening over de begrafenis van de vader van Simon. Ik ga mijn opening over het inbraak in de winkel van de vader doen.
Opening
Simon was in de winkel van zijn vader. Hij was net gestorven in Frankrijk. Hij keek verdrietig naar zijn winkel, hij ging daar niet zoveel, eigenlijk kende hij zijn vader niet zo goed. Hij was alleen. Hij ging naar het achter winkel om naar de spullen van zijn vader te kijken. Hij hoopte iets interessants te vinden. Toen hoorde Simon iets, hij geloofde dat het de deur was.
“De winkel is toe, mijn vader is er niet.” zei Simon. Hij hoorde geen antwoord dus dacht hij dat hij gewoon gehallucineerd had. Hij keek naar een oud foto. Erop waren er zijn gestorven moeder, zijn net gestorven vader en hemzelf. Hij dacht in zijn hoofd dat hij echt geen geluk had om zijn twee ouders kwijt te raken. Hij hoorde weer een rommelig geluid in de winkel.
“Wie bent u?” Simon was een beetje bang omdat hij geen antwoord kreeg. Hij pakte een kleine maar scherpe mes van zijn vader.
“Als u niet zegt wie u bent, dan” hij had de tijd om zijn zin te eindigen dat het mysterieuze man antwoordde.
“U wilt niet weten wie ik ben, en ik ben zeker dat u niks zal doen. Ik wil alleen mijn spul terug.”
“Uw spul? Wat voor spul. Mijn vader is net”
“Dat weet ik. Is het niet raar? Hij bleek een normaal leven te hebben en nu is hij ineens dood. Het enige dat je hebt is een kleine brief. Maar dat is nu niet wat me interesseert. Geef me gewoon wat ik wil en je gaat niet in de problemen raken.” Simon wist wat doen, hij wist zelfs niet wat hij wou, en wist niet wat die man hem kon doen, en wat bedoelde hij met zijn vader?
“Ik weet niet wat je van me wilt, maar ik wil echt geen problemen. Pak maar wat je wilt, maar laat me met rust.” Zijn hart bonkte in zijn hoofd, hij was nu zo bang en zo kwijt. Simon kende een kleine plaats in het achter winkel om zicht te verstoppen, hij ging daar. Hij was achter een kast verstopt, hij zette boeken voor zich om zich nog beter te verstoppen. Hij hoorde de stappen naar hem komen, zijn hard bonkte nog harder.
“Ik wil je geen kwaad Simon, ik wil gewoon mijn spullen terug.” Hoe kende hij zijn naam? Simon zag de voeten van de man voor zich. Het tijd stopte. Hij hoorde niks meer. Hij zag niks meer. Hij kon zelfs niet meer denken. En wanneer hij weer kon horen, zien en denken, was die man al weg. Het eerste ding dat hij deed, was kijken wat die man gepakt had. Eerst bleek alles goed, hij zag niet wat hij gepakt had. In de winkel had hij eigenlijk niks gepakt. Hij keek naar het achter winkel en zag dat de man 1 schilderij gepakt had. Maar hij begreep niet omdat die schilderij er al jaren er was, niemand wou het kopen. Nu dat hij wist wat hij gepakt had, moest hij de politie bellen.
“Hallo, met de politie.”
“Hallo, ik ben Simon de Vere. Kan ik uw naam alsjeblieft weten?”
“Liese, Liese Meerhout. Nu, wat is er aan de hand Simon?”
“Mijn vader is vorige week dood, dus ging ik naar zijn antiekwinkel om iets misschien te vinden, of gewoon om op te ruimen, ik weet het zelf niet goed. Dus ik was er en daarna kwam er een man. Ik wist niet wie hij was, maar blijkbaar kende hij mijn vader heel goed, hij kende zelfs mijn naam. De enige ding die hij pakte, was een oude schilderij dat mijn vader had.”
“Goed, dank u Simon voor die informaties. Ik zal mijn best doen om te weten wie het was. Eerst kan je me iets meer over het schilderij vertellen?”
“Ehm, niet echt ik heb er nooit erg aandacht aan gegeven. Maar ik denk dat het een soort van Afrikaanse schilderij was. Maar dat is de enige dat ik kan zeggen en ik ben er zelfs niet zeker van, sorry Liese.”
“Dat is geen probleem, ik ben hier om het te vinden. Simon, kunnen we ons misschien morgen zien? Op een café, gewoon om samen erover te praten, over dit en je vader.”
“Ja, dat is mogelijk. Morgen 16 uur op de grote marktplaats?”
“Goed, tot morgen.”
“Tot morgen.”
Dit was het allemaal, ik hoop dat het leuk was! Ik hoop dat we ons samen nog wel zullen zien, en ik hoop in niet te lange tijd! Tot ziens!
1 note · View note
dorpsgenoten · 4 years
Text
Een wit tegeltje met een zwart randje
Tumblr media
Ik vraag het me soms af, waarom wildvreemde mensen spontaan hun hart bij mij uitstorten. Ik vraag het wel eens aan vriendinnen ‘gebeurt jou dat ook?’ Of: ‘Wat doe ik dan dat dat steeds gebeurt?’ ‘Nou ehhh, geen idee en nee, Diaan, dat gebeurt me nooit’  is het standaard verbaasde antwoord. Ik vind het bijzonder, en soms moeilijk omdat het ook voor mij heel aangrijpend kan zijn. Ik ben niet iemand die op zo’n moment kan zeggen, hee sorry, ik heb nu ff geen tijd, doe maar niet joh. Dus het kost mij nogal eens wat, tijd maar ook emotie.
Zoals vanmiddag.
Onze badkamer gaat er deze week uit. Na jaren spontane afwatering van het douchewater naar buiten is de zijgevel van ons huis wit uitgeslagen, het kon niet langer. Dus we moeten tegeltjes.
‘Nu had ik dat al lang geregeld met de aannemer’,  legt mijn echtgenoot uit aan de tegelverkoper. ‘Maar mijn vrouw wil ineens anders. En dan zeg ik na 30 jaar samen: tuurlijk schat, kijk jij maar, ik hoor dan nog wel wat ik mooi vind.’ Ik wacht op het standaard vrouwengrapje van demanneondermekaar na deze ‘lollige’ opmerking van echtgenoot, we bevinden ons per slot van rekening in bouwvakkersland, maar de verkoper kijkt me aan en zegt: ‘Ik had ook getrouwd kunnen zijn. Al heel lang, en ook kinderen kunnen hebben.’
Het  verbaast me.  ‘Maar je bent toch nog hartstikke jong?’ Ik schat de man hooguit eind 30.
‘Wilt u dat tegeltje wit of gebroken wit..?’ gaat de verkoper verder. ‘… Ik was 18 en zij 17, en we wisten dat het goed zat, al na een paar maanden. Dus we dachten, als zij 18 is gaan we trouwen. We hadden alles al geregeld voor de bruiloft. Dat heb je dan, dat alles klopt en je samen oud wilt worden. Maar in plaats van met haar trouwen kon ik haar begraven. Zij fietste rechtuit en de bus ging de bocht om. Ze was op slag dood.’
Ik reageer voor mijn gevoel stom, ontoereikend, met gemeengoeden als ‘wat afschuwelijk’ en ‘dan stort je wereld in’. Want wat zeg je in vredesnaam tegen iemand die tegenover je staat met een wit tegeltje in zijn handen, en de tranen in zijn ogen?
‘U wilde toch een zwart randje bij dat witte tegeltje?’ Ik knik bevestigend, stil.
‘Want weet u ‘ gaat hij verder, ‘het leven gaat door, maar over zoiets kom je nooit meer heen. Ik heb vaak gedacht, voor mij hoeft het niet meer.’ Ik raak begripvol zijn arm even aan. Troost, iets… ‘Maar je bent er nog!’
Hij klaart wat op en knikt van ja. ‘Ik heb weer een vriendin nu, en zij begrijpt het. Het komt goed.’
‘Ik vind jou een sterk mens,’ zeg ik.
De verkoper pakt glimlachend een zwart tegelrandje van een rek. ‘Deze maar doen dan..?’
‘Wat gebeurde er nu toch weer?’ vraag ik buiten aan mijn echtgenoot. Ik ben een beetje van slag. ‘Geen idee,’ antwoordt hij. ‘Ik zag het gebeuren. Je kocht een wit tegeltje met een zwart randje.’
0 notes