#Leen De Groot
Explore tagged Tumblr posts
Text
Theo’s Buitelingen (51): “Koersen” om des keizers baard
Het was al efkes geleden dat ik er geweest was. Nou ja eventjes; het dateerde in feite al van 1965.Zondag 25 juli om precies te zijn. Ik herinner het me nog als de dag van gisteren. Nog naar devroegmis gegaan, die van de duivenmelkers en de renners. En van de ouden van dagen, want diedenken dat ze altijd te laat komen. Nou nog hoor. Kijk maar eens ’s morgens. Al vóór acht uur staanze al aan de…
View On WordPress
0 notes
Text
De Joubertstraat gezien vanaf de Brede Hilledijk met op de hoek een bakkerij, 1975-1977. 🆕️
De Joubertstraat draagt de naam van Petrus Jacobus (Piet) Joubert, 1831-1900, vice-president van de Zuid-Afrikaanse Republiek. Ook was hij commandant-generaal over de Transvaalse krijgsmacht.
De benaming 'hille' komt in oorkonden betreffende Holland, Zeeland, Voorne en Putten in het bijzonder voor als door water omringde buitendijkse gronden. Op 17 maart 1447 werden de hillen van Katendrecht door de heer van Gaesbeek en Putten aan Jacob Pot en zijn echtgenote in leen uitgegeven. Op 20 februari 1525 werden de uitergorzen, genaamd de Hille, aan de oostzijde van Charlois 'met alle slikken, aanwassen, visscherijen, vogelarijen, jaerschot, nat ende drooge dijcken enz.' door de uitgevers van Charlois verhuurd. Deze Hillepolder, waarvan de grondverkaveling op 23 augustus 1529 plaats vond, was 240 morgen groot en kreeg toen een sluis en een sluisvliet. De Brede Hilledijk beschermde de polder aan de Maaszijde, de Hilledijk aan de zijde van het Zwanegat, de Groene Hilledijk scheidde de Hillepolder van Karnemelksland.
De foto is gemaakt door de Fototechnische Dienst Rotterdam en komt uit het Stadsarchief Rotterdam. De informatie komt eveneens uit het Stadsarchief Rotterdam.
0 notes
Text
Verzet is de enige waarheid (2014)
Ik heb altijd m’n geld verdiend. Eerst in een vaste baan, daarna als freelancer. Soms waren er magere jaren. Maar er waren ook tijden dat ik veel meer verdiende dan ik in dienstverband had kunnen vangen. Daarom konden m’n ex en ik een leuk huis kopen in Amsterdam, en stond er een Volvo S70 voor de deur. En toen sloeg in 2011 de crisis toe. Ik werd wegbezuinigd bij m’n vaste opdrachtgever.
Tegen die tijd was ik verslaafd en chronisch depressief. Maar dat kon m’n opdrachtgever niet veel schelen: ze wist het al een jaar, want ik had het eerlijk verteld. Ze heeft me nog twaalf maanden kunnen handhaven, en toen moest ik er uit. Dat ze me zo lang binnenboord hield, vond ik een daad van groot humanisme.
Niet lang na m’n ontslag kon ik thuis vertrekken. De twee jaar daarna hing ik vooral rond in klinieken en ziekenhuizen, wat ook z’n charme had. Maar werken kon ik niet, en dus kwam er geen cash binnen. Ook als noodlijdende freelancer krijg je niet zomaar een uitkering. Zeker niet als je een ex hebt met een managers-inkomen. Maar dat wou en wil ik principieel niet aftappen in de vorm van alimentatie. Ik weet namelijk hoe hard ze werkt voor die centen, en ik gun ze haar van harte.
Ik probeer weer aan de slag te komen, maar in mijn tak van sport is er weinig werk. Het resultaat is armoede en schulden. Laatst stond er een deurwaarder op de stoep. Een correcte functionaris trouwens, die een dagvaarding kwam brengen. Omdat ik een rekening van een verzekering al een jaar systematisch niet betaald had, moest ik voorkomen. M’n begeleidster van mijn beschermde woonvorm stak daar een stokje voor, door uitstel van betaling te regelen. Dat moet ze wel vaker voor me doen de laatste tijd.
Ik laat het allemaal gebeuren, zonder schuldgevoel. Vroeger dacht ik dat armoede vernederend was. In de praktijk valt dat erg mee. Als je geen geld meer hebt, en alleen schulden, hoef je je bijvoorbeeld niet af te vragen waar je je geld aan moet uitgeven. Dat scheelt kopzorg.
Je wordt ook creatief van armoede. Ik rook, en dat is duur. Nu wil het geval dat mijn vader – ironisch genoeg zelf longkankerpatiënt door kettingroken – altijd een paar pakjes shag meebrengt als hij langskomt. Maar dat is niet genoeg, want ik ben net zo’n liefhebber als hij. Gelukkig word ik omringd door andere psychiatrische gevallen, en dat zijn bijna altijd verstokte rokers.
Dat betekent volle asbakken op het dakterras. Als ik niks meer te roken hebt, en als niemand kijkt, ga ik peuken scoren. Dat is best spannend. In de oorlog doen mensen dat trouwens ook, dat is bekend. En omdat ik geloof dat de Derde Wereldoorlog al lang is uitgebroken, acht ik m’n vuilnisbakkengedrag perfect gelegitimeerd. Ik vind het op een bepaalde manier ook erg romantisch om te doen.
Mijn buurvrouw betrapte me laatst, en kwam met een paar pakjes gruis aanzetten. De solidariteit onder armen is hartverwarmend. Daar kunnen rijken nog wat van leren, met hun greed is good-mentaliteit. Mijn buurvrouw is trouwens ook erg arm. Ze zit in de schuldhulpsanering. Als ze geen beltegoed meer heeft, leen ik haar altijd mijn telefoon. Voor wat hoort wat. Mijn buurvrouw en ik begrijpen elkaar uitstekend.
De zorginstelling waar ik woon voorziet in een dagelijkse warme maaltijd. Ook krijg ik 15 euro boodschappengeld per week, maar dat is zo op. In de bijbel staat geloof ik dat je mag stelen van de rijken als je honger hebt. Dat laat ik me geen twee keer zeggen. Dus jat ik af en toe een paar sneden brood, en een handje koffie. Ik zal maar niet zeggen van wie, om gesodemieter te voorkomen.
In de supermarkt stelen durf ik niet, door al die camera’s. Wel overweeg ik te gaan bedelen bij de ingang. Dat moet lukken, als ik in m’n rolstoel zit en een tragisch gezicht produceer. Maar ik moet eerst uitzoeken of de plaatselijke politieverordening bedelen verbiedt. Is dat zo, dan kan ik een bekeuring krijgen. Die ik uiteraard niet kan betalen.
Dan moet ik iets anders verzinnen. Internetoplichter worden. Of oude vrouwen bij de pinautomaat met babbeltrucs hun AOW afhandig maken. Hoewel, tegen dat laatste zou ik morele bezwaren hebben. Toch schijnt het veel voor te komen. En ik denk dat ik wel weet waarom.
Laatst zei een staatssecretaris dat pensioengerechtigden hun inkomen maar moeten aanvullen met een moestuin. Later trok ze haar keutel weer in, maar de uitspraak is veelzeggend. Ondertussen staat het kabinet toe dat managers van de staatsbank ABN/AMRO zichzelf nog steeds ongegeneerd verrijken door hun toch al fijne inkomen met twintig procent te verhogen. En bijstandsgerechtigden die weigeren goed Nederlands te leren, kunnen hun uitkering kwijtraken.
Ik voorspel dat het nog veel erger wordt. De indirecte boodschap aan armen luidt dat het allemaal hun eigen schuld is. Nu heb ik altijd hard gewerkt, en ik weet dat ik er niks aan kan doen dat ik geen geld heb. Daarom heb ik besloten trots te zijn op mijn armoede. Ik wil niet meer horen bij een bezittende klasse die drop-outs ongegeneerd stigmatiseert en nog verder in de ellende stort. Dus onderga ik mijn materiële neergang met alle zelfrespect. “Verval is de enige waarheid”, schreef Arnon Grunberg laatst. “De rest is verkoop.”
0 notes
Text
Wat? Self Portrait (1885), In the Bois de Boulogne (1879) en Girl on a Divan (ca. 1885) door Berthe Morisot, Young Woman (ca. 1769) door Jean-Honóré Fragfonard, Winter (1880) door Berthe Morisot, Mrs. Mary Robinson (1780-81) door George Romney, Paula Gobillard Painting (1887) en Children with a Basin (1886) door Berthe Morisot
Waar? Tentoonstelling Berthe Morisot – Shaping Impressionism in Dulwich Picture Gallery, Londen
Wanneer? 5 augustus 2023
Eén van de opties tijdens mijn bezoek aan Parijs was een bezoek aan het Musée Marmotan Monet. Het museum bezit een fraaie collectie Monets, waaronder de nodige waterlelies en het werk waaraan de impressionisten hun naam danken: Impression Soleil Levant. Daarnaast hebben ze ook een aardige collectie werken van Gustave Caillebotte en Berthe Morisot. Uiteindelijk paste het bezoek niet in mijn schema en nu ik hier in de Dulwich Picture Gallery rondloop, denk ik dat dat maar goed was ook. Ongetwijfeld zal de verzameling Monets op orde zijn geweest en de Caillebottes zullen ook wel aan de muur hebben gehangen, maar veel Morisots kunnen er in het Parijse museum niet meer hangen. Een groot deel, waaronder prachtige werken, hangt namelijk hier in Zuid-Londen op de tentoonstelling Berthe Morisot – Shaping impressionism.
Het allereerste doek bijvoorbeeld hangt gewoonlijk in het Marmotan Monet. Het laat gelijk zien waarom ik Berthe Morisot de meest radicale impressionist vind. Het is een zelfportret en de verfstreken zijn even zelfverzekerd als haar blik. Links onderin worden palet en penseel weergegeven in een paar woeste strepen. Ook het werk ernaast, In the Bois de Boulogne. dat ze samen met een ander werk op één dag schilderde, vertoont de zelfde zelfverzekerdheid. Criticus Chrales Ephrussi merkte op dat Morisot werkte met “een palet van geplette rozenblaadjes”. Hij schreef: “Deze plezierige levendigheid, sprankelend en frivool, doet denken aan Fragonard.” Het is niet de laatste keer op deze tentoonstelling dat Morisot met Fragonard wordt vergeleken. Die vergelijking wordt begrijpelijk als we Morisots Girl on a Divan vergelijken met Fragonards Young Woman. Beide schilderijen in snelle, gewaagde verfstreken.
Morisot bewonderde een aantal Engelse schilders, zoals George Romney. Als je zijn Mrs. Mary Robinson naast Morisots Winter ziet hangen zie je onmiddellijk dat Romney’s werk hier als voorbeeld heeft gediend. De positie van het hoofd, de blik, de mond en de mof komen te zeer overeen om toeval te kunnen zijn,
In de laatste zaal hangt een aantal zeer fraaie doeken: een portret van Berthe’s twintigjarige nichtje Paule Gobillard achter een schildersezel en Children with a Basin. Beide werken zijn te leen van het Marmotan Monet.
0 notes
Text
Torres Eiffele aan die probleem van metaalstrukture is die probleem van gewapende beton, 'n materiaal wat, terwyl dit dieselfde komposisievryheid en dieselfde onafhanklikheid van die statiese wette van gewig en weerstand toelaat, hom figuurlik tot 'n meer komplekse reeks effekte leen, nie meer nie. net lineêr of grafies, maar plastiek. So word die eerste formele oriëntasies van die nuwe argitektuur uiteengesit: oorheersing van die leemte oor die volle, vrye kommunikasie tussen interne en eksterne ruimte, nuwe ligeffekte as gevolg van die uitgebreide gebruik van glas, die moontlikheid om die gebou in hoogte en breedte ver te ontwikkel verder as die gewone proporsionele verhoudings gekondisioneer tot die ekwivalensie van die plastiese en statiese feit, intuïsie van ruimte as 'n "dimensie" of suiwer uitbreiding in plaas van as 'n proporsie. Aangesien die sterkte van 'n yster- of betonelement nie meer ooreenstem met sy volume en gewig nie, maar met sy verlenging of "duur" in die ruimte, met sy seksie, met sy vorm, met sy spanning, met sy lewendige aansluiting of artikuleer met ander elemente; 'n "dinamiese" volg die konstruktiewe "statiese". Alhoewel metaalstrukture en die nuwer toepassings van sementstrukture steeds verkieslik vir tegniese en industriële konstruksies (brûe, afdakke, spoorwegstasies, hangars en dies meer) gebruik word, is die aktiwiteit van "ingenieurs" ongetwyfeld baie lewendige bydraes te danke aan die tipologievorm van moderne argitektuur (sien perret; freyssinet; nervi, in hierdie toepassing.). as die argitektuur van metaalstrukture en betonmateriale ook sy oorsprong put uit die romantiese hergeboorte van studies oor die "dinamiese" strukture van die Gotiese en as die probleem van die funksionaliteit van die vorm daarin 'n streng omgewing vind, het hierdie ervaring ook uitgeoefen 'n sterk invloed op die bepaling van die sosiale aspekte van die nuwe argitektuur. Daaraan is ons in geen geringe mate te danke aan die bloei van daardie Art Nouveau- of Liberty-argitektuur wat die definitiewe losmaking van nie net die kunstenaars nie, maar van die publiek van die formele tipologie van tradisie aandui; en wat vinnig uitgebrei het van konstruksie tot alle vorme van meubels en toegepaste kuns, maar bowenal deur tipes te skep wat maklik deur die industrie vervaardig kan word, 'n groot sosiale invloed uitgeoefen het. Daar moet ook onthou word dat die gebruik van metaalstrukture en beton die tradisionele konstruksieproses ingrypend verander het, deur die gebruik van voorafvervaardigde elemente bekend te stel en sodoende die verhouding, noodsaaklik vir die ontwikkeling van moderne argitektuur, tussen industriële produksie en bouproduksie te verstewig. Dr De Beer
0 notes
Text
*Bij thuiskomst uit Guinee Bissau lag dit treurige bericht bij de post: tante Emmy was overleden. Zij paste op ons in de 60er- en 70er jaren als onze ouders op vakantie gingen, een schat van een surrogaatmoeder, uit de Posthoornparochie. Tante Emmy was Duitse, getrouwd met de reusachtige ome Rinus, een havenarbeider; je kon haar lekker pesten door haar 'Met schone schoenen in Scheveningen' te laten nazeggen. Dat werd: 'Met sjoone sjoenen in Sjeveningen'. Ze giegelde er zelf ook om dat het haar niet lukte.
Ze vond het heerlijk jaren later als ik met de kinderen een bezoekje aan haar bracht, terwijl er in haar keukentje in de Marnixstraat altijd wel een potje op haar petroleumstelletje stond te pruttelen. Schüß tante Emmy.
*Het eind van het jaar uitgeluid door kaartjes van Jerommekes loyale brandweervrienden in feestkleding.
*Maar eerst toch maar even op deze laatste dag van het jaar naar de Eerste Hulp: uit een flinke schaafwond op de zijkant van mijn rechteronderbeen, die ik nog had opgelopen in Guinee Bissau door van een heel smal rijstvelddijkje af te glijden met een zwaar camerastatief over mijn schouder, kwamen rookwolkjes. Nou ja, zo leek het bijna; mijn open schaafwond, zo groot als een bierviltje, leek op de mond van een boze vulkaan: in allerlei vijandige kleuren leek hij bijna uit te barsten. De kinderen vonden het gruwelijk prachtig.
Één groot strepto- en staphylococcenfeest, maar eind goed al goed: het is een indrukwekkend litteken geworden in dit nieuwe jaar 1994.
*Waar ook rook uitkwam was uit de relatie tussen Jaantje en mij. Het stuurde op een scheiding aan. Met vanzelfsprekend de beste begeleiding van onze kant naar de vier kinderen toe. Dat lukte goed.
*Ik ging het huis uit en kwam via oude schoolvriend Cees de Groot aan een antikraakwoning op het Haarlemmerplein pal tegenover de ophaalbrug.
*Jaantje begeleidde de kinderen het schooljaar uit (een record voor de Theo Thijssenschool dit jaar: vier kinderen uit één gezin met dezelfde achternaam als leerling).
*We verkochten in 1995 ons huis op de Egelantiersgracht. Op het fotootje hieronder kandidaat-koper Anneke Boeke, een oude vlam van me uit de middelbare schooltijd. Het huis werd verkocht aan de bekende Amsterdams-Italiaanse schoorsteenvegersfamilie, die, heb ik horen zeggen, al na een half jaar de hele boel weer doorverkochten, omdat ze nooit meer bezoek kregen vanwege het moeilijk parkeren.
*Jaantje verhuisde in de zomer van 1995 definitief met partner Leen, die ook vier kinderen onder zijn hoede had, naar het platteland rond Reeuwijk om daar een boerderijtje te kopen en verbouwen.
*Elke vrijdag, zaterdag en zondag om de twee weken kwamen Mick, Coco, Jur en Lili naar Mokum.
*Ik kon wel bij de verhuispakken gaan neerzitten maar daar was ik nooit goed in en ik had er helemaal geen tijd voor: het barstte van het werk bij de bekende productiemaatschappijen. De weken vlogen om.
*Een vraag van een nieuwsgierige Aag.
2 notes
·
View notes
Text
Burcht van Leiden
Halverwege de elfde eeuw werd er een voorloper van de Burcht gebouwd en is daardoor een van de oudste nog bestaande voorbeelden van een burcht in Nederland. Het bevindt zich midden in Leiden, op de plek waar de twee armen van de Rijn samenvloeien. Het ronde bouwwerk bevindt zich op een motte, een kunstmatige heuvel, en kan worden betreden door een zandstenen poort.
Met het opwerpen van de heuvel werd in de 9de en 10de eeuw begonnen. Het was een met palen omheinde vluchtplek voor mensen en hun vee tegen mogelijke belagers. Uit onderzoek is gebleken dat er rond het jaar 1000 op deze plaats ook een houten gebouw stond.
In de elfde eeuw werd de heuvel diverse malen verhoogd tot ca. 9 meter boven de omgeving. De Burcht werd aan de oostzijde met een grote brede gracht afgesloten van de rest van het Waardeiland.
Onder graaf Dirk VI maakte de houten omheining plaats voor een tufstenen ringmuur. Tijdens de Loonse Oorlog liep de burcht in 1203 en 1204 bij gevechten grote schade op, die werd hersteld met kloostermoppen. Omstreeks 1275 werd de ringmuur herbouwd, waarschijnlijk in opdracht van Floris V.
In de veertiende- en vijftiende eeuw wordt er een toren genoemd, waarvan de functie onduidelijk is, mogelijk een voorraadtoren: voor bewoning was het oppervlak te klein. De burcht verloor zijn militaire functie, doordat het gebouw steeds meer ingebouwd raakte.
De Burcht was tot in de 17e. eeuw in handen van de burgraven, die het in leen ontvingen van de Graven van Holland. In 1651 kocht het stadsbestuur van Leiden de Burcht.
In de jaren na 1651 werd een nieuwe toegangspoort gebouwd in de zuidelijke muur, die werd verfraaid met natuurstenen wapenstenen en het stadswapen. De wapenschilden rondom het hek en de toegangspoort zijn van de burgemeesters van de stad. Zij lieten aan de voet van de heuvel het Heerenlogement met koetshuis bouwen.
In de eeuwen daarna werd het bouwwerk nog regelmatig gerestaureerd en aangepast. De leeuw boven de poort (1662) is van beeldhouwer Rombout Verhulst.
De heuvel werd verfraaid met overgroeide latwerken en een doolhof binnen de ringmuur. Een bijzondere functie kreeg de Burcht als watertoren. Een waterkelder werd in 1693 aangelegd aan de voet van de heuvel. Vanuit de kelder werd met een rosmolen water gepompt naar twee waterreservoirs op de top
De gracht die van de Oude Rijn naar de Nieuwe Rijn liep is deels in de 17e eeuw gedempt. Het laatste stuk werd in 1917 gedempt. Hierdoor ontstond het Burchtheuvelpad langs de heuvel van de burcht.
De burcht staat hoog boven de stad op een kunstmatige heuvel en is een van de best bewaarde voorbeelden van een motte kasteel.
De burcht is voorzien van een borstwering met kantelen en heeft een doorsnede van circa 35,5 meter. Het muurwerk is gemiddeld 6,2 meter hoog en heeft een dikte van 80 tot 90 centimeter. Aan de binnenzijde is de burcht voorzien van diepe bakstenen spaarbogen. Boven deze constructie bevindt zich een weergang. In de muur zijn op verschillende plaatsen schietgaten aangebracht. Een enkele pijler kent een kleine nis.
De motte waarop de burcht staat heeft een hoogte van 12 meter boven het omliggende maaiveld. Aan de noord-, west- en zuidzijde is de heuvel vrij steil, aan de oostzijde ligt halverwege de heuvel een groot grasplateau.
Een andere bekende motte staat op de top van heuvel Montferland. Dit is de grootste motte heuvel van Nederland.
Deze motte is rond het jaar 1000 opgeworpen.
Van de 12 tot 17 meter hoge motte heuvel is ten minste de laatste 7 meter kunstmatig opgehoogd. Het plateau meet 60 bij 90 meter.
De basis van de motte meet 135 bij 150 meter en is omgeven door een gracht en een dubbele aarden wal. Op het plateau zijn resten gevonden van 5,5 meter dikke muren van een mogelijk nooit voltooide tufstenen toren. Mogelijk was dit de motte van het voormalige Kasteel Upladen.
18-10-2020
1 note
·
View note
Text
Hier ben ik terug ... jullie ook?
Woensdag 31 juli 2019
Hier zijn we weer! Fijn dat ik zoveel positieve reacties mocht ontvangen op mijn ‘blogverlof’. Maar nu zijn we weer terug om ons verhaaltje verder te schrijven.
Het waren zalige drie weken. Dochter Els, schoonzoon Nils en kleinzoon Fenno op bezoek … dat is puur genieten hé. Wij waren een beetje bezorgd omdat ons ‘grasveld’ nu niet meteen een biljardlaken is … heel veel putten en bulten, meer klaver dan gras en alles helt serieus af richting poort. Maar die bezorgdheid verdween al snel. De eerste dagen liep Fenno nog een beetje onzeker rond, vroeg hulp op de trapjes … En na enkele dagen rende hij lekker rond, klom helemaal alleen de trappen op en daalde ze weer af via de leuning … Trots!
Ook de potjestraining kende veel succes. Ach wanneer er vier helpende handen extra zijn om je een beetje bij te staan, het potje dicht in je buurt te houden, je toe te juichen bij succes en de koekjes als beloning uit te delen … dan wordt dat hele potjesgedoe veel leuker! Zonder pamper, met een ‘grote jongens broek’ aan, ontdek je al heel vlug wat er gebeurt als je pipi doet … hahaha. Het leuke is dat hij zichzelf ook toejuicht!!! “Jaaaaaaah pipi gedaan”!!!!!
De uitstapjes vielen ook bij ons jonge kereltje erg in de smaak. De Zoo, het bezoekerscentrum van het natuurpark met allerlei Hongaarse dieren, de markt in Pécs, …. Vooral diertjes trekken zijn aandacht … En wij maar fotootjes maken natuurlijk. Maar daar hebben jullie al van mogen meegenieten.
De dagverse groentjes of appelmoes-recht-uit-de-boom, patatjes van opa’s tuin … ze werden met veel smaak gegeten. Met een beetje zelfgemaakte ketchup er bij … njammie. Wat maakt opa toch lekkere bordjes klaar!
Het is ongelofelijk hoe traag een week kan duren en hoe vlug drie weken kunnen voorbijvliegen … Veel te vlug naderde de laatste dag. Pörkölt maken dus. Met de helpende handen van mama en papa, waren de groentjes vlug gesneden. Fenno was heel nieuwsgierig naar wat daar in die grote ketel pruttelde en opa legde het allemaal mooi uit!
Maar ook aan mooie liedjes komt een eind en dus vertrokken ze vorige zaterdag terug naar huis. Wat werd het hier stilletjes! Wil je geloven dat ik nog steeds bij het ontwaken met een of ander kinderliedje in mijn hoofd zit? Ikkeltje kramikkeltje, Hanse pansje kevertje, papegaai is ziek, in een klein stationneke, op een grote paddenstoel, …. Fenno kent ze allemaal en ook de gebaren … Maar ja, nu moet ik ze voor mezelf zingen …
Veel tijd om te treuren hadden we dit keer niet. Vlug het huisje schoonmaken, lakens wassen, bedden maken … want zondag arriveerden onze volgende gasten. Leen, een oud-collegaatje van mij met haar man en twee kindjes. En natuurlijk typisch … wanneer er Belgen aankomen, regent het hé. Maar geen nood, de tuin ontdekken kan maandag ook. En het zwembad gaat niet lopen (enkel overlopen)!
Maandag maakten we een ‘lekkere’ wandeling langs de wijnhuisjes, waar we onderweg pruimpjes, mirabellen en zo konden plukken en we … o ja … ook nog twee speeltuintjes tegen kwamen. Weg plots de vermoeide kinderbeentjes …. Hahaha! Heb je een zwembad ter beschikking … en waar zitten de kids in? Juist … in de plassen … lol … wat een amusement!
Het zwembad is de grootste aantrekkingspool voor de twee waterratjes! Maar toen begaf de pomp/filter het … verdorie … Dus ging Luc samen met Ward een nieuwe halen in Kaposvár. Ze hebben met hun tweetjes nadien de zandfilter in elkaar gestoken en jaaaaah …. Hij werkt! In geen tijd was het water weer lekker zuiver!
Een dagje uitstap wordt afgewisseld met een dagje rust in de tuin … Nu ja … ‘rust’ is een betrekkelijk begrip. Want er moet natuurlijk ook geoogst en verwerkt worden … courgettes, komkommer, boontjes (toverboontjes die eerst paars zijn en groen kleuren als je ze kookt!). Of ‘slangenboontjes’ die Justine vangt en helpt in stukjes snijden. Maar tijdens het onweer was een groot deel van een appelboom gesneuveld en die hebben onze gasten vakkundig ontdaan van de appeltjes en de takken verkleind zodat we ze later kunnen hakselen. Fijn als je zulke helpers hebt! Ook bij het raspen van al die appeltjes (emmers vol) kreeg Luc assistentie! Mathieu liet zich niet kennen en draaide de hendel naarstig rond … ! Al drie vaatjes staan rustig te gisten … de pálinka komt eraan voor de liefhebbers!
De dagen zijn heel intens en de kindjes hoeven niet gewiegd te worden om goed te slapen!
5 notes
·
View notes
Text
Najaar 2019
Juli en augustus in Nederland
Deze twee maanden zijn omgevlogen. Bij thuiskomst een hittegolf en hard werken om de groene explosie weer onder controle te krijgen. Gezelligheid van Rutger en Ella die een weekje in Nederland zijn. Ellis te logeren en Marco en Lucia in het bijhuis voor een paar weken. Alles bij elkaar goed voor veel vrolijke bedrijvigheid. Tot slot vervroegd 65e verjaardag vieren op de mooiste zondagmiddag die je maar kunt bedenken.
Tussendoorde lijstjes van dingen die weer nodig zijn voor de Dutchess. In Nederland beter te vinden dan in de “chandlers” die je onderweg tegenkomt. En ook communicatie met de haven over het afgesproken werk aan de boot tijdens onze afwezigheid. Altijd spannend of het ook zal lukken, maar na Italiaanse ervaringen kan het alleen maar beter zijn...
Vrijdag 30 augustus – Zaterdag 1 september
Om 02.30 uur worden we opgehaald door taxi Woerden, 0.5.00 uur vlucht en 0.8.00 uur in de haven van Preveza inclusief een taxiritje van 5 min. van vliegveld naar de haven. Sneller dan dit kan bijna niet. We vinden de boot glimmend gepoetst op de parkeerplaats, m.u.v. de saildrive is alles in de antifouling gezet. Er komt nog iemand met een potje verf op ons verzoek. Daarna is het wachten tot 4 uur in de namiddag voor de boot in de kraan gaat en wij weer in het water liggen. Er is veel bedrijvigheid in de marina, mensen die gaan en enorm aan het opruimen zijn en mensen die komen zoals wij en die dus hun schip weer bedrijfsklaar maken. Op zaterdag gaan we de zeilen weer “aanslaan”, een heel gedoe want het groot zeil is bij de zeilmaker geweest en dus niet meer op “onze” manier opgevouwen. Het blijft een enorme lap, inclusief de Dutchmanlijnen (hijssysteem, lijnen door het zeil geregen) – de temperatuur is inmiddels van buiten en van binnen flink opgelopen....Maar het komt goed.
Zondag 1 september
Om 11.00 uur vertrekken we, keurig uitgezwaaid door de marinero, zonder wind richting Levkas. Om 13.00 zijn we bij de brug van het kanaal van Levkas – even wachten tot we erdoor mogen.
Om 13.30 liggen we vast in de ons inmiddels bekende haven. Deze keer zonder onze Engelse vrienden Ann en Simon. Zij zijn wél aangekomen, maar gaan richting noorden, terug naar Corfu en dan tot hun spijt door naar Italie en Sicilie. We gaan ze missen. We vinden het stiekem wel jammer, het is wel gezellig om zonder al te vaste afspraken toch af en toe gezellige mensen weer te vinden in de haven waar je aanlegt. In Levkas kunnen we goed boodschappen doen, zowel voor de ijskast als een paar boots onderdelen die niet meekonden in het vliegtuig! Het blijft een hoop techniek...
Maandag 2 september
Na onze boodschappenronde gaan we om 13.30 uur op pad, het eerste stuk door het kanaal. Het is warm en bewolkt met af en toe een spatje regen. De zeilen gehesen, altijd spannend de eerste keer, we zeilen voor de wind. Maar zodra Jeroen de fok wil uitbomen is een gijp onvermijdelijk en draait de wind naar NNO – daarna hebben we met 17 knts lekker gezeild. Op de motor varen we de baai van Vlikho binnen. Dieper in de baai wordt het steeds rustiger. Het anker uit en pakt meteen. Hoera nu gaat de zon ook weer schijnen. Er zwemmen alleen helaas veel kwallen om ons heen, dus alleen even “dippen” om af te koelen.
Dinsdag 3 september
Van Ormos Vlikho naar Sivota – we vertrekken om 11.20 en arriveren om plm. 14.00 uur. De afstanden zijn steeds niet erg groot. Er is weinig wind. De baai is vrij leeg. Wij worden weggestuurd bij een lege aanlegsteiger, waarschijnlijk gereserveerd door een nog aan te komen flottielje van schepen. Dus laten we midden in de baai het anker zakken. Na een tochtje naar de de kant heeft een Australisch/Nederlands zeilschip het nodig gevonden om veel te dichtbij ons te ankeren in een hele lege baai. Er ontstaat een onprettige, ongebruikelijke woordenwisseling en deze man is niet bereid iets te doen. Hij heeft geen leuke middag meer. Zijn vrouw en dochter verdwijnen onderdeks en hij houdt zijn schip en het onze continu in de gaten. Onbegijpelijk gedrag. Gelukkig gaat het net goed bij het zwaaien om het anker en als later de wind gaat liggen durven wij nog een keer naar de kant voor een drankje...De volgende ochtend hoepelen zij gelukkig vroeg op! Sivota is een aardige toeristen/havenplaats, ongetwijfeld enorm ontwikkeld in de laatste jaren. Maar geen hoogbouw, alleen wat terrassen en winkeltjes aan de haven. Een klein strandje en hoger gelegen een paar kleinere apt. complexen. Hier gaan Barthold en Inge en Ellis zondag a.s. hun intrek nemen in Villa Amanthea....
Aan de praat met een plaatselijke bootverhuurder krijgen we het voor elkaar om twee grote jerrycans te leen te krijgen.
Woensdag 4 september
De jerrycans staan inderdaad voor ons klaar!! Na een heel lekker kopje koffie hebben we moed verzameld om de dieseltank - die we bijna leeg hebben gevaren – onder handen te nemen... Het restant diesel eruit gepompt (natuurlijk in een onmogelijke houding) in de jerrycans.
De binnenkant zo goed mogelijk gereinigd, de bacteriele aangroei is ons erg meegevallen. Toch een heel geklieder, maar met veel papierrollen lukt het best. Daarna de operatie weer in ongekeerde volgorde, dus de diesel weer terugpompen... Nu maar hopen dat de motor daar weer als een zonnetje op blijft lopen. ’s Middags heel relaxt aan boord, veel gezwommen en de jerrycans weer retour! Soms valt een klus waar je tegenop ziet erg mee!
Donderdag 5 september
Met wat nieuwe diesel in onze eigen reserve jerry tank van de leverancier aan de haven vertrekken we om 11.00 uur richting vaste land van Griekenland, dus (zuid-)oostwaarts. Met halve wind en een slag (8-12 knts) op ons doel af. Een hele rustige baai, met aan het eind een strand waar in totaal twee campers staan. Verder niemand. Mooier kan je het je niet voorstellen. De dichtstbijzijnde plaats heet Astakos (betekent kreeft, die hier overigens niet te krijgen zou zijn...) wij liggen bij Point Marathia, een verlaten inlet. Alweer een hele relaxte middag. Een beetje onrustige nacht door wat vlagerige wind, maar het anker blijkt bij ophalen zich stevig in goeie klei te hebben ingegraven. Een heel pakket komt mee naar boven!
Vrijdag 6 september
Om 11.30 uur anker op en nog iets zuidelijker gevaren. Deze keer per motor, er is weinig wind, en ook moet de accu worden opgeladen. Safety first. Weliswaar nog genoeg puf, maar beter zó. Om 13.30 vast in Ormos Petalas. Volgens instructies van de pilot naar binnen gevaren om ondieptes te vermijden. En de dieptemeter doet zijn werk. Er ligt een ander schip waar wij in de buurt ankeren. Later volgen er nog een paar. De bergen waar wij hier tegen aan kijken zijn vrij kaal, heel anders dan bij de eilanden. Verder is er helemaal niks op een vissersschip na! Prachtig.
2 notes
·
View notes
Text
Suid-Afrika (wieg van die mensdom).
Suid-Afrika (wieg van die mensdom) na die weste: voedselproduksie het lank voor die res van die wêreld daar begin; dit was die land van oorsprong van die oorgrote meerderheid kweekbare plante en diere wat hulle daartoe leen om grootgemaak te word; dit is op 'n strook van gelyke breedtegraad 22 suid na die see versprei, dus kon boere wyd versprei, plante en diere wat reeds by daardie klimaat aangepas is, en saam met hulle al hul uitvindings saamgebring. Dit het buitengewone bevolkingsgroei en tegnologiese ontwikkeling moontlik gemaak wat ongeëwenaard is in ander dele van die wêreld, behalwe Egipte, aangesien tegnologie vinniger ontwikkel in groot landboustreke met groot menslike bevolkings, talle potensiële uitvinders en baie mededingende maatskappye. . Daar is geen dier wat die mens nie probeer mak het nie, geen plant wat nie probeer kweek het nie, net soos daar geen uitvindsel is wat nie gebruik is nie, as dit nuttig was. Maar baie van die mees voedsame graansoorte was in die Midde-Egiptiese Koos-dinastie gekonsentreer, en die diere wat grootgemaak moes word, was op die Afrika-Azania-vlakte of was destyds afwesig in ander dele van die wêreld.
Stappe deur: Rausule RB De Beer. “Poësie, volklore en gedigte. 'n Kort geskiedenis van die wêreld in die afgelope dertienduisend jaar. helliBoeke.
0 notes
Text
Voor Iedere Avond De mens is kort van dagen en zat van onrust Bijbels Dagboek, C.H. Spurgeon "Voor Iedere Avond" De mens is kort van dagen en zat van onrust. Job 14:1 Het kan ons van groot nut zijn, om dit bedroevende feit te herinneren, alvorens wij ons ter ruste begeven; want het kan dienen om ons losser te maken van de aardse dingen. Er ligt niet iets zeer aangenaams in de herinnering, dat wij niet beveiligd zijn tegen de pijlen van de tegenspoed, maar zij kan ons verootmoedigen en ons verhinderen te roemen, gelijk de psalmist in ons morgenstukje: "mijn berg is vastgezet, ik zal niet wankelen in eeuwigheid." De herinnering aan dit woord kan ons verhinderen ons te vast te wortelen in deze grond, waaruit wij zo spoedig moeten overgeplant worden in de hemelse hof. Laat ons bedenken, dat wij de tijdelijke zegeningen ter leen hebben ontvangen. Indien wij bedachten, dat al de bomen van de aarde door de bijl des houthakkers getekend zijn, zouden wij niet zo gereedelijk onze nesten daarin bouwen. Wij zouden liefhebben, maar met een liefde die de dood verwacht en op scheiding rekent. Onze dierbare betrekkingen zijn ons slechts geleend, en het uur, waarop wij ze moeten teruggeven in de hand van Hem, die ze ons leende, kan zeer nabij zijn. Hetzelfde geldt evenzeer van onze aardse goederen. Heeft niet de rijkdom vleugelen om weg te vliegen? Onze gezondheid is even onzeker. Wij zijn tedere bloemen des velds, en moeten niet menen altijd te zullen bloeien. Er zijn ook tijden van zwakheid en ziekte, waarin wij God moeten verheerlijken door het lijden, en niet door ernstige werkzaamheid. Geen enkele wijze is er, waarop wij kunnen hopen te ontkomen aan de scherpe pijlen van de droefheid; van de weinige dagen van ons leven is er niet een enkele tegen smarten beveiligd. Het leven van de mens is als een vat met bittere wijn; wie daarin vreugde denkt te vinden, moet liever naar honing zoeken in het zilte water van de zee. Lieve lezer! zet niet uw hart op de dingen dezer aarde, maar zoek de dingen die boven zijn, want hier verteert de mot, en breken de dieven door, maar daar is alle vreugde onophoudelijk en eeuwig. Het moeilijke pad is de weg naar huis. Heer! laat deze gedachten een kussen zijn voor het vermoeide hoofd van menigeen.
0 notes
Text
Geciteerd #2: “A room without books...”
Welkom in deel 2 van Geciteerd, een reeks artikeltjes waarin ik even stil sta bij populaire citaten die vooral op het internet op het profiel van vele social mediagebruikers te zien zijn. Verwacht hier geen serieuze, academische analyses, maar luchtige gedachten die bij me opkomen als ik nadenk over deze citaten. Deze keer hebben we het over het volgende citaat:
A room without books is like a body without a soul.
Dit citaat wordt traditioneel toegeschreven aan Cicero, al is het onduidelijk of hij het daadwerkelijk gezegd heeft. Het is momenteel, met meer dan 123 000 likes, het vijfde meest geliefde citaat op Goodreads, en staat daarmee net onder een verwant citaat van Frank Zappa: “So many books, so little time.”
Het citaat lijkt overduidelijk te gaan over de liefde voor boeken en lezen - bibliofilie is daar een technische term voor. En inderdaad, literatuur is zeer waardevol. Carl sagan wist het als geen ander: “Writing is perhaps the greatest of human inventions, binding together people who never knew each other, citizens of distant epochs. Books break the shackles of time. A book is proof that humans are capable of working magic.” (dit citaat heeft helaas minder dan 2000 likes)
Het citaat lijkt dan ook te suggereren dat, gezien hoe waardevol literatuur is, het een zonde is om geen boeken te hebben in je leefruimte. Net zoals de ziel het element is dat het verschil maakt tussen een levend, uniek individu, en een dood lichaam, zijn iemands boeken wat het verschil maakt tussen een anonieme woning die van eender wie had kunnen zijn, en een persoonlijke, authentieke leefruimte die alleen maar van dat unieke individu kon zijn.
Bibliofiele verzamelwoede
Ik ben zeker te vinden voor de idee dat een eigen, hoogstpersoonlijke verzameling boeken in je woning een zeer groot pluspunt is. Het verrijkt je leven. Sommigen hebben echter, volgens mij ten onrechte, dit citaat gezien als goedkeuring tot een soort “bibliofiele verzamelwoede” zoals ik het noem, namelijk het verzamelen van tientallen boeken, gewoon om ze te hebben, noch los van hoeveel waarde men aan elk van die boeken hecht. Je kent wellicht ook wel minstens één iemand die honderden boeken heeft staan, en de meeste wellicht zelden of zelfs nooit openslaat.
Van de beroemde Italiaanse auteur Umberto Eco werd gezegd dat hij een bibliotheek met meer dan 30 000 boeken die hij nooit gelezen heeft bezat, omdat een ongelezen boek voor hem waardevoller is dan een gelezen boek. Eco zal zijn redenen gehad hebben, maar ik voel mij echt niet aangetrokken tot deze “bibliofiele verzamelwoede”. Volgens mij vermindert dit namelijk de waarde van elk individueel boek, want geen enkel (of hoogstens een paar) van je honderden boeken krijgen dan speciale aandacht, de rest wordt stiefmoederlijk verwaarloosd.
Less is more, even more so for books
In de plaats daarvan ben ik voorstander van wat ik (zojuist verzonnen term) “bilbiofiel minimalisme” noem. Dat houdt het volgende in: je maakt een lijst van 20 (of eventueel iets meer) boeken die voor jou de grootste persoonlijke waarde zijn. Dat kan tal van redenen hebben: je hebt er een speciale ervaring mee, het zijn de mooiste boeken die je ooit las, je vindt ze geweldig interessant, ... Het moeten boeken zijn die je keer op keer blijft herlezen, je blijft ervan genieten na de eerste lezing. Deze 20-tal boeken (niet meer dan dat!) mogen in jouw boekenkast, andere boeken komen er niet in.
In jouw boekenkast mogen dus geen boeken waarvan je ze slechts een beetje goed vindt, maar dat je er niet actief, meermaals naar terug zou keren. Dat soort boeken die je oké, maar niet geweldig vindt, leen je volgens mij beter uit de bib (of lees je als ebook), want zo verspillen die boeken ook niets van je kostbare leefruimte, en verminderen ze de waarde van andere boeken in je leefruimte ook niet. Boeken die je toch in je bezit hebt, maar jou niet zo waardevol zijn, doneer je beter aan de kringwinkel of aan anderen.
En mijn lijst? Wel, ze is nog in wording. Ik hoef ze pas klaar te hebben over een jaar of vijf, wanneer ik alleen ga wonen, en echt ook mijn persoonlijke boekenkast zal inrichten. Wat komt er alvast in? Fernando Pessoa’s De rusteloosheid, een van de mooiste poëzieboeken die ik ken, mij aangeraden door een oud-leerkracht, al moet ik het eigenlijk nog lezen. De graphic novels van Shaun Tan, dankzij die zelfde leerkracht ontdekt, met fenomenale prenten. Cosmos door Carl Sagan, niet alleen een prima boek over astronomie, maar persoonlijk belangrijk voor mij als eerste kennismaking met astronomie en wetenschap in het algemeen. Qua filosofie: Gordon Marino’s compilatie met citaten van Kierkegaard, en een kopie van Aristoteles’ Ethica Nicomachea, een nog altijd goed leesbaar werk over hoe iemand een gelukkig, goed mens kan worden.
En voor de rest? Dat zie ik wel nog. Wat zou er in jouw minimalistische boekenkast komen?
0 notes
Text
Fotozaak Hollywood op nummer 194b en Van Haren schoenenzaak op nummer 196b aan de Groene Hilledijk, 1977.
De benaming 'hille' komt in oorkonden betreffende Holland, Zeeland, Voorne en Putten in het bijzonder voor als door water omringde buitendijkse gronden. De benaming 'hille' komt behalve in de betekenis van hoogte en duin ook voor als eiland.
Op 17 maart 1447 werden de hillen van Katendrecht door de heer van Gaesbeek en Putten aan Jacob Pot en zijn echtgenote in leen uitgegeven. Op 20 februari 1525 werden de uitergorzen, genaamd de Hille, aan de oostzijde van Charlois 'met alle slikken, aanwassen, visscherijen, vogelarijen, jaerschot, nat ende drooge dijcken enz.' door de uitgevers van Charlois verhuurd. Deze Hillepolder, waarvan de grondverkaveling op 23 augustus 1529 plaats vond, was 240 morgen groot en kreeg toen een sluis en een sluisvliet. De Brede Hilledijk beschermde de polder aan de Maaszijde, de Hilledijk aan de zijde van het Zwanegat, de Groene Hilledijk scheidde de Hillepolder van Karnemelksland.
In feite bestaat de Groene Hilledijk uit twee gedeelten. Het noordelijke gedeelte vormt samen met de Beijerlandselaan een drukke winkelstraat met veel detailhandel en is tevens de grens tussen de wijken Bloemhof en Hillesluis. Het zuidelijke gedeelte vanaf de Strevelsweg is slechts aan één kant van bebouwing voorzien en loopt door Tuindorp Vreewijk. Ook het oude pand van het voormalige Zuiderziekenhuis ligt aan de weg.
De foto komt uit het Stadsarchief Rotterdam. De informatie komt uit het Stadsarchief Rotterdam en van Wikipedia.
0 notes
Text
Toega, in het rijk van de Evers en Veerberen
Hoort Allen, en leen me uw oor
Voor 't verhaal van Koningin Schimmeldoor
Uw trouwe verteller was hier niet alleen
Maar samen met Toega de Tortel op been
Toega was wijsgeer, dokter, druïde
En kort vooraleer de vrede geschiedde
Tussen de woeste Evers en de stam
van de Veerberen; sloeg de vlam
In de pijp tot een vurig hoogtepunt
Waar uw nederige verteller zich middenin bevond
We trokken door het barre Brinkland
Op een steenworp van beschaving
Waar de nomadenculturen hand in hand
Zich gezamelijk aan kennis konden laven
Maar op een dag, brak het contact
Schimmeldoor werd ziek, de relaties zuur
Gif en geweld doordrongen de setting
En Toega's geduld en kennis moest als vuur
de schakels smeden van de ketting
Aan de ene oever van de rivier 'Stronk'
Woonden de ‘Veerberen’, een stam
Die bedachtzaam en respectvol dronk
Van de vruchten en bomen van het land
Ze lijken op varkens, maar dan meer verfijnd
Rechtopstaand met vingers klein
en snuiten rond - Handelaars wiens
haar zich door rituelen in vlechten bevond
Met een triumviraat als leiders, alledrie 'n man
met zintuig’lijke titels: het Oog, het Oor, de Mond
In tegenstelling tot de beheerste praktijken
Van de Veerberen, leefden aan de overkant 'Evers'
Ruwe, bolsterige, krijsende schreeuwers
Die woest knollen aten; wortels wroetten, eikels!
Aan de droge duinen, uitgedroogde rivierbedden
Hadden zij niet de groene vingers voor irrigatie
Dus joegen ze door de woestijn uit irritatie
En uit hebzucht en lust; Zo verwedden ze goor
Hun lange termijn, conform het adagium
Van Hun Opperhoofd Koningin Schimmeldoor
En dus! Trokken Toega en uw gedweëe Verteller
Aanvankelijk rustig langs de delta van de Stronk
en doken in de wond'rlijk botanisch werreld
van dit droog klimaat dat van de rivieren dronk
Toega liet me allerlei planten zien
Zoals de MAANROOS die enkel bloeide 's nachts
(vanwege de koelte) en die het licht van de sterren vangt
En de SNORHAREN VAN FELIEN
Die zilverwit opspringen langs de oeverkant
Maar toen we lichtjes het wateroppervlak bevoelden
Veranderde onze wandeling al snel in een jacht:
opeens werden we gevangen in de netten van twee Evers
Waar eentje toen gevaarlijk sprak:
"Ik ben Kurzel, dit is Kras, wij hebben opdracht
Om jullie spionnen te arresteren, volgen mag"
Ze voerden ons naar de leren tenten die gerooid
In het zonlicht roken naar honger en huid
En hoe we ook smeekten, ze lieten ons er niet meer uit
Daar zaten ook Veerberen vast: welgeteld drie
“Het is ongezien”, zei het Oog, “het is ongehoord”, het Oor
Maar de Mond zei wijselijk helemaal niets
Maar Toega had een plan: en sprak toen tot Knars
“Beste varken, wij zijn geen spionnen, zoals u ziet
Zijn wij reizigers, niet van hier en niet verdacht
Ik heb gehoord: uw Koningin Schimmeldoor is ziek
Ik ben druïde; en kan haar mijn hulp bieden
En als bewijs van mijn goed gedrag
Heb ik hier in ruil voor uw trust
de allerlekkerste appel die ik mag ontvouwen.”
(omdat hij wist dat een Ever zijn eetlust
Nauwelijks in toom kan houden)
We kwamen bij de koningin, monsterachtig groot
Met poten als bomen; een buik als een luchtballon
Ze lag te kreunen van de pijn, reutelend, vuurrood
maar niets is iets wat Toega afschrikken kon
Hij leunde op zijn staf en sprak rustig tot mij:
“Steek je arm eens in haar neusgaten en grijp!
Grijp maar eens goed; er zit daar iets van kwade,”
Ik volgde zijn bevel en vond tot mijn verbazing
In haar neusholte een klein beeldje van klei
En warempel de Koningin kwam terug op adem!
Al snel was ze beter, en even snel wij weer vrij
En de tijden van gulzig plunderen waren voorbij
Er was pees en vree voor Veerberen en Evers
Ze zwaaiden ons uit toen wij voort moesten bewegen
Met een goed maal en een verhaal op de levers
Vroeg ik Toega, waarom ze ons wouden vangen
Hij sprak: “Wij Tortels verschillen met de varkens
En wel om deze reden:
Zij moeten een ander eerst kennen
Vooraleer ze kunnen leven in vrede"
0 notes
Text
Coronabestendig en kunstproof: 'The 70-series' in het Stedeke Diepenheim bij Galerie Àlafran
Of kunst coronabestendig is? Zelfs zonder mondkapje? Natuurlijk. Kom maar kijken bij 'The 70-Series and More, editie 4' van Toos van Holstein in Diepenheim bij Galerie Àlafran en lees maar in deze aflevering van TOOS&ART #art #expo #tentoonstelling
vorig jaar 5 oktober in Galerie Peter Leen XL
Op 5 oktober vorig jaar onthulde ik samen met levensgezel mijn ‘The 70-Series’ tijdens een groot feest in Galerie Peter Leen XL in Breukelen (lees hiermaar). Het ei was gelegd, de 1e editie van ‘The 70-Series and More’. Nu, vrijwel op de kop af één jaar later, vond op 4 oktober de opening plaats van editie 4 van deze zich door Nederland verplaatsende…
View On WordPress
#alu-dibond#Breukelen#corona#Covid-19#De Lier#Delden#Diepenheim#Eersel#Galerie Àlafran#Galerie Persoon#Galerie Peter Leen#kasteel#Kunstmoment Diepenheim#Museum No Hero#olieverf#oudheid#The 70-Series#Vellekoop Kunsthandel#Venetië
0 notes
Text
Jongste nuus van die boerekorrespondent in Europa het nou per pos aangekom: ons Afrikaanse altyd aan die voorpunt van die inligting van die punte ons brandende korrespondent.
DIE GROOT OORLOG
DIE STANDAARDGESKIEDENIS VAN DIE HEEL EUROPE KONFLIK
VOLUME 3 ???
HOOFSTUK XLVII.
OOSKUS RAIDS EN DIE DOGGER BANK-SLAG, Fint Tevergeefse poging op Yarmouth-Duitse gepantserde Cru gesink deur German Mines-Fog Saves the Raiders trans Our F Scarborough and Whitby M -Aanval op die Hartlepools-The Thind Sold on the British Contr Beatty Caldes die Hood S Derlinger Stel op Fi en verslete Duitse Admiraal se vlagskip Hallinkin
Die verskriklike einde van die 1er-Die Liso beskadig by boë-aksie gebreek van vyandige skepe is amper gesink
Dit was op Maandag, 2 November 1914, dat die Duitse Admiraliteit nuus ontvang het van die oorwinning van hul China Eskader oor die God Hope en Monmouth in die aksie op Coronel. Daar is toe besluit om die gevegskruiser-eskader dadelik oor die Noordsee te loods en die Ooskus van Engeland te bombardeer, met die oog daarop om die paniek onder die burgerlike bevolking van ons land te vergroot. Die Personeel van die Duitse Admiraliteit het dit as vanselfsprekend aanvaar dat die verlies van die sleutelslape in Admiraal Cradock se eskader paniek sou veroorsaak en daar is gehoop dat die bombardement van Yarmouth en Lowestoft die versteuring van die Britte gewelddadig sou verhoog.
mense Daar is ook verwag dat ons gevegskruiser-eskader, onder Sir David Beatty, sou probeer om die aanvallende oorlogskepe onder Agter-admiraal Funke aan te gryp. So 'n nuwe mynveld is gelê tussen Helgoland en Jahde Hay, waar Willieins Javen geleë is. Die idee was om die teenaanvallende Britse skip in die mynveld in te trek, waar 'n groot vloot Duitse duikbote ook opgetree het. Leen het hierdie plan om 'n vlootbetrokkenheid met die vinnige vleuel van die Britse vloot uit te lok vir nege jaar lank uitgewerk. Elke Duitse veel wat vir die operasie ontwerp is, het 'n ongewone aantal streng ques van larpkaliber Die Blacher, tevergeefs in 2023 beplan, voorsien om teë te werk
ons eerste gevegskruiser, kon ses l kanonne wees om agteruit te dra. Toe beland die eerste ware Gem-strydkruiser, die Von der Tann, ook by die vuur van ses groot in Die Moltke en Goeben met nog swaarder geskiet vir 'n terugtrekkende geveg, hulle het elkeen agt 11 in kanonne agteruit gehad, en net voor. Die swaar bewapening van die Seydlitz
op dieselfde wyse gerangskik. Al hierdie skepe is gebou om weg te hardloop, maar veg vreesaanjaend terwyl hulle gehardloop het, en stuur die Briti-eskader in 'n mynveld
Omdat Duitsers deeglik bewus was van die en selfs strydende humeur van 'n lineêre Britse admiraal, het Duitsers na so maniere gesoek om ons skelm te bewerk tot 'n hitte van blinde passie. wat so iets soos 'n mynfie aan die einde van 'n lang geveg oor die hoof gesien kan word.
Die besetting van ons kusdorpe is gekies as die beste middel hiervoor en Dit sou die woede van matrose besweer, sowel as 'n de ing van wydverspreide onseker en vrees in ons burgerlike bevolking
So, soos die aand op Monila November val en, het 'n Duitse groep drie gevegskruisers Wilhelmshaven uitgekom, en die mynveld om Jahdebaai geryg, toe teen hoë spoed der w geskeur vir die Oos-Angliaanse koste Die hulle het teen dagbreek op Dinsdagoggend November aangekom en Een
of Hoogste,
0 notes