#Gehurkt
Explore tagged Tumblr posts
phoenix-positivity · 1 year ago
Text
in deze herinnering zit jij in het gras
geknield, gehurkt, hoe je het ook noemen wilt
het lijkt alsof je zelf nog moet beslissen
of je je eigen daden goed keurt
en dan besluit je uiteindelijk
dat je het goed zal keuren
omdat je anders niet meer met jezelf kan leven
dus bedenk je een plan
waarbij je mij de schuld zal geven
die je zelf niet kunt dragen
zodat jij door kan leven als vrij man
wel druk je mij op het hart
zoals je eerder met je lichaam druk uitoefende
dat ik er nooit over mag spreken
en zal moeten zwijgen tot het graf
ik hoor het aan
en registreer enkel maar de helft
van alle woorden die zich uit jou neerstorten
voor mij op de grond in het gras
zit de man die mij verkracht heeft
die niet lang geleden nog mijn vriend was
die tot voor kort nog mijn vertrouwen had
jij bent begonnen aan een betoog
waarbij jij er als beste uit komt
zodat jij kan ontsnappen aan het oordeel
van de maatschapij en ook dat van jouwzelf
zodat jij morgenochtend wakker zal worden
en zal denken: ‘ik deed toen niets verkeerd’
‘zij heeft er toch echt zelf om gevraagd’
zodat jij rustig de tanden kan poetsen
die langzaam uit jouw mond wegrotten
we zijn nu jaren verder
en nog steeds voel ik het
de pijn die in mij is blijven doorzweren
als een ontstekking die langzaam verder broeit
onder een slecht aangelegd verband
wat heb jij het toch goed voor elkaar gekregen
om mij een schuldgevoel aan te praten dat zo diep zit
dat ik jouw daden nog steeds rechtvaardig
ook als deze op geen enkele manier goed te praten zijn
---
English translation/version:
in this memory you sit among the grass
you're crouched, kneeling down, however I should phrase this
it appears like you are still deciding for yourself
whether you approve of your own actions
and then finally it is decided
that you will approve of them
because otherwise you can no longer live with yourself
so you come up with a plan
in which you will put the blame on me
that you cannot carry yourself
so that you can live as a free man
you put a weight behind your words
like how you applied weight to me with your body
you say that I should never speak of it
and will have to keep silent until the grave
I listen to you
and I register only half
all the words are pouring out of you
in front of me among the grass
sits the man who raped me
who was my friend not long ago
who until recently held my trust
you have started an argument
where you come out on top
so that you can escape judgment
both society's and your own
so that you will wake up in the morning
and will think: 'I did nothing wrong then'
"They asked for me to do it"
so you brush your teeth in peace
yet they slowly rot from your mouth
we are now years further
and i still feel it
the pain that has continued to swell in me
like an inflammation that slowly festers
under a poorly applied bandage
you did such a good job
to instill in me a guilt that runs so deep
that I still justify your deeds
even if they are in no way justifiable
0 notes
devosopmaandag · 3 years ago
Text
‘How much is this everyone’s story?’
Gisterochtend sloeg ik Hillary Mantels 'Vorstelijke personages'* weer open, een bundel met essays. In 'Een ontmoeting met de duivel' vertelt ze het verhaal van haar verblijf in een ziekenhuis, waar ze amper de zeer ernstige gevolgen van endometriose overleeft. Vaak slaat ze met ongeloof haar lichaam gade en onder invloed van krachtige pijnstillers heeft ze voortdurend hallucinaties. Het essay begint ermee dat ze na een operatie een man gehurkt op de rand van haar bed ziet zitten. “Hij heeft een bruine huid, is naakt op een haveloze vel van een of andere bedreigde diersoort na, hij wipt op zijn hielen op en neer en zit zonder de sigaret uit zijn mond te nemen verwoed te roken: puf, wip, puf, wip”. En dat is dan nog niet de duivel uit de titel. Die ontmoet ze in een droom en is gekleed in een lamswollen trui met een V-hals en daaronder een T-shirt. Het is een begin dat je als lezer onmiddellijk bij je nek pakt, waarna ze je verder haar naakte bestaan als patiënt insleurt. Dat doet ze fijnzinnig, sardonisch en indien nodig hard. “Ziekte kleedt je uit tot je authentieke ik, maar dat is geen ik waar graag kennis meemaak. Er wordt te veel waarde toegekend aan authenticiteit”.
Ik bedacht dat ik haar tekst zou kunnen gebruiken om de litanie van mijn fysieke problemen, die nu al acht maanden duurt, weer eens onder ogen te zien. Ik zeg misschien net te vaak in de afgelopen maanden dat ik niet anders doe dan mijn natuur volgen en dus onverbiddelijk optimistisch ben. Is dat mijn ware ik? 's Nachts weet ik soms niet meer wat die natuur is, want wakker liggend laat het lichaam zich het meest gelden. Vaak pas ik afleidingstechnieken toe, soms fluister ik me zelf streng toe.
Ik zie geen duivel op de rand van mijn bed, ik ben bij lange na niet zo ziek als Mantel toen was, maar haar tekst wijst mij er weer op dat wat mij wegleidt van tranen of pessimisme is alles te ondergaan én ernaar te kijken. Erover schrijven, hier en in mijn dagboek. In haar Van der Leeuw-lezing** uit 2016 zegt ze over het biografisch schrijven: “You are always asking yourself not, ‘How much is this my story?’ but ‘How much is this everyone’s story?’" Juist door niet uitsluitend op te gaan in het eigen lijden maar (ook) door erop te reflecteren kan het betekenisvol worden. Ik maak van mijzelf dan een soort everyone, en vind er troost in.
* Vorstelijke personages en andere geschriften | Hilary Mantel | vertaling: Harm Damsma en Niek Miedema | uitgeverij Meridiaan | 2021
** https://www.vanderleeuwlezing.nl/sites/default/files/2018-11/Tekst%20Van%20der%20Leeuw%20lezing%20Hilary%20Mantel.pdf
3 notes · View notes
world4youwatcher · 5 years ago
Video
Odisha : Gadaba woman by ۞ Frans Devriese
0 notes
commetombeunarbre · 6 years ago
Quote
Ik heb je nooit gekend. Je was er zonder dat die zwarte plek in mij er iets van wist, een wolk van tegenstrijdigheden die we heden noemen en vergeten. Toch sprak een stem mij ergens tegen, fluisterde een leugen die niemand nog kon loochenen  of ze verzon waarheden terwijl ik dacht dat jij bestond. Zo vulde je mijn dagen et de schaduw van de uren, en zonder woorden zong je  in mijn open mond. Ik zat gehurkt te wahcten tot je me zou herkennen, maar je keek niet terug. Je staarde naar verdwenen beelden die je de kost gaf met gesloten ogen die ik niet meer vergat.
3 notes · View notes
superune · 9 years ago
Text
Zwabber
Ze nam de foto vast tussen duim en wijsvinger en bekeek hem van dichtbij. Niet te dicht, anders verdween de focus. Het was een kleine zwart-wit foto van een groep mannen op een schip. 7 op 5 centimeter. Licht gekruld en een beetje vergeeld. 
Tumblr media
Op het eerste zicht staat er één verpleegster bij de groep, helemaal links. Bij nader inzien is het waarschijnlijker de scheepskok met muts. Geen vrouwen toegestaan.
Een dertigtal venten uit een andere tijd op een groot schip met militaire allures. Ze vindt het moeilijk om dit beeld te dateren. Jaren 40 of 50 van de twintigste eeuw? Het moet warm geweest zijn die dag. Ze leest de blakende zon af uit de overbelichte witte hemden van de twee enige bemanningsleden zonder zweterig bloot bovenlijf. Wellicht de kapitein en de eerste stuurman. Uit de tevergeefs toegeknepen ogen tegen het felle zonlicht. De afgetekende schaduwlijnen van zonnehoedjes en kepies. 
Niet centraal, maar wel bijzonder opvallend zit er een dikke man. Twee vette mannenborsten en een ton van een buik, half in een reusachtige broek gepropt. “Ik zou nooit denken dat er toen ook al zulke dikke mensen bestonden”, zegt ze luidop, half tegen zichzelf pratend. Omdat zwaarlijvigheid zo’n recent fenomeen lijkt. Dat was exact wat ik ook dacht toen ik de foto kocht. 
Er zijn honderd details die ze niet ziet. Aanwijzingen die het begin van een verhaal zouden kunnen zijn. Zo draagt onze corpulente vriend een papieren kroon. Net als twee van zijn collega’s naast hem. Op die kronen staat iets geschreven. De dikkerd is blijkbaar ‘Queen Neptune’. Onder zijn kroon draagt hij een pruik die eruit ziet als een soort zwabber. Nu is ‘zwabber’ een woord dat ik niet snel zou gebruiken. Klinkt te hollands. ‘Mop’ ook. Maar op synoniemen.net lees ik dat een zwabber ook wel een ‘schippersdweil’ wordt genoemd. Dat is exact wat het op deze foto moet zijn. Een zwabber. Ook zijn buurman met bril heeft een zwabber-pruik. Hij kreeg het epitheton ‘King Neptune’. De letters op de derde kroon zijn moeilijker leesbaar. ‘Royal Master’? 
Het ziet er ludiek uit. Een beetje zottigheid bedoeld om de verveling op zo’n groot schip, ver van huis, te verdrijven.
De drie mannen met een weggeschoren strook haar in ’t midden van hun hoofd zijn intrigerender (een straf? een brandmerk? een statement? figuranten in het Neptunus-blijspel?) De gehurkte man vooraan die de indruk geeft helemaal onder de olie te zitten. De gast met baret en zonnebril, en vooral, de man ernaast die in profiel precies in zijn blote fluit staat. Of de man vooraan rechts die met een vlindermes speelt. De totale afwezigheid van tatoeages. Eén roker. De gesloten sporttas die angstvallig wordt bewaakt. De mix van glimlachende en verbeten blikken. De jongens die geplaagd worden. De mannen die geen blijf weten met zichzelf. De fotograaf, de vinger voor de lens. De handdoeken om het middel. De immense schoorsteenpijpen die gelegenheidshomoseksualiteit suggereren. De onfortuinlijke man wiens hoofd helemaal verborgen blijft achter het hoofd van een collega. De kameraderie. De heimwee. 
Ze legt de foto terug in de witte kartonnen doos op tafel en vertelt over een man die sokkels kwam leveren.
0 notes
ksfreebase · 3 years ago
Photo
Tumblr media
Perspectief. Jullie zien waarschijnlijk alleen iemand gehurkt ergens tussen gras en godknowswhat, reikend naar een soortige bloem/roos in de hoop dat er geen enkele type eczeem ontstaat door al dat onkruid. Jullie hebben gelijk. Oja‼️, pre saven van mijn nieuwe single LIFE is al mogelijk via de link in de bio‼️😌 (at Amsterdam-Zuidoost) https://www.instagram.com/p/CeOsdwUse4I/?igshid=NGJjMDIxMWI=
0 notes
brievenuitinnsbruck · 3 years ago
Text
Het Oosten
De trein tussen Innsbruck en München had vertraging. Om 12:45 kwam ik aan in München. De treinen van OBB en DB zijn op elkaar afgestemd. We kregen info dat de connecties naar Bremen en Hamburg geduldig gingen wachten op hun platform.
De mensen die zich net zoals mij in het gangpad drukten, om die paar seconden terug te winnen, alsof dit het verschil ging maken van een gemiste trein of niet, stelden mij gerust dat de trein ging wachten.
Maar de trein naar Praag is niet afgestemd zoals die tussen de Duitse steden.
Mijn vertragen bracht een onverwachte gedeeld middagmaal mee met mijn neef die in München woont. Al staande aten we in de keuken van zijn bedrijf. Hierdoor kon ik de koude ziekenhuispasta opwarmen en mengen met wat bonen uit de Turkse supermarkt waar ik steeds passeer.
Het gesprek ging op versneld tempo van oppervlakkige updates naar een gesprek over de Locus of Control. Ga ik werken in België? Gaat hij samenwonen met Julia? Een appartement van €1100 in Maxvorstadt is zeer aantrekkelijk om te delen. Zet ik de stap of wacht ik op een duw? Hoe zagen we onszelf en hoeveel controle dachten we te hebben over ons leven?
Locus of Control gaat over in hoever je denkt controle te hebben over de ‚outcome of events‘. A person‘s locus can be internal (control one‘s own life) or external (outside factors control your life).
Hoe dat je jezelf evalueert/inschat hangt erg af van deze ‚locus of control‘. Andere factors zijn neuroticism (= normale situaties als stressvol aanzien), self-efficacy (het geloof dat je gedrag kan vertonen dat nodig is om bepaalde doelen te halen, uitdagingen worden niet gezien bedreigingen) en self-esteem (hoeveel waarde aan jezelf geef je, hoe hoog schat je jezelf in).
Interessant genoeg om verder over na te denken. Maar nu al duidelijk hoe groot de impact is van deze op onze carrière (meer als op persoonlijk vlak?).
De trein richting Praag brengt je direct in de sfeer. Hier stap je direct Oost-Europa binnen. De wagons zijn gevuld met groepen feestvierders met papieren zakken met halve liters Augustiner in en een allegaartje van mensen die ik moeilijk kan inschatten. Wat gaan de mensen zoeken in Praag?
De laatste keer dat ik in Praag was, was ik nog student. Erasmus student misschien zelfs. Dat is 8 jaar geleden. Met 3 Fransen namen we een Blablacar die ons van München naar Praag bracht. Hij reed gevaarlijk snel. Ik herinner me goedkoop eten, veel wandelen in winterse temperaturen en een paar schone boekenwinkels met verbazingwekkend veel boeken in het onleesbare Tsjechisch. En een soort gebak op cilinders boven houtskoolvuren die botergeel waren van binnen en in dik kristalsuiker werd gerold, Kürtőskalács. Blijkbaar oorspronkelijk iets uit Transsylvania.
Tumblr media
Daarnaast de alomtegenwoordigheid van Kafka en die andere bekende Tsjechische kunstenaar, Alfons Mucha.
Deze keer was het een vrijgezellenweekend dat ons naar Praag bracht. Iedereen sijpelde binnen. De digital nomads en thuiswerkers gingen donderdag al op. De artsen vlogen vrijdagavond op. 
Met mijn goede vriend, de enige die voor 4h in bed lag en dus ook de enige die er voor 10h weer uitraakte, vergezelde me naar enkele tentoonstellingen. De mooiste was zonder twijfel: “Even here people live” van Jiri Turek. Prachtige beelden van Afghanistan. Er is een soort diepe intensiteit in de ogen van die mensen...
Tumblr media
Ik schrijf deze tekst al staande in de trein. Het toffe aan langeafstandstreinen is de mogelijkheid om te vergeten dat je eigenlijk enkel wilt aankomen. Er is een restaurantje aan boord, mensen laven zich aan papieren bekers koffie of zitten gehurkt tegen stopcontacten. WhatsApp om het thuisfront te blijven informeren over de vertragingen.
Tumblr media
Ik schrijf dit op de muziek van Tariverdiev. Prachtige Russische muziek die ik oppikte via Touché (misschien wel de beste Belgische podcast).
Die muziek bracht iets naar boven waar ik al lang over aan het nadenken was. Iets dat mij intern al paar keer deed lachen. Op onze nachtwachten krijgen we een klein kamertje toegedeeld. Niets speciaals. Behalve het bed. Dat is heerlijk strak opgemaakt en heeft een harde matras. Twee zaken die mijn bed in de Reichenauerstrasse missen. Om de kuisploeg ter hulp te zijn, trok ik steeds het beddengoed af voor ik de kamer verliet. Tot ik de volgende grappige confrontatie meemaakte: Ik zat nog wat werk te verzetten in het kamertje toen ze het bed opnieuw kwamen opmaken. Mijn beddengoed lag op de grond. Ik doe dit steeds, denkende dat het haar moeite en tijd zou sparen. Om te weten of deze actie nu eigenlijk iets bijdraag, vroeg ik de poetsvrouw of dit eigenlijk handig was. Ze keek mij verbaasd aan. En lachte mij een beetje. „Das ist egal, macht kein Unterschied.“
Grappig hoe dat een mens kan denken dat hij iets goeds doet, om in tweede tijd te vernemen dat het helemaal geen verschil blijkt te maken. Hoe verschil, zeker in deze situatie, te meten is, is natuurlijk een ander vraagstuk...
Hoe langer ik van huis ben, hoe meer het gemis van mijn grootmoeder naar haar echtgenoot een nieuwe vorm lijkt aan te nemen. Haar stem stokt niet meer als ik zijn naam laat vallen. Deze week was een week van twijfels.
Toen ik haar aan de lijn had, vroeg ik haar: „Twijfelde Baba eigenlijk ooit over iets?“ 
Alleen al bij het uitspreken van de zin, wist ik dat ik het beter had gelaten.
Ze lachte niet, ze was ook niet boos of ongerust. Ik hoorde enkel wat verongelijkte verbazing in haar stem: nee, hij twijfelde nooit. Hij was ook zo‘n optimist he. Gij twijfelt toch ook niet he jongen?
Niet direct het antwoord dat ik had verwacht. Maar je doet met de antwoorden wat je zelf wilt. En op die manier hielp het toch een beetje.
Hobo-life Wat is definitie? Een niet snobistische versie van het minimalisme. Niet in overdrijven.
Tijdens de treinrit, luisterde ik naar de verhalen van Gert Jochems, fotograaf en reporter bij De Standaard. Hij bracht een relaas van vreselijke beelden uit Rusland. Als je zijn website bekijkt, dan zie je dat hij toch heel wat ervaring moet hebben op vlak van Russische cultuur. Hij citeert deze interessante alinea van KAPUSCINSKI, LAPIDARIUM (uit Observaties van een wereldreiziger, 2003): “De relatie tussen mens en omgeving ziet er in het Oosten anders uit dan in het Westen.  Het Westen beschouwt de omgeving waarin we verblijven en ons bewegen als het verlengde van onszelf, dus als we de straat vegen, de ramen lappen, dan komen die bezigheden uit dezelfde behoefte en wil voort als wanneer we een schoon overhemd of een keurig gestreken jurk aantrekken.  De omgeving laat iemand uit het Oosten koud.  Hij probeert deze niet eens verfijning, glans, esthetische kwaliteit te verlenen. Het vuil gooit hij direct voor zijn huis neer, het waswater gooit hij door zijn raam naar buiten.  Het begrip van conserveren, van schoonmaken, poetsen, schilderen is hem vreemd.  Zijn contact met de dingen is eenmalig.  Hij zet bijvoorbeeld een schutting neer.  Later gaat de schutting stuk, hij verrot, zakt in-dat interesseert de mens uit het Oosten niet meer.  Hij ziet geen verband tussen kwaliteit van zijn eigen leven en de kwaliteit van zijn eigen omgeving. De wereld van het vuil en de verwaarlozing begint exact op de grens van zijn huid. 
“Er zijn twee Russische werkelijkheden: de mythische, filosofische, geestelijke, de hogere, en tegelijkertijd woekert daarnaast de werkelijkheid van de lompheid, de slechtheid en het vuil.  En daartussen - waar is het raakvlak ?  Waar zijn de verbindingen, schakels, bruggen ? Maar alleen die twee werkelijkheden samen vormen Rusland, dat één en ondeelbaar is.”
Nog meer prachtige beschrijving van de Russen uit het boek van Tesson:
„Est-ce parce que l’histoire s’était déchaînée sur eux avec la hargne de la houle sur un récif tropical qu’ils avaient développé une vision tragique de la vie, un goût pour la formulation permanente du malheur, une capacité à proclamer sans cesse l’inconvénient d‘être né.“ = „Was het omdat de geschiedenis met de deining van een tropisch rif op hen was losgelaten, dat zij een tragische visie op het leven hadden ontwikkeld, een voorliefde voor de permanente formulering van tegenspoed, een vermogen om onophoudelijk het ongemak te verkondigen van geboren te zijn.“
„Je préférais ces imprévisibilités-là à celles des êtres qui décampaient au moindre nuage après vous avoir caressé le dos avec des familiarités de chatte.“ = „Ik verkoos deze onvoorspelbaarheid boven die van wezens die bij de minste wolk wegrennen nadat ze je rug hebben gestreeld met de vertrouwdheid van een kat.“
„ ... un parfaite formulation de la difficulté d‘être chez les Slaves: Que sais-tu du soleil si tu n‘as pas été à la mine?“ = “een perfecte formulering van de moeilijkheid om onder de Slaven te zijn: Wat weet je van de zon als je niet in de mijn bent geweest...”
„Et si c’était là la clé du mystère russe? Une capacité à laisser partout des ruines, puis à les arroser par des torrents de larmes.“ = „Wat als dit de sleutel was tot het Russische mysterie? Een vermogen om overal ruïnes achter te laten, en ze dan te doordrenken met stromen tranen.“
0 notes
deachterkant · 6 years ago
Photo
Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media
Dinojagen in Wyoming (3): Fossil Fever
'Beitels neer!', lacht paleontoloog Koen Stein. De mijne moet hij uit mijn handen trekken. Ik vond op de voorlaatste dag een steen met een aantal tanden van een langnekdinosauriër in. De gedachte dat de schedel op me ligt te wachten onder een van de volgende zandstenen blokken maakt me gek. Ik heb het te pakken: fossil fever.
Fossielenpreparateur Aldo Impens kent dat altijd onvoldane gevoel. 'Het zoeken zelf is belangrijker dan het vinden, en dat maakt het zo verslavend.' Hier in Wyoming is het werk zwaar en komen de resultaten relatief langzaam, maar in zandgronden bij ons, zoals in het Antwerpse, hoef je vaak maar wat met je handen te woelen om haaien- en dolfijnentanden of gehoorbeentjes van walvissen te vinden. 'Als een heroïneverslaving!', roept Aldo uit bij onze avondlijke Budweiser. 'En iedereen is er vatbaar voor. Een paar jaar geleden was ik in Heusden-Zolder aan het krabben naar schelpdieren uit het Mioceen. Een politiecombi stopte. De twee agenten vonden me verdacht daar zo gehurkt in een gracht. Nog geen vijf minuten later hadden ze ook al een beiteltje vast. De fascinatie stond op hun gezicht.'
Bottenoorlog
Een koppel uit Washington is met hun vintage seventies mobilehome naast ons op het trailerpark komen staan. Ze hebben een bijzondere hobby: goud zoeken, een restant van de befaamde gold rush in de 19de en 20ste eeuw. Maar in 1877, een jaar voor de ontdekking van onze iguanodons van Bernissart, verspreidde zich in de streek waar wij aan het graven zijn een 'fossielenkoorts'. In maart van dat jaar hadden een treinarbeider, een student en een leraar onafhankelijk van elkaar dinofossielen gevonden. Dat nieuws lokte avonturiers naar Wyoming en Colorado, die munt wilden slaan uit hun vondsten. Twee paleontologen waren de grootste afnemers: Edward Drinker Cope en Othniel Charles Marsh. Zij en hun opgravingsteams vochten een verbeten strijd om de meeste fossielen in handen te krijgen en te beschrijven. Het westen van de VS, en vooral Como Bluff in Wyoming met zijn ontelbare dinoskeletten, werd tien jaar lang hun gemeenschappelijke jachtterrein. De twee kampen saboteerden mekaars opgravingssites, stalen mekaars fossielen en kochten mekaars medewerkers af. Haast en spoed bleken niet altijd goed voor de accuratesse: nieuwe soorten op basis van fossielen van verschillende dieren, en nieuwe soorten die helemaal niet nieuw bleken.
Deze periode, bekend als de Bone Wars, duwde wel het gaspedaal van de paleontologie in: veel iconen van het Late Jura kregen hun wetenschappelijke beschrijving, onder meer Allosaurus en Ceratosaurus, beide geduchte vleeseters, Camptosaurus, een verre neef van de iguanodons, de gigantische sauropoden of langnekken Apatosaurus, Brontosaurus, Barosaurus enDiplodocus, en Stegosaurus, met zijn benige platen op de rug. Como Bluff en de steenkoolmijn van Bernissart bij ons waren de eerste vindplaatsen die systematisch werden uitgekamd en die grote dinosauriërskeletten opleverden die zo goed als compleet waren en 'gearticuleerd', met de botten nog aaneengesloten. De vondsten van toen leveren vandaag nog nieuwe inzichten op over de landreptielen die toen de aarde domineerden.
Veelbelovend
Onze koffers zijn gepakt, en ook de ingegipste 'paddenstoelen' op de site met de grotere fossielen -  reuzenribben, -wervels en -botten - zijn met een kraan van de vindplaats weggehaald. Ze gaan naar een opslagplaats, samen met meer dan 80 in aluminiumfolie gewikkelde pakketjes met kleinere maar niet minder interessante vondsten. Later maken ze de oversteek naar het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen, waar ze met een pneumatisch beiteltje en engelengeduld uit hun omhulsel van sediment zullen worden geboord.
De VS is een van de weinige landen waar je na afspraken met de rancheigenaar fossielen kunt opgraven en meenemen. In fossielparadijzen als Mongolië of China zijn ze per definitie staatseigendom. Wetenschappers in het buitenland mogen ze wel bestuderen maar daarna moeten ze altijd terug naar het land van herkomst.
Duitse dinojagers, die al sinds vorige zomer aan het graven zijn op deze heuvel en waarmee we samenwerken, zitten al vier niveaus dieper en halen enorme botten van langnekken boven. Er ligt genoeg interessants onder onze voeten, zoveel is duidelijk. En ergens zit nog een schedel ... Hopelijk kunnen we deze paleontologische goudader van het Late Jura de komende jaren verder aanboren. Ik ken intussen genoeg junkies met een meer dan behoorlijk uithoudingsvermogen.
Lees wat voorafging hier en hier.
1 note · View note
aardingenmaro-blog · 7 years ago
Text
Blikseminslag
Ben je buiten of op een open veld? Maak je dan zo klein mogelijk. Ga gehurkt zitten met de voeten tegen elkaar. Dan is de kans om getroffen te worden het kleinst.
3 notes · View notes
jurjenkvanderhoek · 5 years ago
Text
RUIGOORD KOMT MOOI VOOR DE DAG IN HEERENVEEN
Tumblr media Tumblr media
In de Pronkkeamer van Museum Heerenveen exposeren deze maand december twee kunstenaars van de culturele vrijhaven Ruigoord in Amsterdam. Ruigoord is een idealistisch èn idyllisch oord waar kunstenaars aan hun eigen oeuvre werken, staat op de website te lezen. De groene oase waarin Ruigoord is gelegen, beantwoordt aan de behoefte van kunstenaars om zich voor kortere of langere duur terug te kunnen trekken uit de beslommeringen van een verstedelijkte en geïndustrialiseerde omgeving. Daaruit ontstaan mooie werken, zoals doet blijken uit de schilderijen van Elsje Elysée Stroetinga en de tekeningen van Rob van Tour.
Waar Van Tour de natuur in trekt om natuurlijke processen vast te leggen, blijft Stroetinga dichtbij huis om de woning te portretteren. Het huis is slechts een gevel met een dak erop, in alle eenvoud. Maar door de manier waarop het is weergegeven, over het algemeen in zachte en intense tinten – kleur na kleur, laag over laag – geeft het meervoud in beleving. Het leven is in de dode materie geschilderd. Verdieping bereikt door de eigengereide schildertoets. In de schilderijen gevat in een huiselijke gouden lijst acteren monumentale huisvormen in gedachten. Het blauw heeft de kwaststreek die de vorm zette overschilderd. De woning is letterlijk overspoelt door het water. In de golven zijn de contouren dan nog zichtbaar. Eenzelfde effect bereikt Stroetinga door een witte veeg op papier te zetten, maar deze ongekleurd te laten. Het heeft meer kracht daardoor, want eenvoud is meervoud. Mooi hoe slechts een enkele veeg de vorm kan duiden. In diezelfde ongekunsteldheid zet ze een witte omlijning van de huisvorm op een felrode kleur. Simpel en veelzeggend, warmte uitstralend door een vorm die bescherming biedt. Maar het huis is niet te betreden, er is geen deur. En eenmaal binnen kun je er niet meer uit, ook niet door een raam want uitzicht naar buiten is er niet. Zo werkt eigenlijk ook de kunst van Stroetinga. Het is niet gemakkelijk te doorgronden, maar heb je het eenmaal door en snap je het verhaal dan houdt het me vast en kom er nauwelijks nog los van. Maar eigenlijk is dat niet het huis dat me in zich opneemt, maar dat is meer het schilderij “l’Aurore”, de dageraad. In de intense zwarte aarde onder een diepblauwe hemel zak ik zalig weg.
Tumblr media
In twee series digitaal grafisch werk is een dubbele rij van huisvormen neergezet. Telkens dezelfde houding, een herhaling in vorm maar steeds met een andere kleurzetting. Slechts een enkele keer draait de vorm zich of keert zich binnenste buiten. Hier is de kunstenaar een verhalenverteller. Ze zingt een canon met anderen in een meerstemmig lied. De stemmen klinken na elkaar, maar maken eenzelfde compositie. In de vaasobjecten “het behouden huis” heeft de woning een veilige plek gevonden. Wie de deksel van de pot durft op te tillen – want kunst mag je niet aanraken, maar soms is kijken niet genoeg en slaan ook andere zintuigen alarm om het werk te doorgronden – ontdekt in de buik van de urn een blauw huisje. Het is als het ware opgestaan uit de as. Een feniks-vogelhuisje.
In de welhaast fluorescerende werken, gesproeide verf laag over laag op paneel in de airbrush techniek, belicht Rob van Tour plantaardige vormen. Het is een spel op het snijvlak van realiteit en abstract beelden. In horizontale belijningen is het landschap te ontdekken. Trekken de banen zich verticaal dan zie ik door de bomen het bos. De composities geven niet veel diepte, maar in de stapeling van kleurvlakken is een opgeruimd karakter gebracht: een blijmoedige kijk op het verval van de natuur, nergens geen sprake van stikstof of fosfaat. Vanuit een andere invalshoek tekent Van Tour de cyclus van groei, bloei en verval in een surrealistische sfeer op. Met inktpen, penseel en grafiet is vegetatie in zwart wit gezet. De zware omtreklijnen geven de platen een stripachtig karakter. Op kniehoogte, dus gehurkt tussen gras en gebladerte, bekijk ik de planten. In schemerlicht, de kleuren zijn vervaagd, de achtergrond is zuiver zwart. Nu zie ik pas hoe kleurig de natuur is door er geen kleur in te brengen. De vormen van het ongewenste kruid, de verschoppelingen van de natuur, komen meer duidelijk tot hun recht. Het is schoonheid op het puntje van de stoel. De werkelijkheid zit vol geheimen.
Tentoonstelling “twee Amsterdamse kunstenaars”, werk van Elsje Elysée Stroetinga en Rob van Tour in de Pronkkeamer bij Museum Heerenveen, Minckelersstraat 11. Tot 20 december 2019.
0 notes
saidawillekens · 5 years ago
Photo
Tumblr media
Josef Koudelka, Zigeuner met paard. Een zalige kadrering, man gehurkt en paard dat zijn hoofd buigt, zeer respectvol. Maar ook zeer wild geconstrueerd door die zware korrel en de grond die bijna naadloos overloopt in de achtergrond. Magisch doordat je de conversatie tussen man en paard bijna kan horen en voelen.
0 notes
shapelessdarknight · 7 years ago
Text
Impasse
Zo vond de vrouw haar man, de dichter:  gehurkt in het bad, het hoofd geklemd tussen de knieën, alleen met zichzelf, het oude vlees, de verschrompelde stichter
van haar geluk. Zij zag hoe gebogen, hoe naakt en menselijk buiten de taal. De warmte wolkte, vrede zong uit de kraan. Dit, dacht zij, kon hij dit maar verwoorden...
Hij zag haar niet, rook zijn zweet, keek naar zijn lid in het stijgende water. Het water was heter dan hij kon verdragen. Hij haatte. De vrouw had hij lief.
Charles Ducal
1 note · View note
isispeene · 5 years ago
Photo
Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media
Fotoopdracht fotografie: speurtocht door de stad. 
Eerste plek. 
Ik heb de dynamiek en beweging vast proberen te leggen van passerende mensen. Gebiologeerd door het feit dat wij als mens altijd ergens naar toe gaan, altijd onderweg zijn. Als jij dan als fotograaf plots stil staat, of op een aparte plek gehurkt gaat zitten, is dat een inbreuk op de stroom. Mensen keken raar op of negeerde me en het intrigeerde mij. 
0 notes
ddamesmode · 6 years ago
Text
Schitterende avondjurken van verschillende stijlen
Een persoon kan gemakkelijk een buitengewoon mooie avondjurk kopen, afhankelijk van uw genegenheid en hunkering naar een winkel in een merk, groothandel of u kunt ook avondkleding bestellen, afhankelijk van uw lichaamsafmetingen. Het wordt echter altijd aangeraden om uw gekozen avondjurk te geven aan een ervaren kleermaker die uw jurk op de meest complete en professionele manier zelf zou naaien zonder de vervalt. Tegelijkertijd kunt u ook uw eigen persoonlijke invoer met betrekking tot patroon, stijl en andere gewenste adviezen aan de kleermaker geven. avondjurken zijn ongelooflijk identiek aan stijl, luxe en trots. Een dame die een lange avondjurken draagt, zal zich op hetzelfde moment bevoorrecht en gracieus voelen. Er zijn enorme variëteiten jurken die verkrijgbaar zijn in de marktindustrie, afhankelijk van je huidige behoefte en voorliefde, maar je moet genoeg informatie hebben over deze prom dresses om je in staat te stellen een perfecte en stijlvolle avondjurk te kiezen.
Tumblr media
Cocktailjurken worden meestal gedragen op semi-conventionele gelegenheden. Dit type jurk heeft meestal een kortere lengte, maar is veel meer figuurpassend. Kogelgewaden worden vaak gedragen op conventionele evenementen en dit type jurk wordt gekenmerkt door zijn volledige enkellange rokjes en gehurkte mouwen. Aan de andere kant hebben sommige feestjurken ook de neiging om mouwloos te zijn en hebben ze ook een aantrekkelijke halslijn. Nachtjurken kunnen zelfs worden ingedeeld in trompetjapon, zeemeerminjapon, empire-jurk en leren japon, evenals fantastische A-lijn jurken. Galajurken worden als duur beschouwd, omdat de meeste van deze jurken voornamelijk worden gedragen op bruiloften, feesten en andere evenementen en deze jurken hebben meestal kostbare stoffen, edelstenen, uitzonderlijke ontwerpen en andere dure ingangen. Je moet ook goed nadenken over je bruidsjurk, zodat je er elegant en stijlvol uit kunt zien. Je kunt zonder problemen uiterst betaalbare avondjurken kopen bij online winkels. U hoeft alleen maar op het net te zoeken en u kunt onbeperkte online winkels vinden die zeer modieuze en superieure jurken bieden, afhankelijk van uw vereisten en voorliefde. Het algehele ontwerp, patroon, stijl en structuur kunnen echter van regio tot regio verschillen.
0 notes
devosopmaandag · 8 years ago
Text
Smoke me out of my hiding place
Het is een gure maartse dag. Buiten regent het en ik ben te dun gekleed. Ergens aan de rand van een stad sta ik in een leegstaand pand met een monumentale hal. Een majestueuze trap leidt omhoog naar een omloop met een open balustrade. Het is er onverwarmd. Ik sta met mijn blote voeten in een groot watervlak van enkele centimenters hoog, til mijn broekspijpen onhandig omhoog en zie door een deuropening drie jonge vrouwen onder een trap naar een levend konijn kijken. Twee zitten gehurkt.
Ofwel ik beschrijf een droom van afgelopen nacht of ik fantaseer over een zeer hedendaagse theatervoorstelling of ik ben op een tentoonstelling van drie jonge kunstenaars. Als droom is het eigenlijk té mooi om waar te zijn, en ik beschouw weinig dingen zo saai als lezen over dromen. Dus, nee, geen droom. Het zou zeker onvervalst hedendaags locatietheater kunnen zijn, maar ik sta écht mijn mijn blote voeten, die al koud waren, in nog kouder water, en bevind me op een tentoonstelling. De scène is geen performance. Ik zie ze daar, en werd getroffen door de uitzonderlijkheid van dat moment.
In de ongenaakbare ruimte doen Iris van Wijk, Merel Stolker en Fang Mij een dappere poging een tentóónstelling te maken, dat wil zeggen een samenhangend en overtuigend geheel, opgebouwd uit losse beelden. Ik ervoer een klein schokje toen ik een levend konijn onder de trap ontdekte (en weer werd bewezen dat leven altijd wint). Drie lyrische videoprojecties van een vrouw op zoek naar de nacht in het IJslandse landschap worden getoond. Overal zijn kleine conceptuele ingrepen te vinden, die grappig, onschuldig, weloverwogen en efemeer zijn. Op een aantal wanden hangen schilderijen en tekeningen die een open geest en een zekere hand doen vermoeden en die, zo wil de maakster, de ruimte in gedwongen worden.  Er zijn cynici die beweren dat de hedendaagse kunst geen slagkracht meer bezit, salonfähig is geworden of zich in de marge ophoudt en vooral bedoeld is voor ingewijden. Ik beken dat ik iets van dat laatste wel voelde, daar in dat lege pand.
Een oordeel te vellen of de tentoonstelling geslaagd is, de werken allemaal goed zijn of niet, zie ik niet als de kern van mijn ervaring. Waar het om gaat is dat op die plek, gedurende drie dagen, van alles te vinden is waar onze wereld nu baat bij zou hebben. 'Smoke me out of my hiding place' luidt de tentoonstelling in Electron te Breda. Het lijkt een zelfopgelegde aansporing.  Ik vat het ook graag op als woorden die de wereld in de mond gelegd krijgt. Ik hoor haar stem, die klinkt als een mengeling  van een oproep, aansporing, smeekbede en zelfs een bevel.  Alsof ze wil zeggen dat onder al die evidente, brute openbaarheid van het hedendaagse leven, die over haar huid raast, iets schuil gaat dat teder, precair, instabiel, onbesuisd, tentatief en zelfs zinloos is.
5 notes · View notes
wdkreatures · 5 years ago
Text
Rough version of the story (Dutch) | project by Evy Hachmang
De zon komt op boven het dorpje Bjorko en boven op de heuvel hoort Lothar de vogels fluiten. Ze ziet haar dorp. In de haven is al enige bedrijvigheid, ze ziet vissers de vangst binnenhalen en boten worden klaar gemaakt voor de jacht. Verder ziet ze al wat rookpluimen van de bakker en de smit achter de huizen vandaan komen. Ook ziet ze de oranje gekleurde zee die overdag donkerblauw is en woest oogt. Wat daar achter zit zal en ze nooit weten. Vele avonturiers hebben de tocht al geprobeerd, maar geen van hen is ooit terug gekomen. Vanuit hier kan ze ook haar huis zien waar ze woont met haar moeder en tante. Dit huis is van haar opa en oma geweest en wordt al generaties lang gebruikt door dezelfde familie. Als iemand in de familie trouwt trekt diegene in. Dit is alleen nooit gebeurt bij mijn tante Fika. Achter haar liggen de akkers waar de boeren het land omploegen. Ze komt hier vaak op deze heuvel. Het liefst vroeg in de ochtend. Dat doet ze al zolang ze zich kan herinneren. Ze zit gehurkt in het gras en maakt een ketting van kleine witte bloemetjes. Naast haar ligt een zonnewijzer. Het is een rond houten plaatje met cijfers erin. In het midden staat een metalen punt en een handig apparaatje om de zon mee te lezen.
Jaren geleden leefden de inwoners van Bjorko, ook wel de Orgen genoemd, nog niet met tijd. Sterker nog ze hadden geen vaste woonplaats en reisde als normalen de wereld over. Ze waren wild, egoïstisch, smerig en ongeorganiseerd. Ze trokken samen rond om te overleven. De mannen jaagde en de vrouwen plukte bessen en zorgde voor de kinderen. Onderling was er vaak ruzie en mensen waren hebberig. Je moest vechten voor je eten en de machtigste, sterkste kreeg het meeste. 150 jaar geleden zijn de Orgien neergestreken op dit eiland. Of eigenlijk zijn ze hier verzeild geraakt. In die tijd was er een leider, Trobi. Hij was een ambitieuze, sterkte en slimme krijger die avontuur belust was. Hij moest en zou meer van de wereld zien. Razendsnel werden er schepen gebouwd en gingen ze zonder ervaring de zee op. Na tien dagen kwam de bevolking aan land. Velen waren boos op Trobi. Het was de meest verschrikkelijke reis geweest die een mens ooit had kunnen doorstaan. Een boot was gezonken waarbij kinderen en volwassenen om het leven zijn gekomen en er was een gebrek aan vers water. Er ontstond een enorme ruzie en dat eindigde in twee kampen. Z’n 100 man wilde niets meer met Trobi en zijn volgelingen te maken hebben. Het vertrouwen was geschaad en zij leven nu in eenzaamheid aan de ene kant van het eiland. De rest van het volk vertrouwde Trobi als leider en bleef bij hem. Hij beloofde dat ze nooit meer hoeven te vechten om eten, hij verdeelde te taken en voor het eerst bouwden ze huizen. Ieder heeft zijn eigen specialiteit en alles in het drop werd eerlijk verdeeld. Dit zou werken, mits er geen ruzie meer werd gemaakt. Ze onderdrukken de wildeling in hen in ruil voor een rustig, veilig leven. Dankzij het toezicht van Trobi waren ze beschermd tegen de, zogenoemde wilden, die nog steeds aan de andere kant van het eiland wonen. Mocht iemand deze kant niet kunnen onderdrukken dan hebben ze twee keuzes; vluchten naar het bos of voor altijd opgesloten zitten in de kelder. Als je eenmaal gevlucht ben, kan je nooit meer terug naar de beschaving. Als iemand eenmaal geproefd heeft van het wilde leven valt alle beschaving weg.
De zon in bijna op en Lothar loopt terug naar haar huis. Ze bewandeld het pad naar beneden, dit heeft ze al zo vaak gedaan. Bijna elke ochtend, als de stad nog lijkt te slapen loopt ze over het pad omhoog om zo het dorp wakker te zien worden. De zon verward langzaam het landschap en de mensen lijken erdoor aangetrokken. Ze komen een voor een hun huizen uit om aan de dag te beginnen. Ze begroeten de buren en stoken de vuurtjes warm. Het geluid van lachende kinderen en hier en daar een loeiende koe galmt door de kleine vallei. Het gaat al jaren zo, zo lang ze zich kan herinneren. Vroeger werd ze meegenomen door haar vader die dit weer van zijn vader heeft. Hij vertelde dan vaak over de geschiedenis van het dorp en over de natuur. Hoe ze deze het beste met respect kon gebruiken. De natuur voor je laten werken noemde hij het. Zo waren en bloemen die hielpen tegen de jeuk en je ze tegen een insectenbeet wrijft en bladeren die helpen als pleisters tegen brandwonden. Ook deze dingen leerde hij van zijn familie, van generatie op generatie. Zijn opa leerde he onderzoek en hij is geboren met een drang om dingen te bevragen en ontdekken. Hij stelde Lothar die vragen al op jonge leeftijd, en ze konden er uren over filosoferen. Boven op die berg, als de stad nog leek te slapen.
Eenmaal aangekomen thuis begint de dag zoals altijd. Resten eten van gisteren avond brengt ze naar de kippen die deel uit maken van het dorp. Ze lopen los en lopen voornamelijk heel erg vaak in de weg, maar ze horen en nou eenmaal bij. Daarna helpt ze haar moeder en tante met ijzer smeden. Ze maken onderdelen voor karren, repareren regentonnen en helpen de handhavers met wat klusjes. Haar moeder vond een tijd geleden een kookplaat uit waarop vlees en groenten warm gemaakt kan worden, de Meirer kreeg lucht van haar uitvinding en vond dat er een aantal in het dorp bij de vuurplaatsen neergezet moeten worden. Daardoor is het iets drukker dan normaal. Ze moeten er nog vier maken. De werkplaats, die aan het huis vast zit, is groot genoeg om met zijn drieën te werken af en toe komen er wat kinderen om een dag mee te helpen en het vak te leren.  Hij is deels buiten en deels overkapt. Buiten staat een smeltoven en een blok om het ijzer op te houden. Net als ze even een blokje om wilt maken komt de officier binnen. ‘Goedendag, hard aan het werk?’ Hij kijkt Lothar aan en pendelt zijn blik richting haar tante die vriendelijk terug lacht. Haar moeder is het huis ingeschoten om fruit te pakken. Als ze terug komt heeft ze een mand vol fruit en groente in haar hand en deelt ze uit aan ons en de officier. Het in belangrijk om te laten zien dat je wilt delen en zeker als er een gezaghebbende binnen komt. ‘Zo officier’ zegt moeder ‘hoe gaat het met ons dorp?’ ‘Het is erg rustig momenteel, gelukkig maar. De wilden laten niet van zich zien en het is voor mensen te warm om egoïstisch te denken. Een tijd terug nog drie opgesloten. Ze jammeren veel dat het ze zoveel spijt, maar wat ze gedaan hebben is onvergeeflijk. Ik hoop dat ze zelf ook gaan inzien dat dit het lot is waar ze de rest van hun leven aan moeten wennen. Dat zal wel, zo gaan het met alle gevangen.’  
De mannen hebben de regel overtreden in het dorp. De regel is op eerste ook vrij simpel. Ben niet zoals de mensen in het wild. De eigenschappen van iemand uit het wild zijn egoïstisch, vies en brutaal. Dit houd in dat je altijd je medemens moet helpen, je omgeving schoon houd en niemand tegenspreekt. En wie bepaalt wat schoon, brutaal of vies is vraag je jezelf af, juist dat is de officier en uiteindelijk de Meirer. Het is dus belangrijk om extra goed je best te doen mocht er een officier langs komen, zo. lijken beschuldigingen sneller onterecht. Lothar weet nog dat daar vader voor de eerste keer vertelde over de regels. Hij vertelde niet wat de regels waren, maar hij vertelde dat eigenlijk iedereen de regels overtrad. In het begin begreep ze het niet. Hij legde uit dat ze werden overtreden zonder dat andere of zijzelf het door hadden. ‘Let maar een op’ zei hij ‘neem zou tegenspreken. Tegenspreken kan op verschillende manieren worden opgepakt en sommige zijn er goed in om er omheen te draaien. Kleine techniekjes waarbij je eigenlijk zegt; je hebt absoluut geen gelijk, maar in werkelijkheid zegt; ik begrijp helemaal wat je bedoelt en je hebt ook helemaal gelijk maar… Begrip tonen, meeveren en weerleggen.’ Sinds hij dat tegen haar heeft verteld is ze erop gaan letten, en hij heeft gelijk alleen kan ze het niet delen in het dorp. Je kan iemand natuurlijk niet zomaar beschuldigen van een regel overtreding.
De avond in aangebroken en iedereen is al een enige tijd klaar met de werkzaamheden. In de avond in het gebruikelijk dat de mensen bij elkaar komen en samen eten. Dit gebeurt in eigen buurt en er zijn 6 vuurplaatsen. Hier worden vangsten uit de zee, groenten en vlees gekookt en gedeeld. Iedereen kookt ongeveer eenmaal per week met zijn of haar gezin. Het gezin dat kookt kijkt die dag vrij om alles voor te bereiden. Dan wacht iedereen in de rij en kan je zelf opscheppen. Er blijft altijd een restje over omdat ze bang zijn om het laatste uit de pan te scheppen.
Aan het eten vraagt haar buurtgenoot hoe het met haar avontuur gaat. Saamis is haar vriend en ze kent hem al haar hele leven. Ze vertrouwt hem. Ze wilt graag zeggen dat het goed gaat, maar het lukt niet. Ze is al dagen zenuwachtig. Over een paar dagen gaat ze vertrekken voor een langere tijd, ze heeft het al helemaal uitgestippeld. Ze wilt onderzoek gaan doen naar de planten die groeien achter de vee-velden, zegt ze. In werkelijkheid gaat ze haar vader opzoeken. Hij is zes jaar geleden vertrokken, omdat hij niet geloofde in het verhaal van onze geschiedenis. Er zaten nog veel haken en ogen aan beweerde hij, maar wie zou hem geloven? Hij wilde het zo graag bewijzen dat hij is vertrokken. Zal ze hem vertellen waarom ze werkelijk vertrekt? Ze denkt nog eens goed na en besluit het te zeggen. ‘Het gaat wel goed, ik ben alleen zo zenuwachtig.’ Logisch zegt Saamis ‘Het is heel dapper wat je gaat doen. Zeker met al die stugge mensen die je bekritiseren om wat je doet. Trek je maar niets aan van die reacties.’ Veel dorp bewoners beweren dat ze net zo gek wordt al haar vader en voorspellen dat ze nooit meer terug komt. Ze zou verleid worden door de geluiden in het wild en daar blijven. ‘Ik moet je wat vertellen’ zegt Lothar. ‘Ik ga geen planten onderzoek doen. Ik ga opzoek naar mijn vader’ Geschrokken kijkt Saamis haar aan ‘maar..’ Stamelt hij en dan stopt hij weer met praten. ‘Wat als ze erachter komen?’ fluistert hij bijna, bang dat iemand mee luistert. ‘Ik heb het nog tegen niemand verteld en dat moet jij ook echt niet doen. Ik meen het, als je dat doet mag ik nooit meer terug komen.’ Saamis denkt even na en zegt ‘natuurlijk zeg ik niets, maar hoe ga je het aanpakken?’ ‘Mijn vader sprak vaak over een ondergronds keldertje. Deze is gebouwd door zijn overgroot moeder om onderzoek te doen naar de wilden. Niemand durfde er uiteindelijk heen te gaan, bang om afgestoten te worden door vrienden en familie uit het dorp. Ik denk dat mijn vader daar heen is gegaan. Ik weet dat het achter de vee-velden ligt. Boven de ingang is een pruimenboom gepland door mijn oma.’ ‘Maar dat is oneindig groot, hoe ga je die ene pruimenboom vinden?’ ‘Tja leuk dat je dat vraagt, maar ik voel gewoon dat ik hem ga vinden.’ ‘Je bent knettergek’ en Saamis schud ongeloofwaardig zijn hoofd. Iets in zijn ogen zegt dat hij zich zorgen maakt. ‘Het komt wel goed, en als ik niets vind kom ik gewoon weer terug, maak je geen zorgen.’
En zo geschiedde Lothar liep in de ochtend vroeg weg, met de zon in haar rug. De heuvel over en door de boeren landschappen. Ze ploetert tot het einde van de middag door de velden en het wordt steeds minder bewoond. De glasvelden gaan over in bomen en hoge graslandschappen. Lothar loopt nog een paar uur en vind de pruimenboom. Onder de pruimenboom zit een hol, ze kijkt om zich heen zodat ze zeker weet dat niemand haar ziet en kruipt in het hol. Het hol is 10 meter diep en ze hoort stemmen, meerdere stemmen. Met een brok in haar keel komt ze dichterbij en als ze het hoekje om is treft ze daar vier mannen. Ze lijken op haar en de mensen van haar dorp. Houden ze zich al die tijd al schuil, hier in het hol? Zij kijken verbaast naar haar en de ziet iets van angst in hun ogen. Een van de mannen stapt naar voren en herkent haar. ‘Lot, je bent er’ stamelt hij. ‘Pa.’ Ze stapt op hem af en geeft hem een knuffel. ‘Hoe gaat het met je? Hoe gaat het met je onderzoek? Wie zijn deze mensen?’ ‘Ga eerst maar even zitten.’ en haar vader wijst naar een stoel aan de tafel. ‘Wat wil je drinken?’ En ze antwoord dat ze wel iets sterks kan gebruiken. Haar vader zet een kop voor har neus en gaat tegenover haar zitten. De andere drie mannen kijken afwachtend zijn kant op. ‘Lot, ten eerste wat fijn om je te zien. Ik had niet verwacht dat je me zo snel zou opzoeken, maar wel tijd gehoopt. Hoe reageerde je moeder?’ ‘Mama weet hier niets van, ze denkt dat ik onderzoek aan het doen ben naar planten. Wie zijn deze mannen pap?’ Ze verandert haar houding en steunt met haar ellebogen op tafel om meer naar voren te leunen. ‘Ach, wat onbeleefd. Ik vergeet mijn vrienden aan je voor te stellen. Deze grofgebaarde man heet Roka.’ Hij wijst naar de man die het dicht bij Lothar zit. De man klinkt met zijn hoofd richting haar. Hij heeft bruine ogen en volle wenkbrauwen. Zijn haar is donker net zoals het haar van de andere mannen. Haar vader stelt de andere twee mannen Klaro en Jitsky ook voor. Ze bekijkt de mannen goed en kijkt naar haar vader. In het dorp waar Lothar woont hebben mensen tegenwoordig de gewoonte het haar te blonderen. Haar vader had ook licht haar, dat is eruit gegroeid. Buiten dat lijken ze echt veel op haar dorpsgenoten. ‘Waar komen jullie vandaan?’ De mannen aarzelen en kijken vragend naar vader. Hij geeft toestemming door middel van een korte knik. Roka neemt het woord en zegt in een teug ‘wij zijn mannen uit het wild.’ Lothar schikt zichtbaar en kijkt haar vader verontwaardigd aan. Is haar vader gek geworden? Waarom zitten ze hier zo vriendelijk? Is dit een dekmantel? ‘Wat hebben jullie met mijn vader gedaan?’ Lothar weet niet wat ze moet voelen. ‘Ik zal het je uitleggen, Lot.’ Lot, zo noemde hij haar vroeger altijd. Ze kijkt in de vertrouwde ogen van haar vader en kalmeert. ‘Ik vond het moeilijk, heel erg moeilijk om te geloven dat de wilde slechte mensen waren. Het verhaal van onze geschiedenis klopte gewoon niet. Waarom vertrouwde ze de leider nog? Waarom moeten we worden gehandhaafd en waarom moeten er mensen worden opgesloten? Zes jaar geleden besloot ik weg te gaan om het uit te zoeken, vanuit dit hol. Dagen heb ik hier gezeten om uit te zoeken hoe ik in contact zou komen met de wilden. Ik hoorde de tweede dag mensen langs het hol lopen en zo hoorde ik dat dagelijks. Ze waren dus in de buurt. Ik heb de eerste dagen in de nacht een spoor van eten gemaakt. Na twee weken gaf ik het op, er was niemand gekomen. Later bouwde ik een val op de plek waar ze liepen, maar na een week ving ik geen wilden’. De andere mannen lachen binnensmonds. Vader kijkt naar de mannen en een rode gloed vult zijn wangen. ‘Achteraf was het ook wel een echt duidelijk dat daar een val lag.’ En hij lacht mee uit zelfspot. ‘Ik was er al helemaal klaar mee, ik verveelde me overdag enorm en het begon warm te worden in het hol. Toen op een dag, ik hoorde de wilden praten met elkaar. Praten! Ik snapte er niets van, in mijn beleving spraken de wilden geen mensenstaal. Praten, zoals jij en ik. Ik werd een beetje gek in het hol dus ik maakte, uit ironie, een bordje met kom binnen met een pijl richting het hol. Het werkte, binnen een dag stond er een vrouw en haar zoon in het hol. Ik was doodsbang maar zei hallo. De vrouw zei hallo terug en ze vertelde dat ze geen idee had dat hier een hol zat en dat ze dit optrekje bijzonder vond. Ze vertelde dat ze hier elke dag langsliep samen met haar zoon. Ik bood haar drinken aan en we hebben heel de middag zitten kletsen. Een paar dagen laten kwam ze nog een keer terug en nodigde me uit om het dorp te bekijken. Ik liep met haar mee, een klein beetje bang dat het een valstrik zou zijn. Onderweg waren we weer haar het kletsen en heel mijn wantrouwen verdween. De wilden leven in bomen en zijn veel meer met de natuur bezig dan wij zijn. Elke dag kwam ik terug en ik werd voorgesteld aan andere. Iedereen was zo warm en open. Een enkeling wantrouwde me, maar het overgrote deel was vriendelijk en ik raakte al snel bevriend met Roka, Jitsky en Klaro.’ Het was even stil aan tafel. Dat is fantastisch pap, echt waar, maar waarom kwam je nooit terug?’ Een schot in de roos, zijn enthousiasme verdwijnt van zijn gezicht en hij kijkt ineens serieus. ‘Ik had het hier zo naar mijn zin Lot, de mensen waren vriendelijk, er is hier geen baas, mensen werken samen en zorgen voor elkaar, een hogere macht en niemand die zegt dat je moet werken. Je doet het gewoon, in naam van de community. Ik kon niet terug naar het dorp met het verhaal dat de wilden wel deugen. Niemand zou me geloven en ik was ontzettend bang om gebannen te worden. Ik was ook bang dat jij en je moeder me niet zouden geloven. Wat had ik moeten zeggen? Ja ik heb onderzoek gedaan en het verhaal wat ons al zo lang wordt voorgehouden klopt gewoon niet. De wilden waar we zo bang voor zijn, zijn niet eng. Ik was bang opgesloten te worden en nooit meer vrij te zijn.’ Ik snap het pap. De mensen in het dorp zijn stug als het gaat om nieuwe ideeën en vele hadden geen hoge pet op van vader. Ze moeten een plan bedenken, denkt Lothar. Hoe gaan we dit idee aan de het dorp introduceren?
0 notes