#Doorzi
Explore tagged Tumblr posts
Text
Murder Drones Au where Uzi is a just a fucking door and Khan's love for Doors is just him adoring his daughter.
While constructing the doors, Khan and Nori built Project Unified Zone Intelligence, an AI program that has full access to the entire bunker with the purpose of maintaining and protecting its occupants from Disassembly Drones and environmental threats caused by the planet's toxic atmosphere.
Everything begins with Khan making a joke about the Project being the closest they'll get to having an actual child, which sparked the ever brilliant idea between the two to give the AI a personality and sentience by mixing both of their codes and modifying it to fit the systems non-Worker Drone programming and formatting. Of course the AI is no use if it's infected by the Absolute Solver, so with a bit (read: a lot) of tinkering on Nori's side with the Cross Patch, Uzi was born!
A few things/events/facts to note for this AU:
When they first released the Untrained Neutral Network into the system, they limited her access to just Doors and lights. Having told none of the other Workers about Project U.Z.I. in fear of someone sabotaging it for whatever reason, the entire bunker was left confused when the doors would randomly lock or open and the lights would flicker with no rhyme or reason.
The couple would go around bragging about their new daughter to everyone, but when asked to see her they would bring up a (horrible) excuse as to why no one should see her. For years everyone thought they were just making her up.
Uzi loved to play with her parents by closing the doors on them as they're about to walk through, this of course led to Khan constantly baby talking doors at random, which then led to the nickname "Doorman" given to him by other Drones.
Khan took this as a new badge to wear and thus the Doorman family was created.
When Uzi got older, she was given more access to the bunker. Come time when most young Drones in her generation are given their Adult Models, Uzi was finally given a body of her own and complete control over the entire bunker. This is also when people realize Uzi wasn't just a delusion made up by her parents.
Khan doesn't stop talking to his daughter through doors even after she was given a physical body, which led to a lot of embarrassment for Uzi when he wouldn't stop the "doors are my real daughter" jokes.
Because she was given a body way later than her peers, she often struggled with walking and talking which caused a lot of bullying from her peers.
After mastering basic motor skills, Uzi went on to start building herself other bodies using spare parts she scavenged from outside. These can range from spare bodies in case something happens to her current one to Dissembly Drone-esque models crafted for the purpose of defense should an actual one get in.
Up to the current canon timeline, no one still knows that Uzi has complete control over the entire bunker.
She meets N when scavenging parts for an upgrade she's been working on that requires a lot of Worker Drone cores, an upgrade that consists of allowing the entire bunker to be mobile and move.
Everything basically plays out the same except Uzi has a bit more of an advantage against the Murder Drones mayhaps 👀
#n murder drones#murder drones n#murderdrones#murder drones uzi#murder drones#murder drones au#Doorzi#khan murder drones#murder drones khan#does this scream daddy issues?#absolutely! :D#ghost rambles
46 notes
·
View notes
Text
IN DIERVERHALEN MAAKT TOON TELLEGEN FILOSOFIE OVERDENKBAAR
Heb ik het nieuwe boek van Toon Tellegen gelezen, zak ik lekker onderuit in mijn fauteuil. Behaaglijk in de stof dat me welhaast omsluit zo kruip ik er in weg. Sluit mijn ogen. De tekeningen van Thé Tjong-Khing doemen voor mijn toegedekte pupillen op. Deze illustraties laten de zojuist gelezen verhalen achter mijn oogleden tot leven komen. Dan droom ik weg op de woorden en de pennenstreken. Waan ik mij dat onschuldige dier dat vol met vragen zit waarop menselijkerwijs geen antwoorden mogelijk zijn. Wat zal ik graag die eekhoorn of deze mier zijn, de olifant of het nijlpaard. Leven zonder je zorgen te maken om de grote vragen des levens. Je verwonderen om details, je afvragen wat er is daar verderop. De mammoet zal ik willen zijn die op zijn beurt de olifant wil zijn. Om gelukkig te leven in het nu en niet dat toen.
De dieren stellen elkaar vragen waar wij mensen niet opkomen, misschien nog niet aan toe zijn deze te bedenken. Die voor ons gesneden koek zijn, menen we. Omdat het onwerkelijke gedachten schijnen te zijn, niet realistisch. Niet ter zake doend, maar voor de dieren juist heel hier en nu. Oh, wat zal ik graag zo blank in het leven staan, als een onbeschreven blad. Zo zoals de dieren die in de verhalen van Tellegen kinderlijke vragen stellen. Het mensenkind heeft die onbevangenheid van deze dieren nog. Grote vragen stellen, die boven hun macht lijken te gaan. Kleine antwoorden verwachten, die de wereld en het leven tastbaar maken, begrijpelijk.
Toon Tellegen maakt met zijn verhalen filosofische vraagstukken bereikbaar, begaanbaar en voelbaar. Het diepste mijmeren landt door zijn woorden eenvoudig in mijn denken. Ik doorzie aan de hand van zijn vertellingen, die welhaast voor kinderen geschreven lijken te zijn, het bestaan beter. Levensvragen die voor de kleine krekel antwoorden verdienen om het leven aan te kunnen en de wereld verstaanbaar. Wat is er achter de muur waarop eekhoorn en mier stuiten na een lange reis. Daar is niets. Ik vraag me weleens af of het heelal een einde kent. Het heel is al, het is de ganse ruimte. Maar naar menselijke maatstaven bestaat oneindig niet. Net zoals eeuwig geen optie is in het leven. En wat is daar dan na, wanneer die onmetelijke ruimte afgemeten is. Eekhoorn breekt er zijn hoofd over, terwijl de mier genoegen neemt met niets. Zoals de mol en de aardworm onder de grond op het einde van de aarde stuiten, niet meer verder kunnen graven en onverrichte zake terugkeren. Dat was zeker de fundering van een huis zal de lezer raden, want de mens wenst wel overal een passend antwoord op. Mol en worm zingen elkaar in slaap en praten nergens meer over. De muis deed een niet te geloven ontdekking: wij bestaan niet. Dus is de olifant verzonnen, die op zijn beurt ontdekt dat de toekomst een vergissing is.
In zijn boek laat Tellegen de dieren vragen stellen die ertoe doen. Vraagstukken waarmee de schrijver misschien al langer rondloopt, maar aan niemand heeft durven voorleggen nog. De kans dat hij voor gek wordt verklaart namelijk is niet gering. De mensen van nu zijn zo rationeel dat de fantasie uit haar voegen barst en vervliegt in de tijd. De werkelijkheid staat hoog in het vaandel en degene die daarvan afwijkt wordt met liefde afgeschoten. Daarom zijn het de dieren die hoger kunnen vliegen en dieper kunnen graven. Zij nemen geen blad voor de mond, maar vragen waar het opstaat. Daarom maakt Tellegen van de dieren net mensen.
Foto Michael van Uden
De verhalen zijn fabels waarin de moraal tussen de regels door gelezen kan worden. In de beeldspraak wordt een abstracte waarheid duidelijk gemaakt. Want is dat niet de kern van de filosofie, je bezig houden met fundamentele vragen over het bestaan, de werkelijkheid, de rede, waarden en het verstand. De dieren spreken met elkaar na diep nagedacht te hebben. Ze bevragen elkaar om het zijn te onderzoeken, mogelijkheden te argumenteren, op hun manier logisch te denken. De dieren van Tellegen zijn vrije denkers. Naar menselijk idee is er geen logica in te ontdekken, maar de vragen zijn steekhoudend en doen er zeker toe. De schrijver geeft overigens geen duidelijk afgepaste antwoorden. De dieren denken het te weten, maar de lezer blijft veelal in het ongewisse en moet dieper in de gelaagde verhalen duiken om een waarheid te bevestigen.
In de filosofie van Toon Tellegen zweeft de waarheid niet boven de werkelijkheid. Maar kun je wel in gedachten hoog boven de realiteit vliegen om de feiten te overzien. De dieren kijken in hun onnozelheid van onder op het zijn, maar spreken er over alsof ze het van boven bekijken. Ze maken de levensvragen beschouwelijk, handzaam en laagdrempelig. Ze spreken hun ongecompliceerde gedachten aan elkaar uit om meer te weten te komen van het bestaan en het doel, de zin van het leven: waar gaan we eigenlijk heen.
De verhalen in het boek zijn niet alle nieuw. Voor mij wel. De oude verschenen in eerdere uitgaven. Tellegen vulde het aantal voor deze uitgave aan met enkele onlangs geschreven vertellingen. De filosofische vraagstukken ontroeren in handen van dieren. Door hun onlogische logica zetten de dieren de mensen aan het denken. En soms kan ik een omfloerste lach niet onderdrukken. Die dieren zijn net mensen. Met al hun belachelijke gedachten, ideeën en standpunten. Toon Tellegen houdt ons een spiegel voor. Een lachspiegel waarin we ons zijn vervormd weerzien.
Foto Martin Waalbeer
De verbeeldingen uit ons dagelijks leven projecteert Tellegen op de dieren in zijn verhalen. De eekhoorn en de mier gaan in het eerste verhaal naar de verte, de toekomst. Ze lopen urenlang door naar die verte en stuiten op een muur, kunnen niet verder. De mier klimt op de muur en ziet niets. Kijkt hij in het hiernamaals? Er zijn mensen die menen dat daar inderdaad niets is. En dan de vraag van de krekel aan de schildpad. Is hij er wel zeker van dat hij de schildpad is. Je bent wat je doet, of is dat niet het wezen van het zijn. En de mier kan alles denken. Zich alles indenken en uitdenken. Denken heeft geen geheimen. Verder doordenken dan tot oneindig. Overdenken, toedenken. Maar iemand wegdenken kan ze niet. De neushoorn en het nijlpaard, beide willen het eerst aan de beurt zijn in de winkel van de sprinkhaan. Ze voeren allerlei redenen aan om maar aan te geven dat deze voor de ander eerst aan de beurt is. “Mijn wil bestond eerder dan ik. Die hing al in de lucht toen er nog niks bestond, de hele wereld niet, de zon niet, het was nog helemaal donker en koud en stil, maar mijn wil om vandaag hier in de winkel van de sprinkhaan iets te kopen, die zweefde al rond.” Zijn wij alle niet zo kleinzielig om haantje de voorste te zijn, op de eerste rij te staan, te denken dat het nu onze beurt is.
Toon Tellegen bedenkt wonderlijke dingen, filosofeert zich een punthoofd. Geeft oplossingen voor onbestaande vraagstukken. Deze zijn echter wel heel werkelijk, wanneer je er goed bij nadenkt, het overdenkt. Er peinzend induikt. Wat te denken van de verjaardag van de eendagsvlieg. Hij heeft maar één enkele dag in zijn leven, dus kan hij slechts een veruurdag vieren. Logisch toch? De krekel is zo nieuwsgierig naar hoe zijn gevoel eruitziet dat hij zich binnenste buiten keert. En wat is de waarde van de tor. Hij is iets waard. Niet helemaal niets. En schrijft het op de muur. “Dat ben ik, dacht hij. Dat moet ik nooit vergeten.” Kun je de grootte van iets afmeten. Wat is groot en wat is klein. Verjaardagen zijn klein, want duren nooit langer dan een dag. Verdriet is groot, onherbergzaam en koud en stil. Maar het kan ook klein zijn, zo weg te blazen. De struisvogel steekt zijn kop in de grond en droomt ergens anders te zijn. Wat zal ik dat graag wensen, me ergens voor afsluiten en menen op een andere plek te zijn dan daar waar ik ben en niet wil zijn.
En soms praat ik net als de eekhoorn met de dingen in mijn kamer. Vooral nadat ik dit boek van Toon Tellegen en Thé Tjong-Khing heb gelezen en bekeken. Ik leg het voor me op tafel en richt mijn woord tot het boek. Stel de vragen die de dieren elkaar stellen, het boek geeft me de antwoorden. Zoals op iedere pot een deksel past, zo sluit elk antwoord de vraag af. Misschien niet altijd even bevredigend, is het een dooddoener. Nadenkend, in de diepte overdenkend, kan ik de vraagstelling wegdenken en me het antwoord indenken. Tellegen schrijft waarheden als koeien. Thé tekent er een levendige verbeelding bij. En ik zak nog dieper weg in mijn fauteuil. Is het een foute uil?
Waar gaan we eigenlijk heen. Tekst Toon Tellegen. Illustraties Thé Tjong-Khing. Uitgave Em. Querido’s Uitgeverij, 2023.
4 notes
·
View notes
Text
realisatie
luisterend naar al de verhelderende gesprekken die je voert met vreemden, zo verhelder je ook mijn geest. ineens worden de stemmen met valse beschuldigingen aan mij geopenbaard. ik kan ze zien en duidelijk horen. ik doorzie dat het geen waarheid is die gesproken wordt, maar leugens die verkondigd worden om mij klein te houden. om mijn diepe zelfovertuiging van het slecht zijn zoals ik ben te voeden. want man, wat ben ik volgens die stem slecht. een slecht mens, een slecht kind, een slecht broertje, een slechte vriend, een slecht hondenbaasje, een hele erge gemene klasgenoot. een vreselijk kind die alles fout doet. dat is wat ik diep geloof over mezelf. mijn verstand wist allang dat dit niet zo was, maar mijn diepste gevoel sprak anders. maar ik ben dit niet en dat realiseer ik me nu. ik realiseer me nu dat ik echt goed ben zoals ik ben. thanks mama, voor het in mij geloven dat ik goed ben zoals ik ben.
0 notes
Text
0 notes
Text
Maandag ga ik naar het strand met mijn nicht. Een paar weken terug troffen we elkaar in een park. Nicht heeft ook een hond. Een hele bitchy teef. VikThor zat in no time compleet onder de plak!
Het heeft wat voeten in de aarde gehad, nicht heeft de afspraak meermalen verzet, maar nu lopen we dan toch langs de vloedlijn. ‘Toestanden in de familie’ heb ik begrepen. Het is overal wat. Altijd. In onze familie wel in elk geval.
Heks hoort of ziet niet zoveel van haar clan. En dat heeft zo zijn redenen. Die ik probeer te vergeten. Eraan denken is te pijnlijk. Maar met enige regelmaat zet iemand weer een mes in de wond. Bedoeld of onbedoeld, daar kan ik de vinger dan weer niet op leggen. Men beweert altijd onbedoeld. Maar vertrouwen is een schuwe vogel. Vertrouwen is allang weggevlogen.
Door de tralies heen gekropen en foetsie. Me alleen achterlatend met mijn verdriet.
‘Je hebt iets onaanraakbaars, nu weet ik het,’ mijn homeopate is er eindelijk uit. ‘Daarom proberen mensen je onderuit te schoppen. Daarom doen sommige vrouwen zo raar tegen je. Daarom proberen allerlei idiote kerels je klein te krijgen. Mensen vinden het onuitstaanbaar…..’
Ik denk aan de onaanraakbaren in de Indiase maatschappij. Het laagste van het laagste ben je dan. Ja, het klopt. Zo heb ik me heel vaak gevoeld! Maar mijn behandelaar bedoelt het toch anders…….
‘Maar het is alleen maar om mezelf te beschermen. Als je vogelvrij wordt verklaard, als je iemands persoonlijke boksbal bent en bovendien op de nominatie staat om geofferd te worden voor het welzijn van de gehele clan, als men al op zoek is naar een geschikt meisjesinternaat, als je wordt afgedankt, terwijl je niks misdaan hebt…..’ pruttel ik.
Opeens begrijp ik wat ze bedoelt. Mijn huidige hulp heeft precies hetzelfde. Het is een geweldige vrouw met een hele foute narcistische ex. En ook zij heeft dat onaanraakbare. Ze laat niet merken dat ze kapot gaat! Om de boel bij elkaar te houden. Om te overleven. En hoe reageert de omgeving? Het mes erin!
Zelfs haar bloedeigen zus doet er alles aan om haar leven te verzieken. Heks kan de verhalen soms bijna niet geloven. Maar het is haar realiteit. Mensen, die ze zou moeten kunnen vertrouwen halen haar juist onderuit. Dierbaren, die haar zouden moeten steunen geven een gemene trap na. Zo triest. En zo ontzettend pijnlijk voor de boksbal annex afvoerput.
Afgelopen week bijt ik weer keihard in een grote haak. Een nare snoek heeft er een gemeen aas aan gehangen en voor ik er erg in heb, heb ik alweer gehapt. Dringt de haak diep mijn zachte verhemelte in. Ontstaat er een kettingreactie aan pijn, die me terugvoert naar mijn jeugd.
Toen ik het maar moest uitzoeken. De jaren voorafgaand aan mijn ziekte. Toen ik me kapot heb gewerkt. Mijn loyaliteit aan mijn agressors. Mensen, die me zouden moeten dragen, maar juist onderuit schopten. Mijn diepe liefde voor iedereen behalve mijzelf. Want Heks was toch zo slecht. Die mocht je gerust dood slaan. Of er een poging toe doen.
En daarna gerust laten creperen. Die moest het maar uitzoeken met haar opleiding zonder beurs. Die kon zich de tandjes arbeiden. Heks heeft zich letterlijk de ziekte gewerkt tijdens haar studie. ME is toen begonnen.
En alles wegpoetsen. De diepe schaamte voor andermans haat jegens mij. Er een mooi verhaal van proberen te maken. De eindeloze pogingen om die haat in liefde te veranderen. Maar dat lukt natuurlijk niet bij narcisten. Het is slechts koren op hun molen.
Gepokt en gemazeld door al die ervaringen met narcisme zou ik nu natuurlijk beter moeten weten. Maar de behoefte aan liefde en erkenning van mijn voorouders is gewoon te sterk. En te weten dat het nooit zal gebeuren is te verdrietig.
Ik zag ooit een televisieprogramma over een tuinarchitecte. Ze was wereldberoemd en overal erkend. Mensen liepen weg met haar. Hele volksstammen stonden in de rij voor een ontwerp en ze was intussen hemeltje schatrijk geworden met haar natuurlijke tuinen. Maar kon ze van haar roem genieten? Was ze een beetje gelukkig?
‘Mijn vader is ook tuinarchitect. Niet zo beroemd als ik, hoor, maar hij was wel mijn grote voorbeeld. Ik kon totaal niet met hem overweg, we hebben een hele moeilijke relatie. In feite heeft hij me nooit zien staan. Maar ik hoopte dichter naar hem toe te groeien, door ook tuinarchitect te worden……’
En dan snikkend ‘Nooit is hij naar een tuin van me komen kijken. En nu kan het niet meer. Hij is oud en dement. Waarom is hij nooit gekomen? Hij had zelfs nooit een goed woord over voor het feit, dat ik ook tuinarchitecte ben geworden. “Dat kan jij niet, het is niks voor vrouwen, daar ben je te dom voor”‘.
‘Natuurlijk gaat hij je niet erkennen, schat, die engerd,’ dacht Heks direct, toen ze dit programma zag, ‘Je geeft hem wel heel erg veel macht door dat zo belangrijk te vinden…..’
Kijk, bij anderen doorzie ik dit soort misstanden altijd direct. Was mijn zicht maar zo scherp in mijn eigen leventje. Dan zou ik minder makkelijk prooi zijn van alweer een haak!
Nicht en Heks zitten lekker op een terrasje aan de koffie. We halen herinneringen op aan onze jeugd, ze woonde maar een paar huizen bij ons vandaan! ‘Weet je nog…’ roepen we om beurten. De ene anekdote volgt op de andere. Af en toe liggen we helemaal slap van de lach. ‘Jaja, weet je nog….?’
Sommige dingen heeft ze totaal geen weet van. Mijn veronderstelling dat er in de hele familie sprake was van lijfstraffen blijkt bijvoorbeeld niet te kloppen.
‘Ach schat, je bent gewoon verstoten. Dat is het ergste wat er is. Maar er zijn nog wel familieleden, die veel van je houden, hoor!’ Zoent ze me bij het afscheid.
Binnenkort hebben we een familiereünie. De vorige keer kreeg ik het niet voor elkaar om erheen te gaan. Het is sowieso al nauwelijks te doen met ME, zo’n ellenlange dag aan de andere kant van Nederland. Maar in mijn geval wordt het ook nog eens een hele klus om om gemene haken en boze brulboeien heen te laveren……
Boeddha hanteerde geen kastesysteem. Voor hem geen onaanraakbaren. Zoals Heks. Helaas gooit er weer eens iemand een haak in mijn kleine amoebe aquarium. Voor ik het weet heeft deze Dalit alweer gebeten! Ja, wat moet je anders in zo’n kom. Mijn glazen gevangenis. En let wel: Mijn gebijt doet de zaak geen goed en die haak geen pijn……. Maandag ga ik naar het strand met mijn nicht. Een paar weken terug troffen we elkaar in een park.
#&039;#&039;Daarom proberen mensen je onderuit te schoppen#&039;Natuurlijk gaat hij je niet erkennen#afgedankt#afscheid#allang weggevlogen#alleen achterlatend met verdriet#alleen maar om mezelf te beschermen#alles wegpoetsen#als je iemands persoonlijke boksbal bent#alweer gehapt. Dringt de haak diep mijn zachte verhemelte in#Bedoeld of onbedoeld#begrijp wat ze bedoelt. Mijn#behoefte aan liefde en erkenning van mijn voorouders is gewoon te sterk#bij anderen doorzie ik dit soort misstanden altijd direct#bijt ik weer keihard in een grote haak#bitchy teef#bloedeigen zus doet er alles aan om haar leven te verzieken#boeddha#daar ben je te dom voor#Daarom doen sommige vrouwen zo raar tegen je#Daarom proberen allerlei idiote kerels je klein te krijgen#Dalit#Dat is het ergste wat er is#Dat kan jij niet#de tandjes werken#die engerd#diepe liefde voor iedereen behalve mijzelf#diepe schaamte voor andermans haat#Dierbaren die haar zouden moeten steunen geven een gemene trap na
0 notes
Text
cultuurdouche blog
Maandag 2 september:
Het is de eerste schooldag voor mij op mijn nieuwe school en ik weet niet zo goed wat ik moet verwachten van de eerste week, de cultuurdouche. Ik dacht dat we heel veel informatie tegelijk zouden krijgen over de stof die we de gedurende 4 jaar zouden leren zodat we meteen weten hoe we ervoor staan en wat we ervan vinden.
Ik was heel verrast over wat we deze week gingen doen, ik kende niemand bij wie ik in de groep terecht kwam dus ik vond het wel een beetje spannend en nog wat lastig om me meteen in de groep te mengen maar dat lukte gedurende de dag steeds beter. Mijn groepje had als extra rol ook nog een management dus ik dacht dat ik veel pech had om in dat groepje te zitten omdat ik dacht dat het een zware taak was. Op het begin was de rol ook wel zwaar omdat we ons niet echt raad wisten met wat we er mee moesten doen maar op het einde van de dag liep het wel op schema.
Aan het begin werd eer veel uitgelegd over technische bedrijfskunde en er meteen een goede vraag : is crisis goed of slecht? En het antwoord vond ik verrassend omdat ik er nooit op die manier over na had gedacht.
Ook werd manipulatie uitgelegd op een leuke manier. Het was een leuke manier omdat het eigenlijk een makkelijke rekensom was maar toch zat iedereen fout bij het antwoord inclusief ik zelf. Ik had niet verwacht dat ik het fout zou hebben omdat ik van mezelf wel denk dat ik die dingen goed doorzie.
Ik vond de filmopdracht ook leuk, er werd aan ons gevraagd om naar onze eigen thema's te kijken en terug te zoeken in de film, ik dacht dat dat wel moeilijk zou zijn aangezien ik nooit op zulke manier naar een film kijk maar toen ik er eenmaal goed in zat vond ik het leuk als ik iets terug kon vinden in de film wat met technische bedrijfskunde te maken had.
1 note
·
View note
Text
Het is alsof ik eindelijk terug mijn eigen leugen rond geluk doorzie en besef dat ik beter dood ga.
1 note
·
View note
Text
Nooit goed genoeg – Omgaan met perfectionisme
Het kan altijd beter, leuker en mooier. Dat was voor lange tijd mijn onbewuste mantra. Ik had niet eens door dat ik zo streng voor mezelf was. Ondertussen zorgde het ervoor dat ik me ontevreden en ongelukkig voelde. Perfectionisme knaagde continu aan mij, zelfs als ik hoge cijfers haalde, veel sportte en gezond at. Gelukkig kan het ook anders, weet ik inmiddels.
Perfectionisme als drijfveer
Perfectionisme heeft voor- en nadelen. Het zorgt er enerzijds voor dat je veel doet en streeft naar hoge kwaliteit. Absoluut niet verkeerd. De keerzijde is echter dat je nooit tevreden bent, jezelf niet toelaat om te genieten als je iets hebt bereikt en dat je vaak vanuit ontevredenheid handelt, in plaats van enthousiasme.
Door mijn perfectionisme genoot ik een stuk minder van mijn leven, terwijl ik mezelf heel gelukkig mag prijzen met alles wat ik heb en doe. Daardoor zat ik in 2014 zelfs tegen een burn-out aan. Ik was nog maar 24 jaar oud en kwam iedere avond uitgeput thuis. Ik werkte 40 uur, had twee uur reistijd per dag en wilde daarnaast veel sporten en bloggen. Terugkijkend op die periode zat het probleem niet in dat drukke leven. Het probleem zat vooral in mijn eigen verwachtingen. Niks wat ik deed, vond ik goed genoeg.
Ik moest slanker, succesvoller en leuker zijn. Het ideaalbeeld van vrouwen zonder enige imperfecties zal hierin ook een grote rol spelen. Ik was erg onzeker over mijn vetrolletjes, cellulite en aanhoudende acne. Naast dat ik hoge eisen had over mijn carriere, vond ik ook dat ik er altijd tiptop uit moest zien. Daarom sportte ik veel, at ik zo gezond mogelijk en had ik een uitgebreide huidverzorgingsroutine.
Gelukkig trok mijn vriend Peter aan de rem toen ik op een zondagavond in een lichte paniekaanval het niet meer zag zitten om de volgende dag naar mijn werk te gaan. Na een week volledige rust te hebben genomen, ben ik minder gaan werken en heb ik wekenlang niet geblogd. Dat voelde als een mislukking, maar ook een bevrijding. Het leven gaat gewoon door als je minder hard aan alles trekt.
Hierdoor realiseerde ik me dat ik zo niet langer door kon gaan. Perfectionisme zit diep in mij geworteld. We zijn inmiddels zes jaar verder en ik heb er nog steeds af en toe last van. Soms val ik terug in dat negatieve gedachtenpatroon en ga ik over mijn eigen grenzen heen. Gelukkig kan ik dat inmiddels beter herkennen en gun ik mezelf vaker rust.
Ik schreef ook een stuk over middelmatig zijn, want niet alles hoeft sneller, beter en groter.
De oorzaak van perfectionisme
De achterliggende oorzaak van perfectionisme is vrijwel altijd angst. De angst om buitengesloten te worden, om te mislukken, om alleen te zijn, om raar gevonden te worden. Die angst is logisch, maar irrationeel. Het is zoeken naar controle die je nooit volledig zult hebben. Perfectionisme probeert je dus te beschermen tegen falen, maar slaat vaak te ver door in negativiteit. Het houdt je tegen om dingen uit te proberen en positief over jezelf te denken.
Buddha zei: “The mind is everything. What you think, you become”. Gedachten zijn enorm krachtig, je handelt – bewust en onbewust – naar hoe je denkt. Als jij bij een nieuw project denkt ‘het moet perfect zijn, anders is het mislukt’, dan is de kans groot dat je er krampachtig mee omgaat. De vraag is of het er echt beter van wordt.
Minder perfectionistisch zijn helpt juist om je doelen te behalen en om gelukkiger te zijn met jezelf. Het is prima om dingen uit te proberen zonder dat het gelijk perfect moet zijn. Je mag fouten maken, daardoor leer je juist veel meer dan als je het angstvallig perfect wilt doen.
Zet je perfectionisme om
Niet iedereen is een perfectionist, maar ik denk dat iedereen wel een innerlijke saboteur in zichzelf heeft zitten die je angsten onder controle probeert te houden. Dat kan een vergelijker zijn, een uitsteller, een zorgenmaker, een drama queen, enzovoort. Alles om te voorkomen dat je faalt.
Als je deze saboteur teveel toelaat, dan kan het je gedachten en je leven gaan beheersen. Het kan je onzeker maken en het kan er zelfs voor zorgen dat je dingen doet die je helemaal niet gelukkig maken, zoals een zogenaamd ‘succesvolle’ baan aannemen of in een vervelende relatie blijven zitten. De situatie is voor iedereen anders, maar het is belangrijk om deze saboteur te leren herkennen.
Het is dat stemmetje in je hoofd dat zegt: ‘zij is veel slanker dan jij’ of ‘zie je wel, je kan dit niet’.
Als je dat stemmetje leert te herkennen, dan kun je er iets mee. Waarschijnlijk gaat deze saboteur nooit volledig weg, maar je kunt die energie wel omzetten in positieve zin. Dit doe je in vier stappen:
Herken je innerlijke saboteur.
Wat doet deze met je en waarom?
Weten wat de triggers zijn.
Wat zorgt ervoor dat je opeens een aanval krijgt van negatieve gedachten? Dat kan je werk zijn, een bepaalde persoon in je omgeving of misschien wel een te strakke spijkerbroek die je toch aandoet.
Aandacht geven aan deze gedachten.
Wat ik al schreef, is dat de hoofdoorzaak van bijna alle negatieve gedachten angst is. Wees dankbaar dat deze saboteur ervoor zorgt dat je oplet. Maar zeg dan tegen jezelf om er verder niets mee te doen, omdat het je niet verder helpt.
Zet het om in iets positiefs.
Het gedrag kan je namelijk helpen als je het op de juiste manier gebruikt. Denk aan streven naar hoge kwaliteit (bij perfectionisme) of inspiratie opdoen bij anderen en dat voor jezelf gebruiken (bij vergelijkingsdrang).
Ook al is het soms moeilijk om negatieve gedachten uit te schakelen, op lange termijn kun je veel baat hebben bij deze stappen. Soms heb ik nog steeds een aanval van negatieve gedachten, maar ik kan het steeds sneller herkennen en omdraaien.
Positief denken met 4 tips
Naast de stappen om je innerlijke saboteur te herkennen, doe ik zelf nog vier andere dingen om positiever in het leven te staan. Op die manier kan ik voorkomen dat mijn innerlijk kreng toeslaat en dat ik vaker me tevreden voel met wat ik heb.
Positieve affirmaties.
Dit zijn woorden of zinnen die je herhaalt tegen jezelf, zodat je – bewust of onbewust – gelooft en handelt naar deze woorden. Zo zijn twee van mijn dagelijkse affirmaties ‘ik ben niet mijn gedachten’ en ‘ik ben goed genoeg zoals ik ben’. Schrijf jouw affirmaties op in een boekje of zeg het tegen jezelf in de spiegel. Als je dit iedere dag doet, dan ga je uiteindelijk geloven in deze woorden.
Dankbaarheid.
Nadenken waarover je dankbaar bent, helpt enorm om je te beseffen wat je allemaal wel hebt. Ik schrijf dagelijks drie dingen op waarvoor ik dankbaar ben die dag. Deze dingen kun je opdelen in:
Kleine dingetjes, zoals een kop koffie of de zon die schijnt;
Dingen die je de dag ervoor hebt gedaan;
Relaties;
Niet tastbare zaken, zoals een levensles of kans.
Meditatie.
Door meditatie -al is het maar tien minuten per dag- leer je je gedachten beter herkennen. Daarnaast merk ik dat ik door regelmatig te mediteren mijn emoties en gedachten makkelijker kan loskoppelen van de situatie. Ik doorzie eerder dat het angst is, wat ik dan sneller kan loslaten. Ik probeer iedere dag te mediteren, al lukt dit niet altijd hoor.
Perfectie is relatief.
Vraag jezelf regelmatig af: wanneer is iets perfect? Onthoud dat jouw idee van 100% perfect, misschien bij iemand anders wel 130% perfect is. Of maar 80%. De kans is bovendien groot dat als je eenmaal bij jouw 100% bent, je nog steeds niet tevreden bent. Perfectie is relatief, onthoud dat.
Het is makkelijker gezegd dan gedaan, maar weet dat perfectie niet bestaat. Perfectionisme is een manier om om te gaan met angst, maar het lost die angst niet op. Het blijft je beheersen. Het is een bevrijding als je die perfectie kan loslaten en desondanks gewoon dingen te gaan doen die je wilt doen. Ook al is dat niet op het niveau wat je zou willen. Doe je best en wees trots op jezelf. Dat is meer dan goed genoeg.
0 notes
Text
De goeie vrede
Ik vraag me vaak af, wekelijks zelfs, hoe ver je moet gaan voor die goeie ouwe vrede. Ik ben namelijk best een flexibel persoon in het gebruik. Ik begrijp de consequenties, doorzie gedrag, en weet prima hoe ik mezelf moet aanpassen om verdere escalatie te voorkomen. Ik doe dat ook braaf, week in, week uit. En dan komt het punt dat je merkt dat je op exploderen staat, dat je staat te trillen op je benen en weet dat je grens al lang en breed overschreden is. En dan nog kan ik braaf net doen alsof er niets aan de hand is, omdat ik weet dat de persoon tegenover me niet voor rede vatbaar is, anders denkt, en dat discussie slechts energieverspilling is. Maar ik heb nog zoiets als eigenwaarde. Dat is best een groot punt van aandacht. En het conflict in dat kader kost mij ook enorm veel energie, dus eigenlijk is het kiezen tussen twee kwaden. Omgaan met andere mensen is lastig, ik weet het, maar waar ligt die grens tussen alles maar slikken voor de goede vrede en je eigenwaarde verliezen?
Ik weet het even niet meer…. vraagje: hoe doen jullie dat?
Afbeelding:
Prawny
/ Pixabay
0 notes
Text
Fennes gevoel was juist geweest, de echo liet het duidelijk zien: ze kregen een zoon. Ze moest glimlachen om Stevens verbaasde gezicht. ‘Hoe wist je dat nu?’ ‘Oh just like that, dat heb ik altijd al geweten, dat ik een zoon zou krijgen. Ik weet niet hoe dat komt, het is zo. Dat zijn dingen die vaststaan, hoe en waarom weet ik niet… Onze volgende wordt een dochter.’ ‘Oh.’ Dit was allemaal zulke ongrijpbare vrouwenlogica, hier had hij geen woorden voor. De echoscopiste lachte: ‘En zwangere vrouwen hebben altijd gelijk hoor, je zal het zien.’ ‘Oh jee,’ grinnikte hij, ‘dat heb ik vaker gehoord.’ Alles was goed met hun kind, dat was een grote opluchting. Hij haatte het dat hij steeds zo ongerust moest zijn, wenste dat ze er meer domweg van zouden kunnen genieten dat ze een kind gingen krijgen. Hij keek naar de moeder van zijn kind, wist dat ze zo ontzettend veel moeite had om los te laten, om voor zichzelf en haar kind te kiezen. Maar hij wilde toch nog een keer een poging wagen, wilde dit voor haar maar vooral voor zichzelf dit keer. Hij was moe van alle ongerustheid. Hij besloot haar niet meteen mee terug naar huis te nemen, nam haar mee naar het korenveld vol bloemen waar het vorig jaar allemaal begon. ‘Hee, wat gaan we doen?’ zei ze verrast. ‘Praten. En ik heb je tegenwoordig alleen nog maar midden in de nacht voor mezelf dus ik zoek een rustig plekje voor ons tweeën.’ ‘Oh cool,’ zei ze. ‘Hier ben ik nooit meer terug geweest. Hier werd ik zo ontzettend verliefd op je, wist je dat?’ Hij glimlachte. ‘Nee, dat wist ik niet… ik hoopte het wel, want hier werd ik net zo ontzettend verliefd op jou.’ ‘Cool,’ zei ze weer, zacht, vertederd. De bloemen waren net zo adembenemend als vorig jaar. Samen liepen ze het pad weer af, haar hand vast in de zijne. ‘Ik weet waar je over wil praten,’ zei ze. ‘Ik ben nog steeds niet zo goed in het relativeren van mijn vaders toestand toch? En jij maakt je constant zorgen om mij en om ons kind, en dat vind ik ook weer erg… en zo blijven we bezig.’ Ze stond stil, keek hem aan, was weer zo makkelijk verdrietig geworden dat hij zeker wist dat het direct onder de oppervlakte had gezeten bij haar. Hij veegde zacht een paar tranen weg bij haar. ‘Ik ben onverbeterlijk hè?’ zei ze. Wat kende ze hem toch goed, ze wist al lang wat hem dwarszat. ‘Je hebt in elk geval goede voornemens samen met je moeder. Dat vind ik heel goed van jullie.’ ‘Heeft Ellen bedacht,’ zei ze. ‘Maar dat zal jij wel verwacht hebben, slim van je om haar op me af te sturen. Ik zei toch al dat je zuinig op die vrienden van je moest zijn.’ Ze glimlachte om zijn verbaasde blik. ‘Ik heb godzijdank een brein meegekregen waarmee ik logisch kan redeneren Steven.’ ‘Ja dat heb je zeker! Het is eng, zo slim als jij bent.’ ‘Goed zo, dat blijf je tenminste opletten… Ik heb een goed gesprek met m’n vader gehad, over Adam en mij… Hij heeft gezegd dat hij me sterk vindt en dat ik alles goed doorzie… en dat hij zich al die jaren nooit zo bezorgd had hoeven te maken om me.’ Steven stuurde in stilte een bedankje naar boven, hier hadden zij en haar vader nu zo ontzettend lang over gedaan en nu was het eindelijk uitgesproken. ‘Wat fijn voor jullie lieverd, wat heb je daar lang op gewacht!’ Ze knikte, ze was er nog steeds heel emotioneel over, zag hij. ‘Het is allemaal zo basic, toch, Steven? Ik wilde gewoon al die jaren dat mijn vader eindelijk eens een keer trots op me was, dat hij tegen me zou zeggen: dat heb je goed gedaan… Dat wil jij toch ook? Jouw vader is trots op je, dat zie ik, en dat zal hij ook heus wel eens tegen je zeggen.’ ‘Ja dat is ook zo lieverd, maar mijn vader is een schilder, ik hoef niet op te boksen tegen een multimiljonair die de hele wereld aan zijn voeten heeft liggen. Bij ons gaat het eigenlijk om hele simpele dingen, niet om hoeveel geld ik heb. Ik denk zelfs dat hij trotser op me zou zijn als ik elke week in de kerk zou zitten dan dat hij is op het geld dat ik verdien.’ ‘Daar heeft hij nog gelijk in ook, het gaat er helemaal niet om hoeveel je verdient, daar ben ik nu ook wel achter. Het gaat er juist om of je iets achter kunt laten in deze wereld waar je trots op bent, een bijdrage aan de samenleving. Ik heb die bijdrage nog niet gedaan hoor Steven, ik heb miljoenen verdiend maar niets gedaan. Mijn vader wel. Mijn vader heeft zijn talent gebruikt om hele mooie dingen te maken waar mensen plezier aan kunnen beleven, zich gelukkig in kunnen voelen, en dat hij daar veel geld mee verdiend heeft was leuk maar bijzaak. Ik weet dat het nu daarom zo’n drama is voor hem, ik voel het gewoon. Hij kan niets meer creëren, zijn gevoel niet meer op papier zetten en zich zo ook niet meer uiten, dat gaat om de basis van zijn bestaan.’ ‘Waarom voel jij je daar ook verantwoordelijk voor?’ Die vraag bleef even in het midden hangen, was misschien wel te heftig, maar hij moest hem nu stellen, hij kon er niet meer omheen. Dit was de oorzaak van haar probleem. De tranen stonden direct weer in haar ogen. ‘Waarom vraag je me dat?’ ‘Omdat ik zie dat je daarmee worstelt lieverd.’ ‘Ik weet niet of ik dat wel wil zeggen.’ ‘Waarom niet?’ ‘Omdat ik het niet mag denken van mezelf… als ik het mag denken heeft het reden van bestaan en dat kan niet.’ Ze huilde nu, haar uithalen waren ineens zo heftig dat ze er even geen adem van kon halen. Hij moest haar helpen, het verscheurde haar zo ongeveer en dat kon hij niet laten gebeuren. ‘Twijfel je eraan of je hem wel had moeten redden?’ Ze knikte, had geen woorden. ‘Oh lieverd, misschien moeten we toch maar in die kerk gaan zitten want dit is zo’n gewetensvraag, ik denk dat geen enkel mens je daar een gepast antwoord op kan geven… Ik heb alleen het gevoel dat je als mens nooit helemaal kunt beslissen over leven en dood. Je kunt een heel eind komen, en je bent ook, vind ik, verplicht om te doen wat je kan. Maar uiteindelijk is er iets of iemand die het van je overneemt en dan kun je alleen nog maar aan de kant staan en het over geven. Het lijkt dan alsof de dingen net zo vast staan als de geboorte van onze kinderen, snap je.’ Ze haalde adem, diep, sloot even haar ogen, dacht na. ‘Dan geef je me toch een oplossing?’ ‘Doe ik dat?’ ‘Ja, wat jij zegt is dat ik verplicht was om mijn vader te reanimeren ondanks de consequenties, en uiteindelijk draag ik ook niet de verantwoordelijkheid voor die consequenties, voor zijn beperkingen nu, want die verantwoordelijkheid ligt niet in mijn handen… ik zou dat graag willen aannemen. Dat zou alles dragelijk maken.’ Dat begreep hij, maar het was maar zijn eigen gevoel, ontstaan aan het doodsbed van zijn vrouw. Het was geen wetmatigheid, hij kon haar geen garanties geven. De enige die haar die misschien kon geven was haar vader zelf. ‘Heb je hier al met je vader over gepraat Fenne?’ Ze was geschokt. ‘Dat kan ik toch niet doen, hij heeft het al zo moeilijk!’ ‘Jij hebt het ook moeilijk lieverd, en je komt er zo nooit uit voor jezelf. Misschien maakt dit het juist wel makkelijker voor hem, als hij weet waar jij zo verdrietig over bent. Misschien is dat juist wel een reden voor hem om weer te vechten?’ ‘Misschien… heb je wel gelijk. Ik kan het in elk geval proberen.’ Ze streelde met haar hand langs zijn gezicht. ‘Ik vind je zo lief,’ zei ze zacht, ‘en zo’n mooi mens, en ik wil nog heel veel meer van deze gesprekken met je voeren want jij haalt echt altijd het beste in mij naar boven.’ Hij sloeg zijn armen om haar heen, hield haar tegen zich aan en hield zo vreselijk veel van haar. ‘En het is zo simpel om dat te doen omdat jij hetzelfde bij mij doet lieverd, ik ben zo blij dat ik jou heb.’
0 notes
Text
DE WERKELIJKHEID VROLIJK VERPAKT
'Ik ben een gedicht / en word nu geschreven, / en naarmate mijn dichter / verder schrijft / krijg ik een gezicht / en een eigen leven. / Ik kom steeds dichter / bij mijn dichter.' Het fleurt de middag op. Het kleurt de morgen in. Door een rose bril bezie ik het vandaag de dag, wanneer ik de bundel "De flamingoballon" opensla en er in ga grasduinen. Lees ik een oneliner en of een gedicht dan word ik even opgetild van de dagelijkse dingen en zweef een enkel moment een stukje boven de wijde woelige wereld. Als in een surrealistisch kunstwerk krijg ik een dubbele kijk op het zijn. Ik moet doorkijken, doorlezen, om te weten wat de strekking van het vers zou kunnen zijn. Maar dikwijls lijkt er geen diepere kennis of een dubbele betekenis, is het gewoon te gek om waar te zijn.
Nelleke Hendriks noemt het vrolijke nonsensgedichtjes, haar poëzie. Maar daarmee haalt zij zichzelf naar beneden. Het lijken onzin verzinsels, flauwekul, maar wie de dubbele bodem doorziet en vooral doorleest merkt dat de zinnen verre van gelul zijn. Hendriks dicht helemaal niet uit haar nek. Het is de waarheid verpakt in een vrolijk papiertje. Zo'n geschenkverpakking voor een viering van de verjaardag of met sinterklaas, waarop de figuren en andere figuraties blijmoedig en opgewekt zich over een jolig gekleurde ondergrond bewegen. Dat is de buitenkant. Maar wanneer die wikkel er dan wordt afgedaan openbaart zich de inhoud, de ware aard. Zo werkt dat ook bij de gedichten en versjes van Nelleke Hendriks. De eerste kennismaking is niet meteen doorslaggevend. Je moet er meer van kennis nemen en er bekend mee worden, dan doorzie ik en krijg beeld van de adder onder het gras.
De bundel zet al meteen de toon bij de binnenkomer, een inval die de sfeer maakt: 'Een kettingroker besloot: / "Ik stop!" / en stak zijn laatste ketting op.' Meteen weet ik wat de bedoeling van de boodschap is. Hoe ik de inhoud van de bundel dien te lezen en moet beschouwen. Een eerste kwinkslag is gemaakt, de stemming is gezet. Ik zal niet oppervlakkig lezen en meteen de lach voorrang geven, maar de woorden wegen en serieus het genoegen beleven. Want een snelle scan van dichters product is niet genoeg, met aandacht zal ik de dubbele bodem openen.
Het vers waar de bundel de titel aan dankt gaat over boven jezelf uitstijgen en beseffen dat het op de top van jou vermogen eenzaam is. Maar meer nog gaat het over vinden van geluk, liefhebben en afscheid nemen, verdriet. Zo heeft ieder vers twee kanten. Blaast de vrolijke sfeer zich op totdat de ballon knapt en er een moraal zit aan het verhaal. Nelleke Hendriks wil meer zijn dan een nonsensdichter, ze wil serieus worden genomen hoewel zij de lachers op haar hand heeft met haar grappen en grollen.
De korte drie- of vijfregelige gedichten zijn eerder quotes dan poëzie. Gedachten bij dagelijkse dingen en momenten. Je ziet het en hebt er een idee bij, maar Hendriks staat er langer bij stil en vindt er wat van. Op papier heb ik dan een aha-moment, van o ja zo had ik het niet gezien maar kan ik het wel bekijken. Achteraf. 'Een havik had geen snavel, / maar in plaats daarvan, / ’t is heus / een kanjer van een haviksneus.' In de langere gedichten, die eigenlijk korte rijmende verhalen zijn – ballades, word ik op een verkeerd been gezet en loop aan het eind pijnlijk tegen de lamp. Aan het gedicht weet Hendriks onderwijl een draai te geven die het spoor naar een ander station leidt dan waarop ik bij aanvang had ingecheckt.
Hendriks neemt dagelijkse dingen als onderwerp bij de kop. Het alledaagse leven is haar inspiratie. Maar overgiet dat niet met een saaie saus, maar dramatiseert het en, beter beschouwd, ziet de humor ervan in. Wat ik als gewoon ervaar en beleef drukt zij als abnormaal uit. Het gemeengoed wordt door haar scherpe blik en puntige taal persoonlijk. Voor haar als mens en voor mij als individu. In de glimlach herken ik mezelf. En veelal verschijnt de r op mijn lippen en wordt het een grimlach. Pret hebben om andermans tekortkoming is de steen in de oester. Het klopt niet, het geeft geen pas en doet zeer. Daarom wordt het puntige mineraal een ronde steen. Zodat het handzaam is. De humor leeft daarvan, het cabaret groeit erdoor. Pret om een anders gebrek.
Als fantast leeft Hendriks zich in mensen en dingen in. Zij wordt zelf het laken en ziet het licht. Is getuige van al hetgeen tussen haar als laken voorvalt, de huwelijksnacht, het verwekken en baren van kinderen, een vreemd gaan. Uiteindelijk draagt ze haar bezitster naar het graf: ‘Mijn leven als laken is voorbij / en het was rijk en goed. / Nu ga ik zelf naar de Hemel, naar de Hemel van het Beddengoed.’ Ze is een urn zonder as. Een gevallen engel met een bijna-levend-ervaring. Een vleesetend plantje dat vegetariër wordt, maar niet heus – hap, slik, weg. Ze is een klein kerstboompje. Kortom, zij kan van alles zijn zolang de lezer daar maar in gelooft.
Nelleke doorleeft haar eigen geboorte nog eens voor mij – 'als een wonder lag ik daar / tussen jou billen en je knie'. Ze meent dat Jezus te vroeg geboren is. Uitgeteld op 1 januari van het jaar nul, maar met Kerst ging het mis. Na veel gedol en grappig zijn in taal en tekst, kan Hendriks toch met een kwinkslag serieus zijn. Ze richt zich dan tot moeder op Moederdag als mantelzorger. En tot vader op Vaderdag als ondeugende dochter: 'Jaren later begreep ik pas / dat jijzelf niet deugde, / en wat voor een enorme zak jij was.' Ze neemt geen blad voor de mond en zegt hard haar waarheid, maar is toch ook wel blij met vader want 'er is zoveel liefde tussen ons, zo groots en ook zo teer…' En moeder: 'Er zijn geen woorden / in geen enkele taal / om jouw moederliefde te verwoorden.'
Maar eigenlijk geef ik met al deze citaten al te veel prijs. Breek ik het mysterie van Hendriks’ poëzie open. Prik ik de ballon te vroeg stuk. Dat is jammer, want daardoor bent u als aspirant lezer van haar bundel vooringenomen. Daarom staak ik nu maar verder dat beleven, beschouwen en bespreken. Want ‘De flamingoballon’ moet gelezen worden van voor tot achter, van kaft tot kaft. Welnu, nog ééntje dan omdat ik het niet laten kan: 'Ik ben de spatie in een tekst, / ik lijd een onzichtbaar leven. / Was ik maar een letter, / desnoods een komma of een punt, / dat zou mijn leven inhoud geven. / Maar men leest over mij heen / alsof ik niet besta, / terwijl de geschreven letters, / die klateren elkander / kleurrijk achterna / en vormen zinnen / in prachtige verhalen. / / Balen, / ja, het is echt balen / als je slechts een spatie bent. / Maar wat jullie nooit mogen vergeten: / elketekstbestaatbijdegratievaneenspatie.'
De flamingoballon en andere vrolijke nonsensgedichtjes. Nelleke Hendriks. Uitgeverij Boekscout, 2023.
0 notes
Text
Nu ik Satans bedrieglijke plannen doorzie, laat ik niet langer verstek gaan bij bijeenkomsten
Noot van de redacteur: Bijeenkomsten bieden de beste gelegenheid om dichter bij God te komen en de waarheid te verkrijgen. Toch worden we als christenen vaak in verwarring gebracht door de mensen, gebeurtenissen en dingen om ons heen. Die weerhouden ons ervan regelmatig aanwezig te zijn bij bijeenkomsten en zorgen ervoor dat wij onze normale verhouding tot God kwijtraken. Dit alles lijkt gewoon per ongeluk te gebeuren, maar wat gaat erachter schuil? Hoe moeten we precies omgaan met deze mensen, gebeurtenissen en dingen, zodat ze onze aanwezigheid bij bijeenkomsten niet belemmeren?
Ik ben een christen. Begin 2017 leerde ik bij toeval verschillende broeders en zusters kennen. Door met hen Gods woorden te lezen en bijeenkomsten bij te wonen, ontdekte ik dat de Heer al was wedergekeerd, en dat Hij veel waarheden uitdrukte en Zijn werk verrichtte om de mensheid te oordelen en te reinigen. Normaal gesproken kwam ik, wanneer ik maar tijd had, bijeen met mijn broeders en zusters en communiceerde ik Gods woorden. Omdat ik erg ijdel en in mijzelf gekeerd was, ging ik maar heel zelden openhartig om met mijn broeders en zusters als ik een probleem had of als er iets in Gods woorden was wat ik niet begreep; want ik was altijd bang dat ze me zouden uitlachen. De broeders en zusters hebben toen met me gecommuniceerd over hoe God houdt van hen die puur, open en eerlijk zijn; daarom begon ik me erop toe te leggen een eerlijk mens te zijn. Tijdens de bijeenkomsten ging ik openhartig om met mijn broeders en zusters en vertelde ik hun over welk probleem ik ook maar had; dan zochten we de waarheid om het op te lossen. Nadat er enige tijd was verstreken, begon ik me steeds meer bevrijd te voelen, mijn hart was vol vreugde en ik genoot er steeds meer van om bijeen te komen met mijn broeders en zusters.
Enige tijd later kreeg ik werk in een koffiebar. Deze baan was niet erg inspannend en ik hoefde niet veel uren te werken. Zo had ik meer tijd om bijeenkomsten met mijn broeders en zusters bij te wonen. Ik had het gevoel dat God heel vriendelijk voor mij was. Maar niet lang daarna stuitte ik op bepaalde problemen die me ervan weerhielden de bijeenkomsten regelmatig bij te wonen …
Op een dag, toen een bijeenkomst juist zou beginnen, stuurde de manager op mijn werk mij plotseling een bericht online, waarin hij zei dat er iets was opgekomen voor een van mijn collega’s en dat ze de dag vrij hadden moeten nemen; daarom vroeg hij me of ik kon invallen. Toen ik het bericht zag, voelde ik me een beetje ongemakkelijk: als ik voor mijn collega zou invallen, zou ik deze bijeenkomst niet kunnen bijwonen en zou ik de gelegenheid voorbij laten gaan om bepaalde waarheden te begrijpen. Bovendien had ik er al mee ingestemd op dit moment een bijeenkomst met mijn broeders en zusters bij te wonen. Stel dat ik niet zou gaan: zouden ze dan denken dat ik was teruggekomen op mijn woord? Maar toen bedacht ik me dat dit iets was van het laatste moment en dat niemand dit had kunnen voorzien; daarom liet ik de manager weten dat ik voor mijn collega zou invallen. Ook al was ik op mijn werk, steeds wanneer ik dacht aan het feit dat ik mijn bijeenkomst niet had bijgewoond, had ik het gevoel dat ik me tegenover hen moest verontschuldigen en maakte ik mijzelf verwijten. Toen ik die avond online ging, vertelde ik een van de zusters wat er die dag was gebeurd en ik verontschuldigde me bij haar. De zuster zei dat ik me geen zorgen hoefde te maken, en we spraken een tijd af voor onze volgende bijeenkomst.
De dag van onze volgende bijeenkomst brak aan, en na het ontbijt keek ik met plezier uit naar de bijeenkomst. Omdat ik zag dat er nog wat tijd over was voordat die zou beginnen, ging ik naar mijn werk om mijn collega’s een tijdje te helpen. Juist op dat moment kwam de eigenaar van de koffiebar opeens binnen. Verrast keek ik hem aan en dacht: “Ik werk hier nu al meer dan twee maanden en nooit heb ik hem de bar zien binnenkomen. Waarom is hij vandaag opeens wél gekomen?” Toen hij mij zag, zei de eigenaar: “Ying, je werkt hier nog niet zo lang en je bent nog niet vertrouwd met het zetten van koffie. Als je hier alle dagen van de week zou werken, zou je niet alleen kunnen leren hoe je koffie moet zetten, maar ook zou je dan meer geld gaan verdienen: zou je dan niet het beste van beide werelden hebben? Trek je werkkleding aan en ga aan de slag! Dan bekijk ik wel wat je kunt verdienen.” Toen ik hem dit hoorde zeggen, was een deel van mij blij. “Ja”, dacht ik, “als ik een dag meer ga werken, zal ik wat meer verdienen.” Maar toen dacht ik: “Maar dan zal ik geen tijd hebben om de bijeenkomsten met mijn broeders en zusters bij te wonen. Maar wat zal de eigenaar van me denken als ik zijn aanbod afsla? Zal hij denken dat ik, een nieuweling, hem niet respecteer omdat ik zijn aanbod heb afgeslagen, en nog wel de eerste keer dat we elkaar hebben ontmoet?” Zo waren mijn gedachten een tijd lang in tweestrijd; uiteindelijk besloot ik zijn aanbod aan te nemen.
Nadat ik al voor de tweede maal een bijeenkomst had verzuimd, had ik echt het gevoel dat ik mijn woord had gebroken, en ik schaamde me te zeer om mijn broeders en zusters onder ogen te komen. Daarom koos ik ervoor hen te ontlopen en alle contact met hen te verbreken. Op den duur kwam ik langzamerhand op een steeds grotere afstand van God te staan. Om me aan te passen aan de sociale trends, begon ik alcohol te drinken en tijd te besteden aan mijn uiterlijk en aan het gebruik van make up. Wanneer ik me verveelde, keek ik naar de modezender, keek ik naar Thaise tv-series, speelde ik computerspellen, enzovoort. Maar in mijn hart voelde ik een grote leegte en ik had vaak een slecht humeur. Toen ik zag dat mijn leven in niets op dat van een christen leek, kreeg ik een sterk schuldgevoel. Later bedacht ik me dat alleen God een mens kan veranderen, en ik wilde me weer bij mijn broeders en zusters voegen door bijeenkomsten bij te wonen en Gods woorden te communiceren. Maar als ik eraan dacht hoe ik me tot tweemaal toe had onttrokken aan het bijwonen van bijeenkomsten, kon ik me niet over mijn schaamte heen zetten. De moed ontbrak mij om met hen in contact te treden.
Een maand later logde ik verstrooid in op facebook. Eenmaal online zag ik dat een zuster mij een bericht had gestuurd, waarin ze vroeg of ik de bijeenkomsten niet had bijgewoond omdat zij iets verkeerds had gedaan. Toen voelde ik me nog schuldiger. Ik bedacht me hoe zorgzaam de broeders en zusters altijd voor mij waren en hoe geduldig ze altijd met mij communiceerden over de waarheid. Zij hadden niets verkeerds gedaan: ik was het die hen met opzet had ontlopen en die ervoor had gezorgd dat deze zuster dacht dat het ging om iets wat zij verkeerd had gedaan. Met dit in mijn achterhoofd legde ik mijn redenen om verstek te laten gaan bij de bijeenkomsten uit aan de zuster. Ze zei dat ik hierover geen schuldgevoel hoefde te hebben en ze moedigde mij aan om online bijeenkomsten bij te wonen. Ik zag dat God mij hielp door middel van deze zuster, wat me zeer ontroerde; opnieuw begon ik bijeenkomsten bij te wonen met mijn broeders en zusters.
Tijdens een bijeenkomst zond de zuster mij Gods woorden: “Elke stap van het werk dat God in mensen verricht, lijkt van buitenaf op interacties tussen mensen, alsof het voortkomt uit menselijke bepalingen of menselijke interventie. Maar achter de schermen is elke stap en alles wat gebeurt een weddenschap van Satan bij God en moeten mensen rechtop blijven staan in hun getuigenis van God. Kijk bijvoorbeeld maar eens naar Job toen hij werd beproefd: achter de schermen ging Satan een weddenschap aan met God en wat er gebeurde met Job, waren daden van mensen en hun tussenkomst. Achter elke stap die God in jullie verricht, zit Satans weddenschap met God. Achter dit alles vindt er een strijd plaats.” Toen communiceerde ze door te zeggen: “Zoals we kunnen opmaken uit Gods woorden, wekken de mensen, gebeurtenissen en dingen die we dagelijks tegenkomen, uiterlijk de indruk dat ze mensen zijn die onderling op elkaar inwerken. In de geestelijke wereld echter is het Satan die verdeeldheid onder ons zaait en een weddenschap aangaat met God; we moeten standvastig zijn in ons getuigenis. Dat lijkt bijvoorbeeld op de beproevingen waarmee Job te maken had. Al zijn rijkdom werd in één nacht van hem afgenomen. Uiterlijk gezien leek het erop dat alles was gestolen door dieven, maar in werkelijkheid ging het om een verleiding van Satan. Toen Job standvastig bleef in zijn getuigenis, stond Satan beschaamd en nam hij de benen. Satan weet dat wij door bijeenkomsten bij te wonen in staat zijn meer waarheden te begrijpen. Maar hij wil niet dat we de waarheid verkrijgen en Gods uiteindelijke redding bereiken. Daarom probeert hij altijd verdeeldheid onder ons te zaaien door middel van de mensen, gebeurtenissen en dingen om ons heen, zodat we ons verwijderen van God en ons leven schade oploopt door Satan. Kort geleden kreeg je van je manager de vraag of je wilde invallen voor een collega, en de eigenaar van de koffiebar vroeg je of je wilde overwerken. Uiterlijk gezien wekken deze dingen de indruk dat het om mensen gaat die dingen van je vragen, maar in feite zijn zij Satan die verdeeldheid veroorzaakt. Satan maakt gebruik van werk om tijd af te pakken die besteed zou moeten worden aan het bijwonen van bijeenkomsten; daarmee wil hij jou verhinderen voor God te verschijnen en wil hij jouw normale verhouding tot God vernietigen. Dit zorgt er dan voor dat je je verwijdert van God, waardoor je in een steeds slechtere toestand terechtkomt; uiteindelijk leef je in de duisternis. Daarom moeten we Satans bedrieglijke plannen doorzien, volharden in het bijwonen van bijeenkomsten met broeders en zusters en Gods woorden communiceren: want alleen als we deze dingen doen, kunnen we een normale verhouding met God onderhouden en wandelen op de weg naar de redding.”
Toen zond een broeder mij een passage uit de Preken en Communicatie over Binnengaan in het Leven: “Wanneer Satan zijn plannen uitvoert, heeft dat in de eerste plaats betrekking op allerlei typen beproevingen die mensen dagelijks tegenkomen. Daaronder vallen ook allerlei soorten kwade gedachten die zijzelf genereren in hun hart en natuur. Toen Peter zich geconfronteerd zag met dergelijke dingen, bad hij tot God, zocht hij Gods woorden en zocht hij de verlichting en illuminatie van de Heilige Geest. Het zou kunnen zijn dat er dagen van zoeken en meerdere malen van communicatie nodig waren, voordat hij Gods bedoeling en Gods wil begreep. Op deze manier slaagde hij erin zowel God te begrijpen als Satans plannen te doorzien.” Toen communiceerde de broeder door te zeggen: “Niet alleen maakt Satan gebruik van de mensen, gebeurtenissen en dingen om ons heen, met de bedoeling ons te verhinderen om dichter tot God te komen; ook maakt hij gebruik van onze eigen verkeerde gedachten en ideeën, zoals: “Als ik niet overwerk, zal mijn verantwoordelijk manager zeker denken dat ik hem niet respecteer?” “Ik kan meer verdienen als ik af en toe overwerk.” En: “Nu ik twee bijeenkomsten heb verzuimd, zullen mijn broeders en zusters zeker zeggen dat ik op mijn woord ben teruggekomen?”, enzovoort. Satan gebruikt deze gedachten en ideeën om je in verwarring te brengen; zo zorgt hij ervoor dat je het bijwonen van bijeenkomsten laat schieten om je eigen ijdelheid en zelfgerichtheid in bescherming te nemen; dan kun je wat extra’s verdienen. Dat gaat zover dat je zelfs je broeders en zusters ontloopt. Kortom, elk gedrag, elke gedachte of elk idee dat ons afvallig en negatief doet worden, of dat ons verwijdert van God, is afkomstig van Satan. Als we problemen tegenkomen, moeten we wedijveren met Petrus: vaker bidden tot God, Gods wil zoeken, leren onderscheiden welke gedachten en ideeën van God afkomstig zijn en welke van de verdeeldheid die Satan zaait; en voorkomen dat we te grazen worden genomen door Satans bedrieglijke plannen.”
Pas nadat mijn broeders en zusters zo hadden gecommuniceerd, zag ik in dat Satan overal is: hij gebruikte geld om mij te verleiden en om mij ervan te weerhouden bijeenkomsten bij te wonen en dichter tot God te naderen; door hem haalde ik het in mijn hoofd dat ik niet betrouwbaar was en dat ik me te zeer schaamde om mijn broeders en zusters te zien, waardoor ik bijeenkomsten ontweek. Op die manier verwijderde ik me van God en kwam ik in een steeds slechtere toestand terecht. Dank zij God dat Hij een situatie arrangeerde die me in staat stelde opnieuw voor God te verschijnen, en dat Hij gebruik maakte van de communicaties gegeven door de broeders en zusters, waardoor Hij mij toestond om de waarheid te begrijpen en Satans bedrieglijke plannen te doorzien. Vanaf dat moment, zo besloot ik, zou ik dichter tot God naderen en vaker tot Hem bidden; ik zou een normale verhouding met Hem opbouwen, leren hoe de dingen te zien vanuit het perspectief van de geestelijke wereld, en niet toegeven aan Satans verleidingen. Daarna zou ik Gods woorden lezen en lofliederen zingen, wanneer ik ook maar de tijd had. Ik onderhield een normale verhouding tot God en mijn toestand werd langzaamaan weer normaal.
Op een dag spraken een zuster en ik af om ’s avonds een bijeenkomst bij te wonen. Onverwachts kwam de manager op mijn werk opeens de koffiebar binnen, en hij zei: “Ying, onze koffie heeft de tweede prijs behaald in een competitie in een andere provincie. De baas heeft voor vanavond iedereen uitgenodigd om te gaan fonduen en feest te vieren. Heb je zin om mee te gaan?” Ik dacht aan de bijeenkomst van die avond. Terwijl ik eerder mijn getuigenis was kwijtgeraakt vanwege mijn geldzucht en omdat ik mijn ijdelheid en zelfgerichtheid wilde beschermen, was ik vandaag opnieuw tegen een verleiding aangelopen. Ik wilde de waarheid in praktijk brengen en God tevreden stellen, en dus wees ik de uitnodiging af.
Op een dag, enkele weken later, gebeurde het dat ik bepaalde waarheden die ik die ochtend had gelezen, niet helemaal begreep. Daarom was ik van plan mijn broeders en zusters te vragen daarover te communiceren tijdens onze bijeenkomst op die avond. Maar toen het middag was geworden, zei de manager plotseling: “De vrouw van de baas heeft iedereen uitgenodigd om vanavond te komen fonduen. Daarom sluiten we vandaag een uur eerder.” Iedereen zei blij: “Geweldig!” Ik dacht: “Vanavond heb ik een bijeenkomst, dus ik zal hun zeggen dat niet kan gaan fonduen.” Voordat ik de gelegenheid had om te spreken, zei een collega tegen mij: “Ying, je kan niet weigeren mee te gaan, zoals je vorige keer deed. Deze keer moet je meegaan! Zeg tegen je zuster van de kerk dat je vanavond iets te doen hebt. Zo erg is het niet als je een bijeenkomst overslaat!” Toen ik mijn collega zo hoorde spreken, was ik een beetje in de war. Ik vroeg me af wat iedereen van mij zou denken, als ze allemaal zouden gaan fonduen behalve ik. Zouden ze een vooroordeel tegen mij opvatten en denken dat ik ongezellig was? Stel dat ze me zouden buitensluiten: hoe zou ik dan in de toekomst met hen overweg kunnen? Daarom besloot ik dat het beter was als ik deze ene keer met hen uit zou gaan.
Zo verzuimde ik mijn bijeenkomst. Ik voelde me diep schuldig, omdat ik niet standvastig aan mijn getuigenis had vastgehouden; ik had geen zin om iets van de fondue te nemen. Toen ik was thuisgekomen, voelde ik me voortdurend ongemakkelijk en schuldig. Ik bad tot God en zei: “O God! Voor deze beslissing gesteld heb ik er opnieuw voor gekozen mijn bijeenkomst te verzuimen. Ik voel me diep bedroefd en vraag u mij te verlichten en mij toe te staan uw wil te begrijpen.” Nadat ik innerlijk tot rust was gekomen, dacht ik na over alles wat de laatste twee weken was voorgevallen. Waarom waren de twee uitnodigingen om te gaan fonduen nu nét samengevallen met de tijden waarop ik naar de bijeenkomsten van de kerk zou gaan? Op dat moment herinnerde ik mij de communicatie die mijn broeders en zusters eerder hadden gegeven, namelijk hoe dingen uiterlijk gezien wel door mensen leken te zijn geregeld, terwijl ze in werkelijkheid een strijd vormden in de geestelijke wereld, een strijd die achter de schermen werd gevoerd. Eindelijk besefte ik dat Satans bedrieglijke plannen heimelijk schuilgingen achter deze gebeurtenissen. Satan wist dat ik sterk op mijzelf was gericht en dat ik me altijd druk maakte over wat andere mensen van mij vonden en over de mogelijkheid dat mijn collega’s op het werk me zouden buitensluiten. Daarom maakte hij gebruik van mijn zwakheden om mij aan te vallen, met de bedoeling dat ik mijn vlees zou volgen en God zou verraden. Zonder de waarheid was het mij onmogelijk de dingen vanuit het perspectief van de geestelijke wereld te zien, en zo raakte ik verstrikt in Satans bedrieglijke plannen. Zelfs liet ik het bijwonen van bijeenkomsten schieten, om mijn verhouding met mijn collega’s op het werk maar goed te houden.
Daarna las ik een passage in Gods woorden, waarin stond: “Heb je geen goede relatie met God, dan maakt het niet uit hoe je je relatie met andere mensen vormgeeft, hoe hard je werkt of hoeveel energie je ergens in steekt, maar valt dat alles nog steeds onder de filosofieën van mensen. Je behoudt je positie onder de mensen dan volgens een menselijk perspectief en menselijke filosofie, zodat ze je zullen prijzen. Je zorgt dan niet voor een goede relatie met mensen overeenkomstig het woord van God. Als je je niet richt op je relatie met mensen maar een goede relatie met God onderhoudt, als je bereid bent je hart aan God te geven en Hem leert gehoorzamen, wordt je relatie met alle mensen op natuurlijke wijze goed.” Gods woorden stelden mij in staat te begrijpen dat normale verhoudingen, die tussen mensen zijn gevormd, gegrondvest moeten worden op het praktiseren van Gods woorden; ze moeten niet in stand worden gehouden door te vertrouwen op wereldlijke filosofieën. Ik begreep ook dat wanneer iemand een normale verhouding tot God heeft, zijn verhoudingen tot andere mensen als vanzelf normaliseren. Als ik kijk naar het gedrag dat ik vertoonde toen ik tegen problemen aanliep, dan zie ik dat ik me niet richtte op het praktisch handelen in overeenstemming met Gods woorden, of op het tot stand brengen van een normale verhouding tot God. Nee, integendeel, ik vertrouwde op mijn eigen methoden om mijn verhoudingen tot anderen te handhaven, bijvoorbeeld toen de eigenaar mij had gevraagd om over te werken en mijn vrije dagen op te geven. Ik wist dondersgoed dat ik alleen op mijn vrije dagen bijeenkomsten kon bijwonen, maar ik stemde in met de overuren en liet het bijwonen van bijeenkomsten varen om te vermijden dat hij zou zeggen dat ik geen respect voor hem had. Toen al mijn collega’s gingen fonduen, ging ik weer met hen mee en gaf het bijwonen van bijeenkomsten op, alleen maar om te voorkomen dat zij vooroordelen ten aanzien van mij zouden ontwikkelen en me in de ban zouden doen. Ik dacht na over hoe ik in God geloofde zonder plaats voor hem te hebben in mijn hart; wanneer ik in de verleiding kwam, probeerde ik altijd mijn intermenselijke verhoudingen in stand te houden en raakte ik verder verwijderd van God. Zulk gedrag duidde niet op standvastigheid in mijn getuigenis; in plaats daarvan was ik Satans doelwit geworden, en God was het daar niet mee eens. Het was Gods wil dat ik de waarheid in praktijk zou brengen en eerst en vooral Hem tevreden zou stellen wanneer ik tegen een probleem aanliep; dat ik niet zou proberen mijn intermenselijke verhoudingen in stand te houden omwille van mijn eigen ijdelheid en eigenbelang, door me altijd zorgen te maken om wat andere mensen van mij dachten, of wat mijn baas en de collega’s van mijn werk van mij dachten. Toen ik me dit had gerealiseerd, sprak ik in mijn hart een gebed uit tot God: “Ik heb er niet langer behoefte aan om in de toekomst intermenselijke verhoudingen in stand te houden. Wat er ook gebeurt om mij te storen of te belemmeren in het bijwonen van bijeenkomsten, ik zal altijd de waarheid in praktijk brengen en standvastig in mijn getuigenis zijn om God tevreden te stellen!”
Enige tijd later kwam de eigenaar naar de koffiebar om ons, zijn personeel, die zaterdag uit te nodigen voor een zeevruchtenbarbecue. Ik dacht aan de bijeenkomst die ik die zaterdag moest bijwonen, en zei dus dat ik niet kon gaan. De collega’s van mijn werk deelden me mee dat de manager had gezegd dat we allemaal moesten gaan; niet gaan zou maken dat hij gezichtsverlies leed. Ik herinnerde me wat er de laatste keer was gebeurd en besloot dat ik ditmaal mijn intermenselijke verhoudingen niet in stand kon houden; dat ik de waarheid in praktijk moest brengen en standvastig in mijn getuigenis moest zijn om God tevreden te stellen. Dus zei ik op besliste toon tegen hen: “Ik ga echt niet!” Tegen de verwachting in vroeg een van mijn collega’s: “Wat is belangrijker, jouw bijeenkomsten of wij?” Ik wist dat dit Satan was die me verleidde, met de bedoeling te zien of ik mezelf in het nauw zou laten drijven door andere mensen. Daarom lachte ik en zei: “Als je bereid zou zijn om er eentje met me bij te wonen, dan zou je mijn beslissing begrijpen”. Mijn collega van het werk zei niets en vertrok.
Tijdens een bijeenkomst die avond communiceerden we voornamelijk waarheden, zoals het belang van zelfkennis en de manier waarop we onze eigen verdorven gezindheid kunnen erkennen. Ik vond dit enorm heilzaam voor mijn leven. Wanneer ik in het verleden iets tegenkwam wat niet strookte met mijn eigen ideeën, dacht ik nooit over mijn eigen problemen na. Dat bracht me er vaak toe de mensen, gebeurtenissen en dingen om me heen de schuld te geven. Door de waarheid van zelfkennis te communiceren, vond ik een weg om praktisch te handelen. Toen de bijeenkomst voorbij was, was mijn hart gerustgesteld en mijn geest voelde vreugde. Juist toen ben ik eindelijk echt gaan waarderen wat er staat in Gods woorden: “ls je God tevreden hebt gesteld, zal de leiding van God binnenin je zijn en zul je bijzonder gezegend zijn door God, wat je een gevoel van vreugde zal geven: je zult je vooral vereerd voelen dat je God tevreden hebt gesteld, je zult je vooral helder voelen van binnen en in je hart zul je helder en vreedzaam zijn, je geweten zal worden getroost en vrij van beschuldigingen zijn en je zult je van binnen prettig voelen als je je broeders en zusters ziet. Dit is wat het betekent om Gods liefde te genieten en alleen dit is werkelijk genieten van God.”
Door mijn ervaringen in deze periode kreeg ik enig onderscheidsvermogen ten aanzien van de verschillende verleidingen van Satan. Ik begon te begrijpen dat wanneer ongunstige omstandigheden zich voordoen, we meer moeten bidden, Gods wil moeten zoeken en moeten vertrouwen op de waarheid om de mensen, gebeurtenissen en dingen om ons heen tegemoet te treden. Immers, alleen door zo te handelen kunnen we vermijden dat we verstrikt raken in Satans bedrieglijke plannen. Nu zal ik nooit weer toestaan dat een persoon, gebeurtenis of ding me het bijwonen van bijeenkomsten belet! God zij dank. Vanaf vandaag zal ik meer bijeenkomsten bijwonen en mijn uiterste best doen om de waarheid na te streven en God tevreden te stellen!
uit 'Online Bijbelstudie'
0 notes
Text
in het reptielenhuis
de aap blijft
dan wel verstopt in
de mouw van deze
vrouw
maar
steeds zo
zwanger
van zichzelf
komt het niet in haar
rotkop op
dat ik
de rat
tussen de regels
ruik
het moeiteloos
doorzie
een judaskus
krijgt zij
van mij dus
nooit
ik geef er meestal
drie
sPtSkRk ‘17
1 note
·
View note
Photo
Sonia Kashuk Countertop Makeup Tray Organizer – Transparent, #Countertop #Doorzi … https://ift.tt/2yq96xx
0 notes
Text
Waarom vervolgt de Chinese Communistische Partij religies zo fanatiek?
youtube
Christelijke film ‘Zoetheid in tegenslag’ Clip 2 - Waarom vervolgt de Chinese Communistische Partij religies zo fanatiek?
Dit is een documentaire waarin de Christenen worden vervolgd door de atheïstische regering van de Chinese communistische regering. Aan het begin van de film hield de Chinese politie samen een bijeenkomst om een plan te maken om de Christenen te arresteren. De hoofdrolspeelster werd gevolgd door de Chinese politie en zij werd gearresteerd. De film is uitgebreid met deze inhoud. Later was er een scherp debat. Het interpreteerde in het maximale dat de werkwijze om de hoofdrolspeelster te vervolgen wreed was. hoofdrolspeelster en de Chinese politie. Hoewel de inhoud van het debat geen hoge theorie is, ontleden echte, objectieve en scherpe woorden de essentie van de vervolging van religieuze overtuigingen door de CCP. Het laat mensen de waarheid van de feiten duidelijk zien. Als je weet hoe de hoofdrolspeelster de duistere macht van Satan overwint en de listen van Satan doorziet. Kijk alstublieft naar "Sweetness in Adversity" om het te weten. Zij werd veroordeeld tot zeven jaar gevangenisstraf en tijdens het proces wordt ze wreed vervolgd door de CCP. Hoe versloeg Han Lu keer op keer de duistere kracht van Satan? Sluit je leven uit en volg God. Dit doet me herinneren. "Zij hebben hem overwonnen, doordat het Lam zijn bloed voor hen gegeven heeft en doordat zij daar van hebben getuigd. Zij waren bereid hun leven ervoor te geven."(Openbaren 12:11) Ze zei uiteindelijk:" Gods liefde is met me, Ik zweer trouw te zijn, ik zit op de bodem, maar ik heb geen spijt! " China is het land met de minste mensenrechten, de Chinese regerende partij is te wreed en meedogenloos in de manier hoe ze Christenen behandelen, het claimt vrijheid van religieus geloof, maar arresteert en vervolgt Christenen in het geheim. Ontelbare Christenen sterven de marteldood. Wanneer ik de vervolging van Christenen zie, doorzie ik echt de essentie van het kwaad van de gewetenloze atheïstische partijen. Ik hoop dat mijn vrienden na het bekijken van deze film kunnen bidden voor Christenen die oprecht in God geloven en door atheïstische partijen worden vervolgd tot de dood."
De bijbelteksten zijn ontleend aan de Nieuwe Bijbelvertaling © 2004/2007 Nederlands Bijbelgenootschap.www.debijbel.nl
Uit ‘De Kerk van Almachtige God’
0 notes
Text
Duo’s
ik heb geen klok meer nodig
ik weet hoe leeuwen ruiken hoe roofvogels kijken
neem me mee naar de bomen raak mijn handen aan
laat me vergeten waar het open veld was
laat me iets anders zien dan die donkere lucht
1 note
·
View note