#zelden horen
Explore tagged Tumblr posts
twafordizzy · 1 year ago
Text
Bijna iedere dag muziek: Scarlatti
De componisten wiens muziek je zelden hoort en die weinig gespeeld wordt. Daarover gaat het in dit stuk. Giuseppe Domenico Scarlatti (1685-1757, It) daar het gaat over in het bijzonder. Volgens essayist Dick Hillenius (1927-1987) behoort Scarlatti tot het schaduwrijk der duizenden kleine kereltjes, die wel de materialen leverden waarop de grote bloeien, maar die zelf nooit het licht zullen zien.…
Tumblr media
View On WordPress
0 notes
liefsjojo · 2 years ago
Text
Het herontdekken van verbinding
Tumblr media
In een wereld waar tijd lijkt te versnellen, waar menselijke verbindingen vervagen en waar technologie onze ware essentie verdoezelt, bevinden we ons op een kruispunt van verloren liefde. Het is een wereld waarin ogen afdwalen, niet langer de magie van zielsverwantschap weerspiegelen, en waar monden zelden de woorden van het hart uitspreken. In deze wereld raakt aanraking steeds meer verwijderd, als een vage herinnering aan de warmte van menselijk contact.
Ouderen die niet langer kunnen meedraaien worden over het hoofd gezien, vergeten door een samenleving die de wijsheid van hun ervaringen verwaarloost. Mensen met beperkingen worden voortdurend geconfronteerd met obstakels, terwijl de wereld om hen heen hen niet de compassie biedt die ze verdienen. Jongeren worden gekweld door een groeiend gevoel van depressie, omdat ze zich steeds minder bewust zijn van de echte betekenis van oprecht contact maken.
De mens raakt steeds verder verwijderd van zijn medemens. We geven alles op voor de verlokkingen van de digitale tijd, maar worden we daar werkelijk gelukkig van? Misschien heel even, in die momenten van virtuele vervulling, maar er komt onvermijdelijk een moment waarop de dwalende massa beseft dat ze de kunst van liefhebben verloren heeft.
In een wereld die steeds meer verdwaalt in de ban van technologie, is het aan ons om een nieuwe weg te banen.
Laten we beginnen met de ouderen, de schatkisten van wijsheid en ervaring. Laten we de tijd nemen om naar hen te luisteren, om hun verhalen te koesteren en te leren van hun lessen. Laten we hun een gevoel van erkenning en respect geven, en de waarde van hun aanwezigheid in ons leven herontdekken.
Laten we de obstakels wegnemen voor mensen met beperkingen, hen omarmen met open armen en een wereld creëren waarin inclusie en acceptatie de norm zijn. Laten we begrip kweken en empathie tonen, zodat zij volledig kunnen deelnemen aan het leven en de liefde die het te bieden heeft.
En laten we onze jongeren begeleiden, hen de waarde van echt contact tonen. Laten we hen leren dat schermen geen vervanging zijn voor oogcontact, dat virtuele likes en reacties niet kunnen tippen aan een oprechte omhelzing. Laten we ruimte maken voor kwetsbaarheid, voor het delen van emoties en het ontwikkelen van diepgaande relaties.
We kunnen een keerpunt bereiken, een verschuiving in het collectieve bewustzijn. Laten we de technologie niet afwijzen, maar inzetten als een middel om verbinding te vergemakkelijken in plaats van te vervangen. Laten we leren balanceren tussen de virtuele wereld en de tastbare realiteit. Laten we opnieuw leren hoe we elkaars ogen kunnen aankijken, elkaars stemmen kunnen horen en elkaars aanrakingen kunnen voelen.
We zijn sociale wezens, geboren uit liefde en bestemd om lief te hebben. In de afwezigheid van echte verbinding verliezen we stukje bij beetje onze menselijkheid.
© Liefs Jojo
2 notes · View notes
stefselfslagh · 2 months ago
Text
Julie Cafmeyer: "Ik zou willen dat mensen stoppen met mij adviezen te geven."
Tumblr media
'Had ik niet beter een boek geschreven over de uitsterving van de zeekoe?', vroeg Julie Cafmeyer (37) zich in haar column van vorige week nog af. Maar er mocht in haar debuut iets op het spel staan en dus schreef ze een familiekroniek. "Ik hoop dat mijn roman iets losmaakt in plaats van kapotmaakt."
Julie Cafmeyer wacht me op in de lobby van hotel August in Antwerpen: een gerenoveerd Augustijnenklooster aan de rand van het Groene Kwartier. Ooit werden er zieke soldaten verzorgd, vandaag worden er vermoeide passanten te slapen gelegd. Op lakens van Egyptisch katoen dan nog, wat het dromen over een leven zonder Excel-sheets aanzienlijk moet vergemakkelijken.
De bar waarin we plaatsnemen was vroeger de privékapel van de nonnen. Dat ik er zo meteen de biecht mag afnemen van een vrouw die aan haar dagboek weleens een kater en een gescheurd condoom rapporteert, vervult me met meer heidense binnenpretjes dan ik als volwassene hoor te hebben. Maar als tegengewicht voor het godgeklaagde pausbezoek mag het van mezelf.
Julie Cafmeyer heeft hotel August niet uit blasfemische overwegingen als interviewlocatie gekozen. Ze houdt gewoon van plekken waar mensen aankomen en vertrekken, zegt ze. "In transitzones - zie ook: luchthavens en treinstations - ervaar ik een instant gevoel van vrijheid. Je komt er zelden bekenden tegen, er is geen sociale druk, voor mensen je beginnen te keuren, ben je alweer vertrokken. Ik word daar rustig van."
Toch is het nog even wachten op de kalmerende werking van het hotelwezen. Een minuut of vijf voor Cafmeyer hier arriveerde, kreeg ze van haar uitgeverij een ontwrich-tend mailtje: schrijver Delphine Lecompte, door de uitgeverij aangezocht om een lovend citaat over het debuut van Cafmeyer te leveren, had laten weten dat ze de roman te slecht vond om er iets goeds over te kunnen zeggen. En die afwijzing zindert nog na.
"Nadat ik de mail van de uitgeverij had gelezen, dacht ik even: zie je wel, mijn boek wordt een totale mislukking. Ondertussen denk ik: dit zal er wel bij horen, zeker? Het lijkt me aannemelijk dat mijn boek zowel lovers als haters zal hebben. Bij dezen weet ik tot welke groep ik Delphine Lecompte mag rekenen." (lacht)
Ik zeg dat ze mij bij de lovers mag indelen. Dat ik me tijdens het lezen van haar roman voortdurend heb afgevraagd waarom de uitgeverij haar zo vaak verzocht heeft om haar boek te herwerken, zoals ze in één van haar columns schreef.
"Er waren artistieke meningsverschillen, laat ik het zo zeggen. De vraag is: hebben die mijn boek beter gemaakt of niet? Ik denk dat ik dat pas over een jaar zal kunnen zeggen, wanneer ik opnieuw met de nodige afstand naar mijn roman kan kijken. Ik vond het wel lastig om tijdens de discussies met de uitgeverij kalm te blijven. Ik werd vaak paniekerig: shit, dat woord, die zin, die alinea, dit hele boék gaat er niet komen. Misschien maken andere schrijvers dat ook mee. Maar zijn zij zo slim om er geen columns over te schrijven. (lachje) Anderzijds: ik vind het juist interessant om over de rommelige, conflictueuze kant van het leven te schrijven. En ik heb alles welbeschouwd liever een uitgeverij die met haar schrijvers in discussie gaat dan een uitgeverij die zegt: doe maar, het maakt ons allemaal niks uit."
Haar leven is wel vaker het toneel van al dan niet frontale botsingen. Ook in haar familie, zegt ze, wordt er niet gekeken op een confrontatie meer of minder. "Mijn familie is van het licht ontvlambare type: we zinken in, we worden hysterisch, we roepen naar elkaar, we zijn soms een behoorlijk dysfunctionele bende. Maar ik heb liever dat er op een familiefeest een halfuur lang vreselijk wordt gescholden dan dat er vijf uur lang vanalles wordt ingeslikt. Je aan elkaar tonen, is een daad van liefde. Er spreekt ondanks alles vertrouwen uit. Veel geliefden gaan uit elkaar zonder dat ze ooit hun diepste verlangens met elkaar gedeeld hebben. Dat gebrek aan communicatie, dat niet durven openbaren van jezelf, is het echte fiasco."
In De Collectieve Inzinking van de Familie Hofmeyer, het literaire debuut van Cafmeyer, is een familiale aanvaring het onvermijdelijke gevolg van de zoektocht naar een waarachtig leven. Hoofdpersonage Julie belandt na een relatiebreuk in een existentiële crisis. Wat blijft er nog van haar over als ze niet langer kan uitkijken naar een toekomst waarin ze 'bevrucht wordt in een hemelbed met lakens die naar wasverzachter ruiken en op tuinfeesten haar borst ontbloot om haar kind gouden melk te voeden?' Vader Hofmeyer weet wat gedaan: in afwachting van mister Right moet ze haar eicellen laten invriezen en investeren in vastgoed. Julie doet een vertwijfelde poging om een voorbeeldige dochter te zijn, maar voelt dat er voor haar een ander, minder conventioneel leven is weggelegd. Terwijl ze uitpluist hoe haar voormoeders zich van de maatschappelijke verwachtingspatronen losweekten, begint ze aan een zelfonderzoek dat de familie Hofmeyer danig zal destabiliseren, en uiteindelijk zal leiden tot een collectieve inzinking aan het zwembad van het ouderlijke huis.
Je kan je boek op twee manieren karakteriseren. Als een feministische roman waarin vrouwen a room of their own zoeken, of als een onafhankelijkheids-verklaring waarin mensen (m/v/x) hun soevereiniteit opeisen. Aan welke omschrijving geef je de voorkeur?
"Aan de tweede. Mijn hoofdpersonage is geen feministische heldin, ze is bij momenten zelfs behoorlijk lamlendig en onderdanig. Ze wil wel weg van het leven dat haar wordt voorgeschreven, maar dat willen mannen soms ook."
'Waar is de uitweg?' vragen de vrouwen in je boek zich veelvuldig af. De moeder van Julie wil ontsnappen aan de keuken waarin het gezinsleven haar opsluit, Julie uit de mal van de ongekreukelde vrouw waarin de wereld haar dwingt.
(knikt) "Ik interviewde onlangs de Franse schrijfster Constance Debré. Zij heeft het vaak over la vie lamentable: een leven dat je niet zelf hebt gekozen, waarin je alleen maar rekening houdt met anderen. Mijn boek gaat over ontsnappen aan la vie lamentable. Over leven buiten de norm. Over je m'en fous leren zeggen."
Moeten vrouwen meer dan mannen beducht zijn voor la vie lamentable?
"Nee. Net zoals je je gevangen kan voelen in een bepaald beeld van vrouwelijkheid, kan je ook gekneld zitten in een bepaald beeld van mannelijkheid. Er zijn veel mannen die niet het leven leiden dat ze zouden wíllen leiden omdat ze zichzelf wijsmaken dat ze 'nu eenmaal' de kostwinner moeten zijn. Maar zelf heb ik in mijn jeugd vooral la vie lamentable van vrouwen gezien. Mijn moeder haatte het om huisvrouw te zijn. Sinds-dien weet ik dat het een leugen is dat vrouwen graag een zorgende rol opnemen. En heb ik een fascinatie voor vrouwen die hun leven anders inrichten. Die op het gigantische spectrum tussen mannelijkheid en vrouwelijkheid hun eigen plek vinden."
Heb jíj́ die plek al gevonden?
"Ik heb lang gedacht dat ik op mijn 37ste een man zou liefhebben, een huis zou hebben en een kind zou opvoeden. Dat is niet het geval. Maar in plaats van daarom te treuren, probeer ik te zien wat ik in mijn leven wél kan doen: reizen, van de ene woonplaats naar de andere fladderen, veel lezen, in mijn werk opgaan en goed voor mezelf zorgen. Dat mag, nee moét, ook gevierd worden. Al blijf ik wel op twee benen hinken. Ik vraag me nog altijd af wat me gelukkiger zou maken: een gezin met twee kinderen en een huis waar woonspecials over geschreven worden of een nomadisch bestaan waarin ik van de ene spartaans ingerichte studio naar de andere trek? Maar goed: ik ben een zoekend wezen, ik zal altijd wel een innerlijke tweestrijd voeren. Ik kan alleen op café zitten, aan de bar een koppel zien fezelen en denken: was ik maar de vrouwelijke helft van dat koppel. Maar ik kan ook met een man op café zitten, aan de bar een vrouw in haar eentje een boek zien lezen en denken: was ik maar die alleenstaande vrouw."
Het hoofdpersonage in je boek heet net als jij Julie, is net als jij performance-kunstenares en heeft net als jij gescheiden ouders. Waarom stond je erop om een verhaal dat zo duidelijk in het jouwe geworteld is als fictie te presenteren?
"Omdat er in het boek dingen staan die gewoon niet waar zijn. En omdat ik die fictielaag nodig heb om zonder schaamte te kunnen schrijven. Mocht ik non-fictie schrijven, zou ik veel te voorzichtig zijn. Door de werkelijkheid in mijn verbeelding te dompelen, kan ik makkelijker over de lelijke dingen schrijven. Over de conflicten die ik met anderen heb. De fictie laat me toe om de realiteit waarheidsgetrouwer weer te geven."
Ook schaamteloze fictie schrijven is niet zonder risico's: de familie Cafmeyer zal zich ongetwijfeld in de familie Hofmeyer herkennen. Hebben je ouders, je broer en je zus je boek al gelezen?
"Nee. Maar ik hoop dat mijn roman in mijn familie iets zal losmaken in plaats van kapotmaken. Ik denk niet dat wat ik schrijf kwaadaardig of wraakzuchtig is. Mijn boek is brutaal, maar ook liefdevol. Er is pijn, maar ook genegenheid."
Julie Hofmeyer zweert bij huurappartementen die je even snel kan betrekken als verlaten. Is een goed leven een wendbaar leven?
"Voor mij wel, ja. Ik wil op dit moment echt niet op dezelfde plek blijven. Ik haat het idee van een woonplaats als de plek 'waar het moet gaan gebeuren', 'waar ik ooit met iemand zal samenwonen', 'waar mijn gezin zal ontstaan'. Want als dat dan allemaal niét gebeurt, moet ik me de hele tijd afvragen waarom het niet gebeurt. Door in beweging te blijven, ben ik mijn onzekerheid te snel af: het is logisch dat niemand me kan vinden, want het stipje staat nooit stil. Op die manier blijf ik ook wel alleen, maar hoef ik me tenminste niet 'de wachtende vrouw' te voelen." (glimlacht)
Is alleen blijven voor jou een schrikbeeld?
"Steeds minder. Maar dat neemt niet weg dat ik woonspecials lange tijd bijzonder kwetsend heb gevonden. (lacht) De vrouwen in die reportages hebben altijd knappe mannen, mooie kleren, gezonde kinderen en dure meubels. Ze hebben hun huis samen met hun adonis zelf verbouwd, en hadden nadien nog geld over om bij wijze van relationele reiniging een weekje met z'n tweeën naar Thailand te gaan. Elke keer als ik zo'n woonreportage las, dacht ik: waarom zij wel en ik niet? Ondertussen weet ik dat het gezinsleven voor veel mensen als één langgerekte verplichting aanvoelt. En dat mensen met fantastische interieurs vaak doodop zijn. Als het daten niet wil lukken, probeer ik mezelf daaraan te herinneren. (lacht) Maar eigenlijk neem ik me voor om gewoon niét meer te daten. Ik denk dat het beter is om vrolijk rond te slenteren, af en toe iemand aan te spreken en te hopen dat je al doende verliefd wordt. Al is ook dat geen garantie op geluk, natuurlijk. Je kan dolverliefd worden op iemand en nadien toch totaal verwoest achterblijven."
Er valt een stilte. De woorden waarmee ze haar laatste zin vormde zweven als bellettristische zeepbellen de lucht in, het duurt even voor ze tegen de hoge plafonds van de hotelbar uit elkaar spatten. Nadat ik voor mezelf een genderbevestigend glas bier en voor mijn interviewee een glas witte wijn heb besteld, praten we over Sterf, liefste van Ariana Harwicz en Love Me Tender van Constance Debré: boeken die genderstereo-typen dynamiteren en temidden van de puinhoop andere, interessantere levenslopen zichtbaar maken. "Goeie romans doen wat woonspecials niet doen", zegt Cafmeyer. "Ze creëren ruimte, reiken nieuwe mogelijkheden aan, bevrijden een verlangen. Ik hoop dat ook De Collectieve Inzinking van de Familie Hofmeyer daartoe in staat is."
In je boek voer je drie generaties vrouwen op: je vergelijkt de mogelijkheden die ze hadden om zelf hun leven vorm te geven. Waarom vond je die tijdslijn belangrijk?
"Ik vind het zinvol om me af te vragen wat ik van mijn voormoeders kan leren. Mijn grootmoeder was de vrouw van een chirurg. Ze speelde met trots de rol van de vrouw des huizes: de vrouw die altijd lekker kookt, voor perfect gedekte tafels zorgt en oogverblindende outfits draagt. Maar ze had een vrijgevochten vriendin die haar regelmatig uitdaagde: 'Hoe kan je dat leven van jou nu fantastisch vinden? Je bent de slaaf van je man, je leidt een second life.' Dat soort discussies vond ik buitengewoon interessant."
De vrouwen in je roman zijn complexe, gelaagde personages. De mannen daarentegen zijn, op een enkeling na, nauwelijks in staat tot empathie, laat staan communicatie. Dat maakt ze een tikje karikaturaal, vind ik.
(denkt na) "Ik heb in mijn leven nog niet vaak de kwetsbaarheid van mannen mogen ervaren, vrees ik. Waar mannen van dromen, wat er voor hen op het spel staat, is voor mij nog een blinde vlek. En dat heb ik in mijn roman wellicht niet kunnen verbergen. Ik vind je opmerking overigens wel grappig. Mannelijke schrijvers krijgen vaak het verwijt dat hun vrouwelijke personages niet goed genoeg zijn uitgewerkt. En nu vertel jij me dat mijn mannelijke personages te ruw geborsteld zijn. (lacht) De wereld op zijn kop, en toch heb je misschien een punt."
Vooraan in je boek staat een citaat van Simone de Beauvoir: 'De plaats van de vrouw in de maatschappij is altijd de plaats die de man haar toewijst. In geen enkele tijd heeft de vrouw ooit haar eigen wetten kunnen opleggen.' Is dat citaat nog altijd actueel, vind je?
"In gezinnen zijn het nog altijd de vrouwen die het grootste deel van de huishoudelijke taken verrichten. Op familiefeesten zijn het nog altijd de vrouwen die de tafel afruimen. Dat bewijst hoe hardnekkig bepaalde gedragspatronen zijn. En ik wil dat dat gezien wordt. Al vind ik het citaat van Simone de Beauvoir vooral mooi omdat het zo activerend is: er spreekt een drang uit om de wereld aan te passen, om nieuwe wetten te schrijven."
Niet nodig, zegt Antwerps N-VA-schepen Els van Doesburg. Het feminisme is voltooid, vrouwen hebben alle vrijheid die ze moeten hebben.
"Ik ken Els van Doesburg niet persoonlijk, maar ik denk dat ze een heel trotse vrouw is. Dat ze het idee dat vrouwen in sommige opzichten nog altijd achtergesteld worden vernederend vindt. En dat ze het daarom zo nadrukkelijk afwijst. Ik vind het als schrijfster heel interessant om te zien hoe anders vrouwen met de stereotypen over vrouwelijkheid omgaan. Hoe ze er elk op hun eigen manier proberen uit te breken. Zelf ben ik niet opgevoed als 'het meisje'. Mijn broer en ik hebben exact dezelfde kansen gekregen. Maar eenmaal voorbij de dertig werd mij toch gevraagd: wordt het niet stilaan tijd voor een man en kinderen? Toen dacht ik: 'Wacht even. Jullie hebben mij gestimuleerd om de wereld te veroveren. Om aan de universiteit te studeren en een carrière op te bouwen. Maar als puntje bij paaltje komt, zal mijn leven mislukt zijn als ik geen man en kinderen heb?' Dat vond ik moeilijk met elkaar te rijmen."
'Moeder worden, kan een val zijn', laat je Julie in je boek zeggen. 'Wie als vrouw kinderen maakt, eindigt nog altijd achter het fornuis, ook in deze tijd.' Is de angst voor het fornuis één van de redenen waarom je zelf geen kinderen hebt?
"Ik ben bang om in een rol gedwongen te worden die ik niet wil, ja. Maar de belangrijkste reden waarom ik nog geen kinderen heb, is dat ik momenteel geen partner heb. Ook ik krijg op feestjes regelmatig de vraag of ik mijn eicellen niet zou laten invriezen. Kennelijk is dat tegenwoordig een heel normaal gespreksonderwerp. (lacht) Maar de eicellenvraag stoort mij. Omdat er hoe dan ook een teleurstelling in opgeslagen zit: 'Wat raar dat je nog geen kinderen hebt, laat maar snel wat eicellen bewaren.' Ik zou liever hebben dat mensen ophouden met mij adviezen te geven en gewoon aanvaarden wat er in mijn leven wel of niet gebeurt."
Je boek bulkt van de tragikomische observaties. 'Kinderen houden niet van onge-lukkige vrou­wen. Ze voelen het intuïtief aan als je tegen je zin voor hen zorgt, en nemen wraak.' Of: 'Ik lachte, echt heel hard. Ik heb eens ergens gelezen dat je mannen het bangst maakt door hen uit te lachen.' De toestand is ernstig, maar niet hopeloos?
"Zoiets, ja. Ik vind het essentieel om de knulligheid van het leven met humor te bestrijden. Als ik kan lachen, lukt het me aanzienlijk beter om de dag door te komen."
Begin dit jaar voerde je voor het eerst de performance 'Prière de toucher' op: in het Cité Internationale Des Arts in Parijs nodigde je de bezoekers uit om je ontblote linkerborst aan te raken. Vanwaar dat expliciete verzoek?
"Ik wilde zien wat er gebeurt als je als vrouw vraagt om aangeraakt te worden. Zoals de Amerikaanse schrijver Maggie Nelson al eerder opmerkte: MeToo heeft ons geleerd om te zeggen wat we niét willen, maar het is minstens zo belangrijk om uit te spreken wat we wél verlangen. Dat heb ik tijdens 'Prière de toucher' gedaan en dat voelde heel emanciperend, zelfs bevrijdend, aan."
In Ode Aan De Duif, de tekst die je vorig jaar voor dit magazine schreef, liet je weten dat je jezelf niet langer wil straffen omdat je hunkert naar seks.
"Ik vond het geweldig om in dat stuk mijn lusten te kunnen benoemen. Het cliché wil dat je als vrouw intimiderend bent als je open over je verlangens spreekt. Maar ik heb geleerd dat precies het tegendeel waar is: het nodigt anderen uit om er ook over te praten. Het is een manier om elkaar te leren kennen. Ook in mijn roman is genot een bron van levenslust, niet van ellende."
Ze last een sanitaire pauze in, ik maak van de gelegenheid gebruik om op mijn vragenlijst de essentiële vragen van de bijkomstige te scheiden.
"We moeten het nog over De Studio hebben", zeg ik wanneer ze opnieuw voor me zit. "Ik weet het", lacht ze. "Waarom denk je dat ik daarnet een glas wijn wilde?"
Voor de niet-ingewijden: een half jaar geleden schreef Julie Cafmeyer Life Is But A Dream, een fictieve tekst over een grensoverschrijdende theaterdirecteur die tot gevolg had dat de niet-fictieve versie van de theaterdirecteur - Marc Verstappen van De Studio in Antwerpen - op non-actief werd gezet. Sommigen, vooral vrouwen, prezen haar durf. Anderen, vooral mannen, noemden haar een rancuneuze furie. Ik vraag hoe ze zelf terugkijkt op het bommetje dat ze op de theaterwereld dropte.
"Toen ik Life Is But A Dream schreef, wist ik nog niet hoe er op gereageerd zou worden. Het feit dat Marc meteen op non-actief werd gezet, gaf mijn tekst extra gewicht. De Studio had er ook voor kunnen kiezen om Marc te laten aanblijven, met iedereen in gesprek te gaan en achteraf te communiceren over wat ze geleerd hadden. Dan was mijn tekst wellicht niet de bom geweest die hij nu geweest is. Dan hadden mijn woorden een opstapje kunnen zijn naar verzoening en verandering."
Helaas: Marc Verstappen noemde Life Is But A Dream 'een boosaardige wraakoefening'.
"Dat mag hij. Maar dan mag ik het ook jammer vinden dat Marc kennelijk niet tot introspectie in staat is. Dat er over sommige dingen blijkbaar niet gesproken kan worden."
Ter ere van het dertigjarige bestaan van De Studio werd Verstappen een paar weken geleden uitgebreid gefêteerd. Het feest had veel weg van een rehabilitatie.
"Op de foto's die ik van dat feest gezien heb, is Marc aan het stralen. Prima, ik heb liever dat hij blij is dan depressief. Maar wat ik wel vreemd vind, is dat iedereen daar zo braaf in de pas liep. Dat Marc nog altijd bevestigd werd in zijn ego, zijn macht en zijn dominantie. Blijkbaar stellen mensen zich zelfs nederig op ten opzichte van machtsfiguren waar ze zich slecht bij voelen."
Is er na het verschijnen van Life Is But A Dream geen enkel contact geweest tussen jou en Marc Verstappen?
"Nee. Maar ik ga binnenkort wel in gesprek met Amelie Aernaudts, de nieuwe artistiek leider van De Studio."
Amelie Aernoudts is in Life Is But A Dream de lakei: de sidekick van de theater-directeur. Je schreef dat ze jouw handlanger had kunnen zijn, maar zich gedraagt als zijn onderdaan. Denk je dat er onder haar bewind iets zal veranderen aan de cultuur van grensoverschrijdend gedrag in De Studio?
"Ik weet het niet. Ik hoop het. Sommige mensen vinden dat ik het personage van de lakei te hard heb aangepakt. Maar ik denk dat het logisch is dat je als vrouw op de steun van een andere vrouw rekent. Toen ik nog voor De Studio werkte, heb ik talloze keren geprobeerd om tot een gesprek te komen. Amelie weet dat. Maar praten, met woord en wederwoord, met de intentie om elkaar echt te begrijpen, bleek onmogelijk. Ik had bovendien het gevoel dat ik gesabotteerd werd. Er was op korte tijd vier keer een subsidieaanvraag van mij afgewezen. Het signaal dat ik kreeg was: ofwel hou je je mond, ofwel zet je jezelf buiten de groep. Toen dacht ik: no way. Ik laat me niet als een schaap naar de slachtbank leiden. Ik kan ook spreken."
Was opstappen bij De Studio niet sprekend genoeg?
"Nee. Ik wou de ware redenen voor mijn vertrek kenbaar maken. Ik ben bij De Studio weggegaan omdat er dingen gebeurden die ik niet langer kon aanvaarden. En die wilde ik kunnen benoemen."
Zie je jezelf ooit nog voor De Studio werken?
"Ik zie twee mogelijke scenario's. Ofwel zeggen Amelie en ik na ons gesprek: 'Er is veel gebeurd, maar dat is bij dezen uitgesproken en erkend, we kunnen nu elk onze eigen weg gaan.' Ofwel zeggen we: 'We hebben naar elkaar geluisterd en we gaan er iets mee doen: we gaan Life Is But A Dream - de voorstelling dan - ook in De Studio program-meren.' Ik zou dat nog altijd mooi vinden. Nu is het verhaal: vrouw spreekt, man wordt op non-actief gezet, klaar. Het zou jammer zijn mocht het daarbij blijven."
De tijd die we voor elkaar gereserveerd hadden, zit er op. Maar onze zeewierkoekjes zijn nog niet op en dus keuvelen we nog wat verder. Over hotelbars en lounge-muziek. Over Charles Bukowski en stijl. Over de kwetsbare auteursziel en hoe ermee om te gaan.
Het laatste onderwerp voert ons, niet geheel onverwacht, terug naar het begin van ons gesprek. "Ik vind het wel hard, wat Delphine Lecompte in haar mail schreef. Maar goed, ze is wel vaker onverbiddelijk ten opzichte van collega's. Ik zal me dus maar niet te veel zorgen maken over haar afwijzing, zeker?"  
Dan herinnert ze zich Constance Debré, haalt ze haar schouders op en zegt ze: "Weet je wat? Je m'en fous."
0 notes
peterpijls1965 · 4 months ago
Text
Tumblr media
Een tijd van sferen
De trilogie Sferen van de Duitse filosoof Peter Sloterdijk las ik niet. Destijds vond ik zijn werk onnodig lang van stof, warrig en vrijblijvend postmodern. Daarmee bedoel ik dat Sloterdijk iedere vorm van gelijk stuk relativeerde en alles maximaal inwisselbaar en betrekkelijk vond. Niet alleen de geschiedenis, maar ook opvattingen en smaak.
Sloterdijk leek begin jaren negentig alleen zichzelf en zijn lezers serieus te nemen. Over gewone mensen.met alledaagse levens - bijna iedereen - boog hij zich weinig. In de aanloop naar corona werd dat meteen het probleem met sferen en hun pleitbezorgers: ze bevonden zich soms al ijlend dermate hoog in hun eigen atmosfeer ('peergroup'), dat anderen liever de afwas gingen doen of psychofarmaca verkozen boven het visioen van het superieure ik met oordopjes in, een literfles water in de ene hand en een kartonnen beker met sojakoffie in de andere. Neuriënd: ik ben een onbegrepen borderliner.
Ik betwijfel nog steeds of volgelingen van Peter Sloterdijk cum suis hem wel om de goede reden lezen - als ze het al doen. Sloterdijk werd een cultfiguur die in raadsels en parabels spreekt. Misschien wordt hij verkeerd begrepen, heeft hij een vorm van gelijk of ongelijk die over vijftig jaar goed worden ingeschat. Zie de late waardering van Arthur Schopenhauer en Baruch Spinoza of de posthume afgang van de lang opgehemelde Nietzsche.
Één keer zag ik de sterfilosoof Peter Sloterdijk van dichtbij. Hij was hoogleraar filosofie in Duitsland en mediaster toen hij begin jaren negentig op een avond in het gezelschap van studenten mijn stamkroeg Jenze in Maastricht betrad.
Om de lezer een beeld te geven van deze morsige pijpenla: de vijftien tot twintig (drukke avond) aanwezigen amuseerden zich bijvoorbeeld met bingedrinken, openlijk drugsgebruik, langdurige discussies die onbeslist eindigden of de sympathieke geste om een stomdronken, slapende stamgast te trakteren op brandende sigaretten in zijn neus- en oorgaten.
De professor en schrijver Peter Sloterdijk had het zichtbaar naar zijn zin. Behalve ik keek niemand op toen hij binnenkwam. Ik ging er van uit dat hij op de Universiteit Maastricht een college had gegeven of deelnemer aan een symposium was geweest.
Sinds corona vraag ik me af of ik de breedsprakige, ongrijpbare filosoof destijds beter had moeten lezen. Ik ken hem nog steeds alleen van interviews, recensies en samenvattingen afgedrukt op de achterkant van zijn boeken.
Toen ik nog een televisie had, tot vier jaar geleden, viel het me op dat het woord 'sfeer' veel gebezigd werd, bijvoorbeeld in een talkshow waar na een ijzingwekkend interview met de vader van de misbruikte en vermoorde Anne Faber de bekende Nederlander Gordon mocht aanschuiven.
Ik vond het een teken aan de wand in een tijd waar alles entertainment werd, inclusief het boek dat de vader van Anne Faber over zijn dochter geschreven had.
Tijdens corona begonnen mensen in mijn beleving hardop te ijlen. Door medicatie- en drugsmisbruik in combinatie met obsessieve vormen van internetverslaving die hen in de fuik van algoritmes liet zwemmen. Op de sociale media, en vooral op Youtube. Hun opvattingen werden conspiracy gevonden, de aanhangers door weldenkende mensen 'wappies' genoemd.
Tot die zo goed opgeleide en slimme veelverdieners de opvattingen van de wappies gingen omhelzen en propageren, ik vrees tot op de dag van vandaag.
Nu het virus latent suddert en zich wat restschade betreft laat samenvatten als poli's voor longcovidpatiënten en hun schadevergoedingen, lijkt Nederland economisch en moreel in twee kampen verdeeld; winnaars en verliezers.
De laatsten niet zelden door economische ondergang, de eersten omdat ze financiële voorspoed wisten te combineren met het mogelijk moreel superieure besef dat in deze sferische, ijle tijd ook de ogenschijnlijke verliezers bij het kamp van de succesvolle overlevers kunnen horen. Alleen hebben ze er moeite mee dat toe te geven. Ik heb de indruk dat sommigen de dood verkiezen boven hun ongelijk toegeven.
Bijvoorbeeld omdat de losers de goeddeels onnodige sterftegolf door corona al meer dan een de decennium zagen aankomen, of misschien wel een leven lang voorvoelden dat een catastrofe ophanden was, eerstens in de persoonlijke levenssfeer. De loser in kwestie, ik bijvoorbeeld, wordt vaak voor ongrijpbaar, koppig en asociaal gehouden. Vooral door mensen die hij nooit meer ziet maar die soms al meer dan een decennium zijn sociale media obsessief volgen en pas sinds corona krampachtig proberen uit te vinden wie of wat hij is, liefst door hem fysiek panisch te ontwijken.
0 notes
thegazete24 · 8 months ago
Text
Vaccins hebben de samenleving vernietigd en een golf van onherstelbare schade aan de volksgezondheid ontketend
We horen er zelden over vanwege het embargo op waarheidsgetrouwe informatie over de schade die ze aanrichten, maar vaccins hebben de wereld …Vaccins hebben de samenleving vernietigd en een golf van onherstelbare schade aan de volksgezondheid ontketend
Tumblr media
View On WordPress
0 notes
gewoonkarin · 1 year ago
Text
Wintertijd. Een uur langer slapen. Het was nodig want ik viel gisteren in slaap op de bank. Doe ik zelden.
De weken razen voorbij. Werken, huishouden, studeren, moestuin. Mijn best doen om thuis te horen wat ze zeggen. Echt luisteren. Mijn hoofd zit soms zo vol dat ik niks meer opneem. Nog even en dan het eerste examen. Dan een paar weken geen les, kan ik thuis wat bijwerken. Er staan nog een paar blikken verf te wachten. Stof ligt ook te wachten want poetsen heb ik niet altijd gedaan zoals ik gewend ben. Een ander ziet dat niet. Ik wel.
Vrijdagavond was ik bij de uitreiking van de Cosmos boekenprijs in Amsterdam met oudste liefje, haar vriendin en moeder van de vriendin. Veel gelachen en ik heb echt een leuke avond gehad met enthousiaste wetenschapsmensen. Luisteren naar vakidioten is altijd leuk en ik vond het ook heel fijn om met oudste liefje op pad te gaan. De dagen zijn soms zo vol dat dat soort uitstapjes er bij in schieten. Ik wil dat niet. Ik koos bewust voor meegaan. Niet de moeder zijn die nooit tijd had of tijd maakte. Als anderen daar geen begrip voor op kunnen brengen begrijpen ze het moederschap niet. Thuis gaat voor alles.
De drukke maanden op het werk komen er weer aan. Dat ook. Leuk druk.
Maar goed, wintertijd. Het begint al te schemeren dus ik ga op huis aan. De tuin begint langzaam winterklaar te worden. Thuis eten, douchen en studeren. Misschien nog wat strijken maar dat kan morgen ook. Ik zie wel. Met z’n vieren op de bank is veel gezelliger.
0 notes
charleshaddonspurgeon · 1 year ago
Text
Overdenkingen Met Spurgeon | Hij zal gewisselijk komen Het is zeer zelden dat Jezus arme zondaars lang laat wachten, maar soms doet Hij dat wel. Hij antwoordt hen dan geen woord. Dit doet Hij dan om hun geloof te beproeven. Hoewel Hij hen laat wachten, zal Hij ze niet wegsturen omdat zij wachten. Hij zal hen vroeg of laat zeker barmhartigheid schenken. "zo Hij vertoeft, verbeid Hem, want Hij zal gewisselijk komen (Habakuk 2:3)," u zult redding voor uw ziel vinden. Kind van God! Is de Vader nog niet tot u gekomen? Roep naar Hem! Roep Hem! Uw Vader zal komen. Niets trekt de ouder meer als de roep van een kind. Schreeuw, kleintje, ja huil! U die maar weinig geloof hebt. "Ach," zegt u, "ik ben te zwak om te huilen." Is het u nooit opgevallen dat een klein kind soms zo zachtjes huilt, dat u het niet hoort als u met de moeder in de woonkamer zit? Toch hoort ze dat haar lieve kind huilt en ze gaat naar boven. Ze kon het horen, hoewel u dat niet kon, omdat het haar kind is dat huilt. Schreeuw, kleintje; laat uw gebed opgaan naar de hemel. Al hoort uw predikant het niet, alhoewel het ongeloof zegt dat niemand het kan horen, er is een God in de hemel die het geroep van de boeteling kent, die 'de gebrokene van hart geneest en hun wonden verbindt'.
0 notes
maximvandaele · 1 year ago
Text
Het bewustzijnsargument: een vergeten argument in de filosofische discussie over het bewustzijn?
Hoe is het mogelijk dat er bewustzijn is in plaats van geen bewustzijn? Dat is de filosofische vraag die het moeilijk probleem van het bewustzijn (hard problem of consciousness) stelt. Zelfs indien we perfect begrijpen hoe het lichaam werkt, dan rest de vraag: waarom is er bewustzijn? Het bestaan van het bewustzijn lijkt immers niet noodzakelijk.
De filosoof Jerry Fodor vatte deze problematiek treffend samen:
Consciousness … seems to be among the chronically unemployed … As far as anybody knows, anything that our conscious minds can do they could do just as well if they weren’t conscious. (Jerry Fodor, geciteerd in een artikel door Nicholas Humphrey)
Het bewustzijn: een vreemde eend in de bijt van de wereld?
Bij andere aspecten van de wereld - atomen en moleculen, sterren en planeten, planten en schimmels, mensen en niet-menselijke dieren, ... kan men via wetenschappelijk onderzoek achterhalen hoe en waarom ze bestaan: sterren en planeten bestaan omdat de wetten van de fysica het toestaan, dieren zijn ontstaan door evolutie, enzvoort. Maar het bewustzijn lijkt geen duidelijke fysische, chemische of evolutionair biologische functie te vervullen. Het lijkt geen onvermijdelijk gevolg van de wetten van de fysica, noch iets dat absoluut noodzakelijk is om ons te doen overleven (in die zin dat we ook hadden kunnen overleven indien we geen bewustzijn hadden, maar ons wel exact hetzelfde gedroegen als mensen met bewustzijn). Evenmin is het feit dat er bewustzijn is een logische waarheid (op de manier dat bijvoorbeeld de uitspraak 'alle vrijgezellen zijn ongetrouwd' dat is).
Een ander, in de discussie rondom het moeilijk probleem van het bewustzijn zelden genoemd gegeven, is dat ons bewustzijn specifieke vormen aanneemt. Hiermee bedoel ik dat wij bijvoorbeeld de ervaring hebben één persoon te zijn en geen meerdere, of dat wij bijvoorbeeld geen rechtstreekse toegang hebben tot de gedachten of ervaring van iemand anders, terwijl we een andere persoon dan weer wel kunnen zien, horen of voelen. Ook dit lijkt niet meteen wetenschappelijk of logisch verklaarbaar. Ook dit had perfect anders kunnen zijn. Zoals Raamy Majeed en Wolfgang Fasching opmerkten, kan men stellen dat het moeilijk probleem van het bewustzijn niet alleen handelt over de vraag hoe het kan dat er bewustzijn is, maar eveneens over de vraag waarom dat bewustzijn is zoals het is en niet anders.
Theïsme en neoplatonisme als antwoord op het moeilijk probleem van het bewustzijn
Men zou er vrede mee kunnen nemen dat het bewustzijn (en de specifieke vormen die het aanneemt) gewoonweg onverklaarbaar is (op zich een legitieme positie, die men in de literatuur 'mysterianisme' noemt). Het alternatief lijkt mij hier een vorm van theïsme (sterk verschillend van het traditionele monotheïsme). Daarvoor heb ik, door filosofische reflectie, de volgende argumentatie ontwikkeld. Dit argument is een gevoelig gewijzigde versie van het 'consciousness argument' van Richard Swinburne en Robert M. Adams:
Het bewustzijn (de ervaring er te zijn) kan niet wetenschappelijk verklaard worden en is niet logisch noodzakelijk.
Het feit dat het bewustzijn de specifieke vormen aanneemt die het aanneemt (in tegenstelling tot andere vormen, bijvoorbeeld telepathie of een soort 'hivemind'), is ook niet wetenschappelijk verklaarbaar en evenmin logisch noodzakelijk.
Als iets (in dit geval: het bewustzijn) bestaat, maar niet wetenschappelijk verklaarbaar en niet logisch noodzakelijk het geval is, dan moet er een andere verklaring zijn voor dat iets.
Als iets (in dit geval: het bewustzijn) specifieke vormen aanneemt in plaats van andere, maar dit niet wetenschappelijk verklaarbaar is en niet logisch noodzakelijk het geval is, dan is het niet uitgesloten dat iets met een wil ervoor gezorgd heeft dat het die specifieke vormen aanneemt (in plaats van andere).
Dat iets dat een wil heeft kan men 'God' noemen, al verkies ik om het, met de neoplatonisten te zeggen, 'het Ene' te noemen.
De naam ('het Ene') zelf doet er overigens niet zoveel toe, het gaat er vooral om dat een willend iets een mogelijke verklaring is voor het bestaan van het bewustzijn en de vorm die het bewustzijn aanneemt. Ook Arthur Schopenhauer leek in deze richting te wijzen als hij stelde dat alles in de wereld het resultaat is van een blinde, doelloze wil. Een andere karakterisering die mij wel interesseert, is het 'double aspect'-monisme, bij Spinoza te vinden, waarin 'het mentale' en 'het fysieke' twee uitingen van hetzelfde zijn.
En wie kon er dit inzicht beter verwoorden dan de legendarische Alan Watts?
We do not "come into" this world; we come out of it, as leaves from a tree. As the ocean "waves," the universe "peoples." Every individual is an expression of the whole realm of nature, a unique action of the total universe. (Alan Watts)
Ik ben voorstander van filosofie als manier van leven, en mijn poging om een antwoord te geven op het moeilijk probleem van het bewustzijn is niet zonder gevolg. Het voornaamste effect van het accepteren van mijn argumentatie (of iets soortgelijks) is een verhoogd gevoel van aanwezigheid in de wereld: alles wat er is, is even echt als mijn ervaringen. Er ontstaat een extra open levenshouding: het is aan ons om de wereld te ervaren zoals zij zich echt aan ons toont. We kunnen het willend iets kennen door en in de wereld. Er ontstaat ook een duurzaam geluk: het geluk te voelen dat een willend iets wil dat we er zijn, en dat we dus een stuk te schrijven hebben in het verhaal van de wereld.
0 notes
saibhaktabrasill · 2 years ago
Photo
Tumblr media
#Dutch 25.feb.23 De drang in de geest die de zintuigen aanmoedigt is sterker dan de zintuigen zelf. De ogen zijn enkel instrumenten om te zien, maar het zien zelf is een kracht die hoger is. Zo is ook het vermogen om te horen hoger dan het oor op zich. De geest (manas, het bereik van wensen, gedachten en gevoelens) is hoger dan de zintuigen. Het intellect (buddhi), dat onderscheidingsvermogen heeft, is weer hoger dan de geest. Boven het intellect staat het bezielende levensprincipe - de individuele ziel, het persoonlijke Zelf (Jivatma). Boven het Jivatma staat het hoogste Zelf (Paramatma). Tussen het persoonlijke en het hoogste Zelf is een aantrekkelijke, misleidende sluier van illusie (maya). Als deze sluier valt, worden het persoonlijke Zelf en het universele Alzelf één. Als de geest zich van de zintuigen afwendt en zich voor verlichting op het intellect of buddhi richt, begint goddelijke gelukzaligheid (ananda) te stromen en wordt de glorie van het goddelijke Zelf onthuld. Buddhi stimuleert de zoektocht naar binnen. Terwijl de zintuigen zich allemaal openstellen voor uiterlijke dingen, houdt echte sadhana of geestelijke discipline in dat de blik naar binnen wordt gericht om in feite tegen de stroom in te zwemmen. Mensen realiseren zich zelden hoe dichtbij het doel van Zelfbewustwording is zodra de zintuigen naar binnen worden gericht. - Sathya Sai Baba, 24 juli 1983, toespraak 18 © Vertaling Sathya Sai International Organisation – Nederland Het lichaam, de zintuigen, de geest en het intellect zijn alle jouw instrumenten. Jij bent hun meester. - Baba #sathyasai #saibhakta #sathyasaibaba #saibaba https://www.instagram.com/p/CpF1YxTOxHk/?igshid=NGJjMDIxMWI=
0 notes
ckv4life · 2 years ago
Text
Kunstautobiografie:
Hallo en welkom op mijn blog. Ik ben Rory en dit is mijn kunstautobiografie. Dit houdt in dat ik ga vertellen over de verschillende vormen van kunst (en cultuur) waar ik mee in aanraking ben gekomen.
Ik ben in Purmerend geboren en ik heb daar ook de eerste anderhalf jaar van mijn leven gewoond. Toen is mijn gezin naar Andijk verhuisd en daar wonen we nu nog steeds. Ik vind de Nederlandse cultuur deels wel leuk, maar de andere helft vind ik niet echt intrigerend. Ik vind bijvoorbeeld onze feestdagen wel leuk (en uiteraard het eten wat daar bij komt), ik en mijn moeder zijn elk jaar weer uit naar kerst. Ook zijn sommige bekende schilders Nederlands, zoals Rembrandt. Over het algemeen ben ik geen grote fan van Nederlandse muziek, maar ik luister wel graag met mijn vader naar De Dijk, Doe Maar of Brainpower. Aan de andere kant geef ik net zoals mijn ouders niet veel om voetbal of de kleur oranje. Gelukkig heb ik naast de Nederlandse cultuur ook vele andere culturen mogen ervaren. Ik reis veel met mijn ouders, broertje en zusje. Samen zien we graag de verschillende culturen van landen zoals Israël, Amerika, Gambia of Kroatië.
Voor mijn ervaringen met kunst begin ik bij het begin, vroeger dus. Als jong kind (5-11 jaar) was ik uiteraard niet bewust bezig met wat voor vormen kunst ik interessant zou vinden. Als ik naar muziek luisterde was het de muziek op de radio. Als ik in een museum was, was het omdat mijn ouders mij meegesleept hadden, en zo voort. Toch vond ik het niet oninteressant om te leren over kunst. Vaak vinden kinderen kunst een beetje apart, maar ik vond het altijd wel fascinerend.
Rond mijn twaalfde ben ik me meer gaan verdiepen in de soorten kunst die mij het meest aanspraken. Zoals ik al zei vond ik vrijwel alle vormen van kunst interessant, maar muziek sprak mij het meeste aan. Ik heb mijn kennis over muziek grotendeels aan mijn vader te danken. Hij heeft mij veel goeie bands en artiesten laten horen zoals AC/DC, David Bowie, Queen, Mötorhead enz.
Tumblr media
Voor de rest was ik wel geïnteresseerd in dans. Ik heb vanaf mijn zevende ook voor een jaartje op ballet gezeten en ik keek graag bij een vriendin als zij hiphop les had.
Tumblr media
Ik doe nu helaas geen vorm van dans meer, maar daarvoor in de plaats is wel een liefde voor film ontstaan. Mijn favoriete film genres zijn actie en komedie. Ik hou van films of series kijken, omdat er dingen gemaakt kunnen worden die je normaal niet visueel zou kunnen uitbeelden, zoals emoties of gedachtes, maar ook wezens of dingen die niet bestaan. Ik vind veel verschillende series en films leuk, ik vind bijvoorbeeld veel Marvel films amuserend, maar ook horror films en politie series. The Fast And The Furious vind ik vooral erg leuk.
Tumblr media
Verder ben ik niet vaak bewust bezig met architectuur, maar het kan me wel aanspreken. Ik kan voornamelijk ontzettend genieten van grote steden, zoals het uitzicht vanaf de bovenste verdieping van The Rockefeller. Het gebouw zelf is ook erg mooi gemaakt.
(het uitzicht vanaf The Rockefeller) Ik heb de eerste foto zelf gemaakt toen ik in New York was:
Tumblr media Tumblr media
(De Rockefeller in New York)
Vanwege het vele reizen heb ik veel foto's gemaakt van sterk variërende omgevingen. hier zijn een paar van mijn foto's:
Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media
Ik ben ook in contact gekomen met een fotograaf die mensen van alle culturen fotografeert. De foto's hebben altijd een egale achtergrond zodat de mensen op de foto je meer aanspreken. De fotograaf heet Ruben Timman en hij heeft de Museum Of Humanity opgericht. Dit museum hangt vol met foto's van mensen van over de hele wereld. ik ben hier meerdere keren geweest want mijn vader werkt met Ruben. Een voorbeeld van het soort foto's die er in het museum hangen:
Tumblr media
Ik ben in mijn leven nog niet heel veel in aanraking gekomen met beeldende kunst, behalve dus af en toe in musea. Mijn mening over beeldende kunst hangt compleet af van het soort kunst. Sommige vormen van kunst, zoals abstracte kunst, spreken mij vrij zelden aan. Maar aan de andere kant zijn er ook veel kunstwerken die ik ontzettend mooi of interessant vind. Ik vind bijvoorbeeld het werk van Salvador Dali leuk, omdat het rare dingen uitbeeld waardoor het heel interessant is en je er uren naar kan kijken. Ik vind dit schilderij het mooist:
Tumblr media
We hadden vroeger een namaak van het schilderij hierboven in onze bibliotheek thuis hangen. Ik keek er als kind vaak naar terwijl ik dacht aan alle dingen die het zou kunnen uitbeelden.
Ik heb bijzonder weinig ervaringen met theater. Ik kan mijn mening hierover dus moeilijk geven, al weet ik wel dat het niet mijn favoriete vorm van kunst is. Maar ik heb wel laatst met mijn zusje Phoebe het toneelstuk ''Ride The Cyclone" gekeken en ik vond dit specifieke toneelstuk wel vermakelijk.
Tumblr media
Dan houden we nieuwe media over. Ik bestaat veel van mijn tijd aan het spelen van video games en ik geniet er ook ontzettend van. Van sommige games blijft het me verbazen hoe goed ze gemaakt zijn en ik vraag me vaak af hoe het allemaal gedaan zou worden. Ik speel vaak spelletjes waar je een nieuw leven kan opbouwen, om te ontspannen. Maar ik speel ook vaak competitieve games waarbij ik altijd streef om zo goed mogelijk te worden, zoals mijn favoriete game: Mario Kart. Ik gebruik Roy altijd als personage omdat ik hem er ontzettend stijlvol uit vind zien.
Tumblr media
Ik weet vrij weinig over culturen in Aziatische landen en het lijkt me wel interessant om daar over te leren. Ik zou zelf graag nog de Japanse cultuur ervaren, het is een droom van mij om een keer naar Tokyo te kunnen. De culturen in Aziatische landen lijken me heel erg verschillend van de Nederlandse cultuur, juist daarom wil ik er zo graag meer over weten.
Kunst voor mij is een manier om dingen te uitten of te visualiseren die moeilijk op een andere manier uit te drukken zijn. Veel emoties of gedachtes zijn moeilijk uit te leggen en kunst is naar mijn mening de beste manier om te zorgen dat andere mensen jouw gevoelens of gedachtes ook snappen. Als mensen elkaar begrijpen, ontstaat er ook begrip. Kunst schept een band tussen mensen. Maar behalve deze dingen kan het ook ontzettend vermakend zijn!
Cultuur is zo belangrijk omdat het een onderscheid maakt tussen verschillende mensen. Dit wordt vaak als iets negatiefs gezien, maar verschillen maken ons allemaal uniek. Cultuur is iets waar je trots op mag zijn en iets wat gevierd moet worden. Cultuur scheidt ons dus in zekere zin, maar het creëert ook een connectie tussen de mensen die uit hetzelfde land komen. Mensen met dezelfde cultuur vormen op een manier een eenheid. Reizen en nieuwe culturen beleven is ook een gezamenlijke interesse van mij, mijn ouders en mijn broertje en zusje. Het brengt ons daardoor ook dichter bij elkaar. Net zoals kunst is cultuur ook vermakend, want wat is er nou aan als iedereen dezelfde gewoontes heeft?
1 note · View note
jurjenkvanderhoek · 2 years ago
Text
GROTE VERSCHEIDENHEID IN OEUVRE JOCHEM HAMSTRA
Tumblr media Tumblr media
"Als kind wilde ik schilder worden, en ik ben schilder geworden. Dit is mijn medium, hier spreek ik mee”, zei Jochem Hamstra twintig jaar geleden in een gesprek voor Friesland Post tegen mij. En nu, in zijn zestigste levensjaar heeft hij een grote overzichtstentoonstelling in Museum Belvédère. Vanaf het eerste jaar nadat Jochem Hamstra de kunstacademie met een diploma op zak heeft verlaten volg ik zijn doen en laten in de kunst. Ik zag zijn werk voor het eerst in wat toen Galerie De Hoeksteen was in een tentoonstelling met vier jonge kunstenaars. Het is het jaar 1989 en Hamstra toont vijf ingetogen melancholische schilderijen. ‘De versimpelde figuraties kijken met holle ogen de toeschouwer indringend aan en je voelt je meegesleurd in het kleine leed van de zelfportrettist’, schreef ik toen. Dit vroege werk vind ik in Belvédère niet terug, maar het oeuvre van Hamstra is zo uitgebreid dat het voor conservator Susan van den Berg een moeilijke taak is zo’n volledig overzicht samen te stellen als dat ze heeft gedaan.
In 1992 zie ik Hamstra’s schilderwerk weer en bespreek het andermaal. ‘Als een moderne Henri de Toulouse-Lautrec lijkt Hamstra de kroegen af te schuimen om, weggedoken aan de bar, snelle schetsen te produceren. De tekenstijl is aangepast aan de gebeurtenis. De bedreiging en de drank is hoekig en agressief, terwijl het sociale element en de geborgenheid in ronde vormen op papier gezet zijn. Het is niet enkel de wellustige liefde, de hel en het lawaai, maar ook de prille liefde waarbij het ontdekken voorop staat. In enkele lijnen weet Hamstra de impressie in beeld te krijgen.’ Een jaar later benoem ik het werk als lumineus. In Galerie Hoogenbosch zet hij het schip centraal, de woonboot waarop hij geboren en getogen is. Een ode aan het wonen op het water. ‘Het kabbelen van de golven tegen de romp van de ark is er tussen de verftoetsen door te horen. Het schommelen van de woonkamer op het bewegende water is in de composities terug te vinden (…) Op een bijna kinderlijke manier vult hij zijn composities in om tot een hoogstaande versimpeling van het gegeven te komen.’ 
Tumblr media
Een aantal jaren later schrijf ik het volgende ‘Door zich voortdurend te vernieuwen lijkt Jochem Hamstra het prototype van de kunstenaar. Iedere dag is hij tegen wil en dank bezig met zijn beroep. Want, hoewel het geen vetpot is, leeft hij van de kunst zonder enige subsidie of sponsoring. Dat zo een zwaar bestaan tot de verbeelding spreekt zegt hem niets, maar dat hij daardoor telkens een stap verder kan in zijn kunnen staat vast. (…) Steeds jezelf tijdens jouw werk tegenkomen relativeert enorm. Niet de laatste compositie is de punt achter de zin, maar pas het volgende schilderij zet een komma in het verhaal. Steeds voert het experiment naar een verbetering en verduidelijking van wat gezegd moet worden. Nog wel zitten in Hamstra’s werk elementen van wat eens was, de beweging van het vooruit gaan, de storing op het beeld. Steeds voert het tafereel naar een verrassende climax, is in de beeltenis een detail gebracht die de kijker op een ander maar zelden een verkeerd been zet. Ondanks de verscheidenheid aan beelden die door elkaar lopen, de diverse technische invallen en uitwerkingen, blijft het werk van Hamstra eenduidig.’
Tumblr media
‘Het gaat de schilder niet om het personage zelf, maar om het vlak dat de persoon inneemt. De vorm van de figuur is belangrijk en kan juist op die plaats passen. Een passende vorm kan in verschillende beelden terug keren. In het voorbij gaan is geen herkenning. Anatomisch gezien is de figuur niet af, want de ontmoeting is te snel verleden tijd om zich klaar en helder op het netvlies vast te zetten. Niet te mooi gemaakt, want schoonheid verveelt op den duur.’ Dat staat ook als titel boven mijn verhaal in de Friesland Post van mei 2003: Mooi gaat irriteren. Ik spreek met de schilder in zijn Groningse atelier. Op dat moment laat hij zich inspireren door storingen, een televisiebeeld dat blijft hangen. Zijn fotocamera staat altijd voor de televisie zodat hij op het juiste moment en bij het mooist bruikbare beeld meteen kan knippen. Hij schildert dan haringen op bedrukte dozen. Zaterdags koopt hij op de markt een visje, die de dag erna op karton in verf wordt vastgelegd. Kunst voor ieder betaalbaar, want hij moet tenslotte wel aan de kost komen. Wanneer ik de koffie op heb en het bovenhuis aan het hofje verlaat geeft hij me nog na dat “een schilderij moet nooit af zijn, want dan maak je het kapot”.
De momenten dat ik zijn werk beschouw tijdens groepstentoonstellingen op diverse plekken zal ik hier verder niet noemen. Maar weer later in 2013 merk ik op dat Hamstra mij toch op het verkeerde been zet. ‘Dat is waar je op staat bij het zien van de hedendaagse kunst van Jochem Hamstra. Dat is waar de kunstenaar je op zet met opzet. Je denkt bij het betreden van de expositieruimte in Galerie Hoogenbosch: ha, herkenning, ik weet wat ik zie. Ik denk deze omgeving te kennen. Het is in het gezichtsveld van de maker, de haalbare omgeving. Niet verder dan een blik door het raam, een steenworp afstand.
Tumblr media
Maar Hamstra kan ver gooien en beziet zijn omgeving met scherpe humorvolle blik. In zijn kunst is hij derhalve een meester in het bespelen van mensen. Voortdurend legt hij zijn emotie in het werk, dat daardoor nauw aansluit aan het gevoel van de kijker in een onweerlegbare tastbaarheid. Hamstra blijft bij zichzelf en daarmee dicht bij de kijker. Eenzelfde gevoel als de beschouwer heeft weet hij in zijn composities te leggen. Wel met een abstracte herkenning, want je weet niet altijd wat je ziet. Vaak denk je te zien, maar zie je niet. (…) In iedere nieuwe expositie laat hij een andere kant van zichzelf zien. Zo is zijn oeuvre zijn leven. Ieder beeld een fragment uit de film die Jochem heet. Telkens is er vernieuwing in de eens gevonden stijl van werken. Steeds weer vindt hij opnieuw zijn wiel uit.’
Tumblr media
En dan in 2014 doet hij voor mij een familieboekje open en schildert foto’s die hij vond in een schoenendoos in het vooronder. Kiekjes uit lang vervlogen dagen. Portretten waarvoor netjes alleen of in groep is geposeerd, of momenten gepikt van alledaagse handelingen uit meerdere levens. In de serie “het mooie leven” rekent hij af met zijn verleden, een registratie bekeken door de gekleurde bril van de herinnering. Deze schilderijen vind ik terug in Belvédère naast andere thema’s die in de loop van het schildersleven aan Jochem Hamstra voorbijtrokken. Zoals het moment dat hij wordt geconfronteerd met de dood, het sterven van zijn grootvader. Het zet hem aan tot een aandenken in verf. Ook vind ik de samengestelde tekening “De kikkers hebben nog geen pootjes” in dit fragment van leven terug. De collage zag ik eerder in melklokaal in 2016 en het maakte indruk. ‘Het is een beeldverhaal als film noir in potlood op papier. De vormgeving laat zich verhalend lezen in veelal broeierige tekeningen. Hamstra blijkt een begenadigd tekenaar, die hier in opmaak welhaast op een hoogtepunt komt. Het lijkt of het naakte model als opium op zijn kunnen werkt.’
Tumblr media
Hij slaat dan een andere weg in zonder dat hij de schilderkunst achter zich laat. Hamstra maakt van gevonden materiaal namelijk collages. Deze ongedacht, opzienbarende en verwonderlijke afslag in zijn oeuvre blijft onbelicht in de museale tentoonstelling. Enkel zijn er een handvol beeldjes in de uitstalling opgenomen. ‘De kunstenaar dwingt met zijn werk de ogen de dwarse kant op. Zo kan hij zijn verhaal over de schouder influisteren. Houten kaders gecombineerd met fotofragmenten. Composities met vervreemdende elementen, waardoor het interessante landschappelijke werken zijn. De schilder verloochent zijn ambacht niet en voert geverfde delen in, of gaat zelfs gedumpte voorwerpen vertalen in verf. Het werkt mooi in eenheid, omdat Hamstra weet wat hij doet. In zijn taal weet hij de juiste snaar te raken.’
En in 2019 merk ik op dat Jochem zichzelf steeds weer opnieuw uitvindt. Dat hij niet blijft steken in een eens uitgedachte vormgeving die werkt en aanslaat. Hij vindt telkens andere wegen die hem aanspreken om zijn geesteswereld te uiten. De kunst blijft voor hem zo een prettige ervaring en wordt geen vervelend werken van 8 tot 5. Waren het eens bootjes en arken, ooit een afrekening met de dood of dan een inspiratie in de filmwereld, wel de familiefoto’s uit de oude schoenendoos. Steeds veel onderwerpen en momenten dicht bij huis, uit de naaste belevingswereld. Eigenlijk ook voortdurend in een versimpeld realisme. Zonder abstract te zijn. 
Tumblr media
Bij de tentoonstelling in Museum Belvédère laat hij andermaal nieuw werk zien in delen van de serie “Incarnatie”. Hij wijkt daarbij van zijn vertrouwde werkelijkheid af die hij overigens nooit realistisch weergeeft. Uit de abstracte vormgeving doemen echter wel lichamen op. Lijven van vlees en bloed in soms wat pijnlijke houdingen. De composities geven details weer waarbij alleen het beeld ertoe doet en niet datgene wat gezien wordt. In een potpourri van kleuren en vormen raakt de samenhang weleens kwijt. De lijven op sterk water, of althans gevouwen in een glazen doos zijn een hoogtepunt in dit overzicht. Jochem Hamstra heeft gaandeweg zichzelf voortdurend overtroffen en verbeterd. Dit lijkt de apotheose, het maximaal haalbare, maar het eind is nog lang niet in zicht. Vol verwachting wacht ik op de volgende stap, maar voor nu doe ik me tegoed aan het in Museum Belvédère mij voorgeschotelde werk.
Tentoonstelling “Een fragment van leven”, schilderijen en tekeningen van Jochem Hamstra bij Museum Belvédère, Oranje Nassaulaan 12 in Heerenveen – Oranjewoud. Tot en met 29 januari 2023.
0 notes
peterpijls1965 · 4 months ago
Text
Tumblr media
Er is een dansfeest op het grote plein. Ik passeerde het via de Poolse supermarkt. Voor me liepen twee vrouwen die zichtbaar op weg waren naar het feest. Ik kon ze niet rechts passeren en reed dus twintig meter schuin achter ze. Toen liepen ze op het Blinkfeest af. Ik eindigde in het park. Daar was muziek van Rammstein, en gabber.
In het park luisterde ik naar Ferry Corsten op Ibiza. Ik was er nooit, ik sluit niet uit dat de vrouwen die voor me liepen op Er is een dansfeest op het grote plein. Ik passeerde het via de Poolse supermarkt. Voor me liepen twee vrouwen die zichtbaar op weg waren naar het feest. Ik kon ze niet rechts passeren en reed dus twintig meter schuin achter ze. Toen liepen ze op het Blinkfeest af. Ik eindigde in het park. Daar was muziek van Rammstein, en gabber.weg naar het feest op het Henseniusplein wel eens een club op het Spaanse eiland bezochten. Zo zagen ze er uit, voorzichtig uitgedrukt.
Ze leken me midden twintig. Sinds corona horen ze bij een generatie waar ik zelden mee praat maar veel over nadenk. Ik verbaas me voornamelijk, en vergelijk met een zoon van 24.
De nog jongeren rijd ik wel eens bijna omver in een winkelstraat. Gisteren passeerde ik een.meisje van ongeveer tien dat een naaktkat droeg. Zij en haar leeftijdgenoten zijn weinig met mobiele telefoons bezig.
5:58 Het feest is hoorbaar nog gaande, hoewel niet meer in de tent op het plein.
0 notes
inktvlekken · 4 years ago
Text
Mama,
Jij leerde me dat er twee versies van een persoon naast elkaar kunnen bestaan. Dat je van iemand kan houden ook als diegene, nee, andersom, dat van iemand houden niet betekent dat die persoon er is.
Laatst las ik gedichten terug die ik schreef toen ik zestien was, waarin je zelden voorkomt. Er is alleen het huis waar we woonden, het donker dat bleef hangen in de woonkamer, de pillen in de keukenla, de lege flessen, de vlekken in het vloerkleed. De muren dun genoeg dat ik de buurman kon horen roepen dat de teringherrie zachter moest. Ik was vaker buiten waar vrienden me leerden roken zonder hoesten en vallen zonder botten breken. Dat was makkelijker dan thuiskomen en jouw schim op de bank vinden.
Misschien zijn er niet twee versies van dezelfde persoon, maar ben jij er en is er je afwezigheid, het resultaat van al je pogingen om te verdwijnen.
Want ik weet dat je er ook heel vaak wel was. Dat je zeewater uit onze haren waste en ons voorlas voor het slapengaan, verhalen waar we niet oud genoeg voor waren maar die je vaak genoeg las dat we ze begonnen te begrijpen.
Dat je me elke week belde. Vroeg hoe het ging en of ik genoeg at, altijd zo dat ik kon kiezen of het een grapje was of een vraag waarop ik eerlijk wilde antwoorden. Dat je een collega vroeg om je naar mijn huis te rijden alleen omdat ik een voicemailbericht achter had gelaten dat je bezorgd maakte, dia avond mijn kamer opruimde en eten bestelde terwijl ik in bed lag.
 Nu wil ik naar jou toekomen. Ik wil eten bestellen en het huis opruimen en dat dat genoeg is om iets te betekenen, om je te laten stoppen met proberen te verdwijnen. Hoe vaak moet ik je bellen voor je opneemt? Hoeveel berichten moet ik je sturen? Acht jaar later en ik haat het dat ik nog steeds niet weet wat ik kan doen, dat ik nog steeds niet beter weet hoe ik je moet helpen dan toen ik zestien was.
Ik mis je, mama. Ik mis de moeder die niet tegen me loog, die met me praatte tot ik het begreep, die mee ging vliegeren tijdens een storm, die verse bloemen kocht omdat mijn vriend langs zou komen, die zingt tijdens het afwassen. Ik mis al onze kleine rituelen en telefoongesprekken.
Ik mis wie je bent als je er wel wil zijn, als je geen lege ruimte in oude gedichten imiteert.
11 notes · View notes
sampauwelsschrijft · 4 years ago
Text
Autistische representatie in fictie II: hoe je het goed doet
Hallo iedereen, ik heb eindelijk een vervolg op mijn vorige blogpost voor jullie. Yaaaay! Executieve dysfunctie is een bitch.
Lees de eerste post van deze serie (? I guess) hier .
Laat me dit opnieuw beginnen met een persoonlijk verhaal. Ik neem je mee naar het vierde jaar van de middelbare school, toen ik nog geen idee had dat ik autistisch was.
Voor het vak Engels lazen we een boek met een autistisch hoofdpersonage. Nu moet je weten dat ik zelden boeken voor school effectief las omdat ik extreem veel stress krijg van lezen, maar ik ben er op een of andere manier in geslaagd dit specifieke boek wel volledig uit te lezen.
Ik ga je niet vertellen welk boek het was, want ik wil het liever niet promoten. Dit verhaal is niet zoals de vorige keer een positief verhaal over hoe autistische representatie me geholpen heeft, dit is het tegenovergestelde. Dit gaat over slechte representatie.
Ik ga eerlijk zijn. Ik herinner me niet veel over hoe ik me voelde toen ik het boek las, en ook niet over wat voor huistaak we erbij hadden. Dat is waarschijnlijk het eerste teken dat dit boek slecht was. Als het goed was geweest, had ik als autistische persoon toch op zen minst iets van mezelf moeten herkennen in het hoofdpersonage of het verhaal?
Het boek ging volledig over autisme, maar niets aan het verhaal was herkenbaar voor mij en ik stelde me geen vragen. Ik las het boek, maakte mijn opdracht en vergat het.
Dat kan ik deels op mijn naïviteit steken, ik wist toen namelijk niets over autisme, maar was dat niet waarom de leerkrachten dat boek uitgekozen hadden? Om ons over autisme te leren? Dus waarom was ik dan even naïef nadat ik het las als voordat ik het las?
Dus, ik was het boek volledig vergeten, maar drie jaar later kwam mijn zus thuis met datzelfde boek en kwamen de herinneringen eraan terug. Ik had ondertussen een diagnose, en ik vroeg me af waarom ik geen aha-moment had gehad toen ik zelf het boek moest lezen.
Het antwoord op die vraag is simpel: het hoofdpersonage uit het boek is helemaal niet autistisch. Hij is niet eens een persoon. Hij is een wandelende symptomenlijst volgepropt met verouderde ideeën, geschreven door een auteur die duidelijk niet veel onderzoek heeft gedaan. Een karikatuur van wat neurotypische mensen ooit dachten dat autisme was. Een cis blanke tiener met het brein van een kind en geen empathie, met als enige positieve kwaliteit dat hij goed is in wiskunde en, idk, van zijn rat houdt of zo.
Kunnen we die problemen steken op het feit dat het boek ondertussen bijna twintig jaar oud is? Misschien, maar waarom wordt het boek dan nog steeds aangeboden als verplichte literatuur in veel scholen? Je zou denken dat we ondertussen als maatschappij al verder zouden staan en dat op zen minst leerkrachten het inzicht zouden hebben om de problemen in te zien maar nee, ZELFS ALS DE AUTEUR ZELF TOEGEGEVEN HEEFT DAT HIJ EIGENLIJK NIETS OVER AUTISME WEET EN DAT DIT BOEK VERKEERDE REPRESENTATIE IS, eet de maatschappij die shit op. 
Inspiratieporno, dat is hoe die dingen heten, en het is bullshit.
Ja, ik ben boos op dit boek. En ja, ik ben boos op mijn oude middelbare school omdat ze iedereen dit boek laten lezen. Het was toen mijn zus thuiskwam met dat boek en een of andere verouderde, stereotypische symptomenlijst van asperger (die term wordt niet meer gebruikt, we spreken momenteel van de overkoepelde term ASS of gewoon autisme) dat ik besloot om aan self-advocacy te doen.
Er was voor mij als autistische persoon bovendien iets misselijkmakends aan de manier waarop de zogenaamd autistische jongen uit het boek behandeld werd. Hij werd aanzien niet als iemand die zoals iedereen liefde nodig heeft, maar als een last voor zijn familie en leerkrachten. Bijna als iemand die beter dood zou zijn.
En dat is wat mijn middelbare school me wou leren? Dat het oké is wanneer mensen tegen me liegen en me manipuleren want ‘ik zou het toch allemaal niet begrijpen en, oh, ik ben baby en ik moet beschermd worden’? Dat ik een last ben voor mijn ouders en dat ze zo graag een neurotypisch kind hadden gehad en dat ik hun leven verpest? Dat ik niet mag bestaan?
Geloof me, mijn brein verteld me dat al vaak genoeg, ik hoef het niet ook nog eens van mijn school te horen. EN IK MOEST HET ZEKER NIET HOREN TOEN IK VIJFTIEN WAS EN IN EEN VAN DE MEEST KWETSBARE PERIODES VAN EEN MENSENLEVEN ZAT.
Nou, voor een keer ben ik blij dat ik toen nog niet wist dat ik autistisch ben, want op dat moment zou ik het misschien nog geloofd hebben ook. Kwam ik net uit een autistische burn-out waardoor ik drie maand school gemist had en heel veel kosten had gemaakt voor mijn ouders, en dan gingen ze me zoiets vertellen? Seems kind of toxic to me but idk, you tell me, misschien ben ik gewoon veel te gevoelig en ben ik aan het overdrijven of zo.
Maar goed, ik ben boos aan het worden, dus laten we iets anders bekijken: goede autistische representatie in Violet Evergarden.
Violet Evergarden is een anime (die je op Netflix kan kijken) met een duidelijk autistisch gecodeerd hoofdpersonage. Violet was een kindersoldaat, maar de oorlog waarin ze vocht is voorbij en nu moet ze als autistische persoon leren leven in een neurotypische samenleving die ontbreekt aan de duidelijke regels en hiërarchieën die ze in het leger kende, zonder de persoon die in het leger voor haar zorgde.
Violet is een vrij stereotypische autistische persoon, maar er zijn toch grote verschillen tussen Violet en de jongen uit het eerder vermelde boek, die ervoor maken dat Violet wel echt autistisch is:
Violet vertoont stereotypisch gedrag zoals het niet begrijpen van spreekwoorden of het niet goed voelen van haar gevoelens, maar ze vertoont dit op haar eigen, persoonlijke manier en er zijn bepaalde symptomen die ze meer of harder vertoond dan andere. De schrijver heeft niet een symptomenlijst erbij genomen en dat een lichaam gegeven. De schrijver heeft een persoonlijke vorm van autisme ontwikkelt enkel en alleen voor Violet.
We zien alles gebeuren vanuit Violet zelf. We zien hoe autisme haarzelf affecteert. Violet heeft haar eigen gevoelens en maakt haar eigen keuzes op basis daarvan, zelfs als ze haar gevoelens niet altijd voelt en al zeker haar gevoelens niet laat zien zoals neurotypische mensen dat doen. Violet wordt getoond vanuit de binnenkant van een autistische persoon, terwijl in het eerder vermelde boek vooral de buitenkant van de autistische persoon afgebeeld werd, de manier waarop neurotypische mensen de autistische persoon (op een verkeerde manier) zien.
We zien ook hoe Violets autisme de andere personages affecteert, maar Violet wordt niet afgebeeld als een last. De andere personages doen hun best om Violet te leren begrijpen en helpen Violet om optimaal te functioneren en haar dromen waar te maken. Dat geldt niet alleen voor haar autisme, maar ook voor haar andere handicap. Haar beide armen zijn geamputeerd en ze heeft protheses waarmee ze niet goed kan schrijven, dus krijgt ze een job waarbij ze een typmachine kan gebruiken.
Kortom: Violet is een individu die gevoelens heeft en op basis van die gevoelens keuzes maakt, relaties met anderen vormt en haar leven leidt. Violet heeft een persoonlijkheid. En ja, autisme is een groot deel van die persoonlijkheid, maar ze is geen karikatuur.
Alles samengevat:
Volgens mij is het belangrijkste waar je rekening mee moet houden als je een autistisch personage schrijft, of het nu gaat over je hoofdpersonage of over een zijpersonage, dat autistische mensen (of bovennatuurlijke wezens) individuen zijn, geen stereotypes.
Iets anders dat je zeker moet doen wanneer je over een autistisch personage schrijft, is zoals altijd onderzoek.
Dus waar kan je dat onderzoek het best doen?
In de eerste plaats zijn er natuurlijk dingen zoals encyclopedieën, websites van organisaties en wetenschappelijk onderzoek, maar voor je weg klikt om naar wikipedia te gaan of verdwaald te geraken in Google Scholar, wil ik je een aantal waarschuwingen geven:
Veel wetenschappelijk onderzoek over autisme is verouderd of steunt op verouderde ideeën.
Veel wetenschappelijk onderzoek kijkt naar autisme vanuit de ogen van de neurotypische persoon. Ze vragen zich af wat er ‘mis is’ met autistische mensen, in plaats van zich af te vragen wat er ‘anders is’.
Er zijn professionelen in het veld van autisme die eigenlijk geen idee hebben waar ze over praten, geloven in verouderde ideeën of discrimineren tegenover bepaalde groepen.
Het is belangrijk om een idee te hebben van de basis van autisme en de symptomen die erbij horen, en daarvoor zijn wetenschappelijke bronnen zeker goed, maar ik denk dat het voor een schrijver belangrijker is om naar de groep de je representeert zelf te luisteren. Vergeet dus zeker niet om ook onderzoek te doen op plaatsen waar de autistische gemeenschap actief is, zodat je kan luisteren naar wat autistische mensen zelf te zeggen hebben.
Een gemakkelijke manier om de autistische gemeenschap te vinden op sociale media, is de #actuallyautistic hashtag. (Die is beter dan hashtags zoals #autism omdat er in de ‘oude’ hashtags veel haat verspreid wordt.)
Je bent ook altijd welkom om mij te contacteren! Ik wil heel graag al je vragen beantwoorden en je helpen om je autistische personage tot leven te brengen. Toch hoort hierbij nog een waarschuwing: luister niet alleen naar mij. Luister ook niet alleen naar je neefje dat toevallig autistisch is. Luister naar meerdere autistische personen. We zijn allemaal individuen met diverse meningen. (Net zoals jouw personage!) Het is niet omdat het grootste deel van autistische mensen een bepaald iets zegt of verkiest, dat er geen mensen zijn die er anders over denken. Ik weet bijvoorbeeld dat het grootste deel van de autistische gemeenschap de oude term ‘asperger’ niet meer wilt gebruiken, maar ik ben al mensen tegengekomen die zichzelf wel nog steeds een ‘aspie’ noemen, omdat ze zich daar beter bij voelen, en dat is helemaal oké!
Het laatste wat ik te zeggen heb is: vergeet niet dat iedereen autistisch kan zijn. Man of vrouw, cis of trans, blank of zwart, heteroseksueel, biseksueel, homoseksueel of aseksueel. Het idee dat de ene groep meer kans heeft om autistisch te zijn dan de andere is verouderd. Autisme komt even vaak voor bij vrouwen als bij mannen. De enige reden dat cijfers het anders uitwijzen, is dat er vooroordelen bestaan bij professionelen en dat vrouwen vaak een diagnose mislopen. Er is een enkele kanttekening die ik hierbij zal maken, en dat is dat recente cijfers en onderzoek kunnen uitwijzen dat autistische mensen meer kans hebben om transgender te zijn, maar er bestaat alleen nog maar speculatie over waarom dat zou kunnen zijn.
Nog een paar random kleine dingen waarvan ik wil dat je het onthoudt voordat je weggaat:
We houden niet allemaal van treinen. Onze interesses zijn net zo uiteenlopend als die van neurotypische mensen. Als je naar mijn ‘over’ pagina gaat, zal je zien dat ik het daar nergens over treinen heb. Treinen kunnen me niet minder schelen. I only care about hot anime boys, en treinen zijn niet erg sexy.
Autistische meisjes kunnen en mogen meisjesachtig zijn. Ik hou van kleren, de kleur roze, shoujo anime (letterlijk vertaald als meisjes anime) en dating simulators. Dat is oké en maakt mij niet minder autistisch.
We zijn niet allemaal goed in wiskunde. (Ik bedoel, kijk naar mij. Ik had ooit 30% op mijn examen wiskunde.) We zijn niet allemaal geniaal. Ja, we hebben een sterke liefde voor onze interesses en weten vaak veel over die dingen, maar we zijn niet allemaal Darwin, Mozart of Einstein (yes, they were one of us, suck it ableists).
Autistische mensen schelden. Autistische mensen hebben seks. Autistische mensen trouwen en worden ouders. We zijn geen kinderen (tenzij onze leeftijd anders uitwijst).
‘Autisme’ is geen slecht woord. Je hoeft er niet rond te huppelen. JE MAG HET UITSPREKEN.
En hier is nog een allerlaatste waarschuwing/ paragraaf/ idk. Het is misschien een beetje controversieel voor sommige meer ‘traditionele’ schrijvers (ja, idk hoe ik het moet noemen), maar schrijf niet over iets dat je zelf niet kent. Daarmee bedoel ik:
Ja, schrijf autistische personages, maar schrijf niet OVER autisme als je niet zelf autistisch bent.
Betekenend: ja, maak een personage autistisch, maar laat je boek niet volledig over autisme draaien als je zelf niet autistisch bent.
Dat is gewoon iets dat ik denk, en je mag het met een korreltje zout nemen als je wilt, maar deze eeuw is niet meer een eeuw waarin je over mensen heen kan spreken. Het is tijd om het woord aan de mensen waar het over gaat te geven. Want, om eerlijk te zijn, de meeste autistische mensen en zoveel andere minoriteitsgroepen zijn het beu dat er altijd over ons heen gepraat wordt, en de situatie met Sia’s film is daar een goed bewijs van. Denk daar gewoon eens over na. (Oh, look, I went full circle, look at me being an organized bitch. Are you proud of me mom?)
Dank je om te lezen! Kijk nog eens rond op mijn blog, misschien vind je iets interessants. Bye bye.
16 notes · View notes
stefselfslagh · 4 years ago
Text
Murielle Scherre: ‘Als ik ooit mijn dagboeken kwijtraak, heb ik nog altijd mijn tattoos.’
Dit stuk verscheen in De Morgen Magazine, de weekendbijlage van De Morgen.
Tumblr media
In juni stelt Murielle Scherre nieuwe intieme stofjes voor: een collectie genderneutrale lingerie. Drieënveertig is de ontwerpster inmiddels: een leeftijd waarop zekerheden niet zelden plaatsmaken voor twijfels. Maar niet bij Scherre. "Mijn midlifecrisis was een openbaring."
Murielle Scherre laat zich sinds een paar jaar Murielle Victorine Scherre noemen. Niet omdat een meervoudige voornaam haar - komt-ie - voornamer doet lijken, wel omdat Murielle Victorine nog weerbarstiger klinkt dan Murielle. "Veel mensen hebben het moeilijk om mijn naam te onthouden", vertelt ze. "Murielle wordt vaak Mireille, Scherre verandert meestal in Scheirre. En dus dacht ik: als ik dan toch zo'n lastige naam heb, maak ik hem gewoon nog wat moeilijker. Mijn oma zei altijd: 'Als ge het niet kunt wegsteken, moet ge het doen opvallen.' Dat zijn woorden waar ik in mijn leven al veel aan gehad heb." (lacht)
En zo neemt Murielle Scherre me al tijdens de eerste minuut van ons gesprek mee naar haar karakteriële epicentrum. Als je niet makkelijk kan zijn, wees dan moeilijk. Als je niet stil kan zijn, wees dan luid. Als je jezelf niet kan verstoppen, trek dan wild gesticulerend en desnoods hevig hinnikend de aandacht. "Op school kreeg ik voortdurend te horen dat ik te druk was. Dat ik te veel plaats innam. Twaalf jaar lang heb ik geprobeerd om mezelf te veranderen. Om minder aanwezig te zijn. Het was de ongelukkigste periode van mijn leven. Iemand anders proberen te zijn dan wie je bent: het vreet belachelijk veel energie. En het is gedoemd om te mislukken. Tegen een begonia zeg je toch ook niet dat hij een perzikboom moet worden?"
De karaktertrekken die haar vroeger op schooltuchtelijke reprimandes kwamen te staan, worden vandaag geprezen: haar koppigheid is vastberadenheid geworden, haar brutaliteit bravoure. Al negentien jaar is ze de bezielster, ontwerpster en chief ethics officer van La Fille d'O: het lingeriemerk dat het vrouwelijke schoonheidsideaal in het overdadig gemaquilleerde gezicht uitlacht. La Fille d'O-catalogi worden niet bevolkt door multi-orgasmes veinzende fotoshopmodellen, maar door vrouwen met striemen, vetplooien en schaamhaar.
Tussen het ondernemen door houdt Scherre nu en dan onorthodoxe pleidooien voor meer bewegingsvrijheid in de liefde ('Volgens mij heeft liefde geen exclusiviteitscontract met seks') en minder winstbejag in de economie ('Wie op een eindige planeet leeft, kan niet blijven gaan voor eindeloze groei'). Soms wordt ze een 'avantgardistische amazone' genoemd, dan weer 'de rebelse lingeriekunstenares'. Kwalificaties waartoe ze zich verhoudt zoals sterren tot astronomie: met de grootst mogelijke onverschilligheid. "Mijn doel is niet om tegendraads bevonden te worden. Mijn doel is om te kunnen doen waar ik zin in heb. Dat zijn twee wezenlijk verschillende dingen."
De gelaagde mens We hebben afgesproken in het voormalige gemeentehuis van Desteldonk: een tot voor kort vereenzaamd gebouw dat ze samen met haar lief - kunstenaar, muzikant en La Fille d'O-vormgever Jan Verstraeten - heeft omgetoverd tot een bohemienpand met een majestueuze lichtinval. Aan de muren hangen schilderijen die nog lijken te twijfelen tussen een figuratief en een abstract bestaan, op de houten vloer staat een zetel die na de werkuren bijklust als slaap-, sluimer- en streelplaats.
Terwijl Jan Verstraeten zich achter een breedgeschouderde iMac terugtrekt, zetten Murielle Scherre en ik het op een gemondmaskerd keuvelen over de nieuwe La Fille d'O-collectie: een verzameling genderneutrale lingerie die ze ontwierp tijdens een een-tweetje met Sébastien Meunier, de vroegere artistiek directeur van Ann Demeulemeester. In juni wordt de collectie voorgesteld, in oktober ligt ze in de winkels.
De samenwerking tussen Scherre en Meunier leidde tot 'lingerie die rekening houdt met non-binaire lichamen, cis- en transgenderlichamen en lichamen die door een transitie gaan.' Omdat Scherre voor de tijdsgeest wel vaker als haas heeft gefungeerd, informeer ik of haar genderneutrale collectie in lingerieland een nieuwigheid is. "Nee, er bestaat al een klein aanbod van genderneutrale lingerie. Maar dat is louter functionele lingerie, vaak gemaakt door transpersonen zelf. De collectie die Sébastien en ik straks op de markt brengen, is behalve functioneel ook esthetisch."
Ze zal zich nog eerder laten opsluiten in een vochtige kelder vol ratten en stroboscooplampen dan dat ze ooit borstvergrotende lingerie zal maken. Maar staan transvrouwen net niet te popelen om zich aan het traditionele schoonheidsideaal te conformeren? "Sommige transvrouwen gaan onze genderneutrale lingerie niet vrouwelijk genoeg vinden, dat klopt. Maar er zijn ook transpersonen die zich in het non-binaire vakje situeren. Mensen die de ene dag mannenkleren en de andere dag vrouwenkleren dragen. Zij gaan wél blij zijn met onze genderneutrale collectie."
Aan genderlabels is er anno 2021 geen gebrek. Het lijkt wel alsof de LGBTQ-gemeenschap elke week met een nieuwe letter wordt uitgebreid. Maar als je mensen in steeds kleinere categorieën opsluit, dreigt hun echte persoonlijkheid je dan niet te ontglippen? "Ik snap wat je bedoelt. En ik snap ook dat mensen zeggen: 'Non-binaire transvrouwen? Wat gaat ze nog allemaal verzinnen?' Maar toch denk ik dat de huidige verfijning zinvol is. Dat al die nieuwe gendercategorieën nodig zijn om die kolossale, achterhaalde M/V-rots te doen afbrokkelen."
Ze wijst erop dat de nieuwe genderlabels het leven niet ingewikkelder, maar juist eenvoudiger maken. "Ik koop al jaren bijna al mijn kleren in de mannenafdeling. Daar is niks mis mee, maar toch zijn er nog altijd mensen die mij raar bekijken omdat ik mannenkleren pas. Mochten alle klerenwinkels vanaf nu non-binair zijn, zou ik daar geen last meer van hebben. Dan zou ik gewoon iemand zijn die kleren past, punt."
"Waar ik mezelf op de genderas situeer? Dat varieert. Mijn mannelijke kant manifesteert zich doorgaans wat makkelijker dan mijn vrouwelijke: ik ben vaker daadkrachtig en uitgesproken dan zoekend en scheppend. Maar eigenlijk schuif ik op de genderas voortdurend heen en weer. Zoals de meeste mensen, trouwens. Geen enkele vrouw heeft uitsluitend vrouwelijke energie, geen enkele man alleen maar mannelijke energie."
Wanneer ik mompel dat ik tijdens het shoppen ook weleens naar een coltrui uit de vrouwenafdeling gelonkt heb, evolueert haar pleidooi voor genderschakeringen naar een warme ode aan de gelaagde mens. "Binair denken is ontzettend beperkend. We verplichten onszelf toch ook niet om een leven lang maar naar twee bands te luisteren? Het zou nogal een verarming zijn. Vroeger werd de mensheid opgedeeld in vleeseters en vegetariërs. Vandaag zijn er ook flexitariërs, veganisten, raw food-liefhebbers, one meal a day-adepten, noem maar op. Ik vind dat fantastisch. Hoe geraffineerder de wereld, hoe makkelijker je jezelf kan zijn. Ook al ben je een megavreemde mix van allerlei voorkeuren en overtuigingen. Ga je graag naar de kerk, maar geloof je totaal niet in God? No problem. Mensen zijn multidimensionele wezens. We zitten boordevol bijzonderheden en contradicties. Die gaan we toch niet begraven onder een laag geveinsde rechtlijnigheid, zeker? Onze complexiteit maakt onze soort net zo boeiend."
Een professionele amateur Terug naar haar dwarse lingeriebedrijf. La Fille d'O ontleent haar naam aan Histoire d'O, de erotische/seksistische/literaire/tegenstrijdige/gevaarlijke/ bevrijdende (u kiest maar) roman van de Franse schrijfster Pauline Réage. Hoofdpersonage O is een jonge fotografe die zich uit liefde voor haar vriend laat bezitten door elke man die haar maar wil en en passant nog wat huidretoucherende zweepslagen in ontvangst neemt. La Fille d'O, aka Murielle Scherre, is haar geestelijke dochter: de vrouw die zich afvraagt of je ook liefde kan krijgen zónder je te onderwerpen.
"Toen ik twintig was, stonden de vrouwentijdschriften vol titels als 'Hoe geef je hem de beste blow-job?' De boodschap was duidelijk: om geliefd te worden, moest je pleasen. En eigenlijk is er nog niet veel veranderd: de reclamecampagnes van lingeriemerken tonen nog altijd vrouwen die - met de lippen alvast uit elkaar - liggen te wachten op hun caballero. Dat is een beeld waar ik weinig mee heb. In mijn wereld moeten vrouwen niet behagen om voor liefde in aanmerking te komen."
Toch lieten de schoonheidsvoorschriften van de mode-industrie haar vroeger ook niet ongevoelig, zegt ze. "Gedurende jaren pimpte ik mijn borsten, droeg ik hoge hakken en gebruikte ik rode lippenstift. 'Dat is wat een vrouw van de wereld doet', dacht ik. Tot ik besefte: 'Scherre, de aandacht die je hiermee trekt, is niet het soort aandacht dat je wilt.' Vervolgens heb ik een periode gehad waarin ik mijn lijf in vormeloze kleren begroef en zelfs het kleinste veegje make-up als een verraad aan mijn persoonlijkheid beschouwde. Pas nu begin ik stilaan tot een synthese tussen beide uitersten te komen."
Haar ogen zoeken even de horizon op. Alsof zich ter hoogte van de einder een visie op schoonheid bevindt die alle andere overbodig maakt. Even later zegt ze: "De opdracht is hoe dan ook: je lichaam aanvaarden zoals het is. Je mag het mooi of lelijk vinden - of geen van beide - maar het heeft weinig zin om je ertegen te verzetten. Je mag je lijf ook niet uitsluitend op zijn esthetische merites beoordelen. Een lichaam is per definitie een ongeëvenaarde, wonderbaarlijke machine. "
"Daarom wil ik ook geen lingerie die mijn lichaam verandert. Ik wil dat het onder-steund wordt zoals het is. In het Frans hebben ze het over le soutien. Dat is precies wat lingerie moet doen: vrouwen steunen. Hen helpen om opnieuw vriendjes te worden met hun lijf. Merken zoals Wonderbra en de katholieke kerk zeggen ons voortdurend dat ons lichaam niet goed genoeg is. Van Wonderbra moeten we onze borsten groter doen lijken, van de kerk moeten we ze verstoppen. Geen wonder dat zoveel vrouwen hun lichaam haten. Terwijl dat nergens voor nodig is."
Hoewel Scherre geroemd wordt om haar technische bagage, noemde ze haar bvba l'Amateur. Een verwijzing naar haar grotendeels autodidactische status? Of een doorzichtig gevalletje van valse bescheidenheid? "Amateur betekent zowel prutser als liefhebber. Die dualiteit vind ik cool: de context waarin je het woord gebruikt, bepaalt of het een positief dan wel een negatief begrip is. Maar er schuilt sowieso veel schoonheid in amateurs. Iemand die de Eiffeltoren met lucifers nabouwt, doet dat niet omdat hij er geld mee kan verdienen, maar omdat hij erdoor gepassioneerd is. Daar herken ik mezelf in. Ik maak al negentien jaar lingerie. Dat doe ik niet omdat het nu eenmaal mijn job is, maar omdat ik het verschrikkelijk graag doe."
"Ik ben liever een professionele amateur dan een amateuristische professional. In onze genderneutrale collectie zitten stuks die we in dertien verschillende maten gemaakt hebben. Rendabel is dat niet, maar het is wel een technisch huzarenstukje. Een triomf voor de lingerienerd in mezelf. Als ik al die verschillende maten voor me uitstal, denk ik: 'Hihi. Alweer iets dat niemand ons ooit heeft voorgedaan.'"
Getatoeëerde biografie En dan heeft de ongekroonde lingerieprinses plots een vraag voor me: "Doe je het nog graag, met me praten?" (lacht) Ik antwoord dat ze een plezier is om naar te luisteren en daar is geen woord van gelogen: de vrouw die door haar leerkrachten met een strekenwijf verward werd, is één en al verbale voorkomendheid. Je hand is braaf, maar je mond is stout, staat er nochtans op haar linkerarm getatoeëerd. Wanneer ze me naar de tattoo in kwestie ziet kijken, zegt ze: "Bij veel mensen is het precies omgekeerd: hun hand is stout, maar hun mond is braaf."
Heeft eveneens een stukje Scherre-huid gekregen: een lynx, de kat met de brede poten en de gepluimde oren. "Mijn spirit animal", verduidelijkt ze. "De lynx waarschuwt me voor bedrog. Voor mensen die zich anders voordien dan ze zijn. Hij zorgt ervoor dat ik op mijn hoede blijf."
  Ook haar nek, hals, benen, voeten, handen en oorlellen zijn met inkt versierd. Zou ik aan de hand van haar tattoos haar biografie kunnen schrijven? "Dat denk ik wel, ja. Mijn tattoos geven je in ieder geval een zicht op de ontwikkeling die ik heb doorgemaakt. Zoals jaarringen vertellen hoe oud een boom is, zo vertellen mijn tattoos welk spiritueel pad ik heb afgelegd. Ik vind dat mooi. En handig bovendien. Ik schrijf al heel mijn leven dagboeken. Als ik die ooit kwijtraak, heb ik nog altijd mijn tattoos." (lacht)
Na een zuinig slokje van haar thee: "Het is goed dat we het leven stapsgewijs leren. Mochten we al op jonge leeftijd de waarheid over onszelf kennen, zouden we in puin vallen. Je had mij twintig jaar geleden niet moeten zeggen dat ik behaagziek was. Ik zou er er furieus tegenin zijn gegaan. Terwijl het wel degelijk de waarheid was."
Ze ziet de vraagtekens in mijn ogen en verklaart zich nader. "Ik heb heel lang gedacht dat ik een vrijgevochten vrouw was. Maar in werkelijkheid was ik totaal afhankelijk van de aandacht van mannen. Ik moest voortdurend gezien en geliefd worden. Ik ging er echt van uit dat ik, als ik even geen relatie had, in een plooi van het universum zou vallen en nooit meer zou terugkeren. (lacht) Dat is vandaag wel even anders. Onlangs hebben Jan en ik tegen elkaar gezegd dat we elkaar niet nodig hebben. Dat is voor mij het summum van romantiek. De ultieme liefdesverklaring. Jan en ik hebben elkaar niet nodig en toch flaneren we samen door het leven: dat zegt alles over hoe graag wij elkaar zien."
"In vroegere relaties - of ze nu professioneel of privé waren - was ik alsmaar aan het geven. Maar het was geen onbaatzuchtig geven. Het was geven om te krijgen. Ik zei altijd 'ja' omdat ik bang was dat er anders niet van me gehouden zou worden. Pas recent ben ik gaan beseffen dat 'nee' zeggen - of 'misschien' - ook een optie is. Dat ik me niet voortdurend voor mensen moet uitsloven. Dat ik ook eens stil mag zitten. Voor jou is dat misschien een evidentie, maar voor mij is het niets minder dan een openbaring."
Ze trekt zich even terug in haar gedachten. In haar hoofd wordt een onzichtbaar bruggetje gelegd. Dan buigt ze zich naar me toe en zegt: "Zal ik je eens een geweldige leestip geven? Making Love van Barry Long. Een boek met een afschuwelijke cover. En de foto van de heer Long op de achterflap hadden ze ook beter achterwege gelaten. Maar het is wél het enige boek over seks - en bij uitbreiding liefde - waarvan ik blij ben dat het bestaat. Het liefdesspeladvies van Barry Long luidt, kort samengevat: trek je kleren uit, laat het licht aan en doe verder niks. Vergeet het voorspel, vergeet de kaarsen, vergeet de vibrators en de penisringen. Het enige wat je nodig hebt, is je lijf. Wees aanwezig, praat met elkaar, en geef je over aan je lichaam. Beste aanbeveling ever. Ik zweer het je: wie Making Love gelezen heeft, heeft in bed niks anders meer nodig."
Geen Libelle-mama De wekker van haar telefoon gaat af. Vier uur, nog even en het is tijd om dochter Rocci te gaan halen. Drie jaar geleden verliet ze de vader van Rocci. Sindsdien pendelt haar moederhart tussen Desteldonk en Oostende. En tussen navigeren en loslaten.
"Ik wil Rocci een minimum aan levensbeschouwelijk advies geven. Maar ik wil haar ook aanmoedigen om zichzelf te blijven, om op te komen voor wat ze denkt en voelt. En het is niet altijd even gemakkelijk om die twee doelstellingen met elkaar te verzoenen."
"Nu goed, ik denk niet dat Rocci zich snel op een gebrek aan mondigheid zal laten betrappen. Onlangs zat ik met haar in bad. Ik was een boek aan het lezen, zij gebruikte mijn scheenbenen als rugleuning. Plots vroeg ze: 'Wat ben je aan het lezen, mama?' 'Een boek over de liefde, schat. Over hoe je met relaties moet omgaan.' Waarop ze zich met gefronste wenkbrauwen naar me omdraaide en zei: 'Dat kan ik jou toch ook leren?'"
Haar ogen lachen, achter haar mondmasker krullen ongetwijfeld twee mondhoeken omhoog. Toch wordt haar stem niet honingzoet wanneer ze over haar dochter praat. En evenmin splitst ze me een album vol Rocci-foto's in de maag. Ook als mama is er aan Murielle Scherre geen Libelle-vrouw verloren gegaan.
"Ik vind het belangrijk dat Rocci een 360°-zicht krijgt op haar ouders. Dat ik haar niet alleen onder ogen kom wanneer ik me goed voel, maar ook wanneer ik gestresseerd of verdrietig ben. Kinderen hebben niks aan ouders die voortdurend de schijn ophouden. Soms kom ik afgepeigerd thuis en is Rocci tsjingel-tsjangel-liedjes aan het zingen. Dan zeg ik haar eerlijk dat ik doodop ben en op het punt sta uit elkaar te vallen. Zo hoef ik haar niet geërgerd te vragen 'of ze godverdomme eens wil ophouden met dat gebleir.' Dat doet ze dan wel uit zichzelf. (glimlacht) Kinderen mogen best de gelaagdheid van hun ouders zien. Je hoeft niet altijd de grapjas of de reddende engel te zijn. Je mag ook je zwakheden tonen."
Een handjevol is goed Ooit heette één van haar manco's: koopdrift. In haar slaapkamer logeerden vierhonderd paar schoenen. Tot ze zich realiseerde dat ze nog altijd maar twee voeten had. Ze besloot de hamsteraar in zichzelf aan banden te leggen en haar zelfbeeld los te weken van haar bezittingen. 'Voor mij geen laarsjes met plateauzolen van zelfvertrouwen meer', schreef ze in Knack Weekend. En ook: 'Wat we hebben, bezit, verankert en verzuipt ons.' Ik teken protest aan en zeg dat spullen ons ook kunnen optillen. Dat ze nu en dan wat tegengewicht kunnen bieden aan de vermoeiende banaliteit van het bestaan.
Ze neemt mijn woorden in overweging en zegt dan: "Ik kan begrijpen dat mensen dromen van een villa in Toscane. Dat ze denken dat ze in zo'n villa evenwichtiger en liefdevoller door het leven zullen gaan. Maar het is nóg mooier wanneer ze ook in een rijhuis in Evergem evenwichtig en liefdevol door het leven kunnen gaan. Het zou nogal sneu zijn mocht je enkel op een Toscaanse heuvel je geluk kunnen vinden."
Het hoofd van lief Jan verschijnt van achter het computerscherm. "Weet je wat ík zalig zou vinden? Een huis waarin helemaal niks staat. Spullen zijn altijd zo'n gedoe. Hoe minder plaats ze innemen, hoe beter." Murielle: "Sommige huizen staan boordevol objecten. En toch zie ik er alleen maar leegte. Koopdrift is vaak het resultaat van een existentiële angst: als ik geen materiële sporen nalaat, besta ik dan wel? 'Ik ben want ik koop', lijken sommige mensen te denken.  Maar die ingesteldheid is onhoudbaar. Al onze grondstoffen raken op. Voor de generatie van mijn vader was hippie worden nog optioneel. Voor ons niet meer." Jan: "Anderzijds: mocht ik ooit de kans krijgen om als drugscrimineel verschrikkelijk veel geld te verdienen..." Murielle: "De kans krijgen? Je zal die toch zelf moeten grijpen, Jan." (lacht) Jan: "Ik bedoel: mocht ik in een volgend leven ooit terugkeren als maffiabaas, dan zie ik mezelf ook wel in een vette Cadillac rijden. Niet omdat ik dat zo'n fantastische auto vind, maar gewoon omdat ik weleens zou willen weten of het een kick geeft om het op materieel gebied eens helemaal uit te hangen." Murielle: "Ik ga het toch houden op wat mijn vader altijd zei: 'Een handjevol is ook goed.' Dat is een mooi leidmotief als het om bezit gaat: het is niet omdat je je zakken kán vullen dat je het ook moet doén."
Een handjevol is ook goed: wat een uitstekende slogan voor een lingeriemerk dat erop uit is om vrouwen met hun lichaam te verzoenen, denk ik. Maar ik zeg het niet, want onze tijd zit erop: Rocci wacht op haar mama.
Eenmaal buiten ziet Murielle Scherre hoe twee ambtenaren van de groendienst van Desteldonk aanstalten maken om het onkruid dat zich voor haar voormalige gemeentehuis naar boven heeft gewurmd weg te maaien. Ze loopt naar hen toe en vraagt hen om de baldadige gewassen te laten staan. De ambtenaren gaan zonder gemopper op haar verzoek in en rijden verder. De amateur heeft het alweer gewonnen van de professionals.
4 notes · View notes
charleshaddonspurgeon · 1 year ago
Text
Voor Iedere Dag | Ochtend Overdenking Maar Jona was afgedaald in het ruim van het schip, was gaan liggen en was in een diepe slaap gevallen. De kapitein kwam bij hem en zei tegen hem: Hoe kunt u zo diep in slaap zijn! Sta op, roep uw God aan! Misschien zal die God aan ons denken, zodat wij niet vergaan! (Jona 1:5—6) Lees verder Ezechiël 33:1—11. De mensen kunnen zo zorgeloos zijn over het verderf van de zielen van anderen. Als we in de straat iemand horen roepen, “Brand! brand!” dan trilt ons hart van spanning omdat er misschien een arm schepsel levend verbrand. Maar als we van de hel lezen en van de komende toorn, dan trilt ons hart maar zelden met medelijdende vrees. Als we aan boord zijn van een schip en er klinkt een schrille kreet, “Man overboord!” wie trekt er dan zijn jas aan om op een stoel de inspanningen van anderen te bekijken? Maar in de kerk horen we van duizenden zondaren die wegzinken in de vloed van het verderf. We zien hoe mensen, die belijden dat ze Christen zijn, zich goed inpakken in hun eigen bescherming terwijl ze kalm toekijken hoe anderen het werk doen. We steken nog geen vinger uit om ze te helpen. Als we morgen in de straten een vreselijke kreet horen, vreselijker dan een kreet bij brand, “Brood! Brood! Brood!” en we zagen een stervende vrouw die haar verzwakte kinderen omhoog hield, zouden we onze winkels dan niet leeghalen voor haar? Wie onder ons zou zijn vermogen niet gebruiken om de pijnlijke honger van deze arme uitgehongerde schepsels te stillen? En toch, hier is een wereld vol mensen die vergaan omdat ze geen kennis hebben. Hier liggen ze voor onze deur en ze roepen om het brood van de hemel, en hoeveel zijn er niet die hun vermogen hebzuchtig voor zichzelf houden, die hun tijd besteden aan leegheid, die hun talenten gebruiken om zichzelf te verheerlijken en de wereld of het vlees in het middelpunt zetten! O, als je eens een ziel in de hel zou zien wegzinken, dan zou dat zo’n vertoning zijn dat je dag en nacht zou werken, je leven te kort zou rekenen en je uren te weinig om de takken uit het vuur te trekken Ter overdenking Wat is het verschrikkelijk als we iemand in zijn zonde laten sterven. Wat is het geweldig om ze te helpen om de Heere Jezus te vinden (Jacobus 5:20; Judas 23). Preek 469, 14 september 1862
0 notes