#vals spelen
Explore tagged Tumblr posts
Photo
OKAY LOOK I LAUGHED
youtube
#splatoon 3#splatoon series#lb 2023#lb gaming#en ja ik ben vals aan het spelen want dit is geen geheel nederlandse post maar deze post moet winnen oke#azure is zo fucking grappig dat de hele wereld het moet zien#ik moest zo hard lachen toen ik dit zag in de game#ik ben misschien toch een ganon girlie maar dan alleen een suavemente ganon girlie#speak your language day
4 notes
·
View notes
Text
Kralen rapen
Soms lees ik in de trein een boek zonder een potlood bij me te hebben. Ik word daar onrustig van, tenzij het een meeslepend verhaal is. Soms heb ik alleen een balpen bij me en zoek dan in mijn tas naar een stukje papier of ik tik wat notities in op mijn telefoon. Die vergeet ik dan weer of ik raak het papiertje kwijt. Het is vooral frustrerend als de tekst rijk is aan parels of witte glanzende steentjes. Vriendin I bracht eens tijdens een vakantie aan de Griekse kust uren door met het zoeken naar witte marmeren steentjes langs de kustlijn, gladgepolijst door de zee. Misschien doet ze dat wel omdat ze op het gymnasium heeft gezeten en van oudGrieks hield of omdat ze een eigenzinnig en conceptueel kunstenaar is met een sterk ontwikkeld gevoel voor het absurde. Dat die witte steentjes oplichtten hielp haar bij het zoeken. Ik kreeg een handvol van haar.
Ik dacht daaraan omdat ik begonnen ben in een boek van Jan Keij over Sören Kierkegaard (filosofieleesgroephuiswerk). In het boek wordt gul gestrooid met parels of witte kralen zonder gat. Van Kierkegaard heb ik een boekje met aforismen – dat is wel een beetje vals spelen. Een pracht van een kraal: “De mensen zoeken in numerieke sterkte altijd wat Adam al achter de struiken zocht: dekking.” Die sluit mooi aan bij wat ik aankruiste in Keijs boek: “Je kunt geen afzonderlijke mens denken, maar enkel het begrip mens.” De eerste kraal glanst mooier.
Het boek met de meeste kralen uit mijn boekenkast is ongetwijfeld 'De ontdekking van de wereld' van Clarice Lispector. Zij is – al vaker hier vermeld – mijn grootste heldin. Om ze snel te vinden is het boek bezaaid met lelijke plastic bladwijzers van de Hema. Het boek is zo een pastelkleurige bloem geworden
Soms wantrouw ik mijn gerichtheid op kralen zoeken tijdens het lezen. Alles wat glanst is voor eksters en luie lezers, denk ik dan. Maar natuurlijk zijn het ook gewoon geheugensteunen en ze maken het lezen extra plezierig. Al heel lang houd ik van aforismen, maximes en motto's. Het zijn heel kleine, gepolijste artefacten van taal die hun glans maar niet lijken te verliezen. Het Griekse 'Ken uzelf' werkt al meer dan tweeduizend jaar. De mooiste zijn die je zelf hebt opgegraven, zoals deze van Lispector:
Je moet respect hebben voor je zwakte.
… omdat je het geschenk ervaart dat je stoffelijk bestaat.
Wat me geruststelt is het feit dat alles wat bestaat, bestaat met absolute precisie.
Brood is liefde onder vreemden.
Ik wist niet dat je pas liefhebt als je beider onbegrip optelt.
Wat leeft krimpt ineen omdat het leeft.
Zou sterven het laatste aardse genot zijn?
(vertaling: Harrie Lemmens)
2 notes
·
View notes
Text
MET HARRY VAN DOVEREN OP WEG NAAR ASTRAEA, RECHT ZO DIE GAAT
Ik moet aanstaan wil ik het ontvangen, de poëzie van Harry van Doveren. Want het is geen eenvoudige kost, zoals het sonnet en de kwatrijn dat wel zijn. Van Doveren´s stelligheid in een axiomatische dichtvorm is voor mij niet even vanzelfsprekend. Hij gooit een bal op die ik niet meteen kan terugkaatsen. Er is geen handleiding, ik vorm zelf de regels van het spel. Ik ga in gesprek met het boek.
Het is geen poëzie volgens de letter van het gedicht. Er is geen rijm te bekennen of de woorden zullen zo bij toeval aan het slot van de regels vallen dat het harmonieert en wederkeert. Maar er is wel ritme om de tekst tijdens het declameren niet op te dreunen maar te laten galmen als door bergen en fluisteren als over zee. Want alleen stil voor me uit lezen is niet genoeg, de zinnen hebben klank nodig om deze te doorgronden. Ik moet mijzelf de regels horen zeggen, de woorden beluisteren uit mijn eigen mond.
De dichtvorm is dan wel losjes losgelaten, waarbij de verzen conceptueel door de taal zwerven. Het leidt mijn gedachten af van de tekst bij het lezen, ik val stil in contemplatie, het stemt tot overdenken en bepeinzen, beschouwen. Mijn blik dwaalt onvoorbereid af naar niets, ins Blaue hinein staar ik. Bevat ik na wikken en wegen de denkbeelden dan begrijp ik het grotere idee dat tot buiten de bundel reikt, maar niet in het wilde weg.
Het kaft, met een opdruk van Harry´s Kine – ik kreeg een ‘in Nucleo’ gelijkend een spiegelei bij mijn exemplaar van de bundel, dat kaft blijkt een benauwend keurslijf waarbinnen het afgedrukte schrijven zich krampachtig uitdrukt. Het heeft ruimte nodig, dit schrijven – dat druksel. Het moet kunnen spelen in de uitgestrektheid van mijn denken. Daar waar geen grenzen aan mijn kennis zijn, althans die ik niet opzoek. Ik blijf binnen mijn kunnen, terwijl ik beter buiten mijn vermogen kan treden om aan te staan en uit te gaan.
Van Doveren dicht bij wijze van spreken de taal. Om de verzen te openen heb ik een sleutel nodig met de juiste baard. Wat ik lees is klaarblijkelijk en onweerlegbaar, heeft vrijwel tevens een andere betekenis dan waarvan ik in eerste aanleg uitga. Het schijnt een waarheid te hebben die voor mij niet bewezen is, omdat ik met andere waarden reken. Denk ik de strekking te kennen dan is er misrekening aan het slot en past mijn sleutel niet meer, is deze krom of gebroken.
Van Doveren schuift dan de grendel op de deur en opent het luikje daarin, ik kijk in een paar vriendelijke ogen boven een glimlachende mond en een glanzend puntje van zijn neus. Weet ik vervolgens geen juist wachtwoord te formuleren, laat deze bewerking van taal mij niet toe. Ik kom pas binnen in betekenis en gedachte wanneer ik mij de spraak eigen maak. Dat betekent overlezen en opnieuw lezen. Overdenken en bepeinzen, de woorden wegen en de zinnen pluizen. Dan kan ik mezelf on zetten en aan laten staan, dan begrijp ik wat ik lees. Dat heeft tijd nodig, om de taal van deze dichter te doorgronden. Dan vloeien - als het goed is en ik op de juiste golflengte zit - mijn gedachten samen met zijn opvatting.
In ‘On’, het eerste deel in de bundel, stelt Van Doveren zich dan nog wel zelf open. Hij zet zich aan, zodat ik eenvoudig op hem kan afstemmen. Hij stelt zich aan mij voor. Laat lezen wat hem bezig houdt, zodat ik mij daarmee kan bezig houden. Hij geeft mij het materiaal om te overwegen, de handvaten om zijn wereld te vatten. Het is geen gemakkelijk schrift, geen eenvoudig taalgebruik. Ieder woord kent een metafoor, iedere letter heeft een spiegeling in de spraak. Zijn bouw van zinnen doet mij buiten zinnen raken. Maakt van mijn beschouwing een verstild peinzen. Het diepe nadenken volgt uit zijn aangeven van gedachten. Zoals hij een lofdicht schreef op zijn geliefde, zo dicht hij verder een ode aan het zijn, het is.
Zijn het korte verhalen die passen op een enkele bladzij, dat daarbinnen ze zelfs nog een brede kantlijn op de bladspiegel nodig hebben of in experiment afraffelen. Van Doveren slaat mij met overdrachtelijke uitdrukkingen om de oren. Hij wast mij de oren en zegt dan wel omfloerst waar het op staat, maskeert de taal en vermomt de poëzie. Harry’s gedichten vormen figuurlijke anagrammen van letterlijke werkelijkheden, zijn spreektaal is mijn speelkaart – schoppen troef. “koester het stapeltje witte kaarten uit mijn archief / met reflecties over de ontmoeting met Gracchus / op een parkeerplaats halverwege de snelweg tussen / Toscane en Geiranger • hij was onderweg naar / Geiranger om daar meteen weer terug te keren / naar Toscane • een havenloos gesprek • dood genoeg”
Met ‘onderwerp: afstandstekort’ ben ik in het niemandsland tussen aan en uit, on en off, ‘/’. Ik weet niet of ik aan het licht kom of uit de tijd ben. Vereenzelvig mij met leven-meneer. Neem de naoorlogse schade op: “een doedelzak van de dood • tinnitus van het slagveld”. Nog even sta ik aan, draai de knop halverwege, tuimel de schakelaar nog niet – nog even zijn tussen aan en uit. On Off. Om dan na de bominslag met de dichter op reis te gaan naar en door het land van letterkeer en wedervraag. Hij zet mij af op het station van het grondbeginsel, veronderstel ik; ‘off’. Zijn gedichten, de poëzie, een autobiografische monoloog; voor mij een getuigenis, een tweespraak, die ik in dialoog afsluit. “heb nooit zonder dichters gekund • mijn poëzie / wilde alles gelezen hebben wat in kast zeven stond / van de bibliotheek • nu dat in zijn geheel onderweg / is naar de sterren timmer ik mijn eigen kast zeven / om te zijner tijd weloverwogen te kunnen besluiten / of ik de onverwachte moet vermijden of met hem / mee zal gaan naar Astraea”
on / off – Harry van Doveren, gedichten. Gaia Chapbooks, 2024
Linosneden Kine Brettschreider (Angeline van Doveren-Kersten).
0 notes
Text
A p p e l k l i e k
Part 83620125782623
Die smalle trap naar de zolderverdieping was bijna een dealbreaker geweest. Smalle trappen, daar hield ze niet van. Zo eentje met allerlei alarmbellen zoals een flinke helling, lekker stijl, korte traptredes, van die tredes waar je met je hak op bljjft haken als je naar beneden loopt, oftewel met je voetboog vanaf glipt, van die tredes met een opstap afstand die net iets verder uit elkaar ligt dan de gebruikelijke, zo eentje waar je je hersenen op moet trainen en je verwachtingsmanagement, al je cognitief vermogen, om je in een continue staat van alertheid te houden, een achteloze beweging kan zomaar een nare val teweegbrengen. Niemand vraagt zich af waarom we allemaal met dezelfde snelheid en beweging een kopje thee optillen maar het betreden van deze trap is zonder aarzeling simpelweg je hersenen voor de gek houden. Er moet een vorm van inspanning worden geleverd, zowel bij het oplopen als aflopen. Een bewustzijn, een voorbereidende bewegingsaanpassing om met vooruitziende techniek aan te beginnen. Dus, je snapt het al, voor de kinderen vond Tory dat dus niet zo veilig.
Ze zag het meteen, het ware overtreffende spookbeeld, met bonzend hart tegen d'r ribben, terug op de nieuwe school die in een jaar tijd, van inschrijving tot aanvang, uit een gezellig gelijkvloers barakkenlandschap midden in de natuur onverwachts was overgestapt, dankzij bijzonder puike sponsoring, naar een nieuwbouw doos met aangrenzende gymzaal. Welke school had nou een eigen gymzaal ?! Nou, deze dus. De speelplaats, knus, overzichtelijk en misschien voor sommige begrippen zelfs petieterig bood voldoende plaats voor de negen klassen van vijftien tot hooguit drieëntwintig leerlingen om buiten te spelen en te sporten, mits niet alle klassen er tegelijk op werden losgelaten. Het was voornamelijk de opdoemende speelplaats, die al gauw bij omliggende villabewoners lawaaiierig het genot verstoorde van een omgeving gekenmerkt door rustieke bosgeluiden, vogelgekwetter, 'n klimmende eekhoorn, de wind door ruizende takken en bladeren met misschien in de verte een loom geroezemoes van buren, een ratelende fiets, die enkele wroemende auto met het effect van een yoga gong, die de bewoners op ligbed, geest en lijf, in de zomerse tuin voorzag van een meditatief klankbad. Dat was nu ineens allemaal voorbij in de de middag, romdom die school met misschien wel het eerste 'kiss and ride' parkeerbeleid van Nederland.
Maar wat zij dus meteen zag in de nieuwe stenen doos, bouwproject met loftrompetten en welkomstgroet door de burgemeester van het dorp geopend, was die trap naar de bovenverdieping, pontificaal in het midden van het gebouw. Je liep er bekans tegenaan bij binnemkomst. Een brede maar enge trap met van die afschuwelijk smalle staptreden. Als ze dàt geweten had. Instinctief wilde ze meteen naar een andere school hollen. Een dagelijkse zorg waar ze vreselijk mee worstelde. Het idee van al die kinderen daar, banjerend, kletsend, zonder trapleuning in de knuistjes, wars van bewegingsaanpassingen, luide achteloosheid, losse veters, gladde zolen en ander ontelbaar risico, werd haast een onmenselijke kwelling maar er was een alternatief. Ze kon de hele dag in de hal van de school gaan zitten, anders had ze geen rust.
D slaakte een lichte zucht toen Tory naar beneden liep. Hij was niet moe, hij had prima geslapen in 't hotel. Van onder zijn kussen haalde ie z'n telefoon tevoorschijn. 'Niet gelukt.', las ie in de display. Hij tekste terug, 'Ik weet het, ben net thuis. Toch bedankt.' Daarna wiste hij 't gesprek. Deze mannen waren net iets te oud voor chattaal ten opzichte van de jongere generatie die inmiddels al fanatiek 'n nieuwe cultuur met sms taal aan het stichten was, maar ook weer niet traditioneel genoeg om het taalverloedering te noemen. 'Stel je voor dat ik vergeet een berichtje te verwijderen', bedacht D zich terwijl de delete toets zichtbare gesprekssporen op het beeldscherm weggumde. Voor de zekerheid maar 'n eigen mobieltje voor d'r aanschaffen. Inderdaad, hij zou binnen niet al te lange tijd 'n mobieltje voor Tory kopen.
Furb wist niets van Mop. Dit was niet de eerste affaire maar aan de gang blijven met avontuurtjes op het werk kon z'n reputatie schaden, z'n huwelijk en vriendschappen. Aan beschikbaarheid geen gebrek, echt geen argument, hoor. Wel de herinnering aan 'n specifieke scheve schaats, vers op z'n netvlies. Nadat ie besloot om gewoon weer naar huis, naar z'n gezin te gaan, was het hommeles. Tory had geen flauw benul nog, gelukkig. Problemen die je niet merkt zijn geen problemen, redeneerde ie pragmatisch. Hij vouwde zijn handen achter 't hoofd en rekte zich uit. Nee, hij wilde oprecht dat Tory ook eens zonder hem op stap ging en Furb vertrouwde ie daarvoor op z'n broekzak.
Het nespresso apparaat pruttelde en bromde. Eerst koffie. De kinderen zaten aan tafel achter een bord rijstepap met kaneel en honing. Op het kookeiland had ze de broodplank gelegd, 'n reusachtig exemplaar van 60 x 70 cm, om 'n paar meeneem bammetjes te smeren. Van zwemmen krijg je altijd knorrige trek en niet alleen daarom maar een bammetje of sultana's na het waterfestijn maakte er meteen een echt uitje van, een rustpunt na uitgelaten vertier, ergens anders dan thuis, alsof je er helemaal even uit bent geweest, gezellig.
Ze lepelde de opgeklopte melk gulzig naar binnen. Er was genoeg wolkerig schuim over in het melkkannetje om nog 's bij te tappen en geen kritische boeman in de buurt die haar dat kon afkijken. Raar eigenlijk, gewoon simpele melk, niks an, berookt door slechts de aromatische dampen van koffie waarmee de witte romige klodders een beetje drillerig en uitnodigend flirten om zich te willen laten verorberen. Een bijna genante delicatesse die menig volwassen mens transformeert in een gretig smullend kind. Ze had D nog nooit het opgeklopte schuim zien lepelen overigens, die drinkt altijd héél volwassen een kop koffie. Glimlachend giet Tory het melkkannetje nu leeg op de donkerbruine koffie, helemaal tot aan het randje, en ondertussen luistert ze onverschillig met een half oor naar de radio die op de achtergrond met draden dialoog een serieuze en kritische ondertoon begon te spinnen.
'....is een onderzoek gestart in Nederland in samenwerking met mediamagnaat Nasser&Co naar aanleiding van het beleidsrapport 'The things our children toy with' van Huckly Brand, hoogleraar kunstmatige intelligentie aan de University of Cambridge. In een niet nader te noemen dorp zal in real time het effect van een parallelle realiteit worden nagebootst.
Dit houdt in dat de gamedeveloper kan beschikken over levens van betreffende bewoners in real time en kan experimenteren met optionele parallelle uitkomsten in de digitale omgeving.
Het doel van het onderzoek dient als tegenbewijs voor de veroordeelde negatieve effecten van de virtuele game industrie op onze kroost ten aanzien van identiteitsontwikkeling, afwijkend gedrag in het mentale spectrum van concentratiestoornissen tot en met autisme en een ernstig gebrek aan realiteitsbesef met alle gevolgen van dien.....
We hebben in deze uitzending een aantal deskundigen ge....'
'Onzin', dacht Tory. Haar kinderen speelden sinds 'n paar jaar op de Nintendo en het enige effect daarvan was pure fun, goeie oog-hand coördinaties en een sportieve vorm van competitie. Ze groeien ook helemaal niet op in een gewelddadige omgeving, er zijn geen asociale associaties, die percepties zijn simpelweg niet aanwezig. Geef 'n kind in oorlog een stok en hij of zij ziet 'n wapen. Geef 'n kind een stok in huiselijke geborgenheid en het ziet 'n toverstafje of nou ja,...in gezinnen met bijzonder muzikale ambities, 'n dirigeerstokje.
'Kunnen we nog even mariokarten, mam ?!' 'Mariokart', waarachtig begenadigd lieflijk dat woord in schril contrast met de koers van 'n buitenissig wetenschappelijk radio relaas. De eenvoudige vraag schakelde 'n verslingerde belangstelling op stel en sprong terug naar het hier en nu, naar haar eigen realiteit, waar ze zich thuis voelde, beschut in een tijd die alles is wat de rare gedachtenkronkels van alternatieve koolrabiogogen op de radio niet zijn, gezellig, naïef maar hoopvol, enthousiast en toch huiselijk.
'Ja hoor, maar niet te lang. We vertrekken over vijftien minuten.' Dat zegt ze er tegenwoordig bij, volkomen leeftijdsadequaat. Kloklezen en het besef van tijd kunnen ze spelenderwijs 'n beetje oefenen. Nergens voor nodig, natuurlijk. Het komt vanzelf. Ze had geen enkele ambitie om de ontwikkelingspsychologie te tarten maar zo is ze nou eenmaal en op 'n schooltje waar een meer dan gedegen belangstelling voor dat soort zaken onder het voetlicht werd gebracht kan ze het zich niet verooloven om daar laconiek mee om te gaan. Vandaar de doorslag om zelf ook 'n uitgebreidere en consequent bewustere benadering te zoeken.
Ze moest minderen met koffie, realiseerde ze zich. Ook dat. Drie per dag hooguit, had ze zich al een paar keer voorgenomen. Goeie voornemens, wie heeft ze niet, Het laatste restje ingezakte melk lag als beige filmlaagje over de koffie die ze met kleine teugjes begon op te lurken. De achtergrondmuziek van een onwillekeurig patroon elektronische Nintendo bleepjes vloeide vervolgens weer bijna naadloos samen in communicerende vaten met de geleerde radio dialogen over technologische vooruitgang binnen de culturele geesteswetenschappen.
'...Kinderen zijn de toekomst en daarom belangrijke doelgroep voor experimenten met toekomstige technische ontwikkelingen en lange termijn effecten.'
'Tot zo ver, kan ik me vinden in het beleidsrapport maar we moeten de universele mensenrechten niet zomaar in de wind slaan. Ik bedoel, ik begrijp uit uw gegevens dat betreffende dorpsbewoners hierin niet worden gekend.'
'Nee, dat klopt, anders kan het effect in het onderbewuste niet gemeten worden. Èchte emoties zijn essentieel voor een strategisch simulatiespel'.
'Grensoverschreidend onderzoek dus. Reuze interessant en leerzaam ook voor de vakgroep sociale psychologie met betrekking tot gedragsbeinvloeding en crowdcontrol. Ik kan me voorstellen dat de politiek en defensie ook geïnteresseerd zijn.'
'Voor zover ik heb begrepen, gaat het voorlopig nog niet die kant op en blijft de nadruk liggen op interpersoonlijke relaties. Maar ik begrijp waar u naar toe wilt. Als mensen de werkelijkheid anders leren te ervaren zullen ze ook andere keuzes maken. Dat is aan de toekomst..'
'..hahaha...of aan je andere vrouw in een parallelle realiteit.'
'Stel je voor dat ze 'n sprongetje naar realtime neemt', grapte de radiopresentator tussendoor.
'Ik heb maar één vrouw, hoor....Schat, als je dit hoort, je bent de enige, ècht..in het ècht...en ècht waar !!', antwoordde de deskundige met gedeelde gein.
Tory verslikte zich bijna in 'n opkomende schaterlach.
' ..Ik hoorde dat er 'n nieuw game concept in ontwikkeling is. Een soort virtuele realiteit waar zelfs banken uit real time een plek hebben.'
'Daar zal de fiscus wel oren naar hebben dan. Dubbelgangers en dubbel cashen..hah........'
Tory stapelde de bordjes en het koffiekopje op, spoelde het servies eerst af onder de kraan voordat ze, treuzelend met tevreden kalmte, de vaatwasmachine inruimde. Zo fijn, een vaatwasser op ooghoogte.
'Nog vijf minuten, jongens.' riep Tory en schakelde de radiozender uit.
Buiten scheen het zonnetje door grijze luchtlagen op het brede groene gazon, speelparadijs voor de kinderen. De grote berg nieuwe aarde, grond om een vers grasveld mee aan te leggen, die het uitzicht aan de voorzijde van het huis een tijd lang bijna volledig blokkeerde was blijkbaar nog ergerlijker geweest voor de buren dan voor henzelf. Tenenkrommend zoiets, dat kapen en overschaduwen van je ergernissen. Dàt was pas taalverloedering in opkomst, mega erger ergernis. De buren hadden gemopperd, landschapsvervuiling tussen de architectonisch aangelegde siertuinen. En toen D, met spijkerbroek en tshirt aan, in de aarde stond te wroeten, werd zijn kledingstijl dermate kritisch bekeken dat 'cocacola light man' zonder bandplooibroek en overhemd zich nauwellijks nog in de tuin durfde te vertonen, ook al lag ie onder de auto om de uitlaat te repareren. Er verscheen een milde glimlach op d'r gezicht. Zijzelf had bijna een polkadot jurk met witte schort aangetrokken om de ramen buiten te lappen. Belachelijk.
'Zetten jullie de Nintendo uit, jongens. We gaan. Eerst nog even naar de wc, hè.'
'Bijna klaar, mam.'
Ja, zomaar midden in een game het spel uitzetten is uit den boze. Er werden hier serieuze overwinningen geboekt Je moet je kinderen wel echt haten als je dat wegdenkt. Gruwelijk is dat, pedagogisch onverantwoord en een volkomen misplaatst usurpatoir afdwingen van gehoorzaamheid.
'Goed, ronden jullie deze race dan af. Ik rij vast de auto uit de garage.'
'Oké, mam.'
De garage naast het huis, een schattig bakstenen dingetje met schuin dak en houten poortdeuren was eigenlijk nèt iets te klein om als garage dienst te doen, tenzij je er 'n Daf in parkeerde. Er bleef net genoeg bewegingsruimte over om je door 'n kier van 't portier in of uit de auto te wurmen. Jammer dat wel, edoch de blauwdruk voor 'n kinderhuisje waar hun kinders altijd thuis konden komen, later als ze groter waren, zonder zich onvrij te voelen in het ouderlijk huis tussen 'n gedateerde paps en mams, tekende zich in een visionaire gedachtenroes al uit.
Ze drukte de klink van de garagedeur naar beneden maar er gebeurde niets. Vreemd, de deur was nooit op slot. De houten deuren waren namelijk gevoelig voor temperatuur en vocht en afsluiten of openen ging gepaard met til, duw en trekwerk. Alleen een idioot zou dat iedere dag doen. Over het natte gras liep ze terug naar de keuken, waar het sleutelkastje nog geen prominente plek aan de muur had gekregen en alle sleutels voorlopig nog in de rommella waren terechtgekomen.
'Kom jongens, we gaan.' Ze waren 'n nieuwe race begonnen, de doerakken.
'Heb je de auto dan al uit de garage gehaald, mam ?!' Ondeugende slimmerd.
'Nee.', moest ze bekennen. 'Ga ik nu doen. Ronden jullie de race dan af.'
'Ja mam, nog een paar minuten.'
Nadat ze de roestige sleutel eindelijk had gevonden, liep ze terug naar de garage en maakte ondertussen in d'r hoofd alvast verlekkerd 'n boodschappenlijstje. Zelf patatjes bakken, sla en biefstuk. Dat kon nu eenvoudig met de ingebouwde frituur. In ieder geval 'n fijn wijntje erbij halen. Het mysterie van de afgesloten garagedeur, daar dacht ze al niet meer aan.
Tory ging regelmatig met de kinderen naar het zwembad, altijd 'n feest. Tegen de glijbaan kon geen ander plezier op. En de kinders spiedden net zo hard terug, richting de badmeester. Dat wil zeggen, als ze richting het opberghok liep waar vlotten, ballen en reusachtige zwembanden werden bewaard. Vol spanning afwachtend wat ze te voorschijn zou toveren om vervolgens een speelse jacht op vers dobberend foam in het water te ontketenen. Deze minifeestjes duurden natuurlijk altijd veel te kort. De grootste uitdaging, dat laat zich raden, waren de laatste minuten, afgefloten door de badmeester die dan omriep dat het zwembad over 'n half uur ging sluiten. Stond ze daar, drijfnat in bikini, wachtend met droge handdoeken, beschaamd nadat ze zelf al verschillende keren herhalend naar Ruben en Martijn had geroepen dat ze nù echt mee moesten komen omdat het zwembad ging sluiten. Hoewel het 'n overduidelijk vernikkelen was daar aan de kant, werd ze regelmatig minachtend beloerd door de struise badmeester met d'r vermanende fluitje. Je kon gewoon zien wat ze triomfantelijk en heimelijk dacht, 'Naar mij zouden ze meteen luisteren, hoor.'
Ach, Tory was niet het archaïsche tiep 'Drill Instructor' en desalniettemin belandden ze uiteindelijk meestal zelfs nog ongeveer vijf minuten voor sluitingstijd van het zwembad in de auto, mèt bammetje en pakje roosvicee. Ook vandaag. Ze deed het sleuteltje in 't contact, draaide en wilde starten.
Maar er gebeurde niks.
'Raar, wat is dat nou weer ?!.'
'Wat is er, mam ?'
'Oh, ik weet niet. De auto start niet.'
'Helemaal niet ?! Gaan er ook geen lampjes branden ?'
'Nee, hij doet niks.' Tory probeerde het nog een paar keer.
'Misschien is er een handleiding, mam. Dat heeft de Nintendo ook.'
Het klonk niet eens zo'n gek idee.
'Handleiding ?! Maar we zijn hier ook met de auto gekomen, toch ?!.'
'Ja, da's waar.'
'Is papa thuis ? Anders kunnen we misschien papa bellen.'
'Ja, papa is thuis maar ik heb de mobiel niet bij me. En papa slaapt waarschijnlijk nog, schat.'
Ze had net dit nieuw boodschappenkarretje toebedeeld gekregen. Het volkswagentje was weg, de autobianchi ook en de Volvo 144, 'n oldtimer, werd momenteel in constante staat van restauratie voortdurend onder handen genomen. Een foeililluk afdankertje, die burgerbak. Hij, wilde namelijk de Volvo tot in perfectie restaureren en met één auto werd een funktioneel gezinsleven sinds de verhuizing tè onoverzichtelijk, tenslotte was D regelmatig voor langere tijd weg, terwijl de BMW dan op Schiphol stond geparkeerd. Maar waarom ze ineens met deze afgrijselijke burgerbak moest tuffen, begreep ze godgans niet. Auto's waren namelijk niet alleen puur een vervoersmiddel voor D en Tory. Een auto gaf stilistische meerwaarde. Voor minder zou ze best 'n weliswaar oud maar kek karretje erbij hebben kunnen aanschaffen, maar nu zit ze met die burgerbak, een witte notabene, die niet wil starten.
Verslagen sloeg Tory haar handen op het stuur en zei: 'Zit niks anders op, jongens. We gaan lopen.'
Uiteindelijk hebben ze drie kwartier gelopen.
Stiekem en toch onbewust bekroop 'r toen iets triomfantelijks. Zie je wel, suggereerde 'n zegevierende sensatie, de burgerbak was ter ziele, het is voorbestemd. Die auto was zó fout, paste helemaal niet bij haar. De tijd van leuk karretjes is niet voorbij. Een ander zou misschien weer denken, 'Goh, moet je vaker doen, lopend naar het zwembad. Ben je er ècht even helemaal uit. Goed voor de conditie.' Maar Tory zat helemaal niet in d'r triatlon fase. Dan had ze natuurlijk ook nooit een triatlon fase gehad, althans niet sinds d'r studie tijd, op een sportieve stuip na. Niet meer dan een stuip want twintig kilometer naar je werk fietsen en ook weer retour op een en dezelfde dag werd al gauw een uitputtingsslag. Leuk geprobeerd, dat wel. Het enthousiame zit er weldegelijk daadwerkelijk ingebakken maar het lijf is er niet voor gemaakt. Daarna is het sportieve elan braafjes geëgaliseerd tot een paar afgemeten uurtjes laagdrempelig gehuppel. Mensen, wat 'n mazzel dat het niet regent, anders hadden ze straks nog oorontsteking op de koop toe gekregen.
'Ik wil aanbellen !!!'
'Nee, ik wil aanbellen !!!'
'Jongens, wacht even. Kijk eerst even door het keukenraam of papa beneden is !' Nou ja, raam, noem het maar gerust een glazen muur.
Ze renden aanstonds door de tuin achter elkaar aan met ongebluste energie, naar de raampartijen van de serre waar ze slechts een paar seconden zwaaiend naar binnen bleven turen voordat ze zich weer naar Tory bij de voordeur snelden. D was inderdaad in de keuken.
Het ging ze om de ouderwetse winkelbel bij de voordeur. Geen elektrische deurbel maar een handmatig klingeltje, een klassieke trekbel. Ouderwets maar nieuw, spannend, anders dan anders maar dan in de leuke betekenis van 'anders'. Net zo leuk als de ijsklontjesmaker van de amerikaanse koelkast. Pure magie. De bel hing te hoog voor hun leeftijd dus Tory tilde de kinderen een voor een op.
Binnen, aan de andere kant van de deur, wachtte D geduldig af totdat ze allebei de bel een keertje hadden laten klingelen. 'Hèhè, ècht tijd voor warme chocolademelk !', zei Tory toen ze binnen d'r jas van zich liet afglijden met 'n afgepeigerde zucht.
'Waar is de auto ?', vroeg D verontrust.
'Oh ja pap, die deed het niet. We zijn komen lopen, helemaal vanaf het zwembad !.'
Terwijl de kinderen zich verschransten achter de Nintendo met wedstrijdhonger, keek D verbaasd onder hoogopgetrokken wenkbrauwen naar Tory.
'Was de benzine op ?'
'Nee gekkie. Dàt weet ik heus wel, hoor. Dat stomme ding start gewoon niet, vraag me niet waarom niet. Da's kompleet zinloos, dat weet je.' Ze gaf 'm een zoen, waardoor zijn verbaasde blik ontspande, smeet de zwemtas in de hoek, hing de rondslingerende jassen aan de kapstok en liep daana linea recta naar de voorraadkast om te kijken of er eigenlijk nog wel chocolademelk was. Die natte badkleding kon wel 'n half uurtje wachten en die burgerbak ook.
'Zullen we eerst even een chokootje doen, dan kunnen we daarna wel samen naar die burgerbak rijden.' zei Tory en opgelucht pakte ze uit de keukenkast het laatste pak chocolademelk om op te warmen.
'Prima. Ik was toch net aan het ontbijten.', zei D zonder morren.
'Chocomelk mèt slagroom, jongens ?', riep Tory niet op- of omkijkend.
'Jaaaaa, lekkerrr !'
Tory was nergens op aan het anticiperen, de kinderen ook niet. Er heerste geen verholen viandig chagrijn in huis of snode spanning waarachter een verscholen wereld van drama wachtte.
Het was een huiselijk tafereel in een zonnige ruime woonkamer met een krantlezende vader omringt door zijn vrouw en kinderen die geconcentreerd verwikkeld waren in een race tussen cartooneske computerfiguurtjes.
'Zullen we zo dan even gaan. Kan jij daarna meteen even boodschappen doen.', zei D vanachter de opengeslagen broadsheets.
'Goed plan, tenminste als jij die truttenbak aan de praat krijgt.'
Toen liet ie gepikeerd de krant zakken.
'Wees blij dat je een auto hebt, Tory. Er zijn genoeg vrouwen die met minder genoegen moeten nemen.', ketste ie verwijtend terug.
Waar kwam dàt in vredesnaam vandaan ?! Huh...de ironie legde direkt volledig beslag op d'r sjoege want wie oh wie wilde notabene nog niet zo lang geleden de Alfa oldtimer, waarin ze waren getrouwd, terugkopen voor 'n niet luttelig bedrag van veertigduizend euro ?! Grapjas, ze waren koud verhuisd, kompleet met de verbouwingen nog in de stijgers.
En überhaupt, sinds wanneer was zij iets geworden 'om genoegen mee te nemen', ze waren over het algemeen redelijk gelijkwaardig en aan elkaar gewaagd gebleven al die jaren.
In hun wilde jaren, na middernacht, raceten ze zelfs menig keer tegen elkaar op, over lange stukken asfalt zonder wegonderbrekingen en kruisend verkeer om tot in hoge versnelling de snelheidslimieten te testen. Behoorlijk stout.
'We hadden toch ook de Volvo kunnen blijven gebruiken als boodschappenkar dan kon jij met de BMW naar Schiphol. Je had alleen maar moderne veiligheidsgordels op de achterbank hoeven te regelen, thats all.'
'Tory, ik heb flink wat geld geïnvesteerd in de Volvo zoals je weet. Als ik die door jou als boodschappenwagen laat gebruiken, kunnen we wel fluiten naar onze centen. Met de parkeerskills van al die huiswijven daar op die parkeerplaats, blijf ik restaureren.'
Tory stond op van de bank en liep stuurs op D af, alweer onzichtbaar achter de uitgewaaierde krant. 'Oohho...dat is gemeen. We hadden afgesproken van de Volvo geen museumstuk te maken èn, ìk heb nog nooit schade gereden (behalve 'n krasje dan), mijnheertje. Jij wel !'
Tory trok de krant uit zijn handen, gooide die op de grond en keek 'm uitdagend aan.
'Maar hoezo, wil je 'm gaan verkopen dan ?'
Ze was nu bovenop hem gaan zitten als een amazone op een paard.
De kinderen lieten zich een momentje afleiden door het gestoei in de fauteuil maar een Mario Kart race, je merkt het meteen, is veel belangrijker
'Oof ! Tory..uufff....ja, zit ik aan te denken. Kan je nu van me af, alsjeblieft.'
Ze sloeg nog even plagerig 'n arm om zijn nek voordat ze van zijn schoot opveerde en zei beteuterd,
'Zó zwaar ben ik toch niet ?!'
'Kom, we gaan.'
Hij negeerde d'r teleurstelling lacherig. Ieder antwoord op dat soort vragen zou verkeerd vallen, wist ie inmiddels maar al te goed.
'De jongens kunnen wel even hier blijven.'
'Vooruit dan maar, als jij daarna meteen weer naar huis gaat.'
'Natuurlijk, wat had je dan gedacht ?!'
Tory liep naar Martijn en Ruben en zei,
'Kunnen jullie 'm op pauze zetten, ik moet even iets vertellen.'
'Hè mam, moet dat.. nee hè...één momentje nog.'
Geconcentreerde stuurmanouvres werden er met de consoles gemaakt, de gespannen blik verried een onaflatende focus op het spel en zelfs 'n kort gesprek voeren zonder de concentratie op de race te verliezen was blijkbaar nog mogelijk. Ze signaleerde dit soort sociaal-psychologische processen nauwgezet.
'Nee, liefies, nu ècht even op pauze.', herhaalde ze stellig.
'Luister, jongens. Papa en mama gaat de burgerbak ophalen. Papa is over 'n kwartiertje weer thuis en ik rij met de BMW meteen door om nog 'n boodschapje te halen, oké ?!'
Een kwartiertje moest kunnen. Ze vertrouwde d'r kinderen voor een kwartiertje nog liever alleen aan het huis toe dan aan een vreemde oppas. Mario kart was eerlijkgezegd niet meteen de meest opvoedkundige oplossing maar ze schatte in dat Nintendo kwaliteiten had die nu heel goed van pas kwamen.
De bediening van de huistelefoon werd nogmaals uit de doeken gedaan, de speeddial knop waarachter geprogrammeerd het nummer van de mobiele telefoon geoefend en op het hart gedrukt om vooral voor niemand, maar dan ook ècht niemand de deur open te doen, zelfs niet voor de buurvrouw.
Na een zwaai en luchtkus trokken ze de voordeur achter zich dicht. Voor Tory was een kwartiertje ruimschoots te overzien. Er werd door de kinderen ook geen reden gevoeld om te dramatiseren of om zich te benevelen met sentimentaliteit. Ze voelden zich veilig, vertrouwd, héél erg thuis ook al woonden ze er nog maar kort. Geen spook te bekennen, geen van beiden had ook maar 'n enkele aansporing gegeven uit verlatingsangst om mee te willen gaan.
'Staat die stoel nou anders, of ligt dat aan mij ?', vroeg Tory onderzoekend. Haar handen zochten naar de hendels om de stoelstand aan te passen. De zitting was zo ver naar achteren geschoven dat er nauwelijks nog beenruimte overbleef voor de achterbank.
'Ik had mijn vliegkoffer daar op de grond gezet gisteren dus de stoel naar achteren verplaatst, beetje doorgeschoten denk ik.'
Een ontknoping, zonder blikken of blozen, terwijl in het diepste van zijn wezen de gelaagdheid van zijn bedrog, het venijn, zich al had genesteld.
'Maar Tory, we moeten 't even over iets anders hebben. Heb je al een nieuwe kinderoppas gezocht. Ik sprak daar laatst nog een collegaatje over. Ze wilde graag komen oppassen.'
Hij kon het genot van zijn woorden bijna proeven, woorden die prikkelden als geheim taalspel dat alleen hij leek te begrijpen. De insinuaties werden vlak voor d'r neus neergesmeten maar ze zag het niet, ze hoorde het niet.
'Je denkt toch niet dat ik gek ben. Ik dacht dat jij werk en privé tegenwoordig graag gescheiden hield ?'
Hij voelde 'n onzekere nieuwsgierigheid naast hem opvlammen maar vanuit 'n ooghoek merkte ie dat de contouren van zijn geheim verborgen bleven, ver weg van Tory's voorstellingsvermogen. Wonderbaarlijk eigenlijk wel, vooral nadat ze met hem al 's door diepe groeven van vertrouwensbreuken was meegesleurd.
'Ja, dat is nog steeds zo, schat''. Zijn woorden resoneerden vrij, onbekommerd en nonchalant.
'Je hebt toch wel de autosleutels bij je hè ?!', vroeg D toen 't lelijke witte eendje bij het gesloten zwembad in zicht kwam.
'Oh nee, vergeten !', slaakte Tory theatraal.
Dit waren van momenten waarop ie Tory niet kon peilen. Beduvelde ze 'm nou. Ze was chaotisch, het was heel plausibel dat de autosleutels nog thuis ergens in een jaszak, zwemtas, op aanrecht of in rommella lagen. Hijzelf had er in ieder geval niét aan gedacht ze mee te nemen maar dat terzijde. Zij, op haar beurt, was zich er terdege van bewust dat dit gedrag 'm mateloos kon irriteren. Dan zie je D's blik verstarren naar iets woestigs. Bijzonder aantrekkelijk aldus Tory en omdat zij weet wat hij niet weet, zoiets onschuldigs als de aanwezigheid van autosleuteltjes in haar handtas, kan het bijna niet anders dat ze zichzelf al na een paar seconden ongeduldig verraadt, overvallen door vlinderig gegiegel. De uitgelezen gelegenheid voor 'n sensuele kieteldood, maar de kans dat ie dan, ondergeschikt gemaakt door ongewisheid, boos zou worden was werkelijk reëel aanwezig, dus daar bleef het dan maar bij.
Eenmaal achter het stuur van de burgerbak, werd voor D meteen duidelijk hoe de vork in de steel stak en hoe onnozel zijn vrouw was geweest. 'Hij staat niet in zijn vrij, Tory. Da's alles. Dan start ie niet. Een automaat moet altijd in zijn vrij staan om te starten.' D voegde de daad bij het woord en vervolgens zoemde het vehikel, in z'n vrij, weer braaf en ingetogen zoals immer, het diametraal tegenovergestelde van voortvarend startblokken temperament.
D besloot nog even naar het thuisfront te bellen en daarmee was de heibel rondom de burgerbak voorbij. Tory zou alsnog, tegen heug en meug, in de afzichtelijke burgerbak blijven rijden.
De telefoon ging een paar keer over.
'Met Ruben..'
'Hé knul, alles goed ? Met Martijn ook ?!'
'Hai Pap, ja prima. Is de auto gerepareerd ?!'
'Was niet nodig. Mama had zich vergist, dat doet ze wel vaker. Ik kom nu naar huis.'
'Oké,..ohh papa...vraag jij aan mama of ze curry wil meenemen ?!'
'Doe ik. Tot zo.'
Die avond werd de spiksplinternieuwe keuken in zijn volle glorie benut. Verse biefstuk sateetjes van de ingebouwde gril, zelfgemaakte satésaus, frietjes uit de frituur, een heerlijke groene salade, gekoelde drankjes met ijsblokjes uit de ijsklontjes tovermachine van de joekelgrote amerikaanse koelkast en een wijntje voor mama. Dineren met bord op schoot voor de open haard, een avond zoals er nog veel meer zouden volgen, voorzien met plezante gemoedelijkheid en 'n gezapig tevreden beleving van 'n nieuw huis in al zijn pracht en praal.
0 notes
Text
Reflectie.
Het gebruik van een spiegel aan het plafond om vals te spelen bij een schaakspel combineert inzicht in natuurkundige principes met een onorthodoxe benadering van strategie. In dit artikel wordt uitgelegd hoe optische wetten kunnen worden benut om een tactisch voordeel te behalen. De rol van spiegels in optica Een spiegel werkt volgens de wet van terugkaatsing: de invalshoek van een lichtstraal…
0 notes
Text
litanie - maart 2024
Elke ochtend de fucking bomen elke ochtend wakker worden
& zin hebben in zaagsel
vandaag een tapijtje kopen vandaag vandaag ben ik ziek
& heb ik er genoeg van
op mijn sokken te lopen ik wil met schuurpapier over mijn oren
fucking vogels
fucking signaleringen
fucking adamsappels fuck adam en fuck appels
het allerblauwste blauw is bloed
van de degenkrab. Al het andere blauw is vals.
ik wil het hek ommaaien & op mijn knieën van de wereld grazen ik wil paardje hop ik wil
alle adamsappels uit alle kelen halen nee laat het
fuck dit & alles wat ik ooit gezegd heb
ik ben boos
& ik wil iemand bijten boos boos boos boos boosboosbosbosbosboosbosbosbsbsbsbsbssssss sssshh
heel heel heel heel heel heel stil zijn & bomen & de kleur roze
roze is de stilste kleur die er is
elke ochtend stil op sokken lopen tapijten oprollen de deur het hof maken heel stil
je liefde aan de kamer verklaren
& je oren met schuurpapier tot je denkt ik ben een vogel?
schrikken niet horen
dat de bomen stil zijn dat de bomen ondertussen origami
zijn geworden
het is alsof er al dagen niks gebeurd is
nog nooit zelfs
en dat groeien niks met de grond te maken heeft
&ook van je handen maak je zaagsel &ook van je ogen&ook je vingerkootjes&je longen&je denkt
ik ben ziek
sssssh
slaapkoppen denken in stilte maar niet te stil
je hoort je moeders stem ben je ziek
of heb je nood aan verandering?
Heel stil & wakker worden heeft niet veel meer met opstaan te maken &
al het eenvoudige kraken
fuck
je ziet in alle scharnieren muizenvallen in je botten een bos vol hooligans
kruisen in druipende verf waar er niks te redden valt
overal de veren van je bed alsof er ‘s nachts een slachting plaatsvond
je was nog liever een hond
zo draai je al dagen cirkels rond je hoofd tot
de ketting geen rammelruimte meer geeft & je hoort niets behalve ingebeelde
instructies
& zo stil dat je vergeet waarop je wacht of wat je dan beloofd was
zo stil dat zelfs je doodsangst het niet langer meer volhoud & zich overgeeft
&toch &toch vannacht een droom
dromen dat je wakker word
op een eiland waar alle dingen opgerold of onder de arm kunnen genomen of desnoods
zoals een potlood achter een oor gestoken
van je handen & je ellebogen &je kinnebakkes oliekrijtjes maken
dat zou je willen doen
je zou willen leren niet meer bij de knieën te plooien maar naar buiten te vouwen
als een boomgaard
mama ben jij dat ben ik zwak wat zeg je moet ik citrus eten?
mama ben je aangespoeld of is dat mijn kindertijd oh hoi
hoi kindertijd ik ben flink bezig kijk je was ooit
een meisje maar je was ook een vlot
zeg me dat het goed komt dat het goed zo dat ik nog steeds om
het klokkenhuis heen eet omdat ik bang ben voor de pitjes fuck
ik wil geen boom in mij
ik wil niet dat er dingen bij mij binnenkomen ik wil niet dat er word aangeklopt ik wil
geen houtworm
in mijn buik
ik moet het nog over de schapen hebben het scheren & het buigen om te springen daar
waar het herhalen kale plekken vormt ik wil dat jij
nu ook wakker word
want het is ochtend & ik zal in je oor fluisteren
ra ra ra wat is er rood en zit in een hoekje een kind
met een dunschiller
& ik zal beginnen neuriën tot je ontploft zoals een hoofd
dat onder water word gehouden
& je vraagt je af wie de oever heeft vergeten tekenen & je kotst splinters
die zich als walvissen in je binnenste hebben verzameld
& je zult de medicijnen nemen je beloofd het ik meen het dit keer
ga je naar de dokter &
laat hem hamertje tik op je gewrichten spelen als je bibbert ben je verloren sssh kan je horen? alles is in orde je bent gezond
slaapdronken denken er is vanalles wat niet klopt maar mijn reflexen werken nog
je zegt luidop tussen mij & de wereld
zit alleen een wollen sok &
dat je daar bang van word
over je geschuurde schouder kijk je naar de wachtkamer om jezelf daar te zien zitten
waarom ben je hier nog?
een plank is toch geen boom een lat geen bedframe om je onder te verstoppen
een jongen toch geen meisje een kind geen moeder & een dokter weet soms
ook niet waar te drukken tot je A zegt
maar je hebt last van cement betonmolens en hechtingen er scheelt niks
met de liefde dat is niet waarvoor je komt het zit hem in de grond slag de uitslag waar je fucking boos van word het kan niet helpen dat de winter komt
dus je hebt een extra tapijt gekocht & de dieren dichtgetimmerd mama hoe komt het
dat ik hier woon
dat ik mezelf in een mandje stop ben ik dat gewend leerde jij mij dat zo?
& tralietjes tegen het ontsnappen het weglopen het mezelf tussen benen steken
en onder stoelen rillen tot
het mijn beurt is
& het slikken moeilijk word het slikken uit je tenen komt je was ooit
een mens en nu
ben je een stronk.
concreter kan je het niet maken, toch? De kleur roze bestaat niet. Je haalt diep adem
en vraagt de huisarts of hij langskomt je hebt iets je hebt iets je bent ziek je weet niet
wat het is. Hij schud de hand van je moeder en je moeder zegt ik denk dat het door eetpatronen komt
en de dokter zegt: weet je waar dat voor mij op trekt? Het is alsof
ik binnenkom en mijn kamer ligt overhoop, alles ligt op de grond – kijk naar de natuur
stormen orkanen wervelwinden weet ik veel
het lijkt allemaal een rommeltje voor ons, maar daar zit eigenlijk een zekere orde in, daar zit een zekere orde in en in die orde daar zit een zekere orde in en die zit ook in ons.
Daar lijkt het op. Dat het in jouw bovenkamer een beetje een warboel is geworden maar geen zorgen daar zijn pillen voor.
Misschien vertel ik het verkeerd.
Als je inzoomt op het lichtspectrum en je gaat het rijtje af rood oranje geel groen paars
dan
zit
roze
daar
niet
tussen.
Volgens een andere schrijver is een gedicht overbodig
als daarin een hond een hond is & een boom
een boom wist je dat die het licht
reflecteren dat ze niet consumeren
ik wil geaaid worden
ik wil geloofd worden
ik wil dat jij mij bladgroenkorrel noemt.
Zullen we een kinderliedje zingen? Ik leer het je: tikkie tikkie draai draai
kop er af & bye bye
tikkie
tikkie
draai draai kop eraf & bye
bye.
Draaideur daar loop ik door doorgedraaid ooit vergat ik uit te stappen
ziekenhuizen hebben zulke deuren hotels ook
& ondertussen
bel ik naar een meisje
wat is er
hallo
sorry dat ik stoor
sorry
sorry
ze zegt dat ze een beetje van me houd.
ik zie voor mij een doorzichte bokaal.
misschien is het tijd om mijn moeder te vergeven.
Wat is dat ook al weer? Dat niet blaft omdat het bijt?
bitch ik ben zo fucking moe
is dat concreet genoeg?
Bloemen doen alsof ze blauw zijn zodat er een beestje op ze land
Mijn meisje is mijn meisje niet
zacht
om me te troosten maakt ze een flauwe grap: het onweert hier
ben jij dat?
0 notes
Text
3 doelpunten in 5 minuten! AC Milan voert de lijst aan
De zesde ronde van de Serie A begon als eerste, in het San Siro Stadion stond AC Milan thuis tegenover Lecce. Onder het gejuich van de fans die goedkope voetbaltenues droegen, scoorde AC Milan in de eerste helft drie doelpunten in vijf minuten en versloeg uiteindelijk Lecce met 3-0. Met nog één wedstrijd te spelen stond AC Milan tijdelijk bovenaan het klassement!
Voor dit duel bestaat de basisopstelling van AC Milan uit: Maignan, Emerson Gabbia, Tomori, Theo, Fofana, Reijnders, Pulisic, Leo, Morata, Abraham. AC Milan, dat thuis speelde, lanceerde een aanval geïnspireerd door de fans. In de 38e minuut passeerde Theo een vrije trap vanaf de linkerkant en schoot op doel, Milan 1-0. In de 41e minuut maakte Leon een pass vanaf links en Special Olympics schoot vanuit een kleine hoek en scoorde vanuit de nabije hoek: 2-0. In de 43e minuut slaagde Pulisic, gekleed in voetbaltenues AC Milan, in een aanvullend schot en Milan stelde een 3-0 overwinning veilig. In de 80e minuut beging de 18-jarige verdediger Batsaj, die slechts 5 minuten speelde, een verdedigende fout en zette zijn tegenstander Ramek Banda ten val, waarna hij door de scheidsrechter met een rode kaart van het veld werd gestuurd.
0 notes
Text
Turgen Vallei (Tian Shan gebergte)
Dinsdag 20 augustus
Vannacht heb ik heerlijk geslapen. Geen regen, geen onweer, gewoon rust. De zon schijnt opnieuw en de lucht is strakblauw! Na het ontbijt pakken we onze tenten in, maar voor we vertrekken, geeft Veronica nog een yogales aan een groot deel van de groep. Helaas doe ik niet mee, want ik heb flinke hoofdpijn. In plaats daarvan loop ik naar een stroompje een paar honderd meter verderop om mezelf van top tot teen te wassen. Het water is ijskoud, maar het voelt heerlijk om weer helemaal schoon te zijn. Mijn haar laat ik voor wat het is; dat lijkt me, met de hoofdpijn, geen goed idee.
Na de yogales is iedereen weer klaar voor vertrek. Vandaag trekken we dieper de vallei in.
De uitzichten zijn fenomenaal. Hoewel ik de eerste dagen het landschap niet heel indrukwekkend vond – vergelijkbaar met plekken in Oostenrijk of Slovenië – besef ik nu dat ik er echt van moet genieten.
En dat doe ik gelukkig ook met volle teugen, het is prachtig, soms zelfs een beetje mysterieus.
Na ongeveer een uur wandelen (tijd lijkt hier trouwens niet te bestaan), bereiken we een grote rivier, de perfecte plek om onze waterflessen bij te vullen.
Er staat een paard te drinken. Ons is verteld dat als een paard van het water drinkt, het veilig is voor mensen. Toch filteren of koken we het water waar mogelijk, niemand wil meemaken wat Laura overkwam. Over haar en de gidsen hebben we trouwens nog geen nieuws, want we hebben geen contact. We hopen dat ze veilig in Bathan zijn aangekomen.
Na de korte waterstop klimmen we verder omhoog met onze zware rugzakken. Alek heeft een plek in gedachten voor de lunch, met een prachtig uitzicht.
Normaal ben ik daar altijd voor te porren, maar met mijn hoofdpijn en een stijging van 400 meter in 10 minuten, is het vandaag even geen succes. De afspraak dat we halverwege de spullen zouden neerleggen, verandert halverwege de klim, zoals wel vaker de laatste dagen. Ik merk dat ik er chagrijnig van word, wat frustrerend is, want waarom zou ik me druk maken? Ik irriteer me aan mezelf, omdat ik me hierdoor laat afleiden. Gelukkig maakt het uitzicht bij aankomst alles weer goed en kan ik er volop van genieten. We nemen de tijd om te lunchen en foto’s te maken.
Mijn cracker-voorraad is inmiddels op en de droogmaaltijden ben ik inmiddels meer dan beu. Gellukkig delen Jolanda en Esther hun crackers en smeerkaasjes met me, zodat ik er weer tegenaan kan. Tot mijn opluchting is mijn hoofdpijn ook gezakt, wat de rest van de tocht een stuk aangenamer maakt. De afdaling, via een iets andere route dan op de heenweg, biedt opnieuw prachtige uitzichten. Donkere wolken komen opzetten, maar uiteindelijk blijven we droog tijdens de hele wandeling.
Tegen het einde van de middag bereiken we onze kampeerplek. Pas later besef ik dat we naast dezelfde rivier kamperen waar we op de eerste dag doorheen zijn gelopen. Dat is ook de plek waar ik verderop in de modder ben uitgegleden, haha.
Met het zonnetje erbij besluit iedereen om de beurt een duik te nemen in het koude water van de rivier. Sommigen zijn wat dapperder dan anderen (ik val in de laatste categorie 😉). Ik blijf niet lang onder, maar voel me wel weer lekker fris. s Avonds genieten we van de mooie avondluchten en opnieuw van een warm kampvuur.
We spelen rond het kampvuur een spel waarbij iedereen een waargebeurd en een verzonnen verhaal moet vertellen, en de anderen moeten raden welk verhaal waar is. Het leidt tot veel gelach en bizarre verhalen, waarvan je vaak denkt dat ze allebei niet waar kunnen zijn, terwijl één toch echt waar blijkt te zijn 😉🫣.
0 notes
Text
Onze rijkdom ... hun aandacht
Al zeker twee jaar kies ik voornamelijk voor Surinaamse producties. Maar recent luisterde ik weer eens naar een van mijn favoriete buitenlandse popsongs: ‘Home’ van Chris Daughtry. Als ik nu kies voor de originele of akoestische versie, het is elke keer de bridge van dat lied dat dagen daarna nog blijft hangen. “Be careful what you wish for, ‘cause you just might get it all … and then some you don’t want”. Eenvoudig vertaald: “wees voorzichtig waar je om wenst. De kans is dat je alles krijgt … plus een deel dat je eigenlijk niet wilt. Dat deel van het lied begon ergens in de afgelopen week weer in mijn hoofd af te spelen toen ik las dat Benedict Omarah, de hoogste baas van Afrexim Bank, een van de grootste financiële spelers op het Afrikaans continent, binnenkort tijd in zijn druk schema gaat vrijmaken om Suriname te bezoeken. Hij wil graag een samenwerking voor handelsbevordering, hulp voor schuldenlastverlichting en veel meer zei hij in een Tét a Tét met onze president. Wie een beetje wakker was en af en toen heeft opgelet de afgelopen vier, vijf jaar kan doorhebben dat de grote wereld een stuk meer dan voorheen aandacht heeft voor Suriname. Bedrijven, regeringslieden, mensen van belangrijke internationale organisaties en instituten die voorheen zelfs dachten dat Suriname in Afrika lag, staan in bosjes te trappelen om langs te komen. Suriname heeft veel te bieden, schijnen ze recent te hebben ontdekt. Neen, je hoeft geen academische opleiding te hebben om door te hebben dat er iets speelt. In 2019, kort na het nieuws van de eerste grote olievondst voor de kust, stelde ik tijdens een formeel gesprek een voormalig topper uit de energiesector een vraag. “Er is veel olie gevonden en iedereen is in een hoerastemming. Maar zijn we niet wat naïef? Loopt een land als Suriname, met grote olievoorraden, zonder een sterk leger, met een zwakke economie, zwakke overheidsinstituten en een minder dan stabiel politiek klimaat, niet de kans om een geopolitieke speelbal te worden?”. Vanuit mijn ooghoek zag ik zijn assistent driftig schudden met haar hoofd, als teken om niet in te gaan op mijn vraag. Hij volgde haar advies op, deed alsof hij niets had gehoord en ik besloot niet verder te vragen. Ik had genoeg gezien om te concluderen dat toen de eerste tekenen van de werking van de geopolitieke krachten zich waarschijnlijk al hadden aangediend. Voorbeeld: Suriname ligt in het Caribisch gebied, dat samen met Zuid en Centraal Amerika traditioneel de achtertuin vormt van Amerika. Ooit eens hadden de Russen, tijdens het Sovjettijdperk, veel invloed in deze regio. Na de val van de Sovjet-Unie, kreeg de VS bijna volledige greep op het gebied. Rusland en hun grote bondgenoot China willen hun macht in de regio vergroten. Tegen die achtergrond zijn Guyana en Suriname, met hun behoorlijke olievoorraden, nu ook extra aantrekkelijk geworden. Reken maar dat Poetin en Chi, in hun drang naar globale dominantie, daar bezig mee zijn. Staatsolie heeft geen samenwerking met Russische energiebedrijven. En dat bijvoorbeeld een oliemaatschappij van Japan een overeenkomst heeft met Staatsolie, is ongetwijfeld een doorn in het oog van China. Deze twee Aziatische reuzen hebben geen warme banden, op zijn zachtst gezegd. Aan de ene kant willen Amerika, Europa en hun bondgenoten graag dat er geen rare veranderingen plaatsvinden in de politieke richting van ons land, vooral ook omdat hun energiebedrijven actief zijn in het Surinaamse offshoregebied. Maar als China en Rusland een mogelijkheid zien om ervoor te zorgen dat er na de verkiezingen van volgend jaar in Suriname personen aan de macht komen, die met hun zaken willen doen in plaats van de andere kant, reken maar dat ze die kans zullen pakken. We kunnen bliksemsnel een speelbal worden. Surinamers moeten vooral hopen dat hun leiders niet vatbaar zijn voor hebzucht. Met hun meedogenloze intelligente netwerken kunnen de grote spelers in de wereld potentiële verraders snel eruit vissen en voor hun eigen doelen gebruiken. Oorlog, politieke destabilisatie, sabotage … alles is voor hun geoorloofd als ze echt hun doelen willen realiseren. De eventuele gevolgen voor Suriname en Surinamers worden dan niets meer dan een detail van een bijzaak. En we gaan absoluut niet de eersten zijn in de wereld die dat zullen ervaren. Met alle economische en aanverwante ellende dat ons land sinds 1980 doormaakte, mogen Surinamers naar hartenlust dromen van betere tijden. Maar waar we ons niet (meer) schuldig aan mogen maken is naïviteit. Met onze rijkdommen mag dat absoluut niet meer. Als we het willen of niet, het is tijd om volwassen te worden. Al die mensen die plotseling aandacht voor ons land hebben en willen langskomen. We moeten er zelf voor zorgen dat we weten wie ze zijn, wie hun vrienden zijn, wat ze denken en willen. Niet eenieder is te vertrouwen. Ja, we ontdekten lucratieve olievoorraden, maar verloren daarbij tegelijk ook voorgoed ook onze onschuld. Be careful what you wish for ...’cause you just might get it all, and then some you don’t want. Read the full article
0 notes
Text
Einzelgängers deel 2: Een ander soort liefde: Hoofdstuk 1
Mijn hart bonst zoals ik nog maar zelden heb meegemaakt. Ik voel het zweet in mijn handpalmen en mijn t-shirt plakt aan mijn rug. Het is inmiddels begin november, maar de nazomer is volhardend en lijkt vooralsnog geen vertrekplannen te hebben. Door de zenuwen kon ik niet langer thuis zitten wachten en ik besloot dan maar om naar het treinstation te stappen via een omweg door het park - weinig dingen die de zenuwen zo weten te bedaren dan een wandeling door een van mijn favoriete plekken van de stad. Doordat het de laatste weken amper gewaaid heeft, pronken de bomen nog steeds met hun kleurrijke bladerpracht; de gele, oranje en rode bladeren zijn het enige dat verraadt dat de winter in aantocht is.
Maar ik ben nog steeds een kwartier te vroeg en ijsbeer onrustig op het perron terwijl ik om me heen kijk, naar de andere reizigers: mannen, vrouwen, kinderen, klein, groot, blond golvend haar, of kaal met hier en daar nog een verloren haartje, maar allemaal nemen ze de trein, allemaal hebben ze een bestemming, allemaal zijn het reizigers. En als we in het verleden meer hadden gekeken naar de dingen die ons verbinden dan naar de dingen die ons verdelen, denk ik dat we van de wereld een wondermooie plek hadden kunnen maken.
Aan de andere kant van de sporen, op perron vijf, staat Gekke Gilbert. Zoals elke middag zit hij op een bankje te staren naar de treinen die arriveren en vertrekken. Zoals elke middag heeft hij een boeket rozen bij zich, en zoals elke keer dat ik hem zie word ik droevig bij de aanblik van deze oude man die er na al die jaren nog steeds niet in geslaagd is zijn verdriet te verwerken.
De trein met bestemming Brussel-Charleroi van 13 uur 29 komt zodadelijk aan spoor vier. Deze trein stopt in…
Als mijn hart nog harder zou kunnen bonzen, dan had het dat nu gedaan en was het uit mijn borst gesprongen. De trein nadert het station alsof het alle tijd van de wereld heeft, alsof het mijn geduld nog meer op de proef wil stellen. Maar dan staat ze stil en gaan de deuren open.
Een meisje van een jaar of zes met albinisme wordt door haar moeder van de trein geholpen. Een tienerjongen met hoofdtelefoon en wijde jeansbroek springt behendig op het perron. Een hoogbejaard koppel heeft moeite met het trapje. Ik zie een groepje meisjes, druk en vrolijk met elkaar aan het praten, maar zij zit er niet tussen. Een joodse man met zijn twee zonen. Nog een tienerjongen; hij draagt een ouderwets hemd en een bril die hem er ouder doen uitzien dan hij in werkelijkheid moet zijn.
Dan hoor ik snelle voetstappen mijn richting uit komen, en net als ik me naar rechts omdraai, springt ze in mijn armen, met zulke snelheid dat ik bijna achterover val. Ik druk haar tegen me aan en adem diep in langs mijn neus en daar is het: de geur van de maan, en god wat heb ik die geur gemist.
‘Zie je nou wel,’ zegt Luna met haar prachtig Noord-Hollands accent wanneer ze me loslaat, ‘gewoon vertrouwen hebben in het universum en dan komt alles goed!’ Ze lacht breed, haar ogen fonkelen.
Ik betwijfel nog steeds of het universum er ook maar iets mee te maken heeft dat Luna en ik op dit moment op een zomerse herfstdag op een perron staan in een stad die maar weinig te bieden heeft, maar ik besluit het spel mee te spelen want wat maakt het ook uit, ze is er, hier, mijn maanmeisje. Ze ziet er opmerkelijk anders uit dan toen ik haar voor het eerst zag, twee maanden geleden. Haar zwarte kledij heeft ze ingeruild voor een witte jurk en jeansvest, en in plaats van plateau schoenen draagt ze lichtblauwe sneakers. Ook is haar haar nu korter - het komt net tot aan haar schouders. Ze draagt nog steeds een neuspiercing die nog steeds niet bij haar past.
‘Je had helemaal gelijk, Luna, mijn verontschuldigingen,’ - ik leg mijn rechterhand op mijn borst - ‘ik had het universum nooit in vraag mogen stellen. Je ziet er goed uit, trouwens. Leuk wat je met je haar gedaan hebt.’
‘Oh, dit?’ Ze draait gespeeld verlegen een haarlokje om haar vinger. ‘Ja ik dacht dus, Luna, je bent alweer een jaartje ouder, misschien moet je eens iets nieuws proberen, et voilà!’ Ze gaat van trots even op haar tenen staan.
‘Staat je goed,’ zeg ik gemeend. ‘O voor ik het vergeet… hier is je identiteitskaart terug.’
‘Juist, dank je!’ Ze neemt hem aan en stopt hem haastig in haar portefeuille. ‘Zullen we nu wat gaan drinken? Het was snikheet in die trein, ik kom haast om van de dorst.’
‘Jezus,’ zegt Luna wanneer we via de trap de stationshal betreden, ‘ik was vergeten hoe middeleeuws dit treinstation is.’
0 notes
Text
COMPENSATIE VOOR DE WERKELIJKE WERKELIJKHEID
Het lijkt als heeft een kind speelgoed na een dag van zonnige vrolijkheid in de tuin laten slingeren. Rondom op het grasveld en in de borders was plek van spel tussen struiken en bloemen. Het is dan in de avond plaats van en voor achteloos achterlaten. Zo lijkt het, en naar het motto van Arie van Geest is dat zo. Alles lijkt op wat het is, daar gaat het hier over. Maar niet het kind in hem heeft na een aangenaam verpozen de speeltjes laten rondzwerven, de kunstenaar heeft deze op cruciale posities in stelling gebracht, als stelde hij een stilleven samen, om er de bespiegeling van het zijn mee te maken. De composities als weerslag van deze opstellingen lijken een sprookje te verbeelden, echter is het pure werkelijkheid vermomt als speelse fantasie. Deze afgebeelde realiteit doet zich omfloerst voor, de figuren spelen een serieuze rol in het drama dat is gezet in zonnige tinten: always look at the bright side of life, zoiets. Het toneel is de realiteit waarop de gemaskeerde werkelijkheid de toeschouwer geen rad voor ogen draait maar een spiegel voorhoudt. Het is surrealisme te noemen, maar het is veel meer dan dat. Het heeft het kenmerk van een gelijkenis; verhalen die aanschouwelijk maken wat is.
Diverse acteurs in het spel hebben zich versluierd met een waarheid, zij geven een gelaagde betekenis aan de taferelen. Van Geest schreef het script en interpreteert de werkelijkheid. Laat dit zien, laat het spelen, zoals hij ziet dat het zich voordoet. Van Geest is de werkelijke werkelijkheid ermee op het spoor. Hij toont het niet als de harde waarheid, maar verpakt een en ander in een vrolijk omhulsel, een cadeauverpakking. Zo lijkt het. Maar pas op, er zit altijd een adder onder het gras. Alles is zoals het lijkt, maar ondertussen… En daar zit de crux, in die verspreking van de lijfspreuk. Daar sist het beest vals tussen de grassen. Alles lijkt op wat het is. Het lijkt er op, het is het niet. De figuren spelen een spel. Dit symbool van het leven, de metafoor van het zijn, is het leven zelf niet. De verfilmde moord is niet de ware doodslag zelf. Het spiegelbeeld ben ik niet, het lijkt op mij. Alles lijkt op wat het is, maar het bevindt zich in een andere werkelijkheid.
Het is een gespiegelde omgeving, parallel aan de werkelijkheid. Het bespiegelt en laat mij nadenken, beschouwen. In de stripfiguren, hebbedingen en speelpopjes van de rommelmarkt zie ik een eigen wereld afgespiegeld. Dan moet ik daar wel oog voor hebben, zal de compositie mijn blik vangen en krijg ik inzicht in een onwerkelijk lijkend zijn dat als kern de werkelijkheid draagt. Arie van Geest speelt in een deel van de opvoering zelf mee, voor de rest vereenzelvigd hij zich met de poppenspelers. Vooral Alice in Wonderland staat voor hem gelijk met zijn visie op het zijn. Deze gedroomde omgeving, waar het verhaal invalt door een hol, reflecteert het leven. In mijn stoutste dromen zal ik kibbelen met konijnen, eenden en dodo´s. Met Bambi dartelen, Pinokkio niet geloven en Dopey en Grumpy bijlichten. Beelden en poppen gevonden in het leven staan figuurlijk voor dat leven.
Ik zal in die tuin van Arie van Geest zijn, rond het Franse zomerverblijf met atelier. Die beleving kan ik hebben door de tentoonstelling in Museum Galerie Heerenveen te ervaren. Daar kan ik bij wijze van spreken met de schilder dolen door weelderige vegetatie en mijn blik over kleurrijke borders laten gaan. Ik kan mij daar bij gedachte bevinden doordat in de schilderijen planten en bloemen haarscherp zijn afgebeeld, fotografisch echt. Van Geest is een schilder maar schijnt een tekenaar. De vormen die blad en beeld maken zijn omkaderd met fijne lijnen. Planten zijn botanisch herkenbaar op de Latijnse naam. Zo zou Van Geest een fijnschilder zijn die zichtbaar werkelijke schilderijen maakt. Maar rondom die subtiele echtheid dwaalt een andere werkelijkheid in gevoel en beleving.
In boek en katern “The Broken Promised Land” verklaart Wouter Welling, kunstcriticus en conservator hedendaagse kunst bij Nationaal Museum van Wereldculturen, de kunst van Arie van Geest nader. Hij licht een tip van de sluier op, verduidelijkt de werkwijze en ontrafelt het mysterie. Eigenlijk is dat jammer, want daardoor stap ik niet onbevooroordeeld de ruimte van MUGA binnen, kan ik niet objectief kijken. Maar goed, zo krijg ik wel oog voor de emblemen van het menszijn, zinnebeelden van de werkelijkheid. De catalogus is als een gids in en door de niet-maakbare wereld van Arie van Geest. Het spoor van Welling te volgen navigeert mij door deze wonderlijke tuin. Door de schilderijen is de wereld imaginair. Althans zijn de figuren denkbeeldig, de tuin is niet bedacht. Het is een decor dat voortdurend terugkomt en herkenning geeft, alsof ik die omgeving ken, er een déjà vu beleef. Alles kan in het beelduniversum van Arie van Geest worden opgenomen wanneer het past, schrijft Welling. “High culture en low culture, kunst en kitsch, outsider art, literatuur en songteksten. En natuurlijk zijn eigen leven, zijn dromen en de mensen in zijn directe omgeving. Zijn leven is het prisma waarin het licht van buiten wordt opgenomen, gebroken en teruggekaatst op doek of papier.” Hij is het middelpunt van zijn wereld, die verdacht veel op de onze lijkt.
De desillusie van de werkelijkheid wordt, gezien door de spiegel van Alice, een illusie. Een andere werkelijkheid, een persoonlijke beleving, geen afspiegeling. Het is een bespiegeling, voor Van Geest werkt het als zelfreflectie en in zijn plaats kan ik mij er in spiegelen. In dat contemplatieve, dat beschouwende, rekent de schilder af met zichzelf, zoekt en vindt zichzelf, het eigen ik. De schilderijen zijn op te vatten als zelfportretten daarom. Niet fysiek, maar qua emotie. Dat gegeven projecteert hij in zijn werk, zodat zijn ego mijn ik wordt. In zijn wereld herken ik mijn zijn. Hoewel het een zijn weergeeft tussen droom en werkelijkheid, een laminale fase vannacht waarin gister voorbij en morgen nog onduidelijk is. Het werk van Van Geest is als de slaap, een tussenzijn, een in-between van wat is en wat lijkt. Een allegorie op het leven. “Een wereld van associaties en vermoede betekenis”, citeer ik Welling volmondig. “Het schilderij is en blijft een illusoir vlak, een imaginaire nooduitgang. Het is compensatie voor de werkelijke werkelijkheid…” Het onzichtbare zichtbaar maken door middel van de werkelijkheid, dat is het.
Alles lijkt op wat het is. Schilderijen van Arie van Geest bij Museum Galerie Heerenveen, Minckelersstraat 11 in Heerenveen. Van 8 september tot en met 20 oktober 2024. Uitgave The Broken Promised Land. Arie van Geest. Tekst Wouter Welling. Van Spijk / Rekafa Publishers, Livingstone Editions, 2016/2024.
#Arie van Geest#Museum Galerie Heerenveen#Museum Heerenveen#Wouter Welling#kunstboek#tentoonstelling
0 notes
Text
De Molen - Bierdouche
BRIEFING
De Molen wil zich op dit moment positioneren als een “stoer” merk. het beeldmerk van de molen is gebaseerd op de punkcultuur. Voorheen richtten ze zich vooral op de geek-cultuur en de bierkenners. Dit was alleen net iets te niche. De molen wil nu toch de grote markt op met als doelgroep de stoere bierdrinkers.
Bedenk een PR-waardige samenwerking voor Brouwerij de Molen
INZICHT
Soms is het mannelijk om vrouwelijk te zijn.
STRATEGIE
De Molen gaat zich profileren op festivals door de bierdouche te claimen samen met een shampoomerk. Dit doen we om in te spelen op de trends. Vooral de trend van androgynie en de bierdouche trend. Wij gaan de stoere agressie van een bierdouche combineren met een vrouwelijk element om het nog stoerder te maken.
Onze voornaamste doelstelling is dan ook dat we willen dat De Molen gezien wordt als hét stoere festival bier van 2024.
PROPOSITIE
Met De Molen hoef je het festival gevoel niet van je af te wassen.
DE BIERDOUCHE
RATIONALE
Onbezonnen sta je op een festival. dansje hier. Zoentje daar, maar aan het einde van de avond sta je daar dan. Woest, nat en plakkerig. Je gaat op weg naar je tentje. Je staat klaar voor je douche, maar toch vind je het ergens zonde om dat ruige festival gevoel van je af te wassen. Gelukkig is daar De Bierdouche van syoss en De Molen. Een gekke, te gekke combinatie. Nooit had je gedacht dat je een schone bierdouche zou nemen. Even ben je verleid om een slokje te nemen onder de douche. Het ruikt zo lekker! Dan ben je weer bij zinnen, want het is en blijft toch shampoo en conditioner.
Tevreden val je in slaap, wetend dat je de volgende dag weer door kan en dan ook weer gemengd kunt douchen.
Ruige rakkers ruiken naar bier, maar ruigere rakkers zijn ook schoon.
MIDDELEN
Biershampoo samenwerking met Syoss.
Bierdouches op festivals.
De samenwerking brengt ook een shampoo uit.
Social posts en aftermovie over activatie op festival.
Social posts om de shampoo te promoten.
0 notes
Link
0 notes
Text
de 'New Arab' blijft steken in decennia oude vooroordelen en taktieken maar is een voorbeeld van het onmogelijke radikaal Palestijnse discours
Er zo'n blog dat zich The New Arab noemt en een artikel viel mij op. Het wou ontkennen dat de massamoord op 7 oktober geen terroristische aanval zoals 9/11 was maar het gevolg van de omsingeling door Israël van de Gaza. Waarom deze terroristen dan Egypte ook niet hebben aangevallen omdat zij de andere poort uit en naar Gaza toehouden - en dit zelfs strikter dan aan de kant van Israël - toont onmiddellijk de onlogica aan van hun redenering. Maar als in je complex geheel van tunnelredeneringen alle slechte tunnels naar Israël leiden, mag dit helemaal niet verbazen. Het toont tevens aan dat het Hamas discours of beter gezegd de motivering die men er achteraf voor heeft verzonnen al blindelings werd overgenomen nog voor de pogrom plaatsvond. (zie de titel naast de cartoon die op 28 september werd gepubliceerd over waarom de Israël-Arabische normalisering (met eindelijk ook de erkenning van de staat Israël) een absolute bedreiging was voor hun vals discours als zo Israël zowel een koloniale als een apartheidsstaat zijn. En trouwens 7 oktober was geen terrorisme maar een 'shock event' dat door de jongere generaties als een overwinning zal worden herinnerd. Met dergelijke nonsens die door de Arabische staten mag worden verspreid mag dat geenszins verwonderen, al spelen zij met vuur omdat dergelijk blind terrorisme ook hen in hun hart kan treffen. Mensen willen zelfs een dictatoriale staat aanvaarden zolang ze maar een relatieve veiligheid kan garanderen. Veiligheid is dan ook een primaire verantwoordelijkheid van de staat. Het andere dat opvalt is dat het volgens hen ook geen terrorisme is en niet mag worden vergeleken met 9/11 omdat het volgens hen geen buitenland is maar grondgebied van hun voorouders. Met deze redenering kan men in de Arabische landen alle grenzen openbreken of nieuwe leggen. Ook hier wensen we landen zoals Libanon, Syrië, Irak en zelfs Iran daar veel succes mee. Want terrorisme of guerilla van minderheden heeft zo een nieuwe argumentatie gevonden. En dus toont het stuk door een Palestijnse 'intellectueel' weer aan dat de Palestijnen niet klaar zijn voor vrede en dat ze door de andere Arabische landen nog steeds als potentieel gevaarlijk zullen worden beschouwd. Deze Arabische landen zullen dan zelfs betalen om hen in hun kampen en omsingelde gebieden te behouden maar zullen 100 keer nadenken voor hen massaal toe te laten op hun eigen grondgebied. Met dergelijke intellectuelen die hun volk 'leiden' is dit altijd een tijdbom waarvan je nooit zeker bent of je ze nog onder controle hebt en zo ja voor hoe lang. Het probleem met de Palestijnen is dat we geen Ghandi of Martin Luther King hebben of Jimmy Carter of zelfs Rabin. We hebben dubbelzinnige figuren die de vrede prediken als het hen even goed uitkomt en onmiddellijk terugkeren naar de Blut-und-Bodem haatideologie tegen Israël en de Joden vanaf dat hun oerinstincten geprikkeld worden door een event zoals 7 oktober. Het probleem is niet de vredesconferentie. Het probleem is hoe we geloofwaardige personen binnen de Palestijnse beweging kunnen vinden die kunnen garanderen dat ze voldoende macht in invloed hebben om deze vredesconferentie tot een goed einde van tweestaten in Peace and Prosperity te brengen. Read the full article
0 notes
Text
Ajunta en Ellora
Je zou hier goed Indiana Jones kunnen spelen, als je niet twee dikke Hollandse melkkoeien bent zoals wij. Op het station van Aurangabad lopen we recht in de fuik van een netwerk aan sjacheraars. Door een man die redelijk Engels spreekt, wordt ons een taxi naar het hotel voor 100 rupee aangeboden. Hij regelt vervolgens zonder al te veel moeite een chauffeur voor ons hele verblijf, die ons de volgende dag langs alle tempelcomplexen rijdt. Onderweg stoppen we bij twee restaurants, waar we de ‘vrienden’ van onze chauffeur ontmoeten. Eén loopt met ons vanaf het parkeerterrein naar de ingang van de tempel als gids, de ander papt met ons aan door ons zijn levensverhaal te vertellen. 10 jaar, vader dood, zelf aan het werk, komt nu op voor armen in de regio, bijvoorbeeld weduwes die in zijn atelier van lokaal gedolven halfedelsteen beeldjes en waxinelichthouders maken. Als we willen, kunnen we na het bezichtigen van de tempels gewoon even bij zijn winkel langslopen.
Van willen is niet echt sprake. De gids loodst ons na ons bezoek als vanzelfsprekend door de verzameling van toeristenprul naar het winkeltje, ‘kom binnen! Ga zitten, wil je wat drinken, kletserdeklets, zeg trouwens ik heb hier misschien wel iets dat je mooi zal vinden’ en prompt gaat het gordijntje voor de ingang dicht. Met open ogen zijn we in de val gelokt.
Helaas had hij ons iets dikker en makker ingeschat dan we zijn. Vooral vanuit plichtsgevoel kopen we de kleinste kaarsenhouder en betalen we voor het hele toneelstuk, waarvan we hopen dat er misschien een kern van waarheid in zit die ons geld op een goede plek doet belanden (of hij een foto kan laten zien van die weduwes in zijn atelier? Eh, nee, maar die kan ik je later wel sturen via whats app!).
De grottempels zijn bijzonder, hele kamers uitgehouwen in het graniet, gedecoreerd met buddha’s, ghanesha’s en gekleurd plaster waarvan na ruim 2000 jaar vooral het blauwe lapis lazuli nog zichtbaar is. Omdat we om zes uur ‘s ochtends vertrokken zijn, zijn we in de boeddhistische grotten van Ajunta bijna de enige. In de gemengde boeddhistisch-hindu-jain grotten van Ellora worden we om de haverklap gevraagd of we met mensen op de foto willen, waardoor we de grootsheid niet echt op ons in kunnen laten werken. Het kost wat moeite om er geduld voor op te brengen na een vroege ochtend en een lange dag.
1 note
·
View note
Link
Twitter spreekt zich uit na de pole van Verstappen met de door het ijs gezakte Pérez 😶
0 notes