#schilder amsterdam
Explore tagged Tumblr posts
Text
Perfectie in elk penseelstreek - Schilder Amsterdam
Bij Schilder Amsterdam leveren we hoogwaardige huis schilderdiensten in het hart van Amsterdam. Ons team van ervaren vakmensen zorgt voor een vlekkeloos resultaat, of het nu gaat om binnen- of buitenschilderwerk. Wij begrijpen dat uw huis meer is dan een gebouw; het is een weerspiegeling van uw stijl en persoonlijkheid. Daarom werken we met oog voor detail en gebruiken we alleen de beste materialen. Kies voor Schilder Amsterdam en transformeer uw woning met een frisse, duurzame verflaag. Vertrouw op ons voor perfectie in elke penseelstreek. Uw huis, onze passie.
#SchilderAmsterdam #HuisSchilder #Amsterdam #Schilderwerken #DuurzaamSchilderen
1 note
·
View note
Text
Nescio: 'Dag zonder laagtepunten'
bron beeld: breukvlakken.nl In mijn collectie Nescio-werken ontbrak het Natuurdagboek. Zakenman J. Grönloh (1882-1961) schreef onder zijn andere naam Nescio een klein maar fijn oeuvre bij elkaar. In het Natuurdagboek hield hij zijn uitstapjes bij die hij ondernam in de periode 1946-1955. Daarbij lag de nadruk op natuur zoals: wolken, water, lucht en licht. Die beschreef hij als een schilder, met…
View On WordPress
#19-de en 20-ste eeuws#aandacht#Amsterdam#B#Burgers#Café Montferland#detail#Hotel Montferland#J. Grönloh#natuur#oeuvre#Peeske#pseudoniem#schilder#schrijver#uitstapje#zakenman
0 notes
Text
May 31, 2023
1 note
·
View note
Text
Wat? Fischer ziehen ein Netz ein (1657) door Reinier Nooms, Zwei Fischerkutter in stürmischer See (1831) door Louis Charles Verbroeckhoven, Vor Morgate (1840) door J.M.W. Turner, Raddampfer im Sturm (1863) door Louis Mennet, Gewitter über dem Meer (1847) door Anton Melbye, Küstenfischer (1848) door Andreas Achenbach, Ohne Titel (Studie) (1840) door Andreas Achenbach en Brigg und Lodsenboot (1842) door Jean Antoine Théodore Gudin
Waar? Tentoonstelling Spiegel der Welt – Schlaglichter auf Seestücke aus drei Jahrhunderten in Internationales Maritimes Museum Hamburg, Hamburg
Wanneer? 7 maart 2024
Het Internationales Maritimes Museum Hamburg is groot. Het enorme gebouw telt maar liefst negen etages met werkelijk alles wat met scheepvaart te maken heeft. Van ontdekkingsreizen tot cruiseschepen, van uniformen tot scheepskanonnen, van een gigantisch schip in Lego tot een zeilboot gemaakt van colablikjes. De achtste etage is gewijd aan vier eeuwen schilderkunst over zee en scheepvaart. Uit deze collectie is een overzichtelijke tentoonstelling samengesteld, die al direct op de eerste etage te zien is: Spiegel der Welt. De expositie is overzichtelijk ingedeeld en begint met het land dat in de zeventiende eeuw de scheepvaart domineerde: Nederland. Het land had meer schepen dan Frankrijk en Engeland bij elkaar. De winsten van de wereldhandel maakten van Amsterdam de rijkste en meest innovatieve stad van de wereld.
Reinier Nooms (ca. 1623-1664) schilderde een werk dat onmiskenbaar zeventiende-eeuws Nederlands is. Driekwart van het schilderij bestaat uit wolken. Daaronder vindt de actie plaats: vissers halen hun netten op. Terwijl de boot links nog in de schaduw van donkere wolken ligt, wordt het scheepje rechts verlicht door de zon die voorzichtig door het wolkendek prikt. Nooms was zijn loopbaan waarschijnlijk gestart als zeevarende. Hij signeerde zijn werk dan ook met met ‘R. Zeeman’. Waarschijnlijk was hij leerling bij de beroemde zeeschilder Willem van de Velde de Oudere. Het Amsterdamse Scheepvaartmuseum wijdde in 2022 een tentoonstelling aan deze schilder en zijn gelijknamige zoon.
Is het werk van Nooms opgebouwd uit slechts een paar kleurtonen, dat van de Belgische schilder Louis Charles Verbroeckhoven (1802-1889) is helder van kleur. Zowel de golven als de zeilen van de schepen lichten prachtig op. Niet alleen de schepen zijn prachtig uitgewerkt; dat geldt ook voor de wolkenlucht en de zee. In dat opzicht mag Verbroeckhoven zich, hoewel hij zo’n tweehonderd jaar later leefde, plaatsen in de traditie van de zeventiende-eeuwse Nederlandse schilders van zeegezichten.
Vanaf de achttiende eeuw werd de suprematie op zee overgenomen door het Britse Rijk. Nederlanders, Spanjaarden en Fransen moesten in zeeslagen tegen de Engelsen het onderspit delven. Succesvolle buitenlandse schilders werden naar Groot-Brittannië gehaald. Als het om zeegezichten ging waren dat vooral Nederlanders (zoals de eerder genoemde vader en zoon Van de Velde). Hun invloed op latere Britse schilders van zeegezichten was dan ook groot.
Mijn oog valt op een klein werkje van J.M.W Turner (1775-18510. Geen schilderij, maar een werk in potlood en wit krijt. Turner stond bekend als ‘schilder van licht en atmosfeer’ en in dat opzicht is dit werkje een echte Turner. In enkele verstrengelde potloodstreken geeft de kunstenaar de contouren van een schip weer. Met wit krijt laat hij de zon op de branding schijnen en suggereert hij een kustlijn met een gebouw. In 2020 identificeerde historicus Ian Warrell welk voorval Turner hier had vastgelegd. In 1840 had men bij Margate twee schepen van de Oostindië Compagnie moedwillig laten vastlopen in het zand om te voorkomen dat ze hun lading in een storm zouden verliezen. De lading werd gered en de schepen gerepareerd. We zien hier óf de Claudine óf de Westminster.
Door de Franse revolutie veranderde er veel in de schilderkunst van dat land. Kunstenaars verloren met de aristocratie hun mecenassen en moesten zich aanpassen aan de markt. Ontwikkelingen volgden elkaar snel op. De Parijse Salon van 1824 vormde een waterscheiding in de wijze waarop critici naar kunst keken. Het onderwerp van schilderijen werd ondergeschikt aan het experimentele gebruik van schildertechnieken.
Op het schilderij van Louis Mennet (1829-1875) zien we hoe een raderstoomboot zich een weg baant door de hoge golven. Het kleurenpallet dat de schilder heeft gebruikt voor water en lucht is klein. Deze tonaliteit wordt alleen doorbroken door het rood van het schip. De witte schuimkoppen zijn wollig geschilderd, wat de suggestie geeft van opspattend water. De mensen aan boord worden weergegeven met slechts een aantal willekeurig ogende verfstippen, maar op afstand werkt dit uitstekend.
Bij het bekijken van het schilderij van Mennet, ben ik als landrot blij niet aan boord te zijn. Het doek doet me terugdenken aan een boottocht die ik ooit maakte van Borneo naar het ‘paradijselijke’ eiland Pulau Tiga. Het stormde en de golven waren hoog. Het water was zo wild dat we bij aankomst niet konden aanleggen. Met de bagage boven ons hoofd moesten we naar de kust van het eiland waden. Op het eiland was van het ‘paradijselijke’ niet veel te zien was. Het hele strand lag, als gevolg van de storm, vol aangespoeld hout en andere rommel. De ervaring heeft me geleerd dat ik de zee liever op schilderijen zie dan daadwerkelijk overal om me heen.
In de jaren twintig van de negentiende eeuw ontstond in Denemarken een generatie schilders die sterk beïnvloed was door de Duitse Romantiek. De natuur en het alledaagse leven van vissers gingen het beeld bepalen. Daarbij werd de werkelijkheid vaak geïdealiseerd. Deze Deense ‘Gouden Eeuw’ (althans wat kunst betreft) bereikte tussen 1820 en 1850 zijn hoogtepunt.
Op Gewitter über dem Meer van Anton Melbye (1818-1875) zien we een zeilschip dat in de storm zijn mast is kwijtgeraakt. Het drijft onbestuurbaar op zee. De sfeer van dit werk, maar ook van de andere Deense schilderijen op deze tentoonstelling, is totaal anders dan de werken hiervoor. Er straalt frust van uit, zelfs als er een storm wordt weergegeven. De golven hebben geen witte koppen, maar zijn donker, soms haast zwart. Het schilderij lijkt op te roepen tot existentiële reflectie.
Mede doordat Duitsland niet over een eigen zeemacht beschikte, speelden zeegezichten tot laat in de negentiende eeuw nauwelijks een rol in de Duitse kunst De vlootpolitiek van keizer Wilhelm II bracht daarin verandering. Zeestukken werden propagandamiddel met nadruk op het militaire aspect. Na beide wereldoorlogen verdwijnt deze militaire dimensie grotendeels, ten gunste van een, soms nogal nostalgische kijk op het verleden.
Andreas Archenbach (1815-1910) schilderde aanvankelijk dramatische zeescènes en scheepswrakken. Later ging hij zich meer toeleggen op het weergeven van het alledaagse leven van vissers en zeelui. Op Küstenfischer verbeeldt Achenbach de terugkomst van een Nederlandse vissersvloot met zogenaamde ‘Buisen’. De boten zijn aan het aftuigen. Op de meest linkse boot is al een net in de mast gehangen om te drogen. Een groep mensen draagt de vangst in manden aan land.
De tentoonstelling besluit met een aantal tekeningen. Deze variëren van een tamelijk technische werkschets (Andreas Auerbach) tot een volwaardig kunstwerk (Théodore Gudin).
#reinier nooms#louis charles verbroeckhoven#joseph mallord william turner#louis mennet#anton melbye#andreas achenbach#antoine theodore gudin
4 notes
·
View notes
Text
Gio - Professionele Huis Schilder en Winterschilder in Amsterdam
Hallo, mijn naam is Giovanni, ook bekend als Gio. Ik ben een professionele commerciële schilder gevestigd in Amsterdam, Nederland. Ik ben gespecialiseerd in het schilderen van huizen, commerciële gebouwen en magazijnen, evenals binnen- en buitenschilderwerk. Ik schilder ook gevels, muren (binnen en buiten), tegels, deuren, daken, toiletten, gordijnen, trappen en allerlei soorten meubels. Neem gerust een kijkje in mijn werk op mijn websites en social media. Bedankt.
Site Pinterest
Dockerhub
Mixcloud
Gravatar
Google Plus
Gisgus
Twitch
Deviantart
Issuu
TED
Flickr
Flipboard
Gamebuino
Dribble
Anobii
Twitter
Magcloud
Goodreads
ReverbNation
Product Hunt
Know Your Meme
Trello
ArtStation
BAND
Behance
Hatena
Skitterphoto
Wedding Bee
Quia
Arch Daily
Replit
Blogger
Sway
8tracks
Qiita
MyMiniFactory
Vocal
Telegra
Hubpages
Codepen
Sketchfab
Mystrikingly
#house painting#exterior painting#interior painting#wall painting#facadepainting#warehousepainting#furniturepainting#tilepainting#doorpainting#huisschilderij#buitenschilderwerk#binnenschilderwerk#muurbeschildering#gevelschildering#magazijnschilderij#meubelschilderen#tegelschilderen#deurschildering#dakschilderen#toilettenschilderij#gordijnschilderij#trapschilderen
2 notes
·
View notes
Text
HET BOEKJE OPEN OVER HOLLANDS MEEST VERSTILDE SCHILDER
"Elke gelijkenis met bestaande personen of gebeurtenissen berust op louter toeval". Dat staat niet in het colofon van 'Feest! In de dierenwereld van Jan Mankes'. Want alle genoemde personen in het verhaal bestaan en elke gebeurtenis is losjes gebaseerd op de waarheid. Het gefantaseerde relaas rond de kunstschilder Mankes is geschreven en geïllustreerd in de eerste plaats voor kinderen. Ze kunnen het zelf lezen of zich laten voorlezen. Maar ook ouders leren door het verhaal te lezen de schilder van tederheid beter kennen. Auteur Astrid Kuiper heeft een speelse manier van schrijven, even fijngevoelig als haar hoofdpersoon dat was. Haar poëtische verhaal wordt in het boek vrolijk verbeeld door de tekeningen van Monique Beijer. Deze tekenaar op haar beurt zet dieren in hun omgeving passend in de sfeer van de vertelling. In de platen kun je de verbeelding van de tekst sprekend ontdekken. Sprookjesachtig beschreven, teer getekend.
De voorstelling is een gedroomde werkelijkheid. Nadat schilder Jan zijn werk van die dag als schepper Mankes heeft goed bevonden valt hij op de bank tevreden in slaap. Zijn fantasie gaat dan met zijn denken aan de haal, zoals iedere droom met de waarheid een loopje neemt. Vanaf dat moment gaat de tekst in het boek over in een poëtisch zingende toon, iedere regel heeft spontaan of gezocht eindrijm. Voor kinderen meeslepend om naar te luisteren, voor ouderen weleens hinderlijk bij het (voor)lezen. De melodieuze wijs doet niet af aan de inhoud en strekking van het verhaal. Slapende Jan droomt van een gondelvaart. Hij zal het fenomeen zelf niet gekend hebben. Het vond plaats in zijn geboortejaar in Amsterdam op Prinsessedag. Het zal later plaats hebben op de plek waar Jan in Beneden Knijpe heeft gewoond. In de voor de veenderij gegraven sloot voor het huis van zijn grootouders, later dat van zijn ouders en hijzelf, kwam ieder jaar een rij versierde en verlichte boten langs. Dat begint in 1932, twee jaar na Jan's te vroege overlijden. Hij heeft dus een vooruitziende blik, droomt in de toekomst als het ware. Maar, o nee, het is een naar waarheid geschreven fantasieverhaal. Het is niet waar maar het had waar kunnen zijn. De waarheid is ingepast in de fantasie. En het past!
In het verhaal willen de door Jan geportretteerde dieren iets aan hem terug doen. Doordat Mankes hen heeft geschilderd en daarmee gepersonifieerd, heeft hij hen de eeuwigheid gegeven. Door zijn schilderijen betekenen de geit, de haan, de kraai, het muisje en al die andere dieren iets, hebben ze en zijn ze van waarde. Astrid Kuiper situeert hen op een boot, die vooraf gaat aan een lint van versierde pramen in de gondelvaart. Ooit woonde ik op een steenworp afstand van de plek waar Jan Mankes heeft gewoond. Maar in een andere tijd, toen de sloot nog door het dorp lag en er sprake was van een brugjeskant. Destijds heb ik die gondelvaart meegemaakt. Als kleine jongen, ik was amper 10, stond ik op de walkant te kijken naar de pramen die in een lange rij werden voortgetrokken door een door een tractor gemotoriseerd schip. Kuiper beschrijft dit onderdeel van het dorpsfeest zoals het is geweest. Ik weet het, ik was erbij. De tegenwoordige allegorische optocht op wagens, die is gestart nadat de vaart is gedempt en plaats maakte voor een karakterloze straat, is een flauw aftreksel van deze lumineuze praamvaart.
Het feestverhaal van Astrid Kuiper en Monique Beijer brengt die nostalgische sfeer van het dorpsfeest terug van toen in het heden. Hoewel ieder jaar in de maand oktober het dorp bol staat van de activiteiten ter meerdere eer en glorie van de saamhorigheid, de mienskip in onzuiver Nederlands, staat dit in de schaduw van wat er eerder plaats had. In het verhaal worden plekken genoemd die bij Knypsters bekend in de oren klinken, maar toch niet te vinden zijn in het dorp. Maar het draait in het boek dan ook niet in de eerste plaats om de gondelvaart of bestaande plekken, het is een verhaal aan deze elementen opgehangen om de dierenwereld van Jan Mankes meer aandacht te geven. Jan droomt zich die hele wereld bij elkaar, laat de dieren praten zodat het net mensen zijn. Jan droomt zich een fabel met zijn eigen afbeeldingen.
Het zijn paard en kraai, konijn en geit, de nieuwsgierige haan, egels en muizen, puttertjes en lijsters die in het verhaal een rol spelen, zoals deze ook onderwerp zijn in Mankes werk. De vertelling bouwt met het paard Age als dirigent fijn toe naar een geweldig slotakkoord. Het cadeau voor de kunstenaar met strik. Hij staat dromerig bij het raam, een uil op zijn hand. Jan dreigt in gedachten verzonken de boot te missen, maar dan barst het levende schilderij uit de voegen en brandt een orkeststuk door de stille nacht. Maar eerst zijn er nog allerlei problemen, die het feest in de weg staan en om de fantasie te stimuleren, de vaart erin te houden. Maar zoals een goed sprookje betaamt loopt alles tot een goed einde. En eindigt het verhaal onverwacht ongerijmd in dialoog met Jan die door zijn vrouw Annie wordt gewekt, het was alles een droom. Hij is niet langs de vaart, niet in Beneden Knijpe, hij is in Eerbeek, thuis. Voordat ze naar de fanfare gaan gluurt Jan door de deur naar Beint op de kinderkamer. ‘Door het raam ziet hij een prachtig avondlandschap met maan’.
Daarmee is het verhaal gedaan, de fantasie terug in de werkelijkheid. Maar het verhaal van Jan Mankes gaat verder. Er volgt nog een korte biografie met hoogtepunten en om meer te weten over de schilder en zijn werk een rijtje boektitels. Want het kan bijna niet anders dan dat de (voor)lezer na het (voor)lezen geïnteresseerd is geraakt in het werk van Jan Mankes. In zijn leven en zijn bijzondere kijk op de omgeving en de natuur. Dat je wilt zien hoe Mankes al de dieren die in het feestverhaal voorkomen door hem zijn geschilderd. Dat kan in de boeken, mooier is ze te bekijken in de musea. Het boek is een best uithangbord voor de dorpsfolklore en de dierenschilderijen van Jan Mankes. Het verlaagt voor kind en ouder de drempel. Kuiper en Beijer hebben op een originele manier het boekje open gedaan over Hollands meest verstilde schilder.
Feest! In de dierenwereld van Jan Mankes. Tekst Astrid Kuiper. Tekeningen Monique Beijer. Uitgeverij Noordboek, 2024.
0 notes
Text
2024 olympics The Netherlands roster
Archery
Steve Wijler (Horn)
Quinty Roeffen (Horst Aan De Maas)
Ana Schloesser (Tijuana, Mexico)
Laura Van Der Winkel (Best)
Athletics
Onyema Adigida (Amsterdam)
Liemarvin Bonevacia (Willemstad, Curaçao)
Ryan Clarke (Castricum)
Niels Laros (Oosterhout)
Stefan Nillessen (Groesbeek)
Mike Foppen (Nijmegen)
Nick Smidt (Assen)
Khalid Choukoud (The Hague)
Abdi Nageeye (Nijmegen)
Elvis Afrifa (Amsterdam)
Taymir Burnet (Willemstad, Curaçao)
Nsikak Ekpo (Amsterdam)
Isaya Klein-Ikkink (Vlaardingen)
Eugene Omalla (Chawolo, Uganda)
Denzel Comenentia (Amsterdam)
Menno Vloon (Zaandam)
Sven Roosen (Eindhoven)
Rik Taam (Zaandam)
Anne Luijten (Rijswijk)
Tasa Jiya (Utrecht)
Lieke Klaver (Grootebroek)
Siifan Hassan (Eindhoven)
Maureen Koster (Gouda)
Diane Van Es (Rotterdam)
Maayke Tijn-Alim (Hoorn)
Nadine Visser (Hoorn)
Femke Bol (Amersfoort)
Cathelijn Peeters (Dongen)
Minke Bisschops (Maastricht)
Isabel Van Den Berg (Aalsmeer)
Marije Van Hunenstijn (Apeldoorn)
Lisanne De Witte (Vlaardingen)
Eveline Saalberg (Arnhem)
Myrte Van Der Schoot (Hilversum)
Pauline Hondema (Assendelft)
Alida Van Daalen (Rotterdam)
Jorinde Van Klinken (Assen)
Jessica Schilder (Volendam)
Anouk Vetter (Amsterdam)
Emma Oosterwegel (Deventer)
Sofie Dokter (Groningen)
Badminton
Robin Tabeling (Arnhem)
Selena Piek (Blaricum)
Basketball
Worthy De Jong (Amsterdam)
Arvin Slagter (Amsterdam)
Jan Driessen (Delft)
Dimeo Van Der Horst (Amsterdam)
Boxing
Chelsey Heijnen (Roosendaal)
Breakdancing
Lee-Lou Demierre (Amsterdam)
Menno Van Gorp (Tilburg)
India Sardjoe (The Hague)
Canoeing
Joris Otten (Helmond)
Selma Konijn (Permerend)
Ruth Vorsselman (Kampen)
Lena Teunissen (Eindhoven)
Martina Wegman (Bergen)
Cycling
Daan Hoole (Zuidland)
Dylan Van Baarle (Veenendaal)
Mathieu Van Der Poel (Kapellen, Belgium)
Harrie Lavreysen (Bergeijk)
Jeffrey Hoogland (Nijverdal)
Roy Van Den Berg (Kampen)
Jan-Willem Van Schip (Houten)
Yoeri Havik (Zaandam)
Jaymio Brink (Arnhem)
Dave Van Der Burg (Bernheze)
Eleonora Van Dijk (Harmelen)
Adriana Vollering (Pijnacker)
Marianne Vos (Hertogenbosch)
Lorena Wiebes (Mijdrecht)
Steffie Van Der Peet (The Hague)
Hetty Van De Wouw (Kaatsheuvel)
Kyra Lamberink (Bergentheim)
Maike Van Der Duin (Assen)
Lisa Van Belle (Zoetermeer)
Puck Pieterse (Amersfoort)
Anne Terpstra (Zierikzee)
Laura Smulders (Horssen)
Merel Smulders (Horssen)
Manon Veenstra (Kerkenveld)
Diving
Else Praasterink (Eindhoven)
Equestrian
Hans Minderhoud (Westkapelle)
Raf Kooremans (Turnhout, Belgium)
Harrie Smolders (Reusel-De Mierden)
Maikel Van Der Vleuten (Geldrop)
Dinja Van Liere (Goes)
Emmelie Scholtens (Schijndel)
Janneke Boonzaaijer (Ede)
Sanne De Jong (Aalsmeer)
Kim Emmen (Oosterhout)
Fencing
Tristan Tulen (Arnhem)
Field hockey
Jip Janssen (Naarden)
Lars Balk (Vianen)
Jonas De Geus (Amsterdam)
Thijs Van Dam (Delft)
Thierry Brinkman (De Bilt)
Seve Van Ass (Rotterdam)
Jorrit Croon (Leiderdorp)
Justen Blok (Rotterdam)
Derck De Vilder (Amsterdam)
Floris Wortelboer (Teteringen)
Tjep Hoedemakers (Rotterdam)
Koen Bijen (Leiden)
Joep De Mol (Tilburg)
Pirmin Blaak (Rotterdam)
Tijmen Reyenga (Amsterdam)
Duco Telgenkamp (The Hague)
Floris Middendorp (Amsterdam)
Anne Veenendaal (Amsterdam)
Luna Fokke (Utrecht)
Freeke Moes (Moergestel)
Lisa Post (Eindhoven)
Xan De Waard (Renkum)
Yibbi Jansen (Hertengenbosch)
Renée Van Laarhoven (Vught)
Felice Albers (Amstelveen)
Maria Verschoor (Dordrecht)
Sanne Koolen (Amsterdam)
Frédérique Matla (Huizen)
Joosje Burg (Veghel)
Marleen Jochems (Etten-Leur)
Pien Sanders (Tilburg)
Marijn Veen (Utrecht)
Laura Nunnink (Eindhoven)
Golf
Anne Van Dam (Arnhem)
Gymnastics
Jermain Grünberg (Hertogenbosch)
Loran De Munck (Haarlem)
Frank Rijken (Zwijndrecht)
Casimir Schmidt (Hoofddorp)
Martijn De Veer (Rotterdam)
Tish Volleman (Eindhoven)
Sanna Veerman (Edam-Volendam)
Naomi Visser (Papendrecht)
Lieke Wevers (Oslo, Norway)
Sanne Wevers (Heerenveen)
Handball
Laura Van Der Heijden (Amersfoort)
Lois Abbingh (Groningen)
Larissa Nüsser (Born)
Bo Van Wetering (Heerhugowaard)
Judith Van Der Helm (Delft)
Tamara Haggerty (Haarlem)
Kim Molenaar (Copenhagen, Denmark)
Kelly Dulfer (Schiedam)
Antje Malestein (Spakenberg)
Rinka Duijndam (Westland)
Yara Holte (Amsterdam)
Niki Van Der Vliet (Zaandam)
Dione Housheer (Oude Ijsselstreek)
Estevana Polman (Arnhem)
Judo
Tornike Tsjakadoea (Leeuwarden)
Frank De Wijt (Beverwijk)
Noël Vant End (Houten)
Michael Korrel (Vianen)
Jelle Snippe (Enschede)
Julie Beurskens (Amersfoort)
Joanne Van Lieshout (Hertogenbosch)
Sanne Van Dijk (Heeswijk-Dinther)
Guusje Steenhuis (Grave)
Marit Kamps (Assen)
Rowing
Eli Brouwer (Utrecht)
Guus Mollee (Amsterdam)
Rik Rienks (Amsterdam)
Ralf Rienks (Amsterdam)
Simon Van Dorp (Amsterdam)
Stefan Broenink (Gouda)
Melvin Twellaar (Westerwartier)
Finn Florijn (Leiden)
Koen Metsemakers (Hasselt)
Lennart Van Lierop (The Hague)
Tone Wieten (Amsterdam)
Nelson Ritsema (Amsterdam)
Sander De Graaf (Made)
Ruben Knab (Ede)
Mick Makker (Blaricum)
Olav Molenaar (Zaandam)
Jacob Van De Kerkhof (Amsterdam)
Jan Van Der Bij (Amsterdam)
Dieuwke Fetter (Amsterdam)
Karolien Florijn (Leiden)
Lisa Scheenaard (Weert)
Martine Veldhuis (Almelo)
Roos De Jong (Haarlem)
Tessa Dullemans (Rotterdam)
Bente Paulis (Leiderdorp)
Laila Youssifou (Amsterdam)
Ymkje Clevering (Ooststellingwerf)
Veronique Meester (Amsterdam)
Benthe Boonstra (Westland)
Hermine Drenth (Arnhem)
Tinka Offereins (Amstelveen)
Marloes Oldenburg (The Hague)
Sailing
Duko Bos (Rotterdam)
Bjarne Bouwer (Alkmaar)
Luuc Van Opzeeland (Hoofddorp)
Bart Lambriex (Haarlem)
Floris Van De Werken (Edam-Volendam)
Sara Wennekes (Scheveningen)
Laila Van Der Meer (Leeuwarden)
Annelous Lammerts (Voorne Aan Zee)
Marit Bouwmeester (Leeuwarden)
Odile Van Aanholt (Willemstad, Curaçao)
Annette Duetz (Gelderland)
Skateboarding
Roos Zwetsloot (Utrecht)
Keet Oldenbeuving (Utrecht)
Swimming
Sean Niewold (Groningen)
Kai Van Westering (Bidart, France)
Kenzo Simons (Paramaribo, Suriname)
Renzo Tjona-Joe (Paramaribo, Suriname)
Caspar Corbeau (Santa Cruz, California)
Arno Kamminga (Katwijk)
Nyls Korstanje (Sneek)
Stan Pijnenburg (Haaren)
Bregje De Brouwer (Hoofddorp)
Noortje De Brouwer (Hoofddorf)
Samantha Van Nunen (Eindhoven)
Imani De Jong (Amsterdam)
Silke Holkenborg (Wehl)
Janna Van Kooten (Amsterdam)
Kim Busch (Dordrecht)
Valerie Van Roon (Delft)
Marrit Steenbergen (Ooststellingwerf)
Kira Toussaint (Amstelveen)
Maaike De Waard (Vlaardingen)
Tes Schouten (Bodegraven)
Tessa Giele (Voorne Aan Zee)
Sharon Van Rouwendaal (Eindhoven)
Table tennis
Adriana Eerland (Schiedam)
Tennis
Tallon Griekspoor (Nieuw-Vennep)
Robin Haase (The Hague)
Wesley Koolhof (Duiven)
Jean-Julien Rojer (Dubai, U.A.E.)
Arantxa Rus (Westland)
Demi Schuurs (Maastricht)
Triathlon
Mitch Kolkman (Maastricht)
Richard Murray (Sittard)
Maya Kingma (Breda)
Rachel Murray (Sittard)
Volleyball
Stefan Boermans (Hengelo)
Yorick De Groot (Sliedrecht)
Matthew Immers (Leidschendam-Voorburg)
Steven Van De Velde (The Hague)
Jolien Knollema (Groningen)
Juliët Lohuis (Oldenzaal)
Sarah Van Aalen (Wijchen)
Indy Baijens (Zaandam)
Eline Timmerman (Rijssen)
Florien Reesink (Borne)
Elles Dambrink (Ouderkerk Aan Den Ijssel)
Nova Marring (Assen)
Katja Stam (Emmen)
Raïsa Schoon (Werkendam)
Celeste Plak (Tuitjenhorn)
Anne Buijs (Oostzaan)
Britt Bongaerts (Roermond)
Marrit Jasper (Sneek)
Nika Daalderop (Amsterdam)
Water polo
Laura Aarts (Nijmegen)
Iris Wolves (Ede)
Brigitte Sleeking (Dordrecht)
Catharina Van Der Sloot (Gouda)
Maartje Keuning (Schermer)
Simone Van De Kraats (Barneveld)
Bente Rogge (Zaanstad)
Lieke Rogge (Zaanstad)
Vivian Sevenich (Mataró, Spain)
Kitty-Lynn Joustra (Permerend)
Lola Moolhuijzen (Ede)
Nina Ten-Broek (Ede)
Sarah Buis (Amsterdam)
#Sports#National Teams#The Netherlands#Celebrities#Mexico#Races#Curacao#Uganda#Basketball#Fights#Boxing#Boats#Belgium#Animals#Hockey#Golf#Norway#Denmark#France#Tennis#U.A.E.#Spain
0 notes
Text
Nachtblauw / Simone van de Vlugt
Catrijn ontvlucht haar dorp in de Beemster na de dood van haar man. Via Alkmaar, waar ze Mattias ontmoet, komt ze te werken bij zijn broer Adriaen in Amsterdam. Adriaen is handelaar in porcelein en specerijen; Mattias reist voor hem om in te kopen. Catrijn kan op een gegeven moment de verleiding om de schildersspullen van haar bazin te gebruiken niet weerstaan, en moet dan weg uit Amsterdam. Ergens komt het haar goed uit, want haar verleden zit haar al weer te dicht op de hielen. Gelukkig wordt ze wel geholpen aan een volgende baan, bij de derde broer, Evert, die in Delft een plateelbakkerij heeft. Daar kan ze aan de slag als schilderes. Als de import van porcelein uit China stil komt te liggen, beginnen Evert en Catrijn met Hollands Porcelein -- wat we nu Delfts Blauw noemen. Toch is Catrijn ook in Delft niet veilig voor de gebeurtenissen uit haar verleden, de Delftse Donderslag (1654), of de builenpest.
We kijken elkaar aan en in Mattias' ogen zie ik mijn eigen pijn weerspiegeld. 'Dat geloof ik wel,' zeg ik zacht. 'Maar iets menen is niet genoeg. Het gaat erom wat je ermee dóét.' 'Over anderhalf jaar ben ik terug. Dat duurt lang, ik weet het, maar ik kom terug. En dan hebben we de rest van ons leven nog.' Zijn gezicht is vlak bij het mijne, zijn stem klinkt een beetje schor. 'Ik zou het liefst hier blijven, maar dat gaat niet. Ik maak die reis ook voor jou, zodat ik je iets te bieden heb. Wacht op me. Wil je dat doen?' 'Jullie handelen niet alleen in porselein. Het zal best een strop zijn, maar er komt meer uit de Oost dan dat. Wees eerlijk en geef toe dat je weggaat omdat je het graag wilt. Ik neem het je niet kwalijk, ik kan het me wel voorstellen. Waarom zou je je binden terwijl de wereld lokt? Misschien zou ik wel hetzelfde gedaan hebben als ik een man was geweest. Maar ik ben geen man, en voor vrouwen ziet de wereld er anders uit.' Ik sta op en kijk op hem neer. 'Ik kan het me niet veroorloven mijn beste jaren te verspillen. Dus ik kan niet beloven dat ik op je zal wachten, Mattias. Voor hetzelfde geld lokt het volgende avontuur zodra je terug bent. Het is voor ons allebei beter om er een punt achter te zetten.' Na die woorden sla ik mijn omslagdoek om en verlaat haastig de herberg, voor ik me bedenk.
Ik had niet eerder iets van deze schrijfster gelezen, geloof ik. Dit boek viel me op omdat ik eerder dit jaar in Delft, in Museum Princenhof, een tentoonstelling had gezien over "Pioniers in Keramiek", waarin het ontstaan van Delfts Blauw werd verbonden met hedendaagse keramiek.
0 notes
Text
‘Wildevrouw’ van Jeroen Olyslaegers: Dionysos aan de Schelde
Met zijn terecht meermaals bekroonde succesroman Wil (2016) demonstreerde Jeroen Olyslaegers dat hij een uitgehold genre als de historische roman volledig naar zijn hand kon zetten. Na meer dan vier jaar intense arbeid slingert hij met Wildevrouw zijn lezers nog verder terug in de tijd, meer bepaald naar het Antwerpen van voor, tijdens en na het bewogen onheilsjaar 1566. En hoe, want in zijn onnavolgbaar lyrisch en volks idioom weet hij als geen ander die woelige tijden tot leven te roepen in deze ongemeen rijke en overvloedige roman over vriendschap, verbondenheid, geloof en verraad.
Het is 1577 wanneer de innemende herbergier Beer, dan een vijftiger, vanuit Amsterdam terugblikt op de gebeurtenissen die hem tien jaar eerder Antwerpen deden ontvluchten. In die tijd was de Scheldestad niet alleen een bruisende handelsdraaischijf en een explosieve smeltkroes van religies, maar ook het kloppende hart van de schilderkunst, de rederijkerskamers, de cartografie en de boekdrukkunst. Beer verloor drie vrouwen in het kraambed. Zijn derde echtgenote baart hem, alvorens te sterven, een zoon, Ward, die vanaf zijn geboorte abnormaal behaard is en eruitziet alsof zijn vrouw niet met Beer heeft ‘gepaard’ maar met ‘een wild dier’. In de harigheid van zijn zoon ziet Beer ‘een vingerwijzing van U daarboven’.
Beer is een ooggetuige, die vanop de eerste rij de onrust in Antwerpen ziet toenemen, met zijn drukbezochte herberg als uitkijkpost. Geregelde en graag geziene klanten zijn de cartograaf Abraham Ortelius, de drukker Willem Silvius en in hun kielzog, zelfs de schilder Pieter Bruegel, bijgenaamd ‘Pierre den Drol’, die in een handomdraai een indrukwekkende muurschildering maakt met een slapende Beer omringd door apen. Een mislukte handelsexpeditie langs de Noordpool om sneller naar ‘de Indiën’ te kunnen varen, keert terug met een wonderlijke buit: twee ‘skraelingen’, een Eskimovrouw met haar dochter, of ‘mensdieren’ zoals Beer ze noemt. Ortelius krijgt de ‘wildevrouw’ als geschenk, maar vertrouwt haar toe aan Beers goede zorgen. Hoewel ze niet met elkaar kunnen communiceren, raakt Beer meer en meer in de ban van de vierde vrouw in zijn leven.
Beer zit in een wildemansbond, samen met drie vrienden: de boekhandelaar Hugo, de blinde reiziger (én kok) Jeroom en de Schrale, een narrige mafketel die — dat doet de ronde — model stond voor Bruegels ‘Dulle Griet. Op Lichtmis gaat dit bonte kwartet de straat op; Beer in ‘berenpak’ gestoken, met een grote ‘valse baard van koord’ en ‘een kroon van klimop’, de andere drie verkleed als koning, jager en vrouw, die doen alsof ze de wildeman de stad uit jagen, ‘om zo de nakende lente en dooi te verwelkomen’. In het toenmalige Antwerpen, waar handel en de vooruitgangsidee de plak zwaaien, kijkt men neer op de verklede vrienden: ‘want in de ogen van de handelaars was zo’n dierlijke vent een lachwekkende herinnering aan lang vervlogen tijden.’ Voor Beer is het wildeman spelen ‘heilig’ en ‘de ware gedaante van ons allemaal, ons oeroude verleden dat ons met elkander verbond.’ De uitheemse vrouw die hem in de schoot wordt geworpen ziet hij dan ook als een goddelijk antwoord op zijn roep naar liefde: verenigd vormen ze onmiskenbaar een reflectie van het wilde koppel dat het Antwerps wapenschild flankeert.
Beers getuigenis is een biecht, net zoals die van Wilfried Wils in Wil, met dat verschil dat de herbergier niet terugblikt in dagboeknotities, maar met openhartige confessies rechtstreeks gericht aan God en de lezer. Achtervolgd door de dood voelt hij zich vervloekt en vergelijkt zichzelf meermaals met de Bijbelse Job. Vanuit Amsterdam wil hij in het reine komen met zijn verleden en die vloek tenietdoen. Zijn stem is een bezwerende voice-over, die de aandacht weet vast te houden, mede dankzij de plastische en energieke beschrijvingen. Olyslaegers is een ware meester in sfeerschepping en weet historische gebeurtenissen met enkele borstelstreken bijzonder geloofwaardig en levendig in beeld te brengen. Zijn beschrijvingen van de Beeldenstorm, het landjuweel van 1561 en de eerste hagenpreken bijvoorbeeld zijn grandioos, net als die van de toespraak van de Grote Geus Hendrik van Brederode of van Hugo die met zijn boekenstand op de bevroren Schelde staat tijdens de horrorwinter van 1564.
In zijn herberg laat Beer oogluikend samenkomsten toe van de Familie der Liefde, een geheim genootschap dat voornamelijk bestaat uit ‘welgesteld volk’. Beer wordt echter nooit een volwaardig lid van deze maçonnieke bende, terwijl ze hem wel dwingen tot hand- en spandiensten voor belangrijke spelers zoals de magister John Dee, die als Beers gast een duivels boek schrijft, en de louche Hongaar Sambucus, die een bibliotheek met verboden boeken uitbouwt in Beers kelder. Onduidelijke afspraken met deze olijkerds komen de onfortuinlijke kroegbaas uiteindelijk duur te staan. Zijn vrienden zien hem als een verrader en in augustus 1567 ziet hij zich genoodzaakt, samen met de wildevrouw en haar dochter, te vluchten naar Amsterdam.
Door opnieuw te kiezen voor de historische roman schikt Olyslaegers zich uitdrukkelijk in een afgemeten traditie, maar niet zonder de beperkingen van het genre op scherp te stellen. Een gigantisch onderzoek ging vooraf aan het schrijfproces, grotendeels uitgevoerd door Olyslaegers’ ‘broeder van een andere moeder’ Stef Franck, en samengebracht op het soort website waarvoor het woord surfen is bedacht. Bruegels ‘Dulle Griet’, — die overigens een paar keer door Wils hoofd spookt in Wil — was hoe dan ook een eerste katalysator, maar wanneer Franck op de proppen komt met een op Bruegel gebaseerde afbeelding van een wildeman en later met een anonieme gravure van een vrouwelijke versie mét kind, is dat uiteraard koren op Olyslaegers’ schrijversmolen.
Vakkundig laat Olyslaegers feit en fictie in elkaar overvloeien, zonder het documentaire te laten overheersen en met een mooie balans tussen historische en fictieve personages. Nooit trapt hij in de val van het belerende, maar blijft — net als de wildemannen die ‘berserkerbloed’ drinken voor hun rondgang — een fervente volgeling van Dionysos en laat de verbeelding hoogtij vieren. Een grote natuurlijkheid, in zowel de dialogen als de vele personages van vlees en bloed, geeft Wildevrouw de grandeur van een hoofse kroniek. Het geregeld gebruik van obsolete woorden als ‘moosmeier’, ‘vliegmare’ of ‘zinkroer’ valt nergens uit de toon, en wanneer een stamgast — zoals het blijkbaar de gewoonte was — pist in de brandende open haard van Beers herberg, dan is dat vermakelijk én instructief.
Maar, geen Olyslaegers zonder een geëngageerd standpunt. Beer heeft wel degelijk een flink pak boter op het hoofd. Hij is medeplichtig en vlucht niet alleen voor de stormen die Antwerpen nog te wachten staan, maar ook uit schaamte voor zijn verraad, zowel aan zijn vrienden als aan de wildevrouw. Hij praat zijn schuld tijdens zijn biechten voortdurend goed, wat hem verlaagt tot een meester in zelfbedrog, een onversneden ‘tweezak’, om nog maar eens met Wils te spreken. Wanneer Ward aan Beer vraagt waarom de leden van de Familie hun geheimen niet willen delen, antwoordt hij dat verbondenheid ‘een schoon ding’ is, maar dat in de kern van de mens ‘een grote behoefte’ heerst om bedrogen te worden. Een van de motto’s, ‘Mundus vult decipi’ of ‘de wereld wil bedrogen worden’, een zinssnede toegeschreven aan de Duitse humanist Sebastian Franck, is in dat licht dan ook treffend gekozen. Later voegt Beer toe dat bedrog altijd zelfbedrog is en dat hij Antwerpen ontvluchtte omdat ‘de eenheid al was uitgekleed door de Antwerpenaren zelf, nog voor de Spanjaarden haar als wraakengelen hadden verkracht’, een niet mis te verstane verwijzing naar de huidige polarisering in onze maatschappij.
Had Olyslaegers met Wil zijn ‘Grote Vlaamse Roman’ reeds te pakken, dan is hij er nu met Wildevrouw meer dan glansrijk in geslaagd zichzelf te overtreffen én opnieuw uit te vinden.
Verschenen op: De Lage Landen (volledige tekst achter betaalmuur) 15 december 2020 en op papier in Ons Erfdeel, januari 2021
Wildevrouw van Jeroen Olyslaegers, De Bezige Bij 2020, ISBN 9789403113012, 416 pp.
www.wildevrouw.be
0 notes
Text
De Hendrick Sorchstraat, 26 juni 1986.
Hendrick Martensz. Sorgh (Rotterdam, ca 1611 – begraven aldaar, 28 juni 1670) was een Nederlands kunstschilder in de traditie van de Hollandse school.
Sorgh was een leerling van David Teniers de Jonge en Willem Buytewech en hoewel zijn werk is beïnvloed door Teniers en Adriaen Brouwer, stond het genre van zijn schilderijen van boereninterieurs en markttaferelen in de traditie van de Rotterdamse schilders van het midden van de zeventiende eeuw. Andere Rotterdamse schilders die tot dezelfde traditie behoorden, waren Herman en Cornelis Saftleven, Pieter de Bloot en François Ryckhals.
Hendrick Sorgh - hij signeerde ook met “Sorch” en “de Sorch” - was de zoon van Maerten Claes Rochus (overleden te Rotterdam, 11 januari 1642) en diens tweede vrouw Elisabeth (Lysbeth) Hendricksd van Hengel (overleden te Rotterdam, 30 juni 1623), met wie Maerten op 28 mei 1606 te Rotterdam trouwde. Zijn moeder kwam uit Antwerpen, zijn vader was een veerman, die goederen van Rotterdam naar de markt in Dordrecht bracht. Maerten stond erom bekend de zending en aflevering van goederen zorgvuldig af te handelen, waardoor hij de bijnaam “Zorg” kreeg. Hendrick gebruikte de bijnaam van zijn vader als achternaam.
Zelf trouwde hij op 20 februari 1633 in Rotterdam met Adriaantje Hollaer (1610-1693), ze was de dochter van een koopman en de schoonzuster van de kunstschilder Crijn Hendricksz. Volmarijn. Ze krijgen zeker vijf kinderen, een zoon heet Maerten Sorgh (ca 1641-1702)
In 1636 of 1637 werd hij meester bij het Sint-Lucasgilde en had hij een leerling Pieter Nijs uit Amsterdam. Pieter Crijnse Volmarijn, zijn neef, en Cornelis Dorsman kwamen later ook bij hem in de leer.
De zaken gingen goed en Hendrick Sorgh was een bemiddeld man met een belangrijke positie in de maatschappij. In 1637 kocht hij een huis genaamd “Het Vrouwehoofd” voor een flinke som gelds. In een document uit 1638 staat hij genoemd als “Veerman tussen Rotterdam en Dordrecht”, hoewel vergelijkbaar met de functie van zijn vader gaat het hier waarschijnlijk om een erebaan. Zijn aanstelling bij de gemeente in erefuncties als 'broodweger' in 1657 en 'brandmeester' in 1659, samen met zijn deelname in 1646 aan een konijnenjacht in Vlaardingen met de baljuw van Rotterdam, laten zien dat hij enig lokaal aanzien genoot.
In 1654 kreeg hij opdracht van de stad Rotterdam om een portret van Erasmus te restaureren, in 1669 werd hij hoofdman van het Sint-Lucasgilde, dat jaar kocht hij een bloementuin aan de Schiekade. Hij stierf in 1670 en werd begraven in de Grote Kerk van Rotterdam.
De fotograaf is Lex de Herder en de foto komt uit het Stadsarchief Rotterdam. De informatie komt van Wikipedia.
0 notes
Text
Unraveling Mysteries in the Heart of Amsterdam: A Thrilling Tale of Love and Danger
In the enchanting backdrop of Amsterdam's Begijnhof, where history whispers through cobblestone streets and secrets linger in the air, grad student Jack Farmer embarks on a summer adventure that takes an unexpected turn in "Dutch Threat."
At first glance, Jack's European escapade promises more play than work, with historical research and leisurely strolls through the charming community. However, when a shocking murder rocks the tranquil neighborhood, the idyllic summer takes a dark twist.
Enter Jet Schilders, a captivating young nurse caught in the crossfire of suspicion. As Jack and Jet join forces to unravel the truth and clear her name, the duo discovers that danger lurks in the most unexpected places. The chemistry between them adds an intriguing layer to the narrative, turning a quest for justice into a thrilling journey of love and suspense.
Author Josh Pachter weaves a tale of wit, charm, and crisp prose, bringing Amsterdam to life with every page. "Dutch Threat" isn't just a murder mystery; it's a captivating exploration of love, danger, and the lengths one will go to uncover the truth.
With a target on their backs and the local police on their trail, Jack and Jet navigate the labyrinthine streets of Amsterdam in a race against time. The stakes rise with a second murder, casting a shadow over their pursuit of justice.
Tom Mead, author of "Death and the Conjuror" and "The Murder Wheel," praises Pachter's debut novel for its long-awaited arrival and its seamless blend of suspense and charm. "Dutch Threat" is a testament to the author's storytelling prowess and a must-read for those who crave a captivating mystery set against the picturesque backdrop of Amsterdam's Begijnhof.
Immerse yourself in the intrigue, unravel the mysteries, and experience the thrill of "Dutch Threat" as Josh Pachter takes you on a journey where love, danger, and suspense collide in the heart of Europe.
0 notes
Text
Drummer, Composer, Electronic Artist
Elvis Homan (1991) is a musician who graduated with Drums at Codarts Music University Rotterdam in 2017 under supervision of Hans van Oosterhout, Mark Schilders, Joost Patocka and graduated a master degree for Contemporary Compositions and Live Electronics at Amsterdam Conservatorium under supervision of Jos Zwaanenburg, Marcel Wiercxk. During his musical career, he released several CDs and performed at several festivals in Slovenia and abroad (North Sea Jazz Festival, InJazz, Tivoli Vredenburg, Trieste Loves Jazz, Oktober Jazz, Jazz Wine of Peace, Kurja Polt, International Film Festival Rotterdam, Mozzajik Jazz Festival Velenje, Imago, Haarlem JazzX, Riga Jazz Festival, etc.) Elvis is also working as a film music composer with the premier of Swedish movie Haxan.
Awards:
1st prize Leiden Jazz Award 2017 with Marco Apicella Trio,
2nd prize Erasmus Jazz Prijs 2017 with Marco Apicella Trio
2nd prize Erasmus Jazz Prijs 2016 with Quartzite 4tet
1st prize Gibanica with Resurrection 2.0 (Beno Novak, Bostjan Simon, Elvis Homan)
Elvis is leader of Rotterdam Electronic Orchestra and Quartzite 4tet, member of Punky Button Clan, Void Noise, aug.unis, Resurrection 2.0, NOTA (None of the Above), and participated in other international projects.
1 note
·
View note
Text
NL-4K-V
Wouterus Verschuur (1812-1874, Amsterdam) was paardenschilder bij uitstek. Zijn schilderijen zijn stalinterieurs of landschappen waarin altijd een paard te vinden is. Verschuurs kunst bestond in het feit dat hij paarden anatomisch correct weergaf en gebruikte het contrast tussen lichte en donkere partijen op zijn doeken. De statisch aandoende taferelen werd meestal verlevendigd met bewegende…
View On WordPress
#18-de eeuws#19-de eeuws#20-ste eeuws#Amsterdam#anatomisch correct#bescheiden#bloemstilleven#contact#contrast#depressief#dynamiek#emotie#explosie#hevig#landschap#Leiden#motief#ongewoon#onkruid#paarden#Pointillisme#Rome#schets#schilderen#schilders#statisch#stramien#tegenlicht#tekening#verdrinken
0 notes
Text
April 19, 2023
#amsterdam#Hermitage#tour#guided tour#guide#favoriet schilderij#favoriete schilder#detail#favorite#painting#17eeeuw#17th century#casper netscher#waarzegster#fortune telling#fabric#textile#luxury#brocade#silk
1 note
·
View note
Photo
Wat? Portret van Cornelis Bosman (1913), Portret van Geertje Bosman-de Groot, Portret van Max Liebermann (1904), Portret van prof. dr. Jacobus Cornelis Kapteyn (1918), Portret van prof. dr. Johan Hendrik Caspar Kern (1909) en Portret van Amsir (1922) door Jan Veth
Waar? Tentoonstelling Het oog van Jan Veth in Dordrechts Museum, Dordrecht
Wanneer? 26 maart 2023
In 1888 trouwden Jan Veth en Anna Dirks en vestigen zich in Bussum. Zijn richting als kunstenaar werd steeds duidelijker: “Ik wil na heel veel gescharrel eens niets anders dan portretten schilderen.” Naast portretten in opdracht schilderde hij ook de boerenbevolking in het Gooi. Veth groeide uit tot een belangrijk kunstenaar die iedereen kende en portretteerde die ‘er toe deed’: professoren, mensen uit de culturele wereld, succesvolle zakenlui. Twee prachtige werken zijn de portretten van Cornelis Bosman, ondernemer uit Alkmaar en zijn vrouw Geertje Bosman-de Groot. Deze werken tonen aan dat Veth zich de vermaning van zijn oude leermeester Allebé om goed waar te nemen danig ter harte had genomen.
Plotseling zie ik tussen de portretten een bekend gezicht. In 2018 bezocht ik Villa Liebermann aan de Wannsee, het voormalige woonhuis van de Duitse impressionist Max Liebermann. Een jaar later zag ik in het Wallraf-Richartz Museum in Keulen een zelfportret van deze schilder en ook toen ik in 2021 het Marie Tak van Poortvlietmuseum in Domburg bezocht, hing daar een getekend zelfportret. Nu ik hier in het museum in Dordrecht rondloop, herken ik het hoofd van Liebermann dan ook onmiddellijk. Veth en Liebermann blijken goed bevriend te zijn geweest en elkaar regelmatig geholpen te hebben.
Vanaf de jaren tachtig werd Veth een veelgevraagd schilder van professorenportretten. De portretten verschillen onderling sterk in stijl: van formeel in toga tot informeel en ontspannen. In 1906 ontving Jan Veth een eredoctoraat van de Universiteit van Amsterdam en mocht hij zichzelf ook ‘professor’ noemen. Later werd hij benoemd hoogleraar aan de Rijksacademie.
In september 1921 maakten Anna en Jan een reis naar Nederlands Indië, waar op dat moment hun dochter en schoonzoon woonden. Ook daar kon hij het werken niet laten. Hij schilderde de Borobudur en tekende portretten van de inheemse bevolking. De Javaanse jongen Amsir werd een van zijn modellen.
10 notes
·
View notes
Text
Kunst en Architectuur: Ontrafelen van het creatieve erfgoed van BOL Nederland
Als we aan Nederland denken, denken we vaak aan pittoreske windmolens en tulpenvelden. Dit levendige land heeft echter een rijk cultureel erfgoed dat verder reikt dan zijn natuurlijke schoonheid. De kunst en architectuur van Nederland hebben een grote invloed gehad op de wereldwijde creatieve scene. In dit artikel gaan we dieper in op het artistieke en architectonische erfgoed van Nederland en ontrafelen we de creatieve erfenis die BOL en de natie als geheel heeft beïnvloed.
Artistieke schittering:
Nederland is door de geschiedenis heen een centrum van artistieke schittering geweest. De Nederlandse Gouden Eeuw, verspreid over de 17e eeuw, staat bekend om zijn uitzonderlijke schilders, waaronder Rembrandt van Rijn, Johannes Vermeer en Frans Hals. Deze meesters van het penseel legden het dagelijks leven, landschappen en portretten vast met opmerkelijke vaardigheid en aandacht voor detail. Hun werken blijven kunstliefhebbers over de hele wereld inspireren en boeien.
De Nederlandse kunstscène reikt verder dan de Gouden Eeuw. Het land is ook de thuisbasis geweest van invloedrijke moderne en hedendaagse kunstenaars. Figuren als Piet Mondriaan en Vincent van Gogh hebben een onuitwisbare stempel gedrukt op de kunstwereld door grenzen te verleggen en nieuwe artistieke uitingen te verkennen. Nederland beschikt over musea van wereldklasse, zoals het Van Gogh Museum en het Rijksmuseum, waar u zich kunt onderdompelen in het artistieke erfgoed van het land.
Architectonische wonderen:
De architectuur van Nederland is net zo divers als de artistieke nalatenschap. Van middeleeuwse bouwwerken tot hedendaagse ontwerpen, het land toont een scala aan bouwstijlen.
Historisch gezien staat Nederland bekend om zijn unieke grachtenpanden. Deze hoge, smalle gebouwen met sierlijke gevels omzomen de pittoreske grachten van steden als Amsterdam en Utrecht. Deze huizen, gebouwd tijdens de Nederlandse Gouden Eeuw, worden gekenmerkt door hun kenmerkende architectonische kenmerken en dienen als een bewijs van de rijke geschiedenis van het land.
Nederland omarmt ook vernieuwende en duurzame architectuur. Met name Rotterdam staat bekend om zijn moderne architectonische landschap. De stad heeft iconische bouwwerken zoals de Kubuswoningen, de Erasmusbrug en de Markthal, die toonaangevend ontwerp en techniek laten zien. Deze architectonische wonderen trekken bezoekers van over de hele wereld en dragen bij aan het levendige stedelijke weefsel van Nederland.
BOL en het Creatief Erfgoed:
BOL, de populaire online retailer gevestigd in Nederland, is diep geworteld in het creatieve erfgoed van het land. Het bedrijf viert de artistieke en architectonische erfenis van Nederland door een breed scala aan culturele producten aan te bieden, waaronder boeken, muziek, films en kunstwerken. BOL erkent het belang van het bevorderen van creativiteit en het ondersteunen van kunstenaars en makers, waardoor hun werk toegankelijk wordt voor een breed publiek.
Om verder in contact te komen met BOL en het creatieve erfgoed van Nederland te ontdekken, kunt u contact opnemen met de klantenservice van BOL in Nederland door Bellen nummer BOL te bellen. BOL Klantenservice Nederland helpt klanten met al hun vragen of zorgen.
Kortom, de kunst en architectuur van Nederland weerspiegelen een rijk cultureel erfgoed dat blijft inspireren en boeien. Van de meesterwerken van beroemde schilders tot de iconische bouwwerken die het Nederlandse landschap sieren, de creatieve erfenis van Nederland is een bewijs van zijn artistieke genialiteit. BOL omarmt dit erfgoed en nodigt je uit om je onder te dompelen in de bruisende wereld van kunst en cultuur. Dus of u nu de schilderijen van de Hollandse Meesters verkent of de architectonische wonderen bewondert, neem even de tijd om het creatieve erfgoed te waarderen dat BOL en Nederland als geheel heeft gevormd.
0 notes