#schapenkop
Explore tagged Tumblr posts
historyfoundhere · 3 years ago
Photo
Tumblr media
De Groothoofdspoort in Dordrecht is een poort uit de oude stadswal van Dordrecht. De eerste poort dateert uit de 14e eeuw, maar verbouwingen en uitbreidingen uit de 15e, 17e en 18e eeuw geven de poort haar huidige uiterlijk. De naam van de poort stamt uit de 18e eeuw toen de poort op een kaart werd aangegeven als de Groote Hoofd Poort van Dordrecht. De poort komt uit bij het drierivierenpunt waar de Merwede, Oude Maas en Noord samen komen. Technisch gezien is het zelfs een vierrivierenpunt, aangezien het Wantij ook op dit punt samenkomt. Bezoek Dordrecht eens, een van de meest ondergewaardeerde steden van Zuid-Holland. ————— This gate is one of the oldest surviving gates in The Netherlands. The origins of the Groothoofdspoort date back to the 14th century, but later additions gave it its current look. The name derives from being the main gate to the city, when entrance to the city mainly went through the river access points. At this gate three main rivers came together (Noord, Oude Maas and Merwede). Visit Dordrecht, it is a hidden gem! #dordrecht #groothoofdspoort #groothoofdspoortdordrecht #medieval #stadswandeling078 #schapekoppen #schapenkop #nederlandheeftalles #zuidholland #oudemaas #merwede #noord #hiermoetjezijn #ontdeknederland #poort #gate #citygate #stadspoort #historyfound (bij Groothoofdspoort) https://www.instagram.com/p/CVIOJOTsMMG/?utm_medium=tumblr
0 notes
diakenrob · 3 years ago
Text
Een luie herder
Gisteren zagen mijn zoon en ik een arme herder over de muur heen zijn schaapjes tellen. Met spontaan geworpen lammetjes erbij, en af en toe een te oud schaap eraf, steeds zo'n 100 stuks.
De herder met gezin woont waar niemand het hoeft te zien, weg van de winkelstraat. We hadden het nog over die schamele omstandigheden toen we een poos verderop in onze buurt een eenzaam schaap aantroffen. Het leek best in haar nopjes. Toch besefte ik dat wie goed tellen kan, weer op pad moest om dit exemplaar op te sporen. Een goede herder heeft immers niet genoeg aan 99 schaapjes.
De volgende dag ging ik aan het mediteren maar de natuur gaf lichte hints dat er iets moest worden verholpen. Een knakkende twijg. Tussen de bladeren een schuddende schapenkop. En een luie herder, vulde ik aan.
Eerst toch maar mediteren, want geduldig is de schepping. Bovendien was er kans dat herder en gezin voorbij kwamen om het verloren pakketje op te halen.
Zoon en ik gingen net zoals de dag voorheen voor een aantal duizend stappen; voorbij de muur, langs het arme huis en met schroom trok ik de aandacht van de herdersvrouw die zich liever niet liet zien in de context van hun schamele woonst. De Portugese dame begreep me niet, maar ontving genoeg onrustige signalen om later iets te bedenken.
Zoon en ik vonden dat een lange wandeling wel een drankje in de schaduw verdiende, in volle zicht, aan de kant van de winkelstraat. Geen wolkje aan de hemel.
Het was al weer wat later en op de terugweg verschenen plots herdersvrouw en kinderen. Het was niet hun schaap. Dat zouden ze al lang gemerkt hebben.
Het bleek een schaap van een andere herder te zijn. Kijk maar naar de verf op de rug en het teken in het oor van het beest. Vader-herder was toch niet lui en tellen kan hij als de beste.
De andere herder werd gebeld. Die stuurde zijn vrouw en zonen. Ze trokken het arme schaap van de grond. Zelf kon het niet meer. "Zal het nu sterven?" "Ja, hoor", antwoordde de vrouw. En weg waren ze, met schaap op de schouders, wel zeker 5.000 stappen te gaan.
Tumblr media
0 notes
superstore3291-blog · 5 years ago
Text
Dieren masker schaaplammetje voor kids
Kartonnen schapen masker voor kinderen U ontvangt een kartonnen vel met een opdruk van een schapenkop Deze kop kunt u uitknippen Hierna drukt u de meegeleverde splitpennen aan beide zijden door het karton heen ongeveer ten hoogte van de ogen met de dikke punt van de splitpen aan de achterkant van het masker Het elastiekje kunt u hierna vastknopen aan de splitpennen De ogen kunt u naar eigen wens uitknippen U kunt hierbij het beste gebruik maken van een klein mesjeschaartje bijvoorbeeld een nagelschaartje Het schapenmasker is geschikt voor kinderen vanaf 3 jaar Formaat masker ongeveer 26 x 23 cm Dit artikel bestaat uit 1x Wit elastiek 40 cm en 4 splitpennen 1x Basis artikel dierenmasker schaap http://dlvr.it/RBJcDk
0 notes
waterjuffers · 8 years ago
Text
Als er één schaap over de dam is...
Een drieluik over schapen door Karin Swanenberg
         Schapen zijn leuk. Onze komst naar Beneden Leeuwen werd ingeluid door drie van die wollige dames. Ze graasden op ons stukje dijk om het gras kort te houden, tot de woonark die we lieten bouwen op haar plek zou liggen en we feitelijk in Leeuwen zouden wonen. Dan zouden we zelf de wei gaan maaien. In de zomer van 2007 waren we met regelmaat al op de dijk te vinden. Om praktische redenen, maar vooral voor de voorpret: in de zon met koffie en broodjes in het gras zitten en uitkijken over het geweldige waterlandschap dat onze achtertuin zou worden. De schapen en wij moesten altijd even aan elkaar ruiken. Eén van hen was zo nieuwsgierig dat we haar Aagje doopten. Als we niet oppasten verdween haar hele donkerbruine kop in de tas met etenswaren. Het beest lustte saucijzenbroodjes! 
         In de nazomer van 2008 schreef ik voor de Gelderlander een column over schapen. In de zomer van 2016 beleefde ik weer een avontuur waarin een schaap voorkwam, goed voor een tweede verhaal. Begin 2017 leverde een derde belevenis rondom een schaap nog een verhaal op en was de geboorte van dit drieluik een feit. 
1 Schaapjes tellen
         “Wat is dát nou?!” Tijdens ons kuiertje over de dijk, sta ik abrupt stil, geschokt door een nogal macaber beeld. Naast de loopbrug van de serviceboot aan het begin van de Strang, ligt een schaap in het water. Het is door een dierenbeul in een heloranje zwemvest gestoken en vervolgens wreed aan zijn lot overgelaten. Het drijft daar, wachtend op zijn einde. Leeft het nog? Of is het al dood? “Achterlijke gladiolen, wie dóet nou zoiets?” 
          Maar…is die blik niet ál te starend en die vacht niet érg strak? Dit schaap leeft niet...dood is het evenmin...het is nep! Schaapachtig staar ik naar het dobberende ondier en voel me behoorlijk beet genomen. De rest van de wandeling verzinnen we verklaringen voor dit mysterie.
          Drie dagen later vernemen we de herkomst van het beest. In de zaterdagse Gelderlander lezen we: ‘Dobberend schaap verdwenen’. Er blijkt één derde deel van een 'kunstwerk' zoek! Drie schapen in zwemvest lagen, bij wijze van verlenging van de beeldentuin, in het water van de passantenhaven in Mook. Eén ligt er nog, het tweede is tijdelijk een 'schaapje op het droge' omdat het zwaar beschadigd is door de stroming. Het derde was vorige week opeens foetsie, waarschijnlijk gejat. Dat, weten wij inmiddels, is in Leeuwen tussen wal en schip beland. Dat móet het zwarte schaap van de familie zijn.
         Hoe het zo is gekomen, blijft een raadsel, maar de kunstenaar moet oppassen: als er één schaap over de dam is... Het was beter geweest als hij ál zijn schaapjes op het droge had gehad. Hoewel, dat heeft hij misschien ook, gezien het feit dat ze voor € 3000,- per stuk zijn verzekerd! 
Beneden Leeuwen, 9-8-2008
Tumblr media
2 Help!
         Als er iets is waar ik niet tegen kan, is het dierenleed. En volgens mij voltrekt het zich op dit moment vlakvoor mijn neus. Mijn ommetje rond de wiel bracht me aan een kleine wei met bomen. Een soort langgerekte driehoek, met in de punt een klaphek en halverwege de rechterzijde nog een. In het weitje staat één schaap. Het is het mikpunt van de pesterijen van twee kinderen. Ze dansen en springen er lachend omheen  en halen met lange stokken naar het schaap uit. Het staat doodstil. Het kan niet anders, de stokken lijken van alle kanten te komen, zo snel zijn de kinderen. Over stokken gesproken: hier ga ik een stokje voor steken!
         Met een waas voor de ogen storm ik de wei in. De kinderen zien me komen en zetten het op een lopen. Ik moet eruit zien als Attila de Hun, realiseer ik me. Voor zover een kindermoordenaar dat kan, roep ik vriendelijk dat ze niet weg hoeven te rennen, dat ik ze alleen iets wil vragen. Het tweetal komt schoorvoetend dichterbij en als we in de buurt van het schaap zijn, leg ik uit waarom het gemeen is wat ze doen. Dat het schaap niet weet dat ze spelen, maar dat het in de war raakt van die stokken en bang wordt. Dat een schaap ook kwaad wordt, weet ik dan nog niet. Ik ontdek het snel genoeg.
         De kinderen lijken me ’n jaar of acht. Ik sta tussen hen en het schaap in. Terwijl ik probeer met redelijkheid op ze in te praten zonder de boze mevrouw uit te hangen, zie ik hun ogen steeds groter worden. Net als ik besef dat ik vast zo’n effect niet heb op die twee, wordt met een enorme dreun het waarom duidelijk. De schapenkop boort zich pijnlijk diep in mijn dijbeen en stoot me bijna omver. Opzij stappend om mijn evenwicht ter hervinden, verzwik ik mijn enkel en ben niet snel genoeg om een tweede dreun te ontwijken, nu in mijn andere dij. Ik slaak een kreet en kijk naar de boosdoener. Het schaap is achteruitgelopen en neemt snuivend een aanloop om een volgende kopstoot uit te delen. Ternauwernood kan ik de kwaaie kop met mijn handen afremmen. Ik voel de harde knobbels bovenop en weet dat ik heel, heel erg moet oppassen.
         Ik ga naast het schaap staan en sla mijn arm om het dier heen. Het snuift en siddert. Mijn pogingen om het met mijn stem te kalmeren, halen niets uit. Dit schaap is niet boos, het is pissig! Als ik langzaam achteruit loop, valt het opnieuw aan. De procedure herhaalt zich. Ik knik met mijn hoofd naar het hek. “Wegwezen!”, zeg ik tegen de kinderen. “Jullie hebben dat beest goed kwaad gekregen”. Ze laten het zich geen tweede keer zeggen.
         Dan probeer ik afstand te creëren door achter een van de bomen te springen. Het schaap komt direct achter me aan en stopt alleen als ik ernaast ga staan. Het is niet te verleiden om samen een eindje op te lopen. Sta ik er bij, dan verroert het zich niet. Zo kom ik hier nooit weg! Met mijn arm om de nek van het schaap overpeins ik mijn penibele situatie. De mokerslag van de waarheid is even hard als de kopstoot van dat klotebeest. Want dat is precies wat het is: een kloten-beest. Het is een ram! Ik had het kunnen weten. Schapen, ooien welteverstaan, lopen in een kudde. Een schaap alleen in de wei is een ram! En dit murw getreiterde exemplaar is zo narrig als een stier in de arena en zo sterk als een paard.
         De beste uitweg is het hek aan de zijkant, ruim 30 meter van me af. Ik zie maar één manier om er te komen: achteruit de oorlog in! Drie snelle passen naar achteren over hobbelig terrein, me schrap zetten, die kwaaie kop opvangen, me afzetten tegen het schaap en weer drie passen achteruit. Niet méér, hij mag niet te veel vaart maken. ‘Overeind blijven, niet vallen, overeind blijven, niet vallen!’ is het enige wat ik kan denken. Als ik nu onderuit ga ramt dit beest me aan gort. Dertig meter: een eeuwigheid, met niets anders dan een ram en ik daar midden in. Met gebalde vuisten geef ik hem antwoord in zijn eigen taal: als hij aan komt rennen mep ik hem op zijn kop, net zoals hij mij met zijn harde knobbels omver wil kegelen. Hij neemt wat gas terug. Een beetje maar, want ik zal en moet die wei uit. Wat dat betreft zijn we het eens.
         Dan –eindelijk!- ben ik aan het eind van het parcours. Een laatste kopstoot ontwijkend glip ik door het hek en laat het opgelucht achter me dichtklappen. ‘Arm schaap!’ denk ik en weet niet zeker of ik mezelf bedoel of dat klotebeest, waarmee ik ondanks alles medelijden heb. Je moet het wel bont maken om een dier zo overstuur te krijgen. De kinderen hebben alles vanaf de andere kant met nieuwsgierigheid gevolgd. “Is die beest van u?” roepen ze. “Nee” roep ik terug “maar toch mag je het niet plagen, je hebt hem heel boos gemaakt”. “We plaagden niet, we speelden!” kaatsen ze terug. Ik zucht en geef het op. Twee wildvreemde kinderen aan de overkant van een wei opvoeden is geen doen. Ik moet maar eens zien dat ik thuis kom.
         De tien minuten van de terugweg worden langer en langer doordat mijn spieren verstijven en het lopen steeds stroever gaat. Aangekomen bij het tuinpad weigert mijn enkel dienst. Binnen zie ik dat er een tennisbal op zit. Op mijn dijen gloeien roodpaarse rondjes ter grootte van een knobbel. Dat wordt een week strompelen. ‘Arm schaap!’ denk ik nog een keer. Nu weet ik zeker wie ik bedoel.
Beneden Leeuwen juli 2016
Tumblr media
3 Hoog en droog
         Hij heeft nog nooit van zijn leven geroeid, zegt hij. Ik duw mijn roeiboot af en de man legt zijn handen op de riemen. Voordat ik ook maar één aanwijzing kan geven, maakt hij zijn eerste slagen. De boot rukt naar voren, ik plof verbluft neer op het andere bankje. Hij gaat als een speer! Nee, hij neemt me niet in de maling, hij heeft écht nooit eerder geroeid. Een natuurtalent! De koers aangeven is bij hem genoeg, in dit geval voornamelijk ‘recht zo die gaat’.
         “Ik heb dit nog nooit meegemaakt” zegt hij halverwege. “Ik ook niet” antwoord ik, gefocust op ons doel. Dat staat tussen de boomwortels van een enorme wilg op een piepklein eilandje, dat nauwelijks groter is dan de knokige vertakkingen die boven de klei uitsteken. Als we dichterbij komen, loopt ons doel naar het uiterste randje en staart ons aan. “Ik zit al dertig jaar in de schapen, maar dit heb ik nog nooit meegemaakt” zegt de man. “Met schapen is het altijd wat”. Nóg twee waarheden als een koe: schapen moeten eten én schapen kunnen niet zwemmen.
         Het is februari. De afgelopen maanden stond het water van de Waal voor dit seizoen uitzonderlijk laag. Wekenlang lagen we met de woonboot aan de grond. In de winter nog niet eerder vertoond. Óók een nieuw fenomeen is de kudde schapen die sinds enkele maanden het grasland begraast op de dam tussen ons en de rivier. Meestal is er in deze tijd grote kans op hoog water, zo hoog dat de weide blank komt te staan en de schapenhouder zijn dieren naar hogere grond zou moeten brengen. Dit jaar niet. Waar we gewoonlijk uitkijken op een watergeul met enkele al dan niet ondergelopen eilandjes, was een groene vallei ontstaan met een soort rivierduintjes. Drie dagen geleden liep ik er nog. En die schapen ook.
         Toen steeg het water. En snel ook. In enkele dagen tijd kwam er 2 meter bij. De woonboot dreef weer en de geul liep vol. Niets dramatisch hoor, er kan nog véél meer water in de sloot voordat het een probleem wordt. De schapen op de eilandjes hadden nog net een strookje droge grond voor de oversteek naar de grote veilige weide. Op één na. Een bruin schaap kreeg het voor elkaar om op een minuscuul bultje grond onder een boom te staan suffen, juist op het moment dat de geul langzaam vol liep en het wassende water dat bultje in een eilandje veranderde. Er groeide geen grasspriet en het beest kon geen kant op.
         Wanneer ik thuis kom van mijn werk en uit de auto stap, kijk ik zoals altijd uit over ‘mijn waterland’. Ik zie het schaap meteen. Maar omdat het buiten grauw en miezerig is, twijfel ik: heb ik van boomwortels een schaap gemaakt, of is het er echt één? Binnen zie ik door de verrekijker een levend schaap. Maar niet lang meer, als dit zo blijft! Geen idee wie de eigenaar van het schaap is. De eigenaar van de weide, een grondwinningsfirma, weet dat waarschijnlijk wel. Maar het is na vijven, ze zijn niet meer bereikbaar. Ik bel een dierenarts. Hij bevestigt mijn vermoeden dat schapen niet kunnen zwemmen. Hun vacht loopt vol en wordt zo zwaar dat ze zinken en verdrinken. Bel de politie, adviseert hij me. Een paar uur later wijs ik vanaf de dijk in de schemering een agent de plek waar het schaap staat. We weten nu dat het water nauwelijks meer zal stijgen. Het beest is nog niet in nood. Hij belooft om met een collega uit te zoeken wie de schapenhouder is, zodat die zijn schaap kan redden. Ik kan gerust gaan slapen.
         De volgende morgen staat die bol wol er nog. Aan het begin van de middag nog steeds. Opnieuw bel ik de politie. De agent van gisteren heeft vrij en voortgangsrapportage is er niet. Het wordt een nieuwe melding die leidt tot een telefoontje van een nieuwe agent. “Er is contact met de schapenhouder geweest. Hij is wezen kijken, maar heeft niets gezien. En het water gaat weer zakken, dus…” Ik bespeur een ‘niets aan de hand-toontje’ en zeg: “Het water zakt niet snel genoeg. Dat beest heeft al 24 uur niets gegeten en is omringd door water. Het kan daar niet weg. Er moet iets gebeuren. Mag ik het nummer van de boer? Dan leg ik het hem uit.” In plaats daarvan zal de agent de boer mijn nummer geven. Hmm. Of die me echt gaat bellen, is nog maar de vraag.
         Het gaat me niet vlot genoeg. Ik besluit om het schaap hooi te brengen als er binnen een paar uur niets is gebeurd en bedenk een plannetje om, desnoods in mijn eentje, met de roeiboot en een pontonnetje het schaap te bevrijden en naar de oever van de grote weide te varen. Tien meter water overbruggen moet lukken. “Tuurlijk” roept mijn welwillende buurvrouw. Ze zegt de ponton toe en konijnenhooi. Omdat ik de koe graag zelf bij de horens pak, wil ik niet langer wachten tot de schapenboer mij belt, maar ga ik zelf naar hem op zoek. Via een kennis krijg ik een naam. Google doet de rest.
         “Juist! Ja, die!” zegt de schapenhouder als ik hem aan de lijn heb en mijn naam noem. De politie heeft die zojuist doorgegeven. De man heeft het schaap al gezocht maar kon het niet vinden. Dat begrijp ik. Als je niet weet waar je moet kijken, zie je niets. En zo’n ukkepuk van een eilandje is telefonisch niet makkelijk te wijzen. We spreken af. Nu gaat het snel. Binnen 20 minuten is hij er en heb ik een ponton klaar liggen met een bak hooi. Hij helpt me direct uit de droom: schapen zijn met hooi niet te lokken en zo’n beest blijft daar echt niet op staan. Het schaap moet dus van de bult in de boot en van de boot op de oever. ‘Dat wordt nog een gehannes’, denk ik. Maar wie weet er hier nou het meest van schapen? Ik laat de man dan ook zijn eigen koe bij de horens vatten.
         Nu hij zo’n voortvarende roeier is gebleken, heb ik wel vertrouwen in een goede afloop. De punt van de boot raakt grond, de boer springt tussen de wortels en is in vier grote stappen bij het schaap dat achter de boom is gedoken. Terwijl ik poog de boot vast te leggen is de man alweer terug met het spartelende beest in zijn handen. Hoe weet ik niet precies, maar het lukt hem om met schaap en al het touw te pakken, de boot dichterbij te trekken en die te draaien. Dan kwakt hij 60 kilo schaap via de zijkant de boot in, stapt er zelf achteraan, nóg een greep in de bruine vacht, en hop! tilt hij het over de visbun heen. Daar blijft het dier staan, beduusd, maar het lijkt te beseffen dat het wel in orde is.
         Dan gaat het sneller dan snel en heb ik geen tijd om na te denken over trivialiteiten als boten afduwen of boeren helpen sturen. Met een onovertrefbare daadkracht roeit de man weg -niet achteruit, maar voorwaarts nu- en overbrugt hij meegevoerd door de stroming de afstand naar een stuk oever dat niet zo steil is. Daar kan het steeds nerveuzer wordende schaap de wal op. Nog twee meter te gaan, het schaap staat te stuiteren en wil de boot uit. Het klimt over het achterste bankje en voordat het de rand van de boot bereikt, dondert het in het vak ertussenin. Opkrabbelen lukt niet. Ik zie die donkere knoedel en hou mijn adem in. Het beest moet minsten dertien gebroken poten hebben! En gewond zijn door die scherpe stalen rand, kan niet anders! De boer duikt erop af, rukt het dier weinig zachtzinnig omhoog. “Wacht!” schreeuw ik, als hij het schaap op de wal wil gooien. Stroming heeft ons van de oever weg gevoerd.
         Terwijl de man worstelt met het schaap roei ik het achtereind van de boot tegen de oever aan. In één kolossale worp vliegt het dier het land op. Nog geen halve minuut later staat het te eten. “Zie je? Hij had honger!” zegt de eigenaar. Ja allicht, daar was deze hele missie om begonnen! “Is dat beest nog wel heel?” vraag ik. “Het ging zó hard!” Ik kijk of er niet overal bloederige botten uit de vacht steken. De schapenhouder zit weer op zijn bankje en legt zijn handen op de riemen voor de terugtocht. “Welnee” antwoordt hij. “Die heeft niks gelejen”. Z’n schaapjes op het droge krijgen, laat dát maar aan hem over.
Beneden Leeuwen 8-2-2017
1 note · View note
superstore3291-blog · 6 years ago
Text
Dieren masker schaaplammetje voor kids
Kartonnen schapen masker voor kinderen U ontvangt een kartonnen vel met een opdruk van een schapenkop Deze kop kunt u uitknippen Hierna drukt u de meegeleverde splitpennen aan beide zijden door het karton heen ongeveer ten hoogte van de ogen met de dikke punt van de splitpen aan de achterkant van het masker Het elastiekje kunt u hierna vastknopen aan de splitpennen De ogen kunt u naar eigen wens uitknippen U kunt hierbij het beste gebruik maken van een klein mesjeschaartje bijvoorbeeld een nagelschaartje Het schapenmasker is geschikt voor kinderen vanaf 3 jaar Formaat masker ongeveer 26 x 23 cm Dit artikel bestaat uit 1x Wit elastiek 40 cm en 4 splitpennen 1x Basis artikel dierenmasker schaap http://dlvr.it/R3Td40
0 notes