waterjuffers
Waterjuffers
83 posts
José Iping en Karin Swanenberg, verzot op het rivierenland, wonen op woonboot Mirakel op de Strang in Leeuwen. Als rivierjutters verzamelen ze waterverhalen in woord, beeld en geluid.
Don't wanna be here? Send us removal request.
waterjuffers · 7 years ago
Photo
Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media
Hoog water 8 januari 2018
0 notes
waterjuffers · 8 years ago
Text
Als er één schaap over de dam is...
Een drieluik over schapen door Karin Swanenberg
         Schapen zijn leuk. Onze komst naar Beneden Leeuwen werd ingeluid door drie van die wollige dames. Ze graasden op ons stukje dijk om het gras kort te houden, tot de woonark die we lieten bouwen op haar plek zou liggen en we feitelijk in Leeuwen zouden wonen. Dan zouden we zelf de wei gaan maaien. In de zomer van 2007 waren we met regelmaat al op de dijk te vinden. Om praktische redenen, maar vooral voor de voorpret: in de zon met koffie en broodjes in het gras zitten en uitkijken over het geweldige waterlandschap dat onze achtertuin zou worden. De schapen en wij moesten altijd even aan elkaar ruiken. Eén van hen was zo nieuwsgierig dat we haar Aagje doopten. Als we niet oppasten verdween haar hele donkerbruine kop in de tas met etenswaren. Het beest lustte saucijzenbroodjes! 
         In de nazomer van 2008 schreef ik voor de Gelderlander een column over schapen. In de zomer van 2016 beleefde ik weer een avontuur waarin een schaap voorkwam, goed voor een tweede verhaal. Begin 2017 leverde een derde belevenis rondom een schaap nog een verhaal op en was de geboorte van dit drieluik een feit. 
1 Schaapjes tellen
         “Wat is dát nou?!” Tijdens ons kuiertje over de dijk, sta ik abrupt stil, geschokt door een nogal macaber beeld. Naast de loopbrug van de serviceboot aan het begin van de Strang, ligt een schaap in het water. Het is door een dierenbeul in een heloranje zwemvest gestoken en vervolgens wreed aan zijn lot overgelaten. Het drijft daar, wachtend op zijn einde. Leeft het nog? Of is het al dood? “Achterlijke gladiolen, wie dóet nou zoiets?” 
          Maar…is die blik niet ál te starend en die vacht niet érg strak? Dit schaap leeft niet...dood is het evenmin...het is nep! Schaapachtig staar ik naar het dobberende ondier en voel me behoorlijk beet genomen. De rest van de wandeling verzinnen we verklaringen voor dit mysterie.
          Drie dagen later vernemen we de herkomst van het beest. In de zaterdagse Gelderlander lezen we: ‘Dobberend schaap verdwenen’. Er blijkt één derde deel van een 'kunstwerk' zoek! Drie schapen in zwemvest lagen, bij wijze van verlenging van de beeldentuin, in het water van de passantenhaven in Mook. Eén ligt er nog, het tweede is tijdelijk een 'schaapje op het droge' omdat het zwaar beschadigd is door de stroming. Het derde was vorige week opeens foetsie, waarschijnlijk gejat. Dat, weten wij inmiddels, is in Leeuwen tussen wal en schip beland. Dat móet het zwarte schaap van de familie zijn.
         Hoe het zo is gekomen, blijft een raadsel, maar de kunstenaar moet oppassen: als er één schaap over de dam is... Het was beter geweest als hij ál zijn schaapjes op het droge had gehad. Hoewel, dat heeft hij misschien ook, gezien het feit dat ze voor € 3000,- per stuk zijn verzekerd! 
Beneden Leeuwen, 9-8-2008
Tumblr media
2 Help!
         Als er iets is waar ik niet tegen kan, is het dierenleed. En volgens mij voltrekt het zich op dit moment vlakvoor mijn neus. Mijn ommetje rond de wiel bracht me aan een kleine wei met bomen. Een soort langgerekte driehoek, met in de punt een klaphek en halverwege de rechterzijde nog een. In het weitje staat één schaap. Het is het mikpunt van de pesterijen van twee kinderen. Ze dansen en springen er lachend omheen  en halen met lange stokken naar het schaap uit. Het staat doodstil. Het kan niet anders, de stokken lijken van alle kanten te komen, zo snel zijn de kinderen. Over stokken gesproken: hier ga ik een stokje voor steken!
         Met een waas voor de ogen storm ik de wei in. De kinderen zien me komen en zetten het op een lopen. Ik moet eruit zien als Attila de Hun, realiseer ik me. Voor zover een kindermoordenaar dat kan, roep ik vriendelijk dat ze niet weg hoeven te rennen, dat ik ze alleen iets wil vragen. Het tweetal komt schoorvoetend dichterbij en als we in de buurt van het schaap zijn, leg ik uit waarom het gemeen is wat ze doen. Dat het schaap niet weet dat ze spelen, maar dat het in de war raakt van die stokken en bang wordt. Dat een schaap ook kwaad wordt, weet ik dan nog niet. Ik ontdek het snel genoeg.
         De kinderen lijken me ’n jaar of acht. Ik sta tussen hen en het schaap in. Terwijl ik probeer met redelijkheid op ze in te praten zonder de boze mevrouw uit te hangen, zie ik hun ogen steeds groter worden. Net als ik besef dat ik vast zo’n effect niet heb op die twee, wordt met een enorme dreun het waarom duidelijk. De schapenkop boort zich pijnlijk diep in mijn dijbeen en stoot me bijna omver. Opzij stappend om mijn evenwicht ter hervinden, verzwik ik mijn enkel en ben niet snel genoeg om een tweede dreun te ontwijken, nu in mijn andere dij. Ik slaak een kreet en kijk naar de boosdoener. Het schaap is achteruitgelopen en neemt snuivend een aanloop om een volgende kopstoot uit te delen. Ternauwernood kan ik de kwaaie kop met mijn handen afremmen. Ik voel de harde knobbels bovenop en weet dat ik heel, heel erg moet oppassen.
         Ik ga naast het schaap staan en sla mijn arm om het dier heen. Het snuift en siddert. Mijn pogingen om het met mijn stem te kalmeren, halen niets uit. Dit schaap is niet boos, het is pissig! Als ik langzaam achteruit loop, valt het opnieuw aan. De procedure herhaalt zich. Ik knik met mijn hoofd naar het hek. “Wegwezen!”, zeg ik tegen de kinderen. “Jullie hebben dat beest goed kwaad gekregen”. Ze laten het zich geen tweede keer zeggen.
         Dan probeer ik afstand te creëren door achter een van de bomen te springen. Het schaap komt direct achter me aan en stopt alleen als ik ernaast ga staan. Het is niet te verleiden om samen een eindje op te lopen. Sta ik er bij, dan verroert het zich niet. Zo kom ik hier nooit weg! Met mijn arm om de nek van het schaap overpeins ik mijn penibele situatie. De mokerslag van de waarheid is even hard als de kopstoot van dat klotebeest. Want dat is precies wat het is: een kloten-beest. Het is een ram! Ik had het kunnen weten. Schapen, ooien welteverstaan, lopen in een kudde. Een schaap alleen in de wei is een ram! En dit murw getreiterde exemplaar is zo narrig als een stier in de arena en zo sterk als een paard.
         De beste uitweg is het hek aan de zijkant, ruim 30 meter van me af. Ik zie maar één manier om er te komen: achteruit de oorlog in! Drie snelle passen naar achteren over hobbelig terrein, me schrap zetten, die kwaaie kop opvangen, me afzetten tegen het schaap en weer drie passen achteruit. Niet méér, hij mag niet te veel vaart maken. ‘Overeind blijven, niet vallen, overeind blijven, niet vallen!’ is het enige wat ik kan denken. Als ik nu onderuit ga ramt dit beest me aan gort. Dertig meter: een eeuwigheid, met niets anders dan een ram en ik daar midden in. Met gebalde vuisten geef ik hem antwoord in zijn eigen taal: als hij aan komt rennen mep ik hem op zijn kop, net zoals hij mij met zijn harde knobbels omver wil kegelen. Hij neemt wat gas terug. Een beetje maar, want ik zal en moet die wei uit. Wat dat betreft zijn we het eens.
         Dan –eindelijk!- ben ik aan het eind van het parcours. Een laatste kopstoot ontwijkend glip ik door het hek en laat het opgelucht achter me dichtklappen. ‘Arm schaap!’ denk ik en weet niet zeker of ik mezelf bedoel of dat klotebeest, waarmee ik ondanks alles medelijden heb. Je moet het wel bont maken om een dier zo overstuur te krijgen. De kinderen hebben alles vanaf de andere kant met nieuwsgierigheid gevolgd. “Is die beest van u?” roepen ze. “Nee” roep ik terug “maar toch mag je het niet plagen, je hebt hem heel boos gemaakt”. “We plaagden niet, we speelden!” kaatsen ze terug. Ik zucht en geef het op. Twee wildvreemde kinderen aan de overkant van een wei opvoeden is geen doen. Ik moet maar eens zien dat ik thuis kom.
         De tien minuten van de terugweg worden langer en langer doordat mijn spieren verstijven en het lopen steeds stroever gaat. Aangekomen bij het tuinpad weigert mijn enkel dienst. Binnen zie ik dat er een tennisbal op zit. Op mijn dijen gloeien roodpaarse rondjes ter grootte van een knobbel. Dat wordt een week strompelen. ‘Arm schaap!’ denk ik nog een keer. Nu weet ik zeker wie ik bedoel.
Beneden Leeuwen juli 2016
Tumblr media
3 Hoog en droog
         Hij heeft nog nooit van zijn leven geroeid, zegt hij. Ik duw mijn roeiboot af en de man legt zijn handen op de riemen. Voordat ik ook maar één aanwijzing kan geven, maakt hij zijn eerste slagen. De boot rukt naar voren, ik plof verbluft neer op het andere bankje. Hij gaat als een speer! Nee, hij neemt me niet in de maling, hij heeft écht nooit eerder geroeid. Een natuurtalent! De koers aangeven is bij hem genoeg, in dit geval voornamelijk ‘recht zo die gaat’.
         “Ik heb dit nog nooit meegemaakt” zegt hij halverwege. “Ik ook niet” antwoord ik, gefocust op ons doel. Dat staat tussen de boomwortels van een enorme wilg op een piepklein eilandje, dat nauwelijks groter is dan de knokige vertakkingen die boven de klei uitsteken. Als we dichterbij komen, loopt ons doel naar het uiterste randje en staart ons aan. “Ik zit al dertig jaar in de schapen, maar dit heb ik nog nooit meegemaakt” zegt de man. “Met schapen is het altijd wat”. Nóg twee waarheden als een koe: schapen moeten eten én schapen kunnen niet zwemmen.
         Het is februari. De afgelopen maanden stond het water van de Waal voor dit seizoen uitzonderlijk laag. Wekenlang lagen we met de woonboot aan de grond. In de winter nog niet eerder vertoond. Óók een nieuw fenomeen is de kudde schapen die sinds enkele maanden het grasland begraast op de dam tussen ons en de rivier. Meestal is er in deze tijd grote kans op hoog water, zo hoog dat de weide blank komt te staan en de schapenhouder zijn dieren naar hogere grond zou moeten brengen. Dit jaar niet. Waar we gewoonlijk uitkijken op een watergeul met enkele al dan niet ondergelopen eilandjes, was een groene vallei ontstaan met een soort rivierduintjes. Drie dagen geleden liep ik er nog. En die schapen ook.
         Toen steeg het water. En snel ook. In enkele dagen tijd kwam er 2 meter bij. De woonboot dreef weer en de geul liep vol. Niets dramatisch hoor, er kan nog véél meer water in de sloot voordat het een probleem wordt. De schapen op de eilandjes hadden nog net een strookje droge grond voor de oversteek naar de grote veilige weide. Op één na. Een bruin schaap kreeg het voor elkaar om op een minuscuul bultje grond onder een boom te staan suffen, juist op het moment dat de geul langzaam vol liep en het wassende water dat bultje in een eilandje veranderde. Er groeide geen grasspriet en het beest kon geen kant op.
         Wanneer ik thuis kom van mijn werk en uit de auto stap, kijk ik zoals altijd uit over ‘mijn waterland’. Ik zie het schaap meteen. Maar omdat het buiten grauw en miezerig is, twijfel ik: heb ik van boomwortels een schaap gemaakt, of is het er echt één? Binnen zie ik door de verrekijker een levend schaap. Maar niet lang meer, als dit zo blijft! Geen idee wie de eigenaar van het schaap is. De eigenaar van de weide, een grondwinningsfirma, weet dat waarschijnlijk wel. Maar het is na vijven, ze zijn niet meer bereikbaar. Ik bel een dierenarts. Hij bevestigt mijn vermoeden dat schapen niet kunnen zwemmen. Hun vacht loopt vol en wordt zo zwaar dat ze zinken en verdrinken. Bel de politie, adviseert hij me. Een paar uur later wijs ik vanaf de dijk in de schemering een agent de plek waar het schaap staat. We weten nu dat het water nauwelijks meer zal stijgen. Het beest is nog niet in nood. Hij belooft om met een collega uit te zoeken wie de schapenhouder is, zodat die zijn schaap kan redden. Ik kan gerust gaan slapen.
         De volgende morgen staat die bol wol er nog. Aan het begin van de middag nog steeds. Opnieuw bel ik de politie. De agent van gisteren heeft vrij en voortgangsrapportage is er niet. Het wordt een nieuwe melding die leidt tot een telefoontje van een nieuwe agent. “Er is contact met de schapenhouder geweest. Hij is wezen kijken, maar heeft niets gezien. En het water gaat weer zakken, dus…” Ik bespeur een ‘niets aan de hand-toontje’ en zeg: “Het water zakt niet snel genoeg. Dat beest heeft al 24 uur niets gegeten en is omringd door water. Het kan daar niet weg. Er moet iets gebeuren. Mag ik het nummer van de boer? Dan leg ik het hem uit.” In plaats daarvan zal de agent de boer mijn nummer geven. Hmm. Of die me echt gaat bellen, is nog maar de vraag.
         Het gaat me niet vlot genoeg. Ik besluit om het schaap hooi te brengen als er binnen een paar uur niets is gebeurd en bedenk een plannetje om, desnoods in mijn eentje, met de roeiboot en een pontonnetje het schaap te bevrijden en naar de oever van de grote weide te varen. Tien meter water overbruggen moet lukken. “Tuurlijk” roept mijn welwillende buurvrouw. Ze zegt de ponton toe en konijnenhooi. Omdat ik de koe graag zelf bij de horens pak, wil ik niet langer wachten tot de schapenboer mij belt, maar ga ik zelf naar hem op zoek. Via een kennis krijg ik een naam. Google doet de rest.
         “Juist! Ja, die!” zegt de schapenhouder als ik hem aan de lijn heb en mijn naam noem. De politie heeft die zojuist doorgegeven. De man heeft het schaap al gezocht maar kon het niet vinden. Dat begrijp ik. Als je niet weet waar je moet kijken, zie je niets. En zo’n ukkepuk van een eilandje is telefonisch niet makkelijk te wijzen. We spreken af. Nu gaat het snel. Binnen 20 minuten is hij er en heb ik een ponton klaar liggen met een bak hooi. Hij helpt me direct uit de droom: schapen zijn met hooi niet te lokken en zo’n beest blijft daar echt niet op staan. Het schaap moet dus van de bult in de boot en van de boot op de oever. ‘Dat wordt nog een gehannes’, denk ik. Maar wie weet er hier nou het meest van schapen? Ik laat de man dan ook zijn eigen koe bij de horens vatten.
         Nu hij zo’n voortvarende roeier is gebleken, heb ik wel vertrouwen in een goede afloop. De punt van de boot raakt grond, de boer springt tussen de wortels en is in vier grote stappen bij het schaap dat achter de boom is gedoken. Terwijl ik poog de boot vast te leggen is de man alweer terug met het spartelende beest in zijn handen. Hoe weet ik niet precies, maar het lukt hem om met schaap en al het touw te pakken, de boot dichterbij te trekken en die te draaien. Dan kwakt hij 60 kilo schaap via de zijkant de boot in, stapt er zelf achteraan, nóg een greep in de bruine vacht, en hop! tilt hij het over de visbun heen. Daar blijft het dier staan, beduusd, maar het lijkt te beseffen dat het wel in orde is.
         Dan gaat het sneller dan snel en heb ik geen tijd om na te denken over trivialiteiten als boten afduwen of boeren helpen sturen. Met een onovertrefbare daadkracht roeit de man weg -niet achteruit, maar voorwaarts nu- en overbrugt hij meegevoerd door de stroming de afstand naar een stuk oever dat niet zo steil is. Daar kan het steeds nerveuzer wordende schaap de wal op. Nog twee meter te gaan, het schaap staat te stuiteren en wil de boot uit. Het klimt over het achterste bankje en voordat het de rand van de boot bereikt, dondert het in het vak ertussenin. Opkrabbelen lukt niet. Ik zie die donkere knoedel en hou mijn adem in. Het beest moet minsten dertien gebroken poten hebben! En gewond zijn door die scherpe stalen rand, kan niet anders! De boer duikt erop af, rukt het dier weinig zachtzinnig omhoog. “Wacht!” schreeuw ik, als hij het schaap op de wal wil gooien. Stroming heeft ons van de oever weg gevoerd.
         Terwijl de man worstelt met het schaap roei ik het achtereind van de boot tegen de oever aan. In één kolossale worp vliegt het dier het land op. Nog geen halve minuut later staat het te eten. “Zie je? Hij had honger!” zegt de eigenaar. Ja allicht, daar was deze hele missie om begonnen! “Is dat beest nog wel heel?” vraag ik. “Het ging zó hard!” Ik kijk of er niet overal bloederige botten uit de vacht steken. De schapenhouder zit weer op zijn bankje en legt zijn handen op de riemen voor de terugtocht. “Welnee” antwoordt hij. “Die heeft niks gelejen”. Z’n schaapjes op het droge krijgen, laat dát maar aan hem over.
Beneden Leeuwen 8-2-2017
1 note · View note
waterjuffers · 8 years ago
Photo
Tumblr media
Ruimte voor de Rivier Oplevering Munnikenland
9 juni 2016 En wie had weer als eerste de volle aandacht van minister Schultz? Jawel, Rivierjutter Jos de Bont!
4 notes · View notes
waterjuffers · 8 years ago
Photo
Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media
Oplevering RuimtevoordeRivierproject Munnikenland 
(tekst en foto’s: Karin Swanenberg)
9/6/2016 Minister Schultz-van Haegen van Infrastructuur en Milieu, het districthoofd van Rijkswaterstaat, de (jarige) dijkgraaf van Waterschap Rivierenland, de directeur van aannemerscombinatie van Oord-GMB, de Burgemeester van Zaltbommel, de directeur van Slot Loevestein en kopstukken van Staatsbosbeheer en ‘De Capreton’, ze waren het er in hun speeches allemaal over eens: weer een puik stuk werk in het kader van Ruimte voor de Rivier. Met uiteraard hoogwaterveiligheid als eerste insteek, maar een geweldig mooi landschap en recreatie op een gedeelde tweede plaats. Cultuurhistorisch en qua natuur uniek.
Staatsbosbeheer en de Vereniging voor Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer Bommelerwaard ‘De Capreton’ ondertekenden voorafgaand aan de officiële ‘opening’ van Munnikenland een samenwerkingsovereenkomst voor het beheer en onderhoud van het natuurgebied vanaf januari 2017. Wat nu nog iets weg heeft van een bouwput, moet binnen enkele jaren uitgroeien tot nieuwe natuur. Moerassige rietlanden die geen helpende hand van Staatbosbeheer meer nodig hebben en de tijd schijnbaar 300 jaar terugdraaien. Garanties zijn er niet, maar hoge verwachtingen wél: de bever, de otter, de roerdomp, de visarend en de zeearend zouden in de nabije toekomst wel eens hun intrek kunnen nemen in deze parel!
0 notes
waterjuffers · 8 years ago
Photo
Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media
Zomerhoogwater juni 2016
Een waterhoogte van 12.37m bij Lobith maakt in Leeuwen een heel verschil. Plots staat een akker blank, zijn oevers onbegaanbaar en kun je varen waar je eerder nog kon wandelen. Van de langsdammen zijn enkel nog bakens en borden zichtbaar. Ruimte voor de rivier. De Waal neemt de ruimte, maar gééft die ook.
Een fotoreportage van Joos Foto’s 
1 note · View note
waterjuffers · 8 years ago
Text
coûte que coûte
Het moet minstens hun vijfde nest zijn. De meerkoeten voor onze deur blijven maar bouwen, geteisterd door de waterhuishouding van de Strang. De zomerse grillen van de Waal werken door tot op nestniveau. Dat ‘niveau’ moet je letterlijk nemen, want nesthoogte luistert nogal nauw bij koeten.
(Tekst: Karin Swanenberg,  Foto’s: José Iping)
Nest 1 werd een soort waterburcht. Robuust en breed, tussen opschietend riet en een jonge wilg. Bezien vanuit ons keukenraam zag het er indrukwekkend uit. Een mooie plek om te broeden en kuikens groot te brengen. In het water, maar toch droog, bij de wal en niet er óp. Want heb je een moerasvogel in de genen, dan houd je graag natte voeten.
Tumblr media
Toen zakte het water. De burcht werd een luchtkasteel, vanaf het water onbereikbaar voor het koppel koeten, dat acuut twee nieuwe nesten tegelijk bouwde. Voor de zekerheid denk ik. Je kent dat wel: het is mei en je moet toch je ei kwijt.
En toen stéég het water weer. Nesten 2 en 3 werden overspoeld of losgewoeld en vielen uit elkaar. Toegegeven, het was ook een takkenzootje. Nest 1 werd weer een burcht met een gracht, maar leek desondanks niet meer te bevallen. Misschien omdat moeder eend, die bij onze woonboot in een mand had gebroed en hier met haar overgebleven pulletjes rondzwom, graag ten kastelen bleef overnachten. 
Dus: húp aan de gang met nest 4! Duidelijk een gevalletje zonder bouwplan, waar vanaf het begin de nieges in zat. Pa en Ma koet, kennelijk in het eierstadium, zwommen met groeiende broedstress af en aan met strootjes en takken, soms wel twee vingers dik. Hele dagen waren ze in touw, maar het bouwsel wou niet deugen. Nest 4 werd een bordje bami met een kuiltje waterige jus in het midden. En precies in dat kuiltje legde moe koet 1 ei. Kwam niet goed, dat zag je meteen.
Toen steeg het water opeens meer dan één meter binnen een dag. Koortsachtig bleef het koppel nest 4 verstevigen. Niet opgewassen tegen het wassende water moesten ze toezien hoe het nest werd losgeweekt van een wilgje en op drift raakte. Moe koet plukte af en toe een veer recht en bleef glazig starend op het nest staan. Pa koet, de snavel vol hout, zag nog net hoe zijn eega richting einder dreef. In shock ging hij door met het aanslepen van strootjes en takjes die hij hardnekkig in het niets deponeerde. Klein leed, groot drama. Glurend uit ons keukenraam hielden we het met moeite droog.
Tumblr media
Het nest strandde in de verte en de koeten verdwenen uit beeld. Wat ging het worden? Waren ze aan dat nest met hun ene ei gebonden? Ankeren en redden wat er te redden viel? Of waren ze gehecht aan de locatie met fraai uitzicht op een woonark? Het werd het laatste. Voor onze deur bouwen ze nu nest 5. Zomerhoogwater reikt tot in de kruin van een jonge wilg die niet helemaal onder water is komen te staan. “Zo’n boomkruin is ideáál schat, dat we dát niet eerder hebben gezien!” klinkt het in Koeterwaals.
Tumblr media
En dus bouwen koet & koet, in zalige onwetendheid van de verwachte waterstanden, een nieuwe burcht. Beter, mooier, sterker en groter dan ooit. Hoe vertellen we ze dat ook dit een luchtkasteel gaat worden...beter, mooier, sterker en groter dan ooit? Het doet er niet toe. Het zijn survivors. Hoeveel water er ook door de Waal stroomt, olla koeta bouwe nestas, coûte que coûte.
0 notes
waterjuffers · 9 years ago
Photo
Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media
23 maart 2016: Officiële oplevering van de langsdammen in de Waal voor Ruimte voor de Rivier. 10 km langsdam gebouwd door CHB in opdracht van RWS. Reden voor een feestje! Met de felicitaties van de Waterjuffers! Met onze laatste reportages nemen we net als alle betrokken partijen afscheid van het langsdammenproject dat we adopteerden. Als rivierjutters hebben we het twee jaar lang met liefde en plezier gevolgd. 
Een fotoreportage van José Iping  www.joosfotoos.nl 
3 notes · View notes
waterjuffers · 9 years ago
Text
Officiële oplevering langsdammen Waal klein feestje
Met de rituele opening van één van de oevergeulen ter hoogte van Tiel, was de officiële oplevering van de langsdammen in de Waal een feit. Aannemerscombinatie van den Herik/Boskalis (CHB) leverde op 23 maart ruim op tijd meer dan 10 km langsdam tussen Ophemert en Wamel op. Een puik stuk werk, uniek in zijn soort. Reden voor opdrachtgever Rijkswaterstaat (RWS) om een feestje te vieren.
Tekst: Karin Swanenberg, fotografie: José Iping (www.joosfotoos.nl)
Tumblr media
En een feestje werd het. Een select gezelschap van zo’n 75 genodigden stapte woensdagmorgen bij de Waalverkeerspost  in Tiel aan boord van rondvaartboot Bommelervaart, welkom geheten door RWS-omgevingsmanager Marita Cals. Bij de koffie gebak met in marsepein de reden van dit heuglijk samenzijn. De realisatie van de langsdammen in de drukst bevaren rivier van Nederland is voor veel mensen iets om trots op te zijn. Met recht, zo blijkt uit de woorden van de eerste spreker.
Tumblr media
Jan Hendrik Dronkers, directeur-generaal van RWS zet goedgeefs pluimen op de hoed van alle betrokken partijen. Gelijktijdig met de Bommelervaart steekt hij van wal.
Tumblr media
Terwijl we onder escorte van de gele RWS 72 en de rode brandweerboot Batouwe de ‘paradijselijke en nukkige rivier’ op varen waarom het allemaal draait, vertelt hij in vogelvlucht de geschiedenis van het hoge water, van het programma Ruimte voor de Rivier in het algemeen en van het langsdammenproject in het bijzonder. Hij goochelt met cijfers die de grootsheid van het project onderstrepen: 462 kribben zijn ruim een meter verlaagd, er zijn 600 schepen vol stenen gebruikt (1,2 miljoen ton), er is 1,8 miljoen kuub slib weg gebaggerd ofwel 480 Olympische zwembaden. 
“Dit project is innovatief, verbindend, zinvol en straalt positieve energie uit” zegt Dronkers. Hij is vol lof over het gerealiseerde werk en het samenspel tussen RWS en CHB, hoewel deze samenwerking zeker niet zonder wrijving is verlopen. Ofschoon de effecten van het project nog enkele jaren worden gemonitord, staat nu al vast dat de langsdammen goed zijn voor een waterstandsverlaging van 6 tot 12 cm bij extreem hoog water. Wat voor de leek niets voorstelt is voor kenners betekenisvol, benadrukt Dronkers. “In ‘95 stond je op die dijk te kijken en dacht je ‘redt ie het wel of redt ie het niet...’, dus we weten: centimeters zijn essentieel”.
Een fraai gekleurde pluim belandt op de hoed van Henk van Eerde, de man die de langsdam bedacht als één van de oplossingen voor het Nederlandse hoogwatervraagstuk. Voor hem is deze ochtend wel héél speciaal: niet veel mensen zien hun ideeën op een dergelijk schaal uitgevoerd, laat staan dat het tastbare resultaat zo feestelijk in gebruik wordt genomen. 
Tumblr media
De Waal toont zich vandaag welwillend. Ze is zo ver gezakt dat de top van de dammen een meter boven het wateroppervlak uitsteekt en ook de ijsbrekers op de kopse kanten zichtbaar zijn. Henk mag zich gelukkig prijzen en dat doet hij dan ook.
De tweede spreker van de ochtend is Jan Huijbers, directielid van Van den Herik en lid van de Raad van bestuur van de aannemerscombinatie. Hij spreekt met liefde voor het vak en vertelt hoe spannend de aanbesteding was, hoe graag CHB  het project wilde uitvoeren en dat de gunning om financiële redenen steeds maar aan hen voorbij ging. Totdat ze met die éne doorslaggevend goede inschrijving kwamen, met de beste prijs-kwaliteit verhouding en een doordachte en slimme aanpak die leidde tot de snelst mogelijke realisatie van de dammen.
Tumblr media
Ook bij waterbouwer Huijbers komt de samenwerking met RWS aan de orde. Met een licht kritische ondertoon benoemt hij verschillen in benadering en net als Dronkers ook de leerpunten. Daarover mogen beide partijen later verder stoeien. Ze zullen wel móeten, want ook het toekomstige onderhoud van de langsdammen wordt uitgevoerd door CHB. Dat het wel goed zit tussen de twee contractpartners blijkt uit het geschenk dat Dronkers  van Huijbers krijgt overhandigd. “Een symbolische bronzen beeltenis uit de natuur: een vliegende zeearend, die de Waal als slagader van Europa in één blik van bovenaf beziet en het gehele project steeds blijft controleren en beschouwen. En ik denk dat wij dat samen moeten doen”.
En dan, genoeg gepraat, naar boven allemaal, het dek op. De Bommelerwaard is bij het begin van de meest oostelijke oevergeul aangekomen, de RWS 72 ligt klaar om die als eerste binnen te varen. De Batouwe ligt op de Waal dichtbij de langsdam en spuit een sierlijke waterboog over de dam en de geul, een erepoort waar het schip van de opdrachtgever straks onderdoor zal varen. Op de Bommelervaart verdringt de pers zich rondom de plek waar de openingshandeling zal plaatsvinden. Directeur-generaal Dronkers staat aan dek met een tablet in de hand. Met één druk op de knop zal hij de bebording bij de ingang van de oevergeul omzetten. Drie…twee…één…já! Het rood-witte ‘verboden in te varen’, verandert in die witte pijl op blauw, ‘híer moet je zijn!’ 
Tumblr media
De RWS 72 maakt vaart en glijdt statig de geul in, de Bommelervaart volgt. Op het dek heffen de gasten het champagneglas wanneer ze het gele schip onder de waterpoort door zien varen Nu is het écht, de oevergeul is geopend, de langsdammen zijn een feit. Proost!
Tumblr media
4 notes · View notes
waterjuffers · 9 years ago
Text
Jutters onder elkaar
(Tekst Karin Swanenberg, foto José Iping)
Omdat de uiterwaarden na het hoge water nog te zompig zijn, scharrelen we op een zondag in maart onder langs de dijk richting brug. Hoewel we vandaag niet in functie zijn, laten we als rivierjutters nooit een goed verhaal liggen. En dat komt op deze zonnige middag recht op ons af gelopen in de vorm van een jongetje van twaalf met een grote boodschappentas. Waar wij verhalen jutten, jut hij rotzooi. Achter elke graspol vist hij wel een stuk papier of plastic vandaan dat hij in zijn tas propt. Of zelfs een halve tuinstoel. Die ligt al bij de afvalbak op de dijk, waarin hij zijn tas al een keer heeft geleegd. Zijn gezicht staat verongelijkt: “Waarom doen mensen dit? Het is hartstikke slecht voor het milieu. Hier gaan heel veel vissen van dood!” En dat heeft hij heus niet op school geleerd, dat heeft hij zelf uitgevogeld.
Als ik hem een compliment geef voor wat hij doet, licht zijn gezicht op. “U bent de eerste die dat tegen me zegt!” En wanneer ik eraan toevoeg dat ze hem een medaille zouden moeten geven omdat hij dit helemaal uit zichzelf doet, bijvoorbeeld de orde van de gouden jutter, gaat hij helemaal los. Met nieuwe schoenen, broek en jas klautert hij over prikkeldraad dat ik -denkend aan zijn ouders- voor hem omlaag duw. Hij speurt naar flessen, plastic wieltjes, blikjes en verzin maar wat nog meer. “Ik heb al twee volle blikjes bier gevonden!” juicht hij. Hij blijkt expert: “Deze frietbakjes ken ik, die zijn van Fratelli”. Zijn enthousiasme is zo aanstekelijk dat we onwillekeurig ook bij elke snipper bukken en de rommel in zijn snel vol rakende tas deponeren. “Moet je voelen hoe zwaar ie al is!” roept hij trots, terwijl hij er een soepverpakking bij doet. We krijgen er lol in en proberen gedrieën een hele maaltijd bij elkaar te jutten. Fles olijfolie, stuk komkommer, een zak voor hamburgers, sinaasappel, plastic vorkje….
En voor we het weten hebben we als de beste vrienden de brug bereikt. Hij vindt het wel wat om jutter te zijn. En zeker als we iets over hem gaan schrijven. ‘Kellen het twaalfjarige Waaljuttertje…’ Hij proeft het en besluit dat het hem bevalt. Zo wil hij de krant wel halen. Als jutters onder elkaar lopen we terug over de dijk, waar we zijn tas weer legen en zijn fiets oppikken. Dat mooie blikken sigarendoosje houdt hij zelf. Net als wij gelooft hij dat hij de eerste echte rivierjutter is op deze oever. In elk geval de jongste. Uniek dus. “Ik denk dat ik een brief aan de burgemeester ga schrijven” zegt hij peinzend. “En dan hoop ik dat hij antwoord geeft”.
Tumblr media
Zelfverzekerd verklaart hij: “Ik loop nog even met jullie mee. Dan kunnen we straks misschien een afspraak maken voor een volgende keer…”. Daar zet hij ons mooi voor het blok. Hadden we maar niet moeten zeggen dat we ons zelf, steeds wanneer we rotzooi op de Waaloever zien liggen, voornemen om met een vuilniszak en een grijpertje de uiterwaarden in te gaan. Kellen is tijdens de wandeling uitgegroeid tot een man met een missie. Geen woorden maar daden! En daar kun je niet om heen. Ook wij niet.
1 note · View note
waterjuffers · 9 years ago
Text
Terroreend probeert nu al poot aan de grond te krijgen
“Salvia is weer zoekende. Maatregelen????” Het briefje dat José vanmorgen voor me op tafel legde is niet mis te verstaan: als we niets ondernemen, krijgen we weer opnieuw een hoop gedonder op ons balkon. 
De eend die wij ooit Salvia doopten omdat ze de salie in onze kruidenbak om zeep hielp bij het graven van een flinke kuil om haar eieren in te leggen, zoekt kennelijk alweer een nestgelegenheid. Liefst in vertrouwde omgeving. Ze is er vroeg bij. Maar als het aan ons ligt, gaat het niet gebeuren! Onze katten en ook wijzelf worden er te nerveus van.
En als die grote steen in de kruidenbak niet helpt, verzin ik gewoon wat anders. Maar wat? ... De simpele oplossing erfde ik ooit van mijn moeder, weegt 7 kilo, is duurzaam want van steen en neemt de have bak in beslag. Hiermee spreken we Salvia aan in haar eigen taal: GEVAARLIJK! BEZET! Door een steenarend. Kwaaak!
Tumblr media
2 notes · View notes
waterjuffers · 9 years ago
Text
OPLEVERING RvR project Kribverlaging Waal - Langsdammen
Tumblr media
AANKONDIGING: Woensdag 23 maart 2016, 09.30 – 12.00 uur
De Waterjuffers zijn uitgenodigd om op 23 maart aanwezig te zijn bij de oplevering van het Ruimte voor de Rivier project Kribverlaging Waal en aanleg Langsdammen. (kijk voor projectinformatie op www.ruimtevoorderivier.nl)
Tumblr media
Een ochtendprogramma met ‘hoge’ sprekers, officiële opening van de oevergeul en een doorvaart op het schip De Bommelerwaard. Natuurlijk zijn de Waterjuffers erbij! Als rivierjutters doen we voor het laatst verslag.
2 notes · View notes
waterjuffers · 9 years ago
Video
tumblr
GOLDEN HOUR Strang Beneden Leeuwen 24 feb 2016
2 notes · View notes
waterjuffers · 9 years ago
Photo
Tumblr media
Ja hoor, ook in 2016 vormen de Knotjes samen met Woerd nog één familie!
0 notes
waterjuffers · 9 years ago
Video
tumblr
DE GESTROOMLIJNDE RIVIER...
Hoog water in de Strang, Beneden Leeuwen, 14 feb 2016
1 note · View note
waterjuffers · 9 years ago
Text
Aankondiging Waterschap  voorjaarsinspectie 550 km dijken langs grote rivieren
(Bron: waterschaprivierenland.nl 2-2-2016) 
Vanaf half februari gaat Waterschap Rivierenland de 550 kilometer dijken langs de grote rivieren inspecteren. Deze inspectie vindt jaarlijks plaats, direct na het hoogwaterseizoen. Het gras is dan nog kort en eventuele schade aan de dijken wordt dan snel opgemerkt. Urgente herstelwerkzaamheden voert het waterschap direct uit, het herstel van de overige schade volgt in de loop van het jaar. Komend najaar, aan het begin van het volgende hoogwaterseizoen, liggen de dijken er dan weer goed bij.
Tumblr media
(Medewerkers van Waterschap Rivierenland inspecteren de dijk)
Voor het eerst gebruiken de dijkeninspecteurs een speciale app op hun mobiele telefoons of tablets, waarmee ze schadegevallen nauwkeurig kunnen vastleggen en -vergezeld van foto’s- direct kunnen doorzenden naar het hoofdkantoor. De dijkeninspecteurs zijn herkenbaar aan de felgekleurde hesjes. Ze doen dit werk te voet, zodat ook minder goed zichtbare schade kan worden ontdekt. De inspectie betreft de kernzone van de dijk. Dat is de kruin van de dijk en de beide taluds met stroken van vier meter daarlangs.
Twee extra inspectierondes
Verderop in het jaar volgen nog twee inspectierondes. Tijdens de zomerschouw kijkt het waterschap of eigenaren en gebruikers van dijkpercelen het onderhoud van die percelen goed uitvoeren. Tot slot volgt tegen het eind van het jaar de najaarsschouw. Dan kijken de inspecteurs van het waterschap niet alleen naar het onderhoud van de dijken, maar ook naar de werking van sluizen, coupures, afsluiters van leidingen en andere technische voorzieningen die zich in de dijken bevinden.
2 notes · View notes
waterjuffers · 9 years ago
Link
De kolken ontstaan waar het Waalwater de nevengeul bij Lent instroomt . Volgens Watersport Nijmegen leidt dat tot levensgevaarlijke situaties. Klik door op titel om de video te bekijken en het bericht te lezen. (Bron: nos.nl 20 januari 2016)
0 notes
waterjuffers · 9 years ago
Audio
(Waterjuffers)
2 notes · View notes