#naoorlogse periode
Explore tagged Tumblr posts
Text
Geschiedenis: Zuivelcoöperatie ‘Het Nieuwe Land’
Geschiedenis: 'Zuivelcoöperatie ‘Het Nieuwe Land’ door Fred de Vries van het Historisch Genootschap Wieringermeer
MIDDENMEER – In 1930 zijn er in Noord-Holland meer dan 200 zuivelfabrieken. In dat jaar schrijft de ‘Bond van Coöperatieve Zuivelfabrieken Noord-Holland’ dat het niet ondenkbaar is dat er ook in de nieuwe Wieringermeer een zuivelfabriek zal worden opgericht. ‘In 1940 werd er nog met de hand gemolken, ook bij Adam en Corrie van Langerak, beeldbank HGW.’ Als in 1934 de eerste grasland- en gemengde…
#1930&039;s#Agriport#boterproductie#coöperatieve zuivelfabrieken#Fred de Vries#Geschidenis#grasland#Het Nieuwe Land#historische landbouw#kaasproductie#landbouw#lokale zuivelverwerking#Lutjewinkel#melkproductie#naoorlogse periode#Nederlandse zuivelindustrie#noord-holland#oorlogsdreiging#poedermelk#Wieringermeer#Wieringerwaard#Zuivelcoöperatie
0 notes
Text
De evolutie en impact van reclamebureaus
Invoering In de ingewikkelde wereld van marketing fungeren reclamebureaus als cruciale spelers, die creativiteit, strategie en marktinzicht met elkaar verweven om merken in de schijnwerpers te zetten. De evolutie van reclamebureaus weerspiegelt het dynamische landschap van media, technologie en consumentengedrag. Vanaf hun oprichting tot hun huidige status als veelzijdige entiteiten hebben deze bureaus zich voortdurend aangepast om te voldoen aan de eisen van een steeds veranderende markt. Dit artikel duikt in de geschiedenis, evolutie, rollen en toekomstperspectieven van reclamebureaus en werpt licht op hun onmisbare rol in de zakenwereld. Voor meer informatie bezoek Reclamebureau.
Een korte geschiedenis van reclamebureaus Vroeg begin Het concept van reclame is zo oud als de handel zelf. Het gestructureerde reclamebureau zoals wij dat kennen begon echter halverwege de 19e eeuw vorm te krijgen. Volney B. Palmer richtte in 1841 het eerste erkende reclamebureau op in Philadelphia. Palmers bureau fungeerde voornamelijk als makelaar voor krantenruimte, een rol die de basis legde voor toekomstige advertentiemodellen.
De opkomst van fullservicebureaus Aan het einde van de 19e en het begin van de 20e eeuw ontstonden full-service reclamebureaus. Deze bureaus kochten niet alleen mediaruimte, maar boden ook creatieve diensten, campagneplanning en marktonderzoek aan. NW Ayer & Son, opgericht in 1869, wordt vaak gezien als het eerste full-service bureau. Ze pionierden met het open contract en introduceerden het concept van creatieve afdelingen, waardoor het reclamelandschap voor altijd veranderde.
De gouden eeuw van reclame Naoorlogse bloei De periode na de Tweede Wereldoorlog markeerde de gouden eeuw van de reclame. De economische welvaart leidde tot een stijging van de consumptiegoederen, en televisie kwam naar voren als een dominant medium. Reclamebureaus floreerden en werden essentiële partners voor bedrijven die de kracht van de massamedia wilden benutten. Iconen uit deze tijd, zoals David Ogilvy, Bill Bernbach en Leo Burnett, introduceerden innovatieve ideeën die de nadruk legden op creativiteit, verhalen vertellen en emotionele verbondenheid.
De creatieve revolutie De jaren zestig en zeventig luidden een creatieve revolutie in de reclame in. Bureaus als Doyle Dane Bernbach (DDB) voerden de leiding met baanbrekende campagnes waarin creativiteit en humor voorop stonden. De beroemde ‘Think Small’-campagne van Volkswagen is een goed voorbeeld van deze verschuiving, waarbij eenvoud en slimheid worden gebruikt om een aanzienlijke impact te maken. Deze periode versterkte de rol van creatieve professionals in de reclame en benadrukte het belang van originaliteit en merkpersoonlijkheid.
De digitale transformatie Opkomst van digitale media De komst van internet aan het eind van de 20e eeuw bracht een revolutie teweeg in de reclame-industrie. Traditionele media als print, radio en televisie moesten plaats maken voor digitale platforms. Deze verschuiving bracht nieuwe kansen en uitdagingen met zich mee voor reclamebureaus. Zoekmachinemarketing, sociale media en online display-advertenties werden cruciale componenten van de advertentiemix.
Datagedreven marketing Met digitale media ontstond de mogelijkheid om enorme hoeveelheden gegevens te verzamelen en te analyseren. Reclamebureaus omarmden datagestuurde marketing en gebruikten analyses om de strategie te onderbouwen en de effectiviteit van campagnes te meten. Deze aanpak maakte preciezere targeting en gepersonaliseerde berichten mogelijk, waardoor de relevantie en impact van advertenties aanzienlijk werd vergroot.
Rollen en functies van moderne reclamebureaus Strategische planning De kern van de activiteiten van een reclamebureau is strategische planning. Dit omvat het begrijpen van de zakelijke doelstellingen, marktomstandigheden en doelgroep van de klant. Bureaus doen uitgebreid onderzoek om uitgebreide marketingstrategieën te ontwikkelen die aansluiten bij de doelstellingen van de klant. Deze strategische basis zorgt ervoor dat alle creatieve en media-inspanningen samenhangend en doelgericht zijn.
Creatieve ontwikkeling Creativiteit blijft een hoeksteen van reclame. Bureaus beschikken over teams van creatieve professionals, waaronder copywriters, art directors en ontwerpers, die samenwerken om boeiende advertenties te produceren. Deze creatieve teams creëren boodschappen die resoneren met het publiek, waarbij ze een mix van visuele en verbale elementen gebruiken om merkverhalen effectief over te brengen.
Mediaplanning en -inkoop Reclamebureaus spelen een cruciale rol bij mediaplanning en -inkoop. Zij identificeren de meest geschikte mediakanalen om de doelgroep te bereiken en onderhandelen over de beste tarieven voor mediaruimte. Deze functie vereist een diepgaand inzicht in mediaconsumptiepatronen en het vermogen om relaties met media-eigenaren te benutten.
Digitale en sociale mediamarketing In het huidige digitale tijdperk moeten reclamebureaus bedreven zijn in digitale en sociale mediamarketing. Ze beheren online campagnes op verschillende platforms, waaronder sociale media, zoekmachines en display-netwerken. Dit omvat het creëren van boeiende inhoud, het optimaliseren voor zoekmachines en het gebruiken van data-analyse om strategieën te verfijnen en de prestaties te verbeteren.
Public Relations en Geïntegreerde Marke
ting Veel reclamebureaus bieden public relations (PR)-diensten aan, waarmee ze klanten helpen hun publieke imago te beheren en effectief met belanghebbenden te communiceren. Geïntegreerde marketing, die verschillende promotiemiddelen en kanalen combineert tot een samenhangende strategie, is een ander cruciaal aanbod. Deze holistische aanpak zorgt ervoor dat alle marketinginspanningen naadloos samenwerken om de doelstellingen van de klant te bereiken.
De impact van reclamebureaus Merk bouwen Een van de belangrijkste gevolgen van reclamebureaus is hun rol bij het opbouwen van merken. Door middel van consistente en strategische berichtgeving helpen bureaus sterke, herkenbare merken te creëren die zich onderscheiden in de markt. Dit houdt niet alleen in dat gedenkwaardige advertenties worden gemaakt, maar ook dat de waarden en persoonlijkheid van het merk op alle contactpunten effectief worden gecommuniceerd.
Consumentengedrag stimuleren Reclamebureaus beïnvloeden het consumentengedrag door boodschappen te creëren die resoneren met het publiek en tot actie aanzetten. Of het nu gaat om het vergroten van het bewustzijn, het aanmoedigen van rechtszaken of het bevorderen van loyaliteit, bureaus gebruiken een mix van psychologie, creativiteit en strategie om de perceptie en het gedrag van consumenten vorm te geven.
Economische bijdragen De reclame-industrie draagt aanzienlijk bij aan de economie. Het genereert werkgelegenheid, stimuleert de vraag naar goederen en diensten en stimuleert innovatie. Door bedrijven te helpen groeien, spelen reclamebureaus een cruciale rol in de economische ontwikkeling en welvaart.
Uitdagingen voor reclamebureaus Technologische disruptie Het snelle tempo van de technologische veranderingen biedt zowel kansen als uitdagingen voor reclamebureaus. Het voorblijven van trends en het adopteren van nieuwe technologieën is essentieel, maar kan veel middelen vergen. Bureaus moeten voortdurend investeren in training en ontwikkeling om hun teams bedreven te houden in het gebruik van de nieuwste tools en platforms.
Veranderend consumentengedrag Consumentengedrag evolueert voortdurend, beïnvloed door culturele verschuivingen, technologische vooruitgang en economische omstandigheden. Reclamebureaus moeten wendbaar blijven en reageren op deze veranderingen, zodat hun strategieën relevant en effectief blijven.
Privacy en ethische zorgen Gegevensprivacy en ethische overwegingen worden steeds prominenter in de reclame-industrie. Agentschappen moeten omgaan met regelgeving zoals de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) en ervoor zorgen dat hun praktijken transparant zijn en de privacy van consumenten respecteren. Het balanceren van personalisatie met privacy is een cruciale uitdaging die zorgvuldige aandacht vereist.
De toekomst van reclamebureaus Het omarmen van AI en automatisering Kunstmatige intelligentie (AI) en automatisering zullen een belangrijke rol gaan spelen in de toekomst van reclame. Van voorspellende analyses tot geautomatiseerde contentcreatie: deze technologieën bieden het potentieel om de efficiëntie en effectiviteit te verbeteren. Bureaus die AI omarmen, kunnen meer gepersonaliseerde en tijdige campagnes leveren, waardoor de algehele prestaties worden verbeterd.
Focus op duurzaamheid en sociale verantwoordelijkheid Naarmate consumenten zich meer bewust worden van sociale en milieukwesties, zullen reclamebureaus prioriteit moeten geven aan duurzaamheid en sociale verantwoordelijkheid. Dit houdt niet alleen in dat ethische merken worden gepromoot, maar ook dat hun eigen praktijken in lijn zijn met deze waarden. Agentschappen die voor duurzaamheid pleiten, kunnen sterkere banden opbouwen met gewetensvolle consumenten en bijdragen aan positieve maatschappelijke veranderingen.
Voortdurende evolutie van de media Het medialandschap zal blijven evolueren, waarbij nieuwe platforms en formats zullen ontstaan. Reclamebureaus moeten voorop blijven lopen bij deze veranderingen, experimenteren met innovatieve benaderingen en hun strategieën dienovereenkomstig aanpassen. Dit omvat het verkennen van meeslepende technologieën zoals virtual reality (VR) en augmented reality (AR) om boeiende en gedenkwaardige merkervaringen te creëren.
Conclusie Reclamebureaus hebben een lange weg afgelegd sinds hun oprichting in de 19e eeuw. Ze zijn geëvolueerd van eenvoudige tussenpersonen tot complexe, full-service entiteiten die een cruciale rol spelen in het succes van bedrijven over de hele wereld. Nu de sector met nieuwe uitdagingen en kansen wordt geconfronteerd, moeten reclamebureaus wendbaar, innovatief en ethisch blijven. Door dit te doen kunnen ze de groei van merken blijven stimuleren, het gedrag van consumenten beïnvloeden en bijdragen aan de economische welvaart. De toekomst van reclamebureaus ligt in hun vermogen om nieuwe technologieën te benutten, prioriteit te geven aan duurzaamheid en zich aan te passen aan het steeds veranderende medialandschap, waardoor ze onmisbare partners blijven in de zakenwereld.
2 notes
·
View notes
Text
Neo-traditionalisme: Hard bob, straight ahead jazz en neobob (De ontwikkeling van jazz 6/11)
Een aantal jazzmuzikanten bleef zoeken naar de ‘ware aard’ van de jazz. Dit resulteerde in een reeks stijlen, zoals ‘hard bob’, ‘straight ahead’ jazz en ‘neo-bop’. Zij komen in deze aflevering aan de orde.
De vorige afleveringen gingen over trends en veranderingen in de jazz tijdens de naoorlogse periode: ‘Bebob’, de vlucht in de virtuositeit die niet erg aansloeg bij het publiek. ‘Cool jazz’, die de harde kantjes van de bebop afhaalde. ‘Fusion’ en ‘smooth jazz’, die muzikanten inspireerden om jazz en andere genres te mengen. ‘Freejazz’, die musici ruimte bood zich los te maken van de meeste regels…
View On WordPress
1 note
·
View note
Text
A TRIP DOWN MEMORY LANE: DE JAREN 60
De jaren 60, deze staan in ons collectieve geheugen geëtst als het decennium van de ommekeer. De tijd waar er op alles en iedereen gehamerd werd dat alles anders moest, in elk geval anders dan voorheen. De naoorlogse generatie wilde het anders doen dan de vooroorlogse, helemaal anders, compleet anders. En die van tijdens de oorlog geboren waren alternatief genoeg om het voortouw te nemen. De wereld lag voor hen open, dachten ze. Het waren de jaren van na de wederopbouw doordat de oorlog het land deels had verwoest. Het ging Nederland weer goed, het land klom uit de put omhoog. De mogelijkheden reikten welhaast tot de hemel. De jongelui bouwden echter een toren van Babel en wisten niet meer correct te communiceren met de ouwelui. "de mensen zagen er anders uit, gedroegen zich anders, hadden andere denkbeelden en gebruikten een andere taal"
De jaren 60, die jaren van de meest ruchtmakende twintigers van de twintigste eeuw, de vorige voor deze nu. Het Grote Jaren 60 Boek is een trip down memory lane voor de mensen die het hebben meegemaakt. Een levendig historisch boek voor de kinderen en de kleinkinderen van na de geboortegolf die terug willen zien of de geschiedenis ons iets heeft geleerd. Hebben de jaren 60 van de vorige eeuw echt Nederland laten trillen op de grondvesten of is dat het verhaal dat tot legende werd door de tijd. Feit is dat er veel kon waar schijnbaar niets mogelijk was. Oude zuilen werden omver getrokken, heilige huisjes ingetrapt. Het was niet makkelijk voor de gevestigde orde om de conservatieve teugels te laten vieren.
In een lijvige inleiding laten de samenstellers historici René Kok en Erik Somers en gepensioneerd archivaris Paul Brood de jaren 60 in woorden uitgebreid passeren. Maar Het Grote Jaren 60 Boek is vooral een fotoboek, een plaatjesboek, waarbij de bijschriften de beelden becommentariëren. Een reis terug in de tijd voor de ervaringsdeskundigen. Voor de oudere generatie een terugblik op een tumultueuze periode waarin zij de gevestigde orde zagen afbrokkelen, maar waarmee het achteraf gezien allemaal wel meeviel. Herkenbare voorvallen, data die de mond doet openvallen van verbazing en feiten waarvan je weet waar je was op die memorabele dag. Er is veel omgedraaid en afgewenteld, maar of het nu echt een ommekeer in doen en denken heeft betekent valt te bezien. Er is veel gesproken en nagedacht, bediscussieerd en gefilosofeerd. Maar er was ook veel actie als reactie. Geen woorden maar daden, maar alles met liefde en respect voor elkaar.
In Het Grote Jaren 60 Boek kijken de schrijvers en samenstellers met afstand naar deze bewogen jaren en vragen zich af of het werkelijk zo'n revolutionaire tijd was. "Of zijn de herinneringen en de eigentijdse getuigenissen teveel gekleurd? De werkelijkheid was - zo zien wij nu - wat genuanceerder en soms net iets anders dan we dachten." Waren het echt de jongeren die zorgden voor de revolutie in de Nederlandse maatschappij? Het eerste politieke verzet echter kwam van de boeren en de pacifisten, en van de dienstplichtig militairen. De gevestigde orde reageerde daarop neerbuigend en lacherig in een poging orde en gezag te herstellen. Het lachen verging hen snel, dus kregen de Boerenpartij en de PSP een vertegenwoordiging in de kamer, terwijl de VVDM de officiële gesprekspartner van de minister van Defensie werd.
De wereld was in de jaren zestig onrustig, in beweging en in verandering, trappen de auteurs in de inleiding een open deur in. Toenemende welvaart maakte mogelijk dat gezinnen een televisie konden kopen, of een auto, of eens met vakantie in het buitenland gaan. Elektrische apparaten bespaarden de huisvrouw veel tijd. Vrije tijd neemt toe. Vooral dankzij de televisie werd de wereld kleiner. Die beeldbuis was een van de oorzaken die bijdroegen aan het besef van een globale samenleving. Een maatschappij die moest veranderen op zoek naar nieuwe waarden en een eigen geloofwaardigheid. Een omstandigheid was ook de veel genoemde en geroemde generatiekloof: de confrontatie tussen de vooroorlogse en de naoorlogse generatie. Jongeren wilden een ander leven dan hun ouders leiden. Traditie en conventie waren uit, vrijheid en eigenheid kwamen in. Zuilen vielen om, kerken liepen leeg. "Minder naar de kerk, meer naar school, minder werken en meer seks”, merkt historicus Hans Righart op. Op de politieke agenda kwamen vrouwenemancipatie, abortus, homoseksualiteit en vrije seksuele omgang. Voorheen ondenkbare zaken werden mogelijk in de jaren 60: de introductie van de anticonceptiepil en het eerste naakt op de televisie.
Alom is men bezig op de puinhopen van de oorlog nieuwe wijken en wegen aan te leggen. Als een feniks verrijst Nederland uit haar as. “Met zoveel sloop en nieuwbouw zou het geluid van de jaren 60 misschien het beste weergegeven kunnen worden met hei- en graafmachines, betonmolens en zandauto's. Maar in de collectieve herinnering is het toch de muziek die ook in onze tijd nog klinkt.” Beat- en popgroepen worden in Nederland opgericht in navolging van vooral Engeland. Memorabele concerten van buitenlanders, The Beatles en The Rolling Stones doen ons land aan met alle gevolgen van dien, worden afgewisseld met optredens van groepen uit de Randstad. De blues van Cuby zet Drenthe op de kaart. Het boek besteed daar in beeld allemaal aandacht aan, naast de andere kunsten die het cultuurlandschap danig opschudden. Geen enkel item waarop met weemoed kan worden teruggezien laten Kok, Somers en Brood links liggen. Het nieuwe leven, wonen en werken, komt ruimschoots aan bod en ook de invulling van vrije tijd, het beoefenen van sport en de kinderen van de jaren 60 hebben beeldden in het boek.
Het is een boek als één uit de serie een jaar in beeld, maar bestrijkt in dit geval een decennium. Daarvan zijn of volgen er meerdere, zoals Het Grote Jaren 70 Boek. Maar de jaren 60 zijn toch onmiskenbaar na de jaren 40 het meest memorabel en tot de verbeelding sprekend. “Nostalgie naar de tijd van de jeugd, naar mooie tijden en ervaringen is een heel gewone menselijke emotie”, citeer ik de auteurs. Dankzij de mogelijkheden van de techniek en de media hebben de jaren 60 een grote impact gehad op onze samenleving. Het was een periode van verandering, verzet en ontwikkeling. “Maar laten we die jaren wel in de juiste proportie bekijken. Voor de meeste mensen ging het leven gewoon door en was de enige modernisering de aankoop van een televisie en de eerste vakantie naar het buitenland.”
Het drietal dat werkte aan deze uitgebreide terugblik op een veelbewogen decennium in de vaderlandse geschiedenis merken tot slot op: “Niettemin, bewogen jaren waren het, maar de foto's zijn haarscherp!" Deze gevleugelde woorden vormen de strik om de verpakking van het boek, zijn de kers op de taart, de bekroning van een onderzoek. De haarscherpe foto’s geven een perfect uitgetekend beeld van de jaren 60 van de vorige eeuw. Een periode die vooral ruikt naar patchouli en nederwiet, maar die niet de vrede onder de mensen en de verdraagzaamheid voor dier en natuur heeft gebracht waarop men destijds zo had gehoopt.
Het Grote Jaren 60 Boek. René Kok, Erik Somers, Paul Brood. Uitgeverij WBOOKS, 2023.
0 notes
Text
Een vrouw en kind staan met een kinderwagen in de Junolaan in de wijk 110-morgen, 5 september 1958. Op de achtergrond flatgebouwen met portieken.
De Junolaan is vernoemd naar de godin van de maan uit de Romeinse mythologie.
110-Morgen of Honderd en Tien Morgen is een wijk in het Rotterdamse stadsdeel Hillegersberg-Schiebroek. De wijk ligt in de polder De Honderdtien Morgen aan de noordzijde van de dorpskern van Hillegersberg. De straten in de wijk zijn vernoemd naar Griekse en Romeinse goden en helden.
Honderdentienmorgen is een polder van ca. 85 ha, die in 1772 is drooggemaakt. De naam refereert aan de oppervlakte van de polder. De morgen is een oppervlaktemaat, gerelateerd aan de hoeveelheid land die men in een ochtend kan ploegen. In de jaren 50 van de twintigste eeuw werd de wijk 110-Morgen aangelegd. Deze typisch naoorlogse arbeiderswijk bestaat uit in stempelstructuur gebouwde lage flats en eengezinswoningen in systeembouw, met veel openbaar groen. Het noordelijke gedeelte van de wijk 110-Morgen maakt deel uit van de grotere Vinex-locatie “De Limieten” en is in de periode 1998-1999 bebouwd. Ook elders in de wijk staan nog nieuwbouwprojecten op stapel.
De foto is gemaakt door de Fototechnische Dienst Rotterdam en komt uit het Stadsarchief Rotterdam. De informatie komt eveneens uit het Stadsarchief Rotterdam en van Wikipedia.
0 notes
Text
"De Avonden" geschreven door Gerard Reve.
De Avonden is een roman geschreven door Gerard Kornelis van het Reve in 1947 dus 2 jaar na de oorlog. Het boek gaat dan ook over het leven van jongeren/jongvolwassenen in de naoorlogse periode (1946) . Het verhaal speelt zich af in Nederland, Amsterdam (Schilderkade 66, zijn huis) en draait vooral rond Frits van Egters en zijn ervaringen.
1 note
·
View note
Photo
Rene Appel - Geweten, Tweestrijd, Geronnen bloed Wie kent deze auteur en zijn boeken? Een goede auteur. .......... Inhoud: Geweten is een literaire misdaadroman over een groepje jongeren dat vlak na de Tweede Wereldoorlog fataal ontspoort in de voor hen deprimerende sfeer van wederopbouw en kleinburgerlijk optimisme. Bijna vijftig jaar later keert Peter van Galen, een van de leden van het groepje, terug naar de plaats waar het drama zich heeft afgespeeld, op zoek naar de waarheid over een duister verleden: wat is er precies gebeurd en waarom? Stukje bij beetje ontdekt hij en samen met hem de lezer de schokkende realiteit v n jeugdgekte die op n verbijsterende manier uit de hand is gelopen. Spannend en ontroerend tegelijk schetst Geweten een indringend beeld van de naoorlogse periode en de manier waarop een groepje jongeren zich afwendt vt alledaagse bestaan om een eigen, huiveringwekkende werkelijkheid te scheppen. Geronnen bloed Langs de Amstel, vlak buiten Amsterdam, huist een kleine, half illegale gemeenschap op verbouwde rijnaken, in afgedankte directieketen en oude caravans. Op een nacht vindt de zwakbegaafde Gerard t ontzielde lichaam van zijn zus Bea. Tweestrijd Stel, je bent een meisje van negentien jaar en je werkt in de slagerij van je vader. Je wordt hopeloos verliefd op n jongen, bij wie je intrekt. Je laat het grauwe dagelijkse bestaan achter je en maakt van het leven één groot feest. Totdat je ontdekt dat die jongen kwade kanten heeft, dat hij dingen doet die het daglicht niet kunnen verdragen, dat hij ver gaat... veel te ver. Wat moet je doen? Naar de politie gaan? En dan, wat gebeurt er dan? Tweestrijd is de beklemmende nieuwe literaire thriller van René Appel. Het boek gaat over een meisje dat ongewild in een hevige strijd verwikkeld raakt, een strijd op leven en dood, als ze te veel weet van de criminele praktijken van haar vriend. .......... #bookstagram #bookstagramnl #bookstagrammer #bookstagrammers #dutchbookstagram #dutchbookstagrammer #dutchbookstagrammers #instabook #dutchbook #books #tweedehandsboek #2ehands #tweedehands #ntl #ntlllijst #lezenisleuk #lezenisleuk📚 #boeken #2ehandsboeken #tbr #ntll #tbrpilekeepsgrowing https://www.instagram.com/p/ClKPhrOr9o_/?igshid=NGJjMDIxMWI=
#bookstagram#bookstagramnl#bookstagrammer#bookstagrammers#dutchbookstagram#dutchbookstagrammer#dutchbookstagrammers#instabook#dutchbook#books#tweedehandsboek#2ehands#tweedehands#ntl#ntlllijst#lezenisleuk#lezenisleuk📚#boeken#2ehandsboeken#tbr#ntll#tbrpilekeepsgrowing
0 notes
Text
Over Ludwig Leo (1924-2012):
Was een Duitse architect.
Werkte in de naoorlogse periode in West-Berlijn.
Zijn bekendste werk is de circulatietank (1967-1974).
Hij is gefascineerd door technologie.
Hij was ook nooit alleen geïnteresseerd in het ontwerp van alleen de uiterlijke vorm, maar begreep architectuur als een complex samenspel van functie en vorm, van ruimtes en gebruikersbehoeften, van politiek en geschiedenis.
Leo begreep tekenen als een instrument van architectonisch denken en communiceren, een middel om tot overeenstemming te komen met collega's en medewerkers
De tekeningen die hij in zijn bureau maakte, kwam dan ook rechtstreeks van zijn hand of droegen zijn beslissende stempel.
Hij was tegen het postmoderne gedachtegoed.
0 notes
Text
Over Ludwig Leo (1924-2012):
De naoorlogse periode in West-Berlijn
Gefascineerd door technologie
Was ook nooit alleen geïnteresseerd in het ontwerp van alleen de uiterlijke vorm, maar begreep architectuur als een complex samenspel van functie en vorm, van ruimtes en gebruikersbehoeften, van politiek en geschiedenis.
Leo begreep tekenen als een instrument van architectonisch denken en communiceren, een middel om tot overeenstemming te komen met collega's en medewerkers
Tegen het postmoderne gedachtegoed
0 notes
Text
© Gemeente Groningen
Het Groninger Forum is en blijft een zeer omstreden gebouw in het hart van de stad Groningen, en deze discussie duurt al 13 jaar.
De bouw is al gestart en in 2019 zal het geopend worden, tot die tijd strijden tegenstanders tegen dit gebouw. Met iedere keer nieuwe argumenten, althans dat vinden de tegenstanders.
Feit is dat de nieuwe oostwand waar dit een onderdeel van is een groot bouwput is, naast het forum is men ook bezig met de bouw van de Merckt en het hotel.
Als alles gereed is zal er straks een mooi (althas dat vind ik) nieuwe oostwand op de plek staan waar na de oorlog de Naberpassage, oude Vidicat gebouw, een VVV en nog 2 naoorlogse panden stond. De mening van veel stadjers was ook dat de oude oostwand lelijk was, en dat de Naberpassage oud, donker en niet uitnodige. Leegstand was hoog en de daarmee ook de verpaupering en bijkomende criminaliteit.
Het moest gewoon weg.
Oostwand 1900
Oostwand 2010
Bouw ver weg
Vanaf het moment dat de plannen werden gepresenteerd was er tegenstand, dit resulteerde in een stichting. Deze stichting (meer doen met 40 miljoen) was een samenwerking tussen drie stad Groninger partijen namelijk de SP, Stadspartij en Student en Stad. Zij wisten genoeg handtekeningen bij een te krijgen om een referendum te kunnen uitschrijven, en dit gebeurde ook op 29 juni 2005.
Helaas voor de stichting was hun harde werken voor niets, de opkomst was te laag en haalde het minimun niet ondanks hun zeer uitgebreide en actieve campagne.
De gemeente kon hierdoor beginnen met het uitwerken.
Maar in 2009 midden in de crisis kwam een nieuwe kink in de kabel, dit keer niet door een referendum of een partij van de linkse kant. Nee dit keer was een partij die in de gemeente Groningen voorstander is, maar in de povincie een tegenstander is namelijk de VVD.
De VVD in de provinciale staten uitte hun zorg over de exploitatiebegroting, dit was voor hun de aanleiding om de steun in te trekken. Dit betrof een bedrag van 35 miljoen euro, waarvan een deel van de compensatiegelden die beschikbaar zijn gekomen na het niet doorgaan van de Zuiderzeelijn. De Provinciale staten trok in december 2010 de subsidie van 35 miljoen euro in, een rechtzaak dreigde maar na overleg werd er een commissie in het leven geroepen. De commissie Terlouw kreeg de opdracht om de plannen te verbeteren zodat de provincie mee kon leven.
Nadat de commissie Terlouw haar rapport op 26 april 2011 uitbracht, ging de provincie op 6 juli 2011 alsnog akkoord met de subsidie van 35 miljoen Euro.
Kosten
De kosten zoals beraamt is kwam neer op 71 miljoen, inmiddels is door uitstel de kosten verdubbelt naar 140 miljoen Euro. In dit bedrag zijn de onderstaande bedragen in verwerkt, dit zijn bedragen die ik kon vinden.
35 miljoen euro Provincie Groningen incl. compensatiegelden Zuiderzeelijn (hoeveel dat is bij mij onbekend)
10 miljoen euro Europeese subsidie
68 mijlioen euro NAM, i.v.m. verstevigingen voor mogelijke aardbevingen
27 miljoen Gemeente Groningen is een schatting (140 – bovenstaande)
Invulling
De nieuwe oostwand en het forum zal de oostkant van de Grote Markt een geheel ander invulling en uiterlijk mee geven, grotendeels is de invulling bekend.
Zo komt er het onderstaande in de diverse gebouwen aan de oostkant van de Grote Markt, of zitten er al in dit gezien vanaf de Martinitoren.
Vindicat
Westcord Hotel
Merckt
Over het hoekpand waar nu Merckt gebouwd wordt is een wedstrijd vooraf gegaan, uiteindelijk won het ontwerp van de Merckt. Dit ontwerp kreeg 14.752 van de 20.000 stemmen, de tweede plaats was Groenn (4949 stemmen) en de laatste was Oosterling (898 stemmen).
Het Forum zelf is volgens Directeur Dirk Nijdam vol, de 17.000 m² zal gevuld worden met onder andere het VVV en de bibliotheek. Hiermee verdwijnt ook het noodgebouw van de VVV op de Grote Markt, ook het oude gebouw van de bibliotheek is inmiddels verkocht aan de Universiteit.
Het 10 verdiepingen tellende forum zal naast het VVV en de bibliotheek ook het nieuwe huis worden van het Nederlandse Stripmuseum (verhuist vanaf de Westerhaven), een Bioscoop (Forum Images die al in he Poelestraat zat), 350 studieplekken, een skylounge met restaurant, openlucht bioscoop en nog twee horeca gelegenheden.
Het stripmuseum zal een andere naam krijgen, na de verhuizing zal het Storyworld gaan heten. De focus ligt niet meer alleen op strips, maar ook games en animatie. Naast dit alles, of eigenlijk onder dit alles bevind zich ook een parkeerkelder met ruimte voor 385 auto’s en 1250 fietsen.
Oplevering
Het forum zal in de zomer van 2019 opgeleverd worden, vanaf dan zal er na schatting 1,3 miljoen moeten trekken. Naast de horecagelegenheden en bioscoop zal delen van de 1,3 miljoen jaarlijkse bezoekers komen voor exposities, talkshows en andere evenementen.
De schatting aan de lage kant, aldus Dirk Nijdam die een optelsom doet.
VVV (250.000),
film (140.000),
bibliotheek (650.000),
Stripmuseum (40.000),
debatten en evenementen (15.000),
exposities (110.000) en
dagjesmensen (100.000)
Exploitaitetekort
In 2013 was er een exploitatietekort van 1,1 miljoen euro, dit tekort was in 2017 “slechts” 430.000 euro. Inmiddels is dit tekort gestegen naar 830.000 euro, dit komt vooral door de gestegen personeelslasten. Ook steeg het doordat de bibliotheek te weinig subsidie kreeg, de salarissen en sociale lasten voor het personeel steeg ook (bron). Een ander kostenplaats is dat door invoering van boetevrij lenen minder inkomsten binnen kreeg, boetevrij lenen houdt in dat leden niks betalen als ze een boek te laat inleveren. Het aantal leden steeg hierdoor wel, maar de inkomsten liepen terug.
Dit alles bleek na onderzoek van het bedrijf BMC, die ook opmerkte dat het Groninger Forum een relatief groot aantal “wijkfilialen” heeft. Dit invergelijking met andere steden.
Om het tekort weg te werken krijgt het Groninger Forum maximaal 3,3 miljoen euro, dit wordt over een periode van 5 jaar uitgesmeerd. Maar dan moet men wel zelf 1,5 ton op jaarbasis bezuinigen. De stijging van het tekort komt door de financiële situatie van de bibliotheek (bron).
Bronnen:
Wikipedia RTV Noord SP Groningen Trouw Bouwwereld DVHN.nl
zie ook persmap gemeente groningen, wat komt er in het forum
Het Groninger Forum Het Groninger Forum is en blijft een zeer omstreden gebouw in het hart van de stad Groningen, en deze discussie duurt al…
2 notes
·
View notes
Text
Verbeelding
Ik heb niet het gevoel te leven in een tijd waarin de panelen verschuiven. Alsof er een heel nieuw tijdsbeeld aanbreekt. Ik ben nieuwsgierig hoe de kleine en grote wereld van mijn kinderen en kleinkinderen zal zijn. Ik vrees dat het neoliberale kapitalisme doorgaat en de mens als robot creëert. Wanneer komt de sociale verbeelding aan de macht?
De lange cyclus van Kondratieff
Bij pogingen om toekomstbeelden te schatten accentueerde ik tot nu toe financieel- en sociaal-economische invalshoeken. Dat kan bijvoorbeeld door te denken in de 50-jarige cyclus van Kondratieff. Deze cyclus (een kwart eeuw up en een kwarteeuw down) ontstaat uit een combinatie van elementaire innovaties die technologische revoluties lanceren. Daaruit ontstaan nieuwe industriële en commerciële sectoren die vervolgens door weer een nieuwe tijd vernield worden. “Creatieve” destructie heet dat, maar het is kapot maken, daar is niets creatiefs aan want de wereld wordt er lang niet altijd beter van. In de 19de eeuw ontstond scheepvaart, spoorwegen, fietsen, auto’s. Tijdens mijn leven kwam internet, software innovaties en nu enorme ICT-concerns zoals Microsoft, Google enzovoorts. Het informatietijdperk is er.
Ik heb niet de indruk dat de huidige verkiezingsstrijd reflecteert wat er in de financiële- en sociale economie gaande is. De debatten gaan op zijn best over een tekort aan betaalbare woningen, hogere minimumlonen, meer geld voor defensie. Er zijn op www.stemwijzer.nl eigenlijk maar drie onderwerpen die de bakens kunnen verzetten: wel of niet uit de EU, invoeren van een vleesbelasting en al of niet bouwen van een kerncentrale.
Weinig aandacht voor grootste thema’s
De meeste andere van de dertig stellingen betreffen de waan van de dag in kleine verschuivingen zoals over vuurwerk, kinderopvang, rekeningrijden, vaccinatiebewijzen, zorgfinanciering en btw op kunst en cultuur. We houden elkaar bezig, maar het zet geen zoden aan de dijk, ook al gaat het wel over grote en directe korte termijn belangen van mensen.
Grote thema’s gaan over opwarming van de aarde en de strijd ertegen, de klimaatcrisis die zonder actie de Randstad onder water zet en stromen vluchtelingen pop gang brengt. Grote thema’s gaan over voorkomen van nieuwe pandemieën, cyberoorlog voeren, onderwijs, Nederland in de EU, marktmacht van de grootste wereldconcerns, de macht van de centrale overheid, afkalven van democratie in de wereld.
Bij deze vraagstukken brengen de politieke stellingen slechts marginale verschuivingen teweeg. Ruitte en Wilders die elkaar alleen vliegen afvangen tonen een dieptepunt in het huidige politieke debat. Tijdens mijn leven heb ik de naoorlogse verzorgingsstaat Nederland tandenknarsend zien veranderen in een door marktdenken gedreven belastingparadijs en narcostaat. Aandeelhouderskapitalisme is toonaangevend bij beursgenoteerde bedrijven, wat neerkomt op maximering van financiële winsten en rendementen. Ik bespeur hierin geen wezenlijke veranderingen.
Op welke wijze verdelen we schaarste
De verdeling van de schaarste in een overbevolkte wereld is het grootste vraagstuk van deze tijden, dat ik benader als wereldburger, niet als nationalist. Ik prijs me gelukkig dat de langzaam, maar gestaag toenemende welvaart na het midden van deze 21ste eeuw kan leiden tot krimp van de wereldbevolking dankzij sterke vergrijzing en afname van de bevolkingsgroei die geleidelijk overgaat in een bevolkingsdaling. Dat proces, dat gepaard moet gaan met veranderend financieel-economisch denken en handelen, is hoopgevend.
Sinds de Club van Rome uit de jaren zeventig staat de bescherming van onze aarde hoog op de politieke agenda zonder voldoende resultaat. De risico’s van uitputting en verwoesting van deze planeet nemen toe. Maar, Freek de Jonge en Jesse Klaver, het is vals om een Armageddon te schetsen zoals jullie deden in OP1 van 12 maart. Onheilsprofeten hebben we al genoeg. Ook in de jaren zeventig, toen de carrière van Freek op gang kwam waarschuwden onheilsprofeten al voor de rampen die ons zouden treffen.
Het lijkt erop dat de race van technologische innovatie steeds opnieuw tot onbeheersbare schadeposten leidt. Zo kan kernenergie noodzakelijk worden maar het leidt tot kernafval dat in de gunstigste omstandigheid 300 jaar actief blijft en waarschijnlijk 10.000 jaar lang. Na onder meer Tsjernobyl en Japan wil ik dat niet meer. Het is op de keper beschouwd geen optie, evenmin als heel Drenthe vol plempen met windturbines.
Daarom denk ik na over het thema groei dat we in de westerse wereld interpreteren als economische groei, welvaartsgroei, winstgroei, winstmaximering. Het gaat voortdurend over efficiencyverbetering dat mensen uit het arbeidsproces stoot. Kunnen we een samenleving creëren die niet gebaseerd is op het communistische of kapitalistische markt- en groeimodel, maar op een model van welzijn zonder de huidige materialistische groei?
Kunnen we anders leren denken over het hele concept van groei door concurrentie? Met de consument in regionale gemeenschappen aan de macht in plaats van de grootaandeelhouders van Microsoft, Google en Tesla.
Een nieuwe fase van grote voorspoed
Van een vriend ontving ik een blog van Hans Konstapel. Over de volgende Kondratiev cyclus. Hans is ICT-consultant en werkte 30 jaar bij ABNAMRO. Nu onderzoekt hij vooral de relatie tussen ICT en de mens. Dat is een problematische nu we midden in een proces van creatieve destructie zitten met 9/11, de banken- en staatsschuldencrisis en nu de grootste selfmade recessie ooit als gevolg van de Covid-19 pandemie.
Konstapel is een man van ideeën en verbeeldingen, niet gemakkelijk te volgen. Hij volgt Albert Einstein die verbeelding hoger achtte dan kennis, omdat kennis beperkt is tot wat we al weten en verbeelding alles omvat wat we ooit zullen weten en begrijpen.
Konstapel brengt “paden van verandering” in verband met de Kondratiev cyclus van 52 jaar die wat hem betreft in 2000 zijn climax bereikte en zo rond 2026 dus weer een opgaande lijn oppakt, een kantelmoment dat naar mijn “gevoel” eerder in 2030 ligt. Daarna zou er een nieuwe fase van grote voorspoed en welvaart aanbreken.
Smart systems regelen de wereld
Hij zoekt naar de betekenis van de opkomst van “smart systems” als beïnvloedbaar door de veranderingen die zich voordoen. Die “smart systems” in slimme algoritmen en kunstmatige intelligentie zijn rondom ons zoals ze dat in mijn jeugd niet waren. Het is net alsof de automatisering van en voor de mens een nieuwe fase ingaat.
Een “smart system” ziet eruit al een mens, schrijft Konstapel, uitgerust met sensoren, geest, verbeelding en emotie. Het doorvoelt de buiten- en binnenwereld met veel meer zintuigen dan de vijf menselijke zintuigen. Te weten, zoals benoemd door Aristoteles, zien, horen, proeven, ruiken en voelen.
Zo simpel is net gelukkig niet. We kunnen warm en koud waarnemen, pijn voelen, zoeken evenwicht en positie en nog zo meer. Maar een vooraf gedefinieerd smart system kan onnoemelijk snel reageren op een gebeurtenis, analyseren, verbeteren en communiceren met mensen. Smart systems zijn uitermate geschikt om menselijke vragen te beantwoorden en mensen te trainen, stelt Konstapel.
Nu wordt het netwerk van de menselijke geest uitgerold. Machines gaan de mens imiteren en overtreffen, omdat zij verbonden raken met een wereldwijd verstand waar de mens zijn hersens op kan aansluiten, als de mens dat wil.
“Dan scheppen we geheugenbanken in de Global Brain die leven, muziek, kennis en nog veel meer bevatten wat we ons nu niet kunnen voorstellen”, denkt Konstapel en hij schetst het volgende scenario voor de periode tot 2060
1. De klant leidt de waardeketen in rechtstreeks contact tussen klant en producent. Er zijn geen intermediairs meer.
2. Producenten versimpelen hun producten die de klant zelf verrijkt.
3. Datasystemen begrijpen de mens en passen zich aan menselijke behoeften aan.
4. De ontwikkelde software schept een virtuele wereld die de suggestie wekt dat de mens de controle in handen heeft.
5. De meeste mensen spelen dan en werken niet meer.
Humane verbeelding aan de macht
Konstabel schetst wat technologie met mensen gaat doen. In dat perspectief worden mijn kinderen en kleinkinderen zelf robots. Dat is niet de bedoeling. Dat is een groot vraagstuk van deze tijd dat geadresseerd moet worden. Het lijkt mij dat het eerder nog gaat om het primaat voor menselijke en sociale vraagstukken; over rechtvaardige verdeling van de schaarste in de wereld. Er wordt in de verkiezingspropaganda geen woord aan gewijd. Wanneer komt de humanistische verbeelding weer aan de macht?
Afbeelding: uit artikel van Hans Konstapel
0 notes
Text
Waarom we strijden - De Vierde Wereldoorlog is begonnen
Dit manifest van de hand van Zapatistas-leider Subcommandante Marcos werd gepubliceerd in de Franse krant Le Monde in 1997. Zoals blijkt uit de gebeurtenissen van de laatste jaren, en zeker ook de laatste maanden, heeft het sindsdien alleen maar aan actualiteit gewonnen. Het neoliberalisme, als een globaal systeem, behelst een nieuwe oorlog om gebieden te veroveren. Het einde van de Derde Wereldoorlog (of de “Koude Oorlog”) heeft er op geen enkele manier toe geleid dat de wereld haar bipolariteit te boven is gekomen noch dat er stabiliteit is teruggekeerd onder de hegemonie van de winnaar. Want, als er een verliezer is geweest (het socialistische kamp), is het evenzeer moeilijk om een winnaar te benoemen. De Verenigde Staten? De Europese Unie? Japan? Alle drie? De nederlaag van het “Kwaadaardige Rijk” heeft nieuwe markten geopend, en de verovering hiervan is bezig een nieuwe Wereldoorlog uit te lokken, de Vierde. Zoals bij alle conflicten worden natiestaten gedwongen om hun identiteit te herdefiniëren. De wereldorde is teruggekeerd naar het vroegere tijdperk waarin Amerika, Afrika en Oceanië veroverd werden. Een moderniteit die erop vooruitgaat door achteruit te gaan, het is een vreemde zaak. Het schemerdonker van de twintigste eeuw lijkt meer op vroegere barbaarse periodes dan op de rationale toekomstvisies die door zoveel sciencefiction-werken werden beschreven. Uitgestrekte gebieden, rijkdom en, bovenal, een immens beschikbaar arbeidspotentieel wachten op hun nieuwe meester. Maar, ondanks de talrijke kandidaten, is er maar één plek als wereldheerser in de aanbieding. Deze onderlinge wedijver verklaart de nieuwe oorlog die ophanden is tussen diegenen die beweren dat ze bij het “Goede Rijk” horen. Waar de Derde Wereldoorlog ging om de confrontatie van kapitalisme en socialisme op diverse grondgebieden en in verschillende intensiteit, zal de Vierde uitgevochten worden tussen de grote financiële centra op wereldwijde schaal en met een ontzettende en constante intensiteit. De Koude Oorlog, die eigenlijk een verkeerde naam draagt, bereikte zeer hoge temperaturen: Van de ondergrondse catacomben van internationale spionage tot de sterrenruimte van Ronald Reagans beroemde “Star Wars”; van het zand van de Varkensbaai in Cuba tot de Mekong Delta in Vietnam; van de tomeloze kernwapenwedren tot de brutale coups in Latijns-Amerika; van de verwerpelijke schijngevechten door NAVO-legers tot de intriges van CIA-agenten in Bolivia, waar Che Guevara werd omgebracht. Al deze gebeurtenissen culmineerden in de val van het socialistische kamp als wereldsysteem en in diens teloorgang als sociaal alternatief. Voor de overwinnaar, het kapitalisme, legde de Derde Wereldoorlog de voordelen bloot die gewonnen kunnen worden door de “totale oorlog”. De naoorlogse periode laat ons toe een vluchtige blik op te vangen van een nieuwe planetaire dispensatie, waarbij de hoofdredenen van conflicten liggen in de beduidende groei van niemandslanden (een bijproduct van het debacle in het Oosten), de ontwikkeling van een verminderd aantal grootmachten (de Verenigde Staten, de Europese Unie, Japan), de globale economische crisis en een nieuwe informaticarevolutie. Met dank aan de computers leggen financiële markten hun wetten en regels op aan de planeet volgens de grillen van de handelsvloer. Globalisering is niets meer dan de totalitaire voortzetting van hun logica in alle aspecten van het leven. Waar de Verenigde Staten voorheen de teugels in handen hadden op economisch vlak, worden ze nu gedirigeerd, vanop digitale afstand, door de eigenlijke drijfveer van financiële macht: de vrije handel. De marktlogica profiteert van de poreusheid die wordt veroorzaakt door de ontwikkeling van telecommunicatie om zich alle aspecten van sociale activiteit toe te eigenen. Eindelijk een totale oorlog in de ware zin van het woord! Eén van de eerste slachtoffers van deze oorlog is de nationale markt. Zoals een kogel die wordt afgevuurd in een kamer met stalen wanden, ketst de door het neoliberalisme ontketende oorlog terug naar de schutter en verwondt hem. Eén van de basisstructuren van de moderne kapitalistische staat, de nationale markt, wordt geliquideerd door de artillerie van de globale financiële economie. Het nieuwe internationale kapitalisme maakt nationale vormen van kapitalisme overbodig en hongert de openbare machten uit tot deze erbij neervallen. De klap is zo brutaal geweest dat natiestaten niet meer over de kracht beschikken om de belangen van hun burgers te beschermen. De mooie etalage van de Nieuwe Wereldorde, overgeërfd uit de Koude Oorlog, is aan diggelen geslagen door de neoliberale ontploffing. Het vergt slechts enkele minuten om ondernemingen en staten ineen te laten storten, niet door de winden van de proletarische revolutie maar door het geweld van financiële stormen. De zoon (het neoliberalisme) verslindt de vader (het nationale kapitaal) en vernietigt daarbij de leugens van de kapitalistische ideologie: In de Nieuwe Wereldorde is er democratie noch vrijheid, gelijkheid noch broederlijkheid. Het planetaire podium wordt veranderd tot een nieuw slagveld waar chaos heerst. Tegen het einde van de Koude Oorlog schiep het kapitalisme een militair gedrocht: de neutronenbom die alle leven wegvaagt maar gebouwen intact laat. Tijdens de Vierde Wereldoorlog heeft men daarentegen een nieuw wonder ontdekt: De financiële bom. Anders dan wat er op Hiroshima en Nagasaki werd gegooid, zorgt deze nieuwe bom niet alleen voor de vernieling van de polis (hier, de natie) en het opleggen van dood, verderf en ellende aan diens inwoners, maar transformeert deze ook zijn doelwit tot alweer een stukje in de puzzel van economische globalisering. Het resultaat van de explosie is geen hoopje rokende ruïnes en evenmin duizenden levenloze lichamen, maar de toevoeging van een departement aan het nieuwe planetaire warenhuis en de omvorming van de aanwezige werkkrachten volgens de wetten van de nieuwe wereldwijde arbeidsmarkt. De Europese Unie voelt thans scherp de effecten van de Vierde Wereldoorlog. De globalisering is erin geslaagd om de grenzen op te heffen tussen rivaliserende staten die elkaars vijanden waren gedurende eeuwen en verplicht deze natiestaten in de pas te lopen om een politieke unie te vormen. De weg van de natiestaten tot een Europese federatie zal geplaveid worden met vernieling en puinhopen, te beginnen met die van de Europese beschaving. Megapolen vermenigvuldigen zich over de hele planeet. De vrijhandelsgebieden van de wereld vormen hun favoriete paaiplaatsen. In Noord-Amerika gaat de Noord-Amerikaanse Vrijhandelsovereenkomst (NAFTA), afgesloten tussen Canada, de Verenigde Staten en Mexico, vooraf aan de verwezenlijking van een oude veroveringsdroom: “Amerika voor de Amerikanen”. Zijn de megapolen bezig met het vervangen van naties? Neen. Veeleer doen ze meer dan dat. Megapolen geven naties namelijk nieuwe functies, nieuwe beperkingen en nieuwe perspectieven. Hele landen worden departementen van de neoliberale megabusiness en brengen teloorgang en ontvolking teweeg enerzijds, en de reconstructie en reorganisatie van regio’s en naties anderzijds. Waar atoombommen tijdens de Derde Wereldoorlog vooral dienden om te dreigen en af te schrikken, hebben de financiële hyperbommen van de Vierde Wereldoorlog een andere aard. Ze worden gebruikt om territoria (natiestaten) aan te vallen, waarbij ze de materiële fundamenten van hun soevereiniteit kapot maken, kwalitatieve ontvolking veroorzaken en zo iedereen uitsluiten die ongeschikt wordt geacht voor de nieuwe economie (zoals inheemse volkeren). Tegelijkertijd leggen de financiële centra ook een reconstructie van natiestaten op, waarbij ze heringericht worden volgens een nieuwe logica die economie laat zegevieren over het sociale. De wereld van de inheemse volkeren zit vol voorbeelden die zo’n strategie illustreren. Ian Chambers, directeur van het Midden-Amerikaanse Departement van de Internationale Arbeidsorganisatie (ILO), stelde dat de inheemse volkeren (300 miljoen mensen) wereldwijd in gebieden wonen die 60% van de natuurlijke grondstoffen op de planeet bevatten: “In dat geval hoeft het niet te verrassen dat er veel conflicten uitbreken over het gebruik en de toekomst van hun landen m.b.t. de interesses van handel en overheden . De ontginning van natuurlijke grondstoffen (olie en mijnbouw) en toerisme zijn de hoofdindustrieën die inheemse gebieden in Amerika bedreigen”. En met deze laatsten doen vervuiling, prostitutie en drugs hun intrede. In deze nieuwe oorlog is politiek geen drijfveer meer voor de natiestaat, want deze beheert nu slechts de economie. Ondertussen zijn politici niets meer dan zaakvoerders geworden. De nieuwe heersers over de wereld hebben geen nood aan direct bestuur, omdat nationale overheden de handelsadministratie voeren in hun naam. De nieuwe orde is de vereniging van de wereld in één enkele markt; en als staten enkel zaakvoerders zijn die zich voordoen als overheden, dan gelijken de nieuwe regionale allianties meer op commerciële fusies dan op politieke federaties. De eenmaking die het neoliberalisme voortbrengt is economisch; in de gigantische planetaire supermarkt mag alleen handelswaar vrij circuleren, maar mensen niet. Globalisering verspreidt bovendien een algemene manier van denken. De “Amerikaanse manier van leven”, die is meegereisd met de troepen van de Verenigde Staten naar Europa tijdens de Tweede Wereldoorlog, daarna naar Vietnam in de jaren zestig en recentelijk naar de Perzische Golf en het Midden-Oosten, wordt nu verbreid over de wereld via de computer en de media. Het gaat dus niet alleen over de vernietiging van de materiële fundamenten van de natiestaten, maar evenzeer over historische en culturele vernietiging. Alle culturen die gesmeed werden door naties – het nobele inheemse verleden van het Amerikaanse continent, de briljante beschaving van Europa, de wijze geschiedenis van de Aziatische naties en de voorouderlijke rijkdom van Afrika en Oceanië – worden aangevreten door de Amerikaanse manier van leven. Op die manier verwoest het neoliberalisme (groepen van) naties om ze zo opnieuw op te bouwen volgens één bepaald model. We zitten verwikkeld in een planetaire oorlog van de ergste en wreedste soort, die wordt gevoerd tegen de mensheid. We hebben te maken met een puzzel. Er ontbreken nog steeds veel noodzakelijke stukken om hem te maken en op die manier de wereld van vandaag te begrijpen. Desalniettemin kunnen we er zeven vinden, die ons lichte hoop geven dat dit conflict niet zal eindigen met de vernietiging van de mensheid. Zeven stukken die we kunnen tekenen, inkleuren, uitsnijden en inpassen met andere om zo terug de globale puzzel te vervolledigen. Het eerste puzzelstuk betreft de tweeledige verwerving van rijkdom en armoede aan de twee polen van de planetaire samenleving. Het tweede stuk gaat over de massale uitbuiting van de wereld. Op het derde stuk zien we de nachtmerrie waarin dat gedeelte van de mensheid leeft, dat veroordeeld is tot een zwerversbestaan. Het vierde stuk toont de misselijkmakende verhouding tussen macht en misdaad. Het vijfde stuk is het geweld van de staat. Het zesde stuk betreft het mysterie van de megapolitiek. Het zevende puzzelstuk wordt tenslotte gevormd door de verschillende vormen van weerstand die de mensheid inzet tegen het neoliberalisme.
Het eerste puzzelstuk: De concentratie van rijkdom en de herverdeling van armoede Teken ten eerste een monetair symbool. In de geschiedenis van de mensheid hebben verschillende modellen het uitgevochten om het absurde als teken van de wereldorde te bewerkstelligen. Het neoliberalisme zal een belangrijke plaats innemen als het gaat om de prijsuitreiking. Diens voorstelling over de “verdeling" van de rijkdom is tweevoudig absurd: een accumulatie van rijkdom voor enkelen, en een accumulatie van armoede voor miljoenen anderen. Onrechtvaardigheid en ongelijkheid kenmerken de wereld van vandaag. De aarde telt vijf miljard mensen: daarvan leven er slechts 500 miljoen in comfortabele omstandigheden, terwijl de overige 4,5 miljard mensen armoede lijden. De rijken maken hun numerieke minderheid goed door miljarden dollars te bezitten. De totale rijkdom van de 358 rijkste mensen ter wereld, de dollarmiljardairs, is groter dan het jaarinkomen van bijna de helft van de armste inwoners van de wereld, dat wil zeggen ongeveer 2,6 miljard mensen. De vooruitgang van grote transnationale ondernemingen gaat niet noodzakelijkerwijs gepaard met vooruitgang in de landen van de ontwikkelde wereld. Integendeel, hoe rijker deze reuzen worden, hoe meer armoede er ontstaat in de zogenaamde rijke landen. De kloof tussen arm en rijk is enorm: de sociale ongelijkheid neemt niet af, maar neemt juist toe. Het monetair symbool dat je hebt getekend symboliseert de economische wereldmacht. Kleur het nu dollargroen. Negeer de misselijkmakende stank; de geur van uitwerpselen, slijk en bloed horen erbij. Het tweede puzzelstuk: De globalisering van de uitbuiting Teken ten tweede een driehoek. Een van de leugens van het neoliberalisme is dat de economische groei van bedrijven werkgelegenheid en een betere verdeling van de welvaart oplevert. Dit is niet waar. Wanneer een koning zijn persoonlijke macht ziet toenemen, wil dat niet zeggen dat zijn onderdanen hierin delen (integendeel). Op dezelfde manier verbetert het absolutisme van het financiële kapitaal allerminst de verdeling van de rijkdom en schept het evenmin banen. In feite zijn de structurele gevolgen ervan armoede, werkloosheid en onzekerheid. In de jaren zestig en zeventig steeg het aantal armen in de wereld (door de Wereldbank gedefinieerd als zij die een inkomen van minder dan één dollar per dag hebben) tot ongeveer 200 miljoen. In het begin van de jaren negentig bedroeg hun aantal twee miljard. Meer armen en verarmden dus en steeds minder rijken (die echter steeds rijker worden). Dit leert ons het eerste stukje van de puzzel. Om dit absurde resultaat te bereiken “moderniseert" het wereldkapitalistische systeem de productie, het verkeer en de consumptie van grondstoffen. De nieuwe (informatie)technologische revolutie en de nieuwe politieke revolutie (de megapolissen die uit de ruïnes van de natiestaat voortkomen) veroorzaken een nieuwe sociale “revolutie". Deze sociale revolutie bestaat eigenlijk uit een herschikking, een reorganisatie van de sociale krachten en vooral van de beroepsbevolking. De economisch actieve wereldbevolking groeide van 1,38 miljard in 1960 naar 2,37 miljard in 1990. Een grote toename van het aantal mensen dat in staat is om te werken en welvaart te genereren. Maar de Nieuwe Wereldorde organiseert deze arbeidskrachten binnen specifieke geografische en productieve gebieden en herschikt hun functies (of “niet-functies”, in het geval van werklozen en werknemers in onzeker dienstverband). De economische actieve wereldbevolking per sector (EAPS) heeft de afgelopen 20 jaar radicale veranderingen ondergaan. De landbouw en de visserij zijn gedaald van 22% in 1970 naar 12 % in 1990 en de productie van 25% naar 22%, maar de tertiaire sector (handel, vervoer, banken en diensten) is gestegen van 42% naar 56% (Chi en del Pilar, 1997). In de ontwikkelingslanden is de tertiaire sector gegroeid van 40 % in 1970 naar 57 % in 1990, terwijl de landbouw en de visserij zijn gedaald van 30 % tot 15 %. Dit betekent dat meer en meer werknemers worden ingezet voor het soort activiteiten dat nodig is om de productiviteit te verhogen of de productie van grondstoffen te versnellen. Het neoliberale systeem functioneert dus als een soort megabaas voor wie de wereldmarkt wordt gezien als één enkele, eengemaakte onderneming, die moet worden beheerd op basis van “moderniseringscriteria". Maar de “moderniteit" van het neoliberalisme staat dichter bij de monsterlijke geboorte van het kapitalisme als wereldsysteem dan bij de utopische “rationaliteit", omdat deze “moderne" kapitalistische productie nog steeds afhankelijk is van kinderarbeid. Van de 1,15 miljard kinderen in de wereld leven er minstens 100 miljoen op straat en werken er 200 miljoen - en volgens de voorspellingen zal dit aantal tegen het jaar 2000 stijgen tot 400 miljoen. Alleen al in Azië werken 146 miljoen kinderen in de (handmatige) productie. En ook in het Noorden moeten honderdduizenden kinderen werken om het gezinsinkomen aan te vullen of gewoon om te overleven. Er zijn ook veel kinderen werkzaam in de “plezierindustrie": volgens de Verenigde Naties worden elk jaar een miljoen kinderen in de sekshandel gedreven. De werkloosheid en de onzekere arbeid van miljoenen werknemers over de hele wereld is een realiteit die we niet gauw kwijt zullen zijn. In de landen van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) is de werkloosheid gestegen van 3,8% in 1966 naar 6,3% in 1990 en in Europa van 2,2% naar 6,4%. De geglobaliseerde markt maakt kleine en middelgrote ondernemingen kapot. Door het verdwijnen van de lokale en regionale markten en zonder bescherming zijn de kleine en middelgrote producenten niet in staat om te concurreren met de grote multinationals. Miljoenen werknemers zien daardoor hun job verdwijnen. Eén van de absurditeiten van het neoliberalisme is dat de groei van de productie geen banen schept, maar er juist vernietigt. De Verenigde Naties spreken van “groei zonder banen". Maar daar houdt de nachtmerrie niet op. Werknemers worden ook gedwongen om onzekere omstandigheden te accepteren. Minder werkzekerheid, langere werktijden en lagere lonen: dat zijn de gevolgen van de globalisering in het algemeen en de explosie in de dienstensector in het bijzonder. Dit alles leidt tot een specifiek overschot: een overmaat aan mensen die nutteloos zijn in termen van de Nieuwe Wereldorde omdat ze niet produceren, niet consumeren en niet lenen bij de banken. Kortom, wegwerpmensen. Elke dag leggen de grote financiële centra hun wetten op aan landen en groepen van landen over de hele wereld. Ze herschikken de inwoners van die landen, maar uiteindelijk moeten ze vaststellen dat er nog altijd “teveel mensen” zijn. Wat je nu hebt is een figuur die lijkt op een driehoek. Deze verbeeldt de piramidevorm van de wereldwijde uitbuiting.
Het derde puzzelstuk: Migratie, de dolende nachtmerrie Teken ten derde een cirkel. We hadden het reeds over het bestaan, aan het einde van de Derde Wereldoorlog, van nieuwe gebieden die rijp zijn voor verovering (de voormalige socialistische landen) en andere die heroverd dienen te worden. Vandaar de drievoudige strategie die de financiële markten hanteren: het aanwakkeren van "regionale oorlogen" en "interne conflicten", het nastreven van een atypische accumulatiestrategie door kapitaal en de mobilisatie van grote massa's arbeiders. Met als resultaat een enorm rollend rad van miljoenen migranten die zich over de planeet verspreiden. “Buitenlanders" in die "wereld zonder grenzen" (die door de overwinnaars van de Koude Oorlog was beloofd) worden zo gedwongen tot racistische vervolging, onzekere werkgelegenheid, het verlies van hun culturele identiteit, repressie door de politie, honger, gevangenschap en moord. De nachtmerrie van de migratie, wat de oorzaak ervan ook moge zijn, blijft groeien. Het aantal personen dat onder het Hoge Commissariaat voor de Vluchtelingen van de Verenigde Naties (UNHCR) valt, is onevenredig gegroeid van 2 miljoen in 1975 tot meer dan 27 miljoen in 1995. Het doel van het neoliberale migratiebeleid is meer om de mondiale arbeidsmarkt te destabiliseren dan om de immigratie af te remmen. De Vierde Wereldoorlog, met zijn mechanismen van vernietiging/ontvolking en wederopbouw/reorganisatie, brengt de ontheemding van miljoenen mensen met zich mee. Hun lot is om de wereld af te dwalen en de last van hun nachtmerrie met zich mee te dragen, om zo een bedreiging te vormen voor werknemers die een baan hebben, een zondebok die bedoeld is om mensen hun bazen te laten vergeten, en om een basis te leggen voor het racisme dat het neoliberalisme uitlokt.
Het vierde puzzelstuk: Financiële globalisering en de veralgemening van misdaad Teken ten vierde een rechthoek. Als je denkt dat de wereld van bandieten dood en begraven is, dan heb je het mis. Tijdens de Koude Oorlog heeft de georganiseerde misdaad een respectabeler imago verworven. Ze begon niet alleen op dezelfde manier te functioneren als elke andere moderne onderneming, maar ze drong ook diep door in de politieke en economische systemen van de natiestaten. Met het begin van de Vierde Wereldoorlog heeft de georganiseerde misdaad haar activiteiten geglobaliseerd. De criminele organisaties van vijf continenten hebben de "geest van mondiale samenwerking" overgenomen en hebben zich verenigd om deel te nemen aan de verovering van nieuwe markten. Ze investeren in legale bedrijven, niet alleen om hun vuil geld wit te wassen, maar ook om kapitaal te verwerven voor illegale operaties. Hun favoriete activiteiten zijn luxueuze vastgoedinvesteringen, de vrijetijdsindustrie, de media en… het bankwezen. Ali Baba en de Veertig Bankiers? Erger nog. Commerciële banken gebruiken het vuile geld voor hun legale activiteiten. Volgens een VN-rapport werd de betrokkenheid van misdaadsyndicaten vergemakkelijkt door de programma's voor structurele aanpassing die de debiteurlanden hebben moeten accepteren om toegang te krijgen tot leningen van het Internationaal Monetair Fonds (IMF). De georganiseerde misdaad is ook afhankelijk van het bestaan van belastingparadijzen: er zijn zo'n 55. Eén daarvan, de Kaaimaneilanden, staat op de vijfde plaats in de wereld als bancair centrum en heeft meer banken en geregistreerde bedrijven dan inwoners. Naast het witwassen van geld maken deze belastingparadijzen het mogelijk om aan belastingen te ontsnappen. Het zijn plaatsen voor contacten tussen overheden, zakenlieden en maffiabazen. Hier hebben we dus de rechthoekige spiegel waarin legaliteit en illegaliteit elkaar afwisselen. Aan welke kant van de spiegel staat de misdadiger? En aan welke kant staat de persoon die hem achtervolgt? Het vijfde puzzelstuk: Gewettigd geweld door onwettige machten Teken ten vijfde een vijfhoek. In het cabaret van de globalisering voert de staat een striptease uit, waarbij tenslotte het absolute minimum overblijft: zijn repressieve krachten. Met de vernietiging van zijn materiële basis, de afschaffing van zijn soevereiniteit en onafhankelijkheid en de uitroeiing van zijn politieke klasse, wordt de natiestaat steeds meer herleid tot een veiligheidsapparaat in dienst van de megabedrijven die het neoliberalisme opbouwt. In plaats van de overheidsinvesteringen te richten op sociale uitgaven, geeft de staat er de voorkeur aan de uitrusting te verbeteren die hem in staat stelt de samenleving beter te controleren. Wat moet er gebeuren als het geweld voortkomt uit de wetten van de markt? Waar is het gewettigde geweld dan? En waar het onwettige? Welk geweldsmonopolie kunnen de ongelukkige natiestaten eisen wanneer het vrije spel van vraag en aanbod een dergelijk monopolie tart? Heeft het vierde puzzelstukje niet aangetoond dat de georganiseerde misdaad, de overheid en de financiële centra nauw met elkaar verbonden zijn? Is het niet duidelijk dat de georganiseerde misdaad echte legers heeft waarop ze kan rekenen? Het geweldsmonopolie behoort niet langer toe aan de nationale staten: de markt heeft haar veiling geopend. Echter, als het geweldsmonopolie niet wordt betwist op basis van de wetten van de markt, maar in het belang van “de mensen van onderaf", dan ziet de wereldmacht het als “agressie". Dit is één van de (minst bestudeerde en meest veroordeelde) aspecten van de uitdagingen die aangegaan werden door de inheemse volkeren, die met wapens in opstand kwamen in het Zapatistisch Nationaal Bevrijdingsleger (EZLN) tegen het neoliberalisme en voor de mensheid. Het symbool van de Amerikaanse militaire macht is de vijfhoek. De nieuwe wereldpolitie wil dat de nationale legers en de politie eenvoudige veiligheidsinstanties worden die de orde en de vooruitgang binnen de megapolen van het neoliberalisme garanderen.
Het zesde puzzelstuk: De megapolitiek en haar dwergen Teken ten zesde een krabbel. We hebben eerder gesteld dat natiestaten worden aangevallen door de financiële markten en gedwongen worden om zich op te lossen binnen megapolen. Maar het neoliberalisme voert zijn oorlog niet alleen door naties en regio's te “verenigen". Diens strategie van vernietiging/ontvolking en wederopbouw/reorganisatie veroorzaakt ook een breuk of breuken binnen de natiestaat. Dit is de paradox van deze Vierde Wereldoorlog: terwijl er zogenaamd gewerkt wordt aan het wegnemen van grenzen en het “verenigen" van naties, leidt dit in feite tot een vermenigvuldiging van grenzen en het uiteenvallen van naties. Als iemand er nog steeds aan twijfelt dat deze globalisering een wereldoorlog is, laat deze persoon dan kijken naar de conflicten die zijn ontstaan door de ineenstorting van de Sovjet-Unie, Tsjecho-Slowakije en Joegoslavië en de diepe crises die niet alleen de politieke en economische fundamenten van de natiestaten hebben verbrijzeld, maar ook hun sociale samenhang. Zowel de opbouw van megapolen als de fragmentatie van staten zijn gebaseerd op de vernietiging van de natiestaat. Zijn dit twee onafhankelijke en parallelle gebeurtenissen? Zijn het symptomen van een megacrisis die op het punt staat te ontstaan? Of zijn het gewoon afzonderlijke en geïsoleerde feiten? Wij denken dat ze een tegenstrijdigheid vormen die inherent is aan het proces van globalisering, en één van de kernrealiteiten van het neoliberale model. Het wegvallen van de handelsgrenzen, de explosie van de telecommunicatie, de informatiesnelwegen, de alomtegenwoordigheid van de financiële markten, de internationale vrijhandelsovereenkomsten – dit alles draagt bij aan de vernietiging van de natiestaten en de interne markten. Paradoxaal genoeg leidt de globalisering tot een gefragmenteerde wereld van geïsoleerde stukken, een wereld vol waterdichte compartimenten die hooguit met elkaar verbonden kunnen worden door fragiele economische loopplanken. Een wereld van gebroken spiegels die de nutteloze eenheid van de neoliberale puzzel weerspiegelen. Maar het neoliberalisme versplintert niet alleen de wereld die het beweert te verenigen, het produceert ook het politieke en economische centrum dat deze oorlog stuurt. Een discussie over deze megapolitiek dringt zich op. De megapolitiek globaliseert de nationale politiek, met andere woorden, zij bindt deze aan een centrum dat wereldbelangen heeft en dat opereert volgens de logica van de markt. Het is in naam van de markt dat er wordt beslist over oorlogen, kredieten, het kopen en verkopen van grondstoffen, diplomatieke erkenning, handelsblokken, politieke steun, immigratiewetten, het afbreken van relaties tussen landen en investeringen. Kortom, het voortbestaan van hele naties. De wereldwijde macht van de financiële markten is van zo’n aard dat zij zich geen zorgen maken over de politieke kleur van de leiders van de afzonderlijke landen: wat in hun ogen telt is het respect van een land voor het economische programma. Financiële disciplines worden opgelegd en iedereen is daarbij gelijk voor de wet. Deze meesters van de wereld kunnen zelfs het bestaan van linkse regeringen tolereren, op voorwaarde dat zij geen enkele maatregel nemen die de belangen van de markt kan schaden. Zij zullen echter nooit een beleid aanvaarden dat de neiging heeft te breken met het dominante model. Volgens de megapolitiek wordt de nationale politiek gevoerd door dwergen die zich moeten houden aan de dictaten van de financiële reus. En zo zal het altijd zijn, tot de dwergen in opstand komen. Hier heb je dan de figuur die de megapolitiek voorstelt. Onmogelijk om er de geringste rationaliteit in te ontwaren Het zevende puzzelstuk: Verzetshaarden Teken ten zevende een haard. “Om te beginnen vraag ik u om het verzet niet te verwarren met politieke oppositie. Een oppositie verzet zich niet tegen de macht maar tegen een regering, en haar volwaardige vorm is die van een oppositiepartij; verzet kan daarentegen niet per definitie een partij zijn: het is niet gemaakt om te regeren, maar... om zich te verzetten.” (Tomás Segovia, “Alegatorio", Mexico, 1996) De schijnbare onfeilbaarheid van de globalisering stuit op de hardnekkige ongehoorzaamheid van de werkelijkheid. Terwijl het neoliberalisme diens oorlog voortzet, vormen zich overal op de planeet groepen demonstranten, kernen van rebellen. Het rijk van financiers met weelderige haarden stoot op de rebellie van verzetshaarden. Ja, haarden. Van alle maten, van verschillende kleuren, van verschillende vormen. Hun enige gemeenschappelijke punt is de wens om weerstand te bieden aan de “Nieuwe Wereldorde" en de misdaad tegen de menselijkheid die deze Vierde Wereldoorlog vertegenwoordigt. Het neoliberalisme probeert miljoenen wezens te onderwerpen en probeert zich te ontdoen van al diegenen die geen plaats hebben in diens Nieuwe Wereldorde. Maar deze “wegwerpmensen” komen in opstand. Vrouwen, kinderen, ouderen, jongeren, inheemse volkeren, ecologische militanten, homoseksuelen, lesbiennes, HIV-activisten, arbeiders en al diegenen die de geordende vooruitgang van het nieuwe wereldsysteem verstoren en die zich organiseren en strijden. Het verzet wordt geweven door degenen die zijn uitgesloten van de “moderniteit". In Mexico bijvoorbeeld wordt het zogenaamde “Programma voor Integrale Ontwikkeling van de Landengte van Tehuantepec" opgevat als de aanleg van een grote industriële zone. Deze zone zou bestaan uit industriële fabrieken, een raffinaderij voor de verwerking van een derde van de ruwe olie in Mexico en een fabriek voor de productie van petrochemische producten. Er zouden doorvoerroutes tussen de twee oceanen worden aangelegd: wegen, een kanaal en een spoorlijn die de landengte doorkruist. Twee miljoen boeren zouden arbeiders worden in deze industrie- en transportsector. Op dezelfde manier wordt in het zuidoosten van Mexico, in het Lacandonawoud, een regionaal ontwikkelingsprogramma voor de lange termijn opgezet met als doel inheemse gebieden ter beschikking te stellen voor het kapitaal, die niet alleen rijk zijn aan waardigheid en geschiedenis, maar vooral ook aan olie en uranium. Deze projecten zouden uiteindelijk leiden tot een versnippering van Mexico, waardoor het zuidoosten van het land zou worden gescheiden van de rest van het land. Ze zijn ook ingekaderd in een strategie van opstandbestrijding, als een tangbeweging die probeert de opstand tegen het neoliberalisme, die in 1994 werd geboren, te omcirkelen. In het centrum bevinden zich de inheemse rebellen van het Zapatistisch Nationaal Bevrijdingsleger. Nu we het toch over opstandige inheemse volkeren hebben, dienen we toch het volgende in te lassen: de Zapatistas geloven dat het herstel en de verdediging van de nationale soevereiniteit in Mexic deel uitmaken van de antiliberale revolutie. Paradoxaal genoeg wordt het Zapatistisch Nationaal Bevrijdingslegerzelf ervan beschuldigd dat het probeert de Mexicaanse natie te versnipperen. De realiteit is dat de enige krachten die voor separatisme hebben geijverd de zakenlieden van de olierijke staat Tabasco zijn, en de parlementsleden van de Institutioneel Revolutionaire Partij (PRI) uit Chiapas. De Zapatistas van hun kant denken dat het noodzakelijk is om de natiestaat te verdedigen tegen de globalisering en dat de pogingen om Mexico in stukken te breken door de regering worden ondernomen, en niet door de rechtvaardige eisen van de inheemse volkeren voor autonomie. Het EZLN en de meerderheid van de nationale inheemse beweging willen dat de Indiaanse volken zich niet losmaken van Mexico, maar erkend worden als een integraal onderdeel van het land, met hun eigen specifieke kenmerken. Ze streven ook naar een Mexico dat democratie, vrijheid en rechtvaardigheid omarmt. Terwijl het EZLN strijdt om de nationale soevereiniteit te verdedigen, fungeert het Mexicaanse federale leger om een regering te beschermen die de materiële grondslagen van de soevereiniteit heeft vernietigd en die het land niet alleen heeft opgeofferd aan grootschalig buitenlands kapitaal, maar ook aan de drugshandel. Het neoliberalisme wordt niet alleen bestreden in de bergen van Zuidoost-Mexico. In andere regio's van Mexico, in Latijns-Amerika, in de Verenigde Staten en Canada, in het Europa van het Verdrag van Maastricht, in Afrika, in Azië en in Oceanië nemen de verzetshaarden toe. Elk heeft zijn eigen geschiedenis, zijn specifieke kenmerken, zijn overeenkomsten, zijn eisen, zijn strijd en zijn successen. Als de mensheid hoopt te overleven en zichzelf te verbeteren, ligt haar enige hoop in deze haarden, die worden gecreëerd door de uitgeslotenen, de gemarginaliseerden en degenen die als “wegwerpmensen" worden beschouwd. Wat we hier hebben is een tekening van verzetshaard. Maar hecht er niet teveel belang aan. De mogelijke vormen zijn even talrijk als de vormen van verzet zelf, even talrijk als alle werelden die in deze wereld bestaan. Teken dus welke vorm je maar wilt. In deze kwestie van haarden, zoals in die van het verzet, is diversiteit een rijkdom. Nu je deze zeven puzzelstukken hebt getekend, ingekleurd en uitgesneden, zal je merken dat het onmogelijk is om ze in elkaar te passen. Dit is dus het probleem. De globalisering heeft geprobeerd om stukken in elkaar te zetten die niet passen. Om deze reden, en voor anderen waarover ik in dit artikel niet kan uitweiden, is het noodzakelijk om een nieuwe wereld te bouwen. Een wereld waarin ruimte is voor vele werelden. Een wereld die alle werelden kan bevatten.
__________________________________________________________________________________________________________________ Een naschrift dat spreekt over dromen die in de liefde liggen. De zee rust aan mijn zijde. Lange tijd heeft ze mijn angsten, mijn onzekerheden en veel van mijn dromen gedeeld, maar nu slaapt ze met mij in de hete nacht van het bos. Ik kijk naar haar kabbelende bewegingen terwijl ze slaapt en ik ben verbaasd dat ik haar weer onveranderd vind: warm, fris en aan mijn zijde. De verstikkende hitte van de nacht trekt me uit mijn bed en leidt mijn hand en mijn pen om de oude Antonio op te roepen, vandaag, zoals hij vele jaren geleden was... . Ik vroeg de oude Antonio om mee te gaan op een verkenningstocht langs de rivier. We namen alleen een beetje stoofpot mee om te eten. Urenlang volgden we de kronkelende rivierbedding, en uiteindelijk begonnen de honger en de hitte ons te bereiken. Die middag brachten we door met het volgen van een kudde everzwijnen. Het was bijna nacht toen we ze uiteindelijk inhaalden. Plotseling maakte een enorm wild zwijn zich los van de groep en viel ons aan. Ik riep al mijn militaire kennis op, gooide mijn geweer weg en klom in de dichtstbijzijnde boom. De oude Antonio was ongewapend, maar in plaats van weg te rennen plaatste hij zich achter een struikgewas. Het reuzenzwijn kwam recht op hem af, met volle kracht, en belandde in het kreupelhout. Voordat het zich kon ontwarren, tilde de oude Antonio zijn grote oude stok op, en zorgde met één klap voor ons avondeten. De volgende ochtend, toen ik klaar was met het schoonmaken van mijn moderne automatische geweer (een 5,56mm M-16 met een bereik van 460 meter, een telescopisch vizier en een trommelmagazijn met 90 kogels), ging ik zitten om mijn velddagboek te schrijven. Het grootste deel van wat er gebeurd was, liet ik weg, maar ik merkte alleen op: “Met wilde zwijnen. A. doodde er één. Hoogte 350 meter. Het heeft niet geregend”. Terwijl we wachtten op het vlees om te braden, vertelde ik aan de oude Antonio dat mijn portie zou dienen voor de festiviteiten die op de basis werden voorbereid. “Festiviteiten?” vroeg hij, het vuur aanwakkerend. “Ja", zei ik, “welke maand het ook is, er is altijd iets te vieren". En ik begon aan wat ik als een briljant proefschrift achtte over de historische kalender en de vieringen van de Zapatistas. De oude Antonio luisterde naar mij in stilte. Wanneer ik dacht dat hij het niet interessant vond, ging ik slapen. Terwijl ik nog half wakker was, zag ik de oude Antonio mijn notitieboekje pakken en er iets in schrijven. De volgende dag, na het ontbijt, deelden we het vlees uit en gingen we elk onze eigen weg. Toen ik terug in het kamp kwam, meldde ik me terug en liet ik de notities zien die ik in mijn notitieboekje had gemaakt. “Dat is niet jouw handschrift", zei iemand die naar de betreffende pagina wees. Daar, onder wat ik had geschreven, had de oude Antonio geschreven, in grote letters: “Als je niet zowel rede als kracht kan hebben, kies dan altijd rede, en laat kracht over aan de vijand. In veel gevechten is het de kracht die het mogelijk maakt om een overwinning te behalen, maar de strijd als geheel kan alleen worden gewonnen door het verstand. De sterke man zal nooit in staat zijn om de rede uit zijn kracht te putten, terwijl wij altijd kracht uit onze rede kunnen putten". En beneden, in kleinere letters, had hij “Gelukkige feesten” geschreven! Ik had natuurlijk geen honger meer en zoals gewoonlijk waren de Zapatista-feesten inderdaad gelukkig. Subcomandante Marcos https://mondediplo.com/1997/09/marcos Uit een interview met Martha García, La Jornada, 28 mei 1997. Ochoa Chi en Juanita del Pilar, Mercado mundial de fuerza de trabajo en el capitalismo contemporáneo, UNAM, Economia, Mexico Stad. Ochoa Chi en Juanita del Pilar, Mercado mundial de fuerza de trabajo en el capitalismo contemporáneo, UNAM, Economia, Mexico Stad. Read the full article
#antiglobalisme#Amerika#anarchisme#anti-imperialisme#antikapitalisme#autonomie#Chiapas#inheemseculturen#internationalisme#latijnsamerika#Mexico#nationalisme#neoliberalisme#ontwikkelingslanden#Regionalisme#Subcommandantemarcos#zappatistas
0 notes
Text
STADSWANDELING DUSSELDORF
STADSWANDELING DUSSELDORF (SNEL IN ELKAAR GEFLANSD, HET GAAT OM DE INHOUD NIET DE TEKST/GRAMMATICA)
Wandeling van k21 naar k20 Duur: 30/35 min Dmv Google maps de route volgen, begeleid door Saar en eventueel Sharan/Nina
Standehaus Park
Park naast k21, er zijn een aantal mooie paden in het park, een mooi groot meer en interessante gebouwen, niet alleen in het park, maar ook aan de rand van het park. Rondom het merengebied is een verbazingwekkende hoeveelheid eenden aanwezig die goed wordt gevoed door de lokale bevolking, er zijn enkele mooie beelden en veel zitbanken om te relaxen en op adem te komen in deze levendige stad.
Graf-Adolf-Platz
De Graf-Adolf-Platz in Düsseldorf is een van de belangrijke verkeersknooppunten van de stad en was vroeger ook het startpunt voor lange-afstandsreizen. De Graf-Adolf-Platz werd gebouwd in 1902 op het gebied van de parade grond van de voormalige kazerne en verlaten Düsseldorf station van de Bergische spoorwegmaatschappij. De naam werd gegeven aan de plaats ter ere van graaf Adolf von Berg , die 1288 Düsseldorf naar de stad had verheven. Van 1933 tot 1945 heette het Adolf Hitler Platz. Grap uit de naoorlogse periode: een oude dame wil met de tram naar het “Adolf Hitler-plein” gaan, door de chauffeur wordt verteld dat het nu "Graf-Adolf-Platz" heet. Ze reageert tevreden dat "Hitler" dat ook maar verdiend heeft.
Stahlhof
De staalfabriek aan de Bastionstraße 39 in Düsseldorf is de zetel van de administratieve rechtbank van Düsseldorf. Het gebouw werd gebouwd van 1906 tot 1908 naar ontwerpen van Johannes Radke samen met Theo Westbrock voor de staalfabriek AG . Het representatieve gebouw, waarvan de naam is gebaseerd op het Londense Stalhof , is ontstaan uit het zelfbeeld van de staalindustrie. De ‘industriële baronnen’ waren er trots op dat er wereldwijd vraag was naar hun staalproducten. Dus, als een teken van hun macht richtten ze een monumentaal ogende structuur op en bevestigden een wirwar van dingen als architecturale sieraden aan de bovenkant van het gebouw. In de jaren 1920 werd het Neue Stahlhof gebouwd aan de zuidkant van de staalfabriek volgens plannen van de architect Paul Bonatz als een ander administratiegebouw voor de staalindustrie. Ook grenzend is het gerolde stalen huis, dat dateert uit de late jaren 1930. Het met rode zandsteen geblindeerde kantoorgebouw realiseert haar monumentale effect door de combinatie van materiaal, massa, structuur en symboliek. Talloze sculpturen vertegenwoordigen allegorisch de industrie en de handel. De beeldhouwer was Adolf Simatschek.
Martinssäule
Dit is een eenvoudig monument bovenop een hoge kolom in de oude binnenstad van Düsseldorf, dat een goed verhaal heeft. Als je dit sculptuur bestudeert, is het niet zo gedetailleerd, maar het toont Sint Maarten die zijn mantel aanbiedt aan een bedelaar. Ieder jaar wordt op 10 november dit feit herdacht met een grote lampion optocht. Het beeld werd onthuld in 1965. Het is een simplistisch sculptuur en waarschijnlijk geïnspireerd door de Griekse schilder El Greco wiens meesterwerk Martin And The Beggar wereldberoemd is.
Vier karyatiden
Beeld van 4 vrouwen. Caryatid is een vrouwelijke pilaar die de huisstructuur ondersteunt en symboliseert. Deze dames in Düsseldorf werden gebouwd in 1881 en representeren de "Four arts". Dat zie je door wat ze in hun handen hebben: een muziekinstrument, schilderspalet, een beeld en een gevel. Ze representeren muziek, schilderkunst, beeldhouwkunst en architectuur.
St andreas Kerk
Gebouwd in de stijl van de Barok. Het is een rooms katholieke Dominicaanse kerk. Zeer fraai interieur, licht en luchtig. Het stucwerk van met name de plafonds is prachtig. Er is rond de kerst een grote kerststal aanwezig. Gebouwd tussen 1622 en 1629. Erg mooie bezienswaardigheid, zowel de buiten als de binnenkant. (We kunnen hier naar binnen voor de kerststal, voor zover ik kan vinden gratis entree)
Kunsthalle De Kunsthalle Düsseldorf – officieel Kunsthalle und Kunstverein für die Rheinlande und Westfalen.
De kunsthal is in 1967 gebouwd op de plek van de oorspronkelijke Kunsthalle uit 1891, die eind jaren vijftig werd gesloopt. De nieuwe Kunsthalle werd gebouwd naar een ontwerp van architectenbureau Beckmann und Brockes, van betonnen elementen, hetgeen in de jaren vijftig en zestig een gebruikelijke bouwwijze was. In de kunsthal vinden zowel de expositieruimte als de kunstenaarsvereniging onderdak. Eind jaren negentig, na een lange discussie waarbij ook sloop van de kunsthal ter sprake kwam, werd besloten het gebouw te moderniseren. Het Architektenteam rheinflügel heeft omvangrijke renoveringswerken uitgevoerd en de kunsthal werd in juli 2002 weer voor het publiek geopend. De kunsthal beschikt niet over een eigen kunstcollectie, maar was van de aanvang af een ruimte voor wisseltentoonstellingen van hedendaagse kunst.
0 notes
Text
Een pilaar met een krantenpagina van het Vrije Volk onder het Metroviaduct Zuidplein, 1985. Ernaast een bloemenstalletje.
Het Vrije Volk was een Nederlands sociaaldemocratisch dagblad. Het was de naoorlogse voortzetting van het socialistische dagblad Het Volk.
Het Vrije Volk, onderdeel van het sociaaldemocratische uitgeefconcern De Arbeiderspers, is een periode rond 1956 de grootste krant van Nederland geweest. De krant had tijdens deze bloeiperiode meer dan 300 redacteuren/verslaggevers in dienst. Na het kabinet-Drees III, het laatste kabinet van Drees in 1958, liep het abonneebestand echter snel terug. Pogingen de (avond)krant te redden, door de uitgave van een algemeen ochtendblad in 1960 en de loskoppeling van het blad als PvdA-partijkrant in 1967, mochten niet meer baten.
Eind 1971 werd het resterende, grootste gedeelte van het randstedelijke Vrije Volk definitief een regionale krant, gericht op de 'thuisbasis' Rotterdam. Het Vrije Volk kampte inmiddels met een teruglopend, sterk vergrijzend abonneebestand. Men zei wel dat Het Vrije Volk niet werd opgezegd door de abonnee, maar door de nabestaanden van de abonnee. Op 30 maart 1991 verscheen het laatste nummer met de dagbladtitel Het Vrije Volk. In dat jaar fuseerde Het Vrije Volk met het Rotterdams Nieuwsblad tot het Rotterdams Dagblad. Die krant ging in 2005 weer op in het Algemeen Dagblad.
Zuidplein is een belangrijk metrostation van de Rotterdamse metro in Rotterdam-Zuid. Het station grenst aan het gelijknamige winkelcentrum. Het station is geopend op 9 februari 1968 en vormde toen het eindpunt van de eerste metrolijn van Nederland (Centraal Station - Zuidplein). In 1970 werd deze lijn naar station Slinge doorgetrokken.
De foto is gemaakt door de Fototechnische Dienst Rotterdam en komt uit het Stadsarchief Rotterdam. De informatie komt van Wikipedia.
0 notes
Text
Open call - onderzoeksproject over de Vereniging voor het Museum van Hedendaagse Kunst tussen 1957 en 1969
De geschiedenis van het Stedelijk Museum voor Actuele Kunst (S.M.A.K.) moet nog grotendeels geschreven worden. Het ontstaan van het eerste Belgische museum van hedendaagse kunst is nochtans een bijzonder boeiend verhaal, dat bovendien unieke perspectieven biedt op de naoorlogse situatie van de levende kunst in België. Het S.M.A.K. heeft zijn bestaan te danken aan de Vereniging voor het Museum van Hedendaagse Kunst (V.M.H.K.), een groep geëngageerde kunstliefhebbers die onder leiding van initiatiefnemer Karel Geirlandt vanaf 1957 zou ijveren voor de totstandkoming van haar statutaire missie: een autonoom Museum van Hedendaagse Kunst. Dat doel werd uiteindelijk na twee lange etappes bereikt. In 1975 werd het Museum van Hedendaagse Kunst opgericht. Na meer dan twee decennia te zijn gehuisvest in het Museum voor Schone Kunsten, kreeg het museum in 1999 eindelijk een eigen gebouw en een nieuwe naam: Stedelijk Museum voor Actuele Kunst (S.M.A.K.). Het onderzoeksproject handelt over de eerste dertien jaren van de Vereniging voor het Museum van Hedendaagse Kunst. Zowel de intellectuele en artistieke inzichten van Karel Geirlandt als de vele activiteiten van de V.M.H.K. komen aan bod. Daarnaast wordt grondig ingegaan op de (rol van de Vereniging bij de) ontwikkeling van het artistieke landschap in België en Europa in de periode tussen 1957 en 1969. Aanmeldingsprocedure: - Rondleiding door Koen Brams in de tentoonstelling Geloof in Uw Tijd - Karel Geirlandt en de Vereniging voor het Museum van Hedendaagse Kunst (1957-1960) - het eerste resultaat van het onderzoek van de Studio - op zaterdag 9 februari 2019 om 15 uur. Na de rondleiding kunnen kandidaten een kennismakingsgesprek voeren. Gelieve eventuele deelname hieraan op voorhand te melden. - Deadline voor aanmelding: 11 februari 2019. - De kandidaten die zich willen aanmelden, dienen een c.v. en een brief met een motivatie te sturen naar volgend adres: [email protected]. Meer informatie over de doelstellingen, de onderzoekstopics en de aanmeldingsprocedure van het project, vind je op volgende pagina: https://smak.be/nl/nieuws/open-call-onderzoek-naar-de-geschiedenis-van-de-vereniging-voor-het-museum-
Meer info en aanmelding bij: [email protected]
0 notes
Text
‘Boomers’ zijn van alle tijden
De 25-jarige Nieuw-Zeelandse politica Chlöe Swarbrick haalde zich enkele maanden geleden de woede op de hals van veel mensen in haar eigen land tot ver daarbuiten. Zoals dat wel vaker gaat met hippe, overzeese termen en rages, maakte haar uitspraak “Ok boomer” veel los. Ze kwam tot deze uitspraak toen een oudere collega-politicus haar tijdens een politieke toespraak vanuit de zaal interrumpeerde. Het filmpje van de politica, inclusief de bijbehorende term ‘Ok boomer’, werd in grote delen van de wereld populair en zette aan tot discussie.
Het betreffende woord (‘boomer’) maakte vervolgens ook in Nederland een glorieuze eindsprint om op de valreep van 2019 met 41,8% van de uitgebrachte stemmen zelfs te worden verkozen tot Van Dale Woord van het Jaar. Hiermee werden de gedoodverfde favorieten ‘klimaatdrammer’ en ‘klimaatspijbelaar’ verwezen naar plaats twee en drie in de ranglijst.
De populaire boomer-term stamt af van de zogenaamde generatie babyboomers, zoals in ons land de ongeveer 2,4 miljoen mensen worden genoemd die zijn geboren tijdens de naoorlogse jaren en destijds zorgden voor een piek in de geboortegrafieken. Deze periode loopt globaal van 1946 tot en met 1955. Dat er geregeld een vervelende connotatie kleeft aan het begrip babyboomer, heeft er onder andere mee te maken dat een groot deel van deze generatie neerbuigend kan reageren op enerzijds de strijdbare en progressieve aanpak van de huidige generatie X (geboren tussen 1960 en 1980), generatie Y (geboren tussen 1981 en 2000) en generatie Z (geboren tussen 1995 en 2010). En anderzijds nogal kan afgeven op het geëtaleerde ‘lamzak-gehalte’ van de hedendaagse jeugd, die volgens hen enkel bezig is met het profileren van zichzelf in deze maakbare wereld. Een tegenstrijdig schemergebied dus, waarin onwetendheid en het onderbuikgevoel de overhand lijken te hebben.
Ondanks het feit dat ik tot de generatie X behoor, wil ik het hier opnemen voor de grote groep bekritiseerde mensen van middelbare leeftijd, die reeds veelal van hun pensioen genieten. Zij mogen momenteel dan wel onderwerp van discussie zijn, echter, over een aantal decennia zullen de huidige pas geborenen en de kinderen die nu nog moeten worden geboren (generatie ?), wellicht het stokje overnemen van de huidige generaties X, Y en Z. Grote delen van deze generaties, die nu door de huidige babyboomers veelal worden bekritiseerd, zullen dan wellicht op hun beurt de leefwijze en het opportunisme van de nu nog niet bestaande generaties bekritiseren. Een en ander is een evolutionair fenomeen en tevens een gezond gevolg van de menselijke behoefte om je als jongere af te zetten tegen de heersende waarden, normen en patronen en om een bijdrage te mogen leveren aan een wereld zoals jij die graag zou willen zien voor jezelf, je naaste omgeving en je eventuele nakomelingen.
In zijn bestseller ‘Wij zijn ons brein’ citeert hoogleraar neurobiologie Dick Swaab toepasselijk de volgende tekst, ter inleiding van een hoofdstuk over pubergedrag: ‘Onze jeugd heeft tegenwoordig een sterke hang naar luxe, heeft slechte manieren, minachting voor het gezag en geen eerbied voor ouderen. Ze geven de voorkeur aan kletspraatjes in plaats van training… Jonge mensen staan niet meer op als een oudere de kamer binnenkomt. Zij spreken hun ouders tegen, houden niet hun mond in gezelschap en tiranniseren hun leraren.’ Deze tekst is afkomstig van de filosoof Socrates (ca. 470 - 399 v. Chr.) en zorgt voor de nuchtere conclusie dat het afgeven op de jongere generatie(s) door de oudere generaties blijkbaar van alle tijden is en zorgt voor een eeuwigdurend boomerang-effect. Het lijkt me dan ook verstandig om dit te erkennen en door middel van wederzijds begrip en respect hiernaar te handelen.
0 notes