#ik was ZO ongemakkelijk
Explore tagged Tumblr posts
Text
maar heb ik jullie ooit verteld over de eerste keer dat mijn eerste vriendje klaarkwam nadat ik hem had afgetrokken en ik me toen zo opgelaten en verlegen en ongemakkelijk voelde dat ik hem het bed uit duwde
#persoonlijk#in dezelfde lijn als 'oké' reageren toen hij voor het eerst zei dat hij van me hield#ik was ZO ongemakkelijk#hilarisch#ondertussen ben ik nooit klaargekomen bij hem en durfde ik het zelfs niet te zeggen als hij iets deed wat ik niet lekker vond#minder hilarisch#onze en mijn eerste zoen was 10 jaar geleden#crazy#tivoli ronda u will forever be famous
1 note
·
View note
Text
Geen haat naar de presentators van Moltalk maar ze kunnen er echt geen bal van
#Ze hebben totaal geen controle over de gasten en de mensen in de zaal#En hun grappen zijn zo cringe#Allemaal heel ongemakkelijk#Ik snap dat het lastig is om dit live in elkaar te draaien#Maar dit is hun werk jongens dan mag je toch een hoger niveau verwachten#widm#widmblr#moltalk
5 notes
·
View notes
Note
so-so-fried-ren.tumblr.com/post/730400911364603904/this-new-kafka-story-goes-hard
Stel je voor dat je op een dag op komt dagen op werk en mensen zijn van "Jezus Christus er is hier een lijk", drijven je naar een achterkamertje en iedereen die je ziet is het er mee eens dat er nu een lijk is waar jij zit, met de gepaste hoeveelheid schok en afschuw. Je denkt dat het een soort grap is die ze uithalen, maar de mensen waarvan je weet dat ze niet van geintjes houden, of die niet zo goed zijn in acteren, behandelen je als een lijk. Ze gaan ongemakkelijk heen en weer tussen over je praten alsof je er niet bent, en vriendelijk vragen of je stil kunt zitten terwijl ze uitvogelen wie ze horen te bellen in het geval dat er willekeurig een dood lichaam op komt dagen.
ambulancepersoneel komt langs, bestuderen je grondig en zijn het er mee eens dat hoewel ze geen duidelijk teken van overleiden kunnen zien, je inderdaad dood bent, en vragen je in de ambulance te klimmen. Je wordt meegenomen naar de tijdelijke lijkenopslag van het ziekenhuis.
Onderweg vraag je of dit soort dingen vaak gebeuren, en terwijl ze je niet aan willen kijken, is het ambulancepersoneel het ermee eens dat ze nog nooit een pratend lichaam hebben gehad, al trekken ze het feit dat je uit jezelf beweegt niet in twijfel.
Je wordt uiteindelijk naar het mortuarium geleid, waar je een plaat krijgt aangewezen om op te liggen, en inmiddels stel je geen vragen meer en klim je op de kadaverplank en ga je liggen, misschien doe je een dutje, met geen idee wat er nu gaat gebeuren.
Dan wordt je wakker als iemand het mortuarium binnen loopt, en die zich absoluut de tering schrikt als je beweegt en ze zijn zo van: "gast, wat de fuck, je hoort hier niet te zijn. Dit is een plek om dode lichamen op te slaan." En als jij bent van: "ah, sorry man, ik dacht dat ik een dood lichaam was," hebben ze geen idee of je een grapje maakt of niet, en het boeit ze niet, je wordt weggejaagd.
En je gaan gewoon naar huis en je doucht, komt gewoon weer naar werk de volgende dag en niemand vraagt zich iets af.
En dat is min of meer hoe die mieren zich waarschijnlijk voelen als wetenschappers hun besproeien met Het Feromoon Waar Dode Mieren Naar Stinken, en rondhangen o[ de dodenmierenhoop totdat de geur wegtrekt."
"Ik zat te wachten op de onthulling van wat voor sociaal issue dit een metafoor voor was, dus het einde sloeg me recht in het gezicht."
"Dit nieuwe Kafka verhaal gaat snoeihard."
11 notes
·
View notes
Text
Het i-woord
De Brits-Ghanese filosoof Kwame Anthony Appiah (1954) wordt in Sâo Paulo voor een Braziliaan aangezien, in Kaapstad voor kleurling, in Rome voor Ethiopiër en in Londen voor een Indiër. Van hem is het boek 'De leugens die ons binden – Een nieuwe kijk op identiteit'*, over dat wat oververmoeide i-woord. Binnenkort wordt het eerste kleinkind van mijn jongste broer geboren, een kind met Nederlandse, Javaanse, Belgische, Chinese, Poolse en Duitse genen. En in Frankrijk vragen ze in Aziatische restaurants vaak aarzelend waar ik vandaan kom. 'Hybride' kan verrijking betekenen of vertroebeling. Ik kies nadrukkelijk voor het eerste.
In de televisieserie 'De Afro-Europeaan' gaat de 45-jarige Ikenna Azuike op zoek naar Afrikaanse diaspora-gemeenschappen in Europa. Als kind van een Britse moeder en een Ghanese vader bekijkt hij hoe die gemeenschappen eruit zien, maar is hij ook op zoek naar zijn eigen Afrikaanse identiteit. Hij voelt dat hij daarin tekort schiet en eigenlijk geen idee heeft wat dat inhoudt. Ik ergerde me gaandeweg een beetje aan zijn klaagzang maar niet te weten hoe een zwarte man te zijn.
Na afloop van onze voorstelling 'Elkaars Andere – pleidooi voor naïeve nieuwsgierigheid' kwam een Indische vrouw van begin zeventig naar mij toe en bekende nog steeds niet te weten waar zij eigenlijk bij hoort. 'Omhels beide werelden', hield ik haar voor, 'zie dat als rijkdom.' Tijdens het lezen van Appia's boek bekroop me het ongemakkelijke gevoel dat het natuurlijk veel ingewikkelder ligt. Omhels ikzelf wel mijn beide werelden: de Nederlandse en de Indische? En waar komt mijn weerzin voor Tante Lien vandaan, het personage van de Indische tante gespeeld door Wieteke van Dort? Waarom vind ik het feit dat zij door de Indische gemeenschap op handen gedragen wordt zo onverdraaglijk? En is die Nederlands-Indische cultuur wel zo nostalgisch en verongelijkt als ik denk?
Appiah schrijft dat identiteiten benamingen en ideeën met zich mee brengen over waarom en aan wie ze moeten worden toegekend, dat ze je denken bepalen over hoe je je moet gedragen en beïnvloeden, over de manier waarop andere mensen jou bejegenen. Maar al deze dimensies van identiteit zijn betwistbaar en moeten dat ook zijn! De veronderstelling dat elke identiteit in de kern een diepe overeenkomst vertoont die mensen met die identiteit verbindt is onjuist, legt hij uit in zijn boek.
In dat hele identiteitsgeraas staat één ding voor mij als een paal boven water. Mijn geboorteakte bleek op een dag onvindbaar, ook in de huidige gemeentearchieven te Bandung. Die was noodzakelijk voor mijn huwelijk met G. Uiteindelijk heb ik in het kantongerecht onder ede moeten verklaren dat ik ben wie ik ben:
Christine Wilhelmina Margaretha Kemper, geboren 10 augustus 1951 te Bandung, dochter van Emile Kemper en Souw Han Nio.
Dwars door al mijn toebedeelde en toegeëigende identiteiten heen, ben ik ondeelbaar mijzelf. Dat heb ik gezworen.
*'De leugens die ons binden – Een nieuwe kijk op identiteit' | Kwame Anthony Appiah | vertaling Maarten Polman | Uitgeverij Pluim 2019
2 notes
·
View notes
Text
Papierwerk
Mijn moeder is aan het opruimen Rapporten, knutselwerk, oude foto's Alles moet het huis uit.
Het is gezellig. We delen herinneringen, Wijzen elkaar op vergeten momenten. En ruimen op.
Elk object beland op één van drie stapels: Weggeven Weggooien Bewaren. Het voelt bevrijdend om zo veel weg te gooien. En vertrouwd om in het verleden te graven.
Ik kom mijn oude agenda tegen En m'n klassenfoto van toen ik vijftien was, En ik voel ineens zo'n golf van liefde, Voor de ongemakkelijke tiener die ik was. Het was geen makkelijke leeftijd, Maar ze heeft me gebracht naar het hier en nu.
Ik hecht niet snel aan spullen. Op vijftien had ik in negen verschillende huizen gewoond, In zeven verschillende steden, in drie landen. Ik heb al vroeg geleerd om niet aan mijn spullen te hechten Neem mee wat in een verhuisdoos past En wees niet verbaasd als er iets kwijtraakt bij de reis Het zijn maar spullen. Alles is vervangbaar. "De agenda mag weg," zeg ik. De foto bewaar ik.
Mijn moeder is aan het opruimen Vorige maand heeft ze haar vader's huis leeg moeten ruimen. Vijf kratten fotoalbums met wazige foto's van verre vage familie En nog drie kratten met ander papierwerk. Brieven. Schriften. Agenda's. Eindeloos.
Ze heeft het niet hardop gezegd, Ik weet niet eens of ze het zelf weet, maar Ze wil me behoeden. Dus zitten we op de vloer van mijn oude kamer voor de boekenkast "Kijk nou toch," zegt mijn moeder. "Piep de muis!" En het kan niet, dat ik dit boekje uit m'n kleutertijd nog herken, En toch zijn de plaatjes zo vertrouwd Piep krijgt een rode ballon Piep krijgt een gele ballon De bladzijdes plakken aan elkaar. Er is een hoekje van een bladzij afgescheurd. Ik ben allang geen kleuter meer. Er is geen enkele reden om dit nog in huis te hebben. Ik leg het boekje op de stapel: "weg".
Ik heb al vroeg geleerd om niet aan mijn spullen te hechten En toch staat mijn huis, mijn eigen huis, nu vol met hebbedingetjes Goedkope, kitscherige, vervangbare spullen. Maar toch.
Twee weken later zal ik nog eens aan dat kleuterboek denken. En beneemt het me de adem Hoe graag ik er nog een keer in wil bladeren. Dat tastbare bewijs van dat ik ooit een mollige kleuter was Een herinnering in primaire kleuren.
"Zo, dat levert een hoop ruimte op," chirpt mijn moeder. En met een voldaan gevoel kieperen we het verleden in de kliko. Opgeruimd staat netjes.
#gedicht#nederlands#my writing#I had such a big undescribeable feeling today#love and nostalgia and mourning the past#I had to poem#and I had to poem in my mothers tongue
2 notes
·
View notes
Text
Vrijdag | 24-05-2024 | 24°C | Salerno | Dag 11
Waar moet ik beginnen..?
Sommige dingen moeten nu eenmaal zo zijn, maar klopt dat wel? Ik schijn een neus voor drama te hebben. Alsof ik het op mezelf afroep – soms wel. Vandaag was het echter niet mijn schuld. En omdat ik mijn verhalen toch nooit in de chronologische volgorde vertel, zal ik nu ook geen uitzondering maken.
In de tussentijd is er al zoveel gebeurd. In slechts drie dagen tijd. Dat terwijl ik (en met mij de rest van mijn leeftijdsgenoten) elke keer loop te mekkeren dat Salerno best wel saai is (wat tevens wel zo is). In deze drie dagen tijd heeft het een plaatsgemaakt voor het ander, net zo wisselvallig als het weer hier aan de kust; het heeft werkelijk waar geen nut om de weersvoorspelling te bekijken, want het weer verandert om de haverklap.
Vanavond voelde ik me namelijk vreselijk ongemakkelijk. Ik kon – en wilde bovendien – wel door de grond zakken. Hoe groot is de kans, dacht ik nog, en hoeveel restaurants zijn er wel niet in Salerno? Hoewel ik het antwoord schuldig moet blijven, weet ik zeker dat er behoorlijk veel restaurants zijn in Salerno. Hoe kan het dan dat ik vanavond met de meiden (Laura, Nadine en Louise) uiteten ben gegaan in het restaurant waar de Italiaanse man nummer 1 werkte, zonder te weten dat hij daar werkte, en nadat ik hem vanochtend doodleuk in een bericht heb laten weten dat ik hem niet meer wilde zien? Wist ik veel dat hij uiteraard in dat restaurant werkte? Neen, zeker niet. Nu denk je misschien: Maar wat bazelt ze toch nou allemaal? Nou, ik kan jullie verzekeren dat ik me enorm ongemakkelijk voelde, want ik had, ten eerste: helemaal niet verwacht de Italiaanse nummer 1 in kwestie te zien (ooit nog, bedoel ik dan), en ten tweede: had ik hem dan mogen tegenkomen, dan zeker niet op zijn thuisbasis, op deze dag nota bene. Maar snap je nu nog steeds niet wat het probleem is? Goh, neem van mij maar aan dat je niet gelijk de persoon in kwestie tegen het lijf wilt lopen nadat je hebt gezegd dat je hem/haar/hen niet meer bliefde te zien. En mocht je dat wel overkomen, hoe klein de kans dan ook, dan kan ik je met zekerheid zeggen: pijnlijker kan haast niet.
Het koste me enige moeite om mezelf bijeen te rapen, maar gelukkig was er geen plek meer in het restaurant (‘Al dente’) zelf, en werden we vriendelijk verzocht om naar de bar aan de overkant te gaan (hoorde bij het restaurant) om daar te eten. De meisjes bestelden pasta. Ik snakte naar een wijntje. Aangezien ik kort daarvoor al gesnackt had, bestelde ik geen pasta. Ik was enkel meegegaan voor de gezelligheid en ik had er al bijna spijt van. De pasta’s waren heerlijk (ik heb van iedereen een klein beetje geproefd) en werden geserveerd in een soort koekenpan (volgens mij wordt dit tonnarello genoemd). Na het eten ben ik gelijk naar huis gegaan. Ik had mezelf voorgenomen om op tijd te gaan slapen, maar morgen kan ik ook nog de hele dag slapen. Ik was erg moe.
Nu ik eenmaal aan het schrijven ben, merk ik dat ik me minder moe voel dan eerst. Ik heb vannacht hooguit vijf uur geslapen en heb daarom besloten vandaag niet naar de les te gaan. Ik was niet de enige die niet naar school is gegaan: Ilaria was zo dronken vannacht dat ze niet eens meer naar huis kon lopen en ze bij Carol is blijven slapen. Dat vertelde Ilaria zelf vandaag. Gisteravond ben ik met Valeria, Laura, Nadine en Louise naar een speakeasy geweest, The Black Monday Speakeasy, waar het décor een Franse bistro imiteerde. De cocktails waren goed en voor het eerst heb ik iemand een Blue Blazer zien maken, met de blauwe vlammen van de in de fik gezette alcohol. We hadden ons allemaal chic aangekleed en ons opgemaakt. Ik sprak met de meisjes af bij Louise thuis, waarna we Valeria in de bar ontmoetten. Onderweg naar de bar kwamen we Ilaria, Yves, Julien en Thijs tegen, die naar een feest gingen.
Rond elven zei ik de meiden gedag om met een nieuwe gedaagde af te spreken. Een andere Italiaanse man van bijna-negenentwintig (volgende weer dinsdag is zijn verjaardag) die net klaar was met zijn dienst. Ik had hem uitgenodigd in de bar, maar na een poosje touwtje trekken moest ik toch water bij de wijn doen en zodoende stapte ik in de auto bij een wildvreemde die ik diezelfde dag nog voor het eerst via Tinder had gesproken. Zo doet men dat als je jong en onverschrokken en tamelijk impulsief bent. Niks aan het handje, want ik leef nog. Gelukkig waren mijn vriendinnen wel bezorgd en dwongen ze me mijn livelocatie met hen te delen.
Wat doet men in de auto met een wildvreemde? Italiaans praten, natuurlijk. Ik oefende mijn Italiaans terwijl we richting Vietri sul Mare reden. De avond was sereen en er was weinig verkeer. ’s Avonds rondrijden is veel fijner dan overdag. ’s Avonds is de atmosfeer anders. Ook ’s avonds over straat fietsen vind ik heerlijk, maar dat terzijde. Ik werd thuis voor mijn deur afgezet (goddank, want ik had die dag al zo veel gelopen). Over de rest zullen we het maar niet hebben.
Ja, ik had die dag veel gelopen. Ik was die dag naar school gegaan (en weer terug naar huis), om vervolgens diezelfde middag weer naar school te lopen, omdat ik de meisjes (Laura, Louise en Nadine) zou ontmoeten om naar Vietri te gaan. De meisjes wilden naar het strand en ik was meegevraagd. Met de bus vertrokken we naar Vietri, in de hoop op het strand te kunnen genieten van de zon. Eenmaal aangekomen op het strand bleek het flink te waaien en deels bewolkt te zijn. De wolken dreven boven onze hoofden voorbij en erg genieten deden we niet. Die beloofde 28°C was een leugen. Er zat niets anders op dan aan de klim naar het centrumpje van Vietri te beginnen en dan maar terug naar Salerno te gaan. Hop, terug naar huis en omkleden en daarna weer naar het centrum om naar Louise’s huis te gaan voor de make-up. En zo kwam het dat ik op en neer bleef lopen. Onderweg naar Louise begon mijn been zelfs te zeuren en pijn te doen. Een fiets is zoveel makkelijker, maar al had ik hier een fiets, zou ik hier niet eens durven fietsen.
Eergisteren, woensdag, was daarentegen een vrij rustige en saaie dag. Na school had ik niks te doen. Nu kan ik me amper herinneren wat ik die dag heb gedaan behalve met Valeria en Ilaria op een terrasje te hebben gezeten en daarna met Ilaria souvenirs te hebben gekocht. Ik zag er tegenop om naar huis te gaan (wat moest ik daar immers doen?), dus besloot ik mezelf zo lang mogelijk bezig te houden in de stad. Beetje ronddwalen, beetje shoppen. Geld uitgeven is het enige wat ik doe, lijkt wel. Uiteindelijk ben ik na het kopen van een paar hebbedingetjes maar naar huis gelopen.
Ook vandaag heb ik weer geld uitgegeven; dit keer aan een ketting en een Italiaans non-fictief boek over Salerno. De kaft van het boek vind ik prachtig en de hoofdstukken zijn kort, wat het ideaal maakt om te lezen. Laura en Nadine waren met me meegegaan en hebben De kleine prins maar dan het Italiaans voor €3,90 gekocht. Ik wil die ook nog kopen, want het verhaal heb ik nooit gelezen.
Een kleine tip tussendoor: Geef nooit je blog door aan de mannen over wie je schrijft. Niet dat het uitmaakt wat ze van je vinden of over je denken, maar om verdere ongemakkelijke en/of pijnlijke situaties te voorkomen. (Misschien moet ik toch maar eens zorgvuldiger te werk gaan).
Het is nu 23:15 en laat zat. Zondag staat er een strandfeest op de planning, maar morgen zal het voor mij een rustdag zijn.
Oh ja, ik ben er deze week pas achtergekomen dat je hier gewoon uit de kraan kunt drinken. Ik had tot voorheen heel zuinig aan gedaan met water uit plastic flessen en bovendien water gekookt en laten afkoelen. Omdat Roni en ik in Napels niet zo goed reageerden op kraanwater, durfde ik het niet aan, maar zo blijkt het water toch te zuipen te zijn.
2 notes
·
View notes
Text
dit hieronder is een heel ruwe eerste aanzet tot een schrijfsel, ik weet nog niet goed waarom maar ik ratelde het razend snel uit in reeksen die zichzelf aaneenvlechtten, alsof ik niet eens hoefde te denken:
een 'ideatieve abstractie', een soort fantaserend variëren zonder einde, om zo de in-variant te naderen, de Eidos, het liefdesobject
Maar:
eerst was ik verdoofd en verbijsterd, pas dan kwam de nuchtere walging: het is onkenbaar, we weten zelfs niet zeker of het wel bestaat of niet - meer nog: we mogen niet vragen naar de objectieve realiteit van het Ding. Inter-dit.
Ik geloof andere mensen niet zo snel, en ze weten het. Het is vooral dat laatste dat me in de problemen brengt. Husserl zag (en volgens hem mag je dat 'zien' best letterlijk nemen) dat een al te positivistisch misgrijpen van het lijf, Leib, desastreuze gevolgen zou hebben. "Van 'mens' schiet er niets meer over!" Wat overblijft zijn cellulen die informatie uitwisselen, gecoördineerd gelijk een massief Cartesiaans vlak bezaaid met ontelbaar veel discrete torentjes die geen deuren maar wel ramen hebben en van waaruit elk Punt het andere Punt slechts met grote vraagtekens kan aanzien: 'Hoe kan ik nu weten of de andere denkt of leeft zoals mij? Hoe kan ik überhaupt zeker zijn dat de ander niet anders is? Verstaan we elkaar of is dit zo'n MatrixReloaded-situatie, of iets zoals de Trueman Show? En wat met de grote Vraag: als hij lacht naar me, lief en uitdagend, wilt dat dan niet zeggen dat hij me wilt?' Het positivistisch misdrijf, zeker van zijn sciëntistisch stuk, noodzaakte zijn uitvoerders beroep te doen op magische noties: 'empathie', de inductieve berekening dat, aangezien ik lach wanneer ik blij ben, de ander blij is omdat hij lacht. Echter, sommigen lachen wanneer ze zich ongemakkelijk voelen. Empathie is een pleisterconcept. Husserl had gelijk dat de naturalisten niet de kritische reflectie maken op de natuurlijke attitude (waarin a=a, zonder meer en op zich), d.w.z. de zaken zoals ze zich voordoen. Hun 'zelfanalyse' is vertekend door een intern belangenconflict. Waar Husserl verschilt van iemand als Freud, is dat de laatste het conflictueuze van een 'interniteit', van een geesteshuis (psyche), als constitutief voorstelt. Voor Husserl is het belangenconflict intern maar niet hopeloos intern, zoals het dat wel is voor Freud en Kant (de onvermijdelijke want noodzakelijke zelfillusies van de zuivere rede).
kom, zei de muze, zing me een lied tot nu onbezongen door elke dichter, zing me het universele
4 notes
·
View notes
Text
Eerste kerstdag. Ik ben op de tuin, kippen en Dotje de aanlooppoes voeren. Fijn, even buiten en in beweging.
Ik noem mezelf spottend de grinch van kerstmis. Ik heb er niet veel mee. Ik denk dat ik dat wel heb gehad. Vroeger, met het opzetten van de boom, het spelen met de knijpvogels in de boom en de kerststal. De nachtmis in de kerk en daarna warm worstenbrood. Kerststukjes maken met paddenstoelen erin. De ijstaarten met de plastic takjes hulst. Het is nergens mis gegaan. Zo zie ik het niet. Ik viel van mijn geloof af en daarna was kerst meer een verplicht toneelstuk. Ik versier het huis ook maar minimaal. Ik vind ons huis fijn zoals het is.
Misschien ben ik over heel wat jaren ook wel blij als onze liefjes met kerst samen bij ons zijn, met hun lieven en eventueel liefjes maar ergens denk ik dat dat me dan niet boeit. Ik zie ze liever jaarrond met grote regelmaat dan alleen met die dagen. Niet verplichten in ieder geval. Niet dat het samenzijn als een verstoring voelt van elkaars tijd. Ongemakkelijk. Ik hoop dat ze elkaar op blijven zoeken. Niet uit elkaar groeien en elkaar verliezen. Ze zijn maar met z’n tweeën.
Dat heb ik met grote zus. We zijn maar met z’n tweeën en best verschillend. Toch proberen we elkaar jaarrond te zien en te spreken. Gisteravond waren wij met vieren bij grote zus, gourmetten. Het werd een gezellige avond. Straks gaan we naar het kleine moedertje van mijn lief. Ik hoop dat het dan ook gezellig is.
Morgen zijn we vrij. Echt vrij. Niks uur en tijd maar alle tijd. Ik wil nog zoveel doen. Zoals altijd. Het komt er vaak niet van en met een paar verfblikken die op me staan te wachten heel verleidelijk om een te grote klus op te pakken. Ik houd me in. Een vogelkooi verven. Wat studeren. Naar de tuin. En even naar het tuintje van ons thuis. Ze in het licht zetten. Omdat ik met kerst mis. Niet meer, niet minder maar zoals altijd wat ooit was.
Een vriendin van oudste liefje is vandaag jarig. Een kerstkindje. Voor haar is kerst belangrijk en nu helemaal. Misschien de laatste kerst met vieren vieren. Een onzekere zekerheid. Voor mij de reden om van elke dag te genieten. Of het nu wel of geen feestdag is.
Het was vorige week zo’n genietweek. Profielwerkstuk presenteren door oudste liefje, twee werkstukken. Ze deed het super. Jongste liefje mag naar een debatweek, gekozen dankzij een sterke pitch want praten kan ze. Doet ze alsof ze het al jaren doet. Kerstgala van oudste liefje. Prachtig in groene galajurk op hakken. Ik vochtige wangen. Van die momenten die ik op wil zuigen, niet verliezen in de waan van de dag. De tijd gaat soms zo hard dat ik het liefste stop wil roepen om even te staren, te genieten, te laten bezinken.
Les voor volgend jaar of liever gezegd, voor vanaf nu. In het moment stil gaan staan. De wereld om me heen verder laten draaien en links laten liggen. De ruis laten verstommen.
4 notes
·
View notes
Text
IN MEMORIAM:
Wilhelminus Otto Petrus Panter IEdéfix.
Geboren: 7 of 9 juli 2007, Broekop Langedijk, Noord-Holland.
Overleden: 23 oktober 2023, Hoorn, West-Friesland.
Grootmoeder: Mariska Steltenpool.
Beste vriend: Wenzel Fanvliet.
Lievelingskleur/eten: Muisgrijs.
Sommigen noemden hem Whoppy, of Woppey en een enkeling zelfs Woppie. Niemand noemde hem poes, katachtige of Wopperik. Wat vele niet wisten is dat hij een zij was. Gender was irrelevant voor de Wopster. Zo irrelevant als een verdwaald latrine vliegje (leptocera fontinalis) dat zich vastklampte aan juist dat éne grassprietje dat onze geliefde parttime omnivoor naar binnenwerkte - tijdens vleesvrije vrijdag wel te verstaan - om een haarballetje uit te kunnen braken. Zijn vacht noemde hij overigens haar, maar dát was dan ook de uitzondering op de regel. Genderaliseren was men/hen/hun/hemsie vreemd.
16 jaar lang, vrijwel tot de laatste snik, dartelde de lichtvoetige Woppie als een panter in tutu door zijn territorium dat de halve stad besloeg. Het CBS (Wuppie was geliefd in wetenschappelijke kringen) telde 73 koolmezen (of pimpelmezen, de data bleek minder nauwgezet dan gedacht), 34 merels, 13 eksters, 1 Haas, 3 barbies, een wandelende tak, 52 huismuizen, 15 bosmuizen, 7,4 spitsmuizen (mogelijk 0,6 vleermuis), 14 glazenmakers (waarvan 13 behorende tot het soort libelle), 1 halsbandparkiet, 3 (nep)gouden horloges, 5 roodborstjes, 3022 (langpoot)muggen en 2 winterkoningkjes én 1 naaktslak.
Deze nog niet officeel gepubliceerde lijst van slachtoffers - kun je je voorstellen - heeft veel tranen, nog meer conflicten en een aantal scherpe ethische discussies opgeleverd in huize W. De kinderen waren nochtans (meestal) veilig. In 16 jaar is dat een behoorlijke lijst, zeker de sakattical van 2014 in ogenschouw nemend.
Woppie had meer hobby's. Baardlikken en/of achterhoofd likken was daar één van. Iedere avond - tijdens de koffie in de kap/t schuur - wanneer we de dag doornemen, kon Woppie haar hobby belijden. Spinnen en dauwtrappen met steevast te scherpe nagels zorgden voor extra sjeu en verdieping. Het was een genieter, een écht mensen-mens. Behalve kinderen, die mocht ie niet graag. Drukke mannen met luide stem, niet oké. Zeurderige vrouwen welke schelle klanken produceren en/of teveel parfum dragen. Not done. Hij hield er gewoonweg niet van. Wopperick was wel beschouwd toch meer een einzelgänger. Maakte zijn eigen regels. Dronk water uit de pannen voor de vogels, spuugde vlooienpillen weer uit voordat men ze überhaupt uit de verpakking kon halen. Een wormentablet kon je direct tussen je beiden wenkbrauwen vandaan peuteren. Wop was autonoom. Autodidact en behoorlijk zelfvoorzienend. Één ogenblik met deze imposant grote kater - zoals zij zichzelf graag portretteerde in de verhalen aan de zich aan hem onderwerpende buurtkatten - leerde je de strekking van zijn wilsverklaring. Ik doe wat ik wil, ik poep waar ik wil, ik slik een pil wanneer ík wil, ik wíl wat ik wil en ik sterf al helemaal wanneer ík dat wil.
Toen hij z'n laatste avond in ging, het galgenmaal al niet meer genuttigd, was veel ons (ouders en/of verzorgenden) duidelijk. Onze kat was er klaar voor. Geen gezeik met pillen, getrut met wegwerphandschoenen, geen geneuzel van en zalvende woorden door witpakkigen. Woppie moet zwieren over schuttingen, spelend met een gehavend muisje dat hem smekend aankijkt 'm in WOPsnaam uit zijn lijden te verlossen. Hoewel het uiteraard juist ook een éer was om het dodelijke slachtoffer van W.O.P. (op z'n Engelands uitspreken) te mogen zijn! Woppie moét voor altijd 2 meter voor me (de schrijver) - óp het zanderige pad dat ik op dat moment in zijn geliefde jardin aan het bestraten was - uitgebreid gaan poepen. Het aangezicht van zijn parmantig poepend gaatje zal ik koesteren.
Woppie blijft bij voorkeur nachten weg, omdat hij dat wil. Omdat regels niet voor hem gelden.
Omringd door 4 van zijn grootste aanhangers - ietwat ongemakkelijk nat wordend door de tranen welke rijkelijk vloeiden en zijn rommelig geworden rastafari-aandoende pelsje besprenkelden - kreeg hij de dodelijke injectie. Het deed 'm allemaal niets. Voor hetere vuren hield hij stand. En zoals alleen onze kat dat kan ging de overgang geruisloos. Zachtvoetig als de pantertutu die hij altijd is gebleven, voor de laatste maal zuchtend. Trots negerend dat de minderjarige helft van het huishouden dat zoveel jaren de zijne was, aan het discussiëren was of er nu een nieuwe hónd of toch weer kát moet komen.
En toen was ie verdwenen. Met de snelheid en doeltreffendheid van z'n dodelijk effectieve instinct, en weer zo vrij als een door hem geliefde vogel...
In Kat Wie Trast
2 notes
·
View notes
Text
Walvisjes kijken
In de folder staat dat het whale watching het best vanuit Husavik gedaan kan worden. Hier heb je de meeste keus als het om boten en prijzen gaat. Wij gaan voor de Andvanti, die in de folder staat met allemaal blije mensen aan boord die hetzelfde gekleed zijn. Een gefotoshopte uit het water springende walvis op de voorgrond. Het is een eikenhouten schip dat elektrisch wordt aangedreven. Dat lijkt ons het beste om de walvissen te besluipen. Je kan ook op een RIB, een Rubber Inflateble Boat met enorme buitenboord motoren, maar dat lijkt ons toch wat te koud. Dan zit je achter elkaar op een soort zadel en kan je je vasthouden aan een beugel voor je. Hoe moet je dan foto's maken heh?
We komen in Husavik aan en rijden direct door naar de haven. Wonder boven wonder vinden we daar een parkeerplekje, want er is een festival gaande in de haven met kermis en al. We zien de Andvanti werkeloos naast een kapot houten zeilschip liggen, terwijl andere boten en RIBs af en aan varen met in oliepakken gestoken walvis verwachters.
We gaan op zoek naar de kaartjesverkopers. Na een aanwijzing van een man die met 20 oliepakken op zijn rug van een boot komt, vinden we de receptie van de whale watching boven aan een stenen trap.
Bij de balie vraag ik of we kaartjes kunnen kopen voor de Andvanti. Today? vraagt ze. Ik vermoed dat ze me zo gaat uitlachen en ik zeg if possible. How many? vraagt ze. Two, zeg ik en heb het gevoel dat ze gaat zeggen kom morgen maar terug. Ze kijkt lang in haar computer en ik kan aan haar gezicht niet aflezen of ze haar best doet voor ons. 17:00 hours zegt ze plots. We moeten 20 minuten daarvoor bij de kleedruimte zijn beneden om een oliepak aan te trekken. Yvonne vraagt of we korting krijgen omdat we oud zijn. Oke, zegt ze, ik zal er 5% afhalen. Veel is het niet, maar het gaat om het idee.
Om half 5 gaan we richting kleedruimte, tussen de foodtrucks en terrasjes door. De kermis maakt een enorm lawaai. Grote boxen produceren zo'n 120 dB. Een podium wordt opgebouwd voor de live muziek vanavond.
In de kleedruimte is het druk met passende mensen. We krijgen een oliepak aangemeten. die je niet aankrijgt als je je schoenen nog aan hebt. Het is geen ski- of motorpak. Daar komen de meeste mensen pas achter als ze op een been staan te hinkelen.
Met de pakken aan begeven wij ons ongemakkelijk bewegend naar de boot. We gaan meteen naar het bovendek, omdat we vermoeden dat we van daar uit, het beste zicht hebben op die grote zeezoogdieren. Het weer is vandaag best goed voor IJslandse begrippen. Het is droog, weinig wind en net boven de 10 graden. De zee ziet er kalm uit. We passeren wat cruiseschepen en kiezen het ruime sop. Omdat we boven staan, neemt de deinig grote vormen aan als we de Atlantische Oceaan opvaren. Toch wordt er niemand zeeziek. Als je maar naar de horizon blijft kijken, en net als ik een paar biertjes op hebt, kan je niks gebeuren.
We zien de papagaaiduikers om ons heen over het water scheren. Hun vleugels kunen wel 300 keer per minuut heen en weer gaan, zodat je de vleugels bijna niet ziet. Soms zie je ze duiken, of gewoon op het water drijven.
Na 45 minuten varen neemt een jongedame het woord. Zij is onze gids en gaat ons alles vertellen over de walvissen die hier leven, maar eerst wat veiligheid instrukties voor als het mis gaat met dit volgepakte onstabiele bootje.
We turen allemaal naar de horizon om als eerste een walvis te zien spuiten. Ze spuiten wel 5 meter hoog, dus kan je ze van ver zien. De gids ziet ze natuurlijk als eerste met haar getrainde oog. Ze ziet ook meteen dat het een bultrug is. Ik zet mijn camera op sport, zodat ik vele shots achter elkaar kan maken.
Of de duvel er mee speelt, verschijnen bijna alle walvissen aan bakboord en ik sta aan stuurboord. Toch kan ik er wel een paar vastleggen, omdat de boot door de naar links verplaatsende mensen sterk overhelt, kijk ik over ze heen.
Het is adembenemend om deze 16 meter lange beesten te zien happen naar de griel en dan weer onder duikt. Als je de rug ziet krommen en daarna de staart boven water komt duikt hij of zij naar beneden om een tijdje weg te blijven.
We hebben geluk dat er twee bultruggen in onze buurt blijven om te eten. De gids raakt er ook opgewonden van, want ze zijn meestal alleen. We hebben niet zoveel geluk als de mensen die ze vanmorgen had. Toen sprongen er drie boven water. De gids weet niet waarom ze het doen, maar als er een het doet volgen er meer. Ze weet er veel van en studeerd na de zomer af op orca's.
Op de terugweg naar de haven krijgen we warme chocoladewater en kaneelbroodjes. Ze smaken goed na zo'n 3 uur op zee.
Als we de haven binnenlopen spelen ze op het podium Dancing Queen van Abba. Zo vals heb ik het nog nooit gehoord.
4 notes
·
View notes
Text
Message by my dear friend Mona. If anyone would be able to help Urmel by donating, to soften the cost of their medical bills. I can only say that I would be very grateful for your help. And if possible to share this post further on Facebook and other social media platforms <3
Hallo ihr Lieben, meine Urmel und ich, unterliegen einem akuten tierischen Notfall.. könntet ihr bitte - solange euch das nicht unangenehm ist - folgenden Link teilen, wo ihr könnt? (Facebook, WhatsApp, Instagram ..). Gerade ist es leider meine letzte Hoffnung, sonst würde ich das nicht machen. Vielen lieben Dank! Falls ihr selber irgendwo noch einen Euro habt, bin ich unermesslich dankbar, das alles kommt durch die neue GOT und die Umstände des Unfalls finanziell extrem schwer zu tragen. Ich habe sie damals mit aller Geduld und Kraft zahm bekommen und dadurch sind wir ein echt dickes Team geworden.. es wäre eine Schande, da sie eben erst 13 Monate alt ist - für sie und für mich. Wie auch immer die Hilfe aussehen mag, Danke!!!! 🦦🤎🤎🤎
Hello dears,
my Urmel and I are subject to an acute animal emergency.. could you please - as long as you don't feel uncomfortable - share the following link where you can? (Facebook, WhatsApp, Instagram...). Unfortunately, this is my last hope right now, otherwise I wouldn't do it. Thanks so much! If you have a euro to spare, I would be immeasurably grateful. Because of the new GOT and the circumstances of the accident are financially extremely difficult to bear. I tamed her with all my patience and strength and that's how we became a really big team.. it would be a shame because she's just 13 months old - for her and for me. Whatever the help, thanks!!!!
Hallo lieverds, mijn Urmel en ik zijn onderhevig aan een acuut noodgeval voor dieren.. kunnen jullie alsjeblieft - zolang je je niet ongemakkelijk voelt - de volgende link delen waar je kunt? (Facebook, WhatsApp, Instagram...). Helaas is het nu mijn laatste hoop, anders zou ik het niet doen. Hartelijk bedankt! Als je nog ergens een euro hebt, ben ik je onmetelijk dankbaar, door de nieuwe GOT en de omstandigheden van het ongeval is het financieel allemaal buitengewoon moeilijk te dragen. Ik heb haar toen getemd met al mijn geduld en kracht en zo werden we een heel groot team.. het zou jammer zijn aangezien ze pas 13 maanden oud is - voor haar en voor mij. Wat de hulp ook is, bedankt!!!!
6 notes
·
View notes
Text
Liefdesbrief aan YS
Dinsdag 20 juni 2023, 22:09
Lieve YS,
Ik heb jou een week geleden ontmoet. Ik luister naar "Satellite" van Harry Styles. Het doet me aan jou denken. Een verlangen om bij je te zijn, de hele dag aan je denken en vlinders voelen. Het is een tijdje geleden dat ik verliefd was. Het is een intiem gevoel. Je doet me ook een beetje aan Harry denken. In zijn vroegere jaren dan, een beetje stuntelig en ongemakkelijk maar heel lief, respectvol en getalenteerd. Misschien komt het doordat je ook zo erg jong bent. Je bent 6 jaar jonger dan ik ben. Het voelt bijna verkeerd, aangezien je dichter bij mijn broertjes in de buurt komt dan bij mij. Er is echter iets aan jou wat me zo diep aantrekt, dat ik mezelf niet kan inhouden. Ik moest je mee uitvragen. Ik hoop dat we over een paar jaar bij elkaar komen en een geweldig leven tegemoet gaan. We zouden een geweldige match zijn. Jij zoekt overal betekenis in en ik zie nergens betekenis in. Wil jij mijn betekenis zijn?
Ik vraag me af of je me vervelend vindt. Ik denk het niet. Ik voel me wel vervelend. Ik kijk de hele dag naar alles wat met je te maken heeft. Ik ben gek op je passie en je eigenzinnigheid. Je hebt me verteld van de ziekte die je vroeger had, en vreemd genoeg trekt dat me juist meer aan dan dat het me afstoot.
Ik heb ook mijn bagage. Vreemd genoeg hebben we veel met hetzelfde onderwerp geworsteld. Dat is vorige week ook duidelijk geworden.
Je reageerde heel lief op mijn vraag. Zoals ik eigenlijk wel verwacht had. Het maakt me alleen maar gekker van je. Je bent zo volwassen voor je jaren. De manier waarop je naar het leven kijkt trekt me aan. Ik heb je vader vorige week gesproken, en de manier waarop hij over je sprak, vertelde me ook veel. Je bent respectvol, creatief, gepassioneerd en creatief. We zouden perfect zijn samen. Wie weet, over een paar jaar.
#liefdagboek#dagboek#liefdesverhalen#liefde#liefdesverdriet#persoonlijkeverhalen#persoonlijk#verliefd#anoniem#anoniemeverhalen#anoniemdagboek#Spotify
2 notes
·
View notes
Text
Op zoek naar de verloren tijd in een café te Buenos Aires
Het alfabet maakt dat enkele delen Proust onbereikbaar hoog in mijn boekenkast staan: een paar oude exemplaren, met de wat broeierige omslagen van Wout Muller (van wie ik als prille kunststudent les heb gehad), en enkele nieuwe uitgaves met hun nietszeggende, frisse uiterlijk. Dat zegt iets over mij en Proust op dit moment: of verstoft of maagdelijk weggezet. Ik las maar een paar delen, nooit 'de hele Proust'. Vorig jaar deed lezende vriend P dat wel, vierentwintighonderd pagina's lang. Maar hij is verslagen door een lid van een Argentijnse Proust-boekenclub. Die las Proust drie keer, en daarbij heeft hij een dochter die Albertine heet én die ook nog eens in Parijs woont. Nou jij weer, P!
Ik zag in Utrecht de documentaire 'El Tiempo Recuperado'*, over een boekenclub met oude, enkele heel oude leden. Al zo'n twintig jaar komen ze samen in een café in Buenos Aires om steeds enkele hoofdstukken voor te lezen en af en toe commentaar te geven of vragen te stellen. De film was behoorlijk uitputtend, maar ook ontroerend, vrolijkmakend en op enkele momenten ongemakkelijk. 95 % van de tijd wordt er voorgelezen en met Proust in het Spaans in je oren en in het Engels de ondertiteling lezen is een hele inspanning.
Af en toe schuiven er mogelijk nieuwe leden aan. Een vrouw die nooit iets van Proust gelezen heeft, vraagt of het er in het boek om gaat wie de moordenaar is. Oh nee!, roepen de andere leden lachend in koor. Ook in de bioscoopzaal stijgt er gelach op. Ze wordt niet zozeer uitgelachen; het is de lach van het absurde. Als haar dan even later het vuistdikke eerste deel wordt voorgehouden, deinst ze bijna achteruit op haar stoel. Een passage over de glimlach van een overleden vriend in het boek herinnert een vrouw aan de glimlach van haar overleden man, die zij steeds weer kan oproepen. Alsof hij bijna oplicht in haar geheugen. Ook klinken er zuchten van bewondering en verrukking. En als de vader van de Argentijnse Albertine maar weer eens aan een nieuwkomer vertelt dat hij Proust drie keer heeft gelezen, dan zijn er soms blikken van de anderen. Wat een prestatie, wat een onmogelijkheid!
Voor mij wordt Proust niet opgeroepen door lindebloesemthee maar door de de bloeiende meidoorn. Al zo'n dertig jaar lang laat ik mij ieder jaar voor een bloeiende meidoorn fotograferen. Ook een soort op zoek naar de verloren tijd. In 'Combray' beschrijft Proust de herinneringen van de kleine jongen aan de bloeiende meidoorn: … ze boden me tot in 't oneindige dezelfde charme met een onuitputtelijke overvloed, maar zonder dat ik dieper in hen kon doordringen....”.** De bloesem had iets ambigues voor hem, zoals voor mij de geur het zelfde heeft: verleidelijk van verre, een tikje afstotend van dichtbij. Maar de kleine jongen houdt zo van de meidoorns, dat hij snikkend afscheid van ze neemt.
*'El Tiempo Recuperado' | Maria Alvarez |Argentinië 2020 | zwartwit documentaire 120 minuten
Trailer documentaire : https://www.youtube.com/watch?v=iER-3qonZJs
** 'Op zoek naar de verloren tijd' – De kant van Swann – Deel Een – 'Combray' | Marcel Proust | vertaling C.N. Lijsen | Uitgeverij De Bezige Bij | 1977
2 notes
·
View notes
Text
Een Trein vol sociale dieren
Ik mis de spontane ontmoetingen en de gesprekken in de openbare ruimte. Het lijkt wel steeds meer te vervagen. Alsof je een muziekstuk luistert zonder enige improvisatie, slechts een strikte melodie.
We leven in een wereld waarin individualisme een grote rol speelt, misschien iets wat ons dagelijks wel overheerst. Een persoonlijke vrijheid en zelfontwikkeling waar tegenover ook eenzaamheid, ongelijkheid en isolatie staan.
Mensen zijn van nature sociale dieren, waarbij samenwerking essentieel is voor onze overleving. Hoewel samenwerken voor een project soms allesbehalve ‘chill’ is en zelfs een hoop frustratie oplevert. We hebben van nature de wens om ons verbonden te voelen met anderen, niet alleen voor ons eigen welzijn maar ook voor emotionele steun. De ene persoon meer dan de ander, introversie en extraversie.
Als je het mij vraagt, omschrijf ik mezelf als een mix, wat uitkomt op ambivert. Wie had gedacht dat dat ook een ding was? Dat betekent: ik hou van rustige omgevingen, ik voer liever diepgaande gesprekken in plaats van oppervlakkig te blijven, en mijn focus ligt op kwaliteit boven kwantiteit. Daarentegen kennen mijn vrienden mij ook als het energieke, dansende meisje in de club, erg open en direct, en altijd op zoek naar nieuwe ervaringen. Misschien maakt het ook niet uit waar je meer naar neigt. Het lijkt alleen alsof niemand meer durft te praten met elkaar. Is dit het ‘nieuwe sociale gewenste gedrag’? Volkomen stilte?
Laatst zat ik in de trein, tegenover een vrouw, al wat grijzer haar, sjaaltje om, laarsjes met veters en een boek in haar handen. Ik had de neiging om te vragen: “Wat leest u?”, maar ik zweeg. Misschien omdat het niet meer ‘gewoon’ is; het lijkt bijna een hele opgave tegenwoordig. Eerst de juiste woorden vinden, dan niet te veel zeggen en niet te lang in gesprek, want dan is het al snel ongepast en word je meteen gezien als een indringer. Kortom: niks zeggen is beter, toch?
Als het erop neerkomt, lijkt iedereen op sociale media alles te kunnen zeggen wat ze willen, niet alles even zinvol, maar het lijkt zo simpel. Is het omdat het face-to-face ongemakkelijk is? Een niet zo voortvloeiend gesprek is meteen ‘awkward’, maar als het helemaal stil is, ook. Ik merk het zelf ook: als ik iets doe wat een tikkeltje ongemakkelijk is, zou ik het liefst willen wegduiken in een geplofte witte wollen winterjas en er niet meer tevoorschijn komen tot iedereen om mij heen weg is.
Het heeft allemaal te maken met onze persoonlijke ruimte: de fysieke ruimte die we nodig hebben om ons comfortabel te voelen bij anderen. Hoe we ons voelen, bepaalt hoe we omgaan in sociale situaties. Dus als mensen in je ‘personal space bubble’ zitten, vermindert het de bereidheid om met een ander in gesprek te gaan. We hechtten enorm veel waarde aan onze privacy en persoonlijke ruimte, maar het lijkt steeds meer een barrière te creëren voor sociale interactie.
Herkenbaar?
Liefs, Marleen
A Train Full of Social Animals
I miss the spontaneous encounters and conversations in public spaces. It seems like it’s fading more and more. "It's like listening to a piece of music without any improvisation, just a rigid melody."
We live in a world where individualism plays a big role, perhaps something that dominates our daily lives. A personal freedom and self-development, but also loneliness, inequality, and isolation stand in contrast to it.
Humans are social animals by nature, with collaboration being essential for our survival. Although working together on a project can sometimes be anything but ‘chill’ and can even cause a lot of frustration. We have an innate desire to feel connected with others, not just for our own well-being but also for emotional support. Some more than others, introversion and extroversion.
If you ask me, I would describe myself as a mix, which comes out as an ambivert. Who would have thought that was a thing? That means: I love calm environments, I prefer deep conversations over small talk, and my focus is on quality rather than quantity. On the other hand, my friends also know me as the energetic, dancing girl in the club, very open and direct, and always looking for new experiences. Maybe it doesn't even matter where you lean more. It just seems like no one dares to talk to each other anymore. Is this the ‘new socially acceptable behavior’? Complete silence?
The other day, I was sitting on the train, across from a woman with greying hair, a scarf around her neck, boots with laces, and a book in her hands. I had the urge to ask, "What are you reading?", but I stayed silent. Maybe because it’s no longer considered 'normal'; it almost feels like a challenge nowadays. First, you have to find the right words, then not say too much, and don’t talk for too long, because then it’s soon seen as inappropriate, and you’re instantly labeled as an intruder. In short: saying nothing is better, right?
When it comes down to it, it seems like everyone can say whatever they want on social media, not always something meaningful, but it looks so easy. Is it because face-to-face is just uncomfortable? A conversation that doesn’t flow smoothly is instantly ‘awkward,’ but complete silence is just as bad. I notice it in myself too: if I do something even slightly awkward, I’d rather sink into a puffy white woolen winter coat and not come out until everyone around me is gone.
It all has to do with our personal space—the physical space we need to feel comfortable with others. How we feel determines how we interact in social situations. So when people invade our ‘personal space bubble,’ it reduces the willingness to engage with others. We place so much value on our privacy and personal space, but it seems to be creating more of a barrier to social interaction.
Does this sound familiar?
Love, Marleen
0 notes
Text
Steun jij Hard//hoofd al? Dat kan via www.hardhoofd.com
TIP: Durf geld uit te geven
Tekst: Paula Lina
05 februari 2018
Boven vrijwel alle straten hingen lampjes, dus het moet rond de feestdagen geweest zijn, ruim een jaar geleden. Ik kreeg uitbetaald uit de kassa van de winkel waar ik werkte. Er waren zoveel mensen op de Wallen, er moest wel iemand tussen zitten die doorhad dat ik daarna met honderden euro’s over straat liep.
Ik ging kijken naar schoenen. Niet eens voor mezelf, maar voor een van mijn beste vriendinnen, Karlijn.
“Ik wil graag alles eerlijk kopen, maar ik wil graag gympen die lekker zitten.”
Ze trok een vies hoofd toen ik vroeg hoe ‘faire’ schoenen er dan uit zien.
“Als sloffen.” Wat nu? Ze staarde glazig voor zich uit.
“Moet álles dan fair zijn? De wereld is niet eerlijk”, flapte ik eruit. Karlijn besloot haar principes aan de kant te zetten. Op naar de FootLocker.
Na een succesvol bezoek, vertel ik hoe ik het eigenlijk een beetje oplichterij vind, merkschoenen. Als tiener kocht ik nog wel Adidasjes, All Stars of Vans, maar dat deed ik eigenlijk alleen omdat ik de merken ‘cool’ vond. Door de schoenen zelf liep ik – gezien het automatisch mijn nieuwe favorieten waren – altijd snel heen. Waarom duur doen als je ook goedkope neppers kan krijgen?
Gaf ik nu echt toe dat ik een zuinige Hollander was geworden; de creativiteit voorbij? Ik voel me ongemakkelijk en besluit de focus op iemand anders te leggen. “Mijn moeder; zij koopt eens in de zoveel tijd dure schoenen. Gaan langer mee, zegt ze.” Karlijn kijkt me strak aan. “Is dat niet zo dan?” Ik ben stil. Hm. Zou kunnen.
Terwijl Karlijn met haar kersverse, 'veel te dure' schoenen voor me uit loopt, vangt een paar schoenen in de etalage aan de overkant mijn blik. In de winkel blijken ze duurder dan het paar dat Karlijn zojuist heeft aangeschaft. Ik zucht, denk: dit kan ik niet maken. In gedachten ga ik na wat de argumenten voor en tegen zijn.
Al gauw blijkt het enige argument tegen het geldplaatje. Ik stel me voor hoeveel paar goedkope schoenen ik zou kunnen kopen van hetzelfde bedrag. De schoenen duizelen in mijn hoofd, samen met de argumenten. Ik beland in een discussie met mezelf.
"Ze zijn zo mooi... En ze zitten echt lekker."
"Ja, dat zeg je nu wel, maar kan je dit geld niet beter uitgeven aan iets praktisch?"
"Nou, ik sta anders iedere dag op deze twee voeten."
Ik voel me schuldig, maar waarover? Over het feit dat ik waarde hecht aan spullen? Misschien is dat het. Maar iedere twee maanden mijn schoenen vervangen klinkt ook als gedoe. Ineens snap ik de logica van mijn moeder. Ik kijk over mijn schouder, en denk aan het geld in mijn rugzak. Zelf verdiend. Verdien ik deze schoenen dan niet? Wat een onzin ook eigenlijk.
Ik loop er nog steeds op.
0 notes
Text
had een geniaal idee voor een nieuwe url, SSRIck, maar um. ik weet niet of de afkorting SSRI breed genoeg bekend is. en uhhh als dat niet zo is, voel ik me toch wat ongemakkelijk met een "SS" in de naam zonder duidelijk verwant te zijn aan boten. beetje awksies
0 notes