#ik was ZO ongemakkelijk
Explore tagged Tumblr posts
Text
maar heb ik jullie ooit verteld over de eerste keer dat mijn eerste vriendje klaarkwam nadat ik hem had afgetrokken en ik me toen zo opgelaten en verlegen en ongemakkelijk voelde dat ik hem het bed uit duwde
#persoonlijk#in dezelfde lijn als 'oké' reageren toen hij voor het eerst zei dat hij van me hield#ik was ZO ongemakkelijk#hilarisch#ondertussen ben ik nooit klaargekomen bij hem en durfde ik het zelfs niet te zeggen als hij iets deed wat ik niet lekker vond#minder hilarisch#onze en mijn eerste zoen was 10 jaar geleden#crazy#tivoli ronda u will forever be famous
1 note
·
View note
Text
Geen haat naar de presentators van Moltalk maar ze kunnen er echt geen bal van
#Ze hebben totaal geen controle over de gasten en de mensen in de zaal#En hun grappen zijn zo cringe#Allemaal heel ongemakkelijk#Ik snap dat het lastig is om dit live in elkaar te draaien#Maar dit is hun werk jongens dan mag je toch een hoger niveau verwachten#widm#widmblr#moltalk
5 notes
·
View notes
Note
so-so-fried-ren.tumblr.com/post/730400911364603904/this-new-kafka-story-goes-hard
Stel je voor dat je op een dag op komt dagen op werk en mensen zijn van "Jezus Christus er is hier een lijk", drijven je naar een achterkamertje en iedereen die je ziet is het er mee eens dat er nu een lijk is waar jij zit, met de gepaste hoeveelheid schok en afschuw. Je denkt dat het een soort grap is die ze uithalen, maar de mensen waarvan je weet dat ze niet van geintjes houden, of die niet zo goed zijn in acteren, behandelen je als een lijk. Ze gaan ongemakkelijk heen en weer tussen over je praten alsof je er niet bent, en vriendelijk vragen of je stil kunt zitten terwijl ze uitvogelen wie ze horen te bellen in het geval dat er willekeurig een dood lichaam op komt dagen.
ambulancepersoneel komt langs, bestuderen je grondig en zijn het er mee eens dat hoewel ze geen duidelijk teken van overleiden kunnen zien, je inderdaad dood bent, en vragen je in de ambulance te klimmen. Je wordt meegenomen naar de tijdelijke lijkenopslag van het ziekenhuis.
Onderweg vraag je of dit soort dingen vaak gebeuren, en terwijl ze je niet aan willen kijken, is het ambulancepersoneel het ermee eens dat ze nog nooit een pratend lichaam hebben gehad, al trekken ze het feit dat je uit jezelf beweegt niet in twijfel.
Je wordt uiteindelijk naar het mortuarium geleid, waar je een plaat krijgt aangewezen om op te liggen, en inmiddels stel je geen vragen meer en klim je op de kadaverplank en ga je liggen, misschien doe je een dutje, met geen idee wat er nu gaat gebeuren.
Dan wordt je wakker als iemand het mortuarium binnen loopt, en die zich absoluut de tering schrikt als je beweegt en ze zijn zo van: "gast, wat de fuck, je hoort hier niet te zijn. Dit is een plek om dode lichamen op te slaan." En als jij bent van: "ah, sorry man, ik dacht dat ik een dood lichaam was," hebben ze geen idee of je een grapje maakt of niet, en het boeit ze niet, je wordt weggejaagd.
En je gaan gewoon naar huis en je doucht, komt gewoon weer naar werk de volgende dag en niemand vraagt zich iets af.
En dat is min of meer hoe die mieren zich waarschijnlijk voelen als wetenschappers hun besproeien met Het Feromoon Waar Dode Mieren Naar Stinken, en rondhangen o[ de dodenmierenhoop totdat de geur wegtrekt."
"Ik zat te wachten op de onthulling van wat voor sociaal issue dit een metafoor voor was, dus het einde sloeg me recht in het gezicht."
"Dit nieuwe Kafka verhaal gaat snoeihard."
11 notes
·
View notes
Text
Het i-woord
De Brits-Ghanese filosoof Kwame Anthony Appiah (1954) wordt in Sâo Paulo voor een Braziliaan aangezien, in Kaapstad voor kleurling, in Rome voor Ethiopiër en in Londen voor een Indiër. Van hem is het boek 'De leugens die ons binden – Een nieuwe kijk op identiteit'*, over dat wat oververmoeide i-woord. Binnenkort wordt het eerste kleinkind van mijn jongste broer geboren, een kind met Nederlandse, Javaanse, Belgische, Chinese, Poolse en Duitse genen. En in Frankrijk vragen ze in Aziatische restaurants vaak aarzelend waar ik vandaan kom. 'Hybride' kan verrijking betekenen of vertroebeling. Ik kies nadrukkelijk voor het eerste.
In de televisieserie 'De Afro-Europeaan' gaat de 45-jarige Ikenna Azuike op zoek naar Afrikaanse diaspora-gemeenschappen in Europa. Als kind van een Britse moeder en een Ghanese vader bekijkt hij hoe die gemeenschappen eruit zien, maar is hij ook op zoek naar zijn eigen Afrikaanse identiteit. Hij voelt dat hij daarin tekort schiet en eigenlijk geen idee heeft wat dat inhoudt. Ik ergerde me gaandeweg een beetje aan zijn klaagzang maar niet te weten hoe een zwarte man te zijn.
Na afloop van onze voorstelling 'Elkaars Andere – pleidooi voor naïeve nieuwsgierigheid' kwam een Indische vrouw van begin zeventig naar mij toe en bekende nog steeds niet te weten waar zij eigenlijk bij hoort. 'Omhels beide werelden', hield ik haar voor, 'zie dat als rijkdom.' Tijdens het lezen van Appia's boek bekroop me het ongemakkelijke gevoel dat het natuurlijk veel ingewikkelder ligt. Omhels ikzelf wel mijn beide werelden: de Nederlandse en de Indische? En waar komt mijn weerzin voor Tante Lien vandaan, het personage van de Indische tante gespeeld door Wieteke van Dort? Waarom vind ik het feit dat zij door de Indische gemeenschap op handen gedragen wordt zo onverdraaglijk? En is die Nederlands-Indische cultuur wel zo nostalgisch en verongelijkt als ik denk?
Appiah schrijft dat identiteiten benamingen en ideeën met zich mee brengen over waarom en aan wie ze moeten worden toegekend, dat ze je denken bepalen over hoe je je moet gedragen en beïnvloeden, over de manier waarop andere mensen jou bejegenen. Maar al deze dimensies van identiteit zijn betwistbaar en moeten dat ook zijn! De veronderstelling dat elke identiteit in de kern een diepe overeenkomst vertoont die mensen met die identiteit verbindt is onjuist, legt hij uit in zijn boek.
In dat hele identiteitsgeraas staat één ding voor mij als een paal boven water. Mijn geboorteakte bleek op een dag onvindbaar, ook in de huidige gemeentearchieven te Bandung. Die was noodzakelijk voor mijn huwelijk met G. Uiteindelijk heb ik in het kantongerecht onder ede moeten verklaren dat ik ben wie ik ben:
Christine Wilhelmina Margaretha Kemper, geboren 10 augustus 1951 te Bandung, dochter van Emile Kemper en Souw Han Nio.
Dwars door al mijn toebedeelde en toegeëigende identiteiten heen, ben ik ondeelbaar mijzelf. Dat heb ik gezworen.
*'De leugens die ons binden – Een nieuwe kijk op identiteit' | Kwame Anthony Appiah | vertaling Maarten Polman | Uitgeverij Pluim 2019
2 notes
·
View notes
Text
Papierwerk
Mijn moeder is aan het opruimen Rapporten, knutselwerk, oude foto's Alles moet het huis uit.
Het is gezellig. We delen herinneringen, Wijzen elkaar op vergeten momenten. En ruimen op.
Elk object beland op één van drie stapels: Weggeven Weggooien Bewaren. Het voelt bevrijdend om zo veel weg te gooien. En vertrouwd om in het verleden te graven.
Ik kom mijn oude agenda tegen En m'n klassenfoto van toen ik vijftien was, En ik voel ineens zo'n golf van liefde, Voor de ongemakkelijke tiener die ik was. Het was geen makkelijke leeftijd, Maar ze heeft me gebracht naar het hier en nu.
Ik hecht niet snel aan spullen. Op vijftien had ik in negen verschillende huizen gewoond, In zeven verschillende steden, in drie landen. Ik heb al vroeg geleerd om niet aan mijn spullen te hechten Neem mee wat in een verhuisdoos past En wees niet verbaasd als er iets kwijtraakt bij de reis Het zijn maar spullen. Alles is vervangbaar. "De agenda mag weg," zeg ik. De foto bewaar ik.
Mijn moeder is aan het opruimen Vorige maand heeft ze haar vader's huis leeg moeten ruimen. Vijf kratten fotoalbums met wazige foto's van verre vage familie En nog drie kratten met ander papierwerk. Brieven. Schriften. Agenda's. Eindeloos.
Ze heeft het niet hardop gezegd, Ik weet niet eens of ze het zelf weet, maar Ze wil me behoeden. Dus zitten we op de vloer van mijn oude kamer voor de boekenkast "Kijk nou toch," zegt mijn moeder. "Piep de muis!" En het kan niet, dat ik dit boekje uit m'n kleutertijd nog herken, En toch zijn de plaatjes zo vertrouwd Piep krijgt een rode ballon Piep krijgt een gele ballon De bladzijdes plakken aan elkaar. Er is een hoekje van een bladzij afgescheurd. Ik ben allang geen kleuter meer. Er is geen enkele reden om dit nog in huis te hebben. Ik leg het boekje op de stapel: "weg".
Ik heb al vroeg geleerd om niet aan mijn spullen te hechten En toch staat mijn huis, mijn eigen huis, nu vol met hebbedingetjes Goedkope, kitscherige, vervangbare spullen. Maar toch.
Twee weken later zal ik nog eens aan dat kleuterboek denken. En beneemt het me de adem Hoe graag ik er nog een keer in wil bladeren. Dat tastbare bewijs van dat ik ooit een mollige kleuter was Een herinnering in primaire kleuren.
"Zo, dat levert een hoop ruimte op," chirpt mijn moeder. En met een voldaan gevoel kieperen we het verleden in de kliko. Opgeruimd staat netjes.
#gedicht#nederlands#my writing#I had such a big undescribeable feeling today#love and nostalgia and mourning the past#I had to poem#and I had to poem in my mothers tongue
2 notes
·
View notes
Text
Vrijdag | 24-05-2024 | 24°C | Salerno | Dag 11
Waar moet ik beginnen..?
Sommige dingen moeten nu eenmaal zo zijn, maar klopt dat wel? Ik schijn een neus voor drama te hebben. Alsof ik het op mezelf afroep – soms wel. Vandaag was het echter niet mijn schuld. En omdat ik mijn verhalen toch nooit in de chronologische volgorde vertel, zal ik nu ook geen uitzondering maken.
In de tussentijd is er al zoveel gebeurd. In slechts drie dagen tijd. Dat terwijl ik (en met mij de rest van mijn leeftijdsgenoten) elke keer loop te mekkeren dat Salerno best wel saai is (wat tevens wel zo is). In deze drie dagen tijd heeft het een plaatsgemaakt voor het ander, net zo wisselvallig als het weer hier aan de kust; het heeft werkelijk waar geen nut om de weersvoorspelling te bekijken, want het weer verandert om de haverklap.
Vanavond voelde ik me namelijk vreselijk ongemakkelijk. Ik kon – en wilde bovendien – wel door de grond zakken. Hoe groot is de kans, dacht ik nog, en hoeveel restaurants zijn er wel niet in Salerno? Hoewel ik het antwoord schuldig moet blijven, weet ik zeker dat er behoorlijk veel restaurants zijn in Salerno. Hoe kan het dan dat ik vanavond met de meiden (Laura, Nadine en Louise) uiteten ben gegaan in het restaurant waar de Italiaanse man nummer 1 werkte, zonder te weten dat hij daar werkte, en nadat ik hem vanochtend doodleuk in een bericht heb laten weten dat ik hem niet meer wilde zien? Wist ik veel dat hij uiteraard in dat restaurant werkte? Neen, zeker niet. Nu denk je misschien: Maar wat bazelt ze toch nou allemaal? Nou, ik kan jullie verzekeren dat ik me enorm ongemakkelijk voelde, want ik had, ten eerste: helemaal niet verwacht de Italiaanse nummer 1 in kwestie te zien (ooit nog, bedoel ik dan), en ten tweede: had ik hem dan mogen tegenkomen, dan zeker niet op zijn thuisbasis, op deze dag nota bene. Maar snap je nu nog steeds niet wat het probleem is? Goh, neem van mij maar aan dat je niet gelijk de persoon in kwestie tegen het lijf wilt lopen nadat je hebt gezegd dat je hem/haar/hen niet meer bliefde te zien. En mocht je dat wel overkomen, hoe klein de kans dan ook, dan kan ik je met zekerheid zeggen: pijnlijker kan haast niet.
Het koste me enige moeite om mezelf bijeen te rapen, maar gelukkig was er geen plek meer in het restaurant (‘Al dente’) zelf, en werden we vriendelijk verzocht om naar de bar aan de overkant te gaan (hoorde bij het restaurant) om daar te eten. De meisjes bestelden pasta. Ik snakte naar een wijntje. Aangezien ik kort daarvoor al gesnackt had, bestelde ik geen pasta. Ik was enkel meegegaan voor de gezelligheid en ik had er al bijna spijt van. De pasta’s waren heerlijk (ik heb van iedereen een klein beetje geproefd) en werden geserveerd in een soort koekenpan (volgens mij wordt dit tonnarello genoemd). Na het eten ben ik gelijk naar huis gegaan. Ik had mezelf voorgenomen om op tijd te gaan slapen, maar morgen kan ik ook nog de hele dag slapen. Ik was erg moe.
Nu ik eenmaal aan het schrijven ben, merk ik dat ik me minder moe voel dan eerst. Ik heb vannacht hooguit vijf uur geslapen en heb daarom besloten vandaag niet naar de les te gaan. Ik was niet de enige die niet naar school is gegaan: Ilaria was zo dronken vannacht dat ze niet eens meer naar huis kon lopen en ze bij Carol is blijven slapen. Dat vertelde Ilaria zelf vandaag. Gisteravond ben ik met Valeria, Laura, Nadine en Louise naar een speakeasy geweest, The Black Monday Speakeasy, waar het décor een Franse bistro imiteerde. De cocktails waren goed en voor het eerst heb ik iemand een Blue Blazer zien maken, met de blauwe vlammen van de in de fik gezette alcohol. We hadden ons allemaal chic aangekleed en ons opgemaakt. Ik sprak met de meisjes af bij Louise thuis, waarna we Valeria in de bar ontmoetten. Onderweg naar de bar kwamen we Ilaria, Yves, Julien en Thijs tegen, die naar een feest gingen.
Rond elven zei ik de meiden gedag om met een nieuwe gedaagde af te spreken. Een andere Italiaanse man van bijna-negenentwintig (volgende weer dinsdag is zijn verjaardag) die net klaar was met zijn dienst. Ik had hem uitgenodigd in de bar, maar na een poosje touwtje trekken moest ik toch water bij de wijn doen en zodoende stapte ik in de auto bij een wildvreemde die ik diezelfde dag nog voor het eerst via Tinder had gesproken. Zo doet men dat als je jong en onverschrokken en tamelijk impulsief bent. Niks aan het handje, want ik leef nog. Gelukkig waren mijn vriendinnen wel bezorgd en dwongen ze me mijn livelocatie met hen te delen.
Wat doet men in de auto met een wildvreemde? Italiaans praten, natuurlijk. Ik oefende mijn Italiaans terwijl we richting Vietri sul Mare reden. De avond was sereen en er was weinig verkeer. ’s Avonds rondrijden is veel fijner dan overdag. ’s Avonds is de atmosfeer anders. Ook ’s avonds over straat fietsen vind ik heerlijk, maar dat terzijde. Ik werd thuis voor mijn deur afgezet (goddank, want ik had die dag al zo veel gelopen). Over de rest zullen we het maar niet hebben.
Ja, ik had die dag veel gelopen. Ik was die dag naar school gegaan (en weer terug naar huis), om vervolgens diezelfde middag weer naar school te lopen, omdat ik de meisjes (Laura, Louise en Nadine) zou ontmoeten om naar Vietri te gaan. De meisjes wilden naar het strand en ik was meegevraagd. Met de bus vertrokken we naar Vietri, in de hoop op het strand te kunnen genieten van de zon. Eenmaal aangekomen op het strand bleek het flink te waaien en deels bewolkt te zijn. De wolken dreven boven onze hoofden voorbij en erg genieten deden we niet. Die beloofde 28°C was een leugen. Er zat niets anders op dan aan de klim naar het centrumpje van Vietri te beginnen en dan maar terug naar Salerno te gaan. Hop, terug naar huis en omkleden en daarna weer naar het centrum om naar Louise’s huis te gaan voor de make-up. En zo kwam het dat ik op en neer bleef lopen. Onderweg naar Louise begon mijn been zelfs te zeuren en pijn te doen. Een fiets is zoveel makkelijker, maar al had ik hier een fiets, zou ik hier niet eens durven fietsen.
Eergisteren, woensdag, was daarentegen een vrij rustige en saaie dag. Na school had ik niks te doen. Nu kan ik me amper herinneren wat ik die dag heb gedaan behalve met Valeria en Ilaria op een terrasje te hebben gezeten en daarna met Ilaria souvenirs te hebben gekocht. Ik zag er tegenop om naar huis te gaan (wat moest ik daar immers doen?), dus besloot ik mezelf zo lang mogelijk bezig te houden in de stad. Beetje ronddwalen, beetje shoppen. Geld uitgeven is het enige wat ik doe, lijkt wel. Uiteindelijk ben ik na het kopen van een paar hebbedingetjes maar naar huis gelopen.
Ook vandaag heb ik weer geld uitgegeven; dit keer aan een ketting en een Italiaans non-fictief boek over Salerno. De kaft van het boek vind ik prachtig en de hoofdstukken zijn kort, wat het ideaal maakt om te lezen. Laura en Nadine waren met me meegegaan en hebben De kleine prins maar dan het Italiaans voor €3,90 gekocht. Ik wil die ook nog kopen, want het verhaal heb ik nooit gelezen.
Een kleine tip tussendoor: Geef nooit je blog door aan de mannen over wie je schrijft. Niet dat het uitmaakt wat ze van je vinden of over je denken, maar om verdere ongemakkelijke en/of pijnlijke situaties te voorkomen. (Misschien moet ik toch maar eens zorgvuldiger te werk gaan).
Het is nu 23:15 en laat zat. Zondag staat er een strandfeest op de planning, maar morgen zal het voor mij een rustdag zijn.
Oh ja, ik ben er deze week pas achtergekomen dat je hier gewoon uit de kraan kunt drinken. Ik had tot voorheen heel zuinig aan gedaan met water uit plastic flessen en bovendien water gekookt en laten afkoelen. Omdat Roni en ik in Napels niet zo goed reageerden op kraanwater, durfde ik het niet aan, maar zo blijkt het water toch te zuipen te zijn.
2 notes
·
View notes
Text
dit hieronder is een heel ruwe eerste aanzet tot een schrijfsel, ik weet nog niet goed waarom maar ik ratelde het razend snel uit in reeksen die zichzelf aaneenvlechtten, alsof ik niet eens hoefde te denken:
een 'ideatieve abstractie', een soort fantaserend variëren zonder einde, om zo de in-variant te naderen, de Eidos, het liefdesobject
Maar:
eerst was ik verdoofd en verbijsterd, pas dan kwam de nuchtere walging: het is onkenbaar, we weten zelfs niet zeker of het wel bestaat of niet - meer nog: we mogen niet vragen naar de objectieve realiteit van het Ding. Inter-dit.
Ik geloof andere mensen niet zo snel, en ze weten het. Het is vooral dat laatste dat me in de problemen brengt. Husserl zag (en volgens hem mag je dat 'zien' best letterlijk nemen) dat een al te positivistisch misgrijpen van het lijf, Leib, desastreuze gevolgen zou hebben. "Van 'mens' schiet er niets meer over!" Wat overblijft zijn cellulen die informatie uitwisselen, gecoördineerd gelijk een massief Cartesiaans vlak bezaaid met ontelbaar veel discrete torentjes die geen deuren maar wel ramen hebben en van waaruit elk Punt het andere Punt slechts met grote vraagtekens kan aanzien: 'Hoe kan ik nu weten of de andere denkt of leeft zoals mij? Hoe kan ik überhaupt zeker zijn dat de ander niet anders is? Verstaan we elkaar of is dit zo'n MatrixReloaded-situatie, of iets zoals de Trueman Show? En wat met de grote Vraag: als hij lacht naar me, lief en uitdagend, wilt dat dan niet zeggen dat hij me wilt?' Het positivistisch misdrijf, zeker van zijn sciëntistisch stuk, noodzaakte zijn uitvoerders beroep te doen op magische noties: 'empathie', de inductieve berekening dat, aangezien ik lach wanneer ik blij ben, de ander blij is omdat hij lacht. Echter, sommigen lachen wanneer ze zich ongemakkelijk voelen. Empathie is een pleisterconcept. Husserl had gelijk dat de naturalisten niet de kritische reflectie maken op de natuurlijke attitude (waarin a=a, zonder meer en op zich), d.w.z. de zaken zoals ze zich voordoen. Hun 'zelfanalyse' is vertekend door een intern belangenconflict. Waar Husserl verschilt van iemand als Freud, is dat de laatste het conflictueuze van een 'interniteit', van een geesteshuis (psyche), als constitutief voorstelt. Voor Husserl is het belangenconflict intern maar niet hopeloos intern, zoals het dat wel is voor Freud en Kant (de onvermijdelijke want noodzakelijke zelfillusies van de zuivere rede).
kom, zei de muze, zing me een lied tot nu onbezongen door elke dichter, zing me het universele
4 notes
·
View notes
Text
Eerste kerstdag. Ik ben op de tuin, kippen en Dotje de aanlooppoes voeren. Fijn, even buiten en in beweging.
Ik noem mezelf spottend de grinch van kerstmis. Ik heb er niet veel mee. Ik denk dat ik dat wel heb gehad. Vroeger, met het opzetten van de boom, het spelen met de knijpvogels in de boom en de kerststal. De nachtmis in de kerk en daarna warm worstenbrood. Kerststukjes maken met paddenstoelen erin. De ijstaarten met de plastic takjes hulst. Het is nergens mis gegaan. Zo zie ik het niet. Ik viel van mijn geloof af en daarna was kerst meer een verplicht toneelstuk. Ik versier het huis ook maar minimaal. Ik vind ons huis fijn zoals het is.
Misschien ben ik over heel wat jaren ook wel blij als onze liefjes met kerst samen bij ons zijn, met hun lieven en eventueel liefjes maar ergens denk ik dat dat me dan niet boeit. Ik zie ze liever jaarrond met grote regelmaat dan alleen met die dagen. Niet verplichten in ieder geval. Niet dat het samenzijn als een verstoring voelt van elkaars tijd. Ongemakkelijk. Ik hoop dat ze elkaar op blijven zoeken. Niet uit elkaar groeien en elkaar verliezen. Ze zijn maar met z’n tweeën.
Dat heb ik met grote zus. We zijn maar met z’n tweeën en best verschillend. Toch proberen we elkaar jaarrond te zien en te spreken. Gisteravond waren wij met vieren bij grote zus, gourmetten. Het werd een gezellige avond. Straks gaan we naar het kleine moedertje van mijn lief. Ik hoop dat het dan ook gezellig is.
Morgen zijn we vrij. Echt vrij. Niks uur en tijd maar alle tijd. Ik wil nog zoveel doen. Zoals altijd. Het komt er vaak niet van en met een paar verfblikken die op me staan te wachten heel verleidelijk om een te grote klus op te pakken. Ik houd me in. Een vogelkooi verven. Wat studeren. Naar de tuin. En even naar het tuintje van ons thuis. Ze in het licht zetten. Omdat ik met kerst mis. Niet meer, niet minder maar zoals altijd wat ooit was.
Een vriendin van oudste liefje is vandaag jarig. Een kerstkindje. Voor haar is kerst belangrijk en nu helemaal. Misschien de laatste kerst met vieren vieren. Een onzekere zekerheid. Voor mij de reden om van elke dag te genieten. Of het nu wel of geen feestdag is.
Het was vorige week zo’n genietweek. Profielwerkstuk presenteren door oudste liefje, twee werkstukken. Ze deed het super. Jongste liefje mag naar een debatweek, gekozen dankzij een sterke pitch want praten kan ze. Doet ze alsof ze het al jaren doet. Kerstgala van oudste liefje. Prachtig in groene galajurk op hakken. Ik vochtige wangen. Van die momenten die ik op wil zuigen, niet verliezen in de waan van de dag. De tijd gaat soms zo hard dat ik het liefste stop wil roepen om even te staren, te genieten, te laten bezinken.
Les voor volgend jaar of liever gezegd, voor vanaf nu. In het moment stil gaan staan. De wereld om me heen verder laten draaien en links laten liggen. De ruis laten verstommen.
4 notes
·
View notes
Text
IN MEMORIAM:
Wilhelminus Otto Petrus Panter IEdéfix.
Geboren: 7 of 9 juli 2007, Broekop Langedijk, Noord-Holland.
Overleden: 23 oktober 2023, Hoorn, West-Friesland.
Grootmoeder: Mariska Steltenpool.
Beste vriend: Wenzel Fanvliet.
Lievelingskleur/eten: Muisgrijs.
Sommigen noemden hem Whoppy, of Woppey en een enkeling zelfs Woppie. Niemand noemde hem poes, katachtige of Wopperik. Wat vele niet wisten is dat hij een zij was. Gender was irrelevant voor de Wopster. Zo irrelevant als een verdwaald latrine vliegje (leptocera fontinalis) dat zich vastklampte aan juist dat éne grassprietje dat onze geliefde parttime omnivoor naar binnenwerkte - tijdens vleesvrije vrijdag wel te verstaan - om een haarballetje uit te kunnen braken. Zijn vacht noemde hij overigens haar, maar dát was dan ook de uitzondering op de regel. Genderaliseren was men/hen/hun/hemsie vreemd.
16 jaar lang, vrijwel tot de laatste snik, dartelde de lichtvoetige Woppie als een panter in tutu door zijn territorium dat de halve stad besloeg. Het CBS (Wuppie was geliefd in wetenschappelijke kringen) telde 73 koolmezen (of pimpelmezen, de data bleek minder nauwgezet dan gedacht), 34 merels, 13 eksters, 1 Haas, 3 barbies, een wandelende tak, 52 huismuizen, 15 bosmuizen, 7,4 spitsmuizen (mogelijk 0,6 vleermuis), 14 glazenmakers (waarvan 13 behorende tot het soort libelle), 1 halsbandparkiet, 3 (nep)gouden horloges, 5 roodborstjes, 3022 (langpoot)muggen en 2 winterkoningkjes én 1 naaktslak.
Deze nog niet officeel gepubliceerde lijst van slachtoffers - kun je je voorstellen - heeft veel tranen, nog meer conflicten en een aantal scherpe ethische discussies opgeleverd in huize W. De kinderen waren nochtans (meestal) veilig. In 16 jaar is dat een behoorlijke lijst, zeker de sakattical van 2014 in ogenschouw nemend.
Woppie had meer hobby's. Baardlikken en/of achterhoofd likken was daar één van. Iedere avond - tijdens de koffie in de kap/t schuur - wanneer we de dag doornemen, kon Woppie haar hobby belijden. Spinnen en dauwtrappen met steevast te scherpe nagels zorgden voor extra sjeu en verdieping. Het was een genieter, een écht mensen-mens. Behalve kinderen, die mocht ie niet graag. Drukke mannen met luide stem, niet oké. Zeurderige vrouwen welke schelle klanken produceren en/of teveel parfum dragen. Not done. Hij hield er gewoonweg niet van. Wopperick was wel beschouwd toch meer een einzelgänger. Maakte zijn eigen regels. Dronk water uit de pannen voor de vogels, spuugde vlooienpillen weer uit voordat men ze überhaupt uit de verpakking kon halen. Een wormentablet kon je direct tussen je beiden wenkbrauwen vandaan peuteren. Wop was autonoom. Autodidact en behoorlijk zelfvoorzienend. Één ogenblik met deze imposant grote kater - zoals zij zichzelf graag portretteerde in de verhalen aan de zich aan hem onderwerpende buurtkatten - leerde je de strekking van zijn wilsverklaring. Ik doe wat ik wil, ik poep waar ik wil, ik slik een pil wanneer ík wil, ik wíl wat ik wil en ik sterf al helemaal wanneer ík dat wil.
Toen hij z'n laatste avond in ging, het galgenmaal al niet meer genuttigd, was veel ons (ouders en/of verzorgenden) duidelijk. Onze kat was er klaar voor. Geen gezeik met pillen, getrut met wegwerphandschoenen, geen geneuzel van en zalvende woorden door witpakkigen. Woppie moet zwieren over schuttingen, spelend met een gehavend muisje dat hem smekend aankijkt 'm in WOPsnaam uit zijn lijden te verlossen. Hoewel het uiteraard juist ook een éer was om het dodelijke slachtoffer van W.O.P. (op z'n Engelands uitspreken) te mogen zijn! Woppie moét voor altijd 2 meter voor me (de schrijver) - óp het zanderige pad dat ik op dat moment in zijn geliefde jardin aan het bestraten was - uitgebreid gaan poepen. Het aangezicht van zijn parmantig poepend gaatje zal ik koesteren.
Woppie blijft bij voorkeur nachten weg, omdat hij dat wil. Omdat regels niet voor hem gelden.
Omringd door 4 van zijn grootste aanhangers - ietwat ongemakkelijk nat wordend door de tranen welke rijkelijk vloeiden en zijn rommelig geworden rastafari-aandoende pelsje besprenkelden - kreeg hij de dodelijke injectie. Het deed 'm allemaal niets. Voor hetere vuren hield hij stand. En zoals alleen onze kat dat kan ging de overgang geruisloos. Zachtvoetig als de pantertutu die hij altijd is gebleven, voor de laatste maal zuchtend. Trots negerend dat de minderjarige helft van het huishouden dat zoveel jaren de zijne was, aan het discussiëren was of er nu een nieuwe hónd of toch weer kát moet komen.
En toen was ie verdwenen. Met de snelheid en doeltreffendheid van z'n dodelijk effectieve instinct, en weer zo vrij als een door hem geliefde vogel...
In Kat Wie Trast
2 notes
·
View notes
Text
Walvisjes kijken
In de folder staat dat het whale watching het best vanuit Husavik gedaan kan worden. Hier heb je de meeste keus als het om boten en prijzen gaat. Wij gaan voor de Andvanti, die in de folder staat met allemaal blije mensen aan boord die hetzelfde gekleed zijn. Een gefotoshopte uit het water springende walvis op de voorgrond. Het is een eikenhouten schip dat elektrisch wordt aangedreven. Dat lijkt ons het beste om de walvissen te besluipen. Je kan ook op een RIB, een Rubber Inflateble Boat met enorme buitenboord motoren, maar dat lijkt ons toch wat te koud. Dan zit je achter elkaar op een soort zadel en kan je je vasthouden aan een beugel voor je. Hoe moet je dan foto's maken heh?
We komen in Husavik aan en rijden direct door naar de haven. Wonder boven wonder vinden we daar een parkeerplekje, want er is een festival gaande in de haven met kermis en al. We zien de Andvanti werkeloos naast een kapot houten zeilschip liggen, terwijl andere boten en RIBs af en aan varen met in oliepakken gestoken walvis verwachters.
We gaan op zoek naar de kaartjesverkopers. Na een aanwijzing van een man die met 20 oliepakken op zijn rug van een boot komt, vinden we de receptie van de whale watching boven aan een stenen trap.
Bij de balie vraag ik of we kaartjes kunnen kopen voor de Andvanti. Today? vraagt ze. Ik vermoed dat ze me zo gaat uitlachen en ik zeg if possible. How many? vraagt ze. Two, zeg ik en heb het gevoel dat ze gaat zeggen kom morgen maar terug. Ze kijkt lang in haar computer en ik kan aan haar gezicht niet aflezen of ze haar best doet voor ons. 17:00 hours zegt ze plots. We moeten 20 minuten daarvoor bij de kleedruimte zijn beneden om een oliepak aan te trekken. Yvonne vraagt of we korting krijgen omdat we oud zijn. Oke, zegt ze, ik zal er 5% afhalen. Veel is het niet, maar het gaat om het idee.
Om half 5 gaan we richting kleedruimte, tussen de foodtrucks en terrasjes door. De kermis maakt een enorm lawaai. Grote boxen produceren zo'n 120 dB. Een podium wordt opgebouwd voor de live muziek vanavond.
In de kleedruimte is het druk met passende mensen. We krijgen een oliepak aangemeten. die je niet aankrijgt als je je schoenen nog aan hebt. Het is geen ski- of motorpak. Daar komen de meeste mensen pas achter als ze op een been staan te hinkelen.
Met de pakken aan begeven wij ons ongemakkelijk bewegend naar de boot. We gaan meteen naar het bovendek, omdat we vermoeden dat we van daar uit, het beste zicht hebben op die grote zeezoogdieren. Het weer is vandaag best goed voor IJslandse begrippen. Het is droog, weinig wind en net boven de 10 graden. De zee ziet er kalm uit. We passeren wat cruiseschepen en kiezen het ruime sop. Omdat we boven staan, neemt de deinig grote vormen aan als we de Atlantische Oceaan opvaren. Toch wordt er niemand zeeziek. Als je maar naar de horizon blijft kijken, en net als ik een paar biertjes op hebt, kan je niks gebeuren.
We zien de papagaaiduikers om ons heen over het water scheren. Hun vleugels kunen wel 300 keer per minuut heen en weer gaan, zodat je de vleugels bijna niet ziet. Soms zie je ze duiken, of gewoon op het water drijven.
Na 45 minuten varen neemt een jongedame het woord. Zij is onze gids en gaat ons alles vertellen over de walvissen die hier leven, maar eerst wat veiligheid instrukties voor als het mis gaat met dit volgepakte onstabiele bootje.
We turen allemaal naar de horizon om als eerste een walvis te zien spuiten. Ze spuiten wel 5 meter hoog, dus kan je ze van ver zien. De gids ziet ze natuurlijk als eerste met haar getrainde oog. Ze ziet ook meteen dat het een bultrug is. Ik zet mijn camera op sport, zodat ik vele shots achter elkaar kan maken.
Of de duvel er mee speelt, verschijnen bijna alle walvissen aan bakboord en ik sta aan stuurboord. Toch kan ik er wel een paar vastleggen, omdat de boot door de naar links verplaatsende mensen sterk overhelt, kijk ik over ze heen.
Het is adembenemend om deze 16 meter lange beesten te zien happen naar de griel en dan weer onder duikt. Als je de rug ziet krommen en daarna de staart boven water komt duikt hij of zij naar beneden om een tijdje weg te blijven.
We hebben geluk dat er twee bultruggen in onze buurt blijven om te eten. De gids raakt er ook opgewonden van, want ze zijn meestal alleen. We hebben niet zoveel geluk als de mensen die ze vanmorgen had. Toen sprongen er drie boven water. De gids weet niet waarom ze het doen, maar als er een het doet volgen er meer. Ze weet er veel van en studeerd na de zomer af op orca's.
Op de terugweg naar de haven krijgen we warme chocoladewater en kaneelbroodjes. Ze smaken goed na zo'n 3 uur op zee.
Als we de haven binnenlopen spelen ze op het podium Dancing Queen van Abba. Zo vals heb ik het nog nooit gehoord.
4 notes
·
View notes
Text
Message by my dear friend Mona. If anyone would be able to help Urmel by donating, to soften the cost of their medical bills. I can only say that I would be very grateful for your help. And if possible to share this post further on Facebook and other social media platforms <3
Hallo ihr Lieben, meine Urmel und ich, unterliegen einem akuten tierischen Notfall.. könntet ihr bitte - solange euch das nicht unangenehm ist - folgenden Link teilen, wo ihr könnt? (Facebook, WhatsApp, Instagram ..). Gerade ist es leider meine letzte Hoffnung, sonst würde ich das nicht machen. Vielen lieben Dank! Falls ihr selber irgendwo noch einen Euro habt, bin ich unermesslich dankbar, das alles kommt durch die neue GOT und die Umstände des Unfalls finanziell extrem schwer zu tragen. Ich habe sie damals mit aller Geduld und Kraft zahm bekommen und dadurch sind wir ein echt dickes Team geworden.. es wäre eine Schande, da sie eben erst 13 Monate alt ist - für sie und für mich. Wie auch immer die Hilfe aussehen mag, Danke!!!! 🦦🤎🤎🤎
Hello dears,
my Urmel and I are subject to an acute animal emergency.. could you please - as long as you don't feel uncomfortable - share the following link where you can? (Facebook, WhatsApp, Instagram...). Unfortunately, this is my last hope right now, otherwise I wouldn't do it. Thanks so much! If you have a euro to spare, I would be immeasurably grateful. Because of the new GOT and the circumstances of the accident are financially extremely difficult to bear. I tamed her with all my patience and strength and that's how we became a really big team.. it would be a shame because she's just 13 months old - for her and for me. Whatever the help, thanks!!!!
Hallo lieverds, mijn Urmel en ik zijn onderhevig aan een acuut noodgeval voor dieren.. kunnen jullie alsjeblieft - zolang je je niet ongemakkelijk voelt - de volgende link delen waar je kunt? (Facebook, WhatsApp, Instagram...). Helaas is het nu mijn laatste hoop, anders zou ik het niet doen. Hartelijk bedankt! Als je nog ergens een euro hebt, ben ik je onmetelijk dankbaar, door de nieuwe GOT en de omstandigheden van het ongeval is het financieel allemaal buitengewoon moeilijk te dragen. Ik heb haar toen getemd met al mijn geduld en kracht en zo werden we een heel groot team.. het zou jammer zijn aangezien ze pas 13 maanden oud is - voor haar en voor mij. Wat de hulp ook is, bedankt!!!!
6 notes
·
View notes
Text
Liefdesbrief aan YS
Dinsdag 20 juni 2023, 22:09
Lieve YS,
Ik heb jou een week geleden ontmoet. Ik luister naar "Satellite" van Harry Styles. Het doet me aan jou denken. Een verlangen om bij je te zijn, de hele dag aan je denken en vlinders voelen. Het is een tijdje geleden dat ik verliefd was. Het is een intiem gevoel. Je doet me ook een beetje aan Harry denken. In zijn vroegere jaren dan, een beetje stuntelig en ongemakkelijk maar heel lief, respectvol en getalenteerd. Misschien komt het doordat je ook zo erg jong bent. Je bent 6 jaar jonger dan ik ben. Het voelt bijna verkeerd, aangezien je dichter bij mijn broertjes in de buurt komt dan bij mij. Er is echter iets aan jou wat me zo diep aantrekt, dat ik mezelf niet kan inhouden. Ik moest je mee uitvragen. Ik hoop dat we over een paar jaar bij elkaar komen en een geweldig leven tegemoet gaan. We zouden een geweldige match zijn. Jij zoekt overal betekenis in en ik zie nergens betekenis in. Wil jij mijn betekenis zijn?
Ik vraag me af of je me vervelend vindt. Ik denk het niet. Ik voel me wel vervelend. Ik kijk de hele dag naar alles wat met je te maken heeft. Ik ben gek op je passie en je eigenzinnigheid. Je hebt me verteld van de ziekte die je vroeger had, en vreemd genoeg trekt dat me juist meer aan dan dat het me afstoot.
Ik heb ook mijn bagage. Vreemd genoeg hebben we veel met hetzelfde onderwerp geworsteld. Dat is vorige week ook duidelijk geworden.
Je reageerde heel lief op mijn vraag. Zoals ik eigenlijk wel verwacht had. Het maakt me alleen maar gekker van je. Je bent zo volwassen voor je jaren. De manier waarop je naar het leven kijkt trekt me aan. Ik heb je vader vorige week gesproken, en de manier waarop hij over je sprak, vertelde me ook veel. Je bent respectvol, creatief, gepassioneerd en creatief. We zouden perfect zijn samen. Wie weet, over een paar jaar.
#liefdagboek#dagboek#liefdesverhalen#liefde#liefdesverdriet#persoonlijkeverhalen#persoonlijk#verliefd#anoniem#anoniemeverhalen#anoniemdagboek#Spotify
2 notes
·
View notes
Text
Nalatend plichtsbesef van de onderwijsinspectie
Wanneer we het hebben over rechten en plichten, dan kunnen we ervan uitgaan dat we hier allemaal dagelijks in meer of mindere mate mee te maken hebben. Op ieder bestaand recht volgt de plicht van iemand anders om iets te doen of om iets te laten. De overheid heeft bijvoorbeeld de plicht om in onderwijs te voorzien. En elk kind in ons land heeft vervolgens het recht om onderwijs te kunnen volgen.
Scholen hebben onder andere de (zorg)plicht om ervoor te zorgen dat elk kind een leerplek vindt om passend onderwijs te kunnen volgen. Ook moet een school bijvoorbeeld kunnen aantonen dat de docenten voldoen aan de opgestelde bekwaamheidseisen die sinds 1 augustus 2017 gelden. Het is de bedoeling dat deze eisen de focus leggen op het leren van de leerling en op de kern van het beroep als docent. In het bijbehorende Besluit bekwaamheidseisen onderwijspersoneel staat beschreven waar mensen die lesgeven aan een onderwijsinstelling aan moeten voldoen. Globaal komt dit neer op het bezitten van vakinhoudelijke, vakdidactische en pedagogische bekwaamheden die vervolgens uitgebreid per onderdeel worden toegelicht.
Wanneer ik vervolgens inzoom op microniveau binnen de schoolmuren, heb ik als docent in het voortgezet onderwijs ten eerste de plicht om te voldoen aan bovenstaande bekwaamheden. Niet meer dan logisch, lijkt me zo. De leerlingen hebben immers recht op goed en passend onderwijs dat verzorgd wordt door HBO- of universitair geschoolde docenten die met een persoonlijk enthousiasme hun kennis in een bepaald vakgebied mogen etaleren en overbrengen. Maar daar blijft het niet bij. De maatschappij vraagt op allerlei gebieden steeds meer van iedereen. Dat gegeven heeft ook zijn weerslag op het persoonlijke welbevinden van de leerlingen. Het is een feit dat wanneer er problemen op de achtergrond spelen, dit onherroepelijk invloed kan hebben op de cognitieve successen en studievoortgang. Voor thematieken als pesten, het aangaan van sociale contacten, ruzies, negatieve online beïnvloeding, faalangst en andere voorkomende onderwerpen die de leerlingen bezighouden mogen we als docenten niet de ogen sluiten.
Elke docent is een belangrijke schakel in een overkoepelend onderwijsgeheel, dat iets weg lijkt te hebben van de vriendelijk ogende Matroesjka-poppetjes die telkens weer een kleiner poppetje in zich herbergen. Zo is elke individuele docent onderdeel van een team, met daarin een hoofdverantwoordelijke in de vorm van een teamleider. De teamleiders maken deel uit van het managementteam van de school. Dit managementteam staat onder leiding van een directeur. De school is vervolgens weer onderdeel van een scholenstichting met een hoofdbestuur dat diverse andere scholen coördineert. Elke school staat ook onder toezicht van de Onderwijsinspectie. Deze Onderwijsinspectie is verantwoordelijk voor het controleren van de scholen en de besturen. En laat het nou juist dáár zijn misgegaan de afgelopen jaren.
Onlangs kwam uit onderzoek van de NOS en Nieuwsuur namelijk naar voren dat deze Onderwijsinspectie reeds sinds 2014 heeft verzuimd om alle basisscholen in Nederland eens in de vier jaar te bezoeken, zoals was afgesproken. Deze toezegging werd in 2021 versoepeld, maar desondanks werd twee derde van de scholen blijkbaar niet bezocht. Tevens werd de Tweede Kamer jarenlang verkeerd geïnformeerd hierover. Het is een kwalijke zaak, die op een hoogst ongemakkelijk moment naar voren komt. Nederland zakt al jaren dramatisch qua leerprestaties op de onderdelen taal en rekenen in vergelijking met andere Europese landen. De tekorten aan leraren lopen daarnaast haast synchroon aan deze daling. Het is ons goed recht om onze zorgen uit te spreken over deze situatie én over de staat van ons onderwijs in het algemeen. De Onderwijsinspectie heeft daarbij een plicht te vervullen: in hun voorbeeldfunctie een objectief oordeel vellen over de onderwijskwaliteit van alle scholen om zodoende een belangrijke bijdrage te leveren aan het verbeteren van het algemene onderwijsniveau. Een grootse taak, waarbij verzuim en nalatende verantwoordelijkheid ongewenst en niet-helpend zijn.
0 notes
Text
Op zoek naar de verloren tijd in een café te Buenos Aires
Het alfabet maakt dat enkele delen Proust onbereikbaar hoog in mijn boekenkast staan: een paar oude exemplaren, met de wat broeierige omslagen van Wout Muller (van wie ik als prille kunststudent les heb gehad), en enkele nieuwe uitgaves met hun nietszeggende, frisse uiterlijk. Dat zegt iets over mij en Proust op dit moment: of verstoft of maagdelijk weggezet. Ik las maar een paar delen, nooit 'de hele Proust'. Vorig jaar deed lezende vriend P dat wel, vierentwintighonderd pagina's lang. Maar hij is verslagen door een lid van een Argentijnse Proust-boekenclub. Die las Proust drie keer, en daarbij heeft hij een dochter die Albertine heet én die ook nog eens in Parijs woont. Nou jij weer, P!
Ik zag in Utrecht de documentaire 'El Tiempo Recuperado'*, over een boekenclub met oude, enkele heel oude leden. Al zo'n twintig jaar komen ze samen in een café in Buenos Aires om steeds enkele hoofdstukken voor te lezen en af en toe commentaar te geven of vragen te stellen. De film was behoorlijk uitputtend, maar ook ontroerend, vrolijkmakend en op enkele momenten ongemakkelijk. 95 % van de tijd wordt er voorgelezen en met Proust in het Spaans in je oren en in het Engels de ondertiteling lezen is een hele inspanning.
Af en toe schuiven er mogelijk nieuwe leden aan. Een vrouw die nooit iets van Proust gelezen heeft, vraagt of het er in het boek om gaat wie de moordenaar is. Oh nee!, roepen de andere leden lachend in koor. Ook in de bioscoopzaal stijgt er gelach op. Ze wordt niet zozeer uitgelachen; het is de lach van het absurde. Als haar dan even later het vuistdikke eerste deel wordt voorgehouden, deinst ze bijna achteruit op haar stoel. Een passage over de glimlach van een overleden vriend in het boek herinnert een vrouw aan de glimlach van haar overleden man, die zij steeds weer kan oproepen. Alsof hij bijna oplicht in haar geheugen. Ook klinken er zuchten van bewondering en verrukking. En als de vader van de Argentijnse Albertine maar weer eens aan een nieuwkomer vertelt dat hij Proust drie keer heeft gelezen, dan zijn er soms blikken van de anderen. Wat een prestatie, wat een onmogelijkheid!
Voor mij wordt Proust niet opgeroepen door lindebloesemthee maar door de de bloeiende meidoorn. Al zo'n dertig jaar lang laat ik mij ieder jaar voor een bloeiende meidoorn fotograferen. Ook een soort op zoek naar de verloren tijd. In 'Combray' beschrijft Proust de herinneringen van de kleine jongen aan de bloeiende meidoorn: … ze boden me tot in 't oneindige dezelfde charme met een onuitputtelijke overvloed, maar zonder dat ik dieper in hen kon doordringen....”.** De bloesem had iets ambigues voor hem, zoals voor mij de geur het zelfde heeft: verleidelijk van verre, een tikje afstotend van dichtbij. Maar de kleine jongen houdt zo van de meidoorns, dat hij snikkend afscheid van ze neemt.
*'El Tiempo Recuperado' | Maria Alvarez |Argentinië 2020 | zwartwit documentaire 120 minuten
Trailer documentaire : https://www.youtube.com/watch?v=iER-3qonZJs
** 'Op zoek naar de verloren tijd' – De kant van Swann – Deel Een – 'Combray' | Marcel Proust | vertaling C.N. Lijsen | Uitgeverij De Bezige Bij | 1977
2 notes
·
View notes
Text
Vast in schijnrust
Sinds juni loop ik met een tennisarm. Dit houdt in dat er door overbelasting kleine scheurtjes zijn ontstaan in de bot-peesaanhechting, ook wel een peesontsteking genoemd. Dit brengt veel frustratie met zich mee. De gedachte dat ik zo ver achterloop ten opzichte van de mensen om mij heen. Alsof ik op een schommel zit die nooit stopt met bewegen, maar ik kan niet echt vooruit. Constant mensen die vragen hoe lang het nog zal duren, en ik moet weer mijn schouders ophalen, terwijl een storm van frustratie in mij opkomt omdat het bijna onmogelijk lijkt om rust te nemen.
We leven in een wereld met een constante stroom aan informatie die we moeten verwerken, en waarin we altijd productief en bereikbaar moeten zijn. Simpelweg werd ik meegenomen in deze stroming. Constant op zoek naar de 'perfecte' versie van mezelf, de 'perfecte' vriendschappen, maar ook de 'perfecte' studieresultaten, toekomstplannen, inkomen en kleding. The American Dream, toch? Alles moet perfect. Tenminste, dat dacht ik.
Er wordt veel waarde gehecht aan 'hard werken' en productief zijn: de sleutel tot succes. Dit brengt de gedachte met zich mee dat mensen pas ‘waardevol’ zijn als ze actief bezig zijn. Een vicieuze cirkel waarin alles ten koste gaat van mijn welzijn. Ofwel: de ‘hustle-cultuur’. Nog steeds betrap ik mezelf erop dat ik constant productief wil zijn, omdat ik me anders beklemd voel door schuldgevoelens. Iets wat eigenlijk helemaal niet prettig voelt, maar wat doe je eraan?
Wat mij helpt, is me te herinneren dat succes niet alleen de definitie is van externe prestaties, maar ook van interne prestaties. Dit zijn prestaties die niet altijd zichtbaar of meetbaar zijn en te maken hebben met je groei, welzijn en innerlijke ontwikkeling. Dingen die eigenlijk een beetje verstopt zitten, die je aan de buitenkant niet snel ziet. Denk bijvoorbeeld aan je zelfverbetering, emotionele groei, mentale veerkracht en zelfdiscipline.
Heel lang heeft rust voor mij dezelfde definitie gehad als achteruitgang. Elk moment van rust ervaarde ik als een stap terug. Alsof ik eindeloos voor een rood stoplicht stond. Mijn ‘rust’ was in werkelijkheid doordrenkt met stress en angst. Op vijftienjarige leeftijd was ik opgebrand. Ik had een burn-out. Iets wat ik toen totaal niet begreep en niet accepteerde. Ik voelde me machteloos. Ik was een vogel in een kooi. Ik heb wekenlang thuis gezeten, veel geslapen en gehuild. Ik zat gevangen met het gevoel dat de wereld om mij heen verder ging zonder mij, en ik vastzat in een leven dat ik niet meer herkende. Tenslotte was ik ook gewoon een eigenwijze tiener, net als iedereen. Een mix van ongebreidelde energie en intense emoties.
Nog steeds merk ik dat er momenten zijn waarin ik simpelweg streef naar het onbereikbare beeld. Op zoek naar het volgende dat weer beter kan, waarbij rust voelt als zwakte. Hierdoor voel ik me soms ook ongemakkelijk en onzeker. Iets wat helemaal niet comfortabel voelt.
Het is nog steeds een zoektocht naar de juiste balans tussen productief zijn en rust nemen. In een wereld van chaos en hectiek is het bijna onmogelijk om rust te vinden, omdat we de externe omstandigheden niet altijd kunnen beheersen. Echter, we hebben de kracht om, ongeacht de situatie om ons heen, een innerlijke ruimte te creëren waarin we rust kunnen ervaren.
Liefs, Marleen
English version:
Stuck in False Rest
Since June, I’ve been dealing with tennis elbow. This means that due to overuse, small tears have formed in the tendon-bone attachment, a condition known as tendinitis. It's been a source of a lot of frustration—the constant feeling of being behind everyone else. It’s like being on a swing that never stops moving, yet I can't seem to move forward. People keep asking how long it will take, and all I can do is shrug, while a storm of frustration brews inside me because it feels almost impossible to rest.
We live in a world overloaded with information, where we're expected to always be productive and available. I’ve been swept up in this current. Always searching for the ‘perfect’ version of myself, the ‘perfect’ friendships, the ‘perfect’ study results, future plans, income, and clothing. The American Dream, right? Everything has to be perfect. At least, that’s what I thought.
There’s so much emphasis on ‘hard work’ and productivity as the keys to success. This mindset implies that people are only 'valuable' if they’re actively engaged in something. It's a vicious circle where everything comes at the expense of our well-being. In other words, the ‘hustle culture.’ Even now, I catch myself constantly striving to be productive, because if I’m not, I feel overwhelmed with guilt. It’s not a good feeling, but what can you do?
What helps me is remembering that success isn’t just about external achievements, but also about internal growth. These are accomplishments that aren’t always visible or measurable—they relate to your personal development, well-being, and inner strength. These things are often hidden, and you can’t always see them from the outside. Think about your emotional growth, mental resilience, self-discipline, and overall self-improvement.
For a long time, I saw rest as a form of regression. Every moment of rest felt like a step backward. It was as if I was endlessly waiting at a red light. My ‘rest’ was actually filled with stress and anxiety. When I was fifteen, I burned out. I had a full-blown burn-out—something I didn’t understand at the time, and definitely didn’t accept. I felt powerless. I was like a bird trapped in a cage. I spent weeks at home, sleeping a lot, crying, and feeling stuck, as though the world was moving on without me and I couldn’t keep up. Ultimately, I was just another stubborn teenager, full of energy and intense emotions.
Even now, there are still moments when I find myself chasing that unrealistic image of ‘perfection’—always looking for the next thing that can be better, where rest feels like weakness. This leaves me feeling uncomfortable and insecure, which is not a pleasant experience.
It’s still a journey to find the right balance between being productive and taking time to rest. In a world of chaos and constant activity, it feels almost impossible to find true rest because we can’t always control our external circumstances. However, we do have the power to create an inner space where we can experience peace and rest, no matter what’s going on around us.
With love, Marleen
0 notes
Text
Ik zit in de auto te wachten tot jongste liefje klaar is met drummen. Half uurtje niks. Nouja, blog typen.
Het is verder vooral vol, de dagen, de weken. De drukte op het werk, veel nieuwe klanten, jaar overgang, het maakt wat onrustig. Ik voel de onrust ook best vaak. Zoveel te doen en tijd tekort. Komt goed.
Tussen de bedrijven door naar de protheticus geweest voor van alles en nog wat aan gerepareer en aanpaswerk. Of het nu goed zit? Nee. Boven gaat. Onder moet ik plakken. Nog even volhouden tot maart, dan start het echte werk. M'n tanden zijn te groot gemaakt en daarom past het allemaal niet. Ik heb echt een mond vol tanden. Meer dan ik ooit heb gehad. Dat zit niet fijn, praat nog steeds niet lekker en algeheel ongemakkelijk. Ik voel me er niet fijn bij. Thuis veel zonder tanden, ook niet goed voor m'n zelfvertrouwen want ik zie er dan echt uit als een oud wijf. Als het kokhalzen maar eens weg bleef maar dat is niet. Aan het einde van de middag begint het weer, dan is de kleefpasta ver op, rammelt het in m'n mond en dat levert kokhakzen op. Vanuit m'n tenen. Nog even. Komt goed.
De verbouwing in huis is zo goed als klaar. Nog een boekenkast in elkaar te zetten door m'n lief en te verven door mij. Ik hoop dat het over een maand of wat allemaal op orde is. Komt goed.
En dan. De berging eens echt opruimen. Het dak van het kippenhok vervangen op de tuin. Opruimen op de tuin, dat ook. Nog zoveel te doen. Komt goed.
Ik kijk uit naar even niets. Naar een vrije vrije dag zonder volgepropt. Ik zie dat de komende maanden nog niet gebeuren en ook dat veroorzaakt wat onrust. Maar ook dat komt goed.
Het is mijn standaard zin. Komt goed. Dat komt het ook alleen wanneer is de vraag. Die vraag stel ik maar niet. Dat is beter. Met weinig verwachtingen valt het vaak mee als het om wanneer gaat. Dan is het in ene zover.
Nog vier minuten, dan naar huis, douchen en slapen. Na nog het een en ander doen dan. Ik kijk uit naar slapen.
3 notes
·
View notes