Tumgik
#houten brug
twafordizzy · 2 years
Text
Rembrandt tekende olifant Hansken
Het verhaal van Hansken, de beroemdste olifant uit de 17de eeuw, is wonderlijk, maar ook aangrijpend. Olifant Hansken werd langs jaarmarkten, kermissen en hoven gevoerd en inspireerde Rembrandt (1606-1669) om haar een aantal keer te tekenen. Het dier heeft veel moeten doorstaan: ze werd gedwongen lange tochten te maken door Europa en moest veel optreden. In 1633 was Hansken voor het eerst in…
Tumblr media
View On WordPress
0 notes
bramsnor · 11 months
Text
Tumblr media Tumblr media Tumblr media
Hallo hier ben ik weer, Kato dus. Je weet wel dat hondje met een (vervolg) verhaal. Vandaag weer nieuwe ervaringen opgedaan, eerst even langs m’n oude huis gewandeld, fijn maar ik heb daar niets behalve m’n buren Cora en Peter(leuk stel maar ze hebben al een hond)😉.
Toen langs een drukke weg met van rijdende tenten. Langs een ijzerfabriek en allemaal van die gekke prikkarretjes, heftrucks noemt mijn baas ze. Toen weer over die grasdijk langs die lange plas water.
Beetje jammer maar ik met m’n kortere pootjes loop achter een betonnen muur, zie dus geen flikker wat er achter gebeurd. Klojo! Komen we eindelijk bij een soort brug, kan ik van alles zien, word ik naar beneden geleid.
Wat denk je? Word ik in “ de boot genomen” letterlijk. Gelukkig was die ouwe zak met die rode jurk niet aanwezig, maar wel de vriendelijke hulppiet die de machinist is. Maar wat trilt die ijzeren boot zeg, niet normaal. Gelukkig mocht ik op de houten vloer staan bij de verwarming.
Aardig ventje trouwens die kapitein, de baas kreeg een “ bakkie”. Ik dus mee varen, kreeg er wel het heen en weer van, maar was toch wel leuk. Hierna weer naar huis gelukkig, had het wel weer even gehad, als zeven ben moet je af en toe even tukken.
Na het eten(van de baas) kwamen er ineens twee hele grote donker geklede mensachtige binnen, schrok me de kolere, heb ze ook even flink gewaarschuwd al hielp dat geen zier. Toen van ellende maar op de bank gesprongen dicht bij de baas. Maar dat mag dan weer niet, moest terug op mijn nivo.
Ze probeerde mij te kalmeren maar vertrouwde het niet. Gelukkig gingen ze al snel weer weg, eindelijk rust………..dacht ik. Mooi niet, gingen we weer naar boven. Teringherrie maken met een of andere jankmachine. Geeft niet, ik vertrouw er op dat het veilig is, wil stoer worden, ben lekker niet gevlucht. Gewoon onder de tafel blijven liggen.
Uiteindelijk werd het tijd voor onze wandeling en na een tijdje kwam het vrouwtje ook weer thuis. Die was moe want ze was wezen feesten en wij mochten niet eens mee. Rotstreek, een week geleden had ik dat niet gedurfd, maar met de Snor aan de lijn durf ik steeds meer.
Ga nu nog even plassen buiten en schrijven we morgen weer verder. Ben benieuwd wat er morgen weer gaat gebeuren. Slaap lekker.
Kato🐕
2 notes · View notes
gekruidengeroerd · 3 months
Text
Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media
Bakjedoen.nl
Zwaarbeladen met dauwdruppels hangen rietstengels dwars over het vlonder pad richting de “Kiekkaaste’. Een vogelkijkhut balancerend op de rand van de wereld.
Mijn broek die de meeste druppels opvangt kan na honderd meter uitgewrongen worden.
Talloze rietzangers zingen uitbundig tijdens hun vlucht. De karekiet hoor je niet. In de verte slaat de koekoek zes uur.
Zwaluwen ontvangen ons opgewonden als we de houten trap van de Kiekkaste beklimmen. Ze vliegen onuitputtelijk op en aan en voeden hun uitgehongerde kleintjes. Telkens weer verschijnt net boven de rand van ieder nest een lange rij opengesperde snaveltjes.
De Kiekkast biedt een gevarieerd programma, iedere dag nieuwe voorstellingen, voor ieder wat wils. Vandaag trippelt voor het raampje rechts een kluut zenuwachtig heen en weer. Terwijl aan de linkerkant voor het riet een hongerige wolf door het slik sluipt.
Bij iedere stap voorwaarts zakken zijn voorpoten een beetje weg in de modder. Schudt zijn poten uit en kijkt om zich heen. Zijn ogen volgen twee wilde eenden die verschrikt voor hem langs vliegen waarna hij traag zijn weg langs de rietranden vervolgt.
We zeilen niet over het Reitdiep, we vliegen. Alles om ons heen is groener dan groen. Trekken het zeil naar binnen om bruggen te passeren en de fok staat er al weer bij voordat iemand iets heeft kunnen vragen.
De Vissersbrug in het centrum van Groningen is voor zeker een maand gestremd. Wat is dat toch met die Groningers en hun bruggen?
Andere bruggen moeten voor een opening tegenwoordig 48 uur van te voren gereserveerd worden. Alle tijden zijn terug te vinden op de site van ‘Rijkswaterstaat’. Echter alleen als je doorklikt naar aanvullende info. Het varend leven wordt er niet spontaner op.
De Najade is echter voor geen brug te vangen en verstopt achter een reuzen berenklauw strijken we onopvallend de mast.
Grassen wuiven en wolken stapelen. Op de steiger voedt een moeder haar kind.
Vervolgen onze vaarweg over het Eemskanaal, gaan het hoekje om en laten ons de Dollard instromen.
Glimmende platen zijn aan weerszijden nog steeds zichtbaar en kleine geultjes zoeken slingerend hun weg in het riet.
Onder zeil meren we af voor de sluis van Nieuw Statenzijl.
De ‘Wolgaslepers’ trekken ons naar binnen. De lus van de tros schuin voor de borst en voorovergebogen slepen ze 64 ton achter zich aan. ‘Waar moeten we naar toe?’, vragen we aan Koos van ‘Bakjedoen.nl’ die ons gadeslaat vanaf de sluismuur.
‘Geen idee zegt Koos maar de meeste mensen gaan hier recht door’ en hij lacht. De groen uitgeslagen sluisdeuren wijzen op onregelmatig gebruik. Mos versiert de spleten en een beginnende vlier heeft zich in één van de holtes in de deur gevestigd. Piepend en kreunend openen de deuren zich. De incontinente sluis laat haar water de Westerwoldse Aa inlopen. De ‘Wolgaslepers’ zetten voor de tweede keer hun beste beentje voor. Met het weidse landschap rondom de de rivier op de achtergrond trekken ze ons de sluis uit.
Tijdens het aanlegbiertje vliegt een uil over het achterdek. Even vertraagt ze haar vlucht, kijkt ons aan en vliegt verder.
De laatste eb brengt ons weer naar buiten. 38 streepjes worden gezet. Voor iedere overstag 1.
We lopen even vast in de monding van de Eems Dollard. Wachten op hoger water. Als we met het laatste licht de geul richting Greetsiel invaren staat de volle maan boven een verlichte molen. Ik vang met mijn camera de maan in het kluivernet. Het is bijna midzomer en middernacht.
De wind doet even een ‘knippie’ als we de volgende dag richting Juist zeilen. We dobberen voort.
Starten de motor en lopen vast bij een oesterbank. De rest van de middag bestuderen we zeewier en rapen mosselen. De gehele oesterbank is bedekt met nori Niemand herkent het als het sushi zeewier omdat het geen vierkante velletjes zijn. De waslijn kleurt groen van de drogende zeesla, en schrapend worden op het achterdek, de mosselen van hun overtollige pokken en andere lading ontdaan.
Lonneke zingt in het ruim, ‘Angel of Montgomery van Bonnie Raitt’. Haar stem helpt om de maaltijd van dag net dat beetje extra mee te geven. Ze zingt: ‘There are flies in the kitchen, I can hear them buzzin. And I ain’t done nothing since I woke up today’. Op het ritme van de muziek roert de houten lepel lemniscaten in de pan. Deze stemkruiden zijn in geen enkele winkel te koop.
In de roef hangt onder de koekoek een maxi-cosy. Cardanisch opgehangen als hangstoeltje voor onze jongste ketelbinkie.
Soms is er maar weinig nodig om onvoorbereid terug te stappen in de tijd.
Klik zegt de camera als we met een snelheid van 10.7 knopen op de Noordzee Borkum en Schier links laten liggen. Het regent onophoudelijk en achter de enorme buik van een rode regenbroek zit een klein meisje verstopt in een draagdoek. Haar moeder stuurt. De haven van Schier komt in zicht. De zon besluit de dag oranje te eindigen, en gaat na een hele grauwe dag gloeiend onder als we afmeren in de jachthaven van Schiermonnikoog.
Drukte van belang op de Engelsmansplaat. Iedereen wil hier vandaag zijn. Om half 4 begint de interland tussen Duitsland en Nederland. Jeu de boules ballen komen de trap af en met moeite herkennen we de verschillen tussen de roestbakkies en de blinkertjes.
Twee kokkels of een streepje zeewier markeren de lijn waar onze grote teen niet overheen mag gaan. Flink slingeren met de bal creëert een interessante worp. Het publiek houdt haar adem in.
Wandelen spelend over het wad, en betrekken onze omgeving erbij. Soms drijft het kleine houten balletjes nog een stukje met de stroom mee, of de ankerketting stopt haar af.
De strijd tussen beide teams wordt beslist voor de Nederlanders. Wij slapen goed vannacht. De nabespreking voor vandaag laten we zitten. Nu eerst even een bakkie doen.
0 notes
rotterdamvanalles · 4 months
Text
Een Kijkje in De Passage rond circa 1900
De Passage was gebouwd in de eclectische stijl. Het was ingericht als een lange looproute, begon bij de Korte Hoogstraat en eindigde aan de Coolvest. Deze looproute was 100 meter lang en in het midden 8 meter breed. De in-en uitgangen waren 6 meter breed en hadden een hoogteverschil van 2.86 meter. De reden voor deze ligging was omdat de wat verder liggende Hoogstraat destijds de winkelstraat van Rotterdam was, en omdat de nieuwe brug naar de Binnenweg aan de overzijde van de gracht zorgde voor de verbinding met het snel uitdijende westen van de stad. De Passage verrees op de plek waar een fraai herenhuis was gevestigd aan de Korte Hoogstraat.
Zowel de zijden van de Coolvest als de Korte Hoogstraat hadden redelijk smalle ingangen en passages, die na 37 meter in het midden breder werden. Beide ingangen hadden trappen waarin je kon afdalen naar de straat, die hier 2,86 m lager lag. Het hoogteverschil werd gebruikt voor een aparte benedenpassage, waarin oorspronkelijk een grote koofiehuiszaal, een keuken, bergplaatsen, een bierkelder met aquarium en een enorme zaal van 1800 m² waren gevestigd. Deze werden gebruikt voor tentoonstellingen of als marktplaats.[3] Deze benedenruimte werd verlicht via een vloer van glazen tegels. Omdat de benedenverdieping nauwelijks werd bezocht, was besloten om deze verdieping later als bergruimte te gebruiken.
Woningen Bewerken
Boven de Passage waren 43 woningen in totaal gebouwd: Deels bedoeld voor de winkeliers, de overige twee woonlagen voor particulier verhuur. De woningen bestonden uit twee à drie kamers met alkoof en keuken en hadden een woonoppervlakte die tussen de 19 en 69 m² groot was. Bij vier winkels ontbrak de wooncombinatie en bij vijf winkels hoorden tot aan de kap opgaande bovenwoningen; de overige 36 woningen vormden afzonderlijke bovenhuizen, tevens ieder met twee à drie kamers en een keuken. Deze woningen waren op zo'n manier gebouwd dat ze - op verzoek - bij de winkels konden worden betrokken. Alle bovenwoningen hadden een eigen ingang naast de winkels. Deze waren te bereiken via de Passage zelf.[1] Ten slotte bevonden zich boven de woningen nog een zolder met een venster.
Voor de poort aan de Coolveste werden schepen gelost en vond de Scheveningsche Vischmarkt plaats, wat voor veel overlast zorgde. Aan de noordkant lagen nog onbebouwde tuinen, met onder meer een bedeellokaal van Maria Catharina van Dooren's Vrouwengesticht van Weldadigheid en opslag van bouwmaterialen op de plek waar vanaf 1882 uiteindelijk het Erasmiaans Gymnasium zou worden gebouwd. Aan de zuidzijde was een doodlopend steegje, wat ook voor problemen zorgde.
Aan de Coolsingelzijde (voorheen de Coolvest) was een luxueuze badinrichting met onder andere stoom-, elektrische en regenbaden. De bouw van de Passage was zeer modern voor de tijd: Het had een uitgebreid ventilatie- en koelsysteem en ook werd gebruik gemaakt van bimsbeton (een licht vulkanisch materiaal) voor de binnenmuren - een unicum voor die periode. Verder werden het casco van het gebouw bakstenen toegepast in combinatie met houten balklagen en gietijzeren draagkolommen. In de avond werden de winkels verlicht door gaslampen en scheen er zonlicht door de glazen koepel op het dak, die zich bevond op 20 meter hoogte. Er werd ook een periode gebruik gemaakt van elektrische verlichting (tussen 1882 en 1892) maar daar kwam een einde aan toen het niet rendabel genoeg meer was.
Foto komt uit de collectie van @stadsarchief010 en Informatie komt uit Wikipedia
Tumblr media
0 notes
euroadventure · 5 months
Text
Ernzen - Trier - Igel
Donderdag 2 mei
Ik ben al vroeg wakker deze ochtend en geniet in de zon van mijn ontbijt tot er enkele bouwvakkers aankomen. Ze zijn bezig op de begraafplaats en willen net een grote laadbak legen met grint. Met veel verontschuldigingen vragen ze of ik mijn deuren en ramen wil sluiten van mijn campertje zodat het stof niet naar binnen waait. Ik geef direct aan dat ik natuurlijk maar te gast ben en rijd mijn campertje gewoon naar de andere kant van de parkeerplaats. En dat was maar goed ook! Wat een stof kwam er vrij. Ook al staat mijn campertje nu wat verder weg, hij wordt alsnog erg stoffig 😂 haha.
Ik pak de laatste spullen in en rij slechts een kleine tien minuten verder naar de watervallen van Irrel. Ik ben de eerste, het is ook nog vroeg net na 9 uur. Hier is na de enorme wateroverlast in juli 2021 een nieuwe hangbrug opgehangen.
Tumblr media Tumblr media Tumblr media
De oude houten brug, uit ik meen de jaren 50, is door de watermassa kapotgegaan. De waterval waarover wordt gesproken op de borden, is overigens niet meer dan een stroompje.
Wel is het er schitterend en maak ik nog een korte leuke wandeling van een kilometer of vier langs de rivier naar het plaatsje Prümzurlay en weer terug.
Ik stap weer in de auto en rijdt vandaag naar Trier. Ik ben hier al eens geweest, maar het lijkt mij leuk om hier nog een keer langs te gaan. Daarnaast zou het erg slecht weer gaan worden, regen en onweer, en dan is het altijd prima om in een stad te vertoeven in plaats van wandelend in de bossen. Ik parkeer mijn campertje aan de rand van de stad en via de ‘ groene gordel’ loop ik in een half uurtje naar het centrum. Onderweg is het al drukkend warm. Ik maak een korte stop bij de Kaiserthermen maar ga hier uiteindelijk niet naar binnen.
Ik besluit via het park, langs de paleistuinen door te lopen naar de ‘altstadt’, oude binnenstad, van Trier.
Tumblr media
Het is er gezellige druk. Veel Nederlanders hoor ik om mij heen. Helaas worden er net op de markt allerlei witte tenten geplaatst waardoor het mooi zicht op de oude gebouwen enigszins belemmerd wordt.
Tumblr media Tumblr media
Ik loop naar de Porta Negra, een prachtig gebouw wat ooit een kerk/klooster is geweest nadat het eerst een stadsmuur was.
Tumblr media
Ik koop een kaartje en kan het gebouw van binnen bekijken.
Tumblr media Tumblr media
Het is erg mooi en vanaf elke verdieping heb ik een mooi uitzicht over de stad!
Tumblr media
Na ruim een half uur (dat is lang voor mij doen) loop ik weer naar buiten. Via allerlei straatjes struin ik zo nog even een tijdje door de stad, totdat ik plots een enorm donkerblauwe lucht zie aankomen. Het gaat vrij snel en dus loop ik ook in een beetje rap tempo terug naar mijn campertje. Met nog een snelle pitstop bij de supermarkt red ik het om droog bij mijn campertje te arriveren. Het rommelt inmiddels wel al behoorlijk. Op de plaats waar ik sta, vrij afgelegen kan ik ook de nacht doorbrengen maar gezien het slechte weer kies ik er toch liever voor om iets verderop op een camping in Igel te gaan staan, mits ze plek hebben. Voor ik daar naartoe rijd bel ik ze eerst en moet ik nog even geduld hebben. Ze bellen mij terug en hebben nog precies een plekje voor mij. Mazzel! Ik rij in een kwartier naar de camping en eenmaal daar aangekomen, blijft het de rest van de middag gewoon heerlijk droog. Ik kan zelf buiten eten! 
Wat natuurlijk ook heerlijk is, is eindelijk weer een douche! Wat na een kleine week wat behelpen meer dan welkom is.
Gedurende de middag en avond klets ik nog gezellig met mijn buren. Nederlands stel uit Hilvarenbeek. Zij hebben afgelopen week in de Elzas gestaan en blijven hier nog twee nachten staan voor ze weer huiswaarts keren. 
Hmm, dit is een leuke plek misschien blijf ik hier nog wel een nachtje staan als dat mogelijk is. Dat besluit neem ik morgenvroeg als ik iets beter het weer kan inschatten.
0 notes
keynewssuriname · 7 months
Text
DC wanica Noord-West ingenomen met bouw brug Romanaweg
Tumblr media
DC wanica Noord-West ingenomen met bouw brug Romanaweg De burgervader van Wanica Noord-West Bholanath Narain is ingenomen met de duurzame investering die de overheid gepleegd heeft om de gevaarlijke oude houten brug van de Romanaweg te vervangen.... lees meer op: Read the full article
0 notes
havenpoort · 11 months
Text
Buurtschap Westerhout
Tumblr media
De uitbreiding van de stad Haarlem buiten de muren kon aan de zuidkant plaats vinden door huizen te bouwen in de Haarlemmer Hout. De reeds bestaande Wagenweg was gelegen aan de west kant van de Hout en werd de Westerhout genoemd.
Tumblr media
Aan te nemen is dat Westerhout, ‘ten westen van de Hout’, als globale aanduiding van een buurt al bestond voordat de buitenplaats er kwam. De buurtschap Westerhout is niet precies aan te geven. We houden het op a) een halve kilometer Wagenweg, te rekenen vanaf de hoek Wagenweg / Koninginneweg tot en met de villa Zomerlust, Wagenweg 65; grofweg tussen de twee verticale stippellijnen, en op b) oostwaarts tot maximaal de Dreef/Fonteinlaan.
Westerhout Rond 1600.
Tumblr media
De zeer vroege kaart van Van Deventer beschrijft de situatie uit 1560. Onder Haarlem staat de molen aan het begin van de Dreef bij het Houtplein. Links ervan begint de Wagenweg. De ‘taartpunt’ Wagenweg, Dreef (vroeger Grote Houtweg) en Koningin Wilhelminalaan is kenmerkend voor het Westerhoutgebied. Het grootste deel van deze punt is veenpolderachtig.
In de feodale tijd stond in dit gebied een hoeve van de hof van Holland, met eromheen behuizingen van pachtboeren. Om de gedachten te bepalen: de bedoelde hoeve zou westelijk van de ‘Grote Houtweg’, ongeveer halverwege tussen de molen bij het Houtplein en de kruising van zes wegen in de Hout hebben gestaan.
De locatie staat niet vast, maar laten we deze houden op hoek Dreef-Hazepaterslaan, omdat het Hazepatersveld – de taartpunt - tussen de Dreef, Wagenweg en Hazepaterslaan weiland was en nog gedeeltelijk (Florapark) is. Op dit Hazepatersveld zijn in de tweede helft van de 19e eeuw de herenhuizen van het Floraplein en de villa’s van het Florapark verrezen.
In het midden hiervan, ongeveer bij de Meesterlottelaan, liep vanaf 1428 tot 1927 de grens tussen de gemeenten Haarlem en Heemstede. (Voor die tijd reikte de arm van de heer van Heemstede tot de Houtbrug c.q. de Raam- en Gasthuissingel-gracht.) Praktisch gezegd: de buurt is zo lang als het oog reikt vanaf dit midden, zowel noord- als zuidwaarts.
Tumblr media
Op een volgende kaart uit begin 1600 is de derde stadsgrens van 1426 getekend. Haarlem zelf is blanco gelaten, behalve de loop van het Spaarne. Wat hier opvalt zijn de ‘taartpunt’ vanaf nu het Houtplein tussen Wagenweg en Dreef (toen Grote Houtweg of Gangpad door de Hout genoemd) en het feit dat deze Grote Houtweg geen doorgaande weg was, maar ter hoogte van de Spanjaardslaan ophield. De Heemsteedse Dreef is pas in de jaren 1930 aangelegd.
Stadsrecht gaf ook de bevoegdheid om belasting te heffen. De Hout was al vroeg het uitgaansgebied van de Haarlemse stedelingen. De zuidkant van de derde stadgrens, waar 6 de vermaaksgelegenheden waren en waaraan nu alleen nog het ‘theehuis de Haarlemmerhout’ en ‘Dreefzicht’ herinneren, bleef financieel in handen van de heer van Heemstede, wiens accijns overigens minder hoog was dan dat van de stad Haarlem.
De grote aftakking aan de Wagenweg naar links is de Pijlslaan. Pijls- of Peelslaan (pijl of peel betekent riet) is een weg door het veen tot aan de brug over de Houtvaart; de Leidsevaart was nog niet gegraven. De naam Schouwtjeslaan is tamelijk recent.
Bij het graven van de Leidsevaart is de Pijlslaan doorgesneden. Er is geen brug, wel een klein overzetveer, een ‘schouwtje’. Pas in 1676 wordt dit pontje vervangen door een houten brug, de Schouwtjesbrug.
overzicht van een groot gedeelte van de buurtschap Westerhout. Links op de kaart wijst de pijl naar het noorden.
De aftakkingen Hazepaterslaan en Pijlslaan (Schouwtjeslaan) staan er duidelijk op. In de donkere baan op de Wagenweg staat de tekst ‘straatweg’. Ook zien we sloten langs de oostkant van de Wagenweg; voor Westerhout duidelijk breder. Behalve de buitenplaatsen Westerhout, Spruitenbosch en Bosch en Vaart staan op de kaart twee boerderijen, een boomkweker en vier ambachtslieden: twee smederijen, een kuiper en een wagenmakerij.
Op de kaart is ongeveer in het midden de schuin over de Wagenweg lopende ‘scheijding tusschen Haerlem en Heemstede’ met een stippellijn aangegeven. Deze loopt van boven van de Meesterlottelaan over de ‘enterij van Moerbeek, nu Westerhout’ en de Wagenweg door het Smits Huys naar beneden.
Op kaarten van 1643 en 1743. Is te zien dat de weg is er rechtgetrokken. Het hele gebied waar de buitenplaatsen van Spruitenbosch en Westerhout zullen gaan komen, is blanco; inclusief het stuk van de Wagenweg dat ongetwijfeld met toestemming van de heer van Heemstede erbij is getrokken.
De hofstede Westerhout zal er een jaar of vijftien later zijn gebouwd. Toen was de weg inmiddels verhard en versmald, was de bocht eruit en waren er aan weerskanten van de weg sloten voor afwatering en riolering.
op een kaart van Balthasar Florisz van Berckenrode uit 1643 zien we naast elkaar de buitens Spruitenbosch, links, en rechts de eerste afbeelding van Westerhout; met de grenslijn tussen Heemstede en Haarlem door de Meesterlottelaan. Tussen beide buitenplaatsen staat de nu nog bestaande scheidingsmuur.
Dit gebied maakte oorspronkelijk geen deel uit van het bosgebied, maar werd gebruikt om bomen te kweken, als ‘enterij’; vermeerdering door middel van enten. De enterij was onder meer nodig om de jaarlijks in de Hout al dan niet clandestien gekapte bomen te vervangen, om voor nieuwe boomaanplant te zorgen en om vruchtbomen te kweken.
Tumblr media
De naam Spruitenbosch betekent spruitbos, boomkwekerij. De kwekerijen waren ongetwijfeld al in bedrijf voordat de buitens er stonden. De kwekers waren geen eigenaar van de grond.
Op de kaart van 1743 is te lezen:
Boven de Wagenweg staat achtereenvolgens van links naar rechts: Haas Paters veld; Haas Paters Laan; Huys van P. Moerbeek [ hoek Hazepaterslaan]; Thuyn van P. Moerbeek; Smits Huys [tot najaar 2019 de smederij van Felix]; Erff; Boerewooning; Mr Lotten Laan; Enterij van P. Moerbeek, nu Westerhout; Thuijn [van Westerhout]; Wester Hout, de plaats Van Middelom [moet dus Van Midlum zijn, hoewel die in 1743 al tien jaar dood was]; Westerhout [koetshuis etc.]; Spruyten Bosch.
Onder de Wagenweg staat van links naar rechts: Enterij van P. Moerbeek; De Peils Laan; Boerderij [hoek Wagenweg/Schouwtjeslaan]; Kuijpers Huijs; Smits Huijs [de grenssteen 18 stond bij de schuur van de smid]; Huijsingen [woningen]; Wagemakers Werkhuys [let op de knik daar, die nog steeds in trottoir en fietspad aanwezig is]; Wei Land; de Hr Kops [= Bosch en Vaart].
Op een kaart van 1805 staat de buitenplaats Westerhout aangegeven met het nummer 71 (zie pijl). De uitsnede daaronder is duidelijker. Nummer 70 is Welgelegen, het provinciehuis; 72 is Spruitenbosch, Bosch en Vaart is 73 en Eindenhout 79.
1805 westerhout aan de wagenweg
Het gebied van de buitenplaats Westerhout kan preciezer worden afgebakend aan de hand van de percelen die zich er nu bevinden. Dit betreft Wagenweg 37 (voorbij de voormalige smederij van Felix, Wagenweg 35) tot en met Wagenweg 59, dus tot Spruitenbosch, dat aan Westerhout grenst; dan de Meesterlottelaan vanaf de Wagenweg tot en met nummer 2 en tenslotte het Westerhoutpark tot de Koningin Wilhelminalaan.
Wagenweg
Verkeersmogelijkheden bepaalden waar mensen zich vestigden. Strandwal en Spaarne ontwikkelden Haarlem. De strandwal naar het zuiden toe was de heerweg, ‘de weg naar Leiden’. Haarlem werd de zetel van de graven van Holland en kreeg in 1245 stadsrecht, de ‘vrijheid’ om los van de feodale landsheer zaken te regelen. Vanaf de Grote Markt in Haarlem richting Leiden was de eerste stadsgrens de (Gedempte) Oude Gracht, die de strandwal van west naar oost doorsneed. De tweede stadsgrens, een eeuw later, en doorsnijding was de Raam- / Gasthuissingel.
De Wagenweg wordt op oude kaarten de ‘De leytsche Wech’ of ‘De wegh naer Leyden’ genoemd.
Tumblr media
De stadsvrijheid schoof verder op, maar de derde stadgrens van 1426 leverde geen doorsnijding van de strandwal op, maar wel grenspalen tussen Haarlem en Heemstede, op de lijn Pijlslaan, Schouwtjeslaan, Meesterlottelaan, Hertenkamplaan en Spijkermanslaan.
Maar hoe zag de Wagenweg er nog weer twee eeuwen eerder uit? Dat hebben we kunnen achterhalen door tekeningen van beroemde Claes Jansz. Visscher (1587-1652) uit het begin van de zeventienden eeuw lokaliseren.
Deze eerste tekening (de tweede komt straks) toont de Wagenweg ter hoogte van Westerhout in 1607: een brede en bochtige zanderige baan, die de westrand is van de strandwal of zandbank waarop ook Haarlem ligt. De Wagenweg is een deel in de brede, soms heel smalle en vooral slingerende zandweg, meanderend als het Spaarne aan de oostkant van de strandwal.
Een zogenaamde ‘heirweg’, van Haarlem naar Leiden, in het verlengde van de Gierstraat en Grote Houtstraat en overgaand in de Herenweg in Heemstede. Heel smal bijvoorbeeld bij Eindenhout en direct voorbij de Hazepaterslaan.
In de Wagenweg komt de scherpe bocht ter hoogte van de villa Zomerlust, Wagenweg 65. De twee gebouwen daar zijn Doorneboompje (zie pijl) en Paters herberg, die nog nader ter sprake zullen komen. Het rode huis rechts van de Wagenweg in de Haarlemmerhout is vermoedelijk de herberg ’t Gebrande Huis, dat zo dadelijk zal worden besproken.
Helemaal onderaan is Eindenhout, met Vagevier, of Potjes herbergh, ook aangeduid als het (oude) Dronckenhuisje. De tekening hiernaast is ook van Claes Jansz. Visscher.
Voor de huidige Wagenweg zijn de namen Wagenweg en Heereweg altijd door elkaar gebruikt, ook toen Westerhout nog tot de gemeente Heemstede behoorde. De Wagenweg is nauwelijks te vergelijken met die van bijvoorbeeld de negentiende eeuw op de kaart hierboven uit 1805. Toen hadden de bewoners van het rode buiten Westerhout nog een vrij uitzicht over weilanden van de Veen- of Nieuwe Westerhouterpolder tot aan de duinen van Aerdenhout en Zandvoort. De weg was wel bestraat.
Financiële geschillen tussen Haarlem en Heemstede zijn steeds bepalend geweest voor de grensverleggingen. De huidige en vierde stadgrens van 1927 wordt aangeven door grote naamborden.
Lijst bewoners Westerhout:
< 1640   :              leengoed van de heer van Heemstede
Pachters:
Jan Arentsz van Veen, apotheker in Haarlem,
regenten van het hofje Catharina Jans in de Lange Veerstraat (nu Hofje In den Groenen Tuin) in Haarlem
1640      :              Pieter Pieterz. Wagensvelt, ‘de jonge’, (1598-1648), koopman in dienst van de VOC.
1643      :              Henricus de Haesen, zoon van de Amsterdamse, uit Antwerpen afkomstige,  investeerder en handelaar in de VOC, Hendrick de Haze en zijn vrouw Clara Coymans, voor 9500 gulden.
1645      :              Dirck Jansz. Emmerick (*1613), geboren in Haarlem en wonend in Amsterdam voor 13000 gulden van Hendrik de Haze.
1646      :              Johannes (Jan) Rombouts, Amsterdams koopman en reder, uit Antwerpen afkomstig, prijs 13000 gulden.
1668      :              Theodorus van den Perre ‘heer van den Aa en Quacenbrugge’,. Voor 10500 gulden. 
Op 16 Januari 1670 werd door het gerecht van Amsterdam ter dood veroordeeld Theodorus van der Perre, oud 28 jaar,  van Amsterdam, destijds wonende te  Breukelen.’ Hij had herhaaldelijk valsheid in geschrifte gepleegd en o.a. voor een aanzienlijk bedrag aan valse obligaties laten maken.
1669      :              Cornelis Broeck, koopman te Amsterdam, eigenaar was ‘Groen en Hout’ aan de Koningin Wilhelminalaan (nummer 14), voor 6200 gulden.
1692      :              Hendrick Outgers. Outgers, notaris te Amsterdam (1645-1707), voor 6000 gulden.
1730      :              Willem Jan van Midlum, notaris te Amsterdam (1674- 1733), voor 5000 gulden.
1731      :              Pieter Verschoor, koopman (1695-1739)
In de notariële acte van 22- 07-1739, blz. 233, staat bij de boedelinventaris: ‘Een buytenplaats genaemd Westerhout gelegen buyten Haarlem aen de Heereweg en agter uytkomende aen den Hout.’
1739      :              Jan Isaac de Neufville koopt Westerhout op een publieke veiling in Amsterdam voor 5250 gulden.
De Neufvilles zijn welvarende kooplieden, enkele generaties geleden vanuit Antwerpen naar Nederland gekomen. Jan Isaac de Neufville, geboren in 1706, sticht met Joan ter Meulen in 1730 de Amsterdamse firma Jan Isaac de Neufville & Comp. Deze firma houdt zich vooral met de linnenhandel bezig.
Jan Isaac trouwt op 21 augustus 1736 met de 19-jarige Anna Bevel. Zij was enig kind van de rijke Haarlemse zijdehandelaar Simon Bevel en zijn in 1727 overleden vrouw Rijna de Vries. Haar vader was kort ervoor, op 6 maart 1736, gestorven. En zo kwam Anna Bevel als bruid niet bepaald met lege handen. Ze bracht een erfenis van rond een half miljoen gulden mee.
Tumblr media
Vergroting buitenplaats Westerhout:
De Neufville vergroot de buitenplaats Westerhout. In 1750 koopt hij van de stad Haarlem een stuk ‘warmoesgrond’ van 376 roeden (ruim 53 are). Deze grond werd al lang door de eigenaren van Westerhout gepacht, maar ook weer doorverpacht.
Toen Rombouts Westerhout in 1646 kocht, nam hij ook de pacht van deze tuin over, terwijl hij tegelijk eigenaar werd van de opstal van de moestuin, waaronder te verstaan: ‘hoenderhocken, heijningen, staketsels, schuttingen en plantagien, aert en nagelvast’.
De grens tussen Haarlem en Heemstede loopt er doorheen. Van deze warmoesgrond valt een derde deel onder de jurisdictie van de stad Haarlem en twee derde onder die van Heemstede.
Het stuk grond grenst aan de Meesterlottelaan, vanaf het huis genaamd ‘Nieuw Rome’, voorheen de ‘Ploech en Zijden Specx’, dat aan de Meesterlottelaan ligt, tot aan de Wagenweg. De warmoesgrond is dan in gebruik bij Moerbeek.
1772      :              Anna Maria de Neufville, (1742-1782) in 1764 gehuwd met Jan Jacob Brants (1741-1813).  Wonende in Amsterdam, maar tijdens de weekenden op Westerhout.
Jan Jacob Brants is firmant in de firma Quirijn Brants en Zoon. Hij is de enige zoon van Jan Brants en Sara van der Heyden. De bekende Jan van der Heyden, schilder en uitvinder van de slangbrandspuit, is zijn grootvader.
Wat het zakendoen betreft, hebben Quirijn Brants en na hem zijn zoon Jan en zijn kleinzoon Jan Jacob gedurende bijna een eeuw de zakelijke belangen van de familie De Geer in ons land behartigd. Een hoofdbestanddeel van hun zaken was de handel in Zweeds ijzer en geschut.
Beschrijving buitenplaats in 1799:
Tumblr media
uitsnede van de Caart figuratif van den Haarlemmer Hout met de daar naast aangeleegene buytenplaatsen en tuynen:
De tuin van de buitenplaats Westerhout met een grote waterpartij is duidelijk aangegeven. De tuin is in 1775 ontworpen door Johann Georg Michael (1738-1800) en Adriaan Snoek (1716-1796). Achter Westerhout tot de Meesterlottelaan alleen maar siertuinen en een park. De pijl wijst naar de nog aanwezig scheidingsmuur tussen Spruitenbosch en Westerhout.
Boven de scheidingsmuur zien we de zogenaamde Engelse boomgaard, die in de periode 1778-1781 werd ontworpen door Johannes Montsche (1734 – 1799). Montsche is een relatie van Moerbeek, de tuinbaas van Westerhout.
De Neufville heeft in 1767 een ‘gevogelte-boer’ nodig. In de Oprechte Haerlemsche Courant nr 41 lezen we: ‘Een ongetrouwd Persoon, de vereiste Bekwaamheden hebbende, om in een Menagerie allerlei Soort van Land- en Water Gevogelte , zo ln- als Uitlandsche, voort te teelen en op te fokken, en genegen zynde, om zig hiertoe op zeer favorable Conditien te verhuuren, kan zig addresseeren by Paulus en Simon Moerbeek, woonende aan de Heereweg even buiten Haerlem, of by Johannes Montsche, woonende in de Plantagie vooraan in de Kerklaan, ten huize van deszelfs Vader Frederik Montsche, t' Amfterdam. ‘De Brieven franco’ staat er nog bij. Gebruik was dat de ontvanger het briefport betaalde.
Achter Spruitenbosch zijn groente- en graantuinen. Het is een zogenaamde overplaats van de buitenplaats Bosch en Vaart. In 1804 schrijft Adriaan Loosjes in zijn Hollands Arkadia: ‘Van Spruitenbosch is nog een gedeelte staan gebleven, en waarlijk er is thans een fraai uitzicht, over dat graangewas na den Hout gemaakt. ’t Is voor de buitenplaats Bosch en Vaart zeker een fraai gezicht, en levert tevens geen onaardige verscheidenheid voor de wandelaar.’
Op de grote caart figuratif is te zien dat ook Bosch- en Vaart een grote tuin had in de Veenpolder, tot aan de Leidsevaart. Achter Westerhout kunnen we de buitenplaats Hout Rust ontdekken en blijkt ook, dat Westerhout nu doorloopt tot aan de laan langs de Hout. Maar dit was pas het geval sinds Brants het gebied van ‘Ploeg en Zijde Spek’, later ‘Nieuw Rome’ genoemd, had gekocht en bij Westerhout gevoegd.
Ploeg en Zijde Spek was 127 roeden groot, omgerekend 18 are. Ter vergelijking, Hout Rust beslaat 17 are. Het verhaal van Ploeg en Zijde Spek hoort nu ook bij Westerhout en moet daarom hier in het kort de revue passeren. ‘Ploech en Zijden Specx’ aan de Meesterlottelaan was aanvankelijk een herberg en later een inrichting voor ‘kranckhoofdige pasienten’.
1813      :              Jacob Brants (1772-1827), een zoon van Jan Jacob Brants en Anna Maria de Neufville. Hij kocht in 1817 het etablissement ‘Het Wapen van Amsterdam’ op de noordelijke hoek van de Meesterlottelaan en de Dreef.
1828. Wat Jacob Brants hier in de buurt bezat (hij had ook bezittingen in andere plaatsen), blijkt uit hetgeen door de erven Brants (zijn broer Matheus Pieter Brants en de vier kinderen van Jan Isaac de Neufville) op 28 april 1828 in Amsterdam, ten overstaan van de Amsterdamse notaris A. van Etten, ter verkoop werd aangeboden.
“N°. 1. Eene kapitale zeer plaisante en welgesitueerde HOFSTEDE met OVERPLAATS, genaamd WESTERHOUT, met derzelver Heeren-Huizinge, Tuinmans-Woning, Koetshuis, Stallinge, verdere Betimmering, Bepotingen en Beplantingen, gelegen buiten de Stad Haarlem aan den Heeren- of Wagenweg, gedeeltelijk onder de Gemeente van Heemstede , N°. 209.
Tumblr media
N°. 2. Een hecht sterk en weldoortimmerd Dubbel HUIS, KOETSHUIS en ERVEN, zijnde het gerenomeerde LOGEMENT of UITSPANNING, HET WAPEN VAN AMSTERDAM, inde Haarlemmer-Hout-, aan den Grooten Weg, opden hoek der Meesterlottelaan, N°. 222, benevens een hechte sterke STAL voor 28 Paarden, in dezelfde Laan, B. N° 127 (te zamen in één Koop.')
N.°. 3. Eene hechte, sterke HOEFSMEDERIJ en ERVE, aan den Heerenweg, naast de gemelde Plaats, N°. 301. [Deze smederij werd gepacht door de hoefsmid Frans Dhersigny, die het perceel kocht. Zijn knecht en schoonzoon Johannes Felix, afkomstig uit Xanten, nam in 1834 de toen al ten minste honderd jaar bestaande smederij over. Het jaartal 1828 staat op het inmiddels verwijderde uithangbord van de verhuisde Smederij Felix. 22
Tumblr media
N°. 4. Een hecht, sterk HUIS en ERVE, benevens een Stukje MOESGROND,aan de overzijde van den Heerenweg, hoek van den Pijlslaan, N°. 1.
N°. 5. Een Perceel WEI- en HOOILAND, gelegen in den Veenpolder, aan de Leydsche Trekvaart, groot 2 Bunders en ruim 69 Roeden.
N°. 6. Een Perceel DITO onder Heemstede, gelegen in den Pijlslaan , groot 2 Bunders.
N°. 7. Een Perceel DITO, onder Haarlem, in den Veenpolder over de Hofstede Zwanenburg, groot 85 Roeden 15 Ellen.
N°. 8. Een Perceel DITO, onder "Haarlem in den Veenpolder, ingaande in de Pijlslaan, groot 3 Bunders, 50 Roeden.
N°. 9. Een Stuk HOOI- en WEILAND, van ouds genaamd HET HASENPATERSLAND, onder Haarlem, aan de Steenmuurslaan [Steenmuurslaan is het begin van wat sinds 1 september 1896 de Koninginneweg heet], groot 1 Bunder 70 Roeden.
N°. 10. Vier Stukken HOOI- en WEILAND, onder Haarlem, aan de Pijlslaan, waarop een Boschje willig Hakhout, geschikt tot een Vinkebaan , groot ruim 3 Bunders.”
1828      :              Gerrit Visser. (1807-1872) en zijn vrouw Grietje Houttuyn (1807-1844) waren  
doopsgezinden uit Zaandijk. Gerrits grootvader was reder en eigenaar van verscheidene molens, zijn vader was koopman en olieslager. Grietje was een dochter van de gefortuneerde Zaandijker olieslager Hajo Houttuyn. Gerrit en Grietje trouwden in 1828.
Zijn kantoor had hij in Amsterdam, op de Keizersgracht 666, bij de Vijzelstraat. Gerrits jongere broer, de koopman Vasterd Visser (1811-1844) kocht de buitenplaats Vredenhof, Wagenweg 244.
1872.    :              Dirk Visser van Hazerswoude, jurist en zoon van Gerrit Visser, op 30 september 1859 in Zaltbommel getrouwd met jonkvrouw Marie Anne Catherine van Merlen (1835-1922) uit Deil, dochter van generaal jonkheer Bernard van Merlen en Gerrigje Adriana van Everdingen. Zij verhuisden in 1872 vanuit Amsterdam naar Westerhout.
Deze beide percelen vallen binnen het gebied van het eerder genoemde huis ‘De Ploeg en Zijde Spek’. Daarop aansluitend zijn er drie minder diepe bouwkavels, de III t/m VI, van ca. 22x20 m en een laatste kavel van 50x20m; d.w.z. 50m langs de Meesterlottelaan en 20m langs de Wagenweg.
Dan volgt kavel VII, even groot als kavel VI en daaraan grenzend, met de korte kant van 20m langs de Wagenweg.
Deze kavels III t/m VII vormen het grootste gedeelte van de warmoesgrond die De Neufville in 1750 van de stad Haarlem had gekocht.
Ten slotte kavel IX, de grootste op kavel VIII na. Deze wordt beschreven als ‘Het Koetshuis en Stalling voor 6 Paarden, met Hooizolder, Palfrenierskamer, benevens Koetsiers- en Tuinmanswoningen en Erven, aan de Wagenweg, naast het voorgaande en verder 29 belend[end] aan de Buitenplaats “Spruit en Bosch”.’
Dit is de kavel van ca. 30x29 meter waarop nu de huizen Wagenweg 55-59 staan. De grens tussen de buitenplaatsen Westerhout en Spruitenbosch is altijd recht geweest en liep van de zijgevel Wagenweg 59 tot aan de Hout.
24-10-2023
0 notes
pedaalridder · 1 year
Text
Impressies uit Oostenrijk
Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media
De 'Verlängerter' de koffie in Oostenrijk waarbij altijd water wordt geserveerd smaakte goed, gezeten op een houten bank in de bakkerij waarbij je uitzicht had op allersoort lekker gebak waarvan op de schaal in de toonbank nu een stuk ontbrak bij de Esterházykuchen genoemd naar een oude Hongaarse adelijke familie omdat ik dat op zat te smikkelen en je deed beseffen dat het culinaire Oostenrijk rijk en gevarieerd is door het voormalige Habsburgse rijk, de Vielvolkeren staat. In de bakkerij was aardig wat te doen. Een man las de Oberösterreichische Zeitung en wandelaars laafden zich ook aan allerlei lekkers. Op de wand kon je allerlei aankondigingen lezen over aankomende festiviteiten. Als je naar buiten keek had je uitzicht op de bergen waar het eindelijk droog was want onderweg had het nogal gestortregend. Gelukkig was dat in de ochtend nog niet zo geweest want 
toen had ik nog een fietstocht gemaakt door München. Niet zo'n lange, maar wel divers. Al na een paar kilometer was ik de stad uit, maar de tocht over het land duurde niet lang of ik was al terug in München. Niettemin oogde het tussen de 'gewone' huizen nog wat dorps, bij een kerk zat op het kerkhof een eekhoorn te spelen. Maar zoals dat in een stad gaat... voor je het weet bevind je het daarop volgend ogenblik in een wijk waarin je je in een oerwoud van flats waant en je bent een brug over een autosnelweg over die me in een villawijk bracht waar in een 'optrekje' hoogstwaarschijnlijk een hoge pief woonde want er stonden politiewachthuisjes rondom. Ik kwam in het Franzosenviertel en daar in de Lotharingenstrasse op nr. 11 is in 1919 een opzienbare moord gepleegd de 16jarige Joseph Apfelböck had na onenigheid met zijn ouders ze een kopje kleiner gemaakt, met ingeslagen schedels werden ze gevonden. Via een goed fietswegennet geraakte ik nog even in het centrum. Maar niet voor lang want de reis naar Oostenrijk moest vervolg worden. 
Een hele reis nog tegen de avond bereikten we Graz. De tweede stad van Oostenrijk waar we de komende dagen zouden verblijven. De volgende dag gingen we met de tram naar de stad, toen de bim (zoals hier de tram genoemd) de binnenstad inreed viel direct de schoonheid van de panden op. Een voordeel zou blijken dat grotendeels had meegespeeld was dat de stad lang in vergetelheid was geraakt en men geen geld had om de stad te vernieuwen, zodat de panden die wij nu mooi vinden zijn blijven bestaan. Uiteraard telt de stad talloze kerken waar bij de interieurs de engelen opvielen. Kunstenaars mochten zich hier nogal uitleven, in de ene kerk hadden de engelen namelijk nogal oedeemvormige benen, terwijl ze in een andere parochie juist groot en rank tentoongesteld werden. Bij de dom is zelfs een mausoleum…van Ferdinand II, de Habsburgse vorst die in de 16de eeuw het Luthers geloof verbood. In Steiermark had het veel aanhangers, moe van de sociale omstandigheden en de oorlogsbelastingen, de zogenaamde Türkensteuer, omdat Oostenrijk altijd door het Osmaanse Rijk werd bedreigd, was de bevolking massaal van geloof veranderd, maar zie ze waren weer eens een speelbal van de machthebbers.
Op 1 mei was het een levendige boel, ik fietste eerst door de binnenstad waar ik in geen jaren zo'n grote Dag van de Arbeid demonstratie had gezien. Voor het stadhuis stonden podia met live muziek, er heerste een uitgelaten stemming ook al omdat Sturm Graz de avond ervoor tegen Rapid Wien de Oostenrijkse beker had gewonnen. Via het stadspark kwam ik in de wijk Sankt Leonhard terecht waar vele Art Deco panden bleken te staan. Als ik niet opgelet had zou ik zo de Rosenberggürtel overgeslagen hebben, daar het maar een steegje is, maar het was daar waar ik moest zijn om de stad uit te klimmen. Een heerlijke weg met toen ik één maal de stad uit was mooie weiden om me heen en een mooi uitzicht op Graz. Na een daling van 23% kwam ik nog door enkele buitenwijken. Muziekkorpsen waarvan de leden in orginele kostuums getooid waren staken over, in een biergarten was livemuziek. Ik kwam tenslotte uit in Rein, een klein plaatsje met een klooster waarbij de kerk een prachtige barokke kerk bezit. Bij de Stiftsstube buiten gezeten, boven op het dak nestelde een jonge ooievaar waarvan je nog net het kopje kon zien, aan tafel gaf het Bärlauchsoep, zalm en Apfelstrudel!
0 notes
rijksmuseum-art · 3 years
Photo
Tumblr media
Winter Scene with the Sun Setting Behind Trees, Museum of the Netherlands
Landschap met houten brug in winter. Rechts een bos, links een weide met hier en daar een boom.
http://hdl.handle.net/10934/RM0001.COLLECT.321169
12 notes · View notes
bieratelierrenes · 2 years
Text
Tumblr media
We hebben weer wat mooie bieren uit de klimaatkasten gehaald waaronder wat moois van Tommie Sjef.
Eng:
Oude is a very special blend of wild ales aged for 1 up to 4 years. Over 1/3 of the total blend is aged in oak puncheons (500l) for 4 years. We’ve never used such an old beer in our blends so far. This gives the final beer a characterful and complex taste. Another 50% is a younger beer of 1 years old which adds freshness, herbal and floral qualities to the blend. The remaining part of the blend is a 2 year old beer that acts as a bridge between the old and young
Dutch:
Oude is een zeer bijzondere melange van wilde ales die 1 tot 4 jaar gerijpt heeft. Meer dan 1/3 van de totale blend wordt 4 jaar gerijpt in eiken puncheons (500l). We hebben tot nu toe nog nooit zo'n oud bier in onze melanges gebruikt. Dit geeft het uiteindelijke bier een karaktervolle en complexe smaak. Nog eens 50% is een jonger bier van 1 jaar oud dat frisheid, kruidige en bloemige kwaliteiten aan de blend toevoegt. Het resterende deel van de blend is een 2 jaar oud bier dat een brug vormt tussen oud en jong
Tot snel @bier_atelier_renes
#spontaneous #wildale #lambic
5 notes · View notes
jessefien · 3 years
Text
Dag 58: dormir in Dormitor1
Ik heb vandaag geweend. Een half uur. Geweend van geluk. Ik vertel straks waarom.
We begonnen aan de dag met de grens over te steken. Een eerste kennismaking met Bosnië was bijzonder aangenaam. We hebben genoten en geleerd. We kregen ook nog een bijzondere tip van Ilse als je meer wil leren over Srebrenica.
We wilden het nog gaan bezoeken, maar besloten dat het genoeg gruwel was voor 1 land. Bovendien ligt het dorp niet echt op de route. Dussss gaan we weer naar de Europese Unie en wel naar de zwarte berg van Europa: Montenegro. We hebben hoge verwachtingen, want iedereen is lovend over dit land. De grens was een rivier. Zo een grens is altijd leuk. Bosnië aan de ene kant gamel houten brugje oversteken en daar was de mooie rode vlag van Montenegro al 🇲🇪. En toen toen begon het al. We gingen de hoek om en onze mond viel open van verbazing. Een kloof met een brug om u tegen te zeggen. Jesse parkeerde in het midden en ging op het dak gaan staan. Ik probeerde dit te vereeuwigen van aan de kant van de baan. Maar jong, dit was echt zo bijzonder mooi. En zo was het voor de rest van de dag. Het ging van 'woooow' 'maar jong, dat is precies niet echt' naar 'mo gauw', 'mor astje' en 'fenomenaal'. We reden immers door het natuurpark Dormitor. Het is onbeschrijfelijk mooi en niet vast te leggen op foto. We hebben bergen gezien, kliffen, de blauwste meren en rivieren, bergpassen, bergplateaus, de hoogste berg van Montenegro, talloze tunnels (zelfs de uitgehouwene voor de weg waren fenomenaal), stuwmeren en het dorp Pluzine (dat was het enige dat niet echt perse de moeite was). Awel merci! Onderweg pikten we ook een grappig boertje mee die aan het liften was. Hij had een kapotte kostuumvest aan en drie stropdassen en twee strikken. Heel grappig! We deden een bergwandeling en het was zo mooi dat Bijntje vergat te klagen. Jesse ging nog lopen en de kindjes maakten een huisje voor het hondje die ze onderweg vonden.
Alles verwachtingen van dit land zijn nu al ingelost. Echt waar! Ik moest tijdens het avondeten wenen van geluk. Het is een picture perfect. Je mag hier overal vrij kamperen in de natuur. Het is erg stil in Dormitor vanavond, tijd om naar dromenland te gaan. Montenegro zit nu al in ons hart.
3 notes · View notes
rotterdamvanalles · 4 months
Text
De Nieuwehaven en Pakkenbrug rechts in 1939.
De Pakkenbrug (ook bekend als de Gerrit Cocksbrug en Molenbrug) was een ophaalbrug over de Nieuwehaven in Rotterdam Centrum. De brug is vernoemd naar kapitein Adriaen Cornelisz Pack, die rond 1589 aan de Nieuwehaven woonde bij de plek waar later de brug zou worden gebouwd. De brug bestond al in 1593, tweemaal vervangen in 1867 en 1932 en was een van de weinige bruggen die het bombardement op 14 mei 1940 had doorstaan. De brug werd in 1956 gesloopt voor de volledige demping van de Nieuwehaven.
De eerste Pakkenbrug werd in 1593 gebouwd. De naam werd aan de brug gegeven dankzij de kapitein Adriaen Cornelisz Pack die omtrent 1589 aan de Nieuwehaven woonde. De kroniekschrijver Jan Gerritsz van Waerschut schreef dat de brug in het jaar 1593 was gebouwd, en dat het ook bekend stond onder twee andere namen - de Gerrit Cocksbrug en Molenbrug. De eerste naam refereert naar molenaar Gerrit Wiggertz Cock, de tweede naam naar zijn Oostmolen, die aan of nabij de latere Nieuwehaven stond en in 1584 is afgebroken voor de bouw van de Pakkenbrug. Verder is weinig duidelijk over de brug, behalve dat het een houten brug was, tot medio 18e eeuw aan de Nieuwehaven heeft gestaan en tweemaal afgesloten is geweest voor herstelwerkzaamheden; in 1853 van 2 tot 8 november en in 1855 van 3 tot 29 september.
In de jaren zestig van de negentiende eeuw was de Pakkenbrug aan vervanging toe, waarschijnlijk omdat het te oud en fragiel was geworden voor de steeds drukker wordende haven. Al in de raadszitting van de Rotterdamse gemeenteraad van donderdag 21 september 1865 werd voor het eerst een bedrag genoemd als voorstel voor de vernieuwing van de Pakkenbrug - 30.000 gulden. In de raadszitting van dinsdag 24 oktober 1865 werd het besluit genomen tot de vervanging van de originele Pakkenbrug met het eerder benoemde bedrag. Een jaar later werd in de raadszitting van 28 februari 1966 het definitieve besluit genomen om de huidige Pakkenbrug te slopen en een nieuwe dubbele basculebrug op dezelfde plaats te bouwen. Ook zouden de aangrenzende kademuren worden vervangen. Er kwamen vijftien aanvragen binnen, maar de opdracht werd uiteindelijk gegeven aan de aannemer Johan Göbel uit Schiedam vanwege de lage prijs die hij bood: 42.300 gulden. Het hoogste bod van 52.466 gulden kwam van J. Hoos en Zoonen uit Rotterdam. Voor de werkzaamheden werd op 17 september 1866 aangekondigd in lokale kranten zoals de Nieuwe Rotterdamsche Courant dat de Pakkenbrug zo'n zes weken voor al het land- en vaarverkeer afgesloten zou worden. Onduidelijk is wanneer precies is begonnen met de werkzaamheden: wellicht dat deze (bijna) direct na de stremming van het verkeer zijn begonnen. Tijdens het graafwerk zijn in mei 1866 oude funderingen gevonden van een toren, die mogelijk tot de buitenwerken voor de verdediging van Rotterdam behoorden. Andere mogelijkheden zijn dat het de restanten van de oude Oostmolen of een kruidhuis zijn geweest. Na een aantal maanden was de brug begin februari 1867 voltooid. Het originele plan was dat de nieuwe brug al op 4 januari gereed zou zijn, maar vanwege de hoge waterstand en ongunstig water liepen de werkzaamheden enige weken vertraging op. Op 14 februari bezocht het Rotterdamse College van burgemeester en wethouders en de commissie voor de plaatselijke werken de nieuwe Pakkenbrug om de veiligheid van de brug te testen door middel van vier proeven. Hierbij werden vier zware objecten over de brug gestuurd; een kar voortgetrokken door twee paarden met 4000 Nederlandse ponden bij de eerste en tweede proef, twee wagens met elk 2200 en 1800 Nederlandse ponden bij de derde proef en een rijtuig van onbekende origine en zwaarte bij de vierde proef. Nadat deze succesvol waren afgenomen, werd de nieuwe brug voor al het verkeer opengesteld.
Begin jaren dertig van de twintigste eeuw begon de Pakkenbrug gebreken te vertonen, iets wat al door een oplettende lezer werd benoemd in 1926. Zowel het rijdek als de onderbouw verkeerden in slechte staat en waren instabiel geworden, en deze schade kon niet worden hersteld. Als gevolg hiervan werd het zwaarste verkeer al gestremd en mochten alleen fietsers, wandelaars en lichte wagens nog de brug over.[18] De Rotterdamse gemeenteraad besloot uiteindelijk om deze brug af te breken en een nieuwe op dezelfde plaats te zetten. Op maandag 12 oktober 1931 werd het besluit genomen om de Pakkenbrug voor al het verkeer af te sluiten, waarna een begin werd gemaakt met de sloop van het rijdek. Na de verwijdering van het hout, werd het gedecoreerde ijzerwerk verkocht en kon de Rotterdamse Gemeentewerken beginnen met de afbraak en vervanging van de in slechte staat verkerende onderbouw. Ten slotte kon dan de hulpbrug, die toen nog bij het Bolwerk stond, worden overgeplaatst om de oude Pakkenbrug te vervangen. Tijdens de gemeenteraadsvergadering van donderdag 29 oktober 1931 werd goedgekeurd dat er geld kon worden vrijgemaakt voor de vervanging van de Pakkenbrug met de hulpbrug, die toen nog bij de Jan Kuitenbrug stond, ondanks protest van gemeenteraadslid Jan Verheul die de brug een "wangedrocht" noemde. Op vrijdag 29 januari 1932 werd de vaart bij de Nieuwehaven gestremd in verband met de plaatsing van de nieuwe brug over de haven. De Sumatra Post berichtte op 26 januari dat de hulpbrug na de ontmanteling nabij de Jan Kuitenbrug en gedurende het transport naar Kinderdijk, waar het pasklaar zou worden gemaakt, echter was gezonken in de Nieuwe Maas. Hierdoor liepen de werkzaamheden vertraging op omdat de hulpbrug eerst moest worden gelicht, nadat de sleep met de brug erop rond 18:00 bij de Feijenoordkade was gekapseisd door de deining die was veroorzaakt door voorbijvarende sleepboten. Na ongeveer vier maanden van werkzaamheden, was de nieuwe Pakkenbrug gereed in februari 1932. De brug ging op vrijdag 19 februari in de ochtend open voor al het verkeer.
Tijdens het bombardement op de binnenstad op 14 mei 1940 werd de bebouwing rondom de Nieuwehaven volledig verwoest, maar bleef de Pakkenbrug bespaard. De brug bleef gedurende de hele oorlog in gebruik en ook na het einde van de Tweede Wereldoorlog bleef de Pakkenbrug staan in een nu lege Nieuwehaven.
In de vroege jaren 50 besloot de Rotterdamse gemeenteraad om de Nieuwehaven, na vele jaren van discussies en uitstel, te gaan dempen. Hierdoor was de Pakkenbrug overbodig geworden, maar bleef desondanks nog een aantal jaren staan omdat het eerste gedeelte van de demping in 1952 tot aan de Pakkenbrug liep. Het definitieve einde kwam drie jaar later in 1955 toen besloten werd de Pakkenbrug te slopen om de weg vrij te maken voor de volledige demping van de Nieuwehaven in de nabije toekomst. De brug werd in 1956 volledig afgebouwd, maar enkele onderdelen van de brug werden hergebruikt bij de bouw van de Spaanse Brug (tevens een ophaalbrug) die over de Delfshavense Schie loopt, om geld te besparen. Deze brug is in 2008 vervangen voor een nieuw exemplaar. Tijdens de sloopwerkzaamheden werd zo'n 200 kilogram ijzer gestolen, iets wat was toegegeven door twee jongens afkomstig uit de stad.
Over de originele Pakkenbrug is weinig bekend, behalve dat het een brug was die was gemaakt van hout en dat het mogelijk een vaste brug was. De tweede brug die in 1866 werd aangelegd, was veel uitgebreider dan de eerste. De brug was een dubbele basculebrug met twee ijzeren kleppen die overdekt waren met houten rijvoering en trottoirs. De afmetingen waren vergelijkbaar met die van de Koningsbrug - 6.50 Nederlandse ellen breed (ongeveer 4.50 meter breed). De doorvaartwijdte was 10.20 el (ongeveer 7 meter wijd), de breedte van de landhoofden 11.50 el (ongeveer 8 meter breed) en de lengte van de hele brug 33 el (ongeveer 23 meter). Deze brug week af van eerder ontworpen bruggen in Rotterdam omdat het machinesysteem dat gebruikt werd voor de opening van de brug werkte met behulp van stalen assen in plaats van met ijzeren assen. Hierdoor was het openen van de brug makkelijker geworden omdat er slechts een man aan elke kant nodig was om de brug te openen. De onderdelen en het (gedecoreerde) ijzerwerk waren gemaakt in de fabriek van het bedrijf L.J. Enthoven & Co. uit Den Haag. De derde Pakkenbrug had wederom een andere uitstraling dan zijn voorganger. Deze brug was een ophaalbrug met overkoepelende kraanconstructie van ijzer doe de brug omhoog en omlaag kon duwen. De doorgang van de brug werd gedeeltelijk versperd door de metalen halfronde bogen aan een zijde van de brug.
Foto van fotograaf Richard Boske komt van @stadsarchief010 en Informatie komt van wikipedia.
Tumblr media
0 notes
euroadventure · 2 years
Text
Zugersee/Walchwil - Luzern - Gersau
Donderdag 11 augustus
Na de redelijk waardeloze nacht rij ik vanmorgen op tijd weg richting een andere wildkampeerplek aan de Vierwaldstättersee. Er zijn maar negen gratis parkeerplaatsen aan een gewild stukje 'strand'. Gelukkig is daar nog net een plekje voor mij!
Ik parkeer hier mijn campertje vandaag en pak mijn fiets. Vanaf hier rij ik vandaag naar Luzern. Ik dacht dat ik er redelijk bij in de buurt zat, maar het blijkt nog 30 kilometer fietsen. Ach, het is lekker weer en de route loopt langs het mooie meer. Wat is het weer genieten 😍!
Tumblr media
Na een kleine anderhalf uur parkeer ik mijn fiets tegenover een leuk koffietentje. Daar trakteer ik mezelf weer eens een keertje op 😋. Ik kan mijn fiets laten staan en vanaf hier is het slechts een paar minuten lopen naar de Altstad. Via de winkelstraat, met veel winkels die wij ook in Nederland hebben, arriveer ik bij de oude houten burg, 'de Kapellbrücke'.
Tumblr media Tumblr media
Via de houten brug loop ik door de oude en gezellige straatjes.
Tumblr media
Ik trakteer mijzelf iets later nog op een klein gebakje aangezien ik morgen jarig ben, maar dan nog niet weet waar ik zal zijn.
Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media
Via nog enkele leuke winkeltjes loop ik weer terug naar mijn fiets. Het is rond drie uur wanneer ik weer terug fiets.
Tumblr media Tumblr media
Het is nog steeds erg warm, dus wanneer ik terug ben bij mijn campertje neem ik wederom een heerlijke duik in het water.
Wat heerlijk een meer zo voor 'mijn deur' 😀. Ook deze avond geniet ik van een mooie zonsondergang.
Hier lijken er veel minder auto's langs te rijden dan gisteren. Hopelijk een rustige nacht nu!
3 notes · View notes
keynewssuriname · 11 months
Text
Oplevering Marinetrap onderdeel van landelijk herstel bruggen en steigers
Tumblr media
De steiger bij de Marinetrap oftewel de steiger van ‘Hoe wij hier ook samen kwamen’ is gerestaureerd. De oplevering heeft plaatsgevonden op woensdag 18 oktober 2023 en is onderdeel van de landelijke aanpak van steigers en bruggen. Thans wordt als deel hiervan ook de houtenbrug aan de Romanaweg vervangen door een betonnen brug. Minister Riad Nurmohamed van Openbare Werken wenst hiermee de achterstand in onderhoud van steigers en bruggen in te halen. De steiger bij de Marinetrap, die historisch gebruikt werd door migranten die naar Suriname kwamen met gouvernement schepen en als eindpunt voor zwemwedstrijden, heeft nu een onderhoudsarme fundering bestaande uit betonnen palen met onder het platform een stalen gedeelte. Verder is de steiger verzwaard en verbreed met nieuwe legplanken van bolletrie hout, gedoneerd door de aannemer. De restauratie van de Marinetrap en steiger is onderdeel van een landelijke aanpak van bruggen en steigers die een achterstand in onderhoud hebben. Minister Nurmohamed legt uit dat na een inventarisatie van het ministerie van Openbare Werken is gebleken dat steigers en bruggen de grootste onderhoudsachterstanden hebben. Ondanks de beperkte middelen is er een aanvang gemaakt met de onderhoudswerkzaamheden. Hierbij is er vooral gewerkt met donaties. De bewindsman geeft aan dat er vanwege het budget vaak in publiek-private partnerschappen wordt gewerkt. Hij is daarom eenieder erkentelijk die in de periode van 2020-2021 materiaal geschonken heeft om dit project te kunnen bewerkstelligen. Intussen zijn er landelijk ruim 40 bruggen en een tiental steigers aangepakt. De aanpak varieerde van het vervangen van leuningen, of verfbeurten tot complete restauraties en vervangen van houtconstructies. Een voorbeeld hiervan is de vervanging van de oude houten brug die de Romanaweg verbindt met de Indira Ghandiweg, met een betonnen brug. “Het bruggen- en steigerprogramma gaan we vervolgen. We hebben al 40 gedaan en met de begroting gaan we nog 10 van zulke bruggen en steigers aanpakken”, aldus minister Nurmohamed. In de binnenstad zullen loopbruggen aangepakt worden. Read the full article
0 notes
andrebannenberg · 3 years
Text
*
Tumblr media
Op beide foto's zie je drie houten vissen onder het afdakje. We gingen bij kennissen van Nakae-san, de weduwnaar nu van Midori, barbecuen. De gastheer, Takeda-san, bood mij ook een geflambeerd houten visje aan en begon meteen met het marineren ervan.
Tumblr media
Tumblr media
Tumblr media
Bij thuiskomst in Amsterdam transformeerde ik de andere kant van de rode Japanse zalm in een blauwzilveren Hollandse haring en stuurde als beloofd de foto op naar de schepper, waar hij blij verrast mee was.
*
Tumblr media
Tumblr media
Met Fumie en Jerommeke peren oogsten.
*
Tumblr media
Tsuda-san, de grootste grappenmaker van allemaal. Vandaag op zoek naar ika = een kleine soort inktvis. Tsuda-san verbouwde als bijverdienste, naast zijn functie als brandweerman, bosuitjes op een paar akkertjes net buiten Okayama. Die zijn heerlijk bij gebakken ika.
Tumblr media
*
Tumblr media
Plattelandsgastvrijheid in het dorp Mitsu-cho ten huize van Baba-san, de rozenkweker, waar ik weer een paar daagjes meedraaide in zijn kassen en met wie ik een paar jaar geleden de gloednieuwe brug over de Japanse Binnenzee op de dag van opening heb afgewandeld. Hij sprak nog steeds "GOEDEMORGEN GOTVERDOMME" vlekkeloos uit, de wensvloek die hij in Aalsmeer bij de bloemenveiling opgestoken had toen hij daar ooit een soort stage liep.
Wat deed ik verder? In een heerlijk mild zonnetje urenlang lekker struinen met GON de huishond tussen de akkertjes met een dutje onder de ruisende bamboebomen. Japanser kon het niet.
Ik heb iets met dat land.
Tumblr media
2 notes · View notes
gedichtenoverdingen · 4 years
Text
Er waren blokjes. Houten gekleurde blokjes, uit een doos met een peuter erop, in verschillende vormen waaronder cilinders en rechthoeken van verschillende formaten. We moesten een kaart maken van het gezin en de blokjes plaatsen waar we zouden willen dat onze bloedsverbanden of samengesteld rotzooitje aan gezinsleden van ons staan. Ik had zin om de kleurloze blokjes van mijn ouders door de kamer te gooien. Ik wist niet waar ik mezelf wilde laten. Ik vroeg de therapeut waar deze opdracht goed voor was en duidelijk antwoord bleef uit maar ze wist wel kritiek te leveren en een discussie met me te starten zonder deze af te maken. Ik vond mezelf minder problematisch als de andere “jong volwassenen”, zo kwam ik zonder moeite m’n huis uit, had ik geen vage jeugd die ik niet met de groep hoefde te delen en had ik genoeg zelfdiscipline om wat van m’n leven te maken. Ik plaatste een grote ronde cilinder, die de vrouwen voor moesten stellen, op enige afstand van een grote rechthoek met een kleine rechthoek erachter. Mijn broertje, veilig verscholen achter dat wat bekend is, veilig achter de cilinder. Ik plaatste mezelf zo ver mogelijk weg met een blokje van een brug ertussen omdat als ik zelf moeder was geweest, ik mijn kind niet uit het oog zou willen verliezen. Ik zei erbij dat de brug een soort poort moest hebben die ik zelf open en dicht kon zetten. Er was ruimte voor vragen van de groep, maar ze gingen nergens over. Stilte volgde en na een aantal weken stopte ik met therapie. Ik was toch achttien geworden en had er ‘t geld niet voor.
3 notes · View notes