#hou je weer van mensen
Explore tagged Tumblr posts
Note
Ik lees de meeste mensen deugen
#Converted another one boys >:)#rutger bregmancore#rutger bregman#de meeste mensen deugen#en. is je hele leven al verbeterd#heb je weer geloof in de mensheid#in de toekomst#in de wereld#sta je positiever in het leven#lach je meer#hou je weer van mensen#ik wel namelijk :)#allemaal dankzij de meeste mensen deugen :)
4 notes
·
View notes
Text
De eerste twee weken in het nieuwe zitten erop. Het viel mee. Vaak vroeg uit bed als in 5 uur tot half 6. Op tijd naar bed nog een uitdaging want we eten soms laat en er wordt gesport ‘s avonds. Denk daar nog het huishouden bij en twee moestuinen, dan is het wel duidelijk dat vroeg naar bed nog niet zo eenvoudig aangewend is.
Jongste liefje fladdert weer van hot naar her, werkt best veel, spreekt af met vriendinnen en heeft prachtige plannen om veel te reizen. De avonturier onder ons.
Mijn lief heeft het naar zijn zin op zijn nieuwe werk, ziet wat hij nodig heeft om te gaan doen zoals hij het wil gaan doen. Enthousiast en, bijkomend voordeel, een stuk minder moe dan hij voorheen was uit het werk. Nu kookt hij elke dag en dat vind ik heerlijk. Ik hou niet zo van koken en zeker nu ik niet zo goed kan eten vind ik het helemaal een gedoe. Dan regel ik de rest van het huishouden liever.
Oudste liefje had vorige week woensdag een dipje omdat het lastig vrienden maken is op de universiteit. Met 200 man in college is iemand bekends vinden nog niet zo simpel. Heimwee naar haar vrienden. Gelukkig had ze de dag na het dipje veldwerk en ontmoette ze nieuwe mensen en ook bij de practica leert ze mensen kennen. Op zoek naar een kamer. Dat ook. Even slikken voor deze moederkloek maar ik zie ook dat het beter is. De reistijd kost kruim en dat gaat ze geen jaren volhouden. Van ongeveer half 6 ‘s ochtends tot soms half 8 ‘s avonds op pad zijn is niet goed voor de rust. Ik weet dat het goed is zoals het gaat. De kamer komt als ze er klaar voor is.
Ik rommel wat aan. Zoals altijd druk op het werk en de grote drukte komt eraan. Verder ben ik weinig sociaal want die tanden?!?! Vermoeiend vooral. Na een dag werken en praten en snoepjes eten tegen het kokhalzen ben ik ‘s avonds blij om tandeloos op de bank te kunnen zitten. Weer op pad moeten is plannen en doe ik alleen als het echt niet anders kan. Uitleggen hoe het zit blijft lastig want ik heb nu toch implantaten boven? Yep. Maar die doen nog niks, die moeten nog een paar maanden vastgroeien en mogen niet belast worden. Kan ik kauwen? Ja, op iets zachts. En zo min mogelijk. Wat je ziet is niet het hele verhaal. Die bek vol tanden is zichtwerk maar niet functioneel. Ik hoop op beter over een paar maanden. Nog even tandje erbij.
Dat was het voor nu. Ik ga eens opruimen hier op de tuin. Mijn tanden zijn er klaar mee.
2 notes
·
View notes
Text
Je bent niet stuk.
Als eerste bericht op mijn inmiddels Nederlandstalige tumblr plaats ik een kopie van een ouder stukje dat ik ooit schreef op LinkedIn. Het is inmiddels een heel eigen leven gaan leiden en is herplaatst door een zorgorganisatie en wordt gebruikt bij psycho-educatie en trainingen. (Ja, ik ben trots.)
Tijdens de komende Autisme Week zal ik elke dag plaatsen.
Autismediagnose? Je bent niet stuk!
Wat mij het meeste opvalt aan nieuwe deelnemers aan mijn gespreksgroep voor volwassenen met autisme, is dat ze vaak zo vol wrok en verdriet zitten. Vaak genoeg hebben ze een gloeiende hekel gekregen aan psychiaters. Bijna altijd komt dat voort uit de boodschap die ze gekregen hebben bij hun diagnose: Autisme Spectrum Stoornis. Dat impliceert: u bent stuk, u bent kapot.
Vaak genoeg wordt die boodschap herhaald door latere hulpverleners. Methodes als Geef me de 5 en Ik ben Speciaal – ook in de nieuwere versie – geven allemaal keurig lijstjes met ‘kenmerken’ van autisme en presenteren die als een lijst van wat er allemaal mis met je is. Door alleen maar te spreken in termen van stoornis en gebrek – en de rest van de maatschappij zonder verdere toelichting als normaal te beschouwen – pathologiseren ze de ervaring van de cliënt. Als je het stempel autisme krijgt dan krijg je maar al te vaak het idee dat je belevingswereld inherent ziek is.
In de handen van een kundige hulpverlener kan er overigens heel veel goeds worden bereikt met genoemde en andere methodes. Ik ken er minimaal één die echt z’n cliënten verder helpt. Helaas wordt er in de opleidingen niet of nauwelijks aandacht besteedt aan een andere, betere, gezonde manier van kijken.
Autisme is een neuro-motorische verandering, stoornis zo je wilt, die een sociale handicap oplevert. Waarom ontstaat die handicap? Doordat de maatschappij geen afwijking accepteert in sociaal gedrag, iemand die net wat anders is onverbiddelijk afwijst. En dan wordt ons verweten dat we ‘star’ zijn?
Star gedrag? Ik noem het in de meeste gevallen rechtlijnig.
Dingen letterlijk nemen? En waarom niet? Hou je dan ook aan je woord.
Ziet niet of moeilijk grote verbanden? Dat kan maar die verbanden zijn lang niet altijd juist en iemand die de details kan zien is goud waard.
Waar vind je nog werknemers die zich volautomatisch diep verdiepen in hun werk, binnen de kortste keren alles weten van hun onderwerp en niet stoppen als het gaat om de klus geklaard krijgen? Akkoord, ‘sociaal onhandig’ zal vast een terecht label zijn maar zoals ik ernaar kijk wordt er voor hem/haar/hen domweg geen ruimte gemaakt bij de koffie-hoek.
Ik heb niks hoeven doen om autistisch te zijn, maar ik schaam me niet. Mijn manier van kijken naar het leven is een valide manier, een variant die er ook mag zijn. Mijn ervaringswereld is niet minder geldig en in sommige gevallen zelfs meer geldig. In andere gevallen weer niet.
Daarom wil ik mijn nek uitsteken hier. Voor al die anderen, speciaal voor die mensen met neurodiversiteit en auti-mensen die net hun diagnose gekregen hebben. Tegen hen zou ik heel graag even kort en zachtjes maar toch duidelijk willen zeggen…
Je bent niet stuk.
Je bent gewoon okay zoals je nu bent.
Je bent welkom en mag er zijn.
Je bent niet stuk. Je hoeft niet non-autistisch te worden. Dat lukt toch niet. Wat je moet doen is de beste autist worden die je maar kan zijn.
Je bent niet stuk.
Tegen alle overige mensen zou ik willen zeggen: autistische (en andere neurodivergente) mensen hebben een stem, ook als ze die niet hoorbaar kunnen gebruiken. Zonder uitzondering. Wil je helpen en een bondgenoot zijn of heb je gewoon even wat sympathie… luister. Luister naar mensen en help hun beleving van de wereld te verspreiden. Zo doe je goed.
2 notes
·
View notes
Text
5-7 Hunmanby
Om te eten opnieuw naar de brouwerij gegaan, je kunt daar goed binnen zitten aan grote tafels gemaakt van pallets. Op het moment dat je je pint tussen in plaats van op de planken zet, wordt het tijd om te vertrekken.
Dit keer een pizza ham genomen. Ik had alleen wat gelopen, dus dat was genoeg.
Voor het eten zat ik wat te somberen over de zwaarte van de route, het echte werk moet namelijk nog komen, maar uiteindelijk besloot ik dat als ik maar 20 kilometer op een dag zou afleggen, dat dat ook goed is. En dat als ik het redt, dat ik volgend jaar de Andes ga proberen. Gewoon om te zien waar mijn limiet ligt, voordat ik ingehaald wordt door het verval van de ouderdom. Want dat was wel mijn constatering gisteren, toen ik spontaan bejaardenkorting kreeg aangeboden. Anderen hebben het altijd eerder door dan jijzelf. Je wordt oud en op een dag kom je de berg niet meer op. Maar dat moment ligt nog voor me.
Het regent een beetje als ik opsta, niet hard maar ik pak natuurlijk wel een natte tent in. Half acht weg, de route gaat weer over een oude spoorlijn, the Cinder Trail. Eerst klimmen naar Ravenscar, dan dalen naar Scarborough, het wegdek bestaat afwisselend uit gravel, asfalt, keien en modder. Toch schiet het best lekker op en je hebt prachtige uitzichten over zee. In Scarborough is het tijd voor een korte koffiepauze. Ik kom ergens terecht waar je alleen buiten kunt zitten, wat prima is, maar pal voor het terras staat een koelwagen met generator te loeien. Dan neem ik later nog wel een tweede koffie.
Het is nog maar een dikke 20 kilometer naar de camping van Hunmanby en die bestaat, is open en accepteert tenten, dat heb ik gisteren telefonisch allemaal gecontroleerd.
Ik heb het maar koud vandaag, ondanks drie lagen kleding. Om me heen lopen mensen in korte broeken te wandelen, ik snap niet hoe ze dat doen. Volgens mij hebben ze gewoon een ongeschreven regel, tussen 21 juni en 21 september loop je in zomerkleding.
Een tweede stop in het Clock Café aan de noordkant van Scarborough, leidt tot thee met een zalmsandwich. Dat is pal voordat ik aan de getijderoute begin. Dat is een pad dat bij vloed onderloopt, het is nu laag en eind van de middag pas hoog, dus dat komt goed. Die route wordt met veel bombarie aangekondigd, maar is in tien minuten gefietst en dan mag je als beloning je fiets over een gravelpad letterlijk tegen de klippen op duwen. Maar goed, bij het Clock Café spreek ik een Engels echtpaar uit de omgeving en ook enthousiaste fietsers. Die raden me een andere route naar Hunmanby aan, omdat mijn route over een hele drukke en steile weg met inhaalverbod leidt. Dat advies volg ik graag op en zo sta ik een uur later bij een bordje “public footpath, no bikes please” . Nu kan ik Hunmanby al zien liggen dus ik denk, niemand die me ziet, ik ga ervoor. Toen minuten later haal ik twee wandelaars in en ik hou me van de domme. “I am a bit lost, is this the right direction to Hunmanby?”. Jazeker, maar verderop is een hek en daar moet je overheen klimmen. Maar we helpen u wel. Inderdaad, een groot hek en op slot. Alle tassen eraf en er overheen, daarna tillen we samen de fiets erover. O ja, zeggen ze daar is nog een hek, ziet u wel? Dat zijn kissing gates dus dat zal u wel lukken. Maar die kissing gates zien er van bovenaf zo uit <-. Een heel klein deurtje, dat tussen de poten van de V beweegt. Met daarboven, op circa 2 meter, een dwarsbalk. Daar kan die fiets niet door, zelfs niet rechtop op zijn achterwiel. Dus weer alle bagage eraf en met zijn drieën wurmen we de fiets over het deurtje en onder de balk door. Als ze dan ook nog de weg naar de camping voor me gaan vragen, kan mijn middag niet meer stuk.
De camping, met de bloemrijke naam Orchard Farm staat als rustig beschreven. Dat klopt in die zin, dat er nauwelijks kampeerders zijn. Maar het trekkersveld ligt naast de doorgaande weg en de spoorlijn. En die leveren een hoop lawaai op.
Afstand: 60 kilometer
Tijd: 5 uur
2 notes
·
View notes
Photo
Hoog tijd voor een nieuw economisch paradigma!
Ware rijkdom ligt niet in consumptie, maar in de vervulling die werk kan bieden, betoogde uw auteur in 2015 in een artikel. Tien jaar later kan dit idee misschien vreemd klinken, nu zoveel mensen worstelen met geldzorgen. Naast financiële problemen is er echter nog een ander prangend probleem dat velen kwelt: bij veel banen ontbreekt een zinvolle impact op de wereld. Dit probleem wordt nog urgenter doordat mensen vastzitten in dit soort werk om financiële problemen te vermijden.
In zijn boek Bullshit Jobs (2018) beschreef antropoloog David Graeber (1961–2020) het probleem van het gebrek aan arbeidsvreugde in relatie tot de vervreemding tussen de echte wereld en het arbeidsproces. Onlangs keerde mijn aandacht terug naar dit onderwerp door informatie die ik kreeg van een bevriende ondernemer. Hij is gespecialiseerd in de zorgsector en in wetgeving op en rond de arbeidsmarkt. Hij vertelde me over de situatie in Spanje, waar veel medisch personeel enkel kansen krijgt om deeltijds te werken in de zorg. Daarnaast moeten zij administratieve taken uitvoeren om voldoende inkomen te verdienen. Ondanks hun uitstekende opleiding is het voor velen niet mogelijk om hun roeping uit te voeren, namelijk zorgen voor anderen.
Om de sfeer te proeven beginnen we maar gewoon even met een dialoog tussen de ondernemer en een niet nader te noemen persoon van de vakbond. We zouden verwachten dat de vakbond hoofdzakelijk bezig is om de sfeer op de werkvloer te verbeteren en te zorgen voor bestaanszekerheid voor werknemers. De prioriteiten blijken echter anders te liggen. De ondernemer woonde vele bijeenkomsten bij van de werkgeversbranche en hij zag veranderingen in de ideologische koers. Er werd steeds meer gepreekt over diversiteit, inclusie en intersectionaliteit: steeds was het de vraag of alle ondernemers dat oprecht meenden. Wellicht niet, maar mijn goede vriend zag het en onderging het.
Na lange onderhandelingen tussen werkgevers en vakbonden waren er weliswaar ideologische woke geurvlaggen gevestigd, maar in de kern – wat betreft geldzaken en de balans tussen economische zekerheid en flexibiliteit – zat de zaak nog steeds muurvast. Toen hij zag dat de andere werkgevers begrepen dat zij ondanks hun ideologische kleurverandering niet verder zouden komen, greep hij zijn kans om de waarheid te spreken.
“Nee – ik wil mij niet specifiek richten op transgenders. Hier lig ik niet wakker van. Iedereen die de functie goed kan uitoefenen is welkom. Verder ben ik er simpelweg niet mee bezig.” “Jij wil gewoon geld verdienen!”, snauwde de vakbondspersoon hem toe. “Dat klopt.” antwoordde hij rustig. “Daarom ben ik ondernemer. Ik blijf in mijn rol. Daar ben jij blij mee ook.” “Huh?” “De laatste vijf jaar zaten we in een situatie waarin de werkgevers jullie van de vakbond voortdurend naar de mond praatten. Zogenaamd zouden mijn collega’s zo wakker liggen over inclusiviteit op de werkvloer. Grotendeels onoprecht. Dat voelde je al aan. Jij geloofde ons niet en daar heb je gelijk in. Het ging ten koste van ons onderlinge vertrouwen. Wij als werkgevers willen deugen en zijn bezig de samenleving om te buigen naar jullie utopie. In de hoop jullie vertrouwen te winnen. Vergeefs natuurlijk. Dat werkgevers zo hard meedoen met het bevestigen van jullie ideologie, zou je angst moeten inboezemen. Daarmee stevenen wij af op een communistische heilstaat met bijbehorende planeconomie. Jij verliest daarin uiteindelijk jouw bestaanszekerheid en transgenders idem dito.”
De persoon van de vakbond was met stomheid geslagen en zei nog even niets. De ondernemer ging verder. “Daarom is het heel goed dat ik, als ondernemer, nu naar voren stap en weer hardop zeg: JA, IK WIL GELD VERDIENEN. Dat is een trein die ik aan het rijden breng. Een kapitalistische trein. En het is jouw rol om aan de laatste wagon te hangen en te zeggen: ‘Ondernemer, jij gaat zo snel. Hou rekening met de achterblijvers!’ Dan gaan we daarover een potje armdrukken. Resultaat is een iets minder hard rijdende trein waarin ook de achterblijvers in de wagon deelnemen aan de reis. Zo bouwen we een verdienmodel rond het goede en verbetert het onderlinge vertrouwen. Met al dat deugpronken, al dat ‘woke’, doen werkgevers alsof inkomsten genereren onderaan de ladder staat van prioriteiten. Daarmee liegen we tegen onszelf en tegen de wereld. Logisch dat jullie ons niet vertrouwen.”
De vervreemdende ervaring die doorklinkt in dit gesprek, is een uitmuntende aanleiding om het probleem met de arbeidsmarkt dieper aan te snijden. Bullshit jobs zijn er misschien altijd geweest, maar nu komt het fenomeen steeds meer naar de voorgrond en het raakt steeds meer mensen in hun dagelijks leven. Het hervormen van sectoren die op zich best efficiënt waren, leidt ertoe dat de financiële plussen die dat oplevert, worden omgebogen naar nóg meer bullshit jobs.
Graeber betoogt dat de toename van bullshit jobs samenhangt met de groeiende impact van de financiële sector. Dit verklaart ook waarom essentiële banen steeds meer onnodige taken bevatten. Om dit te begrijpen, gaan we terug naar de opkomst van het industriële kapitalisme. Ondernemers richtten zich toen vooral op de productie van specifieke producten, zoals landbouwmachines of ontbijtgranen. De bedrijfsleiders hadden in cultureel opzicht méér gemeen met de werknemers aan de lopende band dan met professionele investeerders en beursspeculanten. Hoewel ze financiële diensten gebruikten, stonden bedrijfsleiders toch wantrouwend tegenover de financiële sector, wat merkbaar was in de interne organisaties van bedrijven.
Rond 1970 trad er een verandering in, omdat de elites van de financiële sector en die van de managers, overheid en de bureaucratische toplaag, in feite fuseerden. CEO’s begonnen nu heen en weer te springen tussen bedrijven in totaal verschillende branches. De band tussen werkgevers en werknemers werd flexibeler en werknemers voelden zich minder loyaal naar hun bedrijf en werkgever. Om het gedrag van werknemers te monitoren en hun loyaliteit af te dwingen, werden bureaucratische pressiemiddelen ingevoerd.
Een belangrijke gevolgtrekking, die ook aansluit bij de praktijkervaring van de geciteerde ondernemer, is dat menselijke arbeid nu plaatsvindt binnen een systeem dat in theorie kapitalistisch is, maar in de praktijk heel anders functioneert dan wat begrepen en verklaard kan worden vanuit klassieke economische theorieën zoals die van Adam Smith, Karl Marx, Von Hayek en Keynes.
Wellicht vinden we een belangrijke aanwijzing bij de Franse theoreticus Guy Debord. Hij stelde in De spektakelmaatschappij (1967) dat de economie is overgegaan van ‘zijn tot bezit’ op ‘zijn tot schijnen’. Het geproduceerde product, wordt binnen het kapitalistische proces losgelaten en vervangen door representatie van dat product. Oftewel, niet het verwerven van bezit is nu de belangrijkste drijfveer van het kapitalisme, maar de handel in impressies, in sfeerbeelden, in ervaringen en status qua wat anderen van ons vinden. Dit verklaart de extreme aandacht voor marketing en PR, voor ideologische geurvlaggen op het werk. Het verklaart de groteske geldsommen die opgaan aan sociale media en aan CEO’s die net als feodale vorsten willen pronken met hun hofhouding, met hoeveel personeel zij onder zich hebben, los van hoe efficiënt het bedrijf opereert.
Kortom, Marx dacht dat het internationale handelsimperialisme de hoogste en laatste fase van het kapitalisme was, voorafgaand aan de uiteindelijke implosie. Maar er was nog een fase daarná, namelijk de productie en marketing van gebakken lucht. Graeber schiet dus tekort in zijn analyse van ‘bullshit jobs’; we moeten eerder spreken van een ‘bullshit economie’ die de voedingsbodem vormt voor dergelijke banen. In deze economie moeten ondernemers die iets tastbaars willen produceren en een positief resultaat willen bereiken, door bureaucratische en ideologische hoepels springen. Zéker de kleine zelfstandige wordt tot wanhoop gedreven.
Deze vernietigende situatie geldt helaas niet alleen voor multinationals, de overheid en mensen in loondienst. Neem nu een lunchroom-ijssalon in een dorp als Velp. Het is halverwege april en de zomer moet nog beginnen. Toch zit de zaak al vol met vliegen. De eigenaar kan hiertegen weinig doen: het ophangen van plakstrips om de vliegen te vangen is verboden onder het mom van ‘dierenmishandeling’. Als hij toch plakstrips ophangt, kunnen inspecties hem boetes opleggen van honderden euro’s. Dit is totaal ontmoedigend voor de motivatie om iets moois te creëren. Als ondernemer moet je dus ondernemen onder een regime dat eigenlijk niet wil dat jij onderneemt. Je zou dan een akkoordje moeten sluiten met de lokale burgemeester, om dit absurde beleid niet te handhaven in het belang van de gemeenschap die van de lunchroom gebruik wil maken. Helaas zijn er in Nederland geen gekozen burgemeesters en zijn de huidige burgemeesters afhankelijk van het partijkartel en de baantjesmolen. Wat kun je hier nog aan doen?
Jonge kinderen zijn meestal opgewekt wanneer zij ontdekken dat ze voorspelbare resultaten in de wereld kunnen bewerkstelligen. In dat stadium maakt het nog niet uit of wat ze bewerkstelligen ook nuttig is of een gunstig gevolg heeft voor henzelf. Simpelweg iets in gang kunnen zetten, biedt vreugde. Dit ‘plezier van het zijn van de oorzaak’ laat zien hoe essentieel het is, voor het zijn van een volwaardig mens, om een causale impact op de wereld te hebben. Experimenten laten ook zien dat, als het kind eerst plezier heeft in oorzaak-gevolg relaties in gang zetten, en als daarna die gevolgen worden weggelaten, het kind boos en verdrietig wordt en zich volledig van de wereld afsluit.
Hieruit volgt dat het geestelijk zeer schadelijk en ontwrichtend is voor mensen om een baan te hebben waarin iedereen doet alsof je invloed hebt, en alsof die invloed een relevante impact maakt, terwijl dit in werkelijkheid niet zo is. Als bedrijven werknemers gaan betalen voor hun tijd en aanwezigheid, in plaats van voor eenheden zinvol verrichte arbeid, zien we hoe de economie ten prooi valt aan perverse wisselwerkingen. De bullshit economie maakt de werknemer tot een pion in het machtsspel van een ander. Een pion die een verbeelding in stand houdt, een illusie van meer controle, efficiency en merkbekendheid. De arbeidsproductiviteit stijgt al jaren niet meer!
Doordat werk steeds meer onder protocollen wordt gebracht en wordt opgedeeld in compartimenten onder het mom van ‘efficiency’, is de oorspronkelijke betekenis van het begrip ‘zorg’ in dienstverlening aan het vervagen. In een zorgdienst is het normaal zo dat één persoon betaalt voor zorg. Daarbij gaat de ontvanger van het geldbedrag een overeenkomst aan, om ‘aan te voelen’ wat de betaler precies verlangt en verwacht, wat diens wensen zijn. De zorger raakt dus bedreven in het ‘aflezen’ van de emoties en intenties van de ander, terwijl hij die betaalt, dit omgekeerd niet hoeft te doen. Dit fingerspitzengefühl biedt sociale meerwaarde. Het maakt dat mensen die werken in een praktische zorgomgeving, vaak fijn zijn om mee te werken en mee om te gaan. Helaas verdwijnt dit emotionele kapitaal als een gevolg van bureaucratisering en digitalisering.
Voor een bondige samenvatting van wat er de laatste vijftig jaar met het kapitalisme is gebeurd, kijken we naar de Elephant Tea Factory aan de rand van Marseille. Dit was oorspronkelijk een zelfstandig bedrijf, maar werd overgenomen door Unilever, de eigenaar van Lipton, de grootste theeproducent ter wereld. Initieel werd de fabriek met rust gelaten en hadden de werknemers de gewoonte om aan de machines te sleutelen. Dit leidde in de jaren negentig tot verbeteringen die de productiesnelheid met vijftig procent verhoogden en daarmee ook de winsten.
In de jaren vijftig, zestig en zeventig was de consensus in de industriële wereld dat bij verbetering van het productieproces een deel van de hogere winsten terugvloeit naar de werknemers. Echter, vanaf de jaren tachtig gebeurde dit niet meer, doordat bedrijven werden overgenomen door managers die behoren tot een globale elite van beroepsbestuurders. Een medewerker van de theefabriek legde dit uit aan Graeber:
“Kregen wij wat van dat geld? Nee. Werd het teruggeïnvesteerd in de fabriek, voor meer arbeiders en meer machines? Ook niet. In plaats daarvan werden er meer kantoorklerken aangenomen. Toen ik hier begon te werken waren er slechts twee: de baas en zijn personeelschef. Nu zijn er zeven kantoormedewerkers die rondlopen en notities maken terwijl wij werken. Ze praten erover in vergaderingen en schrijven verslagen. Eigenlijk proberen ze hun eigen baan te rechtvaardigen en dat lukt maar niet.”
Doorgaans dient administratief personeel om de efficiëntie te verhogen. Hier had dit geen zin, omdat de arbeiders de efficiëntie van de fabriek eigenstandig al maximaal hadden verhoogd. Toch werden er kantoorklerken neergezet. Dit heeft dus niets met efficiëntie of productiviteit te maken maar alles met de veranderde rolopvatting van corporaties. Nu er geen gangbare praktijk meer is dat verhogingen van arbeidsproductiviteit zich vertalen in meer voordeel voor werknemers, is het hoogst haalbare dat je net genoeg doet om niet ontslagen te worden. Dit is dodelijk voor de arbeidsmoraal en heeft ook tot gevolg dat die taskmasters en box-checkers worden aangenomen om personeel te controleren. Helaas zijn de opbrengsten van de verhoogde productiviteit omgezet in peperdure gebakken lucht.
Wij concluderen dat deelnemen aan het arbeidsproces een vervreemdende ervaring is geworden. Is hier een praktisch advies aan te verbinden? Eigenlijk niet. Het individu kan er geen impact op maken en zal steeds meer worden blootgesteld aan geraffineerde vormen van gaslighting en manipulatieve nudging. Het meest zinvolle is om je zoveel mogelijk aan het arbeidsproces te ontrekken, totdat het weer een aantrekkelijke optie wordt. Dit laatste is evident niet uitsluitend financieel bedoeld.
Steun Sid Lukkassen via BackMe om dit werk mogelijk te blijven maken: https://sidlukkassen.backme.org/ Absoluut aan te raden is het om zijn werk te volgen via Telegram!
#Economie#paradigma#david graeber#zorgsector#vakbond#woke#diversiteit#inclusie#intersectionaliteit#transgenders#regenboogvlaggen#ondernemerschap#ideologie#karl marx#arbeidsproductiviteit#efficiëntie#kapitalisme#productiviteit#kantoorklerk#column#sid lukkassen
3 notes
·
View notes
Text
Jeroen Lutters - In de fundatie 8/12
Als groep kregen we een workshop over Art Based Learning, na wat achtergrond informatie ondergingen we deze theorie zelf. Hieronder wat aantekeningen:
IN KUNST ZIT KENNIS
De methode paste we toe tijdens de tentoonstelling van het werk van Mariaane Von Werfkin in de fundatie op 8/12/24.
Stap 1: Verzin een vraag, waar hou je je nu op dit moment mee bezig?
Tijdens het uitvoeren als facilitator hiervan: Doe zelf mee, heb ook een vraag. Dwing niet, niemand is ' de baas'. Wees transparant & denk om de context
Vervolgens mochten we de vraag weer 'vergeten' . We kregen 10 minuten om de gehele tentoonstelling te bekijken.
Vervolgens kozen we 1 kunstwerk wat er voor ons op dat moment uit sprong. ' Welk werk kiest jou?'
Altariteit = Het ervaren van dat wat je niet begrijpt
! Door aandacht kan er juist een klik ontstaan
Stap 2: Laat het gekozen werk tot je spreken, kijk en luister ernaar. Wat valt je op?
Dit schreef ik erover:
Hoe het water langs de rotsen naar beneden stroomt. Dat ik twijfelde over de richting van het stromende water, en hoe deze van kleur veranderd. Hoe de kleur blijft plakken terwijl het water blijft stromen, dezelfde kant op als waar de trein naartoe gaat.
Dat het de bergen niet op lijkt te vallen. Ze zijn bezig met de sloopkogel die recht op hun afkomt. Angst in de ogen, boosheid, woede, afschuw. Verdediging. Een zeehond, een mol, botten, een dinosaurus, een alien, een staart van een krokodil, een groot gapende mond. Meerdere daarvan. Dat hoe dichter de sloopkogel is hoe meer angst er is. Een soort overgave aan diens lot misschien?
Hoe verder ze weg staan hoe meer verdediging en woede er is, vuur?
De emotie rots.
Allen gericht op eenzelfde vijand. Een gezamenlijke vijand, die meerdere emoties oproept. Ze zijn al verbonden, vormen een pakt maar zo’n kleine sloopkogel blijkt toch meer kracht of inpakt te hebben op een samengevoegde rotswand van stukken steen met elk een eigen karakter en emotiehuishouding en verdedigingsmechanisme en taak in het geheel. Waar sommige een poging tot actie ondernemen geven anderen het op, kijken weerloos toe tot het hun eigen tijd is.
Stap 3 is onderdeel worden van. Onderdeel worden van het landschap, neem een positie is. - alles kan- creëer een mogelijke wereld.
Dit schreef ik erover:
Het is een oorverdovend kabaal. Er klinkt een onmenselijk geschreeuw en gekrijs van langs elkaar schuivende rotsblokken. Het water blijft kalm maar wordt af en toe langs de rotswand geklotst, een paar druppels raken de treinrails, ze worden snel droog gereden door de treinen die af en aan lege en volle wagons langs het zicht van de woedende doch angstige en verdrietige rotspartij. Mensen communiceren enkel met kleuren omdat het gehoor zo beschadigd is. Ze accepteren het, hebben een nieuwe manier gevonden om tot communicatie en verdere vernietiging te komen.
In de achtergrond nog verse onaangetaste bergpartijen, die hun lot enkel kunnen horen aankomen. De aarde voelt warm, het water tot bijna koken gewreven.
Stap 4 is het deel waar de creatie wordt aangevuld met reflectie. Nu mag het betekenis krijgen. Denk weer terug aan de vraag en voel of er een eventueel antwoord in zit.
Als facilitator is het belangrijk om je kwetsbaarheid te tonen EN het (beter) te weten. Het gaat om vertrouwen.
Ik vond het interessant en waardevol om op deze manier de stappen te doorlopen.
Wat ik meeneem is vooral het laatste wat ik schreef: Kwetsbaar zijn EN het weten.
1 note
·
View note
Text
"Hey, hoe gaat het?"
"Ja goed, wel prima, z'n gangetje, zoals het gaat. Komt wel goed, het gaat wel over, ik stel me aan. Ik ga wel door, ik moet door, ik kom er wel overheen.
"Nee, het gaat niet goed. Ik weet niet wat ik moet doen. Mijn lichaam zit vol met energie en ik weet niet hoe ik het kwijt moet. Als elektriciteit voel ik het door mijn aderen en het doet zeer. Ik moet bewegen, maar geen beweging is genoeg. Ik moet rennen, maar ik ren niet snel genoeg. Ik moet dansen, en voor even ben ik het vergeten, mijn hoofd is leeg, mijn lichaam het enige instrument dat van belang is.
"Dan stop ik, keer terug in mijn lijf. Ik zweet, maar de tintelingen zijn niet gestopt. Ik ben buiten adem, maar de toeren blijven draaien. Ik tril van opwinding, maar ik ben moe.
"Ik weet niet wat ik moet doen.
"Ik zit in mijn eerste jaar van de Uni, ik kan niet nu al opgeven. Hier keek ik zo naar uit. Ik wil niet opgeven. Maar waar moet ik beginnen? Stress voelt iedereen, stel je niet aan man.
"Mijn vader heeft kanker. Het komt goed hoor, ik wilde je niet laten schrikken. Niet zoals ik zelf schrok, twee maanden geleden, toen de doktoren dachten dat hij alleen nog palliatieve zorg kon krijgen. Ze hadden het fout gelukkig. Andere kanker, chemo slaat goed aan. 'Evidente vermindering' zeiden ze laatst. Het komt goed hoor. Het komt goed hoor. Ik moet het herhalen voor ik het vergeet, voordat mijn angst mijn teksten gaat schrijven.
"Ik moet dansen, ik moet bewegen, ik moet schreeuwen, ik wil naar het strand, uitwaaien ofzo.
"Toen mijn moeder zei dat ze denkt dat het wel goed komt, dat is denk ik het eerste moment dat ik het zelf even geloofde.
"Ik moet mijn studie afmaken. Dat heb ik beloofd.
"Het gaat goed hoor, mijn hoofd zit gewoon een beetje vol.
"Vol, mijn hoofd zit vol. Er is geen ruimte. Ik moet bewegen. Ik kan niet bewegen. Ik moet bewegen. Ik ben weer met dansen begonnen, ik hoop dat ik me beter voel.
"Ik typ te snle, ik maak relkens tyopfouten godverdomme. Mijn vingers willeen te snel, ikdenk te snel, mijn hoofd zit vol ijn hoofd zit vol mijn hoofd zit. er zit elektriciteit in mijn lichaam.
"Ik heb van de week een boek uitgelezen. Wellicht is het te zien in m'n reblogs van de laatste paar dagen. 'Fourth Wing', ik vond het leuk. Kan niet wachten tot ik het volgende deel kan lezen. Kut... Ik moet eerst aan school. Ik weet niet waar ik moet beginnen. Het voelt niet eens meer belangrijk.
"Ik kan niet falen voor Uni. Het is te belangrijk. Ik wil het halen. Ik vind het leuk. Het gaat over kunst en media en architectuur en design. Leuke mensen. Interessante vakken. Waarom voelt het alsof ik nu al achterloop?
"Mijn vader is bezig met de zolder. Bizarre man, hij is net terug van een ziekenhuisopname, chemo, vier dagen. We hebben dakkapellen, heel mooi, ontzettend ruim, prachtige ramen. Ik wil niet dat hij chagrijnig naar mama doet.
"Ik hoop dat mama zich oké voelt.
"Ik ben blij dat mijn familie, mijn ouders, mijn broers en zussen, zo open over 'houden van' zijn. Ik hou van hen en weet dat ze van mij houden.
"Mijn familie uit Chili was hier in september, toen we dachten dat papa dood zou gaan. Toen ze weggingen hadden we al het betere nieuws. Toch voel ik een knoop in mijn maag als ik aan dat afscheid op Schiphol denk.
"Ik weet niet zo goed wat ik moet doen. Ik wil studeren, maar voel me bevroren als ik op mijn kamer zit. Ik loop rond. Doe een handstand tegen de muur. Dans op sokken met antislip, ga bijna op mijn smoel, ironie.
"Ik wil blij zijn, spontaan zijn, lief zijn, warm zijn. Hardwerkend. Ben ik ondankbaar? Ben ik lui?
"Er zit elektriciteit in mijn lichaam. Normaliter zou dat een metafoor zijn voor iets fijns, energie. Maar nu weet ik even niet wat ik ermee moet. Ik moet sneller rennen. Ik moet hoger springen. Ik wil schreeuwen, maar dan zullen mijn buren dat horen, ik wil geen overlast veroorzaken.
"Mijn Instagram feed is ook verschrikkelijk trouwens. Ik krijg de laatste tijd allemaal video's over rouw. Ik wil niet rouwen. Niet meer. Ik heb genoeg gehad. Maar ik ben bang dat als ik deze angst uitspreek, ik het uitnodig. Wat als ik mijn angsten te hard denk en het gaat fout. Drie keer iets herhalen. Dan moet Hij snappen dat ik het niet wil. Dat ik het niet wens. Drie keer kloppen, drie keer klakken, drie keer tikken, drie keer dit, die keer dat. Drie is een heilig getal ofzo.
"Ik ben niet eens gelovig, waar gaat dit nou weer over?
"Ik heb een tattoo trouwens, focking leip. Echt mooi ook. Ik wil binnenkort nog één laten zetten. Die is voor Haar. Ik wil het al acht jaar en ik denk dat ik er aan toe ben. Closure ofzo, voor zoverre dat kan.
"Heb gister een boek uitgelezen, was heel even ontsnapt. Leuk boek, aanrader. Ik moet aan de Uni. Ik moet gewoon beginnen, zo moeilijk is het niet. Ik vind het leuk. Het is ook leuk. Ik moet me er gewoon toe zetten. Easy.
"Ik ga morgen een dansworkshop volgen, ik kijk hier al een maand naar uit. Ik hoop dat ik het eruit dans. Energie is goed als ik er wat mee kan. Dansen, daar kan ik wat mee. Hoop ik.
"Niets veranderd als ik zelf niet verander.
"Ik hoor me beter te voelen. Ik hoor me te kunnen focussen. Hij wordt tenslotte beter. Hij zit zelfs op zolder te klussen, hallo. Dus doe gewoon je ding, het komt goed. Ga gewoon naar school. Wees blij.
"Wie ben ik als ik geen danser ben? Wie ben ik als ik faal?
"Ja gaat goed hoor. Effe moeilijk de laatste tijd, maar komt wel goed. Genoeg over mij, hoe gaat het met jou?"
0 notes
Text
Rottach-Egern - Bodenheim - Doha (Qatar)
Maandag 12 augustus - woensdag 14 augustus
Yeeuuhhh ik ben jarig vandaag! 🥳 Het vierde opeenvolgende jaar dat ik het ergens in het buitenland vier. Puur toeval overigens, niet expres gepland. Tja, dat heb je als je in de zomer jarig bent 😁.
Ik begin de dag lekker relaxed. Heel leuk om alle lieve verjaardagsfelicitaties te lezen onder het genot van een lekker bakkie. Dank jullie wel!
De camperplaats was ook echt top! Voelt ook relaxed en de mensen waren ook erg aardig.
Vandaag wordt een 'rij-dagje' richting Bodenheim, waar ik ook op de eerste avond stond. Het is een fijne plek en vlakbij het vliegveld van Frankfurt waarvandaan ik morgen vertrek richting Kazachstan. De rit duurt ongeveer 5 uur. Maar ik heb bewust gekozen om te vliegen vanaf Frankfurt in plaats van München. Het voordeel is dat ik straks wanneer ik terugkom nog maar slechts 5 à 6 uur terug naar huis hoef te rijden. Dat is ook wel lekker!
Het is rond de 35 graden, erg warm wanneer ik vertrek. Ik heb gelukkig airco in de auto dus dan hou ik het prima vol. Met een koffiestop halverwege en nog een korte stop in Würzburg vermaak ik mij vandaag prima.
Würzburg ligt op de route en leek mij nog wel leuk. Helaas valt me dat erg tegen.
Paar oude gebouwen en een mooie brug dat is het dan ook wel.
Na een uur heb ik het dan ook wel gezien en rij ik weer verder. Uiteindelijk ben ik rond half zeven weer in Bodenheim.
Ik zet mijn campertje op een schaduwplek, draai mijn luifel uit, pak mijn stoel, eet een prima salade en geniet van de rust.
Ik lees weer eens een magazine en begin in mijn boek wat al 2 weken klaarligt om gelezen te worden. Heerlijk!
De volgende dag kan ik in de ochtend nog de laatste dingen gereed maken voor mijn reis naar Kazachstan. De rugzakken zijn gepakt en ik vertrek rond 13 uur richting het vliegveld.
Ik heb het parkeren afgekocht. Mijn campertje wordt bij de terminal opgehaald en geparkeerd en straks bij aankomst weer teruggebracht. Fijn!
Om 17.15 moet mijn vlucht vertrekken, maar doordat het vliegtuig al met vertraging arriveert vertrekken we volgens de mededelingen een half uur later. Hmmm...als dat maar goed komt want ik heb maar een uur en kwartier overstaptijd.
Helaas voordat we echt vertrekken zijn we twee uur verder. Pas 19.15 uut vliegen we weg. Dit komt onder meer doordat er nog een passagier uit het vliegtuig wilt omdat die zich niet goed voelt...🙈.
Uiteindelijk kom ik pas om 2 uur aan in Doha, Qatar. Mijn andere vlucht is natuurlijk al lang vertrokken.
Het duurt uren voordat geregeld is dat ik, inmiddels is het woensdag de 14e, weet dat ik vanavond weer mee kan op een vlucht, dat er een hotel is geregeld en dat er een taxi klaarstaat. Eenmaal buiten het vliegveld overvalt de hitte mij behoorlijk. In no time ben ik zeiknat door een soort natte deken die hier over de stad hangt. Heel anders dan bij ons!
Inmiddels heb ik ook begrepen dat een aantal dames, die ook meegaan op deze reis naar Kazachstan en vanaf Amsterdam zijn gevlogen, ook zijn gestrand in Doha. Helaas zitten zij 7 kilometer verderop in een hotel, dus maak ik pas morgenavond met hun kennis.
Ik lig om half zes lokale tijd (een uur later) in mijn bed. Tot 11 uur kan ik redelijk slapen, maar de airco, die ik absoluut nodig heb, maakt wel enorm veel lawaai.
Mijn kamer is luxe, lijkt wel een suite! Na een heerlijke douche ga ik naar de ontbijtzaal, of inmiddels het lunchbuffet 😂.
Ook dat ziet er top uit. Alles is wel netjes geregeld en iedereen is super vriendelijk en behulpzaam.
Als ik vraag of ik nog in de paar uurtjes die ik heb voor ik weer vertrek naar het vliegveld iets kan gaan doen in Doha, krijg ik het advies om naar een shoppingmall te gaan ivm de airco. Hmmm...daar heb ik niet veel zin in, dus ik blijf maar in het hotel.
Ik denk er nog even aan om heel stoer naar het tegenover het hotel gelegen park te wandelen, maar dat wordt niks. Te heet! 🥵 in de weersapp staat 41 graden, maar gevoelstemperatuur 53 graden!! Bizar.
Rond 16 uur vertrek ik weer richting het vliegveld, ruim op tijd. Dat is trouwens allemaal keurig geregeld 😃.
Het vliegveld an sich is al een hele ervaring van bonte kleuren, neon licht, luxe goederen en veel mensen. Ik vermaak mij hier nog wel even.
Iets later, bij de gate, kom ik de anderen tegen die ook naar Kazachstan gaan. We maken even kennis met elkaar.
Ik ben erg benieuwd hoe Kazachstan zal zijn en heb er zin in om dit land de komende weken te gaan ontdekken! Ik heb niet vaak internet dus mijn berichten zullen met enige vertraging verschijnen.
0 notes
Text
Groeneweg, Zwolle
Ik kom net uit de trein en loop met grote stappen door de Groeneweg in Zwolle. Een smalle eenrichtingsweg parallel aan het spoor, met aan één kant huizen, die allemaal uitkijken op de Deventerstraatweg en de rails die daar weer achter liggen. Het is een donderdagmiddag en er is niemand anders op de stoep. Ook de vorige keren dat ik hier liep, passeerde ik hooguit één of twee voorbijgangers. Het lijkt er altijd uitgestorven. Wel zit een paar keer in een studentenhuis halverwege mijn route een meisje dat in het raamkozijn al rokend aan het bellen is, of al bellend aan het roken. Als de bewoners het vanuit hun woonkamers in de gaten houden, zouden ze me waarschijnlijk herkennen als dat meisje dat eens per maand op hoog tempo door de straat stapt. Volgens Google Maps is het achttien minuten wandelen, maar alleen, zo heb ik ondervonden, als je flink doorloopt. Door de trein die vaak met enkele minuten vertraging aankomt, moet ik met enige haast de hele Groeneweg af om op tijd te zijn. Ik kom niet graag te laat. Of beter gezegd: zoals sommige mensen witte strepen van een zebrapad of randen van een stoeptegel willen ontwijken, in diezelfde mate wil ik te laat zijn voorkomen. Te laat komen garandeert dat of mensen me niet aardig vinden, of mijn zelfopgelegde strakke planning in de soep loopt. Waarschijnlijk allebei. Een trein eerder maakt me een half uur te vroeg: te lang om rustig te wandelen, te kort om ergens te overbruggen. Dus dan maar een trein later en haast. Het gevoel geen tijd te hebben hangt toch altijd al als een sluier over mijn dag. Aan mijn linkerhand passeert een wirwar van zijstraten die eerst geen samenhang lijken te hebben - Spoorstraat, Groenestraat, Eendrachtsweg - maar vanaf de Lindestraat komt er een Dahliastraat, Begoniastraat, Klimopstraat, ik kom langs een bloemen- en plantenwinkel en als ik de Hortensiastraat oversteek, ben ik er. Als onderdeel van een opleidingstraject krijg ik, naast workshops, intervisie en een traineeship, loopbaancoaching. Van een loopbaancoach, die ik koos uit een toegestuurde lijst van namen en websites, en alleen op basis van een goed gevoel. Waar ik normaal een beslissing dagen- of wekenlang laat sudderen, stuurde ik nu direct een mail en zette de afspraken in gang. Ze heeft dezelfde naam als mijn kat, wat in gesprekken met vrienden nu soms voor verwarring zorgt.
Inmiddels ben ik een paar keer geweest, in Zwolle. Het zijn lange gesprekken van anderhalf tot twee uur, waarin ze me goede vragen stelt waar ik over nadenk en dan antwoord, of gelijk op antwoord en later over nadenk. Praten wordt afgewisseld met een gedachte-oefening of een groot vel papier waar ik iets op uit teken. Ik verplaats van stoel naar stoel rond de grote houten tafel tijdens een oefening om de verschillende meningen in mijn hoofd te onderscheiden, hou een maand bij waar in mijn lichaam ik stress ervaar (mijn buik) of juist vrolijkheid (mijn wangen), kies uit kleurrijke kaarten welke het beste bij mijn situatie past (één met een veelvoud aan verschillende kleuren en vormen). Alle bevindingen worden weer besproken. Op de terugweg naar het station loop ik even snel als op de heenweg, want als ik de trein mis moet ik een half uur wachten, tijd die ik niet heb. Zowel heen als terug over de Groeneweg zit mijn hoofd vol van alle kleine en grote zorgen waar een dag uit kan bestaan. Het licht ontvlambare materiaal voor een piekeraar om mee aan de haal te gaan. Met grote stappen over de stoeptegels en mijn jas telkens een knoop verder open om af te koelen, ben ik jaloers op de bewoners van deze weg. Ze hebben enigszins troosteloos uitzicht op het grijze spooraanzicht, maar kennen de buren, weten de weg, wonen in de sweet spot van dichtbij het centrum maar niet erin, hebben goed verzorgde planten op hun vensterbanken, krijgen baby’s en hangen kartonnen makelaarsborden met hun namen buiten op ter kennisname, hebben een voorraad pasta en andere conserven in de voorraadkast die nooit opraakt, bij nummer 110 hangt een bordje dat je gratis kruiden kan plukken in hun voortuin, posters voor vrede en bobbleheads achter de ramen, de bankjes voor hun huis staan op het zuiden, ze hebben banen die niet complex zijn en waarvan ze niet elke week denken, hoe ga ik dit nu weer oplossen?, banen met zelfs een kantoor en een HR-manager, zetten geleegde containers bij de juiste huisnummers terug, hebben nooit haast. Stel ik me zo voor. In de trein naar huis maak ik aantekeningen van de opgedane inzichten aan de lange tafel in een voormalig klaslokaal. Ik heb eerder therapie gehad, maar nog niet eerder mezelf als werkend persoon geanalyseerd. Het blijkt dat mijn werkende ik niet zo ver afstaat van mijn persoonlijke ik. Dat treft: in de loop van het jaar ontdek ik dat ik die twee identiteiten ook niet per se van elkaar wil scheiden. Het nadeel van de overlap is dat ik dus op alle gebieden tegen dezelfde dingen aanloop. Een piekerende people pleaser met gevoelsmatig chronisch tijdgebrek en wensen te over. In positieve zin merk ik door die samenhang iedere keer op de terugweg van een coachingsessie, een workshop of intervisie een lichter gevoel. Meer zelfkennis en meer duidelijkheid. Het gevoel dat het misschien toch gewoon goed komt, allemaal. Ik leer dat ik positiever en nieuwsgieriger ben dan ik al die jaren dacht. Dat voor iemand die houdt van structuur en orde, ik bij de aanblik van chaos niet per se in paniek raak, maar juist de mouwen opstroop en ga onderzoeken: wat is de volgende stap? Ik merk dat het uit balans is en dat ik me vaker druk maak dan me goed doet. Maar wanorde is niet altijd de oorzaak van mijn stress: het geeft me juist iets te doen. [laatste alinea's hier]
0 notes
Text
What's in kk Kiya's bag!? 🎀
1. Pen: Ik heb natuurlijk een pen nodig om te schrijven, dit en dat te schrijven, misschien af en toe te ondertekenen? Ja
2. Mobiel: een must-item! Het is erg belangrijk om het mee te nemen voor communicatie met familie en vrienden
3. Ipad: Maakt grappige aantekeningen, kan ook Netflix kijken als je vrije tijd hebt hihi
4. Kaartenportemonnee: Voor het opbergen van identiteitskaarten, pinpasjes en zwarte pasjes (?) Nu is het toch cashless 🥺
5. Correctietape: als ik iets verkeerd schrijf, kan ik het gebruiken om mijn aantekeningen te corrigeren
6. Notitieboekje: Natuurlijk is dit mijn penpartner
7. Tumbler: Flesje om te drinken, gewoon op school bijvullen zodat je niet steeds drank hoeft te drinken
8. Parfum: Ik moet lekker ruiken, lekker ruiken! Ik hou niet van mensen met een lichaamsgeur, dus ik wil ook niet ruiken, hehe
9. Lipbalsem: Mijn lippen zijn vaak droog, dus ik moet af en toe lippenbalsem gebruiken
10. Haarclips: Het is de laatste tijd warm weer, haarclips helpen me echt, zodat ik het niet warmer krijg omdat ik lang haar heb.
0 notes
Text
Het heeft geregend, de lucht is grijs. Geen fijn fietsweer. Ik probeer opnieuw mijn kamer te verlengen. Er is alleen een duurdere kamer over. Via Booking kan ik die een stuk goedkoper krijgen en ik stel een deal voor: ik boek de kamer, die mag naar de gast die anders die van mij zou krijgen in en ik blijf in de mijne. Scheelt ook weer een kamer schoonmaken. En zo geschiedt, iedereen blij. Tijd om nog eens wat e-mail af te handelen, waaronder het hinderlijk binnenkomen van een recensieverzoek van AirBnB. Dat is de spelregel, dat je een verblijf beoordeelt. Na het versturen daarvan komen nieuwe berichten binnen en een Whatsapp. De relaxte yogadame uit Lübeck is boos. Ik heb mijn verblijf naar haar zin te laag beoordeeld, met drie van maximaal vijf sterren. Ze draagt me op de reactie te verwijderen, anders zakt ze op de lijst van aanbieders. Nu herinner ik me ineens ook een eerdere mail van haar, met het dwingende verzoek niet minder dan vier sterren te geven. Tsja, wat is dan nog de waarde van een recensie? Ik besluit het verzoek maar te negeren. De Kunsthalle heeft maar een expositie, daarom is het entreekaartje goedkoper. Er hangt werk van Clemens Krauss. Een voor mij onbekend iemand, behalve schilder ook een psychoanalyticus die in de coronatijd via beeldverbinding sessies hield met bezoekers die dan daarvoor in hun eentje in specifieke ruimte in het museum mochten zijn. Het doet me denken aan Martina Abramovic. Van zijn werk hou ik niet, te veel dikke klodders verf. Videofilms uit zijn vroege kinderjaren laten wel een erg creatief menneke zien. In een klooster in het hartje van Rostock is nog een museum, met speelgoed uit de 19e eeuw, informatie over de watervoorziening van de stad, de geschiedenis van Rostock, een expositie over landschappen. Een erg leuk museum, waar kinderen zich ook uitstekend kunnen amuseren. Een filmpje en een aantal werken betreffen Entartete Kunst. Het werk komt ui de voorraad van een kunsthandelaar die rijk werd aan verkoop van werk, dat door de nazi‘s in beslag was genomen, maar zich er gelijktijdig voor inspande te voorkomen dat niet-verkocht werk vernietigd werd. Die collectie is nu bij het museum, dat er enkele werken van laat zien, waaronder een prachtig doek van Oskar Schlemmer. Nabij het klooster is een café, het wordt gerund door het Rode Kruis. Het is een werkervaringsplek voor mensen met een beperking. In een gezellig hoekje vlak naast de deur krijg ik een mooie wafel met ijs en kersen opgediend. Even later klinkt het lawaai van vallend serviesgoed. Het klettert goed op de stenen vloer in de gang. Een scherf land zowat bij mijn voeten. Het dienstdoend meisje staat wat er beteuterd naar te kijken, en komt pas weer in beweging als een ander met een bezem komt. Nog wat rondlopen en me verbazen over de onnoemelijke hoeveelheid woningen, in de buurt van de universiteit, die beklad zijn met graffiti. Echt jammer. De vele muurschilderingen op woningen lijken zo ook eerder een bescherming tegen bekladding, en die zijn dan soms weer erg inventief. Als is er ook een gebouw, dat met een draadje en een klein beetje Banksy verder schoon is gebleven. Maar misschien komt dat door wie erin huist.
View On WordPress
0 notes
Text
Zelfsturend dromen najagen
Schrijfster Gerda Blees is een van mijn favoriete columnisten. Onlangs schreef ze helaas haar laatste column voor de boekenbijlage van De Volkskrant. Een simpele voetnoot van de redactie onderaan het stuk maakte duidelijk dat haar nuchtere blik, die ze altijd verpakte in een verrassende schrijfstijl, hierna niet meer terug te vinden zou zijn op haar vaste plek in de zaterdagkrant: Dit is de laatste column van Gerda Blees.
In deze laatste column schrijft Blees dat ze in een faalangstdroom is beland, waarbij ze op een podium staat en in de microfoon praat, terwijl niemand naar haar luistert. Ze weet dat de meeste mensen zo’n bepaalde faalangstdroom hebben. Zo droomt haar geliefde regelmatig dat hij weer in de dierenwinkel moet werken, dat het heel druk is en de mensen boos worden omdat ze de dieren niet goed vinden. Haar vriendin mist regelmatig de snaren op haar viool wanneer ze moet spelen tijdens een concert en haar vader komt er geregeld achter dat hij nog zijn eindexamen moet halen terwijl hij al aan een nieuwe studie is begonnen.
Met enige regelmaat stuit ik in de nachtelijke uren ook op zo’n zogenaamde faalangstdroom. Hierbij droom ik dat ik weer op school zit en op het nippertje een overgangsbewijs heb behaald van vier naar vijf havo. Dat is fijn, daar ben ik blij mee, maar tegelijkertijd zie ik enorm op tegen het maken van het eindexamen het jaar erna. Het wordt namelijk alleen maar moeilijker, de leerstof zal zich gaan opstapelen en iedereen zal hier beter mee om kunnen gaan dan ik. Hoe zal ik ooit gaan slagen voor mijn havodiploma?
Ondanks het feit dat we allemaal weleens zo’n verwarrende droom hebben, waarin niets lukt of waarin we doodsangsten uitstaan, is er daarentegen sprake van een heel andere vorm van dromen wanneer we het hebben over dagdromen of het willen najagen van dromen. Het grote verschil is dat we onze dromen in de nacht niet onder controle hebben, ze als een onbewust geregisseerde film aan ons voorbij trekken, naargeestig of onnavolgbaar kunnen zijn en wellicht ook iets metaforisch met zich meedragen in de vorm van een diepere betekenis. Het hebben van dagdromen of toekomstdromen heeft dan ook een prettigere connotatie, omdat we hier juist wél bewust en zelfsturend kunnen nadenken over wat we graag zouden willen doen of bereiken. Al is dit soms makkelijker gezegd dan gedaan.
De leerlingen die ik op school mag begeleiden tijdens de faalangst- en examenvreestrainingen vinden het vaak ook moeilijk om op een positieve manier te dagdromen over wat ze op de korte termijn willen bereiken. Zoals bijvoorbeeld het behalen van het havodiploma. Ondanks het hebben van een volledig bewustzijn overdag, strijden soms spanningen en nare, irreële gedachten om voorrang en is het ingewikkeld om vooraf gestelde en potentieel haalbare doelen niet uit het zicht te verliezen. Het opdoen en mogen genieten van grote én kleine successen, het inzien van de persoonlijke kwaliteiten en stressvolle situaties of gebeurtenissen kunnen omzetten in positieve gedachten zorgen ervoor dat het realiseren van een droom in het vizier blijft.
Wanneer het resultaat achteraf soms blijkt tegen te zitten, is het van belang om te kunnen relativeren. Dit kan in het echte leven nagestreefd worden door jezelf bijvoorbeeld af te vragen wat het ergste is dat er kan gebeuren wanneer iets tegenzit of niet gaat zoals jij dat wilde. Daarmee plaats je een en ander in een hoopvol perspectief om strijdbaar en gemotiveerd een volgende poging te wagen. Tijdens het nastreven van je droom hou je daardoor zelf zoveel mogelijk de regie in handen: ik ga ervoor, het is immers mijn droom! Kunnen relativeren na die stressvolle nachtelijke droom is daarentegen misschien wat makkelijker, door slechts te hoeven denken: het was maar een droom.
0 notes
Text
en dan denk ik aan Brabant.....
Heerlijk, ik loop met mijn hondje, er komen fietsende dames voorbij die me vriendelijk groeten, het ruikt naar gemaaid gras, in de verte hinnikt een paard. De zon schijnt, de bomen en het gras zijn groen. Ik voel me veilig en fijn. Ik hou van Brabant.
Ik was dit weekend bij mijn dochter in Rotterdam. Op een festival ter ere van een lustrum van haar studentenvereniging "rsc/rvsv " , ze deed daar de terrein commissie, wat een 40 (of meer) urige werkweek inhield, EN vrijwillig. Maar zij zorgden ervoor dat het feest terrein er op en top uitzag. En dat zag het ! Ik ben natuurlijk enorm trots dat mijn dochter dat allemaal (natuurlijk niet alleen, maar met anderen) voor elkaar geschopt heeft. En wij, als gezin, mochten met haar naar de familiedag, waar uiteraard de "hermes house band" optrad en anderen waaronder " Jeroen vd Boom " .Top om de club van Anne te zien en hun familie, genoten van een uitje als gezin, en als klap op de vuurpijl had Anne "taxi Lena" geregeld om ons weer naar huis te brengen. Een hippe taxi, met lichtjes plafond en twee microfoons die rouleerden voor de karaoke. Echt geweldig. Geslapen in het studentenhuis van mijn dochter. Waar je de hele nacht in de straat de verschillende feestvierders thuis hoorden komen. De dag daarna genoten van een ontbijt buiten de deur, waar de koffie met verschillende melkjes kon worden bereid, de croissants, gewoon, plat of rond waren, en de bediening Engels sprak. Ook een verwennerij .
Ondanks de heerlijke, supergoed geregelde, dag, ben ik dan altijd weer blij als we de A2 verlaten, langs "het kanaal" richting mijn woonplaats gaan. Waar we in alle rust wakker worden van de vogeltjes, we veel bomen, gras en groen zien, en de mensen elkaar op straat groeten. Ik hou van Brabant en ik hou van de rust die mijn omgeving uitstraalt . Nee, ik ben geen stadsmens, de onhandigheid waar ik de metro instap, de onzekerheid of ik wel de goede metro neem, hahahaha. Blij dat mijn kinderen me onder hun hoede nemen, waardoor ik toch kan genieten van de speciale restaurantjes en de leuke hippe koffie tentjes. Om daarna weer heerlijk van mijn eigen cappucinootje te genieten in mijn heerlijke huis.
1 note
·
View note
Text
6-6 Itzehoe
Het was gisteren een beetje zoeken naar een geschikt restaurant, waar je fatsoenlijk kon eten. Eigenlijk was dat alleen een Aziaat, maar daar kon ik mijn fiets alleen maar kwijt op een soort openbaar parkeerterrein annex vuilstort en dat leek me geen goed plan. Toen vond ik een Libanees met de uitstraling van een verzekeringskantoor, grote ramen met dikke grijze vitrages en je had geen idee of daar mensen binnen zaten te eten of te boekhouden. Uiteindelijk werd het een pizzabakker met een houtoven (de vierde waar ik langs kwam). Het was een prima pizza (qua calorieën) met rauwe ham en een grote bol burrata.
Als ik wakker word, is het al kwart over zeven, de zon schijnt maar het is behoorlijk koud door de wond die er staat. Elk nadeel heb zijn voordeel, want door die wind heeft de tent geen last van condens en kan ik hem zo inpakken. Ik had het vannacht maar net warm genoeg in mijn nieuwe donzen slaapzak. Maar er was 7 graden voorspeld en dan is het niet slecht dat ik bij die wind lekker geslapen heb.
Op weg naar Osten wil ik een kopje koffie bij een bakker, maar er zijn geen bakkers waar ik fiets. Bij het stationscafé kan ik voor 3 euro een slappe capuccino krijgen, waarvan de smaak me herinnert aan de voedselvergiftiging die ik ooit in Praag heb opgelopen.
In Osten zelf bezoek ik het kerkje met een heel apart interieur, het heeft rondom een soort van loges, afgescheiden met vensters. In één van die loges ligt een oud houten boegbeeld te wachten op betere tijden.
Onderweg haal ik ik drie Duitse leeftijdsgenoten in, die net foto’s staan te maken. Een paar kilometer verderop is er een winkeltje in een eenzaam huis aan de weg. Ik stop, want volgens het gidsje kun je hier koffie krijgen. Dat klopt, maar of ik dan wel de bejaarde eigenaresse even wil helpen met de banken in de zon te zetten. Als we daarmee bezig zijn, komen de drie heren aanfietsen en die willen ook wel koffie. Dat levert een leuk gesprek op over fietsen in Duitsland. Zij fietsen een week van pension naar pension en hebben alles van te voren geboekt. Na mijn opmerking dat ze nergens de telefoon opnemen, beginnen ze te lachen. Dat is een heel herkenbare ervaring. Een van de drie heeft jaren vlak bij Venlo gewoond en vertelde dat je na het EK van 1972 als Duitser in Venlo geen boodschappen kon gaan doen, zonder je auto beschadigd terug te vinden.
Na de koffie is het nog een half uurtje naar het Elbeveer. Dan is het toch fijn als je die enorme file voorbij kunt fietsen en als eerste mag opstappen en afstappen.
Op het veer raak ik aan de praat met een Zwitserse dame, die met twee kleine tassen fietst en zich verwondert over mijn hoeveelheid bagage. Ik leg uit dat het voor 4 maanden is, ik een tent en kookspullen mee heb en warme kleren. Ondertussen kijk ik jaloers naar haar lichte fiets.
Boven Glückstad pakken zich donkere wolken samen als ik aan de lunch zit op het marktplein. Dat doet me denken aan 7 jaar geleden toen ik kort voorbij Glückstadt compleet verzoop in een hoosbui. Gelukkig ga ik vandaag niet verder dan Idzehoe en ik heb daar al een hotelletje besproken, dus van mij mag het regenen.
Het fietst best lekker in de luwte van de dijk langs de Stör, een zijtak van de Elbe. Totdat ik de dijk opgestuurd wordt over een soort voetpad, waar ik mijn fiets tegenop moet zeulen, waarna zich een paadje ontvouwt, bestaande uit een door schapen uitgesleten spoor in het gras. Alles goed en wel als het om natuurbeleving gaat, maar dit gaat mij te ver. Het risico dat ik van de dijk afwaai is minstens even groot als de kans op een beurs achterwerk waar ik nog een week last van hou. Dus ik daal voetje voor voetje weer af en bedenk mijn eigen route naar het volgende dorpje.
Wat ik deze route vermijd, is het fotograferen van dezelfde objecten als zeven jaar geleden. Daarop maak ik één uitzondering, het zelf getimmerde bushokje met twee fauteuils bij een plattelandssmederij, en dat is omdat ik graag wil weten of het delfde stoelen zijn. En het antwoord is…… even opzoeken op fransopdefiets.nl hoofdstuk 2017 Den stora planen….. Nee, er staan nu andere stoelen, maar wel van dezelfde stylist.
Ik kom nog even in de verleiding als ik in Hodorf langs een schattig dijkhuisje kom met een bord minicamping en zimmer frei, maar dan moet ik vanavond gevriesdroogde Thaise curryrijst uit een zak eten, terwijl ik gisteren ook al niet best gedineerd heb. Dus ik ga toch voor Itzehoe met zijn restaurants.
Dat hotelletje is dus reuzegroot en wat ook fijn is, de beloofde regen laat het afweten. Ik loop nog een rondje door de stad, maar het is, op een enorm bakstenen gevaarte van een barokkerk na, nogal een armoedige boel. Die kerk is in feite een enorme hal met een galerij afgezet met ramen en met daarin een niet te bevatten altaar zo groot en vol met houtsnijwerk, net als de preekstoel en de doopvont. Ik fotografeer wat fragmenten, want voor het geheel heb je een technische camera nodig. En dan te bedenken dat hier in de 12e eeuw een klein middeleeuws kerkje heeft gestaan. Het aantal gelovigen dat nu nog over is, zou daar makkelijk in passen.
Dit is dus best een lastig gebied als het op overnachten aankomt, ik herhaal het nog maar eens. Er zijn hier maar weinig campings en hotels. De particuliere adressen zijn vaak niet bereikbaar via de telefoon. Morgen wordt het weer een kort ritje naar een soort camping die ook wijnvaten verhuurt om in te slapen. Die moeten niet duur zijn en wie weet ruiken ze nog lekker.
Vandaaruit is het dan iets van 80 kilometer naar de volgende camping, wat een prima afstand is.
Afstand, 67 km
Tijd gereden: 5 uur
Afstand tot de Noordkaap: 2.081 km
1 note
·
View note
Text
Ik beken ik heb geleefd
De telefoon is kwijt. Eerst vond ik dat een probleem. Niet omdat ik veel bel, maar omdat het slecht is voor mijn basisstructuur. Als je bijna niets hebt, is iedere oplossing in de materie van Een Spul een mogelijk ontregelende aangelegenheid.
Tot ik me bedacht dat de mensen meestal geen telefoon hadden. Het is een betrekkelijk jonge uitvinding. Voorts denk ik dat de telefoon ook een martelinstrument is. Niet zozeer bedoeld voor serieuze pogingen tot communicatie, maar eerder een werktuig voor manipulatie en betekenisloze geluidenuitwisseling.
(Beeldschermverslaving wordt Het Nieuwe Ding van de toekomst.)
Dus besloot ik dat het goed, juist en voortreffelijk is dat mijn telefoon (een kinder-Samsung) is geabsorbeerd door de donkere materie. Doe ze de groeten. En hou op met die aanstellerige geluiden. Het is al erg genoeg.
Je wint waar je verliest. Ik heb mijn archief weer, nadat ik 5 jaar geleden heivers (huiswaarts) ging wandelen, en in Venray arriveerde, maar dan zonder benen.
En er staan hier allemaal foto’s en schilderijen. Die vonden ook al dat ze lang genoeg in Amsterdam hadden rondgehangen. Afgelopen week bracht de A2 ze naar Limburg. Ook Egg with no evil, van totaalwezen Hans Verhagen, is weer bij me. Het paneel hangt boven het bed. Er staat ook een geisha op afgebeeld. Ik ben nooit meer alleen.
In mijn archief vond ik een foto van de boerderij waar ik opgroeide. Die maakte ik toen ik 17 was. Ergens rond die datum schreef ik in mijn dagboek: “Het leven dient bestormd te worden.”
0 notes
Text
Garmisch-Partenkirchen - Partenklamm - Bichl
Donderdag 8 augustus
Vandaag zou het slecht weer worden. Iets later vanmorgen dus ik sta redelijk op tijd op. Ik heb gisteravond uitgevonden dat de Partenklamm, een kloof of gorges, hier op loopafstand vandaan ligt. Dat is mooi! Ik heb nu een prima parkeerplaats gevonden en dan hoef ik niet alles weer in te pakken.
Ik loop rond half negen al richting de kloof. De wandeling er naartoe duurt zoiezo al drie kwartier, maar veel dichterbij kon ik toch niet parkeren.
Het is nog rustig en de wandeling is relaxed. Bij de ingang van de kloof koop ik een kaartje en loop deels door gangen langs het kolkende water.
Het is echt mooi! Met soms een kleine waterval 🤩.
Het lijkt ook een beetje op de kloven in Zwitserland en Slovenië vind ik.
Aan het einde van de kloof kan je via twee verschillende wandelroutes terug naar de ingang. Ik loop de route waarbij ik een pauze hou bij de 'Kaiserschmarren hütte'. Voor wie weleens op wintersport is geweest, is de naam van deze hut bekend 'comfortfood' 😉.
Na mijn latte momentje trekt de lucht steeds meer dicht, donkerblauwe luchten kleuren de omgeving.
Ik wandel op mijn gemakje terug en stop nog even bij eiserbrug, de naam zegt het al een ijzeren brug over de kloof heen. Vanaf de brug ook een mooi en ver uitzicht de kloof in.
Uiteindelijk arriveer ik weer bij mijn campertje, wel nadat ik nog een ommetje had gemaakt langs de supermarkt. Ik ben net terug en het begint te spetteren, tien minuten later regent het even keihard om vervolgens in miezer over te gaan. Gelukkig blijven de buien niet zo lang hangen als in Nederland. Rond twee uur, half drie is het al weer droog. Ik besluit om via een bergpad richting het centrum te lopen. Ondanks dat het af en toe begint te druppelen, maar dit niet echt doorzet, loop ik rustig naar het oude gedeelte van de stad. Het is verrassend mooi met alle gekleurde gevels.
Het valt me wel op dat het er heel erg rustig is, nagenoeg niemand op een terrasje te vinden. Toch heel anders dan bij ons.
Het is rond half vijf wanneer ik terug ben en een uurtje later kook ik lekker buiten. Moet wel kunnen vind ik 😊.
Wanneer ik even naar de wc wil bij het zwembad krijg ik mijn auto niet op slot. Ik was de sleutel vergeten uit het slot te halen en nu heeft de auto een paar uur 'aan gestaan' en is mijn accu leeg. Verdorie, wat nu?
Ik spreek een paar mensen aan en een Deense man wilt helpen, maar heeft geen startkabels (ik ook niet...). Gelukkig een Spanjaard is behulpzaam en rijdt zijn camper voor mijn auto. Samen met de Deense meneer laden ze mijn accu weer op. Alleen moet ik nu volgens hen er wel even mee gaan rijden. Ik Google en lees dat ik tenminste een half uur tot drie kwartier moet rijden en lees dat de snelweg mee pakken het beste is.
Ik wilde op deze plaats blijven staan, maar morgen wil ik toch richting de Achensee op anderhalf uur rijden vanaf hier, dat ik net zo goed nu maar alvast een stuk kan rijden. Uiteindelijk vind ik in Bichl een mooi plekje. Mijn campertje heeft het goed volgehouden. Nu hopen dat het morgen ook nog werkt!
Ik had eind van de middag een bed geboekt in een hut in het Rofan gebergte bij de Achensee. Ik dacht dat ik alles had geregeld, maar blijkbaar had ik binnen twee uur na mijn boeking een bevestiging moeten geven. De mail was bij mijn ongewenste mail gekomen en ik was natuurlijk druk met mijn accu. Ik heb dat over het hoofd gezien en nu zou mijn reservering gecanceld zijn 🙈... ik stuur een mail en na een paar keer bellen krijg ik eindelijk iemand te pakken. Het blijkt morgenavond vol te zitten, maar hij regelt toch nog wat voor mij in een 'lager'. Met vijf man op een rij. Nou ja, doe maar, ik wil gewoon lekker wandelen!
Nog op muggenjacht in mijn campertje, maar om half elf ben ik zo moe en gaat het licht eindelijk uit..
0 notes