#regenboogvlaggen
Explore tagged Tumblr posts
Photo
Hoog tijd voor een nieuw economisch paradigma!
Ware rijkdom ligt niet in consumptie, maar in de vervulling die werk kan bieden, betoogde uw auteur in 2015 in een artikel. Tien jaar later kan dit idee misschien vreemd klinken, nu zoveel mensen worstelen met geldzorgen. Naast financiële problemen is er echter nog een ander prangend probleem dat velen kwelt: bij veel banen ontbreekt een zinvolle impact op de wereld. Dit probleem wordt nog urgenter doordat mensen vastzitten in dit soort werk om financiële problemen te vermijden.
In zijn boek Bullshit Jobs (2018) beschreef antropoloog David Graeber (1961–2020) het probleem van het gebrek aan arbeidsvreugde in relatie tot de vervreemding tussen de echte wereld en het arbeidsproces. Onlangs keerde mijn aandacht terug naar dit onderwerp door informatie die ik kreeg van een bevriende ondernemer. Hij is gespecialiseerd in de zorgsector en in wetgeving op en rond de arbeidsmarkt. Hij vertelde me over de situatie in Spanje, waar veel medisch personeel enkel kansen krijgt om deeltijds te werken in de zorg. Daarnaast moeten zij administratieve taken uitvoeren om voldoende inkomen te verdienen. Ondanks hun uitstekende opleiding is het voor velen niet mogelijk om hun roeping uit te voeren, namelijk zorgen voor anderen.
Om de sfeer te proeven beginnen we maar gewoon even met een dialoog tussen de ondernemer en een niet nader te noemen persoon van de vakbond. We zouden verwachten dat de vakbond hoofdzakelijk bezig is om de sfeer op de werkvloer te verbeteren en te zorgen voor bestaanszekerheid voor werknemers. De prioriteiten blijken echter anders te liggen. De ondernemer woonde vele bijeenkomsten bij van de werkgeversbranche en hij zag veranderingen in de ideologische koers. Er werd steeds meer gepreekt over diversiteit, inclusie en intersectionaliteit: steeds was het de vraag of alle ondernemers dat oprecht meenden. Wellicht niet, maar mijn goede vriend zag het en onderging het.
Na lange onderhandelingen tussen werkgevers en vakbonden waren er weliswaar ideologische woke geurvlaggen gevestigd, maar in de kern – wat betreft geldzaken en de balans tussen economische zekerheid en flexibiliteit – zat de zaak nog steeds muurvast. Toen hij zag dat de andere werkgevers begrepen dat zij ondanks hun ideologische kleurverandering niet verder zouden komen, greep hij zijn kans om de waarheid te spreken.
“Nee – ik wil mij niet specifiek richten op transgenders. Hier lig ik niet wakker van. Iedereen die de functie goed kan uitoefenen is welkom. Verder ben ik er simpelweg niet mee bezig.” “Jij wil gewoon geld verdienen!”, snauwde de vakbondspersoon hem toe. “Dat klopt.” antwoordde hij rustig. “Daarom ben ik ondernemer. Ik blijf in mijn rol. Daar ben jij blij mee ook.” “Huh?” “De laatste vijf jaar zaten we in een situatie waarin de werkgevers jullie van de vakbond voortdurend naar de mond praatten. Zogenaamd zouden mijn collega’s zo wakker liggen over inclusiviteit op de werkvloer. Grotendeels onoprecht. Dat voelde je al aan. Jij geloofde ons niet en daar heb je gelijk in. Het ging ten koste van ons onderlinge vertrouwen. Wij als werkgevers willen deugen en zijn bezig de samenleving om te buigen naar jullie utopie. In de hoop jullie vertrouwen te winnen. Vergeefs natuurlijk. Dat werkgevers zo hard meedoen met het bevestigen van jullie ideologie, zou je angst moeten inboezemen. Daarmee stevenen wij af op een communistische heilstaat met bijbehorende planeconomie. Jij verliest daarin uiteindelijk jouw bestaanszekerheid en transgenders idem dito.”
De persoon van de vakbond was met stomheid geslagen en zei nog even niets. De ondernemer ging verder. “Daarom is het heel goed dat ik, als ondernemer, nu naar voren stap en weer hardop zeg: JA, IK WIL GELD VERDIENEN. Dat is een trein die ik aan het rijden breng. Een kapitalistische trein. En het is jouw rol om aan de laatste wagon te hangen en te zeggen: ‘Ondernemer, jij gaat zo snel. Hou rekening met de achterblijvers!’ Dan gaan we daarover een potje armdrukken. Resultaat is een iets minder hard rijdende trein waarin ook de achterblijvers in de wagon deelnemen aan de reis. Zo bouwen we een verdienmodel rond het goede en verbetert het onderlinge vertrouwen. Met al dat deugpronken, al dat ‘woke’, doen werkgevers alsof inkomsten genereren onderaan de ladder staat van prioriteiten. Daarmee liegen we tegen onszelf en tegen de wereld. Logisch dat jullie ons niet vertrouwen.”
De vervreemdende ervaring die doorklinkt in dit gesprek, is een uitmuntende aanleiding om het probleem met de arbeidsmarkt dieper aan te snijden. Bullshit jobs zijn er misschien altijd geweest, maar nu komt het fenomeen steeds meer naar de voorgrond en het raakt steeds meer mensen in hun dagelijks leven. Het hervormen van sectoren die op zich best efficiënt waren, leidt ertoe dat de financiële plussen die dat oplevert, worden omgebogen naar nóg meer bullshit jobs.
Graeber betoogt dat de toename van bullshit jobs samenhangt met de groeiende impact van de financiële sector. Dit verklaart ook waarom essentiële banen steeds meer onnodige taken bevatten. Om dit te begrijpen, gaan we terug naar de opkomst van het industriële kapitalisme. Ondernemers richtten zich toen vooral op de productie van specifieke producten, zoals landbouwmachines of ontbijtgranen. De bedrijfsleiders hadden in cultureel opzicht méér gemeen met de werknemers aan de lopende band dan met professionele investeerders en beursspeculanten. Hoewel ze financiële diensten gebruikten, stonden bedrijfsleiders toch wantrouwend tegenover de financiële sector, wat merkbaar was in de interne organisaties van bedrijven.
Rond 1970 trad er een verandering in, omdat de elites van de financiële sector en die van de managers, overheid en de bureaucratische toplaag, in feite fuseerden. CEO’s begonnen nu heen en weer te springen tussen bedrijven in totaal verschillende branches. De band tussen werkgevers en werknemers werd flexibeler en werknemers voelden zich minder loyaal naar hun bedrijf en werkgever. Om het gedrag van werknemers te monitoren en hun loyaliteit af te dwingen, werden bureaucratische pressiemiddelen ingevoerd.
Een belangrijke gevolgtrekking, die ook aansluit bij de praktijkervaring van de geciteerde ondernemer, is dat menselijke arbeid nu plaatsvindt binnen een systeem dat in theorie kapitalistisch is, maar in de praktijk heel anders functioneert dan wat begrepen en verklaard kan worden vanuit klassieke economische theorieën zoals die van Adam Smith, Karl Marx, Von Hayek en Keynes.
Wellicht vinden we een belangrijke aanwijzing bij de Franse theoreticus Guy Debord. Hij stelde in De spektakelmaatschappij (1967) dat de economie is overgegaan van ‘zijn tot bezit’ op ‘zijn tot schijnen’. Het geproduceerde product, wordt binnen het kapitalistische proces losgelaten en vervangen door representatie van dat product. Oftewel, niet het verwerven van bezit is nu de belangrijkste drijfveer van het kapitalisme, maar de handel in impressies, in sfeerbeelden, in ervaringen en status qua wat anderen van ons vinden. Dit verklaart de extreme aandacht voor marketing en PR, voor ideologische geurvlaggen op het werk. Het verklaart de groteske geldsommen die opgaan aan sociale media en aan CEO’s die net als feodale vorsten willen pronken met hun hofhouding, met hoeveel personeel zij onder zich hebben, los van hoe efficiënt het bedrijf opereert.
Kortom, Marx dacht dat het internationale handelsimperialisme de hoogste en laatste fase van het kapitalisme was, voorafgaand aan de uiteindelijke implosie. Maar er was nog een fase daarná, namelijk de productie en marketing van gebakken lucht. Graeber schiet dus tekort in zijn analyse van ‘bullshit jobs’; we moeten eerder spreken van een ‘bullshit economie’ die de voedingsbodem vormt voor dergelijke banen. In deze economie moeten ondernemers die iets tastbaars willen produceren en een positief resultaat willen bereiken, door bureaucratische en ideologische hoepels springen. Zéker de kleine zelfstandige wordt tot wanhoop gedreven.
Deze vernietigende situatie geldt helaas niet alleen voor multinationals, de overheid en mensen in loondienst. Neem nu een lunchroom-ijssalon in een dorp als Velp. Het is halverwege april en de zomer moet nog beginnen. Toch zit de zaak al vol met vliegen. De eigenaar kan hiertegen weinig doen: het ophangen van plakstrips om de vliegen te vangen is verboden onder het mom van ‘dierenmishandeling’. Als hij toch plakstrips ophangt, kunnen inspecties hem boetes opleggen van honderden euro’s. Dit is totaal ontmoedigend voor de motivatie om iets moois te creëren. Als ondernemer moet je dus ondernemen onder een regime dat eigenlijk niet wil dat jij onderneemt. Je zou dan een akkoordje moeten sluiten met de lokale burgemeester, om dit absurde beleid niet te handhaven in het belang van de gemeenschap die van de lunchroom gebruik wil maken. Helaas zijn er in Nederland geen gekozen burgemeesters en zijn de huidige burgemeesters afhankelijk van het partijkartel en de baantjesmolen. Wat kun je hier nog aan doen?
Jonge kinderen zijn meestal opgewekt wanneer zij ontdekken dat ze voorspelbare resultaten in de wereld kunnen bewerkstelligen. In dat stadium maakt het nog niet uit of wat ze bewerkstelligen ook nuttig is of een gunstig gevolg heeft voor henzelf. Simpelweg iets in gang kunnen zetten, biedt vreugde. Dit ‘plezier van het zijn van de oorzaak’ laat zien hoe essentieel het is, voor het zijn van een volwaardig mens, om een causale impact op de wereld te hebben. Experimenten laten ook zien dat, als het kind eerst plezier heeft in oorzaak-gevolg relaties in gang zetten, en als daarna die gevolgen worden weggelaten, het kind boos en verdrietig wordt en zich volledig van de wereld afsluit.
Hieruit volgt dat het geestelijk zeer schadelijk en ontwrichtend is voor mensen om een baan te hebben waarin iedereen doet alsof je invloed hebt, en alsof die invloed een relevante impact maakt, terwijl dit in werkelijkheid niet zo is. Als bedrijven werknemers gaan betalen voor hun tijd en aanwezigheid, in plaats van voor eenheden zinvol verrichte arbeid, zien we hoe de economie ten prooi valt aan perverse wisselwerkingen. De bullshit economie maakt de werknemer tot een pion in het machtsspel van een ander. Een pion die een verbeelding in stand houdt, een illusie van meer controle, efficiency en merkbekendheid. De arbeidsproductiviteit stijgt al jaren niet meer!
Doordat werk steeds meer onder protocollen wordt gebracht en wordt opgedeeld in compartimenten onder het mom van ‘efficiency’, is de oorspronkelijke betekenis van het begrip ‘zorg’ in dienstverlening aan het vervagen. In een zorgdienst is het normaal zo dat één persoon betaalt voor zorg. Daarbij gaat de ontvanger van het geldbedrag een overeenkomst aan, om ‘aan te voelen’ wat de betaler precies verlangt en verwacht, wat diens wensen zijn. De zorger raakt dus bedreven in het ‘aflezen’ van de emoties en intenties van de ander, terwijl hij die betaalt, dit omgekeerd niet hoeft te doen. Dit fingerspitzengefühl biedt sociale meerwaarde. Het maakt dat mensen die werken in een praktische zorgomgeving, vaak fijn zijn om mee te werken en mee om te gaan. Helaas verdwijnt dit emotionele kapitaal als een gevolg van bureaucratisering en digitalisering.
Voor een bondige samenvatting van wat er de laatste vijftig jaar met het kapitalisme is gebeurd, kijken we naar de Elephant Tea Factory aan de rand van Marseille. Dit was oorspronkelijk een zelfstandig bedrijf, maar werd overgenomen door Unilever, de eigenaar van Lipton, de grootste theeproducent ter wereld. Initieel werd de fabriek met rust gelaten en hadden de werknemers de gewoonte om aan de machines te sleutelen. Dit leidde in de jaren negentig tot verbeteringen die de productiesnelheid met vijftig procent verhoogden en daarmee ook de winsten.
In de jaren vijftig, zestig en zeventig was de consensus in de industriële wereld dat bij verbetering van het productieproces een deel van de hogere winsten terugvloeit naar de werknemers. Echter, vanaf de jaren tachtig gebeurde dit niet meer, doordat bedrijven werden overgenomen door managers die behoren tot een globale elite van beroepsbestuurders. Een medewerker van de theefabriek legde dit uit aan Graeber:
“Kregen wij wat van dat geld? Nee. Werd het teruggeïnvesteerd in de fabriek, voor meer arbeiders en meer machines? Ook niet. In plaats daarvan werden er meer kantoorklerken aangenomen. Toen ik hier begon te werken waren er slechts twee: de baas en zijn personeelschef. Nu zijn er zeven kantoormedewerkers die rondlopen en notities maken terwijl wij werken. Ze praten erover in vergaderingen en schrijven verslagen. Eigenlijk proberen ze hun eigen baan te rechtvaardigen en dat lukt maar niet.”
Doorgaans dient administratief personeel om de efficiëntie te verhogen. Hier had dit geen zin, omdat de arbeiders de efficiëntie van de fabriek eigenstandig al maximaal hadden verhoogd. Toch werden er kantoorklerken neergezet. Dit heeft dus niets met efficiëntie of productiviteit te maken maar alles met de veranderde rolopvatting van corporaties. Nu er geen gangbare praktijk meer is dat verhogingen van arbeidsproductiviteit zich vertalen in meer voordeel voor werknemers, is het hoogst haalbare dat je net genoeg doet om niet ontslagen te worden. Dit is dodelijk voor de arbeidsmoraal en heeft ook tot gevolg dat die taskmasters en box-checkers worden aangenomen om personeel te controleren. Helaas zijn de opbrengsten van de verhoogde productiviteit omgezet in peperdure gebakken lucht.
Wij concluderen dat deelnemen aan het arbeidsproces een vervreemdende ervaring is geworden. Is hier een praktisch advies aan te verbinden? Eigenlijk niet. Het individu kan er geen impact op maken en zal steeds meer worden blootgesteld aan geraffineerde vormen van gaslighting en manipulatieve nudging. Het meest zinvolle is om je zoveel mogelijk aan het arbeidsproces te ontrekken, totdat het weer een aantrekkelijke optie wordt. Dit laatste is evident niet uitsluitend financieel bedoeld.
Steun Sid Lukkassen via BackMe om dit werk mogelijk te blijven maken: https://sidlukkassen.backme.org/ Absoluut aan te raden is het om zijn werk te volgen via Telegram!
#Economie#paradigma#david graeber#zorgsector#vakbond#woke#diversiteit#inclusie#intersectionaliteit#transgenders#regenboogvlaggen#ondernemerschap#ideologie#karl marx#arbeidsproductiviteit#efficiëntie#kapitalisme#productiviteit#kantoorklerk#column#sid lukkassen
3 notes
·
View notes
Text
2988 Paint it black
Er gebeuren wel eens dingen waarvan je je afvraagt, waarom doet iemand dat? Een tijd gelden werd de regenboogvlag van de Grote Kerk naar beneden gehaald en even later sneuvelden er ook twee regenboogvlaggen in Zaanstad. Nu is Monnickendam weer aan de beurt. De fleurige regenboogbankjes tegenover het gemeentehuis zijn zwart geverfd. No colours anymore, I want them to turn black. Ik kan me niet…
View On WordPress
0 notes
Text
En toen stond mijn wereld even stil want het was weeral duidelijk dat nog niet veilig ben vandaag de dag, niet trots mag zijn voor wie ik ben en wie ik lief heb.
Dit is het huis waar ik twee jaar woonde, mij veilig voelde, het huis waar ik thuis kwam. Dit huis werd het mikpunt van haat; een paar jongeren dat de vlag in brand staken, eieren gooide naar het raam en een poging deden tot inbraak. Dit was het moment dat ik al verhuis was, maar de vlag nog steeds pronkte in de straat. Dit was het moment dat er vier andere mensen hun leven in gevaar kwam, ze zich onveilig voelde, slachtoffer werden... gewoon omdat ze mijn voetafdruk die ik daar heb achtergelaten wouden blijven representeren.
En het enigste wat ik kan voelen is verdriet, verdriet omdat er nog steeds mensen rondlopen dat het nodig vinden om hun mening te uiten op een haatdragende manier, verdriet omdat er mensen nu in het huis wonen die twijfelen om de vlag terug buiten te hangen uit angst, verdriet omdat mensen nog maar is met de neus op de feiten worden gedrukt dat haatdragende acties tegenover LGBT+ personen nog steeds elke dag kunnen gebeuren.
Maar ik zie ook hoop. Als ik hoor van mijn oud-huisgenoten hoe de buurt er mee omgaat, dan voel ik hoop, liefde en verbinding. De straat hangt momenteel vol met regenboogvlaggen, er komen acties in de nabijgelegen scholen en mijn oud-huisgenoten worden opgevangen door een warm netwerk van fantastische buren.
17 mei is het IDAHOT, de dag tegen homofobie en transfobie. Een dag waar ik dit jaar nogmaals maar is goed besef waarom dat deze dag broodnodig is.
3 notes
·
View notes
Photo
TODAY, January 18, Rotterdam - Mannenliefde met Van Der Staaij
Kom ook naar het SGP kantoor! Van der Staaij heeft mannenliefde* nodig om zijn verdorven hart op te warmen. Laat zien hoeveel liefde mensen aan elkaar kunnen geven en spreek je uit tegen haat en christenfundamentalisme! (*liefde van andere genders is ook zeer welkom) WAT GAAN WE DOEN: - We gaan regenbogen krijten voor de deur. - Neem zoveel mogelijk regenboogvlaggen en andere LHBTI+ versiering mee. - Een aantal sprekers zal over hun ervaringen praten - Verder maken we er een feestje van! - Afterparty is vanaf 20:30 bij Bar Loge90! (Schiedamsedijk 4, 3011 EB Rotterdam)
#antifa#antifascist action#antifascism#antifascisme#antifascistische actie#nederland#netherlands#antihomophobe aktion#antitransphobe aktion#lgbtqi+#lgbt#rotterdam#sgp#homophobia#kees van der staaij
16 notes
·
View notes
Text
Hoofdstad
Vandaag was ik in onze hoofdstad. Ik had in de ochtend een afspraak, in Amsterdam-Oost (om precies te zijn: INIT op het eiland Oostenburg). Aangezien fietsen zo ongeveer mijn nieuwe hobby is, vertrok ik geheel in stijl op de OV-fiets richting mijn bestemming. Onderweg werd ik getrakteerd op een fraai stukje Amsterdam, een stuk waar ik niet zo heel bekend mee ben. Veel nieuwbouw, toffe architectuur en moderne gebouwen. Als ik naar Amsterdam ga, ga ik toch meestal via de bekende wegen richting het centrum: de Dam, Spui, Leidseplein en Museumplein. De weg naar Paradiso is mij bekend, evenals de weg naar de Melkweg (haha). Maar dit keer geen concert of dagje winkelen. Op naar Oost dus. Onderweg waren weinig toeristen. Misschien hier en daar een verdwaalde mede-OV-fietsster. Echt mega handig, die dingen. Vooral op een zonovergoten dag als vandaag, is het heerlijk om met de wind in de haren op het fietsje door Amsterdam te cruisen. Na de afspraak lunchten we in een oriëntaals cafeetje dat op de hoek zit van Oostenburg. En was het tijd voor het eerste biertje. Kan prima, om half 12 in de middag toch? Tenslotte was het mijn vrije dag. Na een hele gezellige lunchafspraak stapte ik rozig op mijn bolide, nu wel richting het centrum. Het is een kunst om de toeristen en de menigte te omzeilen, zigzaggend over de fietspaden. Overal wapperden trouwens vlaggen. En nee, dit keer geen omgekeerde Nederlandse vlaggen, maar vrolijke regenboogvlaggen. Het is tenslotte Pride in Amsterdam en aangezien de stad een grote variatie aan mensen en culturen huisvest, is het niet zo gek dat die vlag op iedere straathoek wappert in de wind. Ik fietste langs de Oude Kerk, kwam langs de Hermitage, en reed richting de zuidelijke grachtengordel. Daarna zette ik koers richting West: de 9 Straatjes. Een van mijn favoriete plekken van Amsterdam (ik had even geen zin in het Leidseplein of een ander soortig plein). Ik parkeerde de bolide, slenterde de straatjes door en genoot van het geroezemoes, de bootjes op de grachten, de terrasjes die volgepakt zaten en de kleurrijke winkels die ik voorbij liep. Het zonnetje deed haar best om mijn armen en schouders rood te kleuren. Ik dook even een Vans-winkel in, kocht wat kleine dingen, slenterde weer verder en had ineens dorst. Soepeltjes klom ik een terras op en bestelde een biertje. Het terras behoorde tot een heerlijk typisch Amsterdams kroegje, met een plat-Amsterdams-pratende barmeneer. Die mij ‘vrouwtje’ noemde. Tja. Wat kan ik daar nou van zeggen. Je bent in Amsterdam of je bent het niet. (En ‘meisje’ is het dan ook weer net-niet). Wat heeft een mens - of vrouwtje - nog meer nodig op een vrije, zonnige dinsdagmiddag? Een koud biertje op een terrasje in Amsterdam, aan de gracht. Zalig!
0 notes
Text
Verbod op regenboogvlaggen in studentenflat na brandstichtingen
Verbod op regenboogvlaggen in studentenflat na brandstichtingen Close-up van regenboogvlag die buiten zwaait Een brandstichting in een studentenflat in Amsterdam heeft geleid tot een verbod op regenboogvlaggen in de gangen van het gebouw. Een maand geleden en vorige week opnieuw werden verschillende vlaggen ter ondersteuning van de lgbt-gemeenschap in brand gestoken. Eigenaar Duwo heeft het…
View On WordPress
0 notes
Text
2934 Praten met pyromanen Zaanpride
In Koog aan de Zaan zijn afgelopen zaterdag twee regenboogvlaggen in brand gestoken. Het is gebeurd in de nacht. Dat pleit voor de daders, want daarmee geven ze aan dat ze heel goed beseffen dat hun pyromane actie het daglicht niet kan verdragen, anders zouden ze het wel overdag tijdens de Zaanpride hebben gedaan: ‘Hallo jongens, wij zijn er ook nog! Wij zijn witte heteroseksuele mannen en wij…
View On WordPress
#ate vegter#brand#column#dagboek#haat#lhbtiq+#liefde#Monnickendam#verdraagzaamheid#zaanpride#zaanstreek waterland
0 notes
Text
Voorzitter COC stopt: “alleen maar bergafwaarts met de toekomst van COC NHN”
Voorzitter COC stopt: “alleen maar bergafwaarts met de toekomst van COC NHN” Regenboogvlaggen op gemeentehuizen, Regenboog-zebrapade...
https://www.alkmaarcentraal.nl/nieuws/60047530-voorzitter-coc-stopt-alleen-maar-bergafwaarts-met-de-toekomst-van-coc-nhn
0 notes
Photo
When even your juice is gay
0 notes
Text
3x Plastic regenboog vlaggenlijn 10 meter
3 regenboog vlaggenlijnen Drie regenboog vlaggenlijnen van 10 meter per stuk De vlaggenlijn regenboog heeft 7 meter met regenboogvlaggen en 15 meter aan beiden zijden wit ophanglint De vlaggetjes van vlaggenlijn Regenboog zijn ca 27 lang en het bovenste deel 22 cm breed Materiaal PE plastic http://dlvr.it/RCQT6f
0 notes
Text
DE OMGEKEERDE WERELD
We hebben de laatste tijd al vele malen geschreven over de crisis binnen links, en de vervreemding tussen veel linkse groepen en de arbeidersklasse, onze traditionele basis. Op zich heeft het schrijven over dit onderwerp weinig zin, omdat er binnen links geen echte wil lijkt te zijn om iets te veranderen. Er is tot nu toe geen enkele poging zichtbaar om de kloof tussen de linkse groepen en de klasse te dichten. Het resultaat is voorspelbaar; links, tenminste een deel van links, gaat voort op de ingeslagen weg en neemt steeds meer afstand van onze traditionele basis. Omdat er weer nieuwe voorbeelden zijn van dit alles willen we toch nog een poging wagen om wat licht in de duisternis te brengen. Maar dan is de discussie ook gesloten, want trekken aan een dood paard is geen aan te bevelen bezigheid.
We schreven al eerder dat het gebrek aan actie van links, steeds meer andere groepen de mogelijkheid biedt om onderwerpen over te nemen of te kapen, die altijd als traditionele linkse onderwerpen of voorstellen werden gezien. In de afgelopen weken kwamen we hiervan opnieuw een voor zich sprekend voorbeeld tegen. Het consumentenprogramma Radar begon een petitie, gericht aan het parlement, waarin wordt verzocht om een proef te starten met een basisinkomen voor 55 plussers zonder baan. De petitie werd door duizenden mensen ondertekend, en is intussen aangeboden. Een goed initiatief. Maar hoe kan het zijn dat een programma van de AVRO/TROS met dit voorstel komt, terwijl het basisinkomen altijd een links idee geweest is? Over de politieke achtergrond van beiden omroepen hoeven we niet te twijfelen. Ze staan dichter bij de VVD dan bij welke linkse groep dan ook. Weer laat links een kans om te scoren liggen.
Als linkse groepen of acties al in het nieuws komen, is het meestal minder positief. Kijk maar naar de onzinnige en schadelijke Zwarte Piet acties. Nog af gezien van het feit dat het belachelijk is om actie te voeren tegen een niet bestaand figuur, die onderdeel is van een kinderfeest, zijn de acties in de ogen van de meeste mensen verkeerd en belachelijk. Je moet je afvragen of de zogenaamde activisten wel eens luisteren naar de commentaren in hun omgeving. Commentaren en opmerkingen uit de arbeidersklasse, onze klasse. Als ze dat zouden doen, zouden ze misschien merken dat deze onzin de vervreemding tussen links en de gewone mensen alleen maar verder opvoert. En de kloof is op zich al meer dan groot genoeg.
Laten we de punten eens tegenover elkaar zetten. Waar maken veel mensen zich zorgen over? De stijgende zorgkosten, de steeds verder op klimmende pensioenleeftijd, het verlies van banen, de snelle veranderingen in de maatschappij, waaronder de toename van de invloed van de islam, de stijgende huurprijzen en de toenemende armoede. En dat is nog maar een greep. Waar houdt actievoerend links zich vooral mee bezig? Afschaffing Zwarte Piet, de geschiedenis van het koloniale verleden, panden vinden voor vluchtelingen die geen recht op een vergunning hebben, met regenboogvlaggen sjouwen, en campagne voeren voor aparte toiletten voor transgenders. Misschien zal er nog een juiste campagne tussen doorlopen, maar de politieke correctheid is totaal doorgeslagen. Dit gaat ten koste van de gewone mensen en hun wensen en noden.
We hebben al eerder geschreven dat onze voornaamste taak is om de strijd om de macht te voeren. Omdat te kunnen doen hebben we onze klasse nodig. Alles wat deze strijd in de weg staat, of er van afleid, kan alleen maar gezien worden als sabotage of zelfs contra revolutionair gedrag. Uiteindelijk zullen het niet de activisten zijn die het systeem omver werpen, maar onze klasse aangevoerd en begeleid door een revolutionaire partij. Hoe kunnen we ooit hopen om de klasse mee te nemen in deze strijd, als we niet het respect kunnen winnen van de mensen die het hardste door het kapitalisme worden getroffen. Laatst schreef iemand dat er in het verleden partijen waren die op kwamen voor de mensen aan de onderkant. Nu hebben die zelfde mensen het idee alleen te staan. Terwijl veel mensen niet kunnen rondkomen, neemt de activist de bus naar het anti Zwarte Pieten protest. Terwijl de armoede stijgt, ziet links niets anders dan de problemen van wat minderheden. Als of er geen andere problemen zijn. Als of de grootste strijd al gestreden is. Wat moeten de mensen denken als ze dit zien?
Ze kunnen alleen maar denken dat links, en dat geldt zowel voor organisaties als individuen, het zicht op de realiteit volledig kwijt is. Dat alleen randverschijnselen tellen, en alle anderen problemen gewoon genegeerd worden. Dat in een tijd waarin de aanvallen van het systeem alleen maar toenemen, en de armoede een stijgende lijn vertoond, er geen aandacht is voor de problemen van onze klasse. Het is dan ook geen wonder dat veel mensen naar de populisten lopen, en misschien later nog een stap verder gaan. Daar krijgen ze de aandacht waar ze naar uitkijken, hoewel het uiteindelijk niets zal opleveren.
Als links niet snel de weg terugvindt naar de realiteit, en de noden en eisen van onze klasse, zal de crisis permanent zijn en tot het totale failliet leiden. Dan kunnen we alleen wachten tot onze ideologie een nieuwe organisatie produceert die wel binnen de realiteit van de arbeidersklasse staat. Er zal dan alleen veel tijd verloren gaan, met ook veel slachtoffers als gevolg. Dat is jammer maar onvermijdelijk, en nog steeds beter dan trekken aan dat dode paard. Ons rest dan alleen het volgende: onze ideologie zuiver houden, verder ontwikkelen, en wachten op het juiste moment. Om verdere schade te voorkomen.
0 notes
Text
Wat je allemaal niet doet als je in Amsterdam woont
Toen ik te horen kreeg dat ik 3 weken op een woonboot in hartje Amsterdam mocht wonen, bedacht ik wat ik al die tijd zou kunnen doen om de hoofdstad beter te leren kennen. Zeker omdat ik normaal weinig in die stad kom. Ik ging zelf nadenken, vroeg vrienden en wildvreemden wat ik zou moeten doen. En kreeg met regelmaat te horen dat het wel gek is dat ik niet weet waar het Vondelpark ligt, Het Liedseplein wel ken, maar het Rembrandtplein niet en ik ben nog nooit in het Rijksmuseum geweest noch in het Anne Frank Huis.
Maar he, ik woon er drie weken, dus daar zou verandering in komen! Ik zou door de leuke wijkjes gaan zwerven, Door Amsterdam Oost, of de Jordaan. De Pijp vinden, want geen idee waar ik het moet zoeken. Toeristische hotspots aandoen en zelfs de Hop-On Hop-Off bus (of boot) pakken om meer over de stad te leren... Wilde plannen, maar helaas, over niks van bovenstaande ben ik iets wijzer geworden.
Ik ben niet in het Vondelpark geweest. Niet eens in de buurt van het Rijksmuseum of het Anne Frank Huis gekomen. Wel op het Leidseplein, maar niet op die van Rembrandt. Geen toeristische trekpleister bezocht, op De Wallen na bij nacht en ontij. En ik weet nu vrijwel niks meer over de stad dan ik al wist.
Dat komt ervan als je boot al een attractie genoeg is. Het enkel zitten op het bovendek was meer dan voldoende is om me uren bezig te houden. De wereld die aan je voorbij trekt te aanschouwen, in rondvaartboten, in zuipsloepen of gewoon in een klein motorbootje. De luchten te zien verkleuren, de regenboogvlaggen voor de Pride te zien komen en gaan. En ondertussen de katten kroelen en verzorgden, want daarvoor was ik er immers..En natuurlijk moest ik gewoon werken.
Ik heb niet helemaal niks gedaan trouwens. Ik ben wezen wandelen in volkstuintjes en al het groen wat Amsterdam te bieden heeft tussen stations Sloterdijk en Centraal. De Haarlemmerstraat, Het Westergasterrein. Heerlijk. Ook deze stad heeft zijn unieke plekjes. En karakter. Maar na deze weken weet ik het zeker: Amsterdam is leuk, echt, maar liefde voel ik voor Rotterdam. En ik weet dat ik in januari naar Vught moet om een restaurant uit te proberen. Tsja, je spreekt nog eens iemand in de grote stad. Wie wil er mee?
0 notes