#het verzet
Explore tagged Tumblr posts
Text
collega die herkent dat ik gevoelig ben maar stoïcijns overkom dat is hoe het is, hoe het altijd was!!!!!! mijn ouders werden opgeroepen omdat de juf geen hoogte van me kon krijgen!!!!!!!!!!!!! tegelijkertijd kan ik huilen als ik een koe in de weide zie liggen!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!
#persoonlijk#maar alleen als ik alleen ben ofc of hoogstens met mijn favoriete mensen!!!!!!!!#een gevolg van mijn opvoeding dat is wat het is!!!!!!!!!!!!!!#maar ik zweer redelijk bij het stoïcisme want#oordelen zorgt ervoor dat je minder mogelijkheid hebt om te ander te begrijpen#tegenslagen kunnen lessen zijn als je ervoor openstaat#accepteer het nu radicaal en dat betekent niet niet opkomen voor wat schadelijk is maar#verzet je niet tegen wat nu gebeurt zie het voor wat het is & HANDEL
0 notes
Text
Het KZ syndroom
Een litteken dat nooit verdwijnt
View On WordPress
#8 mei#August Vermeylenfonds#Dirk Verhofstadt#Helden van het Verzet#Henri Heimans#Huis van de Mens#KZ syndroom#Louis Paul Boonkring#S-Plus#S-Plus Club Henri Vanhuffel
0 notes
Text
Dag van het Geweldloos Verzet
0 notes
Text
'Hij was hun spiegelbeeld, ontdaan van feestneus en valse baard'
De jaren 60 waren de jaren van protest tegen het establishment. bron beeld: volkskrant.nl Ik las Een ellendige nietsnut van Remco Campert (1929-2022) en besefte me dat Campert vooral ook een schrijver van het tijdsgewricht was. Bij het lezen van het eerste verhaal in deze bundel kwamen termen als: Langharig tuig en Ga eens aan het werk bovendrijven. Het verhaal beschrijft de tijden van verzet…
View On WordPress
#20-ste en 21-ste eeuws#burgerman#Den Haag#dichter#loopbaan#mislukt#NL#patroon van het leven#schrijver#systeem#tijdsgewricht#verzet
0 notes
Text
Genshin x Lezer: Eerste kus
Het is duidelijk dat hij je wil zoenen en dat het gevoel wederzijds is, maar je voelt je verplicht om vooraf de waarheid te vertellen. “Ik heb eigenlijk nog nooit iemand gekust.”
Hoe zouden verschillende Genshin-mannen reageren?
Personages: Albedo – Alhaitham – Ayato – Childe – Cyno – Diluc – Gorou – Kazuha – Kaeya – Tighnari – Xiao – Zhongli
Woordenaantal: 2242
Opmerkingen: Lezer is genderneutraal. Deze fanfictie is een vertaling van First kisses.
Lees hieronder of op AO3.
Albedo
“Ik heb ook nog nooit iemand gekust. Ik zou graag willen weten hoe het voelt.”
“Dat…” Je grinnikt en maakt je zin niet af. Die nieuwsgierigheid is zo typerend voor hem; nieuwsgierigheid naar wat het is om mens te zijn.
“O, maar begrijp me niet verkeerd. Ik zou het niet met zomaar iedereen doen. Maar jij... jij bent speciaal. Ik ben nieuwsgierig naar jou. Hoe het zou zijn om je te kussen, onder andere.”
Hoe kan hij dat zonder blikken of blozen zeggen ? vraag je je af. Toch moet je als vanzelf glimlachen. “Ik bevredig je nieuwsgierigheid graag, Albedo.”
Zijn ogen lichten op. “Goed dan, als je me toestaat...” Zijn gehandschoende hand raakt je wang terwijl hij naar je toe beweegt. Je sluit je ogen; zijn warmte zweeft naar je toe in de duisternis. Dan voel je iets op je lippen. Albedo's lippen lijken de jouwe amper te beroeren, ze nauwelijks aan te raken – hij wil niet te veel nemen, niet meer dan jij hem toestaat. Hij trekt zich weer terug, je hongerig achterlatend voor meer.
“Was dat fijn?” fluistert hij.
“Het was niet genoeg. Probeer het nog eens.”
Alhaitham
“Daar hoef je je geen zorgen over te maken. Ik kan je er alles over leren.”
Voordat je kunt reageren, zijn zijn lippen al op de jouwe. Eerst ben je verbaasd, maar al snel genoeg laat je hem leiden. Zijn hand rust stevig in je nek. Niet op een dwingende manier, maar op een manier die je het gevoel geeft dat je dicht bij hem wordt gehouden, veilig. Hoewel zijn tong je mond niet binnendringt, is het niet minder hartstochtelijk. Hij houdt de kus vast en speelt met je lippen, verkent elk deel ervan. Het bevalt je wel. Ondanks de intensiteit heb je het gevoel dat een deel van hem zich inhoudt. Alhaitham lijkt altijd zo beheerst, maar de manier waarop hij je lippen verslindt, doet hem lijken alsof hij een dam is die op het punt staat te barsten.
Als je lippen eindelijk van elkaar loslaten, kijk je elkaar aan en zwijg je even.
Alhaitham is de eerste die de stilte verbreekt. “Dat was de eerste les. Als je wilt, kan ik je verder onderwijzen.”
Je voelt je wangen rood worden.
Ayato
“Niet? Wat… bijzonder van je.” Hij grijnst.
“Wat bedoel je daar nou mee?”
“Het is vrij ongewoon om iemand van jouw leeftijd te vinden die nog niet zo'n ervaring heeft gehad. Er is natuurlijk niets mis mee. Sterker nog...” hij haakt af.
“Sterker nog, wat?”
“Ik denk dat ik het idee dat je nog niemand gekust hebt wel leuk vind. Ik ben graag de eerste.” Hij knipoogt. Hij probeert stiekem zijn hand op je rug te leggen. Je merkt het, maar doet alsof je dat niet doet. Wanneer zijn hand zijn plaats heeft gevonden, trekt hij je dicht tegen zich aan. “Laat mij de eerste zijn, oké?” Je verzet je niet en hij leunt naar voren. Zijn lippen op de jouwe, zo zoet. Zijn tong glijdt in je mond. Dat had je niet verwacht, maar misschien had je dat wel moeten doen, Ayato kennende. Zijn tong tegen de jouwe voelt vreemd en toch oneindig intiem. Zijn mondhoeken krullen in een glimlach. Het lijkt erop dat Ayato's doel is om elk hoekje en gaatje van je mond te inspecteren, de manier waarop zijn tong er doorheen gaat, de hele tijd tegen de jouwe aan schurend.
Wanneer je voelt dat het genoeg is, maak je een geluidje, maar Ayato heeft nog niet genoeg gehad. Hij gaat nog even door, nog steeds grijnzend; hij heeft een sadistisch trekje. Je laat hem zijn gang gaan. Je bent van hem, en van hem alleen. Als Ayato uiteindelijk op zijn eigen voorwaarden de kus verbreekt, houdt hij je gezicht tussen zijn handen. Met zijn duimen speelt hij met je lippen. “Nu heb ik je de mijne gemaakt. Helemaal.”
Childe
“Kameraad, je kent me. Ik beloof dat ik voorzichtig zal zijn, dus er is niets om bang voor te zijn.”
“… Oké. In dat geval…” Kus me, wil je zeggen, maar het voelt te gênant om het hardop te zeggen. Je kunt hem niet eens in de ogen kijken.
Gelukkig lijkt Childe het te begrijpen, maar vraagt het toch voor de zekerheid. “Mag ik je kussen?”
Je knikt, nog steeds niet in staat om hem in de ogen te kijken. Maar hij haakt zijn vinger onder je kin en dwingt je hoofd omhoog, zodat je hem aankijkt. “Sluit je ogen.” Je gehoorzaamt. Hij drukt zijn lippen op de jouwe. Zoals hij beloofd had, hij is voorzichtig. Childe behandelt je alsof je in stukken zou kunnen breken als hij je te hard aanraakt. Hij blijft even hangen en proeft jouw lippen, en jij proeft de zijne – het smaakt naar die Snezhnayaanse likeur waar hij zo dol op is – voordat hij eindelijk de kus beëindigt. “Nou, dat was best fijn, al zeg ik het zelf. Mee eens?”
“Ja,” zeg je, terwijl je jezelf in zijn omhelzing begraaft. Fatui Voorbode of niet, hij is een warmer en zachtaardiger persoon dan de meeste mensen denken.
Cyno
“En?”
Dat antwoord zag je niet aankomen. “Ik, uhh... ik weet het niet. Ik vond dat je het moest weten? Zodat je niet teleurgesteld zult zijn in mijn… vaardigheden…”
Hij zucht. “Luister, y/n. Het maakt me niet uit. Ik wil je kussen omdat ik me dicht bij je wil voelen. Omdat ik om je geef. Ik ben niet zo'n man die alleen zoent voor de fysieke sensatie. Het gaat niet om de kus, het gaat om jou.”
Er valt een stilte.
“Mag ik? Je hoeft je geen zorgen te maken dat je het niet goed doet. Ik wil me gewoon dicht bij je voelen. Je betekent veel voor me.”
Je knikt. “Dat mag.”
En hij drukt zijn lippen op de jouwe. Heel even maar. Dan knuffelt hij je. “Je bent warm. Het is fijn.”
Diluc
“Ben je zenuwachtig?” Hij glimlacht. “Nergens voor nodig.”
“Ik wil je gewoon niet teleurstellen,” zeg je.
“Je zou me nooit kunnen teleurstellen, lieverd. Mag...” hij pauzeert even. Zijn hand ligt al op je wang, zijn duim op je lippen. Zijn hele gezicht vraagt “Mag ik je kussen?”, hoewel hij de woorden niet uitspreekt.
Je voelt je warm worden, terwijl je een nauwelijks merkbaar knikje geeft. Diluc komt langzaam dichterbij en sluit zijn ogen – jij sluit de jouwe ook. Eerst kietelt zijn adem je gezicht, maar dan voel je hem op je lippen. Eerst voorzichtig en zachtjes, maar al snel wordt de kus hartstochtelijker. Zijn mond is stevig op de jouwe geplant. Zijn ene hand ligt op je jukbeen; de andere ligt op je onderrug en trekt je dichter naar hem toe. Hij lijkt er maar geen genoeg van te krijgen en dat vind jij ook niet erg – tot het moment dat je het doet. Je trekt je voorzichtig terug en hij laat je gaan. Je kunt alleen maar “wow” zeggen.
Hij grijnst – een zeldzaam verschijnsel. “Ik zei toch dat je niet zenuwachtig hoefde te zijn. Ik denk dat dat geweldig was.”
Gorou
Zijn oren spitsen zich verbaasd. “Oh, is dat zo? Nou, maak je geen zorgen! Voor alles is een eerste keer, toch?”
Zijn openheid stelt je weer helemaal op je gemak. “Je hebt gelijk. Bedankt.”
“Dus... zou je misschien... verdorie, hoe zeg ik dit?” Hij komt niet goed uit zijn woorden en zijn wangen zijn vuurrood. Het is niet zijn bedoeling, maar je vindt hem altijd zo schattig.
In plaats van hem verder te laten mompelen, houd je zijn gezicht in je handen en druk je je lippen op de zijne. “Jij moet je ook niet te veel zorgen maken.”
“J-je hebt gelijk,” mompelt hij, zijn ogen in verlegenheid afgewend. Maar hij herstelt zich snel. “In dat geval…”
Deze keer is hij degene die de kus initieert. Hij trilt een beetje, waarschijnlijk van opwinding. Hij smaakt zoet, naar lavendelmeloen. Voor je het weet is de kus voorbij.
“Ik hoop dat je eerste kus niet tegenviel, en… bedankt dat ik de eer mocht hebben.”
Kaeya
“Oh? Wie had gedacht dat iemand die zo mooi is als jij nog zo onschuldig zou zijn?” plaagt hij.
“Hou je mond,” mopper je terwijl je een glimlach niet weet te onderdrukken.
“Zie je? Die schattige glimlach van je... die zou ik nu al duizend keer gekust hebben als het kon.”
Zijn verwaande opmerkingen maken iets in je wakker, een behoefte om meteen terug te plagen. “Dan moet je maar beginnen met het inhalen van de verloren tijd.”
Dat hoef je geen twee keer te zeggen. In een oogwenk staat hij voor je, met zijn hand op je wang en zijn mond naar de jouwe bewegend. Je sluit je ogen en leunt ook een beetje naar hem toe. Dan voel je zijn lippen... op je voorhoofd. Je opent je ogen weer. Kaeya kijkt je triomfantelijk aan. “Niet genoeg?”
In plaats van antwoord te geven, ben jij nu degene die naar hem toe beweegt en je lippen op de zijne drukt. Hij lijkt in eerste instantie verrast, maar herstelt zich snel en ontspant zich. Wanneer je de kus beëindigt, brengt Kaeya zijn lippen naar je oor en fluistert: “We hebben er één gehad, nog 999 te gaan.”
Kazuha
Hij glimlacht, zijn hoofd iets getilt. Er komt niets uit zijn mond, maar zijn ogen spreken voor hem. “Het maakt niet uit,” zeggen ze. Hij stapt geruisloos naar je toe en jij opent je armen voor hem. Hij maakt geen aanstalten voor een kus; hij laat zich gewoon door jou omhullen. Zijn armen slaan zich ook om jou heen. Het is een kalmerende knuffel. Kazuha is daar dol op; hij houdt ervan om door jou aangeraakt te worden. Zijn huid is zacht. Hij weet je altijd op je gemak te stellen.
Hij maakt zich een beetje los, net genoeg om naar je gezicht te kunnen kijken. “Je bent adembenemend.” Zijn oprechte woorden doen je blozen. Je komt in de verleiding om “jij ook,” te zeggen omdat hij mooi is, maar zo'n zin voelt ongemakkelijk en oneerlijk als hij het eerst zegt. Dan, zachtjes, met een fluistering die je bijna mist, zegt hij “kus me”.
O, hij is zo schattig, denk je.
Dan druk je je lippen op de zijne.
Tighnari
“Oh, maak je je daar zorgen over? Dat is nergens voor nodig. Iedereen moet vroeg of laat zijn eerste kus krijgen – of in ieder geval degenen die er überhaupt aan toe komen om te zoenen.” Tighnari zegt het zo zakelijk dat het moeilijk is om hem tegen te spreken. Toch blijft een deel van je je ongemakkelijk voelen.
“En je vindt het niet erg? Helemaal niet? Misschien ben ik er niet… goed in?”
“Hé.” Hij legt zijn handen op je schouders. “Stop daarmee. Je betekent veel voor me. Hoe goed je bent in zoenen is onbelangrijk. Het gaat niet om vaardigheid, het gaat om – liefde.” Hij pauzeerde voordat hij dat laatste woord sprak. Hij ging van feiten naar gevoelens. “Ik hou van je en niets kan dat veranderen. Begrepen?”
“Mm-mm.” Je knikt.
“Goed. Mag ik nu?”
Je knikt opnieuw. Hij plaatst zijn lippen op de jouwe.
Xiao
“... En?”
“Nou, weet ik veel... Misschien verwachtte je dat ik goed ben, maar dat is waarschijnlijk niet zo.”
Hij maakt een geërgerd geluid met zijn tong. “Daar hoef je je geen zorgen over te maken.”
“Maar...” begin je, maar je weet niet zeker wat je wilt zeggen en dus haak je af zonder iets gezegd te hebben.
“Maar wat?”
“Je kunt wel zeggen dat ik me er niet druk om moet maken, maar ik doe het toch. Ik wil zo graag dat je ervan geniet, Xiao.”
Xiao is geen expressieve man, dus zijn uitdrukking van lichte verbazing duidt op zijn absolute choque. “Ik... ik...” stamelt hij. Het is zeldzaam om hem zo te zien. Hij zucht. “Ik ben al blij dat ik je aan mijn zijde heb. Het is belachelijk om te denken dat ik teleurgesteld zou zijn over zoiets als dat je niet goed bent in zoenen.”
“Oh, ik snap het.” Je voelt je gerustgesteld door zijn ongewone eerlijkheid. “Dus... wil je?”
“Zoenen?” Hij lijkt een beetje opgewonden, maar je laat je daardoor niet tegenhouden.
“Ja. Kus me alsjeblieft.” Die laatste woorden waren amper meer dan een fluistering. Toch hoorde hij je.
Zijn uitdrukking wordt zelfverzekerder. Hij trekt je dicht tegen zich aan en zoent je.
Zhongli
“Dat is toch niet zo vreemd?”
“Ik denk het niet, maar... zul je niet teleurgesteld zijn?”
“Schat, je kunt me nooit teleurstellen.” Hij steekt zijn hand uit. Wanneer je hem aanneemt, trekt hij je dichterbij, zodat je op zijn schoot komt zitten. “Ik wil je niet onder druk zetten, dus voel je altijd vrij om terug te trekken. Maar...” hij beweegt zijn mond naar je oor, ”mag ik je kussen?”
“Ja,” antwoord je zacht.
Zhongli drukt een kus op je wang voordat hij naar je mond beweegt. Hij is langzaam en voorzichtig, neemt zijn tijd. Het is niet vurig, maar op de een of andere manier toch intens – alsof hij van elk moment geniet. Als je je eindelijk terugtrekt, kijkt hij je aan met ogen vol liefde. “Ik hoop dat het naar je zin was. Het was in ieder geval naar mijn zin.”
#genshin x reader#albedo x reader#alhaitham x reader#ayato x reader#childe x reader#cyno x reader#diluc x reader#gorou x reader#kazuha x reader#kaeya x reader#tighnari x reader#xiao x reader#zhongli x reader#albedo#alhaitham#ayato#kamisato ayato#childe#tartaglia#cyno#diluc#kaeya#kazuha#gorou#tighnari#xiao#zhongli#genshin impact#diluc ragnvindr#nederlands
25 notes
·
View notes
Text
Officials' opposition to support for Israel spreads to other countries with new ceasefire declaration
10 notes
·
View notes
Text
Er is niemand die ooit wist
hoe de liefde uit te leggen.
Maar jullie toonden woordeloos
hoe je het spoor moet houden hoe
Houden Van in groot verzet
als formule klinkt: gelijk aan
jij maal jij, tussen haakjes
tot de onbekende macht.
5 notes
·
View notes
Text
Met vrijheid getooid
Ergens in de jaren zeventig las ik George Orwells roman '1984'. Ik meen me te kunnen herinneren hoe gevangen ik mezelf voelde in de wurgende sfeer van de totalitaire staat waarin hoofdpersoon Winston Smith leeft. Op de witte gevels van het Ministerie van Waarheid, waar hij werkt, staat in sierlijke letters: OORLOG IS VREDE – VRIJHEID IS SLAVERNIJ – ONWETENDHEID IS KRACHT. Ik moest toen tijdens het lezen toch ergens mijn hoop vandaan halen. Was het niet in de natuur, ver weg van de hermetisch gecontroleerde stad, dat de laatste resten vrijheid te vinden waren? Het zou toch onmogelijk zijn om onder elke boom, in elke bergspleet of verscholen in het riet gedetecteerd te kunnen worden. Ieder jaar komt die gedachte wel een keer naar boven, als ik ergens langs een water loop, of midden door een bos.
Ik bladerde in het boek dat decennia dicht was gebleven, op zoek naar een passage die dat vermoeden zou bevestigen, en vond het op pagina 103. Een onbekende vrouw heeft Winston op slinkse wijze haar streng verboden liefde aan hem kenbaar gemaakt. Ze ontsnappen aan de ogen van Big Brother ergens ver buiten de stad. “Het zonlicht zeefde door bladeren zonder tal en was nog heet op hun gezichten. Winston keek uit naar het veld daarachter en had een eigenaardige, trage schok van herkenning. Hij kende het van gezicht. Een oude, kort afgegraasde weide, met een voetpad er dwars doorheen en hier en daar een molshoop. In de ongelijke heg aan de overkant deinden de takken der olmbomen nauw merkbaar in het koeltje, en hun bladeren bewogen zwakjes in dichte opeenhopingen, als vrouwenhaar. “ En dan raken ze samen betoverd door het zingen van een lijster, en vervolgens door elkaars lichamen.
Ik dwaalde in Breda langs enorme foto's die verspreid opgesteld stonden in een braakliggende gebied waar de natuur langzaam terrein wint. Het was Breda Photo. Ik werd onmiddellijk getroffen door een foto van een jonge vrouw. Ze heeft een krans van bladeren om haar haar gedaan. Ze draagt een mouwloze jurk met zonnebloemen en aan een lange, kleurige ketting hangt een halve maan. Haar blik is verstild en naar binnen gekeerd. Ze zou een Zuid-Amerikaanse kunnen zijn, of iemand uit India, maar ze is een Iraanse. Ik las dat de Iraans-Canadese fotografe Parisa Azadi, jonge Iraniërs fotografeert die in de woestijnen en bossen een gevoel van vrijheid zoeken, ver weg van het stedelijk islamitische regime.
Ik was vergeten hoe Orwells roman eindigt en zocht het op. Ellendiger kan het niet: gebroken door het systeem geeft Winston Smith zich over aan het systeem. In de foto van de Iraanse lees ik hoop: haar gezicht verraadt de realiteit van het leven dat ze voor even achter laat en dat weer op haar wacht, maar daar, in dat donker bos, tooit ze zich met symbolen van vrijheid. Misschien is die maan aan haar ketting, niet wassend maar afnemend, een teken van hoop of stil verzet.
2 notes
·
View notes
Text
"In de meeste ervaringsverhalen ligt de focus op creativiteit als vorm van verzet. De vastberadenheid waarmee veel mensen zich bezighouden met kunst, muziek, schrijven of poëzie, vormt een antigif tegen de zinloosheid van hun 'echte' werk."
David Graeber - Bullshit Jobs - Over zinloos werk, waarom het toeneemt en hoe we het kunnen bestrijden (2018), p.146
5 notes
·
View notes
Text
Vandaag is het weer meet dag. Spannend! Ik mag meteen op de weegschaal gaan staan. Er is nu een kilo af in een week, maar in totaal 1,2 kg vet dus dat is goed. Spiermassa en vocht ook goed. Coach Natascha heel tevreden, dus ik ook. Natuurlijk had ik op meer gehoopt, maar te snel is ook niet goed en met elke week 1 kilo eraf kom ik er ook 😉 In totaal ben ik nu 4,3 kg afgevallen. We hebben even geteld over hoeveel maanden ons feest is. Ik denk dat 2: kg kwijt zijn moeilijk wordt maar Natascha zegt ‘we gaan er voor’ en een dikke high five.
Vanochtend gestart met zuivel. Na het wegen meteen door naar mam voor een gesprek met een mevrouw van de gemeente vanwege haar PGB.
Daaarna snel door naar TICA en thuis een gekookt eitje en even later mijn soeppie gegeten. Smaakte prima.
Ik had niet heel veel tijd want om 14.15 moest ik weer bij school staan om Ivy op te halen. Ivy besloot met een vriendinnetje te gaan spelen bij vriendin thuis. Dus toen door om de boodschappen te doen, snel de boodschappen ingeruimd en door naar Aalsmeer om Ryan om 15.15 uur op te halen van schooltje. Ryan is altijd enthousiast als hij me ziet, zo lief!
Ryan gaat lekker op de bank zitten met een zakje chips en oma neemt 50 gr sojaboontjes 😅
Linda komt ook al vroeg aanwaaien. Om 16.30 haal ik Ivy op. Die kwebbelt er ook lekker op los.
Rond 17.15 kwamen Mike en Natas binnenwaaien. Ik ben blij dat ik gisteravond al heb gekookt want al met al toch wel weer een drukke dag zo. Marcel komt pas rond 18 uur thuis, vrij laat voor zijn doen. De spinazieschotel komt op tafel en voor mij 400 gr wokgroenten en een gekookt ei. Cappuccino toe en klaar. We bekijken nog wat vakanties voor ons weekje all inclusive eind juni maar we zijn er nog niet uit. Mike en Natas komen zaterdag onze kant op en dan gaan we beslissen. Om 19.30 gaat het hele spul weer naar huis.
Tussen de bedrijven door ook nog wasjes gedraaid. Ik verzet het wasrek en mijn pink komt er tussen: %^#*+$ dat doet zeer. Resultaat: een grote bloedblaar en een pijnlijke pink.
Nog even wat nieuwe artikelen in de webshop gezet en een bestelling klaargemaakt. Nog even mijn blog bijwerken en dan kan ik nu om 22 uur nog even een uurtje tv kijken.
4 notes
·
View notes
Text
Mwah. Dat is het gevoel op het moment. Ik heb zo goed als geen vakantiegevoel deze vakantie. Twee weken zijn om en ik ben moe, leeg en verdrietig.
Ik krijg het ook niet uitgelegd. Gisteren stond ik te strijken en overviel het me. Dat ik altijd wel met zorgen bezig ben. Altijd is een te groot woord, dat kan niet maar wel heel vaak. Dat ik in twee weken vakantietijd twee keer kort iets ontspannends heb gedaan. Met handicap. Lunchen en schoolspullen halen met jongste liefje. De handicap? Mijn noodgebit. Zonder kleef valt het uit. Met kleef is het nog kokhalzen dus de firma stophoest moet mee in de tas en ik doe een uur of 3 met een rol. Het werkt laxerend en dat is ook handig. Na die lunch werd het wel duidelijk dat ik niet echt mee op pad kan. In plaats van donderdag naar zee heb ik de voordeur geverfd en het huis gepoetst. Ik wil voor de liefjes geen last zijn. Zo voel ik me wel. Ik zie als een berg op tegen sociaal gedoe. Praten maakt de werking van de kleefpasta niet beter en met stophoest in de bek is het lastig praten, ik wil nog wel eens kwijlen.
Wat dit met me doet. Het maakt me onzeker. Het liefst kruip ik tandeloos in bed en blijf ik weg van iedereen. Eten in gezelschap vind ik kut. Ik kan niks kauwen zonder tanden dus snijd het heel klein en slik alles in ene door. Met tanden in eten doe ik af en toe maar ik vind twee keer plakken op een dag meer dan genoeg en m'n tandvlees is er geïrriteerd door. Ik dus ook.
Ik mis ons ma nu. Het luisterend oor en zij begreep me. Nu voel ik me onbegrepen. Ik mis mezelf, ik mis eten, ik mis een borrel met vriendinnen. Ik zie foto's van vakantie, dagjes weg. Mijn enige uitjes de afgelopen maanden waren een feestje, een uitvaart en ziekenhuisbezoeken. Oja, protheticus. En de tuin. Daar zit ik nu ook. Ook daar zit ik mezelf in de weg want ik ben moe. Weinig kunnen eten betekent ook minder energie. Ik eet al vanaf half oktober bagger. Ik krijg niet veel werk verzet en het voelt op het moment ook als werk. Alles voelt als werk. Ik zucht er veel bij.
Zo ben ik niet. Ik word normaal gesproken blij van de tuin maar nu vaak niet. Dan ga ik maar weer even zitten om bij te komen. Effe uitrusten.
Ik ben mezelf kwijt. Ik vraag me ook af of het nog wel goed komt. Of de nieuwe tanden gaan helpen. Of ik dan niet meer hoef te kokhalzen maar wat als dat wel zo is. Mijn lief tandeloos kussen. Ik vind het verschrikkelijk. Naar mezelf kijken helemaal. Overal rimpels rond mijn mond door het slechte noodgebit en het vaak zonder tanden in rondlopen. Thuis doe ik de krengen uit. Even geen stophoest.
En nu. Ik ben met onenigheid weg gegaan thuis. Na discussie vertrokken op het verzoek van oudste liefje. Ze had gelijk. We kwamen even niets verder omdat we niet naar elkaar luisterden. Daarom vermijd ik discussies liever. Je schiet er niks mee op.
Het komt er meestal op neer dat ik het laat rusten en ergens de modus van gewoon doorgaan weer vind. Niet klagen maar dragen.
Ik heb dus een werkvakantie. Poetsen, boodschappen doen, verven en tuinen. Met soms een uitstap van maximaal 3 uur aaneengesloten. Als ze me maandag over een week vragen hoe mijn vakantie was weet ik niet goed wat te zeggen. Geen reis, geen dagjes naar zee, geen ontspannen Karin. Ik ga maar liegen denk ik. Dat ik een fijne vakantie heb gehad. Deels waar want ik ben een beetje meer bij met klussen. Dat is dan weer fijn. De tuin ziet er ook best netjes uit en ik heb al best wat geoogst. Ook fijn. Courgettes in diepvries, ook fijn. En de rest van het gezin heeft leuke dingen gedaan, van lezen tot naar zee. Van zwemmen tot met vrienden op stap. Van muziek maken tot films kijken.
Volgende week start ik met de kast van jongste liefje verven. Van de nood maar een deugd maken. Lief en zij gaan vier dagen kamperen. Ik hoop dat ik het oudste liefje een beetje naar haar zin kan maken.
5 notes
·
View notes
Text
ik voel schaamte zo hevig. ik gloei in bed. met mijn masker door het spiegeldoolhof. bij elke gedachte knijp ik mijn ogen dicht, praat ik tegen mezelf, alsof ik daarmee het beeld uit mijn hoofd kan verdringen. ik herhaal tegen mezelf: je schamen is ok, het is maar een lichamelijke reactie op een gevoel, als je het vasthoudt, creëer je het zelf, je mag fouten maken, je zult het nooit goed doen als je naar de kritische stem in je hoofd luistert, dus laat het los, het ontstaat alleen uit een wens om dingen goed te doen, dat is iets goeds, wat eronder zit, is goed, als je het toelaat, probeert de slang in de ogen aan te kijken, zie je dat het een tuinslang is, en niets om bang voor te zijn, om van weg te rennen, alleen iets om liefdevol te omarmen, of radicaal te accepteren, ik wil niet iets anders voelen dan schaamte, en daardoor lost het op.
soms geloof ik het.
0 notes
Text
Er werd heel wat werk verzet in het vijfde de voorbije weken.
De hoofdstad van Litouwen?
Een breuk vermenigvuldigen?
De oppervlakte van een rechthoek?
Wat was oud ook weer in het Frans?
Wat is een voorvoegsel?
Bedankt bundel om onze ‘vriend’ te zijn, maar nu ‘vlieg’ je toch even aan de kant!
👨🎓 👩🎓
9 notes
·
View notes
Link
Op 8 juli om 13 uur bij het Provinciehuis vindt er een belangrijke viering plaats in Haarlem ter ere van Keti Koti, de herdenking en viering van de afschaffing van de slavernij. De Communistische Jongerenbeweging van Nederland (CJB) organiseert een bijzonder evenement om het verzet tegen slavernij te eren en de onderbelichte verhalen te delen. Keti Koti is een symbolische dag waarop de slavernij in het Nederlandse koloniale verleden wordt herdacht en de vrijheid wordt gevierd. Er zal aandacht worden besteed aan het verzet van inheemse volkeren in het Caribisch gebied, de strijd van Indonesiërs en de heldhaftige acties van tot slaaf gemaakte Afrikanen. Ook het verzet vanuit de arbeidersklasse tegen slavernij zal worden belicht. Deze verhalen tonen aan dat emancipatie wordt afgedwongen en niet wordt gegeven. De CJB nodigt iedereen van harte uit om aanwezig te zijn bij dit belangrijke evenement. Het is een gelegenheid om te reflecteren op ons gedeelde verleden en om inspiratie te putten uit het verzet van destijds, voor de strijd voor een meer rechtvaardige wereld vandaag de dag.
2 notes
·
View notes
Text
DOVDH - p 15 - hoofdstuk 3
vanaf pagina 15 praten de twee entiteiten over een zeker Oswald Brons, geboren in 1921 en Sophia Haken, geboren 1923. Vervolgens verteld een van de entiteiten over het bombarderen over een ziekenhuis in Leiden tijdens de WWII in 1944, waar daar Sophia, Oswald ontmoette. Later kregen ze een dochter,dat daarna met Delius trouwde.
Een van de twee entiteiten vraagt aan de ander om van het begin te beginnen. Het begin dat 14 februari 1967 blijkt te zijn.
Ergens tussen door laat de entiteit weten dat het "het jaar dat ze daar beneden nu hebben" 1985 is. Dus ik neem aan dat het verhaal zal eindigen in dat jaar (theorie).
Op pagina 18 begint het eerste hoofdstuk.
het hoofstuk bevindt zich tijdens een familiefeest in een herenhuis van een meneer genaamd Hendrikus Quist. Vanaf dit hoofdstuk zijn we in de "mensenwereld" waar nu men spreekt over een familie.
De familie praat zoals een familie. Coba, Onno, Diederic, Bob, de moeder, vader en tantes worden voorgesteld. Onno blijkt een grappig, bizar type te zijn, maar wel een interessante. De familie bevindt zich in Den Haag waar er toen een koude, verdrietige winter bevond. Een ene Onno sprak over van alles en nog wat door elkaar. (ik denk dat hij een van de protagonisten is)
Hoofdstuk 2, p 28
Een ene Max was na een avondje uitgaan twee vrouwen tegengekomen, een waarmee hij daarna naar haar huis meeging. Nadat hij terug weg ging, van haar apartement, stapte hij rond in Den Haag, waar hij ineens op een kruispunt een grote man zijn hand zag uitsteken, het was Onno. De twee ontmoeten elkaar en reden samen na overleg richting Amsterdam. de twee spraken en er werd onthuld dat Onno onlangs in de krant zat, door het vertalen van de taal etruskisch, vandaar dat Max hem herkende. Daarna werd er onthuld dat Max sterrenkunde in Leiden studeert. Er is tussen hun een onbegrijpelijke band ontstaan en nu weten we ook wie de "Deluis" was waar de twee entiteiten over spraken: Delius Max.
Hoofdstuk 3, p 37
Onno vertelt, tijdens de rit, hoe hij het etruskisch heft ontcijfert. Daarna spraken ze over sterren en vervolgens over de talen vande wereld. Het was een fascinerend gesprek om te lezen. Daaropvolgend spraken ze over de vader van Onno, Meneer Quist. Blijkbaar was hij oud-premier, waarbij het kabinet-Quist tot de donkerste vier jaar van de menselijke beschaving hoorde. Maar toch was Onno defensief tegenover zijn vader.
Max begon ook over zijn vader en dat pro-duits gezind was en hoe zijn vader en moeder elkaar leerde kennen. De moeder van Max was joods en daardoor wou hij met haar scheiden, maar Eva Delius liet dat niet toe. Daarna had de vader hun adres verraden en hij werd naar een rooms-katholiek college gebracht. Zijn grootouders(moeders kant) waren ondergedoken en werden vervolgens ook verraden door de vader en ze werden vervolgens naar Auschwitz gevoerd waar geen van hen terugkeerde. Max werd in een familie gezet en pas na de oorlog zag hij zijn vader terug in een krantenartikel, dat sprak over zijn executie.
Onno schrok van dit verhaal, maar bekeek Max niet in een ander licht. Hij was alleen verbaasd over hoe hij zo koel over zulke ervaringen sprak. Onno dacht aan zijn eigen moeder en hoe zij vergast werd in een vernietegingskamp en hoe zijn familie in het verzet zat.
Ze bevonden zich in een troostende stilte. Ze leefde mee in elkaars verhalen en vonden een soort troost in mekaar. Daarna begonnen e na een diepe stilte weer te praten en vragen te stellen over elkaar. En of ze kinderen hebben en een vrouw(hebben ze allebei niet). Ze waren ook verrast dat ze even oud waren en op de zelfde dag verwekt waren (Max was 3 weken te vroeg geboren op 6 november en Onno op 27 november). Hierdoor hadden ze een "schok der herkenning". Vervolgens namen ze afscheid en beloofde elkaar weer te bellen.
Dit was een heel boeiend hoofdstuk om te lezen!
3 notes
·
View notes
Text
Dodenherdenkingsgedicht
Kort na mijn benoeming tot Stadsdichter maakte ik een gedicht vanwege de nationale Dodenherdenking op 4 mei.
Context: Op 11 juli 1940 vielen de eerste bommen op Almelo. Vier onverwachte explosies. Zeven mensen in of rond rozentuin Het Rosarium (Tijhofslaan) kwamen daarbij om het leven. A.M. Hendriksen (een jongen van 7 jaar), Hendrik Meulenveld (gemeente-tuinman), de baby ban de familie Krispijn (in de kinderwagen), Gerrit Smit (14 jaar), P.J. van Toledo en D. van Toledo-Sprenger (een echtpaar) en het 9-jarige zoontje van de familie Underberg.
Derk Smoes was 25 jaar tijdens de Duitse inval in Overijssel (mei 1940). Hij was al actief in het verzet toen hij uiteindelijk leider van Knokploeg Almelo werd; alles om onderduikers en hun helpers te ondersteunen. Op 15 november 1944 pleegde hij als verzetsdaad, met enkele anderen, een overval op de Nederlandsche Bank Almelo; 'De grootste bankroof allertijden', met schriftelijke toestemming van de Nederlandse regering. Ze verlieten het pand met dertien kisten vol geld; ruim 46 miljoen gulden in totaal (nu 354 miljoen euro). Het doel was om de spoorwegstaking te financieren door de ondergedoken spoorweglieden in veiligheid te houden. Derk Smoes werd gearresteerd en naar kamp Neuengamme getransporteerd, waar hij stierf (aan een longontsteking, zeggen de papieren - door ophanging, zeggen getuigen). Hij was toen 30 jaar en liet een zwangere vrouw en een dochter en zoon (van toen vier jaar) na.
Mijn gedicht:
Opgooien
als je een steen in de tijd werpt waar staan we dan?
is het iets nieuws of is het een herhaling ergens van?
we herinneren bombardementen (zoals op het Rosarium) die nu ook aanwezig zijn alleen niet bij ons
we herdenken doden (zoals Derk Smoes van de Knokploeg) die nu ook vallen alleen niet hier
we eren wie vocht voor vrijheid en gelijkheid vergeten niet wie nu vecht
we herdenken wie gedood werd en elk mens teveel dat nu sterft
we eren van alle tijden het verzet we hebben het niet geweten we weten het
0 notes