#gesproken woord
Explore tagged Tumblr posts
Text
Bitterzoete emotie…
Onbeantwoorde liefde is zo’n bitterzoete emotie. Ik voel zoveel voor een ander en ondanks dat het niet wederzijds is, blijf ik het voelen. Er is zoveel oprechte pure emotie, maar tegelijkertijd zoveel pijn. Ik weet dat we niet alles kunnen hebben, maar ik wil het meeste. Ik wil vrede in jou en mij en geluk voor ons beiden. Ik wil dat de zomer dit jaar langer duurt en de volgende ook en dat je glimlach nooit verdwijnt. Soms betrap ik mezelf erop dat ik droom om de tijd stil te zetten voor ons, om samen te zijn. Ik zal nooit genoeg van je krijgen, zelfs de eeuwigheid zou niet genoeg zijn.
Ik weet dat we niet alles kunnen hebben, maar ik wil echt dat jij ook bij mij bent.
Van. Mij.
#gedachten#levenslessen#verstand#persoonlijk#gemorste inkt#vertrouwen#timing#liefdeslijnen#woorden#nederlands#positiefblijven#gesproken woord#liefde#vastzitten#onbeantwoorde liefde#eenzijdige liefde#Mijn liefje#persoonlijkewoorden#poly#niet-eenzijdig#levens citaat#gesproken gedachten#truthmatters#taboe#hart
6 notes
·
View notes
Text
Ideeën houden de mens bezig
Het is maar een idee, dat wij mensen kunnen nadenken en de rest, dat wat ons omringt, niet. Ideeën zijn wellicht iets typisch menselijks. Ze bestaan al zolang wij rondlopen en zin aan ons bestaan geven. Van kannibalisme tot Godsgeloof; van oorlog voeren tot geld verdienen; aan alles ligt een idee ten grondslag. Voor uitspraken over die ideeën, over de ideeën zelf of over de bedenkers wil ik op…
View On WordPress
#bedenker#bestaan#blindheid#Borges#communiceren#Dante Alighieri#gesproken woord#idee#Kees Verheul#lezers#lezingen#menselijk#uitspraak#Ulysses#wijsheid#zin
0 notes
Text
Haat kent niet.
Weet niks. Haat haat zichzelf zonder zichzelf te kennen want het kent geen haat. Het weet niet wat "het" doet. Haat alleen maar. Haat haat haat ook niet vooruit. Haat kent geen vooruit en geen werkwoorden. Geen bijvoeg. Haat is leeg. Voor haat bestaat geen dom want het kent dat woord niet. Haat kent geen vrijheid, haat haat zichzelf gevangen in haat en weet niet hoe haat is. Haat haat leven, blijft haten tot aan diens dood en zichzelf dan haat en opslorpt om dan in een somber gat te vallen, een grauwe leegte van confrontatie die zodanig afschrikkend is ernaar te kijken. Haat kent geen creativiteit en heeft geen keuzes of alleen "dood".
De kleur hierin haat haat.
Geen satan zal je vriend zijn of enig verwant dat erbij gelijkt, ja kan niet "erbij horen". Het haat zichzelf hatend. Na[apen] is de schaduw die je poogt, in jouw zeer minieme kleinzerige en illusioneer kwaadheid het vals gevoel van gemachtigd te "doen" of te "zijn" maar nooit in waarde, nergens op deze aarde althans. Betreffend conflict situatie is compleet leeg en waardeloos of zeer zeer klein, vloeit niks uit voort. Kent geen groei in leven want het is des doods. Het wil koning zijn van de dood maar zal dat nooit kunnen. Laat niks toe, geen niets en geen toe-be-hoor mag maar een spikkeltje iets zijn, niet zijn en al zeker niet leven.
Met aardse "levenslange" gevolgen maar erger is nadien, als die nadien er is, in gevolg dat wij als mens niet kennen noch begrijpen. God straft niet. Ginds gebeurt dat op een andere/spirituele manier, gelezen. Of ook gelezen, je kiest ZELF voor de hel. Zodanig fundamenteel alleen al voor geloof/ongeloof want zonder die 2 bestaat er geen aarde en al zeker geen mens in het licht van de Gods schepping. Theologen en mijn ma daarnet begrijpen dit compleet, YHW hebben we hierover ook gesproken. In mensentaal "die God" kan niet met een ladder naar beneden komen of deze aarde loopt in zijn vernietiging, in het licht van geloof hé, de wetenschap heeft en terecht een andere visie. In elk bestaand scheppingsverhaal noemt dat "de vrije wil", heeel breed en uiteenlopend in alle takken van enig geloof of richting of levenswijze, ook en zeker in het Boeddhisme. "De vrije wil", ons allerhoogste geschenk + rede. Een hond kan niet in God geloven en denkt ook niet vóóraf dat hij ooit eens zal sterven gelijk wij mensen dat bijna gans ons leven van bewust zijn. Theologie > unief.
Het kwade is ouder dan de tijd. De duisternis heeft het licht nooit begrepen noch gegrepen. Er was enkel Het Woord en het Woord was bij God, en het Woord was God. Het Woord was bij God in het begin. Door het Woord is alles ontstaan en zonder het Woord is niets ontstaan van alles wat bestaat. In het Woord was leven en het leven was het licht voor de mensen. Elke kracht van de hel daarachter ter vernietiging ervan, gefaald.
Z3Ro (url)
2 notes
·
View notes
Text
Ook deze ochtend werden we opnieuw uitgebreid verwend met het gesproken woord door een Bekende Voorlezer…
Wat een zalige week!
📚
6 notes
·
View notes
Text
Mwah. Dat is het gevoel op het moment. Ik heb zo goed als geen vakantiegevoel deze vakantie. Twee weken zijn om en ik ben moe, leeg en verdrietig.
Ik krijg het ook niet uitgelegd. Gisteren stond ik te strijken en overviel het me. Dat ik altijd wel met zorgen bezig ben. Altijd is een te groot woord, dat kan niet maar wel heel vaak. Dat ik in twee weken vakantietijd twee keer kort iets ontspannends heb gedaan. Met handicap. Lunchen en schoolspullen halen met jongste liefje. De handicap? Mijn noodgebit. Zonder kleef valt het uit. Met kleef is het nog kokhalzen dus de firma stophoest moet mee in de tas en ik doe een uur of 3 met een rol. Het werkt laxerend en dat is ook handig. Na die lunch werd het wel duidelijk dat ik niet echt mee op pad kan. In plaats van donderdag naar zee heb ik de voordeur geverfd en het huis gepoetst. Ik wil voor de liefjes geen last zijn. Zo voel ik me wel. Ik zie als een berg op tegen sociaal gedoe. Praten maakt de werking van de kleefpasta niet beter en met stophoest in de bek is het lastig praten, ik wil nog wel eens kwijlen.
Wat dit met me doet. Het maakt me onzeker. Het liefst kruip ik tandeloos in bed en blijf ik weg van iedereen. Eten in gezelschap vind ik kut. Ik kan niks kauwen zonder tanden dus snijd het heel klein en slik alles in ene door. Met tanden in eten doe ik af en toe maar ik vind twee keer plakken op een dag meer dan genoeg en m'n tandvlees is er geïrriteerd door. Ik dus ook.
Ik mis ons ma nu. Het luisterend oor en zij begreep me. Nu voel ik me onbegrepen. Ik mis mezelf, ik mis eten, ik mis een borrel met vriendinnen. Ik zie foto's van vakantie, dagjes weg. Mijn enige uitjes de afgelopen maanden waren een feestje, een uitvaart en ziekenhuisbezoeken. Oja, protheticus. En de tuin. Daar zit ik nu ook. Ook daar zit ik mezelf in de weg want ik ben moe. Weinig kunnen eten betekent ook minder energie. Ik eet al vanaf half oktober bagger. Ik krijg niet veel werk verzet en het voelt op het moment ook als werk. Alles voelt als werk. Ik zucht er veel bij.
Zo ben ik niet. Ik word normaal gesproken blij van de tuin maar nu vaak niet. Dan ga ik maar weer even zitten om bij te komen. Effe uitrusten.
Ik ben mezelf kwijt. Ik vraag me ook af of het nog wel goed komt. Of de nieuwe tanden gaan helpen. Of ik dan niet meer hoef te kokhalzen maar wat als dat wel zo is. Mijn lief tandeloos kussen. Ik vind het verschrikkelijk. Naar mezelf kijken helemaal. Overal rimpels rond mijn mond door het slechte noodgebit en het vaak zonder tanden in rondlopen. Thuis doe ik de krengen uit. Even geen stophoest.
En nu. Ik ben met onenigheid weg gegaan thuis. Na discussie vertrokken op het verzoek van oudste liefje. Ze had gelijk. We kwamen even niets verder omdat we niet naar elkaar luisterden. Daarom vermijd ik discussies liever. Je schiet er niks mee op.
Het komt er meestal op neer dat ik het laat rusten en ergens de modus van gewoon doorgaan weer vind. Niet klagen maar dragen.
Ik heb dus een werkvakantie. Poetsen, boodschappen doen, verven en tuinen. Met soms een uitstap van maximaal 3 uur aaneengesloten. Als ze me maandag over een week vragen hoe mijn vakantie was weet ik niet goed wat te zeggen. Geen reis, geen dagjes naar zee, geen ontspannen Karin. Ik ga maar liegen denk ik. Dat ik een fijne vakantie heb gehad. Deels waar want ik ben een beetje meer bij met klussen. Dat is dan weer fijn. De tuin ziet er ook best netjes uit en ik heb al best wat geoogst. Ook fijn. Courgettes in diepvries, ook fijn. En de rest van het gezin heeft leuke dingen gedaan, van lezen tot naar zee. Van zwemmen tot met vrienden op stap. Van muziek maken tot films kijken.
Volgende week start ik met de kast van jongste liefje verven. Van de nood maar een deugd maken. Lief en zij gaan vier dagen kamperen. Ik hoop dat ik het oudste liefje een beetje naar haar zin kan maken.
5 notes
·
View notes
Text
De Stadhoudersweg in de richting van het Stadhoudersplein, 1964.
Stadhouder was de titel van een van de belangrijkste functionarissen in de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. De titel werd door de hertog van Bourgondië ingevoerd in de Bourgondische Nederlanden.
De titel komt oorspronkelijk van het Latijnse locum tenens, locus = plaats en tenens = houdend (in de betekenis van beheren of besturen), via het Franse lieu-tenant, het Duitse Statthalter en het Engelse steward. Stadhouder betekent dus plaatsvervanger.
Oorspronkelijk was de stadhouder een edelman die namens de landsheer bij diens afwezigheid in één of meerdere gewesten voor hem het gezag uitoefende. Eerst kwam dit alleen bij uitzondering voor, maar het Bourgondische Huis verwierf in de vijftiende eeuw steeds meer grondgebied en kreeg wegens die uitgebreidheid behoefte aan permanente plaatsvervangers. Stadhouders hadden zitting in de Raad van State, konden de gewestelijke staten bijeenroepen en zaten het rechtscollege voor.
De hertog van Bourgondië Filips de Goede benoemde op 22 mei 1448 zijn raadsheer-kamerling Jan III van Lannoy tot stadhouder van de graafschappen Holland, Zeeland en Friesland. In de officiële akte wordt gesproken over "notre lieutenant en nosdiz pais, contez et seignouries de Hollande, Zellande et Frise". De functie van 'lieutenant' werd in Holland in de Nederdietse stukken weergegeven als 'stedehouder', naar 'lieu' = plaats, 'tenant' = houdend. Daarvoor werd gesproken over 'raad' of 'gouverneur'. Sinds 1452 werd het woord generael aan de functie toegevoegd als het stadhouderschap voor meerdere gewesten gold.
De foto is gemaakt door de Fototechnische Dienst Rotterdam en komt uit het Stadsarchief Rotterdam. De informatie komt van Wikipedia.
0 notes
Text
Dit is de laatste avond dat wij spreken
Dit is de laatste avond dat woij spreken
want dit vertrek duidt geen geluid
dan van de mond het zoete breken.
Het wrijven tussen huid en huid
doet alle woorden in jou groeien;
mijn warme adem wist ze uit.
Verhevig het bewegen
en leg het spreken stil
tot alles is verzwegen.
Vervang het woord door een gebaar
en spreek niet meer want
wat gesproken is, is niet meer waar.
-Neeltje Maria Min
0 notes
Text
Dutch poems, part III
'De taal van de eilanders' van Ilja Leonard Pfeijffer
er wordt vee geslacht
in de taal van de eilanders
elk woord vloekt
als een horzel een halve nap zure melk
uit een balkend scharminkel geknepen
tussen lippen gespleten van distels
wordt een verleden verzwegen
op een tong als een zinderend grintpad
verwijt men de dag met een rochel
gemolken uit brandende rotsen
er wordt met geen woord
over morgen gesproken
niemand spreekt
de taal van de eilanders
maar wie verstaat niet
wat hun doorgesneden kelen
dichtschroeit ik althans
begreep maar al te goed
wat ze mij knarsend toebeten en tandenloos
voor de voeten spogen ik wist
op de eerste boot hals over kop terug
te ontkomen het gelijk bleef zinderen
op hun kade en kiezelstranden.
Note: Ilja Leonard Pfeijffer is known for his rather difficult poems, so don't worry if you don't understand it!
#dutch culture#dutch poem#langblr#language learning#languages#learning dutch#nederlands#nederlands leren#dutch langblr
1 note
·
View note
Text
L'appel du vide
In de leegte ligt het antwoord tot het niet bestaan, maar het volstaat niet om de klaagzang te beeindigen met een woord van stilte, of het smoren van de laatste noot gezongen in mineur.Ik zal in de nacht van Walpurgis iedere bron van licht doven, opdat niemand geloven zou dat er ooit iets anders was dan de kilte, Sta me toe iedere stem van hoop te doven en ‘t gesproken woord tevoren zijn…
0 notes
Text
BRIESJES VAN VERBEELDING IN VISUELE PARTITUREN
“And in the naked light, I saw / ten thousand people, maybe more / people talking without speaking / people hearing without listening / people writing songs that voices never shared / no one dared / disturb the sound of silence.” Paul Simon probeerde al eens de stilte geluid te geven in een song. Het gaat in zijn lied om de stilte die valt wanneer mensen emotioneel niet met elkaar kunnen communiceren. Niet weten wat te zeggen en de stilte om te snijden is zo hard. Frie J. Jacobs roert in zijn werk een ander soort stilte aan. Een stilte die zacht is als het geruis van de wind, hoewel stilte een geluid van niets heeft. Stilte is het wit van het papier dat Jacobs voor zijn tekeningen gebruikt. Zodra hij daar een lijn op zet heeft de stilte geluid, heeft het een middel te spreken. "Silence is the canvas on which I paint my music", zei componist Morton Feldman hem voor. Dus zoekt Jacobs naar een taal voor de taal, een taal die er altijd was, maar waarmee we het contact zijn kwijtgeraakt. Die zoektocht schuurt echter wel aan tegen wat Simon verklankt.
De stilte traceren dat is wat Frie Jacobs doet. Geluidloosheid opsporen. En dan de rust uittekenen. Stilte is iets dat node wordt gezocht. Nauwelijks nog te vinden, hier. Op deze plek in de westerse wereld. En in de westerse mens zelf. Eens heb ik het gevonden in een klooster. Nu verlaten door de monniken en ingenomen door een nieuwe lichting. Is de stilte gebleven of is deze mee vertrokken naar elders? Ik ben onwetend wanneer ik niet terugkeer naar daar, en de rust zoek van de overleden broeders in hun graven. Op die plek toen daar heb ik het geluid van stilte ervaren, het niets zonder geluid.
Het geluid van niets is dus stilte. Dat is maar moeilijk te bevatten, het niets. Daar is nauwelijks mee om te gaan, daarom heeft de mens geluid verzonnen. Een gesproken woord om de stilte te doorbreken, de leegte te vullen. Een schreeuw uit onzekerheid. Een roep om het zijn aan te geven, gillend het bestaan te bevestigen. Om de stilte uit te drukken, geluid te geven, zichtbaar te maken, heeft Frie J. Jacobs een beeldende taal gevonden. Er is onhoorbaar een lichte golfbeweging in de natuurkundige atmosfeer, dat fluisterend de stilte zwijgt. Dat heeft Jacobs nagegaan en afgetekend. Die klanken krijgen vorm in zijn tekeningen. Geluid kan geregistreerd en genoteerd worden. In de opvatting van deze kunstenaar kan aldus ook de stilte opgeschreven worden. Zo kan de stilte tot klinken worden gebracht, tot een muziekstuk worden gevormd.
De quote van Feldman op de eerste bladzij van zijn boek ‘Tracing stillness, visuele partituren’ staat symbool en is kenmerkend voor het werk van Frie Jacobs. Dat canvas is het papier, het schilderen is zijn tekenen, maar de stilte is universeel. In zijn werkstukken houdt de kunstenaar wel de strakke lijn van de notenbalk aan. Dartelt dan door de lijnen heen, boven en onder, er tussendoor, maar blijft de weg van begin tot eind netjes volgen. Van intro tot finale. Van opmaat tot afslag. In die orde staat voor Jacobs weinig vast. Eerst is er nog regelmaat in het verwerken van plantendelen, wanneer hij in de zoektocht naar de juiste vorm en uitdrukking de idee van het notenschrift los-vast volgt. Dan maken stengels en bloemen nog de notering. Later bij het vinden van duidelijkheid laat hij die onregelmatige regelmaat los en stelt de tijd aan als dirigent, vuur en water als het orkest.
Er klinkt echter geen muziek, zoals de (normale) partituur ook een levenloos stil bedrukt papier is. Het komt dan tot leven wanneer de dirigent aftikt en de musici de instrumenten volgens voorschrift laten klinken. Bij de visuele partituur van Jacobs ben ik de dirigent, laat ik de verwaaide noten klinken in mijn hoofd. Denkend aan een klanklandschap hoor ik de vogels fluiten en insecten zoemen, de wind laat zich langs de takken horen, water kabbelt door de beek. Ik geef de stilte geluid, er vormt zich in mijn hoofd een soundscape. Annemarie Peeters schrijft dat in haar interview met de kunstenaar zo beeldend: ogen beginnen te luisteren en oren beginnen te kijken. Zo beschouw ik de composities van Jacobs. Stil voor mij uit, maar in gedachten klinken de cimbalen en slaat de trom.
Het notenschrift is een ordelijke aanwijzing, hoe de muziek moet klinken volgens de componist. Met richtlijnen voor dirigent en muzikant. Maar deze kunnen weinig kanten op dan nauwkeurig de instructie op te volgen. Het gevoel bij het spel kan echter wel een persoonlijke tint krijgen, los van de tempoaanduiding. Waar bijvoorbeeld zeer levendig staat, allegro con brio, zou de dirigent gematigd, allegro moderato, kunnen laten spelen. Maar de compositie klinkt in iedere vorm zoals het bedoeld is. Pas wanneer er een arrangement wordt gemaakt kan er van de rechte weg worden afgeweken. Hoe de partituur van Jacobs klinkt is aan de muzikant. De kunstenaar heeft niets voorgeschreven, niets aangegeven als handleiding of vingerwijzing. Het is een aanzet zoals Philip Glass dat in zijn werk heeft gedaan. Daarop kan de muzikant verder improviseren. Jacobs heeft zelf bij het componeren ook geen klanken gehoord. Heeft het werk benaderd als een kunstwerk, het is stil, een registratie van de stilte. Hij noteert de stilte die pas tot klinken komt wanneer de muzikant er de ogen en oren op los laat. Het zal Jacobs verrassen.
Zo worden ook wel klankbeelden gemaakt bij bestaande schilderijen. Een interpretatie van kleur en vlak in noot en toon. Hoe klinkt een afbeelding. Maar Jacobs heeft toch een soort van klanken genoteerd. Heeft een voorzet gegeven waarop de tijd reageren en improviseren. Daar hoort geen beeld bij, geen afbeelding. De visuele partituur is het beeld, het kunstwerk. Water in de vorm van regen vervormd het schrift, de wind als kalme bries geeft een richting aan de emotie. De partituur is een manier om een muzikale compositie te noteren en te communiceren. Op papier lijkt de muziek abstract, maar zodra de noten tonen krijgen komt datgene wat de componist voor ogen en in oren had tot realisatie.
“Toen de beeldende kunst aan het begin van de 20ste eeuw zich begon te verwijderen van de figuratie kreeg zij iets gemeen met de muziek: abstractie”, schrijft Frie Jacobs in de uitgave ‘Tracing Stillness’ wanneer hij kort ingaat op het ontstaan van de visuele partituur. Met het zelf noteren van de stilte balanceert de kunstenaar op het snijpunt van natuur, poëzie, muziek en beeldende kunst. “Ik begrijp elk kunstwerk – of het nu een tekening, schilderij of visuele partituur is – als een poëtische bron voor de toeschouwer.” Zijn partituren ontstaan als beeldend werk, waar in eerste instantie geen geluid aan te pas komt. Te lezen als een ode aan de verbeelding, want dat heeft de uitvoerder van het werk nodig: verbeeldingskracht. “Ik maak geen muziek, ik maak beelden”, zegt hij. De beelden ontstaan uit de stilte en het observeren van de natuur. Het zijn briesjes van verbeelding. De uitvoering heeft geen voorbereiding nodig, het kan a prima vista klinken. “Al mijn partituren worden geboren uit stilte.”
Tracing stillness, visuele partituren. Frie J. Jacobs. Uitgave Foundation F, 2024.
0 notes
Text
#coworking#coworkers#colleague#gedachten#persoonlijk#life lessons#spilled ink#faith#truthmatters#positiefblijven#woorden#inspiring quotes#words#feelings#feelingsoftheday#gesproken woord#moving on#nederlands
0 notes
Text
Anton Haakman schreef in het donker
bron beeld: derevisor.nl Dank voor je vriendelijke brief, en vergeef mij de vertraging waarmee ik antwoord. Ik heb wat tijd nodig gehad om mijn gedachten te ordenen. Een ontmoeting wil ik nog even uitstellen. Ik ben nu eenmaal meer een man van het geschreven dan van het gesproken woord. Ik zal proberen uit te leggen waarom. Je vraagt me waarom de nagel van mijn linkerwijsvinger messtal zwart is.…
View On WordPress
#20-ste en 21-ste eeuws#Bussum#cineast#criticus#De Revisor#Italiaanse literatuur#Kort Verhaal#redacteur#schrijver#vertaler
2 notes
·
View notes
Text
Kunstmatige Intelligentie in de GGZ
Een item in het nieuwsprogramma Een Vandaag over AI oftewel Kunstmatige Intelligentie in de GGZ. Volgens het programma wordt AI al in Engeland in de GGZ gebruikt om snel tot een diagnose te komen, soms zelfs al een behandelplan toe te voegen, soms nog voordat de client al is gesproken.
Bovenstaande is wel heel zorgelijk, hoe kan je werken met een cliënt zonder te weten wat die wil, welke uitkomst die zoekt, en dus op welke wijze er met die client het beste gewerkt kan worden. AI inzetten zonder betrokkenheid van de client is zorgelijk, en ja misschien wel onverantwoord, en zal mogelijk leiden tot eerder afhaken van clienten en/of afhankelijkheid van cliënten aan de GGZ.
Kan kunstmatige intelligentie psychotherapeuten helpen om snellere en betere diagnoses te stellen? In Engeland denken ze van wel: daar gebruiken zorgverleners en patiënten een AI-programma. Maar, waarschuwt een techfilosoof: "AI begrijpt je niet."
AI-apps die mensen helpen met hun geestelijke gezondheid bestaan al langer, met wisselend succes. Toch heeft de Engelse gezondheidszorg (NHS) kunstmatige intelligentie inmiddels omarmd en zet de technologie grootschalig in in de ggz.
Diagnose en behandelplan
Daar wordt het computerprogramma Limbic gebruikt om psychotherapeuten te ondersteunen. Nog voordat zij een woord met hun patiënt hebben gewisseld kan het programma een voorspelling van de diagnose doen en een mogelijk behandelplan opstellen.
Limbic werkt op basis van kunstmatige intelligentie. Het programma is getraind met veel data: zo is er informatie gebruikt van honderdduizenden patiënten en hun diagnoses, maar ook verschillende literatuurstudies zijn erin verwerkt.
0 notes
Text
A Black Cab
-Augustus 2024
Een zwarte taxi, witte zuilen eigen aan residentiële wijken, lantarenpalen die hun job niet serieus nemen en regen. Regen met sloten. Met bakken uit de niet-verlichte hemel. Wolkengerommel dat om thee en dekens vraagt.
Miljoenenstad, melting pot, hoge kragen, nat krokodillenleer en dito zolen, gehaaste koers huiswaarts met blikken die mekaar in een fractie van een seconde kruisen om dat nadien nooit nog te herhalen. Misschien in een volgend leven. Big Ben.
De jaarlijkse autumn vibes hadden zich niet vroeg genoeg kunnen aanbieden. De 'afgaande tijd', zoals dat in meneers dialect geheten werd - even onderbroken door de Sint-Michiels-Nazomer - vroeg niet alleen om een veelheid aan bijzinnen en kwinkslagen, maar nestelde zich in diens hart en zenuwstelsel.
Het ver-oranjeïseren van het bladerdek zou dra beginnen. Krakend op dood organisch materiaal zouden honden en kinderen in parken lopen. Zou de wind meenemen wat eens was. Zou uiteindelijk vergaan wat vandaag helgroen is. Zo was het met alles, dacht meneer. Alles ging altijd kapot, maar herhaalde zich ook. Een hoopvolle gedachte, al was dat soort nonsens meer voor in de opgaande tijd.
Zo had de schrijver zijn weg naar de schrijfdis opnieuw gevonden. Alles kwam terug, zegt u? - Neen, maar alles leek wel te rijmen op wat ooit al geweest was. Dat was de reden waarom meneer nog steeds niet kon uitmaken of de geschiedenis lineair, dan wel circulair was.
Op zich maakte dat niet héél veel uit. Veel dieper was het verlangen om te weten wat er zich had voorgedaan vóór die vermaledijde Oerknal. Net als God verdiende ook dat woord een hoofdletter. Ook die zou zich herhalen, en had zich waarschijnlijk al ontelbaar keer herhaald. Big Bang. Over een reset gesproken.
0 notes
Text
Een oproep aan zondaren! Deze preek is uitgesproken op 14 september 1858 door Charles Haddon Spurgeon. Vertaling: Het Spurgeon Archief, Juli 2024 Schriftlezing: Lukas 15:2 Deze Man ontvangt zondaars. Lukas 15:2 Het was een bijzondere groep die zich rondom onze Heiland had verzameld toen deze woorden gesproken werden; want de Evangelist vertelt ons: 'Al de tollenaars en de zondaars nu kwamen bij Hem om Hem te horen.' De tollenaars, de laagste klasse van de samenleving, de handlangers van de onderdrukkers, geminacht en gehaat door de gemeenste Jood, deze, samen met de meest slechte figuren, het uitschot van de straten en het uitschot van de Jeruzalemse samenleving, verzamelden zich rond deze machtige Prediker, Jezus Christus, om naar Zijn woorden te luisteren. Aan de buitenkant van die kring bevonden zich enkele fatsoenlijke mannen die in die dagen Schriftgeleerden en Farizeeën werden genoemd, mannen die in de synagogen hoog werden gewaardeerd als oversten, oudsten en leraren. Zij keken minachtend naar de Prediker en bespiedden hem met boze ogen of ze iets verwijtbaars konden vinden. Als ze niets in Hem persoonlijk vonden, konden ze gemakkelijk iets vinden in Zijn luisteraars. Zijn houding tegenover hen beledigde hun valse opvattingen over fatsoen. Toen ze merkten dat Hij vriendelijk was tegen personen met een slechte reputatie, dat Hij liefdevolle woorden sprak tot de diepst gevallenen, zeiden ze van Hem: 'Deze Man ontvangt zondaars,' wat voor hen een schande was, maar voor Hem een grote eer. Veel woorden zijn schertsend gezegd en veel ware woorden zijn ook lasterent uitgesproken. Mensen hebben spottend gezegd: 'Daar gaat een heilige,' terwijl het waar was. Ze hebben gezegd: 'Daar gaat één van Uw bekeerlingen, één van Uw uitverkorenen.' Ze bedoelden het als laster, ze zeiden het om te beledigen, maar het onderwijs dat ze lasterden was een troost voor degene die het ontving; het was zijn glorie en zijn eer. Zo probeerden de Farizeeën en Schriftgeleerden Christus te lasteren, maar zonder dat zij het wisten en tegen hun bedoeling in, brachten zij Hem met hun gemene bedoelingen de grootste lof toe: 'Deze Man ontvangt zondaars en eet met hen.' Ik wil de boodschap die ik vanavond aan jullie wil meedelen in drie delen uiteenzetten. Ten eerste, de leer dat Christus zondaars ontvangt, hetgeen in de Heilige Schrift gevonden wordt; ten tweede, de bemoediging die hierin ligt voor de zondaar; en in de derde plaats, de vermaning en waarschuwing die hier vanzelfsprekend op volgt. 1. Ten eerste, de leer. De leer is niet dat Christus iedereen ontvangt, maar dat Hij 'zondaars' ontvangt. Met deze term bedoelen we in het gewone spraakgebruik iedereen. Het is tegenwoordig in de mode dat iemand tegen zijn eigen overtuigingen in zegt dat hij een zondaar is, ook al beschouwt hij zichzelf in alle opzichten als een respectabele en rechtvaardige man en kan hij zich niet voorstellen dat hij ook maar het minste verkeerd heeft gedaan in zijn leven. Over het algemeen beschouwen mensen het als een teken van rechtschapenheid om te zeggen dat ze zondaars zijn, hoewel ze er net zo goed een ander woord of benaming in een vreemde taal voor in de plaats kunnen zetten, omdat ze geen diepe en oprechte schuld kennen. Ze hebben geen flauw benul wat het betekent om een zondaar te zijn. Deze Schriftgeleerden en Farizeeën beweerden in feite dat zij geen zondaars waren; daarvoor wezen zij naar de tollenaars en de prostituees en het gewone volk; ze zeiden: 'Dat zijn zondaars, wij niet.' 'Goed,' zei Christus, 'Ik accepteer het onderscheid dat jullie hebben gemaakt. Naar jullie eigen mening zijn jullie geen zondaars; welnu, voorlopig worden jullie geen zondaars genoemd, ik accepteer het onderscheid dat jullie maken. 'En ondertussen ben ik zo vrij jullie mee te delen dat Ik gekomen ben om diezelfde mensen te redden die in jullie ogen, en in hun eigen ogen, zondaars zijn.' De tekst laat ons zien dat Christus niet degenen ontvangt die uit zichzelf rechtvaardig zijn, niet de zogenaamde
goede mensen, niet de hoogmoedigen, niet degenen die denken dat ze geen Verlosser nodig hebben, maar de verslagenen van geest en de nederigen van hart. Zij die openlijk belijden dat ze Gods wetten hebben overtreden en Zijn mishagen hebben verdiend. Christus kwam naar de wereld om hen te redden, en hen alleen. Ik herhaal mijn woorden van afgelopen zondagavond nog maar eens, namelijk, dat Jezus voor hen stierf en niet voor anderen. Hij heeft Zijn bloed alleen vergoten voor hen die bereid waren om hun zonden te belijden en vergeving te zoeken door het bloed van het kruis. Maar Hij is in geen geval bereid geweest om Zichzelf voor anderen aan het kruis te nagelen. Vrienden, laten we hier opmerken hoe God, omdat het Hem behaagde om zondaars uit te kiezen en tot bekering te roepen en anderen niet, een heel wijs onderscheid heeft gemaakt. De reden is dat er niemand anders dan zij tot Hem zullen komen. Nooit werd er een wonder gezien waarbij een zelfingenomen persoon tot Christus zou komen voor genade; alleen zij die de noodzaak van een Verlosser voelden willen tot Hem komen. Het mag duidelijk zijn dat iemand die geen behoefte heeft aan een Verlosser ook nooit tot Zijn troon zal naderen. Daarom is het is in ieder opzicht afdoende dat Christus zegt dat Hij alleen zondaars wil ontvangen, omdat zondaren de enigen zijn die tot Hem zullen komen voor genade. Het is dus overbodig dat Hij zou zeggen dat Hij ook anderen wil ontvangen. Let er verder op dat niemand anders dan deze tot Christus kunnen komen; niemand kan tot Christus komen totdat hij er in zichzelf werkelijk van overtuigd is een zondaar te zijn. Zij die in zichzelf rechtvaardig zijn kunnen niet tot Christus komen; want wat is er nodig om tot Christus te komen? Bekering, vertrouwen op Zijn genade en alle vertrouwen in jezelf opgeven. De eigengerechtige mens kan zich niet bekeren en tegelijkertijd rechtvaardig blijven ten opzichte van zichzelf. Als hij vindt dat hij geen zondaar is, waarom zou hij zich dan bekeren? Zeg hem dat hij in nederig berouw tot Christus moet komen, hij zal uitroepen: 'Waarom? je beledigt mijn waardigheid, waarom zou ik tot God naderen? Waarin zou ik gezondigd hebben? Ik ga mijn knieën niet buigen en om vergeving vragen als ik geen overtreding heb begaan. Zolang ik ervan overtuigd ben dat ik geen overtreding tegen God heb begaan zal het woord vergeving niet van mijn lippen komen. Ik hoef niet om genade te vragen.' De eigengerechtige mens kan niet tot God komen, want als hij tot God komt, houdt dat in dat hij niet langer rechtvaardig is in zijn eigen ogen. Ook kan de eigengerechtige mens zijn vertrouwen niet op Christus stellen; waarom zou hij? Zal ik mijn vertrouwen stellen in een Christus die ik niet nodig heb? Als ik rechtvaardig ben in mijn eigen ogen, dan heb ik geen Christus nodig om gered te worden. Hoe kan ik belijden: 'Ik ben naakt en ontbloot,' als ik denk dat ik rijk ben? Hoe kan ik zeggen: 'Was mij' als ik rein ben in mijn eigen ogen? Hoe kan ik zeggen: 'Genees mij' als ik denk dat ik geen ziekte heb? Hoe kan ik zeggen: 'Verlos mij, schenk mij vrijheid', als ik denk dat ik nooit een slaaf ben geweest, nooit iemand heb gediend? Alleen hij die zijn slavernij kent door de overheersing van de zonde, en hij die weet dat hij dodelijk getroffen is door het besef van schuld, alleen hij die voelt dat hij zichzelf niet kan redden, is degene die zich met gelovig vertrouwen kan overgeven aan de Heiland. Een eigengerechtig mens kan zichzelf niet verloochenen en zich aan Christus vastklampen, want door afstand te doen van zijn vroegere karakter zou hij onmiddellijk tot die categorie mensen behoren waarvan Christus zegt dat Hij ze wil ontvangen. Als hij afstand doet van zijn eigen gerechtigheid, plaatst hij zichzelf op één lijn met de zondaar. Dus, mijn vrienden, tot Christus komen betekent het bevlekte kleed van onze eigen gerechtigheid uittrekken en Christus aantrekken. En waarom zou ik dat doen als ik mezelf in mijn eigen kleed wil wikkelen? Waarom zou ik
tot Christus komen en al mijn vertrouwen en hoop in mezelf opgeven als ik merk dat mijn vertrouwen en hoop op goede gronden rusten? Als ik vaststel dat ik al goed genoeg gekleed ben om deel te nemen aan het bruiloftsmaal van het Lam? Nee, geliefden! De zondaar, en de zondaar alleen, kan tot Christus komen; een eigengerechtig mens kan niet komen; het ligt helemaal niet in zijn aard; hij zou niet willen, zelfs als hij kon. Het is juist zijn eigengerechtigheid dat zijn voeten klemt zodat hij niet kan komen; het verlamt zijn armen, zodat hij zich niet aan Christus kan vastklampen; het verblindt zijn ogen zodat hij de Heiland niet kan zien. Er is nog een andere reden. Als deze mensen, die geen zondaars zijn, tot Christus zouden willen komen, zouden ze dat niet doen tot Zijn eer. Als de dokter zijn deur opent voor iedereen die ziek is, terwijl ik in perfecte gezondheid naar hem toe ga, zal hij geen eer kunnen verwerven omdat hij zijn vaardigheid niet op mij kan toepassen. Een weldoener kan al zijn rijkdom uitgeven aan de armen, maar als er iemand naar hem toekomt die overvloed heeft, zal hij door die persoon niet geëerd worden vanwege het feit dat hij hem voedt als een hongerige of hem kleedt als een naakte. Hij is immers iemand die naakt noch hongerig was. Wanneer Jezus Christus verkondigt dat Hij Zijn genade geeft aan een ieder die erom vraagt, is dat zeker voldoende, want niemand kan of zal erom vragen behalve hij die wordt aangespoord door de dringende nood die hij voelt. Ja, het is voldoende, het is volmaakt voldoende tot Zijn eer en heerlijkheid. Een grote zondaar die verlost is, zal Christus verheerlijken. Iemand die geen zondaar is, zou, als hij formeel en kil de hemel zou bereiken, zichzelf verheerlijken, maar niet Christus. Hij die zonder vlek is kan zichzelf onderdompelen in de fontein, maar hij kan zich niet beroemen op de reinigende kracht ervan omdat hij geen vlek heeft die afgewassen moet worden. Hij die geen schuld heeft kan nooit roemen in het woord 'vergeving'. Daarom is het de zondaar, en de zondaar alleen, die Christus zal verheerlijken; en vandaar de tekst: 'Deze Man ontvangt zondaars.' Er wordt niet gezegd dat Hij ook anderen ontvangt, Hij is niet gekomen om rechtvaardigen tot bekering te roepen, maar zondaars (Matt. 9:13). Dat is het onderwijs van deze tekst. Maar laten we de woorden 'deze Man ontvangt zondaars' nog eens nader bekijken. Want daarmee wordt bedoeld dat Hij zondaren toegang geeft tot alle zegeningen die Hij voor hen heeft gekocht. Als er een fontein is, ontvangt Hij zondaars om hen daarin te wassen; als er een medicijn is voor de ziel, ontvangt Hij zondaars om hun ziekten te genezen; als er een tehuis is voor de zieken, een ziekenboeg, een tehuis voor de stervenden, ontvangt Hij zulke in dat toevluchtsoord van barmhartigheid. Alles wat Hij heeft in liefde, alles wat Hij heeft in barmhartigheid, alles wat Hij heeft in verzoening, alles wat Hij heeft in heiliging, alles wat Hij heeft in gerechtigheid, in dat alles ontvangt Hij de zondaar. Ja zelfs meer; Hij is er niet tevreden mee om een zondaar in Zijn huis te ontvangen, Hij ontvangt hem ook in Zijn hart. Hij neemt de zwarte en vuile zondaar aan, en nadat Hij hem gewassen heeft zegt Hij: 'Daar, je bent Mijn geliefde kind, Mijn verlangen gaat uit naar jou'. En tenslotte ontvangt Hij de heiligen in de hemel. Heiligen, zei ik, maar ik bedoelde degenen die zondaars waren, want niemand kan echt een heilige zijn dan degenen die eens zondaars waren en gewassen werden in het bloed van Christus en wit werden gemaakt door het bloed van het lam. Merk dan op lieve vrienden, dat we met het ontvangen van zondaars de hele verlossing bedoelen; en dit woord in mijn tekst, 'Deze Man ontvangt zondaars,' omvat het hele verbond. Hij ontvangt hen tot de vreugden van het paradijs, tot de gelukzaligheid van de gezegenden, tot de liederen van de verheerlijkten, tot een eeuwigheid van geluk. 'Deze Man ontvangt zondaars;' ik leg speciaal de nadruk op zondaars, want Hij ontvangt niemand anders.
Hij zal niemand anders redden dan degenen die weten dat ze zondaars zijn. Er wordt vrije genade en volledige verlossing gepredikt aan iedere zondaar in het universum; maar ik heb geen verlossing te prediken aan hen die niet willen erkennen dat ze zondaars zijn. Aan hen moet ik de wet prediken, en hen vertellen dat hun gerechtigheid slechts vuile vodden zijn, dat hun goedheid voorbij zal gaan als het web van een spin, en in stukken gebroken zal worden zoals het ei van de struisvogel gebroken wordt door de voet van het paard. 'Deze Man ontvangt zondaars,' en ontvangt niemand anders. 2. En dan nu de bemoediging. Als deze Man zondaars ontvangt, arme zondaar, wat een heerlijk woord is dit dan voor jou! Hij zal je dan zeker niet afwijzen. Kom, laat me je vanavond aanmoedigen om tot mijn Meester te komen, om Zijn grote verzoening te ontvangen en bekleed te worden met al Zijn gerechtigheid. Merk op dat degenen tot wie ik me richt de bonafide, echte, werkelijke zondaars zijn; geen zondaars uit plichtsbetrachting; niet degenen die zeggen dat ze zondaars zijn om, zoals ze veronderstellen, de religieuze fanatiekelingen van deze tijd tevreden te stellen. Nee, ik spreek tot hen die hun verloren, geruïneerde en hopeloze toestand voelen. Al deze mensen worden nu openlijk en vrijmoedig uitgenodigd om tot Jezus Christus te komen en door Hem gered te worden. Kom, arme zondaar, kom! Kom, want Hij heeft gezegd dat Hij je wil ontvangen. Ik ken je angst; we hebben het allemaal wel eens gevoeld toen we op het punt stonden om tot Christus te komen. Ik weet dat je in je binnenste denkt: 'Hij zal me afwijzen. Als ik tot Hem kom in mijn gebed, zal Hij me niet horen; als ik tot Hem roep, zal de hemel van koper zijn; ik ben zo'n grote zondaar geweest dat Hij me nooit in Zijn huis zal opnemen om bij Hem te wonen.' Arme zondaar, zeg dat niet; Hij heeft de verordening uitgevaardigd. Als we met eerlijke mensen te maken hebben, beschouwen we hun woord meestal als voldoende. Zondaar, zijn de woorden van de Zoon van God niet toereikend genoeg voor jou? Hij heeft gezegd: 'Wie tot Mij komt, zal Ik geenszins uitwerpen.' Zou je die belofte dan niet aangrijpen? Wil je de zee niet opgaan in een schip dat zo stevig is als dit? Hij heeft het gezegd, en steeds weer is het de enige troost van de heiligen geweest; hierop hebben zij vertrouwd, daarop zijn zij gestorven. Denk je dat Christus tegen je zal liegen terwijl Hij het belooft? Zou Hij je zeggen dat Hij je zal ontvangen en het toch niet doen? Zou Hij zeggen: 'Komt, want alle dingen zijn nu gereed' en toch de deur voor je sluiten? Nee, als Hij heeft gezegd dat Hij niemand zal afwijzen die tot Hem komt, wees dan gerust, Hij kan en wil jou niet afwijzen. Kom dan, beproef Zijn liefde op deze grond, dat Hij het gezegd heeft. Kom en wees niet bang, want als je in jezelf voelt dat je een zondaar bent, dan is dat besef een gave van God. Als Iemand al zoveel voor je gedaan heeft om je te trekken, dan kun je met een gerust hart komen. Een vreemdeling komt naar mijn huis, hij vraagt om een aalmoes, en hij vertelt me eerst heel duidelijk dat hij me nog nooit eerder gezien heeft, dat hij geen aanspraak kan maken op mijn vrijgevigheid, en toch doet hij zijn uiterste best om ieder welwillend gevoel dat ik toevallig in mijn gemoed heb aan te spreken. Maar als ik een rijk man zou zijn en al iets voor hem gedaan zou hebben, zou hij terecht kunnen zeggen: 'Meneer, u hebt al zoveel voor mij gedaan, ik denk niet dat u me zult laten vallen als ik u nodig heb; ik geloof niet dat u mij na zoveel liefde zult laten verhongeren.' Arme zondaar, als je voelt dat je een Verlosser nodig hebt, dan heeft Christus je dat laten voelen; als je een verlangen hebt om Christus te volgen, dan heeft Hij je dat verlangen gegeven; als je een verlangen naar God hebt, dan heeft God je dat verlangen gegeven. Als je naar Christus verlangt, heeft Christus je doen verlangen; als je om Christus weent, heeft Christus je doen wenen. Ja, als je alleen maar naar Hem kunt
verlangen met een sterk verlangen van iemand die vreest dat hij nooit door Hem zal worden gevonden, maar toch hoopt door Hem gevonden te worden, als je alleen nog maar op Hem kunt hopen, dan heeft Hij je die hoop gegeven. Oh, zou je dan niet tot Hem willen komen? Je bent gezegend met de gunst van de Koning; kom en bepleit wat Hij heeft gedaan, als je hier op pleit zul je nooit afgewezen worden door God. Vertel Hem dat Zijn barmhartigheden uit het verleden je aansporen om Hem in de toekomst te beproeven. Ga op je knieën, zondaar, op je knieën; zeg Hem dit: 'Heere, ik dank U dat ik weet dat ik een zondaar ben; U hebt me dat geleerd; ik dank U dat ik mijn zonde niet verberg, dat ik weet dat ik een zondaar ben, dat ik het voel; dat het voortdurend voor mijn aangezicht is. Heere, wilt U mij mijn zonde laten zien en mij mijn Heiland niet laten zien? Wat? Zou U de wond openen en er een lancet in steken en me toch niet genezen? Heere U hebt gezegd: 'Ik dood', maar hebt U ook niet in één adem gezegd: 'Ik maak levend'? Hebt U mij gedood en wilt U mij niet levend maken?' Pleit dat, arme zondaar, en je zult zien dat het waar is, dat 'deze Man zondaars aanneemt'. Is dit niet genoeg voor je? Dan is er nog een reden. Ik ben er zeker van dat 'Deze Man zondaars ontvangt,' omdat Hij voor jou al velen, ja zeer velen heeft ontvangen. Zie, daar is de deur van genade; zie hoeveel mensen er al doorheen zijn gegaan; het scheelt niet veel of je hoort het kloppen op de deur nog als een echo uit het verleden. Bedenk hoeveel vermoeide reizigers hier zijn gekomen om rust te vinden, hoeveel hongerige zielen zich hier hebben verzameld voor brood. Ga, klop op de deur van barmhartigheid en vraag de portier: 'Is er ooit iemand naar deze deur gekomen die werd afgewezen?' Ik kan je bij voorbaat het antwoord verzekeren: 'Nee, niemand.' 'Nooit werd er ook maar één iemand afgewezen die tot Hem kwam voor genade.' 'Geen zondaar werd ooit ledig weggestuurd, Die om Jezus' wil genade zocht.' Zou jij dan de eerste zijn? Denk jij dat God Zijn woord zou breken door jou af te wijzen? Sinds de mens zondigde, hebben de poorten der genade dag en nacht opengestaan. Denk jij dat zij zich voor jou voor het eerst zullen sluiten? Nee mens, beproef het en als je merkt dat het zo is, kom dan terug en zeg: 'Dominee, u hebt de Bijbel niet gelezen zoals het hoort', of zeg dat je een onvervulde belofte hebt gevonden, aangezien Hij zei: 'Wie tot Mij komt, zal Ik geenszins uitwerpen.' Ik geloof niet dat er ooit iemand in de wereld is geweest van wie gezegd kan worden dat hij oprecht genade van God heeft gezocht en die niet heeft gekregen. Nee, sterker nog, ik geloof dat zo iemand nooit zal bestaan, maar dat iedereen die tot Christus komt zonder de minste twijfel genade zal vinden. Welke grotere aanmoediging heb jij nog nodig? Denk je dan dat het voor hen is die niet gered willen worden? Geloof je dat het bloed gesprenkeld zal worden op hen die niet tot Christus willen komen? Misschien geloof je dat, maar ik zal het je niet verkondigen. Het staat niet in Gods Woord en daarom zal ik het nooit durven zeggen. En nu, zondaar, heb ik nog een reden om je te dwingen te geloven dat Christus alle zondaars die tot Hem komen wil ontvangen. Het is namelijk zo dat Hij alle zondaren roept. Als Christus ons dan roept en beveelt om te komen, dan kunnen we er zeker van zijn dat Hij ons niet zal afwijzen als we tot Hem naderen. Er was eens een blinde man die langs de weg bedelde. Hij niet kon zien, maar hij hoorde het geluid van vele voetstappen die voorbijgingen. Hij vroeg wat dit te betekende had. Men zei hem dat Jezus van Nazareth voorbij kwam. Met luide stem riep hij: 'Jezus, Gij Zoon van David, ontferm U over mij!' Het oor van barmhartigheid leek doof en de Gezegende ging verder en sloeg geen acht op de smeekbede. De arme man bleef zitten waar hij zat en begon nog harder te roepen. Maar toen de Gezegende sprak: 'Kom hier,' o, toen wachtte hij geen moment. De mensen zeiden tegen hem: 'Sta op, Hij roept u,
en hen allen opzij duwend baande hij zich een weg door de menigte en smeekte: 'Heere, geef dat ik mag zien.' Welaan dan, jij die je verdorvenheid en je ellende voelt, sta op en spreek, Hij roept je! Jij die overtuigd bent van je zonde, Christus zegt: 'Kom!' En opdat je er zeker van mag zijn dat Hij het zegt zullen we de volgende woorden nogmaals citeren: 'Ik ben niet gekomen om rechtvaardigen tot bekering te roepen, maar zondaars.' Mens, jij wordt geroepen, dus kom! Als zijne majesteit de koning voorbijreed, zou je redelijkerwijs niet kunnen verwachten dat je met hem kan spreken. Maar als je jouw naam uit zijn eigen mond zou horen, zou je dan niet naar de koets gaan en luisteren naar wat de koning je te zeggen had? Welnu, de Koning van de Hemel zegt: 'Kom,' ja, dezelfde lippen die op een dag zullen zeggen: 'Kom, gij gezegenden,' zeggen vanavond: 'Kom, gij arme vermoeide zondaars, kom tot Mij en Ik zal u redden.' Er is geen bedroefde ziel binnen deze muren die, als het verdriet het werk is van Gods Heilige Geest, geen verlossing zal vinden door de wonden van Christus. Geloof dan, zondaar! Geloof in Jezus, geloof dat Hij in staat is om je tot het laatst toe te redden. En nu nog één punt om je nog meer aan te sporen en te bemoedigen. Arme ziel, ik weet dat wanneer de schuld op je drukt, het heel moeilijk kan zijn om te geloven. Men zegt weleens: 'Je moet gewoon geloven', maar als de zonde zwaar op je schouders drukt, is geloven het moeilijkste wat er is. Oh, men weet niet hoe moeilijk dat 'gewoon' dan is. Het is een werk zo groot dat niemand het kan doen zonder de hulp van God; want geloof is een gave van God en Hij geeft het alleen aan Zijn kinderen. Maar als er iets is dat geloof in werking kan zetten, dan is het dit laatste punt dat ik wil noemen. Zondaar! Bedenk dat Christus bereid is om je te ontvangen; want Hij is helemaal vanuit de hemel gekomen om naar jou te zoeken en je uit je benarde omstandigheden te bevrijden, om je te redden en je van je ellende te verlossen. Hij gaf het bewijs van zijn innige belangstelling voor jouw welzijn hierin, dat Hij het bloed van Zijn hart vergoot om jouw ziel te verlossen van dood en hel. Als Hij het gezelschap van de heiligen had gezocht had Hij in de hemel moeten blijven, want daar waren er velen. Abraham, Izaäk en Jakob waren daar met Hem in heerlijkheid; maar Hij zocht zondaars. Hij zocht arme verloren zondaars om hen te redden. Hij wilde hen tot voorbeelden van Zijn genade maken; Hij zocht besmeurde zielen om ze schoon te wassen. Hij zocht dode zielen om ze te doen herleven. Het was Zijn verlangen om Zijn genade te tonen. 'Ja, ’t was Uw lust een Mens te zijn. Uw liefde ontzag noch leed, noch pijn; Daar trad U op met moed en kracht Tot heil van ons geslacht.' O zondaar, kijk naar hier en aanschouw het kruis. Zie op Hem Die eraan vastgenageld is: 'Die aan 't kruis zich liet verhogen Met een liefde ondenkbaar groot, En ons minde tot den dood Met een Goddelijk mededogen.' Zie je die ogen? Kun je er geen liefdevol medelijden voor je ziel in lezen? Zie je Zijn zijde? Het is doorboord voor jouw zonden. Zie je Zijn bloed vloeien? Elke druppel werd voor jou vergoten. Hoor je die doodskreet: 'Eli, Eli, lama sabachtani!' Die verdrietige en hartverscheurende uitroep klinkt omwille van jou. Ja, omwille van jou, als je een zondaar bent, als je vanavond tot God zegt: 'Heere, ik weet dat ik tegen U gezondigd heb; wees mij genadig naar Uw barmhartigheid in Jezus Christus.' Als je nu door de Heilige Geest bewogen wordt om jezelf te verachten en om je in stof en as te verootmoedigen omdat je gezondigd hebt, voorwaar, bij God, voor Wie ik sta als Zijn dienaar, zeg ik je, dat je gered zult worden. Want Jezus wilde niet voor jou sterven om je alsnog verloren te laten gaan. 3. Het laatste punt is een vermaning. Als het waar is dat Christus alleen gekomen is om zondaars te redden, mijn geliefde toehoorders, streef dan, streef! Doe alle moeite om in je ziel het bewustzijn van je zondigheid wakker te schudden. Het
is heel pijnlijk als je voelt dat je een zondaar bent, maar dat is geen reden waarom ik je niet zou aanraden om ernaar te streven. Want hoewel het pijnlijk is, is die lijdensweg niets anders dan het bittere medicijn dat je herstel zal bewerkstelligen. Denk niet te hoog over jezelf, maar probeer een lage dunk van jezelf te hebben, probeer jezelf niet met sieraden te tooien, laat het niet je streven zijn om jezelf met goud en zilver te bekleden. Probeer niet goed te zijn van jezelf, maar probeer jezelf te vernederen. Stijg niet op in de hoogte, maar zink in de diepte. Verhef jezelf niet, maar daal af. Vraag God om je in je eigen ogen tot niets te maken. Vraag Hem om jou niets anders te laten zeggen dan: 'Ik ben de voornaamste der zondaars.' Als God je gebed verhoort, zal satan je waarschijnlijk vertellen dat je niet gered kunt worden omdat je een zondaar bent. Luister naar wat Maarten Luther eens zei: 'Toen ik gekweld werd door zonde en verdriet, zei satan: Luther, je kunt niet gered worden omdat je een zondaar bent.’ Maarten Luther antwoordde: 'Goed, ik zal je kop eraf hakken met je eigen zwaard. Je zegt dat ik een zondaar ben? Wel, daar ben ik je dankbaar voor. Je bent een goede satan (hij bedoelt het ongetwijfeld spottend) als je zegt dat ik een zondaar ben. Welaan dan, satan, Christus stierf voor zondaren, dus stierf Hij ook voor mij.' Hij zei, 'satan, als je mij eraan herinnert dat ik een zondaar ben dan zal ik je daar dankbaar voor zijn, en in plaats van te jammeren, zal ik beginnen te zingen; want alles wat ik nodig heb is te weten en te voelen dat ik een zondaar ben.' Als we dat voelen, als we dat beseffen, dan kunnen we het als een onbetwistbare zaak beschouwen dat we het recht hebben om tot Christus te komen, dat we in Hem mogen geloven en Hem ontvangen als onze Verlosser en als het hoogste goed van ons verlangen. Ongetwijfeld zal je geweten je proberen tegen te houden, maar probeer het geweten niet het zwijgen op te leggen, maar zeg tegen het geweten dat je een grote verplichting voelt omwille van al hetgeen het tegen je zegt, zoals: 'Ach, je bent echt een slecht mens geweest, je zondigde toen je jong was, en tot op de dag van vandaag zondig je nog steeds. Hoeveel vermaningen zijn aan er wel niet aan je verspild! Hoeveel zondagen heb je wel niet ontheiligd! Hoeveel waarschuwingen heb je wel niet in de wind geslagen! Je bent een groot zondaar.' Geef dank aan je geweten, want hoe meer je tot het besef komt dat je een zondaar bent, des te meer je tot een waar besef van schuld komt. Je zult meer reden hebben om naar Christus te gaan en te zeggen: 'Heere, ik geloof dat U stierf voor de schuldigen, ik geloof dat U de wil hebt om een onwaardige zondaar te redden. Ik werp mezelf aan Uw voeten; 'Heere, red mij!' Dat bevalt sommigen van jullie niet, of wel? Dit is tenslotte geen leer waarmee je mensen vleit. Nee, je wilt graag een goed mens zijn en Christus een beetje helpen, is het niet? Je luistert liever naar de leerstellingen die sommige leraren verkondigen, zij zeggen: 'God heeft veel voor je gedaan; doe jij nu maar de rest en dan zul je gered worden'. Dat is een goed idee; jij doet het ene en God zal het andere doen. Maar dat is niet wat er in Gods Woord staat, het is slechts een zinloze droom. God zegt: 'Ik zal het allemaal doen; kom en buig je neer aan Mijn voeten; laat je werken achter, laat Mij voor je zorgen; dan zal Ik je laten leven tot Mijn eer. Als je heilig wilt zijn, hoop ik dat je zult belijden dat je onheilig bent. Als je geheiligd wilt worden, moet je belijden dat je nog niet geheiligd bent. Doe dat, mijn luisteraars, val neer voor de Heere; werp jezelf neer. Sta niet hoogmoedig op; maar val in nederigheid voor God neer. Vertel Hem dat je zonder Zijn soevereine genade verloren bent; vertel Hem dat je niets hebt, dat je niets waard bent, dat je nooit meer dan een nul zult zijn, maar dat je ook weet dat Christus niets van je wil, want Hij neemt je zoals je bent. Probeer niet tot Christus te komen met iets
anders dan je zonde; probeer niet tot Christus te komen met een gebed van aanbeveling; kom zelfs niet tot Hem met een belijdenis van je geloof; kom tot Hem met je zonde, Hij zal je geloof geven. Als je van Christus wegblijft en denkt dat je zonder Hem ook kunt geloven, maak je een grote vergissing. Het is Christus Die ons zal redden; voor alles wat we nodig hebben moeten we tot Christus komen. 'U, o Christus, bent alles wat ik wil; In U vind ik alle dingen. Richt de gevallenen op, moedig de zwakken aan, Genees de zieken en leid de blinden.' Dit alles en nog veel meer wil Jezus doen; maar je moet naar Hem toe komen als een ziek en zwak mens; je moet Hem tegemoet treden als een hongerig en dorstig mens, anders zul je helemaal niet kunnen en willen komen. Kom tot Jezus, ik smeek het je, wat het ook is dat je tot nu toe heeft tegengehouden. Je twijfels proberen je misschien tegen te houden, maar zeg: 'Laat los, ongeloof! Christus zei dat Hij voor zondaars stierf, en ik weet dat ik een zondaar ben.' 'Zijn heilig woord Heb ik gehoord , En daarop ga ik moedig voort. Nooit zal het mij berouwen.' Voordat ik afsluit wil ik nog één ding zeggen. Als je weet dat je een zondaar bent, blijf dan niet weg van Christus omdat je niet alles begrijpt. Heel vaak komen er jonge bekeerlingen naar me toe die zeggen: 'Ik begrijp deze of gene doctrine niet.' Wel, ik leg het ze graag uit voor zover ik dat kan. Maar soms zijn het geen jonge bekeerlingen, maar jonge overtuigde zielen, ze zijn overtuigd van hun zonden. Als ik hen dan probeer duidelijk te maken dat ze in Christus mogen geloven als ze zondaars zijn, beginnen ze over een ingewikkeld onderwerp of een lastige kwestie te praten omdat ze denken dat ze pas gered kunnen worden als ze doorgewinterde theologen zijn. Welnu, als je denkt dat je eerst alle theologische inzichten zult moeten doorgronden voordat je in Christus kunt geloven, kan je alleen maar zeggen dat je het nooit zult begrijpen. Zolang je leeft, zullen er diepten zijn die je niet kunt bevatten. Er zijn bepaalde onbetwistbare feiten waaraan je moet vasthouden; maar er zullen ook altijd moeilijkheden blijven bestaan waar je niet doorheen kunt kijken. De meest begunstigde heilige op aarde begrijpt niet alles, maar jij wilt alle dingen begrijpen voordat je tot Christus komt. Iemand vraagt mij hoe de zonde in de wereld is gekomen, en hij zal niet tot Christus komen totdat hij dat weet. Waarom? Als hij wacht op iets dat hij nooit zal weten, zal hij hopeloos verloren gaan; want niemand zal het ooit weten. Ik heb geen reden om te geloven dat het ooit geopenbaard is, zelfs niet aan hen die in de hemel zijn. Weer een ander wil weten waarom mensen bevolen wordt om te komen terwijl de Bijbel leert dat niemand kan komen. Hij moet en wil dit eerst verduidelijkt hebben. Stel dat de arme man die een verdorde arm had, nadat Christus had gezegd: 'Strek uw arm uit', zou hebben geantwoord: 'Heere, ik heb een gedachte die mij verontrust; ik wil eerst weten hoe U mij kunt zeggen mijn arm uit te strekken terwijl hij verdord is. Stel dat, toen Christus tot Lazarus had gezegd: 'Lazarus kom naar buiten,' Lazarus zou hebben gezegd: 'Ik wil eerst iets begrijpen, hoe kan een dode naar buiten komen?' Weet dit, ijdel mens! Als Christus zegt: 'Strek je arm uit', dan schenkt Hij je met dat gebod de kracht om je arm uit te strekken en is de moeilijkheid in de praktijk opgelost, hoewel ik geloof dat het in theorie nooit zal worden opgehelderd. Als mensen willen dat de theologie voor hen wordt uitgetekend als een landkaart, als ze willen dat elk dorp en elke heg in het Koninkrijk van het Evangelie voor hen in kaart wordt gebracht, dan zullen ze dat nergens anders vinden dan in de Bijbel. En daar worden ze zo in kaart gebracht dat de jaren van een Methusalem niet zouden volstaan om er elk klein detail in te vinden. We moeten tot Christus komen en dan leren, niet eerst leren en dan tot Christus komen. 'Ja maar,' zegt een ander, 'dat is niet de reden van mijn twijfels; ik maak me niet zo druk over theologische vraagstukken; ik heb een grotere zorg dan dat.
Ik heb namelijk het gevoel dat ik te slecht ben om gered te worden.' Wel, dan moet ik je zeggen dat je er behoorlijk zit; dat is het enige antwoord dat ik je kan geven; want ik geloof Christus meer dan dat ik jou geloof. Jij zegt dat je te slecht bent om gered te worden? Christus zegt: 'Wie tot Mij komt zal Ik geenszins uitwerpen.' Wel, wie heeft er dan gelijk? Christus zegt dat Hij de allerslechtsten zal ontvangen; jij zegt dat Hij dat niet zal doen. Wat denk je daarvan? 'Geloof toch dat God waarheid is en dat de mens een leugenaar is.' Er is één ding waarvan ik graag wil dat je het doet; ik hoop dat God je ertoe zal brengen om de Heere Jezus Christus op de proef te stellen en te zien of Hij je zal afwijzen. Het wordt mij zo vaak verweten wordt dat ik een beroep doe op de ergste zondaars, maar wat gaat dat mij aan? Er wordt mij vanuit het Woord gezegd dat ik mijn bediening moet richten tot dronkaards, hoeren, godslasteraars en zondaars van de ergste soort. Wat kan mij het schelen als er met minachtende vingers naar mij wordt gewezen, of als ik in het openbaar als een dwaas wordt beschouwd; denk je dat ik me door hun ironie uit het veld zal laten slaan? Denk je dat ik me zal laten ontmoedigen door hun schaamteloze hoongelach? Nou nee, ik zal net als David, toen hij danste voor de ark van de Heere, en Michal, de dochter van Saul, hem uitlachte en beschimpte als een schaamteloze kerel, slechts antwoorden: 'Als dit verachtelijk is, dan wil ik nog verachtelijker zijn. Zolang ik de voetstappen van mijn Meester voor me zie, en zolang ik Zijn genadige goedkeuringen op mijn werk zie, zolang ik zie dat Zijn Naam wordt verhoogd, Zijn heerlijkheid wordt vermenigvuldigd, en verloren zielen worden gered, (en Gode zij dank hebben we daar elke dag een getuigenis van;) zolang dit Evangelie mij rechtvaardigt, zolang de Geest van God mij beweegt en zolang de tekenen die volgen de zegels van mijn opdracht vermenigvuldigen, wie ben ik dan dat ik mij zou laten weerhouden door de mens, of de Heilige Geest zou weerstaan door enig vlees dat ademt? O, jij dan, voornaamste der zondaars, jij smerigste der smerigste, jij die het uitschot van de stad bent, het afval van de aarde, het bezinksel van de schepping, waar niemand naar op zoek is, jij wiens karakter verwoest is en wiens binnenste van de ziel vervuild is, zo zwart dat geen schoonmaker op aarde je nog wit kan maken, zo vernederd dat je buiten de hoop van welke geestelijke dan ook bent gezonken om je terug te winnen! Kom, kom tot Christus. Kom op Zijn eigen uitnodiging. Kom, en je zult zeker hartelijk ontvangen worden. Mijn Meester zei dat Hij zondaars ontvangt, zijn vijanden zeiden over Hem: 'Deze Man ontvangt zondaars.' We hebben een vaste en volkomen zekerheid dat Hij zondaars ontvangt, Zijn vijanden zijn er zelf getuige van. Kom nu, vertrouw op Zijn woord, Zijn uitnodiging, Zijn belofte. Denk je dat Hij alleen zondaars ontving tijdens die korte tijd dat Hij op aarde wandelde? Welnee, dat is helemaal niet waar; dit wordt door alle latere gebeurtenissen bevestigd. Jezus' apostelen herhaalden het nadat Hij naar de hemel was opgevaren, in even onvoorwaardelijke bewoordingen als Hijzelf het uitdrukte toen Hij op aarde was. Geloof je dit niet? 'Dit is een betrouwbaar woord en alle aanneming waard dat Christus Jezus in de wereld gekomen is om zondaars zalig te maken, van wie ik de voornaamste ben' (1 Tim. 1:15). Verachters, ga je gang en lach erom; ga maar door en veracht het gepredikte Evangelie zoveel je wilt, maar op een dag zullen we elkaar van aangezicht tot aangezicht ontmoeten, we zullen samen voor onze Maker staan, en dan zal het een grote schok zijn voor allen die Christus hebben veracht en hebben gelachen om Zijn genadige woorden. Is er hier een ongelovige die zegt dat hij er vrede mee heeft als hij de dood zal sterven omdat er geen leven in een toekomende wereld bestaat? Welnu, mijn vriend, stel dat alle mensen sterven als een hond, dan zal ik er net zo goed aan toe zijn als jij, en ik denk zelfs dat ik er een beetje beter aan toe zal zijn wat betreft geluk en vrede in deze wereld.
Maar als; (en let op, ik zeg het niet omdat ik eraan twijfel) als het waar is dat er wel een toekomende wereld is, dan zou ik in die toekomende wereld niet graag in jouw schoenen willen staan. Als het zo is dat er een rechterstoel is; als er een hel is, (ik zeg het maar heel hypothetisch, niet omdat ik er aan twijfel, maar omdat jij zegt dat je eraan twijfelt; hoewel ik denk dat je dat niet echt doet) als er zo'n plaats is, wat zul je dan beginnen? Zou je iets kunnen beginnen? Welnee, als er 's nachts een blaadje valt, sidder je al; als er corona uitbreekt, schrik je al; als je een beetje ziek bent, haast je je naar de dokter en zowat iedereen kan je een medicijn opdringen omdat je bang bent om dood te gaan. Wat ga je doen als de doodsjordaan je in zijn greep krijgt? Als je al bang bent voor een beetje pijn, wat zal je dan doen wanneer je lichaam zal beven en je knieën samenknikken omdat je voor je Schepper staat? Wat denk je dat je zult doen, mijn hoorder, wanneer Zijn vlammende ogen in je ziel zullen branden? Wat denk je dat je zult doen als Hij temidden van tienduizend donderslagen zal zeggen: 'Ga heen, ga weg van Mij?' Ik kan je niet voorspellen wat je zult doen, maar ik zal je één ding zeggen dat je niet zult doen; namelijk dat je niet zult zeggen dat ik zo eenvoudig mogelijk heb geprobeerd om het Evangelie aan de grootste zondaars te verkondigen. Luister goed: 'Wie in de Heere Jezus Christus gelooft, zal behouden worden.' Geloven is op Christus vertrouwen; in die gezegende armen vallen die zelfs de grootste zondaar die ooit geleefd heeft kunnen dragen; jezelf volledig op de belofte werpen; Hem alles voor je laten doen totdat Hij je levend gemaakt heeft en je in staat gesteld heeft om uit te werken wat Hij eerder in je gewerkt heeft, “je eigen zaligheid;' en zelfs dit moet met 'vrees en beven' (Fil. 2:12). Moge God almachtig schenken dat er vanavond een arme ziel gered mag worden! Voor degenen die aan wal staan, verwacht ik niet dat ik iets goeds kan doen. Als ik een reddingsboei de zee in kan slingeren, zal alleen de schipbreukeling op het vastgelopen schip zich verheugen over het touw. Jullie die jezelf veilig achten, ik heb geen noodzaak om tot jullie te preken. Jullie zijn allemaal zo vreselijk goed in je eigen ogen dat het geen zin heeft om te proberen jullie beter te maken. Jullie zijn allemaal zo verschrikkelijk rechtvaardig dat jullie mijn waarschuwingen helemaal niet nodig hebben, jullie kunnen gewoon je gang gaan. Neem het me dus niet kwalijk dat ik niets anders tegen jullie te zeggen heb dan dit: 'Wee u, Schriftgeleerden en Farizeeën, huichelaars!' en sta me toe dat ik me tot een andere klasse mensen wend, de ergste van de ergste. Ik geef er niets om als ik de bijnaam 'prediker van de laagste en smerigste mensen' zou krijgen; ik zou er niet voor terugdeinzen om, net als Rowland Hill, beschimpt te worden als de prediker van de laagste rangen. Want zij hebben net zoveel behoefte aan het Evangelie als ieder ander schepsel onder de hemel. En als niemand het hun wil verkondigen, God sta mij bij, dan zal ik proberen het aan hen verkondigen in woorden die ze wel kunnen begrijpen. En wanneer de deftige mensen niet van een prediking in die stijl houden hebben ze de mogelijkheid om te vertrekken. Als ze predikanten willen horen met een intellectuele stijl die het vermogen van gewone zondaars te boven gaat, laat ze dan maar weggaan en naar hen luisteren. Ik neem er genoegen mee om mijn Heere te volgen, Die 'Zichzelf ontledigd heeft door de gestalte van een slaaf aan te nemen' om zo zondaars te zoeken die buiten de gebaande wegen vallen. Ik zou liever de preekstoel geweld aandoen en door het fatsoen heen breken dan dat ik niet door harde harten heen breek. Zulke prediking beschouw ik als de juiste soort prediking en het maakt me niet uit hoe ik in het hart kan binnendringen. Ik geef toe dat als ik niet op een bepaalde manier zou kunnen preken, ik het op een andere manier zou aanpakken. Als niemand naar me zou komen luisteren in een zwarte jas, dan zou ik hen in een rode jas toespreken.
Ik zou hen toch op de een of andere manier het Evangelie laten horen; ik zou proberen op zo'n manier te prediken dat zelfs de meest eenvoudige luisteraar dit ene feit zou kunnen begrijpen: 'Deze Man ontvangt zondaars,' God zegene u allen, om Christus' wil! Amen. Vertaling: Het Spurgeon Archief Niets van deze preek mag worden verveelvoudigd of openbaar gemaakt in boekvorm of op enigerlei andere wijze.
0 notes
Text
Vorige week had ik een aanvaring met Dennis. Dennis is een goeie gast. Het ging over het dragen van witte kleding. Ik mag geen wit shirt op zwarte broek. Dan moet ik toch een jasje aan.
Ik moest mij aan de bedrijfsregels houden. Doen jullie dat dan ook? vroeg ik. Hij werd boos. Dat waren de bedrijfsregels, ik moest me daaraan houden. Hij vond me eigenwijs. Ik heb er verder niet op gereageerd, wilde het vuurtje niet verder opstoken. Ik wil graag "anders" leven na mijn burn-out, maar kennelijk had hij deze reactie niet verwacht, en had ik ook nog eens gelijk.
We hebben het er niet meer over. Gebeurt = gebeurt. Ik had het verhaal wel naar Martin gemaild, hij was er niet, dus dan maar zo.
Vandaag reintegratiegesprek. Martin kwam met de opmerking dat vorige week niet mijn beste week was. Of ik er nog iets over wilde zeggen? Nee. Blijkbaar had ik mijn ambities om te reïntegreren te hoog gelegd. Zodra ik dat in de gaten kreeg, heb ik gelijk een stap terug gedaan.
Mijn eerste gedachte was: Martin is boos op mij, vanwege dit akkefietje.
Maar toch kon ik dit omdenken:
Je hebt van de hele week nog geen moment gemerkt, dat hij boos op me was. Hij heeft er met geen woord over gesproken, en ook aan zijn gedrag kon ik niets merken. Dus: gebeurt = gebeurt.
0 notes