#geschilderd portret
Explore tagged Tumblr posts
Text
Wat? Gemummificeerd lichaam van een jongen (1e eeuw na Chr.) met detail en gezichtsreconstructie van de gemummificeerde jongen, Portret van Isourous ( 60-80 na Chr.), Portret van een man (2e-3e kwart 3e eeuw na Chr.), Portret van een man (140-160 na Chr.), Portret van een vrouw (ca. 150-200 na Chr.) en Zelfportret (1922) door Charlie Toorop
Waar? Tentoonstelling oog in oog – De mensen achter mummieportretten in het Allard Pierson, Amsterdam
Wanneer? 16 november 2023
In de tijd dat Egypte tot het Romeinse rijk behoorde (31 v.Chr. tot 395 na Chr.) leefde de traditie van het mummificeren voort. Daarbij trad een nieuw verschijnsel op, namelijk het bevestigen van mummiepaneelportretten op het gezichtsgedeelte van de gemummificeerde persoon. Het zijn portretten die zijn geschilderd op hout met een mengsel van pigmenten en was, de zogenaamde encaustische schildertechniek.
Het Allard Pierson in Amsterdam presenteert de eerste tentoonstelling van Oudegyptische mummieportretten in Nederland. Achtendertig portretten zijn, van over de hele wereld, in het museum bijeen gebracht voor de tentoonstelling Oog in oog.
Hoewel mummieportretten een zeer levensechte indruk maken, wordt over de vraag in hoeverre het daadwerkelijk om gelijkende afbeeldingen van de overledenen gaat, nog steeds gedebatteerd. Onderzoek naar mummies waarbij het lichaam en het bijbehorende portret met elkaar vergeleken kunnen worden, biedt een genuanceerd beeld. Het lijkt erop dat beide vaker niet dan wel overeenkomen. Op basis van een CT-scan en aanvullend onderzoek is een reconstructie vervaardigd van een kleine anonieme jongen. Het gereconstrueerde gezicht lijkt van een aanzienlijk jonger kind te zijn dan de jongeman die op het mummieportret is afgebeeld. Ook onderzoek naar het lichaam suggereerde dat het kind jonger is dan het portret doet vermoeden.
Er vanuit gaande dat het echte portretten zijn, is niet zeker of de portretten al voor de dood werden gemaakt of postuum. Sommige geportretteerden zijn onder een hoek weergegeven, wat er mogelijk op duidt dat de portrettist hen opgebaard heeft gezien.
Duidelijker is waar de portretten voor dienden: het herdenken van overleden familieleden. Er zijn aanwijzingen dat mummies vaak nog een tijdlang boven de aarde bleven en dat in hun aanwezigheid maaltijden werden gebruikt. Ook na de bijzetting bleef contact met de overledene vaak mogelijk in de vorm van het brengen van offers.
Ruim twintig mummieportretten zijn voorzien van een korte tekst. Daarin wordt soms de naam genoemd van (waarschijnlijk) de geportretteerde. Soms staat de naam op de zwachtels van het gemummificeerde lichaam. Een voorbeeld is het portret van Isarous. Afgebeelde kleding, haardracht en sieraden zeggen vaak iets over de periode waarin de geportretteerde leefde en diens sociale status. Zo toont het portret van een man (Martin von Wagner Museum der Universität Würzburg) een gele mantel, die suggereert dat hij werkzaam was als militair of hoge ambtenaar.
Een opmerkelijk portret is dat van een man die is afgebeeld zonder zichtbare kleding. Zijn linkeroog is opvallend bloeddoorlopen. Mogelijk zeggen deze kenmerken iets over het beroep van de geportretteerde. Wellicht was het een bokser.
Stijl en kwaliteit van de portretten verschilt onderling. Veel mummieportretten doen echter opmerkelijk hedendaags aan. Dat komt mede door de heldere kleuren, de detaillering en niet in de laatste plaats de grote, meestal amandelvormige, ogen. Hierdoor lijken de geportretteerden je recht in het gezicht te kijken. De mummieportretten hebben latere kunstenaars, zoals Charlie Toorop, beïnvloed. Haar geportretteerden hebben vaak dezelfde amandelvormige ogen als de mummieportretten. Op de tentoonstelling hangt als voorbeeld hiervan een zelfportret van de kunstenares uit Kunstmuseum, Den Haag.
3 notes
·
View notes
Text
Innerlijke werelden
Ik stuurde vriendin J het portret dat Jan Veth (1864-1925) schilderde van zijn drie zussen*. Ze schreef dat ze heel lang en gefascineerd naar de afbeelding had zitten kijken en hoe die drie naar hun schilderende broer keken. Dat trof me, want hoe zelden ben je je bewust van het model dat naar de schilder kijkt. Met de schilder mee verandert de geportretteerde vanzelf van subject in object. Ik moest denken aan het portret van de drie gezusters Brönte door hun getormenteerde broer Branwell. Dat jammerlijk mislukte schilderij is nu van waarde voor onze perceptie van zijn beroemd geworden zussen, al worden we niets gewaar van hun innerlijk. Veths portret van Cornelia, Clara en Johanna doet precies het omgekeerde: hun innerlijke werelden dringen zich bijna aan mij op. Is Cornelia niet degene die kalmte brengt, goede raad geeft aan haar broer, die troost en aanspoort, en is Clara niet de felste, degene die vragen stelt, dingen wil weten, ongeduldig is, die haar hartstocht geheim houdt? Is Johanna niet de zwijgende, de observerende, de zachtjes lijdende, die haar broer benijdt om zijn talent en zijn vrijheid? Misschien klopt niets van dit alles. Maar het portret haakt direct in op mijn eigen binnenwereld.
Dat gebeurt ook in portretfoto's, maar het wonder van het geschilderde portret – nog iets waar ik me maar zelden bewust van ben, zo vanzelfsprekend is het – is dat er eerst niets anders is dan een wit vlak. Hoe virtuoos een schilder ook is, hoezeer hij ook kan varen op techniek en ervaring, er is altijd een wereld die het model meebrengt en die het wit bij voorbaat inkleurt. Didier Eribons schrijft in 'Het vonnis van de samenleving' over wat nodig is “om inzicht te kunnen krijgen in die woorden, blikken, gebaren en gevoelens van een bepaald moment”. De socioloog en filosoof die hij is noemt: “historisch perspectief, sociologische analyse, theoretische reflectie ...”. In Veths eerbiedwaardige portretten van de Nederlandse maatschappelijke, wetenschappelijke en culturele elite zal dat laatste zeker een rol gespeeld hebben.
Als hij zijn drie zussen schildert is hij slechts 21 jaar oud. Daar zitten ze voor hem: Cornelia, Clara en Johanna. Ze zijn samen kinderen geweest, al denk ik dat tussen hem en Cornelia vele jaren zitten. Hij schildert natuurlijk niet alleen wat hij ziet. Het kan niet anders dan dat met elk portret van een zus herinneringen een rol spelen. Hun gezichten zijn geen boeketten, geen bomen, kamers of landschappen maar 'zielen' die hem aankijken en die met hem de warmte van het zelfde huis deelden en delen, hun stemmen hebben zich met de zijne gemengd, blikken over en weer gegaan, er werd gelachen, voorwerpen gedeeld. Kinderen zijn ze van het zelfde huis. Dat alles schilderde hij hoe dan ook. Zijn vader kon het schilderij zeker waarderen, en zag goede gelijkenissen, al had hij graag wat meer zachtheid gezien ….
*'Het oog van Jan Veth' – Schilder en criticus rond 1900 | Dordrechts Museum | nog te zien tot 3 september 2023
3 notes
·
View notes
Text
De bange paus van Francis Bacon
De Ierse kunstenaar Francis Bacon kreeg een langdurige relatie met een inbreker die door zijn dak viel.
Werk van Bacon zag ik in Tate Modern, Londen.
We geven met taal betekenis aan de dingen om ons heen.
Taal is een collectieve afspraak over de uitspraak van klanken.
Een arbitraire zaak. Het liefst maak ik afspraken.met mezelf over betekenis.
Ik ken gevoelens waar geen woorden voor zijn.
Mensen communiceren.meestal beter met hun ogen en lichaam dan met hun gebabbel.
Francis Bacon was een alcoholist. Zegt dat iets over zijn werk?
Enkele interviewfragmenten:
FB "... I think probably the best human cry in painting was made by Poussin."
DS "In The Massacre of the Innocents?"
FB "Yes, which is at Chantilly. And I remember I was once with a family for about three months living very near there, trying to learn French, and I went a great deal to Chantilly and I remember this picture always made a terrific impression on me."
— Tweede interview met Francis Bacon (mei 1966)
FB "Another thing that made me think about the human cry was a book I bought when I was very young from a bookshop in Paris, a second-hand book with beautiful hand-coloured plates of anatomical diseases of the mouth, beautiful plates of the mouth open and of the examination of the inside of the mouth; and they fascinated me, and I was obsessed by them."
In 1950 zag Bacon in een oud schoolboek het portret Innocentius X van Velázquez staan. Hij raakte totaal geobsedeerd door dit portret, omdat de paus op een onzekere en twijfelende manier werd afgebeeld.
In zijn versie van Innocentius had Bacon zijn doel als kunstschilder bereikt, namelijk de onderhuidse psyche van een persoon afbeelden. Bacon begon meteen een hele reeks schilderijen te maken waarin hij het portret van Innocentius steeds verder psychisch ontleedde. Volgens hem zaten er in het zeer realistisch geschilderde schilderij van Velázquez talloze psychische zwakheden van Innocentius verborgen. Bacon probeerde iedere zwakheid in een schilderij nog explicieter af te beelden, wat resulteerde in meer dan 15 schilderijen over paus Innocentius.
De vader van Bacon was paardenfokker. De latere kunstenaar was als kind het slachtoffer van mishandeling en verwaarlozing.
0 notes
Text
Motormuis
Voeg een artistiek statement toe aan uw interieur met het portret ‘Man met motorhelm’. Dit intrigerende kunstwerk van 50×50 cm is geschilderd met het mes om een sfeervol portret van een te creëren. Kenmerken:Materiaal: Olieverf Techniek: Geschilderd met het mesDrager: CanvasFormaat schilderij: 50 x 50 cmStijl: Modern en gedetailleerd met een focus op techniek en expressieOphangsysteem: Klaar om…
0 notes
Text
JAN WORST IS SCHEPPER VAN EEN ONWERKELIJKE WAARHEID
Vader Worst hield van tekenen en schilderen. De schilderende loodgieter Boele Bregman woonde een paar deuren verder. Maar Jans’ zes jaar oudere broer zaaide het zaad. Die broer namelijk introduceerde met zijn 17e eeuwse tentoonstellingen aan huis Jan Worst de wereld van de schone kunsten. De klassieken werden hem met de paplepel ingegoten. Hij consumeerde het met smaak. En schiep met die kennis later zijn eigen universum. Een wereld die de wortels heeft in de realiteit, maar ver van de werkelijkheid af staat. In zijn uiterst realistisch geschilderde werk vertelt Worst een verhaal met een open einde. ‘Worst toont. Wij kijken. Hoe en wat we zien, blijft aan ons. En de kunstenaar, die geeft zijn geheimen niet prijs.’ Dat lees ik in de catalogus “A Curious Universe”, uitgegeven bij de gelijknamige tentoonstelling in Museum MORE. Conservator Julia Dijkstra schrijft over de receptie en interpretatie van het werk van Jan Worst.
Jan Worst maakt interieurstukken. Landschappen tussen de vier muren van een huiskamer. Waarbij de struiken fauteuils zijn met sierlijke afwerking. De bomen de rijk geornamenteerde deuren. De lucht de kleurig beschilderde behangsels. Maar Worst is niet van het landschap, niet van het portret, niet van het stilleven. Al deze schilderkunstige thema’s zijn echter wel als decorstukken te vinden in zijn werk. Uit glossy magazines, van veilingcatalogi en zijn verzameling postkaarten knipt hij als het ware de elementen om deze als bouwstenen voor zijn composities te gebruiken. Daardoor zijn het eigenlijk collages van onderdelen uit de werkelijke wereld. Niet zo bij elkaar horend, maar samen geraapt stellen deze een omgeving voor die waarheid kan zijn maar het niet is. De voorstellingen zijn complexe en gelaagde droombeelden, voortkomend uit de fantasie van de kunstenaar. Worst is het kind gebleven dat zich een eigen wereld schept. Een samengestelde wereld die van niets en nergens is. Enkel realiteit is in zijn geest. En van mij wordt door zijn schilderijen.
Hij keek naar werk van Max Beckmann en Edward Hopper. Hij vond daar inspiratie in. Daar ligt de oorsprong van zijn werken. Zijn schilderijen sluiten aan bij de schilderkunstige tradities, hij is een nieuwe realist die vakkundig en met de grootste aandacht en de kleinste penselen aan zijn oeuvre werkt. Maar volgens Dijkstra is het niet zozeer Worsts techniek of stijl die zijn werk intrigerend maken, “maar vooral zijn motiefkeuze en de manier waarop hij zijn voorstellingen samenstelt. Want door verschillende elementen uit de zichtbare werkelijkheid te selecteren en deze op het platte vlak samen te voegen, creëert de kunstenaar een beeld dat een verhaal suggereert.”
Maar hoe moet de beschouwer dat verhaal lezen, dit beeld interpreteren. De figuren spelen een eigen spel op het podium, in het decor. Acteurs met een script dat verloren lijkt. Ze schijnen zich weinig aan te trekken van de ander in dezelfde ruimte, laat staan van het feit dat de beschouwer voyeur is en ze dus ongegeneerd bekeken worden. Of is de kunstenaar deze onbeschaamde toeschouwer en kijken wij over zijn schouder mee de ruimte in. Want wie zijn deze mensen, wat doen en laten ze, wat gebeurd daar in die huizen, deze kamers. Worst probeert het te duiden, maar verduidelijkt het niet. ‘Het schilderij suggereert een verhaal zonder dat het verhaal verteld wordt’, zegt hij daar zelf over. Hij maakt een droomwereld achter gesloten deuren met bedachte interieurs en bewoners die in gouden kooien toneelstukken met een open einde opvoeren. De schilderijen zijn zoekplaten om betekenissen en bedoelingen te ontdekken. Deze doen een beroep op onze interpretaties en fantasieën. Worst daagt mij uit als detective aan de slag te gaan om aan het verhaal met open einde een slot te breien. Ik ondervraag stilzwijgend de figuren op het doek. En pas de puzzelstukken van sfeer en gevoel aan elkaar. Maar veelal kom ik op het verkeerde been terecht.
Jan Worst schildert mij een wereld van rijkdom, luxe, overvloed, voorrecht en lichamelijke schoonheid. Overdadige interieurs bomvol antieke meubels en klassieke kunst. Bibliotheken beladen met intrigerende boeken, waarvan ik zelf de titels op de onleesbare banden mag bedenken. Pracht en praal overheersen de zettingen waarin beeldschone personages alleen maar passieve decorstukken schijnen. Figuranten zonder tekst. “Je zou kunnen stellen dat het échte onderwerp van Worsts schilderijen het magische, indrukwekkende vermogen van een kunstenaar is, om een wereld te scheppen die niet echt is, maar wel ongelooflijk realistisch lijkt”, schrijft artistiek directeur Maite van Dijk in haar voorwoord. Het is daarom dat de voorstellingen van Jan Worst naadloos aansluiten bij de collectie van Museum MORE en er een plek krijgen om zichtbaar te worden.
In zijn bijdrage aan het boek stelt schrijver en verzamelaar Adrian Dannatt dat de kunst van Jan Worst eigenlijk niet past in het tolerante en ruimdenkende Nederland. Alles mag er verbeeld worden, maar zich iets verbeelden is uit den boze. Met de wereld die Worst schept krijg je de doorsnee Nederlander makkelijk op de kast. “Het is onmogelijk het anti-elitarisme, de liberale conformiteit van het huidige klimaat in Nederland te overdrijven, waarin op elk uiterlijk vertoon van superioriteit, geld of zelfs maar goede stijl wordt neergekeken.” Maar heimelijk geniet diezelfde Nederlander van deze pracht en die praal. Verlustigt zich aan de esthetische vormen. En hoopt heimelijk ooit ook eens de loterij te winnen om zich daadwerkelijk te kunnen omringen met de fantasie van Worst.
Wat opvalt aan de techniek van Jan Worst is de vakkundigheid en subtiliteit van zijn verfgebruik, waarbij hij met relatief eenvoudige penseelstreken complexe effecten bereikt, een schijnbaar formeel realisme dat is opgebouwd uit haast abstracte patroonvlakken. De interieurs zijn heel specifiek, maar tegelijkertijd niet aan een bepaalde plaats te koppelen. Het zijn ongetwijfeld bestaande plekken, maar ze doen denken aan het soort huizen uit terugkerende dromen waarvan je zeker weet dat je er al eens bent geweest, misschien in een eerdere droom of in een verre werkelijkheid. Het is de werkelijkheid van Worst waarin ik kan fantaseren. Er is veel onzekerheid in het beeld, ik kan nergens de vinger achter krijgen en daarom is het zo fascinerend. De schilder opent deuren die normaal gesproken gesloten blijven. Maar of de ruimte van de geopende kamer zich werkelijk ergens in een monumentaal huis bevindt blijft ongewis.
Verlangen wij niet allemaal naar schoonheid. Naar bezit en rijkdom. Jan Worst fantaseert daarover. En maakt het waar in zijn schilderijen. Maar het is een opgeblazen ballon die zo lek geprikt kan worden. De zeepbel glanst op het laatste moment voordat deze barst en de mystiek in spetters uiteenvalt. Worst schildert ons een onwerkelijke wereld die verdacht echt schijnt te zijn. Hij monteert zijn wereld uit de waarheid. Althans de plaatjes knipt hij uit bestaande bladen, die schoonheid verheerlijken. Zo is het een vicieuze cirkel. De inspiratie is een onwerkelijke realiteit, een modelwereld die nergens echt ooit bestaat. De verwerking is een uitbeelding van een luxe wereld die ongewoon is en de fantasie in werking zet. De geknipte plaatjes verheerlijken. De geplakte elementen spelen met lichtval, ruimte, meubels en mensen. Spelen met de fantasie zoals droombeelden dat doen. Niets is wat het lijkt, maar alles wat het schijnt. In zijn kunst gaat het om verhullen en verbergen. Het gaat hem niet alleen om de uiterlijke verschijningsvorm van de voorstelling, maar om wat daarin besloten ligt.
De catalogus “A Curious Universe” toont een deel uit het voorname oeuvre van Jan Worst. Een platenboek dat een beroep doet op mijn fantasie. Waarin ik mijn eigen verhaal kwijt kan door de reproducties te beleven, de schoonheid te ondergaan. Maar beter is het Museum MORE te bezoeken om de schilderijen in volle glorie en op ware grootte te beschouwen. Het boek is daarbij een hulpmiddel, een leidraad om de kunst te leren kennen. Een gids om de wereld van Jan Worst te betreden. De diverse essays helpen daarbij. En het gesprek van kunstcriticus Joke de Wolf met de kunstenaar opent de ogen om deze te laten wennen aan het prachtig vormgegeven plaatwerk.
Jan Worst | A Curious Universe. Verschenen bij de gelijknamige tentoonstelling in Museum MORE. Auteurs Adrian Dannatt, Joke de Wolf, Julia Dijkstra, Sito Rozema, Maite van Dijk. Uitgave WBOOKS en Museum MORE, 2023.
0 notes
Text
PAARD EN KAAS
Je voelt je steeds vaker
Als een paard
In een spel boter, kaas
En eieren, kan geen kant op
Als je beweegt wordt je geslagen
Of weg gekruisd
Dit stuk is misplaatst
Het venster moet je ook kunnen sluiten
Anders werkt het niet goed
Je moet ook een keer naar buiten
Je kunt beter een raam zijn
Dan een deur, die zijn zo gesloten
Weinig transparant,
Je kunt er niet door heen kijken
Pas op je valt er zo mee in huis
Dingen zijn niet altijd zoals ze lijken
Ongeluk zit in een klein hoekje
Daar krijg je het niet uit
Je hebt jezelf erin geschilderd
Het portret lijkt niet
Vanwege een te groot verzoekje
Het droogt niet echt mooi op
Het paard is weer de zondebok
0 notes
Photo
Het was een hele uitdaging om dit olieverf portret van Brigitte Bardot te maken op deze brokaat stof met veel reliëf. 115x115cm.
#brocate#fineart#fabrics#oilpainting#brigitte bardot#art#fineartworks#fineartportrait#Geschilderd portret#handpaintedart#portraitartworks#portrait art work#fineart portrait#oilportrait
2 notes
·
View notes
Photo
Prinsjesdag 2022 eindigen met een appeltje van oranje... 😉 #prinsjesdag #prinsjesdag2022 #appeltjesvanoranje #familievanoranje #typicaldutch #typischhollands #portrait #portret #painted #painting #geschilderd #lovephotography #photography #photographer #fotografie #fotograferen https://www.instagram.com/p/CivMe3KDzEl/?igshid=NGJjMDIxMWI=
#prinsjesdag#prinsjesdag2022#appeltjesvanoranje#familievanoranje#typicaldutch#typischhollands#portrait#portret#painted#painting#geschilderd#lovephotography#photography#photographer#fotografie#fotograferen
0 notes
Photo
Portrait of Albertus Henricus Wiese, Governor-General of the Dutch East Indies, Museum of the Netherlands
Portret van Albertus Henricus Wiese (1761-1810). Gouverneur-generaal (1805-08). Kniestuk, zittend in een stoel, naar rechts met commandostaf in de rechterhand. De gelaatstrekken gemodelleerd op een miniatuurportret geschilderd door Joseph Gillis in Batavia. Onderdeel van een reeks van portretten van de gouverneurs-generaal van het voormalige Nederlands Oost-Indië.
http://hdl.handle.net/10934/RM0001.COLLECT.9963
5 notes
·
View notes
Photo
Aanslag op Willem van Oranje in Antwerpen, 1567
Dit verhaal over Willem van Oranje is iets minder bekend onder de bevolking. Natuurlijk beschouwen wij allemaal Willem als dé volksheld en vader van Nederland maar helemaal aan het begin van de opstand, was dit sentiment nog niet aanwezig. Dit kwam voornamelijk door het feit dat Willems ideeën net iets te modern waren voor zijn tijd, hij wilde namelijk een maatschappij waar Katholieken en Protestanten vredig naast elkaar konden leven, een idee dat door de meeste mensen niet werd geaccepteerd.
Door zijn standpunt kwam hij soms bij beide partijen verkeerd over. Tijdens een voorval in Antwerpen in het jaar 1567 liepen de opgelopen gemoederen zo erg uit de hand, dat de prins van Oranje bijna werd gelyncht door de bevolking van Antwerpen. Deze gebeurtenis werd beschreven door Godevaert van Haecht in zijn kroniek. Maar om de situatie beter te begrijpen, moet ik ook uitleggen wat ervoor was gebeurd.
Het was kort na de beeldenstorm dat de militante tak van de calvinisten hoop kregen om de Spanjaarden te bevechten en weg te jagen. Zo ontstond er een eerste kleine leger van geuzen onder de leiding van Jan van Toulouse. Dit leger deed een poging om Walcheren te bezetten wat mislukte. Na deze mislukking trok het leger door naar Antwerpen maar ze werden niet binnen de stad gelaten. Daardoor besloot Jan van Toulouse om de Oosterweel te bezetten.
Deze bezetting lukte maar Margaretha van Parma, landvoogdes van de Nederlanden en halfzus van koning Fillips II van Spanje, stuurde vanuit Brussel een leger om de geuzen te verslaan. Inwoners van omringende dorpen en gebieden vluchtten weg voor dit oprukkende leger en werden toegelaten in Antwerpen. Het was erg onrustig in de stad aangezien er ook een grote aanhang van calvinisten aanwezig waren. Zij en de bevolking waren al druk bezig om de stad voor te bereiden voor de verdediging.
Ondertussen werd het kleine geuzenleger bij het dorp Oosterweel compleet afgeslacht door het leger die werd gezonden door Margaretha. Ongeveer 100 man werd gevangen genomen, 500 doodgeslagen en een gedeelte verdronk in de Schelde. Het dorp werd ook geplunderd en de rook van het vuur was zichtbaar in Antwerpen. De calvinisten in de stad zagen het gebeuren en werden woedend omdat zij er niks aan konden doen.
Willem van Oranje was op dat moment ook in Antwerpen en zat nu met een zeer explosieve situatie. Nog steeds wilde hij de vrede bewaren in de stad maar beide partijen, de calvinisten en de degenen die bang waren voor de calvinistische militanten, eisten van hem acties. Uiteindelijk besloot Willem van Oranje om op 13 Maart, rond het middaguur, om naar de calvinisten te gaan. Eenmaal middenin de menigte van calvinisten, keerden de mensen zich opeens tegen de prins en noemden hem een verrader. Ook gaven de calvinisten Willem de schuld van de slachtpartij bij Oosterweel omdat het geuzenleger niet werd toegelaten in de stad.
Hier is de precieze beschrijving van Godevaert:
"En daer comende, werden sij doergelaten: maer als hij in 't midden was, gaf den gemeynen hoop den prinsche en de anderevuel scandelijcke namen en hieten haer ‘verraders’, en seyden ‘Nou wildij wel met ons sijn, maer hadt eerst met ons geweest, en gemaeckt dat die van Outsterweel niet gesleghen en waeren en haer in stat laten comen!’ Ende den prinsche wouden sij de scult geven; en der calvinisten overste, ontrent 20, waeren al te peerde, ende sij riepen noch al om uyt te trecken en de pape knechten te slaen, die noch al ontrent Antwerpen waeren."
De aanvoerders van de calvinisten dwongen Willem van Oranje om 'Vive le geus!' te roepen en stonden klaar om erop uit te trekken en slag te leveren. Willem van Oranje raadde dit echter af omdat dat een zekere dood zou betekenen voor de calvinisten. Als antwoord daarop, liep er een man naar voren met een wapen gericht op de prins klaar om te doden.
"En sij deden den prinsche roepen: ‘Vive le gues’, welcken naem eerst uyt den edeldom gecomen is; ende omdat den prinsche haer het uyttrecken ontraeijde, segghende: ‘Gij sult in u doot loopen, de ruyteren souden u bederven’, so quamper eenen, die woude den prinsche doerscieten, hem dicwils noemende ‘verrader’. Waerop den prinsche antwoerde: ‘Hebdij sulcx aen mij bevonden, so doeghet!’ Maer den scuet werdt belet; maer smeten noch de poorte open, en daer was er een deel uyt, maer quamen weder in."
Uit de beschrijving van Godevaert blijkt dat het schot van de man werd verhinderd, dat was de eerste maar zeker niet de laatste keer dat er een poging tot moord werd gepleegd op de prins van Oranje. We weten natuurlijk allemaal hoe het voor hem afliep helaas in 1584 maar zelfs daarvoor werd Willem nog eens beschoten en geraakt in zijn oor tijdens een andere moordaanslag. Uiteindelijk wees Willem naar de wapens van de stad die prompt met geweld werd ingenomen door de calvinisten die zich begonnen op te stellen op de brug over de meir.
Hier volgt nog de laatste stuk van Godevaerts beschrijving:
"En doen wilden sij groot gescut hebben van den prinsche om in de Meere te stellen, waerop den prinsche seyde: ‘Gij weet wel waer 't is, wilde 't hebben gij mueget halen, want de goevernuers der stat en sullen 't u niet geven.’ Welck sij doen met gewelt uytter stat artelrije huys haelden, geheeten den Eeckhof: en clooten en buspoeder daertoe, tot 16 stucken. En ordineerden meesters daertoe, en nochtans en souden sij dat niet wel hebben cunnen gebruycken sonder peryckel van huijsen te vellen.
Ende daerna wilden sij haer versien hebben van alderleye wapenen, want vele van haeren volck waeren slappelijck gewapent; en de prinsche seyde weder: ‘Gij weet waer 't is, halet!’ en trocken in de Coeperstraet, alwaer de vercopers vele wonen en deden haer daer leveren ontrent 2000 spicen en vuel harnas en scilden en al wat sij van doene hadden, en lieten 't opscrijven; en hier volcht een cleyn beworp, hoe sij in oerden stonden in der Meere.
Ende dewijle de calvinisten die wapenen haelden in de Coeperstraete en stonden 7 dicke aldaer ontrent, 3 uren lanck tot op de Engelsche borse; ende mits dat de Coeperstrate niet wijt van der Merckt en is, so meynden vele menschen, dat sij voorts souden trecken en de Merckt innemen. En een cappiteyn der statsknechten genaempt heer Adam van Berchem, die had se geern van daer gedreven, maer d'ander heeren hielden hem teghen, siende dat de knechten meest onwillich waeren en oock de 6 gulden der scutterijen, want sij waeren onsterck en de ander seer geweldich.
Ende doen sij dese wapenen hadden, so trocken sij weder na de Meere, en riepen nou tot den volcke: ‘Wie met ons wil de cristelijcke religie voerstaen, die come, men sal hem wapenen geven.’ Te voren hadden sij geseyt: ‘Die met ons wil, die hale thuys wapenen’."
Hier zijn afbeeldingen van: De calvinistische oproer in Antwerpen door Frans Hogenberg (1567-1570). Portret van Willem van Oranje geschilderd door Anthonie Mor rond 1554.
Hier is ook nog een link naar de kroniek van Godevaert van Haecht voor de mensen die geïnteresseerd zijn. https://www.dbnl.org/tekst/haec002kron01_01/index.php
13 notes
·
View notes
Text
Wat? Ringwood, a Brocklesby Foxhound (1792) door George Stubbs, A Dog lying on a Ledge (midden 17e eeuw) door onbekende kunstenaar, Laying down the Law or Trial by Jury (ca. 1840) door Edwin Landseer, Dog of the Havana Breed (1768) door Jean-Jacqes Bachelier, Portrait of Fanny, a favourite dog (1822) door James Ward, Hector, Nero, and Dash with the Parrot, Lory (1838) door Edwin Landseer, Podge (1850) door Koningin Victoria, Head of a Dachshund (1840) door Prins Albert, Pluto (1988) en Pluto’s grave (2003) door Lucian Freud en Dog Painting 30 (1995) door David Hockney
Waar? Tentoonstelling Faithful and Fearless – Portraits of Dogs in de Walllace Collection, Londen
Wanneer? 8 augustus 2023
Vandaag bezoek ik een portrettententoonstelling in de Wallace Collection. Het is niet de eerste keer dat ik een expositie met portretten bezoek, maar deze keer is tóch anders: dit zijn namelijk allemaal portretten van honden.
Het schilderen van hondenportretten werd in Groot-Brittannië populair in de achttiende eeuw. Aristocraten kregen door de jacht een nauwe band met hun honden en ze waren rijk genoeg om hun viervoeters op canvas te laten vereeuwigen. De grootmeester op dit gebied was George Stubbs. Het Mauritshuis wijdde in 2020 een tentoonstelling aan de paardenportretten van deze schilder. Stubbs bestudeerde de anatomie van de door hem geschilderde dieren nauwkeurig en gaf hen weer met individuele kenmerken. Er zijn van deze kunstenaar vijftien hondenportretten bekend. Ringwood was een Brocklesby Foxhound in bezit van de eerste Baron Yarborough. Het was een top fokhond. Het gewas rechts is vingerhoedskruid. De Engelse naam Foxhood verwijst naar de naam van het ras.
Niet alleen aristocratische honden werden vereeuwigd. A Dog lying on a Ledge is een anoniem werk uit het midden van de zeventiende eeuw. Het toont een doodgewone straathond, maar wel uitstekend geschilderd. De belichting laat het dier prachtig uitkomen tegen de donkere achtergrond.
In de negentiende eeuw schilderde Edwin Landseer allegorische voorstellingen van honden. Een fraai voorbeeld is Laying down the Law or Trial by Jury. Een poedel als rechter spot met de pruiken en gewaden die rechters droegen. Het schilderij is een satire op de ouderwetse juridische procedures in de negentiende eeuw.
Ook van schoothondjes werden schilderijen vervaardigd, Zoals Bachelier’s Dog of the Havana Breed. Het beestje vertoont antropomorfe trekken. Hij kijkt schuldig uit zijn ogen, wetend dat hij ondeugend is geweest.
Bij de schoothondjes kom ik ook een bekende tegen. Afgelopen zondag was ik in Soane’s Museum en zag daar een portret van zijn vrouw Eliza met een hondje op haar schoot. Van datzelfde hondje, Fanny, hangt hier een portret door James Ward. Toen Eliza was overleden ontstond er een sterke band tussen Soane en Fanny. Na haar dood bouwde hij een grafmonument voor haar en gaf de schilder Ward opdracht tot het maken van dit portret.
De band van het Britse koninklijk huis met honden is bekend. Vooral koningin Victoria was een fervent hondenliefhebster. De schilder Edwin Landseer, met wie zij een uitstekende relatie had, schilderde haar favoriete huisdieren: Dash, Hector en Nero samen met de papegaai Lory. Victoria en Albert waren zelf ook actief als kunstenaar en maakten waterverfschilderijen en etsen van hun honden, zoals Podge (potlood en waterverf door Victoria) en Head of a Dachshund (ets door Albert).
Lucien Freud schilderde de geadopteerde hond Pluto meerdere keren en na diens dood schilderde hij zelfs zijn graf. En ook David Hockney schilderde zijn honden Stanley en Boodgie veelvuldig.
#george stubbs#edwin landseer#jean-jacques bachelier#james ward#koningin victoria#prins albert#lucian freud#david hockney
3 notes
·
View notes
Text
Ζεύξις
Een bekende Griekse schilder is Zeuxis, die leefde in de 5e eeuw voor Christus. Hij woonde lange tijd aan het hof van Archelaüs van Macedonië, hij had de opdracht gekregen om het paleis van de koning te versieren. Hij heeft veel beroemde schilderijen geschilderd zoals een van de bekendste: Het Portret van Helena. Hij schilderde het liefst mythologische wezens en mythes. Zeuxis is vooral bekend om zijn optische illusies, hij schilderde bijvoorbeeld fruit dat zo echt leek dat er vliegen op af kwamen. Bij deze schilderijen is licht en schaduw gebruik heel belangrijk. Deze techniek heet trompe-l’oeuil, wat betekend ‘bedrieg het oog’. Hij overleed volgens de legende lachend terwijl hij een schilderij aan het schilderen was van een grappig uitziende vrouw.
1 note
·
View note
Photo
Vandaag op 4/09/’19 zijn we naar Muhka en Fotomuseum gegaan (zie hierboven fotomuseum).
Ik had de tentoonstelling beide al gezien (om museumnacht) dus voor mij was er niets nieuws bij. Toch vond ik de tentoonstelling in het FoMu wel even interessant. Het interessante aan de fotoreeks/video in het FoMu over de maan was dat het een collectie van informatie en beelden was van de verschillende artiesten. Zelfs de film ‘Le voyage dans la lune’ (Georges Méliès - 1902) werd geprojecteerd. Ook de herkenbare beelden van Harry Gruyaert werden getoond, deze hadden we vorig jaar ook weer in de klas gezien. Voor mij was de tentoonstelling ‘Rebel Lives’ (van Kristof Titeca) zeer pakkend. Je kreeg beelden (vooral portret) te zien van vooral kinderen omsingeld door geweld. Dit valt dan perfect onder het jaarthema Habitat, omdat hun manier van leven voor hen dan weer ‘normaal’ is en voor ons absurd lijkt.
Na de tweede keer de tentoonstelling van het Muhka te bezichtigen heb ik me meer geconcentreerd bij de verschillende werken. Eén werk dat ik zeer origineel vond was dat van Danny Devos ‘Wurger van de Linkeroever’. Het kunstwerk bestond uit verschillende kranten die geschilderd waren zodat je enkel de artikels zag van de seriemoordenaar (genaamd Wurger van de linkeroever). Zo hingen er 3 muren vol met artikels.
1 note
·
View note
Text
Portret: De blinden zullen zien
Breng een boodschap van hoop en verlichting in uw interieur met het olieverfschilderij ‘De Blinden Zullen Zien’. Dit krachtige portret, geïnspireerd door een Bijbels verhaal, toont een oude vrouw die het wonder van het herwonnen zicht ervaart. Geschilderd met het mes in een klassieke techniek op canvas, legt het schilderij de emotionele transformatie en symbolische betekenis vast van het ontwaken…
0 notes
Text
🌈 5 LHBTQ+ Kunstenaars Voor Pride 🌈
Happy Pride Month! Eerder deze maand hadden we al wat kijktips voor je op een rijtje gezet, nu hebben we een aantal LHBTQ+ kunstenaars om uit te lichten. Benieuwd naar de kunstenaars waar we het tijdens eerdere Pride Months over hadden? Neem dan een kijkje in onze Pride Month tag
K8 Hardy
Position Series #20, 2009
K8 Hardy is een multidisciplinaire kunstenaar en oprichter van het queer feministische journal en kunstenaarscollectief LTTR. Haar foto’s, performances en beeldhouwwerken gaan over kwesties van klasse, ras en geslacht. Doordat ze haarzelf als onderwerp van haar werk neerzet, refereert ze aan de traditie van mannelijke kunstenaars die vrouwelijke modellen objectiveren.
Paul Mpagi Sepuya
Mirror Study (4R2A0884), 2016
Paul Mpagi Sepuya is vooral bekend om zijn portretfotografie. De geportretteerden worden getoond in fragmenten: torso’s, armen, benen of voeten in plaats van het hele lichaam. Hierdoor is hij in staat om een intiem gevoel van verlangen naar meer te creëren, waardoor je een diepe connectie met zijn werk kan vormen. Zijn foto’s zijn vaak uit elkaar gescheurd, herschikt en vastgeplakt om een diepere betekenis van queer cultuur te vormen.
Vivek Shraya
Trisha. Eerste foto is het origineel, de tweede Shraya’s reproductie
Vivek Shraya is een kunstenaar wiens oeuvre de grenzen van muziek, literatuur, beeldende kunst, theater en film overschrijdt. Een van haar projecten is de fotoserie ‘Trisha’, waarbij zij oude foto’s van haar moeder recreëerde met haarzelf als onderwerp. Naast deze foto’s heeft ze ook een essay voor bij dit project geschreven waarin ze haar verlangen om haar moeder zoals zij in de foto’s is te kennen en hoe haar moeder twee zonen wilde, beschrijft. ‘’I modelled myself – my gestures, my futures, how I love and rage – all after you. Did this worry you and Dad? Did you have the kinds of conversations in bed that parents of genderqueer children on TV have, where the Dad scolds the Mom – ‘’This is your fault’’?,’’ schrijft Shraya in haar essay.
Kehinde Wiley
Waarschijnlijk heb je weleens van Kehinde Wiley gehoord: deze portretschilder heeft namelijk het bovenstaande schilderij van Barack Obama geschilderd. Hiermee werd hij, samen met Amy Sherald die Michelle Obama schilderde, de eerste zwarte kunstenaar om het officiële portret van de president of First Lady schilderde voor de National Portrait Gallery, waar portretten van alle presidenten hangen. Wiley refereert vaak aan de Oude Meesters in de poses van zijn geportretteerden. Wiley combineert stijlen uit verschillende periodes en invloeden, van Rococo, islamitische architectuur en West-Afrikaans textiel ontwerp, tot hip hop.
Lola Flash
Lola Flash, “K is for KKK”, cross-color series, original dark room process photograph, 1993.
Fotograaf Lola Flash legt al meer dan 30 jaar de veranderingen in queer cultuur vast. Zo begon haar carrière met het fotograferen van de anti-Reagan AIDS protesten in New York. Een recenter project, ‘SALT’, focust zich op vrouwen over de zeventig die nog steeds actief zijn in hun vakgebied. Deze vrouwen hebben over het algemeen geen herkenning voor hun werk gekregen. Haar werk vormt ook vaak een kritiek tegen witte homoseksuele cis-mannen, die niet begrijpen dat hun huidskleur privileges met zich meebrengt, zoals bovenstaande ‘K is for KKK’.
#pride month#behind the art#lgbt artists#lgbtq artists#lgbt+ artists#lgbtq+ artists#lgbtqiap+#lgbtqiap#lhbt kunstenaars#lhbt kunst#lhbtq kunst#lhbtq kunstenaars#lhbt+ kunstenaars#lhbt+ kunst#lhbtq+#lgbt art#lgbtq art#art#kunst#moderne kunst#modern arn
1 note
·
View note
Text
KUNSTENAAR JEROEN BUITENMAN IS EEN DROOMMAKER
As real as in a dream. Werkelijk als in een droom. Dat is de titel van het boek over de kunst van Jan Buitenman. En inderdaad, wanneer ik door het boek blader en de beelden in mij opneem is het alsof ik droom. Dat ik voor een ogenblik van de werkelijkheid verlost ben. De momenten die Buitenman creëert lijken duidelijk niet van deze wereld. Die binnen de kaders realistische afbeeldingen zijn herkenbaar, dat wel, maar zullen zich in werkelijkheid nooit zo voor doen. In de nacht beleef ik wat overdag niet verwerkt is. In de droom achter gesloten ogen komen mij bekende personen langs in een omgeving die vertrouwd aandoet. Maar altijd is er de sfeer van bedrog, van dat het niet in een dergelijke situatie kan plaatsvinden of voorkomen. En ook zijn de figuren gevoelsmatig aanwezig, maar lijfelijk niet zichtbaar. Of enkel dat element vormt de beleving wat hen als kennis of relatie typeert. Het lichaam is niet af, terwijl in de droom de geest compleet lijkt. En plotseling gaat de wekker. Zet het klokje van gehoorzaamheid mij terug in de werkelijkheid. Dan kan ik me het gedroomde boven-werkelijke niet altijd evengoed meer herinneren. De droom verdwijnt in een mist van vergetelheid.
De schilderijen van Jeroen Buitenman geven datzelfde onwezenlijke gevoel. Een werkelijkheid die herkenbaar is. Dit realisme is echter niet volledig uitgetekend. De waarheid is niet wezenlijk afgebeeld, hoewel de geschilderde figuratie fotografisch echt is. Terwijl typerende elementen ontbreken, is de situatie toch kenmerkend en specifiek in essentie. Prachtige slanke lijven in strak zittende jurken. Het is enkel de pose van het geklede lichaam, terwijl de vrouw erin ontbreekt. Ik bemerk dat het een meer dan wulpse dame moet zijn. Het figuur is er, het wezen is afwezig. De jurk strekt zich naar de lichaamslijnen, maar het lijf is eruit verdwenen. Die leemte vul ik zelf nog in, vul het aan in gedachte. Zoals de droom ook nooit volledige figuren presenteert. De emotie geeft de indruk, het vermoeden wat ik zal zien wanneer het beeld af is. Er blijft steeds iets te raden over, waardoor het beeld fascineert.
Of zoals schrijver en dichter Mischa Andriessen zijn essay begint: ‘Wulpse vrouwenlichamen in nauwsluitende jurken, fel gekleurde kousen die de sierlijke vormen van de benen accentueren, bloemen ook weer aanlokkelijk en weelderig in vorm en kleur, net als de vogels. Ieder element waarmee Jeroen Buitenman de voorstelling op zijn uitdagende schilderijen tot stand brengt, is de kijker bekend, lijkt zo uit het dagelijkse leven gegrepen en toch zal niemand zo’n voorstelling ooit in het echt zien.”
Vroeger las ik eens voor mijn boekenlijst de sf-roman van H.G. Wells met een onzichtbare man als hoofdpersoon. Daarin omschrijft de auteur de persoon die geen figuur heeft, waarvan de lichaamslijnen enkel door aankleding zichtbaar worden. Zo heeft Buitenman zijn modellen afgebeeld. Ze zijn er enkel door hen soms wat te strak zittende maar elegante jurken. Buitenman vult zijn dromen in veelal voor een landschappelijk decor. Een zeegezicht, een wolkenlucht of een arcadisch panorama. Het bepaalt wel de sfeer maar is verder enkel een achtergrond. Het figuur wordt omgeven door surrealistisch realistische elementen. Vogels en vissen die rond het model vliegen in de prachtigste kleuren, sappig fruit, florerende bloemen. Het kan zo een uitsnede uit het paradijs zijn.
Het boek over de kunst van Jeroen Buitenman is opgedeeld in verschillende thema's van uitdrukking. In het oog springen de geklede onzichtbare vrouwen. Transparant in afwezigheid, maar aanwezig door aankleding. Gehuld in fel rode jurken of een Delfts blauw gewaad. De houding maakt het beeld. Enkel zijn nog armen en handen gestoken in stijlvolle handschoenen toegevoegd. En bepaalt de dynamische houding dat het geen japon aan een knaapje in de kast betreft. Een ander thema is de denkende mens. Tot halverwege de neus is het portret zichtbaar. Daarboven zweeft het denkbeeld, de dagdroom. Tulpen voor een Nederlandse gedachte, bolhoed voor Brits, vrijheid voor flamingo’s in de vlucht, een luipaard voor snelheid, passie als een zwerm kleurige vlinders. Zo zijn er legio variaties door de schilder bedacht en uitgewerkt.
Een reeks schilderijen waarop slanke benen in zwarte netkousen op hoge naaldhakken te zien zijn. Weer een thema met vele variaties. Telkens wordt die illustratie tot zinnebeeldig object gemaakt en gecombineerd met een element, een voorwerp, flora of fauna, dat als geheel een emotie symboliseert. En dan vervolgens worden de vrouwelijke lijven in een wervelende dansbeweging tot bloeiende bloemen. De hibiscus leent zich daar als vorm uitstekend voor. Met het van nature weelderige bloemblad lijkt het al meteen op een in de wind opwaaiende jurk. Maar ook werken trompetbloemen op het gemoed. Vroeg werk toont naakten. De jurk is geen bedekking, zelfs afwezig. Maar deze schilderijen dragen al wel de sfeer van het latere werk. Hebben al wel de geest van een niet werkelijk moment gekregen. Het ogenblik van de droom. Jeroen Buitenman is een droommaker.
De kunstenaar is autodidact. Al werkend heeft hij zichzelf de knepen van het vak bijgebracht en aangeleerd. Voor zichzelf moet hij het wiel uitvinden, door schade en schande heeft Buitenman de kennis opgedaan over wat wel en niet werkt. Op een eigen manier heeft hij zijn weg in het ambacht van de schone kunsten gevonden. “Met zijn sublieme visie op vorm en inhoud, en een steeds trefzekerder beheersing van het materiaal opent Buitenman een kleurrijke, speelse en fantasievolle droomwereld, die uitnodigt tot geïnspireerde zwerftochten”, zo prijst uitgever E.A. Luinstra in zijn voorwoord kunstenaar en boek aan. “En tot blijvende verwondering.”
Op de website van ForumArt lees ik onder meer het volgende over de kunstenaar: ‘Kunsthistorisch gezien, past het werk van Jeroen Buitenman in de traditie van de postimpressionisten: hij schildert waarvan hij houdt, op de manier die hem goeddunkt. Trouw aan zichzelf, hoeveel hij nog wil en moet ontdekken, als kunstenaar maar ook als mens op zoek naar zijn eigen werkelijkheid. Je eigen relatie met de kunst aangaan; zelf weer op zoek gaan - het kan en mag - beter nog: het moet zelfs - allemaal weer sinds de strijd tussen de -ismen in de beeldende kunst is gaan liggen.’
Buitenman wordt gedreven door een intense fascinatie voor vormen en kleuren, lees ik, de oneindige diversiteit ervan, de vele schakeringen en nuances, zie ik. Dat schilderplezier houdt hij niet voor zichzelf, maar wil het met mij delen. In zijn schilderijen verleidt hij mij door mij deelgenoot te maken in zijn wereld. Hij laat mij het onwerkelijk mooie in het leven zien. Volgens Andriessen is Buitenman ‘de bakker die lekkere broodjes bakt’.
De voorstelling op de schilderijen is dwingend en ongrijpbaar met een meerduidig verhaal. Een positieve schwung en een dreigende bezieling. De wellustige vrouwenvorm kan mij op een dwaalspoor zetten, mij iets anders doen beleven dan de schilder wil uitdrukken. Daarmee lijkt de oppervlakkige beeltenis een gelaagde diepgang te hebben. Het raadselachtige karakter geeft energie aan de voorstelling. De aanblik is een intens moment, een beleving letterlijk in een ogenblik. “Doe je ogen even dicht en je hebt alles gemist.”
Ik sluit het boek en doe mijn ogen dicht. Dan beleef ik de beelden na. Ze dansen over mijn netvlies. Worden de momenten van Jeroen Buitenman tot dagdromen. Vul ik zelf in gedachten de leemtes in de schilderijen aan. Krijgen de jurken inhoud. Krijgt het verhaal uitdrukking in meervoud. Gaat de werkelijkheid mijn realiteit te boven. Zet ik mijn verbeeldingskracht aan en zet het verstand op nul, mijn blik op de oneindigheid van de omgevingen van Buitenman. Het is niet logisch wat ik zie, maar wel vanzelfsprekend herkenbaar waar.
Jeroen Buitenman, As real as in a Dream / Werkelijk als in een Droom. Teksten Mischa Andriessen. Uitgave Van Spijk Art Books in samenwerking met Forum Art, 2023.
0 notes