#economische herverdeling
Explore tagged Tumblr posts
Text
Democratische Tegenbeweging tegen Nieuw Rechts: Strategie op Verschillende Domeinen
🚨 De opkomst van Nieuw Rechts is geen toeval, maar een georganiseerde strategie. Wil jij weten hoe we hier als democratische samenleving tegenin kunnen gaan? Ontdek concrete tegenstrategieën en bouw mee aan een inclusieve toekomst! 🌍✊
We zien het overal: extreemrechts groeit en wint terrein, zowel online als in de politiek. Maar hoe gaan we daar effectief tegenin? Hoe bouwen we een sterke, democratische tegenbeweging tegen Nieuw Rechts? Hier zijn concrete strategieën op verschillende domeinen waarmee we de democratie kunnen versterken en beschermen. 1. Politieke Strategie Maak democratie toegankelijker: Mensen haken af als…
#democratie#democratische tegenbeweging#desinformatie#economische herverdeling#extreemrechts#kritisch denken#populisme
0 notes
Photo
~ Isoptera
K O R T E N B O N D I G
Termieten zijn kleine insecten die alleen leven in warme landen en laten zich overdag niet vaak zien. Mieren en Termieten leven in een kolonie. Bijna alle dieren in een kolonie hebben dezelfde moeder, de koningin. Die is groter en leeft het langst van allemaal. Termieten zijn vooral verwant met kakkerlakken.
K E N M E R K E N
De zespotige termieten zijn insecten die in kolonies leven en bevinden zich zowel boven- als ondergronds. Een typische kolonie bestaat uit een kastensysteem. De koningin vormt het hoofd van de kolonie die 5 tot 10 centimeter lang kan worden.
Toekomstige koninginnen en koningen (jaarlijks een aantal vrouwtjes en mannetjes) beginnen hun leven als gevleugelde termieten. De mannetjes zijn een kort leven beschoren en sterven na de paring. Daarnaast zijn er de soldaten en werkers, die zowel mannelijk als vrouwelijk kunnen zijn. De lengte van deze groepen varieert van 0,3 tot 2 centimeter. Termieten zijn in principe nachtdieren, maar kunnen ook overdag zichtbaar actief zijn. Deze kleurloze termieten communiceren via chemische signalen en vibraties.
De leefruimte die bestaat uit voorraadkamers en schimmelruimtes, wordt ondersteund door een basale plaat en kan zich zowel ondergronds als gedeeltelijk bovengronds bevinden. Luchtruimtes omringen de leefruimte en staan in verbinding met de buitenlucht via een complex netwerk van tunnels en cellen. De vertakkingen van de leefruimte en de omringende kanalen rondom het nest vormen tunneltjes waarlangs de termieten zich verplaatsen om op zoek te gaan naar voedsel. De afmetingen van termietenheuvels kunnen tot 8 m hoog en meer dan 15 m breed zijn.
T E A M W O R K
Het bouwen van een termietenheuvel verloopt nogal merkwaardig. Een eerste termiet laat een hoopje modder op een willekeurige plaats vallen. Dit zet andere termieten aan hun hoopje modder erbij te gooien. Hoe groter de modderhoop, hoe sterker de termieten worden aangetrokken, hoe groter de heuvel. Tijdens het bouwen van de termietenheuvel communiceren de termieten niet met elkaar.
G E B R U I K E N B E L A N G
- Termietenheuvels worden op grote schaal gebruikt in de traditionele landbouw als natuurlijke bemester. In Afrika gaan de boeren de termietenheuvel vaak verspreiden over hun veld om de bodemeigenschappen en de beschikbaarheid van nutriënten te verbeteren. Termietenheuvels zijn een belangrijk onderdeel van het dynamisch evenwicht van voedingsstoffen in tropische ecosystemen. Ze zorgen voor een stabilisatie en herverdeling van nutriënten. Een verstoring van dit natuurlijk evenwicht kan in de tropische bodems leiden tot een groot verlies aan voedingsstoffen op lange termijn.
- Termietenheuvels helpen bij opsporing van goud en andere metalen. De termietenheuvels blijken een goede indicatie op te leveren van concentraties metaal of goud. Dat kan de opsporing van economisch winbare goudertsen aanzienlijk vergemakkelijken. Ook voor koper, mangaan en zilver lijkt deze aanpak zinvol. Waarom de concentraties van de diverse metalen in de termietenheuvels al dan niet correleren met die in de vaste ondergrond is niet duidelijk; men suggereert – logischerwijs – dat de termieten daarbij een rol spelen.
(men: Een onderzoeker van de Mekelle Universiteit in Ethiopië)
H A B I T A T
Er leven zo’n 2300 soorten termieten op de aarde. Deze zijn voornamelijk te vinden in de subtropen en tropen. Specifieker bevinden de termieten zich voor het grootste deel in Noord-Amerika tot Zuid-Amerika, Afrika, Oceanië, Australië en een groot deel van Azie, maar ook in het Midden-Oosten en grote delen van Europa, waaronder Spanje, Zuid-Frankrijk en Griekenland.
Termieten behoren tot de meest voorkomende insecten. Deze kleine insecten lopen al zo’n 65 miljoen jaar op de aarde. Ze zijn niet in hun voortbestaan bedreigd, hoewel hun habitat wel bedreigd word door uitbreiding van landbouwgebieden en de kap van bossen.
1 note
·
View note
Text
Big Tech
Big Tech redt de Covid economie en wordt geleid door liberale democraten, maar deze elites moeten niets hebben van verdere reguleringen en meer macht van vakbonden. Covid bracht Industrie 4.0 zeven jaar dicht erbij en vergrootte de inkomensverschillen tussen rijk en arm enorm. De elite van Big Tech is in meerderheid liberaaldemocraat, walgt van Trump en krijgt zijn politieke macht terug met Biden in het zadel. Maar het verzet tegen de monopolyposities van de grote vijf neemt sterk in kracht toe. Opbreken van die macht staat op de agenda van Biden.
De actie van Twitter om Trump te verwijderen uit zijn platform kwam pas na de terecht zeer omstreden bestorming van het Capitool en nadat Facebook en Youtube Trump eerder al beperkingen hadden opgelegd. Dat de mediaplatforms het recht hebben om content van hun ondernemingen te verwijderen is buiten twijfel. Dat is wat uitgevers machtiger maakt dan presidenten of koningen, mits zij die macht prudent gebruiken. Maar eigenlijk hoort die macht bij de rechter.
Tien grootste concerns in $ miljard 2019-2020
Bron: https://en.wikipedia.org/wiki/List_of_public_corporations_by_market_capitalization
De macht van Big Tech
Big Tech is de VS is heel machtig. De grootsten van de toptien zijn Apple, Microsoft, Amazon, Alphabet (Google) en Facebook. Tot de grootste concerns behoren ook de Chinese Alibaba en Tencent en in de VS Intel, At&T, Oracle en Salesforce. Samen vertegenwoordigen de tien grootste techspelers een marktwaarde van $10.000 miljard bij een jaaromzet in 2019 van $1.662 miljard.
Deze tien bij elkaar zijn dus 10 keer groter dan het BBP van $1000 miljard van Nederland. De leiders en bestuurders van deze concern hebben macht, ook politieke macht. Bij de huidige nul-rente is de gemiddelde marktwaarde wel 6 keer de omzet, een zeer hoge waardering. Het allergrootste concern ter wereld is Aramco, het olieconcern van Saudi-Arabië met een marktwaarde van $1.685 miljard. Het beleggingsconcern Berkshire Hathaway waarvan Warren Buffet 38% van de aandelen heeft.
Het ministerie van Justitie, de Federal Trade Commissie en de Europese Commissie deden ook al veel antitrust onderzoek omdat de impact van deze concerns op het gebied van privacy, vrijheid van meningsuiting, censuur en veiligheidszaken heel groot is. Maar de vrije diensten voor consumenten bemoeilijken ingrijpen, ondanks het feit dat ze geraffineerd gefinancierd worden met advertenties gebaseerd op het blootleggen van het intiemste gedrag van mensen.
Zo is Amazon dominant marktleider in e-commerce met 50% van de Amerikaanse markt, 32% aandeel in cloud computing en met Twitch lieve-streaming 75%. In mobiele operating systemen heeft Google 72% van de markt om een paar voorbeelden van markt overmacht te noemen die nog veel verder gaat.
Antitrust onderzoek
Democratische congresleden presenteerden onlangs een rapport vaan 449 pagina’s waarin zij tot de conclusie komen dat Apple, Amazon, Facebook en Google monopolies hebben die ingesnoerd moeten worden zoals door splitsing van bedrijven, verbieden toekomstige acquisities of het openstellen van hun platforms voor anderen. Het doet mij denken aan het opbreken van Bell Systems in 1982 in een internationale AT&T tak en regionale Amerikaanse Bell companies. Ik bedoel maar, politiek kan ingrijpen. Wallstreet reageerde schouderophalend, maar met Joe Biden aan de macht behoort ingrijpen tot de mogelijkheden.
Liberale democraten
Ui teen onderzoek van Stanford University uit 2017 blijkt dat de toppen van “Silicon Valley en Big Tech” zich al in 2017 hadden gedistantieerd van Trump, vanwege zijn beschimpen van transgenders, moslims en terugjagen van jonge immigranten zonder papieren. De vraag is dus wat de tech industrie gaat doen met zijn sterk groeiende economische macht, ook wanneer die ook politiek ingezet kan worden. Het jongste voorbeeld daarvan is Twitter dat Trump de mond snoert en niet alleen hem. Big Tech leiders zijn bijna allemaal liberale democraten zo onthulde het onderzoek, maar zij hebben niet veel op met vakbonden en regulering. Ook in Nederland moeten werkgevers en werknemers van techbedrijven niet veel hebben van vakbonden. De meeste techleiders zitten aan de linkse kant van het liberale kamp, zijn voor herverdeling van inkomen, inclusief hogere belastingen en veel sociale diensten en Obama care voor iedereen. Zij zijn kosmopolitische globalisten, ondersteunen vrijhandel en meer immigratie en hebben een hekel aan racisme. Zij zijn overwegend zeer rijk en leven met grote afstand tot werkelijke armoede. Deze leiderszoals Tim Cook Microsoft), Lawrence Ellison (Oracle) of Larry Pager van Goioigle zijn tolerant jegens abortus en homorechten, willen wapenbezit beperken en zijn tegen de doodstraf.
Geen vakbonden
Er is een ding waarin zij van links afwijken. Van vakbonden moeten ze niets hebben en zij willen mensen kunnen ontslaan als het hen past. Het gedrag is inconsequent. Zij willen wel meer belasting betalen, maar minder vakbonden en minder regels. Dat is in West-Europa anders. Een partij zoals D66 is wel verwant aan de Amerikaanse Democraten, maar zit in de linkse hoek van het Amerikaanse politieke spectrum.
De ruim 600 leiders die werden ondervraagd zijn niet meer de hippies uit de begintijd van de technologische revolutie, mannen zoals Eckart Wintzen, revolutionaire kapitalisten die vanuit de ruimte op de aarde neerkeken en met technologie de wereldvrede zouden vestigen. Toen rond de eeuwwisseling het internet opkwam eisten zij dat de overheid zich van deze vrije speelplaats afzijdig hield. Nu snoert Twitter Trump en vele anderen de mond en vervult eigenlijk een rol die de rechter toekomt. Toen wilden ze zo min mogelijk overheid. Dat is nu wel veranderd, maar pas op, de democraten daar zijn geen socialisten en bijvoorbeeld regulering kan hun belangen schaden. President Clinton pakte in zijn tijd Microsoft nog hard aan vanwege zijn marktmacht. Obama deed dat niet meer. Dat komt omdat de politieke macht van Big Tech sterk is toegenomen.
0 notes
Photo
Zondag 12 april – Een open brief van 170 Nederlandse wetenschappers met vijf voorstellen om Nederland na de Corona-crisis duurzamer en eerlijker te maken.
We luisteren nu naar het RIVM. En dat pakt duidelijk goed uit. Is het een idee nu ook naar deze experts te luisteren?
We kunnen Nederland radicaal duurzamer en eerlijker maken: vijf voorstellen voor Nederland na Corona.
OVID-19 doet de wereld op haar grondvesten schudden. De coronapandemie heeft nu al talloze levens gekost en ontwricht, terwijl hulpverleners keihard werken om zieken te verzorgen en verdere verspreiding te voorkomen. De strijd om de enorme persoonlijke en maatschappelijke verliezen te beperken verdient onze waardering en steun. Tegelijkertijd is het van belang om deze pandemie in een historische context te plaatsen om in de toekomst een herhaling van fouten uit het verleden te vermijden.
Het feit dat COVID-19 inmiddels grote economische consequenties heeft gekregen is mede het gevolg van het dominante economische model van de afgelopen dertig jaar. Dit neoliberale model vereist een steeds maar groeiende circulatie van goederen en mensen, ongeacht de talloze ecologische problemen en de toenemende ongelijkheid die dit veroorzaakt. Gedurende de afgelopen weken zijn de zwaktes van deze groeimachine pijnlijk blootgelegd. Zo zijn we onder meer getuige van grote bedrijven die de hand ophouden op het moment dat de vraag naar hun goederen en diensten ook maar even wegvalt, precaire banen die verloren gaan en een toenemende druk op gezondheidssystemen die sowieso al onder grote druk stonden. Opmerkelijk genoeg bestempelt de overheid nu juist die beroepsgroepen als ‘cruciaal’ die nog niet zo lang geleden moesten strijden voor erkenning en een beter salaris: de medische zorg, de ouderenzorg, het openbaar vervoer en het onderwijs.
Een andere zwakte van het huidige systeem is de verbinding tussen het huidige economische ontwikkelingsmodel, het verlies van belangrijke functies van ecosystemen en biodiversiteit en de mogelijkheden voor ziektes zoals COVID-19 om zich snel te verspreiden. De dramatische gevolgen hiervan zouden drastisch kunnen verergeren als we niet overstappen op een ander vorm van ontwikkeling, voorbij ‘business-as-usual’. De Wereldgezondheidsorganisatie schat dat er jaarlijks 4,2 miljoen mensen sterven aan luchtvervuiling, en dat de gevolgen van klimaatverandering tussen 2030 en 2050 naar verwachting een extra 250.000 doden per jaar zullen veroorzaken. Experts waarschuwen er voor dat in geval van verdere aantasting van ecosystemen er een verhoogde kans is op nieuwe en krachtigere virusuitbraken.
Dit alles vraagt om doortastende maatregelen en het zo snel mogelijk in gang zetten van een post-COVID-19-tijdperk. Hoewel de huidige crisis ook enkele positieve consequenties heeft gehad – zoals de toename van collectieve actie en solidariteit, verminderde vervuiling en broeikasgasemissies – zullen deze veranderingen tijdelijk en marginaal blijken wanneer een bredere politieke en economische omslag niet wordt gerealiseerd. Het is daarom van belang om ons te verdiepen in de vraag hoe de huidige situatie omgezet kan worden in meer duurzame, eerlijke, gezonde, en veerkrachtige vormen van samenleven en ontwikkeling.
Dit beknopte manifest, ondertekend door 170 in Nederland werkende academici die zich bezig houden met internationale ontwikkelingsvraagstukken, presenteert, op basis van bestaand onderzoek en kennis, een vijftal voorstellen voor Nederland na Corona:
1) Vervanging van het huidige ontwikkelingsmodel gericht op generieke groei van het BNP, door een model dat onderscheid maakt tussen sectoren die mogen groeien en investeringen nodig hebben (de zogenoemde cruciale publieke sectoren, schone energie, onderwijs en zorg) en sectoren die radicaal moeten krimpen, gegeven hun fundamentele gebrek aan duurzaamheid of hun rol in het aanjagen van overmatige consumptie (zoals bijvoorbeeld de olie-, gas-, mijnbouw-, en reclamesectoren).
2) Ontwikkeling van een economisch beleid gericht op herverdeling, dat voorziet in een universeel basisinkomen, ingebed in solide sociaal beleid; een forse progressieve belasting op inkomen, winst en vermogen; kortere werkweken en het delen van banen; en erkenning van de intrinsieke waarde van zorgverlening en essentiële publieke diensten zoals onderwijs en gezondheidszorg.
3) Overgang naar een circulaire landbouw, gebaseerd op het behoud van biodiversiteit, duurzame, veelal lokale voedselproductie, vermindering van vleesproductie en werkgelegenheid met eerlijke arbeidsvoorwaarden.
4) Vermindering van consumptie en reizen, met een radicale afname van luxueuze en verspillende vormen, richting noodzakelijke, duurzame en betekenisvolle vormen van consumptie en reizen.
5) Kwijtschelding van schulden, voornamelijk aan werknemers, zzp-ers en ondernemers in het MKB, maar ook aan ontwikkelingslanden (uit te voeren door zowel de rijkere landen als de internationale organisaties zoals IMF en Wereldbank).
Als wetenschappers en betrokken burgers zijn wij overtuigd dat deze stappen zullen bijdragen aan meer duurzame en gelijkwaardige samenlevingen; samenlevingen die beter bestand zijn tegen de schokken en eventuele pandemieën die ons nog staan te wachten. Wat ons betreft is de vraag niet langer óf we deze stappen moeten zetten maar hóe we dat gaan doen.
We kunnen er niet om heen dat deze crisis sommige mensen harder raakt dan anderen. Maar we kunnen de zwaarst getroffen groepen recht doen door beleidshervormingen in te zetten die zorgen dat toekomstige crises deze groepen – en ons allemaal – minder hard zullen treffen en tot minder angst zullen leiden, of mogelijk zelfs een volgende crisis kunnen voorkomen.
We roepen politici, beleidsmakers en onze medeburgers met klem op om te helpen deze transitie te verwezenlijken.
Getekend:
1. Murat Arsel, Erasmus Universiteit Rotterdam 2. Ellen Bal, Vrije Universiteit Amsterdam 3. Bosman Batubara, IHE, Delft Universiteit en Universiteit van Amsterdam 4. Maarten Bavinck, Universiteit van Amsterdam 5. Pascal Beckers, Radboud Universiteit 6. Kees Biekart, Erasmus Universiteit Rotterdam 7. Arpita Bisht, Erasmus Universiteit Rotterdam 8. Cebuan Bliss, Radboud Universiteit 9. Rutgerd Boelens, Wageningen Universiteit 10. Simone de Boer, Leiden Universiteit 11. Jun Borras, Erasmus Universiteit Rotterdam 12. Suzanne Brandon, Wageningen Universiteit 13. Arjen Buijs, Wageningen Universiteit 14. Bram Büscher, Wageningen Universiteit 15. Amrita Chhachhi, Erasmus Universiteit Rotterdam 16. Kristen Cheney, Erasmus Universiteit Rotterdam 17. Robert Coates, Wageningen Universiteit 18. Dimitris Dalakoglou, Vrije Universiteit Amsterdam 19. Jampel Dell’Angelo, Vrije Universiteit Amsterdam 20. Josephine Chambers, Wageningen Universiteit 21. Freek Colombijn, Vrije Universiteit Amsterdam 22. Tine Davids, Radboud Universiteit 23. Sierra Deutsch, Wageningen Universiteit 24. Madi Ditmars, Afrika Studiecentrum Leiden 25. Guus Dix, Leiden Universiteit 26. Martijn Duineveld, Wageningen Universiteit 27. Henk Eggens, Royal Tropical Institute 28. Thomas Eimer, Radboud Universiteit 29. Flávio Eiró, Radboud Universiteit 30. Willem Elbers, Radboud Universiteit 31. Jaap Evers, IHE Delft Universiteit 32. Giuseppe Feola, Utrecht Universiteit 33. Milja Fenger, Erasmus Universiteit Rotterdam 34. Andrew Fischer, Erasmus Universiteit Rotterdam 35. Robert Fletcher, Wageningen Universiteit 36. Judith Floor, Open Universiteit en Wageningen Universiteit 37. Des Gasper, Erasmus Universiteit Rotterdam 38. Lennie Geerlings, Leiden Universiteit 39. Julien-François Gerber, Erasmus Universiteit Rotterdam 40. Jan Bart Gewald, African Studies Centre Leiden 41. Sterre Gilsing, Utrecht Universiteit 42. Cristina Grasseni, Leiden Universiteit 43. Erella Grassiani, Universiteit van Amsterdam 44. Joyeeta Gupta, Universiteit van Amsterdam 45. Wendy Harcourt, Erasmus Universiteit Rotterdam 46. Janne Heederik, Radboud Universiteit 47. Henk van den Heuvel, Vrije Universiteit Amsterdam 48. Silke Heumann, Erasmus Universiteit Rotterdam 49. Thea Hilhorst, Erasmus Universiteit Rotterdam 50. Helen Hintjens, Erasmus Universiteit Rotterdam 51. Geoffrey Hobbis, Groningen Universiteit 52. Stephanie Hobbis, Wageningen Universiteit 53. Barbara Hogenboom, Universiteit van Amsterdam 54. Michaela Hordijk, Universiteit van Amsterdam 55. Sabine van der Horst, Utrecht Universiteit 56. Henk van Houtum, Radboud Universiteit 57. Edward Huijbens, Wageningen Universiteit 58. Kees Jansen, Wageningen Universiteit 59. Freek Janssens, Leiden Universiteit 60. Rosalba Icaza, Erasmus Universiteit Rotterdam 61. Verina Ingram, Wageningen Economic Research en Wageningen Universiteit 62. Rivke Jaffe, Universiteit van Amsterdam 63. Shyamika Jayasundara-Smits, Erasmus Universiteit Rotterdam 64. Joop de Jong, Amsterdam UMC 65. Rik Jongenelen, African Studies Centre, Leiden 66. Joost Jongerden, Wageningen Universiteit 67. Emanuel de Kadt, Utrecht Universiteit 68. Coco Kanters, Leiden Universiteit. 69. Agnieszka Kazimierczuk, African Studies Centre Leiden 70. Jeltsje Kemerink-Seyoum, IHE Delft Universiteit 71. Thomas Kiggell, Wageningen Universiteit 72. Mathias Koepke, Utrecht Universiteit 73. Michiel Köhne, Wageningen Universiteit 74. Anouk de Koning, Leiden Universiteit 75. Kees Koonings, Utrecht Universiteit en Universiteit van Amsterdam 76. Stasja Koot, Wageningen Universiteit 78. Martijn Koster, Radboud Universiteit 79. Rachel Kuran, Erasmus Universiteit Rotterdam 80. Arnoud Lagendijk, Radboud Universiteit 81. Corinne Lamain, Erasmus Universiteit 82. Irene Leonardelli, IHE Delft Universiteit 83. Maggi Leung, Utrecht Universiteit 84. Yves van Leynseele, Universiteit van Amsterdam 85. Janwillem Liebrand, Utrecht Universiteit 86. Trista Chich-Chen Lin, Wageningen Universiteit 87. Andrew Littlejohn, Leiden Universiteit 88. Mieke Lopes-Cardozo, Universiteit van Amsterdam 89. Erik de Maaker, Leiden Universiteit 90. Žiga Malek, Vrije Universiteit Amsterdam 91. Ellen Mangnus, Wageningen Universiteit 92. Hans Marks, Radboud Universiteit 93. Jemma Middleton, Leiden Universiteit 94. Irene Moretti, Leiden Universiteit. 95. Esther Miedema, Universiteit van Amsterdam 96. Toon van Meijl, Radboud Universiteit 97. Miriam Meissner, Maastricht Universiteit 98. Adam Moore, Radboud Universiteit 99. Tsegaye Moreda, Erasmus Universiteit Rotterdam 100. Oona Morrow, Wageningen Universiteit 101. Farhad Mukhtarov, Erasmus Universiteit 102. Nikki Mulder, Leiden Universiteit 103. Mansoob Murshed, Erasmus Universiteit Rotterdam 104. Paul Mutsaers, Radboud Universiteit 105. Femke van Noorloos, Utrecht Universiteit 106. Martijn Oosterbaan, Utrecht Universiteit 107. Meghann Ormond, Wageningen Universiteit 108. Annet Pauwelussen, Wageningen Universiteit 109. Peter Pels, Leiden Universiteit 110. Lee Pegler, Erasmus Universiteit Rotterdam 111. Lorenzo Pellegrini, Erasmus Universiteit Rotterdam 112. Yvon van der Pijl, Universiteit Utrecht 113. Liedeke Plate, Radboud Universiteit 114. Fernande Pool, Erasmus Universiteit Rotterdam 115. Metje Postma, Leiden Universiteit 116. Nicky Pouw, Universiteit van Amsterdam 117. CrelisRammelt, UniversiteitvanAmsterdam 118. Elisabet Rasch, Wageningen Universiteit 119. MarinadeRegt,VrijeUniversiteitAmsterdam 120. Ria Reis, Leiden Universiteit Medical Center 121. Andro Rilović, Erasmus Universiteit Rotterdam 122. Tobias Rinke de Wit, UniversiteitvanAmsterdam 123. Claudia Rodríguez Orrego, Erasmus Universiteit Rotterdam 124. Eva van Roekel, Vrije Universiteit Amsterdam 125. MirjamRos-Tonen,UniversiteitvanAmsterdam 126. Martin Ruivenkamp, Wageningen Universiteit 127. Ary A. Samsura, Planologie, Radboud Universiteit 128. Annemarie Samuels, Leiden Universiteit 129. Ton Salman, Vrije Universiteit Amsterdam 130. Younes Saramifar, Vrije Universiteit Amsterdam 131. Federico Savini, Universiteit van Amsterdam 132. Joeri Scholtens, Universiteit van Amsterdam 133. Mindi Schneider, Wageningen Universiteit 134. Lau Schulpen, Radboud Universiteit 135. Peter Schumacher, Utrecht Universiteit 136. Amod Shah, Erasmus Universiteit Rotterdam 137. Murtah Shannon, Utrecht Universiteit 138. Karin Astrid Siegmann, Erasmus Universiteit Rotterdam 139. Sven da Silva, Radboud Universiteit 140. Giulia Sinatti, Vrije Universiteit Amsterdam 141. Lothar Smit, Radboud Universiteit 142. Marja Spierenburg, Leiden Universiteit 143. Rachel Spronk, Universiteit van Amsterdam 144. Antonia Stanojevic, Radboud Universiteit 145. Nora Stel, Radboud Universiteit 146. Marjo de Theije, Vrije Universiteit Amsterdam 147. Louis Thiemann, Erasmus Universiteit Rotterdam 148. Lisa Trogisch, Wageningen Universiteit 149. Wendelien Tuyp, Vrije Universiteit Amsterdam 150. Esther Veen, Wageningen Universiteit 151. Lieke van der Veer, Radboud Universiteit 152. Courtney Vegelin, Universiteit van Amsterdam 153. Hemalatha Venkataraman, Radboud Universiteit 154. Willemijn Verkoren, Radboud Universiteit 155. Gerard Verschoor, Wageningen Universiteit 156. Hebe V errest, Universiteit van Amsterdam 157. Bas Verschuuren, Wageningen Universiteit 158. Mark Vicol, Wageningen Universiteit 159. Oanne Visser, Erasmus Universiteit Rotterdam 160. Anick Vollebergh, Radboud Universiteit 161. Roanne van Voorst, Erasmus Universiteit Rotterdam 162. Pieter de Vries, Wageningen Universiteit 163. Vincent Walstra, Leiden Universiteit. 164. Maaike Westra, African Studies Centre Leiden 165. Mark Westmoreland, Leiden Universiteit 166. Niekkie Wiegink, Utrecht Universiteit 167. Saskia Wieringa, Universiteit van Amsterdam 168. Angela Wigger, Radboud Universiteit 169. Han Wiskerke, Wageningen Universiteit 170. Margreet Zwarteveen, Universiteit van Amsterdam
Alsmede de werkgroep voetafdruk Nederland (www.voetafdruk.eu)
0 notes
Text
Het nieuwe examenprogramma economie (vwo)
Dinsdag 1 oktober 2019, 19:30, Muntstraat 7 Utrecht. De auteurs van vijf uitgeverijen (Cumulus, LWEO, Malmberg, Noordhoff en Van Vlimmeren) komen samen in Utrecht voor extra uitleg over het nieuwe examenprogramma economie vwo door prof. dr. Bas Jacobs. Er worden veel vragen gesteld, Jacobs heeft er zin in. Rond 21:30 vertrekken de aanwezigen. Een enkeling geeft de volgende morgen om 8:30 weer les.
Nieuw programma, nieuwe lesmethode!
Het is zover! Na het focusgroepenonderzoek in 2017, de aanbevelingen in het rapport ‘Ambitie en realiteit in het economie examen’ en de installatie van de commissie Jacobs in 2018, is sinds juli 2019 de nieuwe syllabus economie vwo 2023 beschikbaar. Wat betekent dit? In mei 2023 maken de eerste leerlingen het nieuwe eindexamen economie vwo. Deze lichting start komend schooljaar met het nieuwe examenprogramma in 4 vwo. Alle uitgeverijen schrijven nieuwe lesmethodes. Docenten krijgen de kans om een nieuwe lesmethode te kiezen. Het Cumulus team is gestart met de ontwikkeling van de nieuwe lesmethode economie vwo. Op 1 januari 2020 verschijnt de inhoud van de eerste thema’s op cumulus.co.
Wat gaat er precies veranderen?
Hoewel de commissie Jacobs zich “exclusief op de macrodomeinen in de syllabus (domeinen H en I)” zou richten, zijn er ook in de domeinen D, E en F wijzigingen aangebracht. De belangrijkste wijzigingen op een rijtje:
Domein D: de commissie Jacobs stelt een aantal wijzigingen voor om het welvaartsbegrip eenduidig te maken en consequent toe te passen in de hele syllabus. Dit heeft ook gevolgen voor de surplusanalyse in domein D. Jacobs stelt dat de surplusanalyse voornamelijk geschikt is om de doelmatigheid van allocaties te analyseren, maar niet om de brede maatschappelijke welvaart te analyseren. We zullen daarom niet meer spreken van “de omvang van het totale surplus als een indicator van maatschappelijke welvaart”. In plaats daarvan is het totale surplus een “maatstaf voor de economische doelmatigheid van de economische uitkomst.” Je leest er meer over in een achtergrondartikel van Jacobs of in het verantwoordingsdocument bij de nieuwe syllabus.
Domein E: in domein E zijn de eindtermen met betrekking tot rente aangescherpt, is “de elementaire balans en resultatenrekening van bedrijfshuishoudingen” geschrapt en zijn de eisen van het Stabiliteits- en groeipact toegevoegd.
Domein F: in domein F is het herhaalde spel weer toegevoegd en zijn een aantal beperkte wijzigingen gemaakt in de eindtermen.
Naast bovenstaande kleine wijzigingen heeft de commissie Jacobs de inhoud van de domeinen H en I stevig aangepakt.
Domein H: meer structuur en samenhang
De kritiek van de commissie Jacobs op domein H is mild: “Naar het oordeel van de commissie kent de huidige structuur te weinig samenhang.” De nieuwe indeling van domein H is daarom als volgt:
H.1 Macro-economische kringloop
De commissie start domein H met de “macro-economische boekhouding”. Hierbij wordt er meteen flink gesnoeid in de oude syllabus: het onderscheid tussen bruto en netto toegevoegde waarde, de relatie tussen nationaal inkomen en nationaal product (bruto en netto) en het systeem van de nationale rekeningen (inclusief de staat van middelen en bestedingen) staan niet meer in de nieuwe syllabus.
Verder zijn in dit sub-domein de eindtermen met betrekking tot de macro-economische kringloop expliciet gemaakt. Dat betekent meer houvast voor docenten en uitgeverijen.
H.2 Structurele groei
Het nieuwe sub-domein H.2 gaat over structurele groei en vervangt het oude subdomein H.3 over economische groei. De commissie “vindt het belangrijk om de productiefunctie te introduceren als het overkoepelende organiserende principe om na te denken over structurele groei.”
De commissie kiest ervoor “om de standaard-wetenschappelijke notatie te gebruiken voor de productiefunctie f, de totale factorproductiviteit A, de kapitaalgoederenvoorraad (en land) K en de beroepsbevolking L.” De commissie gaat verder en maakt in eindterm H.2.3 expliciet wat de factoren zijn die de totale factorproductiviteit beïnvloeden en merkt op dat “de productiefunctie alleen grafisch-verbaal wordt bevraagd.”
H.3 Inkomen, welvaart en welzijn
Sub-domein H.3 vervangt de oude syllabustekst bij H2.4 over het enge en ruime welvaartsbegrip (waarbij niet precies werd uitgelegd wat men daarmee bedoelde). In de nieuwe syllabus spreken we niet meer van welvaart in enge en ruime zin en wordt welvaart niet langer geassocieerd met bbp. In plaats daarvan wordt een definitie gegeven van de brede welvaart van een huishouden: “De (brede) welvaart van een gezinshuishouden is de waarde van behoeftebevrediging van schaarse goederen zoals consumptie van goederen en diensten, vrije tijd, milieu, leefomgeving, collectieve goederen, infrastructuur, risico (negatief), ongelijkheid (negatief), veiligheid.” Maatschappelijke (brede) welvaart wordt vervolgens gedefinieerd als een optelsom van (brede) welvaart van alle huishoudens.
De commissie kiest er ook voor om welzijn te definiëren in de nieuwe syllabus: “De totale behoeftebevrediging van schaarse en niet-schaarse goederen. Niet schaarse goederen zijn goederen waarvoor geen materieel of immaterieel (nuts)offer hoeft te worden gebracht. Voorbeelden van niet-schaarse goederen kunnen liefde en aspecten van gezondheid zijn (‘sterk gestel’).”
H.4 Ongelijkheid en herverdeling
In sub-domein H.4 is de Lorenzcurve geschrapt uit de syllabus. Omdat de GINI-coëfficiënt is behouden, blijven we de Lorenzcurve gebruiken in de lessen als “didactische opstap”. Op eindexamens zal de Lorenzcurve echter niet meer voorkomen.
Verder heeft de commissie in H.4 het begrip vermogensongelijkheid toegevoegd en een aantal begrippen met betrekking tot belasting expliciet gemaakt. Denk hierbij bijvoorbeeld aan heffingskortingen, aftrekposten en bijtellingen. Ook is er een eindterm opgenomen over “uitkeringen en toeslagen als instrumenten voor herverdeling en verzekering”.
H.5 Arbeidsmarkt en werkloosheid
De commissie heeft er voor gekozen de arbeidsmarkt en werkloosheid een grotere rol te geven in de nieuwe syllabus. Begrippen (zoals arbeidsaanbod en arbeidsvraag) worden in H5.1 expliciet gemaakt. Daarnaast vindt de commissie het belangrijk dat leerlingen “de verschillende soorten werkloosheid (structurele, conjuncturele) kunnen onderscheiden en begrijpen.” Voor sommige lesmethodes (zoals Cumulus) betekent dit geen wezenlijke verandering van de inhoud.
Domein I: stevige kritiek, een nieuw macromodel
Waar de commissie Jacobs in haar verantwoordingsdocument nog redelijk mild is met haar kritiek op de inhoud van het oude domein H, fileert zij drie pagina’s lang de inhoud van domein I en levert daarmee stevige kritiek op vorige syllabuscommissies: “De oude syllabus kent een groot aantal problemen in domein I: de samenhang tussen de verschillende onderdelen ontbreekt, de economische mechanismen zijn vaak niet helder en er staan slordigheden en fouten.”
Met haar opmerkingen (te vaag, slordig, fout) bekritiseert de commissie indirect ook de rest van de syllabus. Het is wachten op de “commissie Jacobs II” die de rest van de syllabus onder handen gaat nemen.
De commissie Jacobs stelt voor om domein I in te delen in vier onderdelen:
Beschrijving conjuncturele verschijnselen
Begrotingsbeleid
Monetair beleid en de centrale bank
Conjunctuuranalyse aan de hand van IS-MB-GA-model voor een gesloten economie
I.1 Beschrijving conjuncturele verschijnselen
Bij de beschrijving van conjuncturele verschijnselen kiest de commissie ervoor om begrippen te introduceren die later in het programma terugkomen. De focus ligt daarom op vijf begrippen: het bbp, het ‘nieuwe’ concept de output gap (Y - Y*), de reële rente, de inflatie en de werkloosheid. De output gap komt later terug in het IS-MB-GA model.
De conjunctuurklok en de verkeersvergelijking van Fisher zijn geschrapt en het concept NAIRU is vervangen door het meer gangbare begrip natuurlijke werkloosheid.
I.2 Begrotingsbeleid
Sub-domein I.2 wijzigt niet (veel) ten opzichte van de oude syllabus (oude sub-domein I.3). De belangrijkste onderwerpen blijven anticyclisch begrotingsbeleid, automatische stabilisatoren en inverdieneffecten.
I.3 Monetair beleid en de centrale bank
Naar onze mening heeft de commissie Jacobs goed werk geleverd door de zeer beperkte eindtermen uit de oude syllabus met betrekking tot monetair beleid flink uit te breiden. De belangrijkste wijzigingen op een rijtje:
Begrippen als geldschepping, geldhoeveelheid en prijsstabiliteit worden expliciet gemaakt.
Geldhoeveelheidsbeleid van de centrale bank wordt geschrapt (de centrale bank voert rentebeleid en er bestaat een negatief verband tussen de rente en de geldhoeveelheid).
Om leerlingen niet in de war te brengen door de suggestie te wekken dat rentes niet negatief kunnen worden, wordt het begrip ‘zero lower bound’ vervangen door ‘effectieve ondergrens’. Het begrip liquiditeitsval verdwijnt ook. Jacobs merkt op: “Voor alle praktische toepassingen is de liquiditeitsval gelijk aan de situatie waarin de rente op de effectieve ondergrens staat. De ondergrens op de rente wordt dan ook als synoniem gebruikt voor de liquiditeitsval.”
De commissie Jacobs pleegt ook broodnodig onderhoud met betrekking tot wisselkoersen en de betalingsbalans. Verschillende wisselkoerssystemen worden nu uitgelegd (vast en zwevend), het verband tussen het rentebeleid van de centrale bank en de wisselkoers wordt duidelijk gemaakt en er wordt een expliciet verband gelegd tussen de wisselkoers en het saldo op de lopende rekening van de betalingsbalans.
De commissie introduceert ook het trilemma van de monetaire politiek in de nieuwe syllabus: “open economieën kunnen maar twee van de volgende drie zaken kiezen: vrij kapitaalverkeer, zelfstandig monetair beleid of een vaste wisselkoers.”
Tot slot voegt de commissie een aantal eindtermen over de EMU toe. De commissie vindt het “problematisch” dat deze ontbreken in de oude syllabus.
I.4 Conjunctuuranalyse aan de hand van IS-MB-GA-model voor een gesloten economie
In december 2016 publiceert Jacobs het artikel “Economie voor goede, slechte en - vooral! - barre tijden”. In het stuk betoogt Jacobs “dat het bestaande vo-economieprogramma mogelijkheden biedt om de macro-economische analyse te verdiepen”. Wat stelt Jacobs in het artikel uit 2016 voor? De toevoeging van het IS-MB-GA model.
Drie jaar later staat het IS-MB-GA model in de nieuwe syllabus. Het is de grootste verandering in het nieuwe examenprogramma. In een volgende blogpost zullen we uitgebreid ingaan op het model. Houd ons blog in de gaten.
Feedback
Cumulus is continu in ontwikkeling. Als docent kun je via het platform feedback geven op al het lesmateriaal. Samen met de redactie worden deze suggesties en verbeteringen verwerkt. Zo werken we samen aan betere lessen. Heb je opmerkingen, suggesties of goede ideeën naar aanleiding van deze blogpost? Reageer onder het blog of stuur een bericht aan de redactie.
* * *
Over Cumulus
Cumulus combineert de kracht van digitaal en papier in nieuwe lesmethodes economie en bedrijfseconomie.
0 notes
Photo
50PLUS over Europa
De Europese Unie wordt niet uitgebreid met nieuwe landen en de euro gaat desnoods verder met minder landen. De standpunten van 50PLUS over Europa en de Europese Unie, de euro, defensie en veiligheid, ontwikkelingshulp, de NAVO en de VN en over Nederlandse gepensioneerden die in het buitenland verblijven of wonen.
Europa, EU en euro
• De Europese Unie maakt een pas op de plaats: geen uitbreiding met nieuwe landen. • 50PLUS is tegen uittreden van Nederland uit de EU. • 50PLUS wil een sterke, stabiele euro, desnoods met minder aangesloten landen. • 50PLUS kiest voor een praktische, realistische en kritische aanpak. • De Europese Unie heeft slechts drie kerntaken: economisch en monetair beleid, milieu- en energiebeleid en grensbeleid (veiligheid, defensie en buitenlands beleid). • Turkije kan op dit moment onder geen enkel beding toetreden tot de EU. • Geen verhuizingen meer tussen Brussel en Straatsburg. • Het aantal zetels in het Europees Parlement gaat terug van 750 naar 375. • Een deel van de landbouwsubsidies inzetten voor plattelandsvoorzieningen. • 50PLUS is tegen de handelsverdragen TTIP en CETA.
Ondernemerspartij over Europa
Momenteel zijn 28 landen lid van de Europese Unie. Na de Tweede Wereldoorlog en het succes van de in 1951 opgerichte Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS) besloten zes landen, waaronder Nederland tot een verdere integratie van Europa en ondertekenden zij het verdrag van Parijs in 1957. Dit werd de opmaat voor de latere EEG. In 1992 ontstond na ondertekening van het verdrag van Maastricht de huidige EU. Vanaf 1995 tot en met 2013 kwamen er in totaal nog eens 14 landen bij. Deze verdubbeling van lidstaten kwam voornamelijk tot stand door de val van de muur. De integratie van Europa door nauwe juridische, economische en financiële samenwerking binnen de EU en de monetaire unie had meerdere redenen. Door de val van de muur waren dit niet allen economische, maar ook duidelijk geopolitieke redenen, aangaande de herverdeling van de invloedssferen. Door inlijving van vele Oost-Europese landen binnen de EU, bestond de uitgelezen kans deze landen definitief uit de invloedssfeer van Rusland te halen. Bij het aangaan van een monetaire en politieke unie zijn echter een aantal voorwaarden van belang.
De lidstaten dienen een nagenoeg gelijke begrotingscultuur en discipline te hebben.
De lidstaten dienen een integer democratisch bestuur te hebben.
De lidstaten dienen een gelijkwaardig Bruto Binnenlands Product (BBP) te hebben.
Door het verdrag van Maastricht is de EU steeds meer een politieke unie geworden en kan ze gezien worden als een opmaat voor een federaal Europa. De Ondernemerspartij is hier absoluut op tegen en wel om de volgende redenen:
De EU is veel te bureaucratisch en het democratisch zuiverend vermogen is nagenoeg niet aanwezig.
Vele regelgeving van de EU is zeer ongunstig voor Nederland.
De mate van controle op en corruptie met EU subsidie gelden is niet naar behoren.
De Ondernemerspartij wil de EU in omvang houden zoals ze is, met dien verstande dat er een nieuw verdrag komt, waarin de handelsunie prominent gewaarborgd wordt en de instituties naar een verdergaande politieke unie worden afgebouwd.
Een ander verhaal in dit gegeven is de Monetaire Unie. Zoals gesteld dienen hier aan bepaalde eisen te moeten worden voldaan en geconstateerd kan worden dat vele Zuid-Europese en Oost-Europese landen hier niet aan voldoen. De Ondernemerspartij is dan ook een voorstander van onderhandelingen om te komen tot een Noord-Europese monetaire unie. Een unie waarbij overigens ook de onderhandelingen met landen als Polen, Tsjechië en Slowakije kunnen worden betrokken. Deze landen hebben historisch fiscaal juridisch culturele gelijkenissen met West-Europa en het BBP van deze landen ligt ondertussen op een stijgende lijn naar het niveau van de rest van West-Europa.
Nieuwe Wegen over Europa
Europa is een prachtig continent. De verscheidenheid van cultuur, geschiedenis en natuur zorgt ervoor dat Europa veel te bieden heeft. Als politiek project is de Europese Unie niettemin mislukt. Brussel heeft steeds meer macht naar zich toegetrokken, terwijl de soevereiniteit van de nationale lidstaten sterk is verminderd. Vanzelfsprekend moet er op bepaalde terreinen binnen Europa worden samengewerkt, denk aan veiligheid en asiel. Op dit moment bemoeit de EU zich echter met zaken waar zij niet over hoort te gaan, bijvoorbeeld de manier waarop wij onze woningmarkt vormgeven. Ook is er van solidariteit tussen lidstaten, wat een cruciale pijler van de EU behoort te zijn, vrijwel geen sprake. Het asielbeleid, waarbij oost Europese lidstaten zich onttrekken aan hun plicht en verantwoordelijkheid jegens andere lidstaten door geen vluchtelingen op te nemen, laat dit zien. Uitholling van solidariteit vindt ook plaats wanneer het steeds dezelfde lidstaten zijn die opdraaien voor de schulden van lidstaten die zich niet aan de afspraken houden. Het stabiliteitspact verwoordt op zo’n moment tot een lege huls. Enkel de lusten en niet de lasten, dat gaat niet langer en is fnuikend voor het draagvlak van burgers. Met het draagvlak en het vertrouwen in Europa is het toch al slecht gesteld, mede als gevolg van het democratisch tekort. In de woorden van de Amerikaanse filosoof Sandel, ‘we worden geconfronteerd met een wereld die geregeerd wordt door onpersoonlijke machtsverhoudingen die buiten ons begrip en onze controle liggen’. Het vrije verkeer van werknemers heeft geleid tot de uitholling van beroepen en tot steeds lagere lonen voor fatsoenlijk werk. Om die reden moet arbeidsmigratie aan banden worden gelegd. Tot besluit is Europa vooral een economisch en financieel gedreven project gebleken waardoor van sociaal beleid vrij wel geen sprake is. Nogmaals Sandel, de economische ordening van de EU was belangrijker dan de ‘normen en waarden die een democratie stimuleren of uithollen’. Het moet kortom anders met Europa en dat begint met een nieuw Europees verdrag. Een verdrag waarbij samenwerking tussen gelijkgestemde landen het uitgangspunt vormt.
Nieuwe Europees Verdrag
Een nieuw Europees verdrag moet er in voorzien dat burgers meer inspraak krijgen op de besluitvorming in Brussel, lidstaten hun soevereiniteit op terreinen waar internationale samenwerking onnodig is behouden, het Europees Parlement uit nationale volksvertegenwoordigers bestaat (het zgn. ‘dubbelmandaat’) en de Europese commissie wordt omgevormd tot een coördinerend ambtelijk apparaat. Het blijven steunen van landen die hun zaakjes niet op orde hebben en mede daardoor in economisch zwaar weer verkeren, moet worden doorbroken. Noodmaatregelen of gezamenlijke eurobonds, keuren wij sterk af. Lidstaten moeten in plaats daarvan de mogelijkheid hebben om uit de euro te treden. Op die manier kunnen economische tegenslagen, met behulp van devaluatie, worden opgevangen. Een andere mogelijkheid is het opsplitsen van de eurozone in een noordelijk en zuidelijk deel. Het rentebeleid van de ECB wijst Nieuwe Wegen af. Het is rampzalig voor de opbouw van onze pensioenen en stimuleert het ontstaan van een hoge schuldenberg, wat onze economie op de lange termijn ondermijnt. Verder wil Nieuwe Wegen grenzen stellen aan de arbeidsmigratie. Deze gaat ten koste van de werkgelegenheid in Nederland, zorgt voor oneerlijke concurrentie en ondermijnt een fatsoenlijke arbeidsvoorwaardenbeleid en salaris. Verder moet de bevoordeling van grote bedrijven en multinationals als Starbucks en Apple via belastingconstructies en Europese aanbestedingswetten worden beëindigd.
4 notes
·
View notes
Text
De elite moet zichzelf op het spel zetten.
Economie. Waarom de elites maar best toegeven dat Jan Modaal gelijk heeft
We breken ons het hoofd over de vraag waarom de burger wereldwijd zo boos is. Eén ding staat vast: de gewone man en vrouw willen zich bevrijden van de elites. Maar wat komt daarna? Niet in staat tot het verzinnen van een toekomst wordt het verleden afgestoft.
TEKST ALESSANDRO BARICCO / ILLUSTRATIES ZAK
There is no alternative, M. Thatcher
Dus, samenvattend: een zeker pact tussen de elites en de mensen is in duigen gevallen, en nu hebben de mensen besloten het verder zelf te doen. Het is niet echt een opstand, of nog niet. Het is een ijzeren opeenvolging van koppigheden, van plotselinge zetten, van het schijnbaar negeren van het gezonde verstand, of zelfs van rationeel denken. De mensen zenden obsessief één glasheldere boodschap uit - of het nu via hun stem is of door de straat op te gaan - ze willen dat in de Geschiedenis wordt geschreven dat de elites hebben gefaald en dat ze moeten ophoepelen. Hoe heeft dit in hemelsnaam kunnen gebeuren?
Laten we beginnen met het eens zijn over wat die beruchte elites dan zijn. De arts, de universitair docent, de ondernemer, de directie van het bedrijf waarvoor we werken, de burgemeester van onze stad, advocaten, brokers, veel journalisten, veel artiesten met succes, veel priesters, veel politici, zij die deel uitmaken van bestuursraden, een goed deel van wie in het stadion op de tribune zit, iedereen die meer dan vijfhonderd boeken in huis heeft, en zo zou ik nog pagina's lang kunnen doorgaan, maar we hebben elkaar begrepen. De exacte grenzen van de categorie mogen diffuus zijn, maar onder elites verstaan we grosso modo dat soort mensen. Ze zijn met weinig (in de Verenigde Staten één op tien), ze hebben een fors deel van het geld in handen (in de Verenigde Staten hebben ze acht van de tien dollar en dit is geen grap) en ze bezetten het overgrote deel van de posten waar macht bij hoort. Samenvattend: een rijke en zeer machtige minderheid.
Als je ze van dichtbij bekijkt, blijken het voor het merendeel leden van de mensheid te zijn die veel studeren, zich inzetten op het sociale vlak, welopgevoed zijn, schoon, redelijk, en tamelijk tot zeer geleerd. Het geld dat ze ter beschikking hebben en uitgeven, hebben ze voor een deel geërfd, maar voor een ander deel verdienen ze het iedere dag door keihard te werken. Ze houden van hun land, ze geloven in de meritocratie, in cultuur en in een zeker respect voor de regels. Ze kunnen zowel links als rechts zijn. Een verbazingwekkende morele blindheid - wil ik hier toch aan toevoegen - belet ze om de onrechtvaardigheden en het geweld te zien dat het systeem in stand houdt waarin zij geloven. Zij slapen dus rustig, zij het vaak geholpen door slaappillen of andere tranquillizers.
Zeker van hun gang over de wereld leven ze in een beschermde habitat die weinig interactie heeft met de andere leden van de mensheid. De wijken waarin ze wonen, de scholen waar ze hun kinderen naartoe sturen, de sporten die ze beoefenen, de reizen die ze maken, de kleren die ze dragen, de restaurants waar ze eten: alles in hun leven maakt deel uit van een afgegrensd gebied vanwaaruit de geprivilegieerden hun gemeenschap beschermen. Hun kinderen worden in hetzelfde gebied gehouden en het indringen van nieuwe arrivés van beneden af is hoogst onwaarschijnlijk. Vanuit dit elegante natuurreservaat houden ze de wereld in de greep. Of, zou je ook kunnen zeggen, overeind. Zelfs zou je nog kunnen zeggen dat ze haar redden.
Recentelijk heeft de eerste definitie het van de andere twee gewonnen. En daar is het dat het stilzwijgende pact waarover we het hadden ineens niet meer geldig is. Dat pact zou ik als volgt omschrijven: de mensen erkennen de privileges van de elites en zelfs een soort nevelachtige onstrafbaarheid, en de elites nemen de verantwoordelijkheid op zich om een gemeenschappelijke leefruimte te bouwen en te garanderen waarin het voor iedereen beter leven is. Als je dit praktisch vertaalt, komt het neer op een gemeenschap waarin de elites werken aan een betere wereld en waarin de mensen de dokters geloven, de leraren van hun kinderen respecteren, vertrouwen hebben in de getallen van de economische experts, journalisten geloven en zelfs - voor wie wil - de priesters. Hoe je het ook wendt of keert, de westerse democratieën draaiden op hun best toen sprake was van een dergelijke gemeenschap; toen het pact hield, sterk was en resultaten produceerde.
Nu is het nieuws dat ons in grote problemen brengt het volgende: het pact is gesneuveld. Het begon een jaartje of twintig geleden te wankelen, inmiddels is het aan het verpulveren. En dit gebeurt sneller en heviger daar waar de mensen wakkerder zijn (of wanhopiger): in Italië, bijvoorbeeld. De mensen hier in Italië zitten nu in de fase waarin de dokter of de leraar van de kinderen niet eens meer wordt vertrouwd. Wat betreft de macht van onze politiek: eerst is die in handen gelegd van een superrijke die de elites haatte (een truc die later door de Amerikanen is gekopieerd), vervolgens is nog een laatste poging gedaan met Renzi, vanuit het misverstand dat Renzi niets met de elites te maken had, en op het laatst hebben de Italianen het pact direct verscheurd om zelf aan het commando te komen. Wat is het waardoor ze zo kwaad zijn?
Het eerste antwoord is makkelijk: de economische crisis. Om te beginnen hadden de elites die niet voorzien. Vervolgens hebben ze er lang over gedaan om haar toe te geven. Tot slot, toen alles al aan het instorten was, hebben ze zichzelf op het droge gebracht en de zware opofferingen die geleverd moesten worden op de schouders van de mensen gedumpt. Kunnen we zeggen, als we denken aan de crisis van 2007-2009, dat dit werkelijk is gebeurd?
Ik weet het niet met zekerheid, maar wel zeker is dat het zo is gevoeld door de mensen. Dus, toen de noodtoestand en de eerste verwarring voorbij waren, kwamen de mensen om de rekening te vereffenen, om het zo te zeggen. De mensen kwamen het afgenomen geld weer terughalen: zie het 'burgersalaris' (werkloosheidsuitkering, ABR) van de Vijf Sterren, zie het kwijtschelden van de gruwelijke en soms dodelijke naheffingen van Equitalia (belastingterreur, ABR). Daar komt geen economische politiek of toekomstvisie aan te pas: dat is gewoon terughalen wat is afgepakt.
De tweede reden is geraffineerder en tot mij drong zij pas echt door toen ik de digitale revolutie begon te bestuderen voor het schrijven van The Game(Baricco's nieuwe boek, dat in mei uitkomt bij De Bezige Bij, red.). Ik zou haar zo samenvatten: alle elektronische tools die wij dagelijks gebruiken, hebben een aantal genetische trekken die voortkomen uit een bepaalde visie op de wereld, de visie van de pioniers van de Game. Een van deze trekken is evident libertair: de macht verpulveren om hem aan iedereen te geven. Het duidelijkste voorbeeld: een computer op iedere schrijftafel van ieder lid van de mensheid zetten. En vervolgens in de zak van ieder mens plaatsen. Afgevinkt.
De enorme portee van dit ene feit moet niet worden onderschat. Vandaag zijn voor iedereen met een smartphone in de hand de volgende vier stappen binnen handbereik: toegang hebben tot alle informatie van de wereld, met iedereen kunnen communiceren, zijn eigen mening aan een enorme menigte ten beste geven en het persoonlijke schoonheidsideaal in de vorm van dingen, objecten, foto's, momenten, delen met de hele wereld. Het is belangrijk om te beseffen dat deze vier stappen in het verleden alleen aan de elites toebehoorden. Ze waren, om precies te zijn, in het verleden de gestes waar de identiteit van de elites op stoelde. In 1700, om maar iets te noemen, waren er in Italië misschien een paar honderd mensen die dit konden. In de tijden van mijn grootvader waren het misschien een paar duizend families. En vandaag? Eén op de twee Italianen heeft een Facebook-profiel, meer uitleg is overbodig.
Op die manier - dat is wat we diep tot ons moeten laten doordringen - heeft de Game dus de psychologische barrières geslecht die de hele geschiedenis van de mensheid bepalen. Mensen zijn zich nu aan het trainen om het terrein van de elites te betreden, en daarmee nemen ze de elites het monopolie af dat ze door de hele geschiedenis altijd mythologisch onaantastbaar heeft gemaakt. Op zich is die situatie al explosief, maar misschien zou er nog steeds niets gebeurd zijn als er niet nog een andere trek bestond van de Game, een trek die je een fatale imprecisie zou kunnen noemen. Want de Game heeft de macht uitgestrooid over iedereen, of althans, dat hoort tot de mogelijkheden, maar wat niet tegelijkertijd ook is verdeeld, is het geld. Er is niets in de Game dat bijdraagt aan een herverdeling van de rijkdom. Wel van de kennis, de mogelijkheden, de privileges, maar niet van de rijkdom. En de asymmetrie is evident. Daaruit kon, op de lange duur, niet anders dan een grote sociale woede voortkomen die zich inmiddels stilletjes als een enorme benzineplas heeft verspreid. Heb ik nu wel of niet al gezegd dat de economische crisis de lucifer was? De brandende lucifer, bedoel ik.
Wat daarna is gebeurd, weten we. Maar we willen het niet altijd echt weten. Ik vat het samen voor het gemak. De mensen zijn de macht met een zeker aplomb gewoon gaan halen: eigenlijk nog best ordentelijk en in rijen van twee, maar met een zelfvertrouwen en een gebrek aan eerbiedige vrees die ongekend waren. Ze hebben het zelfs gewoon gedaan door te stemmen. Door wát te stemmen!? Het tegenovergestelde van wat de elites 'suggereerden'. Op wie!? Op iedereen die geen deel uitmaakte van de elites of die door de elites werd geminacht of gehaat. Op welke ideeën dan!? Elk idee dat het tegenovergestelde was van wat de elites wilden. Simpel, maar zeer effectief.
Mag ik één onaangenaam schurend voorbeeld geven dat de situatie goed samenvat? Europa. Het idee van de Europese eenwording is overduidelijk een idee van de elites. De mensen hebben er echt niet om gevraagd door met spandoeken de straat op te gaan en leuzen te scanderen. Het was een intuïtie van enkele verlichten die zich makkelijk als volgt laat samenvatten: geschrokken van wat we er in de vorige eeuw van hebben gebakken, met twee grote supermachten hijgend in onze nek, Amerika en de Sovjet-Unie, had de Europese elite begrepen dat het slimmer was om eens op te houden met die eeuwenlange slachtpartijen en in plaats daarvan de grenzen op te heffen en een gezamenlijke politieke en economische macht te worden.
Natuurlijk was het geen makkelijk te realiseren plan. Eeuwenlang had de Europese elite gewerkt aan het creëren van nationalistische gevoelens waarop hun macht was gestoeld, zoals ook de haat voor de vreemdeling, die heel goed uitkwam als het weer op oorlog uitdraaide. En nu ineens moest dat allemaal worden afgebroken en de marsrichting radicaal worden omgelegd. Eerst waren miljoenen soldaten nodig geweest, nu ineens miljoenen vredelievenden. Mensen die bij wijze van spreken de van bloed druipende bajonet nog in de handen hadden, moesten ineens worden omgevormd tot één volk, met één munteenheid en met één vlag: niet bepaald een eitje.
Om die reden drong de Europese elite ons met onmiskenbare slinksheid een model van Europese eenwording op dat een hoog dramagehalte had: zodra de eenheid een feit zou zijn, was zij ook meteen onomkeerbaar. Ze verbrandden de schepen achter onze rug, om te voorkomen dat de mensen (of wellicht ook een paar dissidente cellen van de elites) ooit nog op de gedachte zouden komen dat je het ook weer terug kon draaien. Niemand zou meer die poging ondernemen omdat het technisch volstrekt onmogelijk was gemaakt om het te doen. En als er ondanks dit nog twijfel zou verrijzen onder de mensen, was de methode: geduld hebben.
Onlangs las ik in Le Monde diplomatique (niet bepaald een populistisch blaadje) een mooie, korte samenvatting die ik bij deze gewoon even copy-paste: 'In 1992 hebben de Denen tegen het traktaat van Maastricht gestemd: ze zijn gedwongen om terug te keren naar de stembus. In 2001 hebben de Ieren tegen het traktaat van Nice gestemd: ze zijn gedwongen om terug te keren naar de stembus. In 2005 hebben de Fransen en de Nederlanders tegen de Europese grondwet gestemd: ze kregen hem alsnog door de strot gedrukt met een andere naam, het traktaat van Lissabon. In 2008 hebben de Ieren tegen het traktaat van Lissabon gestemd: ze moesten terug naar de stembus. In 2015 heeft 61,3 procent van de Grieken tegen het bezuinigingsplan van Brussel gestemd: het is ze alsnog opgelegd.' Een indrukwekkende democratische rouwmis. Hier staat dat er geen plan B bestond. There is no alternative.
Het overduidelijke elitaire DNA van de Europese Unie werd meteen zichtbaar toen Europa inmiddels een feit was en het Europese machtssysteem zijn zetels kwam bezetten: de instituties, de regeringsorganen en zelfs de types die per land werden uitgezonden om te regeren. Een elite die wellicht ook nog best iets weet, maar die kilometers is verwijderd van de mensen, een onuitputtelijke leverancier van volmaakt onbegrijpelijke redenen en getallen, op geen enkele manier in contact met het gewone leven. Het zou zelfs kunnen dat ze inmiddels werkelijk ook dingen doen die vóór het leven van de mensen zijn, maar hun hoofdbestaansreden lijkt toch te zijn om duidelijk te maken dat de vleugel wordt bespeeld en de trap op wordt gedragen, door Ons, de elite.
En zodoende, toen het pact brak, hebben de mensen zich onmiddellijk als eerste tegen deze vleugelbespelers gericht: Europa was het meest evidente symbool, het was het target bij uitstek, onmiddellijk zichtbaar aan de horizon. Er hing een aura van onoverwinnelijkheid omheen, dat echter, zo hebben we de dag na het referendum over de brexit gezien, alleen voor de elites standhield. Voor de andere burgers van de Game was de betovering verbroken. Valt te beweren, in het licht van dit al, dat de mensen tegen Europa zijn? Nee, dat kunnen we niet echt zeggen. Ze zijn tegen dit Europa, tegen dit symbool van het primaat van de elites, dat zeker. Anti-Europees betekent vandaag meer dan wat dan ook anti-elite.
Er doet al een nieuw formulerinkje de ronde: het Europa van de volkeren. Het betekent helemaal niets, maar het betekent dit: het is niet de eenheid op zich die we willen breken, het is de eenheid die op deze manier is bedacht en wordt gerund door de elites.
Europa is maar een voorbeeld. Wat ik probeer te zeggen is dat het volmaakt zinloos is om de dingen die de mensen vandaag willen (de terugkeer naar de lire, de guillotine voor de Autostrade-maatschappij van Benetton, vrije keuze voor inenting) te interpreteren zonder de reliëfdruk te lezen van waar het allemaal eigenlijk voor staat: zich bevrijden van de elites.
Dat is het punt, en dat is waar we ons gedegen over moeten buigen, waar we goed naar moeten kijken, al vinden we het nog zo walgelijk, beangstigend of vermoeiend. Want het is op dit ene punt dat de beslissende veldslag voor onze toekomst zich afspeelt.
Het eerste wat je dan ziet is hoe de elite zich is gaan bewegen toen zij eindelijk snapte dat ze onder vuur lag. Ze is verstijfd in haar eigen zekerheden en kwam met een verklaring die alles zo snel mogelijk weer op orde zou krijgen: de mensen waren ineens totaal gaga geworden, waarschijnlijk omdat ze gemanoeuvreerd werden door een nieuwe generatie leiders zonder enig verantwoordelijkheidsgevoel, zonder enig bezwaar tegen smerig spel, handig in het zich richten tot de onderbuik van de burgers, daar waar eventuele intelligentie bestond, die handig onderuithalend.
Vage en inexacte termen als fake news, populisme, of meteen maar even doorpakkend, fascisme, werden in stelling gebracht om de boodschap zo duidelijk mogelijk over te brengen en de opstandigen zo makkelijk mogelijk te etiketteren. Op de achtergrond wordt altijd die ene zekerheid, there is no alternative, als een mantra herhaald, gekoesterd als een obsessie, opgedrongen als een profetie en een dreiging.
Geen seconde, zo lijkt het, is de elite stil blijven staan bij de vraag of ze misschien zelf ook wat fout had gedaan, zo verschrikkelijk fout dat daar de hele lawine uit voortkwam.
Had ze daar wel over nagedacht, dan was het niet zo moeilijk geweest om drie fenomenen vast te stellen die voor mij, en voor vele anderen, zonneklaar zijn.
1.
Het idee van de elite van oneindige ontwikkeling en progressie slaagt er niet in sociale rechtvaardigheid te genereren. De rijkdom wordt op een belachelijke manier gedistribueerd en vernietigt veel meer werk dan dat ze genereert. Het hart van het spel wordt cadeau gedaan aan economische machten die niet of nauwelijks controleerbaar zijn, en blijft zoals al eeuwenlang gebaseerd op een misdadige controle over de zwakke gebieden van de aarde. Daarmee wordt de aarde serieus in gevaar gebracht, vergetend dat het ons aller huis is en niet de vuilstortplaats van enkelen.
2.
De elites zijn al een tijd in de greep van een diepe verdoving, een soort hypnose, vanwaaruit ze maar één gezamenlijke gedachte produceren, die gebaseerd is op weet ik wat voor geraffineerde theorieën, maar die uitdraait op altijd weer dezelfde totempaal: there is no alternative. Het zal toch velen niet ontgaan dat ze nergens meer op reageren, dat ze gehypnotiseerd door zichzelf lijken, dat ze alle contact met het leven dat de mensen leiden zijn verloren, dat ze meer dan de helft van hun tijd besteden aan het zichzelf beschouwen en hun privileges herschikken en opnieuw inrichten. De elites zijn de geschiedenis aan het blokkeren en scheiden erfgenamen af die niet in staat zijn om iets anders te denken of te verzinnen dan de obsessies van hun vaders.
3.
Slechts één keer in de afgelopen vijftig jaar hebben de elites per ongeluk een alternatieve gedachte gegenereerd. Dit was omdat een paar tegendenkers ze zijn ontglipt, bijna allemaal technici, uit wier ketterij de digitale opstand werd geboren. Bevroren in hun verdoving hebben de elites dat te laat geregistreerd, waardoor de digitale opstand aanvankelijk werd afgedaan als een tamelijk platte commerciële truc, en klaar waren ze er weer mee. Het was geen commerciële truc, het was een revolutie die draaide om het elimineren van precies hen, de elites van de vorige eeuw, om ze te vervangen door een nieuwe elite, een nieuwe intelligentie, ja zelfs een nieuwe moraal. Ze hebben er helemaal niets van gesnapt en dit betekent dat de Game rustig kon groeien in de plooien van hun macht, ze langzaam maar zeker kon delegitimeren, ze kon uitleveren aan de mensen op het moment dat ze de kracht niet meer hadden om zich te verdedigen. Terwijl deze enorme opstand stilletjes gaande was, is de enige briljante gedachte van de elites geweest om de Game te gebruiken om geld te vermeerderen. Of ze nu de relikwieën van de vorige eeuw verkochten of start-ups financierden, ze hebben ijverig kaartjes verkocht om toeschouwer te mogen zijn van het spektakel van hun eigen doodvonnis. Een vreemde manier om de Geschiedenis het hoofd te bieden.
Je maakt zulke fouten en vervolgens denk je dat je hen die op je deur komen kloppen om de stekker eruit te trekken kunt afdoen als 'fascisten'?
Net zo interessant is het om te bekijken hoe de mensen zich hebben bewogen vanaf het moment dat ze het pact verpulverden omdat ze het verder zelf afkonden. Potentieel hadden ze een soort nieuwe, immense horizon voor zich, maar ze zijn gestokt bij de eerste stap, die van de pure en simpele afrekening. De dromen zijn verschoven naar verderop in het verhaal; het enige wat nu telt is het botvieren van de boosheid. Niet in staat tot het verzinnen van een toekomst, wordt het verleden onophoudelijk uit de mottenballen gehaald.
Er is gekozen voor leiders die garant staan voor een dagelijkse wraak in de permanente achteruitversnelling: dat is het enige wat ze kunnen. Ze zijn gewoon niet in staat om zich iets anders, méér, voor te stellen, alle aandacht gaat naar het corrigeren van wat al bestaat: de erfenis van de elites. En vaak lukt ook dat niet, omdat ze incompetent zijn, niet voorbereid op regeren, op de plotselinge ontdekking van de eigen grenzen en van het feit dat de vijand, het systeem, verdomd complex in elkaar zit. Ze hervinden de moed in een soort brute tone of voice die eigenlijk hun enige echt onderscheidende kracht is. Een mengeling van directheid, agressiviteit, de schreeuw van de marktkoopman en de reclameslogans.
De mensen vinden dit geruststellend en hebben het overgenomen als een manier van denken. Ze snappen het, ze zien er een soort elementaire intelligentie in die eindelijk de geraffineerde, onbegrijpelijke sofismen van de elites vervangt. Eindelijk een heldere beweging van mannen die recht op het doel af gaan, die oude trucs en hypocrisieën ontmaskeren. De verheerlijking van deze manier van denken - geloof me, het is noodzakelijk om dit te begrijpen - is het wapen waarmee de mensen vandaag de agressiefste coup tegen de elites plegen. Het is de ware stormram waarmee de defensieve muur van de elites omver wordt gebeukt. Als díe manier van de wereld lezen het wint, zijn de elites voor altijd verslagen. Finita la pacchia('Luilekkerland is voorbij', een beroemde slogan van vicepremier Matteo Salvini die slaat op de bootvluchtelingen uit Afrika, ABR).
Het punt dat voor mij, zoals voor zovele anderen, zonneklaar is, is dat een dergelijke overwinning een vernietigende prijs heeft: niet voor de elites, want nou én, maar voor iedereen.
Want de mythe van een directe, maagdelijke benadering van alle fenomenen als antwoord op de ingewikkelde, decadente, en ook een beetje narcistische tred van de hoger ontwikkelde gedachte, is een fantastische creatuur waar we eeuwen en eeuwen over hebben gedaan om haar te ontmaskeren. Haar nu weer tot leven roepen is voor geestelijk zwakzinnigen.
We hebben al heel lang begrepen dat het beter is om veel, zo veel mogelijk, van iets te weten voordat je eraan gaat morrelen, dat het beter is om zo veel mogelijk mensen te kennen als je jezelf wilt leren kennen, dat het beter is om de gevoelens van anderen te delen om onze eigen gevoelens te kunnen beheren, dat het beter is om veel woorden ter beschikking te hebben in plaats van weinig omdat uiteindelijk wint wie het meeste weet. En er is een begrip, een definitie, van deze manier van ons verdedigen tegen de wrede hardheid van de realiteit dankzij het geduldige en geraffineerde gebruik van onze intelligentie en ons collectieve geheugen: cultuur.
Dit vervangen door de heldere eenvoud van een elementair uitgedrukte gedachte, een boerenslimheid, is vrijwillig naar de slachtbank gaan. Ik wil duidelijk zijn: iedere keer dat we ons tevreden stellen, of zelfs enthousiast zijn, over bepaalde simpele ordewoorden of slogans, verbranden we jaren van gemeenschappelijke groei waarin is geïnvesteerd in het ons niet laten verneuken door de op het eerste gezicht zo makkelijke simpelheid der dingen. En met 'wij' bedoel ik niet ons elites, maar ons allen. We veroordelen onszelf tot enorme misverstanden en een tragische ondergang. Gewoon maar even een voorbeeld uit de losse pols: het beschouwen van de logische verplaatsing van een redelijk bescheiden aantal mensen uit delen van de wereld die wij hebben uitgeknepen en nog steeds bij de ballen houden als een ontzaglijke bedreiging voor onze staat van zijn en welvaart. Dat soort dingen. Koeien van onzin. Wat ik dus zie, wat mij zo overduidelijk lijkt, is dat de mensen iedere dag wakker worden met de missie om het fort van de elites te bestormen; en hoe meer ze het doen, en hoe meer ze winnen, hoe meer ze zichzelf beschadigen.
Zodoende gaan we door donkere tijden, en wij zijn als de aarde waar plunderende legers overheen trekken. Niemand lijkt in staat om te winnen, dus het is moeilijk om een einde in zicht te krijgen. Iedere dag die voorbijgaat wordt de proviand minder: de kracht, de schoonheid, het respect, de menselijkheid, en zelfs het humorisme. Deze tijden zijn al eerder voorgevallen in de geschiedenis van de mensheid, maar wij, die echt niet dachten dat het ons deel zou worden, vragen ons af of het nu werkelijk noodzakelijk is dat wíj dit moment moeten beleven? Is er echt niet iets wat we kunnen doen om de slopende traagheid van deze totale ontmanteling van alles te keren?
Wat mij betreft dit: toegeven dat de mensen gelijk hebben. Het contact met de realiteit herstellen en de enorme puinzooi die we ervan hebben gemaakt onder ogen zien. Onmiddellijk aan de slag gaan om de rijkdom beter, gelijker te verdelen. Sociale rechtvaardigheid weer als het hoofdpunt zien dat het ooit was en is. Inderdaad de stekker uit de oude elites van de vorige eeuw trekken en ons toevertrouwen aan de intelligenties die in de schaduw van de Game zijn gegroeid. De begrippen vooruitgang en ontwikkeling eens helemaal opnieuw definiëren, want de huidige betekenis heeft ons vergiftigd.
De intelligenties bevrijden die in staat zijn om ons buiten de ijzeren rails van 'there is no alternative' te leiden. Ophouden met de politiek het waanzinnige, overdreven, onterechte belang toe te kennen dat we nu doen. Ons geluk komt niet via de politiek. Het vertrouwen herstellen in hen die dingen echt weten, want die zijn er. De getallen, criteria en meetmethodes waarin we de wereld nu uitdrukken in de prullenmand smijten (voorop dat absurde bruto nationaal product) en nieuwe criteria en meetmethodes opstellen die de ware realiteit van onze levens weergeven.
Onmiddellijk het vertrouwen in de cultuur herstellen, allemaal samen, en groots investeren in scholing, altijd, altijd. Niet ophouden met boeken lezen, allemaal, net zo lang tot het beeld van een boot afgeladen met vluchtelingen zonder haven ons allemaal over onze nek zal doen gaan.
De Game betreden, zonder angst, opdat al onze neigingen, ook de meest persoonlijke, ook de meest fragiele, zullen bijdragen aan de koers van de hele wereld. Gebruik de Game, als een enorme kans tot verandering in plaats van als een alibi om ons in onze bibliotheken te verschansen of nog grotere economische verschillen te creëren.
Alle muren die we te snel naar beneden hebben gehaald opnieuw optrekken; ze onmiddellijk weer aan stukken slaan zodra iedereen in staat is om zonder muren te leven. De snellen voor laten gaan om onze toekomst te creëren, maar op voorwaarde dat ze iedere avond aan tafel zitten met de langzamen, om te beseffen wat het heden is. Vrede sluiten met onszelf, waarschijnlijk omdat je niet goed kunt leven in minachting en wrok.
Ademhalen. Af en toe alle elektronica uit doen. Wandelen. Ophouden met het spook van het fascisme voortdurend rond te wapperen en te misbruiken. Groots denken. Denken.
Niets van dit al is onmogelijk, als je er goed over nadenkt. Het gaat om het vinden van de wilskracht, het geduld en de moed.
0 notes
Text
Het is klasse, suffie, niet identiteit! Hector Reban, 22/08/2018, Ravage Webzine
Het is klasse, suffie, niet identiteit! Hector Reban, 22/08/2018, Ravage Webzine
Engelen heeft zonder meer gelijk als hij stelt dat culturele emancipatie zonder sociaaleconomische herverdeling alleen maar leidt tot schermutselingen tussen de onderste sociaaleconomische groepen onderling. Problematisch is dat vrije en gelijke toegang tot economische bronnen discriminatie op niet-materieel vlak, bijvoorbeeld sociale uitsluiting, niet uitsluit. Daar is meer voor nodig.
Misschien…
View On WordPress
0 notes
Text
Tweede feministische golf
Tweede feministische golf is de brede heropleving van het feminisme, ook wel vrouwenbeweging, in de jaren zestig, zeventig en tachtig van de twintigste eeuw. Tijdens de Eerste feministische golf, aan het eind van de negentiende eeuw werd vooral gestreden voor het recht van vrouwen op deelname aan hoger onderwijs en openbaar bestuur (actief en passief kiesrecht). De tweede feministische golf startte rond het thema recht op betaald werk en deelname aan het maatschappelijke leven maar breidde zich snel uit tot een krachtige brede beweging met vele thema's. Geschiedenis
In de Verenigde Staten wordt het boek The Feminine Mystique uit 1963 van Betty Friedan algemeen als aanjager in de tweede feministische golf beschouwd. Friedan beschreef de structurele frustratie over het nieuwe huisvrouwenbestaan van vrouwen: zij werden geacht voldoening te halen uit de prestaties van man en kinderen. Friedan verwondert zich er over dat vrouwen hier zelf aan meededen en analyseert maatschappelijke mechanismen die daartoe aanzetten. Friedans conclusie was dat vrouwen alleen gelukkig kunnen worden als ze een eigen identiteit ontwikkelen. Hierop ontving Friedan zóveel brieven, dat ze actief ging deelnemen aan de prille Women's Liberation Movement en de National Organisation of Women (NOW) oprichtte.
In Europa beschouwt men het boek Le deuxième sexe van de Franse filosofe Simone de Beauvoir uit 1948 als aanzet; het duurde echter ruim 15 jaar voordat dit werk in het Nederlands vertaald werd en het feministisch rumoer uitbrak.
In Nederland schreef Joke Smit in 1967 het artikel Het onbehagen bij de vrouw over de Beauvoirs studie in het literaire tijdschrift De Gids. Smit zei daarin over haar onvrede met de maatschappelijke positie van vrouwen: 'Ik kan alleen maar hopen dat sommige vrouwen mijn onbehagen delen en dat een grotere groep het op den duur zal gaan delen.' Naar aanleiding van de vele instemmende reacties op het artikel, richtte Smit met Hedy d'Ancona en anderen in oktober 1968 het platform Man Vrouw Maatschappij (MVM) op. Smit was overtuigd van het nut van beleidsbeïnvloeding en vond dat vrouwen een actieve rol moesten gaan spelen in maatschappelijke instituties.
Archieven van personen en organisaties uit de Tweede feministische golf zijn te vinden in de collectie Internationaal Archief voor de Vrouwenbeweging (IAV) in Atria, kennisinstituut voor emancipatie en vrouwengeschiedenis te Amsterdam.
Doelen in de Tweede feministische golf waren onder meer:
doorbreking van het huisvrouwensyndroom volgens analyses van Friedan
economische zelfstandigheid
herverdeling van zorgverantwoordelijkheden
herverdeling van huishoudelijke taken
deelname van vrouwen aan betaalde arbeid
deelname van vrouwen aan het hoger onderwijs
deelname aan openbaar bestuur en politiek
een gelijkwaardige positie in de maatschappij
seksuele bevrijding
uitbannen van vrouwenmishandeling
uitbannen van seksueel geweld tegen vrouwen
opheffen van eenzijdigheid van weergave in media, waaronder pornografie
erkenning van prostitutie als vak, bescherming van prostituees
MVM vroeg onder meer aandacht voor gelijke kansen in het onderwijs en voerde actie voor het bestrijden van sekse-stereotype beperkingen. Meisjes moesten bewust kunnen kiezen voor een vervolgopleiding, los van het traditionele verwachtingspatroon waardoor ze steeds in dezelfde 'vrouwenberoepen' terechtkwamen.
Richtingen
Er bestonden talloze verschillende denkrichtingen, analyses en methoden om de gestelde doelen te bereiken waarbij scheidslijnen niet precies zijn vast te leggen. Een bekende tweedeling is die in emancipatiebeweging en feministische beweging. De eerste koos voor een weg door de instituties en gebruikte bekende vaste organisatiestructuren, de tweede nam een onafhankelijke, autonome route in losse, vaak naar anarchistische principes geordende initiatieven en groepen. Vrouwen en groepen uit de tweede richting omschrijven zichzelf wel als "radicaal" en/of "anarcha" of worden door anderen met deze titels beschreven. Wat betreft de te bereiken doelen waren beide richtingen objectief als radicaal te beschouwen - beide streefden een nieuwe inrichting van de maatschappij na die alleen met ingrijpende veranderingen te bereiken was
Groepen en organisaties
Het platform MVM zou een belangrijke rol spelen in de emancipatiebeweging van de jaren zeventig en tachtig. Ze was bakermat van een groot aantal emancipatoire en feministische initiatieven en broedplaats voor politici en bestuurders die vrouwenemancipatie nastreefden. Voorts functioneerde MVM op talloze gebieden als schakel tussen feministische actiegroepen, instellingen en andere initiatieven 'aan de basis', en Nederlandse instituten zoals vakbonden, SER, hogescholen en universiteiten en organen van het Nederlands openbaar bestuur.
De eerste groep die zich uit MVM ontwikkelde was Dolle Mina. Een groep studenten in Amsterdam beschouwde Man Vrouw Maatschappij als te reformistisch en richtte in 1970 de feministische actiegroep Dolle Mina op naar aanleiding van de Maagdenhuisbezetting in de zomer van 1969. Dolle Mina werd opgericht door student theoretische fysica en later niet-westerse sociologie Michael Korzec, studente cultureel antropologie Dunya Verwey, student medicijnen en psychiatrie Alex Korzec en zijn vriendin Rita Hendriks. Andere Dolle Mina's van het eerste uur waren onder meer geschiedenisstudente Selma Leydesdorff, studente wiskunde en later niet-westerse sociologie Claudette van Trikt, Anne Marie Philippens en haar man Huub Philippens, de tekenares Nel van Kooten en studente scheikunde Nora Rozenbroek. Dolle Mina breidde zich razendsnel over Nederland uit en in de eerste twee jaar organiseerden Dolle Mina-groepen bijna wekelijks acties of vergaderingen door het hele land.
Uit en naast Dolle Mina ontstonden nieuwe groepen die zich op aparte thema's richtten. Wij Vrouwen Eisen, Paarse September, De Bonte Was, Lesbian Nation, Cinemien, De Vrouwenkrant, FemSoc, Feministische Oefengroepen Radikale Therapie, Vrouwen tegen Verkrachting, VOS-groepen. Dolle Mina als actiegroep verdween naar de achtergrond. Reeds bestaande groepen als de Nederlandse Vrouwen Bond werd nieuw leven ingeblazen, er werd jaarlijks in de openlucht een Vrouwenfestival georganiseerd en uit discussies en congressen ontstonden nieuwe actiegroepen als Vrouwen tegen seksueel geweld en de Strijdijzers.
Op verzoek van onder andere Man Vrouw Maatschappij (MVM) riep de Nederlandse regering in 1974 een Nationaal Comité Internationaal Jaar van de Vrouw 1975 in het leven om voorbereidingen te treffen voor de Nederlandse deelname aan dit speciale VN-jaar. Het grootste deel van de werkzaamheden die het comité in 1975 verrichtte bestond uit het geven van subsidies aan organisaties en groepen die aan de basis van onze samenleving activiteiten ontwikkelden. Het comité gaf ook opdracht tot een aantal speciale activiteiten en nam diverse initiatieven. Onder redactie van onder anderen Ageeth Scherphuis en Anja Meulenbelt verscheen een informatieblad Zijwijzer. De hoofdthema's van de vier nummers waren 'Wat denkt u van het jaar?', Solidariteit, De Huisvrouw en Activiteiten tot Emancipatie. Toen de VN het Jaar van de Vrouw presenteerden, ondernamen vele anderen vrouwen actie onder de leus "Geen Jaar, maar een Leven voor de Vrouw".
Kenmerkende principes en methoden
Kenmerkend voor de feministische denk- en handelwijze in de Nederlandse tweede feministische golf was de onafhankelijke doe- en daadkracht van de verschillende groepen. Er werd niet alleen gedemonstreerd, vergaderd, gesproken, gelezen, geanalyseerd, geschreven en gepubliceerd, maar feministen begonnen talloze strijdorganisaties, waar ondersteuning aan vrouwen als onderdeel van de strijd werd geboden, of zaken werden geproduceerd die reguliere bedrijven niet boden. De emancipatiebeweging richtte zich in de regel op bestaande instanties en daar golden (vrouwenonderdrukkende) regels. Feministen organiseerden zich meestal buiten bestaande instituties in autonome organisaties. Ze kraakten of huurden panden en namen ze in gebruik als Vrouwenhuis, waar emancipatie- en feministische groepen onderdak kregen, als Blijf van m'n Lijf, waar mishandelde vrouwen naartoe konden, als vrouwenboekhandel, feministische uitgeverij, vrouwencafé, vrouwendrukkerij of Meidenwegloophuis. Ze richtten Cinemien op, Vrouwen tegen Verkrachting, de Vrouwenradio, Moedermavo, Mama Cash en het Proefprocessenfonds Rechtenvrouw[6]. Zo bood de feministische beweging vrouwen een directe en reële mogelijkheid uit een (bedreigende) persoonlijke situatie te stappen, feministische / emancipatorische veranderingen in haar eigen leven door te voeren, of te lezen en horen over feministische ideeën. Veel van deze organisaties bestaan in een of andere vorm nog steeds. De jaarlijkse demonstratie Vrouwen eisen de nacht terug die in 1976 op initiatief van VTSG Amsterdam werd georganiseerd, bestaat ook nog steeds, ook in andere steden.
Er werden ook weleens bestaande juridische regels overtreden, een handelwijze die berustte op het toen in de belangstelling staande principe van "burgerlijke ongehoorzaamheid": burgers mogen onder bijzondere omstandigheden in opstand komen tegen de staat of weigeren overheidsmaatregelen uit te voeren, ook als dat in strijd komt met geldend recht.
Een ander kenmerk van emancipatoire en feministische groepen was, dat de medewerksters zo veel mogelijk anoniem bleven. Ter bescherming tegen direct persoonlijk geweld of tegen justitie, maar ook om uit het onderdrukkende patroon te stappen dat weinig mensen aandacht krijgen en in de geschiedenisboeken worden herinnerd, en het werk door velen wordt gedaan.
Een dergelijke uitgebreide, krachtige, ondernemende en rijkgeschakeerde veranderingsbeweging had en heeft Nederland niet eerder gekend.
In België wordt de 'Tweede feministische golf' vooral gekenmerkt door het massale succes van de "traditionele" vrouwenbewegingen (KAV, SVV, KVLV).
Raakvlakken en toekomst
De Tweede feministische golf viel samen met andere emancipatiebewegingen als de homobeweging, de kraakbeweging, en (vooral in de VS) de antiracismebeweging. Halverwege de jaren negentig ontstond een Derde feministische golf.
Leuzen
"Baas in eigen buik" (Dolle Mina, Wij Vrouwen Eisen, 1970-1980)
"Het persoonlijke is politiek" (Man-Vrouw-Maatschappij, vrouwenbeweging, 1971-1982)
"Hé zus, ze houden ons eronder" Joke Smit, strijdlied
"Marie wordt wijzer". (Man Vrouw Maatschappij, 1971-1986)
"Blijf van m'n Lijf" (Dolle Mina, Wij Vrouwen Eisen, 1970-1980)
"De vrouw beslist", Wij Vrouwen Eisen
"Schat, staat de Bokma koud? Ja en je eten ook" (Blijf van m'n Lijf)
"Vrouwen die fluiten verdienen hun eigen duiten" (variant op "vrouwen die fluiten hebben een man met duiten")
"Als een meisje nee zegt, bedoelt ze nee" (Vrouwen tegen Seksueel Geweld, Amsterdam, 1976- )
"Liever Lesbisch" Lesbian Nation
"Een beetje vent strijkt zijn eigen overhemd" (Nederlandse overheidscampagne in de jaren 80).
1 note
·
View note