#donkere materie
Explore tagged Tumblr posts
Note
LOOOK AT THESE BIG HECKIN DONKERS, HE MOST LIKELY HAD TO HAVE DONE SOMETHING SO THAT THING WOULDN’T BE THUNKING ON THE GROUND MAKING HUGE STOMPING SOUNDS.
DOES HE HAVE OTHER PAIR FOR STEALTH OR SOMETHING???
They are clunky, however it wasn’t my intention to draw them exactly to scale in that particular drawing, so I wouldn't recommend taking those proportions too seriously
He does not have another pair, the boots aren't much of a liability when it comes to stealth because they have some sort of weight adjustment. They're also mostly hollow, I think. If you’ve ever played Portal 2, I imagine their internal structure is similar to those bots’ feet and legs. But maybe I’ll add some sort of rubber padding at the bottom idk. I haven't broken down the boots' exact structure or materials because I honestly don't think I need to and I haven’t felt the inclination to try ¯\_(ツ)_/¯ so uh just trust me bro
I addressed the boots' function and properties in more detail in this ask and I think I talked about them in another older one but I can't find it
10 notes
·
View notes
Text
HUT IN HET BOS ALS WIJKPLAATS IN DE NATUUR
Een wondere wereld is het, die ik binnenga in Museum Galerie Heerenveen, op dit moment. Een mysterieus bos betreed ik, een magisch woud. Maar is het wel een boomgaard dat ik zie, een veld met oprijzend gewas. Ik kijk in de donkerte van de duisternis, de nachtelijke uren waarin de betovering van het onzichtbare op een hoogtepunt is. Want er is niets te zien achter de stakerige boomstammen, zo zolang het niet wordt aangelicht. Zo zolang er geen lichtpunt is die de omgeving waarneembaar maakt. Rob Regeer ontsteekt daarom een licht op dat schijnt vanuit een verborgen bron in zijn donkere werken. Is dit het heldere licht van een volle maan of de jager met zaklamp op zoek naar een prooi, jongelui die gedropt zijn en verbeten een uitweg zoeken. Het geeft althans een onwerkelijke sfeer, zet een surrealistische werkelijkheid.
In dat decor spelen oranje stippen een bijrol waar een eenzaam huis de dubieuze hoofdrol krijgt toegeschreven. Die oplichtende punten lijken vuurvliegjes, die het licht van de dag aten om het uit te spuwen in de nacht. Het daglicht klinkt zo door in de nachtelijke duisternis. Yin en yang. Maar het blijken geen puntjes te zijn, maar putjes in de compositie. Wie het werk tot op armlengte nadert ontdekt dat de schildering eigenlijk een reliëf is. De materie ligt dik op het doek. De stammen verheffen zich waarin de putjes verf zich verlagen. De vuurvliegjes blijken kleine klankschalen. Het licht echoot zo geluidloos door het bomenbos.
Die hoogdruk in de verflaag geeft de sfeer een werkelijk voelbare diepte. Het is geen geschilderd perspectief, maar een opgelegde tastbare derde dimensie. Regeer laat overigens geen vergezicht zien, de omgeving is plat tweedimensionaal weergegeven. Er is geen doorkijk naar een einder. Maar door te werken in beeldverhoging en met zichtverlaging wordt een natuurlijke ruimte gecreëerd. Een vierde dimensie is gemaakt door kleurspeling en lichtverhouding. In deze ruimte komt alles samen, voert het gevoel de boventoon. Is de werkelijkheid abstract, versimpeld de realiteit. In de derde worden vragen gesteld die in de vierde dimensie lijken beantwoord.
Regeer maakt niet zomaar ondefinieerbare platen van de realiteit. De kunstenaar wil mijn verbeelding prikkelen door ongerijmde voorstellingen te maken. Mij op een verkeerd been zetten zodat ik ga nadenken over wat ik zie. Mij ga bezinnen op de actualiteit. Maar eerlijk gezegd zie ik het wereldnieuws en de huidige problemen in het ecosysteem niet terug in zijn betrekkelijke schoonheid. De hut in het bos schept vooral een unheimisch gevoel, maar misschien is dat juist ook wel het moment van bezinnen. Nadenken over hoe leeg en onwerkelijk de werkelijkheid straks zal zijn, wanneer wij niets doen aan de afbraak van de natuur door ons toedoen. Want het bos van Regeer is ontbladerd, zelfs kijk ik wel dwars door stammen heen. De afbraak heeft hij in zijn schilderijen ingezet. En daarin huist de mens in een gezellig aangelichte sfeer in een huisje midden in het bos. Als een Bijbelse Noach, van God verlaten maar toch zo dicht bij het antwoord op de vraag.
Regeer verheerlijkt deze verlatenheid door de intieme toevlucht, het huiselijke asiel, meermalen in 24-delig tableau te plaatsen. Voortdurend hetzelfde huis van onder gezien, in een gewijzigde kleurstelling en een helder tot duister licht. De aldoor veranderende weersomstandigheid ter plaatse. Een eenvoudige opzet die zich telkens herhaalt, een weerklinkende sfeer. Diezelfde optrek komt terug in andere hoedanigheid met een meer uitgewerkte omgeving. Maar aldoor blijft het vreemde en vage gevoel. Het is wel een wijkplaats, maar je weet niet wat je kunt verwachten van de inhoud. Wat daarbinnen achter dat verlichte venster zich afspeelt blijft de vraag. Zo stelt Regeer in zijn werk vragen die onbeantwoord blijven. De oplossing moet ik zelf aangeven. Zo zoals dat meestal werkt in en door een kunstwerk. De beschouwer geeft bescheid.
Een apart onderdeel in deze opstelling bij Museum Galerie Heerenveen is het plateau met ruimtelijke bouwwerken in MDF. Op klein formaat zijn deze huizen modellen van hutten en kappellen. Onderkomens belangrijk in de omgeving van Kellerjoch in Oostenrijk. Voor Regeer ter inspiratie een geliefde plek. In de bergen en door de bossen. Om de sfeer raak te treffen was het voor hem niet genoeg enkel de omgeving weer te geven op het geschilderde vlak, maar wilde hij ook de ruimte in. Daarvan is het dorp de weerslag. Zijn dorp, het Regeer. Aldus wordt de bezoeker van deze kunstruimte de wereld van Rob Regeer in getrokken. Ervaart de schoonheid die niet schijnt te kloppen. De verbeelding krijgt er de ruimte zich te uiten. Het werk ontroerd op een onbestemde manier. Het past esthetisch juist, maar achter die luister klinkt een duister geluid. Het gebeelde mysterie is onheilspellend.
Expositie “Into the Woods”. Schilderijen en ruimtelijk werk van Rob Regeer bij Museum Galerie Heerenveen (MUGA), Minckelersstraat 11 in Heerenveen. 24 maart tot en met 5 mei 2024.
#Museum Galerie Heerenveen#MUGA#Museum Heerenveen#Rob Regeer#into the woods#schilderijen#tentoonstelling#beschouwing
2 notes
·
View notes
Link
0 notes
Link
0 notes
Text
Ik beken ik heb geleefd
De telefoon is kwijt. Eerst vond ik dat een probleem. Niet omdat ik veel bel, maar omdat het slecht is voor mijn basisstructuur. Als je bijna niets hebt, is iedere oplossing in de materie van Een Spul een mogelijk ontregelende aangelegenheid.
Tot ik me bedacht dat de mensen meestal geen telefoon hadden. Het is een betrekkelijk jonge uitvinding. Voorts denk ik dat de telefoon ook een martelinstrument is. Niet zozeer bedoeld voor serieuze pogingen tot communicatie, maar eerder een werktuig voor manipulatie en betekenisloze geluidenuitwisseling.
(Beeldschermverslaving wordt Het Nieuwe Ding van de toekomst.)
Dus besloot ik dat het goed, juist en voortreffelijk is dat mijn telefoon (een kinder-Samsung) is geabsorbeerd door de donkere materie. Doe ze de groeten. En hou op met die aanstellerige geluiden. Het is al erg genoeg.
Je wint waar je verliest. Ik heb mijn archief weer, nadat ik 5 jaar geleden heivers (huiswaarts) ging wandelen, en in Venray arriveerde, maar dan zonder benen.
En er staan hier allemaal foto’s en schilderijen. Die vonden ook al dat ze lang genoeg in Amsterdam hadden rondgehangen. Afgelopen week bracht de A2 ze naar Limburg. Ook Egg with no evil, van totaalwezen Hans Verhagen, is weer bij me. Het paneel hangt boven het bed. Er staat ook een geisha op afgebeeld. Ik ben nooit meer alleen.
In mijn archief vond ik een foto van de boerderij waar ik opgroeide. Die maakte ik toen ik 17 was. Ergens rond die datum schreef ik in mijn dagboek: “Het leven dient bestormd te worden.”
0 notes
Text
Massa In relativistiese meganika, me. relativisties, die massa van 'n liggaam in beweging, wat saamval met die massa van dieselfde liggaam in rus (m. van rus of rus) slegs as die spoed klein is in vergelyking met dié van lig; hulle word ook deur 'n m onderskei. dwars en 'n m. longitudinaal, wat die verband uitdruk tussen die krag wat op 'n liggaam inwerk en die versnellings normaal en, onderskeidelik, tangensiaal aan sy trajek (die transversale massa val saam met die relativistiese massa); vir 'n meerliggaamstelsel, m. onveranderlik, dit wat, op grond van die beginsel van ekwivalensie tussen massa en energie, ooreenstem met die totale energie van die sisteem in die verwysingspunt van rus van sy barysentrum. In deeltjiefisika, me. effektief, dit (wat ook negatief kan wees) wat vervang moet word deur die suiwer materiaalmassa of, in ander gevalle, wat hierby gevoeg moet word om die dinamiese toestand van 'n deeltjie wat onderhewig is aan ander interaksies behalwe traagheid en gravitasie volledig uit te druk ene; in die besonder, m. rooster effektief, die een wat oorweeg moet word vir 'n deeltjie in beweging in 'n kristallyne rooster (byvoorbeeld 'n geleidingselektron), wat onderhewig is aan verskeie tipes interaksies met die rooster; insgelyks, m. effektiewe elektromagnetiese straling, die een wat oorweeg moet word vir 'n elektries gelaaide deeltjie wat in 'n elektromagnetiese veld beweeg om die tweede wet van dinamika geldig te hou (in werklikheid het die deeltjie 'n verdere weerstand teen versnelling as gevolg van die feit dat dit elektromagnetiese straling uitstraal ). b. In atoom- en kernfisika, me. atoommassa van 'n element, die rusmassa van 'n atoom van daardie element, waarvan die maateenheid, eenheid van m. atoom (simbool: u), word gedefinieer as die twaalfde deel van die massa van die volopste natuurlike isotoop van koolstof (dws 12C); aantal m. van 'n nuklied, die heelgetal wat die naaste aan sy atoommassa kom, en wat saamval met die totale aantal nukleone (protone en neutrone) waaruit die kern bestaan; m. krities, in kernkettingreaksies, die minimum hoeveelheid splytbare materiaal wat, vir 'n gegewe konfigurasie van die stelsel, die reaksie laat voortduur totdat die brandstof uitgeput is. c. In astrofisika, me. missing (engl. ontbrekende massa), die tot dusver onwaargeneemde gedeelte van die totale massa van die heelal, ook genoem donker materie, waarvan die bestaan veronderstel word op grond van die oorweging dat in sommige sterrestelsels die gravitasie-aantrekkingskrag van die sigbare massa nie voldoende om die dinamiese stabiliteit te regverdig. d. M. elektries, 'n ander denominasie, tans min gebruik, van die elektriese lading; m. magnetiese, ligging waarmee dit in die verlede gebruik is om die magnetiese pool aan te dui. 5. In elektriese ingenieurswese is die term dikwels sinoniem. aarde: verbind met aarde, dieselfde as aarding (sien aarde, n. 4 c).
0 notes
Photo
Concept art for Super Mario Odyssey, depicting Mario taking an elevator with a New Donker and two Goomba businessmen in the Metro Kingdom, found in the Art of Super Mario Odyssey book.
Note that there is a Chargin Chuck outside the window; their appearance in this kingdom was removed very late in development as materials from E3 2017 show “Chargin’ Chuck” written on the world map in the Metro Kingdom. This suggests that Goomba businessmen could have made it past the concept stage, but were taken out during development, as well. Main Blog | Twitter | Patreon | Source: scan provided by twitter.com users “OtherEhm” and “eientei__”
3K notes
·
View notes
Text
so there’s a lot of differences between fever’s american translation and european one and i don’t know why.
firstly, before there’s even actual gameplay, there’s a difference in title. aside from the obvious rhythm heaven being rhythm paradise thing (which i don’t understand, though i’m guessing it’s just because of religious beliefs or something? god who’d’ve thunk i’d end up talking about religion on a rhythm heaven blog-), instead of being called rhythm paradise fever or something like that, the game is called keep the beat rhythm paradise and i have no idea why. i guess they probably took more from the japanese name then the english one.
the majority of differences are just in the games’ descriptions and ratings. every game has a different description, a lot of them have different headings for the ratings, and different rating dialogue, the easiest rating dialogue change to show being in the remixes.
“that... could have been better” (the try again dialogue) is instead “keep working on your rhythm!”, “eh. good enough” (the ok dialogue) is “good try), and “that was great! really great!” (superb) is instead “you had really great rhythm!”. i don’t know why but they changed it for every game, and “good try” also replaces “eh. good enough” in every instance.
and then we get to the biggest difference: the cast. while i feel like they at least somewhat communicated with the people doing the american translation for stuff related to the actual rhythm games, i don’t think they did as far as the cast goes because basically every actual name (that isn’t just “monkey” or something) is different. like:
see and saw are instead mr. see and mr. saw.
a boy and his crush are instead romeo and julia. the weasels are also ferrets for some reason (i guess ferrets must just be more common in european regions?).
baxter and forthington are instead quick and slow (therefore getting rid of the pun of back and forth).
i read somewhere (more specifically on reddit) that the wandering samurai's apparently called samurai steve in the european version but i have no idea if that's true. kind of funny if it is though-
the huebirds of happiness are just huebirds (as far as i’m aware there’s no “the” before their name in the cast, unlike in the american version).
uh... these guys? are instead called the donkers and honestly this is the dumbest change to me, donk-donk's really fucking weird but they didn't even give them a funny name???
the library school pep squad are instead the cheer readers. this name was actually also used in cheer readers' rhythm item in megamix, in the AMERICAN-ENGLISH version. i think they must’ve just forgotten to re-translate megamix beyond the name change.
the change that's weirdest to me is the fact that they changed marshall to matt. it's so unnecessary, plus they didn't even change miss ribbon and cam's names at all so???
so basically they just re-translated the entire game. for no reason whatsoever. it’s not even like this is just a thing with rhythm heaven or anything because as far as i’m aware, in, say, ds, the only change is changing space soccer’s name to space football, and megamix released in european regions first and i don’t think they re-translated it for america beyond changing rhythm paradise to rhythm heaven.
additionally the european (or at least australian?) version has the ability to change the audio language to japanese. i guess that’s part of what they did with the six month wait between releases-
oh also if you’re wondering “but what about reading material?”: that’s all changed too. some of it’s just slight changes like changing rhythm heaven fever to keep the beat rhythm paradise but most of it’s pretty different from what i remember (meaning that there’s probably ~lore inconsistencies~).
#puppy rambles#fever#see-saw#double date#air rally#samurai slice#flock step#donk-donk#cheer readers#megamix#space soccer#do i have any reason to know this? no#do i still know this? yes#i'm mostly just annoyed about the megamix thing#THEY'RE THE LIBRARY SCHOOL PEP SQUAD NOT THE CHEER READERS GET YOUR L O R E RIGHT-#... i wish megamix had more lore#you'd think that every game having a rhythm item would give more lore opportunities but it doesn't a lot of the time#a lot of it's pretty bare-bones#i mean first contact's rhythm item is just straight-up mars#tfw you fit a planet in the museum#honestly i feel like part of why donk-donk isn't in megamix is because then they'd have to give it a semblance of lore-#i wish they put donk-donk in megamix i really don't think we needed bossa nova#love rap could probably go too#and figure fighter. i don't think anyone'd miss figure fighter-
7 notes
·
View notes
Note
Als je één vraag mocht stellen waar je antwoord op zou krijgen, welke vraag zou je stellen?
Wat is donkere materie en energie?
Dit was mijn eerste antwoord.
Vervolgens heb ik hier de hele dag over nagedacht. Dat was goede afleiding (dankjewel daarvoor).
Kon ik niet beter iets verzinnen waar ik wat aan zou hebben?
Of is dat zonde van deze mogelijkheid? Hoeveel mensen zouden een diepzinnigere vraag stellen? Wat de zin is van leven? Is er iets na de dood? En wat heb je aan het antwoord daarop.
Toen probeerde ik een vraag te verzinnen waar veel mensen mee geholpen zouden zijn. Hoe lossen we het energieprobleem op? Hoe richt je een rechtvaardig politiek systeem op? Hoe genees je (vul ziekte naar keuze in)?
Alleen weet je dan nog niet wat rechtvaardig is, of iets kan, hoe je het gaat uitvoeren.
Vragen leiden tot meer vragen. En ik denk dat ik me veel dingen afvraag, of dat mensen zich veel dingen afvragen, omdat de toekomst onzeker is.
Ik weet niet of ik wil weten hoe de toekomst eruitziet.
Ik wil wel weten wat donkere materie en donkere energie is.
1 note
·
View note
Text
Drie dingen over mij...
Hi all,
Ik zal simpel beginnen met 3 dingen over mij: - Tess is niet mijn echte naam. - Alhoewel ik het niet wil toegeven ben ik een sucker voor films/series met een romantische feel good twist. - Ik heb altijd pech in de liefde, wat misschien punt 2 verklaard.
Geen idee waar deze 24 jarige beginnen moet, maar vandaag beginnen met schrijven leek me een goede start. Op dit moment zitten we in de corona crisis. Als je het mij vraagt een regelrechte ramp. Ik werk nu zo’n 2 weken vanuit huis en zoals iedereen kan ik niet meer naar de sportschool, kroeg, een terrasje of überhaupt normaal naar de supermarkt gaan. Nu weet ik dat ik er niks over mag zeggen, want gezondheid gaat voorop. Maar jongens, dit is niet goed voor mijn mentale gezondheid...
Ik zal het proberen uit te leggen. Als je net vrijgezel bent doe je er alles aan om niet alleen te zijn. Ik ben nu zelf bijna 2 jaar vrijgezel. Het is een soort basis stappenplan waar elke vrouw doorheen gaat: 1 om elk klein detail bel je al je beste vriendinnen. Het liefste videobellen, want ze weten je altijd op te vrolijken met hun onderkin pose of je streng aan te kijken wanneer je weer eens contact hebt met een gozer die het niet waard is. 2 je verzint allerlei manieren om aandacht te krijgen van jongens. Sad part about this one, degene waarvan je het eigenlijk niet wilt reageren terug. 3 omdat dit je mateloos irriteert en je jezelf verdrietig en alleen voelt, begin je met frustratie eten. Er is toch niemand die je tegen houdt! 4 je installeert Tinder en schrijft je in op datingsites, want je denkt in oplossingen. 5 als Tinder na vele inkomende ‘wil je een verzetje?’ berichtjes ook blijkt te falen, ga je terug naar stap 3. (really guys, zijn er nog vrouwen die hier op ingaan?) 6 er is geen stap 6. Je blijft eindeloos hangen in stap 3. Je upgrade deze stap zelfs door genadeloos veel te vreten in je, zoals ik het noem, tokkiepak! 7 je begint je leven weer op te pakken met mensen die er toe doen.
Oke, misschien heb ik wat overdreven. Niet elke vrouw gaat hier doorheen. Ik ging hier doorheen. En nee, stap 6 is geen leugen. Ik eet nu na bijna 2 jaar nog steeds als een bezetene mijn frustraties weg. Mijn punt is in ieder geval, is dat dit lijstje ook prima van toepassing blijkt te zijn tijdens deze lockdown. Zo dacht ik het ene moment alles lekker op de rit te hebben als vrijgezel, zo heb ik het andere moment weer Tinder moeten downloaden vanwege lockdown verveling en aandacht behoefte.
Ik dacht dat ik sterker was dan dit, maar na het akkefietje met Remy sloeg het noodlot om Tinder weer te downloaden toe. Dit zal ik even uitleggen... Remy is een jongen die ik al heel lang ken. Zo’n 8 jaar geleden waren we vrij serieus samen, althans dat dacht ik. Het bleek dat hij alleen zijn piemel achteraan ging en vond een meid die haar benen maar al te graag wou spreiden. Nu 8 jaar later ben ik me er vrij van bewust dat Remy niet mijn droomman is. Hij is zeker niet de knapste, te fanatiek over Ajax en hij besteed bijna al zijn vrije tijd aan shotjes drinken in de plaatselijke stamkroeg. Niet te vergeten dat de man 7 jaar ouder is dan ik, maar nog precies hetzelfde doet als toen. In die tijd keek ik tegen hem op, was het allemaal spannend. Nu wil ik een man met ambitie en dan bedoel ik niet de ambitie om meer shotjes te drinken dan vorig weekend.
Alhoewel ik weet dat hij geen boyfriend material is, kom ik iedere keer weer bij die man terecht. Via een onschuldige Snapfoto, een FB herinnering, elkaar tegen komen in de kroeg. Het leidt altijd tot hetzelfde: we flirten. De ene keer via Whatsapp, Snapchat, soms face to face. De spanning loopt leuk op en dan poeeff! Remy is van de aardbodem verdwenen. En daar gaat het mis. Juist omdat hij zo afstandelijk is op het hoogtepunt, verlang ik naar meer.
Dit liep 2 keer uit de hand. 1 keer in de kroeg op de wc. Ik ga ervan uit dat ik dit niet hoef uit te leggen. Het probleem? Hoe zeg ik dit... de spanning was eraf door teveel alcohol (😉). En de 2e keer is nu een paar weken geleden, toen alle corona maatregelen werden getroffen. De kroeg was dicht, ik had niks om te doen en I needed some goddamn attention. Dus besloot ik, zo verstandig als ik ben, om Remy te appen. Kennen jullie het kinderprogramma Phineas en Ferb en dat Isabella vraagt: ‘wat dooeeeee je?’ Beeld je dat in, dan zit je goed.
Een uur later was ik, net als Remy, bij zijn vrienden thuis. Ik kwam binnen in een typisch mannenhuis. Donker, rookwalmen, hele tafel vol drank en snacks, game geluiden en een wc met de bril omhoog. Zo’n beetje 5 uur later lagen zijn vrienden boven te slapen en ik half naakt op de bank met Remy om ons kroeg avontuur opnieuw te beleven en af te maken. Het probleem? Hoe zeg ik dit... de spanning was eraf door teveel alcohol, again!
Om een lang gênant verhaal kort te maken, Remy en ik zitten nu weer in zijn poeeff fase. Hij is van de aardbodem verdwenen en reageert nergens meer op. Wat misschien maar beter is ook! Dit leidt nergens toe, behalve hilarische videogesprekken met mijn vriendinnen. Wisten jullie dat er veel slappe grappen te maken zijn over dit verhaal?
In ieder geval kwam ik terug bij stap 4 je installeert Tinder en schrijft je in op datingsites, want je denkt in oplossingen. Geloof me... Het installeren van Tinder is nooit de oplossing, laat staan inschrijven op een datingsite. Maar daar kom ik een andere keer op terug.
Tess ❤
1 note
·
View note
Text
Eén van de grootste vragen in de moderne natuurkunde opgelost? Een gewaagde nieuwe theorie over de onzichtbare 95 procent van het heelal
Een wetenschapper van de Oxford-universiteit en Radboud Universiteit denkt één van de grootste vragen in de moderne natuurkunde te hebben opgelost.
Volgens de algemeen aanvaarde theorieën bestaat ongeveer vijf procent van het universum uit gewone materie.
De overige 95 procent zou moeten bestaan uit donkere materie en donkere energie.
Bizarre ‘donkere vloeistof’
Jamie Farnes claimt dat donkere materie en donkere energie geen afzonderlijke fenomenen zijn, maar deel uitmaken van een bizarre ‘donkere vloeistof’ met een negatieve massa.
Een negatieve massa heeft een bijzondere eigenschap: hij stoot alle materie in zijn omgeving af.
Maar wanneer je ertegenaan zou duwen, zou de negatieve materie juist op je af snellen.
De kosmos zou op deze manier symmetrisch zijn met zowel positieve als negatieve kwaliteiten.
Oplossing
Ondanks dat het letterlijk balans brengt in het universum, sloten wetenschappers het bestaan van negatieve materie eerder uit omdat ze dachten dat dit materiaal minder dicht zou worden naarmate het universum uitdijt.
Dit staat lijnrecht tegenover waarnemingen.
Als oplossing voor dit probleem gebruikt Farnes een oude wiskundige constructie, een zogeheten ‘creation tensor’, waarin negatieve massa’s kunnen blijven ontstaan.
Farnes zegt dat zijn theorie niet in strijd is met de algemene relativiteitstheorie van Einstein, maar een uitbreiding daarvan is.
Prullenbak
De nieuwe benadering pakt twee oude ideeën in lijn met de theorie van Einstein – negatieve massa en de vorming van materie – en brengt ze samen.
De uitkomst is dat donkere materie en donkere energie kunnen worden verenigd tot een enkele stof. Zie het als een positieve massa die surft op een zee van negatieve massa.
Volgens Farnes hoeft het oude model niet gelijk de prullenbak in. “Er zijn nog ontzettend veel vraagstukken die we moeten doorlopen.”
Het nieuwe model is gepubliceerd in Astronomy and Astrophysics.
0 notes
Text
HET GRENSGEBIED VAN FRIES LANDSCHAP EN AMERIKAANS STADSGEZICHT
Marije Bouman brengt abstract poëtisch werk dat voortkomt uit de passie voor de natuur. De composities relateren aan wolkenluchten en landschappen. In enkele gebaren is de verf in het beeld gezet. Acrylverf op rijstpapier op doek, aquarelverf op papier. Het betreffen een grensgebied. Het terrein tussen droom en werkelijkheid. Het niemandsland tussen abstractie en realiteit. Een omgeving die zich voordoet in gedachten bij het zichtbare onderwerp. Kijk in het rond, aandachtig naar wat je ziet. Sluit de ogen, dan verschijnt dit beeld op het netvlies. Als het ware een projectie achter de oogleden.
De schilderijen van Marije Bouman, zoals te zien bij galerie Alta Bosca in Gorredijk, zijn gezet in zachte pasteltinten. Nergens bederft een donderslag bij heldere hemel de atmosfeer. Het wolkige aanbrengen van de verf straalt tederheid uit en liefde voor de materie. In gemengde techniek op papier kan de kunstenaar feller uit de hoek komen. Ook de aquarel heeft een aangescherpte tong. Wanneer Bouman de abstractie verlaat om in realiteit aan te spreken, zie ik minder gedicht en meer verhaal. Dan wordt de poëzie van de schepping het proza van het landschap. De dichterlijke vrijheid is een verhalende non-fictie geworden. Ik denk een golf in de branding te zien. Een monumentale wolk boven dat Friese dorp aan de horizon. Een beekje tussen groen, een paadje in het bos.
De werken van Marije Bouman stemmen verlangend. Een heimwee naar hoe aangenaam en aantrekkelijk de natuur kan zijn. Zonder besmetting en vervuiling door het actuele misbruik van de aarde. Zo zoals het was en waarvan we kennisnemen hoe het kan zijn, nog. Bouman ervaart de ruimte van het landschap. De oneindige beweeglijkheid van water, licht en lucht, de natuur. Iedere dag oogt het verschillend en ziet ze andere dingen. Het water ligt nooit stil. De lucht is nooit hetzelfde. Het licht valt altijd anders. Een weerspiegeling van iets ongrijpbaars dat heel werkelijk is. In haar werk probeert ze dit ongrijpbare begrijpelijk te maken.
Die tere verwerking van het landschap staat in schril contrast met de stalen objecten van Ids Willemsma. In dezelfde expositieruimte zijn twee van zijn werken op sokkels neergezet. Feitelijk horen ze niet bij de tentoonstelling, maar zijn er wel in zichtbaar. Ze vallen stevig op en passen zich door de tegenstelling juist wonderwel aan. Bij Alta Bosca staan een danser gestileerd in staal, en vleugels met veren van ijzer. Willemsma is een meester in het vereenvoudigen van meervoudige voorstellingen. Een enkele beweging van het lichaam kan voldoende zijn om te smeden in staal. Dynamische abstractie, het vrije vers in cortenstaal.
Schilder Martin de Jong houdt van steden. Hoe groter, hoe beter. Hoe hoger, hoe mooier. Zakelijke gebouwen, woontorens, met in de gevels rijen gerangschikte ramen. Complexiteit daagt hem uit. In de stad heb je geen last van de horizon. Daar staat het landschap overeind – hoe hoger de gebouwen des te verticaler de blik. Zijn schilderijen zijn geïnspireerd op New York, het zijn portretten van deze metropool. Een wiskundige opbouw gevat in strakke verticalen en rechtlijnige horizontalen. De regelmaat onderbroken door rijen ramen die in cadans donker of verlicht zijn. Er hangen enkele van deze composities in Alta Bosca. Maar De Jong toont daar voornamelijk zijn recente werk onder de noemer ARK, gereedschap. Het doek en penseel heeft hij aan de kant gelegd. Hij gebruikt het materiaal voor houtbewerking dat zijn overleden vader hem naliet. Deze erfenis is voor Martin het begin van nieuwe inzichten en een gewijzigde manier van werken.
De schilder kan als timmerman ruimtelijk werken. Eerder schilderde hij bouwvolumes, nu zaagt en timmert hij de afmetingen uit planken. Hout is na de verf zijn taal van spreken geworden. Eerst heeft hij zich het ambacht van zijn vader eigen gemaakt. Daarin zag hij een kans om de afstand die hij had gevoeld tussen hemzelf – de kunstenaar – en zijn vader – een man van ambacht en traditie – alsnog te verkleinen, schijft Feico Hoekstra in de catalogus bij de tentoonstelling. “Houten stadsgezichten maken, dat ging hij doen. Iets in de geest van dat stadsgrachtje aan de muur van zijn atelier, een staaltje inlegwerk van de oude De Jong.” Niet meteen kent hij de weg in het hout. Onwennig begint hij eenvoudig te werken in een enkele laag als maakt hij een tekening. Gaandeweg raakt hij handig en kunnen er meer lagen bij komen. Hij raakt gedreven en bedreven. “De paradox is dat hij met verf en kwast elk probleem de baas was, maar zich nu zonder zijn vertrouwde materiaal en gereedschap veel vrijer voelt.”
De wandobjecten ademen nog de stad. De reliëfs associëren aan het stadsgezicht dat gezien is in de schilderijen. Een collage van figuren gezaagd in en uit hout. Soms onbeschilderd gelaten of de sporen van eerder gebruik dragend. Maar ook geverft met acrylverf of kleur gegeven door verf en epoxyhars. Bij de meest rudimentaire vormen zijn de kruiskopschroeven storend zichtbaar. Met de huid van hars krijgt het materiaal een industrieel karakter. Dan is het stadium van experimenteren en uitproberen voorbij. De schetsen in hout zijn gemaakt. Het echte werk kan beginnen. Hij neemt afstand van het traditionele stadsgezicht. Door het samenvoegen van gezaagde contouren van torenflats en wolkenkrabbers ontstaat een soort van kroonluchter. Met behulp van een motortje aan het plafond kan de mobile draaien. Door dat bewegen in de ruimte wisselen de perspectieven en valt de aanleiding voor de vorm amper nog op.
ALTA BOSCA, galerie. Marije Bouman, schilderijen en aquarellen. Martin de Jong, objecten en schilderijen. Tot en met 9 juli 2023.
ARK, goed gereedschap is het halve werk. Martin de Jong. Tekst Feico Hoekstra. Uitgave in eigen beheer, 2023.
2 notes
·
View notes
Text
Een geschenk, midden in de nacht
Bewustzijn, Lichaam, Wereld, Materie, Tijd en De Ander, dat zijn de zes grote componenten van ons bestaan. Zouden ze in volkomen evenwicht zijn, dan beginnen we een beetje op een oude Taomeester in de bergen te lijken. Ikzelf ben het allesbehalve. In evenwicht wil zeggen dat geen van de zes zich opdringt.
Toeval neemt in dat persoonlijk universum een geheel eigen plaats in. In de kern beschouw ik momenten van toeval als geschenken. Hoe onwaarschijnlijker het toeval, hoe groter het geschenk. Wie de schenker is, laat ik in het midden. Sommigen zullen beweren dat het vooral het bewustzijn is. Ik houd ervan iets geschonken te krijgen, iets kleins of iets groots. Het is van belang de waarde van het geschonkene goed tot je door te laten dringen en daar dankbaar voor te zijn. Soms denk ik wel eens dat het toeval wel erg vaak op mijn pad komt, hetgeen weer pleit voor het bewustzijn als schenker: ontvankelijk zijn voor het samenkomen van dingen is een eerste vereiste.
Vrijdagnacht lag ik al een tijd wakker, hoorde G gelijkmatig en zacht brommend ademhalen, buiten borrelde een afvoer van regenwater even gelijkmatig. Al dat regenwater van de hoger gelegen weide moet ergens heen. Die twee geluiden waren mijn twee metgezellen in het donker en mengden zich tot een soort geruis. Geleidelijk ontstond de gedachte dat al dat ruisen eigenlijk de Tijd is die zich aan mij openbaart. Op dat moment, maar eigenlijk in mijn hele leven. Tijd is een zo goed als stille aanwezigheid, hij vloeit en vloeit en vloeit.Die nacht vloeide hij licht ruisend.
Ik besloot maar te gaan lezen; ik weet dat het G niet stoort. Het was tegen 02:00 uur en ik deed het bedlampje aan, zette mijn kussen rechtop en sloeg Shikibu's 'Het verhaal van Genji' weer open waar ik gebleven was. Pagina 302, en ik las:
“De zee lag een eindje van Genji af, maar nacht na nacht hoorde je, vlakbij, de aanrollende golven (–). Genji's weinige reisgenoten waren in diepe slaap verzonken, alleen hij was klaarwakker en luisterde naar het geraas van de wind om hem heen, met zijn hoofdkussen rechtop. (–) Hij dichtte: 'Het ruisen van de golven / vermengt zich met de klacht / van mijn verlangende hart / waait de wind soms op mij toe / van waar mijn dierbaren zijn?'”
Ik glimlachte van binnen om dit plotselinge geschenk en voelde mij minder alleen in mijn waken.
4 notes
·
View notes
Link
0 notes
Text
Met nieuwe techniek kunnen meteoren gebruikt worden om donkere materie te traceren
Met nieuwe techniek kunnen meteoren gebruikt worden om donkere materie te traceren
De foto is een opname van een zeer heldere meteoor tijdens de meteorenzwerm Leoniden in november 2009. Credit: Ed Sweeney, Santa Cruz, USA (gebruiker Navicore op Wikipedia). Pakweg 85% van alle materie in het heelal is niet de gewone materie van protonen, neutronen, elektronen en andere bekende deeltjes, maar bestaat uit de mysterieuze donkere materie. Op indirecte wijze is dat mysterieuze goedje…
View On WordPress
0 notes
Text
Panta Rhei
“Kruip er maar eens uit.” Zo klonk het neerbuigende bevel dat ik na enkele dagen te horen kreeg. Het was eveneens het eerste stemgeluid dat me in die periode bereikte. Wie het zei was niet duidelijk. Vermoedelijk was het dezelfde persoon die me drie dagen eerder had zien afdalen. Ik keek omhoog, maar het licht waardoor de spreker werd omgeven zorgde ervoor dat ik enkel een zwart silhouet zag. “Wie zijt gij?” Ik wist dat ik geen antwoord zou krijgen op die vraag, maar ik kon het maar proberen. Zoals verwacht bleef het stil. Mocht ik weten wie me uit deze godvergeten put wou halen, dan zou ik misschien overwogen hebben om mijn verzwakte ledematen op te tillen, mijn vermoeide lijf overeind te hijsen en ‘er maar eens uit te kruipen’, zoals me bevolen was. Nu ik geen antwoord kreeg op mijn vraag legde ik mijn hoofd maar weer op mijn armen en sloot mijn ogen. Ik hoefde voor niets of niemand op te staan. De onbekende spreker zei verder geen woord meer, maar leek even het hoofd te schudden en wandelde dan weer weg. Ik was weer alleen.
***
Het was een vrijdag. Wat men van mij verwachtte had ik volbracht. Ik had op een luchtige manier afscheid genomen van de mensen uit mijn omgeving. Het waren mensen met wie ik veelal informele conversaties voerde, om wiens grappen ik af en toe eens lachte, maar van een oprechte band kon ik niet echt meer spreken. Dachten zij er anders over? Dat was mogelijk, maar ik liep er niet warm voor om in hun denkpistes te duiken. Ik wilde iets anders. Ik wilde weg, alleen wist ik nog niet goed waarheen.
Zoals steeds wandelde ik naar huis. Onderweg overliep ik alle mogelijkheden die ik had om me tijdelijk terug te trekken. Zo kon ik naar een hotel in de stad, waar niemand me kende en niemand me zou storen. Een andere optie was een lastminutevakantie naar een zonnige plek … of net naar een bestemming in noordelijkere streken. Ik kon in mijn wagen stappen, een willekeurig aantal kilometers voor ogen houden en op het gevoel beginnen te rijden. Waar ik uitkwam zou ik dan wel een overnachtingsplaats vinden, daar was ik van overtuigd. Hoe dichter ik bij mijn voordeur kwam, hoe meer ik ervoor voelde om die simpelweg te openen en vervolgens voor een onbepaald aantal dagen weer te sluiten. Ik hoefde voor niets of niemand buiten te komen. Pas toen ik mijn hand op de deurklink legde, besefte ik dat geen van de overlopen opties een gepaste invulling zou kunnen geven aan mijn verlangen om weg te zijn. Want ik wilde weg, alleen wist ik nog steeds niet goed waarheen.
In mijn koelkast vond ik een fles bruisend water die bijna leeg was en enkele plakjes kaas. Ik vulde een glas met het resterende water en legde de kaas op enkele crackers die ik uit de kast haalde. Dat was een karig avondmaal, maar wie weg wil heeft er niets aan om zich vol te proppen. Daardoor ben je er immers een beetje meer, terwijl je er net minder wilt zijn. Ik at en dronk en raapte vervolgens met de toppen van mijn wijs- en middelvinger de kruimels op die de crackers hadden achtergelaten. Na deze bescheiden maaltijd bleef ik even voor me uit staren aan de keukentafel.
Een sleutel in het slot. (niet de mijne) “Hoe was je dag?” (wel de mijne)
Toen ik ontwaakte uit de dagdroomtoestand was het al begonnen te schemeren. Ik moest maar eens een knoop doorhakken. Ging ik weg of zou ik blijven? Ik besloot om nog een laatste tussenstap in te lassen. Met het bijeenzoeken van mijn bagage was ik nog nergens, maar ik kon wel nog overal naartoe. In een sporttas verzamelde ik ondergoed, sokken, twee broeken, enkele T-shirts en een extra trui. Daaraan voegde ik mijn tandenborstel en een tube tandpasta toe. Moest ik mondvoorraad voorzien? Een paar kleinigheden konden vast geen kwaad. Ik legde een pak koeken, een drietal bananen en twee grote flessen water op de bagage die ik al had ingepakt. Mijn sporttas was nu goed gevuld en had een gewicht bereikt dat als voldoende aanvoelde. Had ik iets vergeten? Peinzend keek ik naar de treden van de trap.
Voetstappen. (wel de mijne) Voetstappen. (niet de mijne)
Ik legde mijn hand opnieuw op de deurklink; deze keer aan de binnenkant van de deur. Als ik ze naar beneden zou duwen, dan zou ik vertrekken. Ik voelde hoe mijn hand zwaarder werd, hoe mijn instinct me trachtte te vertellen dat ik moest doorgaan … en toch hield mijn hoofd me blijkbaar nog even tegen. Een moment later stond ik voor een open deur. Zuchtend nam ik mijn sporttas en mijn autosleutel. Ik hoefde voor niets of niemand binnen te blijven. Dit moest ik dus doen.
***
Panta rhei. Alles stroomt. Dat had ik ooit ergens gelezen. Ik had het ook enkele keren gehoord. Iemand had het me ongetwijfeld ook meer dan eens uitgelegd. En ik begreep het ook. Alles is voortdurend in beweging, niets blijft bij het oude, niets kan ooit blijven bestaan. Alles stroomt … maar met welk doel? ‘Moet er dan een doel zijn?’ hoorde ik ergens. Natuurlijk wel. Dat was mijn eenvoudige antwoord. Natuurlijk moest er een doel zijn. Wie me probeerde wijs te maken dat er geen enkele echte reden was om ’s ochtends uit mijn bed te komen, in de hoop me daarmee tot een bepaald inzicht te brengen, die miste haar of zijn doel compleet. Ik werd kwaad van nihilisme. Dat zei ik ook luidop. “Ik word kwaad van nihilisme.” Het weerkaatste tegen de wanden van de put waarin ik lag. Alles mocht dan wel stromen; in deze put stroomde er al jarenlang niets meer. Daarvoor had er wellicht ook niet echt water gestroomd, aangezien water in een put vooral stil blijft staan. Maar ik was hier nu wel. Daarenboven bestond ik voor twee derden uit water. Ik stroomde, dus ik was. Al moest ik daarvoor wel in leven blijven. Tot stof en as vergaan was ook een vorm van stromen, maar daarvan lag er al genoeg in deze put.
***
Nadat ik mijn tas op de achterbank van de wagen had gegooid was ik achter het stuur gaan zitten. Terwijl ik de motor startte, dacht ik na over een mogelijke bestemming. Bossen, strand, een andere stad: ik had alles al een kans gegeven, maar nergens had ik de vlucht gevonden die ik zocht. Moest ik wel weg? Ja! Kwaad op mijn eigen gedachtegang, die me toch weer naar de veiligheid van mijn cocon wou terugvoeren, sloeg ik op het stuur. Er moest een bestemming zijn die een uitweg kon bieden, een bestemming die bij me paste en liefst ook nog bij hoe ik me op dit moment voelde. De motor bleef draaien. Ik keek door de voorruit hoe de lichten van de wagen door het donker sneden.
Koude handen. (de mijne) Warme tranen. (ook de mijne)
Plots schoot het me te binnen. Ik had een artikel gelezen over een leegstaand klooster, hier enkele straten vandaan. Ik kon er te voet naartoe, mijn auto kon ik laten staan. Of ik er binnen zou kunnen en of ik het daar lang zou uithouden, dat waren vragen die ik ter plekke wel zou behandelen. Ik genoot van het geluid van het dichtvallende portier, stapte flink door en keek onderweg toe hoe de stad verkleurde door de invallende duisternis. Een man met een lichtbruine broek kruiste mijn pad. Door het afnemende zonlicht leek de broek te verdwijnen, waardoor ik de indruk kreeg dat hij nylonkousen droeg onder zijn keurige kostuumvest. Ik glimlachte, hij bleef nors voor zich uit kijken. Even verderop zag ik door een openstaand raam hoe een jonge vrouw op haar bed zat te huilen. Toen ze merkte dat ik haar bekeek wierp ze me een verwijtende blik toe. Verontschuldigend stak ik mijn vrije hand op, maar dat leek haar enkel kwaad te maken. Ik zag hoe ze opstond en foeterend in de richting van het openstaande raam beende. Terwijl ik haar verwijten achter me aan hoorde slingeren, maakte ik dat ik weg kwam. Dit was niet mijn bedoeling geweest. Nadat ik even gelopen had, hield ik halt bij een bankje. Ik ging even zitten, want ik was buiten adem. Hijgend keek ik naar het plukje gras tussen mijn voeten.
Brekende harten. (de onze) Een ononderbroken stilte. (de hunne)
Waar was dat klooster? Het kon nu niet ver meer zijn. Ik nam mijn sporttas van de bank en begon weer te wandelen. Ondertussen was het volledig donker geworden. Ik zou mijn bestemming in het duister moeten betreden. Misschien was het wel net goed zo. Ik hoefde voor niets of niemand bang te zijn.
***
De wand van de put was hard en glad. Ik voelde met mijn vingers aan de stenen en volgde het spoor dat de voegen ertussendoor trokken. Hoe lang was het geleden sinds deze materie nog door mensenhanden was beroerd? En waarom deed ik dat net nu? Welke toevallige samenloop van omstandigheden had mij uitgerekend op dit moment op deze plek gebracht? En met welk doel? Waarom was ik hierheen gestroomd?
Bijna had ik niet gemerkt dat mijn vinger door een leegte streek. Op de plek waar ik een voeg had verwacht, vond mijn vinger enkel lucht. Verbaasd richtte ik mijn hoofd op. Het was donker, hier op de bodem. Ik zag bijna niets en kon dus ook niet zien hoe de leegte eruitzag - als je dat al kon zien, tenminste. Daarom tastte ik verder in de holte tussen de stenen. Eerst met één vinger, dan met twee en uiteindelijk wrong en wrikte ik vier vingers in de lege ruimte. Aanvankelijk voelde ik niets, maar dan merkte ik een tinteling aan mijn vingertoppen. Was dit een gevolg van de vermoeidheid? Dat kon ik amper geloven. Deze zintuiglijke ervaring was zo realistisch; dit moest wel echt zijn. De tinteling werd veroorzaakt door een soort van trilling in de holte, of viel het misschien beter te omschrijven als een luchtverplaatsing? Ik kon de sensatie het beste vergelijken met het gevoel dat je kreeg als je je vingers door de kier van een autoraam stak, terwijl je in volle vaart over de snelweg zoefde. Nieuwsgierig probeerde ik verder te reiken, maar de verdikking ter hoogte van mijn handpalm verhinderde verdere bewegingen. Met mijn vingers in de lege voeg bleef ik liggen. Ik hoefde me voor niets of niemand te verroeren.
***
‘Monasterium - Geen toegang’ Ik las het bordje naast de toegangspoort en besloot om de boodschap te negeren. De straat was verlaten, een enkele lantaarn verlichtte de omgeving en op het geluid van een in de verte voorbijratelende tram na was het verbazingwekkend stil voor een plek die zich zo dicht bij het stadscentrum bevond. Ik weet niet precies of ik iets anders verwachtte, maar de toegangspoort bleek muurvast te zitten. Gesloten of vastgeroest, dat liet ik in het midden. (Waarschijnlijk was het juiste antwoord een combinatie van beide mogelijkheden.) Ik wist dat een fotograaf zich toegang had weten te verschaffen tot het verlaten klooster, want bij het artikel dat ik had gelezen stonden er prachtige beelden van lege gangen, kale lokalen en overwoekerde ramen. Als een fotograaf hier op klaarlichte dag binnen was geraakt, dan moest ik - bijgestaan door de duisternis - ook probleemloos een toegang kunnen vinden. Ik volgde de muur en hoopte een gat, een kier of een afgebrokkeld stuk te vinden waar ik me door of over kon werken. Toen de muur eindigde en naadloos aansloot bij de gevel van een rijhuis keerde ik op mijn stappen terug. Zou ik aan de andere kant van de toegangspoort meer geluk hebben? ‘Waarom probeer je dit eigenlijk?’ hoorde ik ergens. Ik schrok en keek over mijn schouder. Bedrogen mijn ogen me of zag ik daar echt een gedaante door de muur verdwijnen? Snel liet ik mijn blik doorheen de straat gaan. Nog steeds viel er niemand anders te bespeuren en was het bevreemdend stil. Hoewel ik de muur al geïnspecteerd had op mogelijke doorgangen besloot ik toch te kijken of er een mogelijkheid was om de verdwenen figuur te volgen. Met mijn sporttas nog steeds stevig vastgeklemd in de ene hand voelde ik met de andere hand aan de kille, ruwe muur. Natuurlijk kon ik hier niet door en had ik me vast wat verbeeld. Niemand kon door muren lop…
***
“Of blijf je hier echt zitten?” Ik schrok op en trok mijn vingers uit de ruimte tussen de stenen. Hoelang lag ik hier al? Hoelang was het geleden dat een mysterieuze stem me had aangemaand om uit de waterput van het verlaten klooster te kruipen? En hoelang zat de eigenaar van die stem al hier bij mij op de bodem? Ik trachtte te antwoorden, maar mijn keel was droog. Het laatste beetje water uit de tweede fles had ik al uitgedronken en ook daarvan wist ik niet hoelang dat al geleden was. “Hier, drink dit.” Het was weer donker en ik kon niet zien waar mijn gezelschap zich bevond, laat staan dat ik zag wat hij of zij me aanbood om te drinken. Ik tastte in het ijle, maar voelde dan hoe een hand mijn hoofd langs achter ondersteunde en een beker aan mijn lippen zette. Koel water vloeide in mijn mond: ik had nog nooit zo van een drank genoten als van deze, op dit moment. Met iedere slok stroomde er kracht naar binnen. Het duurde niet lang tot ik me als herboren voelde. De beker werd weggenomen en ook de hand ondersteunde mijn hoofd niet langer. “Dankuwel”, bracht ik uit. Een reactie kwam er niet. Ik probeerde iets te ontwaren in het duister, maar zag niets, hoewel het al minder donker was dan enkele ogenblikken eerder. Daarop keek ik omhoog en zag hoe precies op dat moment een eerste zonnestraal over de rand van de put priemde, waardoor het licht naar beneden stroomde. “Alles stroomt”, mompelde ik, terwijl ik mijn sportzak dichtritste.
Vervolgens klom ik uit de put. Ik was weggeweest, maar nu wilde ik terug. Ik hoefde voor niets of niemand weg te blijven. Ik moest voor mezelf terugkeren. Ik moest voor iedereen terugkeren. Ik moest voor ons terugkeren.
2 notes
·
View notes