Tumgik
#cyriel verschaeve
Text
Tumblr media
Flemish nationalist priest, author and Nazi collaborator Cyriel Verschaeve on a vintage postcard
6 notes · View notes
organisationskoval · 1 year
Photo
Tumblr media
763) IJzerbedevaartcomité, Bedevaart naar de Graven aan de IJzer, Yser Pilgrimage Committee, Committee for the Pilgrimage to the Graven aan de Yser, Komitet Pielgrzymki Yser lub Komitet Pielgrzymki do Graven aan de Yser - flamandzkie stowarzyszenie, które organizuje Pielgrzymkę Yser i zarządza Wieżą Yser. Ich misja, którą sami opracowali, brzmi: „Rozpowszechnianie potrójnego przesłania: Pokój – Wolność – Tolerancja”. Komitet ma swoje miejsce w ruchu flamandzkim i ruchu pokojowym. Cyriel Verschaeve, Hugo Verriest, Frans Van Cauwelaert, Jan Oscar De Gruyter i Joris van Severen byli jednymi z pierwszych członków w 1920 roku. Frans Daels został pierwszym prezesem w 1924 roku. W 2010 roku rozszerzono działalność Komitetu Żelaznej Pielgrzymki. Oprócz istniejącej organizacji non-profit Pielgrzymka do grobu aan de Yser, powstała druga organizacja non-profit, organizacja non-profit Na rzecz Pokoju, Wolności i Tolerancji. Ta nowa organizacja non-profit składała się z trzech grup roboczych, z których każda miała określone zadanie. Grupie roboczej 1 powierzono zarządzanie Muzeum Żelaznej Wieży oraz rozwój inicjatyw związanych z obchodami 100. rocznicy wybuchu I wojny światowej. Grupa robocza 2 jest odpowiedzialna za organizację Festiwalu Ten Vrede i ogólną kwestię pokoju. Wreszcie, Grupa Robocza 3 była zaangażowana we wszystko, co dotyczyło emancypacji flamandzkiej.
0 notes
mitsi-be · 2 years
Text
Voor de deconstructie van de ijzertoren een symbolische torenconstructie werd.
De deconstructie van geschiedenis is een van de meest populaire thema’s vandaag, al blijft het altijd een toren van Babel bouwen. Haar popularisering heeft immers zulke discussies en controverses tot gevolg dat, de meeste mensen hun kop liefst eeuwig in het zand blijven steken. -Of in een slachtofferrol kruipen (nee woke zijn onderdrukt u niet maar wil balans brengen)- Bij een poging mijn eigen positie als wit en aangeboren arisch meisje meer te situeren en contextualiseren, en mijn eigen deconstructie nu ook empirisch en contextueel aan het licht te brengen, heb ik geprobeerd mijn fantasie niet meer helemaal de vrije loop te laten gaan. Want al ben ik het leven van mijn voorouders inderdaad vergeten, zij vormen mij, en hoe ik mij vandaag zal gedragen wel.
Het instrument dat gebruikt zal worden om en de hoofdrol zal spelen in de uitwerking van deze masterscriptie, vindt zijn roots in een workshop genaamd ‘hacking monuments’ . Ik volg deze tijdens de research week op sint Lukas Antwerpen. De uit italie overgevlogen artieste die deze geeft, Simona Da Pozzo, volgde enkele jaren geleden nog een research jaar op sint Lukas Antwerpen, en doet vandaag de dag onderzoek naar monumenten die, voornamelijk efemere, interventies ondervonden. Buiten monumenten met een koloniaal verleden of duistere geschiedenis, neemt zij ook monumenten met een niet per definitie duistere geschiedenis onder de loep. Het gaat haar dan ook voornamelijk over de ingreep die is ondernomen en het, negatief of positief en kritische of ondersteunende karakter van deze monumenten. Ze vroeg ons bij aanvang van de workshop elk een monument klaar te hebben staan. De conversatie die daaruit zou volgen was het eigenlijke doel van de workshop. Ik maakte de veelvoorkomende fout de term monument en standbeeld over een kam te scheren. Zo zoekt Simona enkel naar beelden geplaats op een sokkel. Sculpturen die bijgevolg vanzelfsprekend zullen getuigen van een hogere staan en zo een machtsverhouding creëren. De sokkel plaatst een monument boven onze ooghoogte en net zoals god, op een ongrijpbare en beschaduwde plaats.
Tijdens de workshop stuit ik op mijn duistere familiegeschiedenis, een Vlaams nationalistisch verleden dat me even, waarvoor mijn oprechte excuses vanaf nu steek ik niet meer mijn kop in het zand, was ontgaan. Het monument dat deze geschiedenis voor mij opnieuw verlicht is; ‘de ijzertoren. En waar de gemiddelde toren ook een monument is, heeft deze toren, gebouwd in Diksmuide als monument voor de overleden en in WOI aan het front vaak slecht behandelde Vlaamse soldaten, een politiek gekleurd verleden. Het kruisvormige ding dat je vandaag nog ziet, werd opnieuw opgebouwd nadat het in 1946, na WOII, door het verzet tot ontploffing was gebracht. Vandaag wordt de ijzertoren nog steeds gelinkt aan de tijdens de oorlog collaborerende Vlaamsgezinden, en vindt het zo, een eerder mager uitgesproken aanhang. Daarom werd er, om verdere controverse te vermijden en in de hoop de toren van al z’n smaad te ontdoen, een wetenschappelijk team op gezet. Maar is het wel mogelijk om een vormelijk redelijk agressief, fallusvormig en geschiedkundig geschaad monument opnieuw te doen bestaan? Het monument staat vandaag voor sommigen, uitgesproken voornamelijk flaminganten, nog steeds symbool voor de Vlaamse onderdrukking. Deze was, ondanks zijn, tijdens de oorlog verschrikkelijke politieke keuze, vroeger in 1940 ook nog echt een reëel probleem. 
De heropbouw van deze toren, die in een nog grotere en agressievere grafzerk resulteerde, werd onder meer gefinancierd door enkele, reeds gestorven familieleden en overgrootouders van mij. Op de bovenkant van de nieuwe toren blinken nog steeds de grote letters, AVK,VVK. Dit staat voor ‘Alles voor Vlaanderen, Vlaanderen voor Kristus.’  De eerst steen bij de heropbouw van de huidige toren, werd gelegd door bekend collaborateur en schrijver, Cyriel Verschaeve. Deze man, die buiten nog steeds de eer van straatnaam geniet, zal nog een grote rol spelen als personificatie van al het mannelijk kwaad in de geschiedenis van dit politiek gekleurd monument. Hij wordt gelukkig vandaag de dag nog maar door enkele gekken aanbeden. De reusachtig gevormde grafzerk die de ijzertoren vormelijk is, straalt Spartaanse mannelijkheid. Is dat verbazingwekkend als je je bedenkt dat ook bij extreemrechts in bestuur maar weinig vrouwen aanwezig zijn? Vrouwen zijn geen leiders en hebben immers andere kwaliteiten. (zacht, voorzichtig en ) Wij volgen en aanbidden in een wereld die nog steeds gebouwd is voor de man die nog steeds de maat van alle dingen is. En het moet gezegd, in de wereld van de extremist komen nu eenmaal niet veel vrouwen voor. Het beroemdste vers van Verschaeven, mij door broer, Bruno de Wever aan het licht gebracht, is in beeldspraak moeilijk niet met mannelijkheid in verband te brengen;
Verschaeve legde destijds de eerste steen van de IJzertoren in Diksmuide. Hij schreef ook het beroemde vers ‘Hier liggen hun lijken als zaden in ‘t zand. Hoop op den oogst, o Vlaanderland’ dat boven de crypte op de IJzervlakte prijkt. In Knack
Bruno De Wever heeft in de Knack ook nog een interessante uitspraak gedaan: ‘Het waren figuren zoals hij die het kader hebben geschapen waarbinnen het mogelijk was dat duizenden jonge Vlamingen naar het Oostfront trokken.’
Ik kon het vervolgens toch even niet laten:) want klinkt deze zin ons niet bekend in de oren :
‘Het waren figuren zoals hij die het kader hebben geschapen waarbinnen het mogelijk was dat duizenden, voornamelijk jonge mannen, naar het zogenaamde ‘islamitisch front trokken.’
Zie hier pak aan en stop het in uw oren Vlaams belang. 
Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media
0 notes
osobypostacieludzie · 6 years
Photo
Tumblr media
Cyriel Verschaeve - belgijski duchowny, teolog, poeta, filozof i historyk sztuki, nacjonalista flamandzki. W 1886 r. rozpoczął naukę w małym seminarium duchownym w Roeselare. W 1892 r. przeniósł się do Brugii, aby dokończyć studia. W 1897 r. otrzymał święcenia kapłańskie. Następnie studiował na uniwersytecie Friedricha Schillera w Jenie. W 1911 r. powrócił do Belgii, gdzie objął probostwo w Alveringem. Po zakończeniu I wojny światowej zaangażował się w działalność w ruchu pacyfistycznym; współuczestniczył w budowie pomnika IJzertoren (Wieża Yser) w miejscowości Diksmuide nad rzeką Yser. W okresie międzywojennym sympatyzował z Niemcami. Zwolniony w 1939 r. jako kapelan, w 1940 r. napisał pracę pt. „Het Uur van Vlaanderen”, w której przedstawiał dowody sympatii Flamandów do narodowo-socjalistycznej Rzeszy, co podkreślał swoim romantycznym uwielbieniem dla XIX-wiecznej niemieckiej kultury imperialnej, symbolizowanej m.in. przez twórczość Ryszarda Wagnera. W rezultacie po zajęciu Belgii przez wojska niemieckie w maju 1940 r., podjął kolaborację z okupantami, dyktowaną względami kulturalnymi. W poł. 1941 r. zaangażował się w akcję rekrutacyjną do Legion Flandern, przeznaczonego do walki z Sowietami na froncie wschodnim. Cyriel Verschaeve uważał ZSRR i „szatański bolszewizm” za największe zagrożenie dla europejskiej kultury i pokoju. W 1944 r. spotkał się z Reichsführerem SS Heinrichem Himmlerem w sprawie przyszłości sprawy flamandzkiej. Powiedział mu, że pomimo odrzucenia narodowo-socjalistycznego pogaństwa, widzi w tej ideologii dużo pozytywnych cech potrzebnych kościołowi katolickiemu. Do samego końca działań wojennych na obszarze Belgii prowadził propagandę rekrutacyjną do flamandzkich oddziałów Waffen-SS. Na pocz. 1945 r. uciekł do Austrii, gdzie ukrywał się aż do swojej śmierci 8 listopada 1949 r. W międzyczasie władze belgijskie skazały go zaocznie na karę śmierci. W 1973 r. członkowie ekstremistycznej organizacji Vlaamse Militanten Orde przenieśli jego prochy do Flandrii.
0 notes
marcvangheluwe · 4 years
Text
4. SEMPER FIDELIS
Er spookt weer van alles door mijn hoofd… De Gouden Eeuw, de collaboratievlag, het klimaat…. En als dat het geval is dan moet ik eens alles op orde zetten. Ongetwijfeld wordt het een verhaal in vele stukjes. De rode draad : de Vlaamse canon. Soms weggelachen met de zin “ ‘t zijn weiden als wiegende zeeën”.
1.      Semper fidelis
2.      Ik weet nog hoe het was
3.      Het einde der tijden? Eschatologie, apocalyps en schuldgevoel
4.      Hoe opvoeden?
Zoals velen weten wappert bij mij altijd de leeuwenvlag. Een geel veld met een zwarte leeuw uiteraard. Sommigen noemen dat nu de collaboratievlag. Anderen lachen wel eens omdat ik dat doe. Wees gerust, de vlag hangt er het ganse jaar, ik heb er al een nieuwe besteld voor volgend jaar ergens in mei. “This land is my land” denk ik soms. Waarom? Dat is een heel verhaal.
Vijftien september 2019: kermis in Alveringem. Zoals gewoonlijk veel volk, kermisattracties oude tractoren of  reenactors of…. Vandaag : motoren. Veel merkwaardig volk in ’t leer, heel veel tattoos en ook wel gothics. Ik ontvlucht even de drukte en ga wandelen op het mooie kerkhof. Ik ben er helemaal alleen. Plots sta ik voor het graf van de kapelaan van operatie Brevier (VMO), Cyriel Verschaeve. In gedachten spreek ik hem toe “Cyriel je ligt hier goed jongen, zo onder een stevig stuk beton, blijf nu maar liggen”. Op zijn graf liggen er drie verdorde kransen : één van Schild en Vriend, één van de Ijzerwake (Steenstraete) en één van ? Ik bekijk die laatste krans en er valt een zwart-geel lint op de grond en daarop staat “Semper fidelis”. Ik stop het lint, er is niemand te zien,  in mijn zak, het siert nu mijn toetsenbord. Ik onderzoek het : semper fidelis is blijkbaar de spreuk van het NSV.
Semper fidelis, dàt is het helemaal! Eeuwige trouw. Dit is mijn land, ’t was altijd zo, ook nu en hopelijk voor altijd. Hier ben ik thuis. Dit is geen imperialisme of een soort bekrompen nationalisme. Het is gewoon “hier hoor ik thuis” en niemand moet dat veranderen. Want veranderen : dat kan! Ik ken onze recente geschiedenis.
Bellegem grenst aan Dottenijs, tot 1964 was dit Vlaanderen. Moeskroen en Luigne (spreek uit “Loendje”) ook. Tot voor de tweede wereldoorlog zei men niet Marke maar Marcke-Lez-Lys en ik heb de inmiddels overleden onderwijzers nog gekend die ervoor gezorgd hebben dat Aalbeke Vlaams gebleven is.
’t Is misschien romantisch maar vroeger reed ik veel met de fiets tussen Kassel, Sint-Winoksbergen en Duinkerke. Allemaal verloren land. Onlangs was ik nog in Burburg, een prachtige streek dicht bij de zee, Ik verkende er “Le Puythouck”. En zo passeerde ik ook twee cafés : “Le Praetelaere” en “Le Kouckestuute”.
En als wij naar Brussel rijden dan doen wij dit via de Hennuyère, een mooie autostrade op de taalgrens. Edingen , Lettelingen, Hove…. Allemaal het Waals gewest nu met faciliteiten die systematisch geboycot worden. Het Vlaams verdwijnt hier zeer snel.
En een laatste voorbeeld heel wat verder: Aubel, Hendrik-Kapelle, Sippenaken en de dorpen van Overmaas… In Aubel zaten wij ooit op restaurant naast 4 bejaarde autochtonen. Ik kon hun Limburgs dialect probleemloos volgen net zoals je dat kan tot in Kelmis, Plontzen en Lontzen. Allemaal slachtoffers van het Waals en Frans imperialisme. Wij zijn nogal wat kwijtgeraakt en daarom zeg ik “’t is genoeg geweest”.
Er is nog iets : Thuis spreken wij Westvlaams.  Ik moet bekennen dat wij al veel kwijt zijn. Zeg niet “lente of herfst” maar zoals ik “n’uutkom en ’t achterjaar”. Ik zeg ook wel eens “een buurmeisje trouwt en we zijn gevraagd voor ’t beschienk.” Of nog straffer: “Hanne die enkele huizen verder woont is bevallen van een dubbelzaad”. Maar eigenlijk is dat al een beetje gekunsteld. Veerle komt uit Bachten de Kupe en zegt nog wel eens “we gaan de kosjie moeten steperen met de ruuscher” (den trottoir vegen met de harde borstel). Of “je gaat de keuns moeten strievelen” maar ook dat zit al ver. Haar ouders en een schoonzus en schoonbroer die al tientallen jaren vlak op de Franse grens wonen dat zijn echte native speakers waar ik toch  jaloers op ben. “è lietje bei’n ” zeggen ze tegen een kleinkind (wacht eens een beetje) en nog heel veel meer. De mikke en een stuutje butteren De maandag na kermiszondag is er kandeel. En hun taal zit vol “ingweonismen (taalverschijnselen): kats en rats, aons, kieks , keuns en mols, zwiens en uuls. En wijze spreuken als “de schurse groeit nao den boom” (dat koppel begint op elkaar te lijken).
Mijn kinderen spreken ook nog ons dialect maar het is al een soort tussentaaltje. Zelfs Stéphanie, mijn jongste schoondochter, geboren en getogen in Moeskroen spreekt Vlaams en ik hoor haar zeggen “mijn broer is garagist en zijn wuuf zit up de mutuelle”. In Marke en Aalbeke zijn er twee rusthuizen : de Ruysschaert en de Weister. Geen één van mijn kinderen weet dat een ruysschaert een oude perensoort is en weister “Ruimte “ betekent. Een bijna honderdjarige buurman zei ooit “’k heb geren een beetje weister”. Ze weten ook niet dat er van onze 8 kleinkinderen zes “eigenrechtsweerds “ zijn en ook twee “gebroken rechtsweerds “(die van mijn dochter).
Alle kleinkinderen spreken vooral algemeen Nederlands, en straks als ze naar de middelbare school gaan misschien een soort algemeen gekuist westvlaams. En in een nog  verdere toekomst spreken de achterkleinkinderen allicht verkamelingsvlaams. Misschien zegt een kleindochter later : opa van Bellegem zei eens in de winter tegen mij “je zie geklid lijk ne rauw’n andjoen”? Ja zei d’ander, en na een barbecue zei die altijd “ ‘k zien dikke lik nen ‘oed’n oend”.
Kort samengevat: nuze grond, nuus huus, nuze sprake. En de kerk in ‘ t midden. Semper Fidelis. Oppassen voor die Vlamingen die dwepen met de eurometropool. Zij dienen de verfransing! Oppassen ook voor de verengelsing van ‘t onderwijs. En als ik hoor dat volgens sommigen de allochtone kinderen in Gent in  de lagere school les moeten krijgen in het Turks of Syrisch enzovoort om beter te integreren dan verklaar ik hen helemaal gek!
0 notes
hannahvanspauwen · 5 years
Text
VERSCHAEVE, Cyriel DE MEEUW Waar men geen kleinheid kan ontwaren,
Maar zij alleen nog blijven leven:
De hemel waar de wolken varen,
De zee waarop de baren streven,
Daar streeft zij, vaart zij met haar mee
En hangt in de hemel boven de zee.
Als zeeschuim wit, blauw als de baren,
Mag zij haar moeders kleuren dragen;
Haar wentlend-boogde vleugels varen,
Gelijk de baren wiegewagen,
Ver, eenzaam ver van elke ree,
Alleen bij zijn moeder, ‘t kind van de zee.
In ‘t maatloos ruim van ijle luchten
En wijde zeeën blijft zij hangen;
Hun eenzaamheid doet haar niet vluchten.
Hun woede ziet zij zonder bangen,
Hoog in des zeewinds storm of vree
Daar hangt zij en volgt het leven der zee.
De zeewind is de zeedrift, vogel!
Als zeeliefde breed, als zeehaat machtig.
O span en stijf uw sterke vlogel,
Houd in de wind u, worstel krachtig,
Leef ‘t reuzen-driftenleven mee:
Al wie haar drift voelt, leeft met de zee.
Zij houdt haar driften eeuw op eeuwen;
Zij doen haar naar de hemel zingen
Of naar de donkre helle schreeuwen.
Blijf hangen in haar eeuwige kringen,
Al kost het moeheid, worstlen, wee;
Slechts wie van haar drift lijdt, vat ook de zee.
De zee te zien, haar drift te voelen
De afgrond-wijden zieleboezem
Met brede golven binnenspoelen,
O daarvoor mag men tot de droesem
De kelk wel legen van haar wee.
Slechts ‘t bittere water wordt ook de zee.
Blijft heel uw deel in de zeedrift vergen,
En, stormt hij langs de oneindige banen,
Huil, lijk uw broeder uit de bergen,
Met al de stormen en de orkanen
Het eindloos lied der grootheid mee,
O wildschone meeuwe, o arend der zee.
0 notes
blogpresso · 7 years
Text
New Post on Actualités
Nouveau post sur http://www.blogpresso.com/le-bourgmestre-de-lanaken-ne-veut-plus-dune-rue-qui-porte-le-nom-dun-collaborateur/
Le bourgmestre de Lanaken ne veut plus d'une rue qui porte le nom d'un collaborateur
Belgique
Le bourgmestre de Lanaken, Marino Keulen (Open Vld), veut modifier le nom d’une rue de sa commune baptisée du nom d’un prêtre nationaliste flamand qui a collaboré avec l’occupant nazi lors de la Seconde Guerre mondiale. La Cyriel Verschaevestraat existe depuis les années 70, mais M. Keulen veut mettre fin à cette situation. « Cet homme a été condamné à mort après la guerre car il avait choisi l’Allemagne nazie. Il est impensable qu’une rue porte encore son nom en 2017 », estime le maïeur de la localité du Limbourg.
Le débat a été relancé à Lanaken après que des émeutes ont secoué la ville américaine de Charlottesville concernant le retrait d’une statue du général confédéré Robert E. Lee d’une place.
D’après M. Keulen, le choix de nommer une rue d’après Cyriel Verschaeve dans les années 70 était une erreur. « Je pense qu’à l’époque des gens connaissaient encore l’histoire du prêtre lors de la Première Guerre mondiale. Il soutenait alors les soldats flamands au front », explique-t-il. Mais nommer une rue d’après cet homme était clairement « une mauvaise décision ». « Il n’y a finalement rien de positif à dire sur lui, surtout lorsqu’on voit le rôle qu’il a joué lors de la Seconde Guerre mondiale », insiste le libéral flamand.
Ce dernier entend s’entretenir du sujet avec les habitants de la rue, avant d’entamer des démarches. Un changement pourrait intervenir dans les deux ans.
Des rues baptisées d’après Cyriel Verschaeve existent également à Breendonk, Marke, Zoersel et Capelle-au-Bois. A Breendonk, où se trouve le Memorial abritant les cendres des morts dans les camps de concentration nazis, la question d’une nouvelle dénomination a été posée aux habitants de la rue qui à une très large majorité n’en ont pas voulu. Le bourgmestre a estimé qu’il devait clore le dossier.
Le nom de Cyriel Verschaeve n’est pas le seul mis en cause. Dans « De Morgen », l’historien et recteur de l’Université d’Anvers, Herman Van Goethem, a appelé à un débat national sur les monuments.
Sur les réseaux sociaux, la question de la statue du général Lee à Charlottesville a également réveillé la mémoire coloniale. La Belgique ne manque pas d’inscriptions et de monuments rappelant cet épisode de l’histoire nationale, tumultueux et souvent sanguinaire.
Source link
0 notes
Text
Tumblr media
Flemish nationalist priest, author and Nazi collaborator Cyriel Verschaeve on a vintage postcard
3 notes · View notes
Text
Tumblr media
Flemish nationalist priest, author and Nazi collaborator Cyriel Verschaeve on a vintage postcard
3 notes · View notes
Text
Tumblr media
Flemish nationalist priest, writer and Nazi collaborator Cyriel Verschaeve on a vintage postcard
0 notes
Text
Tumblr media
Flemish nationalist priest, author and Nazi collaborator Cyriel Verschaeve on a vintage postcard
1 note · View note
marcvangheluwe · 4 years
Text
4. SEMPER FIDELIS
Er spookt weer van alles door mijn hoofd… De Gouden Eeuw, de collaboratievlag, het klimaat…. En als dat het geval is dan moet ik eens alles op orde zetten. Ongetwijfeld wordt het een verhaal in vele stukjes. De rode draad : de Vlaamse canon. Soms weggelachen met de zin “ ‘t zijn weiden als wiegende zeeën”.
1.      Semper fidelis
2.      Ik weet nog hoe het was
3.      Het einde der tijden? Eschatologie, apocalyps en schuldgevoel
4.      Hoe opvoeden?
 1.     Semper fidelis
Zoals velen weten wappert bij mij altijd de leeuwenvlag. Een geel veld met een zwarte leeuw uiteraard. Sommigen noemen dat nu de collaboratievlag. Anderen lachen wel eens omdat ik dat doe. Wees gerust, de vlag hangt er het ganse jaar, ik heb er al een nieuwe besteld voor volgend jaar ergens in mei. “This land is my land” denk ik soms. Waarom? Dat is een heel verhaal.
Vijftien september 2019: kermis in Alveringem. Zoals gewoonlijk veel volk, kermisattracties oude tractoren of  reenactors of…. Vandaag : motoren. Veel merkwaardig volk in ’t leer, heel veel tattoos en ook wel gothics. Ik ontvlucht even de drukte en ga wandelen op het mooie kerkhof. Ik ben er helemaal alleen. Plots sta ik voor het graf van de kapelaan van operatie Brevier (VMO), Cyriel Verschaeve. In gedachten spreek ik hem toe “Cyriel je ligt hier goed jongen, zo onder een stevig stuk beton, blijf nu maar liggen”. Op zijn graf liggen er drie verdorde kransen : één van Schild en Vriend, één van de Ijzerwake (Steenstraete) en één van ? Ik bekijk die laatste krans en er valt een zwart-geel lint op de grond en daarop staat “Semper fidelis”. Ik stop het lint, er is niemand te zien,  in mijn zak, het siert nu mijn toetsenbord. Ik onderzoek het : semper fidelis is blijkbaar de spreuk van het NSV.
Semper fidelis, dàt is het helemaal! Eeuwige trouw. Dit is mijn land, ’t was altijd zo, ook nu en hopelijk voor altijd. Hier ben ik thuis. Dit is geen imperialisme of een soort bekrompen nationalisme. Het is gewoon “hier hoor ik thuis” en niemand moet dat veranderen. Want veranderen : dat kan! Ik ken onze recente geschiedenis.
Bellegem grenst aan Dottenijs, tot 1964 was dit Vlaanderen. Moeskroen en Luigne (spreek uit “Loendje”) ook. Tot voor de tweede wereldoorlog zei men niet Marke maar Marcke-Lez-Lys en ik heb de inmiddels overleden onderwijzers nog gekend die ervoor gezorgd hebben dat Aalbeke Vlaams gebleven is.
’t Is misschien romantisch maar vroeger reed ik veel met de fiets tussen Kassel, Sint-Winoksbergen en Duinkerke. Allemaal verloren land. Onlangs was ik nog in Burburg, een prachtige streek dicht bij de zee, Ik verkende er “Le Puythouck”. En zo passeerde ik ook twee cafés : “Le Praetelaere” en “Le Kouckestuute”.
En als wij naar Brussel rijden dan doen wij dit via de Hennuyère, een mooie autostrade op de taalgrens. Edingen , Lettelingen, Hove…. Allemaal het Waals gewest nu met faciliteiten die systematisch geboycot worden. Het Vlaams verdwijnt hier zeer snel.
En een laatste voorbeeld heel wat verder: Aubel, Hendrik-Kapelle, Sippenaken en de dorpen van Overmaas… In Aubel zaten wij ooit op restaurant naast 4 bejaarde autochtonen. Ik kon hun Limburgs dialect probleemloos volgen net zoals je dat kan tot in Kelmis, Plontzen en Lontzen. Allemaal slachtoffers van het Waals en Frans imperialisme. Wij zijn nogal wat kwijtgeraakt en daarom zeg ik “’t is genoeg geweest”.
Er is nog iets : Thuis spreken wij Westvlaams.  Ik moet bekennen dat wij al veel kwijt zijn. Zeg niet “lente of herfst” maar zoals ik “n’uutkom en ’t achterjaar”. Ik zeg ook wel eens “een buurmeisje trouwt en we zijn gevraagd voor ’t beschienk.” Of nog straffer: “Hanne die enkele huizen verder woont is bevallen van een dubbelzaad”. Maar eigenlijk is dat al een beetje gekunsteld. Veerle komt uit Bachten de Kupe en zegt nog wel eens “we gaan de kosjie moeten steperen met de ruuscher” (den trottoir vegen met de harde borstel). Of “je gaat de keuns moeten strievelen” maar ook dat zit al ver. Haar ouders en een schoonzus en schoonbroer die al tientallen jaren vlak op de Franse grens wonen dat zijn echte native speakers waar ik toch  jaloers op ben. “è lietje bei’n ” zeggen ze tegen een kleinkind (wacht eens een beetje) en nog heel veel meer. De mikke en een stuutje butteren De maandag na kermiszondag is er kandeel. En hun taal zit vol “ingweonismen (taalverschijnselen): kats en rats, aons, kieks , keuns en mols, zwiens en uuls. En wijze spreuken als “de schurse groeit nao den boom” (dat koppel begint op elkaar te lijken).
Mijn kinderen spreken ook nog ons dialect maar het is al een soort tussentaaltje. Zelfs Stéphanie, mijn jongste schoondochter, geboren en getogen in Moeskroen spreekt Vlaams en ik hoor haar zeggen “mijn broer is garagist en zijn wuuf zit up de mutuelle”. In Marke en Aalbeke zijn er twee rusthuizen : de Ruysschaert en de Weister. Geen één van mijn kinderen weet dat een ruysschaert een oude perensoort is en weister “Ruimte “ betekent. Een bijna honderdjarige buurman zei ooit “’k heb geren een beetje weister”. Ze weten ook niet dat er van onze 8 kleinkinderen zes “eigenrechtsweerds “ zijn en ook twee “gebroken rechtsweerds “(die van mijn dochter).
Alle kleinkinderen spreken vooral algemeen Nederlands, en straks als ze naar de middelbare school gaan misschien een soort algemeen gekuist westvlaams. En in een nog  verdere toekomst spreken de achterkleinkinderen allicht verkamelingsvlaams. Misschien zegt een kleindochter later : opa van Bellegem zei eens in de winter tegen mij “je zie geklid lijk ne rauw’n andjoen”? Ja zei d’ander, en na een barbecue zei die altijd “ ‘k zien dikke lik nen ‘oed’n oend”.
Kort samengevat: nuze grond, nuus huus, nuze sprake. En de kerk in ‘ t midden. Semper Fidelis. Oppassen voor die Vlamingen die dwepen met de eurometropool. Zij dienen de verfransing! Oppassen ook voor de verengelsing van ‘t onderwijs. En als ik hoor dat volgens sommigen de allochtone kinderen in Gent in  de lagere school les moeten krijgen in het Turks of Syrisch enzovoort om beter te integreren dan verklaar ik hen helemaal gek!
0 notes