#bestaande uit vele leden
Explore tagged Tumblr posts
betoverheks · 6 years ago
Text
Hoera voor LHBTI deel 2. Voetbal is geil, een hele grote teil vol spermatozoïden, waarmee de spelers schieten. Het eitje is het doel. Klaarkomen op je smoel is meer iets voor een Johan. Die begrijpt hier niks van. Van scoren en genieten met jongens of met grieten.
Hoera voor LHBTI deel 2. Voetbal is geil, een hele grote teil vol spermatozoïden, waarmee de spelers schieten. Het eitje is het doel. Klaarkomen op je smoel is meer iets voor een Johan. Die begrijpt hier niks van. Van scoren en genieten met jongens of met grieten.
Voetbal is oorlog? Nee, voetbal is geil. Voetbal is seks. Geen wonder, dat mensen als Johan Derksen er de hele tijd over willen praten. Sublimatie van je driften voor als je zelf niks voor elkaar krijgt. In bed. Met een vrouw. Of man. Of wat dan ook in zijn geval.
Ach, arme homofobe Johan Derksen. Doodsbang voor die gasten en geheel onterecht! Geen weldenkende homo met ogen in zijn hoofd en een…
View On WordPress
0 notes
interaction-inspiration · 4 years ago
Text
Tumblr media Tumblr media
Nieuw onderdeel in Tinder: Vibes. Wanneer je met Vibes begint, kun je een reeks vragen beantwoorden – van persoonlijkheidskenmerken tot popcultuur – om potentiële matches meer inzicht te geven of ze met je kunnen viben. Nadat je antwoord hebt gegeven, zie je mensen die hetzelfde als jij denken over onderwerpen zoals traag sms'en en horoscopen.
Wanneer je de vragen van Vibes beantwoordt, worden de antwoorden voor 72 uur weergegeven op je profiel. Dit geeft potentiële en bestaande matches de kans om je beter te leren kennen. Vibes is beschikbaar voor een periode van 2 dagen. Ze werken dus het beste wanneer iedereen eraan meedoet. Elk evenement duurt dus slechts 48 uur, maar Vibes is geen eenmalig evenement – het komt vaker terug. Wanneer jij en de ander beiden meedoen aan Vibes, dan zie je elkaars Vibes in het chatvenster en kun je het gesprek starten met meer context. De Vibes zijn in dit geval dus de ijsbreker om een gesprek op gang te brengen, de gespreksstarter.
Uit eerdere tests van de functie blijkt dat Tinder-gebruikers niet één keer een vibe hebben: gemiddeld komen ze keer op keer terug om te viben. Sterker nog, Vibes heeft geleid tot meer likes en matches over de gehele linie. En omdat de test van Vibes een succes was, rolt Tinder de functie nu uit naar alle gebruikers.
Tinder heeft Vibes ontwikkeld om de profielen dynamischer te maken, net als hun leden. “Je Tinder-profiel moet een authentieke weergave van jezelf zijn, en dat verandert vaak als je onderzoekt wie je bent, wat je wilt en wat er om je heen gebeurt”, zegt Udi Milo van Tinder. “Dit is de eerste van de vele dingen die we dit jaar voor de Tinder-community maken, zodat ze meer van hun persoonlijkheden kunnen laten zien in de app”, voegt hij eraan toe.
0 notes
otiss131 · 4 years ago
Text
Hoe een E-Commerce Business Selling Software In Order To Developed
Ik ben altijd verbaasd als bedrijven het web als één grote tv-commercial behandelen. Screaming click-throughs zijn bijna onbestaand, maar toch gaat het adverteren door en gaat het door, zonder rekening te houden met de koude harde feiten, (click-through rates kunnen extreem laag zijn als de periode die op de site wordt doorgebracht, wordt nu beschouwd als een meeteenheid).
Als je eenmaal de trucjes binnen het vakgebied hebt geleerd, kan hosting zeer moeiteloos verlopen. Bijna alle reseller plannen hebben reseller hosting templates. Als u ervoor kiest om niet voldoende om uw eigen website lay-out te ontwikkelen met de reseller hosting site, moet u gebruik maken van een over deze sjablonen en verrassend, in plaats daarvan. U kunt kiezen uit veel templates. Natuurlijk, een persoon de voorkeur aan verschillende andere uw eigen, bent u gratis om deze stap te beheren. Templates zijn slechts een van de vele voordelen die u krijgt van reseller plannen maken uw werk een stuk gemakkelijker. happy customer care
Als het grootste deel van uw marketingboodschap van plan is om de aandeelhouders te overtuigen hoe geweldig u bent meestal droge corporate-speak, vindt u het moeilijk. Uw boodschap moet eenvoudig zijn, op doel in een consumentenpubliek en, het allerbelangrijkste, het gedrag in beweging brengen.
Maak realistische foto's. Zorg ervoor dat de foto van gebruik te maken van deze online ziet er precies kiezen voor het product direct leven, en bleek meer foto's in plaats van minder. Speel niet met verschillende soorten tovenarij op Photoshop om het er mooi en glanzend uit te laten zien als het er in het leven niet uitziet. De beste e-commerce-klantenservice voelt zich kortgesloten.
We zullen nu kijken naar de lijst van de meest populaire webmappen - SaleHoo. Want of de populariteit, hebben we besloten om het te verkennen en te zien of ze waar zijn binnen hun woorden. Deze mensen veel functies presenteren haar leden en het meest in het bijzonder is het gebruik van een geweldige job mogelijkheden. Het succes van een bedrijf kan worden gemeten, wat kan worden door het kennen van de feedback van hun klanten. Een kwestie die door SaleHoo is geclaimd.
Ik controleer met zo eenvoudigweg omdat zij die zoveel moeite doen om zaken te doen dat ze hun bestaande deelnemers kunnen verwaarlozen. Dus ze bevinden zich in een raadselachtige positie van het vullen van een emmer en nog steeds kijken naar de mate van vallen in plaats van stijgen.
Amazon een extra marktplaats laat mensen toe om items te kopen. Je zou zo veel producten kunnen hebben die op de lijst staan en bewegen. Vergeet niet dat u uw prijs bepaalt, zodat u maakt wat u wilt maken.
0 notes
rotterdamvanalles · 5 years ago
Text
De 10 Foto's Met Een Lang Verhaal Staan in een blog, op Tumblr. 112
Interieur van de distilleerderij J.H. Henkes aan de Voorhaven, 1908-1912.
In 1824 kocht Johannes Hermanus Henkes samen met twee vennoten, Arie de Jong en Gerke d'Arnaud Gerkens, de reeds bestaande korenwijnbranderij aan de Voorhaven 27 te Delfshaven op en noemden deze: De Ooyevaar. Ook namen zij een aandeel in de moutmolen "De Distilleerketel", die zich op het Middelhoofd bevond. De ooievaar kan mogelijk in verband gebracht worden met de Haagse afkomst van Arie de Jong.
Op het ogenblik van koop was de branche herstellende van de crisis onder de Napoleontische tijd, toen bijna de helft van de Delfshavense destilleerderijen moest worden gesloten. In 1850 verving hij de rosmolen in de destilleerderij door een stoommachine en was daarmee de eerste in zijn branche die zulks deed. In de jaren 60 van de 19e eeuw werd het nog bestaande pand gebouwd, dat de hele wand Voorhaven 19-31 bestreek.
Het product van De Ooyevaar werd ook geëxporteerd en verwierf een medaille op de Wereldtentoonstelling van 1867 te Parijs.
De familie Henkes ondertussen spreidde haar activiteiten. Zo werd de Rotterdamsche Boek- en Kunstdrukkerij opgezet. Daarnaast werd een vennootschap aangegaan met de steenfabriek De Vlijt te Halsteren.
In 1887 werd, eveneens te Halsteren, de eerste conservenfabriek in Noord-Brabant opgezet, Het Klaverblad geheten, en in 1901 volgde de Henkes Jam-, Pulp-, Vruchten- en Groentefabriek te Breda.
Vrijwel onmiddellijk daarna kwamen er moeilijkheden. In 1902 volgde surseance van betaling en in 1904 werd Henkes in een naamloze vennootschap omgezet.
Van 1948 tot 1977 werden merken als Henkes Jonge Jenever, Henkes Vieux, Henkes Bessenjenever en vruchtendranken op de Nederlandse markt gebracht. In 1959 verkreeg Henkes het predicaat "Hofleverancier". In 1967 werd de productie verplaatst naar Hendrik-Ido-Ambacht. Henkes was nu in handen gekomen van de Suiker Unie. In 1970 werd de Henkes Verenigde Distilleerderijen (HVD) opgericht, waarin de distilleerderijen van de Koninklijke Nederlandsche Gist- en Spiritusfabriek en die van de Zuid-Nederlandsche Melasse-Spiritusfabriek werden ondergebracht. Iets later werd Rynbende overgenomen.
In 1986 begon Bols, toen reeds marktleider op dit terrein, zijn positie te verstevigen en kocht Henkes op. Henkes werd daarmee een merk van Bols.
De foto komt uit de collectie WPK Originelen en bevindt zich in het Stadsarchief Rotterdam. De informatie komt van Wikipedia.
Bron, Rotterdam van Toen, Stads Archief Rotterdam
Tumblr media
Een winkel op nummer 13 aan de Aelbrechtskolk, 1908-1912.
De Aelbrechtskolk is vernoemd naar graaf Aelbrecht van Beieren (1330-1404), graaf van Henegouwen, Holland en Zeeland, aan wie Delfshaven zijn ontstaan te danken heeft. De stad Delft ontving van hem op 8 september 1389 een privilege tot het graven van een kanaal tussen Overschie en de rivier de Nieuwe Maas: de Delfshavense Schie. Voor de vereniging van Delfshaven met Rotterdam in 1886 heetten de Aelbrechtskade en Aelbrechtskolk resp. Oostschiekade en Kolk. De sluis en brug werden bij besluit B&W 23 maart 1886 resp. Aelbrechtsluis en Aelbrechtsbrug genoemd.
Delfshaven ontstond in 1389, toen de Delfshavense Schie werd gegraven om de stad Delft een verbinding met de Maas te geven. Sindsdien konden de schepen vanuit Delft via de Delftse en Delfshavense Schie de Nieuwe Maas bereiken. Rondom de sluis ontstond het havenstadje 'Delfshaven'. Het had de status van een 'kolonie van Delft'. Een terugslag in de groei vond plaats toen aan het eind van de Hoekse en Kabeljauwse twisten (rond 1490) de Hoeken enorme verwoestingen aanrichtten. In het begin van de zestiende eeuw telde Delfshaven iets meer dan 100 huizen en 400 inwoners.
De foto komt uit de fotocollectie van het Stadsarchief Rotterdam. De informatie komt eveneens uit het Stadsarchief Rotterdam en van Wikipedia.
Bron, Rotterdam van Toen, Stads Archief Rotterdam
Tumblr media
Vandaag honderd jaar geleden: Suze Groeneweg (1875-1940) eerste vrouwelijke kamerlid.
Susanna (Suze) Groeneweg (Strijensas, 4 maart 1875 - Barendrecht, 19 oktober 1940) was een Nederlands politica. Ze was het eerste vrouwelijke Tweede Kamerlid in Nederland.
Suzanna Groeneweg was een vurig pleitbezorgster van volksonderwijs. Ze was zelf onderwijzeres in Rotterdam. Ze gold als feministe, maar was een tegenstandster van aparte vrouwenorganisaties.
Groeneweg was bestuurslid van de SDAP toen bij de grondwetsherziening van 1917 behalve het algemeen kiesrecht voor mannen ook het passief vrouwenkiesrecht werd ingevoerd. Toen in 1918 de eerste verkiezingen onder het nieuwe systeem werden gehouden, werd zij kandidaat gesteld en verkozen. Ze zetelde vanaf 3 juli 1918 in het parlement tot 1937.
Naast Kamerlid was ze ook Statenlid en lid van de gemeenteraad van Rotterdam. Vurig socialiste, volgens burgemeester P.J. Oud geen "katje om zonder handschoenen aan te pakken".
Bij ProDemos in Den Haag vanaf morgen tot tot en met 1 september een tentoonstelling over Suze Groeneweg, waar ook materiaal van het Stadsarchief Rotterdam te zien is.
Bron, Stadsarchief Rotterdam
Tumblr media
Man op de Hef met uitzicht op de Koningshaven tijdens de bouw van de heftorens van de spoorbrug, 1926. Rechts de Koninginnebrug.
ROTTERDAM. DE HEFBRUG OVER DE KONINGSHAVEN.
Lezing Ir. P. Joosting. De hefbrug over de Koningshaven nadert haar langverwachte voltooiing. Reeds is de vloer van de brug gelegd, binnen enkele dagen zal met het monteeren der hef- en zakmachinerieën begonnen worden en voor de lente in het land is, zal de scheepvaart belangrijk minder vertraging ondervinden. Gisterenavond hield Ir. P. Joosting uit Utrecht, die deze hefbrug volgens Amerikaansch voorbeeld ontworpen heeft, voor leden van het Rotterdamsch Natuurkundig Genootschap een lezing met lichtbeelden over de constructie van dit gevaarte dat in de belangstelling van de meeste stadgenooten een plaats inneemt. Daar spr. zijn onderwerp reeds meerdere malen in onze stad besprak was de belangstelling zeer matig. Inmiddels was de lezing welke met duidelijke lichtbeelden en vele foto's geïllustreerd werd, ook thans zeer interessant, daar men weer het besef kreeg, met welk een uiterste nauwkeurigheid en hoe berekend de gansche bouw op papier is gezet en uitgevoerd. Nadat spr. had aangetoond van hoe een voortreffelijk belang de verhooging van het middengedeelte der spoorbrug tot de hoogte der vaste overspanningen is, daar hierdoor voor een veel kleiner aantal schepen de brug omhoog hoeft te gaan dan tot nog toe het geval is en diverse soorten van hefbruggen had besproken, legde hij de constructie van de Koningshavenbrug tot in détails uit en demonstreerde een model der brug, nagenoeg geheel als de oorspronkelijke, in miniatuur vervaardigd, dat door electrische kracht in werking werd gesteld.
De prentbriefkaart is vervaardigd door de Maasbode en komt uit het Stadsarchief Rotterdam. De informatie komt via delpher.nl uit de Maasbode van 26 november.
Bron, Rotterdam van Toen, Stads Archief Rotterdam
Tumblr media
De Oosterkade met op de achtergrond de Maasbruggen, 1912.
De Oosterkade aan de voet van de Maasboulevard ligt in het oostelijk stadsdeel. De oude Oosterkade lag achter de huizen aan de zuidzijde van het Haringvliet ten oosten van de Oudehaven. Ze werd aangelegd tussen 1856 en 1858. Eigenlijk was de Oosterkade een gevolg van een niet uitgevoerd plan inzake de aanleg van de Rhijnspoorweg. Deze zou aanvankelijk lopen tot de Oudehaven. Op het aan te plempen terrein achter de huizen van het Haringvliet zou een station worden gebouwd. De stad stond daarbij in 1847 aan de Rhijnspoorwegmaatschappij de Oude Hoofdpoort met gebouwen, het Oudehoofdplein met de daaraan gelegen huizen alsmede een weggedeelte langs de slikken van het Bosland af. In 1856 veranderden de plannen en werd het Maasstation oostelijker gebouwd.
Door ruiling van grond bij de Oude Hoofdpoort en van terrein achter het Stadstimmerhuis kwam in 1860 een nieuwe regeling tot stand. De stad kreeg daarbij de beschikking over het gehele aangeplempte stuk grond en de kaderuimte aldaar. Het in mei 1940 zwaar beschadigde Maasstation werd in de jaren vijftig van de 20ste eeuw gesloopt. Op de plaats van het spoorwegcomplex en op het terrein van de Oosterkade werd de Maasboulevard aangelegd. Bij bovengenoemd besluit ontving de kade aan de voet van de Maasboulevard de naam Oosterkade.
De fotograaf is Henri Berssenbrugge en de foto komt uit het Stadsarchief Rotterdam. De informatie komt eveneens uit het Stadsarchief Rotterdam.
Bron, Rotterdam van Toen, Stads Archief Rotterdam
Tumblr media
De Rotte ter hoogte van de Zaagmolenbrug, 6 februari 1988. Links de Zaagmolenkade en rechts de Zaagmolendrift.
De Zaagmolenbrug is vernoemd naar de houtzaagmolens, die vroeger aan de Rotte stonden. In 1671 kwam de houtzaagmolen bij de buitenplaats 'Woelwijk', genaamd 'de twee Zwanen' al voor. Verder was hier in 1784 een houtkoperij met twee zaagmolens, 'de Ooievaar' en 'de Zwaan' geheten. De Zaagmolendrift heette van 1910 tot 1912 Zaagmolenstraat en van 1912 tot 1926 Nieuwe Zaagmolenstraat. De Zaagmolenstraat droeg voor 1897 de naam Van Bommelstraat naar Cornelis van Bommel, die hier o.a. in 1869 bezittingen had. De Zaagmolenbrug was oorspronkelijk een ijzeren ophaalbrug, die in 1895 was gebouwd en tot 1910 ter hoogte van het Noordplein en de Crooswijksesingel over de Rotte lag. Daarna werd ze verplaatst naar de Zaagmolendrift en de Crooswijksestraat. Ze ontving toen de naam Zaagmolenbrug. In 1956 werd ze vervangen door de huidige brug van die naam.
De fotograaf is Lex de Herder en de foto komt uit het Stadsarchief Rotterdam. De informatie komt eveneens uit het Stadsarchief Rotterdam.
Bron, Rotterdam van Toen, Stadsarchief Rotterdam
Tumblr media
De Lange Torenstraat met op de achtergrond de Sint-Laurenskerk, 1913-1917.
De Lange Torenstraat liep van het Grotekerkplein naar de Sint-Jacobstraat. Bij besluit B. 30 juni 1942 werd de naam ingetrokken. Ze ontving haar naam na de demping van de Slikvaart in de jaren 1852 en 1853, op het tracé waarvan ze werd aangelegd. Deze vaart kwam onder verschillende namen voor. In 1350 treft men de namen Watering of Sloot aan. Het zuidelijke gedeelte werd ook wel Kerkwatering, Kerkvliet of Kerksloot genoemd naar de nabijgelegen Sint Laurenskerk. In het begin van de 17de eeuw komt een gedeelte voor onder de naam Snippevlucht, naar het huis 'van outs genaemd de Snippevlucht', dat in 1625 wordt vermeld op de westzijde van de Slikvaart bij de Sint-Jacobstraat.
Het water wordt op de kaart van Jan Potter (1567) Oude Rotte genoemd. Daar uit niets is gebleken dat die naam toen in gebruik was, valt het te betwijfelen of het water ook deze naam heeft gedragen. Naast Slik- of Slijkvaart komt in de 18de en 19de eeuw ook al Toornvaart of Toornvliet voor. Vanwege de geur die het water verspreidde, sprak men ook wel over Stinksloot. De Torenstraat ontving haar naam omdat ze op de toren van de Grote of Sint Laurenskerk uitkwam.
Ter onderscheiding van de al bestaande Torenstraat, die later is opgegaan in de Sint-Laurensstraat, werd ze wegens haar lengte Lange Torenstraat genoemd. Op de plaats van deze straat ligt nu de Oppert.
De foto komt uit de collectie topografie en bevindt zich in het Stadsarchief Rotterdam. De informatie komt eveneens uit het Stadsarchief Rotterdam.
Bron, Rotterdam van Toen, Stadsarchief Rotterdam
Tumblr media
Gezicht op de Coolsingel, vlak na de demping, bij het Delftse Poortplein, 1922.
Het ambacht Cool komt al voor omstreeks 1280. In 1596 kocht de stad de ambachtsheerlijkheid Cool, Blommersdijk en Beukelsdijk van Jonkheer Jacob van Almonde. Bij Koninklijk Besluit van 20 september 1809 werd het ambacht Beukelsdijk, Oost- en West-Blommersdijk, genaamd Cool, tot een zelfstandige gemeente verheven. In 1811 werd Cool door Rotterdam geannexeerd. Naast het ambacht had men ook nog de polder Cool. Deze lag tussen de Rotterdamse en Delfshavense Schie. Deze werd in 1925 opgeheven.
Een gedeelte van het grondgebied van Cool was reeds in 1358 bij de stad getrokken na de vergunning van hertog Aelbrecht van Beieren om grachten om de stad te graven en het stadsgebied te vergroten met het Rodezand in het ambacht Cool. De Coolvest scheidde voortaan stad en ambacht. In 1480 is er al sprake van de singel tegenover de vest achter Bulgersteyn, later Coolsingel genoemd. De singel is in verband met de aanleg van een brede verkeersweg in de jaren 1913-1922 geheel gedempt. De naam Coolvest is daardoor verdwenen.
De Coolsestraat, vroeger Coolweg geheten, liep vóór de vereniging van Delfshaven met Rotterdam juist op de grens tussen beide gemeenten. Ze ligt, evenals de Coolsedwarsstraat, in het oude ambacht Cool of West-Blommersdijk. De Klein-Coolstraat ligt in de voormalige Klein-Coolpolder. De Coolhaven en -straat liggen eveneens in de vroegere Coolpolder.
De fotograaf is Henri Berssenbrugge en de foto komt uit het Stadsarchief Rotterdam. De informatie komt eveneens uit het Stadsarchief Rotterdam.
Bron, Rotterdam van Toen, Stadsarchief Rotterdam
Tumblr media
De Peperstraat in de Zandstraatbuurt rond 1910.
De Peperstraat liep voor de bouw van het stadhuis en het postkantoor van de Coolsingel naar de Zandstraat. Evenals de Halvemaanstraat was ze aangelegd op het terrein van het Sint Agathaklooster. Beide straten komen in het begin van de 17de eeuw door elkaar voor. Een verklaring voor de naam is niet te geven. Waarschijnlijk heeft hier een pepermolen gestaan. In de Peperstraat had men vroeger een Peperslopje. De straat kwam ook wel onder de naam Halvemaanwatersteeg voor
Tumblr media
Gezicht op de Coolsingel met korenmolen De Hoop, 1908-1912.
Het ambacht Cool komt al voor omstreeks 1280. In 1596 kocht de stad de ambachtsheerlijkheid Cool, Blommersdijk en Beukelsdijk van Jonkheer Jacob van Almonde. Bij Koninklijk Besluit van 20 september 1809 werd het ambacht Beukelsdijk, Oost- en West-Blommersdijk, genaamd Cool, tot een zelfstandige gemeente verheven. In 1811 werd Cool door Rotterdam geannexeerd.
Een gedeelte van het grondgebied van Cool was reeds in 1358 bij de stad getrokken na de vergunning van hertog Aelbrecht van Beieren om grachten om de stad te graven en het stadsgebied te vergroten met het Rodezand in het ambacht Cool. De Coolvest scheidde voortaan stad en ambacht. In 1480 is er al sprake van de singel tegenover de vest achter Bulgersteyn, later Coolsingel genoemd. De singel is in verband met de aanleg van een brede verkeersweg in de jaren 1913-1922 geheel gedempt. De naam Coolvest is daardoor verdwenen.
De fotograaf is Sara Lydia Stahl-van Hoboken en de foto komt uit het Stadsarchief Rotterdam. De informatie komt eveneens uit het Stadsarchief Rotterdam.
Bron, Rotterdam van Toen, Stadsarchief Rotterdam
Tumblr media
0 notes
jeanschoonbroodt · 5 years ago
Text
Hoe God ons ziet IN Christus...
In de naam van Yeshua ha Mashiach/Jezus de Christus :
Overdenking… hoe GOD ons als gelovigen, IN Christus Jezus/Yeshua ha Mashiach, ziet.
De Here Yeshua ha Mashiach/Jezus de Christus kwam als de Koning van God's Koninkrijk… en als Hemelse Bruidegom voor het Geestelijk Israël/Zijn Ware Hemelse Bruid.  
( De overigen verwierpen Hem, daar zij de naam Israël hadden, maar niet het Ware Geestelijke Israël van God waren.)
Wij zijn als gelovigen, en uit God geborenen en verzegelden met de heilige Geest, uit de onbesnedenen aan het vlees/heidenen/Goyim, toegevoegd aan hen/ het Ware Israël ( Vette Olijfboom/Ware Wijnstok)… 
en hebben deel gekregen aan het Nieuwe Verbond, gesloten in het bloed van het Lam van GOD, dat God op de eerste plaats met Israël sloot… en daarna met de rest van de schepping sloot ( Kol. 1), en de daarmede verbonden verbondsbeloften, die God eerst voor/met Zijn Israël had… en wij zijn toegevoegd aan Zijn hemels Koninkrijk en Israël naar de Geest/ Bruid/Koninkrijk van God/Hemels Jeruzalem/ Geestelijke Tempel/Hemels Tabernakel/Gemeente/Hemels Sion. 
Joh. 1. +  3. + 14-17. + Rom. 9-11. +  Ef. 1 ; 3 +13+14.  Ef. 2.  en Heb. 12.
We zijn Zijn zaad/nakomelingen. Jes. 53 : 10+11.
God's Geest  gebruikt door de profeten en apostelen, en o.a. door Jezus Christus en Paulus, verschillende beelden om de relatie tussen Jezus Christus en de Zijnen uit te beelden. 
De Zijnen zijn de eerstelingen, die de eerstelingsgave van de Geest hebben, die naar Zijn voornemen en Zijn voorkennis geroepenen zijn en verordend zijn om aan het beeld Zijn Zoons gelijkvormig te zijn. En die HIJ verordend en voorbestemd heeft, die heeft HIJ ook geroepen en gerechtvaardigd en verheerlijkt… uit zowel de Joden en uit geheel Israël… en uit de Samaritanen en Goyim/onbesnedenen/heidenen/natiën en uit het christendomein. Hand. 1 ; 8. en 2. en 8. en 10. Rom. 8.
HIJ als de Eeuwige Vader… 
wij als Zijn kinderen.
HIJ als Dé Geliefde… 
wij als Zijn geliefden in en door Hem.
HIJ als Dé Erfgenaam van alle dingen… 
en wij als Zijn mede-erfgenamen. 
HIJ als de Grote Broer… 
en wij als zijn broeders/zusters.
HIJ als Dé Koning… 
wij als koningen.
HIJ als Dé Strijder/Krijger/Soldaat, 
die de strijdt gestreden heeft met volharding tot het einde toe… en overwonnen heeft/de Leeuw van Juda… en die de satan, die de macht had om te doden… en allen door doodsangst in zijn klauwen te houden… en hen zo tot zijn slaven had, heeft onttroond… en die macht ontnomen heeft. Amen. Hallelu-YHWH. Amen. HIJ heeft NU alle macht in de hemel en op de aarde en in de aarde en over de dood en het dodenrijk. Jezus Christus bepaalt NU… wie waar… en wanneer… en hoe  sterft… om af te dalen in het dodenrijk… of om naar Huis gehaald te worden… en/of opgenomen wordt in levende lijve… of niet… en niet de satan !!! 
Wij zijn Zijn soldaten in navolging van Zijn Voorbeeld. 
Matth. 28 ; 18-20.  Opb. 5. + Opb. 19. en  Ef. 6 ; 10-20.   
HIJ als de Rots der eeuwen… 
wij als rotssteentjes, als onderdeel van Hem.
HIJ als de LOGOS/ HET WOORD… 
en wij zijn een met Hem, want HIJ woont en leeft door Zijn Geest en woord in ons. Daarom maken wij deel uit van Hem… en zijn wij allen samen de Logos… en zullen daarom met Hem de wereld… en de engelen-wereld oordelen op de dag des oordeels. Joh. 17. Alle heiligen samen zijn IN Hem en door Hem en met Hem de rechters. God oordeelde de toenmalige wereld door Noach, de prediker der gerechtigheid. Christus' Geest sprak en predikte en profeteerde door hem in die dagen. Zo heeft God door alle eeuwen heen de mensen geoordeeld door het Woord van GOD, dat door Zijn heiligen in de schepping uitging.
Jezus zei :
"Ik ben niet gekomen om te oordelen, maar om te redden. Maar het woord, dat jullie gehoord hebben, zal jullie oordelen op de jongste dag."
God's woorden, gesproken door alle eeuwen heen, door Zijn getuigen… hebben en heeft de mensheid altijd weer geoordeeld… of gerechtvaardigd… en heeft en zal de mensen ook in deze eeuw rechtvaardigen... of oordelen.
HIJ als de Heerser/Despotes boven alle heersers… 
en wij Zijn zonen en dochteren… en onderdanen/doulos/slaven/dienaren.
HIJ de 2 e Adam/ Dé Mens/Dé Man… 
en wij Zijn Manninne /Vrouw, vlees van Zijn vlees en been van Zijn been. (Geestelijk bedoeld)
Hij als het Hoofd… 
en wij als Zijn Lichaam, bestaande uit de vele lichaamsdelen met verschillende functies/leden.
Hij als de Bruidegom… 
en wij als zijn Bruid/Reine Maagd(en)/Jonkvrouw(en) met Christus verloofd.
HIJ als de Here en het Hoofd en de Hoge Priester… 
van ons als Ecclesia/Gemeente/ Zijn Tabernakel/Tempel/ Huis van koninklijk priesterschap, dat Zijn God en Vader en Hem huldigt, lof offert en aanbidt in Geest en waarheid.
HIJ als Dé Tempel van de Levende GOD YHWH… 
en wij als individuele heiligen IN Christus Jezus Zijn tempels en/of levende bouwstenen van Zijn Huis. ​
HIJ de Ware Wijnstok… en de apostelen de ranken… 
en allen, die door Hem en hen tot geloof kwamen in Hem en hen… en hun boodschap, de vruchten van hun diensten/druiven… en/of zelf ook weer ranken met de Wijnstok verbonden, die vrucht dragen tot Zijn Vaders en Zijn eer en heerlijkheid. Amen.
HIJ als Hét Brood des Levens… 
en wij als de vele broodkruimels van het Ene Lichaam, Brood des Levens/Christus Jezus, bij het avondmaal vieren ; waarbij wij allen een stukje van dat Brood nemen… ter nagedachtenis aan wat Hij voor ons deed…. om daarmede uit te drukken, dat wij één zijn met Hem en met elkaar in Hem… in Zijn leven, lijden, sterven, opstanding en verheerlijking. Amen.
Een Heer, de Redder, die Zijn bloed gaf tot vergeving en verzoening van de zonden van velen. 
Als beeld  : De Beker… van het Nieuwe Verbond, gesloten in Zijn bloed, waar uit wij allen drinken ter nagedachtenis aan Zijn werk/lijdensweg tot ons aller heil… totdat HIJ komt om Zich met ons voor eeuwig te verenigen, zodat wij voor altijd bij Hem zijn ; maar ook in het bewustzijn, dat wij gevraagd worden ook ons kruis/lijden om Christus' wil en Zijn gerechtigheid wil op ons te nemen… in navolging van Hem.
HIJ als HET LICHT der wereld… 
en wij als het licht der wereld IN Hem… en HIJ het LICHT IN ons. HIJ als Dé Kandelaar… De Ecclesia als Zijn Kandelaar… en wij individueel als kleine kandelaren.
HIJ als Hét Paaslam/Passah/Pesach,
dat geslacht werd tot vergeving en verzoening en reiniging en heiliging en rechtvaardiging en vervolmaking en verheerlijking van allen, die in Hem geloven… en dus als het ware  "Zijn vlees en bloed eten en drinken"  en daardoor leven en eeuwig leven ontvangen… en in eeuwigheid niet zullen sterven (Joh. 6)… oftewel in het geloof het aan de bovendorpel en zij-posten van de deuren in geloof hebben aangebracht/aangebracht weten in de Geestelijke zin van God's Woord, zodat de oordelen/plagen van God/door de Engel van YHVH/de engel des verderfs/de engel des doods aan hen/hun/ons huis/gezin voorbijgaat… en niet binnen gaat om te verdelgen/doden.
Ons Pesach-Lam is geslacht op het vloekhout van Golgatha.
De vloek, de eeuwige scheiding van God wegens onze zonde/overtredingen van de heilige geboden van de Thora, werd op Hem losgelaten. Het Volmaakte Lam van GOD… droeg daar de zonden en de straf/het oordeel over onze zondigheid en zonden op Zich, zodat wij geborgen achter Zijn bloed-storting op het vloekhout… en op de grond… en op het zoendeksel van de Ark van het Verbond, die zich onder het vloekhout bevond in een grot op Golgatha in de Rotsbodem, waar het bloed naar toe sijpelde via een spleet/scheur in de rotsbodem, en aldaar verzoening bewerkte voor het aangezicht van Adonai YHWH voor de gehele mensheid van verleden, heden en de toekomst. Kol. 1.  De volheid van de Godheid, YHWH-Elohim, was de gehele schepping met Zich zelf verzoenende, aldaar op de Schedelplaats/Golgatha/ de plaats des Doods… in de vastgespijkerde en doorboorde Mashiach en Zijn bloedstorting… en maakte aldaar vrede tussen Zich… en al hetgeen in de hemelen en op de aarde is. Aldaar werd de schuldbrief, die door zijn inzettingen en geboden tegen ons getuigde en ons veroordeelde, teniet gedaan in dat Pesach-Lam. Amen. Hallelu-YHWH. Amen. Kol. 2.
"HET IS VOLBRACHT !"           
Zijn ZIJN woorden, die door alle eeuwen heen klinken door de Geest en het woord en de Bruid… 
tot de harten van alle zondaren en zondaressen, die oprecht berouw hebben van hun zonde en zonden… en die verlangen naar VREDE MET GOD… en naar vergeving… en een nieuw leven en een schone lei, dat en die HIJ  hen graag gratis wil geven.
De Deur naar de hemel staat NU voor ieder open, die maar wil.
En de Geest en de Bruid zeggen :
"Wie dorst heeft, die kome… en drinke het Water des Levens om niet/gratis. "
Stromen van Levend Water, dat de echte dorst naar Leven stilt, gaan uit van de troon van GOD YHWH en het Lam en de Geest en de Bruid.
Yeshua/Jezus zei :
"Wie in Mij gelooft, gelijk de Schrift zegt, van zijn lichaam zullen stromen van levend water vloeien." Amen. 
En dit sprak HIJ van de Geest van GOD, die in hen zou wonen… die in Hem geloven. 
Hallelu-YHWH. Amen.
God's zegen met deze overdenking in Zijn genade. Amen.
Hartelijke groet,
Jean Schoonbroodt, 
een discipel van Jezus de Christus/Yeshua ha Mashiach, onze Heer, God en Redder. Amen. Hallelu-YHVH. Amen.  D.d. 07.04.2020.
0 notes
peperfabriek · 5 years ago
Text
Vrijwilligers gezocht voor De Peperfabriek
Wil jij bijdragen tot een betere samenleving? Werk je graag samen met andere geëngageerde vrijwilligers en wereldverbeteraars? Sta je open voor nieuwe initiatieven en andere culturen en wil je je steentje bijdragen? Dan kan je in De Peperfabriek je gading vinden.
De Peperfabriek is een plek waar burgers zich engageren om mee vorm te geven aan een rechtvaardige, inclusieve, diverse en duurzame samenleving. Wij zoeken mensen die mee de handen uit de mouwen willen steken. Wil je graag helpen bij administratieve en praktische taken? Is lesgeven je ding, of organiseer je graag evenementen of acties? Ken je iets van communicatie, financies of websites? Elke hulp is welkom.
Vele handen maken het werk licht. Je kan in De Peperfabriek altijd terecht bij een vaste medewerker die je al doende steunt.
Openingsfeest mee organiseren
De Peperfabriek wordt écht gelanceerd met een openingsfeest eind september. Dit wordt een leuke en interessante combinatie van informatie, ontmoeting, voorstelling van verenigingen, uitwisseling van ideeën en contacten.
Taak? Voor de organisatie van dit project zoeken we vrijwilligers die kunnen helpen met de voorbereiding van een of meerdere onderdelen. Het team dat het Openingsfeest voorbereidt, zal je graag verwelkomen.
Engagement? Een af te spreken aantal dagen tussen nu en het openingsfeest, om samen in een team de voorbereidingen te bespreken en uit te voeren. Op het openingsfeest zelf een af te spreken taak opnemen.
Geïnteresseerd? Stuur een bericht naar [email protected]
Schilderwerken en kleine klussen
Het cafetaria en de grote zaal hebben een grondige opknapbeurt nodig.
Taken?  Groepjes vrijwilligers helpen met afschuren, plamuren, schilderen, bedrading  van elektriciteit, monteren van tafels en kasten. Deze taken zijn bij voorkeur voor klussers die handig en nauwgezet zijn. Specifieke vakkennis is niet vereist, maar altijd welkom. In de werkgroep huis bekijk je mee de planning.
Engagement? De momenten en het aantal dagen zijn in overleg met de organisatie en de andere vrijwilligers te bepalen in de loop van de komende maanden en in juli of augustus.
Geïnteresseerd? Stuur een bericht naar [email protected]
Organisatie van vormingen en evenementen
De Peperfabriek wil informatie aanbieden in de vorm van TED talks, presentaties, debatten, evenementen, filmpjes en andere hedendaagse vormen. Dit vooral over de grote maatschappelijke thema’s van vandaag: klimaat, diversiteit, migratie, sociale ongelijkheid.
Taak? Een groep vrijwilligers en een vaste medewerker bedenken interessante initiatieven en verwerken voorstellen hierover. Een professionele medewerker werkt de voorstellen in samenwerking met enkele vrijwilligers concreet uit. We zoeken vrijwilligers die in deze groep willen meewerken.
Engagement? Een viertal bijeenkomsten per jaar voor brainstorming, overleg en planning. Regelmatig (af te spreken) helpen met de uitvoering van de plannen: sprekers contacteren en afspraken maken, aanwezig zijn voor praktische taken (zaal helpen klaarzetten, mensen ontvangen, inschrijvingen nakijken e.d.) Niet tijdens de schoolvakanties.
Geïnteresseerd? Stuur een bericht naar [email protected]
Keukenbeheer
Er komt een nieuwe keuken in De Peperfabriek. Er moeten menu’s opgemaakt worden, prijzen berekend, aankopen gepland, werkroosters opgemaakt e.a. Het team dat hieraan werkt, moet uit de startblokken geraken.
Taak?  Om de medewerkers die koken te ondersteunen, zoeken we iemand met organisatorische vaardigheden die kan helpen met de voorbereiding en het beheer van de keuken. Het hoeft geen chef te zijn, maar iemand die van aanpakken weet en koken leuk vindt.
Engagement? Zo mogelijk wekelijks of met een af te spreken regelmaat een halve dag helpen met het beheer. Niet tijdens de schoolvakanties.
Geïnteresseerd? Stuur een bericht naar [email protected]
Cafetaria dienst
Deelnemers van lezingen of vergaderingen kunnen tijdens de pauze en na afloop in het cafetaria drankjes en kleine versnaperingen bekomen. Zo kunnen ze wat napraten, elkaar ontmoeten of afspraken maken voor activiteiten. Je maakt deel uit van het tappersteam.
Taak? Vrijwilligers staan ’s avonds van 19 tot 23 uur achter de toog, serveren drank en versnaperingen, doen de afwas en andere kleine taken die bij het cafetaria horen.
Engagement? Je kan het aantal beurten zelf bepalen. Een handig ritme is één beurt per week, andere afspraken zijn mogelijk. In de schoolvakanties is er geen cafetariadienst.
Geïnteresseerd? Stuur een bericht naar [email protected]
Onthaal en secretariaat
Taak? Je verwelkomt de deelnemers van lezingen en geïnteresseerden die langskomen, en geeft basisinformatie over het huis, de organisatie en de lezingen. Geen specifieke kennis vereist, wel in staat zijn om een beperkte basisdocumentatie te verwerken en uit te leggen. Je kan altijd terecht bij de coördinator.
Engagement? Wekelijks een halve dag of meer naargelang eigen mogelijkheden, in een af te spreken beurtrol. Niet in de schoolvakanties.
Geïnteresseerd? Stuur een bericht naar [email protected]
Teksten schrijven en verbeteren
Sprekers hebben vaak teksten ter beschikking over hun lezingen of activiteiten. Die teksten moeten soms wat ingekort en vereenvoudigd worden.
Taak? Teksten over lezingen en activiteiten redigeren, inkorten en verbeteren. Bij sommige teksten illustraties zoeken via internet. Je kan altijd terecht bij andere tekstschrijvers voor advies en ondersteuning.
Engagement? Een halve tot een hele dag per week, naargelang de teksten binnenkomen. Deze taak kan voor een groot gedeelte ook thuis gebeuren op een eigen computer.
Geïnteresseerd? Stuur een bericht naar [email protected]
Lay out en grafisch werk
De activiteiten van De Peperfabriek worden via website, digitale nieuwsbrief en gedrukte activiteitenkalender bekend gemaakt. Voor de meeste publicaties zijn standaardsjablonen voorhanden waar teksten en illustraties in moeten verwerkt worden.
Taak? Opmaak van een regelmatige activiteitenkalender en/of occasionele folders en advertenties. Je kan altijd terecht bij de vaste medewerkers, en er is professionele technische back-up beschikbaar. Handigheid met informatica en bereid zijn om een eenvoudige nieuwe applicatie aan te leren is wenselijk.
Engagement? Maandelijks enkele dagen, af te spreken maar wel tegen een bepaalde deadline. Een gedeelte van dit werk kan met een eigen computer thuis gebeuren.
Geïnteresseerd? Stuur een bericht naar [email protected]
Communicatie strategie
De Peperfabriek en haar activiteiten moeten in Antwerpen een begrip worden.
Taak? Meewerken aan de communicatieplanning en –strategie om deelnemers voor de activiteiten aan te trekken. Professionele ervaring is een pluspunt. Je maakt deel uit van de werkgroep communicatie.
Engagement? Enkele dagen per jaar op af te spreken momenten.
Geïnteresseerd? Stuur een bericht naar [email protected]
Nederlandse les geven
Voor nieuwkomers in België is het noodzakelijk dat zij voldoende Nederlands leren in afwachting van hun asiel- of andere procedure. Zo vinden zij hun weg in onze samenleving en kunnen ze in goede verstandhouding leven met buren en andere burgers.
Taak? Vrijwilligers geven Nederlandse les met bestaand didactisch materiaal. Je maakt deel uit van een groep van een 30-tal leerkrachten. Kunnen/leren lesgeven is belangrijk, een pedagogische opleiding of ervaring is niet vereist.
Engagement? Eén of twee halve dagen per week. De lessen gaan door tijdens het schooljaar op dinsdag en donderdag (voor- en namiddag).
Geïnteresseerd? Stuur een bericht naar [email protected]
 Financiële administratie
Taak? Controle en klassement van facturen en administratieve documenten ter voorbereiding van de externe boekhouding. Dit werk vergt geen specifieke kennis, maar nauwgezetheid is belangrijk. Je kan altijd terecht bij de leden van de financiële commissie.
Engagement? Deze taak kan naar schatting in een halve dag per week gebeuren. Niet in de schoolvakanties.
Geïnteresseerd? Stuur een bericht naar [email protected]
 Financieel beheer
Taak? Meewerken aan de opmaak van begrotingen, rapportage, procedures, controlemechanismen e.a. onderdelen van financieel beheer. Ervaring in deze materie is gewenst. Je maakt deel uit van de werkgroep financies.
Engagement? Ongeveer een dag per maand, af te spreken.
Geïnteresseerd? Stuur een bericht naar [email protected]
 Onderhoud van computers
Soms, en vooral op ongewenste momenten, is de computer niet je beste vriend. Iemand die computerhandig is, problemen kan oplossen, updates en back-ups kan maken is dan een reddende engel.
Taak? Voor routinezaken op afspraak de huiscomputers in orde brengen. Bij probleemsituaties bereid zijn telefonisch advies te geven en in de volgende dagen het probleem proberen op te lossen of technische hulp inschakelen.
Engagement? Enkele dagen per jaar en wanneer nodig.
Geïnteresseerd? Stuur een bericht naar [email protected]
0 notes
bartwatching · 6 years ago
Text
Oirsbeek rond 1790
Tijdens mijn zoektocht naar mijn familiegeschiedenis stuitte ik op een tekst over Oirsbeek rond 1790 van Pieter Simons uit Swalmen. Omdat mijn voorouders in de 17e en 18e eeuw vele generaties in Oirsbeek e.o. gewoond hebben vond ik dit natuurlijk reuze interessant. Ik heb de teksten hieronder letterlijk overgenomen van de site van Pieter. Pieter schrijft  het volgende: “In een deel van een jaarboek van het archeologisch en geschiedkundig genootschap Limburg uit 1889 trof ik een zeer interessant artikel aan welk bestaat uit een interview uit 1848 met een man* die in Oirsbeek, een dorp vlak bij het Zuid-Limburgsche Valkenburg, leefde (het artikel is geschreven door Habets). Het interview handelt over allerlei dingen over de periode dat de ondervraagde man nog jong was: wat kon hij zich nog herinneren over allerlei alledaagse dingen als kleding, voedsel enz. In die tijd had Oirsbeek nog een duidelijk feodaal stelsel en hoorde het bij de Oostenrijkse Nederlanden. Ook vertelt de ondervraagde af en toe iets over latere tijden, en met name "de huidige tijd" (1848). Hij is als zoon van een boer die werkte op een boerderij bij Kasteel Hoensbroek geboren. Behalve dat hij heeft leren lezen en schrijven op de dorpsschool heeft hij ook nog op een kostschool gezeten en daar Frans geleerd. Af en toe heeft hij het over "de vorige eeuw". Het gaat dan dus niet over de 20e eeuw, ook niet over de 19e eeuw, maar over de 18e eeuw! Om het authentieke karakter te benadrukken heb ik de tekst in de oude Nederlandse spelling van 1889 vrijwel letterlijk overgenomen.” Hieronder de plattegrond de originele tekst. Op de site van Pieter is onderstaand verhaal aangevuld met mooi fotomateriaal. Sowieso een mooie site om te bekijken.
Tumblr media
Inleiding Dit artikel bevat eenige bizonderheden over het huiselijk leven van den boerenstand in het land van Valkenburg, Oostenrijksch gebied, op het einde der vorige eeuw. Men weet dat onze provincie destijds verdeeld was in vele districten, behoorende aan verscheidene regeeringen; zoo behoorde het dorp Oirsbeek, waarover wij gaan spreken, tot het gebied des Keizers, als regeerende vorst der helft van het land van Valkenburg. De omstandigheid, dat deze aanteekeningen betrekking hebben op een toestand, die juist in den loop van dit jaar (1889) een eeuw oud is geworden, heeft ons op het denkbeeld gebracht, om een en ander uit dit register over te nemen, en in een nieuw kleed te steken. Deze bizonderheden werden in de maand September 1848, uit den mond van een achtbaren inwoner der gemeente Oirsbeek, die den 11 Juli 1855 aldaar in den ouderdom van 82 jaren overleden is, opgeteekend. Zijne mededeelingen bevatten korte opmerkingen over het huishouden zijner medeinwoners van dit dorp, hunne kleeding, hunne voeding, woning, huisraad, veldarbeid, kerk- en schoolgaan enz. Het dorp Oirsbeek bestond destijds uit eene parochie, waartoe de gehuchten Groot-Doenrade, Klein-Doenrade, Ophoven, Oirsbeek en Gracht behoorden. Het bevatte ongeveer 900 zielen en was hoofdplaats der schepenbank Oirsbeek, bestaande uit de dorpen en parochiën Amstenrade, Bingelrade en Merkelboek. Deze bank en die van Bronshem, (bestaande uit Bronshem, Schinveld en Jabeek) erkenden van oudsher de Schepenbank van Heerlen als hof van hooger beroep. Al deze plaatsen behoorden tot het Oostenrijksch gebied. Maar daarover later; laat ons luisteren naar hetgeen ons de landman over die plaatsen verhaalt.
Het boerenhuis De huisvesting der boeren van dien tijd was niet zoo aangenaam ingericht als nu. De huizen hadden, op enkele uitzonderingen na, geene bovenverdieping, maar bezaten allen een kelder. Elk huis had een voorportaal, de "neere" genoemd, voorzien van twee deuren, waarvan de buitenste bestond uit eene deur met klopper in eene boven- en benedenhelft verdeeld. Naast de keuken bevond zich de groote zitkamer en verscheidene slaapkamers, voorzien van houten bedkoetsen of met gordijnen omhangen slaapsteden. De groote zitkamer was veelal met plavuizen of met planken bevloerd en zuivertjes met wit zand bestrooid; zij werd alleen als receptiezaal voor de vreemden en op de zon- en feestdagen gebruikt. De keuken had een aarden vloer of was voorzien van een mozaïekvloer gemaakt met kleine ronde steentjes. De zolders dienden om er de granen te bewaren. Vele huizen waren gebouwd van leem en vlechtwerk en hadden kleine vensterramen met ruiten in lood ingezet. Deze huizen hadden aarden vloeren en waren in den regel van binnen en van buiten zuiver gewit; enkele arme hutjes echter waren zelfs van binnen niet gewit en hadden geen schoorsteen; dit was evenwel een zeldzaam geval. De meeste huizen waren groote gevaarten met stroo gedekt en gelegen rondom eene mestvaalt, waarin de mest, het stal- en regenwater te zamen vloeide. Om dezen vierhoek lag de huizing langs de straat, de schuur daar tegenover en links en rechts de stallen.
de Post  De briefbode verscheen niet dagelijksch in het dorp zoo als nu, maar dan alleen wanneer te Sittard op het kantoor der firma Thurn en Taxis, een brief of pakket ter bestelling werd gegeven, hetgeen binnen de veertien dagen wel eens gebeurde; brieven die men schreef moest men zelf te Sittard op het postkantoor bezorgen. Kranten en nieuwsbladen kende men niet; het jongste nieuws vernam men in de stad of van de marskramers en van de "kinken", die met hunne kleine paardjes en karretjes naar Aubel of naar Kerkrade reisden. De kennis van den boer reikte doorgaans niet verder, dan den gezichteinder van zijn dorp; wat daar buiten lag bleef hem in den regel vreemd. Van daar dat hij zich te midden zijner familie, vrienden en huisgenooten gelukkig bevond, en zich over den loop van het ondermaansche weinig bekommerde. Zijne voornaamste lectuur was de Geschiedenis van het oude en nieuwe Testament, de Handpostille van pater van Cochem, de werken van pater Poorters, de geschiedenissen van de vier Heymons-kinderen, Reynard de Vos, Uilespiegel en andere boeken van dien aard. de Kerk Aan het hoofd der parochie stond de pastoor, een man die zich door studie, leefwijs en kleeding van het overige der bevolking onderscheidde. Met den scholtis, die een rechtsgeleerde was, werd hij als den drager der wetenschap beschouwd. Hij kende buiten zijne moedertaal Latijn, Grieksch en Fransch, bewoonde een gesloten huis, waar men niet binnen kon zonder te bellen en droeg in den regel zwarte kleederen. Met de boeren had hij evenwel dit gemeens dat hij, gelijk zij, akker dreef en vee hield. Te Oirsbeek stond, tusschen de "weem" en het kerkhof, de pastoriehof voorzien van kerkelijk grondgebied. De pastoor van dit dorp, die ongeveer veertig morgen grond bezat, had twee paarden, voorts koeijen en schapen en hield er een flink dienstpersoneel op na, bestaande uit twee knechten en twee meiden; hij schoor heerlijke veldvruchten, zoo schoon, dat de boeren er over watertanden en had het schoonste vee van het dorp, want zijn akker was eene modelcultuur, die om den prijs kon dingen. Bernard Franzano, zoo heette de pastoor, was geboortig uit Bonn, preekte en catechiseerde in het hoogduitsch, eene taal, die op de school geleerd werd, en door het volk, even goed als het Nederlandsch, begrepen werd. Hij was een lange magere man, met gespen op de schoenen, droeg eene korte broek van zwart manchesterstof; een blauwen of zwarten lakenschen jas en een steek. Op de wandeling ging hij geregeld met een rieten stok gewapend en zijn brevier onder den arm; wanneer hij in zijn boek las zette hij een knipbril op de neus, met groote ronde glazen. De pastoors van Oirsbeek waren kloosterlingen behoorende tot de orde van Premonstreit, die sedert eeuwen deze parochie bediende; zij werden benoemd door de adelijke kloostervrouwen van St. Gerlach. Franzano was een kloosterling uit de abdij van Knechtstede, bij Duren. Hij schijnt liefhebber der jacht geweest te zijn, want in mijne jeugd heb ik hooren vertellen, dat hij bij vergissing - de man was sterk bijziende - de koe van den veldbode een oog uit schoot, eene daad, die hij voor de schepenbank van Oirsbeek moest verantwoorden en waaruit een lang proces ontstond. De kerkeraad bestond uit den pastoor en twee leeken, waarvan een ontvanger der kerk was. De jaarlijksche rekeningen der kerk en van den arme, werd met die der gemeente onderzocht op een der jaargedingen, wanneer het volk onder de groote linde bij het kerkhof met den klokkenslag vergaderd was en goedgekeurd. De kerk werd niet getimmerd of hersteld uit bijdragen door de regeering en de provincie geleverd, maar uit de tiende en uit de goederen van kerk, pastorie en gemeente. Zoo moest de tiendeheffer zorgen voor den middenbouw der kerk en voor de meubelen, de pastoor voor het koor en de gemeente voor den toren. Volgens deze regeling werd in 1515 de schoone toren onzer kerk door de landlieden gebouwd, terwijl de nieuwe kerk, die in 1830 werd getimmerd, uit allerhande subsidiën, bijdragen en ondersteuningen is tot stand gekomen. Door de tienden af te schaffen en de kerkelijke goederen te verkoopen heeft de fransche Republiek noodzakelijk op dit punt een geheel andere toestand in het leven geroepen. Naast de kerk lag het kerkhof, waarop elke familie der parochie haar afzonderlijk plekje grond ter begraving harer leden, ter beschikking had, gekenmerkt door een of meerdere kruisen der familie met inschriften. Ook dit gebruik hebben de Franschen afgeschaft, zoo dat nu alle lijken van oud en jong, rijk en arm, naar rij en rangregeling, moeten begraven worden. Ook in de kerk werd begraven op het koor bevond zich de begraafplaats der pastoors en der overige geestelijken van het dorp en daar waar de Heer der plaats inwoonde, werden de leden dezer adellijke familie op het koor voor het Hoogaltaar begraven. De dorpsheeren bezaten ook het recht van een gestoelte op het koor te mogen plaatsen, voor hun gebruik gedurende de kerkdiensten, en de pastoor moest hun op de zondagen voor de Hoogmis het wijwater toereiken met den kwast, vooraleer de gemeente daarmede gesprenkt werd. In de overige gedeelten der kerk werden de voorname leden der parochie, tegen betaling, ter aarde besteld. Buiten de kerk waren in onze streken ook kapellen en kruisen geplaatst langs den weg. Deze stonden meestal daar, waar twee wegen zich kruisten en werden opgericht tot aandenken aan het lijden van den Zaligmaker der wereld. De kruisen, die zich niet op kruiswegen bevonden, duidden meestal aan, dat daar ter plaatse een doodslag of een groot ongeluk had plaats gehad. De eerste soort kruisen waren van hout en stonden onder een prieel van linden, de tweede soort was van steen en voorzien van een inschrift, het ongeluk, wat had plaats gehad, omschrijvende. De kapellen in het veld stonden in betrekking met de talrijke processiën die voor de fransche republiek op de dorpen plaats hadden. Zoo word voor deze kapellen door den pastoor, op St. Marcus en de Kruisdagen, Gods zegen over de te velde staande vruchten der aarde afgebeden, en bij gelegenheid der groote processie van het H. Sacrament dienden zij tot rustplaatsen.
Deftig werden zij bij gelegenheid der H. Sacraments processie opgeknapt; de jonge meisjes brachten bloemkransen en versierden het altaar en het binnengebouw; de jongelingen haalden groene takken, die langs den weg geplant werden. Overal waar de processie voorbijtrok werden de huizen versierd, de straten gelijk gemaakt, kronen en kransen gehangen boven den weg, eerebogen opgericht en de grond met zand en bloemen bestrooid. Bloemen en brandende kaarsen werden voor de vensters geplaatst. Bij die gelegenheid was het kermis in het dorp. De schutterij "trok op" en voegde zich gewapend bij de processie als eerewacht, vreugdeschoten werden gelost, en de fanfare-muziek, bestaande uit jonge lieden uit den omtrek, speelde hare schoonste stukken, bij elke kapel. Deze plechtige processie, gemeenlijk "de Bronk" genoemd, trok over het gehucht Gracht, langs den Hagendoorn naar Groot-Doenrade, bezocht de slotkapel van Klein-Doenrade en keerde over de buurt Ophoven naar Oirsbeek terug. Ten twaalf ure voormiddag was de stoet wederom in de kerk; een laatste gebed werd verricht, en de landman trok aangenaam aangedaan door de plechtigheid van den dag zich in zijn huis terug, waar hij met zijne genoodigde gasten en vrienden aan de kermis-tafel ging aanzitten. Zoo werd bij onze voorouders het goede, het vrome, het nuttige en het aangename op de schoonste wijze vereenigd. Geneeskunst Te Oirsbeek was destijds noch geneesheer noch chirurgijn gevestigd. De vroedvrouw, om zich te bekwamen moest in de leer gaan bij een chirurgijn. Zij legde, voor dat zij haar ambt aanvaarde, den eed af in handen van den pastoor, zweerende dat zij hare betrekking met zorg en vlijt zou bedienen en acht geven dat aan de kinderen, die zij verzorgde, bij tijds, het H. doopsel werd toegediend. Kleding De kleeding van het landvolk - zoo verhaalt onze berichtgever - was in en even voor het Patriottenjaar 1789 zeer eenvoudig. Men droeg sterke kleederen, die jaren duurden, want de onduurzame stoffen en kleederen uit onzen tijd, door de fabrieken geleverd, waren toen nog niet bekend. Op de werkdagen droegen de mannen op het hoofd linnen of wollen mutsen, blauw of bont gekleurd met zware "floezen" of kwasten aan het eind. Eene andere hoofdbedekking was de steek of drieteut, welks breede boord of luifel door een paardenharen strik boven op het hoofd werd vastgebonden. Wanneer het regende liet men de strik los en de breede rand van den hoed, tot op de schouders vallende, diende dan tot regenscherm. Petten (patschen) en cilynderhoeden kende men niet. Om den hals droeg men geene halsdoeken. Alleen bij regenweder of in winterdag bond de boer zijn rooden neusdoek om den hals. Regenschermen kende men ook niet. De eerste parapluie, die in het dorp te voorschijn kwam, had de heer pastoor in 1808 te Aken gekocht. Het duurde echter lang voor en aleer de andere bewoners zijn voorbeeld volgden. De oudste parapluies waren grooter dan die van onzen tijd. Men moest ze, als het regende, met beide handen vasthouden en een huishouden van enkele leden zou er onder hebben kunnen schuilen. De hemdsboordjes, die den hals gedeeltelijk bedekten, waren van doek of hennep even als het geheele hemd. dit boerendoek werd vervaardigd door de wevers van het dorp uit vlas of hennep, die de landman gezaaid, en zijne vrouw, meid of dochters gesponnen hadden. Het spinnen had plaats in de winteravonden, bij het aangenaam brandend kolenvuur, temidden van den huiselijken kring; soms waren de vrouwlui bij ons met vier "spelen"of spinnewielen te gelijk bezig, want wij waren met acht kinderen en versleten veel aan kleedingstukken en hemden. Ook gebeurde het dat de jonge deernen met hare "spoel" in naburige huizen ging spinnen en zich dan door haren "liefsten of caressant" lieten afhalen; tegen zulk een optreden waarschuwde evenwel de heer pastoor elk jaar in de kerk, bij het aankomen van den winter, als gevaarlijk voor de zeden. Fatsoenlijke jonge dochters bezochten dan ook geene "spinningen of labeijen". Destijds bevonden zich hier in het dorp dertien wevers, die het fijnste pellegoed en "gebeeld" vervaardigden; ook telde men er drie wolspinners van beroep. De kleedij der mannen bestond op de werkdagen, uit lange linnen kielen en rokken of "flankerten" die meestal ongeverfd bleven en er grijs uitzagen. Men droeg op die dagen ook korte broeken, die tot even onder de knie reikten en, noch toegeknoopt, noch toegegespt waren. De koussen (hoozen) waren van wol of linnen , en zoo lang, dat zij tot boven op de broek (culotte), gerold werden ; boven de knie vast gebonden zijnde, werden zij, zoo ver als het ging, over de broek naar beneden omgeslagen. Op de werkdagen droegen de meeste boeren klompen, die van tijd tot tijd met mergel wit geschuurd werden. Ook de werkdags kleederen der vrouwen waren eenvoudig. Op het hoofd droegen zij de zoogenaamde nevelskap, eene bonte, witte of zwarte muts, zonder kant of tulle, die den vorm had van het bovenhoofd en onder de kin met linten werd vastgebonden. Het haar werd even voor en onder dit kapje omhoog gestreken, maar niet op het hoofd gescheiden of "geschegeld". Ook zag men vrouwen die het haar kort droegen, gelijk de mannen, in welk geval het niet omhoog maar tot even boven de oogen omlaag gestreken werd. Zelden hadden de vrouwen op den werkdag doeken om het hoofd; was het koud of regende het, dan sloegen zij een "scholk" of voorschoot om het hoofd en maakten dien met het "schortensnoer" onder de kin vast. Om den hals werden ook geene kanten kraagjes gedragen; tot eenig sieraad strekte haar een gouden, zilveren of koperen kruis, dat aan een zwart lintjen hing. In de ooren hadden zij bellen of groote oorringen van goud of zilver. Aan den vierden vinger der linkerhand droegen de gehuwde mannen en vrouwen den trouwring. De meisjes hadden ook vingerringen, en enkele mannen droegen oorringen als geneesmiddel tegen oogziekte. Op de borst en om de schouders werden door de vrouwen kleine, op den rug gespelde doeken of "plaggen" gedragen. Van veren werden deze doeken bedekt door den boezem van den voorschoot, die op de schouders met spelden werd vastgemaakt. Verder droegen de vrouwen lijfjes met lange "lesschen" en rokken van teertei, katoen of doek. Ook droegen zij evenals de mannen, kousen, klompen of schoenen. In den zomer liepen evenwel vele kinderen en arme vrouwen en meiden "baarsch" of barvoets in de klompen, of op de bloete voeten. De kinderen droegen bij voorkeur teerteie (Dit is een wollen stof met een linnen of hennep binding) kielen, die tot op de voeten hingen, op den rug open waren en om het lijf met een snoer of riem vast gesnoerd werden. Zulke kleeding droegen zij tot hun zevende of achtste jaar, waarop de jongens de broek en de meisjes een lijfje met rok kregen. De teertei was eene stof uit wol, met ketting van vlas, die de boeren lieten weven en bij den verver in de kleur zetten. De zondagskleederen der mannen waren natuurlijk van beter gehalte dan die welke op de werkdagen werden gedragen. Op het hoofd zetten de ouden en de jongen den steek, zelden de muts. In den regel vertoonde ieder de versche sporen van kam en scheermes; behalve de oud soldaten, die den keizer gediend hadden en een bakkenbaard droegen, waren trouwens alle mannen destijds glad geschoren. Eenige jaren later liet men liet haar in de nek lang wassen en men vlechtte daarvan een zoogenaamden staart. Zulk een staart heb ik in mijne jeugd langen tijd gedragen; die dracht was reeds bij het vertrek der Franschen in 1814 afgeschaft. Het dragen van een baard kwam eerst in de dertige jaren dezer eeuw in de mode. Des zondags droegen de mannen om den hals een smal wollen of zijden doek van ongeveer drie meters lang, dat herhaalde malen den hals omgaf, of wanneer het zomer was een witten of zwarten das, of cravatte, die in den nek met een gesp werd dicht gemaakt. Als borstbekleeding werd een zeer lang tot over den buik reikend kamisool, van allerhande kleur, maar meestal geel of rood, gedragen. Dit soort van vest was van eene lange rij koperen of beenen knoopen voorzien; uit den kamisoolzak hing een zware horlogieketting met sleutel en met een grooten edelsteen voorziene brelokken. Over het kamisool droeg men den flankert, een rok met uitgesneden panden waarover reeds gesproken is; deze was van doek, laken, wol, driedraad, katoen of andere stoffen, meestal bont. Beide panden waren van een knoopsgat voorzien, zoo dat zij, op reis, op den rug in de aldaar gevestigde twee knoopen, vastgehecht konden worden. Op zij hadden deze jassen groote "tesschen" of zakken met opzetsels. Aan den hals bevonden zich staande kragen en aan de handen was de mouwopslag voorzien van afhangende slippen, die men "bijltjes" noemde, omdat zij den vorm van zulk een werktuig hadden. De flankert was in den regel voorzien van zes knoopen op de borst en twee op den rug; die van de borst stonden aan eenen kant, op eene rij en correspendeerden met de zes knoopsgaten van den anderen kant. De knoopen waren van hoorn of van koper, in den regel waren zij te groot voor het knoopsgat; er waren er van koper, zoo groot als een stuk van vijffranken, die voorzien waren van schilderijtjes onder glas. Des zondags werden door den welgestelden landman nooit klompen gedragen; hij droeg op dien dag schoenen met zilveren gespen en eene broek van manchester of van trijp met gespen aan de knieën, die broek en kousen vasthielden. De zondagskleeding der vrouwen was destijds als volgt. Op het hoofd droegen de vrouwen bonte, zijden of katoenen mutsen, maar zelden witte, kanten cornetten of tuitmutsjes. Over de muts heen lag een zilveren verguld oerijzer, in den vorm van een reepje, dat de muts op het hoofd moest vasthouden. Arme lieden droegen bij regen of koude over de muts een voorschoot, rijken een zijden of wollen doek. De dames uit de stad droegen een hoed met veelkleurige linten versierd, en wandelden op straat, gelijk de kooplieden, met een stok in de hand. Ook droegen vele vrouwen de zwarte falie, bizonderlijk als ze in de rouw waren. Zulke falie was eene zwarte hul, van zijde of van merinos, zoo groot als een tafellaken, die men over het hoofd wierp en die bijna de geheele persoon bedekte. Men heeft mij wel eens verhaald dat de Spanjaarden, die voor de Oostenrijkers ons land hebben bezeten, het gebruik der falie hebben ingevoerd. De meeste vrouwen droegen des zondags lijfjes met lange slippen en teerteïe, damasten of wollen rokken. Het garen voor die rokken verfden de arme menschen zelve in een afkooksel van den driedoren of van notenbladers. De schoenen der vrouwen waren, gelijk die der mannen, voorzien van zilveren of koperen gespen en hadden lange hakken of "polevijen" van hout, die diepe gaten in den weeken grond maakten. De inrichting van de huizen In het huis zag het er eenvoudig uit. Langs den muur hingen heiligenbeelden, op glas geschilderd, die de Tyrolers en Bohemers rondventten - Deze verkochten ook "strootjes" om onder de kannen en koffiepotten te leggen, uurwerken met een koekoek, die de uren riep en glaswerk van allerlei aard. Vele stoelen waren kleine bankjes zonder leuning en stonden op drie pooten. De kachels bestonden uit zoogenaamde "steufkens" met drie pooten. De schoorsteenmantels waren van groote leufels voorzien, die ver vooruitsprongen. Daaronder brandde een hout- of een kolenvuur. In vele woningen waren de lepels op eene plank gehecht, tusschen een lederen riem, die op verscheidene punten met nagels was vastgespijkerd. Daarnaast stond de "kruikenbank" voorzien met zware steenen waterkruiken, smoutkannen, steenen "zuilen" om er bier in te tappen, bierkannen van tin, en houten of steenen melkbaren. Verder zag men er het "schotelrek" bezet met vele tinnen borden en drinkpotten, en slechts enkele borden van aardewerk of porcelein, want bij onze voorouders was het tin in groot aanzien. Des avonds gebruikte men tweederlei lampen : de staande lamp, rustende op een boogen voet, en de hanglamp, die den vorm had van de graflampjes der oude Romeinen. Deze lampen waren van ijzer, koper of blik. De olie, die in deze lampen gebrand werd, trok de boer uit zijne raap- en vlaszaden. De kleine hanglamp was in den regel gehecht aan een stok die op een voetstuk stond en "lampengek " genoemd werd. Om de lamp hooger of lager te hangen waren gaatjes in dezen stok geboord. Meer deftig dan de lamp was de "reuten kaars" ook vetkaars genoemd, die erg flikkerde en daarom met een snuiter of "smokscheer" van tijd tot tijd moest gesnoten of afgeknipt worden. Om vuur te maken bediende men zich van steen en staal. Dit vuur werd 's morgens geslagen boven een stuk gebrand linnen (baand) dat in eene doos lag, genoemd de "baandschetel" of tinteldoos. Wanneer deze baand had vuur gevat, werd een ouderwetsche zwavelstok (hennepstroo) of een gesolferde snipper aangestoken. De manier om vuur te maken door middel van een lucifer was toen gewis nog niet bekend, want de eerste doosjes met lucifers zijn hier in het dorp eerst in het jaar 1840 in gebruik gekomen. Zij hadden aanvankelijk niet veel opgang wegens den hoogen prijs, want een klein doosje kostte tien centen. Ik heb hooren vertellen dat reeds een jaar vroeger namelijk in 1839, de belgische senateur graaf J. B. d 'Ansembourg, te Amstenrade, een doosje lucifers heeft mede gebracht toen hij uit Parijs terugkeerde van zijne reis, om Limburg voor België te bewaren. In allen gevalle werden op het diner, dat gemelde graaf bij die gelegenheid gaf; cigaren rond gedeeld, die met lucifers werden aangestoken. de Landbouw Een der voornaamste zaken, die de Zuid-Limburgsche boer dient in het oog te houden is de akker. De akker is de spil waarom alles draait; weilanden kunnen enkel aangelegd werden in de dalen; akker drijven kan men overal, in dalen, op bergen en in de helling. Maar levert die akker weinig op, of kan men den overvloed van het geteelde niet kwijt raken, dan kan de boer geen zaken doen en het gaat hem slecht. De graanschuur was dan ook een der voornaamste gebouwen eener boeren hofstede, meestal was zij hooger getimmerd dan het woonhuis en de veestallen. De toegang had plaats door eene hooge breede wagenpoort, waarin voor de voetgangers eene deur werd gemenageerd. De schuur bestond uit den "den" of dorschvloer en den .... (tekst weggevallen). In den "den" werden bij winterdag, wanneer de veldarbeid was afgeloopen, het graan met den vlegel gedorscht, met den wan gewant of met den graanmolen van kaf en "spik" gezuiverd. Toen kende men nog niet die kostbare dorschmachinen, welke reeds hier en ginder in gebruik beginnen te komen, het stroo verderven en het dorschen dreigen te niet te doen. De boer was zoo zeer overtuigd van de waarde van zijn akker, dat hij op Palmzondag, wanneer de palmen gezegend waren in de kerk, den tweeden palm, dien hij brak, in zijne schuur plaatste; de eerste was voor zijne huiskamer en werd gestoken onder het wijwatersvat en de derde in de stallen. Daarna trok hij met vrouw en kind naar den akker, en stak een palm op elk stuk grond en in elken boomgaard en in elken akker en in elken beemd, die hem toebehoorde. Het gebruik om alles door den geestelijken te laten inzegenen, wat voor zijn huishouden diende, had de boer van zijne voorouders en wordt ook nog heden trouw gevolgd. Zoo wordt nog heden in dit dorp, bij gelegenheid van O. L. Vrouwe Hemelvaart, de "Kruitwisch" gezegend, bestaande uit een bos van bloemen die 't oog van den mensch verkwikken, uit korenaren die ons het dagelijksch brood opleveren, uit reinvaren en bijvoet die dienden en nog dienen als de genees- en heelmiddelen en uit donderkruit hetwelk men bij onweer als behoedmiddel op het vuur wierp; zoo werd vroeger ook nog te St. Jan in den winter wijn gezegend en de St Johansminne gedronken, opdat God ook den drank, die de mensch gebruikt, mag doen tot voordeel strekken en onschadelijk maken voor de gezondheid. Maar keeren wij naar ons onderwerp terug. De handel in granen en vee was in de laatste jaren, die den patriottentijd vooraf gingen, zeer slap en onbeduidend. Te Maastricht was weinig handel; voor ons inwoners van het Oostenrijksch gebied bestond het bezwaar der tollen en der grenzen: Maastricht was Hollandsch. Wij waren dus genoodzaakt onze granen naar Aubel ter markt te brengen, niet met de kar, maar te paard, de tarwe in zakken op den rug van het paard, want de wegen waren te slecht, om per as te worden bevaren. Ik herinner mij, dat op één dag, het was in 1783, ik was toen een jongen van negen jaren, een paar onzer knechten van den Aubeler markt te huis kwamen, van het hoofd tot de voeten met slijk bespat; de paarden waren niet minder bekaaid. De meesterkneeht, een oude getrouwe des huizes, trad voor mijne moeder en telde haar het geld. - "Wat kost de tarwe, Meltser" - "Vier kronen de last, vrouw", antwoordde Meltser. "Nu, dan keert gij Donderdag terug!" Welke kleine som voor zulk een reuzenarbeid! In den akker zaaide men wintergranen, beurtelings tarwe of gerst, daarna rogge en eindelijk zomervruchten, zoo als wortelen, beetwortels, hennep, vlas, raapzaad, haver, boonen, boekwijt, erwten enz. Zoo als wij boven reeds vermeld hebben, werden maar weinig aardappelen geplant; men kende de goede hoedanigheden van dit knolgewas nog niet. Ook cultiveerden de boeren toen veel hop die ten deele diende tot het brouwen van bier en ten deele om verkocht te worden. Elk welgezeten landman bezat een hoppetuin, die in het najaar honderde, ja duizende ponden fijne hop opleverde. Al deze vruchten betaalden tienden. De groote tiende van het dorp behoorde aan de kloosteroverste der adelijke proostdij van St Gerlach, bij Valkenburg, die ook den pastoor benoemde. Dit klooster bezat alhier ook eene pachthoeve, geheeten de Tienhof, wellicht omdat de tiende door den pachter dezer hoeve in voortijden werd ingeschuurd; maar op het laatst der vorige eeuw was dit evenwel het geval niet. De tiende werd toen in verscheidene "klochten" in het publiek verpacht. De tiendeheffer trok jaarlijks den elfden schoof op het veld en had aldus in het elfde jaar de geheele opbrengst van één oogst uit den vertienden akker. Dit had ten gevolge dat de landerijen der tiendepachters in goeden staat bleven, terwijl de overige boeren, bij gebrek aan mest, een deel hunner landerijen moesten braak laten liggen. Op eene hoeve van 70 bunders bleven steeds 10 tot 13 bunders uit gebrek aan mest onbezaaid. Dit was het treurig gevolg der tiendeheffing. Men moet evenwel niet gelooven, dat in zulke toestand eene onrechtvaardigheid plaats greep. De gronden waren ingedeeld, in vertiende en onvertiende dat is tiendevrije akkers en hij die een stuk kocht, waarop tiende gevestigd was, wist zeer goed welke last op dien grond drukte en kocht dus dit stuk grond, naar gelang, goedkooper. Verreweg de meeste pachters huurden de akkergronden voor de helft der opbrengst "van de harde vruchten" dat is koren, tarwe, gerst, boonen, haver en boekwijt. De overige vruchten, alsook het stroo, bleven ten voordeele van den huurder, dien men "halfen" dat is halfwinnaar noemde. De weilanden, boomgaarden en beemden werden in geld verpacht. Zij die eene hoeve in geldpacht namen betaalden 25 tot 30 gulden luiksch voor het bunder, alles dooreen gerekend. De huizing, schuur en stallingen der hoeve waren in die som begrepen, want zij werden zelden afzonderlijk verhuurd. De Luiksche gulden had destijds de waarde van 56 Nederl. centen. Op den mesthof van zulke boerderij liepen in den regel groote kudden eenden en ganzen, die jaarlijksch geplukt werden en fijne bedvederen aanboden; kippen die eijeren en kiekentjes ter verkooping opleverden; kalkoenen (schroeten) meer gekweekt uit weelde dan voor het nut. Natuurlijk trof men er een zeker getal koeijen en paarden naar gelang der uitgestrektheid der boerderij. De boer hield in den regel een paard op de zeven of acht bunders beakkerden grond; zoo had mijn vader, toen wij op de groote hoeve van het slot Hoensbroeck woonden, die 124 bunders groot was, in den regel 16 tot 17 paarden, waarvan er regelmatig 12 op den akker werkten. Onze akkers bevatten ongeveer 90 bunders land dat beploegd werd, de rest waren beembden, weilanden of broekgronden. Bij den boer der vorige eeuw werden varkens in grooten getalle aangekweekt. Deze werden toen niet, gelijk nu, in stallen opgesloten, zonder ooit de vrije lucht te zien, maar liepen onder de hoede van een waakzamen varkensjongen, langs wegen en stegen, overal etende vroetende, waar iets te vinden was. Als het graan ingeschuurd was, werden zij gehoed op de "stoppelen" en wanneer in het najaar de eikelen rijp waren, trof men gansche kudden tusschen het hout in de bosschen. Nog één voornaam vak van nijverheid voor den vroegeren landman was de schapenteelt. Dit moet ons niet verwonderen, want toen leverde het schaap de wol aan onze spinners, het garen aan onze wevers en de kleederen aan de mannen en de vrouwen in het algemeen. Heden treft men nog drie of vier kudden in ons dorp, terwijl er vroeger wel dertig kudden langs de heuvelen graasden. Men hoorde toen de "schepers" om strijd op hunne "zijfluiten" of dwarsfluiten blazen, als of wij in den tijd van Virgilius leefden. Het zoete spel der herdersfluiten heeft mij als kind, dikwijls in zomertijd bij het dalen der zon, wanneer de kudden, omgeven door eene stofwolk naar de stallen spoedden, in eene opgewekte stemming gebracht. De fluit spelende trok de "scheper" aan het hoofd zijner kudde, als een generaal aan het hoofd van zijnen staf; het dorp binnen. Eindelijk moeten wij nog van éénen tak van landbouwbedrijf gewagen die nu geheel in verval is geraakt, namelijk de bijenteelt. Ik weet niet of er nog "bijenhallen" in het dorp aanwezig zjn, maar in mijne jeugd waren er vele. Men maakte toen veel geld uit den honig en het was; ook meende men dat de bijen de vruchtbaarheid der planten bevorderden, doordat zij de bevruchtende stoffen van de eene plant naar de andere droegen. Het is zeker, dat het afschaffen der bijenteelt ons dorp geen voordeel heeft gebracht. In mijne jeugd bevonden zich veertig tot vijftig bijenhallen in het dorp, gezamenlijk bedragende 500 of 600 zwermen. Wanneer het jaar voor die teelt aan den boer niet voordeelig toescheen, liet hij den oogstwagen in gereedheid brengen en vervoerde een gedeelte der korven of "karen" naar de heide, waar de thym en de heideklokjes bloeiden. De kostscholen, waarheen dan onze zwermen gezonden werden, waren meestal de heide van de Trebeek, die van Broushem en die van Asch, bij Mechelen, over de Maas. Na eenige weken in het buitenland verkeerd te hebben was de korf geheel of gedeeltelijk met was en honing aangevuld. Hij werd dan teruggehaald en de bijtjes werden gedood. De teelt der bijen was bij onze voorouders eene zaak die aan het goede vertrouwen van het publiek, zonder achterdocht op diefstal of schade werd toevertrouwd. De zwermen bleven in de heide, onbewaakt, en soms ver der woonhuizen rusten, zonder dat er aan getornd werd. Maar men moet weten, dat het stelen van een bijenkorf toen met de dood gestraft werd. Ik herinner mij nog dat een landlooper, genoemd Hoenderdrik, in 1790 aan de galg werd geknoopt, omdat hij eene bijenhal had bestolen. Boter en kaas werd meestal gemaakt voor eigen provisie; was er overvloed, dan werd die naar Aken, Sittard of Aubel naar den markt gebracht of aan rondreizende opkoopers verkocht. Onze boomgaarden, meestal langs de heuvels gelegen, brachten niet altijd eene voldoende hoeveelheid gras voort, om de boter- en kaascultuur aan den gang te houden, maar zij leverden ons van tijd tot tijd een ruimen oogst aan appelen en peeren op. De Spaansche dorpen van het Land van Valkenburg, hadden wegens de lekkere appelsoorten en den rijken oogst dezer vrucht eenen goeden naam. Vele appelen werden aangekocht door lieden uit de Kempen, van Bree, Maaseijk en Peer. Uit de fijne appelen werd cider geperst en uit de overigen azijn. Uit de peeren en zoete appelen en soms ook uit wortelen (moeren) werd stroop of "zeem" vervaardigd die ook een handelsartikel was, dat veel werd gezocht. Ten slotte moeten wij hier nog aanstippen dat bij den Valkenburgschen boer "den onjeren" of zoo als de Hollanders zeggen de sçhofttijd begint den eersten Mei en eindigt met St. Gillis, den 1 September. "Onjeren" heet men den tijd van middag tot twee uren, waarvan de knechten en werkboden gebruik maken om te slapen of uit te rusten. Om St. Remeys begonnen de snijders, schoenmakers, naaisters en schrijnwerkors, die bij den boer in huis werkten des avonds bij het licht te arbeiden. Te St. Remeys venanderden ook de knechten en meiden van huur en plaats. Om St. Andries betaalden de boeren hunnen pachtprijs en om half Maart vertrokken de Halfens" van de pachthoeven. Rechtspraak Hierboven hebben wij gezegd dat de bank Oirsbeek grooter was dan de parochie en zich ook over de dorpen Amstenrade, Bingelrade en Merkelbeek uitstrekte. Aan het hoofd dezer bevond zich een scholtis, die den titel van drossard voerde, omdat hij het geheele graafschap Geleen en Amstenrade, in naam van den graaf regeerde. Deze was de hoogste ambtenaar, in het crimineel en fongeerde tevens in het civiel. Zijne betrekking omvatte onze tegenwoordige ambten van rechter en burgemeester. Als rechter hing hij de processen aan, zoowel in het civiel als in het crimineel; hij zat de rechtbank voor en voerde de vonnissen uit. Als drossard fongeerde destijds wijlen de heer Nicolaas Frans Joseph Strens, wonende op de Dael te Nuth. Deze was in 1785 opgevolgd aan Karel Lotharius de Limpens van Doenrade, een streng man, die zich in de vervolging der dievenbendende, Bokkenrijders genaamd, zoo gehaat had gemaakt, dat men hem, zoo als de faam verhaalt, het leven benam, door een brief, die zwaar vergift bevatte. De secretaris der bank was Gerard Lindemans, te Douve-en-Genhout. De drossard werd bijgestaan door zeven schepenen, die in rechtszaken het oordeel uitspraken en in de regeering der bank den drossard, als gemeenteraadsleden, ter hand stonden. Zij werden door den Graaf benoemd en legden bij het aanvaarden van hun bediening den eed af, van eerlijk en trouw hun ambt uit te zullen oefenen. De gerechtsbode bracht de citatiën rond en kondigde de vonnissen af; de veldbode lette op de overtredingen, die op den akker tegen de dorpsreglementen plaats hadden. Wanneer een misdadiger tot opsluiting was veroordeeld werd hij te Amstenrade, in de kelders van het kasteel gekerkerd. Was de straf zacht dan werd hij niet gekluisterd; was zij echter wegens zware misdrijven toegepast, dan werd de gevangene met ketens aan een blok gehecht en kon zich geene verdere beweging geven dan die welke de kluisters hem veroorloofden. Werd een groot misdadiger door de schepenbank ter dood verwezen, dan werd hij volgens het strafwetboek veroordeeld tot de galg, de onthoofding, het rad of den brandstapel. De galg was de zachtste straf voor ter dood veroordeelden; het schavot werd meestal toegepast op adelijke en hooggeplaatste personen, die met de bijl werden onthoofd. Het rad was eene zeer zware straf; de veroordeelde werd op de spaken van een karrerad gebonden, en indien hem de rechtbank niet, wat men noemde "le coup de grace" of den genadeslag verleende, dan werden hem, terwijl hij nog leefde, door den beul de armen en beenen met een zwaar ijzer gebroken eerdat hem het hoofd werd afgeslagen. De genadeslag was een stoot op het hart, die voornoemde folteringen voorafging en een einde aan zijn leven maakte. Even zwaar als het rad was de straf van den brandstapel. Deze was van tweederlei aard ; wanneer iemand eerst gedood en dan verbrand werd, kon de straf genadig genoemd worden. Maar het levend verbranden, was eene vertooning, buitengewoon akelig, die ik nooit gezien heb, maar waarvan ik dikwijls heb hooren spreken. De verbranding geschiedde op een hoop schansen of takkebossen, waarop de lijder met ijzeren ketens aan een zwaren paal gebonden, in eene hut van planken of van loof, gekneveld lag. Om het gekerm en geschreeuw te verdooven werd gedurende de vonnisuitvoering de trom geroerd. Maar zeggen wij ter eere van den anders noch al veel en met recht gehekelden keizer Joseph II, dat hij in zake van strafrecht veel goeds heeft verricht. Onder zijne regeering werden de pijnbank en de doodstraf bijna niet meer toegepast. Genade ging toen boven recht. Het galgeveld onzer heerlijkheden en banken lag in den regel op de grens van het dorp, om ook daar - zoals men zeide - de jurisdictie van den dorpsheer, te doen erkennen. De galg der bank Oirsbeek stond achter Amstenrade, in de Trebeek, op de grens van Heerlen. Zij die tot de geeseling, de brandmerk, de galg of het rad waren veroordeeld werden op eene kar daar henen gevoerd ; voorop ging de gerechtsbode, dragende als teeken dat de justitie gebannen was, de roodgeverfde justitieroede, een doornen stokje, van anderhalf el lang, met gouden eikels beladen. Dan volgde de drossard met de schepenen; rond om de kar schaarde zich de schutterij uit de parochie van den veroordeelden, met geladen buks en hanenveders aan den hoed. Het vaandel en de trom waren met rouwfloers bedekt. De tamboer sloeg een treurmarsch. Op de gerechtplaats aangekomen vormde de schutterij een ring om de galg; het van alle zijden toegestroomde volk werd op een afstand gehouden. Dan las de drossard het vonnis aan de menigte voor, de veroordeelde klom op de ladder en wanneer de drossard de justitieroede ter hand nam en die liet zinken, viel de strop. Onze gemeente had geen beul; wanneer eene executie plaats had werd de scherprechter uit Aken ontboden, die in de Trebeek zijn ambt uitoefende. Dit gebeurde nog al veel ten tijde, dat zich de ongelukkige bende der bokkenrijders alhier gevestigd had, want toen moest menige verarmde landman, schuldig of onschuldig, onder de roede door van een al te strenge rechter. Er is geen twijfel of destijds werden vele menschen onschuldig vervolgd of te hard gestraft, enkel omdat de regeering besloten had deze bende dieven met kracht te vervolgen en uit te roeijen. Deze gestrengheid zal een schandvlek blijven voor de Oostenrijksche en voor de Staatsche Justitie van dien tijd in het land van Valkenburg. Wij sluiten deze korte bemerkingen over de Justitie met het verhaal van het mislukte verbranden van een oud Zigeuner wijf, hetwelk in mijne jeugd voorviel en waarvan mij mijne moeder dikwijls vertelde. Het luidt als volgt: Op eenen Zondag der maand September 1778, bij het eindigen der hoogmis, verschenen te Amstenraedt een vijftigtal landloopers met vrouwen, kinderen, honden, kippen, paarden en voertuig, bekend in ons gewest ouder den naam van Tateren. Deze lieden, wier industrie bestond in waarzeggen, goochelen, bedelen en stelen, lieten in den dorpe uittrommelen, dat eene oude vrouw van hunnen troep, die zij onder veel gedruisch op eene kar rond voerden, des namiddags in de naburige heide zou verbrand worden, Omdat zij pligtig was aan tooverij. Zij zelf had trouwens verklaard het leven moede te zijn. De nieuwigheid dezer zaak bragt het volk in beweging; des namiddags togen de Amstenraeders naar de heide; de deuren werden gesloten en geen oud wijf bleef achter, om het huis te bewaren. Daar, in de Trebeeksche heide, te midden van honderde toeschouwers begon het slimme volk der Taters eenen grooten houtstapel aan te leggen, waarop de oude tooverheks, naar ouder zede, den dood des vuurs zou sterven. De voorloopige arbeid was voltrokken, en het slagtoffer, de armen op den rug gebonden, lag reeds op den houtstapel. Maar nu kreeg de levensmoede berouw over het gedane. Zij begon te protesteeren, te weenen en te roepen, dat zij het leven nog niet moede was, dat men haar nog een jaarken mogt sparen, zij zou dan wel van zelf sterven. Het publiek tot medelijden opgewekt begon te murmureeren, de veldbode trad tusschen beide en de Tateren lieten de oude tooverkol los. Lachende over de mystificatie keerden de bewoners naar Amstenrade terug. Daar werden zij toeschouwers eener nieuwe komedie, want de meesten hunner woningen waren bestolen. De geheele bevolking van Amstenrade was beetgenomen. Belastingen De belastingen werden ingebeurd door eenen schatheffer, die veelal den naam van borgemeester of dorpsmeester droeg. De grondbelastingen waren gering, ik meen twee tot vier schellingen per bunder; daaruit werden niet alleen de landslasten maar ook die der gemeente betaald. Moesten voor den keizer of voor de gemeente bizondere lasten uitgeschreven worden, dan steeg deze som, enkel voor dit geval, maar men keerde daarna tot dezelfde taxe terug. De schatheffer stortte de geheven rijkspenningen bij den landsrentmeester van het land van Valkenburg, zijnde een soort betaalmeester door de regeering aangesteld. De schat, werd jaarlijksch in eene publieke vergadering, die te Oirsbeek onder de kerkhoflinde werd gehouden, in tegenwoordigheid van pastoor, schout en schepenen omgeslagen. De reclames werden op staanden voet voor het volk gedebatteerd, en bij geval van oneenigheid naar het schepengerecht verweezen. Zoo als men ziet bezat het gemeentewezen bij onze voorouders meer vrijheden, dan men in het algemeen zou denken; men leefde gemoedelijk te zamen, zonder zich veel te pijnigen met een hoogen omslag. Er werd niet veel gedaan, maar er werd ook weinig betaald; elke gemeente vormde hare teering volgens hare neering en men liet in den regel alles bij het oude. Eten en drinken In de vorige eeuw dronk men in het land van Valkenburg bijna nooit in het morgenuur koffie, zoo als nu; maar men nam als morgenbrood: pap, zoete melk, karnemelk, bierpap, soep met groenten, erwten- of boonensoep, of ook wel eens een glas bier met eene boterham, besmeerd met kaas of boter. Van daar, dat op vele dorpen nog heden het verorberen van het morgenbrood, "de soep eten" genoemd wordt. Bij het middagmaal werden maar zelden aardappelen gebruikt. Bij gelegenheid der kermis of van eene bruiloft werd wel eens eene portie aardappelen voorgezet, die men meestal in den tuin, maar zelden in het veld aankweekte. Men at kool (moes), wortelen (moren) pastenaken, boonen, erwten, zuurkool enz, Ook de vorken of fourchetten waren maar weinig in gebruik; men at met houten- of tinnen lepels en het vleesch werd op een stuk brood aan reepjes gesneden. Varkensvleesch was de gewone kost, en des vrijdags eijeren; het zoogenaamd versch of zoet vleesch van runderen, schapen enz. kwam alleen bij feestelijke gelegenheden, wanneer er kermisgasten verzocht waren, op tafel. Men at in den regel wat de boerderij gaf en daar men maar weinig kon verkopen, leefde de boer met zijn huishouden er goed van. Des avonds werd wel eens opgewarmde "potagie" van den middag voorgezet; ook at men des avonds dikwijls salade met een bijvoegsel van saus, maar zelden aardappels; daarna volgden eene boterham en bier. Uit het menigvuldig verbruik van salade bij het vesperbrood stamt nog heden de gewoonte van het avondeten "de salade" te noemen. De voorname boeren gebruikten tafellakens en servetten en aten uit afzonderlijke borden van tin of porcelein; maar bij den gewonen boer tastten al de dischgenooten, knechten, meiden en kinderen in de gemeenschappelijken schotel van Bronshemer aardewerk, die in het midden op de tafel stond. De meester en zijne huisvrouw zaten de tafel voor en aten evenwel dikwijls uit afzonderlijke borden of telders (taljoren). In vele huizen was de eettafel tegen den muur door middel van scharnieren gehecht, zoodat zij, beurtelings buiten dienst kon gesteld en neergelaten worden. Ook had men in enkele huizen zware eiken tafels, waar men geen borden op zette, maar die voorzien waren van diepe kuiltjes in den vorm van een bord, waaruit meestal de kinderen aten. Na het gebruik werden deze kuiltjes met warm water netjes uitgebroeid en gereinigd. In andere huizen heb ik gezien, dat deze kuiltjens dienden om er de kinderschoteltjes in te zetten, zoodat deze niet van den disch konden gestooten worden. De twee hoofdmaaltijden 's middags en 's avonds begonnen en eindigden met het kruisteeken en een gebed. Thee werd er alleen door zieke lieden gedronken; die thee werd geplukt op den theestruik in de tuinen, of werd gemaakt van gedroogde camillen, vlierbloemen of lindebloem. Het thee drinken, op zijn Hollandsch, is in deze streken nog heden niet bekend. Koffie werd meestal des zondags gebruikt en wanneer er visites kwamen. Jenever dronk men maar weinig en meestal des morgens; het drinken van wijn gebeurde alleen in de herberg, daar de boeren in den regel geen wijn in den kelder hadden. De voorname volksdrank was het bier; men dronk bier bij alle gerechten en op alle uren van den dag. Elke welgestelde boer brouwde zelf zijn bier voor het huishouden; in een gedeelte van het huis ko n men dan ook zeker de brouwpan en somtijds daarnaast eene jeneverstokerij vinden. De herbergen moesten zich voorzien van bier in het "bannale panhuis", eene brouwerij, die te Oirsbeek tegenover de kerk lag, en aan den prins De Ligne, als heer des dorps, in eigendom behoorde. Het bier, uit dit panhuis arkomstig, wanneer over de deugdelijkheid van hetzelve werd geklaagd, werd door de schepenen gevisiteerd en gekeurd. Werd het niet deugdelijk bevonden, dan verviel de meester van het panhuis in eene zware boete. Van den anderen kant werd een herbergier, die privaatbier, dat is bier van een particulier afkomstig, verkocht, ook beboet. Op bier en jenever stonden geene lasten. Eene kan bier kostte vier oort. De herbergen waren herkenbaar aan een schild met onderschrift of indien dit ontbrak aan een jenevertakje boven den ingang. Vermaak en volksgebruiken Des zondags en bij winteravond werd door de boeren, binnenshuis met de kaart gespeeld. De spelen, 't meest in voege, waren: pandoeren, rondvijven, geëren, bruiten, boerjagen enz. Verder kende men het ganzebord, het damspel, negenlokeren en kienen. Tot de voornaamste vermaken buitens huis behoorden, voor volwassenen, het vogelschieten, kegelen, gansrijden, knikkeren. De kinderen amuseerden zich met koordspringen, slupke jagen, knikkeren, brom loopen, soeslaan, klingslaan, speldeknippen enz. Eindelijk waren er ook eenige volksgebruiken in voege waarvan nog enkelen bestaan. Met nieuwjaar "verraschten" elkander de buurlieden met elkaar onderling een zalig nieuw jaar te wenschen en jonge "caressanten" wenschten dit hare liefsten, door 's nachts twaalven onder haar venster met een pistool eenige schoten te doen. Op nieuwjaarsdag werden in alle huizen wafels gebakken. Op driekoningendag werd na het noenmaal een groote mik "wegge" op tafel gezet, onder de aanwezigen verdeeld en hij of zij die eene boon, die er in gestopt was, in zijn stuk vond, werd koning of koningin. Met vastenavond liepen verkleeden over straat "lissen" genoemd, er was overal pret, men reed de gans, sloeg den haan, er werd gedanst. Zangers en zangeressen liepen van deur tot deur met den rommelpot en zamelden spek in, dat in gemeenschap met anderen in de herberg werd verteerd. De maandag van vastenavond heette razende maandag, wellicht omdat er veel getierd werd en de volgende dag dollen dinsdag, omdat het dien dag "hol en dol" toeging. Aschwoensdag bracht een eind aan den vastenavond. Op "fakkelzondag", zijnde de eerste zondag der vasten, trok de jeugd met stroofakkels door de boomgaarden, met palmzondag werden palmen gewijd, met paaschen met geverfde eijeren gekipt. De Heer pastoor liet in de goede week eijeren van huis tot huis rond halen, waarbij de koster tegenwoordig was en den huiszegen sprak, elk huis met gewijd water besprenkelende. Deze paascheijeren werden verdeeld, een deel voor den herder, een deel voor den koster en de overigen werden op paaschmaandag na de vespers door den Heer pastoor, nadat zij gekookt en schoon geverfd waren, onder de kinderen van den Catechismus rondgedeeld, die bij zulke gelegenheid niet nalieten zeer talrijk en trouw op te komen. Buiten deze paascheijeren trok de koster, wegens het luiden van het Angelus 's morgens, 's middags en 's avonds, jaarlijks uit elk huis een brood. Deze bijdrage haalde hij op verscheidene tijden des jaars in. Op Meiavond werden onder het bespelen van fluiten en horens, gemaakt uit versche wilgenschil, en soms onder het maken van ketelmuziek, door de vergaderde dorpjongens, de Meiliefstens afgekondigd; elke jongeling des dorps kreeg een liefste aangewezen, die hij den volgenden zondag na de hoogmis, als eerlijk "caressant" in de herbèrg moest "intrekken" en met jenever en suiker vergasten. In den oogst wanneer de laatste wagen tarwe werd na de schuur gebracht was er feest in huis; men at er vlaai en mik als of het kermis was. Op den hoogbeladen oogstwagen zaten dan de knechten en meiden naast den "mei", een zware boomtak met bladers, versierd met linten, klatergoud en bont papier. Deze mei werd boven de schuurpoort in het dak gestoken. Des zondags daarna noodigde dan de vrouw des huizes hare buren en buurinnen op het oogstfeest. Op den vooravond van St. Maarten werd door de jeugd van huis tot huis "schanshout" of takkebosschen gehaald en daarmede werden op de bergen in bijwezen van talrijke toeschouwers de St. Mertensvuren gestookt. Naar huis gekeerd vond de jeugd de tafel voorzien met melk en koek. Met kerstmis eindelijk bestond het gebruik, dat 's nachts het keukenvuur niet werd uitgedoofd; men hield dit in den gang door er een zware boomtronk de "kerstschobbe" genoemd op te leggen. Den tweeden kerstdag werden appelen en peeren langs de huizen door de schoolkinderen opgehaald. Dit gebruik heette "Heijo" roepen. Ook vierde men in ons dorp twee kermissen, waarop de familie en de vrienden uit andere gemeenten, verzocht werden. Bij gelegenheid van zulke kermis vond men de huizen netjes opgeknapt, de muren gewit en alles in de beste orde gebracht. Om de gasten te ontvangen werd vlaai en mik gebakken; de schutterij trok op, de vogel werd geschoten en er werd gedanst op de "wipzaal", eene tent met eenigzins beweegbaren vloer. Te Oirsbeek bestonden twee kermissen, de groote en de kleine kermis namelijk, gedurende welke laatste de groote processie optrok, waarover wij later zullen spreken; de kleine kermis werd des zondags op H. Drievuldigheid gehouden, en de groote kermis van St. Lambertus, patroon der kerk, welk feest den 17 September valt, had in September plaats. Deze begon des Zondags voor het feest van dezen Heilige, want het spreekwoord zeide, dat St. Lambert mede moest kermis houden. Deze groote kermis duurde vijf dagen. Dit waren de voornaamste vermakelijkheden die de boerenstand zich veroorloofde op het einde der vorige eeuw. Voegen wij hierbij nog een woord over een ander gebruik. De boeren rookten destijds uit kleine aarden pijpjes, waarin zij door middel van steen, staal en zwam vuur wisten te brengen. Ook enkele vrouwen rookten de pijp. Ook trof men mannen en vrouwen aan, die snuifden uit eene lange doos met eene rasp voorzien, waarop de karroot geraspd werd. Dit was evenwel toen de ouderwetsche manier; deftige lieden hadden snuifdozen, gelijk aan die van heden en kochten de snuif in poeder. Het was meer gebruikelijk te snuiven, dan te rooken. Het gebruik van sigaren was onbekend. Dit gebruik werd hier ingevoerd door de Spaansche krijgsgevangen soldaten, die Napoleon I in 1811 aan de rijkswegen liet werken. De boeren die deze rookbuisjes nooit gezien hadden, noemden ze "lederen pijpjes"; ik heb zulke pijpjes voor 't eerst gezien te Maaseyck, waar Spanjaarden op de kassei werkzaam waren. Later eerst werd die manier van rooken algemeen; de Hollandsche officieren die in 1839 onze provincie, die versch van België gescheiden was in bezit namen, rookten hier in het dorp de eerste sigaren. de School Een paar korte aanteekeningen over het schoolwezen. In elke parochie bevonden. zich een of meer scholen, maar vaste schoollokalen waren er zelden aanwezig. De school werd gehouden in het huis van den meester. In de school waren de kinderen gezeten op lage zitbanken. Als zij de les opzeiden, verlieten zij hunne zitplaatsen en gingen voor den meester staan. Deze zat in een leuningstoel, wat hooger dan de kinderen, voor een lessenaar, of wandelde, met zijn berken stokje gewapend, de school rond. Bij het lezen gebruikten de kleine kinderen een wijzer van staal, been of hout. De voornaamste schoolboeken waren: het a. b. boek, de kleine Mechelsche Catechismus, de groote Mechelsche Catechismus, de Bijbelsche Geschiedenis, het Evangelieboek, de Academie, de Zielentrooster, de Zendbrieven en de Reizen van broeder Jan van der Linden. Voor het hoogduitsch dat te gelijk met het vlaamsch werd aangeleerd, werden: Der Handfiebel, Die Biblische Geschichte, Die Erzählungen von Jais en andere boeken gebruikt. De kinderen, die schrijfwerk op papier verrichtten, gingen zitten aan eene tafel, maar zij, die op de lei schreven of rekenkundige oplossingen bestudeerden, deden dit op de knie. Als potlood gebruikten vele den steel van een ouden tinnen lepel of lood uit het venster. Te Oirsbeek werd de schoolmeester benoemd door den proost van het adellijk klooster van St. Gerlach. Hij moest tegelijk koster zijn. hij was verplicht des winters gedurende vier maanden school te houden, den armen voor niets en den rijken voor geld. Vele kinderen gingen ook te Vaesrade ter school, waar een eerbiedwaardige kluizenaar onderwijs gaf. Zij die meer wilden weten dan lezen, schrijven en rekenen, gingen naar Sittard ter school, waar de Paters Dominikanen Latijn, Grieksch, Fransch, Duitsch enz. onderwezen en waar men eene opvoeding kon genieten, die den student tot aan de deur der Universiteit bracht; vele jongelieden heb ik gekend, die te Sittard gestudeerd hebben, want het Collegie dier stad telde wel 300 studenten. Daar studeerden destijds de twee Heeren Beugels die later zijn priester geworden, tegelijk met andere studenten uit deze gemeente. Ik zelf heb het Collegie van Sittard niet bezocht, maar leerde Fransch te Hoogcruts, bij de kanonniken van het H. Graf; die eene kostschool hielden. Jongelingen die de fransche taal verlangden te leeren, en over niet veel geld konden beschikken, gingen bij eene familie in de Walenkwartieren op wissel, terwijl in hunne plaats, een jonge waal, in hun oudershuis, kwam vlaamsch leeren. De school was bij onze voorouders een stuk van de kerk. Het was de bisschop, die de schoolreglementen goedkeurde en zorgde dat er voldoend onderwijs werd gegeven, de regering greep alleen waarschuwend in, wanneer het kerkelijk gezag zijn plicht niet nakwam. In de meeste parochiën was het schoolmeesterschap met de betrekking van koster verbonden. de Vilder Op den laagsten trap der zamenleving stond de vilder, die ambtshalve belast was met het dooden van ziek en besmet vee en de "gevallen beesten" van vel en vet ontdeed. Hij was te gelijk paardensnijder of "gilzelubber" en trok in die hoedanigheid langs 's heeren straten met eene fluit, bestaande uit zeven fluitjes te zamen gebonden, gelijk aan die van den heidenschen god Pan, waarmede bij den volke zijne komst bekend maakte. Op den rug voerde hij eene opeengerolde touw. De vilder mogt de herbergen niet betreden, maar bleef aan de deur staan, waar "de hospes" hem den drank in een glas zonder voet, toereikte. de Oostenrijkers Dit was de toestand onzer gemeente in het Jaar 1789. Een vijftal jaren later, in 1794, trokken Oostenrijksche troepen door ons dorp; het was indien ik mij wel herinner, in de goede week, want zij droegen palmtakjes aan den hoed. (noot uitgever: ons dunkt dat onze berichtgever zich vergist, die doortocht der oostenrijkers gedurende de goede week zal wel in 1793 hebben plaats gehad.) Zij kwamen van Maastricht en trokken den heelen dag, te paard en te voet, met wagens en kanonnen. Dit is de laatste maal dat ik die flinke Oostenrijkers, met hunne kleine steekjes en witten vederbosch en die prachtige hongaarsche ruiters, met de kleine paardjes, dansende onder den man, gezien heb. Weldra veranderde het land; zij werden opgevolgd door de Franschen, die hier bleven tot in Mei 1814, alles afschaffende, omververpende, met de voeten tredende en vernieuwende. Toen ontstond een nieuwe staat van zaken: Tunc novus rerum nascitur ordo. De geïnterviewde persoon die door Rijksarchivaris Jos Habets werd geïnterviewd, was Laurens Jozeph Widdershoven.
0 notes
surinam-unity · 4 years ago
Text
Surinamers bewegen massaal!
We lezen in de diverse media dat een stadsrit met het openbaar vervoer nu SRD 5 gaat kosten. Op basis hiervan snap ik de vele reacties van de bezorgde ouders wiens kinderen afhankelijk zijn van dit vervoermiddel. Laten we uitgaan van een gezin bestaande uit 4 leden, moeder, vader en 2 tiene ... from Starnieuws https://ift.tt/2FE21AD
0 notes
sosyourfuture-blog · 5 years ago
Text
#sosyourfuture
Fairsharecapitalpowertransition
Organization in formation
Wat is hier allemaal aan de hand?
Fairsharecapitalpowertransition: Het doel is een economie waarin winst en controle gelijkelijk worden verdeeld tussen economische deelnemers en inwoners van landen.
"betrouwbare voorspelling van de toekomst is alleen mogelijk met kennis van historische feiten"
Dit is het moment om de economie aan te passen en uw toekomst veilig te stellen. Deze feiten en lessen uit de geschiedenis vertellen ons waarom:
De economie zoals we die vandaag kennen dateert uit de tijd van de Egyptische farao's. Het verschil tussen arm en rijk was toen vele malen groter als vandaag de dag. De farao's hadden de macht over het volk afgedwongen en bestendigd door geweld, onderdrukking, religie, kennis en rijkdom. Ook later bij het Romeinse rijk en alle navolgende heerschappijen werden dezelfde methoden gebruikt.
Door evolutie en revolutie van de bevolking zijn deze heerschappijen uiteindelijk ten onder gegaan.
Omstreeks de jaren 1700 is de moderne kapitalistische economie ontstaan. De bevolking werd vanaf die tijd ook weer opnieuw afhankelijk van de rijkdom van enkele nouveau riche en de heersende religie die grote invloed hadden op het bestuur en wetten van het land. Uiteraard zeer in het voordeel van deze rijken.
Vanaf de jaren 1900 begon de industriële revolutie waarbij de bevolking scholing en informatie kon vergaren die nodig was om alle vernieuwingen tot stand te kunnen brengen. Tegelijkertijd groeide het aantal rijken en steeg hun ongebreidelde rijkdom tot fenomenale hoogten. De alsmaar toenemende onbalans tussen niet rijk en rijk is de voedingsbodem voor het groeiende verzet van de bevolking tot op de dag van vandaag.
De oorzaak van de extreme toename van dit verzet is dat de laatste jaren de niet rijken armer worden en daardoor in problemen komen. De rijken zijn blind voor dit gegeven en negeren de signalen die uiteindelijk wederom naar revolutie kunnen gaan leiden.
Sosyourfuture
Tot nu toe waren rijkdom, religie, macht en onderdrukking de 4 elementen van de elite om de macht over burgers te continueren. Nu komt daar een nieuw 5de element bij voor de elite om de overheersing van burgers te bestendigen. Namelijk door de bedrijven die in hun gezamenlijk bezit zijn in te zetten. Deze bedrijven zijn toekomst bepalend voor: beheersing van het Internet: de mogelijkheid om burgers afhankelijk te maken van gemanipuleerde informatie en fakenieuws. Beheersing van automatisering: het leven van burgers te bepalen door middel van automatisering, artificiële intelegentie, robotisering en de mogelijkheid van het censureren van het vrije woord op sociale media. De eerste stappen van censurering zijn nu al in gang gezet. Immers: de internet media bedrijven bepalen dit zelf, niet de overheden.
Niet te vergeten de financiële; farmaceutische; biometrische; agriculturele; voedselketen en wapeni dustrie bedrijven.
Als u niet in aktie komt en regeringen niet tot ingrijpen dwingt dan is er geen volgende stap meer en heeft de elite daarmee een nieuwe ongekende macht waarmee zij een alomvattende definitieve overheersing tot in eeuwigheid heeft. Alles overwegende, bedenk ook dat als er niets gebeurt de ontstane situatie onomkeerbaar is. De elite zijn eigenaar van deze bedrijven waar de regeringen geen zeggenschap hebben over wat zij doen. Het gevolg is dat de bevolking daarmee haar zeggenschap, privacy en zelfbeschikking voor het grootste deel definitief zal verliezen. Burgers worden in feite lijfeigene. In China is dit al de realiteit. Protesteren, demonstreren en in verzet gaan is daar bijna niet meer mogelijk!
Wat moet er gebeuren om de zeggenschap over onze toekomst terug bij de door bevolking ingestelde wettelijke bevoegde overheden te brengen?
De ontwikkelingen op technologisch gebied gaan razendsnel, urgentie en
onorthodox ingrijpen is noodzakelijk om het tij te keren.
Wat te doen?
Make fairsharecapitalpowertransition to a fairsharecapitalpowereconomy.
Het kapitalistisch systeem kan gered worden door de ingeslopen fouten te benoemen en aan te passen aan de realiteit van de toekomst.
Om dit te realiseren is gedurfd ingrijpen noodzakelijk.
Maatregelen transitie
Fairshare power economy
met medebeslissingsraad.
De wettelijke bevoegde overheid bepaalt dat alle bedrijven die een verplichte ondernemingsraad hebben, de ondernemingsraad een wettelijke bevoegdheid en verplichting geven om een medebeslissingsraad te benoemen van 10 personen die over alle bedrijfsbestuur- beslissingen 50 % beslissingsschap heeft. Leden van de deze medebeslissingsraad worden jaarlijks door een onafhankelijke derde partij gescreend op hun functioneren. De medebeslissingsschapsraad mag geen voorzitter hebben met gevolg dat de bedrijfsbestuurder met de voltallige medebeslissingsraad overleg voert en gezamenlijk besluiten worden genomen. Gezamenlijke besluiten kunnen alleen aangenomen worden als van de 10 aanwezige medebeslissingraadsleden minimaal 6 voor het voorliggende besluit stemmen.
De bedrijfsbestuurder komt in maand 9 van elk jaar met de bedrijfsplannen voor het komende jaar. Alle aspecten van deze bedrijfsplannen worden in een samenvatting van maximaal 5 bladen A4 papier aan de medebeslissingsraad gepresenteerd.
In geval dat een patstelling ontstaat dan beslist een door de overheid ingestelde financieel/ethische commissie wat het besluit zal zijn.
Uiteraard zijn alle betrokkenen geheimhoudings plichtig.
Fair Share capital economy
De wettelijke bevoegde overheid bepaalt dat alle bedrijven die een verplichte ondernemingsraad hebben, jaarlijks de winst en verlies rekening presenteren met daarbij vermeld de netto winst na belastingen.
De wettelijke bevoegde overheid verplicht tevens dat binnen een maand na bekendmaking van de netto winst na belastingen het volgende:
1.) Dat 20% van deze netto winst gelijkelijk verdeeld en belastingvrij uitbetaald wordt aan alle medewerkers van het betreffende bedrijf en alle gelieerde dochter bedrijven.
2.) Dat 30% van deze netto winst uitgekeerd wordt aan het ministerie van sociale zaken en dat deze winst alleen ingezet kan worden om de bestaande sociale regelingen en de zekerheden van burgers te verhogen c.q. veilig te stellen.
Het ministerie van sociale zaken mag het jaarlijkse budget dat door de regering voortijds is vastgesteld niet verlagen of verrekenen met de inkomsten van de binnengekomen netto winsten van bedrijven.
Het doel van Fairsharecapitalpowereconomy is het fundamentele begin van een normaal leven voor iedereen en een vredige samenleving.
Wat kunt u doen?
Mensen samenbrengen door dit te retweeten naar Instagram en twitter, vreedzaam aktie voeren en stemmen op politieke partijen die ook jou toekomst willen veiligstellen"
Bedankt voor uw aandacht.
0 notes
hetrodevaandel · 5 years ago
Text
NA JAREN VAN BEDROG EN GEBROKEN BELOFTEN
Het is een roerig jaar geweest in het Oosten van Duitsland, door velen ook wel Midden Duitsland genoemd. Wat begon een jaar geleden met de moord op Daniel Hillig in Chemnitz, eindigde op 1 september met de deelstaat verkiezingen in Saksen en Brandenburg. In de tussen gelegen periode is er zo veel gebeurd, dat een boek nog niet voldoende zou zijn om alles in detail te kunnen beschrijven. Dus zullen we het bij de hoofdpunten laten. Na de moord op Daniel door een Syriër en een Irakees in augustus 2018, gingen duizenden mensen in Chemnitz de straat op om tegen het geweld en de open grenzen politiek van Merkel te protesteren. De Syriër is intussen tot 9,5 jaar gevangenis veroordeeld, maar kan nog in beroep gaan. De Irakees is nog steeds op de vlucht, en zit waarschijnlijk ergens in het Midden Oosten. Voor de autoriteiten waren de protesten de aanleiding om de deelstaat Saksen, en eigenlijk het hele Oosten van Duitsland zo zwart mogelijk te maken. Men noemde het “donker Duitsland”, en de bevolking zou vooral uit Nazi aanhangers bestaan. Merkel beweerde openlijk dat er in Chemnitz jacht op buitenlanders was gemaakt. Een leugen, die pas maanden later werd rechtgezet, en ook niet door Merkel zelf. Veel mensen in Saksen waren woedend over dit alles, en het was duidelijk dat er een afrekening zou komen met de systeem partijen.
 De mogelijkheid tot deze afrekening kwam op 1 september toen Saksen en Brandenburg naar de stembus gingen. De deelstaat Thuringen gaat op 27 oktober stemmen. Wat de afloop ook zou zijn, van af het begin stond vast dat de AfD het meest zou profiteren van de stemming onder de bevolking, en de vraag was alleen hoe groot de winst zou uitvallen. Na een heftige campagne, waarbij ‘dirty tricks’, vooral van de kant van de systeem partijen, niet werden geschuwd, was het op zondagavond 1 september eindelijk zover. De eerste uitslagen druppelden, na het sluiten van de stembureaus, binnen. De afrekening kwam, en het is interessant om te kijken hoe deze afrekening precies in elkaar zit, want er steekt veel meer achter dan op het eerste gezicht naar voren komt.
 In beiden deelstaten was de AfD de grote overwinnaar, en eindigde op de tweede plaats. In Brandenburg verdubbelde de partij haar stemmen, en in Saksen stemden zelfs 3 keer zo veel mensen op de AfD vergeleken met vorige keer. Ook de cijfers logen er niet om. In Saksen behaalde de AfD 27.5% van de stemmen, in Brandenburg 23.5%. Dit betekend dat meer dan een kwart van de kiezers in de twee deelstaten hun stem aan de blauwe partij hebben gegeven. Deze cijfers zijn zondermeer boven verwachting, en er valt niet aan te twijfelen dat de afrekening stevig is uitgevallen. Voor dat we kijken hoe de overwinning van de AfD in elkaar zit, moeten we even een blik werpen op de resultaten van de andere partijen.
 In Saksen bleef de CDU de grootse partij, maar de Merkel club verloor wel weer behoorlijk. Men kwam niet verder dan 32%, in een regio waar men ooit 90% van de stemmen kreeg. Die Grunen wonnen wel wat, maar veel minder dan was verwacht. De SPD werd bijna gehalveerd. Ook Die Linke verloor behoorlijk en de liberale FDP haalde de 5% drempel niet eens, en komt niet in het parlement. Een zelfde beeld zien we in Brandenburg, hoewel de volgorde iets anders is. De SPD bleef grootste partij, maar met een stevig verlies aan stemmen. Ook de CDU verloor en Die Linke kreeg ook in Brandenburg een flinke klap. Die Grunen wonnen, maar niet spectaculair, en ook in dit geval valt de FDP buiten de boot. In beiden deelstaten kunnen de huidige coalities niet verder regeren, en moeten op zoek naar nieuwe of extra partners. Dat kan nog een hele klus gaan worden, maar daarover later meer.
  Nu even terug naar de overwinning van de AfD. Sommige hadden verwacht dat de partij in Saksen de grootste zou worden. Dit is nog niet gelukt, maar men is niet ver meer van deze mijlpaal af. Hoe je ook over de AfD mag denken, ze zijn er in geslaagd om niet alleen heel veel, maar ook veel verschillende kiezers te trekken. Juist uit deze gegevens kunnen we de schaal van de overwinning aflezen. Uit de cijfers van de stembureaus blijkt, dat de AfD heel veel nieuwe kiezers heeft getrokken die eerder nooit stemden, en gelijktijdig ook veel jongeren. Dit laatste was ook al duidelijk geworden tijdens de schoolverkiezingen, waar de partij dik boven verwachting scoorde. In Saksen is de AfD onder jongeren meer populair dan Die Grunen. Er stemmen meer mannen dan vrouwen op de AfD, en wat ook op valt is dat het aantal oudere kiezers onder de AfD stemmers relatief gering is. De oudere kiezers blijven meer bij de systeempartijen hangen. Volgens de cijfers is 44% van de AfD stemmers arbeider, een toename van 25%. Veel van deze stemmers zijn van de andere partijen gewonnen. Het was verwacht dat de AfD veel CDU kiezers zou trekken, maar nu blijkt ook dat zowel SPD stemmers en zelfs voormalige kiezers van Die Linke, naar de blauwe partij zijn overgelopen. Vooral deze laatste cijfers hebben de systeempartijen zwaar getroffen, omdat de AfD nu met recht kan zeggen dat het een volkspartij is.
 Ondanks het feit dat de AfD in de beiden deelstaten niet de grootste werd, was dat in een aantal plaatsen wel het geval, ondermeer in Gorlitz en Bautzen. De grote winst zal de AfD echter niet op de regeringsbanken brengen, omdat de andere partijen weigeren om met de AfD samen te werken. Op zich moet dit voor de AfD nu nog geen probleem zijn, want het geeft de partij de mogelijkheid om vanuit de oppositie meer stemmen te winnen. Maar alles wijst er op dat de partij de volgende keer aan de systeempartijen voorbij zal trekken. De stemming onder de mensen in het Oosten maakt dit mogelijk. Men is de systeempartijen meer dan zat. Wat steekt hier achter, en waarom is de stemming in het Oosten heel anders dan in het Westen van Duitsland?
 Veel commentatoren binnen en buiten Duitsland zeggen dat de steun voor de AfD in het Oosten het gevolg is van het feit, dat de bevolking in de voormalige DDR zich nog steeds achtergesteld voelt, 30 jaar na de samenvoeging van de 2 Duitslanden. Dat is maar deels waar. Natuurlijk lopen de lonen en de pensioenen nog steeds achter in vergelijking met het Westen van Duitsland, en men is ook niet vergeten dat financiële parasieten uit het Westen 30 jaar geleden de voormalige DDR hebben leeggeroofd. Maar dat zijn maar onderdelen van het grote geheel. Uit vele bronnen blijkt dat de bevolking in het Oosten, veel meer dan in het Westen, als een gemeenschap functioneert, en dat daardoor onwelkome veranderingen veel sneller worden opgepikt. Men ziet de chaos in het Westen van Duitsland veroorzaakt door de massamigratie, de islamisering, de energieomslag en andere waanzinnige plannen van de centrale regering. Al deze zaken willen de mensen in het Oosten niet. Ze willen hun regio’s in standhouden en hun industrieën verdedigen. Zo zal bijvoorbeeld de energieomslag van Merkel de bruinkolen industrie kapot maken, waar veel mensen in ondermeer Brandenburg van leven. Dit soort zaken opent de weg naar de AfD, die zich afzet tegen het regeringsbeleid.
 Daar komt nog bij dat de kiezers in het Oosten de media niet meer geloven, waar over het algemeen een zwart beeld van de AfD wordt geschilderd. Men kijkt dwars door de propaganda heen, en trekt de eigen conclusies. Wat die conclusies zijn hebben de verkiezingsuitslagen laten zien. Dit alles heeft tot geschokte reacties in het Westen van Duitsland geleid. Daar gelooft men nog in de Multi-Culti waanzin, en ziet over het algemeen de uitspraken van de systeempartijen en de media voor waarheid aan. Dat anderen dit niet zo zien is voor hen een boze droom. Dit wordt nog erger gemaakt door het mislukken van alle pogingen van de systeempartijen, om de AfD onder uit te halen. Zelfs het inzetten van de geheime dienst tegen de blauwe partij heeft geen enkel verschil gemaakt. Veel andere legale wapens om de AfD te bestrijden heeft men niet meer. De Duitse media liepen dan ook de hele week over van jammerverhalen en de meest bizarre verklaringen. Het zal echter niet helpen, en dat weet men maar al te goed. De AfD zelf hoeft alleen de huidige koers voort te zetten, en de banden aan te halen met de burgerbewegingen en de vrije media. Dan zullen de overwinningen alleen maar groter worden.
 Het kan zelfs nog erger worden voor de systeempartijen in het Oosten. Zoals we al schreven kunnen de huidige coalities in Saksen en Brandenburg in de bestaande vorm, door de vele verliezen, niet verder regeren. Er moeten dus nieuwe partners komen. In Saksen zou het wel eens kunnen gebeuren dat hier een regering van CDU en Die Grunen uit gaat komen. Als dit het geval is zal de steun voor de AfD alleen maar toenemen. Veel CDU leden in Saksen zeggen nu al dat ze niet in een coalitie met Die Grunen willen. De verschillen zouden te groot zijn. Als de CDU leiding zo’n coalitie toch doordrukt, zal het de deur voor nog veel meer CDU aanhangers openen om over te stappen naar de AfD. Er zijn nu al geruchten dat er wel eens een scheuring in de CDU zou kunnen ontstaan. Als er een CDU /Grunen regering komt, zal de AfD volgende keer zondermeer de grootste partij worden. Daar twijfelt in Saksen intussen niemand meer aan.
 In Brandenburg is een zelfde situatie ontstaan, maar wel met een andere spelersvolgorde. De huidige coalitie van SPD en Die Linke heeft geen meerderheid meer. Het zou kunnen dat Die Grunen in de coalitie worden gehaald, maar er wordt ook gesproken over een coalitie van SPD, CDU en Die Grunen. Verkiezingsverliezer Die Linke zou dan buiten de boot vallen. Er zijn veel twijfels over het binnenhalen van Die Grunen, omdat deze club zich tot vijand van de bruinkolen industrie heeft gemaakt. De leider van de CDU in Brandenburg heeft besloten om de waarschijnlijk rampzalige gevolgen van zo’n coalitie niet af te wachten. Hij heeft vorige week zijn terugtreden aangekondigd. Hierdoor is de situatie nog onzekerder geworden.
 De landelijk partijleidingen in Berlijn lijken zich niet echt druk te maken over de uitslagen in het Oosten. Zowel de SPD als de CDU zeggen dat het al een overwinning is dat ze de grootste partijen zijn gebleven. Maar deze stemming komen we alleen aan de top tegen. Onder de partijfunctionarissen die daar net onder zitten is veel meer sprake van een blinde paniek. Men is bang voor het verlies van mandaten, langdurige baantjes en dienstauto’s. Zij gingen uit van een lange toekomst in de politiek, en precies die toekomst komt nu op de tocht te staan door de opkomst van de AfD, en de weigering van de Duitse regering om het omstreden beleid aan te passen. Hoe langer de huidige situatie voortduurt, hoe groter de paniek zal worden, en dat zal uiteindelijk consequenties hebben voor de regering Merkel.
 De vele jaren Merkel beginnen stap voor stap hun tol te eisen. Jaren van bedrog, leugens en gebroken beloften. De grote afrekening komt steeds iets dichterbij, en dat is voelbaar in de hele Duitse politiek. Het wordt dus tijd voor een nieuwe koers. Of zoals je op veel demonstraties nu al hoort: "Das System ist am Ende, wir sind die Wende!"
 Links:
 Internet: www.volkskracht.blogspot.com
 Twitter: Volkskracht Vooruit! @VolkskrachtV
 Telegram: t.me/volkskrachtvooruit (abonneren na installeren Telegram App)
 VK: https://vk.com/id484133031
 Artikel uitgebracht door: VOLKSKRACHT VOORUIT! @ 2019
0 notes
rcvandenboogaard · 7 years ago
Text
De trein van de wanhoop
Tumblr media
Sommige ideeën zijn zó goed, dat ze achteraf vanzelfsprekend lijken. Op foto's die gemaakt zijn uit de trein waarmee op 8 juni 1968 het ontzielde lichaam van de vermoorde Robert Kennedy – kandidaat voor het Amerikaans presidentschap – van New York naar Washington werd overgebracht, is te zien hoe langs de spoorlijn mensen staan die fotografeerden of zelfs filmden, voor zichzelf, om een aandenken te hebben aan de tragiek van de gebeurtenis, om het later na te kunnen vertellen.
Dus moet er naast de bekende foto's vanuit de trein van de mensen langs de lijn ook plenty beeldmateriaal zijn waarop de doorkomst van de trein is vastgelegd – dat spreekt vanzelf, naar huidige opvattingen over 'oral history' en geschiedenis van onderop. De Library of Congress, of een andere officiële Amerikaanse instantie, verwacht je, heeft dat materiaal al lang verzameld, als een unieke bron op een roerig jaar dat in het collectief geheugen van Amerika diepe wonden heeft geslagen. Maar niets van dat al: er was de Nederlandse kunstenaar Rein Jelle Terpstra voor nodig – een vreemdeling dus – om de verzameling aan te leggen. Het resultaat van vele jaren speuren naar Amerikanen die nog foto’s of ander materiaal hadden, met behulp van oproepen in kranten en andere media, heeft nu zijn neerslag gekregen in een boek: Robert F. Kennedy Funeral Train - The people’s view.
Die vertraging is op z'n minst merkwaardig. Hoe zou dat komen?
Laten we om te beginnen eens kijken wat we eigenlijk zien op die foto's en films van vijftig jaar geleden. Heel opvallend is dat de oploop van mensen langs de spoorlijn een spontaan, ongeorganiseerd karakter draagt. Niemand heeft langs het tracé ordelijke groepen geformeerd, of fanfares met treurmarsen en spandoeken van gemeentewege neergezet. Voordat de trein in beeld komt, wordt er veel naar de einder gestaard en het gevoel van angstige verwachting maakt dat velen onverantwoord dicht, of zelfs op de rails zijn gaan staan.
Dan is er de spoorweg zelf. Duidelijk is te zien dat in de jaren vijftig en zestig in de Verenigde Staten de spoorwegen leden aan onder-investering – de toekomst van het personenvervoer was immers aan de auto, vond men. Veel houten spoorbielzen die je op de foto's ziet, zouden bij onze Nederlandse ProRail al lang geleden zijn vervangen. Het rijdend materieel oogt al wat ouder – zelfs wagon 120, waarin zich de kist bevindt, vertoont deuken.
Al die dingen geven aan dit beeldmateriaal een vreemde beklemming. De bedoeling van de treinreis – Bobby Kennedy was immers heel ergens anders, Los Angeles namelijk, vermoord – zal vermoedelijk een waardig afscheid geweest zijn, een ritueel dat duidelijk zou moeten maken dat Amerika vaarwel zei tegen een veelbelovende zoon, maar dat de American Dream zou voortleven. De foto's stralen zo'n optimisme echter geenszins uit. Wat je ziet is eerder doffe wanhoop, verslagenheid.
Dat klopt ook wel met de manier, waarop het jaar 1968 in de Amerikaanse collectieve herinnering voortleeft. Ik heb de herdenkingsartikelen in de Amerikaanse pers dezer dagen er op nageslagen: 1968 was een rampjaar, een dieptepunt en crisis in de Amerikaanse samenleving, waaraan niemand graag herinnerd lijkt te worden. Misschien verklaart dat waarom het beeldmateriaal in dit boek niet eerder is verzameld.
Martin Luther King was vermoord, waarna in veel Amerikaanse steden rellen waren uitgebroken, en brandstichting op grote schaal was gepleegd. In Vietnam stierven elke dag Amerikaanse soldaten bij bosjes - iets wat nog jaren zou doorgaan. De beroemde foto waarop een Zuidvietnamese generaal een gevangen Vietcong-strijder door het hoofd schiet, is van 1968, net als de beruchte slachting in het dorp Mi Lai door Amerikaanse soldaten – al zou die pas jaren later aan het licht treden. In Amerika zelf kwam het regelmatig tot grootscheepse gewelddadigheden: de National Guard trad op tegen vreedzame demonstranten aan Columbia University, en later in de straten van Chicago, bij de conventie van de Democratische partij.
Het gevoel dat Amerika in een soort apocalyps was beland, bestond zowel bij links als bij rechts – in beide kampen bestond het gevoel dat Amerika zijn ziel, zijn bijzondere bestemming in de geschiedenis was kwijt geraakt, dat alle bestaande regels plotseling niet meer golden. De tijd van de New Deal, waarin iedere Amerikaan het van jaar tot jaar beter kreeg en een nieuwe middenklasse was ontstaan die de hele wereld tot voorbeeld strekte, was duidelijk voorbij.
De moord op Robert Kennedy paste in deze tragische stemming. Dat Robert de broer was van de in 1963 vermoorde president John Kennedy versterkte het gevoel van doem en neergang. Niemand kan natuurlijk achteraf met zekerheid zeggen of Robert Kennedy, gesteld dat zijn gooi naar het presidentschap succesvol zou zijn geweest, inderdaad Amerika weer op de rails zou hebben gezet als succesvolle samenleving. En of hij het werk van van King voor de gelijkberechtiging van zwarte Amerikanen zou hebben voortgezet, zoals velen verwachtten. Maar na de moord was in ieder geval een wijd verbreide gedachte, dat hier een historische kans verloren was gegaan.
Die mensen stonden ook langs de tracks omdat, anders dan nu, televisiezenders in 1968 geen continue coverage leverden van de laatste treinreis van Robbert Kennedy. Televisie speelde natuurlijk al een grote rol in de VS, maar met tv-camera's meereizen met de trein, of er met een helikopter boven hangen en live verslag doen, dat was technisch nog niet doenlijk. De sensatie van de bewegende trein zien, de laatste reis van het ontzielde lichaam van een charismatische politicus meemaken, bleef voorbehouden aan degenen die zich fysiek naar de spoorlijn hadden begeven.
Er bestonden natuurlijk ook nog geen 24-uurs televisie-nieuwszenders, waar rond het etmaal nieuws van elke denkbare kant werd belicht en uitvergroot tot iedereen er horendol van wordt. Het slechte nieuws, dat was de bronzen stem van CBS-anchor Walter Cronkite, die het avondbulletin elke dag afsloot met de woorden 'That's the way it is'. Of het waren de verhalen in de 1 keer per dag verschijnende kranten.
Nu, 50 jaar later is er veel veranderd en tegelijkertijd ook weer niet. Want Amerika is weer in crisis. De ene helft van Amerika steunt uit woede over de wereld een egomaan, die vast besloten lijkt een einde te maken aan de bevordering van mensenrechten en democratie in de wereld (en ook in de VS), aan vreedzame handelsrelaties, aan sociale rechtvaardigheid, aan klimaatbeheersing en misschien ook aan vrede überhaupt. De andere helft van Amerika kijkt met ontsteltenis of zelfs walging naar deze wending van de Amerikaanse geschiedenis.
Een groot verschil is dat wij, als Europeanen, het tegenwoordig niet alleen kunnen zien en meebeleven via de media – 24 uur per dag, als we dat uithouden – maar er ook direct mee te maken hebben. Want de VS, als machtigste staat ter wereld, heeft overwegende invloed op ons welbevinden – politiek, economisch, militair – ten goede of, zoals nu, ten kwade. Al hoeven we er door de nieuwe media de deur niet meer voor uit: die verslagenheid langs die spoorlijn in 1968, en het gevoel dat we het einde van een wereld meemaken, die kunnen nu ook de onze zijn.
Het verleden is een ver land, schreef Racine. Dat geldt zeker voor de beelden die Rein Jelle Terpstra voor zijn geweldige project heeft opgesnord – die hebben op het eerste gezicht bijna iets exotisch. Maar ondanks de grote technische verschillen in techniek en nieuwsvoorziening tussen 1968 en nu, lijkt dat verleden 50 jaar later tegelijkertijd dichterbij gekomen. En het land dat we zien, is zo ver niet meer. In overdrachtelijke zin staan wij nu allemaal langs die spoorlijn, wachtend op de gelegenheid ons met eigen ogen te overtuigen van de ramp die zich voltrekt. Als we geluk hebben ontmoeten we over 50 jaar een vreemdeling, een Rein Jelle Terpstra 2.0 als het ware, die ons komt vragen wat we nu eigenlijk hebben gezien. Dat zal dan waarschijnlijk wel een Chinees zijn. 
Rein Jelle Terpstra: Robert F. Kennedy Funeral Train - The People’s View. Fw:Books. 2018
Bovenstaande tekst is uitgesproken bij de presentatie van het boek, op 22 juni 2018 bij Foam. 
Foto’s uit het boek in kwestie. Beide van William F. Wisnom sr. in Tullytown, PA. 
Tumblr media
0 notes
ictbaneninnederland · 7 years ago
Text
Implementatiemanager OV - Utrecht
HerCor BV Voor een eindklant zijn wij op zoek naar een Implementatiemanager OVSTARTDATUM: ASAPEINDDATUM: 5-7-2019OPTIE: JA, 2 X 1 JAARUREN PER WEEK: 40LOCATIE: UTRECHTUtrecht is en blijft voor haar inwoners een aantrekkelijke provincie met ruimte voor goed wonen, werken en natuur en met sterke ruimtelijke en sociale kwaliteiten. Dat is onze ambitie voor de periode tot 2028. Mobiliteit is meer dan van A naar B gaan. Mobiliteit verbindt mensen, hun activiteiten en hun leefomgeving. Een goede bereikbaarheid per fiets, openbaar vervoer en auto in een gezonde omgeving maakt Utrecht tot een aantrekkelijkere vestigingsplaats, het versterkt de economie en het bevordert een duurzame leefomgeving. Dat is de drijvende kracht die wij uit mobiliteit willen halen.Ontwikkelingen in de maatschappij worden complexer en gaan steeds sneller. Als provincie willen we hier goed op kunnen inspelen. Dat betekent flexibeler en integraler werken. Opgavegericht werken is als concern breed principe ingevoerd. Voor het primaire proces is recent een clustering gemaakt van twee logische domeinen, waarin beleid en uitvoering samen komen: domein Mobiliteit en het domein Fysieke Leefomgeving. Het domein Mobiliteit bestaat sinds 1 juli waarbij de afdelingen OV, Wegen en Mobiliteit zijn samengevoegd tot één domein waar de bereikbaarheidsopgave in de regio van beleid tot uitvoering centraal staat.In 2019 gaat de Uithoflijn, de nieuwe tramverbinding tussen Utrecht CS en de Uithof in exploitatie. In het laatste jaar voor de exploitatie start komen realisatie, testbedrijf, proefbedrijf en overdracht van de assets naar de beheer organisatie bij elkaar. Alleen als alle puzzel stukjes samenvallen en op basis daarvan ILT de benodigde vergunningen verstrekt, kan de UHL daadwerkelijk gaan rijden. Dit is een spannend proces vol in de schijnwerpers van politiek, publiek en de media. Om dit spannende traject in goede banen te leiden is de Provincie Utrecht op zoek naar een implementatie manager UHL voor de afdeling OV.Plek in de organisatieJe rapporteert direct aan de directeur Mobiliteit en neemt deel in het Management Team van OV.Regelmatig neem je deel aan besprekingen in de Directieraad UHL, bestaande uit de ambtelijk opdrachtgevers van gemeente en provincie en je adviseert de Stuurgroep, bestaande uit de bestuurlijk opdrachtgevers van gemeente en provincie. Als implementatiemanager werk je intensief samen met de projectorganisatie UHL en de beheerorganisatie en ben je verantwoordelijk voor de succesvolle implementatie van de UHL bij OV. Je bent vertrouwd met de inpassing van een dergelijk complex project in de politiek/bestuurlijk context. Als (Implementatie)manager ben je in staat om tijdelijk de rol van je collega MT-leden over te nemen en je houdt dus goed overzicht over de bredere scope van het provinciale OV-systeem.Wat ga je doen?· Als implementatiemanager ben je verantwoordelijk voor de succesvolle implementatie van de Uithoflijn en de Uithoflijn gerelateerde projecten. Hiermee opereer je op het snijvlak tussen de projectorganisaties en OV exploitatie en beheer. Je borgt de belangen van de beheerorganisatie en exploitatie tijdens het proefbedrijf en draagt zorg voor een goede voorbereiding van exploitatie en beheer. Dit doe je in nauwe samenwerking met diverse stakeholders.· Je bent resultaatsverantwoordelijk voor de implementatie van de Uithoflijn in de PU OV organisatie en de vlekkeloze start van de exploitatie in de zomer van 2019 of zoveel eerder als mogelijk is.· Je bent gemandateerd en eindverantwoordelijk voor de integrale uitvoering van de UHL in het bedrijfsmodel van PU OV (vanuit het perspectief van het totale openbaarvervoersysteem in Utrecht);· Je borgt dat de strategische en integrale businesscase voor uitvoering en exploitatie van de UHL binnen de gestelde kaders wordt gerealiseerd;· Je levert een bepalende bijdrage aan interne en externe communicatie, stakeholderbeheer en contractbeheer,· Je opereert op het complexe en soms schijnbare tegenstrijdige snijvlak tussen de projectorganisatie UHL en OV exploitatie en de OV beheerorganisatie.· Je stemt dagelijks af met vertegenwoordigers van POUHL, de Beheerorganisatie en OV projecten en OV Exploitatie,· Je bent onderdeel van het MT OV en het integraal MT UHL,· Daarnaast draag je vanuit je brede kennis en ervaring van OV organisaties in het MT OV bij aan de strategische positionering van OV op middellange termijn en van alle relevante activiteiten van de staande OV organisatie.· Je kunt je MT OV collega’s vervangenJe hebt een bewezen trackrecord als eindverantwoordelijk (programma)manager bij de voorbereiding van de indienststelling van een nieuw (light)rail project in een binnenstedelijk gebied,Je bent hands-on en realiseert je dat de PU OV organisatie een beperkte omvang heeft. Je bent op vele dossiers richting- en inhoudbepalend op het in dienst nemen en houden van een nieuwe werkend lightrail vervoersysteem. Daarvoor enthousiasmeer je bestaande resources en benut deze optimaal om de opgave te realiseren. Dit betekent dat je aantoonbaar een beheer- en exploitatie organisatie mee kunt nemen in de impact van het accepteren van een lightrailsysteem, zodat deze in beheer en exploitatie genomen kan worden.Je hebt een (eind)verantwoordelijke rol gehad in een managementteam en bijdrage geleverd aan de strategische (her)positionering van overheidsorganisatie – op het snijdvlak van politiek, bestuur en de techniek - en aantoonbaar procesoptimalisaties doorgevoerd.Aanvraag eisen :Je hebt minimaal 8 jaar ervaring in de afgelopen 10 jaar in de rol van programmamanagerje hebt WO- werk en denkniveau verkregen door opleiding of ervaring.Je hebt minimaal 5 jaar aantoonbare ervaring in de wereld van Openbaar Vervoer en lightrailsystemen.Op maximaal 1 pagina dient u aan te geven met welke in het CV genoemde ervaring u voldoet aan de gestelde eisen en met welke werkervaring u uw score op de shortlistwensen onderbouwt.Je hebt ervaring met de (voorbereiding van ) implementatie van lightrail infrastructuurprojecten van € 100 mln.+, in een stedelijke omgevingKeuzemogelijkheden· 3 jaar of meer (100 Punten)· > 1 en
0 notes
aboutict · 7 years ago
Text
CEO Rakuten Europe: ‘Ons ecosysteem is onze troefkaart’
Bij e-commercegrootmachten denk je al snel aan bekende namen als Amazon en Alibaba. Terwijl het Japanse Rakuten ook niet onverdienstelijk aan de weg timmert. En zich langzaamaan profileert als een geduchte concurrent. “We worden de Europese Tencent”, aldus Toshihiko Otsuka (52), CEO Europe. Net als bij Amazon en Alibaba draait de core business om een b2b2c-platform waar merchants hun handelswaar verkopen. Rakuten Ichiba, zoals het oorspronkelijk heette, werd in 1997 opgericht door Hiroshi Mikitani, die zich na de aardbeving in het Japanse Kobe in 1995 realiseerde hoe belangrijk het is om alles uit het leven te halen. Hetgeen in zijn geval leidde tot de lancering van een marktplaats gericht op het empoweren van kleine en middelgrote verkopers. En waarbij laagdrempelige sociale interactie met de klant hoog in het vaandel staat. “Online shoppen gaat niet alleen over efficiëntie en gemak, maar vooral over goede communicatie tussen koper en verkoper. Waardoor we het dagelijks leven van mensen makkelijker en leuker kunnen maken”, aldus Mikitani. Vele jaren later is Rakuten – wat ‘optimisme’ betekent – in meer dan honderdnegentig landen actief en biedt het tientallen diensten aan. Van e-commerce, fintech, adtech, digital content tot bezorgservices en zelfs een eigen virtueel mobiel telefoonnetwerk. De Europese markt wordt vanuit het hoofdkantoor in Tokyo en lokale kantoren in onder meer Frankrijk, Spanje, het Verenigd Koninkrijk en Duitsland – veelal verkregen dankzij overnames – aangestuurd. Otsuka, die als CEO ook verantwoordelijk is voor de financiële tak van het bedrijf, zetelt in het Europese hoofdkwartier in Luxemburg. Opgeteld heeft het bedrijf momenteel zo’n vijftienduizend medewerkers (waarvan tweeduizend in Europa), 1,1 miljard gebruikers en werd vorig jaar 6,2 miljard dollar omgezet. Met een nettowinst van 325 miljoen. Als het aan de Japanners ligt, zal de omzet medio 2020 meer dan verdubbeld zijn en uitkomen rond de vijftien miljard dollar. Jullie focus lag tot 2010 volledig op Japan. Waarom? “Het is onze ambitie om altijd de nummer één te zijn. Pas toen we die positie in ons thuisland hadden bereikt, en we onze groeiambitie van zo’n twintig procent per jaar niet meer verder konden realiseren, werd het tijd om onze blik naar buiten te richten. Japan heeft een populatie van ongeveer honderddertig miljoen inwoners, en met zo’n kleine honderd miljoen van hen als klant, is de groei er dan wel uit. Door het uitbreiden van onze portfolio doen we in Japan wel meer omzet per klant dan voorheen.” Die expansiedrift verloopt in vergelijking met Alibaba ook een stuk trager… “Klopt, en dat is bewust. We willen betekenisvolle relaties met onze klanten – consumenten en verkopers – aangaan. En grijpen pas kansen zodra ze zich aandienen. Dat is een totaal andere aanpak dan die van Alibaba. En ook die van Amazon, waarmee we vaak in één adem worden genoemd. Traditioneel gezien is het voor een Japans bedrijf overigens al lastig genoeg om internationaal te gaan. Daarvoor zijn we toch erg local driven. Om dat te doorbreken, werd in 2010 – toen we besloten hadden vol in te zetten op globalisering – onder meer Engels als voertaal op de werkvloer ingesteld. Dat klinkt simpel, maar was voor ons een gigantische verandering. In beginsel liepen de zaken er zelfs slechter door, wat weer effect had op onze winstgevendheid. Met het oog op het aanboren van nieuwe markten, zoals die in Europa en de Verenigde Staten, moesten we echter wel.” Vervolgens deden jullie tal van overnames, waaronder PriceMinister, Viber, Wuaki.tv, Kobo en Fits Me. Hoe integreer je die vervolgens in het ecosysteem van Rakuten? “Alle aankopen die we doen, worden altijd aan het bestaande systeem gehangen en niet andersom. Dat is technisch gezien ook onmogelijk. En dus log je op elke site binnen ons netwerk in met je Rakuten ID, waar je ook bent. Daarnaast wordt er overal gewerkt met dezelfde loyaltypunten, Super Points geheten, wordt er altijd gebruikgemaakt van dezelfde check-out en ga zo maar door. Features die je makkelijk kan aanbrengen, ongeacht welke marktpartij we overnemen. Tot slot zijn we recentelijk afgestapt van de Japanse logo’s en hebben we onze eigen merknaam in de communicatie leidend gemaakt. Zo heet de in Spanje gevestigde on demand-videodienst Wuaki.tv tegenwoordig Rakuten TV. Iets waar niet alleen de Spanjaarden, maar alle Europeanen meteen een beeld bij hebben.” In Japan bieden jullie inmiddels meer dan zeventig diensten aan. Komen die ook allemaal naar Europa? “Nee, gezien onze beperkte resources moeten we daar keuzes in maken. En focussen we ons hier op e-commerce, financiële producten, digitale content en communicatie, waaronder VoiP en messaging. In Frankrijk en Duitsland ligt de focus vooral op online shopping, mede door overnames die we hebben gedaan. Terwijl we in de UK en Spanje meer gericht zijn op digitale content en communicatie. Andere landen, waaronder Nederland of Italië, voegen we stap voor stap aan de diensten toe, maar daarop ligt niet onze focus.” Waarom hanteren jullie geen Europese uitrolstrategie? “Dat doen we wel, alleen niet bij alle diensten. Neem Viber, onze social app, die is overal in Europa te gebruiken. Voor onze e-commerceactiviteiten doen we dat inderdaad niet, omdat er per land weer andere regels gelden, waardoor we liever focussen op die landen waar we bepaalde schaalgrootte weten te realiseren. De keuze voor een landen- of Europese strategie verschilt dus per dienst. Desondanks willen we uiteindelijk een pan-Europees platform creëren.” In hoeverre is Amazon of Alibaba hierbij een inspiratiebron? “Haha. We vergelijken ons niet met Amazon, onder meer omdat zij er een first party-aanpak op nahouden. En daardoor te weinig oog hebben voor de merchants. Bij ons kan je als verkoper juist makkelijk direct in contact treden met de kopende partij. Een natuurlijke manier van zakendoen als je het mij vraagt, maar dan online. In die zin lijken we meer op Alibaba. Zij het dat wij door onze historie organisch willen groeien door overnames. Ik zie onszelf overigens meer als een Europese variant van Tencent, met Viber in plaats van WeChat. Alibaba zien we daarbij niet als concurrent. Ze zijn vooral groot in China, een land waar we niet actief zijn of willen worden. Het is een lastige markt met veel beperkingen. Neemt niet weg dat we Amazon, eBay en Alibaba soms op onze weg tegenkomen. Het gerucht dat we in vijf jaar tijd in Duitsland groter willen zijn dan Amazon is overigens onjuist. Als alles meezit, zijn we er te zijner tijd groter dan eBay, maar meer niet.” Wanneer verwacht je de Europese Tencent te kunnen zijn? “Over een jaar of drie. Geen andere marktpartij die die positie kan of zal innemen. Zelfs Tencent niet, om dezelfde reden als dat wij hen in China niet aanvallen: we lijken businesswise te veel op elkaar. Momenteel komt overigens ongeveer zeventig procent van onze omzet uit Japan, waar we jaarlijks nog zeker tien procent kunnen groeien. In Europa zien we uiteraard ook ruimte voor groei, mede door de tienduizend merchants nog meer bij ons platform te betrekken. Door de inzet van account managers. Een methode die in Japan al enige tijd z’n vruchten afwerpt. Wat weer goed is voor de omzet, die in Europa nog summier is in vergelijking met die uit Japan. En tevens lager ligt dan die uit de VS.” Wat zijn hier de grootste inkomstenbronnen? “Je ziet dat alle diensten die we aanbieden ongeveer evenredig bijdragen. Dat is ook goed voor het creëren van een stabiel ecosysteem. Voor de komende jaren verwacht ik veel van financiële producten die we nog gaan introduceren. Waaronder Rakuten Card, een eigen creditcard voor onze klanten. (En naar verluidt Rakuten Pay, red.). Verder staan we omwille van organische groei altijd open voor overnames. Mits de tijd er rijp voor is.” Hoe verwacht je straks te kunnen wedijveren met Apple Pay en Samsung Pay? “Wat ik kan zeggen, is dat Viber daarbij ongelooflijk belangrijk is. De app is namelijk niet alleen een handige tool voor m-commerce en als communicatietool, maar vooral een manier om onze klanten dicht bij ons te houden. Zie het als een soort ledenkaart, waar je allerlei features aan hangt, waaronder payment. Viber groeit ook nog steeds, naar nu bijna een miljard gebruikers. Dat komt ook door de rol die het speelt bij allerlei samenwerkingen die we aangaan. Zoals bij de partnership die we hebben met FC Barcelona, waarbij onder meer alle social interactie via de app verloopt. En fans deze dus downloaden. Ons streven is om met Viber minimaal een topdriespeler te worden. In elk Europees land. In Oost-Europa lukt dat momenteel beter dan in het westelijke deel. Opgeteld hebben we vandaag de dag tientallen miljoenen gebruikers in Europa.” Jullie zijn voor FC Barcelona niet alleen shirtsponsor, maar tevens wereldwijde innovatiepartner. Wat houdt dat in? “Dan moet je denken aan het delen van technologische kennis en infrastructuur die wij wel hebben en zij niet. Anderzijds zijn zij op tal van momenten weer beter in staat om de harten van consumenten te veroveren. Sinds de bekendmaking van de deal, medio juli, zien we overigens al een enorme stijging van onze naamsbekendheid, dus dat stemt ons positief.” Je rept een aantal keren over ‘leden’. Desondanks ontbreekt een eigen ledenservice, zoals Amazon Prime… “Dat klopt. Die zal as we speak ook worden gelanceerd. Onder de naam Club Rakuten. Net als bij Amazon krijg je daar tegen een eenmalige betaling exclusieve toegang tot een reeks services en diensten. Van payment, content tot loyalty. Dat pakket zullen we steeds verder uitbreiden.” Bitcoin is al enige tijd een betaalmiddel bij jullie. Verwacht je spoedig ook andere cryptomunten toe te voegen? “We proberen altijd te innoveren, en dus is blockchain een van de dingen waarmee we experimenteren. Waarvan Bitcoin slechts een uitvloeisel is. Persoonlijk denk ik dat het fenomeen blockchain een gamechanger zal zijn. Niet alleen binnen e-commerce, maar ook andere facetten van online business. Het zal onze hele industrie op z’n kop zetten. Kijkend naar de cryptomunten verwacht ik niet snel nog andere munten toe te voegen. Daarvoor zijn ze veelal nog te klein.” Jullie testen ook bezorging met drones. Hoe realistisch is dat? “Bij de praktische implicaties ervan moet je niet denken aan Nederland of een Europese stad, maar aan landen als Indonesië, waar bezorging tot op heden vooral per fiets gebeurt en waar de regels minder streng zijn. Of andere plekken die je makkelijk kan aanvliegen, maar logistiek minder ontwikkeld zijn. Van verafgelegen dorpen tot een strandlocatie waar een warehouse staat.” En dat we gaan shoppen in VR of AR? “Wij bieden al virtual reality shopping aan, met name op het gebied van reizen. Maar ik denk ook dat andere segmenten spoedig overstag zullen gaan. Uiteindelijk zal augmented reality wel een snellere adoptiecurve en ontwikkeling laten zien. En daardoor meer tractie krijgen dan VR.” Tot slot, als het gaat om on demand video kijken is Netflix wereldwijd de dominante speler. En roert Amazon zich ook steeds meer. Hoe impactvol wordt Rakuten TV? “Het is niet gezegd dat Netflix zijn koppositie zal houden. Zeker niet nu Disney recentelijk heeft aangekondigd hun content er weg te halen. Als kleine speler zullen we dit gevecht niet met eigen content aangaan, zoals Amazon dat doet, maar eerder door aan te sturen op samenwerking. Met als belangrijkste troefkaart ons ecosysteem.” * Dit artikel verscheen eerder in het decembernummer van Emerce magazine (#163). Foto: Alek (in opdracht van Emerce) http://dlvr.it/Q8BXNZ
0 notes
internetmag · 8 years ago
Text
Kunst + wetenschap =...
Artikel
Robin Valster FA2A
 Bij kunst denkt men toch vaak aan de gekke “artiest”, met een siggaret in de mond, werkend aan een “meesterwerk”, maanden lang, dag in dag uit. Vaak spendeerd hij al zijn vermogen aan materialen, drank en tabak; vandaar draagt hij een nogal sjofel uiterlijk. Hij drinkt, hij droomt, denkt en leeft dan op! Er heeft zich een nieuw vraagstuk voor gedaan of een nieuw gevoel maakt zich van hem meester: “Dit wordt ‘m, dit gaan we doen!”. Sterker nog er mòet wat mee gedaan worden. Dramatisch met de armen zwaaiend gaat hij ervandoor, bezoek of geen bezoek, weer of geen weer. Om vervolgens opzoek te gaan naar een nieuwe  inspiratiebron, een nieuwe muse.
Bij wetenschap, waar denken wij dan aan? Is het niet gekke professor, gedreven door zijn vragen en onderzoeken. Van binnen naar buiten rennend: “Oh dat bloempje hier! Oh hoe zit de sterrenhemel in elkaar”. Tot hij verstoord wordt door her geluid van een ontploffing die van ver te horen is, er blijkt een experiment te zijn ontploft. En daar gaat hij om te redden wat er nog te redden valt. Dat mislukte experiment blijkt dan toch niet mislukt te zijn, want “wat een interactie tussen glas en vuur vind daar plaats!”. Een levend bewijs van een eeuwenoude formule; eureka!
Tumblr media
Natuurlijk is dit erg overdreven  en wordt hier gespeeld met een cliché. Toch leidt deze wel tot een paar vergelijkenissen die we tussen kunst en wetenschap kunnen trekken, zo groot zijn de verschillen namelijk niet!
Beiden (nu hebben we het over een individuele kunstenaar en een individuele wetenschapper) doen onderzoek naar alles wat maar te onderzoeken valt: astronomie, biologie, anatomie, de gedragingen van een mens tot aan die van een kleine bacterie, de maatschappij, spychologie, sociologie, neurologie, werkelijk alles kan een inspiratie bron voor zowel de kunstenaar  
z’n werk, dus ontwikkeling, als voor de wetenschapper z’n onderzoek en dus ontwikkeling, zijn.
De wereld wordt door hen bevraagd en uitgeplozen. En beiden willen dit links dan wel rechtsom met de wereld delen. Bewust dan wel onbewust. Ook kan het elkaar soms overlappen. Zo moeten er voor onderzoeken in het lab hele precieze tekeningen worden gemaakt om zo onderzoeken vast te leggen. Anderzijds maken kunstenaars daarintegen weer gebruik van de mogelijkheden die de technologie nu te bieden heeft of voelen een drang te reageren op nieuwe wetenschappelijke experimenten. Cornelia Hesse Honegger (hedendaagse Duitse kunstenares) bijvoorbeeld, zij was voor lange tijd onderdeel van een zoologisch instituut in Leipzich. Daar werd  onderzoek gedaan naar kerncentrales en de gevolgen die de radio-actieve stoffen voor de  nabije en ver afgelegen omgeving kan hebben. Buiten het onderzoeken doormiddel van observaties der radioactievestoffen maakte zij zeer precieze tekeningen van insecten. Vaak raken die door de giftige stoffen misvormd. Deze misvormingen vergrootte Honegger uit en zo werden onderzoeken vastgelegd. Het interessante is dat deze werken nu ook in musea ten toon worden gesteld. Nog steeds kunnen we haar zien als een wetenschapper al heeft zij ontslag genomen bij het lab en is Hesse nu als kunstenares aan de slag gegaan. Nog steeds observeerd ze met een wetenschappelijke kijk de misvormingen van de insecten (met name wantsen) en legt die ook vast. Maar haar positie tegenover de wetenschap is veranderd, ze vormd nu een spiegel voor de laberatoria en instituten. Door haar mede mens bewust(er) te maken van de consequencies die kerncentrales hebben voor zelfs de kleinste wezentjes.
Tumblr media
                                         Treehugger. 550x370                                                             
Tumblr media
 Chernobyl. 316x465
We zouden Cornelia Hesse Honegger kunnen beschouwen als het voorbeeld van de dunne lijn tussen kunst en wetenschap. Een ander voorbeeld vinden we tijdens de hoog Renaissance (15de en 16de eeuw). Leonardo Da vinci. De Humanis Universalis die werkelijk alles kon en onderzocht. Dat deed hij op een op een bijna wetenschappelijke manier. Toch was hij kunstenaar en geen wetenschapper al heeft hij wel veel voor de wetenschap betekend. Vele uitvindingen staan op zijn naam, waaronder het kanon, de katapult, vliegmachiene, zappelin, luchtballon en nog vele andere machines die pas veel later (rond de 19de eeuw) werden gerealiseerd. Hij heeft wat betreft de kennis over de anatomie van het menselijk lichaam enorm veel betekend. Maar hij werkte niet met formules of al bestaande kennis zoals wetenschappers dat doen. Wel deed hij onderzoek en leidde ook autopsies om zo meer te weten te komen. Het was niet zijn omgeving, de wereld die hem tot het onderzoeken dreef. Da vinci vergaarde zijn kennis door eindeloos te observeren en hij geloofde door een voorwerp van binnen en van buiten te tekenen, keer op keer opnieuw, het leerde te begrijpen. En dat was in zekere zin ook zo. Wat hem in mijn opinie meer kunstenaar dan wetenschapper maakt is dat hij zich vooral liet leiden door zijn eigen nieuwschierigheid en verbeelding. Die verbeelding maakte dat hij ideeën kreeg die hij vervolgens ging onderzoeken en na aanleiding daarvan kon uitwerken tot uitvoerbare plannen. De bouwtekeningen, anatomische studies, schilderijen, tekeningen en zijn manusscript zijn het gevolg van zijn drang tot het onderzoeken.
Tumblr media Tumblr media Tumblr media
                     Anatomische studies van het menselijk lichaam
Tumblr media
                                                                                                                 Bouwtekeningen: katapult, tank, kanon
Tumblr media Tumblr media Tumblr media
Een wetenschapper zou eerder zijn verbeelding beperken tot dat waar de wereld behoefte aan heeft. Maar Da Vinci’s intentie was niet om ziektes te genezen of iets dergelijks. Het was bedoeld om zijn honger naar kennis te sussen, zijn nieuwschierigheid te bevredigen.  Er is dan ook een verschil in wat voor een rol kunstenaars en wetenschappers nu hebben en hoe dat vroeger was. Die twee gingen in de Renaissance en met de komst van het humanisme hand in hand, beiden maakte een enorme groei door. Vòòr de Renaissance had de kerk het voor het zeggen, wat leidde tot onderdrukking op het gebied van ontdekken. Alles wat in de bijbel stond was waar en als daar stond dat de aarde het centrum was van het universum was het niet de bedoeling dat je zou beweren dat dat niet zo was (denk aan Copernicus, Italiaanse astronooom rond de Renaissance) en als je dat kon onderbouwen werd je dat al helemaal niet in dank afgenomen. Hoe Godlievend je ook was, je zou als ketter zijn beschouwd en worden vervolgd. Met de komst van het humanisme was de kerk niet verdwenen maar de mens werd als gelijke gezien van God. Dat maakte dat er meer vrijheid kwam en kennis mocht worden vergaard. Gelukkig voor Da Vinci. Maar ook voor Dürer, de Duitse kunstenaar en alleskunner. Hij vond veel uit over het perspectief door het gebruik van een nieuw fenomeen in die tijd; Camera Obscura (lees hier meer over op pag. 9) en heeft ook veel betekend voor het Humanisme. In de middeleeuwen warden kunstenaars gezien als “anonieme” wertuigen, die werk maakten om enkel en alleen God te verheerlijken. Dürer laat in zijn latere zelfportretten (periode:1498-1500) zien dat dit veranderd is door zichzelf  frontal op de voorgrond te zetten in, voor die tijd, zeer modieuze kledij. Mens en God zijn gelijk. Dat was de tijdsgeest en Dürer kan gezien worden als  de mascotte.
Tumblr media
Zelfportret, (1498), Dürer
Tumblr media
  Al met al, heeft de Renaissance veel voor dit onderwerp betekend aangezien we zonder de komst van het humansime en de vrijheid in kunst en wetenschap misschien nog steeds wel zouden geloven dat de aarde het centrum was en da nook nog ‘s plat! En waren kunstenaars misschien nog steeds anoniem en Godlievend. Misschien probeerden we mensen die leden aan migraine alsnog te genezen door een gaatje in het hoofd te boren en er stenen uit te laten vallen. Een morbide vorm van het heden zie ik voor me.
Tumblr media
    ----
Bij Honegger zien we dat de intentie waarmee iets gemaakt is maakt hoe het          “werk” bekeken wordt. Want ook bij het lab schilderde zij net zo nauwkeurig   misvormde insecten na als nu ze kunstenares is. Alleen nu liggen ze niet in een     lab maar hangen in een museum.
Maar er zijn meer verschillen buiten de intensie tussen kunst en wetenschap. Kunst wordt gemaakt uit eigen interesse, het is een manier om de wereld te snappen en ook toe te eigenen. Je zou kunnen zeggen dat het maken van kunst als een soort filter werkt, gebaseerd op interpretaties, associaties, vragen die leiden tot onderzoek. Ook is het een drang, als kunstenaar wil je iets. De uitkomst daarintegen hoeft niet een absolute waarheid te zijn. Het is als het ware een stelling en het onderzoek kan al genoeg zijn. Dus  al met al is de intentie bij kunst subjectief. Bij wetenschap is dit gedeelte echter anders. Alles wordt bevraagd, onderzocht, uitgeplozen, geconstateerd maar tot een bepaalde hoogte. Het gaat uiteindelijk toch om een eindresultaat: de ontwikkeling van een medicijn, het ontdekken van leven op een andere planeet, de groei van het spuugbeestje op de Bahama’s tot aan een nieuwe efficiëntere manier van tandenpoetsen. Het is niet persoonlijk, het is bedoelt voor de wereld. In tegenstelling tot kunst is wetenschap objectief. Er wordt gedacht vanuit formules en vanuit een bepaald doel. Voor de kunstenaar ligt het doel niet direct op tafel. Zoals eerder geschreven gaat het meer om een persoonlijk onderzoek, een lens.
 Da Vinci en Cornelia Hesse, beiden afkomstig uit andere tijden, (Cornelia is een hedendaagse kunstenares) zijn voorbeelden van kunstenaars met een wetenschappelijke benadering. Maar hoe zit het met samenwerkingen? Hoe breng je kunstenaars en wetenschappers samen? Wat hebben ze aan elkaar te bieden?
500 jaar v. Chr. Leefde de filosoof Plato. Hij bedacht de Grot Theorie waarin het verhaal verteld wordt (bij wijze van uitleg) waarin vijf gevangenen vast zitten in een grot gedurende hun hele leven. Nooit hebben zij de buiten wereld gezien zoals wij die zien, wel zagen ze schaduwen die gecreëerd werden door een vuur. De schaduwen waren die van deze wereld, de grotwanden voorzag hen van vervormde geluiden òòk afkomstig uit onze wereld. Op een dag wordt een van deze gevangenen vrij gelaten, versteld staat hij van de wereld en snel rent hij terug naar zijn vrienden om over zijn nieuwe bevindingen te vertellen. Zij zijn laaiend en denken dat hij gek is geworden. Met hem loopt het dan ook niet goed af.
Dit is een methafoor, bedacht door Plato om uit te leggen hoe wij hier leven. Volgens hem leven wij zoals de gevangenen in de grot en zien, horen, ervaren alleen kopieën van de ideeën wereld, de echte wereld. Stel je nu voor dat een vakman een vaas maakt, hij maakt dan een kopie van het idee (het echte idee) van een vaas. Wat als je die vaas na schilderd? Dan maak je een kopie van een kopie van het (echte) idee van een vaas. Een tamelijk nutteloze bezigheid volgens Plato. Hij beschouwde kunst dan ook als iets stompzinnigs en hij maakte het onnodig in de maatschappij. Tijdelijk is kunst toen verdwenen. Wetenschap was er nog steeds. Maar het betekende een periode van stilstant in de ontwikkeling van de mens. Er viel weinig te ontdekken omdat er niet meer werd geëxperimenteerd, hierdoor werd er maar weinig kennis vergaard. Wat vervolgens een droge periode veroorzaakte wat betreft nieuwigheden in de wereld. Vroeger stond kennis dan ook alleen voor weten, meer te weten komen betekende experimenteren en dat ws iets wat overgelaten bleek aan de kunstenaars.
Zo werkte kunst en wetenschap vòòr Plato samen.
Tumblr media
Maar ook na Plato. Kunst en wetenschap liggen, zo blijkt, minder ver uit elkaar dan in eerste instantie gedacht. Sterker nog, vroeger (+/- 500 v. chr tot +/- 17de eeuw) was een kunstenaar ook wetenschapper en een wetenschapper was meestal ook een kunstenaar. Met het oog van “nu” zeggen we dat Da Vinci een kunstenaar was. Maar naar mijn inziens was het verschil er toen niet zo. Zoals het rondom Plato geschrevene, kunst en wetenschap ging hand in hand. Wetenschappers waren net zoals we van kunstenaars denken tegendraads. Copernicus (Renaissance) de Italiaanse wetenschapper  en astronoom geloofde ook niet wat hem tot dan to geleerd werd. De aarde was niet het centrum, de zon was het centrum en de aarde draaide daaromheen. Toen hij deze ontdekking met de wereld deelde werd hem dat niet in dank afgenomen en zo waren er meer, veel meer wetenschappers van toen die de kunstenaars van nu hadden kunnen zijn. Net zoals toen Plato het voor het zeggen had, is er op een zeker punt een scheiding gekomen tussen kunst en wetenschap.Rond de Renaissance werd ook de Camera Obscura ontdekt (in Chinese geschriften werd hier al 500 jaar v.chr over geschreven).
Tumblr media
Camera Obscura is een donkere ruimte met aan èèn kant een gaatje (later ook wel “lens” genoemd). Dat wat zich buiten de donkere ruimte en achter het gaatje bevindt wordt door het gaatje in de donkere ruimte geprojecteerd. Deze techniek werd door vele schilders uit de Renaissance gehanteerd waaronder Carravagio en Leonardo Da Vinci. In die tijd heeft het de wetenschap geleerd over het centraal perspectief. Wat betekend: een perspectief vanuit èèn standpunt waargenomen. De Camera Obscura gaf handvaten voor de komst, al is dat eeuwen later, van de camera. Uitgevonden door verschillende wis en wetenschappers uit verschillende wereld delen. Da Vinci had al eerder geschreven in zijn manusscript over de camera, ook de arabische wis-en natuurwetenschapper Abu Ali al-Hasan ibn al-Haytham schreef over het ontwikkelen van een camera en zo waren er nog veel meer. Wie de eerste modernere camera heeft ontdekt is onduidelijk al was het rond de 19de eeuw.  De ontdekking hiervan heeft zowel voor kunstenaars als voor wetenschappers veel betekend.  Wetenschappers gaf het de mogelijkheid om zonsverduisteringen (iets wat je met het blote oog niet kunt zien) vast te leggen en zo beter te kunnen onderzoeken. En voor kunstenaars betekende het een spannende periode. De realiteit  kon met èèn klik worden vastgelegd en het maken van portretten werd overbodig. Kunst kwam op deze manier los te staan van “productie” en werd een losstaand iets. Een omslag. Misschien onstond toen wel de oorsprong van de kunst zoals wij die nu hanteren. En wie weet begon kunst toen ook een andere weg in te gaan dan de wetenschap.
Tumblr media
                                 Eerste portret foto: Robert Cornelius (1836)
En voor een lange tijd is dat zo gebleven. Kunst en wetenschap als twee lossen werelden. De kunst anzich werd een wereld dat keer op keer op zichzelf reageerde, op zichzelf en ook een beetje de wereld. Realisme. Imperialisme, kubisme, modernisme, eclectieque, pop art, dada/fluxus etc. Stroom na stroom werd geproduceerd. Aan de andere kant was de wetenschap gehuld in reisjes naar de maan, leven ontdekken ergens anders dan op de aarde, snellere auto’s, atoombommen en andere oorlogsattributen (waar weer op gereageerd werd door de kunstwereld), medicijnen. Er ontstonden meer verschillende soorten van wetenschap. Waaronder alle kennis verdeelt werd. Biologische/zoologische instituten, technologische instituten, astronomische instituten etc. Dat loopt enorm uit èèn. Ook omdat wetenschap zich vaak ten dienste stelt van een land of organisatie. (denk aan de wetloop om de maan tussen Amerika en Rusland tijdens de jaren 60). Anders dan kunstenaars is de positie van de wetenschapper in sommige gevallen niet vrij.Want het gaat bij hen niet om het individu.
  Tegenwoordig worden kunst en wetenschap weer met elkaar herenigd. Daar lijkt behoefte aan te zijn. En dat is niet zo gek als je je bedenkt dat die twee ooit hand in hand gingen. Wetenschap in dienst van kunst is nog iets redelijk nieuws al zijn er wel al samenwerkingen te vinden die hiermee aan de slag zijn gegaan. Zo is er bijvoorbeeld Toxic Art, dit is een samenwerking tussen John Sabraw (kunstenaar en professor) en Dr. Guy Riefler (profesor) die samen een systeem hebben bedacht om pigmenten uit giftige metaalstoffen (die door de rivieren van Ohio’s verlaten mijnen stromen) te destileren. Daar wordt dan verf van gemaakt wat vervolgens door Sabraw wordt gebruikt om schilderijen mee te maken.
Tumblr media
John Sabraw: Toxic Art
 Hier gaat het dus vooral om een samenwerking waarin wetenschap wordt ingezet voor de kunst. Maar er hangt ook een licht streven naar een betere wereld in de lucht. Dit is tot nu toe dan ook vaak de beweegrede voor een samenwerking.
 Zo is ook Adi Hoesle (hedendagse Duitse kunstenaar) te werk gegaan. Hij bedacht een machine die beelden opneemt direct vanuit de hersenen en vertolkt doormiddel val talloze draadjes naar een scherm. In samenwerking met wetenschappers en technici begint dit project tot een realiteit te verworden. De bedoeling hiervan is om mensen met een lichamelijke beperking een kans te geven zich via beeld te uitten. Hier biedt een kunstenaar iets nieuws naar de wetenschap toe. Hij is een perfect voorbeeld van hoe de samenwerking tussen kunst en wetenschap maakt dat er mooie dingen gebeuren. Dat brengt ons naar een ander verschil tussen kunst en wetenschap. Wetenschap is momenteel niet erg bezig met gevoel en emotie Buiten de nodige onderzoeken om, stefend men op het doel af en is in die zin rechtlijnig. Voor een deel gaat het met kunst ook die kant op, alles wordt steeds futuristischer omdat de toekomst en wat dat zal brengen èèn van de grootste vraagstukken van het moment is. Wat gebeurd er wanneer we robots kunnen gaan inzetten voor onze huishoudens, wanneer we zowel het innerlijk als uiterlijk van kinderen kunnen gaan bepalen, wanneer we ons kunnen teleporteren, wanneer we alles via schermen kunnen regelen, wanneer we elkaar niet meer nodig hebben, wanneer we op vakantie kunnen gaan naar Mars? Het is allemaal niet zo erg ver weg van nu maar hoe het zal zijn, dat kunnen we ons alleem maar afvragen. De kunst kan hier o.a wat aan veranderen of ons in ieder geval bewuster maken. In de kern staat het ook voor de emmotie, menselijkheid. Dat komt omdat het veel individueler gericht is en vaak een manier van uitten belichaamd. Het is minder gericht op een groot doel en dat maakt vrij. Die vrijheid brengt dagdromen, ideeën en gevoelens die ook voor de wetenschap veel kunnen betekenen omdat zij deze dingen over het hoofd kunnen zien.
Tumblr media Tumblr media
Adi Hoesle: Brainpainting          
Ook Suzanne Lee (mode ontwerpster, New York) houdt zich bezig met een bewustere wereld. Doormiddel van biologische experimenten heeft zij een kledinglijn ontwikkeld die bestaat uit stoffen gemaakt van microbiële cellulose (miljoenen samengeperste bacterieën) die tot lappen verworden in een bad van groene thee. Hier komen geen schadelijke stoffen aan te pas.
Tumblr media Tumblr media
  Suzanne Lee’s BIO COUTURE
  Natuurlijk wordt wetenschap o.a op technisch gebied ook op andere manieren ingezet door kunstenaars. Jordan Wolfson is daar een goed voorbeeld van. Nu we in de wetenschap zo ver zijn gekomen met het kopieëren van mensfiguren maakt hij daar gebruik van door hele absurde installaties te bouwen (laten bouwen) waarin de menselijke robots een grote rol spelen. In coloured sculpture zien we een jongens-achtig figuurtje geketend aan kettingen dansen en vervolgens ruw omhoog en omlaag geslingerd worden. Een ander werk betreft een vrouwfiguur met een heksenmasker dat danst voor een spiegel terwijl zij een gedicht opzegt. Hier wordt wetenschap/technologie ingezet voor kunst, voor een idee, zonder dat het per direct ook nuttig hoeft te zijn voor de wereld. Natuurlijk, zoals eerder beschreven, worden ontdekkingen vanuit de wetenschap vaak ingezet in de kunst, denk aan 3D-printers, robots, machines, internet, computers, smartphones. Als ze niet letterlijk in een werk verwerkt worden dan kunnen ze als inspiratiebron worden ingezet. Maar de interactie tussen kunst en wetenschap komt hier niet helemaal tot zijn recht.
Maar in mijn opinie werken kunst en wetenschap vooral goed samen als het gaat om een verbeterpuntje in de samenleving, in de wereld. En dat is denk ik ook altijd zo geweest. Op de momenten dat deze twee gescheiden te werk gaan staat de maatschappij ergens stil. Nu mist de maatschappij een minder materialistische insteek. Door alle nieuwe ontdekkingen, uitvindingen etc. raast de wereld aan zichzelf voorbij en geraakt de menselijkheid soms op de achtergrond. We gaan vooruit op het gebied van de luxe maar door wetenschap en kunst samen te brengen komt er meer gevoel in al die ontdekkingen. Ik stel me zo voor dat net als Cornelia Hesse Honegger, je als kunstenaar als spiegel kunt dienen tijdens een brainstorm.  
Of dat je net als Adi Hoesle de aandacht voor een nieuwe raket kunt verplaatsen naar hersenschilderen voor lichamelijk gehandicapten. Nee, we hoeven niet gearmd en al fluitend in een aardbeienveld rond te huppelen (bij wijze van een verschrikkelijke idylle) en dit laatste voorbeeld is misschien ietwat overdreven maar bewuster een nieuwe ontdekking ingaan en zo bijzonderheden weer een kans geven, daar geloof ik wel in. Net als de geest en het lijf in balans moeten zijn voor een gelukkig leven, kunnen we het ook zien met unst en wetenschap. Dit artikel zou in eerste instantie zijn gegaan over hoe kunst wetenschap zou kunnen beïnvloeden maar uiteindelijk bleek dat niet van toepassing. Veel interessanter vond ik het te onderzoeken hoe het verleden tussen deze twee in elkaar steekt, hoe de verhouding nu is, wat ze voor elkaar kunnen betekenen en waarom.  Bij wijze van afsluiter: ik denk dat kunst en wetenschap in samenwerking best de Leonardo Da Vinci van nu kunnen vormen.
Tumblr media
0 notes
rotterdamvanalles · 5 years ago
Text
De 10 Foto's Met Een Lang Verhaal Staan in een blog, op Tumblr. 100
De Straatweg vanaf de kruising met de Kleiweg (links) en de Kootsekade (rechts), 1935.
De Straatweg loopt van de Ceintuurbaan tot aan de splitsing Bergse Dorpsstraat en Weissenbruchlaan en tussen de Bergse Voorplas en de Bergse Achterplas door. De vroegere naam was Bergweg.
De Kleiweg werd vroeger wel beschouwd als een onderdeel van een oude zeedijk, die door de Romeinen zou zijn aangelegd. De vroegst bekende dijk dateert echter van de 12de eeuw en bevindt zich bovendien ten zuiden van de Kleiweg. Deze dankt haar naam aan de Kleiweg in het veen (oeverwal van een stroom) waarop zij is gelegen. De naam 'Cleyweg' komt voor zover bekend voor het eerst in 1419 voor. De wijk Kleiwegkwartier wordt thans ook aangeduid met Hillegersberg Zuid.
Deze kade is vernoemd naar oliemolen 'de Koot' aan de Rotte op de hoek van de Rechter Rottekade en de Kootsekade, eertijds toebehorend aan de firma H. Lambert en Zonen. Hier werd lijn- en raapzaad geperst. De molen werd in 1905 afgebroken en in Vaals (Limburg) weer opgebouwd (later in 1934 afgebrand). Op de kaart van A. Dubreuil uit 1784 komt de molen reeds voor. Hij is hierop echter nog niet met name genoemd. In 1776 werd hij als pelmolen gebouwd en omstreeks 1850 omgebouwd tot oliemolen. Op de kaart van Schieland van Floris Balthazar (1611) komt de kade onder de naam Rijskae voor. Waarschijnlijk was deze kade oorspronkelijk gedekt met rijsbeslag.
De prentbriefkaart komt uit het Stadsarchief Rotterdam. De informatie komt eveneens uit het Stadsarchief Rotterdam.
Bron, Rotterdam van Toen, Stads Archief Rotterdam
Tumblr media
De Oude Binnenweg met verderop het Schielandshuis, 1972-1978.
Sinds 1977 heet het gedeelte van de Binnenweg tussen Karel Doormanstraat en Westersingel Oude Binnenweg. Al in 1454 liep door de Coolpolder een binnenweg van Rotterdam naar Schoonderloo met een afslag naar Delfshaven. Deze heette Coolsche weg of Binnenweg; het laatste gedeelte komt voor als Schoonderloosche of Delfshavensche weg of Binnenweg, maar heet na 1610 gewoonlijk Geldelooze pad. Hier vandaan liep een uitpad over een vonder of passerel naar de Ossewei en daarover naar het Lage Erf.
De bebouwing aan de Binnenweg bij Rotterdam had in de 17de eeuw de tegenwoordige Mauritsstraat bereikt; in 1706 werd dit gedeelte bestraat en met bomen beplant. Pas het graven van de Westersingel bracht hierin verandering. Ten westen daarvan op Delfshavens grondgebied kwamen toen ook straten en sinds 1852 bestonden er plannen om de Binnenweg te verbeteren en een betere verkeersweg te maken tussen Rotterdam en Delfshaven. In 1876 werd daarmee begonnen.
De oude Binnenweg bleef tot de Josephstraat bestaan, doch vandaar is zuidelijk van de bestaande Binnenweg een nieuwe verkeersweg gemaakt tot het hierboven genoemde uitpad. Dit pad werd verbeterd en verbreed tot Delfshaven. In 1888 is voor het gedeelte van de Coolsingel tot Westersingel de bijvoeging 'oude' verdwenen, het gedeelte van de Westersingel tot Josephstraat is, hoewel oud, gerekend te behoren tot de Nieuwe Binnenweg. Het oude gedeelte, dat van de Josephstraat de polder inliep langs de tegenwoordige Schietbaanstraat, tot waar het met een hoek op de tegenwoordige Schonebergerweg uitkwam, bleef Oude Binnenweg en van die hoek tot het kerkhof te Schoonderloo, Geldelooze pad of Zwarte wegje.
In 1977 is de bijvoeging 'oude' weer in ere hersteld voor het gedeelte van de Binnenweg tussen Karel Doormanstraat en Westersingel. Het gedeelte van de weg tussen Coolsingel en Karel Doormanstraat heet sinds 1971 Binnenwegplein.
De fotograaf is Lex de Herder en de foto komt uit het Stadsarchief Rotterdam. De informatie komt eveneens uit het Stadsarchief Rotterdam.
Bron, Rotterdam van Toen, Stads Archief Rotterdam
Tumblr media
We kijken naar het Erasmiaans Gymnasium aan de Coolvest, de latere Coolsingel, in 1897. Het gebouw aan de linker kant is dan net 13 jaar in gebruik en zal dienst doen tot 1937. Het gebouw werd op 14 mei 1940 gebombardeerd. Op deze plek herrees later de winkel van C&A.
De gymnasiasten en hun docenten waren voor de oorlog dus al verhuisd naar de Wytemaweg. Daar huist de school nog steeds. Het gebouw werd na het bombardement gebruikt voor de distributie van hulpgoederen.
De oorlog liet diepe sporen na in de school. Eenderde van de leerlingen kwam om het leven. Sommigen overleden in de stad zelf, anderen werden naar kampen gestuurd. Elk jaar worden de namen van de 101 leerlingen die het leven lieten voorgelezen in de aula van de school.
Tumblr media
Gezicht op de Grondherendijk bij de Rietdijk, 1934.
De Grondherendijk Is vernoemd naar de grondheren (grondeigenaars) van Charlois. Vóór 1895 droeg de Grondherendijk de naam Hooge Dijk. De Grondherenstraat ligt op het terrein van de vroegere Kerkegrient.
Een verklaring van de naam Rietdijk wordt gezocht in een belofte van Jan van Almonde en Joris de Bije om de Riethille, ten noorden van de Robbenoordse polder te bekaden. Zij hadden in 1525 Robbenoord en deze Riethille in pacht. Een reeds in 1482 genoemd stuk land, 'dat rietblok', zal ook wel in deze buurt gezocht moeten worden.
Charlois (spreek uit: sjaarloos) en de Riederwaard (Reijerwaard) behoorden vroeger tot het land van Putten, een geheel onafhankelijk gebied met een eigen regering en een eigen recht. In 1456 ging dit gebied over van de heren van Gaesbeek op de hertog van Bourgondië, die er zijn zoon Karel de Stoute, graaf van Charollois (een graafschap in Bourgondië), mee beleende. Door de vele hoge vloeden in de 14de en 15de eeuw liep dit gebied regelmatig onder water. Karel de Stoute wilde in 1460 'die lande, slijck, uterwairt ende Rietbroek, geheiten Riderwairt' laten bedijken. Als voorwaarden werden daarbij gesteld dat dit land niet meer Riederwaard, doch Charlois zou heten, en dat er een kerk gesticht zou worden, gewijd aan Sint Clemens. Dit land omvatte de latere polders Karnemelksland, de Hille, Charlois, Robbenoord en Plompert. Door de goede bedijking en de gunstige ligging werd het gebied spoedig bebouwd. Charlois was zowel een ambachtsheerlijkheid als een grondheerlijkheid. Bij eerstgenoemde berustte de jurisdictie, terwijl aan het bestuur van laatstgenoemde de zorg voor waterstaatszaken was opgedragen. In 1895 is Charlois door Rotterdam geannexeerd.
De prentbriefkaart komt uit het Stadsarchief Rotterdam. De informatie komt eveneens uit het Stadsarchief Rotterdam.
Bron, Rotterdam van Toen, Stads Archief Rotterdam
Tumblr media
Gezicht op de Bergweg (uit het zuiden) richting het spoorwegviaduct van de Ceintuurbaan bij station Hillegersberg, 1920 (geschat).
Station Rotterdam Noord is een station in de Rotterdamse deelgemeente Noord, gelegen aan de spoorlijn Rotterdam Centraal – Gouda. Het ligt aan de vroegere Ceintuurbaan op dezelfde plaats als de vroegere halte Hillegersberg, die in 1899 geopend werd.
Met de verlegging van het treinverkeer uit de richting Gouda van station Rotterdam Maas naar het Centraal Station via deze route, werd station Rotterdam Noord op 4 oktober 1953 geopend. Het ligt na een spoorviaduct over de Bergweg die vlak daarna in de Straatweg overgaat, de verbindingsweg van de stad met Hillegersberg; het viaduct is het bovenstuk van het zogeheten Muizengaatje.
Het station is van architect Sybold van Ravesteyn, die het station in de stijl van de Nieuwe zakelijkheid heeft ontworpen. Het stationsgebouw is niet meer als zodanig in gebruik.
De Bergweg dankt zijn naam aan het voormalige dorp Hillegersberg, ook wel Den Berg genoemd, dat in 1941 door Rotterdam werd geannexeerd. De Bergweg heette vóór 1897 Oost-Blommersdijkschenweg. De Bergweg maakte deel uit van de oude 12de eeuwse zeedijk. De naam 'Berchwech' komt in 1387 voor het eerst voor. In de 19de eeuw treft men ook de naam Blommersdijksche Straatweg aan.
De prentbriefkaart komt uit het Stadsarchief Rotterdam. De informatie komt van Wikipedia en uit het Stadsarchief Rotterdam.
Bron, Rotterdam van Toen, Stads Archief Rotterdam
Tumblr media
Gezicht op de ingang van de Rotterdamse Diergaarde aan de Kruisstraat, 1899.
Rond 1855 richtten twee spoorwegbeambten een spoortuintje in de Rotterdamse binnenstad in om hun verzameling exotische vogels onder te brengen. Deze hobby-vogeltuin werd een groot succes en leidde tot de oprichting van de 'De Rotterdamsche Diergaarde' in 1857. De eerste directeur was Henri Martin, oorspronkelijk leeuwentemmer van beroep. Aanvankelijk mochten alleen leden van de vereniging de dierentuin bezoeken.
In 1857 kreeg J.D. Zocher van de gemeente de opdracht om de tuin voor de Diergaarde aan te leggen. De bedoeling was om op een aangename wijze kennis van dieren en planten te bevorderen. Zocher voerde het plan uit samen met zijn zoon Louis Paul. De Diergaarde was een enorm succes. Tijdens de aanleg kon men de dieren al bezichtigen en binnen acht maanden tijd leverde dat ruim twaalfduizend bezoekers op. Daaronder bevonden zich bijna vierduizend stadgenoten die geen lid waren. Het lidmaatschap was namelijk erg duur, maar eenmaal per jaar, tijdens de kermis, kon de gewone man voor een gereduceerd tarief de dierentuin bezoeken.
De ingang van de Diergaarde was aan de Kruiskade. Rondom het terrein was een fraai hek geplaatst. De dierenverblijven en andere gebouwen werden ontworpen door de architecten A.W. van Dam en H.J. de Haas. In 1862 werd de Diergaarde uitgebreid, waarbij opnieuw de hulp van Zocher werd ingeroepen. Dit gedeelte, dat bekend werd onder de naam Nieuwe Tuin, sloot naadloos aan bij het oude gedeelte. De Diergaarde kon zich meten met die van Amsterdam en Antwerpen dankzij de smaakvolle aanleg van Zocher.
In 1937 besloot het gemeentebestuur van Rotterdam dat de Diergaarde uit het stadscentrum moest wijken voor stedelijke bebouwing. Vanwege het steeds drukker wordende verkeer werd de Diergaarde verplaatst naar de wijk Blijdorp. Het jaar erop begon men met de bouw van de nieuwe Diergaarde 'Blijdorp', genoemd naar de polder Blijdorp, waar de tuin nog steeds gehuisvest is. Architect S. Van Ravesteyn kreeg de opdracht voor het ontwerp.
De fotograaf is Carl Emile Mögle en de foto komt uit het Stadsarchief Rotterdam. De informatie komt eveneens uit het Stadsarchief Rotterdam. De kaart uit 1897 komt van rotterdamkaart.nl
Bron, Rotterdam van Toen, Stads Archief Rotterdam
Tumblr media
Het Hofplein bij het spoorwegviaduct met op de achtergrond de Blaauwe Molen, 6 oktober 1928.
Het Hofplein herinnert aan de ridderhofstad Weena, die noordoostelijk van het huidige Hofplein was gelegen. De Hofdijk komt al in 1397 in bronnen voor. Het slot wordt reeds in 1306 vermeld. De oorspronkelijke Hofdijk stamde uit de 13de eeuw en strekte zich langs de Rotte uit tot het Zwaanshals en de Oudedijk. Het Hofplein ontstond in de eerste helft van de 19de eeuw nadat de Kolk of Gracht tussen de Delftse Poort en de Hofpoort was gedempt. Van 1853 tot 1875 was het plein als veemarkt ingericht. De oudste naam is Hofpoortplein naar de Hofpoort die daar stond en in 1833 is afgebroken. In 1908 werd aan het plein het station van de Zuid-Hollandsche Electrische Spoorweg-Maatschappij, de lijn Rotterdam-Scheveningen, geopend. Bij besluit B&W 13 september 1949 ontving het verkeersplein op het kruispunt Coolsingel, Weena, Schiekade, Pompenburg de naam Hofplein.
De foto is gemaakt door de Fototechnische Dienst Rotterdam en komt uit het Stadsarchief Rotterdam. De informatie komt eveneens uit het Stadsarchief Rotterdam.
Bron, Rotterdam van Toen, Stads Archief Rotterdam
Tumblr media
De Nieuwe Binnenweg bij de Heemraadssingel met op de hoek café 't Spinnewiel, februari 1929. Café 't Spinnewiel is net van eigenaar veranderd en heet nu Bakeliet.
De Heemraadssingel is vernoemd naar de heemraden van Schieland. Deze naam herinnert aan de poldergeschiedenis. Vóór de aanleg van de singel liep hier de Heemraadsweg, welke naam bij besluit B&W 27 juli 1894 was vastgesteld.
Al in 1454 liep door de Coolpolder een binnenweg van Rotterdam naar Schoonderloo met een afslag naar Delfshaven. Deze heette Coolsche weg of Binnenweg; het laatste gedeelte komt voor als Schoonderloosche of Delfshavensche weg of Binnenweg, maar heet na 1610 gewoonlijk Geldelooze pad. Hier vandaan liep een uitpad over een vonder of passerel naar de Ossewei en daarover naar het Lage Erf. De bebouwing aan de Binnenweg bij Rotterdam had in de 17de eeuw de tegenwoordige Mauritsstraat bereikt; in 1706 werd dit gedeelte bestraat en met bomen beplant. Pas het graven van de Westersingel bracht hierin verandering. Ten westen daarvan op Delfshavens grondgebied kwamen toen ook straten en sinds 1852 bestonden er plannen om de Binnenweg te verbeteren en een betere verkeersweg te maken tussen Rotterdam en Delfshaven. In 1876 werd daarmee begonnen. De oude Binnenweg bleef tot de Josephstraat bestaan, doch vandaar is zuidelijk van de bestaande Binnenweg een nieuwe verkeersweg gemaakt tot het hierboven genoemde uitpad. Dit pad werd verbeterd en verbreed tot Delfshaven.
In 1888 is voor het gedeelte van de Coolsingel tot Westersingel de bijvoeging 'oude' verdwenen, het gedeelte van de Westersingel tot Josephstraat is, hoewel oud, gerekend te behoren tot de Nieuwe Binnenweg. Het oude gedeelte, dat van de Josephstraat de polder inliep langs de tegenwoordige Schietbaanstraat, tot waar het met een hoek op de tegenwoordige Schonebergerweg uitkwam, bleef Oude Binnenweg en van die hoek tot het kerkhof te Schoonderloo, Geldelooze pad of Zwarte wegje.
De foto is gemaakt door de Gemeentepolitie Rotterdam en komt uit het Stadsarchief Rotterdam. De informatie komt eveneens uit het Stadsarchief Rotterdam.
Bron, Rotterdam van Toen, Stads Archief Rotterdam
Tumblr media
Tramongeluk op de hoek van de Goudsesingel en de Jonker Fransstraat, 1928-1932.
De Goudse Rijweg, Goudseweg en (vooroorlogse) Goudsewagenstraat vormden een onderdeel van de oude weg naar Gouda. De Goudsewagenstraat wordt reeds in 1366 in bronnen vermeld. Na 1358, toen er grachten om de stad gemaakt mochten worden, zal ook bij deze 'rijweg' aan de stadsvest een poort gebouwd zijn en kon men van Gouda daardoor met wagens in de stad, d.w.z. op de Hoogstraat, komen. Later was hier het beginpunt van het Goudse Wagenveer.
De Goudsesingel was oorspronkelijk de buiten de stad gelegen vestkade. In 1481 wordt de singel genoemd van de Oostpoort naar het kleine Goudse Poortje. Deze singel moet even ten noorden van de huidige Warande en het Ammanplein hebben gelegen. Na 1505, toen de stad in zuidelijke richting was ingekrompen, verstaat men onder Goudsesingel de weg van de Goudse Poort tot Couwenburghseiland (ter hoogte van het huidige Pompenburg). Ten oosten van de Goudse Poort heette hij Oostsingel. De Goudsesingel en Oostsingel waren de kaden ten noorden van de Goudsevest en de Oostvest. Het eerste gedeelte van de Oostvest werd in 1871 gedempt. Dit gedeelte heette sindsdien Gedempte Oostvest. In 1888 volgde de demping van het tweede gedeelte. Op deze plaats ontstond het Oostvestplein. Ook de Goudsevest en Luthersche Vest werden gedempt. Nadat de demping was voltooid, ontving de nieuw gevormde brede weg vanaf het Boschje tot aan het Oostplein de naam Goudsesingel. Opnieuw benoemd op 30 juni 1942.
Frans van Brederode bijgenaamd Jonker Frans of Roofridder Frans (Kasteel Batenstein te Vianen, 4 februari 1465 - Dordrecht, 11 augustus 1490) was een hoofdrolspeler in de naar hem vernoemde Jonker Fransenoorlog tijdens de Hoekse en Kabeljauwse twisten.
De foto is gemaakt door de Gemeentepolitie Rotterdam en komt uit het Stadsarchief Rotterdam. De informatie komt eveneens uit het Stadsarchief Rotterdam en van Wikipedia.
Bron, Rotterdam van Toen, Stads Archief Rotterdam
Tumblr media
Op de Lijnbaan staat een van de Efteling geleende Holle Bolle Gijs in het kader van de schoonmaakactie Rotterdam Schoon Schip. Burgemeestersvrouw Thomassen-Lind, voorzitster van 't werkcomité Rotterdam Schoon Schip, staat voor Holle Bolle Gijs.
Buik liefst bol...
(Van een onzer verslaggevers) „Papier hier, dank u wel," klinkt het over de Lijnbaan, als kinderen stukjes papier en ander afval in de mond van Holle Bolle Gijs stoppen. Gistermiddag had mevrouw Thomassen-Lind, voorzitster van 't werkcomité Rotterdam Schoon Schip, gezorgd voor de snoepjes. De kinderen zorgden er daarna wel voor dat Holle Bolle Gijs kon blijven praten.
Daarvoor had mevrouw Thomassen deze straatactie ingeluid. Het doel van de actie is de straatverontreiniging tegen te gaan, door de mensen er toe te brengen het afval op de daarvóór bestemde plaatsen te deponeren. Zo zullen gedurende deze Schoon Schip-actie op woensdag- en zaterdagmiddagen verkeersbrigadiertjes als:Schoonschippers automobilisten op de parkeerplaatsen in de omgeving vragen hun asbakjes te mogen legen, en hun een raamsticker van Schoon Schip aan te bieden.
Op de Lijnbaan knopen vrijwillige medewerksters met. belangstellende voorbijgangers een gesprekje aan om op het grote belang van het voorkomen van straatverontreiniging te wijzen. De actie zal veertien dagen duren.
De fotograaf is Ary Groeneveld en de foto komt uit het Stadsarchief Rotterdam. De informatie komt via delpher.nl uit het Vrije Volk van 7 maart 1969.
Bron, Rotterdam van Toen, Stads Archief Rotterdam
Tumblr media
0 notes
jeanschoonbroodt · 7 years ago
Text
Ter overweging voor kerkleiders.
Dit schrijf ik U in de naam van de Here YHWH... en van de Here Jezus, de Christus van GOD YHWH, de IK BEN.
Zeer belangrijk om eens te lezen... en door te geven naar andere kerkleiders, predikanten, voorgangers, dominees en oudsten enz.
Oprechtheid en waarheid in Liefde, échte naastenliefde, echte betrokkenheid, echt mededogen zijn nodig in de Gemeente van GOD.
En echt toegeven waar je gefaald hebt, waar je nalatig bent geweest in je zorg om of voor of naar anderen toe, en je toegeven waar je als dienaar van het woord misschien egoïstisch was, meer je eigenbelang of van je functie of ambities of van je kerkelijke denominatie najaagde... dan werkelijk een groot en ruim liefdevol hart te hebben naar je eenvoudige broeders en zusters en noodlijdenden in je eigen gemeente/kerk... en romdom je kerk ; dit alles kan je vergeven worden door God, maar moet ook met anderen bereinigd worden waar dat nog kan... zodat er een grote verandering en doorbraak van God in je eigen leven en van je Gemeente komt en/of in de levens van slachtoffers van misbruik of verkrachting of van verwaarlozing.
Herders wie hoedt U ? Uw eigenbelang, uw eigen rijkdom/weelde en luxe... of de schapen van God's kudde in een zeer zachtmoedige en nederige en dienstbare houding, waarbij u hen uitmuntender/kostbaarder acht dan U zelf en uw rijkdom/weelde/luxe... en gij uw leven voor ze inzet tot het einde toe, gelijk Christus Jezus tot de martelaars-dood toe ?
Leest, gij heren, 1 Petr. 5. en Fil. 2.
Indien niet de liefde tot God YHWH en Jezus de Christus en Hun woord en Hun liefde en gerechtigheid en heilswerk... en uw opofferingsgezindheid en zelfverloochening voor Hen en Hun kudde op de 1 e plaats staat in uw hart en gezindheid, dan bent u niet meer dan een "kukelekuu"-roepende haan... en dus een man met haantjes-gedrag, dat alles en iedereen aan zich wil onderwerpen... en die heerszuchtig is... en vecht en pikt... naar iedere andere haan of kip of kuiken, die niet naar uw "visie" of theologische of dogmatische leer of onderwijs denkt of spreekt of functioneert, in uw door hoogmoed en trots en ijdelheid en ambitie... en dus begeerte naar aanzien en roem... of het zeer bekend willen worden als een "groot" God's man om veel aanhangers of "fans" te krijgen om nog meer eer en geld te oogsten... en die steeds meer dominant heerszuchtig en opgeblazen rond wandelt als een haan, die zelfs op een bepaald ogenblik veel hennen wil hebben met veel kuikens, maar die niet echt liefde heeft tot zijn hanenstal.
God zoekt geen hanen om zijn kostbare met het bloed gekochte kudde schapen te beheersen, maar herders met een zacht liefdevol en nederig dienend hart, die hun levens dag en nacht inzetten voor de kudde. Die echte heilige en liefdevolle oprechte en zorgzame en mee-levende voorbeelden zijn in echte navolging van Christus Jezus, en dit in de ware gezindheid van Jezus Christus, die we ook zien in de apostelen van God van de begintijd en hun trouwe medewerkers. En dit alles van uit God's schenkende liefdevolle goedheid... oftewel genade op genade. Amen.
Helaas heb ik soms de indruk, dat sommigen de ware Gemeente van de Levende GOD/dit Lichaam van Christus Jezus/dit Levend Organisme bestaande uit het Hoofd en de ledematen/deze Tempel van de Levende GOD zien.. en/of willen zien of bekijken of willen runnen... of reeds runnen/leiden als een soort werelds bedrijf met religieuze inslag, doorspekt met allerlei management-technieken en "social skills" en promotie-technieken of Public Relations, waarbij ik me vraag of zij wel de "Godly skills" bezitten... om echt de Heilige Geest in alles de voorrang te geven,
want de HERE is de Geest. 2 Kor. 3 ; 16-18.
En waar de Geest des Heren is... DAAR IS WARE VRIJHEID ... van gebonden-heden en egoïsme/zelfzucht en onrecht en van angsten en van vele ziekten/depressies enz.
Paulus noemt zich in 2 Kor. 3. Dienaar van de Geest van GOD. Geven jullie allen de Geest , die de Here is, de voorrang in alle dingen... of jullie eigen verlangens/begeerten/lusten ambities en/of jullie eigen oude mens ? Of leven jullie echt de nieuwe mens, geschapen naar God's Beeld en Gelijkenis in ware gerechtigheid en heiligheid in Geest en waarheid en Agapé = Goddelijke liefde en zorg en inzet voor en binnen de Tempel ?
Toets Uzelf of Christus Jezus werkelijk met Zijn volheid van Zijn Geest U leidt.. of uw eigen verstand, met uw eigen vaak wereldse inzichten of opleidingen en kennis en ervaringen etc.
Niets is gevaarlijker, dan mensen die denken goed bezig te zijn, maar ondertussen in God's ogen zijn vijanden zijn, omdat zij Hem niet in alle dingen bevragen en zoeken en/of niet Hem de totale leiding overgeven over hun eigen hart en leven... en/of overgeven of overlaten aan Zijn Tempel... van Zijn Geest. De Gemeente van de Levende GOD is een Behuizing/Huis/Tempel, waar GOD, die GEEST is, met Zijn Geest woont... en de leiding wil hebben. HIJ wil daar bepalen, wie wat doet tijdens de dienst. HIJ deelt de gaven van de Geest uit gelijk HIJ WIL. HIJ bepaalt wie HIJ tot welke dienst roept... en inzet... of opleidt of bekwaamt... of ordent... volgens de WARE APOSTELLEER en hun handelingen. In sommige kerken spreekt vaak altijd maar één persoon, de prediker, gedurende een tijd variërende van 45 minuten tot soms 90 minuten. Dus een monoloog. Dit is NIET de ware manier van samenkomen, noch van kerk/Gemeente zijn, zoals God het bedoelde of bedoelt.
God wil, dat velen het Lichaam van Christus Jezus kunnen mee opbouwen. Daarom onderwees GOD door Paulus 1 Kor 12-14. En dit is op de 1 e plaats bedoeld in de samenkomsten/ Gemeentelijke Vergadering van de ware uit God geborenen en met de heilige Geest verzegelden, de ware zonen van God.
God heeft Zijn gaven van Zijn Geest verdeelt zoals HIJ wilde... over het Lichaam van Christus Jezus en Zijn lidmaten/leden... tot wederzijdse opbouw van de geliefden en gelovigen en geheiligden in de Geest en de waarheid en het bloed van het Lam van GOD.
In een WARE GEMEENTE van de Levende GOD behoren dus allen iets te hebben en mede te delen, zoals de GEEST, die de HERE is, de gemeenteleden lijdt, dringt, drijft, activeert, opwekt of vervult of ingeeft.
Helaas zijn sommig kerkleiders controle-freaks, die de leiding niet uit de hand willen geven, en daarom niet terug willen naar deze oorspronkelijke zuivere manier van samenkomen. Zij vertrouwen de GEEST te weinig in ZIJN leiden in de Gemeente... en Zijn werk in de geheiligden IN Christus Jezus. En als zij de Geest ruimte geven, moet en mag dat alleen binnen hun opgeworpen kaders/wetten/regels/denominatieve manier van samenkomen. Het is vaker in de geschiedenis voorgekomen, dat zij de ware apostelen en profeten en zeer trouwe discipelen, die de juiste leer hadden en wilden prakticeren afwezen, de toegang tot hun gemeenten weigerden of er uit lieten zetten... of na een gesprek met hen zeggen : Wij doen het op onze manier, want zo doen we het al jaren... of zij zijn bang voor andere controlerende organen/overheden of hoog-geplaatsten in de maatschappij en/of in hun eigen kerkelijke denominatie... en wat zij zouden zeggen, wanneer zij veranderingen zouden willen aanbrengen, waardoor zij uit angst voor hen... of uit angst om geen subsidie meer te krijgen door de staat of het rijk of om hun salaris kwijt te raken of om uit hun ambt gezet te worden... uiteindelijk in het oude blijven mee huppelen. Hun traditie en gewoonten zijn hun dan liever dan Dé Weg, dé Waarheid en hét Leven, zoals GOD het wilde... en wil. Het zijn oude wijnzakken geworden, die de nieuwe wijn, die de zuiverste waarheden van het Ware Evangelie niet kunnen verdragen.
Tijd om... om te keren naar de zuivere leer en gezindheid van Christus Jezus en Zijn apostelleer... voor hen, die nog oren hebben om te horen, en een hart om te begrijpen... en om het te gaan prakticeren in YHWH's en Jezus Christus' naam... en heilige Geesteskrachten. Amen. Hallelu-YHWH. Amen. En dit alles van uit Zijn schenkende liefdevolle goedheid/genade. Amen.
God's zegen in YHWH's en Jezus Christus' naam... over allen, die door God geliefd zijn met eeuwige liefde. Amen. Ef. 1 ; 3.
Hartelijke groet,
Jean Schoonbroodt. 06.12.2017.
0 notes