Tumgik
#Jan Van Der Lugt
mixamorphosis · 9 months
Text
Blog post and linked up tracklist [HERE].
Tracklist
01. Campion - Anything (Los Grandes) 02. Softmore - Peace With You (In The Woods) 03. Billy W - Limits (Young Robots) 04. Kitano - Republic (Kolour Recordings) 05. Colm K - Nothing (Bastard Jazz Recordings) 06. Soul Minority - Beautiful Dark Skin (Kolour Recordings) 07. The Lady Blacktronica - Black Girl (Slo Mo Mix) (Sound Black Recordings) 08. Jad & The Ladyboy - Time For Love (Chopshop Music) 09. DJ Rocca - Complotto Geometrico (Andrew Weatherall Remix) (Nang) 10. Max Ferdinand - Trouw (Jan Van Der Lugt Remix) (Big Flu) 11. Clouded Vision - City Thunder (Throne Of Blood) 12. Wool - Squares (Plant) 13. Pional - In Another Room (Hivern Discs) 14. Paskal & Urban Absolutes - Need Love (Farside) 15. Mari0 - Tales From The North (SoundSam Norwegian Woods Remix) (Unknown Label) 16. Paskal - I Love You (Deeper Meaning) 17. L.B. Bad - Just Don't Stop (Larhon Records) 18. Steve Tang - Brink Of Dawn (Smallville Records) 19. Mental - I Want To Know Where Dub Is (Primitive Sounds)
Download available via [HEARTHIS]
1 note · View note
rotterdamvanalles · 4 months
Text
De voor- en zijkant van de Marinierskazerne aan het Oostplein in 1940.
De Marinierskazerne Oostplein was een militaire kazerne van het Nederlandse Korps Mariniers aan het Oostplein. De kazerne werd geopend in 1598 als arsenaal en werd verwoest tijdens het bombardement op 12 mei 1940.
De Marinierskazerne had, voordat hij dienst deed als kazerne, een andere functie. Hoewel het originele gebouw, na een bouwperiode van een jaar, al in 1598 gereed was, diende het lange tijd als arsenaal van het Tuighuis voor de Admiraliteit van de Maeze. In de loop der jaren volgden meerdere uitbreidingen en verbouwingen, en was het gebouw uiteindelijk ernstig toe aan vernieuwing en modernisering. De Italiaanse architect Jan Giudici kreeg de taak om dit te doen en deze renovatie werd in 1783 uitgevoerd.
In 1817 werd Rotterdam de marinestad van Nederland en in 1823 werd het gebouw voor het eerst als kazerne gebruikt. De mariniers vestigden zich in het oude Tuighuis, wat later bekend zou staan als de Marinierskazerne. Dit duurde tot 1850, toen de marinewerf werd opgeheven en de officiële locatie werd verplaatst naar Vlissingen, waarschijnlijk op besluit van Koning Willem I
Na een korte afwezigheid van 19 jaar, werd de Marinierskazerne opnieuw in gebruik genomen nadat in 1868 rellen uitbraken in de stad.[6] Na het De Vletter-oproer, zoals de rellen officieel heten, werden in 1869 de mariniers nu permanent overgeplaatst van Vlissingen naar Rotterdam op besluit van Koning Willem III.
De mariniers verbleven hierna nog tot mei 1940 in de Marinierskazerne. Echter, de kazerne barstte inmiddels uit zijn voegen en dus worden in 1938 de eerste plannen gemaakt voor een nieuwe kazerne bij de Eschpolder aan de rand van de stad. De Van Ghent Kazerne had meer ruimte maar lag op een meer afgelegen locatie dan de kazerne op het Oostplein, die inmiddels ook niet meer aan de benodigde eisen voldeed.[2] Na enige vertraging en twijfel over prijsstijgingen en mogelijke compensatie, wordt uiteindelijk besloten om toch door te gaan met de bouw van de Van Ghent kazerne in 1940. Dit was vlak voor de uitbraak van de Tweede Wereldoorlog en de Duitse aanval op Nederland in 1940, die grote gevolgen had voor de stad en de kazerne. De Marinierskazerne werd al op 12 mei geraakt door een precisiebombardement van de Luftwaffe, ongeveer rond 11:30 uur. De kazerne vloog als gevolg in brand en werd grotendeels verwoest. Historische voorwerpen met betrekking tot het Korps Mariniers die verzameld waren als collectie sinds 1938, gingen hierbij ook allemaal verloren.[10] Ook andere prominente gebouwen en plekken in de stad werden geraakt door het precisiebombardement: Station Delftsche Poort, het Beursstation en het Maasstation waren een paar plekken die geraakt waren. Ook werden er bommen gegooid op de oude Diergaarde, het Oostplein en Rotterdam-Noord.[8] De commandant van de Marinierskazerne ter tijde van het bombardement was Frederik Lugt.
In vier dagen van harde strijd om de Maasbruggen in te nemen (beter bekend als de Meidagen), hield opperbevelhebber van het Nederlands leger Henri Winkelman stand tegen de troepen van Nazi-Duitsland. Een groot aantal Nederlandse mariniers wist de ongeveer 1000 man Duitse soldaten bij de Willems- en Maasbruggen succesvol terug te dringen naar het Noordereiland. Bij deze slag vielen 112 doden aan Nederlandse zijde. Een ultimatum werd vervolgens op 14 mei naar generaal Pieter Scharroo verstuurd: óf Nederland geeft zich over, óf Rotterdam zal worden gebombardeerd. Ondanks dat de overgave nog werd onderhandeld en er een nieuw ultimatum werd uitgeschreven, bereikte dit nieuws de Luftwaffepiloten niet. Hierdoor stegen ze alsnog op en bombardeerden de stad op 14 mei, met desastreuze verwoestingen en vele branden in de binnenstad tot gevolg.
Nadat de kazerne werd verwoest, besloot de gemeenteraad om, vermoedelijk in 1940, ook de laatste restanten te slopen. Gedurende de oorlog bleef het terrein van de voormalige locatie van de Marinierskazerne leeg. Na vijf jaar werd Nederland in 1945 bevrijdt. Hierdoor konden de werkzaamheden van de Van Ghent kazerne worden hervat en na een jaar kwamen de mariniers terug naar Rotterdam. Op 10 december 1946, om 08:00 uur 's ochtends - op de 281e verjaardag van het Korps Mariniers - werd de Van Ghent kazerne officieel in gebruik genomen. Alle hoop dat de Marinierskazerne aan het Oostplein terug zou kunnen komen, was hiermee van de baan.
Hoewel de Marinierskazerne volledig gesloopt was, werd besloten om een deel van de zijgevel - die zich boven een zijingang aan de kant van de Nieuwehaven bevond - te behouden. Deze werd toegevoegd aan de in/uitgang van Metrostation Oostplein. Ook de plakkat die zich naast het balkon bevond, werd gered van de sloop en staat aan de achterkant van de gevelmuur van de in/uitgang.
Op 5 juli 1963 werd, tegenover de nu niet meer bestaande Marinierskazerne, het Mariniersmonument onthuld door Prins Bernhard. Het beeld is vervaardigd in opdracht van de Stichting Korps Mariniers, gemaakt door Titus Leeser en is bedoeld als dank en eerbetoon voor de mariniers die destijds vochten in de meidagen tegen de Duitsers in Rotterdam. Om het beeld heen is ook een kleine muur gebouwd met gedenkstenen die alle missies van de mariniers - van de Tocht naar Chatham van 1667 tot en met de Nederlandse deelname aan de Afghaanse oorlog sinds 2006 - benoemen. Tevens is er, dichter bij de voormalige ingang van de kazerne, een messing plaquette aangebracht. Ieder jaar wordt hier ook de herdenking gehouden ter ere van de mariniers die vochten en stierven om de vrijheid van Rotterdam te behouden.
In december 2015 werd op het Oostplein nieuwe belijning aangebracht, evenals vier uitvergrote historische foto's, ter ere van het 350-jarig jubileum van het Korps Mariniers. Het initiatief kwam van Jacques Broekhoven die zelf oud-marinier is, met hulp van de gemeente Rotterdam en vervoersbedrijf RET. Hij is van mening dat de band tussen het Korps Mariniers en de stad Rotterdam duidelijker zichtbaar moet zijn voor de bewoners. Het blijkt dat een deel van de gevel bij de metro-ingang die herinnert aan de verloren kazerne, evenals de tegel in de grond, al jarenlang op de verkeerde plek zijn aangelegd. Langs het fietspad dat richting de Oostzeedijk gaat, aan de rand van de drukke rotonde, is een rood-blauwe belijning geplaatst. Deze markering laat zien waar ooit de oostelijke muur van de voormalige gevel van de Marinierskazerne stond. Verder zijn aan de achterkant van de gevel bij de metro-ingang vier verschillende foto's toegevoegd, die herinneren aan het bestaan en de verwoesting van de kazerne in mei 1940.
De Marinierskazerne behoorde tot een van de oudste nog bestaande gebouwen in de stad, en had een voor die tijd deftige en aanzienlijke uitstraling. Het bestond uit drie delen: het originele gebouw stond op de hoek van het Oostplein met huisnummer 14 en de nu niet meer bestaande Nieuwehaven. Het oude en nieuwe deel wordt dan onderbroken door een gebouw waar een tijd lang de Koninklijke Boek- en Steendrukkerij Corn. Immig & Zoon heeft gestaan. Dit komt doordat dit deel van de kazerne was afgebroken voor de bouw van moderne woonhuizen. Hierna gaat het nieuwere gedeelte van de kazerne door vanaf de Nieuwehaven, voordat een ouder stuk op de hoek van de Nieuwehaven rechtsaf slaat en eindigt op het Groenendaal.
Het originele gebouw bestond in totaal uit drie bouwlagen. Het was gemaakt uit bakstenen, had grote raampartijen op de begane grond en eerste etage met kleine raampartijen op de tweede etage, en een triomfante hoofdingang met halfronde boog boven de twee zware deuren. Aan beide zijden van die deur stonden monumentale gevellantaarns. Langs de gehele voorgevel stond een verhoogde stoep die afgesloten was met hardstenen hekpalen, met daartussen zware hangende kettingen. Naast de grote deuren van de kazerne stond aan de linkerkant, achter de kettingen tegen de kazerne aan, een klein houten schildwachthuisje voor de permanente schildwacht die voor de hoofdpoort stond of stijf op-en neer liep. Het pannendak bestond uit een zware, houten kroonlijst met daarboven een gebeeldhouwd wapenschild die een admiraliteitswapen afbeeldde: dit wapen bestond uit twee ankers achter een leeuw met daarboven een kroon. Het wapen zelf werd verder omgeven door vier vlaggen en andere militaire attributen. Dit wapen symboliseert de Admiraliteit van de Maeze. De buitenmuur aan de Nieuwehaven bestond vooral uit stenen muren met een dak. Een deel van de ramen was aan de kant van de boek- en steendrukkerij dichtgemetseld. Aan de andere kant staat een zijingang met daarop wederom een reliëf van het wapen van de Admiraliteit van de Maeze. Ernaast staat een ouder stuk die bedekt is met Barokken details: de deur heeft een kleine balkon met raampartij die rijkelijk zijn bedekt, met erop nogmaals een reliëf met het wapen van de Admiraliteit van de Maeze, een kroon en erop het jaar '1778'. Naast het balkon staat een plakkaat. Tenslotte eindigt de kazerne bij het Groenendaal met een mix van simpelere, smallere raampartijen waarvan sommige halfrond zijn aan de bovenkant, en een kleine poort aan de achterkant.
De binnenkant bestond uit een binnenplein dat je makkelijk vanaf de poorten bij de zij- en achterkant kon bereiken. De binnenmuren bestonden eveneens uit baksteen maar hadden een stuk minder reliëfs en decoraties dan de buitenkant. De voornaamste decoratie bestond uit een klein standbeeld van de Nederlandse leeuw met vermoedelijk het wapen van Nederland, Rotterdam of de Admiraliteit van de Maeze.
Foto komt van @stadsarchief010 en de Informatie komt van wikipedia.
Tumblr media
0 notes
cancilleriaarg · 7 years
Photo
Tumblr media
@invapargentina fue elegido por Holanda para construir un reactor nuclear para investigación. 🙌🏼🙌🏼🙌🏼🙌🏼🙌🏼🙌🏼🙌🏼🙌🏼🙌🏼🙌🏼🙌🏼🙌🏼 #ciencia #invap #energianuclear En la 📸 sentados: (Izq a Derecha): Robert Jan Feijen, Director Mobilis B.V; Lennart Koek, Director Croonwolter&dros B.V.; Hermen van der Lugt, CEO PALLAS; Vicente Campenni, CEO INVAP Parados: (Izq a Derecha): Bas van den Dungen, Director General de Cuidados Curativos (Curative Care) del Ministerio de Salud, Bienestar y Deportes; Héctor Horacio Salvador, Embajador Argentino; Jaap Bond, Vice Gobernador de la provincia de Noord-Holland; Alberto Weretilneck, gobernador de la provincia de Río Negro; Erik Sieders (representante del Ministerio de Asuntos Económicos y Climáticos) http://ift.tt/2GaSLQ1
0 notes
tannertoctoo-blog · 7 years
Text
July 19, 2017
Environmental Ethics, Vol. 38, #4, 2016 Erkenntnis, Vol. 82, #4, 2017 FPQ: Feminist Philosophy Quarterly, Vol. 3, #2, 2017 Journal of Nietzsche Studies, Vol. 48, #2, 2017 Journal of Philosophical Logic, Vol. 46, #4, 2017 Journal of Philosophy, Vol. 113, #12, 2016 Journal of Practical Ethics, Vol. 5, #1, 2017 Journal of the History of Philosophy, Vol. 55, #3, 2017 Mind, Vol. 126, #502, 2017 Oxford Studies in Normative Ethics, Vol. 6, 2016 Philosophy Compass, Vol. 12, #7, 2017 Philosophy and Phenomenological Research, Vol. 95, #1, 2017
Environmental Ethics, Vol. 38, #4, 2016 News and Notes Features Tom Dedeurwaerdere, Benjamin Six. Toward a Broadened Ethical Pluralism in Environmental Ethics: From Bryan Norton’s Discursive Ethics to William James’ Experiential Pluralism. Lantz Fleming Miller. Individual Responsibility for Environmental Degradation: The Moral and Practical Route to Change. Discussion Papers Lawrence E. Cahoone. Is Stellar Nucleosynthesis a Good Thing? Vincent Blok. Thinking the Earth: Critical Reflections on Quentin Meillassoux’s and Heidegger’s Concept of the Earth. Brendan Mahoney. Engaging the Sublime without Distance: Environmental Ethics and Aesthetic Experience. Neall Pogue. The Religious Right’s Compassionate Steward and Conservationist: The Lost Philosophies of Pat Robertson. Book Reviews Steven Fesmire reviews Bryan G. Norton's Sustainable Values, Sustainable Change: A Guide to Environmental Decision Making. Bernard Daley Zaleha reviews Lucas F. Johnston's Religion and Sustainability: Social Movements and the Politics of the Environment. Jeremy Bendik-Keymer reviews Steven Vogel's Thinking like a Mall: Environmental Philosophy after the End of Nature. Referees 2016 and Index. Back to top
Erkenntnis, Vol. 82, #4, 2017 Original Research Daniel Enrique Kalpokas. Experience and Justification: Revisiting McDowell’s Empiricism. Colin R. Caret. The Collapse of Logical Pluralism has been Greatly Exaggerated. Christian Lowe. Boltzmannian Immortality. Jesse R. Steinberg, Alan M. Steinberg. A Multiply Qualified Conditional Analysis of Disposition Ascription: Mapping the Conceptual Topography of Ceteris Paribus. James DiFrisco. Time Scales and Levels of Organization. Jan Almäng. An Argument for Shape Internalism. Gregg D. Caruso, Stephen G. Morris. Compatibilism and Retributivist Desert Moral Responsibility: On What is of Central Philosophical and Practical Importance. Joshua Spencer. Counting on Strong Composition as Identity to Settle the Special Composition Question. Sander Verhaegh. Blurring Boundaries: Carnap, Quine, and the Internal–External Distinction. David Alexander. Unjustified Defeaters. Gil Sagi. Contextualism, Relativism and the Liar. Lorraine Juliano Keller. Against Naturalized Cognitive Propositions. Back to top  
FPQ: Feminist Philosophy Quarterly, Vol. 3, #2, 2017 Symposium on Catharine A. MacKinnon's Toward a Feminist Theory of the State Articles Lori Watson. Introduction: Symposium on Toward a Feminist Theory of the State, Twenty-Five Years Later Catharine MacKinnon. Feminism, and Continental Philosophy: Comments on Toward a Feminist Theory of the State—Twenty-Five Years Later. Natalie Nenadic. 'We Must Find Words or Burn': Speaking Out against Disciplinary Silencing. Susan J. Brison. On the Politics of Coalition. Elena Ruíz and Kristie Dotson. Judging Women: Twenty-Five Years Further Toward a Feminist Theory of the State. Clare Chambers. Response to Five Philosophers: Toward a Feminist Theory of the State Some Decades Later. Catharine A. MacKinnon. Response to Five Philosophers: Toward a Feminist Theory of the State Some Decades Later. Back to top  
Journal of the History of Philosophy, Vol. 55, #3, 2017 Books That Shaped the Historiography of Philosophy Paul Guyer. The Bounds of Sense and the Limits of Analysis. Articles Carlo Davia. Aristotle and the Endoxic Method. Ruth Boeker. Locke on Personal Identity: A Response to the Problems of His Predecessors. Lawrnece Pasternack. Restoring Kant’s Conception of the Highest Good. Christopher Yeomans. Perspectives without Privileges: The Estates in Hegel’s Political Philosophy. Colin Koopman. The Will, the will to Believe, and William James: An Ethics of Freedom as Self-Transformation. Fabio Gironi. A Kantian Disagreement between Father and Son: Roy Wood Sellars and Wilfrid Sellars on the Categories. Book Reviews David Ebrey reviews The Possibility of Inquiry: Meno's Paradox from Socrates to Sextus by Gail Fine. Jakob Leth Fink reviews Levels of Argument: A Comparative Study of Plato's Republic and Aristotle's Nicomachean Ethics by Dominic Scott. Stephen D. Dumont reviews On Being and Cognition: Ordinatio by John Duns Scotus. Mary Sirridge reviews Nicholas of Amsterdam: Commentary on the Old Logic by Egbert P. Bos. Erik De Bom reviews Truth and Irony: Philosophical Meditations on Erasmus by Terence J. Martin. Andreas Blank reviews Julius Caesar Scaliger, Renaissance Reformer of Aristotelianism: A Study of His Exotericae Exercitationes by Kuni Sakamoto. Yitzhak Y. Melamed reviews The Influence of Abraham Cohen de Herrera's Kabbalah on Spinoza's Metaphysics by Miquel Beltràn. Michael A. Rosenthal reviews The Collected Works of Spinoza by Benedictus de Spinoza. Kristen Irwin reviews Bayle, Jurieu, and the Dictionnaire Historique et Critique by Mara van der Lugt. F. Scott Scribner reviews Fichte's Addresses to the German Nation Reconsidered ed. by Daniel Breazeale and Tom Rockmore. Lawrence J. Hatab reviews Nietzsche's Earth: Great Events, Great Politics by Gary Shapiro. Andrew Bowie reviews Adorno and Existence by Peter E. Gordon. Books Received Back to top  
Journal of Nietzsche Studies, Vol. 48, #2, 2017 Abbreviations and Citations of Friedrich Nietzsche’s Works Proceedings from The North American Nietzsche Society Paul Katsafanas. NANS Editorial Note. Christopher Janaway. On the Very Idea of “Justifying Suffering”. Beatrix Himmelmann. Nietzsche’s Ethics of Power and the Ideas of Right, Justice, and Dignity Matt Dill. On Parasitism and Overflow in Nietzsche’s Doctrine of Will to Power. Akshay Ganesh. Nietzsche on Honor and Empathy. Daniel I. Harris. Nietzsche and Aristotle on Friendship and Self-Knowledge. Patrick Hassan. Does Rarity Confer Value?: Nietzsche on the Exceptional Individual. Book Reviews Interanimations: Receiving Modern German Philosophy by Robert B. Pippin, and: Nietzsche, Psychology, and First Philosophy by Robert B. Pippin. Review by Christopher Fowles. Nietzsche and The Birth of Tragedy by Paul Raimond Daniels. Review by Vinod Acharya. Nietzsche, Tension, and the Tragic Disposition by Matthew Tones Review by Elisabeth Flucher. Nietzsche nella Rivoluzione conservatrice ed. by Francesco Cattaneo, Carlo Gentili, and Stefano Marino. Review by Selena Pastorino. Nietzsche and Dostoevsky: On the Verge of Nihilism by Paolo Stellino. Review by Christoph Schuringa.  Back to top
Journal of Philosophical Logic, Vol. 46, #4, 2017 Original Papers Nicholas Asher, Soumya Paul, Antoine Venant. Message Exchange Games in Strategic Contexts. Richard Booth, Jake Chandler. The Irreducibility of Iterated to Single Revision. Ken Akiba. A Unification of Two Approaches to Vagueness: The Boolean Many-Valued Approach and the Modal-Precisificational Approach. Andrew Tedder. On Structural Features of the Implication Fragment of Frege’s Grundgesetze. Elisa Paganini. Vague Objects within Classical Logic and Standard Mereology, and without Indeterminate Identity. Back to top
Journal of Philosophy, Vol. 113, #12, 2016 Articles Wade Munroe. Words on Psycholinguistics. Andrea Iacona. Two Notions of Logical Form. New Books Back to top  
Journal of Practical Ethics, Vol. 5, #1, 2017 Articles Lea Ypi. Structural Injustice and the Place of Attachment. Stephen M. Gardiner. Accepting Collective Responsibility for the Future. Masaki Ichinose. The Death Penalty Debate: Four Problems and New Philosophical Perspectives. Back to top
Mind, Vol. 126, #502, 2017 Articles Donovan Wishon. Russellian acquainatace and Frege’s Puzzle. Luca Incurvati; Julien Murzi. Maximally Consistent Sets of Instances of Naive Comprehension. Igor Douven; Lieven Decock. What Verities May Be. Daniel Waxman. Deflationism, Arithmetic, and the Argument from Conservativeness. Jack Spencer. Able to Do the Impossible. Stephan Krämer. Everything, and Then Some. Anil Gomes. Naïve Realism In Kantian Phrase. Discussions Jake Chandler. Preservation, Commutativity and Modus Ponens: Two Recent Triviality Results. Richard Bradley. Supporters and Underminers: Reply to Chandler. Hans Rott. Preservation and Postulation: Lessons from the New Debate on the Ramsey Test. Book Reviews The Logical Structure of Kinds, by Eric Funkhouser. Review by Joseph Laporte. The Possibility of Inquiry: Meno’s Paradox from Socrates to Sextus, by Gail Fine. Review by David Bronstein. Aesthetics as Philosophy of Perception, by Bence Nanay. Review by Ophelia Deroy. Persons, Interests, and Justice, by Nils Holtug. Review by Tim Campbell. Between Probability and Certainty: What Justifies Belief, by Martin Smith. Review by Kelly Becker. Back to top
Oxford Studies in Normative Ethics, Vol. 6, 2016 (located on Tanner New Journal shelf) Acknowledgments // List of Contributors Introduction by Mark Timmons Articles Stephen Darwall: Taking Account of Character and Being an Accountable Person. Claudia Card: Taking Pride in Being Bad. Kate Abramson: Character as a Mode of Evaluation. Jack Woods: The Normative Force of Promising. Hallie Liberto: Promissory Obligation: Against a Unified Account. Susan Wolf: Two Concepts of Rule Utilitarianism. David Schmitz: After Solipsism. Barry Maguire: Extrinsic Value and the Separability of Reasons. Kenneth Walden: The Relativity of Ethical Explanation. Paul Hurley: Two Senses of Moral Verdict and Moral Overridingness. Erich Hatala Matthes: Love in Spite of. Gilbert Harman: Moral Reasoning. Index Back to top
Philosophy Compass, Vol. 12, #7, 2017 Naturalistic Philosophy John Turri. Experimental work on the norms of assertion. Marco J. Nathan and Guillermo Del Pinal. The Future of Cognitive Neuroscience? Reverse Inference in Focus. Philosophy of Religion Michael Almeida. Theistic Modal Realism I: The Challenge of Theistic Actualism. Michael Almeida. Theistic Modal Realism II: Theoretical Benefits. Bronwyn Finnigan. Buddhism and animal ethics. Back to top
Philosophy and Phenomenological Research, Vol. 95, #1, 2017 Articles Peter Millican. Hume’s Fork, and his Theory of Relations. Ryan Wasserman. Vagueness and the Laws of Metaphysics. Simon M. Huttegger. Inductive Learning in Small and Large Worlds. Jonas Åkerman. Indexicals and Reference-Shifting: Towards a Pragmatic Approach. Weng Hong Tang. Transparency and Partial Beliefs. Una Stojnić. One's Modus Ponens: Modality, Coherence and Logic. Book Symposium : Outside Color Mazviita Chirimuuta. Précis of Outside Color. Joshua Gert. Outside Color from Just Outside. Anil Gupta. M. Chirimuuta's Adverbialism about Color. Mohan Matthen. Realism, Relativism, Adverbialism: How Different are they? Comments on Mazviita Chirimuuta's Outside Color. Mazviita Chirimuuta. Replies. Back to top
0 notes
gemeenteettenleur · 8 years
Photo
Tumblr media
Van zaterdag 18 maart t/m zondag 2 april is er in de Van Gogh Kerk aan het Raadhuisplein/Markt een fototentoonstelling met de titel 'Met een knipoog naar Vincent'. Twee Etten-Leurse fotografen, Marcel van der Lugt en Egon Zitter, tonen zo’n 25 foto’s die geïnspireerd zijn op het werk van onze wereldberoemde oudinwoner Vincent van Gogh. Wethouder Jan van Hal opende vanmiddag de expositie. Kom kijken voor €3 van woensdag t/m zondag van 13.30-16.30 uur. #ettenleur #gemeenteettenleur #vincentvangogh #vangogh #painter #kunstschilder #fotografie #photography #expositie @vangoghettenleur @vangoghbrabant @vangoghmuseum @visitbrabant @ettenleurcityapp
0 notes
neurogenpapers · 8 years
Text
Novel genetic loci associated with hippocampal volume.
PubMed: Novel genetic loci associated with hippocampal volume. Nat Commun. 2017 Jan 18;8:13624 Authors: Hibar DP, Adams HH, Jahanshad N, Chauhan G, Stein JL, Hofer E, Renteria ME, Bis JC, Arias-Vasquez A, Ikram MK, Desrivières S, Vernooij MW, Abramovic L, Alhusaini S, Amin N, Andersson M, Arfanakis K, Aribisala BS, Armstrong NJ, Athanasiu L, Axelsson T, Beecham AH, Beiser A, Bernard M, Blanton SH, Bohlken MM, Boks MP, Bralten J, Brickman AM, Carmichael O, Chakravarty MM, Chen Q, Ching CR, Chouraki V, Cuellar-Partida G, Crivello F, Den Braber A, Doan NT, Ehrlich S, Giddaluru S, Goldman AL, Gottesman RF, Grimm O, Griswold ME, Guadalupe T, Gutman BA, Hass J, Haukvik UK, Hoehn D, Holmes AJ, Hoogman M, Janowitz D, Jia T, Jørgensen KN, Karbalai N, Kasperaviciute D, Kim S, Klein M, Kraemer B, Lee PH, Liewald DC, Lopez LM, Luciano M, Macare C, Marquand AF, Matarin M, Mather KA, Mattheisen M, McKay DR, Milaneschi Y, Muñoz Maniega S, Nho K, Nugent AC, Nyquist P, Loohuis LM, Oosterlaan J, Papmeyer M, Pirpamer L, Pütz B, Ramasamy A, Richards JS, Risacher SL, Roiz-Santiañez R, Rommelse N, Ropele S, Rose EJ, Royle NA, Rundek T, Sämann PG, Saremi A, Satizabal CL, Schmaal L, Schork AJ, Shen L, Shin J, Shumskaya E, Smith AV, Sprooten E, Strike LT, Teumer A, Tordesillas-Gutierrez D, Toro R, Trabzuni D, Trompet S, Vaidya D, Van der Grond J, Van der Lee SJ, Van der Meer D, Van Donkelaar MM, Van Eijk KR, Van Erp TG, Van Rooij D, Walton E, Westlye LT, Whelan CD, Windham BG, Winkler AM, Wittfeld K, Woldehawariat G, Wolf C, Wolfers T, Yanek LR, Yang J, Zijdenbos A, Zwiers MP, Agartz I, Almasy L, Ames D, Amouyel P, Andreassen OA, Arepalli S, Assareh AA, Barral S, Bastin ME, Becker DM, Becker JT, Bennett DA, Blangero J, van Bokhoven H, Boomsma DI, Brodaty H, Brouwer RM, Brunner HG, Buckner RL, Buitelaar JK, Bulayeva KB, Cahn W, Calhoun VD, Cannon DM, Cavalleri GL, Cheng CY, Cichon S, Cookson MR, Corvin A, Crespo-Facorro B, Curran JE, Czisch M, Dale AM, Davies GE, De Craen AJ, De Geus EJ, De Jager PL, De Zubicaray GI, Deary IJ, Debette S, DeCarli C, Delanty N, Depondt C, DeStefano A, Dillman A, Djurovic S, Donohoe G, Drevets WC, Duggirala R, Dyer TD, Enzinger C, Erk S, Espeseth T, Fedko IO, Fernández G, Ferrucci L, Fisher SE, Fleischman DA, Ford I, Fornage M, Foroud TM, Fox PT, Francks C, Fukunaga M, Gibbs JR, Glahn DC, Gollub RL, Göring HH, Green RC, Gruber O, Gudnason V, Guelfi S, Håberg AK, Hansell NK, Hardy J, Hartman CA, Hashimoto R, Hegenscheid K, Heinz A, Le Hellard S, Hernandez DG, Heslenfeld DJ, Ho BC, Hoekstra PJ, Hoffmann W, Hofman A, Holsboer F, Homuth G, Hosten N, Hottenga JJ, Huentelman M, Pol HE, Ikeda M, Jack CR, Jenkinson M, Johnson R, Jönsson EG, Jukema JW, Kahn RS, Kanai R, Kloszewska I, Knopman DS, Kochunov P, Kwok JB, Lawrie SM, Lemaître H, Liu X, Longo DL, Lopez OL, Lovestone S, Martinez O, Martinot JL, Mattay VS, McDonald C, McIntosh AM, McMahon FJ, McMahon KL, Mecocci P, Melle I, Meyer-Lindenberg A, Mohnke S, Montgomery GW, Morris DW, Mosley TH, Mühleisen TW, Müller-Myhsok B, Nalls MA, Nauck M, Nichols TE, Niessen WJ, Nöthen MM, Nyberg L, Ohi K, Olvera RL, Ophoff RA, Pandolfo M, Paus T, Pausova Z, Penninx BW, Pike GB, Potkin SG, Psaty BM, Reppermund S, Rietschel M, Roffman JL, Romanczuk-Seiferth N, Rotter JI, Ryten M, Sacco RL, Sachdev PS, Saykin AJ, Schmidt R, Schmidt H, Schofield PR, Sigursson S, Simmons A, Singleton A, Sisodiya SM, Smith C, Smoller JW, Soininen H, Steen VM, Stott DJ, Sussmann JE, Thalamuthu A, Toga AW, Traynor BJ, Troncoso J, Tsolaki M, Tzourio C, Uitterlinden AG, Hernández MC, Van der Brug M, van der Lugt A, van der Wee NJ, Van Haren NE, van 't Ent D, Van Tol MJ, Vardarajan BN, Vellas B, Veltman DJ, Völzke H, Walter H, Wardlaw JM, Wassink TH, Weale ME, Weinberger DR, Weiner MW, Wen W, Westman E, White T, Wong TY, Wright CB, Zielke RH, Zonderman AB, Martin NG, Van Duijn CM, Wright MJ, Longstreth WT, Schumann G, Grabe HJ, Franke B, Launer LJ, Medland SE, Seshadri S, Thompson PM, Ikram MA Abstract The hippocampal formation is a brain structure integrally involved in episodic memory, spatial navigation, cognition and stress responsiveness. Structural abnormalities in hippocampal volume and shape are found in several common neuropsychiatric disorders. To identify the genetic underpinnings of hippocampal structure here we perform a genome-wide association study (GWAS) of 33,536 individuals and discover six independent loci significantly associated with hippocampal volume, four of them novel. Of the novel loci, three lie within genes (ASTN2, DPP4 and MAST4) and one is found 200 kb upstream of SHH. A hippocampal subfield analysis shows that a locus within the MSRB3 gene shows evidence of a localized effect along the dentate gyrus, subiculum, CA1 and fissure. Further, we show that genetic variants associated with decreased hippocampal volume are also associated with increased risk for Alzheimer's disease (rg=-0.155). Our findings suggest novel biological pathways through which human genetic variation influences hippocampal volume and risk for neuropsychiatric illness. PMID: 28098162 [PubMed - in process] http://dlvr.it/N87Gjx
0 notes
marbleyards · 10 years
Audio
Built For The Chill By Tsepo by THUMP http://ift.tt/1nGPiGX
1 note · View note
dafunque · 10 years
Video
youtube
Bibio - Lovers' Carvings (Jan van der Lugt Edit)
DaFunque: Youtube / SoundCloud / Facebook / Google+
1 note · View note
rotterdamvanalles · 6 months
Text
De voor- en zijkant van de Marinierskazerne aan het Oostplein 1939-1940
De Marinierskazerne Oostplein was een militaire kazerne van het Nederlandse Korps Mariniers aan het Oostplein. De kazerne werd geopend in 1598 als arsenaal en werd verwoest tijdens het bombardement op 12 mei 1940.
De Marinierskazerne had, voordat hij dienst deed als kazerne, een andere functie. Hoewel het originele gebouw, na een bouwperiode van een jaar, al in 1598 gereed was, diende het lange tijd als arsenaal van het Tuighuis voor de Admiraliteit van de Maeze. In de loop der jaren volgden meerdere uitbreidingen en verbouwingen, en was het gebouw uiteindelijk ernstig toe aan vernieuwing en modernisering. De Italiaanse architect Jan Giudici kreeg de taak om dit te doen en deze renovatie werd in 1783 uitgevoerd.
In 1817 werd Rotterdam de marinestad van Nederland en in 1823 werd het gebouw voor het eerst als kazerne gebruikt. De mariniers vestigden zich in het oude Tuighuis, wat later bekend zou staan als de Marinierskazerne. Dit duurde tot 1850, toen de marinewerf werd opgeheven en de officiële locatie werd verplaatst naar Vlissingen, waarschijnlijk op besluit van Koning Willem I
Na een korte afwezigheid van 19 jaar, werd de Marinierskazerne opnieuw in gebruik genomen nadat in 1868 rellen uitbraken in de stad.[6] Na het De Vletter-oproer, zoals de rellen officieel heten, werden in 1869 de mariniers nu permanent overgeplaatst van Vlissingen naar Rotterdam op besluit van Koning Willem III.
De mariniers verbleven hierna nog tot mei 1940 in de Marinierskazerne. Echter, de kazerne barstte inmiddels uit zijn voegen en dus worden in 1938 de eerste plannen gemaakt voor een nieuwe kazerne bij de Eschpolder aan de rand van de stad. De Van Ghent Kazerne had meer ruimte maar lag op een meer afgelegen locatie dan de kazerne op het Oostplein, die inmiddels ook niet meer aan de benodigde eisen voldeed.[2] Na enige vertraging en twijfel over prijsstijgingen en mogelijke compensatie, wordt uiteindelijk besloten om toch door te gaan met de bouw van de Van Ghent kazerne in 1940. Dit was vlak voor de uitbraak van de Tweede Wereldoorlog en de Duitse aanval op Nederland in 1940, die grote gevolgen had voor de stad en de kazerne. De Marinierskazerne werd al op 12 mei geraakt door een precisiebombardement van de Luftwaffe, ongeveer rond 11:30 uur. De kazerne vloog als gevolg in brand en werd grotendeels verwoest. Historische voorwerpen met betrekking tot het Korps Mariniers die verzameld waren als collectie sinds 1938, gingen hierbij ook allemaal verloren.[10] Ook andere prominente gebouwen en plekken in de stad werden geraakt door het precisiebombardement: Station Delftsche Poort, het Beursstation en het Maasstation waren een paar plekken die geraakt waren. Ook werden er bommen gegooid op de oude Diergaarde, het Oostplein en Rotterdam-Noord.[8] De commandant van de Marinierskazerne ter tijde van het bombardement was Frederik Lugt.
In vier dagen van harde strijd om de Maasbruggen in te nemen (beter bekend als de Meidagen), hield opperbevelhebber van het Nederlands leger Henri Winkelman stand tegen de troepen van Nazi-Duitsland. Een groot aantal Nederlandse mariniers wist de ongeveer 1000 man Duitse soldaten bij de Willems- en Maasbruggen succesvol terug te dringen naar het Noordereiland. Bij deze slag vielen 112 doden aan Nederlandse zijde. Een ultimatum werd vervolgens op 14 mei naar generaal Pieter Scharroo verstuurd: óf Nederland geeft zich over, óf Rotterdam zal worden gebombardeerd. Ondanks dat de overgave nog werd onderhandeld en er een nieuw ultimatum werd uitgeschreven, bereikte dit nieuws de Luftwaffepiloten niet. Hierdoor stegen ze alsnog op en bombardeerden de stad op 14 mei, met desastreuze verwoestingen en vele branden in de binnenstad tot gevolg.
Nadat de kazerne werd verwoest, besloot de gemeenteraad om, vermoedelijk in 1940, ook de laatste restanten te slopen. Gedurende de oorlog bleef het terrein van de voormalige locatie van de Marinierskazerne leeg. Na vijf jaar werd Nederland in 1945 bevrijdt. Hierdoor konden de werkzaamheden van de Van Ghent kazerne worden hervat en na een jaar kwamen de mariniers terug naar Rotterdam. Op 10 december 1946, om 08:00 uur 's ochtends - op de 281e verjaardag van het Korps Mariniers - werd de Van Ghent kazerne officieel in gebruik genomen. Alle hoop dat de Marinierskazerne aan het Oostplein terug zou kunnen komen, was hiermee van de baan.
Hoewel de Marinierskazerne volledig gesloopt was, werd besloten om een deel van de zijgevel - die zich boven een zijingang aan de kant van de Nieuwehaven bevond - te behouden. Deze werd toegevoegd aan de in/uitgang van Metrostation Oostplein. Ook de plakkat die zich naast het balkon bevond, werd gered van de sloop en staat aan de achterkant van de gevelmuur van de in/uitgang.
Op 5 juli 1963 werd, tegenover de nu niet meer bestaande Marinierskazerne, het Mariniersmonument onthuld door Prins Bernhard. Het beeld is vervaardigd in opdracht van de Stichting Korps Mariniers, gemaakt door Titus Leeser en is bedoeld als dank en eerbetoon voor de mariniers die destijds vochten in de meidagen tegen de Duitsers in Rotterdam. Om het beeld heen is ook een kleine muur gebouwd met gedenkstenen die alle missies van de mariniers - van de Tocht naar Chatham van 1667 tot en met de Nederlandse deelname aan de Afghaanse oorlog sinds 2006 - benoemen. Tevens is er, dichter bij de voormalige ingang van de kazerne, een messing plaquette aangebracht. Ieder jaar wordt hier ook de herdenking gehouden ter ere van de mariniers die vochten en stierven om de vrijheid van Rotterdam te behouden.
In december 2015 werd op het Oostplein nieuwe belijning aangebracht, evenals vier uitvergrote historische foto's, ter ere van het 350-jarig jubileum van het Korps Mariniers. Het initiatief kwam van Jacques Broekhoven die zelf oud-marinier is, met hulp van de gemeente Rotterdam en vervoersbedrijf RET. Hij is van mening dat de band tussen het Korps Mariniers en de stad Rotterdam duidelijker zichtbaar moet zijn voor de bewoners. Het blijkt dat een deel van de gevel bij de metro-ingang die herinnert aan de verloren kazerne, evenals de tegel in de grond, al jarenlang op de verkeerde plek zijn aangelegd. Langs het fietspad dat richting de Oostzeedijk gaat, aan de rand van de drukke rotonde, is een rood-blauwe belijning geplaatst. Deze markering laat zien waar ooit de oostelijke muur van de voormalige gevel van de Marinierskazerne stond. Verder zijn aan de achterkant van de gevel bij de metro-ingang vier verschillende foto's toegevoegd, die herinneren aan het bestaan en de verwoesting van de kazerne in mei 1940.
De Marinierskazerne behoorde tot een van de oudste nog bestaande gebouwen in de stad, en had een voor die tijd deftige en aanzienlijke uitstraling. Het bestond uit drie delen: het originele gebouw stond op de hoek van het Oostplein met huisnummer 14 en de nu niet meer bestaande Nieuwehaven. Het oude en nieuwe deel wordt dan onderbroken door een gebouw waar een tijd lang de Koninklijke Boek- en Steendrukkerij Corn. Immig & Zoon heeft gestaan. Dit komt doordat dit deel van de kazerne was afgebroken voor de bouw van moderne woonhuizen. Hierna gaat het nieuwere gedeelte van de kazerne door vanaf de Nieuwehaven, voordat een ouder stuk op de hoek van de Nieuwehaven rechtsaf slaat en eindigt op het Groenendaal.
Het originele gebouw bestond in totaal uit drie bouwlagen. Het was gemaakt uit bakstenen, had grote raampartijen op de begane grond en eerste etage met kleine raampartijen op de tweede etage, en een triomfante hoofdingang met halfronde boog boven de twee zware deuren. Aan beide zijden van die deur stonden monumentale gevellantaarns. Langs de gehele voorgevel stond een verhoogde stoep die afgesloten was met hardstenen hekpalen, met daartussen zware hangende kettingen. Naast de grote deuren van de kazerne stond aan de linkerkant, achter de kettingen tegen de kazerne aan, een klein houten schildwachthuisje voor de permanente schildwacht die voor de hoofdpoort stond of stijf op-en neer liep. Het pannendak bestond uit een zware, houten kroonlijst met daarboven een gebeeldhouwd wapenschild die een admiraliteitswapen afbeeldde: dit wapen bestond uit twee ankers achter een leeuw met daarboven een kroon. Het wapen zelf werd verder omgeven door vier vlaggen en andere militaire attributen. Dit wapen symboliseert de Admiraliteit van de Maeze. De buitenmuur aan de Nieuwehaven bestond vooral uit stenen muren met een dak. Een deel van de ramen was aan de kant van de boek- en steendrukkerij dichtgemetseld. Aan de andere kant staat een zijingang met daarop wederom een reliëf van het wapen van de Admiraliteit van de Maeze. Ernaast staat een ouder stuk die bedekt is met Barokken details: de deur heeft een kleine balkon met raampartij die rijkelijk zijn bedekt, met erop nogmaals een reliëf met het wapen van de Admiraliteit van de Maeze, een kroon en erop het jaar '1778'. Naast het balkon staat een plakkaat. Tenslotte eindigt de kazerne bij het Groenendaal met een mix van simpelere, smallere raampartijen waarvan sommige halfrond zijn aan de bovenkant, en een kleine poort aan de achterkant.
De binnenkant bestond uit een binnenplein dat je makkelijk vanaf de poorten bij de zij- en achterkant kon bereiken. De binnenmuren bestonden eveneens uit baksteen maar hadden een stuk minder reliëfs en decoraties dan de buitenkant. De voornaamste decoratie bestond uit een klein standbeeld van de Nederlandse leeuw met vermoedelijk het wapen van Nederland, Rotterdam of de Admiraliteit van de Maeze.
Foto komt van @stadsarchief010 en de Informatie komt van wikipedia.
Tumblr media
0 notes
rotterdamvanalles · 6 months
Text
De voor- en zijkant van de Marinierskazerne aan het Oostplein in 1940.
De Marinierskazerne Oostplein was een militaire kazerne van het Nederlandse Korps Mariniers aan het Oostplein. De kazerne werd geopend in 1598 als arsenaal en werd verwoest tijdens het bombardement op 12 mei 1940.
De Marinierskazerne had, voordat hij dienst deed als kazerne, een andere functie. Hoewel het originele gebouw, na een bouwperiode van een jaar, al in 1598 gereed was, diende het lange tijd als arsenaal van het Tuighuis voor de Admiraliteit van de Maeze. In de loop der jaren volgden meerdere uitbreidingen en verbouwingen, en was het gebouw uiteindelijk ernstig toe aan vernieuwing en modernisering. De Italiaanse architect Jan Giudici kreeg de taak om dit te doen en deze renovatie werd in 1783 uitgevoerd.
In 1817 werd Rotterdam de marinestad van Nederland en in 1823 werd het gebouw voor het eerst als kazerne gebruikt. De mariniers vestigden zich in het oude Tuighuis, wat later bekend zou staan als de Marinierskazerne. Dit duurde tot 1850, toen de marinewerf werd opgeheven en de officiële locatie werd verplaatst naar Vlissingen, waarschijnlijk op besluit van Koning Willem I
Na een korte afwezigheid van 19 jaar, werd de Marinierskazerne opnieuw in gebruik genomen nadat in 1868 rellen uitbraken in de stad.[6] Na het De Vletter-oproer, zoals de rellen officieel heten, werden in 1869 de mariniers nu permanent overgeplaatst van Vlissingen naar Rotterdam op besluit van Koning Willem III.
De mariniers verbleven hierna nog tot mei 1940 in de Marinierskazerne. Echter, de kazerne barstte inmiddels uit zijn voegen en dus worden in 1938 de eerste plannen gemaakt voor een nieuwe kazerne bij de Eschpolder aan de rand van de stad. De Van Ghent Kazerne had meer ruimte maar lag op een meer afgelegen locatie dan de kazerne op het Oostplein, die inmiddels ook niet meer aan de benodigde eisen voldeed.[2] Na enige vertraging en twijfel over prijsstijgingen en mogelijke compensatie, wordt uiteindelijk besloten om toch door te gaan met de bouw van de Van Ghent kazerne in 1940. Dit was vlak voor de uitbraak van de Tweede Wereldoorlog en de Duitse aanval op Nederland in 1940, die grote gevolgen had voor de stad en de kazerne. De Marinierskazerne werd al op 12 mei geraakt door een precisiebombardement van de Luftwaffe, ongeveer rond 11:30 uur. De kazerne vloog als gevolg in brand en werd grotendeels verwoest. Historische voorwerpen met betrekking tot het Korps Mariniers die verzameld waren als collectie sinds 1938, gingen hierbij ook allemaal verloren.[10] Ook andere prominente gebouwen en plekken in de stad werden geraakt door het precisiebombardement: Station Delftsche Poort, het Beursstation en het Maasstation waren een paar plekken die geraakt waren. Ook werden er bommen gegooid op de oude Diergaarde, het Oostplein en Rotterdam-Noord.[8] De commandant van de Marinierskazerne ter tijde van het bombardement was Frederik Lugt.
In vier dagen van harde strijd om de Maasbruggen in te nemen (beter bekend als de Meidagen), hield opperbevelhebber van het Nederlands leger Henri Winkelman stand tegen de troepen van Nazi-Duitsland. Een groot aantal Nederlandse mariniers wist de ongeveer 1000 man Duitse soldaten bij de Willems- en Maasbruggen succesvol terug te dringen naar het Noordereiland. Bij deze slag vielen 112 doden aan Nederlandse zijde. Een ultimatum werd vervolgens op 14 mei naar generaal Pieter Scharroo verstuurd: óf Nederland geeft zich over, óf Rotterdam zal worden gebombardeerd. Ondanks dat de overgave nog werd onderhandeld en er een nieuw ultimatum werd uitgeschreven, bereikte dit nieuws de Luftwaffepiloten niet. Hierdoor stegen ze alsnog op en bombardeerden de stad op 14 mei, met desastreuze verwoestingen en vele branden in de binnenstad tot gevolg.
Nadat de kazerne werd verwoest, besloot de gemeenteraad om, vermoedelijk in 1940, ook de laatste restanten te slopen. Gedurende de oorlog bleef het terrein van de voormalige locatie van de Marinierskazerne leeg. Na vijf jaar werd Nederland in 1945 bevrijdt. Hierdoor konden de werkzaamheden van de Van Ghent kazerne worden hervat en na een jaar kwamen de mariniers terug naar Rotterdam. Op 10 december 1946, om 08:00 uur 's ochtends - op de 281e verjaardag van het Korps Mariniers - werd de Van Ghent kazerne officieel in gebruik genomen. Alle hoop dat de Marinierskazerne aan het Oostplein terug zou kunnen komen, was hiermee van de baan.
Hoewel de Marinierskazerne volledig gesloopt was, werd besloten om een deel van de zijgevel - die zich boven een zijingang aan de kant van de Nieuwehaven bevond - te behouden. Deze werd toegevoegd aan de in/uitgang van Metrostation Oostplein. Ook de plakkat die zich naast het balkon bevond, werd gered van de sloop en staat aan de achterkant van de gevelmuur van de in/uitgang.
Op 5 juli 1963 werd, tegenover de nu niet meer bestaande Marinierskazerne, het Mariniersmonument onthuld door Prins Bernhard. Het beeld is vervaardigd in opdracht van de Stichting Korps Mariniers, gemaakt door Titus Leeser en is bedoeld als dank en eerbetoon voor de mariniers die destijds vochten in de meidagen tegen de Duitsers in Rotterdam. Om het beeld heen is ook een kleine muur gebouwd met gedenkstenen die alle missies van de mariniers - van de Tocht naar Chatham van 1667 tot en met de Nederlandse deelname aan de Afghaanse oorlog sinds 2006 - benoemen. Tevens is er, dichter bij de voormalige ingang van de kazerne, een messing plaquette aangebracht. Ieder jaar wordt hier ook de herdenking gehouden ter ere van de mariniers die vochten en stierven om de vrijheid van Rotterdam te behouden.
In december 2015 werd op het Oostplein nieuwe belijning aangebracht, evenals vier uitvergrote historische foto's, ter ere van het 350-jarig jubileum van het Korps Mariniers. Het initiatief kwam van Jacques Broekhoven die zelf oud-marinier is, met hulp van de gemeente Rotterdam en vervoersbedrijf RET. Hij is van mening dat de band tussen het Korps Mariniers en de stad Rotterdam duidelijker zichtbaar moet zijn voor de bewoners. Het blijkt dat een deel van de gevel bij de metro-ingang die herinnert aan de verloren kazerne, evenals de tegel in de grond, al jarenlang op de verkeerde plek zijn aangelegd. Langs het fietspad dat richting de Oostzeedijk gaat, aan de rand van de drukke rotonde, is een rood-blauwe belijning geplaatst. Deze markering laat zien waar ooit de oostelijke muur van de voormalige gevel van de Marinierskazerne stond. Verder zijn aan de achterkant van de gevel bij de metro-ingang vier verschillende foto's toegevoegd, die herinneren aan het bestaan en de verwoesting van de kazerne in mei 1940.
De Marinierskazerne behoorde tot een van de oudste nog bestaande gebouwen in de stad, en had een voor die tijd deftige en aanzienlijke uitstraling. Het bestond uit drie delen: het originele gebouw stond op de hoek van het Oostplein met huisnummer 14 en de nu niet meer bestaande Nieuwehaven. Het oude en nieuwe deel wordt dan onderbroken door een gebouw waar een tijd lang de Koninklijke Boek- en Steendrukkerij Corn. Immig & Zoon heeft gestaan. Dit komt doordat dit deel van de kazerne was afgebroken voor de bouw van moderne woonhuizen. Hierna gaat het nieuwere gedeelte van de kazerne door vanaf de Nieuwehaven, voordat een ouder stuk op de hoek van de Nieuwehaven rechtsaf slaat en eindigt op het Groenendaal.
Het originele gebouw bestond in totaal uit drie bouwlagen. Het was gemaakt uit bakstenen, had grote raampartijen op de begane grond en eerste etage met kleine raampartijen op de tweede etage, en een triomfante hoofdingang met halfronde boog boven de twee zware deuren. Aan beide zijden van die deur stonden monumentale gevellantaarns. Langs de gehele voorgevel stond een verhoogde stoep die afgesloten was met hardstenen hekpalen, met daartussen zware hangende kettingen. Naast de grote deuren van de kazerne stond aan de linkerkant, achter de kettingen tegen de kazerne aan, een klein houten schildwachthuisje voor de permanente schildwacht die voor de hoofdpoort stond of stijf op-en neer liep. Het pannendak bestond uit een zware, houten kroonlijst met daarboven een gebeeldhouwd wapenschild die een admiraliteitswapen afbeeldde: dit wapen bestond uit twee ankers achter een leeuw met daarboven een kroon. Het wapen zelf werd verder omgeven door vier vlaggen en andere militaire attributen. Dit wapen symboliseert de Admiraliteit van de Maeze. De buitenmuur aan de Nieuwehaven bestond vooral uit stenen muren met een dak. Een deel van de ramen was aan de kant van de boek- en steendrukkerij dichtgemetseld. Aan de andere kant staat een zijingang met daarop wederom een reliëf van het wapen van de Admiraliteit van de Maeze. Ernaast staat een ouder stuk die bedekt is met Barokken details: de deur heeft een kleine balkon met raampartij die rijkelijk zijn bedekt, met erop nogmaals een reliëf met het wapen van de Admiraliteit van de Maeze, een kroon en erop het jaar '1778'. Naast het balkon staat een plakkaat. Tenslotte eindigt de kazerne bij het Groenendaal met een mix van simpelere, smallere raampartijen waarvan sommige halfrond zijn aan de bovenkant, en een kleine poort aan de achterkant.
De binnenkant bestond uit een binnenplein dat je makkelijk vanaf de poorten bij de zij- en achterkant kon bereiken. De binnenmuren bestonden eveneens uit baksteen maar hadden een stuk minder reliëfs en decoraties dan de buitenkant. De voornaamste decoratie bestond uit een klein standbeeld van de Nederlandse leeuw met vermoedelijk het wapen van Nederland, Rotterdam of de Admiraliteit van de Maeze.
Foto komt van @stadsarchief010 en de Informatie komt van wikipedia.
Tumblr media
0 notes
rotterdamvanalles · 7 months
Text
De voor- en zijkant van de Marinierskazerne aan het Oostplein in 1940.
De Marinierskazerne Oostplein was een militaire kazerne van het Nederlandse Korps Mariniers aan het Oostplein. De kazerne werd geopend in 1598 als arsenaal en werd verwoest tijdens het bombardement op 12 mei 1940.
De Marinierskazerne had, voordat hij dienst deed als kazerne, een andere functie. Hoewel het originele gebouw, na een bouwperiode van een jaar, al in 1598 gereed was, diende het lange tijd als arsenaal van het Tuighuis voor de Admiraliteit van de Maeze. In de loop der jaren volgden meerdere uitbreidingen en verbouwingen, en was het gebouw uiteindelijk ernstig toe aan vernieuwing en modernisering. De Italiaanse architect Jan Giudici kreeg de taak om dit te doen en deze renovatie werd in 1783 uitgevoerd.
In 1817 werd Rotterdam de marinestad van Nederland en in 1823 werd het gebouw voor het eerst als kazerne gebruikt. De mariniers vestigden zich in het oude Tuighuis, wat later bekend zou staan als de Marinierskazerne. Dit duurde tot 1850, toen de marinewerf werd opgeheven en de officiële locatie werd verplaatst naar Vlissingen, waarschijnlijk op besluit van Koning Willem I
Na een korte afwezigheid van 19 jaar, werd de Marinierskazerne opnieuw in gebruik genomen nadat in 1868 rellen uitbraken in de stad.[6] Na het De Vletter-oproer, zoals de rellen officieel heten, werden in 1869 de mariniers nu permanent overgeplaatst van Vlissingen naar Rotterdam op besluit van Koning Willem III.
De mariniers verbleven hierna nog tot mei 1940 in de Marinierskazerne. Echter, de kazerne barstte inmiddels uit zijn voegen en dus worden in 1938 de eerste plannen gemaakt voor een nieuwe kazerne bij de Eschpolder aan de rand van de stad. De Van Ghent Kazerne had meer ruimte maar lag op een meer afgelegen locatie dan de kazerne op het Oostplein, die inmiddels ook niet meer aan de benodigde eisen voldeed.[2] Na enige vertraging en twijfel over prijsstijgingen en mogelijke compensatie, wordt uiteindelijk besloten om toch door te gaan met de bouw van de Van Ghent kazerne in 1940. Dit was vlak voor de uitbraak van de Tweede Wereldoorlog en de Duitse aanval op Nederland in 1940, die grote gevolgen had voor de stad en de kazerne. De Marinierskazerne werd al op 12 mei geraakt door een precisiebombardement van de Luftwaffe, ongeveer rond 11:30 uur. De kazerne vloog als gevolg in brand en werd grotendeels verwoest. Historische voorwerpen met betrekking tot het Korps Mariniers die verzameld waren als collectie sinds 1938, gingen hierbij ook allemaal verloren.[10] Ook andere prominente gebouwen en plekken in de stad werden geraakt door het precisiebombardement: Station Delftsche Poort, het Beursstation en het Maasstation waren een paar plekken die geraakt waren. Ook werden er bommen gegooid op de oude Diergaarde, het Oostplein en Rotterdam-Noord.[8] De commandant van de Marinierskazerne ter tijde van het bombardement was Frederik Lugt.
In vier dagen van harde strijd om de Maasbruggen in te nemen (beter bekend als de Meidagen), hield opperbevelhebber van het Nederlands leger Henri Winkelman stand tegen de troepen van Nazi-Duitsland. Een groot aantal Nederlandse mariniers wist de ongeveer 1000 man Duitse soldaten bij de Willems- en Maasbruggen succesvol terug te dringen naar het Noordereiland. Bij deze slag vielen 112 doden aan Nederlandse zijde. Een ultimatum werd vervolgens op 14 mei naar generaal Pieter Scharroo verstuurd: óf Nederland geeft zich over, óf Rotterdam zal worden gebombardeerd. Ondanks dat de overgave nog werd onderhandeld en er een nieuw ultimatum werd uitgeschreven, bereikte dit nieuws de Luftwaffepiloten niet. Hierdoor stegen ze alsnog op en bombardeerden de stad op 14 mei, met desastreuze verwoestingen en vele branden in de binnenstad tot gevolg.
Nadat de kazerne werd verwoest, besloot de gemeenteraad om, vermoedelijk in 1940, ook de laatste restanten te slopen. Gedurende de oorlog bleef het terrein van de voormalige locatie van de Marinierskazerne leeg. Na vijf jaar werd Nederland in 1945 bevrijdt. Hierdoor konden de werkzaamheden van de Van Ghent kazerne worden hervat en na een jaar kwamen de mariniers terug naar Rotterdam. Op 10 december 1946, om 08:00 uur 's ochtends - op de 281e verjaardag van het Korps Mariniers - werd de Van Ghent kazerne officieel in gebruik genomen. Alle hoop dat de Marinierskazerne aan het Oostplein terug zou kunnen komen, was hiermee van de baan.
Hoewel de Marinierskazerne volledig gesloopt was, werd besloten om een deel van de zijgevel - die zich boven een zijingang aan de kant van de Nieuwehaven bevond - te behouden. Deze werd toegevoegd aan de in/uitgang van Metrostation Oostplein. Ook de plakkat die zich naast het balkon bevond, werd gered van de sloop en staat aan de achterkant van de gevelmuur van de in/uitgang.
Op 5 juli 1963 werd, tegenover de nu niet meer bestaande Marinierskazerne, het Mariniersmonument onthuld door Prins Bernhard. Het beeld is vervaardigd in opdracht van de Stichting Korps Mariniers, gemaakt door Titus Leeser en is bedoeld als dank en eerbetoon voor de mariniers die destijds vochten in de meidagen tegen de Duitsers in Rotterdam. Om het beeld heen is ook een kleine muur gebouwd met gedenkstenen die alle missies van de mariniers - van de Tocht naar Chatham van 1667 tot en met de Nederlandse deelname aan de Afghaanse oorlog sinds 2006 - benoemen. Tevens is er, dichter bij de voormalige ingang van de kazerne, een messing plaquette aangebracht. Ieder jaar wordt hier ook de herdenking gehouden ter ere van de mariniers die vochten en stierven om de vrijheid van Rotterdam te behouden.
In december 2015 werd op het Oostplein nieuwe belijning aangebracht, evenals vier uitvergrote historische foto's, ter ere van het 350-jarig jubileum van het Korps Mariniers. Het initiatief kwam van Jacques Broekhoven die zelf oud-marinier is, met hulp van de gemeente Rotterdam en vervoersbedrijf RET. Hij is van mening dat de band tussen het Korps Mariniers en de stad Rotterdam duidelijker zichtbaar moet zijn voor de bewoners. Het blijkt dat een deel van de gevel bij de metro-ingang die herinnert aan de verloren kazerne, evenals de tegel in de grond, al jarenlang op de verkeerde plek zijn aangelegd. Langs het fietspad dat richting de Oostzeedijk gaat, aan de rand van de drukke rotonde, is een rood-blauwe belijning geplaatst. Deze markering laat zien waar ooit de oostelijke muur van de voormalige gevel van de Marinierskazerne stond. Verder zijn aan de achterkant van de gevel bij de metro-ingang vier verschillende foto's toegevoegd, die herinneren aan het bestaan en de verwoesting van de kazerne in mei 1940.
De Marinierskazerne behoorde tot een van de oudste nog bestaande gebouwen in de stad, en had een voor die tijd deftige en aanzienlijke uitstraling. Het bestond uit drie delen: het originele gebouw stond op de hoek van het Oostplein met huisnummer 14 en de nu niet meer bestaande Nieuwehaven. Het oude en nieuwe deel wordt dan onderbroken door een gebouw waar een tijd lang de Koninklijke Boek- en Steendrukkerij Corn. Immig & Zoon heeft gestaan. Dit komt doordat dit deel van de kazerne was afgebroken voor de bouw van moderne woonhuizen. Hierna gaat het nieuwere gedeelte van de kazerne door vanaf de Nieuwehaven, voordat een ouder stuk op de hoek van de Nieuwehaven rechtsaf slaat en eindigt op het Groenendaal.
Het originele gebouw bestond in totaal uit drie bouwlagen. Het was gemaakt uit bakstenen, had grote raampartijen op de begane grond en eerste etage met kleine raampartijen op de tweede etage, en een triomfante hoofdingang met halfronde boog boven de twee zware deuren. Aan beide zijden van die deur stonden monumentale gevellantaarns. Langs de gehele voorgevel stond een verhoogde stoep die afgesloten was met hardstenen hekpalen, met daartussen zware hangende kettingen. Naast de grote deuren van de kazerne stond aan de linkerkant, achter de kettingen tegen de kazerne aan, een klein houten schildwachthuisje voor de permanente schildwacht die voor de hoofdpoort stond of stijf op-en neer liep. Het pannendak bestond uit een zware, houten kroonlijst met daarboven een gebeeldhouwd wapenschild die een admiraliteitswapen afbeeldde: dit wapen bestond uit twee ankers achter een leeuw met daarboven een kroon. Het wapen zelf werd verder omgeven door vier vlaggen en andere militaire attributen. Dit wapen symboliseert de Admiraliteit van de Maeze. De buitenmuur aan de Nieuwehaven bestond vooral uit stenen muren met een dak. Een deel van de ramen was aan de kant van de boek- en steendrukkerij dichtgemetseld. Aan de andere kant staat een zijingang met daarop wederom een reliëf van het wapen van de Admiraliteit van de Maeze. Ernaast staat een ouder stuk die bedekt is met Barokken details: de deur heeft een kleine balkon met raampartij die rijkelijk zijn bedekt, met erop nogmaals een reliëf met het wapen van de Admiraliteit van de Maeze, een kroon en erop het jaar '1778'. Naast het balkon staat een plakkaat. Tenslotte eindigt de kazerne bij het Groenendaal met een mix van simpelere, smallere raampartijen waarvan sommige halfrond zijn aan de bovenkant, en een kleine poort aan de achterkant.
De binnenkant bestond uit een binnenplein dat je makkelijk vanaf de poorten bij de zij- en achterkant kon bereiken. De binnenmuren bestonden eveneens uit baksteen maar hadden een stuk minder reliëfs en decoraties dan de buitenkant. De voornaamste decoratie bestond uit een klein standbeeld van de Nederlandse leeuw met vermoedelijk het wapen van Nederland, Rotterdam of de Admiraliteit van de Maeze.
Foto komt van @stadsarchief010 en de Informatie komt van wikipedia.
Tumblr media
0 notes
rotterdamvanalles · 8 months
Text
De voor- en zijkant van de Marinierskazerne aan het Oostplein in 1940.
De Marinierskazerne Oostplein was een militaire kazerne van het Nederlandse Korps Mariniers aan het Oostplein. De kazerne werd geopend in 1598 als arsenaal en werd verwoest tijdens het bombardement op 12 mei 1940.
De Marinierskazerne had, voordat hij dienst deed als kazerne, een andere functie. Hoewel het originele gebouw, na een bouwperiode van een jaar, al in 1598 gereed was, diende het lange tijd als arsenaal van het Tuighuis voor de Admiraliteit van de Maeze. In de loop der jaren volgden meerdere uitbreidingen en verbouwingen, en was het gebouw uiteindelijk ernstig toe aan vernieuwing en modernisering. De Italiaanse architect Jan Giudici kreeg de taak om dit te doen en deze renovatie werd in 1783 uitgevoerd.
In 1817 werd Rotterdam de marinestad van Nederland en in 1823 werd het gebouw voor het eerst als kazerne gebruikt. De mariniers vestigden zich in het oude Tuighuis, wat later bekend zou staan als de Marinierskazerne. Dit duurde tot 1850, toen de marinewerf werd opgeheven en de officiële locatie werd verplaatst naar Vlissingen, waarschijnlijk op besluit van Koning Willem I
Na een korte afwezigheid van 19 jaar, werd de Marinierskazerne opnieuw in gebruik genomen nadat in 1868 rellen uitbraken in de stad.[6] Na het De Vletter-oproer, zoals de rellen officieel heten, werden in 1869 de mariniers nu permanent overgeplaatst van Vlissingen naar Rotterdam op besluit van Koning Willem III.
De mariniers verbleven hierna nog tot mei 1940 in de Marinierskazerne. Echter, de kazerne barstte inmiddels uit zijn voegen en dus worden in 1938 de eerste plannen gemaakt voor een nieuwe kazerne bij de Eschpolder aan de rand van de stad. De Van Ghent Kazerne had meer ruimte maar lag op een meer afgelegen locatie dan de kazerne op het Oostplein, die inmiddels ook niet meer aan de benodigde eisen voldeed.[2] Na enige vertraging en twijfel over prijsstijgingen en mogelijke compensatie, wordt uiteindelijk besloten om toch door te gaan met de bouw van de Van Ghent kazerne in 1940. Dit was vlak voor de uitbraak van de Tweede Wereldoorlog en de Duitse aanval op Nederland in 1940, die grote gevolgen had voor de stad en de kazerne. De Marinierskazerne werd al op 12 mei geraakt door een precisiebombardement van de Luftwaffe, ongeveer rond 11:30 uur. De kazerne vloog als gevolg in brand en werd grotendeels verwoest. Historische voorwerpen met betrekking tot het Korps Mariniers die verzameld waren als collectie sinds 1938, gingen hierbij ook allemaal verloren.[10] Ook andere prominente gebouwen en plekken in de stad werden geraakt door het precisiebombardement: Station Delftsche Poort, het Beursstation en het Maasstation waren een paar plekken die geraakt waren. Ook werden er bommen gegooid op de oude Diergaarde, het Oostplein en Rotterdam-Noord.[8] De commandant van de Marinierskazerne ter tijde van het bombardement was Frederik Lugt.
In vier dagen van harde strijd om de Maasbruggen in te nemen (beter bekend als de Meidagen), hield opperbevelhebber van het Nederlands leger Henri Winkelman stand tegen de troepen van Nazi-Duitsland. Een groot aantal Nederlandse mariniers wist de ongeveer 1000 man Duitse soldaten bij de Willems- en Maasbruggen succesvol terug te dringen naar het Noordereiland. Bij deze slag vielen 112 doden aan Nederlandse zijde. Een ultimatum werd vervolgens op 14 mei naar generaal Pieter Scharroo verstuurd: óf Nederland geeft zich over, óf Rotterdam zal worden gebombardeerd. Ondanks dat de overgave nog werd onderhandeld en er een nieuw ultimatum werd uitgeschreven, bereikte dit nieuws de Luftwaffepiloten niet. Hierdoor stegen ze alsnog op en bombardeerden de stad op 14 mei, met desastreuze verwoestingen en vele branden in de binnenstad tot gevolg.
Nadat de kazerne werd verwoest, besloot de gemeenteraad om, vermoedelijk in 1940, ook de laatste restanten te slopen. Gedurende de oorlog bleef het terrein van de voormalige locatie van de Marinierskazerne leeg. Na vijf jaar werd Nederland in 1945 bevrijdt. Hierdoor konden de werkzaamheden van de Van Ghent kazerne worden hervat en na een jaar kwamen de mariniers terug naar Rotterdam. Op 10 december 1946, om 08:00 uur 's ochtends - op de 281e verjaardag van het Korps Mariniers - werd de Van Ghent kazerne officieel in gebruik genomen. Alle hoop dat de Marinierskazerne aan het Oostplein terug zou kunnen komen, was hiermee van de baan.
Hoewel de Marinierskazerne volledig gesloopt was, werd besloten om een deel van de zijgevel - die zich boven een zijingang aan de kant van de Nieuwehaven bevond - te behouden. Deze werd toegevoegd aan de in/uitgang van Metrostation Oostplein. Ook de plakkat die zich naast het balkon bevond, werd gered van de sloop en staat aan de achterkant van de gevelmuur van de in/uitgang.
Op 5 juli 1963 werd, tegenover de nu niet meer bestaande Marinierskazerne, het Mariniersmonument onthuld door Prins Bernhard. Het beeld is vervaardigd in opdracht van de Stichting Korps Mariniers, gemaakt door Titus Leeser en is bedoeld als dank en eerbetoon voor de mariniers die destijds vochten in de meidagen tegen de Duitsers in Rotterdam. Om het beeld heen is ook een kleine muur gebouwd met gedenkstenen die alle missies van de mariniers - van de Tocht naar Chatham van 1667 tot en met de Nederlandse deelname aan de Afghaanse oorlog sinds 2006 - benoemen. Tevens is er, dichter bij de voormalige ingang van de kazerne, een messing plaquette aangebracht. Ieder jaar wordt hier ook de herdenking gehouden ter ere van de mariniers die vochten en stierven om de vrijheid van Rotterdam te behouden.
In december 2015 werd op het Oostplein nieuwe belijning aangebracht, evenals vier uitvergrote historische foto's, ter ere van het 350-jarig jubileum van het Korps Mariniers. Het initiatief kwam van Jacques Broekhoven die zelf oud-marinier is, met hulp van de gemeente Rotterdam en vervoersbedrijf RET. Hij is van mening dat de band tussen het Korps Mariniers en de stad Rotterdam duidelijker zichtbaar moet zijn voor de bewoners. Het blijkt dat een deel van de gevel bij de metro-ingang die herinnert aan de verloren kazerne, evenals de tegel in de grond, al jarenlang op de verkeerde plek zijn aangelegd. Langs het fietspad dat richting de Oostzeedijk gaat, aan de rand van de drukke rotonde, is een rood-blauwe belijning geplaatst. Deze markering laat zien waar ooit de oostelijke muur van de voormalige gevel van de Marinierskazerne stond. Verder zijn aan de achterkant van de gevel bij de metro-ingang vier verschillende foto's toegevoegd, die herinneren aan het bestaan en de verwoesting van de kazerne in mei 1940.
De Marinierskazerne behoorde tot een van de oudste nog bestaande gebouwen in de stad, en had een voor die tijd deftige en aanzienlijke uitstraling. Het bestond uit drie delen: het originele gebouw stond op de hoek van het Oostplein met huisnummer 14 en de nu niet meer bestaande Nieuwehaven. Het oude en nieuwe deel wordt dan onderbroken door een gebouw waar een tijd lang de Koninklijke Boek- en Steendrukkerij Corn. Immig & Zoon heeft gestaan. Dit komt doordat dit deel van de kazerne was afgebroken voor de bouw van moderne woonhuizen. Hierna gaat het nieuwere gedeelte van de kazerne door vanaf de Nieuwehaven, voordat een ouder stuk op de hoek van de Nieuwehaven rechtsaf slaat en eindigt op het Groenendaal.
Het originele gebouw bestond in totaal uit drie bouwlagen. Het was gemaakt uit bakstenen, had grote raampartijen op de begane grond en eerste etage met kleine raampartijen op de tweede etage, en een triomfante hoofdingang met halfronde boog boven de twee zware deuren. Aan beide zijden van die deur stonden monumentale gevellantaarns. Langs de gehele voorgevel stond een verhoogde stoep die afgesloten was met hardstenen hekpalen, met daartussen zware hangende kettingen. Naast de grote deuren van de kazerne stond aan de linkerkant, achter de kettingen tegen de kazerne aan, een klein houten schildwachthuisje voor de permanente schildwacht die voor de hoofdpoort stond of stijf op-en neer liep. Het pannendak bestond uit een zware, houten kroonlijst met daarboven een gebeeldhouwd wapenschild die een admiraliteitswapen afbeeldde: dit wapen bestond uit twee ankers achter een leeuw met daarboven een kroon. Het wapen zelf werd verder omgeven door vier vlaggen en andere militaire attributen. Dit wapen symboliseert de Admiraliteit van de Maeze. De buitenmuur aan de Nieuwehaven bestond vooral uit stenen muren met een dak. Een deel van de ramen was aan de kant van de boek- en steendrukkerij dichtgemetseld. Aan de andere kant staat een zijingang met daarop wederom een reliëf van het wapen van de Admiraliteit van de Maeze. Ernaast staat een ouder stuk die bedekt is met Barokken details: de deur heeft een kleine balkon met raampartij die rijkelijk zijn bedekt, met erop nogmaals een reliëf met het wapen van de Admiraliteit van de Maeze, een kroon en erop het jaar '1778'. Naast het balkon staat een plakkaat. Tenslotte eindigt de kazerne bij het Groenendaal met een mix van simpelere, smallere raampartijen waarvan sommige halfrond zijn aan de bovenkant, en een kleine poort aan de achterkant.
De binnenkant bestond uit een binnenplein dat je makkelijk vanaf de poorten bij de zij- en achterkant kon bereiken. De binnenmuren bestonden eveneens uit baksteen maar hadden een stuk minder reliëfs en decoraties dan de buitenkant. De voornaamste decoratie bestond uit een klein standbeeld van de Nederlandse leeuw met vermoedelijk het wapen van Nederland, Rotterdam of de Admiraliteit van de Maeze.
Foto komt van @stadsarchief010 en de Informatie komt van wikipedia.
Tumblr media
0 notes
rotterdamvanalles · 2 years
Text
De voor- en zijkant van de Marinierskazerne aan het Oostplein in 1940.
De Marinierskazerne Oostplein was een militaire kazerne van het Nederlandse Korps Mariniers aan het Oostplein. De kazerne werd geopend in 1598 als arsenaal en werd verwoest tijdens het bombardement op 12 mei 1940.
De Marinierskazerne had, voordat hij dienst deed als kazerne, een andere functie. Hoewel het originele gebouw, na een bouwperiode van een jaar, al in 1598 gereed was, diende het lange tijd als arsenaal van het Tuighuis voor de Admiraliteit van de Maeze. In de loop der jaren volgden meerdere uitbreidingen en verbouwingen, en was het gebouw uiteindelijk ernstig toe aan vernieuwing en modernisering. De Italiaanse architect Jan Giudici kreeg de taak om dit te doen en deze renovatie werd in 1783 uitgevoerd.
In 1817 werd Rotterdam de marinestad van Nederland en in 1823 werd het gebouw voor het eerst als kazerne gebruikt. De mariniers vestigden zich in het oude Tuighuis, wat later bekend zou staan als de Marinierskazerne. Dit duurde tot 1850, toen de marinewerf werd opgeheven en de officiële locatie werd verplaatst naar Vlissingen, waarschijnlijk op besluit van Koning Willem I
Na een korte afwezigheid van 19 jaar, werd de Marinierskazerne opnieuw in gebruik genomen nadat in 1868 rellen uitbraken in de stad.[6] Na het De Vletter-oproer, zoals de rellen officieel heten, werden in 1869 de mariniers nu permanent overgeplaatst van Vlissingen naar Rotterdam op besluit van Koning Willem III.
De mariniers verbleven hierna nog tot mei 1940 in de Marinierskazerne. Echter, de kazerne barstte inmiddels uit zijn voegen en dus worden in 1938 de eerste plannen gemaakt voor een nieuwe kazerne bij de Eschpolder aan de rand van de stad. De Van Ghent Kazerne had meer ruimte maar lag op een meer afgelegen locatie dan de kazerne op het Oostplein, die inmiddels ook niet meer aan de benodigde eisen voldeed.[2] Na enige vertraging en twijfel over prijsstijgingen en mogelijke compensatie, wordt uiteindelijk besloten om toch door te gaan met de bouw van de Van Ghent kazerne in 1940. Dit was vlak voor de uitbraak van de Tweede Wereldoorlog en de Duitse aanval op Nederland in 1940, die grote gevolgen had voor de stad en de kazerne. De Marinierskazerne werd al op 12 mei geraakt door een precisiebombardement van de Luftwaffe, ongeveer rond 11:30 uur. De kazerne vloog als gevolg in brand en werd grotendeels verwoest. Historische voorwerpen met betrekking tot het Korps Mariniers die verzameld waren als collectie sinds 1938, gingen hierbij ook allemaal verloren.[10] Ook andere prominente gebouwen en plekken in de stad werden geraakt door het precisiebombardement: Station Delftsche Poort, het Beursstation en het Maasstation waren een paar plekken die geraakt waren. Ook werden er bommen gegooid op de oude Diergaarde, het Oostplein en Rotterdam-Noord.[8] De commandant van de Marinierskazerne ter tijde van het bombardement was Frederik Lugt.
In vier dagen van harde strijd om de Maasbruggen in te nemen (beter bekend als de Meidagen), hield opperbevelhebber van het Nederlands leger Henri Winkelman stand tegen de troepen van Nazi-Duitsland. Een groot aantal Nederlandse mariniers wist de ongeveer 1000 man Duitse soldaten bij de Willems- en Maasbruggen succesvol terug te dringen naar het Noordereiland. Bij deze slag vielen 112 doden aan Nederlandse zijde. Een ultimatum werd vervolgens op 14 mei naar generaal Pieter Scharroo verstuurd: óf Nederland geeft zich over, óf Rotterdam zal worden gebombardeerd. Ondanks dat de overgave nog werd onderhandeld en er een nieuw ultimatum werd uitgeschreven, bereikte dit nieuws de Luftwaffepiloten niet. Hierdoor stegen ze alsnog op en bombardeerden de stad op 14 mei, met desastreuze verwoestingen en vele branden in de binnenstad tot gevolg.
Nadat de kazerne werd verwoest, besloot de gemeenteraad om, vermoedelijk in 1940, ook de laatste restanten te slopen. Gedurende de oorlog bleef het terrein van de voormalige locatie van de Marinierskazerne leeg. Na vijf jaar werd Nederland in 1945 bevrijdt. Hierdoor konden de werkzaamheden van de Van Ghent kazerne worden hervat en na een jaar kwamen de mariniers terug naar Rotterdam. Op 10 december 1946, om 08:00 uur 's ochtends - op de 281e verjaardag van het Korps Mariniers - werd de Van Ghent kazerne officieel in gebruik genomen. Alle hoop dat de Marinierskazerne aan het Oostplein terug zou kunnen komen, was hiermee van de baan.
Hoewel de Marinierskazerne volledig gesloopt was, werd besloten om een deel van de zijgevel - die zich boven een zijingang aan de kant van de Nieuwehaven bevond - te behouden. Deze werd toegevoegd aan de in/uitgang van Metrostation Oostplein. Ook de plakkat die zich naast het balkon bevond, werd gered van de sloop en staat aan de achterkant van de gevelmuur van de in/uitgang.
Op 5 juli 1963 werd, tegenover de nu niet meer bestaande Marinierskazerne, het Mariniersmonument onthuld door Prins Bernhard. Het beeld is vervaardigd in opdracht van de Stichting Korps Mariniers, gemaakt door Titus Leeser en is bedoeld als dank en eerbetoon voor de mariniers die destijds vochten in de meidagen tegen de Duitsers in Rotterdam. Om het beeld heen is ook een kleine muur gebouwd met gedenkstenen die alle missies van de mariniers - van de Tocht naar Chatham van 1667 tot en met de Nederlandse deelname aan de Afghaanse oorlog sinds 2006 - benoemen. Tevens is er, dichter bij de voormalige ingang van de kazerne, een messing plaquette aangebracht. Ieder jaar wordt hier ook de herdenking gehouden ter ere van de mariniers die vochten en stierven om de vrijheid van Rotterdam te behouden.
In december 2015 werd op het Oostplein nieuwe belijning aangebracht, evenals vier uitvergrote historische foto's, ter ere van het 350-jarig jubileum van het Korps Mariniers. Het initiatief kwam van Jacques Broekhoven die zelf oud-marinier is, met hulp van de gemeente Rotterdam en vervoersbedrijf RET. Hij is van mening dat de band tussen het Korps Mariniers en de stad Rotterdam duidelijker zichtbaar moet zijn voor de bewoners. Het blijkt dat een deel van de gevel bij de metro-ingang die herinnert aan de verloren kazerne, evenals de tegel in de grond, al jarenlang op de verkeerde plek zijn aangelegd. Langs het fietspad dat richting de Oostzeedijk gaat, aan de rand van de drukke rotonde, is een rood-blauwe belijning geplaatst. Deze markering laat zien waar ooit de oostelijke muur van de voormalige gevel van de Marinierskazerne stond. Verder zijn aan de achterkant van de gevel bij de metro-ingang vier verschillende foto's toegevoegd, die herinneren aan het bestaan en de verwoesting van de kazerne in mei 1940.
De Marinierskazerne behoorde tot een van de oudste nog bestaande gebouwen in de stad, en had een voor die tijd deftige en aanzienlijke uitstraling. Het bestond uit drie delen: het originele gebouw stond op de hoek van het Oostplein met huisnummer 14 en de nu niet meer bestaande Nieuwehaven. Het oude en nieuwe deel wordt dan onderbroken door een gebouw waar een tijd lang de Koninklijke Boek- en Steendrukkerij Corn. Immig & Zoon heeft gestaan. Dit komt doordat dit deel van de kazerne was afgebroken voor de bouw van moderne woonhuizen. Hierna gaat het nieuwere gedeelte van de kazerne door vanaf de Nieuwehaven, voordat een ouder stuk op de hoek van de Nieuwehaven rechtsaf slaat en eindigt op het Groenendaal.
Het originele gebouw bestond in totaal uit drie bouwlagen. Het was gemaakt uit bakstenen, had grote raampartijen op de begane grond en eerste etage met kleine raampartijen op de tweede etage, en een triomfante hoofdingang met halfronde boog boven de twee zware deuren. Aan beide zijden van die deur stonden monumentale gevellantaarns. Langs de gehele voorgevel stond een verhoogde stoep die afgesloten was met hardstenen hekpalen, met daartussen zware hangende kettingen. Naast de grote deuren van de kazerne stond aan de linkerkant, achter de kettingen tegen de kazerne aan, een klein houten schildwachthuisje voor de permanente schildwacht die voor de hoofdpoort stond of stijf op-en neer liep. Het pannendak bestond uit een zware, houten kroonlijst met daarboven een gebeeldhouwd wapenschild die een admiraliteitswapen afbeeldde: dit wapen bestond uit twee ankers achter een leeuw met daarboven een kroon. Het wapen zelf werd verder omgeven door vier vlaggen en andere militaire attributen. Dit wapen symboliseert de Admiraliteit van de Maeze. De buitenmuur aan de Nieuwehaven bestond vooral uit stenen muren met een dak. Een deel van de ramen was aan de kant van de boek- en steendrukkerij dichtgemetseld. Aan de andere kant staat een zijingang met daarop wederom een reliëf van het wapen van de Admiraliteit van de Maeze. Ernaast staat een ouder stuk die bedekt is met Barokken details: de deur heeft een kleine balkon met raampartij die rijkelijk zijn bedekt, met erop nogmaals een reliëf met het wapen van de Admiraliteit van de Maeze, een kroon en erop het jaar '1778'. Naast het balkon staat een plakkaat. Tenslotte eindigt de kazerne bij het Groenendaal met een mix van simpelere, smallere raampartijen waarvan sommige halfrond zijn aan de bovenkant, en een kleine poort aan de achterkant.
De binnenkant bestond uit een binnenplein dat je makkelijk vanaf de poorten bij de zij- en achterkant kon bereiken. De binnenmuren bestonden eveneens uit baksteen maar hadden een stuk minder reliëfs en decoraties dan de buitenkant. De voornaamste decoratie bestond uit een klein standbeeld van de Nederlandse leeuw met vermoedelijk het wapen van Nederland, Rotterdam of de Admiraliteit van de Maeze.
Foto komt van @stadsarchief010 en de Informatie komt van wikipedia.
Tumblr media
0 notes
rotterdamvanalles · 2 years
Text
De voor- en zijkant van de Marinierskazerne aan het Oostplein in 1940.
De Marinierskazerne Oostplein was een militaire kazerne van het Nederlandse Korps Mariniers aan het Oostplein. De kazerne werd geopend in 1598 als arsenaal en werd verwoest tijdens het bombardement op 12 mei 1940.
De Marinierskazerne had, voordat hij dienst deed als kazerne, een andere functie. Hoewel het originele gebouw, na een bouwperiode van een jaar, al in 1598 gereed was, diende het lange tijd als arsenaal van het Tuighuis voor de Admiraliteit van de Maeze. In de loop der jaren volgden meerdere uitbreidingen en verbouwingen, en was het gebouw uiteindelijk ernstig toe aan vernieuwing en modernisering. De Italiaanse architect Jan Giudici kreeg de taak om dit te doen en deze renovatie werd in 1783 uitgevoerd.
In 1817 werd Rotterdam de marinestad van Nederland en in 1823 werd het gebouw voor het eerst als kazerne gebruikt. De mariniers vestigden zich in het oude Tuighuis, wat later bekend zou staan als de Marinierskazerne. Dit duurde tot 1850, toen de marinewerf werd opgeheven en de officiële locatie werd verplaatst naar Vlissingen, waarschijnlijk op besluit van Koning Willem I
Na een korte afwezigheid van 19 jaar, werd de Marinierskazerne opnieuw in gebruik genomen nadat in 1868 rellen uitbraken in de stad.[6] Na het De Vletter-oproer, zoals de rellen officieel heten, werden in 1869 de mariniers nu permanent overgeplaatst van Vlissingen naar Rotterdam op besluit van Koning Willem III.
De mariniers verbleven hierna nog tot mei 1940 in de Marinierskazerne. Echter, de kazerne barstte inmiddels uit zijn voegen en dus worden in 1938 de eerste plannen gemaakt voor een nieuwe kazerne bij de Eschpolder aan de rand van de stad. De Van Ghent Kazerne had meer ruimte maar lag op een meer afgelegen locatie dan de kazerne op het Oostplein, die inmiddels ook niet meer aan de benodigde eisen voldeed.[2] Na enige vertraging en twijfel over prijsstijgingen en mogelijke compensatie, wordt uiteindelijk besloten om toch door te gaan met de bouw van de Van Ghent kazerne in 1940. Dit was vlak voor de uitbraak van de Tweede Wereldoorlog en de Duitse aanval op Nederland in 1940, die grote gevolgen had voor de stad en de kazerne. De Marinierskazerne werd al op 12 mei geraakt door een precisiebombardement van de Luftwaffe, ongeveer rond 11:30 uur. De kazerne vloog als gevolg in brand en werd grotendeels verwoest. Historische voorwerpen met betrekking tot het Korps Mariniers die verzameld waren als collectie sinds 1938, gingen hierbij ook allemaal verloren.[10] Ook andere prominente gebouwen en plekken in de stad werden geraakt door het precisiebombardement: Station Delftsche Poort, het Beursstation en het Maasstation waren een paar plekken die geraakt waren. Ook werden er bommen gegooid op de oude Diergaarde, het Oostplein en Rotterdam-Noord.[8] De commandant van de Marinierskazerne ter tijde van het bombardement was Frederik Lugt.
In vier dagen van harde strijd om de Maasbruggen in te nemen (beter bekend als de Meidagen), hield opperbevelhebber van het Nederlands leger Henri Winkelman stand tegen de troepen van Nazi-Duitsland. Een groot aantal Nederlandse mariniers wist de ongeveer 1000 man Duitse soldaten bij de Willems- en Maasbruggen succesvol terug te dringen naar het Noordereiland. Bij deze slag vielen 112 doden aan Nederlandse zijde. Een ultimatum werd vervolgens op 14 mei naar generaal Pieter Scharroo verstuurd: óf Nederland geeft zich over, óf Rotterdam zal worden gebombardeerd. Ondanks dat de overgave nog werd onderhandeld en er een nieuw ultimatum werd uitgeschreven, bereikte dit nieuws de Luftwaffepiloten niet. Hierdoor stegen ze alsnog op en bombardeerden de stad op 14 mei, met desastreuze verwoestingen en vele branden in de binnenstad tot gevolg.
Nadat de kazerne werd verwoest, besloot de gemeenteraad om, vermoedelijk in 1940, ook de laatste restanten te slopen. Gedurende de oorlog bleef het terrein van de voormalige locatie van de Marinierskazerne leeg. Na vijf jaar werd Nederland in 1945 bevrijdt. Hierdoor konden de werkzaamheden van de Van Ghent kazerne worden hervat en na een jaar kwamen de mariniers terug naar Rotterdam. Op 10 december 1946, om 08:00 uur 's ochtends - op de 281e verjaardag van het Korps Mariniers - werd de Van Ghent kazerne officieel in gebruik genomen. Alle hoop dat de Marinierskazerne aan het Oostplein terug zou kunnen komen, was hiermee van de baan.
Hoewel de Marinierskazerne volledig gesloopt was, werd besloten om een deel van de zijgevel - die zich boven een zijingang aan de kant van de Nieuwehaven bevond - te behouden. Deze werd toegevoegd aan de in/uitgang van Metrostation Oostplein. Ook de plakkat die zich naast het balkon bevond, werd gered van de sloop en staat aan de achterkant van de gevelmuur van de in/uitgang.
Op 5 juli 1963 werd, tegenover de nu niet meer bestaande Marinierskazerne, het Mariniersmonument onthuld door Prins Bernhard. Het beeld is vervaardigd in opdracht van de Stichting Korps Mariniers, gemaakt door Titus Leeser en is bedoeld als dank en eerbetoon voor de mariniers die destijds vochten in de meidagen tegen de Duitsers in Rotterdam. Om het beeld heen is ook een kleine muur gebouwd met gedenkstenen die alle missies van de mariniers - van de Tocht naar Chatham van 1667 tot en met de Nederlandse deelname aan de Afghaanse oorlog sinds 2006 - benoemen. Tevens is er, dichter bij de voormalige ingang van de kazerne, een messing plaquette aangebracht. Ieder jaar wordt hier ook de herdenking gehouden ter ere van de mariniers die vochten en stierven om de vrijheid van Rotterdam te behouden.
In december 2015 werd op het Oostplein nieuwe belijning aangebracht, evenals vier uitvergrote historische foto's, ter ere van het 350-jarig jubileum van het Korps Mariniers. Het initiatief kwam van Jacques Broekhoven die zelf oud-marinier is, met hulp van de gemeente Rotterdam en vervoersbedrijf RET. Hij is van mening dat de band tussen het Korps Mariniers en de stad Rotterdam duidelijker zichtbaar moet zijn voor de bewoners. Het blijkt dat een deel van de gevel bij de metro-ingang die herinnert aan de verloren kazerne, evenals de tegel in de grond, al jarenlang op de verkeerde plek zijn aangelegd. Langs het fietspad dat richting de Oostzeedijk gaat, aan de rand van de drukke rotonde, is een rood-blauwe belijning geplaatst. Deze markering laat zien waar ooit de oostelijke muur van de voormalige gevel van de Marinierskazerne stond. Verder zijn aan de achterkant van de gevel bij de metro-ingang vier verschillende foto's toegevoegd, die herinneren aan het bestaan en de verwoesting van de kazerne in mei 1940.
De Marinierskazerne behoorde tot een van de oudste nog bestaande gebouwen in de stad, en had een voor die tijd deftige en aanzienlijke uitstraling. Het bestond uit drie delen: het originele gebouw stond op de hoek van het Oostplein met huisnummer 14 en de nu niet meer bestaande Nieuwehaven. Het oude en nieuwe deel wordt dan onderbroken door een gebouw waar een tijd lang de Koninklijke Boek- en Steendrukkerij Corn. Immig & Zoon heeft gestaan. Dit komt doordat dit deel van de kazerne was afgebroken voor de bouw van moderne woonhuizen. Hierna gaat het nieuwere gedeelte van de kazerne door vanaf de Nieuwehaven, voordat een ouder stuk op de hoek van de Nieuwehaven rechtsaf slaat en eindigt op het Groenendaal.
Het originele gebouw bestond in totaal uit drie bouwlagen. Het was gemaakt uit bakstenen, had grote raampartijen op de begane grond en eerste etage met kleine raampartijen op de tweede etage, en een triomfante hoofdingang met halfronde boog boven de twee zware deuren. Aan beide zijden van die deur stonden monumentale gevellantaarns. Langs de gehele voorgevel stond een verhoogde stoep die afgesloten was met hardstenen hekpalen, met daartussen zware hangende kettingen. Naast de grote deuren van de kazerne stond aan de linkerkant, achter de kettingen tegen de kazerne aan, een klein houten schildwachthuisje voor de permanente schildwacht die voor de hoofdpoort stond of stijf op-en neer liep. Het pannendak bestond uit een zware, houten kroonlijst met daarboven een gebeeldhouwd wapenschild die een admiraliteitswapen afbeeldde: dit wapen bestond uit twee ankers achter een leeuw met daarboven een kroon. Het wapen zelf werd verder omgeven door vier vlaggen en andere militaire attributen. Dit wapen symboliseert de Admiraliteit van de Maeze. De buitenmuur aan de Nieuwehaven bestond vooral uit stenen muren met een dak. Een deel van de ramen was aan de kant van de boek- en steendrukkerij dichtgemetseld. Aan de andere kant staat een zijingang met daarop wederom een reliëf van het wapen van de Admiraliteit van de Maeze. Ernaast staat een ouder stuk die bedekt is met Barokken details: de deur heeft een kleine balkon met raampartij die rijkelijk zijn bedekt, met erop nogmaals een reliëf met het wapen van de Admiraliteit van de Maeze, een kroon en erop het jaar '1778'. Naast het balkon staat een plakkaat. Tenslotte eindigt de kazerne bij het Groenendaal met een mix van simpelere, smallere raampartijen waarvan sommige halfrond zijn aan de bovenkant, en een kleine poort aan de achterkant.
De binnenkant bestond uit een binnenplein dat je makkelijk vanaf de poorten bij de zij- en achterkant kon bereiken. De binnenmuren bestonden eveneens uit baksteen maar hadden een stuk minder reliëfs en decoraties dan de buitenkant. De voornaamste decoratie bestond uit een klein standbeeld van de Nederlandse leeuw met vermoedelijk het wapen van Nederland, Rotterdam of de Admiraliteit van de Maeze.
Foto komt van @stadsarchief010 en de Informatie komt van wikipedia.
Tumblr media
0 notes
rotterdamvanalles · 3 years
Text
De voor- en zijkant van de Marinierskazerne aan het Oostplein in 1940.
De Marinierskazerne Oostplein was een militaire kazerne van het Nederlandse Korps Mariniers aan het Oostplein. De kazerne werd geopend in 1598 als arsenaal en werd verwoest tijdens het bombardement op 12 mei 1940.
De Marinierskazerne had, voordat hij dienst deed als kazerne, een andere functie. Hoewel het originele gebouw, na een bouwperiode van een jaar, al in 1598 gereed was, diende het lange tijd als arsenaal van het Tuighuis voor de Admiraliteit van de Maeze. In de loop der jaren volgden meerdere uitbreidingen en verbouwingen, en was het gebouw uiteindelijk ernstig toe aan vernieuwing en modernisering. De Italiaanse architect Jan Giudici kreeg de taak om dit te doen en deze renovatie werd in 1783 uitgevoerd.
In 1817 werd Rotterdam de marinestad van Nederland en in 1823 werd het gebouw voor het eerst als kazerne gebruikt. De mariniers vestigden zich in het oude Tuighuis, wat later bekend zou staan als de Marinierskazerne. Dit duurde tot 1850, toen de marinewerf werd opgeheven en de officiële locatie werd verplaatst naar Vlissingen, waarschijnlijk op besluit van Koning Willem 1
Na een korte afwezigheid van 19 jaar, werd de Marinierskazerne opnieuw in gebruik genomen nadat in 1868 rellen uitbraken in de stad.[6] Na het De Vletter-oproer, zoals de rellen officieel heten, werden in 1869 de mariniers nu permanent overgeplaatst van Vlissingen naar Rotterdam op besluit van Koning Willem III.
De mariniers verbleven hierna nog tot mei 1940 in de Marinierskazerne. Echter, de kazerne barstte inmiddels uit zijn voegen en dus worden in 1938 de eerste plannen gemaakt voor een nieuwe kazerne bij de Eschpolder aan de rand van de stad. De Van Ghent Kazerne had meer ruimte maar lag op een meer afgelegen locatie dan de kazerne op het Oostplein, die inmiddels ook niet meer aan de benodigde eisen voldeed.[2] Na enige vertraging en twijfel over prijsstijgingen en mogelijke compensatie, wordt uiteindelijk besloten om toch door te gaan met de bouw van de Van Ghent kazerne in 1940. Dit was vlak voor de uitbraak van de Tweede Wereldoorlog en de Duitse aanval op Nederland in 1940, die grote gevolgen had voor de stad en de kazerne. De Marinierskazerne werd al op 12 mei geraakt door een precisiebombardement van de Luftwaffe, ongeveer rond 11:30 uur. De kazerne vloog als gevolg in brand en werd grotendeels verwoest. Historische voorwerpen met betrekking tot het Korps Mariniers die verzameld waren als collectie sinds 1938, gingen hierbij ook allemaal verloren.[10] Ook andere prominente gebouwen en plekken in de stad werden geraakt door het precisiebombardement: Station Delftsche Poort, het Beursstation en het Maasstation waren een paar plekken die geraakt waren. Ook werden er bommen gegooid op de oude Diergaarde, het Oostplein en Rotterdam-Noord.[8] De commandant van de Marinierskazerne ter tijde van het bombardement was Frederik Lugt.
In vier dagen van harde strijd om de Maasbruggen in te nemen (beter bekend als de Meidagen), hield opperbevelhebber van het Nederlands leger Henri Winkelman stand tegen de troepen van Nazi-Duitsland. Een groot aantal Nederlandse mariniers wist de ongeveer 1000 man Duitse soldaten bij de Willems- en Maasbruggen succesvol terug te dringen naar het Noordereiland. Bij deze slag vielen 112 doden aan Nederlandse zijde. Een ultimatum werd vervolgens op 14 mei naar generaal Pieter Scharroo verstuurd: óf Nederland geeft zich over, óf Rotterdam zal worden gebombardeerd. Ondanks dat de overgave nog werd onderhandeld en er een nieuw ultimatum werd uitgeschreven, bereikte dit nieuws de Luftwaffepiloten niet. Hierdoor stegen ze alsnog op en bombardeerden de stad op 14 mei, met desastreuze verwoestingen en vele branden in de binnenstad tot gevolg.
Nadat de kazerne werd verwoest, besloot de gemeenteraad om, vermoedelijk in 1940, ook de laatste restanten te slopen. Gedurende de oorlog bleef het terrein van de voormalige locatie van de Marinierskazerne leeg. Na vijf jaar werd Nederland in 1945 bevrijdt. Hierdoor konden de werkzaamheden van de Van Ghent kazerne worden hervat en na een jaar kwamen de mariniers terug naar Rotterdam. Op 10 december 1946, om 08:00 uur 's ochtends - op de 281e verjaardag van het Korps Mariniers - werd de Van Ghent kazerne officieel in gebruik genomen. Alle hoop dat de Marinierskazerne aan het Oostplein terug zou kunnen komen, was hiermee van de baan.
Hoewel de Marinierskazerne volledig gesloopt was, werd besloten om een deel van de zijgevel - die zich boven een zijingang aan de kant van de Nieuwehaven bevond - te behouden. Deze werd toegevoegd aan de in/uitgang van Metrostation Oostplein. Ook de plakkat die zich naast het balkon bevond, werd gered van de sloop en staat aan de achterkant van de gevelmuur van de in/uitgang.
Op 5 juli 1963 werd, tegenover de nu niet meer bestaande Marinierskazerne, het Mariniersmonument onthuld door Prins Bernhard. Het beeld is vervaardigd in opdracht van de Stichting Korps Mariniers, gemaakt door Titus Leeser en is bedoeld als dank en eerbetoon voor de mariniers die destijds vochten in de meidagen tegen de Duitsers in Rotterdam. Om het beeld heen is ook een kleine muur gebouwd met gedenkstenen die alle missies van de mariniers - van de Tocht naar Chatham van 1667 tot en met de Nederlandse deelname aan de Afghaanse oorlog sinds 2006 - benoemen. Tevens is er, dichter bij de voormalige ingang van de kazerne, een messing plaquette aangebracht. Ieder jaar wordt hier ook de herdenking gehouden ter ere van de mariniers die vochten en stierven om de vrijheid van Rotterdam te behouden.
In december 2015 werd op het Oostplein nieuwe belijning aangebracht, evenals vier uitvergrote historische foto's, ter ere van het 350-jarig jubileum van het Korps Mariniers. Het initiatief kwam van Jacques Broekhoven die zelf oud-marinier is, met hulp van de gemeente Rotterdam en vervoersbedrijf RET. Hij is van mening dat de band tussen het Korps Mariniers en de stad Rotterdam duidelijker zichtbaar moet zijn voor de bewoners. Het blijkt dat een deel van de gevel bij de metro-ingang die herinnert aan de verloren kazerne, evenals de tegel in de grond, al jarenlang op de verkeerde plek zijn aangelegd. Langs het fietspad dat richting de Oostzeedijk gaat, aan de rand van de drukke rotonde, is een rood-blauwe belijning geplaatst. Deze markering laat zien waar ooit de oostelijke muur van de voormalige gevel van de Marinierskazerne stond. Verder zijn aan de achterkant van de gevel bij de metro-ingang vier verschillende foto's toegevoegd, die herinneren aan het bestaan en de verwoesting van de kazerne in mei 1940.
De Marinierskazerne behoorde tot een van de oudste nog bestaande gebouwen in de stad, en had een voor die tijd deftige en aanzienlijke uitstraling. Het bestond uit drie delen: het originele gebouw stond op de hoek van het Oostplein met huisnummer 14 en de nu niet meer bestaande Nieuwehaven. Het oude en nieuwe deel wordt dan onderbroken door een gebouw waar een tijd lang de Koninklijke Boek- en Steendrukkerij Corn. Immig & Zoon heeft gestaan. Dit komt doordat dit deel van de kazerne was afgebroken voor de bouw van moderne woonhuizen. Hierna gaat het nieuwere gedeelte van de kazerne door vanaf de Nieuwehaven, voordat een ouder stuk op de hoek van de Nieuwehaven rechtsaf slaat en eindigt op het Groenendaal.
Het originele gebouw bestond in totaal uit drie bouwlagen. Het was gemaakt uit bakstenen, had grote raampartijen op de begane grond en eerste etage met kleine raampartijen op de tweede etage, en een triomfante hoofdingang met halfronde boog boven de twee zware deuren. Aan beide zijden van die deur stonden monumentale gevellantaarns. Langs de gehele voorgevel stond een verhoogde stoep die afgesloten was met hardstenen hekpalen, met daartussen zware hangende kettingen. Naast de grote deuren van de kazerne stond aan de linkerkant, achter de kettingen tegen de kazerne aan, een klein houten schildwachthuisje voor de permanente schildwacht die voor de hoofdpoort stond of stijf op-en neer liep. Het pannendak bestond uit een zware, houten kroonlijst met daarboven een gebeeldhouwd wapenschild die een admiraliteitswapen afbeeldde: dit wapen bestond uit twee ankers achter een leeuw met daarboven een kroon. Het wapen zelf werd verder omgeven door vier vlaggen en andere militaire attributen. Dit wapen symboliseert de Admiraliteit van de Maeze. De buitenmuur aan de Nieuwehaven bestond vooral uit stenen muren met een dak. Een deel van de ramen was aan de kant van de boek- en steendrukkerij dichtgemetseld. Aan de andere kant staat een zijingang met daarop wederom een reliëf van het wapen van de Admiraliteit van de Maeze. Ernaast staat een ouder stuk die bedekt is met Barokken details: de deur heeft een kleine balkon met raampartij die rijkelijk zijn bedekt, met erop nogmaals een reliëf met het wapen van de Admiraliteit van de Maeze, een kroon en erop het jaar '1778'. Naast het balkon staat een plakkaat. Tenslotte eindigt de kazerne bij het Groenendaal met een mix van simpelere, smallere raampartijen waarvan sommige halfrond zijn aan de bovenkant, en een kleine poort aan de achterkant.
De binnenkant bestond uit een binnenplein dat je makkelijk vanaf de poorten bij de zij- en achterkant kon bereiken. De binnenmuren bestonden eveneens uit baksteen maar hadden een stuk minder reliëfs en decoraties dan de buitenkant. De voornaamste decoratie bestond uit een klein standbeeld van de Nederlandse leeuw met vermoedelijk het wapen van Nederland, Rotterdam of de Admiraliteit van de Maeze.
Informatie komt van wikipedia.
Tumblr media
0 notes
neurogenpapers · 8 years
Text
Novel genetic loci associated with hippocampal volume.
IoN UCL PubMed: Novel genetic loci associated with hippocampal volume. Nat Commun. 2017 Jan 18;8:13624 Authors: Hibar DP, Adams HH, Jahanshad N, Chauhan G, Stein JL, Hofer E, Renteria ME, Bis JC, Arias-Vasquez A, Ikram MK, Desrivières S, Vernooij MW, Abramovic L, Alhusaini S, Amin N, Andersson M, Arfanakis K, Aribisala BS, Armstrong NJ, Athanasiu L, Axelsson T, Beecham AH, Beiser A, Bernard M, Blanton SH, Bohlken MM, Boks MP, Bralten J, Brickman AM, Carmichael O, Chakravarty MM, Chen Q, Ching CR, Chouraki V, Cuellar-Partida G, Crivello F, Den Braber A, Doan NT, Ehrlich S, Giddaluru S, Goldman AL, Gottesman RF, Grimm O, Griswold ME, Guadalupe T, Gutman BA, Hass J, Haukvik UK, Hoehn D, Holmes AJ, Hoogman M, Janowitz D, Jia T, Jørgensen KN, Karbalai N, Kasperaviciute D, Kim S, Klein M, Kraemer B, Lee PH, Liewald DC, Lopez LM, Luciano M, Macare C, Marquand AF, Matarin M, Mather KA, Mattheisen M, McKay DR, Milaneschi Y, Muñoz Maniega S, Nho K, Nugent AC, Nyquist P, Loohuis LM, Oosterlaan J, Papmeyer M, Pirpamer L, Pütz B, Ramasamy A, Richards JS, Risacher SL, Roiz-Santiañez R, Rommelse N, Ropele S, Rose EJ, Royle NA, Rundek T, Sämann PG, Saremi A, Satizabal CL, Schmaal L, Schork AJ, Shen L, Shin J, Shumskaya E, Smith AV, Sprooten E, Strike LT, Teumer A, Tordesillas-Gutierrez D, Toro R, Trabzuni D, Trompet S, Vaidya D, Van der Grond J, Van der Lee SJ, Van der Meer D, Van Donkelaar MM, Van Eijk KR, Van Erp TG, Van Rooij D, Walton E, Westlye LT, Whelan CD, Windham BG, Winkler AM, Wittfeld K, Woldehawariat G, Wolf C, Wolfers T, Yanek LR, Yang J, Zijdenbos A, Zwiers MP, Agartz I, Almasy L, Ames D, Amouyel P, Andreassen OA, Arepalli S, Assareh AA, Barral S, Bastin ME, Becker DM, Becker JT, Bennett DA, Blangero J, van Bokhoven H, Boomsma DI, Brodaty H, Brouwer RM, Brunner HG, Buckner RL, Buitelaar JK, Bulayeva KB, Cahn W, Calhoun VD, Cannon DM, Cavalleri GL, Cheng CY, Cichon S, Cookson MR, Corvin A, Crespo-Facorro B, Curran JE, Czisch M, Dale AM, Davies GE, De Craen AJ, De Geus EJ, De Jager PL, De Zubicaray GI, Deary IJ, Debette S, DeCarli C, Delanty N, Depondt C, DeStefano A, Dillman A, Djurovic S, Donohoe G, Drevets WC, Duggirala R, Dyer TD, Enzinger C, Erk S, Espeseth T, Fedko IO, Fernández G, Ferrucci L, Fisher SE, Fleischman DA, Ford I, Fornage M, Foroud TM, Fox PT, Francks C, Fukunaga M, Gibbs JR, Glahn DC, Gollub RL, Göring HH, Green RC, Gruber O, Gudnason V, Guelfi S, Håberg AK, Hansell NK, Hardy J, Hartman CA, Hashimoto R, Hegenscheid K, Heinz A, Le Hellard S, Hernandez DG, Heslenfeld DJ, Ho BC, Hoekstra PJ, Hoffmann W, Hofman A, Holsboer F, Homuth G, Hosten N, Hottenga JJ, Huentelman M, Pol HE, Ikeda M, Jack CR, Jenkinson M, Johnson R, Jönsson EG, Jukema JW, Kahn RS, Kanai R, Kloszewska I, Knopman DS, Kochunov P, Kwok JB, Lawrie SM, Lemaître H, Liu X, Longo DL, Lopez OL, Lovestone S, Martinez O, Martinot JL, Mattay VS, McDonald C, McIntosh AM, McMahon FJ, McMahon KL, Mecocci P, Melle I, Meyer-Lindenberg A, Mohnke S, Montgomery GW, Morris DW, Mosley TH, Mühleisen TW, Müller-Myhsok B, Nalls MA, Nauck M, Nichols TE, Niessen WJ, Nöthen MM, Nyberg L, Ohi K, Olvera RL, Ophoff RA, Pandolfo M, Paus T, Pausova Z, Penninx BW, Pike GB, Potkin SG, Psaty BM, Reppermund S, Rietschel M, Roffman JL, Romanczuk-Seiferth N, Rotter JI, Ryten M, Sacco RL, Sachdev PS, Saykin AJ, Schmidt R, Schmidt H, Schofield PR, Sigursson S, Simmons A, Singleton A, Sisodiya SM, Smith C, Smoller JW, Soininen H, Steen VM, Stott DJ, Sussmann JE, Thalamuthu A, Toga AW, Traynor BJ, Troncoso J, Tsolaki M, Tzourio C, Uitterlinden AG, Hernández MC, Van der Brug M, van der Lugt A, van der Wee NJ, Van Haren NE, van 't Ent D, Van Tol MJ, Vardarajan BN, Vellas B, Veltman DJ, Völzke H, Walter H, Wardlaw JM, Wassink TH, Weale ME, Weinberger DR, Weiner MW, Wen W, Westman E, White T, Wong TY, Wright CB, Zielke RH, Zonderman AB, Martin NG, Van Duijn CM, Wright MJ, Longstreth WT, Schumann G, Grabe HJ, Franke B, Launer LJ, Medland SE, Seshadri S, Thompson PM, Ikram MA Abstract The hippocampal formation is a brain structure integrally involved in episodic memory, spatial navigation, cognition and stress responsiveness. Structural abnormalities in hippocampal volume and shape are found in several common neuropsychiatric disorders. To identify the genetic underpinnings of hippocampal structure here we perform a genome-wide association study (GWAS) of 33,536 individuals and discover six independent loci significantly associated with hippocampal volume, four of them novel. Of the novel loci, three lie within genes (ASTN2, DPP4 and MAST4) and one is found 200 kb upstream of SHH. A hippocampal subfield analysis shows that a locus within the MSRB3 gene shows evidence of a localized effect along the dentate gyrus, subiculum, CA1 and fissure. Further, we show that genetic variants associated with decreased hippocampal volume are also associated with increased risk for Alzheimer's disease (rg=-0.155). Our findings suggest novel biological pathways through which human genetic variation influences hippocampal volume and risk for neuropsychiatric illness. PMID: 28098162 [PubMed - in process] http://dlvr.it/N86C1H
0 notes