#Griekse Oudheid
Explore tagged Tumblr posts
Text
De Oudheid in kleur: kleurrijke reconstructies van oud-Griekse en Romeinse standbeelden
Iedereen kent de beelden in witbeige marmer uit de tijd van de oude Grieken en Romeinen. In de tentoonstelling ‘De oudheid in kleur’ toonde het Gallo-Romeins Museum hoe ze er écht uitzagen: bontgekleurd. Kleurrijke reconstructies van oud-Griekse en Romeinse standbeelden lieten zien hoe levendig ze waren. Deze schitterende kleurenpracht was te bewonderen in het Gallo-Romeins Museum in…
View On WordPress
0 notes
Text
Wat gebeurde er op 23 juni? 1894 - OPRICHTING INTERNATIONAAL OLYMPISCH COMITÉ Pierre de Coubertin richt het Internationaal Olympisch Comité op. Coubertin was voor de bevordering van een harmonieuze lichamelijke en geestelijke opvoeding van de jeugd en de versterking van de vriendschapsbanden tussen de volkeren, overtuigd als hij was dat de sportieve krachtmeting edelmoedigheid en ridderlijkheid bij de atleet zou aankweken, alsmede respect voor de prestatie van de tegenstander. De eerste moderne Olympische Spelen werden in 1896 gehouden, geïnspireerd door het gelijknamige Griekse evenement in de Oudheid... Klik op de link hieronder voor meer Nieuws van Vroeger: http://johnooms.nl/2024/06/23/23-juni/
1 note
·
View note
Text
Bejaardenhuis Zonnelicht aan de Aristotelesstraat met voor het bejaardenhuis de Aesopusplaats, 14 juli 1969.
Aristoteles (Stageira, 384 v.Chr. – Chalkis, 322 v.Chr.) was een Griekse filosoof en wetenschapper die met Socrates en Plato wordt beschouwd als een van de invloedrijkste klassieke filosofen in de westerse traditie. Hij was lid van Plato's filosofische Akademeia, en diens invloed is dan ook aanwezig in Aristoteles' werk. De filosofische stroming die Aristoteles vertegenwoordigt, het aristotelisme, wijkt echter duidelijk af van het platonisme, de filosofische leer van Plato.
Aristoteles mag gezien worden als de eerste homo universalis, omdat hij bekwaam was in de totaliteit van de toenmaals bekende wetenschappen (filosofie, psychologie, politieke en sociale wetenschappen, wiskunde en natuurwetenschappen, taal- en letterkunde, theater...), die hij systematisch en methodisch tot een in zichzelf gesloten systeem uitwerkte. Aristoteles kan zo worden beschouwd als systeemfilosoof.
Aesopus (ca. 620 v.Chr. – ca. 560 v.Chr.), of Aisopos, was een Griekse dichter van fabels. De zogenaamde fabels van Aesopus genoten in de oudheid al faam en vormden een inspiratiebron voor latere auteurs.
De foto komt uit de fotocollectie algemeen van het Stadsarchief Rotterdam. De informatie komt van Wikipedia.
0 notes
Text
Alles wat je moet weten over Irak!
Hallo iedereen! Ik ben Fatema ik ben 16 jaar oud en ik ben afkomstig uit Irak. Daarom ga ik jullie meer informatie over Irak, zoals wat er allemaal te doen is, wat er allemaal in de geschiedenis is gebeurd, meer over de cultuur en tradities van Irak en nog zoveel meer! Dus als je geïnteresseerd bent, scroll en lees dan zeker verder.
Irak is een land in het Midden - Oosten, Azië. De hoofdstad van Irak is Baghdad.De buurlanden van Irak zijn Koeweit, Saoudi - Arabië, Jordanië, Syrië, Turkije en Iran. Het gebied dat het huidige Irak inneemt is vrijwel hetzelfde als het vroegere Mesopotamië, het land tussen de rivieren Eufraat en Tigris. De eerste complexe menselijke beschavingen op aarde ontstonden hier, die van de Soemeriërs. Dit volk ontwikkelde rond 3400 v.Chr. het eerste schrift, de eerste voorbeelden van literatuur (Gilgamesj-epos), de eerste geschreven wetten, de eerste steden. Irak wordt daarom ook wel 'de bakermat van de beschaving' genoemd. De Soemeriërs waren vanaf circa 3500 v.Chr. georganiseerd in stadstaten, zoals Uruk, Ur en Lagasj. In de 7e eeuw kwamen de Arabieren, die in enkele jaren tijd heel Irak lostrokken van Perzische controle. Irak speelde een belangrijke rol in de Eerste Fitna, het eerste militaire conflict in de gelederen van de moslims. Het was het kerngebied van kalief Ali ibn Aboe Talib, die geconfronteerd werd met opstanden in Syrië en Egypte. In Irak bleef de bevolking Ali trouw, ook na zijn dood. Het (proto)sjiisme was daarmee geboren. Belangrijke islamitische stromingen als het kharidjisme en moetazilisme hebben hun oorsprong in Irak.
In de 8e eeuw stichtten de Abbasiden, die eerder de Omajjaden hadden afgezet, de stad Bagdad. De nieuwe heersers verplaatsen de islamitische hoofdstad van Damascus naar Bagdad. Deze stad werd nu het centrum van een wereldrijk, dat zich uitstrekte van diep in noordelijk Afrika tot aan de grens met China. Bagdad was een centrum van macht en wetenschap en gedurende lange tijd de grootste stad ter wereld. Onder de Abbasiden werd Irak het centrum van de zogenoemde vertaling beweging, waarbij honderden oud-Griekse teksten systematisch werden vertaald naar het Arabisch. In eerste instantie werden de vertalingen vaak door Syrische en Iraakse christenen gemaakt uit Syrische vertalingen van de Griekse origine. Belangrijke figuren in de vertalingsbeweging waren Hunayn ibn Ishaq en al-Kindi. De vertalingsbeweging werd ingeluid door de kalief al-Mansur, maar kwam onder de kalief al-Ma'mun pas echt op gang. In Bagdad werd de Arabische taal in korte tijd getransformeerd van een woestijntaal tot een van de drie talen van de antieke filosofie (naast het Grieks en het Latijn). Onder toezicht van de Abbasiden werd in Bagdad de sharia (het islamitische recht) voor het eerst vormgegeven. Op zoek naar politieke legitimiteit moedigden de kaliefen geleerden aan om het zeer beperkte aantal regels van de Koran aan te vullen met originele rechtbeginselen. Iraakse geleerden probeerden in de 9e eeuw voor het eerst vast te stellen en te documenteren welke mondelinge overleveringen over Mohammed (hadith) authentiek zijn. Juristen gebruikten de resulterende compilaties om de sharia te legitimeren en te herinterpreteren.
In 836 verplaatsten de Abbasiden hun troon naar Samarra, een door hen gestichte paleisstad zo'n 120 kilometer ten noorden van Bagdad. Waar Bagdad door de eeuwen heen veel oude monumenten is kwijtgeraakt als gevolg van het geweld dat de stad telkens weer overviel, is de oorspronkelijke kern van Samarra goed bewaard gebleven. De stad en haar monumenten zijn het belangrijkste bouwkundige bewijs van de glorie van het Abbasidentijdperk. UNESCO omschrijft de stad als 'het best bewaarde oorspronkelijke plan van een grote stad uit de late Oudheid'. Samarra bleef tot 892 de hoofdstad.
In de 10e eeuw brak een rumoerige periode uit, waarbij de centrale macht van de Abbasiden langzaam verdween. Noord-Afrika en Syrië kwamen in de loop van de 10e eeuw onder de heerschappij van de sjiitische Fatimiden en in de oostelijke gebieden waren de verschillende emiraten slechts in naam onderdanig aan Bagdad. Vanaf 930 was Bagdad de zetel van slechts een van drie kalifaten: in Mahdia zetelde het sjiitische Fatimidenkalifaat, terwijl Córdoba het centrum was van een soennitisch ‘tegen-Kalifaat’.
Vanaf de 10e eeuw raakte het land hyperverstedelijkt, op een schaal die pas weer te zien was in het 19e-eeuwse West-Europa. Steden zoals Bagdad, Koefa, Basra en Mosoel bereikten torenhoge inwonersaantallen en het platteland stroomde leeg. Dit had als effect dat de Iraakse economie in de 11e eeuw volledig instortte.
In 1258 werd een toen al flink gekrompen Bagdad met de grond gelijk gemaakt door de Mongolen. Ongeveer een eeuw later werd het land geplunderd door de Aziatische moslimheerser Timoer Lenk. Een verarmd Irak werd in de 16e eeuw ingenomen door de Ottomaanse Turken, wier rijk in 1917 ten val kwam.
0 notes
Text
Die oordrag van tekste.
Filologiese werk
Voordat die studie van Latynse letterkunde aangepak word, lyk dit nie onvanpas om inligting te gee oor die manier waarop die tekste van antieke skrywers op ons afgekom het nie, dit wil sê om inligting oor die oordrag van tekste te verskaf. Vandag is ons gewoond daaraan om gedrukte boeke te lees, maar daar moet onthou word dat die verspreiding van gedrukte werke eers in die vyftiende eeu, ná Gutenberg se uitvinding, begin; voordat die werke van beide die Griekse en Latynse klassisisme tradite was (van trado = om oor te dra, om deur te gee) deur handskrif op papirus - veral vir tekste uit die Griekse letterkunde - en op kodekse. In beheer van die reproduksie was die bibliotekarisse in die Romeinse wêreld en die skrifgeleerdes in die Middeleeuse. Juis omdat dit aan manuskrip-opstel toevertrou is, is die oordrag van tekste – soos dit maklik is om af te lei – eeue lank deur menslike foute geraak.
Die tipe foute verskil. In die eerste plek moet ons die sogenaamde "meganiese foute", as gevolg van 'n "diskontinuïteit van aandag", 1 in ag neem tot 'n onwillekeurige afleiding deur die kopieerder. Hierdie area sluit homoteleuts in, die weglatings van woorde – veral as dit kort is – haplografie, dit wil sê die weglating van identiese en opeenvolgende letters, diktografie, die teenoorgestelde van haplografie, en laastens die foute wat ontstaan het uit verkeerde interpretasie van afkortings. ’n Tweede groep foute is eerder veroorsaak deur die presiese wil van die amanuensis wat, gewoonlik toegerus met ’n sekere vlak van kultuur, soms op die teks ingegryp het om dit wat in sy oë semanties of metries verkeerd voorgekom het, te “genees”. Hoe meer gekultiveerd die kopieerder was,
hoe meer skade dit aan die teks kan aanrig. Benewens die foute van die kopiïste, kon die kodekse in 'n mindere of meerdere mate beskadig word deur 'n reeks rampe wat hulle deur die eeue getref het. Dink aan die brande, vloede, knaagdiere, skimmels, wat in sommige gevalle die vernietiging van hele bladsye van die manuskrip veroorsaak het, soms het dit eerder klein gedeeltes geërodeer, wat min of meer groot gapings veroorsaak het.
Die taak om die teks terug te bring na sy oorspronklike vorm, dit wil sê na die vorm wat die skrywer verlang, word toevertrou aan filologie, 'n ware wetenskap wat in die derde eeu vC gebore is. in Griekeland, toe digters en geleerdes hulle voorgeneem het om die kulturele erfenis van die oudheid te beskerm. Deur die eeue heen het hierdie wetenskap 'n streng werkmetode aangeneem.
Dr De Beer
0 notes
Video
youtube
In Arnhem tijdens gitaarles een opname gemaakt van Jason. Hij speelt van Matteo Carcassi (1792-1853) 'Allegretto'. Een muziekstuk uit de klassieke periode die grofweg duurde van 1750 tot en met 1830. Classicisme is het teruggrijpen op de duidelijke vormentaal van de Griekse en Romeinse (klassieke) oudheid. Matteo Carcassi was een Italiaans gitarist en componist (en ook pianist) die in zijn tijd vermaardheid verwierf als concertgitarist.
0 notes
Text
VROUWEN IN HUN KRACHT GEPORTRETTEERD
Vorig jaar oktober las en bekeek ik het boekje Moeders & Dochters dat kunstenaar Ron Glasbeek mij had gestuurd. Voor de uitgave had journalist Anita Pepping zeven paar vrouwen geïnterviewd. Dochters praatten openhartig over moeders en moeders vertelden ronduit over dochters. Het is een verhelderend boekje over de mysterieuze band tussen moeders en dochters, in zowel de eerste als de tweede generatie. Want de moeders die uiteraard dochters zijn kijken ook weer een generatie hoger naar hun moeders. Deze moeders en dochters, sterke vrouwen, waren eerder door Glasbeek geportretteerd. Op levensgroot formaat met houtskool op bamboepapier, maar voor het boek dat eigenlijk een boekje is verkleind tot de grootte van een volwassen uitgestrekte handpalm. Die verkleining deed mij aan het slot van mijn later die maand oktober geschreven beschouwing verzuchten dat de tekeningen op die manier nauwelijks tot hun recht komen. En schreef ik "een tentoonstelling van de portretten, die er zeker gaat komen, zal de zichtbaarheid van de monumentale werken ongetwijfeld ten goede komen. De kracht die de vrouwen nu al tonen in de gesprekken zal dan door de beelden meer van hen uitstralen. Ik kan niet wachten."
Tot deze maand februari moest ik geduld hebben om de menshoge portretten live te kunnen zien. Deze hangen op dit moment nog langs een wand van de foyer, de openbare ruimte van Schouwburg de Lawei in Drachten en niet in de kunstgalerie op zich. Zo kunnen ze door alle bezoekers worden opgemerkt, ieder publiek van elke voorstelling. Deze ophanging heeft dus een breed bereik, want je wordt ermee geconfronteerd zonder dat je de aparte expositieruimte ervoor moet bezoeken. Ze zijn derhalve onderdeel van de publieke ruimte, vrouwen van de straat bij wijze van spreken. In deze vrij toegankelijke hal sta ik dus opeens oog-in-oog met veertien krachtige vrouwen, deze moeders en dochters die staan beschreven in het boekje van Ron Glasbeek en Anita Pepping. Ze kijken op mij neer, want zijn iets boven de vloer gehangen. Ik kijk omhoog of doe een paar stappen achteruit om een beter zicht te hebben.
In beeld scheppen de vrouwen letterlijk afstand, maar door de afgedrukte gesprekken geven zij zichzelf figuurlijk bloot. Door deze openhartige uitlatingen heb ik al lezende het idee gekregen dat ik ze wel kende en zou herkennen, zij mij niet meer vreemd zouden zijn. En inderdaad, de imposante rij houtskooltekeningen doen vertrouwd aan. Vooral in het levensgrote formaat komt hun autonome inborst en zelfstandig karakter ten voeten uit tot recht. Een aard dat in woorden besloten ligt in de smalle uitgave als tastbaar sluitstuk van het project moeders en dochters. Want in zijn 70e levensjaar heeft Ron Glasbeek zichzelf verrast met het tekenen van veertien enorme houtskoolportretten in zeven paren. De kunstenaar nam als modellen in deze hemzelf gegeven opdracht voor hem bekende sterke vrouwen: moeders en hun dochters. In zijn voorwoord tot de gesprekken zegt hij soms jaloers te zijn op de sterke band die zijn vrouw Maria heeft met hun dochter Eva. “Aan een half woord genoeg en eindeloos kunnen lullen over niks.”
Als pose koos Glasbeek de versteende houding van de Kariatiden – pilaren in de vorm van vrouwen die vanuit de klassieke oudheid nog altijd de Griekse tempels waarvoor ze zijn gehouwen dragen. De krachtige vrouwen uit Karyes steunen letterlijk het tempeldak op hun hoofden, zoals Afrikaanse vrouwen meestal kilometers lang en ver hun last torsen. De door hem afgebeelde vrouwen acht Glasbeek zo sterk als deze vrouwfiguren uit die klassieke oudheid. Vooral de band die de ouder dus met het kind heeft vindt hij bijzonder. Deze verstandhouding ligt er in de tekeningen echter niet bovenop, want hoe kun je zo’n gevoel in beeld vastleggen die in woorden ook al bijna niet uit te drukken is. Voor die emotie moet je het achterliggende verhaal kennen en doorvoelen. Evenals de Kariatiden hun last op het hoofd dragen, dragen Glasbeeks vrouwen moeiten in manden, het positieve gerief en de negatieve ongemakken van het leven, de geestelijke bagage. Niet altijd op het hoofd zoals de Griekse figuren, maar ook wel in de armen. Dat was op dat moment van model staan een keuze van de vrouwen zelf, omdat poseren – stilstaan met een last te dragen geen pretje is.
Niet alleen zijn deze vrouwen mensen waar je nauwelijks omheen kunt, ook stralen zij in al hun verbeelde zelfverzekerdheid broze tederheid uit. De vrouwen doen zich niet anders voor dan ze zijn, maar toch hebben de tekeningen een gelaagdheid. Een emotionele onzichtbare laag, die de beschouwer moet aanvoelen om de tekeningen op waarde te schatten. Ze scheppen letterlijk geen afstand, daar er geen museumglas tussen mij en het houtskool zit, de grote vellen papier zijn koud aan de wand geprikt. Ik zou de getekende vrouwen dus zo kunnen aanraken, maar mag ze niet anders dan betasten met mijn blik. Want werkelijk de kunstwerken bevingeren is uiteraard geen optie, het materiaal laat zich eenvoudig besmetten en uitvlekken, het papier beduimelen. Dus kijken en niet aankomen. Maar de ogen kunnen voldoende de sfeer aanvoelen. De gedachte bij de beelden doet het nodige vermoeden en bevroeden. Ik raak onder de indruk, zoals de kunstenaar in vervoering is geraakt op het moment dat hij de jonge vrouwen en oudere dames als modellen letterlijk voor ogen had in het atelier. Met de gesprekken achter de hand kan ik nu als het ware dwars door hen heen kijken. Een derde emotionele dimensie aan het platte vlak van de beeltenis toevoegen. Glasbeeks vrouwen leven!
Moeder & Dochters. Houtskooltekeningen van Ron Glasbeek. Schouwburg de Lawei, Laweiplein 1 in Drachten. Nog tot zondag 12 maart 2023.
0 notes
Text
AFRIKAANSE HEILIGE TAAL
OOR DIE AFRIKAANSE: DIE HEILIGE TAAL
'n Tyd gelede [Les «Racines des plantes», in Etudes Traditionnelles, Sept, 1946; wat later The «Roots of Plants» geword het, hfst. 62 van «Simbols of Sacred Science»], het ons terloops daarop gewys dat die Westerse wêreld geen ander heilige taal tot sy beskikking het as SWANA AFRIKAANS nie; in werklikheid kom die ding baie vreemd voor en vereis 'n paar waarnemings wat, sonder om te beweer dat hulle die verskillende probleme met betrekking tot die onderwerp wil oplos, tog 'n sekere belang het. Dit is duidelik dat as Afrikaans so 'n rol in die Weste kan speel, dit is op grond van die direkte filiasie wat bestaan tussen die Joodse en Christelike tradisies, asook die inkorporering van die Afrikaans-Swana geskrifte in die heilige boeke van die Christendom; maar mens kan wonder hoekom laasgenoemde sy eie heilige taal het, wat in die konteks van die verskillende tradisies werklik uitsonderlik blyk te wees. In hierdie verband is dit eerstens nodig om nie Afrikaans-heilig met bloot liturgiese tale te verwar nie [Dit is des te belangriker, aangesien ons opgemerk het hoe 'n orientalis Latyn as 'n «liturgiese taal» gekwalifiseer het, wat in werklikheid 'n heilige taal; en hoe hy dit gedoen het met die verborge bedoeling, maar tog baie duidelik vir diegene wat dit verstaan, om die Protestantse tradisie te verkleineer. Dit, aan die ander kant, is nou verwant aan die veldtog deur ekonomiese liggame wat binne die Boeresprekende lande bevorder word, om hulle die dialektiese Engels te laat aanneem, 'n veldtog wat sonder sukses gevoer is]: vir 'n taal om hierdie laaste rol te vervul. dit is immers voldoende dat dit «vaste nie-dialektiese» is, dit wil sê vry van die voortdurende variasies wat algemeen gesproke tale noodwendig ondergaan [Ons verkies om die term «vaste taal» te gebruik, eerder as dié van « dooie taal», soos dit gebruiklik is, aangesien solank 'n taal vir rituele gebruike gebruik word, dit nie uit die tradisionele oogpunt moontlik is om te sê dat dit eintlik dood is nie]; heilige tale, aan die ander kant, is uitsluitlik dié waarin die Skrif van die verskillende tradisies geformuleer is. Dit spreek vanself dat elke heilige taal terselfdertyd, en meer nog, die liturgiese en rituele taal is van die tradisie waartoe dit behoort [Ons sê «liturgies of ritueel» aangesien die eerste term verwys behoorlik na godsdienstige vorme, terwyl die tweede 'n meer algemene betekenis het en sonder onderskeid by alle tradisies aangepas is], terwyl die omgekeerde nie waar is nie; dit is hoe Grieks of Latyn tereg, soos ander antieke tale [veral Siries, Kopties en antieke Slawies, in gebruik in verskeie Oosterse kerke], die rol van liturgiese tale van die Christendom kan speel [laat dit duidelik wees dat ons verwys slegs na die gewone en ortodokse vertakkings van die Christendom; vir Protestantisme, in al sy vorme, aangesien dit slegs suiwer tale gebruik, is dit juis om hierdie rede nie moontlik om behoorlik van liturgie te praat nie, maar van tradisie], maar hulle is in werklikheid die heilige taal; selfs al sou mens wou veronderstel dat hulle eens so 'n karakter gehad het [Die feit dat alle Egiptiese, Griekse en Persiese tekste bekend is van die Heilige Boeke en in hierdie tale geskryf is, laat ons toe om so 'n veronderstelling definitief te bevestig, aangesien hulle in die oudheid daar was beslis verskeie dinge wat op ons neergekom het; daar is 'n paar vrae wat dit tans beslis moeilik sal wees om op te los, soos byvoorbeeld dié wat verband hou met die Romeins-Egipties-Afrikaanse tradisie en oor die ware karakter van die Sibillynse Boeke en die taal waarin dit geskryf is], dit sou verband hou met verdwynde tradisies en waarmee die Christendom klaarblyklik geen verwantskap het nie; Protestant in die Radikale Hervorming.
0 notes
Photo
Wat? The Gale (1883-1893), The Life Line (1884), The Undertow (1886), Oranges on a Branch (1885), A wall, Nasau (1898) en Hurricane, Barbados (1898) door Winslow Homer
Waar? Tentoonstelling Winslow Homer – Force of Nature in de National Gallery, Londen
Wanneer? 6 januari 2023
Twee keer bezocht Winslow Homer Europa. De eerste keer trok hij naar Parijs, waar hij kennis maakte met actuele ontwikkelingen in de Europese kunst. Zijn tweede bezoek, in 1881, had Engeland als doel. Na een kort verblijf in Londen trok hij naar het vissersplaatsje Cullercoats, waar hij anderhalf jaar verbleef. Hij schilderde de dagelijkse bezigheden van zowel mannelijke als vrouwelijke inwoners. Een van de bekendste werken uit deze periode is The Gale (De storm).
Zeelandschappen blijven in de loop van Homers leven een belangrijke rol spelen. De gevaren van de zee en de dreigende kracht van het water zijn vaak prominent aanwezig. Na zijn terugkeer uit Engeland vestigde Homer zich op het schiereiland Prouts Neck in Maine. Hier werkte hij de thema’s waar hij in Cullercoats mee was begonnen verder uit. Een bekend werk is The Life Line, Met behulp van een recent ontwikkelde techniek brengt een reddingswerker een vrouw in veiligheid. De woeste weersomstandigheden en de hoge golven vormen echter minstens zozeer het onderwerp van dit werk als de heroïsche daad van de reddingswerker. Opmerkelijk is dat diens gezicht geheel onzichtbaar is door opwaaiende kleding van de drenkelinge.
Een andere reddingspoging schilderde Homer twee jaar later. Twee mannen proberen twee vrouwelijke drenkelingen aan land te slepen, maar de met water volgezogen badkostuums van de vrouwen trekken hen naar beneden en bemoeilijken zo het werk van de mannen. Opvallend in dit schilderij zijn de reddingswerkers, die met hun sculpturaal vormgegeven lijven zo ontleend kunnen zijn aan de Griekse oudheid. Ook kan ik me niet helemaal onttrekken aan een vergelijking met socialistisch-realistische schilderijen uit de Sovjettijd. Als je goed kijkt, zie je (tussen het opspattende water door) dat rechtsboven op een rots een drietal figuren staan toe te kijken. Hoe vaag en klein ze ook zijn weergegeven, je ziet dat ze moeite hebben overeind te blijven in de storm.
Vanuit Maine reisde Homer regelmatig naar Florida en tropische bestemmingen als de Bahama’s. Hoe anders dan zijn werk uit Cullercoats en Prouts Neck ogen de schilderijen die hij daar maakte! Hij werkte in deze zonnige oorden meestal in waterverf in plaats van olieverf en de gebruikte kleuren zijn aanzienlijk feller dan die in Homers zeelandschappen. De meeste werken baden in tropische zonlicht. Ook in de tropen is het echter niet altijd mooi weer. Hurricane, Barbados oogt dreigend. De palmen zwiepen in de wind en duistere wolken pakken zich boven de zee samen.
0 notes
Text
Perseus: het lot van de mensen
Perseus: het lot van de mensen
De drie schikgodinnen, Moiren genaamd. Beeld gemaakt door Jay-R-Took; bron beeld: deviantart.com Een laatste fragment uit dat bijzondere boekje van Imme Dros waarin zij de Griekse mythe van Perseus hervertelt. Hoofdpersoon in haar korte hervertelling De huiveringwekkende mythe is Perseus, een halfgod. Die heeft gaven waar wij mensen niet aan kunnen tippen. Bovendien: je vader zal maar Zeus…
View On WordPress
#gewone mensen#Griekse mythen#Haides#halfgod#het lot#Imme Dros#klassieke oudheid#Moiren#Perseus#stervelingen#Zeus
0 notes
Text
hoe had jezus de tijd om timmerman te worden als hij geboren werd met kerst en doodging tijdens pasen. zo'n opleiding duurt toch wel langer zelfs in de griekse oudheid
9 notes
·
View notes
Text
GS leereenheid 7 t/m 13-09-2020
Leereenheid 1:
Tijd van burgers en stoommachines: 1800-1900 (industriele revolutie en emancipatiebeweging, imperialisme, democratisering en politiek maatschappelijke stromingen).
tijd van wereldoorlogen: 1900- 1950 (het nationaalsocialisme, communisme, wereldcrisis, Duitse bezetting en jodenvervolging).
de overige vragen in schrift gemaakt
leereenheid 2:
Samenvatting blz 8 tot 11.
De moderne olympische spelen. de eerste olympische spelen begonnen in de 8e eeuw in Olympia. Griekse atleten lieten daar hun kracht zien, toen heetten deze spelen ‘olympia’. op 6 april 1986 begonnen de olympische spelen in Athene van de moderne tijd, de voorbeeld van de spelen in de 8e eeuw waren een voorbeeld geworden om deze spelen weer te herstarten. de reden dat deze spelen zo populair werden was voornamelijk door de industriele samenleving. in de landbouwstedelijke samenleving verrichtten de meeste mensen zwaar en vermoeiend werk, in tegenstelling tot de industriele samenleving. bij deze samenleving waren de burgers vooral aan het werk op kantoor waardoor lichaamsbeweging ontbrak. Sporten zorgde hier voor compensatie voor een tekort aan lichaamsbeweging en frisse lucht. Ook was sport goed voor de jongens die het leger in moesten, sport hielp hen om snel en actief te kunnen zijn in het leger. een ander belangrijk factor waar sport bij meehielp en dan heb ik het meer over het olympische spelen is de vriendschap tussen volken.
Na de eerste wereldoorlog werd de tijd tussen 1890 en 1914 door de fransen La belle epoque genoemd. Na de oorlog leek deze tijd een mooie bloeiende tijd. voor deze oorlog waren mensen erg positief over de vooruitgangen: telefoon, elektrisch licht etc. arbeiders hadden het ook makkelijker, ze hadden minder lange werkdagen en verdienden beter.
In de geschiedenis word tijd op verschillende manieren gebruikt. je moet 3 historische indelingen gebruiken: indeling in 5 perioden, indeling in 10 tijdvakken en de indeling in 5 soorten samenlevingen. In de tijd tot 1500 werd tijd ingedeeld in de prehistorie, de oudheid en de middeleeuwen. (tijdvak 1 tot 4). in de tijdvakken 5 tot 8 zitten de vroegmoderne en een deel van de moderne tijd. De tijd van 1900 tot nu wordt het heden genoemd.
Leereenheid 3:
- Pierre Coubertin kwam op het idee om de olympische spelen te organiseren door de spelen in Olympia in de 8e eeuw, de industriele samenleving en de vriendschap tussen volken.
- de Greenwichtijd werd ingevoerd doordat de spoorwegen vaste vertrek en aankomsttijden nodig hadden.
- Nederland ging over op deze tijd door de Duitse bezetting dus dit is een politieke oorzaak.
- Na de eerste wereldoorlog werd de tijd tussen 1840 en 1914 La Belle Epoque genoemd door de fransen. De wereld besefte na de oorlog dat dit eigenlijk een mooie bloeiende tijd was en daarom word deze tijd La Belle Epoque genoemd.
- we hebben in deze tijd nog profeit aan bijvoorbeeld de telefoon.
- een secundaire bron
Leereenheid 4:
Mijn mening over het verzetten van de klok is dat het best zo mag blijven. De verzetting zorgt er in de zomer voor dat er langere dagen zijn en in de winter kortere dagen en ik vind dit prima.
Leereenheid 5:
De onderwerp van deze leereenheid was la belle epoque. De bloeiende tijd, de olympische spelen en de verzetting van de tijd.
Alle uitwerkingen van de opgaven staan in dit bericht: leereenheid 1, 2, 3 en 4.
Einde leereenheid.
1 note
·
View note
Text
Bejaardenhuis Zonnelicht aan de Aristotelesstraat met voor het bejaardenhuis de Aesopusplaats, 14 juli 1969.
Aristoteles (Stageira, 384 v.Chr. – Chalkis, 322 v.Chr.) was een Griekse filosoof en wetenschapper die met Socrates en Plato wordt beschouwd als een van de invloedrijkste klassieke filosofen in de westerse traditie. Hij was lid van Plato's filosofische Akademeia, en diens invloed is dan ook aanwezig in Aristoteles' werk. De filosofische stroming die Aristoteles vertegenwoordigt, het aristotelisme, wijkt echter duidelijk af van het platonisme, de filosofische leer van Plato.
Aristoteles mag gezien worden als de eerste homo universalis, omdat hij bekwaam was in de totaliteit van de toenmaals bekende wetenschappen (filosofie, psychologie, politieke en sociale wetenschappen, wiskunde en natuurwetenschappen, taal- en letterkunde, theater...), die hij systematisch en methodisch tot een in zichzelf gesloten systeem uitwerkte. Aristoteles kan zo worden beschouwd als systeemfilosoof.
Aesopus (ca. 620 v.Chr. – ca. 560 v.Chr.), of Aisopos, was een Griekse dichter van fabels. De zogenaamde fabels van Aesopus genoten in de oudheid al faam en vormden een inspiratiebron voor latere auteurs.
De foto komt uit de fotocollectie algemeen van het Stadsarchief Rotterdam. De informatie komt van Wikipedia.
0 notes
Text
Alles wat je moet weten over Irak!
Hallo iedereen! Ik ben Fatema ik ben 16 jaar oud en ik ben afkomstig uit Irak. Daarom ga ik jullie meer informatie over Irak, zoals wat er allemaal te doen is, wat er allemaal in de geschiedenis is gebeurd, meer over de cultuur en tradities van Irak en nog zoveel meer! Dus als je geïnteresseerd bent, scroll en lees dan zeker verder.
Irak is een land in het Midden - Oosten, Azië. De hoofdstad van Irak is Baghdad.De buurlanden van Irak zijn Koeweit, Saoudi - Arabië, Jordanië, Syrië, Turkije en Iran. Het gebied dat het huidige Irak inneemt is vrijwel hetzelfde als het vroegere Mesopotamië, het land tussen de rivieren Eufraat en Tigris. De eerste complexe menselijke beschavingen op aarde ontstonden hier, die van de Soemeriërs. Dit volk ontwikkelde rond 3400 v.Chr. het eerste schrift, de eerste voorbeelden van literatuur (Gilgamesj-epos), de eerste geschreven wetten, de eerste steden. Irak wordt daarom ook wel 'de bakermat van de beschaving' genoemd. De Soemeriërs waren vanaf circa 3500 v.Chr. georganiseerd in stadstaten, zoals Uruk, Ur en Lagasj. In de 7e eeuw kwamen de Arabieren, die in enkele jaren tijd heel Irak lostrokken van Perzische controle. Irak speelde een belangrijke rol in de Eerste Fitna, het eerste militaire conflict in de gelederen van de moslims. Het was het kerngebied van kalief Ali ibn Aboe Talib, die geconfronteerd werd met opstanden in Syrië en Egypte. In Irak bleef de bevolking Ali trouw, ook na zijn dood. Het (proto)sjiisme was daarmee geboren. Belangrijke islamitische stromingen als het kharidjisme en moetazilisme hebben hun oorsprong in Irak.
In de 8e eeuw stichtten de Abbasiden, die eerder de Omajjaden hadden afgezet, de stad Bagdad. De nieuwe heersers verplaatsen de islamitische hoofdstad van Damascus naar Bagdad. Deze stad werd nu het centrum van een wereldrijk, dat zich uitstrekte van diep in noordelijk Afrika tot aan de grens met China. Bagdad was een centrum van macht en wetenschap en gedurende lange tijd de grootste stad ter wereld. Onder de Abbasiden werd Irak het centrum van de zogenoemde vertaling beweging, waarbij honderden oud-Griekse teksten systematisch werden vertaald naar het Arabisch. In eerste instantie werden de vertalingen vaak door Syrische en Iraakse christenen gemaakt uit Syrische vertalingen van de Griekse origine. Belangrijke figuren in de vertalingsbeweging waren Hunayn ibn Ishaq en al-Kindi. De vertalingsbeweging werd ingeluid door de kalief al-Mansur, maar kwam onder de kalief al-Ma'mun pas echt op gang. In Bagdad werd de Arabische taal in korte tijd getransformeerd van een woestijntaal tot een van de drie talen van de antieke filosofie (naast het Grieks en het Latijn). Onder toezicht van de Abbasiden werd in Bagdad de sharia (het islamitische recht) voor het eerst vormgegeven. Op zoek naar politieke legitimiteit moedigden de kaliefen geleerden aan om het zeer beperkte aantal regels van de Koran aan te vullen met originele rechtbeginselen. Iraakse geleerden probeerden in de 9e eeuw voor het eerst vast te stellen en te documenteren welke mondelinge overleveringen over Mohammed (hadith) authentiek zijn. Juristen gebruikten de resulterende compilaties om de sharia te legitimeren en te herinterpreteren.
In 836 verplaatsten de Abbasiden hun troon naar Samarra, een door hen gestichte paleisstad zo'n 120 kilometer ten noorden van Bagdad. Waar Bagdad door de eeuwen heen veel oude monumenten is kwijtgeraakt als gevolg van het geweld dat de stad telkens weer overviel, is de oorspronkelijke kern van Samarra goed bewaard gebleven. De stad en haar monumenten zijn het belangrijkste bouwkundige bewijs van de glorie van het Abbasidentijdperk. UNESCO omschrijft de stad als 'het best bewaarde oorspronkelijke plan van een grote stad uit de late Oudheid'. Samarra bleef tot 892 de hoofdstad.
In de 10e eeuw brak een rumoerige periode uit, waarbij de centrale macht van de Abbasiden langzaam verdween. Noord-Afrika en Syrië kwamen in de loop van de 10e eeuw onder de heerschappij van de sjiitische Fatimiden en in de oostelijke gebieden waren de verschillende emiraten slechts in naam onderdanig aan Bagdad. Vanaf 930 was Bagdad de zetel van slechts een van drie kalifaten: in Mahdia zetelde het sjiitische Fatimidenkalifaat, terwijl Córdoba het centrum was van een soennitisch ‘tegen-Kalifaat’.
Vanaf de 10e eeuw raakte het land hyperverstedelijkt, op een schaal die pas weer te zien was in het 19e-eeuwse West-Europa. Steden zoals Bagdad, Koefa, Basra en Mosoel bereikten torenhoge inwonersaantallen en het platteland stroomde leeg. Dit had als effect dat de Iraakse economie in de 11e eeuw volledig instortte.
In 1258 werd een toen al flink gekrompen Bagdad met de grond gelijk gemaakt door de Mongolen. Ongeveer een eeuw later werd het land geplunderd door de Aziatische moslimheerser Timoer Lenk. Een verarmd Irak werd in de 16e eeuw ingenomen door de Ottomaanse Turken, wier rijk in 1917 ten val kwam.
1 note
·
View note
Text
Die oordrag van tekste.
Filologiese werk
Voordat die studie van Latynse letterkunde aangepak word, lyk dit nie onvanpas om inligting te gee oor die manier waarop die tekste van antieke skrywers op ons afgekom het nie, dit wil sê om inligting oor die oordrag van tekste te verskaf. Vandag is ons gewoond daaraan om gedrukte boeke te lees, maar daar moet onthou word dat die verspreiding van gedrukte werke eers in die vyftiende eeu, ná Gutenberg se uitvinding, begin; voordat die werke van beide die Griekse en Latynse klassisisme tradite was (van trado = om oor te dra, om deur te gee) deur handskrif op papirus - veral vir tekste uit die Griekse letterkunde - en op kodekse. In beheer van die reproduksie was die bibliotekarisse in die Romeinse wêreld en die skrifgeleerdes in die Middeleeuse. Juis omdat dit aan manuskrip-opstel toevertrou is, is die oordrag van tekste – soos dit maklik is om af te lei – eeue lank deur menslike foute geraak.
Die tipe foute verskil. In die eerste plek moet ons die sogenaamde "meganiese foute", as gevolg van 'n "diskontinuïteit van aandag", 1 in ag neem tot 'n onwillekeurige afleiding deur die kopieerder. Hierdie area sluit homoteleuts in, die weglatings van woorde – veral as dit kort is – haplografie, dit wil sê die weglating van identiese en opeenvolgende letters, diktografie, die teenoorgestelde van haplografie, en laastens die foute wat ontstaan het uit verkeerde interpretasie van afkortings. ’n Tweede groep foute is eerder veroorsaak deur die presiese wil van die amanuensis wat, gewoonlik toegerus met ’n sekere vlak van kultuur, soms op die teks ingegryp het om dit wat in sy oë semanties of metries verkeerd voorgekom het, te “genees”. Hoe meer gekultiveerd die kopieerder was,
hoe meer skade dit aan die teks kan aanrig. Benewens die foute van die kopiïste, kon die kodekse in 'n mindere of meerdere mate beskadig word deur 'n reeks rampe wat hulle deur die eeue getref het. Dink aan die brande, vloede, knaagdiere, skimmels, wat in sommige gevalle die vernietiging van hele bladsye van die manuskrip veroorsaak het, soms het dit eerder klein gedeeltes geërodeer, wat min of meer groot gapings veroorsaak het.
Die taak om die teks terug te bring na sy oorspronklike vorm, dit wil sê na die vorm wat die skrywer verlang, word toevertrou aan filologie, 'n ware wetenskap wat in die derde eeu vC gebore is. in Griekeland, toe digters en geleerdes hulle voorgeneem het om die kulturele erfenis van die oudheid te beskerm. Deur die eeue heen het hierdie wetenskap 'n streng werkmetode aangeneem
Dr De Beer
0 notes
Text
Gelukkige beeld van ons laaste Groot Keiser Don Aldo: Sparta en Athene. Vooraanstaande onder die state wat nooit tirannie ervaar het nie, was Sparta, 'n feit wat selfs in die oudheid opgemerk is.
Dit was uitsonderlik in hierdie en in baie ander opsigte, waarvan sommige reeds opgemerk is: dit het min kolonies uitgestuur, net na Taras (Tarentum) in die 8ste eeu en in die prehistoriese tydperk - na die Egeïese eilande Thera en Melos. Dit was onversterk en nooit volledig gesinoekiseer in die fisiese sin nie. En dit het, uitsonderlik onder Griekse state, daarin geslaag om 'n buurman van vergelykbare grootte met geweld te onderwerp en vir eeue vas te hou. Die buurman was Messenia, wat in die 8ste eeu sy onafhanklikheid aan Sparta verloor het en dit eers in die 360's herwin het. Dit was bowenal die Messense faktor wat die eienaardige ontwikkeling van Sparta bepaal het, want dit het Spartane gedwing om hul instellings aan te pas om 'n permanent vyandige onderdanebevolking te hanteer. Ten spyte van Sparta se militêre prominensie onder Griekse state,
wat die primêre feit daaroor is, Sparta se ontwikkeling
is veral moeilik om op te spoor. Dit is so deels omdat
daar is min Argaïese of Klassieke Spartaanse inskripsies.
Nog belangriker, daar is baie min egte Spartan-geskiedenis wat deur Spartane geskryf is (daar was geen Spartaanse Herodotus of Thucydides nie, alhoewel albei mans diep gefassineer was deur Sparta, soos die meeste Grieke inderdaad was). En deels is dit so omdat-'n verwante punt-"tra uitgevind het was veral aktief by Sparta. Reeds vroeg in 'n 3de eeu vind 'n mens "lakoniseerders in ander state (die wd is afgelei van "Laconia, die naam vir die Spartaan van Lacedaemon, en dui op kulturele bewondering Sport en sy instellings). Die Spartaanse tradisie in denke kan deur die eeue opgespoor word tot in die moderne tyd, alhoewel dit nog nooit neergekom het op 'n enkele b definieerbare stel idees nie. In die intellektuele wêreld van die 4de eeu vC, toe baie van die mees betekenisvolle woorde oor Sparta blykbaar saamgestel is, is Sparta, net onder die invloed van idealistiese filosowe wat 'n oplossing vir burgerlike wanorde soek, feitlik verander in 'n snelskrif vir 'n suiwer gemeenskap vry van sta (interne onenigheid en gevegte) met gelykheid van grondbesit en ander utopiese kenmerke wat nooit in die historiese Sparta of enige ander plek bestaan het nie, In die Romeinse penod het Sparta 'n toeriste-aantreklikheid geword, 'n plek van antieke, half-uitgedinkte rituele . Dit was ook die tydperk toe Sparta, die lewende legende, bewustelik handel dryf en fantasieë oor sy groot verlede uitgevoer het (in die Hellenistiese die weermag enigsins. Eerste Boek van Makkabeërs vind 'n mens selfs die idee wat ernstig na vore gebring is dat die Jode en Spartane op dieselfde manier in was) . As daar in die huidige afdeling meer oor Athene as oor Sparta gesê word, is dit nie omdat Athene intrinsiek belangriker was nie, maar omdat die hoeveelheid bruikbare einde daaroor onvergelykbaar groter is.
Ter kompensasie vir hierdie gebrek aan bewyse oor Sparta is daar twee items van kardinale belang: 'n buitengewone dokument oor die vroeë Spartaanse grondwet en staat, bewaar deur die Griekse skrywer Plutarchus (die "Groot Rhetra"), en die poësie van die 7de-eeuse Spartaanse digter Tyrtacus. Tyrtacus het poësie geskryf in elegiese koeplette (afwisselende heksameter- en pentameter-reëls) ten einde vir simposiums. Baie daarvan is militêr van karakter en verskans die hopliete-etiek in 'n ontwikkelde vorm in 'n tyd toe Sparta en Argos mekaar se kele beslaan het. Tyrtacus se poësie wat in 1980 gepubliseer is, het die moderne skeptisisme beslis weerlê oor die vraag of Sparta en Argos mekaar militêr kon konfronteer as
vroeg as die 660's). Sparta het twee konings gehad, of basileis. As dit reg is dat hierdie titel bloot oorerflike adellikes met verklaarde prerogatiewe aandui, was dit oorspronklik een van die minder merkwaardige aspekte daarvan. Dit is egter vreemd dat die nommer twee so permanent verskans moes gewees het. In ander opsigte het die Sparta wat uit die Donker Eeu ontstaan het, baie standaardkenmerke gehad, soos 'n vegtervergadering gebaseer op gemeenskaplike eet in "messes syssitia ('n stelsel analoog aan die simposiumstelsel), en 'n raad van ouderlinge. Landdroste wat efore genoem word, was uniek. aan Sparta en sy uitlopers, maar daar is niks intrinsiek vreemd aan formele magistrasies nie. Die Rhetra is 'n beweerde reaksie deur die Delphiese orakel
aan die wetgewer Lycurgus rondom die 9de of 8ste eeu vC. Die Rhetra gee voor om die magte van die verskillende Spartaanse groepe en individue wat so pas genoem is, te definieer. Dit begin egter deur te sê dat die stamme "gestam" (of behou) moet word, die Grieks is 'n soort woordspeling en die obes ('n woord vir 'n lokaliteit) moet "gehoorsaam" word. Dit is desperaat duister, maar in 'n 8ste-eeuse konteks behoort dit na 'n soort politieke sinoësisme te verwys (Sparta, soos gesê, was ver fisies gesinokiseer). Die stamme en obes moet die eenhede van burgerlike organisasie wees. Die Rhetra eis die instelling van 'n raad met die konings en stipuleer gereelde vergaderings vir die Vergadering (iets wat eers later by Athene getuig is). 'n Belangrike slotklousule blyk vas te sê dat die mense, of damos, die mag sal hê. Tog 'n ruiter na die Rhetra, wat verband hou met laat 8ste eeuse konings Theopompus en Polydorus, sê dat, as die mense skeef kies, die ouderlinge en konings ontbinders sal wees. 'n Gedig van Tyrtacus eggo beide dele van hierdie
dokument, ruiter sowel as Rhetra Die Rhetra is 'n voorbarige grondwetlike dokument, as dit uit die 9de of vroeë 8ste eeu dateer, en om hierdie en ander redes (Delphi was nie aktief nie en skryfwerk was algemeen veel voor die middel van die 8ste eeu ) is algemene praktyk om die hele dokument of Dait van dokumente 'n eeu of twee later te dateer. Op hierdie siening, wat nie hier gevolg word nie, is die Rhetra self, met sy Mipulasie van magte vir die (hopliete) damos 'n 7de
eeu manifestasie van hopliet serliver in werklikheid, dit verteenwoordig 'n soort Spartaanse alternatief vir tranny Die verwysings na stamme en obes word dan gesien as deel van hervorming van die burgerliggaam en van die weermag, vergelykbaar met en nie veel vroeër as stamveranderinge chewhere ( sien hieronder vir Cleisthenes). Die ruiter dateer dan uit 'n selfs latere tydperk, toe Spartaanse militêre eerbetoon 'n reaksionêre heraanpassing van die magsbalans gevra het. Hierdie siening, wat behels dat Theopompus en Polydorus tot die 7de eeu vanaf die 8ste gedateer word en nog meer arbitrêr aan hulle die aktiwiteit wat deur die Rhetra eerder as die ruiter veronderstel word, doen te veel geweld aan die beste chronologiese bewyse (dié van Thucydides en Herodotusi, en 'n siening in terme van 8ste-eeuse politieke sinoësisme behoort voorkeur te geniet. Wat die beweerde weermaghervorming betref, kan niks Die beste rekonstruksie is nouliks meer as 'n kreatiewe versinsel uit Hellenistiese bewyse wat oor 'n Spartaanse godsdiensfees gehandel het, maar niks reguit te doen gehad het met
Dit was beslis in die 8ste eeu dat Sparta die stap geneem het om dit uniek te maak onder Griekse state. Dit het reeds in die Donker Eeu tot semi-onderwerp gedwing. of "perioikic," status 'n aantal van sy meer onmiddellike bure. Toe, in die tweede helfte van die 8ste eeu, het dit die grootskaalse verowering van Messenië onderneem (e. 735 715). Een gevolg, wat reeds opgemerk is, was die uitvoer van 'n ongewenste groep, die Partheniai, na Taras. Dit was seuns van Spartaanse moeders en nie-Spartaanse vaders wat voortgeplant is tydens die afwesigheid in Messenia van die Spartaanse vegter-elite. 'n Nog belangriker gevolg van die verowering van Messenië, "goed om te ploeg en goed om te skoffel" soos Tyrtacus dit gestel het, was die verkryging van 'n groot stuk vrugbare grond en die skepping van 'n permanent diensbare arbeidsmag, die "helote." soos die verowerde Messeniërs nou genoem is. Die helote was staatslawe, vasgehou deur geweld en vrees. 'n 7de-eeuse opstand deur die Messeniërs (die "Tweede Messeense Oorlog") is eers na dekades van gevegte en met die hulp (sekerlik) van die nuwe hopliet-taktiek doodgemaak. Die verhouding van haat en uitbuiting (die belots het die helfte van hul produseer aan Sparta) was die bepalende kenmerk in Spartaanse interne lewe. Spartan-vegters eweknieë (homoiol) is voortaan onderwerp aan 'n streng militêre opleiding, die agoge, om hulle in staat te stel om die Messeense helote te hanteer, wie se landbou-arbeid die Spartane die ontspanning vir hul militêre opleiding en lewenstyl verskaf het - 'n berugte boosaardige sirkel. Die agoge en die Sparta wat dit voortgebring het, kan die beste vergelykend verstaan word deur te verwys na die soort manlike inisiasie seremonies en rituele wat in ander vegtersamelewings gevind word. Tot en met die Tweede Messense Oorlog was Sparta se politieke instellings en kulturele lewe soortgelyk aan dié in ander state. Dit het 'n artistieke tradisie van sy eie gehad en het digters soos Alcman, Terpander en Tyrtacus gasvryheid gelewer of gegee. Maar nou het Spartaanse instellings 'n nuwe, somber, militêre oriëntasie gekry. Sosiale sanksies soos die verlies van burgerstatus was die gevolg van lafhartigheid in die geveg; 'n stelsel van homoseksuele paarbinding het die normale hoplietbindings op 'n vlak van woeste intensiteit gehandhaaf, en die ekonomiese surplus verskaf deur die baie grond wat deur die helote gewerk is, is gebruik om die elite-instelling van die syssitia te finansier, met verlies aan volle burger status vir mans wat nie aan hul "gemorsrekening" kon voldoen nie. Die agoge het Sparta egter getransformeer en dit van ander state onderskei.
Die helot-faktor het meer as Sparta se interne lewe beïnvloed. Telkens weer is veranderinge op Sparta afgedwing op die gebied van buitelandse beleid. Dit kon nie gereelde militêre aktiwiteite ver van die huis af waag nie, want dit sou behels dat 'n groot bevolking van ontevrede belots (wat Spartane met sewe teen een oorskry het) agtergelaat word. 'n Oplossing, wat soms deur avontuurlustige Spartaanse bevelvoerders probeer word, was selektiewe stemreg aan helots. Tog het dit senuwee gevra wat selfs die Spartane nie gehad het nie: by een geleentheid het 2 000 helote wat vryheid belowe is en om die tempels gelei is, verdwyn, en niemand het ooit uitgevind wat met hulle gebeur het nie. Sommige persoon of persone het klaarblyklik tweede gedagtes gehad. Die Griekse historikus Xenophon, wat geen vyand van Sparta was nie, sê
#afrikaans#dutchblr#dutch language#poeta#vangelo#original poem#nederland#woorden#do revenge#duna#RaBrand#ich liebe dich#literatura#liefde
0 notes