#Beloofde land
Explore tagged Tumblr posts
Text
De revolutie in de Sarphatistraat
Maar liefst vier doden en meerdere gewonden vielen toen militairen in de Amsterdamse Sarphatistraat het vuur openden op demonstranten die op 13 november 1918 probeerden zich toegang te verschaffen tot de Cavaleriekazerne op de Amsterdamse Sarphatistraat – het gebouw waarin zich thans de Rijksacademie van beeldende kunsten bevindt. Een menigte van naar schatting drieduizend mensen had zich, na een…
View On WordPress
#1848#1918#Aardappeloproer#Amsterdam#arbeidersklasse#Beloofde land#Bund der Kommunisten#Cavalerie#Christen-Socialisten#Commune van Parijs#CPN#Damoproer#David Wijnkoop#De Tribune#Dennis Bos#Diamantbeurs#Domela#eerste Wereldoorlog#Hector Treub#Jan Veth#Johan Huizinga#John William Kruyt#Kattenburg#kazerne#Kermisoproer#Lenin#Marxisme#Mozes#Muiderpoort#Oktober-revolutie
0 notes
Text
RIVALEN IN HET BELOOFDE LAND, EEN VUISTDIK GESCHIEDENISBOEK
Wat is dat toch met die Joden en Palestijnen, dat ze elkaar maar niet kunnen uitstaan. De een en de ander niet kunnen dulden op elkaars en eigen grondgebied. Die ongeschreven vete duurt eigenlijk al zolang de landstreek daar bewoond is. Want waren de Israëlieten naar Egypte getrokken omdat er hongersnood heerste in wat eens het Beloofde Land zou zijn? We schrijven een periode ver voor de jaartelling, in de tijd na de aartsvaders op het moment dat Jozef een hoge post had bij de farao. Maar het volk werd onderdrukt in het buurland en besloot terug te keren naar huis en haard, naar daar waar de grootouders geboren waren. Echter verbleven ze zolang elders dat 'hun' grondgebied door anderen werd bewoond inmiddels. Met harde hand en onder Gods leiding werd stad en streek weer ingenomen. Eigenlijk vergelijkbaar met wat er in de 20e eeuw speelde.
De ruzie en onvrede tussen de volken in het stroomgebied van de Jordaan heeft wortels. Maar waar deze geaard zijn is niet eenvoudig te doorgronden. De wrok en haat schijnt van alle tijden en de oorsprong voert in eeuwen al ver terug. Het is te gemakkelijk te zeggen dat de Joden in Israël thuis horen omdat de Bijbel dat voorschrijft. En dat zij om die reden elk ander volk dat het land heeft ingenomen mogen uitmoorden en verdrijven. Historicus Jan-Auwke Diepenhorst heeft als specialist op het terrein van het Midden-Oosten en de Koude Oorlog een grote belangstelling voor het thema Israël en Palestina. Hij schreef over de kwestie een boek dat het formaat heeft van een bijbel. Voor zijn onderzoek naar het hoe en waarom is hij diep in de materie gedoken. Hij spit het beloofde land om vanaf de oudste oudheid tot het recente heden, uit de greppels en groeven haalt hij de redenen voor de eeuwige strijd naar boven. Hoewel Diepenhorst het conflict van beide kanten bekijkt om begrip van en voor de partijen te bepleiten, komt hij niet met een oplossing. In die positie zit hij niet, maar wel kan hij aangeven hoe het zover heeft kunnen komen.
Antisemitisme is van alle tijden. Op diverse plekken wereldwijd zijn Joden door de eeuwen heen onderdrukt. Hitler blijkt niet de enige tiran die zijn haat omzette in vernietiging. Hij zal geleerd hebben van de geschiedenis en probeerde het werk dat voor hem anderen hadden aangevangen af te maken. De Jood was altijd ondergeschikt en werd onderdrukt, waarvoor de verklaring dat deze Jezus aan het kruis hebben genageld een plausibele is. Vanuit de oudheid tot in het heden voert Diepenhorst een achttal figuren ten tonele die de hoofdrolspelers in de onenigheid zijn. Spelers die in beide kampen hun sporen hebben gezet. Met hun ideeën en handelingen hebben bijgedragen aan heersende onrust en een mogelijke vrede in het gebied.
Door het boek probeert de schrijver mij het verleden te laten begrijpen om zo beter over het heden en de toekomst te kunnen spreken. “Voor een uiteindelijke oplossing van het conflict gaat het niet om het vaststellen van de historische waarheid en wie gelijk heeft”, houdt hij mij voor. “Maar om begrip voor elkaars levensverhalen en situaties en om te beseffen hoe diep het trauma van de Holocaust zit bij Israëli’s en hoe dit nog steeds meespeelt bij allerlei beslissingen. Maar tevens hoe diep het trauma van de Nakba, de catastrofe, de vlucht van ruim 700.000 Palestijnen bij het ontstaan van Israël, is bij Palestijnen en hoe dit van invloed blijft op hun besluiten en acties.” Diepenhorst beseft dat de Nakba niet te vergelijken is met de Holocaust. Maar beide partijen zijn getraumatiseerd, wat hun handelingen over en weer verklaren.
Echter vindt het probleem de oorsprong op een veel eerder tijdstip dan die van de 20e eeuw. Het verhaal begint bij de Oudheid en de verspreiding van de Joden over de wereld. Vanuit een biografisch perspectief van de hoofdpersonen wordt de geschiedenis van het conflict door Diepenhorst beschreven. En net als ieder treffen en elke wrijving waar ook ter wereld een historie heeft, voor de rivalen in het beloofde land is dat al niet anders. Alleen heeft dit verhaal bijzondere en daardoor scherpe kantjes. Speelt er meer dan enkel landjepik of opgestaan plaats vergaan. Spelen er de trauma’s mee. Maar ook de nauwelijks geheelde wonden van de Joden uit een ver verleden. De eeuwenlange wereldse Jodenhaat snijdt diep in hun vlees en daardoor is het volk weerbaar en strijdbaar geworden. Met de Bijbel in de hand kan gesteld worden dat de jood Saulus, die tot christen Paulus wordt, niet alleen medestichter is van het christendom, maar ook aanzet geeft tot een christelijk geïnspireerd antisemitisme. En zo openen mij de ogen op meerdere plekken in het boek en krijg ik een heldere kijk op het hoe en hoezo, het waarom en waardoor.
De Joodse diaspora is zo oud als de weg naar Rome. Maar juist in de 20e eeuw wil men daar een einde aan maken door een eigen plek voor het volk te creëren, een nieuw thuis. Daar hebben vooraanstaande figuren zich hard voor gemaakt. En zelfs werd hen een plek toegewezen in Oeganda, tevens een kolonie van Engeland evenals zij Palestina als wingewest zich hadden toegeëigend. In verschillende landen werden Joden achtergesteld en onderdrukt, maar de Tweede Wereldoorlog vormt hierin een triest hoogtepunt. Met de Holocaust is geprobeerd het volk uit te roeien. Daarom vonden de geallieerden het daarna niet meer dan logisch dat de Joden konden terugkeren naar het gebied waar ze volgens Bijbelse overlevering thuis horen, het Beloofde land. Probleem was dat dit land inmiddels terecht door anderen in gebruik was genomen. Het was niet braak blijven liggen wachten tot de oorspronkelijke bewoners er zouden terugkeren. Dus moest er voor de Palestijnen een nieuw land komen. Een probleem met twee verliezers was geschapen, want tot nu toe is uit de strijd nog geen winnaar opgestaan.
Het is niet aan mij om op deze plek de geschiedenis van Joden en Palestijnen in het kort nog eens te herhalen. Jan-Auwke Diepenhorst heeft daarvoor al te lang de boeken doorvorst en de geschriften nagespeurd. Zijn verhaal geeft een compleet beeld van het vraagstuk. Het geeft niet de uitkomst, want nog telkens duurt de strijd voort en nog steeds is er geen voor beide partijen leefbare oplossing. De rivalen blijven tot de tanden toe bewapend tegenover elkaar staan en het blijft een smet op het blazoen van de wereldvrede. Het boek “Rivalen in het beloofde land” is een aanrader voor de lezer die meer wil weten over verleden, heden en toekomst van dit conflict. En zeker voor lezers die willen leren van dat verleden om begrip te hebben voor het heden en verlangend uitzien naar een vredige toekomst.
Diepenhorst kiest geen partij, is niet voor of tegen de een dan de ander. Na het lezen van de verhalen hoef ik ook geen kant te kiezen, maar kan ik meer begrip opbrengen voor de manier waarop het zover is gekomen en waarom het nog langer voortduurt. Zoals er in geen enkele oorlog winnaars zijn en alleen de verliezers de wonden likken, zo is dat in de strijd om het beloofde land tevens het geval. Het land is beloofd, maar niemand geloofd daar nog in. De vuistdikke uitgave die daarover vertelt telt 528 uiterst interessante pagina’s. Een leerzame aanvulling op de bibliotheek met historisch verantwoorde en geschiedenis verdedigbare boeken.
Rivalen in het beloofde land. Een geschiedenis van Joden en Palestijnen. Jan-Auwke Diepenhorst. Uitgeverij Omniboek, 2023.
#beloofde land#jan-auwke diepenhorst#omniboek#geschiedenis#israël#palestina#joden#palestijnen#boekbespreking#]
0 notes
Text
Relatine
Harde grond tot een kleine jongen van de kleine toren viel met zijn hoofd op harde grond. Zijn mama was gestorven. Sindsdien liggen er kiezeltjes, makkelijk te onderhouden zoals zand dat niet is en nu, hoor ik, hebben ze een graspleintje. Met kippen hoor ik, en basketbalpalen met ongerafelde netten. Kleine jongen, Alles gaat makkelijker worden voor jou, je gaat beter doen. Voor een kind weet een volwassene die het nog nooit gezien heeft dat wat mama niet weten kan, want mama houdt van mij, en voor een mama weet een volwassene die ze nog nooit gezien heeft helemaal niets, want ze houdt van mij. Ik ging dus de middenweg nemen: niet Grieks-Latijn maar ook niet de technische school. Ik ga de middenweg volhouden, al was het maar om een punt te maken. En dan werd het mijn beslissing.
Stoornis, verstrooid, concentratie, afwijking, focus, beperkt: mijn infantiele sekstheorie. Elke dag twee porties, drie exemplaren in totaal. De eerste was in de ochtend met een tas koude Nesquick, net voor de boterham met smeerboter en choco die ik enkel kokhalzend binnenkreeg. Eén en nog één die in twee werd gesplitst in een doorzichtig blauw doosje. En dan nog eens, voor de middag. En nog twee keer, voor mijn broertje. Knap Knap, Knap Knap. Je legde het in het midden en deed het doosje dicht en Knap, twee halfjes met wit poederig overblijfsel errond. Ik dipte er mijn pinkje in en proefde wat ik later chemisch zal noemen. Eerste dip amfetamine eerder nostalgisch dan euforisch.
Vroeg op school, maar niet vroeg genoeg om in aanmerking te komen voor de ochtendopvang. Eenzaam want ik kon er binnenkijken en dat deed ik ook vaak. Het maakte niet uit welk seizoen, de speelplaats was altijd onvergeeflijk koud maar aan het raam van de opvang was het gelukkig net iets warmer. Soms zwaaiden juffen met blote klotsende armen. Na een tijdje stond ik op en keek rond of ik al iemand herkende doorheen wat altijd een dikke mist moest zijn waaruit schaterende zestienjarigen opdoemden, angstaanjagend, en dan Eva’s speeksel, lippen sneller dan de duizend verhalen die nergens heen gingen. Ze had een soort obsessie met mij die ik nooit begrepen heb, mijn allervroegste liefje uit de mist, vroeger op school dan ze hoefde want haar zwijgende jongen kon toch niet alleen zijn? Correct, ook al moet ik ergens in de eenzaamheid gedijen zodat ik kan wemelen in mama’s ziek medelijden, verpakt in onvervulde, onuitgesproken en onvervulbare Eindcompetenties. Witte ronde pilletjes met letters erop en een gleufje in het midden zodat ik efficiënt in twee breek. Knap en het ergste dat kan gebeuren is dat ik er geraak, dat beloofde land van honing en verenigde relatine en macht. Het punt is niet maakbaar.
2 notes
·
View notes
Text
Zoeken met hart en ziel
Het volk Israël is eindelijk aan de grens met het beloofde land genomen, nadat ze 40 jaar langer dan nodig, rondgetrokken hadden. Hun ongeloof kostte die prijs. En Mozes, de zachtmoedigste man op aarde, geeft nog eens een recap , maar ook een waarschuwing en een profetie: ‘Dan zullen jullie daar weer naar jullie Heer God gaan verlangen. En als jullie met je hele hart naar Hem verlangen, zullen…
View On WordPress
0 notes
Text
De theologische en historische betekenis van Jozua 24 in de Bijbel
Jozua 24 speelt zich af aan het einde van het boek Jozua. Het verhaal vertelt van de verovering en verdeling van het Beloofde Land (Kanaän) door de Israëlieten. Zij staan onder leiding van Jozua, de opvolger van Mozes. Het hoofdstuk dient als een afsluitend moment in de geschiedenis van de Israëlieten. Dit volgt na hun lange reis door de woestijn. Het wordt ook gevolgd door de daaropvolgende…
0 notes
Text
De geschiedschrijver - mei 3rd, 2024
Poem: The Historian » Mythphile
trefwoorden: ontmoeten, kaken, gletsjer, verzinken, kluwen, labyrinth, weven, herinneren, klemmen, smelten, wild, meisje, man, verval
Geschiedenis herhaalt zichzelf, geschiedenis ontmaakt zich. Kolkende massas worstelen en verzengen en streven uit. De jongen ontvlucht stromingen, een stipje uit miljarden anderen. Maar gaandeweg, jaar om jaar, groeien mild de wilde winden. Zeeën rusten. Platgebrande bruine landen groeien groen terug. Er is voedsel, en wind, en ademruimte. De nachten voelen fris.
Overleefd maar verdriet. Hij voelt het ware lot te proeven. Hij herbevindt jachtig van boven uit.
De jongeman leunt op een omlijsting, mammoetbeenderen overziend. ”Ik zal je ooit zien,” zegt hij aan de omwonden slagtanden. ”Ik zal je ontmoeten, Grootmoeder.” Hij zal niet op- of omkijken naar kikkers die vallen in de storm.
Vergezichten en begrenzingen open. Steden schuiven onder. Er worde een dag van huilen bij de voet van de rivier van ijs, met sneeuwdropjes op het gezicht. Hij knielt en kust.
Hij haast zich nu, sneller en sneller voorwaarts. Hij veegt verlichtend het stof van het woordenweb
Geschiedenis herhaalt zichzelf, geschiedenis ontmaakt zich. Kolkende massa’s worstelen en verzengen en sterven uit.
De jongen ontvlucht stromingen, een stipje uit miljarden anderen.
Maar gaandeweg, jaar om jaar,groeien mild de wilde winden. Zeeën rusten.Platgebrande bruine landen groeien groen terug. Er is voedsel, en wind, en ademruimte. De nachten voelen fris.
Overleefd maar verdrietig. Begint hij het ware noodlot te proeven. Hij herzoekt jachtig vanuit de Kunst.
De jongeman leunt op een omlijsting, wijl mammoetbeenderen overziend. ”Ik zal je ooit zien,” zegt hij aan de omwonden slagtanden. ”Ik zal je ontmoeten, Grootmoeder.” Hij zal niet op- of omkijken naar kikkers die vallen in de storm.
Vergezichten en begrenzingen open.
Steden schuiven onder elkaar uit zicht.
Een dag komt van huilen aan de voet van de ijzige stroom sneeuwen, vallen op zijn kaken.
Hij knielt en kust het ijs.
Hij haast zich nu, sneller en sneller voorwaarts. Hij glanst het stof van het woordenweb op. Leren, studeren, voorbereiden. Het geheugen beloofd aan het land.
Waar de wereld zal geweest zijn, Verwoordt hij alles.
Zijn draderige kluwen Is de legenda van het labyrinth Is een gletsjer van kennis Die hij niet kan meenemen. Wanneer het wegsmelt.
In een verzonken cinema kijkt hij op Strijkend over de stoppels op zijn kaak Verafschuwd en getrokken naar de speelrol van de held Een zwaard, een steen, een sage Een miljard keer geweven en herweven In de dromen van de mensheid. ”Ik zal je op een dag zien,” zegt hij aan de strijder, “Ik zal u ontmoeten, O Koning.” Hoe ver onder de legende zal de waarde van die man verzinken, vraagt hij zich af.
Oorlogen woeden rond hem. Eerst ontvlucht hij die zoals hij aan het tij ontkwam, Maar ook dit is kennis, Dus leert hij wildheid aan als een kunst Ingaand tegen de van de tijd vluchtenden In de andere richting rennend. Een lichaam in een wieg op een doorzonken strijdveld Ziet hij stiekem zijn reflectie in een poel van bloed, Merkt in een flits wat eerste grijze stroken op.
De Moderne Wereld valt van elkaar Hoewel hij de dagen samenklemt.
De glooiende straatlantaarns Schepen voor Lucht en Land en Water, Het weefsel van kennis krimpend en wegsmeltend. Uitgekomen, ongepast Auto’s, drugs en machinegeweld, Verdwijnen alle in pittoreske feeënheuvels Tot dat de vooruitgang zich ontrafelt Aan een groeiend, duizelingwekkend, afschuwelijk tempo.
Hij blijft nachtenlang wakker, met de lantaarns aan de praat Tot die als gaslampen één voor één uitwieken.
Hij reist te voet in desolate laagvlakten Ooit geplaveid met steden met muren overal. Hij rijdt op met mensen Die nog niet hebben leren vliegen. Zij zijn sneller en sneller vergetend, Alles wat ze wisten, alles wat ze bouwden.
Hij begint de grote monumenten van de wereld te bezoeken Om ze te zien alvorens ze verworden tot gesmolten steen. ”Ik zal je me herinneren,” zegt hij aan de torens, “Ik zal je me herinneren,” zweert hij aan de sferen.
De verhalen veranderen. De verhalen blijven hetzelfde.
Slagvelden worden persoonlijke aangelegenheden. Ziekte doodt miljoenen, daarna duizenden, Wijl mensen slinken in aantal en de wereld groter wordt. Het landschap gespeend van steden is contingent: Wouden en velden, planten en dieren, Vier seizoenen geven de klok aan In een land waar klokken stenen zijn.
Zijn lange witte baard, zijn gezicht strak en omlijnd Met wijsheid en beven. Hij sterkt de schouders Voor een gevreesde ontmoeting Voor drieduizend jaar. Geen heer die op kan tegen legenden Die voorwaarts stromen, zijn voeten ontmoetend.
Edoch hij is niet klaar voor liefde en de zachte aanpak In de ogen van een stervende vreemdeling Een Koninklijk figuur, gesneuveld in de strijd, Die hem groet met een zoen En hem zijn late terugkeer vergeeft.
Merlijn ziet de verdoemenis en ontvlucht die, Verschuilt zich schamend in een grot.
Uiteindelijk komt er een meisje die hem vindt, Hem verrast, en hem speels bedankt voor Nog ongegeven geschenken. Geamuseerd door deze tijdsparadox, Belooft hij haar te onderwijzen,
Neemt haar hand, beiden buiten in de zon. Zij past zich wonderlijk gezind aan. Eerst, is er niets dat hij haar kan leren. En dan stukje bij beetje, is er meer en meer.
Zijn gangen worden na jaren tot legenden. In een fort waarvan de poorten wijd open wachten Ongehinderd passeerde hij de zwaarden. Hij neemt zijn plaats aan de zijde van de koning, Alsof hij nooit elders was geweest. (Hij is daar dan ook steeds geweest).
De strijder is slechts een man, Een soldaat van het gebied, geen grote held, Zich wanhopig vastklampend aan vergane dagen. Ooit was dit land verbonden met steden en wegen. Ooit bloeide een maatschappij hier, Leren, land, boeken, machines, Rome is een star, verleden keizerrijk Dat nu in puin valt, Nu krimpend zoals smeltende gletsjers.
“Ik zal morgen niet zien,” vertelt Arthur hem, ”Maar ik zou gisteren preserveren.” Merlijn houdt daar en dan van hem. Hij in elk moment ervan, Zijn Kamelot, De schoonheid van zijn leeftijd. Hij aanschouwt de jongen die een man wordt. Huilt wanneer ook hij, wegsmelt.
Merlijn is oud, met kille beenderen. Hij staat op hoge witte kliffen Kijkend naar een kwade watermassa. Hij denkt dat hij zichzelf zal storten Maar hij heeft een belofte te houden.
Dus leunt hij op zijn staf en kijkt Hoe de zwellende zeeën terugrollen, Groene velden ontrollen voor zijn voeten Waar vloten ooit welig tierden.
Traag op de voet, als een kind, Kiest hij zijn weg naar beneden door de hoge groene grassen, Naar verre, kreupele vormen aan de horizon Tranen trekken kanalen door zijn gezicht terwijl hij opkijkt In wijze oude ogen en een winding van mammoettanden. Hij strekt zijn arm en strijkt over haar lange rode haar. ”Ik ben teruggekomen,” zegt hij. De grootmoeder leunt tegen hem aan, en hij legt zich te slapen.
Hij hoeft niet langer te vrezen voor de kikkers De wolken reizen over zijn oude leeftijd. Gletsjers malen zijn beenderen tot stof.
0 notes
Text
Is Dick Schoof de nieuwe Caesar?
Met de benoeming van Dick Schoof tot premier – voormalig hoofd geheime diensten – ontstaat er een samenstroom van macht die misschien moeilijk is in te perken. Blijft Nederland wel een rechtstaat of gaan we naar een verharding van de macht die vergelijkbaar is met het Romeinse Rijk onder Julius Caesar?
Het kabinet van Geert Wilders treedt eindelijk aan – het wordt gedragen door PVV, VVD, NSC en BBB, met als opmerkelijke premierkandidaat Dick Schoof. Wilders’ monsterzege bij de verkiezingen suggereert dat de kiezer snakt naar een breuk met de gevestigde orde. Toch krijgt Nederland nu een voormalige PvdA-ambtenaar aan het roer, die bovendien de bevolking bespioneerde. Herinnert u zich nog hoe de veiligheidsdiensten in coronatijd onderzoek deden naar oppositieleden, buiten alle boeken om? Ook werden nepaccounts gebruikt om burgers te volgen op sociale media. Weer andere critici wijzen erop dat islamitische organisaties en moskeeën onder Dick Schoof scherp werden gevolgd.
Als hoofd van de AIVD is Schoof decennialang getraind om meningsverschillen te interpreten als mogelijk gevaar voor de gevestigde orde. Het is de vraag of zo’n houding Nederland verder helpt. Ons land is om zeer begrijpelijke redenen gepolariseerd geraakt en burgers snakken naar het overbruggen van ideologische breuklijnen.
De opkomst van Schoof brengt ons op het Caesarisme. Dat is de naam van een politieke situatie vernoemd naar de Romeinse veldheer Julius Caesar. In het jaar 46 v.C brak Caesar met het gevestigde staatsrecht door zichzelf te benoemen als levenslange dictator van Rome. We spreken van Caesarisme waar de machthebbers achter de coulissen vandaan komen om zélf het heft in handen te nemen. Het gebruikelijk spel van ‘smoke and mirrors’ dat dient om maatschappelijke spanningen via politieke procedures te ritualiseren, wordt plots doorbroken en de rauwe realiteit van de macht wordt zichtbaar.
Een hoofd van veiligheids- en inlichtingendiensten zoals AIVD en NCTV weet bijzonder veel over onderdanen. Het geeft diegene een machtspositie die we in een rechtsstaat liever niet met een premierschap zien samenkomen. Hoe werkt dit uit op de wederzijdse machtsverhoudingen? Wilders kan dan wel buiten het kabinet blijven, maar is vanwege alle doodsbedreigingen nog steeds afhankelijk van de AIVD. Het is niet zonder reden dat democratieën liever niet iemand uit die kringen aan de macht brengen, terwijl autoritaire regimes dikwijls wél een leider hebben met zo’n achtergrond.
Het wringt dat de benoeming van Schoof op het politieke conto komt van NSC-leider Pieter Omtzigt – Ronald Plasterk was voor Omtzigt immers onaanvaardbaar. Hoe rijmen kiezers het voordragen van Schoof met Omtzigts beloften? Namelijk een transparante overheid? Een overheid die zich meer bereikbaar, symmetrisch en vergeeflijk naar burgers opstelt? De geheime diensten lijken precies het tegenovergestelde te belichamen: het zijn toonbeelden van informatieasymmetrie.
Burgers weten aan de voorkant niet wat zij allemaal aan de achterkant over ons weten. Hoe er met de Sleepwet is omgegaan, biedt weinig hoop. Want in plaats van alle inlichtingenverzoeken vooraf te laten checken door een onafhankelijke commissie – zoals na de uitkomst van het Sleepwetreferendum was beloofd – wordt deze check vooraf overgeslagen en wordt de informatie naderhand gefilterd. Dit onthulde Bert Hubert in april 2023. Hij was lid van de Toetsingscommissie Inzet Bevoegdheden (TIB) en oud-medewerker van de AIVD.
Schoofs opkomst moet worden vergeleken met een brief die de Frankische machthebber Pepijn de Korte in 750 stuurde naar paus Zacharias. Pepijn behoorde niet tot het Merovingische koningsgeslacht: als hofmeier kon hij geen aanspraak maken op opvolging tot koningschap. In de brief vroeg hij: “Maar vindt u ook niet dat degene die feitelijk de macht uitoefent, ook feitelijk koning moet zijn?” Daarmee was het begin van de Karolingische dynastie een feit.
Pepijns brief leert ons dat een politieke inrichting van de samenleving slechts een beperkte tijd kan doen alsof de macht ergens anders ligt, dan waar deze feitelijk ligt, tot het gaat wringen. Vandaag hoort het volk in het Westen voortdurend dat het aan de macht is, terwijl het volk – zeker sinds coronatijd – heel goed weet en aanvoelt dat dit niet zo is. Iedereen snapt dat de geheime diensten de macht hebben, dus laat dit ook maar openlijk kenbaar zijn, is de gedachte die indaalt.
Ondertussen nadert de dag dat de doorsnee burger zich afvraagt: “Zijn de staat, de overheid en de rechters er nog wel voor mij? Ik hoor mooie en dure juridische taal over een ‘rechtstaat’ maar ik zie dat wat met een omstreden woord omvolking heet, in de praktijk gewoon doorgaat; ik zie misdadigers wegkomen met minieme straffen; ik zie enorme bedrijven met wettelijk vastgelegde voorsprongen waartegen ik niet kan concurreren; ministers komen weg met de meest dubieuze praktijken en in coronatijd maakten rechtszaken door protestgroepen duidelijk dat procederen tegen de staat kansloos is. Voor wie is die rechtstaat er precies? Geef mij dan ook een autocratisch leidersfiguur – dan weet ik tenminste waar ik aan toe ben!”
De verkiezing van Donald Trump in 2016 maakte de opkomst van Caesarisme in de Westerse wereld zichtbaar. In de voorverkiezingen ging Trump destijds tekeer als een bruut roofdier tegen de elitaire Jeb Bush die, opgegroeid binnen een elitaire bubbel, daar duidelijk niet tegen was opgewassen. Het populistische deel van de Amerikaanse bevolking genoot ervan te zien hoe de brute Trump tekeerging en de elitaire Jeb Bush vermorzelde. Vandaag, in het verkiezingsdebat met zittend president Joe Biden, die mentaal aan het aftakelen is, komt een vergelijkbaar sentiment boven.
Het zijn tekenen dat de politiek terugkeert naar de wet van de jungle. Een verkiezing is uiteindelijk een revolutie zonder bloed, een machtswisseling zonder afrekening. Iedere representatieve democratie heeft onvermijdelijk een theatrale kant: iedere volksvertegenwoordiger is deels een acteur die een rol speelt om zo conflicten te kanaliseren in dienst van de samenleving. Maar als het allemaal een leeg en uitgeput toneelstuk wordt – met altijd dezelfde voorspelbare middencoalities – dan verliest de verkiezing zijn sublimerende functie en keert het échte conflict terug, dat zich van de politici als kanaliserende acteurs dan niets meer aantrekt. In Nederland hebben de acteurs nu moeten plaatsmaken voor de échte marionettenspeler achter de schermen. Zij zijn opzijgezet door de aanvoerder van de ontzagwekkende rekenkracht van de geheime diensten.
Als de elites die het land besturen zich dan tóch schuilhouden achter gated communities, in culturele bubbels die voor de ‘gewone mensen’ niet toegankelijk zijn, geef ons dan ook maar een leidersfiguur die tot deze klasse behoort. Het maakt de zaken overzichtelijker. Trump, met zijn soms wat boerse uitstraling en ‘platte’ aanpak, geeft veel Amerikanen toch een dergelijk gevoel van culturele nabijheid, ondanks de financiële afstand. Vergelijkbaar met de ‘populares’ waartoe Julius Caesar behoorde: een tak van de Romeinse elite die zich opstelde als directe verdedigers van de volksbelangen. In die zin probeert ook Schoof – ondanks zijn PvdA-stempel – zich te presenteren als een breuk met de oude politiek, meer als technocraat dan als volksvertegenwoordiger. De gang van zaken bij de geheime diensten, de laatste tien jaar, suggereert dat hij net als Trump en Caesar méér heeft met de brute macht dan met de formele procedures.
Caesarisme verwijst naar de regeringsvorm die ondanks alle staatsrechtelijke formuleringen in diepste zin volstrekt vormloos is. Hoe pijnlijk nauwgezet de instellingen voor de vorm ook in stand worden gehouden: alle grondwettelijke beperkingen en alle merites die de oude instituties droegen, zijn vanaf nu af aan dood en zonder belang. Het énige wat betekenis heeft, is de volstrekt persoonlijke macht die Caesar of iemand anders in zijn plaats door zijn capaciteiten uitoefent. De oude instituties lopen in zichzelf vast, het volk eist nieuwe machtsstructuren waarvan het meer direct kan profiteren, iemand werpt zich op als hun voorvechter die eigenlijk zelf afstamt van de bestaande elite. En zo transformeerde de Romeinse republiek zich tot keizerrijk. Vanuit de combinatie ‘geheime diensten’ en ‘premierschap’, is te vrezen dat Nederland zal afglijden naar een surveillance state met een almachtig staatsapparaat.
Volg Sid Lukkassen via Telegram: https://t.me/SidLukkassen
Sid heeft jullie steun nodig! De politiek gaat het land niet redden, schrijvers en filosofen zullen het licht brandende moeten houden met ideeën en analyses. Steun Sid via BackMe – draag bij aan deze belangrijke missie voor Nederland. Schrijf u in voor zijn nieuwsbrief!
#dick schoof#kabinet#politiek#column#sid lukkassen#NCTV#AIVD#MIVD#Wilders#geert wilders#PvdA#julius caesar#machtsverhouding#Omtzigt#Plasterk#overheid#sleepwet#omvolking#corona#donald trump#jeb bush#joe biden
0 notes
Text
GOD spreekt m.b.t. de profetendiensten.
1 Thess. 5 ; 18-20. + 2 Petr. 1 ; 21. + Rom.8 ; 14-18.
De profeet spreekt niet van uit zich zelf, maar wordt door de Geest van GOD geleid en gedreven om God's woorden te spreken of te schrijven of uit te beelden... om te openbaren droom/visioen/openbaring naar GOD's heilige wil voor en tot hen... tot wie HIJ zich richt. Hetzij tot Israëlieten en Joden en/of heidenen of tot koningen of koninkrijken of christenen/christelijken en/of kerken enz.
Dit zegt GOD m.b.t. de profetendiensten van hen die tot profeet geroepen zijn in deze laatste dagen voor Christus' wederkomst van uit de hemel met de hemelse legerscharen :
"Hoort, gij profeten en profeterenden en openbarenden, IK BEN GOD en heb jullie allen geroepen en geordend door Mijn Hand tot deze heilige diensten voor de Ekklesia en voor de natiën en volkeren en stammen, gelijk het Mij behaagde van voor grondlegging der schepping. IK BEN. IK sprak tot de herder Mozes en riep hem tot de dienst om Mijn profeet te zijn en Israël uit te leiden van Egypte naar het beloofde land, dat IK aan Abraham had beloofd voor zijn nageslacht. IK BEN. IK riep en stelde aan en zalfde alle profeten en alle koningen van Israël... zoals IK beschikte met olijfolie als zichtbaar teken, dat IK hen zalfde... en dus ordende en bekrachtigde en bekwaamde tot hun heilige taken/diensten voor Mijn volk, maar sommigen van hen werden ook naar heidense volkeren gezonden om aldaar ook Mijn werken te doen naar Mijn voornemen, gelijk bijvoorbeeld de profeet Jona, die naar Ninevé gezonden werd om die stad te redden van de ondergang. IK BEN. Zie, IK zag niet alleen om naar de Israëlieten, maar ook naar andere volkeren... zoals IK dat beschikte. IK BEN. Mijn liefde ging uit naar allen, maar helaas waren velen niet bereid Mij ten volle te leren kennen noch te erkennen. Zodoende kondigde IK vaak oordelen aan... en als men zich verootmoedigde en oprecht berouw toonde en men tot Mij riep om genade... dan liet IK Mij verbidden tot hun heil en/of verlenging van hun levensdagen. IK BEN. Ook in deze dagen zendt IK profeten onder de mensen, die in Mijn gezag en Geest en kracht tot mensen spreken in de Ekklesia, maar ook op de straten en pleinen en op markten en aan de kruisingen van de wegen enz. om de Ware Bruid tot de Bruidegom te roepen... en haar voor te bereiden om met Hem verenigd te worden. IK BEN. Mijn Geest is vaak bedroefd wegens het ongeloof in deze heilige taken die IK de Mijnen heb toevertrouwd, daar velen zelfs in kerken en gemeenten vaak ten dele kennen... en vaak Mijn Zijn en Mijn werken in deze verloochenen en/of ontkennen... en ja.. zelfs bestrijden als zijnde "Oudtestamentisch optreden van onkundigen en dwazen" enz, zoals men Mijn werk via en met Mijn profeten betitelde. IK BEN. 'Kijk uit met die mannen", zei men dan, "zij dwalen in de leer en denken profeten te zijn, maar wij hebben geen profeten meer nodig, want wij hebben alles in de schrift. Wij hoeven niets meer toe te voegen. De schrift is compleet". Hierdoor verhardden zij zich vaak tegen Mij en Mijn Geest en Zoon... en hebben zij vaak zelfs anderen tegen Mijn profeten en profeterenden opgehitst en hen bestreden of zelfs uit de Ekklesia gezet. IK BEN. Maar Mijn trouwe profeten hebben al hetgeen geprofeteerd en geopenbaard dat IK hen gaf, ongeacht of zij erkend werden of niet. IK BEN. Want ziet, IK BEN trouw ook al zijn velen ontrouw. IK BEN. Zalig/gelukkig zijn zij die zich niet aan Mij noch aan Mijn profeten storen... noch hen enige aanstoot tot ergernis geven. IK BEN. Zie, IK kom spoedig en Mijn loon met Mij om een ieder te vergelden naar zijn werken. IK BEN." ;
Spreekt de Almachtige, de HERE der hemelse heerscharen, de Alpha en de Omega.
Ontvangen door de Wind 7./JMPS.
D.d. 16.06.2024.
0 notes
Text
Poetin bezoekt Noord-Korea na twintig jaar
Na een lange periode zal de Russische president Vladimir Poetin binnenkort Noord-Korea bezoeken, zo meldt de Russische ambassadeur in Noord-Korea in een interview met een Russische krant. Hoewel het Kremlin de plannen niet expliciet bevestigt, geeft het aan dat Rusland streeft naar een partnerschap op alle gebieden, zonder verdere details te verstrekken. De Russische ambassadeur zegt dat het bezoek momenteel wordt voorbereid, maar een exacte datum is nog niet bekend. De Russische krant Vedomosti vermoedt dat de ontmoeting deze maand kan plaatsvinden. Rusland is een van de belangrijkste bondgenoten van Noord-Korea. De laatste keer dat Poetin het land bezocht was in 2000. De Noord-Koreaanse leider Kim Jong-un is echter al vaker in Rusland geweest, met zijn laatste bezoek in september vorig jaar. Tijdens dat bezoek zou Poetin Noord-Korea, onderzeeërs, Russische satelliettechnologie en voedsel hebben beloofd. Sinds het begin van de oorlog met Oekraïne heeft Poetin de banden met Kim Jong-un versterkt. Volgens Vedomosti zal Poetin tijdens zijn bezoek bespreken of Noord-Korea arbeidsmigranten naar Rusland gaat sturen, vanwege het groot tekort aan arbeidskrachten in Rusland als gevolg van de oorlog. Er zijn sterke vermoedens dat Noord-Korea wapens levert aan Rusland, die mogelijk zijn ingezet op het slagveld. Rusland heeft deze beschuldigingen tot nu toe niet bevestigd noch ontkend. Poetins bezoek aan Noord-Korea vindt plaats te midden van hoog oplopende spanningen tussen Noord- en Zuid-Korea. Zuid-Koreaanse activisten sturen ballonnen gevuld met propaganda, Amerikaanse dollars en popmuziek naar Noord-Korea. In reactie daarop stuurt Noord-Korea ballonnen terug met afval en soms ook poep. Zuid-Korea heeft daarop besloten om luidsprekers aan te zetten die kritische boodschappen over het Noord-Koreaanse regime uitzenden, hoorbaar tot twintig kilometer van de grens. Hoewel het uitwisselen van ballonnen kinderachtig lijkt, zijn de huidige spanningen tussen de Korea’s zorgwekkend. Kim Yo-jung, de invloedrijke zus van Kim Jong-un, waarschuwde voor een voorbode van een gevaarlijke situatie. Vorige week heeft Zuid-Korea als gevolg van de balloncampagne een militaire overeenkomst opgeschort. Read the full article
0 notes
Text
Vliegveld Waalhaven tijdens een vliegdemonstratie, 1936-1940.
Door marcia tap
Het is maandag 26 juli 1920 een regenachtige dag in Rotterdam. Toch zijn honderden mensen uitgelopen naar het verre Waalhaven-terrein. Die ochtend wordt het allereerste vliegtuig verwacht op het gloednieuwe Vliegveld Waalhaven.
Het Rotterdamsch Nieuwsblad schrijft een dag later: "Dit beloofde een evenement in de historie van onze koopstad te wezen, en al is het terrein ver - op de grens van Rhoon - en al was het weer erbarmelijk, wind en slagregens, er waren vele autoriteiten gekomen om daarvan getuige te zijn." De krant schrijft dat 'vliegveld' een 'wat wijdsche naam is voor een enorm grasveld'.
Burgemeester Zimmerman, wethouder De Jong van Plaatselijke Werken, de voorzitter van de Kamer van Koophandel en bestuurders van de Posterijen zijn naar het afgelegen vliegterrein gekomen om het eerste toestel te verwelkomen. Het gaat om een dagelijkse postvlucht van Amsterdam naar Londen, die vanaf die dag een tussenlanding maakt op Waalhaven.
Naast hoogwaardigheidsbekleders zijn ook veel Rotterdammers naar de Waalhaven gekomen om de eerste landing mee te maken. Het Rotterdamsch Nieuwsblad schrijft een dag later: "Er was een wat feestelijke stemming onder de wachtenden die prompt half twaalf bijeen waren."
Het eerste vliegtuig op Waalhaven komt een postzak ophalen. Die zak is op de fiets naar het vliegveld gebracht. "Wij bekeken het als een surprise op Sinterklaas en vonden het wel deftig officieel dat er twee douane-amtenaren expresselijk voor gekomen waren om dien zak na te kijken op smokkelarij."
Het vliegtuig zou om tien over half twaalf landen maar laat vanwege de slechte weersomstandigheden lang op zich wachten. Burgemeester en wethouder vinden het om één uur wel welletjes en verlaten het terrein. Even na half twee is het dan eindelijk zover: het toestel landt op Waalhaven en de ingebruikname van het Rotterdamse vliegveld is een feit.
De prentbriefkaart komt uit het Stadsarchief Rotterdam. De informatie komt van Rijnmond
0 notes
Text
Nabij De Zon | Niet verlaten Ik zal u niet verlaten. Hebreeën 13:5 Geen enkele belofte is alleen maar persoonlijk; wat de Heere aan één van Zijn heiligen heeft beloofd, belooft Hij aan allen. Als Hij voor een heilige een bron opent, mogen allen daaruit drinken. Als Hij de deur van de korenschuur opent om voedsel uit te delen, dan komt er misschien slechts één man, die bijna verhongerd is en voor wie de deur is geopend, maar alle heiligen mogen komen en eten. Of Hij het woord tot Abraham of tot Mozes gesproken heeft, doet er niet toe, gelovige; Hij heeft het gesproken tot u, die tot het geestelijk zaad van Abraham behoort. Geen enkele gegeven belofte is te verheven voor u. Sla uw ogen nu op naar het noorden, het zuiden, het oosten en het westen, want dit alles is u gegeven. Klim op de top van Pisga en zie de uiterste grens van de goddelijke belofte, want het hele land behoort u toe. Er is geen beek met levend water, waarvan u niet mag drinken. Als het land overvloeit van melk en honing, eet de honing en drink de melk, want ze behoren u beide toe. Geloof met vrijmoedigheid, ‘want Hij heeft gezegd: Ik zal u niet begeven, en Ik zal u niet verlaten.’ In deze belofte geeft God Zijn volk alles. Daarom zullen al Gods eigenschappen ons ten goede blijven komen. Is Hij machtig? Hij zal Zich ten aanzien van degenen die op Hem vertrouwen, de Sterke tonen. Is Hij liefde? Dan zal Hij hen in goedertierenheid genadig zijn. Welke eigenschap van God dan ook, zij alle zullen ons in volle zin ten goede komen. Om alles samen te vatten, er is niets waaraan u behoefte kunt hebben, er is niets wat u kunt vragen, er is niets wat u voor tijd en eeuwigheid nodig hebt, er is niets levends, niets doods, er is niets in deze wereld, er is niets nu, er is niets op de morgen der opstanding, niets in de hemel dat niet in deze tekst begrepen ligt - ‘Ik zal u niet begeven, en Ik zal u niet verlaten.’
0 notes
Text
EEN BOODSCHAP IN ZEVENTIEN LETTERGREPEN
Eigenlijk weten ze daar in het land van de rijzende zon pas echt wat dichten is. Om in een paar lettergrepen en enkele regels neer te schrijven wat leven is. Niet onterecht noemen ze hun land zelf Nippon: de oorsprong van de zon. Japan is het oosterse Eden, de plek waar de wereld is ontstaan. Het beloofde land in het verre oosten. In die bakermat is het zaad ontkiemt, daar ligt de bron, speelt het boek Genesis zich eigenlijk af. Dat is zoals de Jappen zichzelf hoog achten, maar de wens is de vader van de gedachte. En om dat geloof in zichzelf fier te houden, met de vlag in top, wordt de wil in poëtische woorden uitgesproken. En er weinig lettergrepen aan vuil gemaakt, want eenvoud is meervoud.
De tanka is een lyrisch gedicht zonder bedoeld rijm of vastgestelde maat. Het verwoordt hoe een natuurindruk en een eigen beleving elkaar vinden; met elkaar een gedicht vormen. Daaruit is de haiku ontstaan. Deze drukt, in de klassieke vorm, een ogenblikervaring uit, soms gelinkt aan en geïnspireerd door zen. De haiku is een vingerhoed vol emotie, waarin weinig ruimte is voor ontledingen en benaderende omschrijvingen. De Japanner is een meester in het kort verwoorden van een gevoel, het op scherp zetten van een impressie. Hij heeft weinig omhaal nodig om zich spitsvondig uit te drukken. Het is te vergelijken met de westerse light verse. Hoewel de oosterse dichter behagen schept in het opstellen van een tanka of haiku heeft het meer waarde dan ons plezierdichten met die lichte, speelse toon. De haiku mag dan fantasierijk zijn en luchtig lijken, het is een serieuze tak van sport.
"De positie van de haiku in onze literatuur is te vergelijken met die van de aquarel in de beeldende kunst", lees ik in het voorwoord van dichter en publicist Maarten Mourik tot de drietalige bundel 'Maren in de wind'. In de bundel met op de haiku gebaseerde poëzie is Duitstalig werk afgedrukt van Hugo Ernst Käufer. In het Nederlands en Fries vertaald door Gerhild Tóth-van Rooij. In de Friese titel komt de strekking van het boek, daterend 1996, het meest tot de verbeelding sprekend uit: De wyn boadskippet. "De Japanse haiku is in hoge mate evocatief", schrijft Mourik verder, "- ook hier ligt een parallel.met de aquarel voor de hand - waarbij zelfs het timbre van de woorden van belang is." De westerse haiku zal nooit kunnen voldoen aan de Japanse traditionele regels, is Mourik van mening, maar hoeft daardoor kwalitatief niet minder te zijn.
'Die Kirchenglocke / vom nahen Dorf herüber / zeigt das Sterben an - De klok van de kerk / in het dorp tegenover / verwijst naar sterven - De tsjerkeklok fan 't / doarp in eintsje fierderop / wiist it stjerren oan'
Käufer en Mourik zijn inmiddels overleden, maar Tóth-van Rooij is nog springlevend. Zij maakt zich nog voortdurend sterk voor deze vorm van poëzie. Over de kunstenaar werd in 1996 al geschreven dat met haar gelijkgezinde herdichting van het werk van Käufer ze niet alleen haar eigen dichterlijke potentie, maar ook de poëtische legitimatie van de westerse haiku bevestigd. Want het is natuurlijk geen sinecure om het Duits met al zijn taaleigenaardigheden over te zetten in de Nederlandse taal met tegengestelde betekenissen. Niet iedere uitdrukking of elk woord kan een-op-een met dezelfde strekking en betekenis van de ene taal in de andere worden overgezet. Er kan aan inhoud en relevantie verloren gaan. Beeldend kunstenaar en auteur/vertaler Gerhild Tóth weet het echter zo te bewegen dat de betekenis een nieuwe waarde krijgt. De taal als het ware is gerecycled en de haiku opnieuw kan worden beleefd, een eigen gevoel krijgt in de andere taal. In het Fries heeft de poëtische bewoording zelfs nog een dimensie meer.
'Erster Frost mahnt schon / dass die Erde genug hat / von all dern Reifen - Eerste vrieskou maant / dat de aarde genoeg heeft / van al het rijpen - Earste froast moannet / dat de ierde har nocht hat / fan al it rypjen'
In de Duitse moedertaal van Käufer bulderen de woorden uit de roerende regels. Donderend als Bachs koren en gezwollen bij Beethoven en Mendelssohn-Bartholdy. De taal leent zich voor een klassieke barse benadering waarin de herinnering de opmaat is. En omdat deze in de mond van de dichter zijn gelegd, het de spraak is die hij dagelijks bezigt, zijn die woorden gekozen die het meest schurken tegen de emotie. Dat te vertalen in het vlakke Nederlands is bijna als vloeken in de kerk. Tóth weet daar toch alles uit te halen en vanuit het platte vlak de taal naar een hoger plan te schrijven. De emotie is vertaald maar heeft aan kracht nauwelijks een letter verloren. Het Fries heeft dan weer meer energie en dynamiek. Daarin klinkt de ontroering van Käufer beter door. Daar schuurt de bewogenheid met doen en laten het best.
'Botschaften im Wind / den gestutzten Kopfweiden / wächst schon neues Haar - Maren in de wind / op gestutte knotwilgen / bot al nieuwe waas - De wyn boadskippet / oan skoarre stobbewylgen / waakst alwer nij hier'
Käufer woont afwisselend in Bochum en Sint Jacobiparochie, en deze aan elkaar ongelijke omgevingen echoën in de verzen. Zit hij in Duitsland tussen de huizen bij de industrie, op het Friese land overziet hij het noorderleech en loopt over de waddendijk. Dat verschil in zijn geeft de haiku een bijzonder persoonlijke tint. Past het Duits perfect aan het Ruhrgebied, de Friese taal is terecht in de Waadhoeke. Het Nederlands staat daar tussenin als overgang en om het doel en de betekenis duidelijk te maken. "Een gedicht is meer dan de som der woorden," schrijft Tóth in de aftiteling van de bundel, "en meer dan de letterlijke betekenis van op zichzelf staande regels. Een gedicht is een geheel, waarin metafoor, ritme en klank van gelijk belang zijn." Het is dus niet alleen de talige vertaling die ertoe doet, het is zeker ook de cadans die van belang is. Meer nog de melodie dan de taal is wat het gedicht zo leesbaar maakt. De strikte schrijfvorm en opbouw van de haiku maakt dat wel van de letterlijke vertaling moet worden afgeweken. Dit om het aantal lettergrepen en de opgeroepen beelden te behouden. En niet iedere uitdrukking heeft in de verschillende talen eenzelfde betekenis. "Een enkele keer leidde een andere woordkeus tot een sfeervoller klankbeeld."
'Nach der letzten Flut / im Sand Möwenfedern und / Plastikgerümpel - Na de laatste vloed / 't zand vol meeuwenveren en / verfrommeld plastic - Nei de lêste floed / yn 't sân seefûgelfearren / en fodzich plestik'
Vertalen is een avontuur vindt Tóth, daar er verschillen in gedachten en beelden zijn tussen het Duits, het Nederlands en het Fries. Deze verschillen benadrukken het unieke en onvervangbare van elke taal. En wist Gerhild Tóth in woorden niet de juiste sfeer te pakken, dan kon zij zich in getekende beelden uitdrukken. Hoewel in abstracte tekeningen gevat wordt er een werkelijk gevoel mee overgebracht.
'Botschaften im Wind' is een bijzondere bundel, waarin volkse en landseigen eigenaardigheden samenkomen. Waarin talen om elkaar draaien maar zich in het uitdrukken van gevoel kunnen vinden. "Tijdens het vertalen besefte ik," sluit Tóth af, "hoe bijzonder het is om een ander cultuurgoed te benaderen vanuit de taal en de traditie waarmee wij het meest vertrouwd zijn." 'Maren in de wind', 'De wyn boadskippet'. Een bundel met een missie die niet mag vervliegen in een bries.
Botschaften im Wind - Maren in de wind - De wyn boadskippet. Haiku / Tanka. Hugo Ernst Käufer, Gerhild Tóth-van Rooij. Uitgeverij Van Brug Groningen, 1996.
0 notes
Text
Taalmodel: eens
FOUT Thaci heeft bescherming beloofd aan alle minderheden in zijn land, eens dat onafhankelijk is. GOED Thaci heeft bescherming beloofd aan alle minderheden in zijn land, wanneer dat onafhankelijk is. VERKLARING “Eens” is geen voegwoord. Meer uitleg
View On WordPress
0 notes
Text
Op weg naar een grote toekomst
Enkele gedachten over Genesis 21:1-7 en Hebreeën 11:11-12
Aan het begin van een nieuw jaar kijken we vaak vooruit. Wat zal dit nieuwe jaar me brengen? vragen we ons af. De angst slaat ons soms om het hart als we naar de toestand in de wereld kijken. Allerlei problemen stapelen zich op. En we zijn nauwelijks bekomen van de corona-epidemie die de wereld heeft geteisterd. Velen zijn ziek geworden, velen zijn gestorven.
Onze gedachten worden ook beziggehouden door de oorlog in Oekraïne. Daar vindt een bloedige oorlog plaats. Veel levens worden verwoest, steden zijn verwoest, velen moesten vluchten. Er lijkt geen eind te komen aan dit geweld. Niemand had het voor mogelijk gehouden dat er in de eenentwintigste eeuw in Europa nog zo’n oorlog zou woeden. Velen dachten: de mensheid is nu verheven tot zo’n hoog peil dat een oorlog op deze manier niet meer plaats zal vinden. Velen zijn teleurgesteld in de mens dat dit nog mogelijk is. De oorlog is niets ontziend, de wreedheid groot.
Ook worden we geconfronteerd met de problemen van het milieu. De aarde warmt steeds verder op en we lijken niet in staat dit proces een halt toe te roepen. De politieke verdeeldheid is te groot, het eigenbelang speelt een te grote rol.
En dan heb ik het niet eens over de armoede en de honger in de wereld. Velen leven beneden het bestaansminimum. Ze hebben niet te eten of te drinken en geen dak boven het hoofd. En door de oorlog in Oekraïne wordt dit probleem alleen maar groter.
Hoezo gaan wij een grote toekomst tegemoet? zult u vragen. Is dat niet al te optimistisch gesteld? Je moet wel een heel groot geloof hebben wil je achter zo’n stelling kunnen staan.
Wat zegt de Bijbel over deze dingen? De Bijbel is een geloofsboek, een boek waarin het geloof centraal staat.
We lezen in Genesis al van Abraham die door het geloof een stem volgt en naar een vreemd land trekt. Hij hecht geloof aan die onbekende God en vertrouwt Hem. Die onbekende God heeft hem ook een zoon beloofd en veel nakomelingen. In de Hebreeënbrief lezen we over een volk zo groot als sterren aan de hemel en het zand op het strand van de zee. Nu wordt hier de stijl van de Oosterse overdrijving gehanteerd, maar toch, de belofte van een groot volk is gedaan. Zal God die belofte nakomen?
Abraham heeft er lang aan getwijfeld. En het wachten duurde zo lang.
We zijn als mensen vaak ongeduldig. We vinden het moeilijk te wachten tot iemand doet wat hij beloofd heeft. En soms nemen we het heft in eigen handen. Dat deed Abraham ook.
Maar in Genesis 21 lezen we dan dat God toch eindelijk doet wat Hij beloofd heeft. We lezen in onze tekst van vanmorgen: “De Heer zag om naar Sara zoals Hij had beloofd, Hij gaf haar wat Hij had toegezegd”. Er staat niet: “God zag om naar Abraham, de aanstaande aartsvader”. Nee, Hij zag om naar Sara.
Het was in die tijd heel ongebruikelijk dat zoiets werd gezegd. Vrouwen telden toen niet mee, zoals nu in Afghanistan weer aan het gebeuren is. Vrouwen stonden in het oude Oosten op de tweede plaats en hadden niets in te brengen. Maar hier, in Genesis 21, staat Sara zelfs op de voorgrond. God is altijd weer verrassend. Hij heeft iedereen op het oog.
We lezen in onze perikoop dan verder dat Sara zwanger wordt, ondanks haar hoge leeftijd. De wonderen zijn de wereld niet uit. God gaat zijn ongekende gang door de geschiedenis. Hij is bezig met het realiseren van zijn heilsplan: het redden van de wereld van zonde en kwaad, oorlog en geweld, ziekte en dood. Hij is op weg naar zijn Koninkrijk van vrede en gerechtigheid. En in dat plan spelen Abraham en Sara een grote rol.
Sara brengt een zoon ter wereld. Isaäk zal hij heten. “God moge toelachen” betekent die naam. Ja, God lacht dit oude echtpaar toe en schenkt hun een zoon. Hij lacht het volk Israël toe, want het zal groot worden. Hij lacht de wereld toe, want uit deze Isaäk zal eens de Messias geboren worden. Deze Messias zal de wereld bevrijden van zonde en kwaad, dood en verderf. Deze Messias wordt ook wel de vredevorst genoemd.
Deze Messias is Jezus van Nazareth. Hij zal eens voor de wereld sterven aan het kruis om God en mens te verzoenen, om zijn Koninkrijk op te richten, een teken van een grote toekomst, zonder oorlog en geweld, haat en nijd, honger en armoede, dood en ziekte.
Maar ik zie er zo weinig van, zult u misschien zeggen. Komt dat rijk er nog? Mogen wij nog vertrouwen hebben in Gods beloften, dat ze ooit gerealiseerd worden? Ja, we mogen wachten op de wederkomst van Jezus Christus en op de komst van zijn rijk, maar het wachten duurt zo lang. Velen hebben de moed al opgegeven en zeggen: “Dat rijk komt er nooit. Deze wereld gaat roemloos ten einde. Je moet wel een grote optimist zijn om nog in Gods toekomst te geloven”.
Uiteindelijk werden Abraham en Sara niet in God teleurgesteld. Al duurde het wachten lang, God zag om naar Sara en Abraham. Hij gaf hun wat Hij beloofd had. Hij gaf hun een nieuwe toekomst. Voor de Israëliet betekende een zoon een nieuwe toekomst, want daarin leefde zijn naam voort. Sara zegt aan het eind van onze perikoop: “Wie had Abraham durven voorspellen dat ik ooit een kind de borst zou geven?” En ze durft weer te lachen.
Zo mogen wij op ook kijken naar de toekomst. God laat zijn wereld niet los, al denken wij soms van wel. Hij laat ons niet los, u niet, jou niet en mij niet. Hij houdt ons vast en gaat samen met ons de toekomst tegemoet. Wij weten niet wat de toekomst ons zal brengen, God weet het wel. En Hem mogen we vertrouwen. Daarom mogen we vol vertrouwen de toekomst tegemoet gaan, want we gaan niet alleen, God gaat met ons mee. Dat mogen we geloven.
Abraham wordt ook wel de vader van de gelovigen genoemd. Want hij waagde het met een onzichtbare en onbekende God. Hij ging op weg naar een onbekend land. We lezen in Hebreeën 11 ook dat Sara vertrouwde op degene die de belofte heeft gedaan. Ze vertrouwde op God en haar vertrouwen werd niet beschaamd.
Intussen mogen wij doen wat God van ons vraagt: Hem liefhebben boven alles en de naaste als onszelf. We mogen zo laten zien waar God op uit is. Dat is onze verantwoordelijkheid.
Zo mogen ook wij vertrouwen op God, op een toekomst met Hem. Wij mogen samen op weg gaan naar die grote toekomst.
Alanya, januari 2023
0 notes
Text
Hoe vastberaden en vol vertrouwen zijn we
Stel je voor: je volgt Mozes op, die het volk Israël 40 jaar door de woestijn leidde. Mozes, een van de meest nederige mensen, moest omgaan met een groep mensen die constant klaagden en moeilijk waren. Nu is het jouw beurt om hen naar het Beloofde Land te brengen. Best spannend! Jozua was geen jonge man meer, maar hij en Kaleb waren de enige van de oude generatie die in leven waren gebleven,…
View On WordPress
0 notes
Text
De liefde die je achterlaat en je tegemoet treedt
De liefde die je achterlaat en je tegemoet treedt
Uit: Job, roman over een eenvoudige man
In het Russisch joodse gezin Mendel Singer is de beslissing gevallen om zoonlief te volgen, die zich heeft gevestigd in het beloofde land Amerika. Het gezin ontvlucht de armoede, bereidt zich voor op een welvarende, maar onzekere toekomst. In onderstaand fragment droomt de ontluikende puberdochter Mirjam zich af wat deze stap voor haar betekent.
Mirjam, die…
View On WordPress
0 notes