Text
De jongen aan de overkant
Foto: Marceline de Waard
Onlangs verscheen bij uitgeverij Ambilicious de tweede verhalenbundel van Marceline de Waard: Verlangen en nog meer zondagverhalen. Haar eerste verhalenbundel Schandalig en andere zondagverhalen verscheen in 2019 en in 2020 debuteerde zij met haar roman Thuisreis. Overkant
Net als in 2020 schreef Marceline een zondagverhalen schrijfwedstrijd uit, ter promotie van het korte verhaal. De opdracht: schrijf een kortverhaal van maximaal 800 woorden met als thema Verlangen. Uit alle inzendingen worden de 13 mooiste/beste/aansprekende verhalen gekozen door enig jurylid Marceline.
Tot eind augustus kun je elke zondag een verhaal uit de verhalenwedstrijd lezen op de website van Marceline de Waard: www.marcelinedewaard.nl
Op 6 juni werd het kortverhaal Meneer de Jong van Cecile Koops als eerste van de 13 verhalen gepubliceerd. Vanaf vandaag kun je mijn inzending De jongen aan de overkant lezen.
“Een verhaal over ontluikende liefde. Een teder onderwerp, in de tijd en omstandigheden die Alexander treffend neerzet krijgt het een smartelijke lading. Het raakte me in mijn hart.”
-Marceline de Waard over De jongen aan de overkant
DE JONGEN AAN DE OVERKANT
Simon legt zijn armen over de schouders van Vincent die tussen zijn benen tegen hem aan zit en begraaft zijn gezicht in diens nek. De keldermuur voelt koud aan in zijn rug maar de restwarmte van de bakkersoven voelt als een warme deken. Simon kijkt uit naar dit moment van de dag, wanneer Vincent uit zijn schuilplaats mag en ze samen kunnen zijn. De geur van het vanmorgen gebakken brood mengt zich met die van Vincent. ‘Waar denk je aan, Simon Abraham?’ Vincent weet dat hij er een hekel aan heeft als hij hem met allebei zijn voornamen aanspreekt. Als vergelding bijt Simon hem zachtjes. ‘Ik denk aan jou. Altijd. In de klas, als ik in de winkel werk, als ik met de broodkar rondga.’ Vincents klamme vingers verstrengelen zich met de zijne. ‘Er zijn vannacht mensen van het verzet geweest.’ Simon voelt zijn hart overslaan. Nee, niet nu. …
Het kortverhaal De jongen aan de overkant is nu te lezen in het e-book Verhalen van verlangen, samen met de 12 andere winnende verhalen van de schrijfwedstrijd Verlangen.
Met verhalen van: Annette Akkerman, Bruna Lowagie, Cecile Koops, Conny Hoogendoorn, Frans van der Eem, Karen van Wijngaarden, Lissette van Eerten, Lucy Neetens, Marloes Schel, Meta du Crocq, Nel Goudriaan en Ton Badhemd. Inclusief het verhaal De vrouw in het Park van Marceline de Waard.
Ga voor meer van mijn korte verhalen naar www.alexanderroessen.nl
867 total views, 2 views today
0 notes
Text
Bah onzin
Bah onzin
Het gevoel overvalt me, als een tijger die zijn prooi stilletjes nadert en het op een onbewaakt moment bespringt. Zonder er erg in te hebben, is het daar opeens en ik kan het niet meer van me afschudden. Hoe hard ik ook tegenwerk, het monster krijgt steeds meer grip op me. Ik heb geen andere keus dan me er aan over te geven, het toe te laten: het kerstgevoel, bah.
Ik heb er een verschrikkelijke hekel aan: verplicht vrolijk zijn, kerstliedjes zingen, jolijt en plezier. Wat een onzin. Ik probeer het zoveel mogelijk te negeren, maar er is geen ontkomen aan. De buren die onlangs aan het einde van onze doodlopende straat zijn komen wonen – of aan het begin van de hel, zoals ik het vanaf dat moment ben gaan noemen – hebben hun huis sinds 6 december versierd in typisch Amerikaanse stijl: op het platte dak van de vrijstaande woning met aangrenzende garage staat een arrenslee met bewegende rendieren – inclusief Rudolf met een rode neus gemaakt van een zwaailicht die de buurman van zijn werk bij de brandweerkazerne heeft meegenomen. Naast de negen trappelende rendieren staat de kerstman die, bij gebrek aan een echte schoorsteen, zijn fluwelen zak met cadeaus keer op keer door een ontluchtingspijp probeert te forceren. Fel pulserende verlichting hangt aan de dakranden en aan de goten, alsof ze de grenzen van een landingsbaan markeren. In de tuin gaat het spektakel verder met sneeuwpoppen, zuurstokken en verschillende soorten kerstbomen. Dagelijks wanneer de verlichting aan het einde van de straat aangaat, slaan de stoppen door in mijn huis. Na drie dagen heb ik het opgegeven mijn wekkerradio opnieuw in te stellen, van slapen komt toch niets meer terecht. De verduisterende gordijnen in mijn slaapkamer bieden geen enkele bescherming tegen deze overdaad aan kerstsfeer. Nachtenlang lig ik wakker. Als ik niet in bed lig, zit ik op de bank met opengesperde ogen in een helder verlichte woonkamer. ‘Kerst, wat een onzin. Het wordt nooit meer zoals het was. Kon ik nog maar een keer … Ach, laat maar.’ Ik weet precies wanneer welk lampje uit en aan gaat. ‘Zuurstok, nu. Kerstboom, nu. Rendier … wacht even, nu.’ Met intervallen van vijf minuten lijkt het alsof de neus van Rudolf een politie-inval inleidt. Was het maar zo. De politie wil niets doen. ‘Kom op, meneer Klaus. Een beetje kerstsfeer kan geen kwaad. Het is maar tijdelijk. Maakt u zich niet zo druk. Ga maar met uw buren praten.’ Na nog een aantal slapeloze nachten ben ik er echt klaar mee. Op naar de poorten van de hel om met de duivel te spreken.
‘Hallo buurman!’ Aagje opent de deur in haar kerst-onesie. Spontaan krijg ik de neiging om mijn handen om haar keel te klemmen. Vanuit de woonkamer klinkt het gegil van kinderen. ‘Nick, kun je die kinderen even hun mond laten houden? Ik probeer met iemand te praten!’ schreeuwt ze de gang in. Het vriendelijke ongeschoren gezicht van Nick verschijnt als hij de tussendoor dicht doet. ‘Dag Norbert, wat kan ik voor je doen?’ ‘Hoi Aagje. Ik heb een vraagje.’ – ik kan het niet laten – ‘Is het misschien mogelijk je kerstverlichting iets te minderen?’ ‘Iets te minderen? Ik zou niet weten waarom.’ ‘Nou, ik heb er slapeloze nachten van.’ ‘Slapeloze nachten?’ Aagje herhaalt graag wat je zegt. ‘Ja. Ik kan nu al bijna anderhalve week niet slapen door die felle lampen.’ ‘Felle lampen?’ – ik stop mijn handen in mijn jaszakken, en niet alleen om ze warm te houden – ‘Dat valt toch best mee? Niet zo chagrijnig, Norbert. Volgende week is het Kerstmis. Een beetje vrolijkheid is toch niet erg?’ ‘Een beetje vrolijkheid wil ik best tolereren, Aagje. Maar dit gaat wel erg ver. Het lijkt de Wallen wel met dat rode licht.’ ‘Nou zeg. Nu ben ik zeker niet meer van plan om er wat aan te doen. Vrolijk kerstfeest, hè.’ Zonder pardon smijt Aagje de voordeur dicht. ‘Nick, ik vroeg toch of je die kinderen van je stil wilde houden,’ klinkt het vanachter de deur.
Nog een paar nachten probeer ik verschillende manieren om toch wat nachtrust te krijgen: extra handdoeken voor de kieren het raam, nog een gezichtsmasker, oordoppen tegen het piepende mechanisme dat de Kerstman voortbeweegt. Niets helpt. Wanneer je je ergens aan stoort, kun je soms ook niets anders dan je daaraan storen. Ik word gek van elk geluid dat niet vanuit mijn eigen woning komt. ‘s Nachts ga ik in de tuin van de buren op onderzoek uit, op zoek naar de hoofdschakelaar om de verlichting uit te zetten, zonder succes. Ik twijfel nog de schakelkast van de hele wijk te saboteren, maar daarmee zou ik ook mezelf benadelen. De kerstman op het dak kijkt me triomfantelijk aan, zijn rendieren lijken me uit te lachen als een stel hyena’s. Slag één is voor team Kerst. Ik besluit het heft dan maar in eigen handen te nemen. Eerst verniel ik de verlichting van een aantal kerstbomen, maar de volgende dag zijn die alweer gemaakt. De nacht daarop gaan de zuurstokken eraan. Ook die zijn de dag erna alweer vervangen. Hoe komen ze toch zo snel aan al die spullen? De nacht voor kerstavond knapt er iets bij mij na de zoveelste vruchteloze sabotagepoging. Ik moet het grover aanpakken. In het diepst van de nacht klim ik op het dak van de buren. Nadat ik alle zuurstokken heb gesloopt, verniel ik de lachende kerstman en maak de rendieren een kopje kleiner. Ik hoor gestommel vanuit het huis, even lijkt het alsof ik betrapt ben. Maar alles blijft rustig.
De volgende ochtend tegen het middaguur zie ik Aagje druk in de weer met wat zuurstokken. Voor de verandering is de verlichting al aangezet. Voorzichtig besluip ik haar, het knerpende geluid van de verse sneeuw onder mijn schoenen verraad me bijna maar gelukkig heeft ze een koptelefoon op. Met dekking van de tussengelegen buurtuinen kom ik langzaam dichterbij. Ze zingt zo hard mee met de muziek dat ze niets in de gaten heeft. Nick en de kinderen zijn nergens te bekennen. Vrolijk dansend op de muziek, zwerft ze door de tuin. Heeft ze dan echt geen andere kleding dan die achterlijke kerst-onesie? Doet ze het met opzet, om mij uit te dagen? Ik voel de woede van binnen verder groeien. Dit moet ophouden, nu! Aagje pakt een van de omgevallen zuurstokken op en loopt daarmee naar de garage. Ik zet het op een rennen en voor ze zich kan omdraaien, grijp ik haar vast. ‘Aagje, gedraag je,’ sis ik. ‘Een kik en je gaat eraan.’ Vlak voordat ik mijn hand op haar mond kan leggen, schreeuwt ze hard: ‘Nick!’ De garagedeur vliegt open en Nick verschijnt in de deuropening. ‘Ho, wacht eens even,’ buldert hij met zware stem. In de garage achter de imposante gestalte van Nick zie ik iets bewegen. Geweien? Een slee? Wat is hier aan de hand? Van schrik laat ik Aagje los. Aagje draait zich naar me om en kijkt me liefdevol aan. ‘Norbert, waar is je gevoel voor kerst toch gebleven?’ ‘Mijn kerstgevoel is jaren geleden al verdwenen. Wat is hier aan de hand en waarom heeft Nick zo’n belachelijk pak aan en sinds wanneer heef hij een baard?’ Nick loopt de garage uit, gevolgd door negen rendieren en een arrenslee. ‘Norbert. Snap je het dan niet? Hoe vaak je ook probeert kerst te saboteren, het zal je nooit lukken.’ ‘Hoe weet je dat ik …?’ ‘Norbert. Ik weet alles van je. Van de racewagen die je kreeg toen je vier jaar oud was, van de speelgoedtrein toen je acht was. Van de fiets die je vroeg, maar niet kreeg. Ik weet alles van jou. Hier, kom maar kijken.’ Voorzichtig loop ik langs de rendieren naar de arrenslee. Ik kan mijn ogen bijna niet geloven. Achter in de slee ligt een grote fluwelen zak, met daar half uitgevallen de fiets die ik wilde hebben toen ik acht jaar oud was. ‘Maar … Dit bestaat niet …’ ‘Wat bestaat niet? De Kerstman? Natuurlijk besta ik, Norbert. Je hoeft alleen maar te geloven.’ ‘Ja, goed. Maar wat moet ik nu nog met die fiets? Daar pas ik nu toch niet meer op?’ ‘Eh, ja. Maar daar gaat het nu niet om. Ik probeerde meer een punt duidelijk te maken. Ga je mee?’ Nick neemt plaats in de arrenslee, pakt de teugels en slaat met een hand op de zitting. ‘Mee? Waarheen?’ ‘Op reis, Norbert.. We moeten snel zijn. Het is bijna Kerstmis. Dit wilde je toch? Nog een keer kerst. ’ ‘Hoe …’ ‘Ik weet alles, Norbert. Kom op. We moeten gaan. ’ ‘En Aagje dan? Ik wil zeggen dat het me spijt.’ ‘Dat weet ze. Aagje weet nog meer dan ik. Ho! Ho! Ho!’
‘I’m dreaming of a white Christmas,’ zing ik hardop, terwijl ik met een glimlach de kerstverlichting in de tuin aanzet. Even verderop verschijnen Nick en Aagje in de voortuin. ‘Goedemorgen. Vrolijk kerstfeest!’ roep ik naar ze. ‘Goedemorgen, Norbert. Jij ook een vrolijk kerstfeest!’ In het raam van de overburen schuift het gordijn een stukje open en het verbaasde gezicht van de overbuurman verschijnt. ‘Vrolijk kerstfeest!’ roep ik zwaaiend naar hem. Zonder wat te zeggen, sluit de overbuurman de gordijnen. ‘Kom op, buurman. Een beetje vrolijkheid kan geen kwaad.’
38 total views, 38 views today
0 notes
Text
De steiger - Een kort zondagverhaal
DE STEIGER – EEN KORT VERHAAL
Marceline de Waard is schrijfster van verhalen. Sinds 2017 plaatst zij elke zondagochtend een zondagverhaal op haar website. In 2019 verscheen Schandalig en andere zondagverhalen bij uitgeverij Ambilicious waarin een aantal van deze zondagverhalen werd gebundeld. Eerder dit jaar verscheen ook bij uitgeverij Ambilicious haar eerste roman Thuisreis. Onlangs organiseerde Marceline een schrijfwedstrijd: schrijf een kortverhaal van 800 woorden met als thema Het gebeurde op een zondag. 13 inzendingen zullen in willekeurige volgorde als zondagverhaal verschijnen op haar website. Een mooi initiatief ter promotie van het kort verhaal.
Een van die verhalen is mijn inzending: De steiger.
Het verhaal De walkman valt stil. Ik open het klepje en draai het cassettebandje om. Wanneer ik op ‘play’ wil drukken, hoor ik tussen het geklepper van het reclamedoek van schildersbedrijf Van der Kwast het dreunen van de steigerplanken. Het is zondag, de schilders kunnen het niet zijn. Niet weer, denk ik bij mezelf.
Een verhaal vol jongensleed, met mooie details en dito spanningsopbouw maakt Alexander voor mij duidelijk waarom dat schip zo belangrijk is – Marceline de Waard
De plot is fictie, maar het verhaal is gebaseerd op gebeurtenissen uit mijn jeugd. Langdurig en systematisch pesten gaat nooit meer uit je systeem. Langzaam worden de steigers afgebroken en komt de façade tevoorschijn, aan de ziel zal altijd gewerkt worden.
Lees hieronder het kortverhaal De steiger. Kijk voor zondag- en andere verhalen van Marceline op www.marcelinedewaard.nl
De steiger
Het reclamedoek van schildersbedrijf Van der Kwast wappert wild aan de steigerdelen voor mijn slaapkamerraam op de tweede verdieping. Toen ik de naam voor het eerst zag, moest ik nog lachen; sommige achternamen passen zo goed bij het beroep. Na vier weken is het lachen me wel vergaan. In de kamer hangt een penetrante verflucht. Het volume van mijn walkman staat voluit. Koen Wauters roept in mijn oren naar een meisje om bij hem achterop zijn fiets te springen. Hoewel ik me kan afsluiten van het lawaai van buiten, valt de stank niet te negeren – ondanks dat het raam openstaat. Uit het etui met precisiemessen dat voor me ligt pak ik een mesje, dat ik naast een plastic kader op de snijmat plaats. Op de bouwtekening zoek ik het nummer dat overeenkomt met dat in het kader. De nummers zijn zo klein dat te lang staren een migraineaanval uitlokt, dat houd ik mezelf tenminste voor sinds die ene dag. Ik kijk nogmaals naar de bouwtekening van het VOC-schip om er zeker van te zijn dat de nummers overeenkomen. ‘Twee keer kijken, dan pas snijden,’ zei mijn vader altijd. Een foto van het houten geraamte op de Bataviawerf met mijn vader en mij op de voorgrond staat op een plank boven mijn bureau. Drie weken verven, drogen, snijden, vijlen, lijmen, bouwen en weer opnieuw bouwen. Ik had al eerder klaar kunnen zijn, als die migraineaanval er niet tussendoor was gekomen. Nog twee weken om het touwwerk uit te vogelen, dan is het eindelijk af. Een mooie start van mijn nieuwe collectie schaalmodellen en een mooie herinnering aan het bezoek van een maand geleden aan de replica in aanbouw. De walkman valt stil. Ik open het klepje, draai het cassettebandje om en wil op ‘play’ drukken als ik tussen het geklepper van het doek het dreunen van de planken hoor. Het is zondag, de schilders kunnen het niet zijn. Niet weer, denk ik bij mezelf.
Het begon een week na ons bezoek aan de Batavia. De schilders waren naar huis, het reclamedoek wapperde die dag voor het eerst aan de steiger. Ik had net de punt van mijn kwast in een verfpotje (nummer 85, bruin) gedoopt, mijn gedachten er niet echt bij. Vanaf de steiger klonk plotseling gelach. ‘Kijk dan! Het kneusje zit te knutselen.’ Van schrik schoot ik uit met de kwast. De buurjongen, die na schooltijd elke kans pakte om mij te grazen te namen, stond breeduit lachend op de steiger. Hij had een nieuwe manier gevonden, de jacht was geopend. Bijna elke avond was het raak. Gebonk op het raam, gelach. Het was gekmakend, zelfs Koen Wauters kon mij niet meer helpen. De week daarop lag het mes trillend in mijn hand, toen er op een avond weer hard tegen het glas werd geslagen. Opeens verscheen er een zwarte vlek voor mijn ogen. De nummers op de bouwtekening verdwenen voor mijn ogen. Geschokt staarde ik naar mijn hand, waar ook het mes langzaam verdween. Overal wat ik zag ging verscholen achter een groter wordende vlek. Vlug sloot ik de gordijnen. Huilend liet ik me op bed vallen. De hoofdpijn kwam later. Drie dagen later rende ik van school naar huis, achtervolgd door dezelfde buurjongen. Ik gooide de voordeur achter me dicht en rende mijn kamer in. Maar hij was me te snel af, die middag stond het raam open om de grondverf te laten drogen. De Batavia vloog met de rest van mijn verzameling door de kamer. Ik kon opnieuw beginnen.
Ik zit klaar voor de dreun op het raam. De spanning is met een precisiemes te snijden. Mijn vader lacht me toe vanaf de scheepswerf. De laatste foto van ons samen. De ochtend erna was hij verdwenen, zonder gedag te zeggen. De treinmachinist had het nooit kunnen zien aankomen. Buiten is het stil, op het klapperende doek na. Ik pak het mesje, sta op en ga naast het raam staan. Ik kijk naar buiten, maar zie niets. Ik kijk nog een keer. Twee keer kijken, dan pas snijden. Een been verschijnt in het kozijn, twee handen grijpen zich vast aan de zijstijlen. Zonder na te denken gooi ik mezelf op de buurjongen, samen vallen we op de steiger. Ik houd hem het mes op de keel en druk lichtjes door, druppels bloed lopen zijn T-shirt in. Geschokt duwt hij me van zich af. Zijn voet blijft hangen achter het doek als hij wil opstaan. Wild trappend bevrijdt hij zichzelf en sprint de steiger af. ‘Niemand komt tussen mij en mijn schip!’ schreeuw ik hem na.
Drie dagen later is de steiger verdwenen, iets afbreken gaat zoveel sneller dan iets opbouwen. Ik knoop de laatste tuigage aan een bolder en plaats het model naast de foto op de plank. Het begin is er.
Dank aan Marceline de Waard voor het initiatief voor deze schrijfwedstrijd en voor het promoten van het kort verhaal in het algemeen.
Lees hier meer van mijn (micro) verhalen
2,102 total views, 20 views today
0 notes
Text
Opruimwoede
Geluidloos opent Casper de slaapkamerdeur. De kamer draait voor zijn ogen. Op zijn sokken schuifelt hij verder. ‘Sst, kijk uit voor het bed,’ fluistert hij. De blauwe plek op zijn scheenbeen herinnert hem nog aan de vorige ruzie. Zachtjes hijgend knoopt hij met een hand leunend tegen de kledingkast zijn blouse los. De ruzie was fel geweest. Hij had dingen naar Iris gegooid, zoals hij vaker deed wanneer zij bij hem het bloed onder de nagels vandaan haalde. Hij bleef nooit lang kwaad op haar. Morgenochtend zou alles weer vergeven en vergeten zijn. Vloekend struikelt hij over een obstakel naast het bed. Niet bij zinnen om zichzelf op te rapen, ligt hij op de grond en valt in een diepe slaap.
Iris hoorde hem zwaar hijgend de slaapkamer binnengaan. Casper kon nooit zachtjes doen, zeker niet als hij met de jongens had gedronken en in een van zijn kwade buien was. Ze vergaf het hem altijd. Toen ze het gekraak van de bovenste traptrede hoorde, had ze het dekbed nog verder over zich heen getrokken. Ze was het ondertussen gewend geraakt om in de logeerkamer te slapen. Hij wilde geen hulp, had hij geschreeuwd. Het flesje bier dat hij daarvoor nog in zijn hand had, vloog tegen haar hoofd. Woest was hij weggestormd.
Ze hoort hoe Casper tegen de kledingkast botst, waarschijnlijk in een poging zich van zijn kleding te ontdoen. De houten vloer trilt wanneer haar aanstaande ex over zijn ingepakte reistas struikelt. Morgen begint de grote schoonmaak.
Vind dit microverhaal leuk? Klik dan hier om naar Sweek te gaan en het verhaal een like te geven. Bedankt!
1,673 total views, 2 views today
0 notes
Text
Schaamteloos
Daar ligt hij, nog steeds. Onder een deken van sneeuw. IJspegels aan zijn baard.
Gisteren lag hij op hetzelfde bankje. Zou hij hulp nodig hebben?
Normaal gesproken loop ik met een grote boog om dat soort mensen heen, of kijk ik toevallig net op mijn telefoon naar niet bestaande berichtjes terwijl ik ze passeer. Zolang ik hen niet zie, zien zij mij ook niet.
Achter de man schraapt een opgeschoten tiener met zijn handen over de rugleuning en houdt de verse sneeuw in de kom van zijn handen. Een maat van hem stopt er nog iets in, maar ik kan niet goed zien wat het is. Met een grijns op zijn gezicht draait de jongen de sneeuw in zijn handen tot een sneeuwbal en strijkt er een aantal keren over. De witte glans verdwijnt als sneeuw voor de zon. Schichtig om zich heen kijkend loopt de jongen om het bankje.
Voordat ik doorheb wat er gebeurt, gooit hij de sneeuwbal vol in het gezicht van de man en rent hard weg zijn maat achterna.
De man komt langzaam overeind, zijn handen voor zijn gezicht houdend. De deken van sneeuw valt voor zijn voeten op de grond.
Ik zet een stap naar voren om de jongens achterna te rennen, maar verlies mijn grip als ik op een bevroren plas stap. Zwaaiend met mijn armen val ik achterover en land met mijn hoofd op de straattegels.
Wanneer ik mijn ogen open, staar ik naar een bebloede baard.
‘Meneer, heeft u hulp nodig?’
Vind jij dit microverhaaltje leuk? Klik hier om naar Sweek te gaan en klik op like. Bedankt!
1 total views, 1 views today
0 notes
Text
Kortverhaal: Doodse stilte
Dat ene telefoontje dat je niet hoopt te krijgen: “Het gaat om Daisy.” Even zweeg de vrouwenstem aan de andere kant van de lijn. “Ze is weg.”
Lees hier het kortverhaal Doodse stilte
(Een kortverhaal, geschreven in de periode dat de stikstofcrisis nog het onderwerp van de dag was. Mijn verhaal van 1000 woorden geschreven voor de Hebban.nl Thriller wedstrijd, nu exclusief te lezen bij Bazarow voor het item Kreatief met corona. Ook met dank aan Thrilleracademie voor de constructieve feedback.)
1,593 total views, 6 views today
0 notes
Text
Uitzichtloos (microverhaal)
Dag 5
Ochtend Het is rustig op straat. Te rustig. Een auto reed voorbij, stopte voor het huis aan de overkant en reed weer verder. De vrouw die uitstapte liep nonchalant naar de voordeur en keek achterom. Zag ze mij? Ze klopte drie keer op de deur in een vreemd ritme en werd binnengelaten. Kort daarop hoorde ik het gegil van kinderen. Ik vertrouw het niet, maar wat kan ik doen? Moet ik om hulp bellen? Komt er nog wel hulp?
Middag Steve ging naar buiten om het afval weg te brengen. Het leek een eeuwigheid te duren voordat hij weer terug was, of gaat de tijd trager in quarantaine? Ik vroeg hem of de wereld er anders uitzag buiten. Of er veel veranderd was. Of de lucht anders rook. Volgens hem niet, maar dat kan niet waar zijn. Er klopt iets niet. Hij is veranderd.
Avond Ik had gelijk. Er klopte iets niet. Ik had het moeten zien, die blik in zijn ogen. Dezelfde staar als de vrouw aan de overkant. Alsof hij er niet meer was. Nu is het laat. Wat gebeurt er daar buiten? Wat is dit voor virus? Ik probeerde hem te stoppen toen hij mij vanuit het niets aanviel. Ik wilde hem niets aandoen, maar dit was mijn man niet meer. Ik kon niet anders. Mijn god, de kinderen.
Bekijk dit verhaal op Sweek:
1,314 total views, 2 views today
0 notes
Text
Luchtpost
Ik gooi de krant in de tuin en fiets zo hard als ik kan. De krantentassen slaan wild tegen het stalen frame wanneer ik staand op de pedalen over het stuur hang. Niet kijken, doortrappen.
Elke week is het raak. Dezelfde straat, zelfde tijd. Maar deze keer zullen ze me niet te pakken krijgen.
‘Daar heb je hem! Gooien. Nu!’
Ik voel dat iets mijn achterhoofd raakt. Snel fiets ik de hoek om en grijp naar de kraag van mijn winterjas.
Het gepiep in mijn oren overstemt het gelach achter me wanneer het vuurwerk in mijn kraag ontploft.
(uitgelichte foto: Pixabay / jerrymarx32)
26 totaal aantal vertoningen, 26 aantal vertoningen vandaag
0 notes
Text
Een raam vol bloemen
Een raam vol bloemen
Ik plaats mijn vinger op het raam en streel over de ijsbloemen. Ik tril, heviger dan gisternacht. De sprei om mijn bovenlichaam biedt nauwelijks warmte, toch trek ik het dichter tegen me aan. De radiator voelt koud tegen mijn benen. Met een nagel krab ik wat ijs weg. De rook uit de schoorstenen aan de overkant stijgt in dunne slierten recht omhoog. ‘Zij wel.’ Het slepende geluid waar ik wakker van werd klinkt dichtbij. Door het gaatje zie ik mijn vader. De kerstboom achter zijn fiets heeft bijna alle naalden verloren. Mijn tranen bevriezen voor ze mijn lippen bereiken.
Nog geen vertoningen
0 notes
Text
Aangespoelde verhalen
Op 23 november verschijnt bij uitgeverij Droomvallei de korte verhalenbundel Aangespoelde verhalen.
Deze waddenbundel is een initiatief van Marelle Boersma en bevat 15 korte verhalen van 15 verschillende schrijvers, met als thema de Wadden. Van elke verkocht boek wordt 1 euro gedoneerd aan de zeehondenopvang.
In deze bundel is mijn kortverhaal Het grote zwijgen opgenomen, dat speciaal voor deze bundel is geschreven. Het grote zwijgen is een psychologische thriller dat zich afspeelt rondom bunker Wassermann op Schiermonnikoog.
De boekpresentatie vindt plaats op 23 november 14:00 uur in Ouwehands Dierenpark Rhenen.
Ga voor meer informatie naar aangespoeldeverhalen.wordpress.com
Auteurs: Elly van Driel, Esther van der Ham, Marianne Leerkes, Guido Mortelmans, Lucy Neetens, Guus Norden, Rinske Oenema, Tinke van der Poll, Janine van de Raadt, Alexander Roessen, Titia Schut, Marieke Simons, Melania Somers, Remda Spoelstra, Joke Zwaal.
Titel: Aangespoelde verhalen
ISBN/EAN: 978-94-92844-61-3
Formaat: A5
Pagina’s: 202.
Het boek is verkrijgbaar via de uitgever: www.droomvalleiuitgeverij.nl, bij alle (online)boekhandels.
Nog geen vertoningen
#Alexander Roessen#Antoinette Kalkman#Elly van Driel#Esther van der Ham#Guido Mortelmans#Guus Norden#Janine van de Raadt#Joke Zwaal#Lucy Neetens#marelle boersma#Marianne Leerkes#Marieke Simons#Melania Somers#Remda Spoelstra#Rinske Oenema#ThrillerAcademie#Tinke van der Poll#Titia Schut#uitgeverij Droomvallei
0 notes
Text
Stuurloos
Like dit verhaal ook op Sweek.com https://sweek.com/s/BwkBaggHCQUEAA0JAQdsBAg=/Alexander_Roessen/Stuurloos-MicroBoot
(foto: Pixabay.nl)
1 totaal aantal vertoningen, 1 aantal vertoningen vandaag
0 notes
Text
Kapitein Bakkebaard en de woordenschat
‘Arrr! Kapitein Bakkebaard!’ ‘Wat is er, matroos?’ schreeuwt de kapitein naar het kraaiennest. ‘Arrr! Land in zicht!’ ‘Weet je het deze keer zeker?’ De matroos schuift zijn ooglapje voor zijn andere oog. ‘Arrr! Recht vooruit.’ Kapitein Bakkebaard stevent recht op het voordek af, pakt zijn verrekijker en schuift het uit. ‘Drie bergen, de kleinste in het midden. Precies zoals het op de schatkaart stond,’ mompelt hij. Achter hem wacht de bemanning gespannen af. ‘Matroos, zie je kapers op de kust?’ ‘Arrr! Nee, kapitein!’ ‘Matroos! Dat ge-arrrr. Is dat echt nodig?’ ‘Arrr! Hoe weten we anders dat we piraten zijn?’ Een luide arrr rolt over het dek. Kapitein Bakkebaard richt zich tot de bemanning. ‘We vechten als Schotten, stelen als Spanjaarden en zuipen als Hollanders. Bij elke zin arrr schreeuwen, dat maakt ons piraat?’ ‘Arrr! Arrr!’ klinkt het instemmend. De kapitein wrijft over een van zijn bakkebaarden. ‘Goed dan. Stuurman! Werp het anker uit. Laat de sloepen zakken. We gaan aan land!’ ‘Aaar, kapitein! Bootsman, strijk de zeilen. Aaar! Werp …’ ‘Stuurman, niet jij ook al? Dat klinkt nergens naar.’ ‘Aaar! We moeten de mannen tevreden houden nu we zo dicht bij de schat zijn … O ja, Aaar!’
‘Aaar! Hoever is het van het strand, kapitein?’ vraagt de stuurman als hij uit de sloep en op het strand stapt. Kapitein Bakkebaard denkt aan de schatkaart. ‘300 passen west, 150 noo… Argh!’ ‘Aaar! Argh, kapitein? Aaar!’ ‘Argh, sukkel. Ik ben geraakt … Muiterij. Hij heeft ons voor het lapje gehouden … Arrr…gh.’
1,586 total views, 12 views today
0 notes
Text
Korte verhalenbundel Horizon Taal
Nu beschikbaar: Horizon Taal, een korte verhalenbundel door deelnemers van de schrijfvakanties van Marlen Visser. 27 korte verhalen, 27 auteurs.
Horizon Taal omvat een verzameling van korte verhalen, die hun oorsprong vinden in de schrijfvakanties van schrijfcoach Marlen Visser. Deelnemers van de schrijfweken lieten zich inspireren door de glooiende heuvels in midden-Italië en de oneindige vergezichten op de Waddenzee. Hier schreven zij hun verhalen, die ontroeren, doen huiveren en tot nadenken aanzetten. Zo vindt er een moord plaats met een nagelschaartje, jaagt een rat in een toiletpot iemand de stuipen op het lijf, heeft de Limburgse maffia haar werkterrein verplaatst naar Montesoffio en laat ongenode gast Willem zich niet wegsturen uit een reeds bezet appartement.
Met verhalen van: Yfke Brandhout, Irene Campfens, Diana Cotteleer, Angéla Haegmans, Harry Heijkoop, Carolien Hennekam, Margareth Hillebrandt, Angela Holland, Joyce van Hooijdonk, Monique Hoolt, Annette Hulscher, Giovanna Jansen, John Jansen, Miriam Joosse, Ingrid Lub-de Vries, Lianne Molenbroek, Caroline Nelissen, Anja Pronker, Theo van Rijn, Alexander Roessen, Samantha Stroombergen, Zjors van Unen, Gaby Visser, Marlen Visser, Marijke Vos, Ingrid de Vries-Hogenkamp, Ivonne Zwart
Horizon Taal zal zondag 10 maart worden gepresenteerd tijdens de jaarlijkse terugkomdag van deelnemers aan de schrijfvakanties van Marlen Visser.
Kijk hier voor de Unboxing video van Marlen Visser
Horizon Taal is voor €15 (excl. verzendkosten) verkrijgbaar via Mijn Bestseller.nl en via Bol.com
318 totaal aantal vertoningen, 5 aantal vertoningen vandaag
#agriturismo country house montesoffio#Angéla Haegmans#Angela Holland#Anja Pronker#Annette Hulscher#Carolien Hennekam#Caroline Nelissen#Diana Cotteleer#Gaby Visser#Giovanna Jansen#Harry Heijkoop#Horizon Taal#Ingrid de Vries-Hogenkamp#Ingrid Lub-de Vries#Irene Campfens#Ivonne Zwart#John Jansen#Joyce van Hooijdonk#Korte verhalenbundel#Lianne Molenbroek#Margareth Hillebrandt#Marijke Vos#Marlen Visser#Miriam Joosse#Monique Hoolt#Rederij Vooruit#Samantha Stroombergen#Theo van Rijn#Yfke Brandhout#Zjors van Unen
0 notes
Text
Beperkt - MicroAarde
De aarde glijdt door mijn vingers. Ik kan niet meer overeind komen, mijn spieren weigeren. Ik plant mijn handen in het warme bed. Mijn armen trillen, de kracht ontbreekt om mezelf omhoog te duwen.
Rustend op een knie, verzoek ik de god van de spierkracht mij te verdoemen en langzaam reik ik naar de hemel.
Ik geef mezelf een schop en plaats het deken van half vergane bladeren terug over de vers omgewoelde grond. Een voedingsrijke bodem is ideaal om iets te verhullen.
Uitgeput kijk ik om mij heen en zie de versteende herinneringen aan de andere kant van de omheining. Vergeten levens. Een blijvend in memoriam voor thuisblijvers. In de nacht heeft een begraafplaats iets sereens. Een wereld van verschil vergeleken met de storm dat ons geregistreerd partnerschap was. Alhoewel de afloop hetzelfde is, doodgebloed. Het was een ongeluk, maar toch. Een uit de hand gelopen ruzie over geld, waar anders over. Een handgemeen, een duw. De vorm van de salontafel permanent in haar schedel.
Ik rol de lege plastic zakken op, ik wil het milieu natuurlijk niet vervuilen met niet-afbreekbaar materiaal, of sporen. Het huis had ik voor vertrek gereinigd, de kettingzaag achter in de auto geplaatst om op een andere locatie te begraven.
Geen herinnering in steen gebeiteld. Geen “hier ligt Sarah, ze zal worden gemist”. Een nietszeggend perkje achter de begraafplaats buiten het dorp. Weggestopt, vergeten. ‘Ik moet hiermee zien te leven, Sarah. Zelfs in de dood kun je alleen maar aan jezelf denken.’
Like dit verhaal op Sweek: Beperkt #MicroAarde https://web.sweek.com/story/AAQGaggHCQUEAA0JAQdsBAg=
Nog geen vertoningen
0 notes
Text
Oog om oog - MicroDate
Ik pak zijn hand. Die vertrouwde hand. Onafscheidelijk vanaf onze eerste date. Hij vroeg mij, als een echte heer. De charmeur. Ik viel voor zijn grijsgroene ogen. De rest van zijn lichaam was ook fijn. Hartstochtelijke liefde, sensuele seks. Vanaf dat moment wist ik het; Rick was van mij. Mijn alles, mijn zielsverwant.
Hij bleek ook van anderen te zijn. Onafscheidelijk tot aan de voordeur. Ik vergaf hem. De eerste keer, daarna weer. Die grijsgroene ogen, zijn lach. ‘Sorry schatje, het was eenmalig. Het betekende niets. Jij bent alles voor me, Maurice.’ Keer op keer geloofde ik hem, vertrouwde ik hem als hij met zijn hand over mijn lichaam streelde. Mij diep in de ogen keek of zachtjes in mijn oor beet. Ik kon hem niet weerstaan. Maar ik hield mezelf voor de gek. Hij zou nooit alleen van mij zijn. Hij kon het niet helpen. Hij was geen man om zich aan een iemand te binden. Het benauwde hem. Ik wilde hem niet delen. Hij was van mij.
Een moment staar ik naar zijn grijsgroene ogen. Uitdrukkingsloos kijken ze mij aan vanaf de bodem van de glazen pot. De glans is ervan af. Stralen doen ze al een tijdje niet meer. Net zo min als die van Fred. Ik ververs de ethanol, plaats de hand terug en sluit de pot weer hermetisch af. ‘Tot gauw, schatjes.’ Ik knipoog naar de verzameling potten en sluit de kelderdeur achter me.
Like dit micro verhaal ook op Sweek.com
32 totaal aantal vertoningen, 3 aantal vertoningen vandaag
0 notes
Text
Leuren om liken
De jaarlijkse schrijfwedstrijd van Editio is weer in alle hevigheid losgebroken. Dit jaar doe ik mee met twee, relatief, korte verhaaltjes. Dus leuk als je het verhaaltje lees, nog leuker als je het verhaaltje liked. Naast de jury beoordeling wordt er ook een publiekswinnaar gekozen namelijk.
(klik op het plaatje om naar het verhaal te gaan)
Gevangen in tijd
Onherkenbaar
Gewoon lezen is natuurlijk ook goed. Reageren mag ook. Delen ook. Alles is lief.
108 totaal aantal vertoningen, geen vertoningen vandaag
0 notes