#woord en beeld
Explore tagged Tumblr posts
Text
Lezen tegen uitgeblust zijn
Schrijfster Joke van Leeuwen; bron beeld: npo.nl Over De metro van Magnus van Joke van Leeuwen Als je uitgeblust bent – vermoeid van al het gedoe de hele dag, op het randje van instorten -, heb je het literaire equivalent van een warme kop thee nodig, die je in alle rust nuttigt. De metro van Magnus is die kop thee. Dit vrolijke, speelse boek vult je hart met vreugde, omdat het bruist van…
View On WordPress
#20-ste en 21-ste eeuws#bruisend#conducteur#kaartje knippen#kinderboek#Magnus Melk#metrokaart#NL#oma#ouders#schrijfster#speels#stations#uitgeblust#vermoeid#vreugde#vrolijk#woord en beeld
0 notes
Text
Hoi allemaal.
Ik ben blind en krijg een kindd. Leuk een baby natuurlijk. Maar hoe ga ik het doen met de verzorging, voeding, hoe beleef ik mijn zwangerschap? Allemaal vragen die ik ga beantwoorden doormiddel van deze wekelijkse blogs.
Voordat we beginnen wil ik wel even zeggen dat deze blogs niet gepost worden voor het trekken van aandacht, maar juist om een inkijk te geven in het leven van een blinde mamma to be. Gewoon een weekelijks stuk om te lezen met humor, mijn belevingen en verhalen over dingen die ik mee maak nu ik zwanger ben en ook alle bijbehorende controles krijg en dingen moet gaan regelen. Veel plezier met het lezen. En tot de volgende.
Zwanger, van test tot 10 weken.
In deze blogs ga ik jullie weekelijks meenemen in het moederschap. Maar niet zomaar “normaal” moederschap, nee, het moederschap als je, net als ik, volledig blind bent. Welke dingen zijn vanzelfsprekend en welke niet? Richt je de babykamer anders in? Waar loop je tegen aan bij het zwanger zijn en krijgen van een baby? Hoe lees je je zwangerschapstest af als je deze niet kunt zien? Hoe beleef je je echo’s? Leuk, al die vragen maar er komkt zoveel meer bij kijken, Maar naast al die vragen neem ik jullie ook mee bij de leuke, grappige, frustrerende of juist onverwachte meevallers.
De test.
Tja, je bent al een paar dagen over tijd, en dan? De wel bekende zwangerschaps test. Een test met streepjes kan je als visueel beperkt persoon “moeilijk” of niet aflezen, natuurlijk had ik ook gewoon kunnen wachten tot man lief thuis was van zijn werk, maar geduld is nooit mijn sterkste kant geweest, en wat moet je anders op een zaterdagochtend? Goed, die test dus, maar uhm, hoe ga je de test uitvoeren, want ja, leuk zoon test maar er komt wel wat preciessie werk bij kijken als je snapt wat ik bedoel. De oplossing? Gewoon, een papieren bekertje. Even het bekertje vol maken met benodigd test materiaal, wat ook nog best wel een uitdaging is, kan ik je zeggen, test erin, wachten, en dan? Dan moet de test worden afgelezen. Nou, daar gaat ie dan. Met de telefoon en behulp van AI een foto maken van de test. “Op de foto zie je een aanrecht, zeeppompje en een koffiemachine.” Leuk dat je dat allemaal ziet, maar ik wil de test in beeld, niet mijn aanrecht. Nog maar eens proberen. Enn ja hoor, “de test laat een zwangerschapstest zien met het woord zwanger in beeld.” Wat? Toch nog maar een keer proberen. “De test laat een zwangerschapstest zien met het woord zwanger op het display”. hoera! Hij is dus echt positief. We krijgen er dus een baby bij, super leuk, maar wat nu?
4 weken zwanger. De eerste aan wie ik het verrtelde, afgezien van mijn partner, was mijn moeder. Toch wel lichtelijk in paniek, want hoe gaat ze reageren? Hoe ga ik het zelf trekken? Anyway, moeders was super blij, net als man lief, gelukkig. Ik zelff moest echt wel even twee tellen na gaan denken. Maar uiteindelijk wilde we dit natuurlijk super graag, en ook ik was na eerst even te moeten wennen aan het idee, echt onwijs happy met de komst van de mini.
Gelukkig had ik al voor mijn zwangerschap wat dingen op een rijtje kunnen zetten. Welke instanties ga ik inschakelen bij hulp en training met betrekking op baby kind zorg? Gelukkig kon ik hier snel mee beginnen en was die zorg al itsjes minder.
7 weken zwanger.
En dan, de aller eerste echo. Hoe dubbel is dit? Nou, ik kan je vertellen dat het heel dubbel, maar zo mooi is, ondanks dat je het zelf niet ziet. Gelukkig heb ik een onnwijs lieve, meedenkende en bovenal, geduldige en begripvolle verloskundige prraktijk gevonden die echt de tijd neemt en alles tot in detail beschrijft en uitlegt, net als mijn partner natuurlijk. Maar ik dwaal af. die eerste echo dus, wat een mooi moment. Je hoort nog geen hartje, maar toch krijg jede bevesteging dat het goed is, dat het hartje klopt, en dat je echt ja, echt zwanger bent van een klein wondertje.
Toen kwam het moment. Hoe en waneer gaan we het aan de rest van de familie vertellen? We wisten hoe en waneer, maar dan komt het grote moment. De spanning nam toe, en eindelijk was het hoge woord eruit. Ik ben zwanger. Voor het eerst zei ik het hard op waar mijn hele familie bij was. Een raar maar mooi moment. Gelukkig heb ik een onwijs lieve, zorgzame familie die me soms letterlijk, overal doorheen sleept. Toppers zijn het.
10 weke zwanger.
De intake bij de verloskundige. We kregen een vragenlijst die ik moest invullen met mijn partner, maar helaas, een ontoegankelijke website voor mensen met een visuele beperking. No worries, de vragenlijst werd ingevuld en ik ging opzoek naar een manier om ontoegankelijke informatie voor mij toch toegankelijk te maken. Helaas, zonder succes. Ook de kraamzorg moest natuurlijk geregeld worden maar, helaas. Ook die website was niet goed toegankelijk voor een blind persoon. Maar gelukkig waren ze er weer. De verloskundigen, die samen met ons meteen de kraamzorg regelden. Helden zijn het.
Hebben jullie nog vragen?
Toen kwam de vraag of er nog vragen waren. Tja, die waren er zeeker. Toen ik aangaf dat ik de periode tussen de eerste echo en de twede best wel lang vond en ik me zorgen maakte bood de verloskundige aan om een snelle echo te maken en ook, bij hoge uitzondering het hartje te laten horen. Oh my god, wat een moment. Zo mooi. En ja hoor, daar kwamen ze dan. De tranen. Zeker omdat ik natuurlijk geen fotos echt kan bekijken was dit super speciaal en bijzonder. Als je volledig blind ben en je dus niet meteen van je kindje kan genieten op een echo is het luisterenn van de hartslag the next best thing.
Tien weken dus, zo ver ben ik nu. Wat be ik nu al trots. Op mijn nee, ons kindje. Op mijn partner die me zo goed steund en super lief is. Op m’n familie die mee enken in oplossingen, die aan komen met twede hands baby spullen, die aanbieden om mee te gaan naar echo’s, ik ben blij met ze. Volgendeweek zijn we er weer. Tot dan.
4 notes
·
View notes
Text
(zonder titel)
HET WOORD | Er ontsnapte me een zachte kreet van enthousiasme toen ik de geborduurde tekst onderaan dit werk goed gelezen had: Iconic Cry. Iets werd geraakt in mij. Hoe intiem is dat 'cry', want ik dacht onmiddellijk aan een mens. En dan dat 'iconic', waarmee het intieme verbonden wordt aan het universele. De mens die schreeuwt, huilt, roept. Iets van binnen moet naar buiten. Het innerlijke wordt uitwendig, krijgt vorm. Er komt lucht bij te pas. Niet die ene mens, maar Mens. En de mens heeft altijd genoeg gehad om uit te roepen, om om te huilen of luid te verkondigen. De oudste oorsprong van het woord 'icoon' is het Griekse woord voor 'gelijken op'. 'Iconisch' betekent 'kenmerkend' en 'beeldbepalend'. Altijd is er sprake van een relatie tussen het ding en iets anders waar het voor staat. Soms is dat ding zelfs het ultieme ding. Maar wat betekent dan toch 'iconic cry'? Is het de kreet die voorafgaat aan het woord, al bijna taal maar nog niet? Ooit, in de oertijd van de taal? Misschien wel in de oertijd van elk mens, de eerste kreet van de pasgeborene. Het verbonden zijn heeft plaatsgemaakt voor het afgesneden zijn. Lucht stroomt de longen binnen. Een kreet.
HET BEELD | En dan is er het beeld natuurlijk. Die blauwen, die structuren, rondzwevende vormen. Drukken ze op die onderste rand van kleuren, of rusten zij daarop? Precies daar komen de handen van de kunstenaar tevoorschijn, handen die draden spannen en weefsels maken. Er is achter en er is voor, er is ruimte en er is oppervlak, er is zuiver kleur en er is kleurmaterie, er zijn vormen die ontstaan zijn en vormen die gemaakt zijn. Alles is even aanwezig. En dan de woorden, die in het werk zelf zijn geborduurd! Woord wordt beeld. Beeld wordt ding.
Voor het talige wezen dat ik ben, schieten woorden tekort. Ik moet mijn ogen het werk laten doen. Het was vooral mijn geest die keek.
3 notes
·
View notes
Text
Nationale natuurhistorie uit de kringloop
Uitdragerijen
Vroeger, toen ik nog in Zoetermeer woonde, slenterde ik regelmatig door de periferie van de Haagse binnenstad. Dat deed ik om de boel de boel te laten, de tram voor wat het was en gewoon een beetje te kijken. Ik wandelde dan op mijn dooie gemak van mijn werk in de Schilderswijk naar het centraal station. Onderweg deed ik standaard een aantal uitdragerijen aan. Niet zelden stapte ik aan het eind van zo’n wandeling met een mooi boek, een interessant relikwie of een antiek meubelstuk de trein in.
Tegenwoordig woon ik niet meer in Zoetermeer, fiets ik naar mijn werk en kom ik nog maar zelden in de Haagse binnenstad. Aan de uitdragerijen breng ik logischerwijs dus ook bijna nooit meer een bezoek.
Prijs in de kringloopwinkel
Door een productiefout in de kortelings aangeschafte skatebroek van mijn zoon, moest ik vandaag in de Haagse binnenstad zijn. De broek moest namelijk geruild worden. En omdat het een kleine moeite was, zo ben ik, zou ik dat wel voor hem doen. Om het onaangename met het aangename te combineren besloot ik de heenweg te gebruiken om enkele uitdragerijen te bezoeken. Van dat plan kwam echter niets terecht. Van alle uitdragerijen die mij heugden bestond en nog maar een. En die was gesloten! Enigszins teleurgesteld ruilde ik de broek en nam de kortste weg naar huis.
Amper op gang, viel mijn oog op een kringloopwinkel met een uiterlijkheid van een ouderwetse uitdragerij: bruin, stoffig en een etalage vol met zooi. Terstond stalde ik mijn fiets tegen de dichtstbijzijnde lantaarnpaal en stapte naar binnen. Eenmaal binnen bleek het opgeruimder dan gedacht. Alles was, zoals dat ik een kringloop winkel hoort, netjes uitgezocht en gerubriceerd. Er was zelfs een kast die dienst deed als antiquariaat. En in die kast vond ik tot mijn verbazing twee werken van Tiberius Cornelis Winkler (1822 - 1897) en een van Eli Heimans (1861 - 1914). Ik mocht het trits tot verbazing van de kasbediende en mijzelf voor vijf euro meenemen. Een habbekrats wanneer je bedenkt dat het werk betreft van twee ware coryfeeën van de Nederlandse natuurwetenschappen. Natuurhistorie van meer dan 100 jaar oud!
het Geologie-boekje en twee jaargangen van Kennis en Kunst.
Het Geologie-boekje van Eli Heimans
Het ‘Geologie-boekje’ uitgegeven in 1913 is het laatste werk dat Heimans voltooide voordat hij in 1914, tijdens een geologische excursie in het Duitse Gerolstein, plotseling overleed. Net als veel van zijn andere werken is het boekje een poging tot het populariseren van de natuurwetenschap.
De omslag en twee platen uit het Geologie-boekje.
Kennis en Kunst van Tiberius Cornelis Winkler
Ook Winkler had als doel de wetenschap aan de gewone man te brengen. Zijn geïllustreerde volksboeken ‘Kennis en Kunst’ waar ik jaargang 1867en 1868 op de kop tikte, zijn daar een treffend voorbeeld van. Winkler bundelt in deze boeken zeer uiteenlopende artikelen en verhalen over wetenschappelijke onderwerpen en kunst die voor een leek te begrijpen zijn. Er doorheen bladeren moet toen ter tijd een fantastische ervaring zijn geweest. In woord en beeld maakte je kennis met natuurschoon, cultuur, kunst en kennis van over de hele wereld. Ook nu is het een feest om doorheen te bladeren. En niet alleen vanwege het tijdsbeeld en de mooie afbeeldingen, maar ook wegens de productiviteit en bevlogenheid waarmee een man de wetenschap in zijn breedste zin promoot. Wat dat betreft heb ik als Brilmans nog een lange weg te gaan!
Enkele afbeeldingen uit Kennis en Kunst 1868.
Lees meer
Biografie van Eli Heimans (1861 - 1914)
Tiberius Cornelis Winkler
#Eli Heimans#Heimans#Winkler#T. C. Winkler#Boeken#books#scientific illustration#science#natuurwetenschap#natuurhistorie#kringloopwinkel#curiosa
3 notes
·
View notes
Text
HET VARKEN OM TE REFLECTEREN OP LEVEN EN WELZIJN
Het meest schrijnende voorbeeld in de uitgave "Een dier / een mens" van hoe wij omgaan met de voor grootschalige consumptie in aanmerking komende dieren is wel de varkens die menselijke karaktertrekken krijgen aangemeten: Het vrolijke varken – Ironie voor kinderen (en volwassenen). En dan natuurlijk vooral deze die een lach op het gezicht brengen: varkens op de motor, een big als baby, parende varkens en zuipende biggen. Het is een serie van kleine olieverfschilderijen die Jaap de Ruig maakte naar aanleiding van kinderspeelgoed en sierbeeldjes. Het zet ook de sfeer van het boek, de tendens van zijn kunst.
Het boek “An animal / a human being” van Jaap de Ruig geeft een samenvatting van zijn oeuvre in de kunst. Feitelijk een portfolio bij zijn CV, om eens mee te leuren langs de deuren van musea, galeries en andere tentoonstellingsruimten. Om zelf een overzicht te hebben van wat eens gemaakt is, de arbeid vastgelegd als een fotoboek met beschrijving. Het is een levend document, want het werk gaat door – er is nog voldoende om over te verhalen, aan te klagen, tegenaan te schoppen. De Ruig brengt onderhoudende maar gelaagde kunst, beelden die naast boeiend te zijn aan het denken zetten. In veelal confronterende afbeeldingen en ironische animaties houdt hij mij een spiegel voor en reflecteren mijn negatieve gedachten positief.
Dieren zijn een vast gegeven in het werk van Jaap de Ruig. Hij maakt abstracte fabels die uiterst werkelijk aandoen. Het dier krijgt menselijke trekken, terwijl de mens zich gedraagt als een beest ten opzichte van dat dier. De mens kan beestachtig zijn, terwijl het dier dat nooit is. Eerst zijn de meest wilde dieren buitenshuis en tussen de kieren en in de gaten binnenshuis onderwerp van aandacht, later richt de kunstenaars zijn blik op de landbouwhuisdieren. Hij observeert deze in hun habitat, en brengt die leefwereld binnen in de omgeving van de stad. De moderne mens, niet plattelands, is de koe en het varken vergeten als levend dier. Zij zien enkel nog de riblap en het biefstuk op het bord liggen, smakelijk en geurig bereidt door de chef-kok met michelinster.
Jaap de Ruig is fotograaf. Later omarmt hij de beeldende kunst en kort daarna is de film ontdekt om zijn vreselijk vleselijk verhaal te kunnen verbeelden. “Ik hou van video”, schrijft hij in een essay in de staart van het boek. “Het is beeld en geluid en woord. Het is fantasie en realisme. (…) Het is als vuur, zowel nuttig als gevaarlijk. Het kan koesteren en ontluisteren, het kan democratisch of onderdrukkend zijn, een machtsmiddel in handen van zowel actiegroepen als overheden.” Eerst legt hij de wereld om zich heen in binnen- en buitenland vast, als documentatie van interessante taferelen en bijzondere mensen. In de statische platen is ruimte voor de dynamiek van het alledaagse. Die bevroren beweging ruilt hij echter graag in voor de geschilderde analyse en geïnstalleerde reflectie. Om daarna de confrontatie te zoeken in het letterlijk bewegende beeld met het dier als hoofdrolspeler en figurant, meest als lijdend voorwerp. De beschuldiging wordt wel in bedekte termen weergegeven, in een esthetisch waardevolle omgeving of een bizar aandoend tafereel. Maar meestal is de tenlastelegging overduidelijk en in strijd met onze goede zeden. De Ruig wil confronteren, het gevecht aangaan, de mens in het hart raken, om zo het besef te laten indalen dat het zo niet verder kan en langer gaan. Hij legt de vinger op de zere plek na eerst het korstje er vanaf te hebben gekrabd. Hij maakt stinkende wonden, maar is geen zachte heelmeester.
Jaap de Ruig is een reiziger, daadwerkelijk in de wereld om van diverse plekken de dagelijkse werkelijkheid naar hier te halen. Hij zwerft door het leven en documenteert het zijn. Met zijn partner zoekt hij het contemplatieve avontuur. Leven in en van de natuur, bij wijze van spreken aan de basis van het bestaan. Daar is de ontmoeting met het dier om de donkere kanten van het bestaan te onderzoeken. Lijden, dood en de strijd tussen mens en natuur en tussen mensen onderling tekenen vooral op de plek zelf en na thuiskomst verbeelden deze zijn inspiraties en composities. Om een punt te maken vervormt hij de realiteit tot meest groteske scènes. Afstotend wanneer hij een kadaver opgraaft of gestorven dieren cremeert boven een vuurton. Het slachten en bereiden van een muskusrat. De handelingen zonder toeschouwers legt hij vast op video. “Afkeer voel ik niet, integendeel, ik schrik ervan, zo vertrouwd is het”, schrijft hij in een dagboek. De schone as en verkoolde botjes gaan in glazen flesjes. De rat wordt smakelijk gegeten. Naast iedere foto van een dode muis, in totaal 144 die in Amsterdamse woningen overlast bezorgden, is een reageerbuis gehangen waar de as van datzelfde dier inzit. Dan zal de lezer van het boek vast met een vies gezicht de blik afwenden of zich met plaatsvervangende schaamte afvragen hoe een mens zoiets smerigs kan bedenken en tot kunst verheffen.
De Ruig bedenkt verrassende composities met de dierenwereld als inspiratie. Bijvoorbeeld de 160 zinnen die de handelingen op een boerenbedrijf beschrijven, de spinnenwebbollen waarin rag en dode spinnen en vliegen zijn gerold, de spinnenwebbenwand met spinnen in hun web als huisdieren die verzorgd en uitgemest moeten worden, een menselijk wezen dat een eindeloze strijd op leven en dood voert met een kever. Enkele voorbeelden in de schier eindeloze reeks van kunstzinnig spottende opwellingen die Jaap de Ruig tot de buitengewoon zeldzame beeldbouwer maakt die hij is.
De kunstenaar komt op creatieve vondsten, maar ziet ook artistieke aanknopingspunten in eigen leven en dat van anderen. Vooral het zijn van nomadische groepen mensen in buitenlanden spreken hem aan. De andere manier van kijken naar het dier. In coronatijd is zijn eigen lichaam onderwerp van onderzoek. Door dit lijf in beeld te manipuleren geeft hij een andere betekenis en gedraagt zich meer dierlijk. Het varken geeft De Ruig een individueel welhaast menselijk gezicht. In de moderne veehouderij worden de dieren genummerd, maar de kunstenaar geeft hen persoonlijke identiteit terug waardoor ze uniek zijn. Dat is schone schijn en stimuleert anders kijken en denken. Het kan openbaar gemaakt, gezien worden, in tegenstelling tot slachttaferelen en -geluiden van varkens, het orkestrale requiem laat zich enkel in een kijkdoos vertonen. Zo prikkelt de kunstenaar de zintuigen. Is er emotie in afkeer, kan de mens tot tranen toe worden bewogen. Denk je het eens in, stel je het eens voor. Kijk naar de poes op je schoot, aai de hond naast je op de bank en denk aan de varkens die als ratten in de val eindigen aan vleeshaken.
Het is niet alleen de alleseter die in het boek te kijk wordt gezet, de omnivoor die geen oog heeft voor de hem en haar omringende schepping en er naar believen en wellust mee omgaat. Het boek is meer dan een aanklacht. “Een dier / een mens” is de zienswijze van de kunstenaar die met de kunst als middel een ommekeer in denken en doen teweeg wil brengen. Dat kan in schurende bitterheid, maar ook met beschouwende schoonheid. De natuur gaat de eigen gang en is onverschillig in tijden van crisis. De flora en fauna acteert op een hoger plan dan de homo sapiens, het intelligente primaat, dat doet. De mens is zo dom als het achtereind van een varken, terwijl dat varken zo slim is als een vos in schaapskleren. Met de cognitieve vaardigheden als van een hond of een dolfijn zouden wij onze relatie met hen moeten heroverwegen. Jaap de Ruig doet een poging daartoe en schaart bigmans meteen onder al die andere dieren die zuchten onder de hegemonie en zelfverzonnen suprematie van de rechtopstaande en tweevoetig zich voortbewegende mensachtigen.
Een dier / een mens – An animal / a human being. Jaap de Ruig. Uitgeverij Caprae, 2024.
0 notes
Text
ctrl shift enter
okt 2024 | theaterstuk
Als onderdeel van het Arnhems Stadsatelier maakte ik een nieuw theaterstuk onder begeleiding van Theater aan de Rijn. Ik onderzocht twee weken lang de wereld van reality shifting en Formule 1-fanfictie. Hierbij werkte ik weer samen met acteurs en nam ik voor het eerst de rol van regisseur op me.
Het stuk wat daaruit voortkwam heet ctrl shift enter en zal in een nieuwe versie te zien zijn tijdens de performance night van The Hub Arnhem op 5 februari 2025. Het onderzoek over fancultuur en reality shifting gaat door!
"Mel is gefascineerd door het internet en zijn bewoners en onderzoekt interpretaties van deze wereld. Hen zoekt de grenzen op tussen de virtuele en de fysieke werelden. Onderwerpen als rollenspel en de afstand tussen fantasie en realiteit staan hierbij centraal. Bij Theater a/d Rijn onderzocht Mel het theater als medium en maakte nieuw werk via woord, beeld en digitale tools."
Foto's door Amber van den Heuvel.
lees meer
0 notes
Text
GOD tot de profeet van de eindtijd, die ...
waarschuwde... en waarschuwt tegen :
Satans illusionaire wereld /matrix en speelgoed is altijd fascinerend/imposant/en heel vindingrijk en zorgt voor geweldig entertainment en is heel "handig" en slim/geniepig/achterbaks/listig/sluw/verraderlijk en schadelijk/dodelijk/giftig voor geest, ziel en lichaam... en werkt verslavend... en maakt de gebruikers tot zijn slaven om ze mee te nemen naar het eeuwig verderf. Opb.14. Hij/Satan wil verhinderen dat mensen GOD geloven... en Hem volgen tot hun heil en zaligheid IN Christus Jezus in gehoorzaamheid des geloofs, volgens het ware Evangelie/reddende boodschap van GOD. Satan/Lucifer wil mensen onder de heilige woede-oordelen van GOD brengen of houden... en/of rijp maken voor ... of meenemen naar ... de plaatsen van eindeloze pijniging of zelfvernietiging of hades/scheol/dodenrijk en kwellingen aldaar en /of als eindbestemming : De tweede dood.
Dit zegt GOD tot de profeet van de eindtijd, die spoedig in Israël in het Midden-Oosten zal optreden als een van de twee kandelaren :
"U hebt hetgeen IK U gaf voltooid... en zult spoedig daar zijn waar uw Here gekruisigd werd, Sodom en Egypte, om hen tot getuigenis te zijn. U bent bij de meesten totaal onbekend, omdat IK U nog onder Mijn Hand verborgen hield. Spoedig echter zult U voor alle natiën en volkeren der aarde openbaar worden volgens Mijn heilige wil en woord en voorbestemmend werk. IK BEN. Uw medestander in dit heilige werk is reeds voorbereid en wacht eveneens op dat ogenblik der overplaatsing. IK BEN."
"Mijn Geest/Engel zal nog in deze laatste seconden op Mijn heilstijd-agenda, van uit de eeuwigheid gezien, nog een korte bazuinstoot doen klinken over de gehele aarde ter opwekking van hen, die IK nog wil voorbereiden op Mijn komst ten heile voor de Mijnen... en ten oordeel over allen, die de wereld en de Hoer Babylon en het Beest meer lief hadden dan Ons en Ons hemels Koninkrijk en Onze gerechtigheid en ware heilswerk. IK BEN."
"Zie, de tijden waarin gij leeft zijn de tijden der vervulling van Onze heilige woorden van Onze heilige geschriften, ook al wordt dit nog steeds door sommigen ontkend en bestreden die zich tegen Ons keerden/keren... en tegen Ons in Onze getuigen en getuigenissen en Ons profetisch en openbarend heilig werk. Dezen echter zijn ziende blind en horende doof en zullen, zo zij niet van Ons hemelse Ogenzalf en hemelse Orenzalf kopen/ontvangen, ten verderve gaan door Onze wraak en vergeldings- en heilige woede-oordelen ... (1) en zullen omwille van het nemen van het kenmerk/merk/teken/charagma en stigma/met scherp puntig voorwerp aangebracht, ingekrast of geinjecteerd naam, getal/nummer of de som van het getal van de naam van Het Beest, 666 - hetgeen het getal is van de naam/titel van een mens/valse profeet, in het voorhoofd of op het voorhoofd of in de rechterhand ontvangen/genomen/opgelegd/afgedwongen... door de manipulatie van het Beest uit de zee en de valse profeet/anti-christus/tegen-of andere mashiach/gezalfde/beest uit de aarde en het (zijn en hun) Beeld van het Beest/Computing-system, dat een geest ontvangen heeft... en dat spreekt/onderwijst en maakt/afdwingt dat allen kiezen moeten voor mammon en het zegel van Satan op/in hun voorhoofd en/of op/in de rechterhand zoals vermeld in ( 1) , omdat ze anders niet kunen kopen of verkopen, opdat zij in de verstrikking van het wereld-wijde-web van De Grote Spin/Anti-Christus/Satan/Lucifer en hun spin-doctors en medewerkers van het internationale vangnet/internet van de Satan/de boom van kennis van goed en kwaad en geld/bank-en handels en informatie en totale-controle-syteem en dus mammon-systeem gevangen zitten... tot hun ondergang voor de eeuwen...
Zo zij door Ons er niet meer uitgehaald worden, daar zij de wereld en haar begeerten en hun eigen oude zondige ziel en wezen en zondige begeerten meer lief hadden dan Ons en Ons heil en zaligheid... zoals deze in de Ware Aposteleer en profetische en openbarende geschriften en actuele openbaringen en profetiën en kennis en waarschuwingen geopenbaard werden/zijn... ten heile van de uitverkorenen, de door Ons gekenden en voorbestemden van voor grondlegging der schepping. IK BEN." ;
Spreekt de Almachtige GOD YHWH-Elohim, de Grote "IK BEN ", die was, is en altijd zal zijn, de Eeuwige, de Allerhoogste, de GOD en Vader van Yahushua HaMashiach/ Jesous Christos/ Jezus de Christus, de Eniggeboren Zoon van GOD.
Profetie d.d. 03.01.2024.
Ontvangen door The Wind 7. / The Candle 7. /
J.M.P. Schoonbroodt. NL. EU.
0 notes
Text
Lize Spit: "Na mijn moeders dood voelde ik me ongelooflijk licht."
Haar ouders waren gekwelde zielen die voor hun kinderen geen veilig nest konden creëren. In Autobiografie van mijn lichaam geeft Lize Spit (36) een intieme inkijk in haar niet zo wonderlijke wonderjaren. "Op mijn zeventiende was ik zo uitgeput dat ik het huis uit moest."
De beste manier om de Europatoren in Oostende niet te moeten zien, is erin gaan wonen. Misschien is het daarom dat Lize Spit er samen met echtgenoot en schrijver Rob van Essen een studio kocht. Voor hen is de betonnen monoliet in de Van Iseghemlaan niet langer een uit de hand gelopen geval van jarenzestigmodernisme, maar een knusse schrijfplek.
Zodra ik de studio binnenstap, begrijp ik nog beter waarom Spit en van Essen uitgerekend in de Europatoren een stekje wilden: je stijgt er ver boven het stedelijke rumoer uit en het uitzicht op de Oostendse binnenstad is een wondermooi rustpunt voor de mijmerende schrijversblik.
"Rob en ik leiden hier een vereenvoudigd leven", zegt Lize Spit. "In Brussel hebben we veel praktische besognes, hier hebben we zelfs geen postadres. We komen naar hier om te werken en langs de zee te slenteren."
Autobiografie Van Mijn Lichaam, het boek dat ze gisteren de wereld instuurde, ontkiemde op de zeedijk, niet ver van het Casino Kursaal. "Ik was met Rob aan het wandelen toen mijn moeder me mailde dat ze ongeneeslijk ziek was. Mijn lichaam reageerde heel hevig op dat nieuws: er flakkerde een vlam in me op, ik werd misselijk, mijn hart sloeg op hol. Op dat moment wist ik: ik ga, nee moét, hierover schrijven. Ik ben nog dezelfde dag aantekeningen beginnen maken en ben nadien nog vaak naar Oostende teruggekeerd om mijn notities om te zetten in een boek."
Dat boek ligt vanaf vandaag in de boekhandel en kan niet anders dan pakkend genoemd worden. Met de hete adem van de dood in de nek zoekt Lize Spit nog een laatste keer toenadering tot haar moeder, met wie ze haar leven lang een moeizame relatie had. Al doende onderzoekt ze ook de verstoorde relatie tot haar eigen lichaam, die haar tot op de dag van vandaag parten speelt, en taxeert ze de demonen van haar vader, die niet haar biologische vader bleek te zijn. 'Nooit eerder was het vinden van de juiste woorden zo lastig, nooit eerder was het zo noodzakelijk', luidt het op de achterflap.
Voor het eerst in haar carrière zoekt Lize Spit geen beschutting achter het windscherm van haar verbeelding: Autobiografie van mijn lichaam woont in het hokje van de literaire non-fictie. En dat is opmerkelijk, want Spit schetst in haar boek een ontluisterend beeld van het gezin waarin ze opgroeide. Haar moeder was afstandelijk, afwijzend, depressief, niet in staat zichzelf uit te drukken en verslaafd aan alcohol. Haar vader was spraakzamer, maar vertaalde zijn eigen machteloosheid in passieve agressiviteit, kleinerende uithalen naar zijn gezinsleden en op zijn beurt - alcohol kan besmettelijk zijn - drankmisbruik.
Geprangd tussen twee haperende volwassenen werden Lize Spit, haar broer en haar twee zussen het slachtoffer van wat vroeger 'een moeilijke gezinssituatie' werd genoemd, maar vandaag voluit 'emotionele verwaarlozing' mag heten. De Spitjes kregen wel kost, kleren en inwoon, maar werden niet echt gezien, niet echt gehoord en niet echt geknuffeld. 'We maakten onszelf zo klein mogelijk, om niet per ongeluk in één van jullie wonden te tasten', schrijft Spit, en alleen al in die zin zit zoveel intergenerationeel verdriet dat het pijn doet.
Autobiografie van mijn lichaam leest als een rechtzetting: nadat Lize Spit haar ouders jarenlang ontzag, eist ze de vrijheid op om eindelijk haar verhaal te vertellen. Tegelijk is het boek een monument van mededogen: Spit weigert haar ouders op het schavot te hijsen en bewijst zo dat zelfs zwaar op de proef gestelde liefde niet hoeft te ontbinden. In tijden waarin het woord vergeven steeds vaker door het woord vergelden van de baan gereden wordt, is dat hoe dan ook een opsteker.
Dit zijn de interviewomstandigheden. De schrijfster schenkt koffie uit en verzamelt wat koekjes op een bord. De interviewer zegt dank u en werpt een laatste blik op zijn vragenlijst. Een openstaand raam laat zachte zeelucht binnen, mijn bandopnemer registreert alvast de verklaringen van de krijsende zeemeeuwen.
En dan keren we terug naar de kindertijd van de schrijfster. Eerst nog wat aarzelend, maar al gauw zonder steunwieltjes.
Je boek geeft een onbeschroomde inkijk in je gezinsverleden. Stond Lize-de-dochter Lize-de-auteur tijdens het schrijven soms in de weg? Wilde de dochter weleens zinnen schrappen die de schrijfster wilde behouden?
"Tijdens het schrijven heb ik weinig last gehad van schizofrenie. Maar de drukproeven van dit boek heb ik bewust niet meer gelezen. Ik was bang dat ik mezelf alsnog zou censureren. Om dezelfde reden wou ik dit boek absoluut nog dit jaar uitbrengen. Ik dacht: over een half jaar durf ik het misschien niet meer."
Ben je beducht voor de reacties op Autobiografie van mijn lichaam? Leidt het verschijnen van een boek dat als radicaal eerlijk wordt aangekondigd ook tot radicale aanvallen van paniek?
"Autobiografie van mijn lichaam is het meest persoonlijke wat ik ooit heb geschreven. Het gevaar bestaat dus dat ik kritiek op dit boek zal ervaren als kritiek op mijn persoon. Anderzijds is het de eerste keer dat ik zo zeker ben van het bestaansrecht van een boek van mij. De noodzaak om het te schrijven was groot."
Waarom is Autobiografie van mijn lichaam je eerste non-fictieboek geworden? Je romans zijn ook geworteld in je eigen leven. In principe had je ook dit verhaal in fictie kunnen inkapselen.
"Ik wilde dit keer geen literaire omwegen nemen. In het gezin waarin ik ben opgegroeid, werden de dingen nooit uitgesproken. Mocht ik van dit verhaal fictie hebben gemaakt, zou ik de dingen wéér niet hebben uitgesproken. Fictie zou een eufemisme geweest zijn, een verhulling, een leugen. En dat was wel het laatste wat dit boek mocht zijn. Het was tijd om mijn verhaal zo eerlijk mogelijk op te schrijven."
Jouw verhaal is in dit geval ook het verhaal van je broer en je zussen. Heb je hun toelating gevraagd om dit boek te schrijven?
"Ik heb hen de eerste versie van mijn boek laten lezen en er nadien met hen over gepraat. En dat was niet gemakkelijk. Zij hebben niet om dit boek gevraagd en het interfereert ook met hun verwerkingsproces. Autobiografie van mijn lichaam heeft maar twee hoofdpersonages: mijn moeder en ik. Daardoor krijgen mijn broer en zussen niet de erkenning die ze verdienen en dat vonden ze aanvankelijk niet zo fijn. Maar ze begrijpen dat mijn boek een persoonlijk literair werk is, dat gebaat is bij een consequent vertelperspectef. Ze steunen me en daar ben ik hen zeer dankbaar voor."
De alcoholverslaving van je ouders lag als een verzwaringsdeken over jullie jeugd. Je omschrijft je thuis als 'een kooi met twee verwaarloosde knaagdieren, het is wachten wie van de twee de ander van ontbering opeet.'
(knikt) "Ik mocht van mezelf nooit vóórmijn ouders in slaap vallen. Ik zat altijd met gespitste oren in mijn slaapkamer, om me ervan te verzekeren dat ze elkaar heel zouden laten. Zelfs toen ik al in Brussel woonde, was ik nog aan het waken: bij elke nieuwsmel-ding van gezinsdrama’s ging ik meteen na of het zich niet in ons dorp had afgespeeld. Als mijn moeder gedronken had, was ze afwezig. Maar mijn vader werd onder invloed van alcohol juist uitdagend. Ze botsten voortdurend tegen elkaar op."
Begrijp je wat je ouders in de drank zochten?
"Het klinkt misschien vreemd, maar uit een alcoholverslaving spreekt een grote drang naar controle. Je wil jezelf op je eigen voorwaarden verwaarlozen. De controle behouden over het verlies van je controle. Mijn ouders lieten zichzelf in de steek zodat een ander het niet kon doen. Drank was in zekere zin hun beschermingsmechanisme."
Kinderen die opgroeien tussen ouders die elkaar emotioneel slopen, worden vaak chronische pleasers: ze doen er alles aan om iedereen gelukkig te houden en zo conflicten te vermijden.
"Dat was ook míj́n overlevingsstrategie. Als er in ons dorp een sociale gelegenheid was, een feest of een quiz, was ik altijd bang dat mijn ouders er niet helemaal bij zouden horen. Ik zag mezelf als de producer van hun leven: iemand die er zo onopzichtig mogelijk voor moest zorgen dat alles vlekkeloos verliep. Resultaat: op mijn zeventiende was ik zo uitgeput dat ik het huis uit moest. Uit zelfbehoud. (valt even stil) Maar noteer alsjeblieft dat mijn ouders wel degelijk hun best deden. Er was de mama die dronk, maar ook de mama die jurken voor ons naaide. Er was de papa die schold, maar ook de papa die mee verjaardagstraktaties in elkaar knutselde."
Je woonde nog thuis wanneer je vader je meedeelde dat niet hij, maar een spermadonor je biologische vader is. In je boek noem je zijn onvruchtbaarheid de voedingsbodem voor zijn woede. Heb je die theorie ooit bij hem afgetoetst?
"Nee. Maar ik weet dat zijn onvruchtbaarheid hem broos maakte. Hij vroeg zich af of hij minder man was. Of zijn kinderen hem wel als hun echte vader zagen. Mocht hij me die vragen hebben voorgelegd, had ik hem kunnen geruststellen. Maar mijn vader stelde geen vragen: hij was te bang voor de afwijzing die er mogelijk op volgde. En ik durfde evenmin het gesprek aan te gaan omdat ik zijn kwaadheid vreesde. Ook mijn ouders zaten in zo'n vicieuze cirkel: mijn moeder klapte dicht uit angst voor de woede van mijn vader, en omdat ze nauwelijks reageerde, wakkerde ze zijn woede verder aan. Ze konden gewoon niet eerlijk met elkaar communiceren. Het woord onvermogen hing als een wolk boven hun huwelijk."
Je hebt nooit proberen te achterhalen wie je biologische vader is. Waarom niet?
"Omdat ik mijn vader altijd als mijn vader ben blijven zien. Ik heb niet het idee dat er iemand rondloopt die mijn échte vader is en die ik dringend moet leren kennen. Dat mijn ouders hun bezoekjes aan de spermabank zo lang hebben verzwegen, vind ik merkwaardiger dan wat er verzwegen moest worden."
Het is merkwaardig dat je ouders ondanks hun destructieve relatie vier kinderen hebben gekregen. Zeker als je weet dat er een spermadonor aan te pas kwam.
"Mijn moeder heeft eens geschreven dat ze het gelukkigst geweest is tijdens de eerste maanden na haar bevallingen. Ik denk dat ze genoot van het woordenloze van die periodes: tegen een baby hoef je nog niet te praten, je moet alleen maar aanwezig zijn. In de zorg voor een hummeltje dat volledig van haar afhankelijk was, vond mijn moeder de intimiteit die ze tijdens de rest van haar leven ontbeerd heeft. Ze is pas zwaar beginnen drinken toen mijn jongste zus naar de kleuterschool ging en ze besefte: nu heb ik geen kleintjes meer."
Je hebt zelf geen kinderen. Heeft de kwakkelige versie van het moederschap die je als kind gezien hebt daar iets mee te maken?
"Ja. In een onveilige omgeving opgroeien, beschadigt je: ik ben nogal neurotisch en heb een behoorlijk wankel zelfbeeld. Dat zijn niet de eigenschappen die je als moeder in spe in je cv wil zetten."
In Autobiografie van mijn lichaam schrijf je over je beide ouders. Toch is het wat jou betreft een moederboek.
"Ja, omdat het in de eerste plaats over mijn moeder gaat. Ik kon mijn vader natuurlijk niet uit het verhaal weren: mijn relatie met mijn moeder werd mee bepaald door de toxische relatie die zij met mijn vader had. Maar ik heb hem niet onnodig in dit boek opgevoerd. Alleen wanneer ik dat nodig vond."
Ze gaat naar de keuken om verse koffie te zetten. De extra cafeïne is nodig, want ze heeft de voorbije nacht slecht geslapen: pre-interviewgepieker. "Ik was al aan het bedenken wat ik tijdens ons gesprek allemaal zou vertellen", zegt ze. "Tot ik me realiseerde dat ik nog niet wist wat je zou vragen. Toen ben ik er maar mee opgehouden."
Wanneer ze terug is, pluk ik zonder voorafgaande waarschuwing een markante zin uit haar boek: 'Dit is misschien loyaliteit: dat je precies weet waarom iemand is geworden wie hij is.' De vraag die ik nadien stel - of ze weet waarom haar moeder geworden is wie ze was - voelt ze al van in Middelkerke aankomen.
"Mijn moeder gaf heel weinig informatie over wie ze was", zegt ze. "Haar antwoorden op mijn vragen waren altijd variaties op 'Dat weet ik niet meer' en 'Wat vraag je me nú?' Wat ik weet, is dat er ook in haar familie mensen met een verslavings-problematiek waren. En dat ze haar pessimisme van mijn grootmoeder geërfd heeft. Mijn moeder benadrukte altijd het slechte, ze had geen taal had voor het goeie. Over mijn tweede boek zei ze enkel: 'Er staan minder spelfouten in dan in het eerste.' Ze kon nooit eens onomwonden positief over iets zijn."
Heeft ze die zwartkijkerij aan jou doorgegeven?
"Deels wel. Toen ik de Bronzen Uil won voor Het smelt, dacht ik meteen: 'Hoe erg dat ík tienduizend euro heb gewonnen en mijn broer en zussen niet.' Ik zie de keerzijde nog voor ik de medaille zie. Maar ik probeer mijn omgeving daar zo min mogelijk mee lastig te vallen."
Na de mail waarin je moeder meldde dat ze terminaal ziek was, begon je haar 'mama' te noemen in plaats van 'moeder'. Deed haar doodvonnis onvermoede tederheid in jou ontluiken?
"Ik had het gevoel dat we samen naar een neutrale plek moesten gaan. Dat ik in de tijd die ons nog restte een ultieme poging moest ondernemen om haar te begrijpen. Maar zelfs in het aanschijn van de dood lukte het ons niet om ons aan elkaar te tonen. Om een wezenlijk gesprek met elkaar te voeren. Eigenlijk communiceerde ik alleen via mijn boeken met mijn moeder. We hadden een driehoeksrelatie: er was de moeder, de dochter, maar ook de schrijfster. En via de schrijfster kwam de moeder te weten hoe de dochter over bepaalde dingen dacht. Mijn moeder schaamde zich voor de moeder-figuren in mijn boeken. Wellicht omdat ze er het verdriet van haar dochter in ontdekte."
Je moeder is begin dit jaar overleden. Maakte het feit dat je band met haar zo beschadigd was je verdriet kleiner of net groter?
"De dag waarop ze stierf, was een rare, overdonderende dag. Op de trein terug naar huis kon ik niet stoppen met huilen. Maar er was ook opluchting. Omdat mijn relatie met haar eindelijk voorbij was. Omdat ik besefte: eindelijk moet ik mij niet meer schuldig voelen omdat ík gelukkig ben en zíj́ niet. De eerste week na haar dood heb ik mij ongelooflijk licht gevoeld. Ik vroeg mij af: waarom mis ik haar niet, waar is mijn verdriet gebleven? Dan besefte ik dat ik mijn hele leven om haar verdrietig ben geweest. Dat ik mijn verdriet gewoon over zesendertig jaar gespreid heb."
Een troebele jeugd heet voor een schrijver een goudmijn te zijn. Ligt je moeder aan de basis van je schrijverschap?
"Zonder meer. Onlangs gaf ik in Duitsland een lezing. Terwijl ik in de bomvolle zaal keek, dacht ik: al deze mensen zitten hier omdat ik met mijn moeder zo'n pijnlijke relatie had. Er zijn wel meer kunstenaars die via hun werk de erkenning zoeken die ze vroeger misten. Maar om het gebrek aan erkenning van je moeder goed te maken, heb je de erkenning van heel de wereld nodig, plus die van je moeder."
Autobiografie van mijn lichaam ontleent zijn titel aan de invloed die je moeilijke jeugd op je lichaam heeft gehad. Je schrijft dat je walgt van je lichaam. Kan je uitleggen waarom?
(na een stilte) "Er was veel impliciet geweld bij ons thuis: ik heb mij voortdurend schrap gezet. In mijn volwassen leven is de bedreiging die mij als kind omringde verdwenen. Maar mijn onzichtbare spiermassa, mijn zielmassa zelfs, is nog altijd doordrongen van angst. Er heeft zich in alle regionen van mijn lichaam een verkramptheid genesteld: ik pulk aan mijn vingertoppen, bijt aan mijn nagels, heb een heel arsenaal van tics. Ook mezelf aankijken in de spiegel met mijn kleren uit, kan ik nog steeds niet. Het is moeilijk om in enkele zinnen te vatten waar dat allemaal vandaan komt. Maar ik heb het in mijn boek inzichtelijk proberen te maken. Het feit dat ik thuis nauwelijks zelfliefde heb meegekregen, speelt zeker een rol."
Een kwetsbare passage in je boek is die waarin je je kapsel verklaart: je dot dient om je lichaam, dat je te groot en te breed vindt, optisch te verkleinen. 'Zodra ik de dot maak', schrijf je, 'ben ik geen lichaam met een hoofdje meer, maar een hoofd met een lichaampje.'
(stil) "Ik had niet zoveel zin om dat te onthullen. Maar juist als je geen zin hebt om iets te schrijven, moet je het toch doen. Want dan is het wellicht belangrijk. En dat is het in dit geval ook: in mijn dot verberg ik mijn defecte zelfbeeld."
Omwille van dat defecte zelfbeeld is het voor jou niet vanzelfsprekend om van seks te genieten, blijkt uit je boek.
"Ik kan heel erg genieten van intimiteit: Robs hand vasthouden, hem tijdens het koken een knuffel geven, samen een kruiswoordraadsel invullen, ... Dat zijn voor mij heel innige, verstrengelende activiteiten. Maar seks is moeilijker, ja. Wat me aan seksueel contact beangstigt, is dat je er, ondanks het feit dat je het met z'n tweeën doet, toch alleen voor staat. Je kunt niet werkelijk in elkaar overvloeien, het is ieder voor zich. Ik vind seks prettiger wanneer er ook taal aan te pas komt. Wanneer ik niet enkel van mijn lichaam afhankelijk ben om me met mijn bedpartner verbonden te voelen. Gelukkig vindt Rob het niet erg dat ik af en toe iets zeg."
'De opluchting dat een man eens niet met een Pornhub-blik naar mijn lichaam kijkt', schrijf je over je eerste keer met Rob.
"Het was een verademing dat Rob niet verwachtte wat mijn vorige vriendjes wél verwachtten. Ik deed hem bijvoorbeeld geen plezier met alles kaal te scheren. 'Ik heb de jaren tachtig nog meegemaakt', zei hij. (lacht) Maar hoe zorgzaam hij ook met me omgaat, ik weet nog altijd niet goed waar ik in bed zin in heb. Omdat mijn lichaam en ik elkaar zo slecht begrijpen, ben ik op seksueel gebied weinig ontwikkeld."
Ben je in therapie om van je lichaam te leren houden?
"Nee. Er zijn mensen die complexloos met hun lichaam kunnen omgaan. Maar moet ik mij met hen blijven vergelijken? Misschien is het tijd om te aanvaarden wie ik ben. Om te accepteren dat ik misschien nooit ongeremd van seks zal kunnen genieten. Ik heb van het leven al meer gekregen dan ik had durven hopen: een gelukkige relatie, een goeie broer en dito zussen, veel vrienden en vriendinnen, ... Ik voel momenteel niet de behoefte om opnieuw in therapie te gaan."
In Autobiografie van mijn lichaam bezoek je vanuit je hoofd je lichaam. Ook je vriendin Bregje Hofstede schreef in Oersoep over de versmelting tussen het geestelijke en het fysieke. Is te ver van je lichaam verwijderd raken voor schrijvers een beroepsrisico?
"Schrijvers zijn tot op zekere hoogte altijd meer hoofd dan lichaam. Maar in tegenstelling tot mij kan Bregje zich wél fysiek uitdrukken. Zij legt in Oersoep dan ook meer de nadruk op zingeving: hoe kan je via fysieke ervaringen tot iets mystieks komen? Wat Oersoep en Autobiografie van mijn lichaam met elkaar gemeen hebben, is dat Bregje en ik tijdens het schrijven allebei de controle hebben laten varen. Dat we wilden zien wat er naar boven komt als je vanuit het zintuigelijke schrijft, en niet vanuit een vooraf bepaald plot."
Wat niet naar boven komt als Lize Spit de controle laat varen, is verontwaardiging. Op geen van de 387 pagina's van Autobiografie van mijn lichaam schrijft ze dat haar moeder haar ouderschap netjes ingepakt had moeten teruggeven. Of dat haar vader door een vrederechter met tandpijn ter verantwoording geroepen had moeten worden. Ik loof nogmaals haar barmhartigheid, maar werp op dat kwaadheid en mededogen elkaar niet hoeven uit te sluiten. Dat ze met het oog op een catharsis misschien zelfs beter een tijdlang haasje over spelen.
Ze schudt het hoofd: "Ik kan mijn ouders nog altijd niet op het matje roepen. Mijn voorraad loyaliteit is zelfs na zesendertig jaar nog niet uitgeput. Met dit boek trek ik wel een grens. Ik eis het recht op om mijn verhaal te vertellen. Om eens niet voor mijn ouders te zorgen. Maar ik loop niet met gebalde vuisten rond. Mijn boek is geen afrekening."
Integendeel: het bewijst dat de liefde van een kind voor zijn ouders onvoorwaarde-lijk is. Wanneer je moeder op een gegeven moment nuchter probeert te blijven, vraag je je niet af of ze dat in godsnaam niet wat eerder had kunnen doen, maar of je wel genoeg dankbaarheid toont 'voor haar opoffering'.
"Je ouders blijven altijd je ouders, hoe ze die rol ook vervullen. Zelfs op latere leeftijd is het moeilijk om je aan je ouders te onttrekken. Je kan ze wel uit je leven bannen, maar dan nog zal hun afwezigheid altijd een ding blijven. Ik ben nog maar recent beginnen inzien dat het verzuim van mijn ouders mij het recht geeft om met terugwerkende kracht kwaad te worden. En toch kan ik het niet. Laten we dat het goeie nieuws noemen: de situatie bij ons thuis was moeilijk, en triest, en uitputtend, maar niet in die mate dat ik er niet meer met liefde over kan schrijven. Er was ook veel goeds."
In het laatste jaar van haar leven schreef je moeder in een mail aan haar kinderen: 'Ik heb jullie jeugd verpest, voel me daar enorm schuldig over.' Was dat een als vaststelling vermomde vraag om vergeving?
"Ik denk het wel, ja. Ik heb haar mail beantwoord met een lijst van alles waarvoor ik haar dankbaar was. Weer die oude reflex: oh nee, mama voelt zich slecht, hoe kan ik dat oplossen? Later dacht ik: ik had haar serieus moeten nemen. Het moment moeten aangrijpen om te zeggen: ja mama, je hebt het deels wel verpest. Voor je iemand kan vergeven, moet je benoemen wat er verkeerd is gegaan."
Zou je het leven van je moeder mislukt durven te noemen?
"Het is een beetje aanmatigend om over andermans leven te oordelen. Maar haar leven is niet geweest wat het had kunnen zijn, nee. Op haar begrafenis moesten we een liedje van Kommil Foo spelen: 'Angst is maar voor even / spijt is voor altijd.' Ik denk dat mijn moeder veel spijt had. Van alles wat ze niet geweest is, van alles wat ze niet gedaan heeft."
Na haar dood werd je moeder thuis opgebaard. Jij wou er elke dag bij zijn wanneer ze verzorgd werd. Waarom?
"Omdat ze er zo vredig uitzag. Ze was dood, er ging niks afwijzends meer van haar uit. Het deed me deugd om een verzachte versie van mijn moeder te zien."
Tot slot: je schrijft in je boek dat je nog nooit een interview met jezelf hebt gelezen zonder dat je misselijk werd. Hoe komt dat?
"Dat heeft weer met mijn gebrek aan zelfliefde te maken. Als er een interview met mij verschijnt, denk ik nogal snel: 'Lize Spit, wie denk jij wel dat je bent om zoveel ruimte in te nemen? Had hier niet beter een interview met iemand anders gestaan?' (na een stilte) Er zal nog veel water naar de zee moeten vloeien voor mijn zelfbeeld hersteld is. Maar ik beloof je dat ik zal proberen om bij de publicatie van dit interview niet misselijk te worden. Om te denken: ik mag ook bestaan, ik mag ook zeggen hoe het geweest is."
We drinken onze koppen koffie leeg, de herstfzon brandt met enige moeite een gat in de wolken. We zouden daar symboliek in kunnen zien, of zelfs een teken uit het hiernamaals, maar houden het wijselijk op een speling van het lot. Een goed getimede speling van het lot, dat wel.
0 notes
Text
Vanuit een flat aan de Katendrechtse Lagedijk in de Tarwewijk wordt een verhuizing door Condor in beeld gebracht, augustus-september 1957.
De naam Katendrecht of Kattendrecht zou, volgens sommigen, zijn afgeleid van de Katten (Catten), een Duitse volksstam die omstreeks het begin van onze jaartelling in dit gebied zou hebben gewoond. Volgens anderen moet de naam in verband worden gebracht met het Zeeuwse geslacht Cats, dat hier veel bezittingen zou hebben gehad. Ook wordt het woord in verband gebracht met caten (koten, eenvoudig of klein huis). Drecht betekent veer of waterloop.
De fotograaf is Ary Groeneveld en de foto komt uit het Stadsarchief Rotterdam. De informatie komt eveneens uit het Stadsarchief Rotterdam.
0 notes
Text
We hebben alle drie @ Bazil @ Bastien apart verder geëxperimenteerd. We hadden het moeilijk om elkaar ideeën te begrijpen en hoe we het woord oneindig dat in onze titel staat te vertalen in een beeld.
We gaan proberen afbakenen, standpunten, /positie zoeken en daaruit een constructief beeld creëren
0 notes
Text
Anton Haakman schreef in het donker
bron beeld: derevisor.nl Dank voor je vriendelijke brief, en vergeef mij de vertraging waarmee ik antwoord. Ik heb wat tijd nodig gehad om mijn gedachten te ordenen. Een ontmoeting wil ik nog even uitstellen. Ik ben nu eenmaal meer een man van het geschreven dan van het gesproken woord. Ik zal proberen uit te leggen waarom. Je vraagt me waarom de nagel van mijn linkerwijsvinger messtal zwart is.…
View On WordPress
#20-ste en 21-ste eeuws#Bussum#cineast#criticus#De Revisor#Italiaanse literatuur#Kort Verhaal#redacteur#schrijver#vertaler
2 notes
·
View notes
Text
De glazen bol en de lamp
Het was ongelooflijk druk in de Kunsthal op de tentoonstelling van Ai Wei Wei. De zalen leken uit te puilen, niet alleen van mensen maar ook van kunstwerken. Het waren de laatste weken, ik had te lang gewacht. Een jaar geleden las ik zijn autobiografie '1000 jaar vreugde en verdriet'*, en was zeer onder de indruk. Zijn vader Ai Qing, een dichter die jarenlang verbannen is geweest vanwege zijn ideeën en opvattingen, ging zijn zoon voor in een geloof in mensen en rechtvaardigheid. Soms denk ik dat uiteindelijk voor mij het woord het wint van het beeld. Tell, don't show.
Eén werk op de tentoonstelling raakte me onverwacht. Wat ongelukkig geplaatst, half voor een doorgang in een kleine zaal met nog meer werken, dwong het publiek omzichtig eromheen te draaien, een beetje zoals de uit Lesbos afkomstige, verbleekte en vervuilde zwemvesten zich om een enorme glazen bol scharen. Kunstliefhebbers en vluchtelingen opeen geperst. Het voelde als ongemakkelijk. 'Niet aanraken, don't touch' staat op de vloer.
Enkele dagen later nam ik me voor nog eens goed naar de foto te kijken en over het werk na te denken. De bol samen met de eens gebruikte reddingsvesten maken een informatiebordje amper nodig. Hun metaforische werking is helder. De bol voorspelt de toekomst voor wie erin gelooft, de reddingvesten symboliseren dromen, gevaar en angst. Die door wanhopige vluchtelingen gedragen reddingsvesten zijn tot ornamenten gemaakt van een stralend ding dat niet alleen maar indrukwekkend is in zijn omvang en perfectie maar ook ijzingwekkend is. Zijn gewicht zou elk mens verpletteren. Ik fantaseerde dat het werk alleen in een grote zaal te zien zou zijn, een schrijn voor verdronken vluchtelingen. De kleine ruimte in Rotterdam maakte het ding banaler, en ongewild pijnlijker.
Ai Wei Wei is een activist, soms een anarchist en een showmaster, met ernstige motieven weliswaar en een onberispelijke ambachtelijke beheersing. Zijn werken zijn soms spectaculair en bijna altijd verleidelijk. In het overweldigende rumoer van beelden en mensen in de Kunsthal verlangde ik naar eenvoud. Nu trek ik hier met inkt en pen een dun lijntje van 'Chrystal Ball' naar 'De lamp', een gedicht** dat zijn vader tijdens of vlak na een verblijf in de gevangenis schreef:
De hoop die tot de horizon reikte
gaat nu niet verder dan deze lamp –
en hoeveel verder is de hemel!
De pijlen van het licht hebben afstanden weggevaagd
tot het punt waar die die niets meer zijn;
maar wat doet me met bevende vingers
zachtjes het schitterende gelaat
van deze lamp beroeren?
* '1000 jaar vreugde en verdriet'| Ai Wei Wei | Uitgeverij Lebowski Publishers 2021 | vertaling Koos Mebius en Gertie Mulder
** 'Sneeuw valt op het land van China'| Ai Qing | Uitgeverij Lebowski Publishers 2021 | vertaling Daan Bronkhorst
3 notes
·
View notes
Text
Wat? Mann mit Masker (Gesichtzeigen) (1981) door Wolfgang Mattheuer
Waar? Neue Nationalgalerie, Berlijn
Wanneer? 8 augustus 2024
Naast het eigenlijke museum is er bij de Neue Nationalgalerie ook een soort buitenmuseum. Beeldentuin zou een wat te groot woord zijn, want het is eerder een plein dan een tuin, maar beelden staan er wel. Na een groot deel van de dag binnen te hebben doorgebracht is het aangenaam door dit ‘buitenmuseum’ te slenteren. Er staan totaal verschillende beelden, van abstract tot figuratief. Ik beperk me hier tot één werk dat mij erg aansprak.
In het Museum der bildenden Künste in Leipzig zag ik een aantal schilderijen van Wolfgang Mattheuer en op straat in diezelfde stad zijn indrukwekkende beeld Jahrhundertschritt. Hier in Berlijn ook een sculptuur van zijn hand, namelijk Mann mit Masker(Gesichtzeigen). We zien een in pak geklede man die een schapenmasker half voor zijn gezicht houdt. Het beeld verwijst naar het spelen van een rol, waartoe veel mensen in het communistische staatssysteem werden gedwongen. Ook Mattheuer paste zich tot op zekere hoogte aan het systeem aan. Hij deed dat echter niet meer dan nodig was. In 1974 legde hij zijn functie als hoogleraar neer om weer vrij werk te kunnen maken. En dat werk bevatte niet zelden een kritische noot over het DDR-systeem.
0 notes
Text
HOE IERLAND EN IJSLAND IN DE KUNST COMBINEREN
Samenwerken aan een verhaal, een strip, een muurschildering. Reageren op elkaar of gewoon je eigen ding inpassen in het werk van anderen. Je leest en ziet dat weleens. Het is een manier om verschillende gedachten en diverse handschriften aan elkaar te koppelen om een bijzonder resultaat te krijgen. Er wordt dan een enkel product afgeleverd door een keur aan tekstschrijvers, striptekenaars en schilders. Maar het boet natuurlijk wel in aan persoonlijke kracht en verliest individualiteit. Uiteraard is dat ook niet de opzet, collectiviteit en groepsgevoel staan voorop. Het loopt uit op een experiment met een houdbaarheidsdatum.
Zo niet bij het kunstenaarsduo William-Alexander. Met de vestzakuitgave Tack-Tack reageren Wilma Vissers en Alexandra Huddleston op elkaars werk zonder zichzelf weg te cijferen. Tack-Tack, als in toewerpen of spiegelen of beter responderen, is een visueel spel dat de beide kunstenaars met elkaar spelen. Daarvan is het boekje de uitkomst ofwel weerslag, de uitdrukking en neerslag. Hierin wordt eerstens de voortgang van het spel beschreven, waarna de beelden die over en weer gekaatst worden staan afgedrukt.
In de teksten geven Wilma en Alexandra aan waarop ze reageren en wat dat voor reactie geeft. Dat is niet altijd een aanschouwelijk beeld, maar heeft wel elementen van wat gezien is in zich. Het is ook niet voortdurend nieuw werk dat op de inspiratie volgt, het kan ook een bestaande compositie zijn die aansluit op wat de ander gemaakt heeft. In de teksten over en weer komt langzaamaan het samenstellen van het boekje aan de orde om het experiment te documenteren. En komen persoonlijke aspecten om de hoek kijken. De samenspraak op papier is namelijk één-oo-één overgenomen en afgedrukt. Daardoor komen in de conversatie vervelende kwetsuren en dagelijkse handelingen voorbij, wat het verhaal naast de individuele kunst een persoonlijke noot geeft.
Beeldend kunstenaar Wilma Vissers laat zich inspireren door Ierland, terwijl fotograaf Alexandra Huddleston voor IJsland als plek van toewijding gaat. Beide landen hebben een soortgelijke onherbergzame natuur – ruwe bolster met blanke pit, zodat de inzichten daarover eenzelfde kracht en overeenkomst hebben. Maar het is nauwelijks het waarneembare land dat plaats krijgt in de kunst van William-Alexander. Het is het gevoel dat de omgeving geeft, de stemming die het los maakt. Terwijl daarnaast William nog op Alexander en andersom moet reageren om het experiment te stroomlijnen.
De ontspannen samenwerking geeft een spannend resultaat. De reacties zijn bijzonder en wijken dikwijls van betreden paden. De ene keer wordt op de vorm gereageerd, de berg, het landschap, een verkeersbord. Op een ander moment is kleur een belangrijk element om te beelden of zelfs een emotie. Zo zijn de objecten, tekeningen en foto’s visueel herkenbaar, maar in ontroering voor plek en kunst abstract. Moet de toeschouwer goed kijken en aanvoelen welke aanleiding tot wat voor reactie heeft geleid.
Het is interessant te zien hoe de gedachten van de kunstenaars zich vormen over en door elkaars werken. Wat de inspiratie heeft opgewekt om het werk of beeld te maken als dat ze hebben gedaan. De kunstenaar die zuiver abstract een eigen waarheid vormt. De fotograaf die met een realistische plaat een persoonlijke herinnering oproept. En het past! Natuurlijk, de tekst, het geschreven woord, staat het beeld bij in het uitdrukken en aanspreken. Het zet het werk kracht bij, het is het onderschrift. En om dit experiment te motiveren kan het niet los van elkaar gezien worden.
Het beeld zegt veel, spreekt boekdelen. Maar de tekst ondertitelt en verduidelijkt. En uiteraard heeft beeldende kunst geen uitleg nodig, dient het werk voor zich te spreken. Het verhaal kan het beeld juist naar beneden beschrijven, terwijl het de bedoeling is daarmee het belang te beredeneren. Het werk in Tack-Tack staat op zichzelf en spreekt voor zich. Om echter het bestaan ervan in deze combinatie te duiden is de correspondentie erover van gewicht. Jammer dat het slechts bij veertien werken is gebleven, waarbij ieder van het tweetal zeven beelden voor haar rekening heeft genomen. Ik had graag de voortgang van dit verhaal geweten, de relatie van IJsland en Ierland uitgediept gezien, de combinatie van Vissers en Huddleston verdiept gevoeld. Maar misschien is het ook wel goed zo; op het hoogtepunt stoppen en een kunstzinnige voetafdruk achterlatend. Punt.
William-Alexander.Tack-Tack : Wilma Vissers, Alexandra Huddleston. Uitgave in eigen beheer, 2024.
0 notes
Text
Een tijd van sferen
De trilogie Sferen van de Duitse filosoof Peter Sloterdijk las ik niet. Destijds vond ik zijn werk onnodig lang van stof, warrig en vrijblijvend postmodern. Daarmee bedoel ik dat Sloterdijk iedere vorm van gelijk stuk relativeerde en alles maximaal inwisselbaar en betrekkelijk vond. Niet alleen de geschiedenis, maar ook opvattingen en smaak.
Sloterdijk leek begin jaren negentig alleen zichzelf en zijn lezers serieus te nemen. Over gewone mensen.met alledaagse levens - bijna iedereen - boog hij zich weinig. In de aanloop naar corona werd dat meteen het probleem met sferen en hun pleitbezorgers: ze bevonden zich soms al ijlend dermate hoog in hun eigen atmosfeer ('peergroup'), dat anderen liever de afwas gingen doen of psychofarmaca verkozen boven het visioen van het superieure ik met oordopjes in, een literfles water in de ene hand en een kartonnen beker met sojakoffie in de andere. Neuriënd: ik ben een onbegrepen borderliner.
Ik betwijfel nog steeds of volgelingen van Peter Sloterdijk cum suis hem wel om de goede reden lezen - als ze het al doen. Sloterdijk werd een cultfiguur die in raadsels en parabels spreekt. Misschien wordt hij verkeerd begrepen, heeft hij een vorm van gelijk of ongelijk die over vijftig jaar goed worden ingeschat. Zie de late waardering van Arthur Schopenhauer en Baruch Spinoza of de posthume afgang van de lang opgehemelde Nietzsche.
Één keer zag ik de sterfilosoof Peter Sloterdijk van dichtbij. Hij was hoogleraar filosofie in Duitsland en mediaster toen hij begin jaren negentig op een avond in het gezelschap van studenten mijn stamkroeg Jenze in Maastricht betrad.
Om de lezer een beeld te geven van deze morsige pijpenla: de vijftien tot twintig (drukke avond) aanwezigen amuseerden zich bijvoorbeeld met bingedrinken, openlijk drugsgebruik, langdurige discussies die onbeslist eindigden of de sympathieke geste om een stomdronken, slapende stamgast te trakteren op brandende sigaretten in zijn neus- en oorgaten.
De professor en schrijver Peter Sloterdijk had het zichtbaar naar zijn zin. Behalve ik keek niemand op toen hij binnenkwam. Ik ging er van uit dat hij op de Universiteit Maastricht een college had gegeven of deelnemer aan een symposium was geweest.
Sinds corona vraag ik me af of ik de breedsprakige, ongrijpbare filosoof destijds beter had moeten lezen. Ik ken hem nog steeds alleen van interviews, recensies en samenvattingen afgedrukt op de achterkant van zijn boeken.
Toen ik nog een televisie had, tot vier jaar geleden, viel het me op dat het woord 'sfeer' veel gebezigd werd, bijvoorbeeld in een talkshow waar na een ijzingwekkend interview met de vader van de misbruikte en vermoorde Anne Faber de bekende Nederlander Gordon mocht aanschuiven.
Ik vond het een teken aan de wand in een tijd waar alles entertainment werd, inclusief het boek dat de vader van Anne Faber over zijn dochter geschreven had.
Tijdens corona begonnen mensen in mijn beleving hardop te ijlen. Door medicatie- en drugsmisbruik in combinatie met obsessieve vormen van internetverslaving die hen in de fuik van algoritmes liet zwemmen. Op de sociale media, en vooral op Youtube. Hun opvattingen werden conspiracy gevonden, de aanhangers door weldenkende mensen 'wappies' genoemd.
Tot die zo goed opgeleide en slimme veelverdieners de opvattingen van de wappies gingen omhelzen en propageren, ik vrees tot op de dag van vandaag.
Nu het virus latent suddert en zich wat restschade betreft laat samenvatten als poli's voor longcovidpatiënten en hun schadevergoedingen, lijkt Nederland economisch en moreel in twee kampen verdeeld; winnaars en verliezers.
De laatsten niet zelden door economische ondergang, de eersten omdat ze financiële voorspoed wisten te combineren met het mogelijk moreel superieure besef dat in deze sferische, ijle tijd ook de ogenschijnlijke verliezers bij het kamp van de succesvolle overlevers kunnen horen. Alleen hebben ze er moeite mee dat toe te geven. Ik heb de indruk dat sommigen de dood verkiezen boven hun ongelijk toegeven.
Bijvoorbeeld omdat de losers de goeddeels onnodige sterftegolf door corona al meer dan een de decennium zagen aankomen, of misschien wel een leven lang voorvoelden dat een catastrofe ophanden was, eerstens in de persoonlijke levenssfeer. De loser in kwestie, ik bijvoorbeeld, wordt vaak voor ongrijpbaar, koppig en asociaal gehouden. Vooral door mensen die hij nooit meer ziet maar die soms al meer dan een decennium zijn sociale media obsessief volgen en pas sinds corona krampachtig proberen uit te vinden wie of wat hij is, liefst door hem fysiek panisch te ontwijken.
0 notes
Text
Nederland heeft last van het kleine-honden-syndroom
Je ziet het geregeld in het straatbeeld: kleine(re) honden die zich ten opzichte van grote(re) honden lijken te moeten bewijzen door zichzelf te overschreeuwen. Daardoor geven ze het signaal af dat ze niet van plan zijn onder te doen voor hun grotere soortgenoot en er wel degelijk rekening met ze moet worden gehouden. Dit soort imponeergedrag leidt meestal tot een hoop kabaal, onrust tussen de betrokken viervoeters en ongemak bij de baasjes.
Ons land lijkt bij vlagen ook last te hebben van dit zogenaamde kleine-honden-syndroom, waarbij uitgaan van de underdogpositie geen optie lijkt te zijn. Dat kan zich uiten door bijvoorbeeld op sportief gebied niet onder te doen voor de prestaties van gerenommeerde sporters uit de grote landen. Nederlandse sporters hebben in de loop der jaren wereldwijd erkende topprestaties weten te leveren in de diverse sportdisciplines op individueel en teamniveau. Met de komende Olympische Spelen in het vooruitzicht zal de wens om de aansluiting in de top van het klassement te handhaven niet minder groot zijn geworden.
Nederland heeft daarnaast ook op cultureel gebied een naam hoog te houden. Denk hierbij aan internationaal bekende namen van onder andere beeldende kunstenaars, schrijvers, architecten en acteurs die de kunstsector rijk is en die de Nederlandse kunsteer verdedigen. Echter, de kunstsector ervaart steeds meer tegenslag en tegenwerking. Was het bijvoorbeeld niet oud-staatssecretaris Halbe Zijlstra, die in 2011 naar grootse erkenning verlangde door rigoureuze bezuinigingen in de cultuursector door te voeren? ‘De afwegingen die gemaakt zijn bij de bezuinigingen zijn desastreus voor een gezonde ontwikkeling van de cultuur. Want wanneer men onkunde als winst beschouwt, verarmt een beschaving’, sprak destijds de internationaal beroemde kunstenares Marlene Dumas over de voorgestelde plannen om de culturele sector uit te hollen en plat te walsen.
Later volgde de coronapandemie. De wereld kroop in zijn schulp en er volgde enkele jaren een noodzakelijk opgelegd gevoel van introspectie. Ook hier vielen klappen voor de culturele sector, met als verbindende thema’s: hoe houden we het hoofd boven water en is er nog perspectief? Er kwamen toegiften in de vorm van subsidieregelingen en kunstmatige tegemoetkomingen om hoop te houden en het werk te kunnen continueren. Dit neigde naar willekeur en het scheve beleid zorgde daarbij geregeld voor onrust. De flexibele creativiteit van de getroffen culturele instanties en zzp’ers die, veelal noodgedwongen, gezamenlijk aangepaste manieren vonden voor het vervaardigen en onder de aandacht brengen van nieuwe kunst(vormen), verbroederde en is prijzenswaardig te noemen.
Het volgende doemscenario diende zich al snel daarna aan. De huidige formerende politieke partijen zijn namelijk voornemens om de belasting op alles wat van culturele meerwaarde is - denk bijvoorbeeld aan boeken, kranten, musea, concerten, theater - te verhogen van 9 naar 21 procent. Dit betekent dat onze politieke leiders wederom het nut en de urgentie van kunst en cultuur in brede zin weten te devalueren tot een grootschalige hobby die te veel geld kost in plaats van dat het iets oplevert. Het kleine-honden-syndroom komt beschamend tot uiting, doordat Nederland zichzelf naar de tweede plaats lanceert op de lijst van Europese landen met het hoogste btw-tarief op cultuur.
De boekenbranche nam hierdoor op 22 mei meteen het initiatief om een petitie te starten tegen het plan van de exorbitante btw-stijging. Op het moment van schrijven staat de teller op 277.609 mensen die de petitie ondertekenden. Het toont aan dat het belang van mogen genieten van kunst, in woord, beeld en nog zoveel meer, breed gedragen wordt en dat deze btw-verhoging zal leiden tot verschraling van het aanbod, verarming van de beleving en vergroting van de kansenongelijkheid. En dat maakt het in de ogen van velen niet alleen een onverteerbaar, maar tevens ook een hondsbrutaal besluit.
0 notes