#vrije opdracht
Explore tagged Tumblr posts
Text
Deze namiddag maakten wij stop-motion filmpjes aan de hand van de applicatie ‘piximakey’ op de tablets. Hele fijne opdracht waarin de creativiteit van de leerlingen de vrije loop kreeg 🖥️📽️👏🏼
De resultaten bekijken we volgende week gezamelijk🤩
9 notes
·
View notes
Text
Verzamelgebouw Zuid, juni-september 1968
Uit het Vrije Volk van 14 oktober 1960:
'Een risico? Ja, dat was het. Maar we geloofden in dit gebouw en we hebben er met plezier aan gewerkt. Bij alle spanningen die het gaf, hebben we er onze vreugde aan beleefd.'
Het klink als een getuigenis, deze uitspraak van de heer. C. van Gelderen, directeur van de N.V. Bouw- en ï Exploitatiemaatschappij v/h C. Gestel en zo is het kennelijk ook bedoeld.
Het getuigt van de zekerheid met het Verzamelgebouw Rotterdam-Zuid een goed stuk werk te hebben geleverd. En van het vertrouwen dat het risico niet ten onrechte genomen is, dat dit enorme bouwwerk óp een centraal punt van Rotterdam- Zuid een goede toekomst tegemoet gaat.
De heer Van Gelderen sprak deze woorden aan de vooravond van de officiële opening, die zaterdagmiddag door burgemeester mr. G. E. van Walsurn verricht gaat worden. Er wordt, zoals altijd vlak voor de opening van elk gebouw, nog hard gewerkt, maar de heer Van Gelderen, die met zijn staf een deel van de tweede verdieping betrokken heeft met een ruim uitzicht op het nog wat onoverzichtelijke Zuidplein, mag het karwei nu toch wel als voltooid beschouwen.
Met dit Verzamelgebouw is een gedachte verwezenlijkt, die al vóór 1955 bij Stadsontwikkeling leefde: op de zuidelijke oever van de rivier een centraal gebouw te scheppen voor de vestiging van allerlei bedrijven. Die gedachte is, zeker in Rotterdam, niet nieuw. Bij de opzet kon zowel het Groothandelsgebouw als de Industrieflat aan de Goudsesingel als voorbeeld dienen en het is geen toeval, dat architect H. A. Maaskant, die in het ontwerpen van die twee complexen een belangrijk aandeel heeft gehad, de opdracht kreeg ook aan het nieuwe Verzamelgebouw vorm te geven.
Hij schiep een monumentaal complex, dat stedenbouwkundig een markant accent geeft aan de Zuidpleinomgeving.
Het gebouw vertoont aan de voorzijde een strakke gevelwand, slechts onderbroken door een vlak van de iets uitgebouwde kantine op de tweede verdieping. Door galerijen, die alle op het centrale trappenhuis uitmonden, wordt het voorgebouw met de achterbouw verbonden, die boven de doorlopende gelijkvloerse verdieping in drie gevels omhoogrijst.
De acht bouwlagen omvatten 19 winkels met kelder, 95 bedrijfsruimten van verschillende afmetingen en (op de bovenste etage) 15 dienstwoningen met drie tot vijf kamers. Voor 55% van deze totale ruimte is thans een bezetting gevonden.
De fotograaf is Ary Groeneveld en de foto komt uit het Stadsarchief Rotterdam. De informatie komt via delpher.nl uit het Vrije Volk van 14 oktober 1960.
0 notes
Text
”人間に近い” vrije opdracht tekst ondersteund door video voor deBuren
0 notes
Text
Na de lunch gingen we buiten aan de slag, het was bloedheet maar de opdracht was gelukkig in de schaduw. Er stond 1 bamboestok klaar en materiaal om uit te kiezen: hout, wol, ijzerdraad en lapjes. Het was een vrije opdracht en wij begeleiden ondersteunen hen in hun ideeën en creaties. Een hele vrije opdracht dus!
0 notes
Text
4 op de 5 flexwerkers en zzp’ers in de kinderopvang zouden wel weer in loondienst willen
Vier op de vijf kinderopvangmedewerkers, die nu als zzp’er of flexwerker werken, zouden wel (weer) in loondienst willen. Daarvoor moeten wel de lonen omhoog en de werkdruk omlaag. 60% van hen denkt ook dat de kwaliteit van de kinderopvang afneemt als er steeds minder kinderopvangmedewerkers in loondienst werken. at blijkt uit een onafhankelijk onderzoek door Totta in opdracht van de FNV, onder bijna 2.000 kinderopvangmedewerkers. Zij werken in loondienst, als zzp'er of flexwerker. Kans voor werkgevers Deddy Dorenbos, bestuurder FNV Zorg & Welzijn: ‘Dit is een duidelijk signaal aan de werkgever dat de lonen echt omhoog moeten om meer vaste medewerkers aan te trekken en de kwaliteit van de dienstverlening op niveau te houden. We zitten midden in de onderhandelingen voor een nieuwe cao-Kinderopvang. Werkgevers hebben nu de kans iets te doen aan behoud van kwaliteit en het terugdringen van het aantal zzp’ers.’ Werk-privébalans Een betere werk-privébalans en meer zeggenschap over de eigen agenda zijn belangrijke redenen voor zzp’ers en flexwerkers om niet meer, minder of helemaal niet in loondienst te werken. Dorenbos: ‘Daar liggen dus enorme kansen voor de sector om werknemers aan zich te binden en het aantal zzp’ers en flexwerkers te verminderen. Zorg dus voor beter voorspelbare arbeidstijden en dagen. Zodat kinderopvangmedewerkers die niet fulltime werken of willen werken niet elke dag van de week ingeroosterd worden.’ Keuzevrijheid versus zekerheid Voor flexwerkers en zzp’ers die uit loondienst zijn gegaan, is de zeggenschap over vakantie en vrije dagen verbeterd en ook voelen ze minder de verplichting om bereikbaarheids- en onregelmatigheidsdiensten te draaien. Aan de andere kant hebben ze minder zekerheid van werk en is hun vangnet bij ziekte verslechterd. Kwaliteit onder druk Van de kinderopvangmedewerkers in loondienst denkt 90% dat de kwaliteit van de kinderopvang afneemt naarmate meer collega’s hun baan in loondienst verruilen voor een zzp- of flex-constructie. Dorenbos: ‘Je ziet niet dat alleen dat de kwaliteit onder druk staat, ook de werkdruk neemt toe bij vaste medewerkers. Een groter deel van de administratieve taken, maar ook het begeleiden van de steeds wisselende kinderopvangmedewerkers komt op hun schouders terecht.’Uit het onderzoek komt ook naar voren dat een vast gezicht op de groep voor zzp’ers en flexwerkers een belangrijke reden is om (weer) in loondienst te gaan. Dorenbos: ‘Juist door het grote aantal flexwerkers en zzp’er is dat vaste gezicht voor de groep of als collega niet meer vanzelfsprekend.’ Salaris voor jonge medewerkers belangrijk Voor 61% van de medewerkers onder de 35 jaar is een hoger salaris een belangrijke reden om als zzp’er of flexwerker aan de slag te gaan. Bij 55-plussers is dat stukken lager: 21%. Dorenbos: ‘Dat geldt dus voor de jongeren die nu in loondienst werken. Om hen binnenboord te houden moeten de salarissen snel omhoog.’ Bron: FNV Read the full article
0 notes
Photo
’Gifspuit’ of Covid? Zonder afdoende verklaring oversterfte wordt mysterie aangejaagd
Elke keer als een bekend iemand op te jonge leeftijd overlijdt – een sporter, een artiest, een politicus - brengen complotdenkers op sociale media een geruchtenstroom op gang: ’Het is het vaccin!’ Ook recent, rond de dood van de 54-jarige Lisa Marie Presley, die onverwacht stierf aan een hartaanval. In Nederland zijn het mensen als Willem Engel, de omstreden voorman van actiegroep Viruswaarheid, die niet aarzelen om onverklaarbare overlijdens in verband te brengen met de coronavaccins, waarvan zij de mRNA-technologie omschrijven als ’experimentele gentherapie���.
De hoge, aanhoudende oversterfte – in 2022 stierven er veertienduizend mensen meer dan gemiddeld – is voor die vaccin-sceptici bewijs van hun gelijk. De ’gifspuit’, beweren zij, doet hier z’n werk.
Mede om dergelijke speculaties tegen te gaan pleit Tweede Kamerlid Pieter Omtzigt nu al meer dan een jaar voor een breed, onafhankelijk academisch onderzoek naar die oversterfte. Omtzigts motie, waarin de Kamer opdracht geeft tot zo’n onderzoek, werd unaniem aangenomen. „Als er hoge oversterfte is, moet je willen weten wat de oorzaken zijn, in het belang van de publieke gezondheidszorg”, zegt Omtzigt. „Maar dan heb je wel toegang nodig tot alle noodzakelijke data.”
Privacy
Dat laatste was tot nog toe niet het geval. Het opzetten van het onderzoek verliep stroef wegens de Nederlandse privacybescherming. Zo kregen onafhankelijke onderzoekers geen toegang tot de gegevens over de vaccinatie- en teststatus van overledenen. Die data zijn weliswaar bekend bij het RIVM en bij de GGD’s, maar ze werden niet vrijgegeven aan derden. Reden voor betrokken wetenschappers om afgelopen jaar, in overleg met subsidieverstrekker ZonMw, hun onderzoeksopdracht terug te geven.
Dit soort beperkingen zijn gezondheidseconoom en statisticus Eline van den Broek (42) van de Vrije Universiteit in Amsterdam, die veel in de Verenigde Staten werkt, een doorn in het oog. In de Amerikaanse staat Vermont, waar zij bevolkingsonderzoek doet, kreeg Van den Broek (’Na uitgebreid overleg met allerlei partijen, dat wel’) wél toegang tot alle relevante data. „Dat is enorm belangrijk omdat je alleen kunt vaststellen waaraan iemand is overleden – als gevolg van de vaccinaties, wegens uitgestelde zorg of wegens een andere reden – als je de beschikking hebt over allerlei specifieke, individuele gegevens, zoals: hoe was iemands gezondheid precies, aan welke, mogelijk erfelijke aandoeningen leed hij of zij en ook: waar woonde de overledene, wat deed hij of zij allemaal in het leven. Pas dán kan ik een oorzakelijk verband vaststellen tussen het overlijden en de mogelijke oorzaken. Maar over al die gegevens die ik net noemde, hebben onderzoekers in Nederland nog altijd nul informatie.”
Die informatie bevindt zich niet alleen bij RIVM en GGD, maar ook bij onder meer de Nederlandse Zorgautoriteit en bij Vektis, een onafhankelijke organisatie die een database beheert met alle zorgdeclaratiedata in Nederland. Van den Broek: „Zij hebben alle informatie over de behandeling die een patiënt krijgt voor een bepaalde aandoening. Met die data kunnen we terugkijken naar het medisch verleden van patiënten. Die informatie moeten we kunnen koppelen aan de vaccinatie- en testdata en aan de demografische gegevens van het CBS om een compleet beeld te krijgen. Anders kun je alleen ’stukjes’ onderzoeken en vind je nóg geen antwoord op wat de oversterfte nou precies veroorzaakt.”
Inmiddels geldt: nieuwe ronde, nieuwe kansen. Subsidiegever ZonMw stelt geld beschikbaar voor onderzoeken van negen maanden, elk met een budget van 100.000 euro, waarin onafhankelijke wetenschappers wél de vaccinatie- en testdata van het RIVM kunnen meewegen. „De resultaten van die onderzoeken worden eind 2023, begin 2024 verwacht”, zegt ZonMw-woordvoerster Caroline Ubachs.
Leefstijl
Overigens lopen via ZonMw op allerlei deelonderwerpen al elf kleinere, kortdurende onderzoeken naar de oversterfte – oversterfte bij thuiswonende (pre)dementiepatiënten bijvoorbeeld; de invloed van leefstijl op de overlijdenskans tijdens de pandemie; oversterfte onder mensen met een verstandelijke beperking, etc. – maar die gingen van start nog voordat gebruik kon worden gemaakt van de RIVM- en GGD-data over de vaccinatie- en teststatus van de overledenen.
Eline van den Broek werkt ook aan een onderzoeksvoorstel in de nieuwe ronde: „Ik ben optimistisch dat ik later dit jaar ook zal kunnen beschikken over de data van Vektis, die ik tot nog toe helaas niet kreeg, om samen met de vrijgekomen gegevens van RIVM en GGD wél een hele serie van vragen te kunnen beantwoorden.” Zoals? „Bijvoorbeeld wat het oorzakelijk verband is tussen de uitgestelde zorg en de oversterfte.”
En toch: uitgerekend naar de vraag die bij een groot publiek leeft en waaromtrent zoveel – ook wilde – speculaties de ronde doen (’Bestaat er een relatie tussen de vaccinaties en de oversterfte?’) werd door ZonMw géén voorstel gehonoreerd.
„Dat is een heel relevant thema, maar een voorstel waarin die relatie zou worden onderzocht, voldeed niet aan de gestelde kwaliteitseisen”, zegt woordvoerster Caroline Ubachs. „Maar we hebben nog tot 31 januari, dan is de deadline voor de nieuwe onderzoeksronde. In die ronde kunnen de vrijgekomen data van het RIVM en de GGD’en dus wel worden meegenomen”
Verband
Dat afgewezen voorstel kwam van Ronald Meester, hoogleraar Waarschijnlijkheidsrekening aan de VU. Meester houdt zich al langer bezig met de vraag of er een verband bestaat tussen de oversterfte en de coronavaccins. Uit eerder onderzoek van hem en twee collega’s bleek dat er onder de 65 jaar geen enkel verband is te zien. „Maar in de leeftijdsgroep tussen 65 en 80 jaar konden we niet uitsluiten dat vaccinatie een iets verhoogde sterftekans kan geven.” Meester wilde nader onderzoek doen, maar zijn voorstel werd door ZonMw dus afgewezen. „Buitengewoon jammer, mij lijken de argumenten voor de afwijzing onheus en ik vind ze onbegrijpelijk. Ik denk dat we een zinvolle bijdrage hadden kunnen leveren aan dit gevoelige dossier. Misschien ga ik het wel zelf financieren.”
Zo ontstaat rond het zeer beladen onderzoek naar oversterfte telkens weer controverse. Pieter Omtzigt bijvoorbeeld vindt het problematisch dat de lopende en komende onderzoeken beperkt blijven tot de periode 2020-2021. „De oversterfte in 2022 was bijna zo hoog als in 2020 en 2021. Daarom is het zeer teleurstellend dat de data van 2022, die veel inzicht kunnen geven in de oorzaken, niet gebruikt worden voor het onderzoek. Mijn motie van december 2021 vroeg om onderzoek naar de oversterfte van 2020 en 2021. Dan is het toch volstrekt normaal om een jaar later, wanneer dat onafhankelijke onderzoek eindelijk van start gaat, ook de data uit 2022, die er zijn, beschikbaar te stellen? Juist omdat de oversterfte hoog blijft in 2022. In de laatste weken van december was die zelfs heel hoog.”
Volgens Eline van den Broek zullen de effecten van de coronapandemie nog tot in de komende jaren zichtbaar zijn in de sterftecijfers; als gevolg van uitgestelde zorg of van door Covid-19 opgelopen gezondheidsschade. Mogelijk ook als gevolg van de vaccinaties. „Ik denk persoonlijk dat de oversterfte wordt veroorzaakt door een combinatie van deze factoren en wil ervoor pleiten om dit onderzoek de komende vijf tot tien jaar voort te zetten. Dan pas krijg je afdoende inzicht in wat goed is gegaan en wat fout, welke maatregelen eventueel overbodig waren of juist noodzakelijk en hoe we het beste op een volgende pandemie kunnen reageren.”
Diverse aannemelijke scenario’s
’Mogelijk spelen de vaccinaties een rol’
Gezondheidseconoom en statisticus Eline van den Broek: „Internationale trends laten zien dat een groot deel van oversterfte in 2020 en 2021 werd veroorzaakt door hypertensie en hartaandoeningen. Daarnaast was er een stijging in diabetes en obesitas-gerelateerde sterftecijfers. Ook drugs- en alcoholgebruik hebben een deel van de oversterfte veroorzaakt en een stijging in zelfdoding en verkeersongevallen speelt eveneens een rol.”
„De ’overige’ categorie oversterfte blijft vooralsnog onverklaarbaar, maar er zijn diverse aannemelijke scenario’s. Een eerste verklaring kan zijn dat de lockdowns tot disproportioneel veel gezondheidsschade en oversterfte hebben geleid. Het aantal niet-Covid-overlijdens is in 2021 voor de meeste landen in de Europese Unie en de Verenigde Staten vergelijkbaar: ongeveer 60 personen per 100.000 inwoners. Maar de schatting voor Zweden, dat niet in lockdown ging, is -33, wat betekent dat daar nota bene tijdens de pandemie sprake was van óndersterfte. Dat lijkt dus te duiden op een ’lockdown-effect’ en de gegevens die we hebben over toename van drugsverslavingen, huiselijk geweld, mentale zorg en gewichtstoename wijzen inderdaad op een historische, maar grotendeels nog niet-erkende, tijdens de lockdowns ontstane noodsituatie in gezondheid en welzijn.”
Oversterfte
„Een andere verklaring is dat uit- en afgestelde zorg tot oversterfte hebben geleid, wat blijkt uit RIVM-onderzoek. Dat onderzoek richtte zich op planbare operaties die langer dan een maand kunnen wachten, maar niet op de niet-operatieve en de acute zorg. De totale gezondheidsschade door uitgestelde zorg is waarschijnlijk dus nog veel groter. Zo leidde de tijdelijke afname van kankerscreenings tot kankerdiagnose in een verder gevorderd stadium waardoor de overlevingskansen afnemen.”
„Mogelijk spelen de vaccinaties een rol. Zo is het Pfizer-vaccin recent gelieerd aan een toename in hartaanvallen, maar die effecten zijn nog niet voldoende onderzocht. Ik vermoed zelf dat vaccinaties geen significante rol hebben gespeeld in de oversterfte in 2021, maar veel mensen willen weten in welke mate het vaccin voor bepaalde mensen tot gezondheidsschade, of zelfs sterfte, heeft geleid. Dat beeld kan de komende jaren ook veranderen dus we zullen dat in de gaten moeten blijven houden.”
„Het meest opvallend is dat, hoewel vooral ouderen stierven aan Covid, de absolute aantallen niet-Covid-overlijdens internationaal vergelijkbaar zijn voor de leeftijdsgroepen van 18 tot 44, 45 tot 64 en ouder dan 65 jaar. Het oversterfte-onderzoek moet zich dan ook richten op verklaringen die van toepassing zijn op alle leeftijden. Ik acht het zeer waarschijnlijk dat het pandemiebeleid een rol heeft gespeeld bij nu nog minder zichtbare aandoeningen die een deel van de oversterfte, in de voorgaande én in de komende jaren, verklaren.”
0 notes
Text
Mag er onderscheid gemaakt worden tussen particuliere verhuurders en woningcorporaties
Om de vraag of het gerechtvaardigd is om bij wettelijke regelingen onderscheid te maken tussen particuliere verhuurders en woningcorporaties, dienen eerst de verschillende invalshoeken onderscheiden worden, waarbij een onderscheid tussen particuliere verhuurders en woningcorporaties ook kan leiden tot een onderscheid bij huurders.
Het verbod van discriminatie dat onder meer is neergelegd in de Algemene wet gelijke behandeling verbiedt een direct onderscheid tussen natuurlijke personen. Er is sprake van direct onderscheid indien een persoon op een andere wijze wordt behandeld dan een ander in een vergelijkbare situatie op grond van godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht, nationaliteit, hetero- of homoseksuele gerichtheid of burgerlijke staat. Indirect onderscheid houdt in dat een ogenschijnlijk neutrale bepaling, maatstaf of handelwijze personen met een bepaalde godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht, nationaliteit, hetero- of homoseksuele gerichtheid of burgerlijke staat in vergelijking met andere personen bijzonder treft. Indirect onderscheid is slechts toegestaan indien dat onderscheid objectief gerechtvaardigd wordt door een legitiem doel en de middelen voor het bereiken van dat doel passend en noodzakelijk zijn.
Daarnaast dient de overheid te handelen volgens de algemene beginselen van behoorlijk bestuur zoals onder meer het gelijkheidsbeginsel, het evenredigheidsbeginsel, het verbod van willekeur etc. Het gelijkheidsbeginsel houdt in dat gelijke gevallen in beginsel gelijk behandeld dienen te worden en dat ongelijke gevallen in bepaalde gevallen ongelijk behandeld moeten worden. Indien er redenen zijn om af te wijken dient dit voldoende en duidelijk gemotiveerd te worden. Zo een rechtvaardiging kan onder meer gevonden worden in het doel van de maatregel of een specifieke wettelijke opdracht die rust op één van de partijen.
Het evenredigheidsbeginsel houdt in dat de nadelige gevolgen voor één of meer belanghebbenden niet onevenredig mag zijn in de verhouding tot te dienen doelen van de maatregel. Een verplichting waardoor een woningcorporatie of een verhuurder zijn doelstelling niet meer kan realiseren kan een schending inhouden van dit beginsel.
In het kader van het waarbogen van een eerlijke concurrentie op de vrije markt, is het niet geoorloofd om bepaalde marktijen ongerechtvaardigd te bevoordelen of te benadelen ten opzichte van andere marktpartijen.
Woningcorporaties zijn rechtspersonen, terwijl particuliere verhuurders zowel rechtspersonen als natuurlijke personen kunnen zijn. Het criterium van de Algemene wet gelijke behandeling lijkt inzake een eventueel onderscheid tussen particuliere verhuurders en woningcorporaties minder van betekenis aan gezien zulk onderscheid geen onderscheid inhoudt op grond van godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht, nationaliteit, hetero- of homoseksuele gerichtheid of burgerlijke staat.
Volgens de Woningwet zijn woningcorporaties uitsluitend in het belang van de volkshuisvesting werkzaam. Wat deze werkzaamheden inhouden is in die wet bepaald. Daarbij dient opgemerkt te worden dat bij woningcorporaties ook een onderscheid kan gemaakt worden tussen enerzijds de DAEB-activiteiten, waarvoor ze staatssteun ontvangen in de vorm van geborgde leningen, en anderzijds niet-DAEB-activiteiten, waarbij de woningcorporaties functioneren zoals particuliere verhuurders. Particuliere verhuurders hebben geen wettelijke taak en kunnen hun doelstelling zelf bepalen. In beginsel is dat het eigenbelang namelijk een zo groot mogelijk rendement halen op een investering.
Aan een woningcorporatie kunnen zekere ten aanzien van hun DAEB-activiteiten, maatregelen worden opgelegd indien dat noodzakelijk is voor de volkshuisvesting, die niet kunnen worden opgelegd aan particuliere verhuurders. Echter een maatregel waardoor een woningcorporatie niet meer aan zijn wettelijk doelstelling inzake de volkshuisvesting zou kunnen voldoen zal in strijd zijn met het algemene beginsel van behoorlijk bestuur namelijk het evenredigheidsbeginsel. In het kader van het eigendomsrecht mogen verplichtingen die aan woningcorporaties worden opgelegd niet zover gaan dat er geen redelijk evenwicht meer is tussen de onmogelijkheid van uittreding uit het stelsel en de nadelige gevolgen van de maatregel voor de woningcorporatie. Ook een heffing of andere belastende maatregel waardoor een ideële particuliere verhuurder (vb. verhuurder van hofjeswoningen) structureel een negatief bedrijfsresultaat maakt en dit ook niet kan voorkomen door andere maatregelen te nemen, kan in bepaalde omstandigheden een inbreuk opleveren op het recht van eigendom omdat niet voldaan is aan het proportionaliteitsvereiste.
In het kader van de werking van de vrije markt mogen maatregelen niet een bepaalde marktpartij bevoordelen of benadelen ten opzichte van een andere marktpartij omdat daardoor het “level playing field” wordt verstoord. Daarop zijn uitzonderingen mogelijk. Indien de vrije markt bijvoorbeeld een maatschappelijk noodzakelijke activiteit niet of onvoldoende oppakt, kan het geoorloofd zijn deze activiteit vanuit de overheid uit te voeren of op te dragen aan marktpartijen. Als er sprake is van een dienst van algemeen belang mogen de kosten worden vergoed en is er geen sprake van staatssteun. Als er sprake is van een economische activiteit die aan marktpartijen wordt opgedragen (dienst van algemeen economisch belang oftewel DAEB) mag er onder bepaalde voorwaarden compensatie worden verleend voor de kosten van het beheer van die opgedragen taken. In dit kader is het verstrekken van staatssteun aan woningcorporaties voor de realisatie, het beheer en de exploitatie van huurwoningen onder de liberalisatiegrens in de vorm van geborgde leningen, sanerings- of projectsteun en verlaging van grondkosten toegestaan, terwijl particuliere verhuurders geen staatsteun hiervoor ontvangen. Ook gelden bij bepaalde stimuleringsregelingen voor energiebesparing in woningen (Stimuleringsregeling energieprestatie huursector (STEP) en Fonds energiebesparing huursector (FEH)) enigszins verschillende voorwaarden, omdat van woningcorporaties een verdergaande energiebesparing wordt verlangd en dit als een DAEB is opgedragen. Als een van de voorwaarden van de opdragen dienst van algemeen economisch belang geldt, dat de DAEB voor een bepaalde tijd moet worden opgelegd, om na verloop van een vooraf bepaalde periode de werking van de markt opnieuw te bezien en de noodzaak van het opdragen van een DAEB te heroverwegen.
Maatregelen die een onderscheid maken tussen particuliere verhuurders en woningcorporaties voor wat betreft hun DAEB-activiteiten kunnen gerechtvaardigd zijn, indien ze voortvloeien uit de wettelijke opdracht die woningcorporaties vervullen of de staatssteun die ze daarvoor ontvangen. Daarnaast mogen de opgelegde maatregelen geen onevenredig nadelige gevolgen hebben.
Een maatregel die in eerste instantie gericht is op de verhuurder kan ook gevolgen hebben voor de huurders van die verhuurder. In ieder geval mag de maatregel niet leiden tot een direct onderscheid van huurders op grond van godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht, nationaliteit, hetero- of homoseksuele gerichtheid of burgerlijke staat. Hiervan lis in de huidige wetgeving geen sprake. Een maatregel die uitsluitend zou zien op verhuurders die uitsluitend personen van een bepaald ras of geloof huisvest is moeilijk voorstelbaar. Een maatregel die uitsluitend zou zien op verhuurders van zorgvastgoed, waardoor de huurders, bijna allemaal personen met een handicap of chronische ziekte, worden getroffen, zou in strijd kunnen zijn met de Wet gelijke behandeling op grond van handicap of chronische ziekte. Ook een maatregel die uitsluitend zou zien op een extra huurverhoging voor mensen met een laag inkomen, zou in strijd kunnen zijn met artikel 14 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (ongerechtvaardigd onderscheid op basis van vermogen). Een inkomensafhankelijke huurverhoging kan gerechtvaardigd zijn omdat het doel van die maatregel is het “scheefwonen” tegen te gaan in de sociale huurwoningen, waaraan schaarste is. Ook hierbij dient te worden opgemerkt dat direct onderscheid in beginsel verboden is, terwijl indirect onderscheid kan zijn toegestaan indien dat onderscheid objectief gerechtvaardigd wordt door een legitiem doel en de middelen voor het bereiken van dat doel passend en noodzakelijk zijn.
0 notes
Text
Het kasteel en de heren van Brederode
De Brederodes stammen af van de heren Van Teylingen (via Dirk van Teylingen (1205-1231))
Het Huis Brederode was een adellijke familie, die afstamde van de heren Van Teylingen, die weer zouden afstammen van de graven van Holland, hoewel daarover twijfel is. Dirk van Teylingen (ook wel Dirk I van Brederode of Dirk Drossaat), een jongere broer van Willem van Teylingen, wordt door historici gezien als de grondlegger van het Huis Brederode, hoewel dit niet helemaal zeker is. Hij werd in 1226 benoemd als drossaat aan het hof van de graaf van Holland en had, bij afwezigheid van de graaf, bij volmacht het grafelijke gezag.
De graven van Holland voerden voortdurend strijd tegen de omringende gewesten, waaronder de West-Friezen. Graaf Willem II sneuvelt in die strijd. Zijn zoon Floris V neemt wraak, verslaat de West-Friezen en laat een aantal sterke kastelen bouwen om verdere opstanden in de kiem te smoren.
Zij hebben zich in de tweede helft van de 13e eeuw naar het nieuwe kasteel Brederode bij Santpoort genoemd, dat een van eerdere kastelen, Brederode, werd gebouwd tussen 1282 en ca. 1292 in opdracht van Willem I van Brederode, Dirk van Brederodes zoon Willem (2e heer) en diens vrouw Hillegonda van Voorne.
Het kasteel ligt op een strategische plek op een uitloper van een strandwal en omgeven door water, moeras- en veengebied, vlakbij het Huis te Aelbertsberg. Dit jachtslot van hun leenheer graaf Floris V, lag waarschijnlijk bij het huidige Caprera bij Bloemendaal. Willem was, evenals veel van zijn mannelijke nakomelingen, baljuw (een hoge ambtenaar op bestuurlijk en rechterlijk gebied) van Kennemerland. Zijn kleindochter Catharina trouwde met Jan I van Polanen en werd een van de stammoeders van het Nederlandse koningshuis. Een van de titels van koning Willem-Alexander is ‘heer van Polanen’.
Ze speelden in de Hoekse en Kabeljauwse twisten een grote rol als veldheer aan de Hoekse kant. In 1351 werd het kasteel daarbij veroverd door de Kabeljauwse Gijsbrecht II van Nijenrode na een belegering waarbij het grootste deel van het fort werd verwoest.
Willem I wordt gevangen genomen. Drie jaar later wordt Dirk vrijgelaten en in 1354 bouwt hij zijn kasteel weer op. Maar de Hoekse en Kabeljauwse Twisten gaan door tot het eind van de 15e eeuw, de steden krijgen steeds meer macht en in 1426 wordt het kasteel opnieuw verwoest. Ditmaal door de Haarlemse Kabeljauwers.
In 1461 laat Reinoud II (9e heer) de noordkant van kasteel Brederode in afgeslankte vorm weer bewoonbaar maken als edelmanswoning. Na zijn dood betrekt zijn weduwe Yolande van Lalaing, die als dochter van een stadhouder enige jaren op het Binnenhof in Den Haag woonde, het kasteel. De voogdij over haar minderjarige zonen was door familieleden afgenomen en ze werd verbannen van kasteel Batestein. Zij werd de laatste kasteelvrouwe tot 1492.
Het kasteel wordt dan door Duitse huurlingen tijdens de Opstand van het Kaas en Broodvolk zodanig beschadigd dat bewoning niet meer mogelijk is. De genadeklap komt in 1573 na het beleg op Haarlem door Spaanse soldaten tijdens de Tachtigjarige Oorlog. Het kasteel verandert in een ruïne.
De familie speelde ook een belangrijke rol bij het begin van de Opstand, via Hendrik van Brederode (1531-1568), die heer van Vianen was.
Vanaf 1414 wonen de heren van Brederode vooral op kasteel Batestein in Vianen dat in hun bezit is gekomen door het huwelijk van Walraven I (8e heer) met Johanna van Vianen.
De Vrije heerlijkheid Vianen werd door hen bestuurd, waarbij het hier gelegen kasteel Batestein – na de verwoesting van slot Brederode – hun hoofdresidentie werd.
Grote Geus
De heren van Brederode blijven echter een belangrijke rol spelen in de Nederlanden. Hendrik II (12e heer) is leider van de opstand in de Lage Landen tegen de Spaanse koning Filips II, nog voordat Willem van Oranje zich in de strijd mengt. In kasteel Batestein wordt het 1e Smeekschrift der Edelen opgesteld tegen de inquisitie en door Hendrik aangeboden aan landvoogdes Margaretha van Parma. De edelen worden uitgemaakt voor gueux, Frans voor bedelaar. Waarop Hendrik een paar dagen later uitroept: “Als ik dan een geus (verbastering van gueux) ben, dan ben ik een grote geus!” Vanaf dat moment is zijn bijnaam Grote Geus en later noemen de opstandelingen zich naar hem, watergeuzen en bosgeuzen, en wordt ‘geus’ in de Nederlanden als eretitel gebruikt. Het is de opmars naar de Tachtigjarige Oorlog, die twee jaar later in 1568 uitbreekt. De halfbroer van Hendrik II, bastaard Lancelot van Brederode, vecht tijdens het beleg van Haarlem aan de kant van de opstandelingen. Haarlem houdt zeven maanden stand, maar wordt gedwongen te capituleren door hongersnood en Lancelot moet zijn verzet met de dood bekopen, hij wordt onthoofd.
Al de familiebezittingen Van Brederode worden door de (Spaanse) Staat geconfisqueerd, nadat zij tijdens de Reformatie voor hun leven vreesden en naar het buitenland waren gevlucht. De familie begon een rechtszaak tegen de staat om de bezittingen terug te krijgen.
De laatste adellijke leden van de Brederode-familie in mannelijke lijn stierven echter uit in 1679 te Vianen. Het duurde een aantal eeuwen voordat de rechtbank uitspraak deed. Toen was er niemand meer die de adellijke afstamming kon aantonen en de erfenis wordt sindsdien beheerd door de Staat.
De laatste heren van Brederode
De machtigste en rijkste Brederode is Johan Wolfert (16e heer). Hij is in de 17e eeuw opperbevelhebber van het Staatse leger en zwager van de prins van Oranje, stadhouder Frederik Hendrik. Johan Wolfert heeft tijdens de Tachtigjarige Oorlog een groot aandeel in de verovering van een aantal steden op de Spanjaarden, waaronder ‘s Hertogenbosch. Tussen 1630 en 1655 was hij gouverneur van deze stad. Het grondbezit Kasteel Brederode geeft Johan Wolfert toegang tot de Ridderschap van Holland. Hij krijgt daarmee een stem in de Staten (toen de regering van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden). De Brederodes wonen afwisselend op hun landgoederen verspreid over de Republiek. In Den Haag wonen ze eerst aan de Lange Vijverberg en later in het Hof van Brederode – op de plek waar nu de Koninklijke Schouwburg staat – het trefpunt van de 17e. -eeuwse Haagse elite.
Johan Wolfert’s jongste zoon Wolfert wordt de 18e en laatste heer. In 1679, op 29-jarige leeftijd, sterft Wolfert kinderloos.
Er zijn geen wettige mannelijke erfopvolgers, waardoor het adellijke geslacht Brederode uitsterft. Het schild met het wapen van Brederode wordt gebroken en in zijn graf gelegd.
De heerlijkheid Vianen ging door vererving over aan een bastaardtak van Reinoud III van Brederode (1492-1556); de heren van Bolswaert. Keizer Jozef II verleende deze tak de titel van rijksgraaf van Brederode. In 1832 overleed het laatste familielid van deze bastaardtak.
Bij de Ruïne van Brederode worden boerderijtjes gebouwd en de voormalige voorraadkamers worden gebruikt als stal. De Ruïne wordt ook een geliefd onderwerp voor diverse schilders, zoals Andreas Schelfhout en Piet Mondriaan.
Familiewapen
Op een gouden achtergrond staat een rode leeuw met blauwe tong en nagels (gelijk aan het schild van de graven van Holland met daarop een barensteel. Dit laatste betekent een jongere tak; bij bastaardij staat er namelijk een schuine balk op. De Brederodes beweerden van het Hollandse gravenhuis (via de Van Teylingens) af te stammen en lieten dit in ieder geval in hun wapen zien. Tussen 20 februari en 1534 werden er processen gevoerd tegen de heer van Brederode door de procureur-generaal van de keizer. Het ging om het recht het wapen te voeren. Op 9 mei 1534 verklaarde landvoogdes Maria van Hongarije namens de keizer dat Reinoud het recht had het wapen van zijn voorouders te voeren, een leeuw met barensteel.
25-12-2023
0 notes
Text
Examen opdracht NK boogschieten
Examen opdracht NK boogschieten
Een overzicht van het NK boogschieten in Zoetermeer in januari 2017. Ik hier een vrije serie gefotografeerd als een examenopdracht van de opleiding van de School voor Fotografie. Dit was een leuke dag fotograferen. Een lange dag dat wel maar ik heb voor mijzelf wel het hele proces van het boogschieten bestudeerd. NK boogschieten 2017, een mooi examen moment Wat deze foto zo mooi verteld is dat…
View On WordPress
#Boogschieten#foto#Elf#fotograferen#mooi#opdracht#Leuk#Ik#Vrij#Rijk#Ree#ARBO#Zoetermeer#Meer#zon#Vrije serie#fotografie#Zonde#Doel#Eten#School voor Fotografie#Jan#school#evenement#Opleiding#Schie#Ijs#tenten#Examen#vol
0 notes
Text
Dinsdag 30 augustus 2022
Vandaag is mijn eerste stagedag! Ik ben op tijd vertrokken en ik ben maar een beetje nerveus!
Ik heb de sprinter genomen in Echt om 08:22. Het was vrij druk! Ik vraag mij af of dat is omdat NS een staking heeft en iedereen arriva moet hebben vandaag of dat het gewoon de tijd van de dag is.
Maartje heeft met mij mijn agenda ingevuld zodat de werkdagen duidelijk zijn! Er zijn namelijk een paar dagen in het weekend waar ik aanwezig zal zijn. Hier staat iedere keer een vrije dag tegenover.
Verder heb ik stalen afgewerkt en dozen klaargemaakt voor nieuwe projecten (ik heb ook een doos haha UwU) en heb ik de opdracht gekregen om brei-kits klaar te maken. Dit houd in dat ik bolletjes wol moet draaien die precies het juiste gewicht hebben.
Ik heb ook een rondleiding gekregen door de ruimtes en uitleg gekregen over alle projecten waar nu aan gewerkt word.
Morgen mag ik mee naar de kunstacademie om te werken in de werkplaats!
ik heb gewerkt van 9:30 tot 17:30
1 note
·
View note
Text
Wie ben ik?
Mijn naam is Alissia. In mijn vrije tijd lees ik vaak boeken met een interessante inhoud. Ik lees graag boeken waarin onderwerpen over sociologie en psychologie bespreken worden. Op school, tijdens de les Nederlands kreeg ik als opdracht om een blog aan te leggen waarin ik meer informatie zal delen over de boeken die ik gedurende dit schooljaar zal lezen.
Veel kijk en leesplezier!
2 notes
·
View notes
Text
Duivenvangers op de Nieuwemarkt, 1972.
Uit het Vrije Volk van 14 maart 1973:
„Doet u wat aan duiven? Ja? Nou, dan moet u bij mij eens langskomen Het is verschrikkelijk. Ik kan m'n zonnescherm niet gebruiken, het zit vol, Ze bederven alles. Wanneer kunt u komen?" Ik hoor de boze man schreeuwen door de telefoon tegen Kralingse Bos-baas Van Brandwijk. Op zijn kantoortje (in het bos, bij de manege) gaat de telefoon om de vijf minuten. Een twintig keer per dag zijn er mensen aan de lijn die klachten hebben over duiven. Van Brandwijk laat door de telefoon niets blijken. Hij praat vriendelijk, zegt: „Goed meneer, goed, ik zal het de parkwachter zeggen. Hij komt langs. Ja meneer, we zullen zien wat we eraan kunnen doen. Dag meneer". Ik zucht, als de telefoon weer ligt. Van Brandwijk zucht nauwelijks meer. Hij kent het. Ik ben verbaasd over zijn kalmte, nu ik weet wat een wanhopige taak Rotterdams park- en boswachters hebben naast hun gewone werk. Wanhopig is het: het vangen van duiven. Van Brandwijk noemt het 'een heel probleem' voor hem en zijn mensen.
Een paar jaar geleden kreeg Gemeentewerken (en dan speciaal de Plantsoenendienst) opdracht van B. en W. de Rotterdamse duivenoverlast te beperken. De duiven kunnen schadelijk zijn voor de volksgezondheid. Ze kunnen duiveluis dragen, en ook salmonellosen (bacil van paratyfus).
Duiven poepen (excuseer het woord, maar zo is het toch?) alles vol: ramen, deuren, kozijnen, stoepen, balkons. Dat zijn de twee minpunten van de verstedelijkte duif. Pluspunt: ze zijn zo lief om te voeren. Ze zijn leuk om naar te kijken: het zijn immers dieren?
De foto is gemaakt door de Fototechnische Dienst Rotterdam en komt uit het Stadsarchief Rotterdam. De informatie komt via delpher.nl uit het Vrije Volk van 14 maart 1973.
0 notes
Text
With a hey ho melancholy
“To refine, to clarify, to intensify that eternal moment in which we alone live there is but a single force – the imagination.”, schreef de Amerikaanse dichter William Carlos Williams in 1922. Een regel, zó vol, dat je er als een dominee genoeg aan hebt om een hele preek te schrijven. Een mensenleven, dat is precies dat eeuwige moment waarin we alleen leven, en dat we moeten verfijnen, helder krijgen en verdiepen. Het is nou nooit iets wat ik bij een filosoof lees, en al helemaal niet bij een dominee. En tot slot zegt Williams, als de hamer om deze eenvoudige maar o zo diepe aansporing (of opdracht) kracht bij te zetten, is er slechts één vuur dat alles brandende houdt: de verbeelding. Het is niet de arts, die hij ook was, maar de dichter die spreekt, de kunstenaar. Je hoeft er geen kunstenaar voor te zijn om die zin te begrijpen, of ernaar te leven. Vriendin G, die geen kunstenaar is, zal zich in zijn woorden herkennen.
Dat ik de laatste tijd dichtregels borduur is een uiterst concrete manier om aan die houding uitdrukking te geven. Dat kan op heel veel manieren, maar waarom mij dat zo past op dit moment, is dat het me afleidt van de pijn en de zwaarte die deze met zich mee brengt, dat de concentratie die ervoor nodig is niet alleen afleiding is maar ook een noodzakelijke andersoortige focus geeft en binnen strikte regels een plezierige vrijheid, dat het een vrije denkruimte verschaft en dat ik uitdrukking geef aan mijn liefde voor bepaalde dichters en gedichten.
Er zijn de grote, diepe dichters die tijd en ruimte omspannen, er zijn de kleine, schijnbaar lichte dichters die dicht op het leven staan, maar die allemaal dat doen wat Williams zegt dat ons te doen staat. En nu borduur ik een strofe uit een gedicht van de Engelse Stevie Smith (1902-1971), die wonderbaarlijke, excentrieke vrouw, die gedichten schreef die soms als kinderversjes zijn, maar die soms akelig pijnlijk zijn en je dan weer in de lach doen schieten, die voorlas, niet zoals Lucebert als een bard uit oude tijden, maar als een piepend vogeltje die door te spreken haar publiek soms verbijsterde of wegjoeg. Maar wat een dichter!
2 notes
·
View notes
Text
Opdracht 2 - verdwaald
Hey mensen, weer terug met een opdracht. In deze opdracht laten we het hoofdpersonage, in mijn geval Alex Berger, verdwalen. Het personage moet verdwalen in een labyrint, woest landschap, een stad, noem het maar op. Ik ga kiezen voor een verwoest landschap, ook omdat ik technisch gezien al Alex had laten verdwalen in een stad in de vorige opdracht. Hierbij ga ik ook een beetje de feiten van het echte verhaal veranderen, in mijn verhaal ga ik kiezen dat de aanslagen in Parijs op zaterdag waren en de verhoring met Novak op zondag.
Het lijkt wel een post-apocalyptische film; overal is bloed en vuur, het lijkt alsof iedereen is uitgestorven en de weinige overlevenden zijn kapot van het verdriet. Nog een paar minuten geleden stonden Alex, Camille, Marie-Lou, Chloe en haar vriendje de promotie van Camille te feesten op het terras van Le Carillon. Iedereen met een Mojito in de hand, op en neer aan het springen van het plezier. Toen opeens stopte alles, ze hoorden een Arabische kreet, een explosie en toen, nihil. Alex had nog net op tijd dekking gevonden onder een tafel, omdat hij naar de wc was gegaan maar iedereen was op het terras, op een paar zuiplappen na die hun tiende biertje van de avond stonden te drinken aan de bar. Alex kon het niet geloven, het was voorbij, in minder dan een minuut was hij innerlijk gestorven, hij was nu nog een hoop botten die rondliepen, zonder nut, zonder vrije wil.
Alex moest de dag erna ook nog Novak gaan ondervragen maar daar had hij nu niet meer de krachten voor. Hij zou de taak overlaten aan Lucas, hij zei al van tevoren dat hij de zaak graag zou overnemen.
- Lucas, met Alex, ik wil dat jij morgen John Novak gaat ondervragen
- Alex, hoe is het in Parijs? Je zit het lekker te drinken hè? Dronkaard! Hahahaha
- Lucas, kan je morgen Novak ondervragen Ja of nee?
- Tuurlijk, maar ik dacht dat jij die arme man wou ondervragen, hem proberen te overtuigen niets doms te doen? Wat is er trouwens aan de hand daar? Waarom hoor ik zoveel sirenes in de achtergrond?
- Lucas, er iets ergs gebeur, je zult het zeker weten over een paar uur zien in het nieuws, ik zal er voor een tijd niet zijn, daarom wil ik dat jij morgen die Novak gaat ondervragen.
- Ok, dat doe ik. Ik bel je over een paar dagen voor een update.
- Liever niet, tot dan
Het is nu twee jaar later, Alex is voor de derde keer vandaag weer in de gym, wanneer hij Lucas tegenkomt.
- Alex, hier ben je, Emma en Sara zeiden dat ik je hier kon vinden.
- Lucas, ik heb nog een uur te gaan, zou je me alsjeblieft niet willen storen?
- Alex, bij de crim hebben we je hulp nodig.
- Ik zei dat ik bezig was.
- Novak, John “Johnny” Novak, is ontsnapt van de gevangenis van Sint-Gillis en heeft een vrouw vermoord in Jette. Jij zou hem hebben ondervraagd maar dat deed ik. Ik moet zeggen dat ik het niet had verwacht, hij leek zo een onschuldige man.
- Nou en? Wat heb ik daar meet e maken? Ik heb deze man nog nooit gesproken, ik weet juist niks over hem.
- Nee dat is waar, maar je bent de beste politieagent die ik ken, jouw hulp is altijd welkom.
- Ex-politieagent.
- Ex of niet, we hebben je nodig, Alex.
- Luister, ik heb nog 1 uur te gaan voordat ik klaar ben, daarna moet ik naar de supermarkt om dingen op te halen en hierna heb ik een afspraakje met een oude vriendin, ik heb hier echt geen tijd voor.
- Begrepen, hou je taai vriend.
Ja, het resultaat is dus dat Alex geen motivatie heeft om achter Novak aan te gaan en hij heeft aan Camille gedag kunnen zeggen, hij was erbij, waardoor hij ook niet ontzettend depressief is.
2 notes
·
View notes
Text
Laatste opdracht
Gekozen boek: De gevleugelde
Auteur: Arthur Japin
Type lectuur: roman; staat in de bibliotheek onder rubriek biografie
Korte inhoud
De lezer is getuige van de lijkschouwing en begrafenisplechtigheid van het hoofdpersonage, de vliegenier Alberto Santos-Dumont tegen een achtergrond van grote politieke spanningen. Dokter Haberfield besluit in een opwelling het hart uit het lichaam te verwijderen en in een hoedendoos te stoppen zodat de dictator de gedachtenis Santos-Dumont niet vrij kan gebruiken voor zijn propagandamachine. Zo hoopt de lijkschouwer dat het hart ooit kan teruggegeven worden aan het Braziliaanse volk.
Alberto’s interesse voor mechanica en vliegen ontwikkelden zich sinds zijn jeugd onder invloed van vaders werk als hoofdingenieur aan de keizerlijke spoorlijn in het regenwoud (waar alles vliegt) en door zijn vader te helpen bij het opzetten van een koffieplantage. Deze groeit uit tot de grootste koffieleverancier van Europa. Alberto, de jongste van de 4 zonen van Henrique, die voorstamt een Parijse juweliersfamilie en Francisca met Portugese adellijke afkomst, krijgt een privé-opleiding door een Frans leraarskoppel. Op 18 jaar vertrekt Alberto met zijn ouders naar Parijs om zich verder te bekwamen in de fysica, mechanica en zijn grote droom te vliegen na te jagen.
Bij een onfortuinlijke ballonvlucht wordt hij gered door Albert Chapin, een stalknecht en biedt deze een wederdienst aan. De stalknecht besluit Alberto Santos op te zoeken, op de vlucht voor een vrouw, Ernestine, het strijkstertje. Alberto, een zonderlinge jongeman, neemt Albert aan als assistent. Er ontwikkelt zich een grote vriendschap die tot veel speculaties leidt. Alberto laat zich sponseren door de Parijse jetset en maakt de ontwerpen voor de luchtschepen die Albert uitvoert. De kranten staan vol over de avonturen van deze waaghalzen.
Via deze publicatie vindt Ernestine, inmiddels bevallen van een dochtertje, Albert en confronteert hem met zijn vaderschap. Alberto neemt het gezin op. De uitvinder en mecanicien blijven onafscheidelijk, bouwend aan hun “baladeuse”, een luchtvervoermiddel. Nooit vraagt hij een patent aan omdat Alberto hoopt dat ooit iedereen zich door de wolken kan verplaatsen. Bij een wedstrijd komt er betwisting die tot grote spanningen leidt in Parijs en over de grenzen. Hierna beslist hij het land te verlaten, eerst naar Monaco en later terug naar Brazilië. Dit laatste land had hun held een grote terugkeer bereid met een luchtballon aan hem opgedragen. Deze stort echter neer en voor Alberto voelt het aan alsof hij elke dood op zijn geweten heeft. Hij wordt geestelijk ziek en pleegt zelfmoord door uit het raam te springen.
En zijn hart? Dr Haberfield bood het aan de familie aan, die het weigerde. Zijn creoolse zoogmoeder bewaarde het en het werd tenslotte na de dood van de dictator geschonken aan de staat Brazilië.
Persoonlijke appreciatie
Ik geef dit boek een 6 op en 10, het komt niet in mijn TOP-10 boekenlijst.
Waarom?
Het onderwerp van het gekozen boek sprak me erg aan omdat het gebaseerd is op historische feiten. Maar hoewel het leven van Dumont-Santos het uitgangspunt vormt, is het verhaal opgevat als een roman. De schrijver besteedt veel aandacht om de lezer de tijdsgeest en historische context te laten begrijpen. Enkele voorbeelden hiervan:
· De dictator Getulio laat het lijk van Santos-Dumont heel Sao Paulo rondslepen om een gevoel van nationale eenheid te creëren, er werd zelfs op dit moment een staakt het vuren afgekondigd in de stijd tussen de Paulistas en de dictator.
· Het schetsen van de context van zijn jeugd in het verlaten gebied waar de spoorweg aangelegd wordt en later wanneer de familie Dumont een groot stuk grond toegewezen krijgt in het regenwoud van Brazilië.
· Het leven van “expats” in deze tijd in Brazilië, vasthoudend aan hun Europese achtergrond en gewoonten wordt kleurrijk beschreven.
· De beschrijvingen van het leven van de Parijse jetset bij het einde van de 19de eeuw.
Hoewel het een relatief dun boek is, is het zeer rijk aan verhaallijnen. De lezer wordt in die verhaallijnen gegooid en soms kost het best moed om door te lezen omdat de rode draad pas later duidelijk wordt. Hoewel het een relatief dun boek is, is het zeer rijk aan verhaallijnen. De lezer wordt in die verhaallijnen gegooid zonder veel inleiding en niet altijd in chronologische volgorde. Soms kost het best moeite om door te lezen omdat de rode draad pas later duidelijk wordt. Enkele voorbeelden van verschillende verhaallijnen:
· De verhaallijn over het hart van Albert Dumont-Santos
· De verhaallijn over het leven van de “Pompons”, twee expat leraars die vanuit Frankrijk naar de hacienda kwamen om Alberto te onderwijzen.
· De verhaallijn over de vriendschap en verliefdheid die ontstaat tussen Alberto en Albert
· De verhaallijn over zijn ontwikkeling in de luchtvaart
· De verhaallijn over Alberto’s leven in het mondaine Parijs
· De verhaallijn van zijn creoolse voedster die als personage ook terugkomt
· De verhaallijn over het gezin Albert, Ernestine en hun dochter
· …
Het is teveel om op te noemen. Aan de ene kant maakt dit het boek boeiend, aan de andere kant lijkt het of de auteur geen keuzes durft te maken. Je hebt het gevoel door de nomen het bos niet te zien en denkt aan het einde: zie ik door de bomen nog het bos?
Bij-personages onwikkelen een aparte verhaallijn wat soms niet nodig leek voor mij, bv de verhaallijn van de Pompons.
Er wordt veel stil gestaan bij de innerlijke ontwikkeling van personages. Hoewel je dus een historische en avonturen roman aan het lezen bent, krijg je wel inzicht in de karakters en gevoelens van de personages. Dit gebeurt met veel respect voor elk personage. Het wordt nooit “goedkoop” of sensatie. Dit vind ik heel sterk aan dit boek. Elke relatie wordt uitgewerkt tussen de personages en is uniek.
· Bv in het boek wordt op een mooie manier de vriendschap tussen Albert en Alberto beschreven en hoe zij beiden lijden onder de roddels hierover. Alberto wordt beschreven als een “vrije geest” die vaak de goede woorden vindt om Albert te helpen hiermee om te gaan. Het is een vriendschap die stand houdt en nooit ten onder gaat aan de roddels.
· Bv in het boek wordt de creoolse zoogster en haar relatie met Alberto op mooie manier beschreven: ze speelt een heel belangrijke rol in zijn jonge leven, zonder echt op de voorgrond te treden. Ze erkent en beschrijft haar plaats in de familie, maar is ook trouw aan die unieke band die ze heeft met “Betinho”. Ze blijft de voedster en raadgeefster, de beschermvrouw…zij is het die het hart komt halen als de familie het afwijst en het jaren veilig bewaart en ook beschermt.
Schakelmomenten in Alberto’s leven worden niet gescheiden worden van bijzaken. Bijvoorbeeld, hoofdstuk VIII De Grandioze Gilvaldo bevat 8 bladzijden, hier bevindt Alberto zich in Sao Paulo, en is getuige van de ballonvaart van Gilvaldo. Dit is echt de reële openbaring in zijn leven. Dit feit op zich gaat verloren in andere verhaallijnen, nl leraar Pompon die door de vader gevraagd werd zijn zoon een inleiding te geven over “vrouwen” en, bij het aanschouwen van deze ballonvaart gaat in het hoofdstuk de aandacht naar de moeder die verstijfd bij het zien van de vader met zijn maîtresse.
Mijn conclusie is dat hier veel materiaal was voor wel verschillende boeiend boeken, maar dat het gewoon niet zo goed geschreven is en dat geen keuzes gemaakt zijn: is dit een politieke roman? Een biografie van een avonturier? Een psychodrama?
Hoofdpersonage
Informatiefiche
“omschrijving van zijn leven”: ik loop stage voor het vak van vogel.
Gebruikt beide familienamen Santos=Dumont. (Hij gebruikt een gelijkheidsteken tussen beide namen om aan te geven dat hij niet meer of minder had te danken aan zijn vader of moeder)
Uiterlijk: Smalle schouders, kort postuur , zwijgzame meneer met grote, soort van bolle ogen, het haar steeds gescheiden door een onberispelijke scheidingslijn, veel brillantine , donkere hangsnor. Fijne smalle handen.
Kledij: sombere kleren van kwaliteit
Veel roddels liepen over zijn feminiene uiterlijk en gedrag
Wijsvinger: opvallende ringen met edelstenen, gouden hangers
Jeugd: brengt veel tijd door spelend met de kinderen van het personeel, ontwikkelt een grote interesse in mechanica en techniek na het lezen van de boeken van Jules Verne. Is de jongste van 4 zonen en brengt veel tijd alleen voor of in het gezelschap van volwassenen. Diligente leerling in privé-onderwijs. Emotionele gehechtheid aan zijn creoolste zoogster.
Zijn vader wenst hem op 18-jarige leeftijd de koffieplantage over te laten, wat op een mislukking uitdraait. Iedereen in de familie lijkt over een groot aanpassingsvermogen te beschikken.
De familie besluit te emigreren. Dumont lijkt zich perfect thuis te voelen in de Parijse jetset, maar er is toch meer aan de hand. Hij is het onderwerp van gesprekken door zijn excentriek gedrag: maakt borduurwerkjes en breit in pastelkleuren en maakt weefwerkjes, laat zich omringen door mooie vrouwen, en is altijd onafscheidelijk in het gezelschap van Albert zijn technieker. Hij laat zich door hen financieren, maar is iemand die er toch vrij van staat.
Verwezelijkingen: is een uitvinder en mecanicien, wint verschillende prijzen (“Deutschprijs” en “Archdeaconprijs”, “Palme d’officier de L’académie”), werd ontvangen door wereldleiders, Edison, Marconi. Hij schreef verscheidene boeken over zijn ontwerpen. Louis Cartier ontworp een horloge voor hem, waar de lijn Cartier Santos naar genoemd werd: zie foto
Uitvindingen: ”baladeuses”, luchtbalonnen, gevleugelde vliegmachine, maar ook gemotoriseerde ski’s om een berg naar boven te skiën.
Nooit is iemand in een door Santos-Dumont ontworpen ballon of vliegtuig omgekomen.
Eten: over lievelingsgerechten wordt niet gesproken, maar zijn lievelingsrestaurant lijkt “Gaillard” en Maxim’s te zijn in Parijs.
Opdracht tijd en ruimte: We bevinden ons op het schip voor “de grote oversteek”. Alberto laat zijn toekomst voorspellen door een kleurrijke vrouw:
Alberto, je zal twijfelen of je uw familie wilt verlaten, probeer wel veel te luisteren naar je moeder in deze tijden van twijfel.
Maar in Parijs staat er je veel te wachten: wolken, vuur, vriendschap, liefde en avontuur. Je naam zal bekend worden, maar het vuur zal iemand meepakken die je lief hebt. Uiteindelijk zal er uit al deze as misschien iets komen als een gigantische kleurrijke feniks die vuur zal spuwen op dictators en rebellen. Maar jij zal dit enkel vanuit de hoogte gadeslaan, vanuit de wolken, waar je volledig vrij bent. Sommigen zullen denken dat je een monster gecreëerd hebt zoals Frankenstein, maar de verlichten zullen begrijpen dat er enkel monsters ontstaan wanneer leken zich aan je willen wagen.
Als je naar Portugal reist met uw moeder en vader zal je je vader ouder zien worden, dunner en ziek. Jouw eindstation is niet daar, maar in de lichtstad, waar je een zielsgenot zult vinden. Blijf authentiek, geef je vriendschappen en dromen niet op, drijf er boven in de wolken.
Je zal je vader moeten begraven met de roem die je gestolen kan worden. Probeer wie je liefhebt bij jou te houden en laat je hart nooit gestolen worden. Anders vind je pas na 12 jaar rust.
Personages
Doctor Haberfield is de hoofdfiguur
In dit fragment laat de dictator het lijk van Alberto Santos-Dumont door de stad Sao Paulo dragen en op die dag stopt de oorlog voor drie dagen.
Voor dit stuk ga ik een figurant een naam geven: hij heet Juan.
Juan kijkt nieuwsgierig neer op het gezicht van Alberto, achter het raampje in de lijkkist. Een man waar hij zo vaak heeft over gehoord, maar nooit heeft gezien. Hij legde zijn wapen neer zoals de rest van de rebellen. Deze man had hij zo vaak uitgescholden omwille van het creëren van vliegtuigen, die zovelen van zijn broeders hebben vermoord, maar nu krijgt hij medelijden met deze kleine man met rode das en hooggesloten hemd. Hij ziet het grote impact dat dit lijk heeft gebracht over de stad Sao Paulo. Hij ziet mensen wenen en bloemen gooien, zelfs de dicator houdt zijn wapens en vliegtuigen neer. Ineens vroeg hij zich af: wat zou Alberto hier zelf over gevonden hebben? Hij die de droom van vliegen tot bij de mensen wou brengen. Deze stad was in zijn ogen nooit zo rustig geweest als vandaag. Hij keek naar het gezicht, maar voelde de ziel van de overledene hoog boven hem in de wolken.
1 note
·
View note
Text
Praatje tussendoor
Onderzoeksvraag
Tijdens de tussentijdse toetsing kreeg ik van Pavel een paar behulpzame woorden over mijn blog en mijn proces. Wat me vooral bij is gebleven is dat hij zei dat ik kan kijken naar de achtergrond van mijn eigen werk: waarom ik de dingen doe en maak die ik doe en maak. Ook kwam het er op neer dat ik mijn onderzoeksvraag best tot een kleinere groep of een kleiner project kan beperken, en dat dat oke is. Ik denk dat ik me, onderliggend, best zorgen maakte over de opdracht zelf. Ik ben een perfectionist en zag alles al helemaal instorten omdat het niet volgens plan liep. Het korte maar krachtige gesprek met Pavel was zeker geruststellend.
Ik heb besloten om mijn onderzoeksvraag wat kleiner te maken. Ik wil graag weten/onderzoeken of jongeren (13-17) kunst zien en eventueel gebruiken als een manier om hun emoties te uiten. Dit wil ik combineren met de analyse over mijn eigen werk, omdat ik kunst hiervoor gebruik. Ik hoop dit te doen in interview-format en een opdracht erbij te verzinnen of zo. Maar het liefst ga ik echt in gesprek. Ik vind het alleen nog moeilijk om te bedenken hoe en waar ik deze jongeren/kinderen ga vinden.
School / leven verder / vrij werk / etc
Ik merk dat ik dit jaar echt heel veel moeite heb met school. Dit komt deels door de staat van de wereld en van mijn mentale gezondheid en deels toch wel door de opdrachtgeving en algemene lesplannen die er nu zijn, ook weer in combinatie met corona. Vorig jaar had ik er ook last van dat ik me ging vervelen omdat ik veel dingen te simpel of makkelijk vond (niet uitdagend of prikkelend) maar toen kon ik er nog mee dealen omdat er veel werd gehamerd op dat het in het tweede jaar wel anders zou zijn. Het is begrijpelijk dat corona alles al verandert heeft maar alsnog merk ik er helaas weinig van. Het laat me soms twijfelen aan of ik hier wel op de juiste plek zit, maar ik weet dat ik gepassioneerd ben over het docentschap en echt heel erg graag voor de klas wil gaan staan. Ik vind het moeilijk om dingen serieus te nemen en merk daardoor dat ik snel afhaak en laks word. Grappig hoe je dan gaat achterlopen en dingen laat opstapelen, terwijl je ze eigenlijk te makkelijk vind en zo kunt fixen. Komen weer herinneringen op van hoe ik als vwo-leerling naar de mavo afzakte en me daar vervolgens slecht ging gedragen door een mentaliteit met gelijkenissen aan deze. Vermoeiend! Online lessen zijn niks voor mij en ik vind het jammer dat er weinig praktisch wordt gewerkt. Ook vind ik het nog steeds echt heel jammer dat er zo weinig persoonlijke interactie is met de docenten. Ze kennen je nog net bij naam maar dat is het - ze weten niet wat voor werk je maakt, waar je voor staat, hoe je naar dingen kijkt. Dat haalt ook wat motivatie weg. Ik vond het grappig dat Pavel voor het eerst naar mijn blog keek en een verbaasde blik had en iets zei in de trant van “dit is niet het werk dat ik van jou verwachtte/dit laat een andere kant zien.” Logisch, want we kennen elkaar alleen maar bij naam. Een excursie die praktisch gezien niet eens uitgevoerd kan worden interesseert me eigenlijk niet. Het is begrijpelijk maar schrap het dan helemaal - een online excursie is een soort slap excuus en aftreksel van het originele idee waar niemand blij mee is. Een stageplek kan ik niet bemachtigen omdat ik overal wegens corona afgewezen wordt. Ik werk veel aan mijn eigen werk in mijn vrije tijd omdat het slecht met me gaat en ik dat als enige uitweg en als enige remedie lijk te hebben, maar ik kan het niet koppelen aan school. Het voelt vrij uitzichtloos allemaal. Er is weinig connectie tussen mij en klasgenoten dus ook daar kan ik geen momenten van relateren vinden. Zo ben je al snel vrij alleen en raak je het overzicht een beetje kwijt. Je afvragen waar je het ookalweer voor doet - maar je doet helemaal niks, dus waar slaat dat dan weer op. Ach ja. Dit moest er even uit. Ik voel me comfortabel bij het doorwerken aan mijn vrije werk en dat hier delen, in combinatie met foto’s uit mijn dagelijkse leven. Ze staan voor wie ik ben en wat ik doe en voor hoe kunst 24 uur per dag, 7 dagen per week, mijn leven beinvloed, me bezighoudt, door mijn aderen stroomt. Ik adem het in en uit. Verder weet ik het ook allemaal niet.
1 note
·
View note