#verzoening en vergeven
Explore tagged Tumblr posts
Text
Je huidige relatie met vergeving verkennen.
Je mag deze tekst kopiëren in de tekst to speech programma, of zelf inspreken om naar te beluisteren, of je kunt hem beluisteren in Google translate Deze geleide meditatie zal je helpen je huidige relatie met vergeving te verkennen. Om te beginnen, zoek een comfortabele positie om de volgende paar momenten samen door te brengen en begin je aandacht te richten op je fysieke lichaam. Merk gewoon…
View On WordPress
0 notes
Text
Monsigneur Choennie: als er gratie wordt gegeven zijn er voorwaarden
Voor Monseigneur Karel Choennie is het vonnis dat is uitgesproken tegen de veroordeelden, waaronder Desi Bouterse, een grote overwinning voor de nabestaanden. "Het zegt iets van onze rechtsstaat dat die nu in ere is hersteld", zegt Choennie. Maar ondanks er een overwinning is, is er volgens Choennie nog geen sprake van vrede. Choennie spreekt van diepe wonden binnen onze samenleving als gevolg van wat is gebeurd in de jaren tachtig. Voor hem streven vele godsdiensten naar vrede en verzoening, maar hij ziet geen vrede komen. "Er is wroeging, er is schaamte, schuld bij de daders en bij de nabestaanden is er boosheid, haat en wrok en geen van deze dingen duiden op vrede." Behalve de gevoelens van de veroordeelden en de nabestaanden is er binnen de samenleving ook een uitgesproken mening over het 8 decemberstrafproces,. Dit heeft volgens Choennie een splitsing gebracht binnen onze samenleving. "We moeten de samenleving genezen en dat is een langdurig proces." Onlangs heeft de advocaat van Desi Bouterse en de andere veroordeelden, Irvin Kanhai, kenbaar gemaakt dat hij mogelijk gratie zou aanvragen bij het Openbaar Ministerie. Het besluit van het geven van gratie zal worden genomen door de president, Chandrikapersad Santokhi, die zich zal moeten laten adviseren door het Hof van Justitie. Santokhi heeft in verschillende media al aangegeven dat hij, hoe dan ook, het advies van het Hof zal opvolgen. Het verlenen van gratie kan volgens Choennie ook niet binnen een korte termijn besloten worden. "Want de president moet dat beslissen, maar een rechter die pas een vonnis heeft uitgesproken gaat niet binnen twee weken een andere mening hebben. We moeten het tijd geven, die rechter moet kunnen zien dat er bij de veroordeelde een verandering teweeg is gebracht. Voor de advocaat van de nabestaanden, Hugo Essed, is de kans klein dat het Hof van Justitie een positief advies voor gratie zal geven. Hoe dan ook, als er mogelijk gratie wordt verleend aan de veroordeelden moet dit volgens de geestelijke onder voorwaarden worden gegeven. "Dat Bouterse het vonnis erkent, dat hij stopt met te zeggen dat het een politiek proces was. Dat hij spijt betuigt en zijn excuses aanbiedt en dat de staat de nabestaanden compenseert. En dat is niet alleen geld moeten krijgen, maar dat die erkenning daar is dat degene die vermoord zijn onschuldig waren. De nabestaanden moeten ook de gelegenheid krijgen om hun verdriet kwijt te raken.'' Er is wel mogelijkheid voor verzoening, maar er moet dan een instituut komen voor de mensenrechten en om deze rechten te bewaken. Dit instituut moet ervoor zorgen dat er healing komt in onze samenleving. "De nabestaanden en de daders moeten elkaar in de ogen kunnen kijken zoals het is gegaan in Zuid-Afrika. Ze moeten de gelegenheid krijgen om vragen te stellen en te praten met elkaar en misschien ook vergeven, want dat is heel erg moeilijk." Er ligt volgens Choennie een 'hebi' van deze periode nog op onze samenleving. Hij maakt een vergelijking met de slavenperiode die naar zijn zeggen nog gedragen wordt door onze samenleving. "Slavernij is honderden jaren geleden, maar nu pas praten we over healing en verzoening van dat verleden. Dus ik doe een oproep naar Bouterse en de andere veroordeelden dat we die 'hebi' of die 'kunu' nu oplossen en niet laten voor de volgende generatie. Laten we groot zijn, Bouterse weet dat vergeving mogelijk is want hij is zelf katholiek", merkt Choennie op. Read the full article
0 notes
Text
Nabij De Zon | Vergeving Ik schrijf u, kinderkens, want de zonden zijn u vergeven om Zijns Naams wil. 1 Johannes 2:12 Geen enkel mens kan de oneindige waarde van de goddelijke offerande op een juiste manier inschatten, want hoe groot de zonde van Gods volk ook is, de verzoening die die wegneemt, is onmetelijk groter. Daarom kan de gelovige, ook als de zonde als een vloedgolf over hem heen spoelt, en de herinnering aan het verleden bitter is, voor de troon der gerechtigheid van de grote en heilige God staan en uitroepen: ‘Wie zal beschuldiging inbrengen tegen de uitverkorenen Gods? God is het, Die rechtvaardig maakt. Wie is het, die verdoemt? Christus is het, Die gestorven is; ja, wat meer is, Die ook opgewekt is’ (Rom. 8:33-34). Terwijl de herinnering aan zijn zonde hem met schaamte en verdriet vervult, wordt die tegelijkertijd door de openbaring van de helderheid van de genade overtroffen — schuld is de donkere achtergrond waartegen de heldere ster van goddelijke liefde in grote pracht schijnt.
0 notes
Text
ALLES VOLLEDIG IN HEM...
ALLES IN HEM.
Alles op Zijn tijd... en Zijn Wijze... naar Zijn wil en woord en gerechtigheid.
HIJ opent de ogen van mensen,
niet wij... tenzij HIJ zo door ons spreekt, dat HIJ hen daar mee na gaat en zo hun hart opent voor Zijn stem... zodat zij de ware werkelijkheid gaan zien, herkennen. Titus 2 + 3. + Rom. 13. Maar indien Opb. 13 + 14.. van toepassing is, dan moet men God meer gehoorzamen dan de overheid... anders zal iemands ziel verloren gaan.
God's rijke zegen... is over jullie,
volgens...
Ef. 1 ; 3. + 2 Kor. 13 ; 13. + Fil. 4 ; 4-9. + Mk. 11 ; 20-25. + Kol.1 .
Alles is mogelijk, Hem die gelooft... en hem die gelooft.
Zijn geloofswerk in genade in ons heeft de satan en de wereld overwonnen. Wij zijn geborgen en gedragen IN en door Hem... en HIJ draagt ons weer via Zijn Geest in en door en met anderen op Zijn en hun hart IN Christus Jezus. Amen.
Christus' Geest IN ons is de hoop op de heerlijkheid.
HIJ heeft/is het goede werk in ons begonnen... en zal het ook voltooien tot op de dag van Christus Jezus. Amen. Hebr. 13 ; 20+21. En niets en niemand kan ons uit Zijn hand roven Joh. 10 ; 27-30. + Rom. 8 ; 26-39.
Gezegende tijd IN Christus. Ef. 3 ; 14-21.
Bidt a.u.b. dit gebed van Christus IN Paulus vaak voor zwakken in het geloof, zodat zij door God's Geest en genade sterk worden IN Hem en dus in het geloof, waardoor HIJ in hen gaat wonen.... en HIJ hun leven wordt/is en blijft.... en zij werkelijk door de Geest geleid worden... en dus echt uit God geboren worden en verzegeld worden... en dan leven naar/door/in/ in de kracht van de Geest. En zij allen dienaren van de Geest worden... en niet van de letter, want de letter dood, maar de Geest maakt levend... en heiligt hen dan verder.... en verandert ze dan van heerlijkheid tot heerlijkheid naar God's Beeld en Gelijkenis, zodat zij zijn gelijk Christus Jezus is.
2 Kor. 3. + Gal. 5 ; 22. + 2 Tim. 1 ; 7. + Ef. 1 ; 13+14.
De prediking van het geloof in Christus Jezus en Zijn heilswerk op Golgatha verwekt hen tot nieuw eeuwig leven....
en daarna, als ze met de Geest verzegeld zijn... zal HIJ hen verder afzonderen in Zijn Geest en waarheid volgens het NT./apostelleer. HIJ geeft de groei.... en HIJ bewerkt alles in allen naar Zijn wil... en daarom is geduld nodig.
Fil. 2 en 2 ; 12+13. + 1 Petr. 1 ; 4-9. + 1 Petr. 5. + 1 Kor. 12-14.
Door genade zijn wij gered... door het geloof... niet uit werken naar de wet,
die wij gedaan hebben. Wij zijn God's werk geschapen IN Christus Jezus tot goede werken, die GOD tevoren bereidt heeft, dat wij daar in zullen wandelen. Ef. 2.
HIJ predikt door de Geest via de dienaren van God's Geest...
HIJ verwekt zonen des geloofs. HIJ bewerkt alles in allen. Ons aller bekwaamheid tot dienstbetoon is uit Hem en door Hem en tot Zijn eer en niet uit ons zelf. Hem zij de eer en de hulde en de heerlijkheid en aanbidding en Koninklijke Majesteit en lofprijzing en lofgezangen NU en tot in alle eeuwen der eeuwen. Amen. Hallelu-YHVH. Amen.
Zijn werk IN en met en door ons...
omdat wij mede-arbeiders zijn van GOD en mede-arbeiders van elkaar... een met Hem en met elkaar IN Christus Jezus.. en allen dezelfde goede strijd des geloofs moeten strijden, ziende op Hem...
Joh. 17. + Hebr. 12, 1-3. + Ef. 6 ; 10-20.
Wij zijn een eenheid.... en geen verdeeldheid,
zo wij trouw zijn IN Hem... en trouw bouwen op Hem en Zijn fundament ... en niet wandelen naar het vlees, noch naar de wijze van deze God-vijandige wereld/wereldgeesten, maar op Zijn Woord/Logos van de OT en NT geschriften door de Geest van GOD :
Dezelfde GOD en Vader, Dezelfde Here Jezus Christus, Dezelfde Heilige Geest,
Hetzelfde verlossings-verzoenings-rechtvaardigingswerk en afzonderingswerk/heiliging en vervolmaking der geheiligden en verheerlijking der geheiligden IN Christus voor ogen hebbende als eeuwig einddoel en streven hier op aarde, zodat zij/wij onberispelijk en on-bestraffelijk worden bevonden op de dag van Christus Jezus voor Zijn Rechterstoel/Troon... en hun/ons loon en erfdeel in God's Koninkrijk zullen ontvangen uit de handen van de Here Jezus Christus. Wij allen hebben Dezelfde Heilige Geest en Dezelfde Doop door onderdompeling IN water en Geest... zijn gedoopt tot Hetzelfde Geestelijke Lichaam van Christus Jezus/Yeshua ha Mashiach/Zijn Tempel op aarde/Tabernakel/Gemeente op aarde en in de hemel. Want deze zijn een.
Hemel en aarde raken elkaar en zijn verenigd met elkaar IN Christus Jezus/Yeshua ha Mashiach... en IN Zijn Lichaam/Tempel/Ecclesia en Zijn Koninkrijk, waar in wij zijn overgeplaatst... sinds de wedergeboorte en verzegeling met de Heilige Geest. Joh. 3.
Wij zijn reeds een heilig Koninkrijk van priesters voor Zijn God en Vader,
die Hem aanbidden in Geest en waarheid/oprechtheid naar Zijn wil. Want daartoe zijn wij afgezonderd door de be-sprenkeling met het Bloed van het Lam van God om Hem te gehoorzamen... en te leven tot Zijn eer en heerlijkheid en de heerlijkheid Zijner liefde en genade en gerechtigheid en heiligheid, en zijn wij verzoend en gerechtvaardigd... en zijn al onze zonden uit onwetendheid en zwakheid geschied vergeven. Nu door/in de Geest afgezonderd tot gehoorzaam jegens God... en tot aanbidding en verheerlijking van God IN Christus Jezus/Yeshua ha Mashiach en Zijn Geest en genade en liefde en waarheid en geloofs-genade. Onze heilige dienst voor God. Want God zoekt zulke aanbidders. HIj verlangt naar de vrucht van onze lippen... onze Geestelijke offerandes/offers... die Hem en het Lam huldigen, hier en nu individueel... en in de heilige samenkomsten van Zijn Gezalfde... door de gezalfden en verzegelden met heilige Geest... en Hun deugden verkondigen. Amen. Hallelu-YHVH. Amen.
Zonder afzondering/Heiliging/Heiligmaking in Geest en waarheid zal niemand de Here zien.
GOD YHVH, de Vader zegt : " IK BEN heilig ; daarom weest ook gij heilig. On-heiligen zullen het Koninkrijk van God niet erven noch binnen gaan, maar uitgeworpen worden in de buitenste duisternis... waar het tandengekners zal zijn in alle eeuwen. IK BEN."
God zegt/schrijft door Paulus : "Wie op zijn vlees zaait (vleselijke lichamelijke lusten/ zondige begeerten Gal. 5 ; 19-21.) zal van het vlees verderf oogsten. Wie echter op/in/door de Geest van God zaait op de akker van de Geest( = Het Woord van GOD), zal van/door in de Geest/ vanuit de Geest... het eeuwig leven oogsten. Wandelt naar/o.l.v./in de kracht van de Heilige Geest, zo zult gij de begeerten van het vlees niet volbrengen/niet doen."
Titus 2 ; 11-15. + 1 Petr.1-5. + Opb. 1 ; 4-8.
De Ware Eenheid IN HEM...
Een Hoofd/Christus en Zijn Lichaam, de vele leden... een Huis/Tempel/Ecclesia, de vele levende bouwstenen, een hemels Koninklijk Priesterschap met één Hoge Priester : Yeshua Hamashiach/Jezus de Christus, en de vele priesters... Eén Ware Wijnstok en de vele ranken... met de vele druiven/vrucht.. Eén Edele Olijfboom met vele natuurlijke takken ( het Ware Geestelijke Israel) en vele ingeënte takken uit de wilde olijfboom (toegevoegde gelovigen/wedergeborenen/verzegelden/ heidenen/goyim/onbesnedenen naar het vlees, maar besneden naar/in/door de Geest aan het hart.) Amen.
Hallelu-YHVH. Amen.
Allen deelhebbende aan de vetrijke sappen van...
de Edele Olijf-boom en aan de sappen van de Ware Wijnstok. Allen het Hemels Brood nuttigende/Manna van uit de hemel. Allen dezelfde Drank drinkende/kristal-helder water van uit God's troon en het Lam. Allen het zelfde Bloeds-Verbond erende... en allen ingegaan door Dezelfde Deur/Poort... en allen op het smalle Pad, dat ten eeuwigen leven leidt. Allen uitgericht op de heerlijkheid bij God en Yeshua ha Mashiach/Jezus de Christus en Hun troon... en genade en hun hemels Koninkrijk en Hemels Jeruzalem en Hemels Tabernakel en Hemels Sion en het Ware Fundament/ Woord van GOD/Christus Jezus en Zijn Voorbeeld... en de twaalf apostelen van het Lam en hun leer en voorbeeld... en de profeten en hun woorden/profetieën/openbaringen... op de Berg God's, welke de Eeuwige Onveranderlijke en Onwankelbare Gerechtigheid van GOD is. Amen. Hallelu-YHVH. Amen.
Joh.6.+ 10 + 15+ 17. + Efezen-brief. + 1 Kor. 12-14. + Rom. 9-11. + Hebr. 12+ 13. + Opb. 21+22.
God's zegen.
Jean M.P.Schoonbroodt./The Candle. NL. EU.
D.d. 21.10.2020.
3 notes
·
View notes
Text
Verzoening
VERZOENING
Hij nam de straf op Zich voor al onze ongehoorzaamheid. En niet alleen voor die van óns, maar voor die van álle mensen. Daardoor zijn we niet langer schuldig.
Soms hebben wij moeite iemand te vergeven die ons onrecht aandoet. Stel je eens voor hoe moeilijk het zou zijn iedereen te vertellen dat we hen vergeven, wat ze ons ook aandoen! Toch heeft God dat gedaan door Jezus. Niemand…
View On WordPress
0 notes
Text
‘Het ware verhaal achter het werk in het Tijdperk van Verlossing’
youtube
De woorden van de Heilige Geest ‘Het ware verhaal achter het werk in het Tijdperk van Verlossing’
Almachtige God zegt: “In het Tijdperk van Genade had de mens reeds blootgestaan aan al het verderf van Satan. Om die reden vereiste het verlossingswerk voor heel de mensheid een overvloedigheid aan genade, oneindige verdraagzaamheid en geduld, nog belangrijker, een offer afdoende voor de verzoening van de zonden van alle mensen. Wat de mensheid in het Tijdperk van Genade zag, was slechts mijn offer tot verzoening van de zonden van alle mensen, namelijk Jezus. Het enige wat zij wisten, was dat God genadig en verdraagzaam kon zijn; En wat zij alleen zagen, was de genade en goedertierenheid van Jezus. Dit was geheel mogelijk omdat zij in het Tijdperk van Genade leefden. En dus, voordat zij verlost konden worden, was het noodzakelijk dat zij zich konden verheugen in de vele vormen van genade die Jezus hen in overvloed schonk. Alleen dit was heilzaam voor de mens. Op deze wijze – door te leven in genade – konden al hun zonden worden vergeven. Bovendien werd zo voor hen de mogelijkheid geopend om te worden verlost door te leven in Jezus’ verdraagzaamheid en geduld.”
Sommige bijbelteksten zijn ontleend aan de Nieuwe Bijbelvertaling © 2004/2007 Nederlands Bijbelgenootschap.www.debijbel.nl
uit ‘De Kerk van Almachtige God’
0 notes
Text
Mijn beste vriendin
Als gebroken
glas
Verbroken
Iets wat ooit vriendschap was
Niet te herstellen
Wat is er gebeurd
Kan je me vertellen
Waarom zijn we verscheurd?
Herinneringen zo schoon
Compleet vergeten
Mijn verdiende loon?
Maar hoe kon ik weten
Geen uitleg
Nooit iets gebeurd
Toch is alles weg
Heb zoveel getreurd
Je schoof me opzij
Tot op heden
Haat je mij
Zonder reden
In mei
Was alles goed
Verzoening nabij
Gaf me moed
Zo content
Weer vrienden te zijn
Dat je weer in mijn leven bent
Bleek allemaal schone schijn te zijn
Niet fijn
Eigenlijk
Moet ik kwaad zijn
Wegens voor woorden te belachelijk
Maar ik doe het niet
Je zit in mijn hart
Alles kan teniet
Want ik mis u hard
Ik geef om u
Zoals ik nog nooit gegeven heb
Zelfs nu
Nog steeds alles voor u over heb
Oneerlijk, niet fijn
Het gemis zo groot
Had er eigenlijk niet moeten zijn
Ik huil me dood
Een open wonde
Doet me pijn
Het is zo zonde
Zo onbevriend te zijn
Begrijp het niet
Waarom dan
Dat je me niet meer ziet
Waar vlucht je van
Waarom
Wil je niet
Kijk achterom
Zodat je onze mooie vriendschap weer ziet
Ik wil jou in mijn leven
Zoveel moois int verschiet
Je moet me vergeven
Waarvoor weet ik niet
Heb het allerbeste met je voor
Niemand zal je raken
Dat gaat nu ook door
Maar zou het toch liever goedmaken
Opgeven
Onmogelijk
Ik zal nog even
Nee onvoorwaardelijk
Mijn hand
Reiken
Onze vriendschapsband
Plat strijken
Er voor je zijn
In schoonheid
En in pijn
Tot het einde van mijn tijd
In zonneschijn, in maneschijn
Zal je voor mij
Altijd
De beste zijn
0 notes
Text
vergeven
o hebzuchtige tijd, zeg me dat het u spijt. mijn dagen te stelen, met mijn toekomst te spelen. Met spijt koop ik noch, maar zal ik toch, voelen, voldoening, en geven verzoening.
0 notes
Text
New Post has been published on In de hemel is wél bier !
New Post has been published on http://bit.ly/2nL2S5h
Behouden! Wat nu?
Het goede begin
Niets is belangrijker in het leven van een Christen, dan het goede begin. Als wij goed beginnen, dan kunnen wij ook goed voortgaan.
Als wij verkeerd beginnen, zal het gehele verdere leven verkeerd zijn. Als iemand, die dit leest, tot de ontdekking komt, dat hij verkeerd begonnen is, dan blijft hem niets anders over, dan een nieuw en goed begin te maken.
In Johannes 1 : 12 lezen wij, wat het goede begin is. ‘Zo velen Hem aangenomen hebben, die heeft Hij macht gegeven kinderen Gods te worden, namelijk, die in Zijn Naam geloven’. Het enige juiste begin van een Christenleven is: Jezus Christus aannemen!
Ieder, die Hem aanneemt, geeft Hij op hetzelfde moment macht een kind van God te worden. Wanneer de meest goddeloze mens in de wereld deze regels zou lezen en hij op dit ogenblik de Here Jezus aannemen als zijn persoonlijke Verlosser en Zaligmaker, dan zou hij op ditzelfde moment een kind van God worden.
Al is iemand met nog zoveel zorg opgevoed en angstvallig beschermd voor zonde en wereld — hij zal niet eerder een kind van God worden, dan wanneer hij de Here Jezus aanneemt. Wij zijn ‘kinderen Gods door het geloof in Christus Jezus’ (Gal. 3 :26) en op geen enkele andere wijze.
Wat betekent het, Jezus Christus aannemen? Het betekent, Jezus zò aanvaarden, dat Hij voor u alles is, waartoe God Hem voor ieder mens gemaakt heeft en aan leder mens aanbiedt. Jezus Christus is Gods gave. ‘Alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een leder, die in Hem gelooft, niet verloren ga, maar het eeuwige leven hebbe’ (Joh. 3 : 16). Sommigen aanvaarden deze wonderbare Gave van God door geloof. leder die deze Gave gelovig aanneemt, wordt een kind van God. leder, die deze Gave door ongeloof afwijst, gaat verloren; hij is reeds geoordeeld. ‘Wie in de Zoon gelooft, komt niet in het oordeel; wie echter niet gelooft, is reeds geoordeeld, omdat hij niet geloofd heeft in de Naam des eniggeboren Zoons van God’ (Joh. 3 : 18).Waartoe biedt God ons Zijn Zoon aan?
In de allereerste plaats biedt God ons Zijn Zoon aan als onze Zondendrager. Wij hebben allen gezondigd. Er is geen mens, die niet gezondigd heeft (Rom. 3 : 22, 23). ‘Indien wij zeggen, dat wij geen zonden hebben, zo verleiden wij onszelf en maken God tot een leugenaar’. (1 Joh. 1 : 8). Een ieder van ons moet òf zijn zonden zelf dragen, òf een ander moet zijn zonden voor hem dragen. Onze eigen zonden dragen, dat betekent voor eeuwig van de gemeenschap met God buitengesloten te zijn; want God is heilig. ‘God is een Licht en geen duisternis is in Hem’ (1 Joh. 1 :5). Maar God Zelf heeft in een Ander voorzien, opdat Hij onze zonden op Zich zou nemen. zodat wij ze niet zelf behoeven te dragen.Deze Zondendrager is Gods eniggeboren Zoon, Jezus Christus. ‘Want Die, Die geen zonde gekend heeft, heeft Hij zonde voor ons gemaakt, opdat wij zouden worden rechtvaardigheid Gods in Hem’ (2 Kor. 5 : 21). Toen Jezus op het kruis van Golgotha stierf, toen ‘verloste Hij ons van de vloek der Wet, een Vloek geworden zijnde voor ons’ (Gal. 3 : 13). Christus aanvaarden betekent dus: het getuigenis van God geloven, dat Hij gegeven heeft over Zijn Zoon; geloven, dat Jezus onze zonden in Zijn lichaam gedragen heeft op het hout (1 Pet. 2 : 24); en God vertrouwen, dat Hij ons al onze zonden vergeeft, omdat Jezus Christus die op Zich genomen heeft. ‘Wij dwaalden allen als schapen, leder op zijn weg, maar de Heer heeft al onze zonden op Hem doen aanlopen’ (Jes. 53 : 6).Onze eigen goede werken in verleden, heden en toekomst hebben niets te maken met de vergeving der zonden. Onze zonden zijn vergeven, niet vanwege de werken der gerechtigheid, die wij gedaan hebben, maar vanwege het werk der verzoening, dat Christus op het kruis van Golgotha voor ons volbracht heeft. Als wij in dit verlossingswerk rusten, dan zullen wij goede werken doen; zij zullen het gevolg zijn van onze verlossing; het gevolg van ons geloof in Jezus, als de Drager van onze zonden.Onze goede werken kunnen nooit de grond van onze verlossing zijn, maar wel de vrucht en het bewijs ervan. Wij moeten er ons wel voor hoeden, dat wij niet onze goede werken als grond voor onze redding laten meetellen. Wij hebben de vergeving onzer zonden niet te danken aan de dood van Christus plus onze goede werken, maar enkel en alleen aan het feit, dat Christus voor ons stierf. Dit van harte te erkennen is het begin van het Christenleven.
God biedt ons Jezus aan als onze Bevrijder van de macht der zonde. Jezus is niet alleen gestorven, Hij is ook opgestaan! Hij is ook vandaag nog een levende Heiland; Hij heeft alle macht in hemel en op aarde. Hij heeft ook macht om de zwakste mens voor struikelen te bewaren (Judas 24). Van het ene uiterste der aarde tot het andere kan Hij allen redden, die door Hem tot God gaan: ‘Waarom Hij ook volkomen kan zaligmaken, die door Hem tot God gaan, aangezien Hij altijd leeft om voor hen te bidden’ (Heb. 7 : 25).‘Indien de Zoon u vrijmaakt, zo zult gij waarlijk vrij zijn’ (Joh. 8 36). Jezus aannemen betekent geloven, wat God ons in Zijn Woord over Hem zegt; geloven, dat Hij uit de doden opstond; geloven, dat Hij nu leeft; geloven, dat Hij machtig is ons voor struikelen te bewaren, en ons dagelijks van de macht der zonde te verlossen — en in dat geloof ons vertrouwen op Hem stellen.Dit is het geheim van de dagelijkse overwinning over de zonde. Als wij proberen, om in eigen kracht de zonde te overwinnen, dan moeten we onherroepelijk vallen. Als we eenvoudig het oog gericht houden op de opgestane Christus, om ons dag voor dag te bewaren, dan zal Hij ons vasthouden. De gekruisigde Christus bevrijdt ons van de straf der zonde; wij zijn gereinigd van onze zonden; wij komen niet in het oordeel. Maar de opgestane Christus geeft ons dagelijks overwinning over de macht der zonde. Velen nemen Jezus aan als de Zondendrager en zij ontvangen vergeving — maar zij komen niet verder; en daarom is hun leven een aaneenschakeling van nederlagen. Anderen aanvaarden Hem ook als hun opgewekte Heiland en daarom ervaren zij een overwinningsteven.Als we goed willen beginnen, dan moeten we Hem niet alleen aannemen als de Drager van onze zonden, maar ook als onze opgestane Verlosser, de Bevrijder van de macht der zonde, onze Bewaarder. Dan zullen we dagelijks overwinning over de zonde hebben.
Maar God biedt ons Jezus niet alleen aan als Zondendrager en als Bevrijder van de macht der zonde, maar ook als onze Here en Koning. Wij lezen in de Handelingen der Apostelen 2 : 36: ‘Zo wete dan zekerlijk het ganse huis lsraëls, dat God Hem tot een Here en Christus gemaakt heeft, namelijk deze Jezus, Die gij gekruisigd hebt’. ‘Here’ betekent: Goddelijke Meester; en Christus’ betekent: gezalfde Koning. Jezus aannemen betekent Hem als Goddelijke Meester erkennen, aan Wie wij ons met geheel ons hart en leven onderwerpen; als de Enige, Wiens Woord wij volledig geloven; Die wij geloven willen, ook als de wijzen dezer wereld de waarheid van Zijn leer in twijfel trekken of loochenen; het betekent Hem als Koning kronen, Wiens onbeperkte heerschappij over ons leven wij met vreugde aanvaarden, zodat het nu voortaan niet meer de vraag is: Wat zal ik graag willen doen? Wat willen anderen, dat ik doen zal? Wat doen anderen? – maar de vraag is nu slechts: Wat wil Hij, dat ik doen zal? Een goed begin houdt in: een onvoorwaardelijke overgave aan Jezus, onze Here en Koning.
Een gebrek aan inzicht op dit punt, dat Jezus zowel onze Here en Koning, als onze Verlosser is, heeft menig Christenleven reeds in het begin op de verkeerde weg gebracht. Het uitgangspunt is wel, de erkenning van Jezus als onze Zondendrager, en als onze Verlosser van de macht der zonde; maar daar mogen wij niet bij blijven stilstaan, wij moeten Hem als onze Here en Koning erkennen! Voor een goed begin van het Christenleven is er niets belangrijkers, dan onvoorwaardelijke overgave, zowel van uw gedachten als van heel uw wezen, aan Jezus. Zeg uit de grond van uw hart en zeg het telkens weer: Alles voor Jezus!
Velen lijden schipbreuk, omdat zij voor deze volledige overgave terugschrikken. Zij zouden Jezus wel willen dienen — maar met een half hart, met een deel van hun persoon en hun bezit. Iets onthouden aan Jezus betekent een armzalig leven met struikelen en vallen.
Een leven van volledige overgave brengt vreugde op alle wegen. Als u het nog niet gedaan hebt, doe het dan heden; ga in de stilte met God, kniel neer en zeg: ‘Alles voor Jezus’, maar dan moet het wel eerlijk gemeend zijn. Zeg het in volle ernst, uit de grond van uw hart; blijf voor Zijn aangezicht, totdat het u duidelijk wordt, wat het betekent en wat u doet. Wie deze stap werkelijk doet, maakt wonderbare vooruitgang. Hebt u deze stap reeds gedaan, herhaal hem dan dikwijls! Hij heeft steeds weer nieuwe betekenis en brengt nieuwe zegen. In deze volledige en voortdurende overgave ligt de sleutel tot alle schatkamers van de Goddelijke waarheid. Twijfel verdwijnt snel voor hem, die zich volkomen overgeeft (Joh. 7 : 17). In deze volkomen overgave ligt het geheim van de kracht van het gebed (1 Joh. 3 : 22). Deze volkomen overgave is de voornaamste voorwaarde, om de kracht van de Heilige Geest te ontvangen (Hand. 5 : 32).
Wanneer u Christus als uw Here en Koning aanvaardt, dan bent u gehoorzaamheid verschuldigd aan Zijn wil, zelfs tot in de kleinste bijzonderheden van uw leven. Velen zeggen, dat zij Jezus als Here en Koning aangenomen hebben, terwijl zij Hem in hun zakenleven, hun gezinsleven, in hun omgang met anderen en in hun wandel dagelijks ongehoorzaam zijn. Zulke mensen houden zichzelf voor de gek. U hebt Jezus niet als Here en Koning aangenomen, als u niet bereid bent, Hem dagelijks in alle dingen te gehoorzamen. Hij zegt Zelf: ‘Wat noemt gij Mij Here, Here, en doet niet hetgeen Ik zeg’ (Luk. 6 : 46).
Om nog eens alles samen te vatten: Wilt u uw Christenleven goed beginnen, neem dan Christus aan als de Drager van uw zonden, en vertrouw God, dat Hij uw zonden vergeven heeft, omdat Jezus in uw plaats stierf. Neem Hem aan als uw opgestane Heiland, Die altijd leeft en voor u bidt; Die macht heeft u te bewaren, en vertrouw erop, dat Hij u iedere dag bewaart. Neem Hem aan als uw Here en Koning, aan Wie u de volle heerschappij over uw gedachten en uw leven toestaat. Dit is het goede, het enig juiste begin van het leven van een Christen.
Als u op deze manier begonnen bent, zal het verdere naar verhouding gemakkelijk zijn. En als u niet op deze wijze begonnen bent, doe het dan nu.
Het openlijk belijden van Christus
Wanneer u als Christen ‘het goede begin’ gemaakt hebt en in uw hart de juiste houding tot Jezus hebt aangenomen, dan is de volgende stap, dat u openlijk belijdt, in welke verhouding u thans tot Jezus Christus staat.
Jezus zegt (Matth. 10 : 32): ‘Wie Mij belijdt voor de mensen, die zal Ik ook belijden voor Mijn Vader, Die in de hemelen is’.
Hij wil, dat wij openlijk voor Hem zullen uitkomen.
Hij verlangt dat terwille van uzelf. Het is de weg, om gezegend te worden. Velen willen volgelingen van Jezus zijn, zonder dat de wereld het merkt. Maar niemand is daar nog in geslaagd. Heimelijk Zijn discipel te zijn, betekent: in het geheel niet Zijn discipel te zijn. Wie werkelijk de Here Jezus toegelaten heeft in zijn leven, kan het niet verbergen. ‘Waar het hart vol van is, daar loopt de mond van over’ (Matth. 12 : 34).
Zó belangrijk is het belijden van Christus in het openbaar, dat Paulus het als eerste vermeldt, als hij de voorwaarden des heils noemt. Hij zegt: ‘Indien gij met uw mond zult belijden de Here Jezus, dat Hij de Here is, en met uw hart zult geloven, dat God Hem uit de doden opgewekt heeft, zo zult gij zalig worden; Want met het hart gelooft men ter rechtvaardigheid en met de mond belijdt men ter zaligheid’ (Rom. 10 : 9, 10). Als u Christus belijdt, ervaart u een leven van volle zaligheid.
Het is niet voldoende, dat wij Christus slechts éénmaal belijden, bijvoorbeeld bij onze doop; of, als wij ons bij een gemeente aansluiten; of, als wij in een opwekkingssamenkomst een getuigenis afleggen. Wij moeten Christus steeds belijden. Wij moeten ons voor onze Heiland niet schamen; iedereen moet weten, dat wij aan Zijn zijde staan. Thuis, in de kerk, op ons werk, in onze ontspanning moeten wij anderen laten merken, wie wij zijn en van Wie wij zijn. Vanzelfsprekend moeten wij met onze Christelijkheid en onze vroomheid niet te koop lopen; maar niemand mag er over in twijfel verkeren, dat wij Christus toebehoren. Wij moeten laten merken, dat wij roemen in Hem als onze Here en Koning.
Indien wij verachteren in de genade, dan is dat dikwijls een gevolg van het feit, dat wij Hem niet openlijk belijden.
Christenen komen soms in een andere omgeving, waar men hen niet als Christen kent, en waar zij in de verleiding komen het te verheimelijken; zij bezwijken voor die verleiding en lijden spoedig schade aan hun geestelijk leven. Hoe meer u met de Here Jezus bezig bent, des te meer is Hij met u bezig. U zult voor vele verzoekingen bewaard worden, als iedereen weet, dat u behoort tot diegenen, die zich in alles laten leiden door hun Here en Heiland.
Heilszekerheid
Als u ware vreugde en werkelijke kracht in uw leven wilt ervaren, dan moet u weten, dat uw zonden vergeven zijn, dat u een kind van God bent en dat u het eeuwige leven hebt. Het is het voorrecht van de gelovige, dat hij mag weten, dat hij eeuwig leven heeft. Johannes zegt in 1 Joh. 5 : 13:
‘Deze dingen heb ik u geschreven, u, die gelooft in de naam van de Zoon Gods, opdat gij weet, dat gij het eeuwige leven hebt’.
Johannes schreef deze eerste brief met het speciale doel, dat iedere gelovige zou weten, dat hij het eeuwige leven heeft.
Er zijn mensen, die zeggen: Niemand kan zeker weten of hij eeuwig leven heeft, voordat hij gestorven is en voor de rechterstoel van God staat. Maar God Zelf zegt, dat wij het wel kunnen weten. Als wij de mogelijkheid ontkennen, dat de gelovige kan weten, dat hij eeuwig léven heeft, dan zeggen wij eigenlijk, dat de Eerste Brief van Johannes voor niets geschreven is en dan beledigen wij de Heilige Geest, die deze Brief heeft geïnspireerd. Of wij de vergeving voelen of niet voelen, daar komt het niet op aan. Waar het om gaat, is niet wat wij voelen, maar om wat God zegt. Gods Woord kunnen wij altijd vertrouwen.
Ons eigen gevoel moeten wij dikwijls wantrouwen. Velen beginnen te twijfelen of zij wel vergeving van zonden, eeuwig leven en verlossing hebben ontvangen, omdat zij niet voelen, dat hun vergeven is, dat zij eeuwig leven hebben en dat zij verlost zijn. Maar het nietvoelen mag geen reden zijn tot twijfel.
Stel u voor, dat u tot een gevangenisstraf was veroordeeld en dat het enige vrienden van u gelukt was gratie voor u te verkrijgen. Het gerechtelijke document van uw begenadiging wordt u voorgelegd, u leest het en weet nu, dat u bevrijd bent van straf; maar het bericht is zo onverwacht gekomen, dat u zich niet kunt voorstellen, dat u vrij bent. Iemand vraagt u: ‘Bent u begenadigd?’ — Wat zou u antwoorden? U zou zeggen ‘Ja, ik ben begenadigd’.
Als hij dan verder vraagt: ‘Voelt u zich nu begenadigd?’ dan zegt u: ‘Nee, het is allemaal zo wonderlijk, zo onverwachts, ik voet nog niet, dat ik vrij ben’. ‘Maar’, zegt er dan iemand: ‘hoe kan u dan weten, dat u begenadigd bent, als u het niet voelt?’ Dan zult u hem het document laten zien en zeggen: ‘Hier staat het!’ En als u dan telkens weer dat geschrift leest en gelooft, dan zult u het ook gaan voelen, dat u begenadigd bent.
De Bijbel is het volkomen rechtsgeldig document van God, waarin Hij vaststelt, dat ieder, die in Jezus gelooft, gerechtvaardigd is; dat ieder, die in de Zoon gelooft, eeuwig leven heeft; dat ieder, die de Here Jezus aanvaardt als zijn Heiland een kind van God is. Als iemand u nu vraagt of uw zonden vergeven zijn, dan kunt u antwoorden: ‘Ja, ik weet het, want God zegt het‘.
Als men u vraagt, of u een kind van God bent, dan kunt u zeggen: ‘Ja, want God zegt het‘. Vraagt men u of u eeuwig leven hebt, dan zegt u: ‘Ja, want God zegt: ‘Wie in de Zoon gelooft, heeft eeuwig leven’. Misschien voelt u het niet, maar wanneer u de uitspraken van God in uw hart overweegt en u zich in het geloof houdt aan wat Hij zegt, dan komt stellig de tijd, dat u het ook voelt.
Wie in de Zoon gelooft en toch twijfelt of hij het eeuwige leven heeft, die maakt eigenlijk God tot een leugenaar. Want hij gelooft niet het getuigenis, dat God Zelf van Zijn Zoon gegeven heeft. En dat getuigenis is, dat God ons in Zijn Zoon het eeuwige leven heeft geschonken: ‘Die de Zoon heeft, die heeft het leven; die de Zoon niet heeft, die, heeft het leven niet’. (1 Joh. 5 : 1012). Dus ieder, die het getuigenis van God niet gelooft, dat Hij ons in Zijn Zoon eeuwig leven heeft gegeven en dat wie de Zoon heeft, het leven heeft, die maakt God tot een leugenaar.
Dikwijls hoort men zeggen: Het is hoogmoed als een mens beweert de zekerheid te hebben van de vergeving der zonden en van het bezit van het eeuwige leven. Maar is het dan hoogmoed, om God te geloven? Is het niet veel hoogmoediger om God niet te geloven en Hem tot een leugenaar te verklaren? Toen Jezus tot de zondares zei: ‘Uw zonden zijn u vergeven’, zou het dan hoogmoed van haar geweest zijn als zij gezegd had: ‘ik weet dat mijn zonden mij zijn vergeven’? Zou het niet juist hoogmoed geweest zijn, als zij er een ogenblik aan getwijfeld had of haar zonden wel echt vergeven waren? Jezus had gezegd: Uw zonden zijn u vergeven’ — als zij toen had getwijfeld, dan had zij Jezus tot een leugenaar gemaakt. Waarom zou het dan nu hoogmoed zijn, als een gelovige zegt: ‘Mijn zonden zijn vergeven; ik heb het eeuwige leven?’, terwijl God in Zijn Woord tot ieder gelovige zegt: ‘Gij zijt gerechtvaardigd’ (Hand. 13 : 39); ‘Gij hebt het eeuwige leven’ (Joh. 3 : 36; 1 Joh. 5 : 13).
Maar dit moet wel vaststaan, dat u werkelijk in de Naam van de Zoon van God gelooft; dat u werkelijk Jezus hebt aangenomen. Als u daarvan overtuigd bent, twijfel dan geen ogenblik meer aan het feit, dat al uw zonden u zijn vergeven; twijfel er geen ogenblik aan, dat u een kind van God bent en dat u het eeuwige leven hebt. Als de Satan u toefluistert: ‘Uw zonden zijn niet vergeven’ wijs dan de satan op het Woord van God en zeg: ‘God zegt, dat mijn zonden vergeven zijn en ik weet, dat het waar is’. Als de Satan zegt: ‘Misschien geloof je niet in Hem’, zeg dan: ‘Als ik nog nooit geloofd had, dan geloof ik nu’. En dan kunt u met blijdschap verder gaan in de rotsvaste zekerheid, dat uw zonden zijn vergeven, dat u een kind van God bent en dat u eeuwig leven hebt.
Nu zijn er ook velen, die beweren de zekerheid van het eeuwige leven te bezitten, terwijl zij niet echt geloven in de Naam van de Zoon van God en de Here Jezus niet werkelijk hebben aangenomen. Maar dat is geen echte heilszekerheid, omdat die niet berust op het Woord van God, dat niet liegen kan. Willen wij heilszekerheid hebben, dan moeten wij eerst het heil zelf ervaren hebben. De reden, waarom zovelen geen zekerheid van hun verlossing hebben is, dat zij niet verlost zijn. Wat hun ontbreekt is niet de zekerheid, maar de verlossing zelf.
Maar als u Jezus aangenomen hebt, zoals in een vorig hoofdstuk is uitgelegd, dan bent u verlost, dan bent u een kind van God, dan hebt u vergeving van zonden. U mag dat geloven, weten en u erin verblijden.
Is dat eenmaal een feit, laat het dan een feit blijven. Twijfel er nooit meer aan, ook niet als u faalt of struikelt of valt; weet, dat ook die zonden u vergeven zijn — sta op en ga verder in het blij vertrouwen, dat niets u kan scheiden van uw God.
Opzien tot Jezus
Als wij met volharding de loopbaan willen lopen, die ons voorgesteld is, dan moeten wij opzien tot Jezus (Hebr. 12 : 13).
Het geheim van blijvende vreugde en voortdurende overwinning ligt daarin, dat wij nooit Jezus uit het oog verliezen.
Wij moeten voortdurend opzien tot Jezus als de grond van onze aanneming door God.
De satan zal telkens opnieuw trachten ons te ontmoedigen door ons te wijzen op onze zonden en tekortkomingen en ons ervan te overtuigen, dat wij geen kinderen van God zijn en niet verlost zijn. Als dit hem gelukt dan worden we spoedig moedeloos en gaan we aan ons heil twijfelen. Maar als wij op Jezus zien, die voor ons stierf en al onze zonden heeft verzoend, dan zullen ons de vele zonden niet meer ontmoedigen. Wel zullen wij dan zien, dat onze zonde groot is, ja, zeer groot; maar meteen zullen wij erkennen, dat zij volkomen verzoend is.
Telkens als de satan ons één van onze zonden voorhoudt, moeten wij eraan denken, dat Jezus ons van de vloek heeft verlost, omdat Hij een vloek voor’ ons geworden is (Gal. 3 : 13). Wij moeten bedenken, dat hoe zondig ook in onszelf, wij in Christus gerechtvaardigd zijn, want Hij i’s voor ons tot zonde gemaakt (2 Cor. 5 : 21). Wij zullen zien, dat iedere zonde, waarvan de satan ons beschuldigt, op Jezus geworpen is (1 Petr. 2 : 24; Jes. 53 : 6). Wij kunnen nu getroost zingen:
Vrijverklaard van schuld en straf wand’len wij nu hier beneden; Gij naamt ons de zonden af en schenkt ons Uw zaligheden. Gij stierft eens des zondaars dood, O, wat is Uw liefde groot!
Als u op dit ogenblik de een of andere zonde drukt, zie op Jezus aan het kruis; geloof wat God u verzekert, namelijk dat deze zonde op Hem gelegd is (Jes. 53 : 6). Dank God ervoor, dat ook deze zonde gedelgd is. Dank ook uw Heiland, die deze zonde voor u heeft gedragen en laat u niet meer verontrusten. Het is eigenlijk een grote ondankbaarheid jegens God, als u zich nog plaagt met uw zonden, die Hij in Zijn oneindige liefde uitgedelgd heeft. Zie voortdurend op naar de Gekruisigde en wandel toch in de zonneschijn van de genade van God. Hoe hoog is de prijs, waarvoor God in Zijn welbehagen u heeft gekocht! Dank Hem en wandel in het licht van Zijn genade.
Wij moeten tot Jezus opzien als onze opgestane Heiland, wie alle macht gegeven is in de hemel en op de aarde en die de kracht heeft, om ons van ogenblik tot ogenblik te bewaren.
Gevoelt u zich juist nu tot zonde verzocht? Bedenk dan, dat Jezus uit de doden is opgestaan en dat Hij nu aan de rechterhand Gods in de heerlijkheid is en dat Hem alle macht gegeven is in hemel en op aarde en dat Hij het is, die u juist nu de overwinning kan geven. Geloof, wat God in Zijn Woord gezegd heeft, dat Jezus macht heeft om ‘volkomen zalig te maken’ (Hebr. 7 : 25), dat Hij macht heeft u over deze zonde, die u juist nu belaagt, de overwinning te geven. Bid Hem u de overwinning te schenken en verwacht dan ook de overwinning door Hem. Zie op Jezus, de grote Overwinnaar; dan zult u elke dag, eik uur, eik ogenblik de overwinning over de zonde hebben. ‘Houd in gedachtenis, dat Jezus Christus uit de doden is opgewekt‘ (2 Tim. 2 : 8). Het geheim van een overwinnend leven ligt in het opzien naar de opgestane Heiland. Zie op tot de Gekruisigde en u hebt onmiddellijk overwinning over de macht der zonde.
Wij moeten tot Jezus opzien als tot Degene, die wij in onze dagelijkse wandel moeten navolgen.
Onze Here Jezus zegt ook heden tot Zijn discipelen, wat Hij tot Zijn eerste discipelen heeft gezegd: ‘Volgt Mij na’. Het geheim van de wandel van de Christen ligt in het woord navolging! Wie zegt, dat hij in Hem blijft, die moet ook wandelen zoals Hij gewandeld heeft (1 Joh. 2 : 6). Een mislukking in een christenleven vindt dikwijls zijn oorzaak daarin, dat wij proberen een goed mens na te volgen, iemand die wij bewonderen. Het is een gevaarlijke zaak, om de een of andere man of vrouw na te volgen, al is het ook een voortreffelijk mens. Wie mensen gaat navolgen, komt op een dwaalspoor. Er is maar één volmaakt mens op aarde geweest, dat is de Mens Christus Jezus. Als wij een ander mens navolgen, dan zullen wij eerder zijn fouten dan zijn deugden overnemen.
Zie op Jezus en op Hem alleen, Hij moet uw Leider zijn.
Als u in twijfel bent, wat u doen moet, vraag dan: Wat zou Jezus doen? Bid God, dat Hij u door Zijn Geest laat zien, wat Jezus doen zou. Bestudeer uw Bijbel, om te weten te komen, wat Jezus heeft gedaan en volg Hem na. Al lijkt het alsof niemand anders volgt, wees er dan zeker van, dat u Hem tenminste volgt. Verspil uw tijd er niet aan hen te beoordelen, die Jezus niet volgen. Zie toe, dat u zelf Hem volgt. Wanneer u zich gaat bemoeien met anderen,die Jezus niet volgen, dan zegt Jezus tot u: ‘Wat gaat het u aan? Volg gij Mij!’ (Joh. 21 : 22). Het gaat u niets aan, wat de navolging van Christus voor anderen betekent. Het gaat er maar om, wat de navolging van Christus voor u betekent.
Het leven wordt heel eenvoudig als wij Jezus volgen. Er zullen wel vragen bij u opkomen; maar de meest ingewikkelde vraag wordt zonneklaar als u van harte besloten bent, Jezus in alles te volgen. De satan zal u dikwijls in het oor fluisteren: Deze of die vrome man doet dit of dat’. U hoeft alleen maar te antwoorden: ‘Het interesseert mij niet, wat hij doet; voor mij komt het er alleen op aan: wat zou Jezus doen’.
Wij hebben een leven van vrijheid, als wij alleen maar Jezus volgen. Daarentegen is het pad van hem, die zich richt naar de wandel van zijn omgeving vol bochten, omwegen en valstrikken. Zie toch op Jezus. Volg Hem in vol vertrouwen. ‘Maar het pad der ,rechtvaardigen is gelijk een schijnend licht, voortgaande en lichtende tot de volle dag toe’ (Spr. 4 : 18).
Jezus is het Licht der wereld; wie Hem volgt, zal in de duisternis niet wandelen, maar zal het Licht des levens hebben’ (Joh. 8 : 12).
Sluit u aan bij een gemeente
Zonder gemeenschap met andere gelovigen kan noch een jongere noch een oudere christen zich op normale wijze ontwikkelen.
Alle gemeenschappen van gelovigen bestaan uit onvolmaakte mannen en vrouwen — dus zijn ook die gemeenschappen zelf onvolmaakt. Maar toch heeft God ze lief. Iedere gelovige dient zich bij één van die gemeenten aan te sluiten en daarin zijn verantwoordelijke plaats in te nemen.
Er is een onzichtbare Gemeente (Kerk), die bestaat uit alle ware gelovigen. Zodra u tot bekering kwam, werd u een lid van deze onzichtbare Kerk. Maar daarmee moet u niet tevreden zijn. Iedere Christen heeft gemeenschap nodig met andere kinderen van God. Daarom moet hij zich aanstuiten bij de een of andere plaatselijke gemeenschap van gelovigen. Als wij ons afzijdig houden van alle gemeenschappen in de hoop zo in een innigere gemeenschap te zullen komen met alle gelovigen in alle kerken, dan bedriegen wij onszelf. Dan zullen wij de zegen missen, die wij bij aansluiting bij een bepaalde gemeenschap kunnen ontvangen. Ik heb welmenende mensen gekend, die weigerden toe te treden tot een gemeente; maar onder ben heb ik nog nooit iemand gevonden, die daaronder niet geestelijk schade geleden heeft.
Toen op de Pinksterdág de drieduizend tot geloof kwamen, werden zij terstond gedoopt en toegevoegd aan de Gemeente. (Hand. 2 : 4147). En ‘zij waren volhardende in de leer der apostelen, en in de gemeenschap en in de breking des broods en in de gebeden’ (Hand. 2 : 42).
Naar dit voorbeeld moeten wij ons richten. Als u werkelijk de Here Jezus hebt aangenomen, zie dan zo spoedig mogelijk uit naar een gemeenschap van mensen, die ook de Here Jezus kennen en sluit u bij ben aan.
In enkele plaatsen hebt u geen keus uit verschillende gemeenschappen, omdat er maar, één is; maar in de meeste plaatsen komt u voor de vraag te staan: ‘Bij welke gemeenschap moet ik mij aansluiten?’ Verlies dan geen tijd met het zoeken naar een volmaakte gemeenschap; want die bestaat er niet’ Als u wilt wachten tot u een volmaakte gemeenschap vindt, dan komt u nooit tot een besluit. Sluit u liever aan bij een onvolmaakte gemeenschap dan helemaal geen gemeenschap.
De weinige gemeenten in de tijd van Paulus waren allemaal onvolmaakt. lees de Brieven aan de Corinthiërs maar eens door en zie wat een ongerechtigheid daar plaats had. Toch heeft Paulus de trouwe gelovigen in die gemeente nimmer aangeraden uit deze onvolmaakte gemeente uit te treden. Integendeel, hij vermaant hen geen gemeenschap te hebben met ongelovigen (2 Cor. 6 : 1418). Wel gebood hij enige personen uit te sluiten, die onordelijk wandelden (1 Cor. 5 : 11, 12). Maar hij zegt niet, dat de gemeenteleden uit de gemeente moeten treden, omdat die personen nog niet uitgesloten waren.
Omdat er dus geen enkele volmaakte gemeente bestaat, moet u zich aansluiten bij de eerste de beste, die u kunt vinden. Sluit u aan bij een gemeente, waar de Bijbel gepredikt wordt. Vermijd die kringen, waar openlijk of bedektelijk getornd wordt aan de betrouwbaarheid van de Heilige Schrift. Sluit u aan bij een gemeente, waarin een geest van gebed heerst en waar de bidstonden trouw bezocht worden. Sluit u aan bij een gemeenschap, die ijverig is in de verkondiging van het evangelie, die de jonge gelovigen onderricht geeft, die zorg heeft voor de armen en verstotenen, die er op uit is om naar het voorbeeld van onze Here Jezus ‘te zoeken en zalig te maken wat verloren is’.
Zijn er in uw woonplaats meerdere gemeenschappen, waarin de Geest kennelijk werkt, sluit u dan aan bij die, welke naar uw overtuiging in betrekking tot de teer enz. het meest voldoet. In elk geval is het beter een gemeenschap te verlaten waar ‘de dood in de pot’ is en aansluiting te zoeken bij een levendige gemeente, al is deze misschien wat minder zuiver in de ‘leer’. De kwesties, die tot de scheiding van de vele gemeenten geleid hebben, zijn zo gering vergeleken bij de fundamentele waarheden, waardoor zij allen verbonden zijn.
Kunt u geen gemeenschap vinden, die aan het gegeven voorbeeld beantwoordt, zoek dan die, welke het dichtst daarbij komt. Sluit u daarbij aan en tracht die dan door gebed en arbeid tot een ware gemeente van Jezus Christus te maken. Verspil uw tijd niet met kritiek op de gemeenschap of op haar leiders, maar erken en ondersteun het goede in hen. Denk niet, dat alles in een paar dagen kan veranderen — het zal misschien jaren duren; maar geduldige liefde, veel gebed en volhardende arbeid zal stellig vrucht dragen. Als u zich mokkend en kritiserend terugtrekt, zult u niets bereiken.
Bijbelstudie
Niets is van meer belang voor de ontwikkeling van het geestelijk leven van een christen dan regelmatige, systematische Bijbelstudie. Evenals in het natuurlijke leven, zo hangt ook in het geestelijke leven onze gezondheid af van wat en hoeveel wij eten. Het voedsel voor onze ziel bevindt zich in het Boek: de Bijbel. Iedere trouwe prediker of voorganger zal zijn toehoorders voeden met het Woord van God. Maar dat is niet genoeg. Hij kan ons slechts één of twee keer in de week voeden; maar wij hebben dagelijks voedsel nodig! Het is ook niet goed zo geheel van anderen afhankelijk te zijn, wat onze geestelijke voeding betreft. Wij moeten leren zelf te eten. Als wij de Bijbel bestuderen, zoals onze plicht is, dan zullen wij steeds minder afhankelijk worden van het onderricht van mensen.
Wij leven in een tijd, waarin valse leringen van alle kanten op ons af komen en alleen die Christen kan er zeker van zijn, niet door dwaalleer afgevoerd te zullen worden, die zelf dagelijks zijn Bijbel bestudeert.
De apostel Paulus heeft tot de oudsten van de gemeente te Efeze eenmaal gezegd, dat de tijd zou komen, dat er boze wolven zouden komen, die de kudde niet sparen; ja, dat er uit hun midden mannen zouden opstaan, die een verkeerde leer brengen ‘om de discipelen af te trekken achter zich’; maar hij voegt er aan toe, hoe zij in die gevaarlijke tijd bewaard kunnen worden. Hij zegt: ‘Ik beveel u Gode en den woorde Zijner genade, die machtig is op te bouwen en u een erfdeel te geven onder al de geheiligden’ (Hand. 20 : 2932).
Als hij later aan de opziener van de gemeente te Efeze schrijft, zegt Paulus: ‘Doch de boze mensen en bedriegers zullen tot erger voortgaan, verleidende en wordende verleid’ (2 Tim. 3 : 13). En dan zegt hij verder tot Timotheus hoe hij en zijn medebroeders voor die verleiding bewaard kunnen blijven, namelijk door het bestuderen van de Heilige Schrift, die de mensen wijs kan maken tot zaligheid (2 Tim. 3 : 1416). En vervolgens: ‘Al de Schrift is van God ingegeven en is nuttig tot lering, tot wederlegging, tot verbetering, tot onderwijzing, die in de rechtvaardigheid is’ (vers 16), ‘opdat de mens Gods volmaakt zij, tot alle goed werk volmaakt toegerust’ (vers 17).
Dat wil dus zeggen: Door de studie van de Heilige Schrift wordt de mens gezond in de leer; hij wordt van zonde overtuigd en verlost; hij wordt tot gerechtigheid opgevoed en tot alle goede werk toegerust. Onze geestelijke gezondheid, onze groei, onze kracht, onze overwinning over de zonde, onze gezonde kennis, onze vreugde en onze vrede in Christus, onze reiniging van innerlijke en uiterlijke ‘zonden, onze bekwaamheid tot de dienst — het hangt alles daarvan af, of wij het Woord van God bestuderen. Wie zijn Bijbel in de juiste geesteshouding en regelmatig onderzoekt, die zal in zijn leven als Christen vooruitkomen.
Dat brengt ons tot de vraag: ‘Hoe lezen wij onze Bijbel?’
Wij moeten de Bijbel dagelijks lezen (Hand. 17 : 11).
Dat is het allervoornaamste. Het is niet voldoende, dat wij de Bijbel naar de beste methode bestuderen en dat wij er nu en dan tijd aan besteden. Alleen wanneer het een vaste regel is geen dag zonder ernstige Bijbelstudie voorbij te laten gaan, kunnen wij op resultaat rekenen. Elke dag, die we zonder Bijbellezen voorbij laten gaan, opent de deur voor zonde en dwaling.
De schrijver van deze brochure is al langer dan 40 jaar een Christen, maar hij zou het niet wagen, ook maar één dag voorbij te laten gaan, zonder naar de stem van God te horen, zoals Hij in Zijn Woord tot ons spreekt. Op dit punt lijden vele Christenen schipbreuk. Zij worden zorgeloos. Zij laten één dag of soms meerdere dagen voorbij gaan zonder in de stilte God door Zijn Woord tot zich te laten spreken.
Moody heeft eens heel juist gezegd: ‘In het gebed spreken wij tot God. Als we de Bijbel lezen spreekt God tot ons, en het is goed als we Hem het meest aan het woord laten’.
Wij dienen elke dag een bepaalde tijd te reserveren voor Bijbelstudie. Het is niet goed, als men zich tot regel stelt, om elke dag zo en zoveel hoofdstukken te lezen. Dat leidt tot ongewenste haast, oppervlakkigheid en gedachteloosheid. Maar het is wel goed, als men zich houdt aan een bepaalde leesduur. Sommige mensen hebben meer tijd tot hun beschikking dan anderen; maar vijftien minuten moet toch iedere Christen wel voor zijn Bijbel over hebben. Ik noem maar deze heel korte tijd, om beginners niet te ontmoedigen. Als een jonge Christen direct met twee of drie uur wil beginnen, dan zal hij waarschijnlijk spoedig ontrouw worden aan zijn voor nemen, wat tot moedeloosheid kan leiden. Toch ken ik vele druk bezette mensen, die jarenlang het eerste uur van de dag (sommigen zelfs de eerste twee uren) aan Bijbelstudie besteden.
Een bekende Engelse staatsman had ook een zeer druk en bezet leven; maar zijn echtgenote vertelde, dat hij iedere morgen vroeg opstond om te bidden en de Bijbel te lezen. Soms kwam hij pas om twee uur in de nacht thuis van het parlement; maar toch stond hij op dezelfde tijd op, want zijn stille tijd kon hij niet missen! Hij moet eens gezegd hebben: ‘Als mijn leven op enigerlei wijze succesvol is geweest, dan schrijf ik dat toe aan mijn gewoonte om de eerste twee uren van de dag te wijden aan gebed en aan mijn Bijbel’.
Het is ook van belang om de juiste tijd te kiezen voor de studie. Zo mogelijk, neem dan het eerste uur na het opstaan. ’s Avonds laat is wel de minst geschikte tijd. Het is natuurlijk wel goed, om voor het naar bed gaan een kort woord te lezen, opdat Gods Woord het laatste zij wat het hart opneemt; maar de eigenlijke studie moet plaatshebben op een tijd, dat de geest fris is. Maar welke tijd we daarvoor ook vaststellen, laten we ons daar onverbiddellijk aan houden.
Wij moeten de Bijbel systematisch bestuderen.
Veel tijd gaat verloren, wanneer we de Bijbel niet planmatig bestuderen. In dezelfde tijd kunnen we met systematische studie veel meer bereiken. Zoek een geschikte plaats, waar u ongestoord kunt lezen en stel een vast leesplan op.
Jonge gelovigen raad ik aan, om met het Evangelie van Johannes te beginnen, en dat dan niet éénmaal, maar vijfmaal door te lezen. Doe hetzelfde met het Evangelie van Lukas, de Handelingen der apostelen, de Eerste Brief aan de Thessalonicensen, de Eerste Brief van Johannes, de Brief aan de Romeinen en de Brief aan de Efezen, elk boek dus vijfmaal achter elkander.
Nu bent u zover, dat ü wat grondiger uw studie kunt voortzetten. Ga nu het O.T. doorlezen, eik hoofdstuk meerdere malen en beantwoord bij eik hoofdstuk de volgende vragen:
Wat is de hoofdinhoud van dit hoofdstuk? (Vat de inhoud samen in één zin of enkele woorden).
Welke waarheid wordt hierin duidelijk geleerd?
Wat is de belangrijkste lering?
Wat is het belangrijkste vers?
Wat zijn de belangrijkste personen, die vermeld worden?
Wat zegt dit hoofdstuk aangaande Jezus Christus?
Ga op deze manier de hele Bijbel door.
Sommige hoofdstukken kan men nog dieper bestuderen op de volgende manier:
Lees het hoofdstuk, dat u hebt uitgekozen vijfmaal, waarvan minstens eenmaal hardop. U zult telkens iets anders opmerken, dat belangrijk is.
Tracht het hoofdstuk onder te verdelen in overeenstemming met de gedachtengang en zoek voor ieder gedeelte een opschrift dat de inhoud treffend weergeeft.
Wij nemen als voorbeeld het hoofdstuk 1 Johannes 5; dat wij als volgt kunnen indelen:
1e deel: vers 15: de hoge afkomst van de gelovige.
2e deel: vers 4 en 5: de heerlijke overwinning van de gelovige.
3e deel: vers 610: de vaste grond des geloofs van de gelovige.
4e deel: vers 11 en 12: het onschatbare bezit van de gelovige.
5e deel: vers 13: de heerlijke zekerheid van de gelovige.
6e deel: vers 14 en 15: het vaste vertrouwen van de gelovige.
7e deel: vers 16 en 17: de volmacht en verantwoording van de gelovige.
8e deel: vers 18 en 19: de volkomen bewaring van de gelovige
9e deel: vers 20: het heerlijke ‘weten 1 van de gelovige.
10e deel: vers 21: de altijddurende plicht van de gelovige.
Let op het dikwijls belangrijke verschil tussen de oude en nieuwe vertalingen.
Schrijf de hoofdzaken, die het hoofdstuk behandelt in volgorde op.
Noteer de personen, die genoemd worden en hun karaktertrekken.
Noteer de voornaamste leringen zo ongeveer als volgt: lering over God, over de Heilige Geest enz.
Zoek de waarheid, die in het hoofdstuk het meest wordt benadrukt.
Zoek het vers, dat de inhoud van het hoofdstuk weergeeft (als het er is). Wij noemen dat een ‘sleutelvers’.
Het vers, dat u het meest heeft aangesproken. Onderstreep dat en leer het uit het hoofd.
Schrijf op, welke nieuwe waarheid u uit dit hoofdstuk geleerd hebt.
Schrijf op welke bekende waarheid u nu weer duidelijker is geworden.
Welke bepaalde plannen voor uw geestelijk leven hebt u door het lezen van dit hoofdstuk gemaakt?
Het zou goed zijn, als u op deze wijze verder ging met alle hoofdstukken van de vier Evangeliën, en van de Handelingen, de eerste acht hoofdstukken van de Brief aan de Romeinen, 1 Cor. 12, 13 en 15; de eerste zes hoofdstukken van de Tweede Brief aan de Corinthiërs; alle hoofdstukken van de Brieven aan de Galaten, de Efezen, de Filippenzen, de Ie Brief aan de Thessalonicenzen en de Ie Brief van Johannes.
Het is ook zeer vruchtbaar de Bijbel te bestuderen aan de hand van verschillende thema’s, zoals Moody dat bij voorkeur deed. Bekende thema’s zijn: de Heilige Geest, het gebed, het bloed van Christus, de zonde, het oordeel, de genade, de rechtvaardiging, de wedergeboorte, de heiligmaking, het geloof, de bekering, het karakter van Christus, de opstanding van Christus, Zijn hemelvaart, Zijn wederkomst, de zekerheid van het heil, de liefde van God, de liefde tot God, tot Christus, tot de broeders, tot alle mensen; de hemel, de hel. Volg aan de hand van een Bijbelconcordantie één van deze thema’s door de hele Bijbel.
Wij moeten de Bijbel in samenhang lezen — de hele Bijbel.
Veel lezers maken de fout, dat zij alleen de opbouwende gedeelten lezen, zodat zij niet de hele Bijbel leren kennen. Vele belangrijke waarheden blijven zo voor hen verborgen. Lees de Bijbel telkens weer door, van het begin af, zowel het Oude als het Nieuwe Testament en elke dag minstens één Psalm.
Het is ook heel goed om een heel Bijbelboek zonder onderbreking van begin tot eind te lezen. Bij enkele van de Bijbelboeken zal dat één of twee uur duren, maar voor de meeste hebt u slechts enige minuten nodig. Vooral deze kleine boeken moet men herhaaldelijk zonder onderbreking doorlezen.
Wij moeten de Bijbel met bijzondere opmerkzaamheid lezen.
Lees niet snel. Een hoofdfout bij de Bijbelstudie is: haast en onoplettendheid. De Bijbel heeft alleen nut voor ons door de waarheid, die hij bevat. Er gaat geen magische invloed van uit. Beter één vers aandachtig lezen dan twaalf hoofdstukken gedachteloos. Dikwijls spreekt u een vers bijzonder aan. Ga dan niet verder, maar denk erover na. Onderstreep die tekst en schrijf op, wat u daarin treft. God spreekt de man zalig, die Zijn wet dag en nacht overdenkt. (Ps. 1 : 2). Het is wonderlijk, hoe een woord, dat we menigmaal gelezen hebben, ons plotseling treffen kan. Leer zo’n tekst uit het hoofd en noteer, waar hij staat. Ik kwam eens een gelovige man tegen, die het vreselijk druk had en die zich moest haasten om de trein te halen.’ Zeg mij eens gauw, met één woord, hoe ik mijn Bijbel moet lezen’, riep hij. ‘Aandachtig’, riep ik terug.
Wij moeten de Bijbel lezen, terwijl wij Schrift met Schrift vergelijken.
Het beste commentaar op de Bijbel is de Bijbel zelf! Als u in de Bijbel een belangrijke plaats tegenkomt, dan zult u stellig een andere plaats kunnen vinden, die de eerste verklaart of bevestigt. Het is heel goed, om bij iedere belangrijke tekst een paralleltekst op te zoeken. Men kan daarbij gebruik maken van een concordantie om andere teksten te vinden, die hetzelfde onderwerp behandelen, waardoor soms een bijzonder licht op de zaak geworpen wordt.
Wij moeten de Bijbel gelovig bestuderen.
De apostel Paulus zegt in zijn schrijven aan de Thessalonicenzen: ‘Daarom danken wij God zonder ophouden, dat, toen gij het woord der prediking Gods van ons ontvangen hebt, gij dat aangenomen hebt niet als der mensen woord, maar (gelijk het werkelijk is) als Gods Woord, dat ook werkt in u, die gelooft’. (1 Thess. 2 : 13). Zalig, wie het woord van God aanneemt, zoals de gelovigen in Thessalonika. In zo iemand werkt het!
De Bijbel is het Woord van God en zoals aan ieder boek, hebben we ook aan de Bijbel het meest, als wij hem opvatten zoals hij is. Er wordt dikwijls gezegd, dat we de Bijbel moeten lezen zoals ieder ander boek. Er zit waarheid in dat gezegde, maar ook een grote dwaling. Natuurlijk is het waar, dat de Bijbel, als alle andere boeken onderworpen is aan bepaalde regels van grammatica en litteratuur, maar toch is de Bijbel anders dan andere boeken: het is een uniek boek, want het is het Boek van God, het Woord van God!
Daarom moet men de Bijbel anders bestuderen dan andere boeken. Men moet zich daarbij houden aan de volgende vijf richtlijnen:
Men moet dit Boek lezen met meer ijver, nauwkeurigheid en oprechtheid, om de betekenis van de inhoud beter te begrijpen. Het is van belang de gedachtengang van een mens te begrijpen; maar het is van het hoogste belang Gods gedachten te verstaan. Welnu, in dit Boek openbaart God Zijn gedachten.
Onmiddellijke en onvoorwaardelijke aanneming van en onderwerping aan hetgeen wij als leer der Schrift hebben erkend. Het moge ons tegenstrijdig of onmogelijk toeschijnen — niettemin moeten wij het aanvaarden. Als dit Boek het Woord van God is, hoe dwaas zijn wij dan als wij zijn leer onderwerpen aan de kritiek van ons beperkt verstand. Als een kleine jongen de wijze uitspraken van zijn vader niet gelooft, omdat hij ze niet begrijpt, dan lachen wij om zijn dwaasheid. Zo is ook de grootste denker van de wereld slechts een dom kind in vergelijking met de eeuwige God. Als wij de uitspraken van God in Zijn Woord niet geloven, omdat wij ze met ons kinderlijk verstand niet kunnen begrijpen, dan zijn wij geen filosofen, maar dwazen. Hebben wij de Bijbel eenmaal erkend als het Woord van God dan moet zijn leer een eind maken aan al onze redeneringen en argumentaties.
Onvoorwaardelijk vertrouwen op al zijn beloften.Iemand, die de Bijbel bestudeert als Gods Woord zal van iedere belofte hoe onbegrijpelijk ook, zeggen: ‘God, die niet liegen kan, heeft het beloofd, dus aanvaard ik het’. Noteer welke belofte u zich hebt toegeëigend en, ga nog meer beloften van uw Vader in de hemel opzoeken in uw Bijbel. God heeft u ‘Zijn rijkdom in heerlijkheid’ ter beschikking gesteld. (Fil. 4 : 19). Ik ken geen beter middel, om hemelse rijkdommen te vergaderen, dan dagelijks Goddelijke beloften op te zoeken en die mijzelf toe te eigenen.
Gehoorzaamheid‘Zijt daders des Woords en niet alleen hoorders, uzelf met valse overlegging bedriegende’ (Jak. 1 : 22). Niets helpt u méér de Bijbel te begrijpen, dan gehoorzamen. Jezus zegt: ‘Zo iemand wil des Vaders wil doen, die zal van deze leer bekennen of zij uit God is’ (Joh. 7 : 17). De overgegeven wil verheldert de blik. Als ons oog eenvoudig is (d.w.z. als onze wil volkomen aan God gewijd is), zal ons gehele lichaam verlicht zijn; maar als ons oog boos is (d.w.z. als wij trachten twee heren te dienen en ons niet geheel aan de Here God overgeven) dan zal ons hele lichaam duister zijn (Matt. 6,: 2224). Menige Schriftplaats, die u nu nog onbegrijpelijk voorkomt, zal u volkomen duidelijk worden als u gewillig bent de Bijbel in alles te gehoorzamen.leder gebod, dat wij in de Bijbel vinden en dat ook voor ons persoonlijk bestemd is, moeten wij terstond gehoorzamen.Het is merkwaardig, hoe snel wij de vreugde van het lezen van Gods Woord verliezen, en hoe spoedig zijn lessen ons onbegrijpelijk worden, als wij op het een of andere punt niet willen gehoorzamen. Ik heb mensen gekend, die hun Bijbel lief hadden, die ijverig waren in het werk des Heren en die een helder inzicht in de waarheid hadden. Maar zij vonden in de Bijbel een eis, waaraan zij niet wilden voldoen (misschien werd een offer van hen verlangd, dat zij niet wilden brengen); toen nam hun liefde tot Gods Woord snel af, hun geloof begon te wankelen en zelfs gingen zij aan de waarheden van de Schrift twijfelen. Niets verlicht het verstand zozeer als gehoorzaamheid; niets verduistert het verstand zozeer als ongehoorzaamheid. Gehoorzaamheid aan een erkende waarheid, maakt u bekwaam nieuwe waarheden te ontdekken. Ongehoorzaamheid aan één waarheid maakt alle waarheid duister voor u.Oefen u in snelle, nauwgezette, onvoorwaardelijke en blijde gehoorzaamheid aan alle geboden van God, die volgens het verband van de gehele Schrift ook voor u gelden. Wacht op nieuwe bevelen van uw Here; zij zullen u de weg wijzen tot nieuwe zegeningen. Gods bevelen zijn slechts wegwijzers naar tijdelijke zegeningen en eeuwige heerlijkheid.
De Bijbel als Gods Woord bestuderen houdt in, dat wij hem zo lezen, alsof Gods stem rechtstreeks tot ons sprak. Als u uw Bijbel opslaat, realiseer u dan, dat u in de tegenwoordigheid van God bent getreden en dat Hij nu tot u spreekt. Maak u dat zó bewust, dat het is alsof Hij zichtbaar voor u stond. Zeg tot uzelf: ‘Nu wil God met mij spreken’. Dat zal leven en blijdschap in uw Bijbelstudie brengen. Zo wordt uw Bijbellezen een persoonlijke omgang met God.Wat een heerlijk voorrecht had Maria, toen zij aan Jezus’ voeten zat en Hem hoorde spreken. Maar als wij de Bijbel als Gods Woord lezen, in het bewustzijn van Zijn tegenwoordigheid, dan hebben wij elke dag het voorrecht van aan Zijn voeten te zitten en Hem te horen spreken. Voor hoevelen, die het nu doen uit gewoonte, zou het een heerlijk, verblijdend voorrecht worden, als zij bij het openen van de Bijbel zeiden: ‘Nu spreekt God, mijn Vader, met mij’. Als wij de Bijbel knielend lezen zal ons de tegenwoordigheid van God nog meer bewust worden, dit is mijn persoonlijke ervaring.
Wij moeten de Bijbel biddend bestuderen.
God, de Auteur van de Bijbel, wil ook Uitlegger ervan zijn. Hij zal de Bijbel uitleggen, als wij Hem daarom bidden. Wie ernstig en in geloof met de Psalmist bidt: ‘Ontdek mijn ogen, dat ik aanschouwe de wonderen van Uw wet’ (Ps. 119 : 18), die zal de schoonheid en de wonderen van het Woord van God ontdekken. Telkens als u uw Bijbel opslaat, al is het maar voor een paar minuten, bid God, dat Hij u verlichte ogen en een geopend hart wil geven en verwacht, dat Hij het doen zal. Telkens als u een moeilijkheid tegenkomt in de Bijbel, leg die dan. voor God neer en bid om een verklaring en verwacht die van Hem.
Dikwijls als wij over een Schriftplaats piekeren, komt de gedachte bij ons op: ‘0, had ik maar een Schriftgeleerde hier, die mij dit kon verklaren’. Welnu, God is altijd tegenwoordig. Hij begrijpt de Bijbel beter dan welke leraar ook. Zeg Hem uw moeilijkheid en bid Hem om een verklaring. Jezus zegt: ‘Maar wanneer Die zal gekomen zijn, namelijk de Geest der waarheid; Hij zal u in al de waarheid leiden’ (Joh. 16 : 13). Ook de geringste gelovige heeft het voorrecht dat de Heilige Geest zijn leider wil zijn bij het onderzoeken van het Woord van God.
Ik heb vele eenvoudige, onontwikkelde mensen gekend, die meer zegen van hun Bijbellezen hadden dan de meeste grote theologen, die ik heb ontmoet. Zij hadden het voorrecht bij het lezen de voorlichting te hebben van de Heilige Geest. Bijbelcomméntaren kunnen heel nuttig zijn, maar als de Heilige Geest u onderwijst, zult u meer leren, dat tot uw heil kan dienen, dan uit al de commentaren die u leest.
Wij moeten vrije ogenblikken gebruiken voor Bijbellezen.
Hoevele minuten gaan in de meeste mensenlevens nutteloos voorbij b.v. bij het wachten op een maaltijd, bij het reizen in trein of bus enz. Zorg ervoor, dat u altijd een Zakbijbel of Nieuwtestament bij u hebt en benut kostbare minuten voor de beste tijdvulling namelijk het luisteren naar de stem van God.
Wij moeten het Woord in ons hoofd en in ons hart opnemen.
Het zal ons bewaren voor de zonde (Ps. 119 : 11) en voor verkeerde leer (Hand. 20 : 29, 30, 32; 2 Tim. 3 : 1315). Het zal ons hart vervullen met blijdschap (Jer. 15 : 16) en vrede (Ps. 85 : 8). Het zal ons overwinning geven over de boze (1 Joh. 2 : 14), kracht in het gebed (Joh. 15 : 7). Het zal ons wijzer maken dan de ouden van dagen en dan onze vijanden (Ps. 1, 19, 98, 100, 130), het zal ons volmaakt maken, tot alle goede werken bekwaam (2 Tim. 3 : 16, 17). Probeer het.
Noteer teksten over verschillende onderwerpen in een bepaalde volgorde. Onthoud ook hoofdstuk en vers, zodat u de tekst onmiddellijk kunt vinden om een tegenstander te bestrijden. Schaf u een Bijbel aan met brede marge voor aantekeningen en gebruik steeds deze zelfde Bijbel. Hij zal spoedig onmisbaar voor u zijn en een schatkamer, waaruit u dagelijks nieuwe rijkdommen te voorschijn haalt (Jes. 45 : 3).
Ons gebedsleven
Elke ware Christen zal een leven van gebed leiden. Nalatigheid in het gebed is de oorzaak van veel mislukking in het christelijk leven en in de christelijke arbeid. Weinig Christenen besteden zoveel tijd aan gebed, als zij eigenlijk zouden moeten doen. De apostel Jakobus zegt tot de Christenen van zijn tijd, dat het geheim van hun krachteloosheid gelegen is in hun tekort aan gebed: ‘Gij hebt niet, omdat gij niet bidt’ (Jak. 4 : 2).
Zo is het ook nu. Hoe komt het toch, vraagt menig Christen, dat ik in mijn leven als Christen zo weinig vorderingen maak? Waarom kan ik de zonde zo slecht overwinnen? Waarom volbreng ik zo weinig, ondanks al mijn inspanningen? En God antwoordt: ‘Gij hebt niet, omdat gij niet bidt’.
Het is gemakkelijk om een gebedsleven te leiden, als men er maar in ernst mee begint. Stel voor elke dag een bepaalde tijd vast voor het gebed. David en Daniël hadden een goede regel. ‘Des avonds, des morgens en des middags wil ik klagen en kreunen en Hij zal mijn stem horen’ (Ps. 55 : 18).
Van Daniël lezen wij:.‘Toen nu Daniël verstond, dat dit geschrift getekend was, ging hij in zijn huis (hij nu had in zijn opperzaal open vensters tegen Jeruzalem), en hij knielde drie tijden ’s daags op zijn knieën, en hij bad en deed belijdenis voor zijn God geheel zoals hij voor dezen gedaan had’ (Dan. 6 : 11).
Zeker, wij kunnen ook bidden, wanneer wij op straat lopen of in de trein zitten of aan het bureau; en wij moeten leren, om zelfs in de drukste ogenblikken van ons werk ons hart tot God te verheffen. Maar wij hebben ook vaste gebedstijden nodig om met God alleen te zijn en achter gesloten deuren te bidden tot onze Vader, die In het verborgen is (Matt. 6 : 6). God woont in het verborgene en wil ons daar ontmoeten en onze smekingen horen.
Het gebed is een wonderbaar voorrecht. Het is een audientie bij de Koning; een gesprek met onze Vader. Hoe vreemd is het toch eigenlijk, als men vraagt: ‘Hoeveel tijd moet ik aan gebed besteden?’ Ais aan een onderdaan een audientie bij de koning wordt toegestaan, zal hij toch niet vragen: ‘Hoeveel tijd moet ik bij de koning blijven?’ maar zijn vraag zal zijn: ‘Hoeveel tijd zal de koning mij toestaan?’ En een echt kind van God, dat zich ervan bewust is, wat het gebed betekent, zal nooit vragen: ‘Hoe lang moet ik in gebed doorbrengen’, maar ‘hoelang mag ik bidden zonder andere plichten te verzuimen?’
Begin elke dag met dankzegging en gebed. Dank voor bepaalde zegeningen, die u hebt ontvangen; bid voor speciale noden voor de nieuwe dag. Denk aan de verzoekingen, die misschien die dag op u af zullen komen; bid God, dat Hij u de verzoekingen laat zien en laat u de overwinning daarover schenken vóór zij op u afkomen. Dat er zovelen in die strijd de nederlaag lijden, komt omdat zij pas gaan bidden, als de strijd al is begonnen. De reden, waarom anderen overwinnen, is, omdat zij op hun knieën reeds de overwinning bevochten, lang vóór de eigenlijke strijd begonnen was.
Jezus overwon in de vreselijke strijd voor het gerechtshof van Pilatus en aan het kruis van Golgotha, omdat Hij de nacht tevoren in het gebed de strijd reeds doorworsteld en de overwinning behaald had, dus vóór de werkelijke slag aanbrak.
Hij had Zijn apostelen geraden hetzelfde te doen en hen vermaand: ‘Bidt, opdat gij niet in verzoeking komt’. Maar zij hadden geslapen in plaats van te bidden; en toen het uur der verzoeking was aangebroken, leden zij hopeloos de nederlaag. Als u de strijd ziet aankomen, doorworstel die dan op de knieën, eer de verzoeking komt; dan zult u altijd de overwinning behalen.
Laat u bij het aanbreken van de dag door God raad en kracht geven voor uw plichten van die dag. Laat nooit door de stroom van werkzaamheden het gebed op de achtergrond dringen. Hoe meer werk u op een dag hebt, hoe meer tijd u in het gebed moet doorbrengen, om uw werk voor te bereiden. Dat is geen tijdverlies — dat is tijdbesparing. Het gebed is de grootste tijdbesparing, die de mens ter beschikking staat. Hoe meer arbeid dringt, hoemeer tijd u in het gebed dient door te brengen.
Houd midden in de drukte en het lawaai van de dag eens op, om te danken en te bidden. Een paar minuten in de middag doorgebracht met God geven u grote kracht, om u zelf in de zorgen en het geroezemoes van het moderne leven in vrede te bewaren.
Besluit de dag met dank en gebed. Laat al de zegeningen van de dag aan u voorbijgaan en dank God voor eik daarvan. Niets zal uw geloof in God en Zijn Woord zo doen toenemen, als een rustig overzicht aan het eind van iedere dag van alles, wat Hij in de loop van de dag aan u gedaan heeft. Niets is zo machtig, om u nieuwe en rijkere zegeningen van God te doen toekomen, als ootmoedige dank voor zegeningen, die u reeds ten deel zijn gevallen.
Laat het einde van iedere dag zijn, dat u God bidt u te laten zien, wat er op die dag Hem heeft mishaagd. Wacht dan stil op God. Laat Hem spreken en luister rustig. Als God u iets zegt, dat Hem mishaagde, erken het dan eerlijk en oprecht, als aan een heilige en liefhebbende Vader. Geloof, dat God u alles vergeeft; want Hij zegt dat Hij dat doen zal (1 Joh. 1 : 9).
Zo zal aan het einde van iedere dag uw rekening met God vereffend zijn. U kunt ter ruste gaan en blij inslapen in het bewustzijn, dat er geen wolkje is tussen u en uw God.
U kunt morgen opstaan en het leven opnieuw beginnen met een rein geweten. Als u het zo doet, dan kunt u nooit langer dan 24 uur afwijken. Nee, u hoeft helemaal niet af te wijken. Het is heel moeilijk een boekhouding in orde te krijgen, die al langere tijd niet sluitend was. Geen bank sluit zijn bedrijf, als er niet afgerekend is en niet alles klopt. Zo zou ook een Christen geen enkele dag moeten besluiten zonder zijn afrekening met God geheel in orde te hebben gemaakt.
Bijzonder ernstig gebed is nodig in tijden van bijzonder sterke verzoekingen, d.w.z. wanneer wij de verzoeking zien komen. Zo mogelijk, ga dan in de eenzaamheid met God. ‘Bid zonder ophouden’ (1 Thess. 5 : 17). Het is niet nodig al die tijd op de knieën te liggen, als uw hart maar voor God op de knieën blijft.
Zo wordt ons leven rijk aan vreugde en vrij van zorgen. ‘Weest in geen ding bezorgd, maar laat uw begeerten in alles door bidden en smeken, met dankzegging bekend worden bij God. En de vrede Gods, die alle verstand te boven gaat, zal uw harten en zinnen bewaren in Christus Jezus’ (Fil. 4 : 67).
Om drie dingen mag een Christen, die verder wil komen, voortdurend bidden:
Om wijsheid. ‘Indien iemand van u wijsheid ontbreekt (en dat is bij ons allen het geval), dat hij ze van God begere (Jak. 1 : 5).
Om kracht. ‘Die de Here verwachten, die zullen de kracht vernieuwen’ (Jes. 40 : 31).
Om de vervulling met de Heilige Geest — ‘Opdat de God van onze Here Jezus Christus u geve de Geest der wijsheid en openbaring’ (Ef. 1 : 17).
Een ware Christen heeft de Heilige Geest reeds ontvangen op het moment, dat hij tot geloof kwam. Maar toch mag hij God bidden om opnieuw vervuld te worden met de Geest. Voor elke nieuwe opdracht in Zijn dienst hebben wij een nieuwe vervulling met de Geest nodig. De apostel Petrus werd op de Pinksterdag met de Heilige Geest vervuld (Hand. 2 : 14); maar volgens Hand. 4 : 8 en 31 werd hij later opnieuw met de Heilige Geest vervuld! Er zijn vele Christenen, die eens vervuld waren met de Heilige Geest en die in de blijdschap stonden en door de Here op wonderbare wijze werden gebruikt tot zegen van anderen. Maar nu is hun leven zonder vreugde en zonder kracht. Zij hebben geteerd op een vroegere ervaring, en beseften niet, dat zij steeds weer opnieuw met de Geest vervuld moesten worden.
Wij hebben voortdurend nieuwe olie nodig, om onze lampen brandende te houden — en die olie krijgen we, als we het biddend en gelovig van de Here verwachten.
Maar het is niet genoeg dat wij verborgen gebedsomgang hebben met God; wij hebben ook gebedsgemeenschap met anderen nodig. Neem regelmatig deel aan de bidstonden, die in uw gemeente plaatshebben. Neem daar deel aan ter wille van uzelf en van de gemeente. Als de samenkomst slechts in naam een bidstond is, tracht dan rustig en volhardend, maar niet opdringerig, uw invloed ten goede aan te wenden, opdat het een werkelijke gebedssamenkomst mag worden.
Laat de daarvoor bestemde avond u heilig zijn; zeg alle maatschappelijke of familie-verplichtingen voor die avond af.
Een generaal-majoor in het leger van de Verenigde Staten kreeg een nieuwe post in een ander district. Er zou een begroetingssamenkomst gehouden worden op een bepaalde avond. Toen hem die datum werd medegedeeld, antwoordde hij, dat hij die avond niet zou kunnen komen, omdat hij een bidstond moest bijwonen. Deze officier had bewezen, dat hij een man was op wie men kon rekenen. De gemeente van Christus in Amerika heeft aan deze man meer te danken, dan aan enige andere officier van het Amerikaanse leger.
Voorgangers weten, dat zij op trouwe bezoekers van de bidstonden ten allen tijde kunnen rekenen. De bidstond is de belangrijkste samenkomst van de gemeente. Als de gemeente geen bidstond heeft, neem dan het initiatief om er een in het leven te roepen. Bij een goede gebeds-samenkomst speelt het aantal deelnemers een geringe rol. Men kan met twee personen beginnen. ]n mijn eigen leven heeft niets zozeer bijgedragen tot mijn geestelijke ontwikkeling als een bidstond met een klein aantal vrienden, die jarenlang één avond in de week bijeenkwamen. Gelukkig de jonge Christen die een kleine groep vrienden heeft, met wie hij zich kan afzonderen tot gezamenlijk gebed!
Werk voor de Here
Een van de belangrijkste voorwaarden voor wasdom en kracht in het Christelijk leven is arbeid. Niemand blijft lichamelijk krachtig zonder beweging. En niemand kan een krachtig geestelijk leven leiden, zonder voor de Here te arbeiden. De Christen, die werkt, is gelukkig en is sterk. Iemand heeft eens gezegd: ‘Een Christen is een gloeiende kool gelijk, òf hij steekt anderen aan, òf hij gaat zelf uit’. Wij hebben vele gelovigen zien verflauwen en verkoelen. Vroegen wij naar de oorzaak, dan kwamen we tot de ontdekking, dat zij geen arbeiders waren, geen getuigen van Christus! Met iemand, die werkelijk in gemeenschap met Christus wandelt, gaat het anders. De wederliefde tot zijn Verlosser en de bewogenheid met de miljoenen verlorenen, laten hem geen rust; hij moet werken zolang het dag is! Het vuur, dat in hem brandt steekt anderen aan, zodat zij ook komen en zich aan de Here Jezus overgeven.
Toen Andreas gered was, had hij de innerlijke drang anderen tot Jezus te leiden. ‘Deze’, zo lezen wij van hem, ‘vond eerst zijn broeder Simon en zeide tot hem: Wij hebben gevonden de Messias, en hij leidde hem tot Jezus’ (Joh. 1 : 42, 43).
Nauwelijks was Paulus bekeerd, of ‘hij predikte terstond Christus in de synagoge, dat Hij de Zoon van God is’ (Hand. 9 : 20). Als alle pasbekeerden zo deden, zou binnen korte tijd de gehele wereld met het Evangelie vervuld zijn.
Jezus zei tot Zijn discipelen: ‘Volg Mij na, Ik zal u een visser van mensen maken’. leder, die geen visser is van mensen, is geen navolger van de Here Jezus.
Zeg niet: ‘ik kan niets voor de Heer doen’. Dat ‘ik kan niet’ beduidt eigenlijk: ‘ik heb er geen lust in, ik wil niet’.
Waar een wil is, daar is ook een weg. Velen maken een grote fout, door te denken, dat zij moeten wachten tot zij sterker zijn. Maar dat is niet zo! Direct beginnen is het beste! Ga aan het werk! Als u uw kleine kracht in het werk des Heren besteedt, dan zal God u meer geven. Laat mij op een natuurwet wijzen.
Zal mijn arm sterk worden, dan moet ik hem gebruiken. Niemand is op zijn rustbed een krachtig man geworden. De heiden uit de Hebreeënbrief zijn niet sterk geworden op het exercitieterrein of in de kazerne, ‘maar in de krijg’! (Heb. 11 : 34).
Juist zo is het in het geestelijk leven. Als God iemand een taak geeft, dan geeft Hij ook het verstand. Onze gaven, krachten en talenten nemen toe in de arbeid. Begin daarom van nu af, voor de Heer te arbeiden, juist, zoals u bent; dan zult u ervaring opdoen. Het eerste getuigenis, dat u aflegt, is gebrekkig; het tweede beter; het derde goed!
In het werk des Heren is veel te doen. Er moeten traktaten verspreid worden. In de zondagschool moeten de lammeren geweid. De bejaarden, eenzamen en zieken moet door huisbezoek in persoonlijke gesprekken het Evangelie worden verkondigd. De verlorenen moeten ‘in de straten en wijken der stad’ uitgenodigd worden tot de evangeliesamenkomsten. Bedroefde heiligen moeten getroost, de afgewekenen teruggebracht worden. Kies u in afhankelijkheid van de Here één van deze werkzaamheden en daar het arbeid voor de eeuwigheid is, doe alles met grote toewijding en ijver. Doe uw werk biddend, zodat zielen gered worden. Dan zal uw arbeid een bron van onuitsprekelijke vreugde worden. Neem u voor, om geen dag voorbij te laten gaan, zonder met één mens over de Here Jezus gesproken te hebben. Misschien kunt u niet veel doen; maar doe, wat u kunt. God ziet en beloont uw trouw.
Er zijn veel boeken, waaruit wij kunnen leren, hoe wij persoonlijke arbeid kunnen doen. Maar niemand hoeft met de arbeid te wachten, tot hij boeken daarover gelezen heeft. Velen verspillen hun tijd aan voorbereidingen, om ervoor ‘klaar te komen’. Sommige mensen komen nooit klaar met het ‘klaar-komen’. Het is beter, ijver zonder verstand te hebben, dan verstand zonder ijver. Maar het is het beste, als men ijver heeft met verstand, en dat kan ieder hebben. Door ervaring worden wij wijs; en ervaring krijgt men, als men arbeidt. Wie uit vrees, een fout te maken, niets begint, leert ook niets. Degene, die er op uit gaat, en zijn best doet op gevaar af een fout te begaan, leert in de toekomst fouten te voorkomen.
Enige van de meest begaafde mensen, die ik heb leren kennen, hebben nimmer iets bereikt in het koninkrijk Gods; zij waren bang, iets verkeerds te doen. Sommige Christenen echter, van wie ik aanvankelijk weinig verwachtte, hebben een grote ijver aan de dag gelegd; zij begonnen met vele fouten te maken, maar zij hadden werkelijk liefde voor zielen; zij gingen moedig voorwaarts; en zo leerden zij tenslotte door ervaring het werk steeds beter te doen. Laat u, door de fouten, die u maakt, niet ontmoedigen. Begin slechts, en ga moedig voort. Elke eerlijke fout is een klem tot grotere zegen!
Ongetwijfeld zult u later tot de verrassende ontdekking komen, dat uw werk de meeste zegen afwierp, juist toen u dacht, alles verkeerd gedaan te hebben. Mensen, die zich het meest aan u ergerden, zullen u later nog het meest dankbaar zijn. Wees geduldig en hoopvol. Laat u niet ontmoedigen.
Menigmaal roept God pas-bekeerden, nadat ‘Zij beproefd gebleken zijn’, tot Zijn bijzondere dienst. Het zou kunnen wezen, dat God juist u voor Zijn heerlijke dienst in het Evangelie wil gebruiken! ‘De oogst is wel groot, maar de arbeiders zijn weinigen’. Mocht God u roepen en voor Zijn werk toebereiden, zeg dan niet, zoals Mozes: ‘Wie ben ik, dat ik naar Farao zou gaan, en de Israëlieten uit Egypte zou leiden’ (Ex. 3 : 11). Verontschuldig u dan niet door te zeggen, dat u geen gaven hebt, of dat u iemand bent ‘zwaar van mond en zwaar van tong’. Maar geloof de belofte van God: ‘Ik zal met uw mond zijn en u leren, wat gij spreken moet’ (Ex. 4 : 12).
Onder oudere gelovigen heerst vaak de mening, dat de pasbekeerde niet aan het werk mag gaan, voor hij jaren lang in de gemeenschap der kinderen Gods heeft verkeerd. Eerst als hij 1 grijze haren’ heeft verkregen, mag hij medearbeiden in de wijngaard des Heren.
Een ‘nieuweling’ mag hij zeker niet zijn. Daarom hebben wij voorheen gezegd: ‘nadat hij beproefd zal gebleken zijn’. Is dat het geval, dan verontschuldige zich niemand met Jeremia: ‘Ach. Here, Here, zie ik kan niet spreken, want ik ben jong’ (Jer. 1 : 6).
Laat u daarom niet terughouden van de arbeid in ’s Heren wijngaard. Anders is het woord, dat God de jeugdige profeet toeriep, ook op u van toepassing: ‘Zeg niet, ik ben jong; want tot een ieder, tot wie Ik u zend, zult gij gaan, en alles, wat Ik u gebied, zult gij spreken’ (Jer. 1 : 7). Wees gehoorzaam aan het Woord van God. ‘Niemand schatte u gering om uw jeugdige leeftijd, maar wees een voorbeeld voor de gelovigen in woord, in wandel, in liefde, in geloof en in reinheid’ (1 Tim. 4 : 12).
Onze tijd heeft behoefte aan jonge mensen, die zich willen inzetten voor het werk des Heren en door de verkondiging van de Blijde Boodschap Hem willen verheerlijken.
Wellicht bent u bestemd één hunner te zijn. Laat u roepen. En bedenk: ‘Al wat gedaan wordt uit liefde tot Jezus, dat houdt zijn waarde en zal blijven bestaan’.
Petrus zei tot Jezus: ‘Zie, wij hebben alles prijsgegeven en zijn U gevolgd; wat zal dan ons deel zijn?’ (Matth. 19 : 27). Een billijke vraag. Ook Mozes ‘hield de blik gericht op de vergelding des loons’ (Heb. 11 : 21). Geen arbeider van Christus dient zijn Heer om niet. Het heerlijkste loon heeft de Here mij reeds hier gegeven in de tranen van zondaars en in de stralende gezichten en de schitterende ogen van verlosten, voor wier behoudenis ik door Zijn genade het middel mocht zijn.
Iedere ziel, die wij voor de Here winnen, Is ons een oorzaak van onuitsprekelijke blijdschap.Maar dit is nog niet alles. Jezus zei tot Petrus:‘Een ieder, die huizen of broeders of zusters of vader of moeder of kinderen of akkers heeft prijs gegeven om Mijn Naam, zal vele malen meer terug ontvangen op her eeuwige leven erven’ (Matth. 19 : 29).
‘En de leraars zullen stralen als de glans van het uitspansel, en die velen tot gerechtigheid hebben gebracht, als de sterren, voor eeuwig en altoos` (Dan. 12 : 3).
Jakob Klein Haneveld
0 notes
Text
Week 18: Don’t forget: God has a perfect love for His imperfect children!
Hoi iedereen!
Week 18 pffffuuu de tijd gaat zo snel! Maar hier komt het wekelijkse verslag weer! Deze week was echt super cool!
Dinsdag deden we onze studies in de ochtend en daarna hadden we een afspraak met een onderzoeker. De les ging echt goed en hij is echt super goed bezig. Zijn naam is Renee en hij komt uit Kameroen. Hij is zo klaar voor het evangelie in zn leven en deelt wat hij van ons leert met al zn vrienden en mensen in zijn omgeving. Daarna gingen we naar de Gortons want we hadden een broadcast als district vergadering. Het was echt heel cool en heel geestelijk. Daarna hadden we een les met Vivian en Emmanuel en in de avond hadden we Engels les.
Woensdag gingen we na onze gebruikelijke persoonlijke studie naar het Rode Kruis om daar een handje te helpen. Een paar mensen waren niet op komen dagen dus ze konden ons goed gebruiken. Ik denk niet dat ik ooit zo veel kleren heb gezien. Daarna besloten we ons zelf te belonen met donuts. Daarna hadden we een les op de boulevard met een man die we vaak tegen komen. Dat was erg interessant want hij geloofde dat de aarde plat is. Dat zorgde voor een aantal grappige momenten maar hij is cool. In de avond deden we nog wat studies en we called it a day.
Donderdag gingen we na onze persoonlijke studie meteen de straat op om met mensen te praten. En toen gingen we naar een plaats die ik de ‘ghetto flat’ noem. Die flat komt echt uit 1910 of zo en ziet er heel erg armoedig uit. Maar we klopten op wat deuren en een vrouw deed open. Ze nam een pamflet en een Boek van Mormon aan, maar deed de deur daarna dicht. Toen we op de verdieping daar onder waren hoorden we een stem roepen. En nee, het was geen engel en we waren ook niet aan het dromen door de sterke wiet lucht die daar hing. Maar het was de vrouw van een paar minuten geleden. Ze is 25 jaar en ze was erg geïnteresseerd en we hadden een les met haar aan de deur. Ze gaf ons haar telefoon nummer en we gaan deze week terug naar haar om verder te praten samen met haar man! Daarna gingen we terug naar het appartement hadden een paar telefoontjes te doen en deden wekelijkse planning.
Vrijdag was een drukke, maar goede dag! In de ochtend deden we contacting en we hadden een goed gesprek met een man uit Australië die hier in Limassol woont. Daarna hadden we een lunch met de Gortons en een gesprek over het zendingswerk hier. Toen hadden we een paar mensen die we opzochten en daarna hadden we een les met Emmanuel! Elder Gorton ging met ons mee en we hadden echt een goede tijd met elkaar! In de avond hadden we een les gepland met onze drie onderzoekers uit Afrika maar die belden af. Een lang verhaal kort: het zijn vluchtelingen, 2 van hen waren gearresteerd door de politie (die op zoek was naar een zwarte man die een tas had gestolen). Toen de politie kwam renden ze weg en toen waren 2 van hen gepakt maar 1 kon ontkomen. Dus dat was een interessant telefoongesprek! Vrijdag hadden we ook een zandstorm wat echt super vervelend is voor je ademhaling.
Zaterdag deden we contacting in de ochtend, maar het regende echt super veel. Ook vonden sommige mensen het grappig om met hun auto door plassen te rijden waardoor ik echt doorweekt was. Maar dat hield ons niet tegen om ons werk te doen. In de middag hadden we een afspraak met een lid om familiegeschiedenis met hem toen. We hadden een goede tijd met hem en hebben hem goed kunnen helpen. In de avond hadden we een afspraak met een minder actief gezin maar zij belden 30 minuten voor tijd af. Dus hadden we een toespraak voor hun uitgeprint en die met een briefje in de postbus gedaan! In de avond hadden we een taart gemaakt voor zondag omdat we lunch hadden na kerk!
Zondag was echt een hele coole dag! President en zuster Heder waren in de kerk voor Unit Conferentie en het was echt super goed. Ook Elder Charles en zijn vrouw waren er. Elder Charles is een gebieds 70-er. We hadden een hele goede tijd met hun! Na de kerk hielpen we nog met opruimen en hebben we met iedereen gekletst. Daarna deden we contacting en kwamen we onze Afrikaanse onderzoeker tegen die on the run was. Het was wel een wonder want we wilde hem bellen om te kijken of alles goed was en toen stond hij eens aan de overkant van de straat. Hij was erg blij om ons te zien en met ons te praten! Daarna hadden we een afspraak met Athos (de man met het Holland petje). Athos had soep voor ons gemaakt en het was echt goed. Hij vindt ons echt geweldig en hij is ook echt geweldig. Omdat het regende gaf hij ons een lift terug naar huis en toen hadden we hem ook nog een tour door de kerk geven!
Van afgelopen week wil ik Leer & Verbonden 61 met jullie delen. Voor mn zending stond ik niet zo veel stil bij het echt begrijpen van het zoenoffer. Maar het is nu echt veel meer gaan leven voor me. Door de verzoening wordt alles vergeven als we bereid zijn ons te bekeren. En we hoeven ons niet schuldig te voelen want Christus weet hoe we verzocht worden en weet hoe het voelt en hoe moeilijk het soms is. Ook is Hij onze voorspraak. Ik denk dat Christus letterlijk Hemelse Vader gaat smeken om ons genadig te zijn.
Wij hadden echt een super goede week deze week!!
And don’t forget: God has a perfect love for His imperfect children!
Με αγάπη
Πρεσβυτεροσ Βαν Αιζερεν
0 notes
Text
James Alisan reflecteert over de schandalen in het Vatikaan.
James Alisan reflecteert over de schandalen in het Vatikaan.
Dit is een vertaling van zijn tekst op Facebook van James Alison.
James Alison (geboren in 1959) is een Engelse rooms-katholieke theoloog en priester. Hij was ooit lid van de Dominicaanse Orde, tot zijn excardination in 1995. Hij staat bekend om zijn toepassing van de antropologische theorie van René Girard op de christelijke systematische theologie en voor zijn werk over LHBT-kwesties. Hij…
View On WordPress
#kerk#misbruik en cults#René Giard#schandalen in het vatikaan#spirituele narcist#verzoening en vergeven
0 notes
Text
Voor Iedere Dag | Ochtend Overdenking Want het paste Hem, om Wie alle dingen zijn en door Wie alle dingen zijn, dat Hij, om veel kinderen tot heerlijkheid te brengen, de Leidsman van hun zaligheid door lijden zou volmaken. (Hebreeën 2:10, EV) Lees verder Openbaring 7:13—17. We moeten niet zeggen wat God wel en niet kan doen. Maar het lijkt er op dat Hij in geen scheppingsproces zulke wezens heeft gemaakt zoals wij zullen zijn als we naar de hemel worden gebracht. Want als Hij ons volmaakt gemaakt had, stonden we daar in onze eigen heiligheid. Of als Hij ons vergeven had zonder verzoening, dan zouden we nooit Zijn rechtvaardigheid zien, noch Zijn heerlijke liefde. Maar in de hemel zullen we wezens zijn die voelen dat ze alles hebben terwijl ze niets verdienen. Wezens die het voorwerp zijn geweest van de meest wonderlijke liefde. We zijn daardoor zo krachtig gehecht aan onze Heere dat het voor duizend Satans onmogelijk zal zijn om ons te verleiden. Nogmaals, we zullen zulke dienaren zijn zoals zelfs de engelen niet konden zijn. Want wij zullen zelfs een diepere verplichting tot God voelen dan zij. Zij zijn gewoon gelukkig geschapen, wij zullen verlost zijn door het bloed van Gods lieve Zoon. En ik weet het zeker, broeders, dagen zonder nacht zullen we ons verheugen rond Gods troon met meer geluk dan de engelen. Want zij weten niet wat kwaad is, maar wij zullen het volledig gekend hebben en er toch volledig vrij van zijn. Ze weten niet wat pijn is, maar wij zullen pijn, verdriet en de dood gekend hebben en toch onsterfelijk zijn. Zij weten niet wat het is om te vallen, maar wij zullen in de diepte van de hel kijken en herinneren dat dat ons deel was. Hoe zullen we zingen, hoe zullen we Hem prijzen. En dit, ik zeg het opnieuw, zal de hoogste noot zijn, dat we het allemaal te danken hebben aan de Heldere — het Lam in het midden van de troon. We zullen het steeds weer vertellen en een onuitputtelijk thema vinden voor een melodieus en vreugdevol lied dat Hij mens werd, dat Hij grote druppels bloed zweette, dat Hij stierf en dat Hij weer opstond! Ter overdenking Zondaren hebben veel meer aandacht van God gekregen dan Zijn heilige engelen (Hebreeën 2:16). Als de engelen Hem dienen met lof en ernaar verlangen om meer te weten van het evangelie van onze redding, hoeveel meer moeten wij daar naar verlangen (Psalm 103:20—22; 1 Petrus 1:12—13). Preek 478, 2 november 1862
0 notes
Text
Nabij De Zon | Vrijgesproken Wie zal beschuldiging inbrengen tegen de uitverkorenen Gods? God is het, Die rechtvaardig maakt. Romeinen 8:33 Wie zal beschuldiging inbrengen tegen de uitverkorenen Gods?’ Wat een gezegende uitdaging! Wat een retorische vraag! Iedere zonde van de uitverkorene is op de grote Overwinnaar van onze behoudenis gelegd en door de verzoening weggedragen. In Gods boek staat geen enkele zonde van Zijn volk genoteerd. Toen de schuld van de zonden werd weggenomen, werd de straf op de zonden verwijderd. Voor de christen is er geen straffende hand van God - nee, tegen hem zal geen enkele beschuldiging worden ingebracht. De gelovige kan dan wel gekastijd worden door zijn Vader, maar God de Rechter zal alleen maar tot de christen zeggen: ‘Ik heb je vergeven, u bent vrijgesproken.’
0 notes
Text
Nabij De Zon | Daadwerkelijke redding Veel meer dan, zijnde nu gerechtvaardigd door Zijn bloed, zullen wij door Hem behouden worden van de toorn. Romeinen 5:9 Toen Jezus stierf, werd er door Hem verzoening aangeboden die door de Heere God aanvaard werd, zodat voor het hoge gerechtshof van de hemel het hele lichaam, waarvan Christus het Hoofd is, werd vrijgesproken van zonde. In de volheid der tijd aanvaardt iedere verloste voor zichzelf de grote verzoening door een daad van persoonlijk geloof, maar de verzoening als zodanig kwam reeds lang daarvoor tot stand. Ik geloof dat dit een van de twee snijkanten van het zwaard der overwinning is. We moeten prediken dat de Zoon van God in het vlees gekomen is en voor de zonde van de mens gestorven is, en dat Hij, door te sterven, het God niet alleen mogelijk maakte de zonde te vergeven, maar dat Hij daardoor ook de vergeving voor allen die in Hem gevonden worden, veilig stelde. Hij stierf niet om het daardoor mogelijk te maken dat de mens gered zou worden, maar Hij redde hen daadwerkelijk. Hij kwam niet opdat de zonde ergens in de toekomst terzijde gesteld zou kunnen worden, maar om die daar en toen weg te doen door het offer van Zichzelf; want door Zijn dood heeft Hij 'de overtredingen tenietgedaan en een einde aan de zonde gemaakt en een eeuwige gerechtigheid teweeggebracht.’ Gelovigen mogen weten dat zij, toen Jezus stierf, verlost werden van de eisen van de wet en dat, toen Hij weer opstond, hun rechtvaardigmaking werd verzekerd. Het bloed van het Lam is een werkelijke prijs, waarmee ze daadwerkelijk worden vrijgekocht. Door het bloed van het Lam worden ze werkelijk gereinigd en worden de zonden werkelijk weggewassen. Dit geloven en verkondigen wij en door dit teken overwinnen wij. Christus gekruisigd, Christus het offer voor de zonde, Christus de daadwerkelijke Verlosser van de mens; dit verkondigen wij overal en daardoor verslaan we de machten der duisternis.
0 notes
Text
Nabij De Zon | Macht om te vergeven Want wat is lichter te zeggen: De zonden zijn u vergeven? of te zeggen: Sta op en wandel? Mattheüs 9:5 Zie hier een van de machtigste dingen die de grote Heelmeester kan doen: Hij heeft macht de zonden te vergeven! Voordat het rantsoen was betaald, voordat het bloed letterlijk op het verzoendeksel werd gesprenkeld, had Hij macht om zonden te vergeven. Zou Hij nu, nu Hij gestorven is, daar de macht dan niet toe hebben? Nu Hij de overtredingen heeft uitgedelgd en een einde aan de zonde heeft gemaakt, heeft Hij onbeperkte macht. Hoor Hem pleiten voor de eeuwige Vader, waarbij Hij op Zijn wonden wijst en spreekt over de verdienste van Zijn heilig lijden! Wat een macht om te vergeven vinden we hier! Hij is hoog verheven om bekering van en verzoening voor de zonden te schenken. De scharlakenrode zonden worden weggewassen door Zijn scharlakenrode bloed. Arme zielen, vergeet de aanwezige Heiland niet, Die u vraagt op Hem te zien en behouden te worden. Hij kan u onmiddellijk genezen, maar u geeft er de voorkeur aan om op een engel en op een wonder te wachten. Op Hem te vertrouwen is de zekere weg tot iedere zegening en Hij is ons vertrouwen tenvolle waard, maar door uw ongeloof geeft u de voorkeur aan de koude zuilengangen van Bethesda Joh. 5:2) boven de warme boezem van Zijn liefde. O, dat de Heere Zijn ogen mag slaan op de menigten die zich nu in deze situatie bevinden; dat Hij u de geringschatting van Zijn goddelijke macht moge vergeven en u mag roepen door die zoete, indringende stem om van het bed van uw wanhoop op te staan en in geloof uw bed op te nemen en te wandelen.
0 notes
Text
De zonde verzoend Toen ik in de hand van de Heilige Geest was, onder overtuiging van zonde, had ik een klaar en scherp inzicht in Gods gerechtigheid. Zonde, wat die ook voor andere mensen mag betekenen, werd een ondraaglijke last. Het was niet zozeer dat ik bang was voor de hel, maar ik vreesde de zonde en tegelijkertijd was mij alles gelegen aan de eer van Gods Naam en de onkreukbaarheid van Zijn Goddelijk bestuur. Ik gevoelde dat het mijn consciëntie niet zou bevredigen als ik ten onrechte vergeven zou kunnen worden. Maar toen verrees de vraag: ‘Hoe kan God rechtvaardig zijn en mij, die zo schuldig staat, toch rechtvaardigen?’ Die vraag verontrustte mij en ik tobde erover; ik wist ook geen antwoord op die vraag. Ik zou nooit een antwoord hebben kunnen bedenken dat mijn geweten tevreden zou stellen. Het leerstuk der verzoening is naar mijn overtuiging een van de zekerste bewijzen van de goddelijke inspiratie van de Heilige Schrift. Wie zou gedacht kunnen hebben aan de rechtvaardige Heerser Die voor de onrechtvaardige opstandeling sterft? Dat is geen onderwijs van menselijke mythologie of droom van poëtische verbeelding. Deze wijze van verzoening is alleen onder de mensen bekend omdat het een feit is: verbeelding zou dit niet hebben kunnen bedenken. God Zelfheeft dit zo gewild; het is niet iets dat door ons bedacht kon worden. Van mijn jeugd af aan had ik gehoord van het plan der verlossing door het offer van Jezus; maar in mijn diepste wezen wist ik hier niet meer van dan wanneer ik een geboren en getogen Hottentot zou zijn. Het licht was er wel, maar ik was blind; het was allernoodzakelijkst dat de Heere Zelf mij de zaak duidelijk zou maken. Die kwam tot mij als een nieuwe openbaring, zo nieuw alsof ik nog nooit in de Schrift had gelezen dat Jezus tot een verzoening voor onze zonde wordt verklaard, opdat God rechtvaardig zij. Ik denk dat dit voor ieder nieuwgeboren kind van God als een openbaring komt, zodra hij dit ziet; ik bedoel dat heerlijke leerstuk van de plaatsvervanging door de Heere Jezus. Ik begon te begrijpen dat behoudenis mogelijk is door het zoenoffer; dat de voorbereidingen voor die plaatsvervanging getroffen waren in het eerste bestel en de eerste ordening der dingen. Ik kreeg te zien dat Hij, de Zoon van God, gelijk is aan de Vader en samen met de Vader eeuwig is; dat Hij al van ouds tot Verbondshoofd van Zijn verkoren volk is aangesteld; dat Hij in die hoedanigheid voor hen zou lijden en hen zou behouden. Zoals onze val in eerste instantie niet persoonlijk was, want we vielen in ons verbondshoofd, de eerste Adam, zo werd het voor ons mogelijk om hersteld te worden door een tweede Vertegenwoordiger; door Hem Die het op Zich heeft genomen het Verbondshoofd voor Zijn volk te zijn, om zo hun tweede Adam te zijn. Ik zag in dat ik, zelfs voordat ik werkelijk had gezondigd, al gevallen was door mijn eerste vader; en ik verblijdde mij erin dat het daarom mogelijk was wettig door een tweede Hoofd en Vertegenwoordiger op te staan. De val van Adam bood een ontsnappingsmogelijkheid; een andere Adam kon de schade die door de eerste was aangericht, ongedaan maken. Toen ik mij zorgen maakte over de mogelijkheid van een rechtvaardig God Die mij vergeeft, begreep en zag ik door het geloof dat Hij Die de Zoon van God is, mens werd en in Zijn eigen gezegende Persoon mijn zonde droeg in Zijn eigen vlees aan het hout. Ik zag dat de straf die mij de vrede aanbrengt, op Hem was gelegd en dat ik door Zijn striemen genezen werd, doordat de Zoon van God, bovenmate heerlijk in Zijn ongeëvenaarde Persoon, het op Zich nam de wet te handhaven, door de straf die ik verdiende, te dragen. Daardoor kon God aan mijn zonde voorbijgaan. Mijn enige hoop op de hemel ligt in de volkomen verzoening die op het kruis van Golgotha voor de goddeloze tot stand werd gebracht. Daarop stel ik ten volle mijn vertrouwen. Daarbuiten kan ik geen enkele hoop koesteren. Persoonlijk zou ik mijn zonde nooit hebben kunnen overwinnen.
Ik probeerde het, maar ik faalde. Mijn zondige geneigdheden waren te veel voor mij, tot ik in het geloof dat Christus voor mij stierf, mijn schuldige ziel op Hem wierp. Daarop ontving ik het zegevierend beginsel waarmee ik mijn zondige ik overwon. De leerstelling van het kruis kan gebruikt worden om de zonden te verslaan, zoals de vroegere krijgers hun geweldige slagzwaard gebruikten en hun vijanden bij iedere slag neermaaiden. Er is niets zo geweldig als het geloof in de Vriend van zondaren; het overwint alle kwaad. Als Christus voor mij, goddeloos als ik ben, krachteloos als ik ben, gestorven is, dan kan ik niet langer in zonde leven, maar moet ik mijzelf opwekken Hem Die mij verlost heeft, lief te hebben en te dienen. Ik kan niet lichtvaardig met het kwaad dat mijn beste Vriend doodde, omgaan. Ter wille van Hem moet ik heilig zijn. Hoe zou ik in zonden kunnen leven, als Hij gestorven is om mij daarvan te verlossen?
0 notes